2015 Kwalificatiedossier 2012

Opleidingswijzer Opleiding

Helpende Zorg en Welzijn

Crebo

92640

Niveau

2

Cohort

2013-2014/2015

Kwalificatiedossier 2012 Geldigheid en vaststelling Deze Opleidingswijzer is geldig voor de volgende opleidingstrajecten:

Leerweg Intensiteit Variant

WSF1

Studieduur SBU

leerjaren

cohort

BOL

voltijd

regulier

3200

2

2013-2015

BBL

deeltijd

versneld

1600

1

2013-2014

BBL

deeltijd

maat

1600

1

2013-2014

Bijzonderheden

BOL 2 jaar kan ook versneld. BOL voltijd regulier kan ook met aspecten facilitair. BBL deeltijd maat 1 jaar wordt i.s.m. Thuiszorg West Brabant aangeboden. BBL deeltijd maat kan ook met aspecten facilitair.

Vastgesteld d.d. Handtekening voorzitter examencommissie Kellebeek College

1

aankruisen, indien studiefinanciering van toepassing is (alleen bij BOL voltijd).

15 K2013 OLW 92640 Helpende Zorg en Welzijn

Inhoudsopgave Woord vooraf .............................................................................................................................. 3 1.

De opleiding .................................................................................................................. 5

1.1.

Alvast wat over het beroep. ............................................................................................................. 5

1.2.

Wat kun je na je opleiding doen? ..................................................................................................... 8

1.3.

Wat zijn de hoofdonderdelen van je opleiding? ............................................................................... 8

1.4.

Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap in het mbo ............................................................... 17

1.5.

Nederlands en rekenen. ................................................................................................................. 18

2.

Het onderwijsprogramma............................................................................................19

2.1.

Hoe is je onderwijsprogramma opgebouwd? ................................................................................. 19 2.1.1.

BOL voltijd regulier (met aspecten facilitair) ................................................................. 20

2.1.3

BBL-maatwerktraject ......................................................................................................... 22

2.

Beroepspraktijkvorming..............................................................................................23

3.1.

Plaats en organisatie van de BPV ................................................................................................. 24 3.1.1.

BOL voltijd regulier(met aspecten facilitair) ................................................................... 24

3.1.2.

BBL – versneld .............................................................................................................. 25

3.1.3.

BBL – maatwerktrajecten .............................................................................................. 25

4.1.

Beoordelen om te kijken waar je staat. .......................................................................................... 26

4.2.

Beoordelen voor je diploma. .......................................................................................................... 29

4.3

Examens in een overzicht – het examenplan ................................................................................ 31

4.4

Hoe is de organisatie van de examens geregeld? ......................................................................... 36

5.

Begeleiding ..................................................................................................................37

5.1

Studieloopbaanbegeleiding bij het leren. ....................................................................................... 37


2

Woord vooraf Welkom op het Kellebeek College! Je bent met een beroepsopleiding bij het Kellebeek College gestart. We willen je graag van harte welkom heten! Voor je ligt een opleidingswijzer. Met deze opleidingswijzer (OLW) willen we je zo goed mogelijk informeren over de opleiding die je gaat volgen. De OLW vertelt het nodige over je toekomstige beroep. Er wordt in beschreven welke kennis, vaardigheden en beroepshouding belangrijk zijn in zowel je stage als op school. Ook staat er in de OLW wanneer je welke examens aflegt om je volledig diploma te halen. Find your information! Op onze website is een speciale informatiesite voor studenten: www.kellebeek.nl/student Hierop is heel veel belangrijke informatie te vinden! Vestigingen Het Kellebeek College kent vele vestigingen voor beroepsonderwijs. Vanaf schooljaar 20142015 zijn de meeste geconcentreerd in onze nieuwbouw in Roosendaal. De AKA opleidingen (mbo niveau 1) worden in Breda en Bergen op Zoom aangeboden. Voorbereiding op werken in de praktijk Je gekozen beroepsopleiding kan zowel op niveau 1, 2, 3 of 4 zijn. Daarnaast heb je gekozen voor de BOL variant, dat wil zeggen beroeps opleidende leerweg of de BBL variant, beroeps begeleidende leerweg, waarbij je werken en leren combineert. De gekozen beroepsopleiding bereid je voor op het werken in de praktijk. Deze voorbereiding gebeurt zowel op school als op je stageadres. Aan je definitieve keuze zijn dus heel wat beslissingen vooraf gegaan. Find your destination Het is altijd spannend om aan een nieuwe opleiding te beginnen. Je hebt bepaalde verwachtingen van onze school, de opleiding en het beroep. Als je verwachtingen uitkomen en je groeit naar het diploma zowel op school als op stage dat kunnen we zeggen dat jij je bestemming hebt gevonden. Het Kellebeek College gaat samen met je op zoek, ons motto luidt niet voor niks: Find your destination. Dus als je verwachtingen niet (helemaal) uitkomen, adviseren we je dit te bespreken met je studieloopbaanbegeleider of iemand anders van school. Samen kunnen we dan op zoek gaan naar oplossingen. Jij staat centraal Jij staat centraal bij het Kellebeek College. Ons onderwijs is gericht op wat jij wilt leren en op de manier van leren die het best bij jou past. Zo dagen wij jou uit je talenten volledig te benutten en ontwikkelen. We houden rekening met individuele verschillen. Wij willen je zo begeleiden, dat altijd duidelijk is hoe je ervoor staat en welke mogelijkheden je hebt. Zelfstandig en verantwoordelijk werken Wij vinden het belangrijk dat onze beroepsopleidingen aantrekkelijk, activerend en uitdagend zijn. Bij het Kellebeek College leer je zowel zelfstandig als samen te werken en zelf verantwoordelijkheid te nemen. Deze zaken zijn heel belangrijk op school, maar ook in je toekomstige beroep.


3

Veel praktijk, structuur en duidelijkheid Tijdens je opleiding loop je vaak stage. Ook is er veel aandacht voor praktijk op school in uitdagende opdrachten. Op die manier kom je goed voorbereid op je stageadres en hoor je op je stageadres waar je op school verder aan dient te werken. Een goede balans en een goede afstemming tussen het leren op school en in de praktijk is heel belangrijk. Het samenwerken en het leren in de groep krijgt bij ons ook veel aandacht. We bieden je duidelijkheid en structuur: jij moet weten wanneer en hoe er gewerkt wordt op school. Veel succes met het werken aan ‘jouw bestemming’ en vooral ook een heel gezellige tijd bij het Kellebeek College! Karin van Nieuwenhuijzen Directielid Kellebeek College


4

1. De opleiding

1.1. Alvast wat over het beroep. Wat doe je als helpende zorg en welzijn?

Met jouw algemene opleiding kun je zorg bieden aan allerlei cliënten/zorgvragers. Mensen met een (chronische) ziekte, psychiatrische problemen, verslaving of een handicap. Dit kunnen ouderen, volwassenen, jeugdigen, kinderen en pasgeborenen zijn. Je werkt vaak samen met de mantelzorgers of hebt te maken met wettelijke vertegenwoordigers van de cliënt/zorgvrager. Dat kunnen familieleden zijn, maar ook andere verzorgers. Je ondersteunt of begeleidt de cliënt/zorgvrager thuis of in een andere woonomgeving, maar je kunt ook bij of voor een groep cliënten/zorgvragers werken. In een zorg- of welzijnsinstelling werk je samen met collega's, maar heb je ook vaak te maken met andere hulpverleners, zoals verzorgenden en sociaalagogisch werkers. Deze functie kom je in veel vormen tegen: In de gehandicaptenzorg ben je assistent-begeleider gehandicapten of groepshulp. In de thuiszorg kom je de functies helpende thuiszorg, bejaardenhelpende of verzorgingshulp B tegen. In het ziekenhuis vind je de voedingsassistent (deze verleent ook assistentie bij algemene dagelijkse levensbehoeften van de cliënt/zorgvrager). In de kinderopvang ben je assistent. In het welzijnswerk ben je de contactmedewerker voor de helpende. Helpende zorg en welzijn is een verantwoordelijke baan waar je soms onder tijdsdruk werkt. Maar voor jouw inspanningen krijg je veel terug: cliënten/zorgvragers die blij zijn met jouw hulp en de fijne leefomstandigheden die jij hebt helpen creëren. In hun thuissituatie of in de zorg- of welzijnsinstelling. Je kunt echt een verschil maken in de kwaliteit van hun leven.


5

Jouw werk Je verleent zorg en ondersteuning aan cliënten/zorgvragers en begeleidt ze bij wonen en welzijn. Je stelt een werkplanning op van jouw werkzaamheden, op basis van een al vastgesteld zorg-, leef-,begeleidingsof activiteitenplan. Je ondersteunt bij het opruimen, schoonmaken en de zorg voor een fijne leefomgeving. Soms neem je die taken geheel over van de cliënt/zorgvrager. Je ondersteunt een cliënt/zorgvrager bij dagelijkse bezigheden als eten en drinken en verplaatsen. Daarbij houd je rekening met wat deze zelf wil of kan doen. Je werkt vanuit de gedachte dat de cliënt/zorgvrager zelf de regie wil voeren over zijn leven. Afhankelijk van wat jouw cliënt nodig heeft, ondersteun je bij hun persoonlijke verzorging, zoals wassen en aankleden. Ook bij emotionele problemen sta je voor jouw zorgvrager klaar. Dat gebeurt vaak tijdens je werk, maar daar mag je ook best apart de tijd voor nemen. Je ondersteunt de cliënt/zorgvrager bij de keuze van een activiteit en het vervoer er naar toe. Je helpt collega's bij het organiseren van activiteiten zoals spel/recreatie, educatie en werk. Je overlegt je werkzaamheden regelmatig met collega's, de mantelzorger (dit zijn vaak naasten van de cliënt/zorgvrager) of de wettelijke vertegenwoordigers van de cliënt/zorgvrager. Door met collega's en je leidinggevende over je werkzaamheden te praten en je te laten bijscholen (deskundigheidsbevordering), kun je de kwaliteit van dit beroep ook nog eens verbeteren.

Jouw kwaliteiten ° Je bent geïnteresseerd in jonge en oude mensen, met uiteenlopende sociale en medische problemen en steeds andere wensen en behoeften. ° Je handelt altijd in het belang van je cliënt/zorgvrager, stimuleert zelfredzaamheid en je kunt je goed in zijn of haar situatie inleven. ° Je kunt goed met de cliënt/zorgvrager communiceren en behandelt hem met respect. ° In jouw werk zit een goed systeem, waarbij je nauwkeurig bent en resultaatgericht.


6

° ° ° ° °

Je bent stressbestendig en prima in staat om je eigen grenzen en die van anderen te bewaken. Je werkt zelfstandig, maar volgens vaste protocollen, op afgesproken tijden en in opdracht van een leidinggevende. Je werkt volgens een plan(ning), nauwkeurig en resultaatgericht en je let op de kosten die je maakt. Ook kun je goed samenwerken met de mantelzorgers/wettelijke vertegenwoordigers en je collega's. Je maakt gebruik van de beroepscode en richtlijnen van de instelling waar je werkt.

Jouw sector Als helpende zorg en welzijn werk je in de verpleging en verzorging en/of in het sociaal agogisch werk. Tijdens je opleiding kun je de nadruk leggen op de zorg of op sociaalagogische onderdelen. Met je diploma kun je in deze branches aan de slag: ° verpleeg- en verzorgingshuizen en thuiszorg ° ziekenhuizen ° maatschappelijke dienstverlening ° welzijnswerk ° kinderopvang ° jeugdzorg ° gehandicaptenzorg ° geestelijke gezondheidszorg ° basisonderwijs

Meer weten? Heb je nog vragen over dit beroep, ben je nog niet zeker of dit bij je past of wil je van anderen horen wat zij van dit beroep vinden? Kijk dan op www.youchooz.nl Deze beroepsbeschrijving is opgesteld in opdracht van Calibris. Het kenniscentrum voor leren in de praktijk in Zorg, Welzijn en Sport. http://www.calibris.nl/


7

1.2. Wat kun je na je opleiding doen? Na afronding van de opleiding helpende zorg en welzijn kan je gaan werken in alle in de bij jouw sector genoemde werkvelden. Ook is doorstroming mogelijk naar andere functies in de thuiszorg, in centra voor kleinschalig wonen en intramurale instellingen in de ouderenzorg of gehandicaptenzorg, de kinderopvang of buitenschoolse opvang e.d. Daarnaast heeft de helpende zorg en welzijn de mogelijkheid om door te stromen naar een zorg- of sociaal agogische opleiding op niveau 3 (bijvoorbeeld verzorgende-IG, medewerker maatschappelijke zorg en Pedagogisch medewerker, niveau 3). Ook kan de helpende zorg en welzijn doorstromen naar andere richtingen op hetzelfde niveau, bijvoorbeeld richting Sport en bewegen of Horeca.

1.3. Wat zijn de hoofdonderdelen van je opleiding? De basis van de opleiding wordt bepaald door het beroepsprofiel van de gekozen opleiding, het beroepsprofiel van helpende. Vervolgens is door de MBO Raad en het ministerie van OC&W bepaald dat om voor een diploma in aanmerking te komen, je moet voldoen aan gestelde eisen, die beschreven staan in: ° het kwalificatiedossier (2012) van de betreffende opleiding ° de kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap Kellebeek 2013 ° de regelgeving m.b.t. taal- en rekenvaardigheden MBO Het kwalificatiedossier helpende – zorg en welzijn 2012 is opgebouwd uit de volgende kerntaken: Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning. Kerntaak 2: Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren. Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatieen professiegebonden taken. In het kwalificatiedossier wordt de inhoud van de opleiding beschreven. Je kunt dus in het kwalificatiedossier lezen wat je allemaal moet weten en kunnen aan het einde van de opleiding. Elk beroep heeft een aantal kerntaken, dit zijn kenmerkende werkzaamheden van de beroepsbeoefenaar. Daaruit kan worden afgeleid welke eisen het beroep stelt. Bij elke kerntaak worden werkprocessen beschreven die iemand als startende beroepsbeoefenaar in de beroepspraktijk moet kunnen uitvoeren. Iedere kerntaak heeft meerdere werkprocessen. De werkprocessen behorende bij een kerntaak zijn een bundeling van beroepshandelingen. Een werkproces heeft een begin en een eind. Dit leidt tot een bepaald resultaat. Voor het goed uitvoeren van de werkprocessen heb je bepaalde competenties nodig, die in de dossiers meetbaar worden gemaakt in termen van zichtbaar gedrag. Dit zijn de componenten. Het resultaat van je gedrag vind je terug in de prestatie-indicatoren. Een uitgebreide beschrijving van de kerntaken, werkprocessen en prestatie-indicatoren is te vinden in het kwalificatiedossier.

Je kunt het kwalificatiedossier van jouw opleiding vinden op de website: www.kwalificatiesmbo.nl


8

Hieronder vind je de verschillende overzichten van kerntaken, werkprocessen en competenties van de door jou gekozen opleiding.

Legenda: K1: Helpende Zorg & Welzijn Kwalificatie Kerntaak

Werkproces

K1

Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidingsof activiteitenplan

x

1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie

x

1.3 Ondersteunt bij persoonlijke verzorging/ADL

x

1.4 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten en recreëren

x

1.5 Handelt in onvoorziene situaties

x

2.1 Ondersteunt een cliënt/zorgvrager op emotioneel gebied

x

2.2 Ondersteunt een cliënt/zorgvrager bij de zelfredzaamheid

x

3.1 Werkt aan de eigen deskundigheidsbevordering en professionalisering

x

3.2 Stemt de werkzaamheden af

x

3.3 Evalueert de werkzaamheden

x

Kerntaak 2: Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren

Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatieen professiegebonden taken


9

Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Competenties A

B

C

D

Werkprocessen 1.1 Maakt een werkplanning op basis van het zorg-, leef-, begeleidingsof activiteitenplan 1.2 Ondersteunt bij huishouden en de woon- of verblijfsomgeving of opvangsituatie 1.3 Ondersteunt bij persoonlijke verzorging/ADL 1.4 Ondersteunt bij (sociale) activiteiten en recreëren


E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Kerntaak 1 Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning

Competenties A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Werkprocessen 1.5 Handelt in onvoorziene situaties


11

Kerntaak 2: Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren Kerntaak 2 Ondersteunen bij het zelfstandig functioneren

Competenties A

B

C

D

Werkprocessen 2.1 Ondersteunt een cliënt/zorgvrager op emotioneel gebied 2.2 Ondersteunt een cliënt/zorgvrager bij de zelfredzaamheid


E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Kerntaak 3: Uitvoeren van organisatieen professiegebonden taken Kerntaak 3 Uitvoeren van organisatieen professiegebonden taken

Competenties A

B

C

D

E

F

G

H

I

J

K

L

M

N

O

P

Q

R

S

T

U

V

W

X

Y

Werkprocessen 3.1 Werkt aan de eigen deskundigheidsbevordering en professionalisering 3.2 Stemt de werkzaamheden af 3.3 Evalueert de werkzaamheden

15 K2013 OLW 92640 Helpende Zorg en Welzijn Pagina 13 van 41

Wat doe je extra als je de opleiding Helpende Zorg en Welzijn met aspecten facilitair volgt?

Het Kellebeekcollege heeft de keuze om verdieping aan te bieden in het onderwijsprogramma van helpende zorg en welzijn (mogelijk voor BOL/BBLmaat). Deze keuze heeft te maken met ontwikkelingen in het werkveld. Werken in het restaurant van de zorgorganisatie vraagt steeds meer van jou als zorgmedewerker. De gewone keuken heeft in veel gevallen plaats gemaakt voor een professioneel restaurant, waar ook familie,mantelzorg en bewoners uit de wijk mee kunnen eten. Je volgt gewoon het hele programma van helpende zorg en welzijn. Daarnaast ga je extra werken aan het volgende : Cateringwerkzaamheden in het restaurant worden toegevoegd aan de opleiding. Deze werkzaamheden zijn bedoeld om de bezoekers van het restaurant die hulp nodig hebben bij eten en drinken op een goede manier te ondersteunen. Hulp bieden in een restaurant (andere locatie) vraagt wel andere activiteiten van je als helpende zorg en welzijn, omdat het serveren aan een restauranttafel na een bestelling anders is dan het opscheppen van de maaltijd aan de eettafel thuis. De volgende taken worden toegevoegd aan werkproces 1.3: ‘ondersteunt bij persoonlijke verzorging /ADL’. • • • •

Helpt bij het maken van een menukeuze door informatie te geven over de voeding en rekening te houden met een eventueel dieet. Serveert de maaltijd en de dranken. Observeert het eetgedrag en voedingspatroon. Werkt volgens geldende regels als HACCP.

Daarnaast zal er veel aandacht zijn tijdens je opleiding voor servicegericht werken. (gastvrouw/gastheer)

Het werkproces 1.3 ziet er dan als volgt uit:


Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning 1.3 werkproces: Ondersteunt bij persoonlijke verzorging/ADL en voedingskeuze Omschrijving

De helpende zorg en welzijn ondersteunt de cliënt/zorgvrager bij persoonlijke zorg/ADL: wassen, aan- en uitkleden, uiterlijke verzorging, toiletgang, bewegen en verplaatsen, maken van een menukeuze, inname van eten en drinken, en algemeen welbevinden. Ze geeft de cliënt/zorgvrager tips op het gebied van persoonlijke verzorging en ADL. Ze signaleert veranderingen in de gezondheid, het welbevinden en/of de ondersteuningsbehoefte van de cliënt/zorgvrager en overige betrokkenen (bijvoorbeeld fysieke of psychische overbelasting, onder- of overvoeding) en meldt deze bij haar leidinggevende. Bij het uitvoeren van haar werkzaamheden gebruikt de helpende zorg en welzijn de voorgeschreven middelen en materialen.

Gewenst resultaat

Een goede lichamelijke verzorging/ADL en gezonde voedingskeuze van de cliënt/zorgvrager die op een professionele wijze is uitgevoerd en is afgestemd op de ondersteuningsbehoefte van de cliënt/zorgvrager. Prestatie-indicator Competentie en component(en)

Vakkennis en vaardigheden •

• •

• • •

Kennis van gerontologie, geriatrie, fysiologie en pathologie Kennis van relevante materialen en hulpmiddelen Kennis van voedingsmiddelen en meest voorkomende diëten Kennis van het werkveld Kennis van weten regelgeving Rekenen - meten en meetkunde

Aandacht en begrip tonen • Luisteren • Bezorgdheid tonen voor anderen

De helpende zorg en welzijn luistert naar de cliënt/zorgvrager, toont haar welwillendheid en haar bezorgdheid, zodat zij op professionele wijze aandacht en begrip heeft gegeven bij de persoonlijke verzorging/ADL en gezonde voedingskeuze.

Vakdeskundigheid toepassen • Vakspecifieke fysieke kwaliteiten tonen

De helpende zorg en welzijn is handig, reageert snel en heeft uithoudingsvermogen, zodat de ondersteuning bij de persoonlijke verzorging/ADL professioneel is uitgevoerd.

Op de behoeften en verwachtingen van de "klant" richten • Aansluiten bij behoeften en verwachtingen

De helpende zorg en welzijn gaat na wat de wensen, behoeften en mogelijkheden van de cliënt/zorgvrager zijn wat betreft de persoonlijke verzorging/ADL en voedsel en drank-inname en stemt haar werkzaamheden hierop af.

Servicedocument helpende zorg en welzijn met aspecten van facilitaire dienstverlening augustus 2012

8


Kerntaak 1: Bieden van zorg en ondersteuning op basis van een werkplanning 1.3 werkproces: Ondersteunt bij persoonlijke verzorging/ADL en voedingskeuze Instructies en procedures opvolgen • werken overeenkomstig de wettelijke richtlijnen

De helpende zorg en welzijn kent de HACCP-regels en past deze richtlijn toe, zodat gevaren in levensmiddelen worden voorkomen, geëlimineerd of tot een aanvaardbaar niveau worden gereduceerd.

Presenteren • duidelijk uitleggen en toelichten

De helpende zorg en welzijn informeert de betrokkenen duidelijk over persoonlijke verzorging/ADL en voeding, wekt vertrouwen op basis van haar deskundigheid, zodat de cliënten/zorgvragers goed geïnformeerd zijn.

Er bestaat ook nog een mogelijkheid om binnen de opleiding helpende zorg en welzijn met aspecten facilitair een ander programma (verbreding) te volgen. (mogelijk voor BOL/BBL maat) Verbreding Deze facilitaire werkzaamheden bevatten receptiewerkzaamheden, postverzorging, transport, ondersteuning in de instellingskeuken en werkzaamheden op de linnendienst. Deze taken worden opgenomen in een extra werkproces onder kerntaak 1, werkproces 1.6: voert dienstverlenende activiteiten uit. Hierbij wordt opgenomen: voert in opdracht van leidinggevende van de (eigen of van de andere dienst) de volgende taken uit: ° Beheert (levensmiddelen)voorraad. ° ° °

Voert werkzaamheden uit met als doel het linnengoed op de juiste wijze te reinigen, strijken en/of mangelen en te herstellen. Bedient geautomatiseerde systemen als telefooncentrale, kassa, ict hulpmiddelen om klanten te woord te staan, vragen te beantwoorden, producten af te rekenen en reserveringen te boeken. Ontvangt en distribueert goederen (post, materiaal in het magazijn, kleding en linnengoed, maaltijden).


1.4. Kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap in het mbo Burgerschap De politiek-juridische dimensie Bij dit domein werk je als student aan je bereidheid en vermogen om deel te nemen aan politieke besluitvorming. Hierbij moet je denken aan het stemmen bij verkiezingen en manieren waarop jij een politieke bijdrage kan leveren op het gebied van duurzaamheid, veiligheid, internationalisering, ondernemerschap, interculturaliteit en levensbeschouwing. Je weet hoe een parlementaire democratie is opgebouwd. De economische dimensie Bij dit domein werk je aan je vermogen en bereidheid om een bijdrage te leveren aan het arbeidsproces en de arbeidsgemeenschap waar je deel van uit maakt. Je houdt je daarbij aan de regels en procedures van een bedrijf en kent je rechten en plichten. Je stelt je collegiaal op. Je neemt op een adequate en verantwoordelijke manier als consument deel aan de maatschappij. Je weet hoe je informatie over producten en diensten kunt verzamelen om een weloverwogen keuze te kunnen maken. Je hebt inzicht in je eigen wensen in relatie met zijn financiële speelruimte. De sociaal-maatschappelijke dimensie Dit domein heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van de gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. Het gaat hier om het adequaat functioneren in je eigen woon- en leefomgeving, in zorgsituaties en in de school; om de acceptatie van verschillen en culturele verscheidenheid. Je kent de aspecten van breed geaccepteerde sociale omgangsvormen en past deze toe in verschillende situaties. Je hebt inzicht in de kenmerken van verschillende culturen en toont respect voor culturele verscheidenheid. De dimensie vitaal burgerschap Dit domein heeft betrekking op de bereidheid en het vermogen om te reflecteren op jouw eigen leefstijl en het zorg dragen voor de eigen vitaliteit als burger en werknemer. Hierbij gaat het om de zorg voor de eigen vitaliteit en fitheid. Daarbij is een belangrijke taak om de juiste afstemming te vinden tussen werken, zorgen (voor jezelf en voor anderen), leren en ontspannen. Om zorg te kunnen dragen voor de eigen gezondheid is het nodig dat je jezelf bewust bent van je eigen leefstijl, gezondheidsrisico’s van leefstijl en werk in kan schatten, op basis daarvan verantwoorde keuzes kan maken en activiteiten onderneemt die bijdragen aan een gezonde leefstijl. Het gaat naast bewegen en sport ook om aspecten als voeding, roken, alcohol, drugs en seksualiteit. Loopbaan Loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling draagt maatschappelijk gezien bij aan employability en ondernemerschap. Daarnaast draagt de loopbaanoriëntatie en -ontwikkeling bij aan de persoonlijke ontplooiing. Het gaat hierbij om het sturing geven aan het vinden van betekenisvol werk of vervolgonderwijs dat aansluit op je eigen kwaliteiten, mogelijkheden, waarden en motieven. Jouw studieloopbaanbegeleider begeleidt je hierbij.


Wat is MultiMove (alleen voor BOL)? MultiMove is samen met Burgerschap een onderdeel van je opleiding dat voorgeschreven is in het document “Loopbaan & burgerschap”. De bedoeling van MultiMove is om je te stimuleren een gezonde actieve leefstijl te hebben. Het grootste deel van MultiMove bestaat uit sport en beweging. Het mooie daarbij is dat je helemaal zelf mag kiezen aan welke sportactiviteiten je mee wilt doen. Er zijn ook activiteiten die geen sport zijn, maar waarbij je wel in beweging komt of met je gezondheid bezig bent op een andere manier. Je gaat daarbij uit van jouw score in een uitgebreide leefstijltest op www.testjeleefstijl.nu Die geeft aan of je gezond genoeg leeft, of je misschien te mager of te dik bent en of je conditie in orde is. Dat is nodig om je een sportprogramma te laten kiezen dat niet alleen leuk is, maar ook nog precies het meest geschikt voor jouw lijf. Bijvoorbeeld, als uit jouw test blijkt dat je best wat meer uithoudingsvermogen zou mogen hebben, dan kun je in het sportprogramma de meest geschikte sporten kiezen. Maar of je dat ook doet bepaal je zelf. Het is jouw gezondheid, jouw lijf en jouw leven. MultiMove probeert je alleen te prikkelen om daar aandacht voor te hebben. We willen je laten inzien dat een actieve leefstijl, met sport en veel beweging, goed voor je is. Alles wat met de uitvoering van MultiMove te maken heeft is in beeld gebracht op een website: www.multi-move.nl Als student van deze school kun jij daar op inloggen met een persoonlijke code. Daardoor kun jij jouw eigen programma helemaal volgen. Je ziet wat je gekozen hebt, wanneer en waar je moet zijn, hoe je score verloopt en of er nog bijzonderheden zijn. MultiMove levert samen met de andere burgerschapslessen een resultaat op dat geldt voor je diplomering. Samen met een aantal andere dimensies van Burgerschap moet MultiMove met een ingevulde beoordelingslijst worden afgesloten. MultiMove zit in de dimensie Vitaal burgerschap. 1.5. Nederlands en rekenen. Naast de kerntaken van je toekomstige beroep en de kwalificatie-eisen loopbaan en burgerschap, gelden er in je MBO-opleiding ook eisen met betrekking tot Nederlands, rekenen, Engels en een eventueel andere ‘moderne vreemde taal’ (MVT). Voor Nederlands en rekenen geldt dat er eisen worden gesteld gekoppeld aan het niveau van de opleiding. MBO niveau 1 t/m 3: niveau 2F (referentiekader Meijerink) MBO niveau 4: niveau 3F (referentiekader Meijerink) Bij Nederlands gaat het om de onderdelen: mondelinge taalvaardigheid (uitgesplitst in spreken en luisteren), lezen, schrijven en begrippen/taalverzorging. Bij rekenen gaat het om de domeinen: getallen, verhoudingen, meten en meetkunde en verbanden. Het cohortenschema van 2013 (Steunpunt Taal & rekenen MBO) geeft informatie over: ° de wijze waarop de kwalificatie-eisen zijn geformuleerd; ° de examinering; ° de slaag-/zakbeslissing ° toezicht van de inspectie op examinering in 2013


2.

Het onderwijsprogramma

2.1. Hoe is je onderwijsprogramma opgebouwd? Jouw opleiding maakt gebruik van het materiaal van Stichting Consortium Beroepsonderwijs. Binnen het Consortium werken ruim 60 % van de ROC ‘s uit het land samen. Er is een methode ontwikkeld waarbinnen kerntaken en werkprocessen in beeld worden gebracht. Met name hoe jij je ontwikkelt (competentiegroei) wordt met het materiaal duidelijk gemaakt. De methode vormt de basis voor de onderwijsactiviteiten en het onderwijsmateriaal van de opleiding. Het materiaal kent de volgende opbouw: De mate van complexiteit van de beroepssituatie

De mate van zelfsturing

De mate van verantwoordelijkheid

O gesloten context ▼ O open context ▼ O complexe context

O geleid ▼ O begeleid ▼ O zelfstandig

O uitvoering van eigen takenpakket ▼ O samenwerking met collega’s ▼ O de hele zorg en begeleidingscyclus ▼ O aansturing van collega’s op hetzelfde niveau

In de onderwijsprogrammering worden de leerlijnen en fasen van de opleiding vertaald in dagelijkse activiteiten. De opleiding bestaat uit twee fasen. Meestal vallen de fasen en schooljaren samen. Het is mogelijk hier flexibel mee om te gaan. Door persoonlijke omstandigheden kun je versnellen of vertragen tot maximaal één jaar langer dan de normale studieduur. Opbouw onderwijsprogramma BOL/BBL*

Opleiding Helpende Zorg en Welzijn MBO, niveau 2 2 leerjaren introductieprogramma

Fase 1

Fase 2

1.1 1.2 1.3 1.4

Assisteren bij activiteiten (O) Ondersteunen bij persoonlijke zorg/ADL(O) Plannen en uitvoeren van huishoudelijke taken (K) Reageren op emoties (O)

(O) = ontwikkelingsgericht (K) = kwalificerend

Verantwoordingsverslag 1 (K) Assessmentgesprek 1 (K) 2.1 Begeleiden van de zorgvrager bij zelfredzaamheid(K) (O) = ontwikkelingsgericht 2.2 Ondersteunen bij persoonlijke zorg/ADL (K) (K) = kwalificerend 2.3 Assisteren bij activiteiten en recreëren (K) 2.4 Professionaliseren (K) Verantwoordingsverslag 2 (K) Assessmentgesprek 2 (K)

BPV

BOL: Fase 1 : periode 1 school, daarna 2 dagen BPV/ 3 lesdagen Fase 2 : 3 dagen BPV/2 lesdagen BBL: 1 dag school, daarnaast afhankelijk van traject BPV

* BBL volgt alleen het kwalificerende programma.


Er bestaat een wettelijke verplichting tot het bijhouden van de aanwezigheid van studenten bij de diverse onderwijsactiviteiten. De opleiding stelt eisen aan jouw aanwezigheid en inzet op school en in de BPV. 2.1.1. BOL voltijd regulier (met aspecten facilitair) Voorbeeld onderwijsactiviteitentabel UREN PER WEEK FASE 1 FASE 2 Integrale leerlijn 1 Werken aan beroepsrelevante opdrachten 2 Beroepspraktijkvorming Ondersteunende leerlijn 1 Cursus 2 Vaardigheidstraining 3 Nederlands 4 Burgerschap 20 uur per fase(+ multimove) 5 Rekenen Reflectie leerlijn 1 Studieloopbaanbegeleiding 2 Intervisie 3 Persoonlijk ontwikkelplan

4/2 14

2 21

5 4 2 1,45 2

2 2 2 0,45 1

4/2

1

0,11

0,11

NB Dit is een voorbeeld; jouw lesrooster wordt bij aanvang van iedere fase bekend gemaakt

Digitale studiegids op de portal: Aan het begin van het schooljaar ontvang je informatie over een digitale studiegids, met daarin opgenomen de algemene zaken bv regeling verzuim, rechten en plichten, werkwijze open leercentrum en bijzondere activiteiten. Op de portal van het ROC West Brabant vind je altijd het actuele lesrooster.Het is de bedoeling dat je zelf regelmatig naar het rooster kijkt. Aan het begin van de opleiding krijg je informatie over het gebruik van de portal, de schoolmail en de telefooncirkel.


Onderwijsprogrammering crebo 92640: Helpende zorg en welzijn BOL voltijd (regulier traject), niveau 2 Cohort 2013 - 2015 (start: augustus 2013)

leerperiode:

1

Leerjaar 1 2 3

4 totaal

1

Leerjaar 2 2 3

4 totaal

Leerjaar 3: niet van toepassing Leerjaar 4: niet van toepassing 1 2 3 4 totaal 1 2 3 4 totaal

Onderwijsactiviteiten begeleide uren per groep begeleide uren individueel 1 begeleide lesuren per week

34 0 34

27 0 27

27 0 27

27 0 27

13 0 13

13 0 13

13 0 13

13 0 13

9

8

9

9

35 4

9

8

9

9

3 begeleide lesuren per leerfase

307

219

247

247

1020

118

105

118

begeleide klokuren correctie buitenschoolse activiteiten 4 begeleide klokuren per leerfase

153 0 153

110 0 110

123 0 123

123 0 123

510 0 510

59 0 59

52 0 52

5 klokuren overige onderwijsactiviteiten

16

0

0

0

16

0

0 0 0

1 0 1

2 0 2

0 0 0

3 0 3

169

110

125

124

0

126

140

169

236

10 klokuren zelfstudie

162

11 Totaal aantal SBU

331

2 lesweken per periode (excl. flexwkn) aantal flexweken

klokuren examinering per groep klokuren examinering individueel 6 examinering per leerfase 7 klokuren onderwijstijd (excl. BPV) 8 klokuren BPV 9 Klokuren begeleide onderwijstijd

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

35 4

0

0

0

0

0 0

0

0

0

0

0 0

118

459

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

59 0 59

59 0 59

229 0 229

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0 4 4

1 2 3

2 0 2

0 0 0

3 6 9

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

529

63

55

61

59

239

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

140

406

180

162

180

180

702

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

265

264

935

243

217

241

239

941

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

162

169

172

665

160

160

160

179

659

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

398

435

435

1600

403

377

401

419

1600

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0


2.1.3 BBL-maatwerktraject

Onderwijsprogrammering crebo 92640: Helpende zorg en welzijn BBL (maatwerk traject), niveau 2 Cohort 2013 - 2014 (start: augustus 2013)

leerperiode:

1

Leerjaar 1 2 3

4 totaal

Leerjaar 2: niet van toepassing Leerjaar 3: niet van toepassing Leerjaar 4: niet van toepassing 1 2 3 4 totaal 1 2 3 4 totaal 1 2 3 4 totaal

Onderwijsactiviteiten begeleide uren per groep begeleide uren individueel 1 begeleide lesuren per week

11 0 11

11 0 11

11 0 11

10 0 10

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

9

8

9

9

35 4

0

0

0

0

100

89

100

91

380

0

0

0

begeleide klokuren correctie buitenschoolse activiteiten 4 begeleide klokuren per leerfase

50 0 50

44 0 44

50 0 50

45 0 45

190 0 190

0 0 0

0 0 0

5 klokuren overige onderwijsactiviteiten

4

8

8

0

20

0

klokuren examinering per groep klokuren examinering individueel 6 examinering per leerfase

4 0 4

1 0 1

2 4 6

1 0 1

8 5 13

58

54

64

47

8 klokuren BPV

170

153

170

9 Klokuren begeleide onderwijstijd

228

207

10 klokuren zelfstudie

170

11 Totaal aantal SBU

398

2 lesweken per periode (excl. flexwkn) aantal flexweken 3 begeleide lesuren per leerfase

7 klokuren onderwijstijd (excl. BPV)

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0

0

0

0

0

0 0

0

0

0

0

0 0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

0 0 0

223

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

170

663

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

234

217

886

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

175

180

190

715

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

381

414

407

1600

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0

0


2. Beroepspraktijkvorming De afkorting BPV staat voor BeroepsPraktijkVorming. De praktijk heeft een belangrijke plaats in de opleiding. In de praktijk voer je opdrachten uit en laat je zien dat je de kennis en vaardigheden kunt toepassen. Je BPV-adres is een leerbedrijf in één van de werkvelden die al eerder zijn genoemd (zie hoofdstuk 1.1). In je BPV word je begeleid door je werkbegeleider/praktijkopleider. Dit gebeurt volgens de afspraken die gemaakt zijn/worden met het betreffende BPV-adres. Ziekte en verzuim Verzuim van BPV-tijd dient uiteraard zoveel mogelijk voorkomen te worden. Als je om dringende redenen of bij ziekte niet naar je BPV-adres kan, moet je dit zo snel mogelijk kenbaar maken bij het BPV-adres en/of de praktijkopleider én bij de administratie van het Kellebeek College, locatie van jouw opleiding. Beter melden doe je zo snel mogelijk in verband met de planning op het BPV-adres. Uren die je afwezig bent geweest moeten meestal worden ingehaald. Dit gaat in overleg met je studieloopbaanbegeleider. Invullen aanwezigheidslijst In verband met het behalen van voldoende BPV-uren vul je de aanwezigheidslijst in. Deze wordt uitgedeeld door de studieloopbaanbegeleider bij de start van de BPV. Op de praktijkovereenkomst (POK) kun je zien hoeveel uren je op het BPV-adres aanwezig moet zijn. Voor de praktijkovereenkomst: zie http://www.kellebeek.nl/student.aspx

Gedragscode BPV- instellingen De gedragscode is in samenwerking met de BPV- instellingen geformuleerd. De gedragscode is gebaseerd op de volgende 4 vragen: 1. 2. 3. 4.

Wie ben ik? Wat kan ik (al)? Wat wil ik worden? Wat kan ik worden?

(mijn persoonlijkheid) (mijn deskundigheid) (mijn ambities/ beroepsbeeld) (mijn ontwikkeling)

In de gedragscode gaat het er om dat je voldoet aan de volgende kenmerken: Bereid tot leren in de praktijk van de BPV- instelling: 1. Beleefdheidsnormen tonen, zoals: hand geven, jezelf voorstellen, iemand aankijken als je spreekt. 2. Respect toont voor de ander/ de cliënt door zijn vraagstelling en behoefte centraal te stellen, een gesprek kunnen aangaan. 1. Respect tonen voor de eigendommen van de cliënt en voor diens privacy. 2. Voorbereid zijn op de BPV (BOL) en beroepsuitoefening (BBL) door: 1. je te verdiepen in de doelgroep.


3. 4.

5. 6.

7. 8. 9.

2. je te verdiepen in visie, missie, doelstellingen, functie van de (BPV)instelling. 3. op de hoogte te zijn van de richtlijnen van het BPV beleid. De toegezonden formulieren van de instelling in te vullen en uit te leggen waarom dit belangrijk is. De verwachtingen ten aanzien van het eigen leerproces bespreekbaar maken door: 1. vragen te stellen tijdens het eerste kennismakingsgesprek. 2. bespreekbaar te maken wat je wilt komen leren. 3. je mening te geven. 4. uit te leggen waar je op school mee bezig bent. Afspraken nakomen en op afgesproken tijden aanwezig zijn. Eigen verantwoordelijkheden tonen voor het leerproces door: 1. ondersteuning te vragen. 2. het portfolio bij je te hebben en de voortgang te bespreken. 3. reflectie te kunnen schrijven en deze bespreekbaar te kunnen maken. Aanspreekbaar en corrigeerbaar zijn op getoond gedrag en open staan voor feedback. Initiatieven tonen en leervragen stellen. Bewust zijn en de bereidheid tonen om te werken aan de hand van protocollen.

3.1. Plaats en organisatie van de BPV 3.1.1. BOL voltijd regulier(met aspecten facilitair) Voor BOL studenten zoekt het Regionaal Bemiddelings Bureau (RBB) een BPV plaats. Het RBB regelt de werving, toewijzing en planning van de beroepspraktijkvorming (BPV). Tijdens de binnen schoolse periode word je voorbereid om naar je BPV te kunnen gaan. (Zie hoofdstuk 5 begeleiding) Je wordt goed voorgelicht over het doel van de BPV, wat verwacht wordt aan taken en rapportages, de begeleiding door het leerbedrijf en de voortgangsbewaking vanuit de opleiding. Voor aanvang van je BPV krijg je een POK (praktijkovereenkomst). Hierin staan de afspraken tussen jou, je leerbedrijf en school. Link: http://www.kellebeek.nl/student.aspx klik op student en dan zie je de artikelen. Het wel of niet ontvangen van de BPV vergoeding is afhankelijk van het cao van je instelling. Als school hebben we hier geen invloed op. Als je op een BPV -dag ziek bent of om een andere belangrijke reden plotseling verhinderd bent, informeer je zo spoedig mogelijk het BPV–adres en de administratie van de school. Wanneer de BPV voortijdig beëindigd wordt, onderzoekt de studieloopbaanbegeleider wat de oorzaak is op basis van de voortgangsrapportages van school en van de BPV. De studieloopbaanbegeleider gaat in overleg met de WABO docent over het vervolgtraject. Bij houdingsproblemen volgt een contract.(zie studieadviesregeling hoofdstuk 4) Er zijn nu 2 mogelijkheden: ° de student krijgt een nieuwe BPV plaats bij wederzijds goedvinden. ° Tijdelijk geen BPV plaats door persoonlijke omstandigheden van de student. Deze afspraken worden vastgelegd op een gespreksformulier van het begeleidingsdossier. Op school volg je een extra programma.


Opbouw BPV: 1e jaar: 9/10 weken voltijd naar school. Vanaf week 11 ga je 2 dagen per week stage lopen op 1 BPV adres en 3 dagen naar school. 2e jaar: Vanaf week 2 ga je 3 dagen per week stage lopen op 1 BPV adres en 2 dagen naar school.

3.1.2. BBL – versneld Opbouw BPV: afhankelijk van traject. 1 lesdag per week. Opleiding duurt 1 jaar.

3.1.3. BBL – maatwerktrajecten

Opbouw BPV: afhankelijk van traject. 1 lesdag per week. Opleiding duurt 1 jaar.


4.

Examens

4.1. Beoordelen om te kijken waar je staat. Studieadviesregeling Gedurende je opleiding krijg je minimaal twee keer per schooljaar een studieadvies. Dit studieadvies komt tot stand door te bepalen of: 1. je voldoende aanwezig bent geweest: minimaal 90% van de roosteruren die zijn aangeboden in de betreffende periode. 2. jouw studieresultaten voldoende zijn 3. jouw studiehouding positief is. Deze punten worden besproken voor zowel jouw prestaties op school als in de beroepspraktijk (indien van toepassing). In de beroepspraktijkvorming (BPV) houd je een urenlijst bij, die elke maand wordt gecheckt door jouw studieloopbaanbegeleider. Als er een tekort dreigt in jouw gemaakte BPV-uren, dan worden er afspraken gemaakt hoe je deze uren moet compenseren. Bij voldoende aanwezigheid, voldoende studieresultaten en een positieve studiehouding wordt een groen studieadvies gegeven. Als er op één of meer van bovengenoemde zaken (aanwezigheid, studieresultaten en studiehouding) onvoldoende vertrouwen is (ontstaan) dat je de opleiding met een positief resultaat kunt afronden, krijg je een oranje of rood studieadvies. Groen betekent dat je het goed doet! Je bent voldoende aanwezig geweest, je studieresultaten zijn voldoende of goed en je laat zien dat je gemotiveerd bent. Er is vertrouwen dat je, als je je op deze manier blijft inzetten, de opleiding met succes kunt gaan afronden. Oranje betekent een negatief studieadvies dat je onvoldoende aanwezig bent geweest, dat je onvoldoende studieresultaten hebt behaald en/of dat je een negatieve studiehouding laat zien. Dit betekent dat er vanuit school en/of de beroepspraktijk grote twijfels zijn of je de opleiding met succes kunt gaan afronden. Rood betekent een bindend studieadvies. Dit betekent dat je al eerder een oranje studieadvies hebt gehad en dat er op basis van onvoldoende studieresultaten, onvoldoende aanwezigheid en/of negatieve studiehouding op school/BPV duidelijk is dat je de opleiding niet met succes kunt afronden. Studieadviezen worden altijd goed onderbouwd door school (en indien van toepassing in samenwerking met de beroepspraktijkinstelling). Als er sprake is van oranje of rood studieadvies bespreekt de studieloopbaanbegeleider dit altijd persoonlijk met jou. Jouw ouders/verzorgers worden hierover geïnformeerd en worden uitgenodigd om bij het gesprek aanwezig te zijn. Vanuit school is er ook vaak een tweede persoon aanwezig. Voor dit gesprek krijg je een schriftelijke uitnodiging met daarin aangegeven om welk studieadvies het gaat met een duidelijke onderbouwing. Het gegeven studieadvies en de afspraken die met jou in dit gesprek worden gemaakt worden altijd schriftelijk vastgelegd en opgenomen in jouw dossier. Dit verslag wordt ondertekend door jou en school en jij ontvangt hiervan een kopie.


Bij een negatief oranje studieadvies kun je aangeven dat je de opleiding toch wil blijven volgen. Dan krijg je de kans om jezelf op de onvoldoende punten, die vastgelegd zijn in het negatief oranje studieadvies, binnen een vastgestelde termijn (meestal vier tot zes weken) te verbeteren. Voldoe je hieraan niet (binnen de gestelde termijn) dan kan het negatief studieadvies omgezet worden in een bindend (rood) studieadvies. Een bindend rood studieadvies komt dus nooit uit de lucht vallen: er moet minstens één oranje studieadvies aan vooraf zijn gegaan. Bij een gesprek waarin een rood studieadvies wordt gegeven is ook de sterrolhouder studentzaken aanwezig vanuit school. Na dit gesprek krijg je binnen één werkweek een bevestiging dat je een bindend studieadvies hebt gekregen. Een bindend studieadvies betekent dat je de opleiding niet verder kunt voortzetten en dat de onderwijsovereenkomst wordt verbroken. Het Kellebeek College biedt altijd aan om jou te ondersteunen/begeleiden zodat je een juiste vervolgkeuze kunt maken.

De relatie tussen studieadvies en aanwezigheid Jij als student en wij als school moeten ons houden aan wettelijke regelingen, zoals die van de leerplicht, kwalificatieplicht en studiefinanciering. In de onderwijsovereenkomst (OOK) die je bij de start van je opleiding met het Kellebeek College bent aangegaan is ook een aanwezigheidsverplichting opgenomen (artikel 10).

Jouw aanwezigheid bij alle onderwijsactiviteiten is verplicht!! Wij zijn verplicht jouw afwezigheid door te geven aan een leerplichtambtenaar en/of aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). NB Als er geconstateerd wordt dat je fraude hebt gepleegd met het scannen van je pasje dan volgt er automatisch een negatief (oranje) studieadvies. Bij een tweede keer volgt een bindend (rood) studieadvies. Onder fraude wordt verstaan: wel gescand, maar niet aanwezig in de les. Ook wordt het scannen met een pasje van een ander gezien als fraude. Je kunt je rechten en plichten verder nalezen in de onderwijsovereenkomst, die je op de website kunt vinden: www.kellebeek.nl/student

Portfolio Bij de beoordeling en de begeleiding van de studenten maken we gebruik van een portfolio. Het portfolio heeft een centrale plaats in het leerproces. Het doel van het portfolio is het volgen en bevorderen van je leerproces. Je voortgang maak je zichtbaar door de bewijzen in je portfolio. Je bent hiervoor zelf verantwoordelijk. Op basis van die bewijzen in je portfolio bepalen we het studieadvies m.b.t. studieresultaten en studiehouding.


Studieadvies 1 (In week 4 of 5 van periode 2) BOL 1.Aanwezigheid 90% van de aangeboden roosteruren.

2.Studieresultaten Je hebt de volgende onderdelen behaald: Fase 1 ° Gedragscode (zie hoofdstuk 5). ° Oefenexamen 1 gemaakt en afgerond met minimaal een 5. Fase 2 ° BP 2.1, 2.2 of 2.3 afgerond. ° Oefenexamen 2 gemaakt en afgerond met minimaal een 5. 3.Studiehouding Zie deelnemerstatuut B1 en B2 (www.kellebeek.nl/student, deelnemersstatuut).

Studieadvies 2 (In week 4 of 5 van periode 3) BOL 1.Aanwezigheid 90% van de aangeboden roosteruren.

2.Studieresultaten Je hebt de volgende onderdelen behaald: Fase 1

° ° °

B.P. 1.3 BP 1.1, 1.2, of .1.4 Kennisexamen 1 voldoende of goed.

Fase 2 ° BP 2.1, 2.2 en 2.3 afgerond. ° Kennisexamen 2 voldoende of goed. 3.Studiehouding Zie deelnemerstatuut B1 en B2 (www.kellebeek.nl/student, deelnemersstatuut).


4.2. Beoordelen voor je diploma. Aan het einde van elke fase vinden de volgende examens plaats: 1. 2. 3. 4.

Een kennisexamen (1 en 2). Beroepsprestatie (s). Een verantwoordingsverslag. Een assessmentgesprek.

Alle beoordelingen zijn altijd individueel. De school is eindverantwoordelijk voor de beoordeling. Een fase is behaald als alle examenonderdelen van die fase zijn behaald. Voor een volledig overzicht van de examens wordt verwezen naar het examenplan (zie hoofdstuk 4.3).

Hieronder vind je een toelichting op alle genoemde onderdelen 1 t/m 4 1. Het kennisexamen 1 en 2 moeten voldoende of goed zijn. 2. Het beoordelen van de beroepsprestaties. Fase 1: beroepsprestatie 1.3 Fase 2: beroepsprestatie 2.1, 2.2, 2.3, 2.4 Beoordeling vindt plaats in de beroepspraktijk. Je laat in de BPV zien dat je de afgesproken werkprocessen en competenties kunt voorbereiden, uitvoeren en evalueren. De beroepsprestaties worden beoordeeld door twee beoordelaars. Alle competenties moeten minimaal voldoende zijn. BP 1.3, 2.1, 2.2, 2.3, en 2.4 moeten voldoende of goed zijn. De afgetekende beoordelingslijsten van de beroepsprestaties komen in je portfolio. 3. Het beoordelen van het verantwoordingsverslag. Fase 1:Na examenonderdeel BP1.3 schrijf je verantwoordingsverslag 1 over werkproces 1.2 volgens de STARRT methode. Fase 2:Na de examenonderdelen BP 2.1, 2.2, 2.3 en 2.4 schrijf je verantwoordingsverslag 2 over de werkprocessen 1.3 en 1.4 volgens de STARRT methode. Beide verantwoordingsverslagen moeten voldoende of goed zijn. De verantwoordingsverslagen en de afgetekende beoordelingsformulieren van de verslagen komen in je portfolio. 4. Beoordelingslijst assessmentgesprek Fase 1: Assessmentgesprek 1 gaat over de werkprocessen 1.2 en 3.3. Fase 2: Assessmentgesprek 2 gaat over de werkprocessen 2.1, 3.1 en 3.3. Je bereidt je voor op het assessmentgesprek. Bekijk vooraf de beoordelingslijst van het assessmentgesprek. De assessor stelt volgens de stappen van de STARRT methode kritische vragen over jouw competentieontwikkeling in deze fase. Je vertelt over de keuzes die je gemaakt hebt en je


motivatie hiervoor. Je toont en onderbouwt je keuzes en standpunten. Hieruit blijkt dat je bewust en bekwaam (b&b) kunt handelen in de beroepspraktijk. Het assessmentgesprek voer je met 2 beoordelaars van school. Er kan ook een vertegenwoordiger van de BPV-instelling uitgenodigd worden. Beide assessmentgesprekken moeten voldoende of goed zijn. De beoordelingslijsten en de rapportageformulieren van de assessmentgesprekken komen in je portfolio.

De assessor zorgt dat al je examendocumenten bij het examenbureau worden ingeleverd. Je bewaart zelf een kopie in je portfolio.


4.3

Examens in een overzicht – het examenplan

EXAMENPLAN NAAM OPLEIDING

HELPENDE ZORG EN WELZIJN

KD

COHORT

NIVEAU

LEERWEG

INTENSITEIT

VARIANT*

CREBO

2012

2013

2

BOL/BBL

VT/DT

ALLE

92640

A. BEROEPSSPECIFIEK (Examens gericht op je beroep) Titel Examen

Titel examenonderdeel

BP 1.3

Code examen(onderdeel)

k13_92640_BP1_v1

Soort examen

Beoordeelde kerntaken (nr.)

Beoordeelde werkprocessen (nr.)

1

1.1, 1.2 Ned:gesprekken en luisteren

p

3 Assessment 1

Verantwoordingsverslag 1

k13_92640_VV1_v1

s

Assessmentgesprek 1

k13_92640_ASG1_v1

m

1 1 3

Kennisexamen 1

n.v.t.

k13_92640_KE1_v1

s

1

1 BP 2.1-2.2-2.3-2.4

k13_92640_BP2_v1

p

2 3

Assessment 2 Verantwoordingsverslag 2

k13_92640_VV2_v1

s

1

2 Assessmentgesprek 2

k13_92640_ASG2_v1

m 3

Kennisexamen 2

n.v.t.

k13_92640_KE2-v1

s

1

3.3 Ned:gesprekken en luisteren 1.2 Ned.:Spreken,luisteren, schrijven 1.2 Ned:spreken en luisteren 3.3 Ned:spreken en luisteren 1.1-1.2 Ned.,schrijven 1.1-1.3-1.4-1.5 Ned: spreken, gesprekken, luisteren,zakelijke tekst 2.1-2.2 Ned:Gesprekken, luisteren 3.2-3.3 Ned:Gesprekken, luisteren, zakelijke teksten 1.3-1.4 Ned.: gesprekken,luisteren schrijven 2.1 Ned.:gesprekken,luisteren,za kelijke teksten,schrijven 3.1-3.3 Ned.:gesprekken,luisteren,za kelijke teksten,schrijven 1.3, 1.4, 1.5 Ned.: schrijven

Duur

nvt

120

25 minuten 50 minuten

Moment in de opleiding voor verantwoor dingsversla g1 na BP 1.3 na verantwoor dingsversla g1 fase 1 toetsweek 1, 2, 3 of 4

Locatie uitvoering

Weging

Eindweging

100 %

behaald

100 %

behaald

100 %

behaald

bpv

school

school

school

nvt

fase 2

bpv

120 min.

na BP 2.2 en 2.3

school

25 minuten

na verantrwoor dings verslag 2

school

100 minuten

fase 2 toetsweek 1, 2, 3 of 4

school

behaald 100 %




KD

COHORT

NIVEAU

LEERWEG

INTENSITEIT

VARIANT*

CREBO

2012

2013

2

BOL/BBL

VT/DT

ALLE

92640

B. Generiek (Algemene vakken) Titel Examen

Titel examenonderdeel COE (Lezen & luisteren)

Nederlands Spreken Niveauvermelding op je Gesprekken voeren cijferlijst Schrijven

Rekenen Niveauvermelding op je COE Rekenen cijferlijst

Code examen(onderdeel)

Soort examen

Niveau

Duur

D

2F

1,5 uur

M

2F

30 min

M

2F

30 min

S

2F

1 uur

D

2F

1,5 uur

Moment in de opleiding 2e helft v d opleiding 2e helft v d opleiding 2e helft v d opleiding 2e helft v d opleiding 2e helft v d opleiding

Locatie uitvoering

Weging

School

3/6 (=50 %)

School

1/6

School

1/6

School

1/6

School

100%

Eindweging

Eén cijfer Telt niet mee in de zak-slaagregeling voor het behalen van het diploma

Eén cijfer Telt niet mee in de zak-slaagregeling voor het behalen van het diploma

In geval van diplomering in schooljaar 2015-2016 geldt dat het eindcijfer voor Nederlands niet lager mag zijn dan een 5.




KD

COHORT

NIVEAU

LEERWEG

INTENSITEIT

VARIANT*

CREBO

2012

2013

2

BOL/BBL

VT/DT

ALLE

92640

C. Burgerschap Titel

Onderdeel

Eindweging

Dimensie: Politiek juridisch Dimensie: Economisch

Burgerschap Dimensie: Sociaal maatschappelijk

BOL: voldoende aanwezigheid en voldoende voor de gele opdrachten uit de map context niveau 1-2 LLB. BOL: Per dimensie 10 klokuren behalve vitaal burgerschap 3 leseenheden van 30 minuten Multi Move. BBL: 2 burgerschapsdagen op school. Per dimensie krijgt een student een beoordeling, deze beoordelingslijsten worden opgenomen in het examendossier.

Dimensie: Vitaal burgerschap


Belangrijke aanvullende informatie over de examinering Keuze van examenmoment

Volgens examenplanning. Proeves en BP’s worden in overleg met de SLB en praktijkopleider gepland. In het examenplan vind je alle examens en examenonderdelen. Je hebt recht om elk examen of examenonderdeel één keer te herkansen. De herkansingen vinden plaats in de eerstvolgende examenperiode of in overleg met jou en je studieloopbaanbegeleider.

Aantal examenmomenten (1-ste, 2-de, … , mogelijkheid tot herkansen)

Als de herkansing met een onvoldoende wordt beoordeeld, is het in bijzondere gevallen mogelijk om een aanvraag voor een extra herkansing in te dienen bij de subexamencommissie. In deze aanvraag geef je met een plan van aanpak aan hoe je je gaat voorbereiden op dit examen(onderdeel). De subexamencommissie beslist op basis van jouw plan van aanpak en het advies van het onderwijsteam of je in aanmerking komt voor een extra herkansing.

Berekening van eindbeoordeling

Alle onderdelen van het assessment moeten afzonderlijk voldoende aangetoond zijn Per kerntaak wordt per examenonderdeel een waardering gegenereerd. Alle kerntaken moeten voldoende worden afgesloten voor het behalen van het diploma

Werken aan burgerschapscompetenties

In de opleiding wordt gewerkt aan de leer en burgerschapsdomeinen op basis van de kwalificatie-eisen voor loopbaan en burgerschap schooljaar 2012. Zie verantwoordingsdocument burgerschap Kellebeek College 2012.

Afkortingen examentitels

PvB AsG VV KE VE MP BP

= = = = = = =

Proeve van bekwaamheid Assessmentgesprek Verantwoordingsverslag Kennisexamen Vaardigheidsexamen Meesterproeve Beroepsprestatie

Soort examen

S M P D

= = = =

Schriftelijk / theorie-examen /werkstuk Mondeling Praktisch examen / vaardigheidsexamen Digitaal examen


Overzicht aan te leveren bewijsstukken voor het examendossier Titel Examen

Titel examenonderdeel

BP 1.3 Assessment 1

Verantwoordingsverslag 1 Assessmentgesprek 1

Kennisexamen 1

Kennisexamen 1 BP 2.1-2.2-2.3-2.4

Assessment 2

Verantwoordingsverslag 2 Assessmentgesprek 2

Bewijsstuk examenonderdeel

Beoordelingslijst 1.3 Beoordelingslijst verantwoordingsverslag 1 en het verantwoordingsverslag 1 Beoordelingslijst assessmentgesprek 1 en rapportageformulier assessmentgesprek 1 Kennisexamen1 antwoordblad en beoordeling/brief examenbureau Beoordelingslijsten BP 2.1-2.2-2.3 en 2.4 Beoordelingslijst verantwoordingsverslag 2 en verantwoordingsverslag 2 Beoordelingslijst assessmentgesprek 2 en rapportageformulier assessmentgesprek 2 Kennisexamen2 antwoordblad en beoordeling/brief examenbureau

Kennisexamen 2

Kennisexamen 2

Nederlands

COE (Lezen & luisteren) Spreken Gesprekken voeren Schrijven

Toets en / of rapportage per onderdeel.

COE Rekenen

Rekentoets (deel a en b)

Rekenen

Om aan te tonen dat de student voldaan heeft aan burgerschap dienen de beoordelingslijsten per domein te worden toegevoegd in het examendossier.


4.4

Hoe is de organisatie van de examens geregeld?

Het schooljaar is ingedeeld in vier perioden. Aan het einde van iedere periode is een flexamenweek waarin de kennisexamens, assessmentgesprekken en het maken van het verantwoordingsverslag plaats vinden.

Het centraal examenreglement ROC West-Brabant en het document belangrijke examenzaken zijn te vinden op onderstaande link: http://www.kellebeek.nl/student.aspx


36

5.

5.1

Begeleiding

Studieloopbaanbegeleiding bij het leren.

Tijdens je opleiding word je begeleid in je leerproces, zowel op school als in de BPV. Op school krijg je hierbij begeleiding van je studieloopbaanbegeleider (SLB-er). Op de BPV word je begeleid door een praktijkbegeleidster. Je studieloopbaanbegeleider komt op bezoek op je BPV adres. In de eerste periode van je opleiding krijg je BPV voorbereiding op school. Voordat je naar BPV gaat moet je punt 1 t/m 3 behaald hebben van deze gedragscode. Als dit niet zo is, blijf je op school hier langer aan werken tot het voldoende is aangetoond en je naar BPV kunt.

De aftekenlijst ziet er als volgt uit: Score gedragscode Punt; 1 t/m 3 moet behaald zijn om de BPV in te gaan. Punt; 4 en 5 zijn ontwikkelingsgericht. Datum: Naam student; Naam docent:

Score gedragscode 1.

Beleefdheidsnormen zoals; • houdt zich aan de regels van het schoolreglement of regels die op stage gelden • hand geven • jezelf voorstellen • iemand aankijken als je spreekt • geen kauwgom • telefoon uit en in de tas • de ander niet vanzelfsprekend tutoyeren • passend taalgebruik

2.

Houdt zich aan gemaakte afspraken zoals; • houdt zich aan de regels van het schoolreglement of regels die op stage gelden • komt afspraken na, is op afgesproken tijden aanwezig


Datum:

Paraaf:

37

3.

Respect zoals; • geeft de ander de ruimte • heeft respect voor de eigendommen van de ander en voor diens privacy • gaat integer om met vertrouwelijke informatie • heeft begrip voor de ander • heeft een verzorgd uiterlijk Datum:

Paraaf:

Datum:

Paraaf:

Behaald (punt 1 t/m 3 zijn behaald) 4.

Reflecteert zoals; • aanspreekbaar en corrigeerbaar op getoond gedrag en open staan voor feedback • gebruikt de inbreng/adviezen van de anderen

5.

Houding zoals; • initiatieven tonen • vragen stellen • een mening netjes verwoorden

Startprofiel stage.

Datum: Naam student; Naam slb-er:

Startprofiel stage. 1.

•

VOG (verklaring omtrent het gedrag, indien van toepassing) ingeleverd op school

2.

• •

POK (praktijk overeenkomst) ingeleverd op school Beroepsgeheim

3.

Gedragscode • Punt 1 t/m 4 zijn behaald en afgetekend


38

4.

Voorbereiden op stage door; • Je te verdiepen in de doelgroep • Je te verdiepen in de functie en doelstelling van de (zorg)instelling • Op de hoogte te zijn van de richtlijnen van het stagebeleid

5.

Eigen verantwoordelijkheid toont voor het leerproces door; • Initiatieven tonen • Ondersteuning vragen • Het portfolio bij je te hebben en de voortgang te bespreken • Reflectie kunnen schrijven en dit bespreekbaar kunnen maken Kennismakingsgesprek stageplaats; • Volgens de afspraken van het stageadres

6.

Begeleiding op school De studieloopbaanbegeleider begeleidt jou bij je individuele leerproces en studieloopbaan. Dit gebeurt op 2 verschillende manieren: A. Groepsbegeleiding. Iedere groep heeft een SLB-er. In het begin van de opleiding is er in die bijeenkomsten veel aandacht voor het leren leren. In de groepsbijeenkomsten is er ook veel aandacht voor groepsvorming en samenwerken. B. Individuele begeleiding Je leert je eigen leeractiviteiten te organiseren. Hoe plan je je opdrachten, hoe leer je, hoe kun je je ontwikkeling stimuleren en wat zijn belemmeringen? In het begin krijg je veel ondersteuning, maar in de loop van de opleiding zul je je leerproces steeds meer in eigen hand gaan nemen. Je wordt zelfstandiger en de rol van de SLB-er wordt minder. Belangrijke onderdelen van de individuele begeleiding zijn: ° portfolio ° Werken aan fases en beroepsprestaties ° POP gesprekken ° Voortgangsgesprekken in de BPV Portfolio In je portfolio verzamel je alle documenten die met je leerproces/ontwikkeling te maken hebben. Je bent zelf verantwoordelijk voor je portfolio.

Het doel van het portfolio is het volgen en bevorderen van het leerproces van de student zodat je het examen voldoende/goed kunt afsluiten. (zie hoofdstuk 4 examenplan) Het portfolio heeft een centrale plaats in het leerproces. Wat ga je doen om je leerdoelen te halen. Het is in de eerste plaats bedoeld voor jou en je begeleidende docenten.


39

In het portfolio worden de volgende bewijzen opgenomen: a) Curriculum Vitae. b) Beoordelingslijsten van de beroepsprestaties. c) Verslag van stap 5 reflecteren (wegwijzer), van de beroepsprestaties. d) Resultaten van loopbaan en burgerschap. e) De voortgangsrapportages van verplichte popgesprekken met de SLB-er. f) De voortgangsrapportages van verplichte gesprekken in de BPV. g) Taalportfolio (Nederlands ). h) Rekenportfolio. i) Bewijzen van gevolgde cursussen en trainingen. Bv. aftekenboekje vaardigheidstraining en BPV voorbereiding. j) Aanwezigheidslijsten BPV en school. Werken aan fases en beroepsprestaties In fase 1 zijn er 3 ontwikkelingsgerichte beroepsprestaties.(zie hoofdstuk 2.1) Dit zijn opdrachten die je voorbereiden op de kwalificerende beroepsprestatie(s)in fase 1 en 2. Hierbij wordt je ondersteund door de WABO-docent. Tijdens het werken aan deze beroepsprestaties verzamel je bewijsstukken voor je portfolio. De POP gesprekken. Gedurende het schooljaar vinden verplicht POP gesprekken plaats. Jouw portfolio, jouw ontwikkeling en leerproces zijn daarbij het uitgangspunt. Je bespreekt met je studieloopbaanbegeleider de voortgang van je studie. ° ° ° ° ° ° ° °

Aan welke leerdoelen heb je gewerkt? Waar ben je tevreden over? Wat zijn jouw sterke en zwakke kanten? Welke werkzaamheden en taken spreken je aan in de BPV? Met welke taken heb je moeite? Hoe zie je jouw toekomst op school en daarna? Welke leerdoelen kun je naar aanleiding hiervan formuleren? Hoe kun je aan deze leerdoelen werken in de komende periode?

Ter voorbereiding op het gesprek gebruik je de punten die hierboven beschreven staan. Tijdens dit gesprek wordt ook gekeken of je voldoet aan de punten bij studievoortgang. Het beoordelen van je portfolio vindt plaats bij ieder POP gesprek.

Studievoortgang Aan het eind van elke lesperiode (9 à 10 weken) moet je een aantal afspraken zijn nagekomen. Het gaat daarbij om het volgende: 1. Het inleveren van alle documenten van het portfolio tot op dat moment. Ieder document moet voldoen aan de daaraan gestelde eisen. 2. Het voldoende aanwezig zijn op de BPV door middel van ondertekende presentielijst. 3. Het voldoende aanwezig zijn op school.


40

4. Het aanwezig zijn op het POP gesprek.

Zie verder hoofdstuk 4.1 Beoordelen om te kijken waar je staat. (studieadvies 1 en 2)

Je krijgt 4 gesprekken in schooljaar 1 en 2 gesprekken in schooljaar 2 (BOL) of 2 gesprekken per schooljaar(BBL). Je maakt een voortgangsrapportage van het POP-gesprek, waarin je de belangrijkste zaken beschrijft die in het gesprek naar voren zijn gekomen. Je laat dit voor akkoord ondertekenen door de studieloopbaanbegeleider. Je laat dit voor gezien ondertekenen door je werkbegeleider/praktijkopleider. Je voortgangsrapportage komt in het portfolio.

2 maal per jaar vindt er een ouderavond plaats.(BOL) Voortgangsgesprekken in de BPV In de BPV heb je zeer regelmatig gesprekken met je werkbegeleider/praktijkopleider. Dan praten jullie over de voortgang van je studie. Iedere lesperiode ( 9 à 10 weken ) maak je minimaal 1 voortgangsrapportage van een gesprek met je werkbegeleider/ praktijkopleider. Dit is verplicht. In de voortgangsrapportage beschrijf je de belangrijkste zaken en afspraken die in het gesprek naar voren zijn gekomen. Dit verslag laat je voor akkoord ondertekenen door de werkbegeleider/ praktijkopleider. Daarna laat je het voor gezien ondertekenen door je studieloopbaanbegeleider. De voortgangsrapportage komt in het portfolio.

Studenten kunnen gebruik maken van de portal van ROC West-Brabant en hebben de mogelijkheid tot het inrichten van een eigen website. Als je een opleiding bij het Kellebeek College volgt, dan kies je een opleiding die bij je past. Het kan zijn dat je tijdelijk extra ondersteuning nodig hebt bijv. omdat je erg onzeker bent, of omdat je persoonlijke problemen hebt waardoor je niet goed kunt leren.

Binnen het Kellebeek College zijn er mogelijkheden voor extra begeleiding en zorg. Informatie hierover kun je vinden op de informatiesite voor studenten. http://www.kellebeek.nl/student.aspx . Ook kun je rechtstreeks een mail sturen naar [email protected]


41

2015 Kwalificatiedossier 2012

Recommend Documents