2015 Een nieuwe blik op Brussel
«…Kunst regenereert wat in verval is en rehabiliteert wat verwaarloosd is … en geeft een identiteit aan plaatsen die dat nooit gehad zouden hebben. Kunst leert de jeugd hoe te creëren, prikkelt de verbeelding en het geloof in eigen kunnen. Wanneer kunst begint, volgt het werk, werk dat volledig gericht is op de toekomst…»
John Tusa In Engaged with the Arts, I.B Tauris, Londen 2007
1
1. Inleiding Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest wordt zich meer en meer bewust van de noodzaak om aan haar imago te werken, in het bijzonder door te reflecteren over haar citymarketing via onder ander het recente concept ‘be.brussels’ uit te werken. De visuele identiteit van onze hoofdstad herdenken – of erover nadenken – is een must voor een sterk imago, maar zal niet volstaan: vandaag de dag bestaat de uitdaging erin om een positieve sfeer, iets wat breder gaat dan een imago, te ontwikkelen. Brussel als centrale plek en als Europees kruispunt voor de bezoeker die er langskomt, de buitenlander die er leeft of de Brusselaar die er geboren is. Het jaar van de gastronomie Brusselicious is een eerste stap in de goede richting. Laten we verdergaan op dit elan… Brussel kan zich anders profileren en dit ten aanzien van alle Europese burgers (Belgen inbegrepen!): ze moeten een persoonlijke, affectieve band kunnen smeden met de stad die ze tot op vandaag enkel beschouwen als het administratieve centrum van een hiërarchisch als de plek waar de belangrijke beslissingen genomen worden. Deze evolutie zal bijdragen tot een menselijker/gezelliger imago van Brussel op internationaal niveau. Laten we ook inzetten op een perceptie-verandering bij de Brusselaars zelf: Brussel wordt gekenmerkt door haar multiculturaliteit wat kan leiden tot een gebrek aan gemeenschappelijke waarden. De uitdaging vandaag is dus om een echte «samen-leving» en een samenhorigheidsgevoel te creëren. Daarenboven moeten de Brusselaars beseffen dat het statuut van Europese hoofdstad een ware troef is. Brussel als hoofdstad van 500 miljoen Europeanen en als het kleine New York van Europa. Kunst en cultuur kunnen de stad daar zeker bij helpen: ze hebben een belangrijke rol te spelen in de constructie van een identiteit en een imago (op nationaal en internationaal niveau). Via cultuur kunnen de waarden van een stad en een samenleving in vraag gesteld worden. Kunstenaars kunnen ertoe aanzetten om denkwijzes te veranderen, om ons te doen nadenken over onze keuzes en onze toekomst. Ons voorstel voor 2015 is om via kunst een nieuwe blik op Brussel te creëren en hierbij de nadruk te leggen op de hedendaagse kunsten, de publieke ruimte en de interculturele dynamieken die in de stad aanwezig zijn. Want Brussel is een creatieve stad, vol talent en met een culturele sector die productief en divers is, die zich open opstelt ten opzichte van de wereld, … Kortom: voldoende troeven voor een Brussel van de toekomst.
2
2. Het concept van de creatieve stad, een vernieuwende visie voor Brussel 2.1. Wat houdt een creatieve stad in? Sinds het midden van de jaren zestig groeide het aantal publicaties en reflecties die de impact van de culturele sector op de economie en op de aantrekkingskracht vernieuwing van grote stadskernen onder de aandacht brachten. Dit multidisciplinair debat op het snijpunt tussen sociologie, geografie, stedenbouwkunde, politicologie en economie, beschouwt de kunstenaar, en meer algemeen de creativiteit, als een motor voor de vernieuwing van steden, als een nieuwe factor die een belangrijke rol speelt in de stad. Creativiteit zet het symbolische en verbeeldende kapitaal van een stad in de kijker en draagt bij tot de ontwikkeling van een aantrekkelijk leefklimaat en het genereren van economische waarde. Dit idee is ontwikkeld door Elsa Vivant, lector aan het Institut Français d’Urbanisme , in haar werk Qu’est-ce que la ville créative? Ze gaat uit van de stelling dat de aanwezigheid van kunstenaars in een stad kan bijdragen tot de opwaardering van de stedelijke economie – waarbij de kunstenaars een symbolische meerwaarde creëren voor de wijken waarin ze wonen. Het archetypische voorbeeld hiervan is de Soho-wijk in New York: politici, projectontwikkelaars en culturele actoren hebben de creatieve kracht van kunstenaars weten aan te wenden om een gunstig stedelijk klimaat te creëren voor nieuwe inwoners. In een andere grootteorde hebben de kunstenaars en makers die zich in de jaren negentig gevestigd hebben in de buurt rond de Dansaertstraat en het Sint-Goriksplein in Brussel, zeker bijgedragen tot de vernieuwing van de wijk. Richard Florida - een van de grote theoretici achter het concept van de creatieve stad - stelt in The rise of the Creative Class dat grote stedelijke centra, die cultureel aantrekkelijk en dynamisch zijn, leden van de «creatieve klasse» weten te lokken. Met creatieve klasse wordt verwezen naar personen waarvan de professionele activiteit bestaat uit het produceren en realiseren van nieuwe ideeën. Het potentieel van een stad om een idee te transformeren en te concretiseren is meer dan ooit een troef. Dat geldt vooral in een stad zoals Brussel, waar meer dan 90% van de jobs zich bevindt in de tertiaire sector. Volgens Florida kunnen creatieve steden geïdentificeerd worden met behulp van de «drie-Tregel». De steden die zich sterk zullen ontwikkelen op socio-economisch vlak, zijn diegene die Talent, Tolerantie en Technologie met elkaar verbinden. Het belang van een creatieve stad is dus meetbaar aan de hand van de vindingrijkheid, de liefde voor technologie en de mate van tolerantie tegenover bepaalde levenswijzen zoals, bijvoorbeeld, homoseksualiteit. Charles Landry, een andere vooraanstaande theoreticus achter het concept van de creatieve stad, analyseert in Creativity, Culture & The City: A question of interconnection (2011), de resultaten van een diepgaande enquête, die 25 jaar overspant en meerdere steden betrekt (Rijsel, Bologna, Bilbao, Liverpool en het Ruhrgebied). Daaruit blijkt dat creativiteit het voornaamste middel vormt van steden om hun troeven te lokaliseren en daarmee investeerders, werknemers en toeristen aan te trekken. Volgens Charles Landry maakt cultuur deel uit van een globaal ecosysteem en brengt het ook 3
buiten het culturele veld gevolgen met zich mee. Als een stad belang hecht aan cultuur, dan zijn ondernemingen vaak dynamischer; wordt de sociale cohesie gunstig beïnvloed; neemt het gebied een voorsprong tegenover zijn ‘concurrenten; wordt er een duidelijke identiteit gecreëerd en wordt er ingezet op de toekomst. Een stad is dus creatief als die haar cultureel kapitaal beschouwt als voedingsbodem voor een sociale dynamiek en als motor van economische groei.
2.2. Brussel, een creatieve stad? Brussel illustreert in meerdere opzichten de hogervermelde beschrijving van de creatieve stad: ze bezit alle nodige eigenschappen, organisaties en partijen om een stedelijk klimaat te creëren dat socio-economische ontwikkeling in de hand werkt en om een van de Europese steden te worden met de sterkste uitstraling. De laatste jaren hebben andere Europese stadskernen de oefening gedaan en zijn ze erin geslaagd om zich te profileren als kunststad of als creatieve stad. Brussel is echter uniek in die zin dat ze, naast het talrijke aanwezige talent in de stad, een hybride en meervoudige identiteit heeft, zowel op cultureel als op maatschappelijk vlak. Deze veelzijdige identiteit creëert een enorme openheid: ze behoedt Brussel voor om het even welke vorm van uniformisering, zoals een mogelijke «gentrificatie» door «de creatieve klasse». Dat laatste zou niet alleen uitmonden in de uitsluiting van de andere inwoners maar ook van bepaalde kunstenaars voor wie de stad te duur zou worden. Brussel bezit dus alle troeven om zich te profileren als een centrum gericht naar de wereld en de toekomst.
3. De Brusselse cultuursector 3.1. Brussel, talentvolle stad In het culturele domein wordt Brussel in het buitenland algemeen gezien als de stad van musea, van de art nouveau en van de strip. De stad heeft echter veel meer te bieden. Het wemelt er van de kunstenaarsateliers, theaters, kunstgaleries,… De Brusselse cultuursector, die bestaat uit zowel grote cultuurhuizen en -evenementen met internationale uitstraling (BOZAR, Europalia, …) als uit lokale, innovatieve cultuurinitiatieven, getuigt van een opmerkelijke dynamiek waar vele van onze buren ons om benijden. Het Gewest mag prat gaan op de talrijke aanwezigheid van talent, zowel op het vlak van individuen als op het vlak van organisaties en instellingen, en dit over meerdere kunstdisciplines heen. Van hedendaagse dans langs beeldende kunsten, jazz, theater of cinema tot aan opera: het wordt steeds moeilijker om onze hoofdstad links te laten liggen.
4
Opera De Munt werd in het «Jahrbuch 2011» van Opernwelt (Duits vaktijdschrift voor de opera en een van de referenties bij uitstek op het vlak van operapublicaties) verkozen door een vijftigtal internationale critici tot Operahuis van het jaar. Het is de eerste keer dat een nietDuitstalig operahuis de prijs toegekend krijgt. Deze titel sluit aan bij de ambitie van de Munt om een van de grootste operahuizen te worden op wereldniveau op het vlak van kwaliteit, innovatie en creatie. Ze spant zich in om nieuwe professionele talenten in de operawereld te ontdekken en op te leiden. Met een levendig programma vol opera, dans, muziek, film en verwante activiteiten wil de Munt opera toegankelijk maken voor een breder en jonger publiek. Muziek Op muzikaal gebied beschikt Brussel over kwaliteitsvolle infrastructuur: zo is de Henri le Bœufzaal van de BOZAR een lust voor het oog én voor het oor, beantwoordt de Flagey aan de eisen van de meest veeleisende muziekliefhebbers en werd de Ancienne Belgique, de tempel van de rockmuziek, door het Amerikaanse magazine Pollstar uitgeroepen tot op twee na beste concertzaal in de wereld. Wat betreft grotere zalen vermelden we de legendarische zaal van Vorst Nationaal waar al heel wat grote artiesten passeerden, alsook de herbestemmingsprojecten van concertzalen in Paleis 12 op de Heizel en van het Amerikaans Theater (vroegere opnamestudio van de VRT). We wijzen ook nog op de aanwezigheid van een groot aantal professionele opnamestudio’s die in Brussel gevestigd zijn en die muzikanten van over de hele wereld aantrekken (waar ICP ongetwijfeld de bekendste van is: onder meer The Cure, Stephan Eicher en Indochine namen er hun platen op). Op het vlak van evenementen vermelden we de Koningin Elisabethwedstrijd, Ars Musica, het Festival van Vlaanderen / Klarafestival en het Festival Musiq’3, de Jazz Marathon, Winterjazz, Brosella, les Nuits Botanique, het festival Couleur Café of ook nog het Brussels Summer Festival. Al deze evenementen zijn referenties geworden in hun respectieve domeinen en hebben internationale bekendheid verworven. We noemen ook nog een aantal artiesten of ensembles: de barokorkesten (zoals Les Muffatti, Oxalys, L’Ensemble Clematis of Il Fondamento), het Brussels Philharmonic en het Brussels Jazz Orchestra die letterlijk schitteren in het buitenland (deze laatste twee orkesten hebben onlangs een Oscar voor beste filmmuziek gewonnen voor de film The Artist), of ook Toots Thielemans en Arno die het imago van Brussel uitdragen tot ver buiten onze grenzen. In een meer vernieuwend genre wijzen we op Le Concert Invisible van Jérôme Porsperger (dj van klassieke muziek), het hedendaagse muziekensemble Ictus en de kunstenwerkplaats Q-O2, gespecialiseerd in het experimentele genre. Podiumkunsten In het domein van de hedendaagse dans is Brussel zonder discussie een referentie en laat ze zich gelden als een innovatieve plek voor onderzoek, creatie en promotie in Europa en de rest van de wereld. Rosas (Anne Teresa De Keersmaeker), Ultima Vez (Wim Vandekeybus), maar ook Charleroi-Danses/La Raffinerie (Pierre Droulers, Thierry De Mey, Michèle Anne De Mey), Meg Stuart, Michèle Noiret en nog vele anderen hebben van Brussel de hoofdstad van de hedendaagse dans gemaakt. Deze gezelschappen, die onze hoofdstad overal ter wereld een goede naam bezorgen, oefenen een grote aantrekkingskracht uit op jonge 5
dansers (ex-studenten van P.A.R.T.S en andere). Heel vaak beslissen deze mensen om zich te vestigen in Brussel. Ze beschouwen de stad als de «uitvalsbasis» waar ze hun gezelschap oprichten (bv. Peeping Tom, ZOO/Thomas Hauert, Eleanor Bauer, Mette Ingvarsten, …), waar ze ondersteuning vinden om hun werk te ontwikkelen (vooral dankzij de aanwezigheid van onderzoeksplekken en alternatieve managementbureaus zoals Workspacebrussels, L’L, De Pianofabriek, Margarita Production, Caravan Production, Le Grand Studio, …) en vanwaar ze gemakkelijk kunnen reizen in heel Europa en daarbuiten. Het hele jaar door wordt de stad overstelpt met kwaliteitsvolle en originele hedendaagse dansvoorstellingen, iets waarop weinig steden in de wereld aanspraak kunnen maken. Zowel de internationale reputatie van de dansschool P.A.R.T.S (Anne Teresa De Keersmaeker) als de recente oprichting van het ambitieuze ISAC (Institut supérieur des arts et des chorégraphies, als onderdeel van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten van Brussel) geven aan dat Brussel de place to be is voor choreografie. Wat betreft theater stellen we vast dat Brussel, toch wel beduidend kleiner dan Parijs, evenveel theaters telt als de lichtstad! Naast een rijk netwerk van Franstalige theaters (le Théâtre National, la Balsamine, Les Tanneurs, le Théâtre Océan Nord, Le Rideau, Le Public, le Théâtre de Poche, le Théâtre du Parc, L’Atelier 210, …) wijzen we op het interessante werk dat de KVS levert rond het thema ‘de stad’ en de uitbouw van een «Brussels repertoire». Deze band met de stedelijke realiteit en de Brusselse bevolking staat ook centraal in het werk van Brusselse acteurs en regisseurs zoals Mohamed Ouachen, Ben Hamidou, Sam Touzani en ook van het project Diversité sur scène. Met hun producties slagen deze kunstenaars er heel vaak in om personen te bereiken met heel verschillende profielen en smeden ze een echte sociale band, terwijl vooroordelen en heersende opvattingen met de vinger gewezen worden. De stad huisvest trouwens enkele sterke, internationaal bekende persoonlijkheden zoals Jan Lauwers (Needcompany) of Josse De Pauw en, recenter, de jonge Fabrice Murgia. Bepaalde zalen, zoals het Kaaitheater, de Hallen van Schaarbeek, het Théâtre National of de KVS, en ook het Kunstenfestivaldesarts, een festival met een avontuurlijk en visionair karakter, zijn eveneens internationale referenties in het domein van de hedendaagse podiumkunsten. We wijzen hierbij op het steeds frequentere gebruik van Engels op scène en op het gebruik van boventiteling (wat instellingen de kans geeft om producties uit de hele wereld aan te bieden), waardoor er een veel breder publiek bereikt kan worden dan enkele jaren geleden. Ten slotte zijn er meerdere theaterscholen gevestigd in Brussel, die bijdragen tot haar artistieke vitaliteit. De (Franstalige) afdeling Drama van het Conservatorium, het INSAS en het RITS beschikken over een opleidingsonderdeel voor acteurs en regisseurs dat veel buitenlandse studenten aantrekt, terwijl l’Ecole Lassaad of De Kleine Academie een specifieke dramaturgische aanpak aanbieden. We merken nog op dat ook performance, dat een nieuwe impuls kent sinds de jaren 90, in Brussel plekken heeft waar het volop tot uiting kan komen: het Kaaitheater met het festival Performatik, de Hallen van Schaarbeek met het festival Trouble en het Momentum-festival (waarvan de zesde editie zal plaatsvinden in oktober 2012 en dat onder andere gesteund zal worden door Charleroi-Danses/La Raffinerie, Q-O2, Okno, Auquai, La Cambre Arts Visuels, 6
ERG école de recherche graphique, …) lokken een kennerspubliek dat vaak van ver komt om een bepaalde kunstenaar of œuvre te ontdekken. Circus Al sinds enkele jaren laat Brussel zich gelden als een stad – en Gewest – die van «kapitaal» belang is voor het circus, net als andere metropolen zoals Toulouse, Barcelona of Montréal. Het volstaat om het succes van circusgerelateerde activiteiten in de 19 gemeenten (of het nu gaat om vorming voor liefhebbers, socioculturele animatie of professionele praktijk) te bekijken, om de diverse opvoeringen te ontdekken die het hele seizoen door geprogrammeerd zijn, om de overvloed aan circusprojecten en -evenementen op te merken of om de talrijke artiesten te ontmoeten die zich van heinde en verre zijn komen vestigen in Brussel. Circus is een echte sensatie dat steunt op meerdere initiatieven, gedragen door dromers en fervente aanhangers, of het nu gaat om de Ecole de Cirque de Bruxelles, de Hallen van Schaarbeek, Espace Catastrophe, Ecole Supérieure des Arts du Cirque, Atelier du Trapèze of Trapèze asbl of ook nog het Brusselse gezelschap Feria Musica, om nog maar enkel van de bekendste te vernoemen. Beeldende kunsten Op het vlak van beeldende kunsten is Wiels, door zijn hedendaagse programmatie van hoge kwaliteit en zijn inplanting in een volksbuurt, een internationaal gerenommeerde plek voor hedendaagse kunst geworden. Met zijn rijke en diverse programma heeft ook BOZAR een uitstraling die tot ver buiten onze contreien reikt, aangezien 30% van zijn bezoekers uit het buitenland afkomstig is. Argos is een gerenommeerde instelling die haar sporen in de audiovisuele sector op internationaal gebied al verdiend heeft. De CENTRALE for Contemporary Art, die sinds 2006 bestaat, kreeg van de Stad Brussel recent meer middelen toegewezen. Ondanks beperkte financiële middelen zijn Etablissements d’en face en Komplot erin geslaagd om een positie te verwerven als innovatieve initiatieven voor hedendaagse kunst. Vanuit een commerciëlere invalshoek verzamelt Art Brussels, de jaarlijkse beurs voor hedendaagse kunst, alleen al meer dan 32.000 professionelen, kunstliefhebbers en verzamelaars die uit alle hoeken van Europa en van de wereld komen. Daarnaast vestigen meer en meer kunstgaleries zich in Brussel (in augustus 2012 kondigde de krant De Morgen aan dat meerdere galeries verhuizen van Antwerpen naar Brussel!). Deze galeries genieten zelf ook internationale aandacht, vooral dan tijdens de Brussels Art Days. De laatste jaren werden talrijke privé-initiatieven op touw gezet. Zo hebben bepaalde privéverzamelaars beslist om hun collectie open te stellen voor het publiek: de Vanhaerents Art Collection (Brussel), de CAB – Contemporary Art Brussels (Elsene) of ook de Fondation A Stichting, een initiatief van Astrid Ullens de Schooten die haar rijke fotografiecollectie vanaf oktober 2012 zal ontsluiten in de voormalige Batafabriek in de buurt van Wiels. Op het vlak van fotografie vermelden we het evenement Summer of Photography, dat georganiseerd wordt door BOZAR en waarvan de 4de editie zopas geëindigd is; de fotografieopleiding van Ecole LE75; of ook nog Espace photographique Contretype (gevestigd in Hotel Hannon) die al meer dan dertig jaar werkt rond internationale fotografie en die de productie van Belgische kunstenaars in het buitenland verspreidt. 7
Ten slotte wijzen we nog op het feit dat internationaal gerenommeerde beeldende kunstenaars, zoals Hans op de Beeck, Jan De Cock of Ann Veronica Janssens, hun atelier gevestigd hebben in Brussel. Stad vol musea Ons Gewest is erg rijk aan musea: onder de benaming «Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België» valt niet alleen het Museum voor Oude Kunst maar ook het Magritte Museum, het Wiertzmuseum en het Meuniermuseum alsook het concept voor een toekomstig museum voor moderne en hedendaagse kunst. Tot de «Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis» behoren het Jubelparkmuseum, de Musea van het Verre Oosten, het Museum van de Hallepoort en het MIM (Muziekinstrumentenmuseum), dat gevestigd is in de prachtige Old England-gebouwen... En dan hebben het nog niet eens over het BELvuemuseum, het Museum van Elsene of het Museum van Buuren, die meer bekendheid zouden mogen genieten, of over het Horta Museum of het Autrique- of Cauchiehuis die publiek toegankelijk zijn. Brussel telt niet enkel musea voor kunst en geschiedenis: denken we maar aan het Museum voor Natuurwetenschappen, het Joods Museum van België, het Trammuseum, het Museum van de Geuze, het Museum van de Molen en de Voeding, het Atomium, … Tussen nu en 2015 zullen nieuwe musea het licht zien, zoals het Fin-deSièclemuseum, het Huis van de Europese Geschiedenis, het Spoorwegmuseum en het Biermuseum. Deze zullen een verrijking zijn voor het Brusselse museumaanbod, dat al goedgevuld is en door het publiek geapprecieerd wordt, getuige het succes van de Nocturnes van de Brusselse Musea, die nu aan hun 12de editie bezig zijn, of van Museum Night Fever (zie ook onder «Multidisciplinaire initiatieven»). In 2015 blaast de Brusselse Museumraad 20 kaarsjes uit: een extra aangelegenheid om een uitzonderlijk evenement uit te denken voor de honderden instellingen die het vertegenwoordigt … Architectuur/stedenbouw De Brusselse «chaos» lijkt talrijke architecten te inspireren. Brussel is voor hen een waar laboratorium: ze vestigen er hun bureaus, en voeren er ook experimenteel onderzoek uit dat gericht is op de stedenbouwkundige uitdaging die Brussel is. De architectuuropleidingen van Sint-Lucas en Sint-Lukas en vooral van het internationaal bekende La Cambre Horta, de Faculteit Architectuur van de ULB, zijn er ongetwijfeld niet voor niets. In 2010 heeft het Brusselse collectief Rotor de Franse Gemeenschap vertegenwoordigd op de Architectuurbiënnale van Venetië. In 2012 vertegenwoordigde Architecture Workroom Brussels Vlaanderen op hetzelfde evenement. Deze laatstgenoemde vzw heeft ook de biënnale GARDEN – Parckdesign (een initiatief van Leefmilieu Brussel en van de Brusselse minister van Leefmilieu) gecoördineerd, een evenement dat zich buigt over de organisatie van de publieke ruimte. Sinds een aantal jaar organiseert de Faculteit Architectuur La Cambre Horta, in samenwerking met de opleiding architectuur van de hogeschool Sint-Lukas, de masterclasses PYBLIK over cultuur in de publieke ruimte. Een aantal van deze initiatieven krijgt internationale aandacht in het Paleis voor Schone Kunsten van Brussel, waar sinds 2006 een nieuw architectuurprogramma opgestart werd.
8
Als onderdeel van een internationaal netwerk voor uitwisseling en informatie heeft het CIVA – Centre International pour la Ville, l’Architecture et le Paysage de bedoeling om te ijveren voor architecturale kwaliteit in al haar diversiteit en om het actuele debat te stimuleren (zowel door het organiseren van tentoonstellingen, symposia en lezingen als door het uitgeven van publicaties). In Brussel zijn er veel jonge bureaus: V+, Anorak, Suède 36, SHSH, noAarchitecten, URA, MS-A, … Vergeten we daarbij niet de talrijke architectenbureaus die zich in Brussel gevestigd hebben, maar die overal ter wereld projecten realiseren: Xavier De Geyter, L’Escaut, 51N4E, JDS, Office KGDVS, Secchi et Vigano, … Literatuur Brussel is altijd al een verblijfplaats geweest voor schrijvers op de vlucht en voor Belgische en buitenlandse dichters. Als onderdeel van het ICORN-netwerk is Brussel officieel een 'vluchtstad' geworden die verbannen schrijvers de mogelijkheid biedt om een tot twee jaar binnen haar stadsgrenzen te verblijven. Deze gastvrijheid leeft tegenwoordig ook verder in de schrijversresidenties, die zowel aan een jonge generatie schrijvers als aan gerenommeerde auteurs de mogelijkheid bieden om zich voor één of twee maanden onder te dompelen in de hoofdstad, dit in het kader van het internationale residentieprogramma van Passa Porta, het internationale literatuurhuis. Op die manier doet Brussel soms dienst als onderwerp van hun volgende roman. Deze internationale werking vindt verder zijn weerklank in de publieke activiteiten die aangeboden worden door organisaties. Samen met vele culturele actoren zoals Passa Porta, het theater Poème 2, La Maison du Livre, het Stripmuseum, de poëzienamiddagen of DeBuren vormen bibliotheken en boekhandels een dichtbezaaid netwerk waarvan publieksbemiddeling een essentiële opdracht is. Ontmoetingen, lezingen, schrijvers in de stad: Brussel biedt elke week een rijke en gevarieerde programmatie aan voor alle soorten publiek, of het nu gaat om jong of oud, liefhebbers van romans, poëzie, essays of strips, geïnteresseerden in digitale creatie enzovoort. Er wordt ingezet op samenwerking met andere culturele actoren uit diverse kunstdisciplines (de Munt, BOZAR, Wiels, Flagey, Lezarts Urbains, …). Literaire creatie treedt in dialoog met muziek, stedelijke kunst, de stedelijke ruimte, beeldende kunsten, film, podiumkunsten, digitale kunst, … Op het vlak van evenementen plaatsen het Passa Porta Festival, Marathon des Mots en de Foire du livre literatuur volop in de spotlights. Ze creëren een internationale ontmoetingsplaats voor schrijvers, uitgevers en correctoren. De taalkundige rijkdom van Brussel is een uitzonderlijke troef. De stad herbergt een meertalig publiek dat openstaat voor een buitenlands aanbod en dat nieuwsgierig is naar haar erfgoed.
Ten slotte worden de Belgische literaire stromingen en de catalogussen van lokale uitgeverijen duidelijk beïnvloed door het absurde en fantastische karakater van onze hoofdstad. Voorbeelde zijn Les Impressions nouvelles, maelstrÖm, Frémok of ook nog La cinquième couche, Ah, La Muette enzovoort.
9
Film Ook de filmliefhebbers vinden hun gading in Brussel. Het hele jaar door volgen bijna 40 gespecialiseerde festivals elkaar op om aan de meest diverse smaken te beantwoorden: Anima, BIFFF, Offscreen, Pinkscreen, Brussels Short Film Festival, Latino Film Festival, Brussels Film Festival, PleinOPENair, … Bovendien beschikt Cinematek over cinematografische archieven waar vele landen ons om benijden en biedt het aan het publiek een programma aan dat zowel dynamisch als ambitieus is en dat getoond wordt in zijn vernieuwde zalen van het Paleis voor Schone Kunsten en in de Flagey-studio’s. BOZAR Cinema volgt Cinematek in die richting, terwijl Galeries, Nova en de Actor’s Studio de auteursfilm aanbieden. Sinds twee jaar worden in Square in Brussel ook de filmprijzen ‘Les Magrittes du Cinéma belge’ uitgereikt. De gezamenlijke effecten van de fiscale maatregel Tax Shelter, de hulp van het regionale fonds Bruxellimage en de inspanningen van het Brussels Film Office dragen in hoge mate bij tot de bloei van de Brusselse audiovisuele industrie. Brussel kan sindsdien aanspraak maken op haar statuut van stad die door producties gewaardeerd wordt om er zowel binnen- als buitenopnames te maken… Soms maakt de stad zelf integraal deel uit van het scenario (The Expatriate, A Tort ou à Raison, The Invader, Les Barons, …). Ook de Brusselse filmscholen hebben een stevige reputatie, zoals het INSAS, La Cambre, het RITS of het INRACI-NARAFI. Daarnaast bevinden zich in Brussel bijna 162 ondernemingen die producties maken op het vlak van film (lang- en kortspeelfilms), televisie, animatiefilm, documentaire of reclame. Van de belangrijkste vermelden we in het bijzonder Artemis Production, Caviar Films, Entre Chien et Loup, La Parti Production, Nexus Production, N-Wave, Savage Films, U Film en Walking The Dog. Ter vergelijking: Wallonië telt 59 producenten en Vlaanderen 127. Brussel is tot slot een hotspot op het vlak van postproductie (‘special effects’, dubbing, ondertiteling, beeld- en geluidsmontage) en audiovisuele dienstverlening (huur van materiaal, studio’s, …) omdat er niet minder dan 245 dienstverlenende ondernemingen gevestigd zijn. Studio l’Equipe, Eye Lite, Ace Image Factory, Dame Blanche, Nozon, Paprika, Puzzle en Sonicville zijn enkele bekende ondernemingen die zich ontwikkelen op de grens tussen kunst en techniek. Vergeten we zeker ook niet het individueel talent dat onontbeerlijk is voor de creatie van audiovisuele werken en dat varieert van de productiebeheerder via de castingagent tot de geluidstechnicus en de decorontwerper… Urban art Brussel is een stad waar urban art zich thuisvoelt. Liefhebbers zakken graag naar Brussel af om de graffitiwerken en de streetart-interventies (zoals die van een Jean-Luc Goupil of een Bonom) te komen bewonderen. In Brussel blijven die blijkbaar langer op de muren dan in vele andere steden. Zie ook het werk van Souterrain Productions, Zulu Nation, Lézarts urbains, l’Espace Magh of, voor een deel van zijn programmatie, het Centre culturel Jacques Franck, dat streeft naar de opwaardering van de hiphopcultuur en urban art (door evenementen te organiseren, door kunstenaars te begeleiden en ook, in het geval van Lézarts urbains, door een documentatiecentrum op poten te zetten). Artiesten zoals Youness Mernissi (Belgisch kampioen poetry slam in 2011 en derde op het Europees kampioenschap), B-Flow (beat-box) winnen steeds meer aan bekendheid. Mode en Design De creatieve industrieën, en in het bijzonder die van mode en design (die alleen al voor 19.000 jobs zorgen in de hoofdstad), zijn in volle ontwikkeling. Talrijke jonge mode- en 10
designontwerpers vestigen zich in Brussel, voornamelijk – en opnieuw – dankzij de aanwezigheid van gereputeerde onderwijsinstellingen (La Cambre, Sint-Lukas). Op het gebied van mode oefenen grote huizen zoals Delvaux of Natan, de uitstraling van in Brussel gevestigde persoonlijkheden zoals Elvis Pompilio, Annemie Verbeke, Jeanpaulknott of Carine Gilson, en recent opkomende namen zoals Sandrina Fasoli, Jean-Paul Lespagnard of Marc Philippe Coudeyre een grote aantrekkingskracht uit. Xavier Lust, Charles Kaisin, Alain Berteau of Sylvain Willenz dragen van hun kant, samen met vele anderen, bij tot de internationale erkenning van Brussel en van België in de toptien van het magazine Wallpaper. Evenementen zoals Parcours Modo en Design September benadrukken deze creativiteit. De Dansaertwijk, een plek die internationaal gekend is voor de creatieve en vernieuwende tendezen, mag in 2015 MAD Brussels verwelkomen, een centrum voor mode en design voor zowel professionelen als het (brede) publiek. Multidisciplinaire initiatieven Brussel blinkt uit in vernieuwende initiatieven waarbij genres, sectoren en disciplines vermengd worden. Vaak ontstaan uit een bottom-upbeweging, bieden ze een positief antwoord op de complexiteit van onze stad. De verenigingen achter deze initiatieven, stellen zich niet als doel om in te gaan tegen de heersende instellingen, maar formuleren integendeel hun ideeën op een constructieve en ludieke manier. Deze organisaties worden in het buitenland vaak beschouwd als innovatieve voorbeelden. Zo geniet de Zinneke Parade niet alleen interesse van toeristen, maar ook van vele buitenlandse onderzoekers. Deze laatste zijn verleid door het unieke karakter van deze typisch Brusselse parade en zijn onder de indruk van de geleverde inspanningen van de deelnemers, die komen uit alle 19 gemeenten van het Gewest. Cinéma Nova ontvangt een een specifiek publiek dat gewonnen is voor haar originele dynamiek die de link legt tussen film en de stad, onder andere dankzij het festival PleinOPENair. Recyclart ontvangt ook regelmatig buitenlandse bezoekers die gefascineerd zijn door de bruggen die de organisatie weet te slaan tussen domeinen die ver uit elkaar liggen, zoals socioprofessionele integratie en cultuur, artistieke productie en creatie, geletterdheid en volksheid. Van zijn kant kreeg Met-X, een organisatie van muzikanten uit alle windstreken met Brussel en zijn bevolking als uitgangspunt, de titel toegekend van Cultureel Ambassadeur van de Europese Unie met zijn originele project ‘European Saxophone Ensemble’. Door het verzamelen van mondelinge verhalen over onze hoofdstad draagt Bruxelles nous appartient/Brussel behoort ons toe bij tot de opbouw van het collective geheugen van Brussel. Het opzetten van deze databank van getuigenissen en de ontsluiting ervan voor heel diverse doeleinden (creatie, erfgoed, educatie, informatie, illustratie, ...) vormen een uniek initiatief in het genre. Door het hoe en het waarom te onderzoeken van alledaagse dingen werpt Irma Firma vanuit een andere invalshoek een nieuwe kijk op hedendaagse kunst. De evenementen die de vzw organiseert, nemen immers de meest diverse vormen aan, zoals performances die voor iedereen toegankelijk zijn, alternatieve wandelingen, collectieve maaltijden, ... In de audiovisuele sector is het project Ateliers urbains (ontstaan uit een samenwerking tussen het Centre Vidéo de Bruxelles en het collectief Plûs Tôt Te Laat/PTTL) een mooi
11
voorbeeld van een creatieve, participatieve benadering dat een kritische blik werpt op de stad. De activiteiten van vzw Constant, op de grens tussen technische workshops en artistieke performancesen, zetten volop in op opensourcesoftware en de vrijheid van de gebruiker. Op deze manier hanteert ze een aanpak die nauw verwant is met webtechnologie. Tot slot vermelden we de interessante dynamiek die op gang gebracht is door de Brusselse Museumraad met Museum Night Fever: dit vernieuwende initiatief, ontstaan in 2008 en gedragen door het vrijwillig engagement van een duizendtal jongeren, geeft aan meer dan 15.000 jongeren de kans om een unieke museumervaring te beleven en mengt genres en disciplines. Brussel beschikt dus niet alleen over een kwaliteitsvol, rijk en gediversifieerd kunstaanbod, maar ook over een creatief en innovatief potentieel dat niet over het hoofd mag worden gezien.
3.2.
De Brusselse cultuursector: een open blik naar de wereld
Het kosmopolitisme van Brussel en de culturele diversiteit van haar inwoners is een vruchtbare en inspirerende voedingsbodem voor de creatieve sector. Organisaties zijn zich meer en meer bewust van het maatschappelijk kader waarin ze werken en nemen graag een open houding aan. De rol van de culturele actoren is niet te onderschatten: het is ongetwijfeld daar dat de basis ligt voor duurzame sociale cohesie. Zo heeft Globe Aroma met zijn project ‘Home & Away’ (een tentoonstelling gerealiseerd door ‘expats’, vluchtelingen en daklozen, allen beschouwd als ‘hedendaagse nomaden’) zeker bijgedragen tot toenadering tussen verschillende groepen van de Brusselse bevolking. Culturele initiatieven zoals die van Zinneke, het Huis van Culturen en Sociale Samenhang in Molenbeek, Espace Magh, het Maison de la Création (CC Bruxelles-Nord) en Recyclart willen bruggen slaan tussen de bewoners en zo ingaan tegen de huidige tendens om zich meer en meer te isoleren. Deze initiatieven zetten zich af tegen de oost-westtegenstelling in Brussel. Er wordt gezocht naar zinvolle manieren om ‘gesloten’ wijken en getto-vorming tegen te gaan. Zelfs als er nog veel werk voor de boeg is, dan nog kunnen we enkel trots zijn op het interculturele karakter van onze hoofdstad. Aan de andere kant bieden bepaalde culturele actoren aan het publiek, door hun programmatie en de kunstenaars die ze uitnodigen, een venster op de wereld. Naast de hogervermelde voorbeelden denken we aan Muziekpublique, Espace Senghor of Europalia. We merken op dat de Brusselse cultuursector de uitdaging van de complementariteit met de sectoren van buursteden goed begrepen heeft en een belangrijke plaats inneemt binnen internationale netwerken. Zo zijn vele culturele organisaties betrokken in een project van het Cultuurprogramma van de Europese Commissie (met voor elk van hen een aantal Europese partners) of maken ze deel uit van internationale netwerken: de Munt, BOZAR, Théâtre National, het Kunstenfestivaldesarts, Espace Catastrophe, het Kaaitheater, Q-O2, Wiels en de Hallen van Schaarbeek (om er slechts een paar te noemen) staan op die manier 12
in contact met talrijke culturele organisaties uit andere landen en hebben, elk binnen hun discipline, Brussel op de kaart gezet van dynamische en creatieve steden. De multiculturaliteit, de aanwezigheid van gerenommeerd kunstonderwijs, een betaalbaar levensonderhoud en een bloeiend cultuuraanbod: Brussel ontpopt zich als een ideale uitvalsbasis voor de nieuwe generatie kunstenaars. Vandaag de dag is onze hoofdstad een ware aantrekkingspool voor kunstenaars uit alle hoeken van de wereld. Inderdaad, naast de hogervermelde voordelen neemt Brussel een strategische plaats in als kloppend hart van Europa en maakt ze deel uit van een performant transportnetwerk (spoorwegen, luchtvaart, …). Vanuit Brussel is het amper anderhalf uur reizen naar Parijs of Amsterdam, 1 uur naar Londen en 20 minuten naar Rijsel! Deze geografisch strategische positie geeft kunstenaars de kans om de grote nabije culturele metropolen met gemak te bereiken. Dit fenomeen geldt ook vice versa, omdat dit aan hetzelfde netwerk van programmatoren, verzamelaars, journalisten en mecenassen de mogelijkheid biedt om regelmatig en op korte tijd naar onze stad te komen. Meer en meer jonge en internationale kunstenaars en makers kiezen er dus voor om zich te vestigen in het Gewest en er te werken, of ze nu Belg zijn of uit het buitenland komen. In de ogen van velen voldoet Brussel in die zin aan alle voorwaarden om het kleine New York van morgen te worden.
4. 2015: een nieuwe blik op Brussel via kunst! We zijn ervan overtuigd dat kunst en cultuur een belangrijke meerwaarde kunnen bieden in de ontwikkeling van een eigen Brusselse identiteit, als hoofdstad van 500 miljoen Europeanen. Dit door de stedelijke creatieve dynamiek die de stad al jaren animeert zichtbaar te maken; door de bestaande initiatieven extra ontplooiingskansen te geven; door de diversiteit en het hybride karakter van het kunstenveld onder de aandacht te brengen; door visionaire kunstenaars de kans te geven ons patrimonium op een nieuwe manier in te vullen; … Een nieuwe, andere blik op de stad door middel van kunst met aandacht voor de leesbaarheid en coherentie van het verhaal. Dit moet de rode draad worden doorheen het themajaar 2015. 4.1. -
-
-
-
Enkele richtlijnen De belangrijkste doelstelling is het bieden van een nieuwe blik op Brussel: kunstenaars worden uitgenodigd om ons hun eigen visie voor te stellen, om ons de stad te laten (her)ontdekken, om ons aan het denken te zetten, … maar vooral: om ons te doen dromen. Het themajaar 2015 zet de publieke ruimte centraal: de stedenbouwkundige en architecturale uitdagingen van Brussel zijn enorm. Kunstenaars en architecten zijn vragende partij om hun werk tentoon te stellen in de openbare ruimte en hun vraagstukken met het brede publiek te delen. Het themajaar 2015 kiest radicaal voor een hedendaags accent, waarbij de kunstenaars van vandaag centraal staan. Zij laten zich inspireren door het verleden en het stedelijke erfgoed en geven het een nieuwe betekenis. Het programma van het themajaar 2015 bewaart het evenwicht tussen het in de kijker zetten van het rijke bestaande aanbod (belangrijk voor de culturele sector) en 13
-
-
-
-
-
-
-
het organiseren van specifieke projecten met een toeristische inslag (belangrijk voor de toeristische sector). Naar het evenbeeld van ‘Voyage à Nantes’ (een project met toeristische doeleinden opgezet door Jean Blaise in juli/augustus 2012) zal het themajaar 2015 cultuur en toerisme met elkaar vermengen. Los van de kritieken over het bestede budget, heeft heeft de oud-directeur van Lieu Unique met ‘Voyage à Nantes’ bewezen dat het mogelijk is om deze twee sectoren te verenigen in een en hetzelfde project met een programma dat iedereen wist te bekoren. Het themajaar richt zich ook tot de Brusselaars en biedt hen de mogelijkheid om hun stad toe te eigenen. Net zoals in ‘Voyage à Nantes’ is uitgedacht voor de inwoners van de Franse metropool, kan het Brusselse themajaar projecten bevatten die een gevoel van trots en samenhorigheid oproepen bij de inwoners. Het zijn uiteindelijk ook de Brusselaars zelf die een belangrijke rol spelen bij de internationale uitstraling van de stad. In de programmatie van het themajaar moet de nadruk liggen op het kosmopolitische aspect van onze hoofdstad: het eigene aan het Gewest is dat het openstaat voor de smaken en wensen van iedereen, bezoeker én bewoner. Brussel: voor elk wat wils! Maar er moet nog een stap verder worden gezet. De interculturele dynamiek van Brussel moet naar waarde worden geschat. Brussel is een laboratorium voor de ‘samen-leving’: ze moet initiatieven ondersteunen en promoten die een band scheppen tussen de verschillende aanwezige culturen. Brussel moet een inspiratiebron worden voor andere steden die in de toekomst ook geconfronteerd zullen worden met gelijkaardige interculturele uitdagingen. De projecten met artistiek kwaliteitsvol zijn en tegelijk toegankelijk voor een zeer breed publiek. Toegankelijkheid zowel op financieel vlak (zoveel mogelijk gratis evenementen) als op inhoudelijk vlak (voldoende inhoudelijke handvaten, de aanwezigheid van gidsen, en de betrokkenheid van scholen, sociale en sociaalculturele spelers om de lokale bevolking te engageren). De concept en de realisatie van het project worden toevertrouwd aan kunstenaars en Brusselse culturele actoren. Zij beschikken over de knowhow, het creatieve potentieel en de nodige partners om innovatieve projecten te organiseren. De partnerschappen zullen gesloten worden met zowel grote instellingen als bottomupinitiatieven die karakteristiek zijn voor de Brusselse sector. Het lijkt ons belangrijk om het project niet te beperken tot enkele sectoren, maar om integendeel een project op poten te zetten dat diverse disciplines doet kruisen. De meest vernieuwende initiatieven ontwikkelen zich immers op het punt waar disciplines elkaar raken en waar er kruisbestuiving plaatsvindt. Op dat vlak kan Brussel zich ook profileren als een waarlijk unieke stad. Samenwerking met andere culturele initiatieven moet gestimuleerd worden, zoals Mons 2015, zodat de projecten elkaar wederzijds versterken. Visitbrussels zal een promotiecampagne ontwikkelen die aantrekkelijk, duidelijk en coherent is. In dat opzicht kan er bijvoorbeeld een beroep gedaan worden op cineasten om artistieke ‘promotiefilms’ te realiseren (Jaco Van Dormael, Michaël Roskam, Nabil Ben Yadir, Fien Troch, …). In 2015 zou ook de Brusselse Cultuuragenda kunnen worden gelanceerd: een website en publicatie die dé referentie moet worden voor het culturele leven, zowel voor Brusselaars als voor bezoekers. Naar het voorbeeld van Time Out (New York) of Pariscope. 14
4.2.
Projecten
Het is nog te voorbarig om concrete projectvoorstellen te ontwikkelen maar we willen toch al enkele voorbeelden aangeven die rekening houden met de hierboven vermelde richtlijnen. -
Kunst in de publieke ruimte: het themajaar voorziet een programma met interventies in de publieke ruimte, gerealiseerd door kunstenaars uit Brussel, Europa en de rest van de wereld. Deze interventies zullen een nieuwe blik werpen op de stad en haar patrimonium en richten zich tot een breed publiek. Het Brusselse multidisciplinaire Festival Kanal kan hiervoor als referentie dienen.
-
Bepaalde projecten kunnen letterlijk vanuit een andere invalshoek de stad benaderen: er voorstellingen, concerten en performances in parken, tuinen of braakliggende terreinen die niet bekend zijn bij het brede publiek, of op plaatsen die een nieuw (panoramisch of ongewoon) uitzicht op Brussel bieden. Naar het voorbeeld van het project ‘Veilleur de ville’ van Johanne Leighton waarbij de bewoners uitgenodigd worden om hun stad op een andere manier te beleven.
-
Fotografie is een kunstdiscipline die iedereen aanspreekt. Het is het ideale medium om verschillende facetten en gezichten van de stad tot zijn recht te laten komen. In 2015 zouden er fototentoonstellingen over Brussel opgezet kunnen worden: enkele internationale fotografen kunnen de stad herinterpreteren, kunstenaars worden uitgenodigd om hun foto’s over Brussel voor te stellen, met als bedoeling om het publiek te laten nadenken over de identiteit van ons Gewest, de uitdagingen in de publieke ruimte enzovoort.
-
Open Atelier: verschillende kunstenaars stellen hun werkplaats (atelier, repetitieruimte) open voor het grote publiek. Het zou zowel gaan om ateliers van gerenommeerde kunstenaars (Jan De Cock, Hans Op de Beeck, Ultima Vez, Delvaux enzovoort) als om ruimtes voor kunstenaars die minder bekend zijn (artistieke laboratoria – cfr. Open House in mei 2012). Dit evenement zou verbonden kunnen worden aan de verschillende ‘Kunstenaarsparcours’ van de Brusselse gemeenten om zo op niveau van het Gewest één Kunstenaarparcours te realiseren.
-
De museumstad: meesterwerken (kopies, projecties, banners) die afkomstig zijn uit musea, kunstgaleries en privécollecties, worden op publieke plaatsen getoond (winkelstraten, stations, etalages, …) en bieden aan de voorbijganger een nieuwe lezing van de werken en van de plaats waar ze zich bevinden. De bedoeling is om verborgen schatten te onthullen in Brussel, maar ook om een dialoog te creëren tussen Brussel, het kunstwerk en de bezoeker via de sociale netwerken en nieuwe technologieën (smartphoneapplicaties). Het publiek wordt op die manier ook aangemoedigd om de authentieke kunstwerken te gaan bekijken en minder bekende buurten, plekken en musea in Brussel te ontdekken.
4.3.
Realisatie 15
Om de artistieke kwaliteit van het project te garanderen, wordt voorgesteld om een cultureel coördinator te benoemen. Zijn/haar taak bestaat erin om – op basis van de Brusselse specificiteiten - een leesbare programmatorische lijn te ontwikkelen, om duidelijke keuzes te maken en kwaliteitsvolle projecten op te zetten in nauwe samenwerking met de Brusselse cultuursector. Deze persoon heeft veel kennis over en een grote affiniteit met de culturele sector (Brussels of niet), heeft voeling met de stedelijke realiteit (voornamelijk die van Brussel) en is in staat om een project te bedenken dat een brug slaat tussen cultuur en toerisme. Ten slotte moet de coördinator gerespecteerd moeten worden door de culturele actoren voor zijn/haar ervaring en werk en zal hij/zij zowel de grote instellingen als de kleine initiatieven moeten kunnen overtuigen om deel te nemen aan het project. De coördinator zal begeleid worden door een stuurgroep, samengesteld uit Brusselse culturele organisaties. De leden zijn aanvullend aan het profiel en de kennis van de coördinator en helpen bij het kiezen van de geschikte partners/kunstenaars. De Bouwmeester voor het Brussels Gewest zal ook deel uitmaken van die stuurgroep. De netwerken RAB/BKO nemen deel aan het selectieproces van de curator en de oprichting/samenstelling van de stuurgroep. Zoals in het geval van ‘Brusselicious’ stellen we voor dat het themajaar 2015 gedragen wordt door Visitbrussels. Het communicatiebureau voor toerisme van het Gewest heeft in 2012 bewezen dat ze in staat is om een efficiënt, duidelijk en coherent toeristisch project te bedenken. De coördinator kan deel uitmaken van de ploeg van Visitbrussels. Op die manier worden de beide competenties (respectievelijk cultureel en toeristisch) optimaal benut.
5. Wat na 2015? Zoals eerder gesuggereerd, zou 2015 de lancering van verschillende langdurige projecten kunnen betekenen: de opening van MAD, de eerstesteenlegging van een museum voor moderne en hedendaagse kunst, maar ook (waarom niet?) de installatie van nieuwe hedendaagse kunstwerken in de publieke ruimte. Anderzijds zal het duurzame effect van het themajaar voor toenadering zorgen tussen de toeristische en culturele sector, een belangrijk aspect voor de netwerken RAB/BKO (cfr. het Cultuurplan voor Brussel). Door de twee sectoren nauw te laten samenwerken voor de realisatie van het themajaar 2015 krijgen ze de kans om elkaar beter te leren kennen. Een mooie basis voor samenwerking op lange termijn en nieuwe mogelijke synergieën: het artistieke luik van toekomstige themajaren zou bijvoorbeeld telkens in nauw overleg met de kunstensector kunnen worden gerealiseerd. Visitbrussels zal sneller beroep doen op culturele actoren om projecten op te zetten… In de toekomst zouden de twee sectoren samen acties kunnen opzetten om het imago van ons Gewest te verbeteren.
BIBLIOGRAFIE 16
La Libre Belgique : http://www.lalibre.be/actu/bruxelles/article/727653/mad-de-mode-et-de-design.html Eric Corijn-Eefje Vloeberghs, Brussel, VUB Press, 2009 Charles Landry, Creativity, Cultural & The City: A Question of interconnection Studie gerealiseerd in het kader van Forum d’Avignon 2011 http://www.forum-avignon.org/fr/etude-de-charles-landry-pour-le-forum-davignon te downloaden als pdf op de webpagina Richard Florida, The Rise of the Creative Class And How it’s Transforming Work, Leisure, Community and Everyday Life, 2002 Elsa Vivant, Qu’est ce que la ville créative?, Editions PUF, 2009 Studio010, Bernardo Secchi, Paola Viganò, Bruxelles et ses territoires, PRDD, Uitwerking van een territoriale visie voor de grootstad Brussel op lange termijn (2040). Bruxellimage, Noël Magis, Etat des lieux de l’industrie cinématographique en Région de Bruxelles Capitale, september 2010. Citaat: The Impact Of Culture On Creativity, A study Prepared for the European Commission, 2009, KEA European Affairs
17