16/10/2014
1
Taalbeleid – Mentorendag 07/10/2014
Overzicht 1. Waarom een taalbeleid? Waarom aandacht voor
Ann Steverlynck
[email protected]
taalstimulering en taalontwikkeling binnen nieuw decreet? – Mijn vragen en zorgen… 2. Taalbeleid binnen mijn team, mijn voorziening. Valkuilen
en uitdagingen? – Mijn vragen en zorgen… 3. Taalbeleid in stappen – aandachtspunten. 4. Ondersteunend materiaal
Pourquoi? Vanuit haar missie om elk kind zoveel mogelijk kansen tot ontwikkeling te bieden, is taalstimulering en omgaan met meertaligheid een aandachtspunt voor Kind en Gezin. De keuze om te werken rond taalstimulering is ook opgenomen in de beleidsbrief 2009-2014 van Vlaams Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen. Hierin staat: ‘Taalstimulering in de kinderopvang wordt ook een belangrijk thema. Via de kinderopvang kunnen de kinderen hun taal, die zo belangrijk is, verder ontwikkelen.’
Nieuw decreet – Omgang met kinderen en gezinnen - pedagogisch • Wennen • Gevarieerd aanbod aan spelmateriaal en activiteiten binnen en buiten • Taalbeleid • Nederlandse taalverwerving van elk kind stimuleren • Positieve aandacht voor thuistaal
6
Beleidskeuze 1 Kind en Gezin wil de taalontwikkeling bij alle kinderen stimuleren • De ontwikkeling van de taal is een belangrijk aspect van de ontwikkeling van kinderen. Vanaf heel jonge leeftijd wordt de taalontwikkeling door allerlei factoren beïnvloed. Het taalkapitaal op volwassen leeftijd wordt al heel vroeg bepaald. Een goede taalontwikkeling heeft enerzijds een invloed op het welbevinden van kinderen, anderzijds op de relaties die kinderen met andere mensen aangaan. Het is belangrijk voor zowel hun emotionele als intellectuele groei. • Het tijdig doorverwijzen indien er ongerustheden zijn, kan grotere problemen voorkomen.
TAALCOMPETENTIE IS…
1
16/10/2014
Beleidskeuze 2 • Kind en Gezin beschouwt taalstimulering als één van
de aspecten die meer kansen voor kinderen kunnen creëren. • Taalstimulering is slechts één van de aspecten waar op
ingezet kan worden om uitsluiting tegen te gaan. De sociaaleconomische positie is echter de grootste voorspeller van het aantal kansen van kinderen. Kind en Gezin wil niet blind zijn voor alle andere aspecten die uitsluiting veroorzaken. Het aanpakken van sociale uitsluiting en armoede vereist een structurele aanpak. Kind en Gezin wil partners en overheden hierover sensibiliseren.
Beleidskeuze 3 • Kind en Gezin pleit voor het stimuleren van de thuistaal én
het leren van Nederlands • Kind en Gezin voert een taalbeleid waarin vooreerst de
ontwikkeling en verwerving van de thuistaal gestimuleerd en ondersteund wordt. Het is belangrijk de thuistaal een volwaardige plaats te geven aangezien dit kinderen taalgevoelig maakt. Ze ontwikkelen hierdoor noodzakelijke taalvaardigheden. Het leren van een eventuele tweede taal verloopt hierdoor vlotter. • Indien de thuistaal niet het Nederlands is, legt Kind en Gezin de nadruk op het belang van aanvullend verwerven van de Nederlandse taal, zowel voor ouder als kind. Nederlands spreken is namelijk een element van burgerschap. • In haar beleid en concrete acties ondersteunt Kind en Gezin de samenhang van de waardering voor de thuistaal en de aandacht voor het Nederlands.
Beleidskeuze 4 • Kind en Gezin hanteert een positieve benadering van
taalstimulering • De klemtoon wordt gelegd op wat het kind al kan en het
individuele verloop van taalontwikkeling. Ouders worden positief bekrachtigd in hun opvoeding, ook op het gebied van taalstimulering. • Tegenover het kind zelf wordt elke uiting van communicatie en taal positief bekrachtigd. Zo wordt het gestimuleerd in zijn communicatie en krijgt het een positief zelfbeeld.
2
16/10/2014
Taalplezier 1
Bron: Wukzeg je? -Het allermooiste en leukste West-Vlaams
Herkenbare getuigenissen?
jatoet
jawel
• Wat is hun zorg?
jattendoet toetoet
maar nee
• Wat is hun doel?
doet ‘ n doet
heel zeker niet
batoet batt’n doet
maar toch wel
bajoat mobatoet
maar ja toch
• Wat is hun weerstand? toch wel
maar nee toch niet
UITDAGINGEN!
maar jawel
Getuigenis 1
Getuigenis 2
Toen ik begon had ik alleen Nederlandstalige kinderen. Daar waren natuurlijk ook rustige en drukke kinderen bij, kinderen die heel ver waren in hun taalontwikkeling en kinderen die nog niet ver waren. Maar ze verstonden me wel allemaal. Nu heb ik een groep met naast de Nederlandstalige kinderen een Afghaans kindje, twee Turkse jongetjes, drie Bosnische kinderen en een kindje uit Ghana. We hadden ook nog een Chinees jongetje in de groep, maar die is vorige week verhuisd. Al deze kinderen spreken thuis geen Nederlands. Voor het leren van de taal zijn ze vooral op mij aangewezen. Ik doe nu heel andere dingen dan ik vroeger deed maar ben ik wel goed bezig?
Vroeger was er bij mij in de groep iedere vrijdagnamiddag een poppenkastvoorstelling. Ik las ook iedere avond een verhaal of een sprookje voor en we maakten soms met de kinderen een toneeltje. Nu is dat allemaal niet meer mogelijk, dat vind ik wel heel jammer.
Getuigenis 3
Getuigenis 4
Ik vind het niet de moeite dat we al die inspanningen doen voor het infomoment. Het zijn toch alleen maar de Nederlandstalige ouders die komen en die zien we al bijna iedere dag. De ouders van onze meertalige kinderen komen niet en net die willen we eens zien of spreken, ook al is het moeilijk.
Mijn hart smelt als ik zie hoeveel we kunnen betekenen voor onze kinderen. Thuis gebeurt er al zo weinig rondom hen: geen bibliotheek, geen kinderparkvakanties, geen sinterklaas. Ik voel me echt verantwoordelijk voor het verhogen van hun kansen en dat geeft me wel voldoening. Natuurlijk moeten we andere dingen doen dan vroeger, maar misschien moeten we eens kijken hoe we dat met zijn allen kunnen aanpakken. Het belangrijkste is voor mij dat de kinderen zich goed voelen, dan pas kunnen ze ten volle ontwikkelen.
3
16/10/2014
Getuigenis 5
Getuigenis 6
Ik vind het moeilijk dat de kinderen in hun eigen taal spreken. Ten eerste ben ik verantwoordelijk voor hun Nederlands, ten tweede worden er kliekjes gevormd en ten derde kan ik hen niet begrijpen. Ik denk dat ze mij soms uitlachen.
Ik snap niet waarom we zoveel tijd moeten steken in het opstellen van een taalbeleid. Ik praat de hele dag door tegen mijn kinderen, taal, taal en nog eens taal. Al dat papier!
Valkuilen 1. Taalbeleid is een zaak voor taalspecialisten. 2. Taalbeleid is een opdracht voor verantwoordelijken. 3. Taalbeleid staat of valt met een taalbeleidsplan. 4. Taalbeleid heeft vooral met regels en reglementen te
maken. 5. Taalbeleid is de zoveelste ‘extra’.
Taalplezier 2
Bron BUDDINGH C. (1985). Nieuwe Gorgelrijmen.
Een mustang en een tangmus Die trouwden met elkaar. Het was, als zich laat denken, Een wat merkwaardig paar. En toen ze een tweeling kregen (en dat duurde niet lang!) Was een ervan een musmus En de ander een tangtang.
Definitie Taalbeleid is de structurele en strategische poging van een team om de praktijk aan te passen aan de taalbehoeften van de kinderen met het oog op het bevorderen van de algehele ontwikkeling.
4
16/10/2014
26
Taalbeleid Stappen
Kwaliteitscirkel taalbeleid 1 BS
2 Doelen/Visie
6 Evaluatie
STAP 1. de beginsituatie in kaart brengen:
3 Acties
5 Effect
4 Plan
Welke (talige) achtergrond hebben de kinderen? – Anamnese? Vragenlijsten? Bijhouden? Waarom verzamelen? Kritische analyse van het huidige taalbeleid op niveau van kinderen, begeleiders, team… over het muurtje durven kijken.
Taalbeleid stappen STAP 2. bepalen van doelstellingen: Drie niveaus: 1 kinderen – Welke behoeften hebben de kinderen? 2 begeleider/begeleidster – Welke behoeften hebben de begeleiders? 3 team – Wat is onze visie?
Doelstellingen kinderen maar ook visie • 3 functies van taal! • Thuistaal als steiger voor tweede taal. • Taalstimulering voor ieder kind: spreekkansen bieden,
inspelen op de taaluitingen van kinderen, een goed en rijk taalaanbod geven • Taal de hele dag
5
16/10/2014
Doelstellingen begeleiders • Vormingen/ trajecten/ coaching • Hulp van externen (ouders, grootouders,…) • Instappen in brede school
Doelstellingen team • Visie
Op één lijn
Hoe gaan we om met meertaligheid? Hoe communiceren we met ouders? Wat is nodig om de behoeften van kinderen, ouders en professionals zo goed mogelijk te beantwoorden? Hoe kunnen we kinderen het best stimuleren en een rijke taalomgeving creëren?
• Kwaliteit bewaken: focusgesprekken?
35
Taalbeleid Stappen
SWOT-analyse Werken aan deze Werken aan deze DOELEN is volgens het DOELEN is volgens het team van HOOG belang team van LAAG belang
STAPPEN 3 & 4 STAP 3. concrete acties bepalen en STAP 4. stapsgewijs uitvoeren om naar die doelstellingen toe te werken
Over de werking met betrekking tot deze doelen is het team (HEEL) TEVREDEN
2 (liefst behouden)
3 (evidentie)
Over de werking met betrekking tot deze doelen is het team (HELEMAAL) NIET TEVREDEN
1 (verbetering is nodig)
4 (weinig overtuiging)
6
16/10/2014
Taalbeleid stappen
Van brabbelen tot babbelen, van de eerste woordjes tot de eerste liedjes: kinderen ontdekken samen met jou honderden manieren om zich uit te drukken. Terwijl ze spelend de wereld verkennen, leren ze elke dag hoe ze andere kinderen en volwassenen bij hun ervaringen kunnen betrekken. Om jonge kinderen veel kansen te bieden, is het belangrijk hun taal te stimuleren, altijd en overal.
STAP 5 & 6: Effect(meting)? en Evaluatie:
Evalueren wat je als team al bereikt hebt en welke doelen meer aandacht verdienen, bijsturen. Wordt de actie uitgevoerd? Opgevolgd? Vragen of problemen? Coördinatie? Is iedereen die bij de uitvoering van de actie moest betrokken zijn, er daadwerkelijk bij betrokken? Kan de actie binnen de voorziene tijd uitgevoerd worden? Is er voldoende ruimte voor interactie? Voelt iedereen zich goed bij deze actie? Reacties?
Het boek ‘Allemaal taal’ wil werkmethodes, inspirerende praktijkvoorbeelden en achtergrondinformatie aanreiken om samen met begeleiders en andere betrokkenen na te gaan hoe je de taal van jonge kinderen kunt stimuleren tijdens het spel maar ook op het verzorgingskussen, bij het onthaal of tijdens het eten. ‘Allemaal Taal’ is bruikbaar in de kinderopvang of in de kleuterschool voor iedereen die jonge kinderen ondersteunt in hun ontwikkeling. Het handboek ‘Allemaal taal’ bestaat uit drie delen: 1. Taalontwikkeling en –stimulering bij jonge kinderen: achtergrondinformatie. 2. Procesfiches: werkmethodes voor een coach op de werkvloer die taalstimulering wil bevorderen. 3. Taalfiches: praktijkvoorbeelden voor elke begeleider in een ruime context geplaatst. Het handboek is het resultaat van het Projectmatig Wetenschappelijk Onderzoek ‘In dialoog over taal’, dat in 2011-2012 liep als een samenwerking tussen de bacheloropleidingen Pedagogie van het jonge kind van de Arteveldehogeschool in Gent en de Karel de Grote-Hogeschool in Antwerpen.
39
Referenties • Verhelst, M., Joos, S. & C. Moons (2010), Taalstimulering en meertaligheid
bij kinderen van 0-6. Leuven: K.U.Leuven, Centrum voor Taal en Onderwijs/Brussel: Kind en Gezin • Verhelst, M. (2011), 'De peuterwereld... een krachtige taalomgeving. Meer kansen door vroege taalstimulering in de kinderopvang'. In: KIDDO (12). 24-27. • Govaert, K., Hostyn I., Steverlynck A., Van Daele S. & Willockx D. (2014). Allemaal Taal. Taal ontwikkelen en stimuleren bij jonge kinderen. Gent/Antwerpen: Arteveldehogeschool – Karel de Grote Hogeschool. Abimo Uitgeverij www.cteno.be www.meertaligheid.be www.taalbeleid.org www.kindengezin.be
7