Montagehandleiding voor de vakman
VITOBLOC 200 type EM-70/115 Warmtekrachtmodule voor werking met aardgas
5848 083 NL
03/2013
Gelieve te bewaren!
Impressum Het toestel voldoet aan de fundamentele vereisten van de van toepassing zijnde normen en richtlijnen. De conformiteit met de normen en de richtlijnen werd aangetoond. De bijbehorende documentatie en de originele conformiteitsverklaring zijn bij de fabrikant gedeponeerd.
AANWIJZING! De warmtekrachtmodule Vitobloc 200 is niet geschikt voor bedrijf met 60 Hz. Hierdoor is deze module niet beschikbaar voor de Amerikaanse en de Canadese markt.
Belangrijke algemene aanwijzingen bij het gebruik Het technische toestel reglementair en met inachtneming van de montagehandleiding, de bedieningshandleiding en de servicehandleiding gebruiken. Onderhoud en reparatie mogen alleen door geautoriseerde vakmannen worden uitgevoerd. Het technische toestel alleen in de toegestane combinaties en met de accessoires en de reserveonderdelen gebruiken die in de montagehandleiding, de bedieningshandleiding en de servicehandleiding genoemd worden. Andere combinaties, accessoires en slijtende onderdelen alleen gebruiken als deze uitdrukkelijk bestemd zijn voor de toepassing en deze de prestatiekenmerken en de veiligheidsvereisten niet beperken. Technische wijzigingen voorbehouden! Deze beschrijving is een onderdeel van de originele bedieningshandleiding. Door continue technische ontwikkelingen en wijzigingen kunnen de afbeeldingen, de stappen en de technische gegevens minimaal afwijken. 5848 083 NL 03/2013
Actualisering van de documentatie Heeft u voorstellen ter verbetering, of heeft u onregelmatigheden vastgesteld, neem dan contact met ons op.
[email protected] Tel.: +49 (0) 8191 / 9279-0
2
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
Inhoudsopgave
Voorschriften, richtlijnen..................................................................4
1.1 1.2 1.3 1.4 1.5
Werkzaamheden aan de warmtekrachtmodule.............................................................4 Algemene veiligheids- en inbouwvoorschriften ...........................................................4 Waarschuwingen volgens MRL......................................................................................4 Restgevaren door het gebruik van een warmtekrachtmodule ....................................6 Belangrijke voorschriften, richtlijnen, normen en verordeningen ..............................7
2
Technische gegevens van een complete warmtekrachtmodule...9
2.1 2.2 2.3
Bedrijfsparameters van een complete warmtekrachtmodule......................................9 Technische gegevens van een complete warmtekrachtmodule ...............................11 Afmetingen, gewichten, kleuren en aansluitingen .....................................................13
3
Transport .........................................................................................14
3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Afladen met vorkheftruck .............................................................................................14 Opslagvoorwaarden voor de warmtekrachtmodule ...................................................14 Inbrengen .......................................................................................................................15 Plaatsen ..........................................................................................................................16 Transportbeveiligingen verwijderen ............................................................................17
4
Installeren ........................................................................................18
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10 4.11
Kwalificatie van het personeel .....................................................................................18 levering ...........................................................................................................................18 Eisen aan de bedrijfsruimte..........................................................................................19 Perifere aansluitingen van de warmtekrachtmodule (stroomschema).....................20 Perifere be- en ontluchting ...........................................................................................21 Verwarmingsaansluiting ...............................................................................................22 Gasaansluiting ...............................................................................................................23 Rookgasaansluiting.......................................................................................................24 Condenswaterafvoer .....................................................................................................25 Elektrische aansluiting..................................................................................................26 Geluiddempingskap monteren .....................................................................................27
5
Kennisgeving van gereedheid .......................................................28
6
Typecontrole conform richtlijn inzake gastoestellen ..................34
7
Conformiteitsverklaring volgens machinerichtlijn.......................35
5848 083 NL 03/2013
1
VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
ESS Energie Systeme & Service GmbH
3
Voorschriften, richtlijnen 1
Voorschriften, richtlijnen
1.1
Werkzaamheden aan de warmtekrachtmodule HANDLEIDING!
GEVAAR
Voor de opstelling en het gebruik van de warmtekrachtmodule en alle prestaties in verband daarmee gelden:
De montage, de brandstof- en rookgasaansluiting, de elektrische aansluiting, de eerste ingebruikneming alsook het onderhoud en de reparatie mogen alleen door een gespecialiseerde firma met speciaal door de fabrikant van de warmtekrachtmodule voor deze taken geïnstrueerd en geautoriseerd personeel uitgevoerd worden. De werkzaamheden aan gasvoerende onderdelen dienen door een erkend vakbedrijf uitgevoerd te worden.
AANSPRAKELIJKHEID Worden de veiligheidsvoorschriften niet in acht genomen en de aanwijzingen niet nageleefd, dan kan de fabrikant niet aansprakelijk gesteld worden. Het gebruik van voorgeschreven of toegestane bedrijfsstoffen moet voor de ingebruikneming schriftelijk aan de garantie-instantie bevestigd worden en is een voorwaarde voor de erkenning van schadeclaims.
AANWIJZING! Door de technische ontwikkeling kunnen afbeeldingen en beschrijvingen in deze bedieningshandleiding in details van de werkelijk geleverde warmtekrachtmodule afwijken.
4
ESS Energie Systeme & Service GmbH
1.2
Wettelijke voorschriften
–
Technische voorschriften die de actuele stand van de techniek documenteren: EN, DIN, NEN, VDI, DVGW-richtlijnen, TA-Luft
–
Ongevalspreventievoorschriften van de ongevallenverzekering en verordening inzake werkplaatsen
–
Voorschriften van de plaatselijke energiemaatschappijen en gemeentelijke administraties
Algemene veiligheids- en inbouwvoorschriften
● Gebruik de warmtekrachtmodule alleen voor de door de fabrikant opgegeven toepassing!
● Gebruik de warmtekrachtmodule alleen als de behuizing en de leidingen onbeschadigd zijn!
● Beveilig de warmtekrachtmodule zodanig dat onbevoegden er geen toegang toe hebben! Er kunnen gevaren ontstaan die door onbevoegden niet herkend kunnen worden!
● Gebruik de warmtekrachtmodule niet in vochtige of natte omgeving!
● Het onderhoud en de reparatie mogen alleen door een vakman gebeuren die met de ermee gepaard gaande gevaren en de betreffende voorschriften vertrouwd is!
1.3
Waarschuwingen volgens MRL
De warmtekrachtmodule dient voor de gelijktijdige stroom- en warmteopwekking. Hiervoor drijft een gasottoverbrandingsmotor een synchrone draaistroomgenerator aan. De volgende tabel informeert volgens de betreffende veiligheidsbepalingen over de mogelijke gevaren die bij gebruikelijkerwijs of redelijkerwijs te voorzien gebruik bij montage en onderhoud kunnen optreden. Daarom zijn de bediening en alle onderhoudswerkzaamheden alleen door geïnstrueerd vakpersoneel toegestaan!
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
5848 083 NL 03/2013
Voor de praktische uitvoering gelden de van toepassing zijnde regels der techniek en de bouwkundige en wettelijke bepalingen. De veiligheidsinrichtingen dienen overeenkomstig de lokale voorschriften uitgevoerd te worden. De voorschriften ter voorkoming van ongevallen moeten gerespecteerd worden! Het buiten bedrijf stellen, overbruggen of verwijderen van veiligheidsinrichtingen is verboden!
–
Voorschriften, richtlijnen GPSG §5(1)1a: Welke gevaren moeten bij gebruikelijkerwijs of redelijkerwijs te voorzien gebruik in acht genomen worden?
Gevarenbron: Schakelinstallatie: Voedingsschakelaar Generatorrelais Vermogenskabel Klem X1 / 7,8,9
Relais
Gevaarlijke handeling: Verwijderen van de afdekkingen Onder de afdekkingen grijpen Klemwerkzaamheden Attentie spanning! Bij klemwerkzaamheden kan ondanks uitgeschakelde voedingsschakelaar aan deze klemming spanning voorhanden zijn. Handbediening van de relais
Reactie:
Levensgevaarlijke elektrische schok
Levensgevaarlijke elektrische schok Ongedefinieerde schakelingen met aanzienlijke schade (motor/generator) Kortsluitgevaar met evt. elektrische schok
Generator: Vermogens- en besturingsaansluitingen Afdekkingen en ventilatieplaten Motor: Motorblok Oliecarter Koelwaterleidingen Oliecontrolenippel (snelsluiting) Draaiende delen aan de motor Ontsteking: Ontstekingsspoelen Ontstekingskabel Bougiestekker Accu: Accupolen Accuzuur
Verwijderen van de afdekplaten van de klemmenkasten Aanraken van de klempunten en besturingsprintplaten Verwijderen van de afdekkingen of onder de afdekkingen grijpen Voorwerpen in de ventilatieopeningen inbrengen
Levensgevaarlijke elektrische schok Levensgevaarlijke elektrische schok Verwondingsgevaar Mechanische schade aan de generator
Aanraken bij hete machine Openen van div. afsluit- en aftapkranen
Verbrandingsgevaar Verbranding door lekkend koelwater
Bediening van de sluitkogel
Verbranding door lekkende motorolie
Aanraking
Verwondingsgevaar
Lossen van de ontstekingskabels Aftrekken van de bougiestekkers
Levensgevaarlijke elektrische schok (hoogspanning) Motorschade
Poolafdekkingen verwijderen Metalen voorwerpen op de polen leggen Openen van de accukamers
Kortsluiting met verbrandingsgevaar Explosiegevaar Gevaar voor bijtende stoffen
Accuveiligheidsvoorschriften in acht nemen!
5848 083 NL 03/2013
Ventilator: Draaiend ventilatorwiel
Openen van de afdekkingen Grijpen in het ventilatorwiel
Verwondingsgevaar
Gasleidingen: Gasleidingschroefverbindinge n Controlenippel Rookgasleidingen:
Openen van div. schroefverbindingen Openen van controlenippel
Lekkend gas Explosiegevaar
Rookgasleidingen Meetaansluiting
Openen van div. rookgasflenzen Openen van meetaansluitingen Aanraken van blanke rookgasleidingen Aanraken van blanke meetaansluitingen
Rookgasuitlaat Gevaar voor vergiftiging Verbrandingsgevaar
Tafel 1
Waarschuwingen warmtekrachtmodule
VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
ESS Energie Systeme & Service GmbH
5
Voorschriften, richtlijnen Restgevaren door het gebruik van een warmtekrachtmodule
Welke actieve gevaren gaan van de warmtekrachtmodule voor het bedieningspersoneel uit?
technische systemen (stroom, gas, verwarming, ventilatie) in acht genomen worden.
1
1
2
2 2
1
1
1
2
2 2
2
1
Entsorgen
2 2
1 1 2 2
Demontieren
2
1 1 2 2
Außerbetriebnehmen
2 2
2
Instandhalten
Reinigen (BHKW kalt)
Verwenden/Betreiben
Programmieren am Bedienpane
Inbetriebnehmen
Installieren
Zusammenbauen
1 2
2
2
2
1
Hoog restrisico - niet naleving van de veiligheidsvoorschriften kan dodelijke gevolgen hebben! Restrisico - niet naleving van de veiligheidsvoorschriften kan schade aan de gezondheid veroorzaken!
Tafel 2
Gevarenanalyse volgens DIN EN 12100
Mechanische gevaren
Elektrische gevaren
Mechanische gevaren treden op als bij de foutopsporing of onderhoudsmaatregelen veiligheidsafdekkingen afgenomen moeten worden. Dit betreft in hoofdzaak de afdekkingsroosters van de ventilatorbox en de afdekking van de koppeling alsook typeafhankelijk de tandriemafdekking.
Elektrische gevaren treden op als bij de foutopsporing of onderhoudsmaatregelen veiligheidsafdekkingen afgenomen moeten worden. Dit betreft in hoofdzaak het deksel van de generatorklemmenkast of schakelaars en veiligheidsafdekkingen in de schakelinstallatie, bijv. voor het afstellen van de synchronisatie-inrichting resp. voor metingen van generatorspanning en netspanning.
Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door hiervoor opgeleid vakpersoneel uitgevoerd worden!
Bij werkzaamheden aan de ontstekingsinstallatie moet voor geschikte veiligheidskleding gezorgd worden omdat door defecte ontstekingskabels elektrische schokken overgedragen kunnen worden. Deze werkzaamheden mogen uitsluitend door hiervoor opgeleid vakpersoneel uitgevoerd worden!
6
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
5848 083 NL 03/2013
1 2
1 1 2
Fehler suchen
Mechanische Gefährdung Elektrische Gefährdung Thermische Gefährdung Gefährdung durch Lärm Gefährdung durch Schwingungen Gefährdung durch Strahlung Gefährdung durch Materialien und Substanzen Gefährdung durch Vernachlässigung ergonomischer Grundsätze Gefährdung durch Ausrutschen, Stolpern, Stürzen Gefährdungskombinationen Gefährdungen in Zusammenhang mit der Einsatzumgebung Gefährdungen durch unerwarteten Anlauf, unerwartetes Durchdrehen Gefährdungen durch Stillsetzen / Not-Aus (Not-Halt) Gefährdungen durch Änderung der Umdrehungsgeschwindigkeit Gefährdungen durch Ausfall der Energieversorgung Gefährdungen durch Ausfall des Steuer- / Regelkreises Gefährdungen durch Bruch im Betrieb Gefährdungen durch Betrieb in explosionsgefährdeten Bereich
Herstellen/Werkprobelauf
Gefährdungsanalyse nach DIN EN 12100: Welche aktive Restgefahr geht vom BHKW für das Bedienungspersonal aus?
Lagern
Hierna wordt op de mogelijke restgevaren door het gebruik van een warmtekrachtmodule ingegaan, die ondanks getroffen veiligheidsmaatregelen onder bepaalde omstandigheden mogelijk kunnen zijn.
Onafhankelijk van het gebruik van een warmtekrachtmodule moeten principieel de betreffende veiligheidsvoorschriften voor het transport en de betreffende voorschriften m.b.t. installatie van
Transportieren
1.4
Voorschriften, richtlijnen Thermische gevaren Door het gebruik worden de verbrandingsmotor in de warmtekrachtmodule en de aansluitende componenten van de warmte-ontkoppeling en de rookgasgeleiding heet met temperaturen van een paar honderd graden Celsius aan blootgestelde plaatsen. De buisleidingen en de componenten zijn zoveel mogelijk geïsoleerd. Toch zijn enkele plaatsen voor de installatie en de service vrij toegankelijk. Deze kunnen tijdens het gebruik heet worden en zijn tegen het per ongeluk aanraken niet vrij toegankelijk, bijv. meetnippel voor meting rookgastegendruk. Bij een storing kan de veiligheidsdrukbegrenzer uitvallen en heet koelwater aflaten. Hier dreigt evt. gevaar voor verbrandingen. Gevaar door lawaai Bij werkzaamheden aan de warmtekrachtmodule bij geopende geluiddempingskap tijdens het bedrijf, bijv. voor het opsporen van fouten en bij onderhoudswerkzaamheden, moet de nodige gehoorbescherming gedragen worden. Gevaren door straling Van generatoren in de warmtekrachtmodule uitgaande elektromagnetische velden kunnen tijdelijke storingen aan een in de directe omgeving aanwezige pacemaker veroorzaken. Indicaties voor een mogelijke storing kunnen duizeligheid, hartkloppingen of een onregelmatige hartslag zijn. Zodra de drager zich van de generator verwijderd heeft, werkt de pacemaker in de regel opnieuw normaal. Gevaar door materiaal en stoffen Net zoals bij een personenauto wordt de warmtekrachtmodule met accu's gestart. Ook deze accu's zijn met accuzuur gevuld. Accuzuur heeft een bijtende werking. Huidcontact moet daarom absoluut vermeden worden en de betreffende veiligheidsbepalingen moeten in acht genomen worden.
1.5
Gevaren door breuk tijdens het gebruik Er moet bijzonder voorzichtig te werk gegaan worden bij het optillen van de warmtekrachtmodules aan de kraanhaak of de transportogen. Bij breukschade kunnen niet geplande thermisch belaste componenten lekkages vertonen. Hierbij kan het tot lekkende stralen van hete motorolie, verwarmings- of koelwater komen. Bijv. springen van slangen of uitbreken van meetnippels. Men kan niet uitsluiten dat het in erg zeldzame gevallen, zoals ook bij elke personenauto, tot een motorbreuk komt en hierbij fragmenten weggeslingerd worden. Bij breukschade of door corrosie kunnen rookgasvoerende delen ondicht worden en er kan giftig kooldioxide lekken. Gelieve onmiddellijk de warmtekrachtmodule uit te schakelen (stil te leggen) en de ventilatie in te schakelen. Tot de persoonlijke veiligheidsuitrusting behoort: Gehoorbescherming (werken met geopende geluiddempingskap tijdens gebruik) Veiligheidshandschoenen en veiligheidsbril bij de omgang met accuzuur, glycol en motorsmeerolie gebruiken
Belangrijke voorschriften, richtlijnen, normen en verordeningen Voorschrift
90/396/EWG (7e GPSGV) 97/23/EG (14e GPSGV) 2006/42/EG (9e GPSGV) 2006/95/EG (1e GPSGV) 2004/108/EG (EMVG) DIN EN 60204-1 (VDE 0113-1) DIN EN ISO 12100 DIN EN ISO 14121-1 5848 083 NL 03/2013
Hetzelfde geldt voor het glycolhoudende koelwater en de motorsmeerolie. Hierbij moeten na contact de betreffende lichaamsdelen grondig gewassen en met lichaamsverzorgingsmiddelen behandeld worden. Bij ondichtheden in het rookgassysteem kan het tot ongecontroleerde rookgaslekkages komen (gevaar voor een koolmonoxidevergiftiging) die normaal gezien door de ventilator via een afvoerluchtkanaal in de open lucht geleid wordt. Daarom moet bij onderhoudswerkzaamheden aan de open machine op lekkage en tijdens het gebruik op een gesloten geluiddempingskap gelet worden.
DIN EN 13857 DIN 1340 DIN 1940 ISO 3046-1
Omschrijving EG-richtlijn gastoestellen EG-richtlijn drukapparatuur EG-richtlijn machines EG-richtlijn laagspanning EG-richtlijn elektromagnetische compatibiliteit Veiligheid van machines – Elektrische uitrusting van machines Deel 1: Algemene vereisten Veiligheid van machines – Basisbegrippen, algemene ontwerpbeginselen Veiligheid van machines – Risicobeoordeling deel 1: ontwerpbeginselen Veiligheid van machines – Veiligheidsafstanden ter voorkoming van het bereiken van gevaarlijke zones Gasvormige brandstoffen en andere gassen – soorten, bestanddelen, gebruik Verbrandingsmotoren – zuigermotoren: begrippen, symbolen, eenheden Zuigermotoren met inwendige verbranding – vereisten deel 1: Gegevens over vermogen, branstof- en smeerolieverbruik en testprocedures
VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
ESS Energie Systeme & Service GmbH
7
Voorschriften, richtlijnen
DIN 4753
DIN 6280
DIN ISO 8528-1 DIN 18380 DIN 51857 DIN EN 50110-1 (VDE 0105-1) DIN EN 50110-2 (VDE 0105-2) VDE 0105-100 DIN EN 50178 (VDE 0160) VDE 0100 DIN EN 50156-1 (VDE 0116-1) DIN EN 60034-1 (VDE 0530-1) ASUE ASUE UVV BGV A 3 (VBG4) ATV-DVWK BlmSchV DVGW DVGW Brandpreventieverordening EnEV TA Lärm TA Luft VDEW VDI 2035
VDI 2067 VDI 3985 VDI 6025 Tafel 3
8
Omschrijving Geluidsisolatie in hoogbouw – vereisten en bewijzen Rookgasinstallaties – thermische en dynamische berekeningsmethoden. Verwarmingssystemen in gebouwen – ontwerp van warmwaterverwarmingsinstallaties. Waterverwarmers en waterverwarmingsinstallaties voor tap- en industrieel water Stroomopwekkingsaggregaten met zuigermotoren met inwendige verbranding – blokverwarmingscentrales met zuigermotoren met inwendige verbranding Deel 14: Grondbeginselen, eisen, componenten, uitvoering en onderhoud Deel 15: Controles Generatoreenheden met zuigermotoren met inwendige verbranding Deel 1 – Toepassing, capaciteit en prestatie VOB Toekennings- en contractverordening voor bouwprestaties – deel C: Algemene technische contractvoorwaarden voor bouwprestaties (ATV); verwarmingsinstalalties en centrale waterverwarmingsinstallaties Gasvormige brandstoffen en andere gassen – berekening van verbrandingswaarde, verwarmingswaarde, dichtheid, relatieve dichtheid en Wobbindex van gassen en gasmengsels Bedrijfsvoering van elektrische installaties Bedrijfsvoering van elektrische installaties (nationale bijlagen) Gebruik van elektrische installaties deel 100: Algemene principes Elektronische apparatuur voor gebruik in sterkstroominstallaties Inrichten van krachtstroominstallaties met nom. spanningen tot 1000 V. Elektrische uitrusting van stookinstallaties - Deel 1: Bepalingen voor de toepassingsplanning en opstelling Draaiende elektrische machines - Deel 1: Dimensionering en bedrijfsgedrag Warmtekrachtmodule en metaangetal Vergunningsprocedure voor WKK-installaties Ongevalspreventievoorschrift voor elektrische installaties en bedrijfsmiddelen Werkblad ATV-DVWK-A 251 condens uit HR-ketels 4.BImSchVEerste verordening tot uitvoering van de wet op de bescherming tegen emissies (Duitsland) (verordening m.b.t. installaties die een vergunning vereisen, 4. BlmSchV) Werkblad G 260 – gaskwaliteit Werkblad G 600 – Technische regels voor gasinstallaties (TRGI 1986/1996) Verordening van de Duitse deelstaten inzake stookinstallaties. Vordening over energiebesparende warmte-isolatie en over energiebesparende installatietechniek bij gebouwen (energiebesparingsverordening - EnEV) Technische handleiding lawaai Technische handleiding voor het zuiver houden van de lucht Richtlijnen voor het parallelle bedrijf van energieopwekkingsinstallaties met het laagspanningsnet van de elektriciteitsmaatschappij Blad 1 – Vermijden van schade in warmwaterverwarmingsinstallaties Steenvorming in drinkwateropwarmings- en warmwaterverwarmingsinstallaties Rendement van gebouwtechnische installaties blad 1: Grondbeginselen en kostenberekening blad 20: Aan te wenden energie bij de gebruiksoverdracht bij warmwaterverwarmingen Grondbeginselen over ontwerp, uitvoering en keuring van warmtekrachtkoppeling met verbrandingskrachmachines Bedrijfseconomische berekening voor investeringsgoederen en installaties
Belangrijke voorschriften, richtlijnen, normen en verordeningen voor de opstelling en het gebruik van een WKK-installatie
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
5848 083 NL 03/2013
Voorschrift DIN 4109 DIN EN 13384 DIN EN 12828
Technische gegevens van een complete warmtekrachtmodule 2
Technische gegevens van een complete warmtekrachtmodule
2.1
Bedrijfsparameters van een complete warmtekrachtmodule
Alle onderstaande ontwerp- en bedrijfsgegevens hebben betrekking op één warmtekrachtmodule.
Gedetailleerde aanwijzingen bij het ontwerp en de uitvoering vindt u in "Vakserie aardgas warmtekrachtmodules – projectmanagement".
Bedrijfsparameters warmtekrachtmodule
Vitobloc 200 EM-70/115
1)
50% last 75% last 100% last
Continuvermogen in het parallelle netbedrijf Elektrisch vermogen 2)
Mag niet worden overbelast
kW
35
53
70
Vermogen
Tolerantie 7 %
kW
66
85
115
Brandstofgebruik
Tolerantie 5 %
kW
122
159
204
Stroomfactor conform AGFW FW308 (elektrisch vermogen / thermisch vermogen)
0,61
Primaire energiefactor fPE volgens DIN V 18599-9
0,125
Bewijs van hoge efficiëntie volgens richtlijn 2004/8/EG bevordering van de warmtekrachtkoppeling bij kleine en mini-installaties (< 1 MWel) met een primaire energiebesparing PEE
%
27,2
Rendement volgens EnergieStV 3)
%
92,3
Rendement in parallel netbedrijf Elektrisch rendement
%
28,7
33,3
34,3
Warmterendement
%
54,1
53,5
56,4
Totaal rendement
%
82,8
86,8
90,7
Opwekken van energie Elektrische energie (draaistroom)
Elektrisch vermogen bij
Spanning
V
400
Stroom
A
101
Frequentie
Hz
50
cos phi = 1 en Un
kW
70
cos phi = 0,95 en Un
kW
69
cos phi = 0,9 en Un
kW
64
cos phi = 1 en Un - 10%
kW
70
cos phi = 0,95 en Un - 10%
kW
67
cos phi = 0,9 en Un - 10% Elektrisch eigen verbruik 4)
kW
50
kW
1,9
Warmte-energie (verwarmingswarmte) zonder netvervangingsfunctie
Aanvoer/retourtemperatuur
°C
90/70
Warmte-energie (verwarmingswarmte) met netvervangingsfunctie
Aanvoer/retourtemperatuur
°C
90/65
Bedrijfsstoffen en vulhoeveelheden Kwaliteit van brandstof, smeerolie, koelwater, verwarmingswater
5848 083 NL 03/2013
Vulhoeveelheid
Smeerolie
Zie het actuele bedrijfsvoorschrift! liter
24 - 34
Extra tank verse olie
liter
70
Koelwater
liter
60
Verwarmingswater Gasaansluitdruk5)
liter mbar
10 20 - 50
Opwekken van warmte (verwarming) Retourtemperatuur voor module
Min./max.
Standaard temperatuurverschil
Retour/aanvoer
Verwarmingswaterdebiet
Standaard
Max. toegestane bedrijfsdruk Drukverlies bij standaard doorstroming in de module VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
Standaard
°C
60/70
K
20
m³/h
4,9
bar
10
bar
0,1
ESS Energie Systeme & Service GmbH
9
Technische gegevens van een complete warmtekrachtmodule Emissies van schadelijke stoffen6) volgens TA-Luft 2002 NOx-gehalte
gemeten als NO2
mg/Nm³
< 125
CO-gehalte
mg/Nm³ mg/kWh
< 150 < 128
Formaldehyde CH2O
mg/Nm³
< 60
Geluidsdrukniveau op 1m afstand vrij veld conform DIN 45365 (tolerantie op genoemde waarden 3 dB(A)) Rookgas 7)
Met 1 optionele geluiddemper
dB(A)
52
Verbrandingslucht en ventilatie Stralingswarmte van de module
Zonder aansluitleiding
kW
12
Ventilatie stookruimte
Luchttoevoerdebiet
m³/h
> 2.000
Luchtafvoerdebiet gewenst
m³/h
1.800 2.700
Luchtafvoerdebiet max
m³/h
Verbrandingsluchtdebiet
bij 25 °C en 1000 mbar
m³/h
189
Toevoerluchttemperatuur
Min./max.
°C
10/25
Temperatuurverschil
Luchttoevoer/luchtafvoer
K
< 20
Druk van de geïntegreerde ventilator
Bij min. debiet Bij gewenst debiet
Pa Pa
350 200
m³/h
310
Rookgas Rookgasdebiet, vochtig
bij 120 °C
Rookgasmassadebiet, vochtig
kg/h
264
Rookgasdebiet, droog
0 % O2 (0 °C; 1012 mbar)
Nm³/h
174
Max. toegestane tegendruk
Na module
mbar
15
1) 2) 3) 4) 5) 6) 7)
Vermogensgegevens conform DIN ISO 3046 deel 1 (bij een luchtdruk van 1000 mbar, een luchttemperatuur van 25 °C, een relatieve luchtvochtigheid van 30 % en cos φ =1) Alle overige gegevens van de module gelden voor parallel netbedrijf; gegevens voor andere opstellingsvoorwaarden op aanvraag De vermogensindicatie op het display richt zich naar het opwekkertelpijlsysteem, niet naar het verbruikertelpijlsysteem, d.w.z. dat bij vermogensafgifte (voeding) het vermogen op het display met positief voorteken weergegeven wordt! De gebruiksgraad volgens EnergieStV is gedefinieerd als quotiënt uit de som van het opgewekte thermische en mechanische vermogen en de ingezette hulpenergieën. Koelwaterpomp, ventilator, acculaadtoestel, besturingstransformator Gasaansluitdruk is conform DVGW-TRGI 1986/96 de gasstroomdruk aan het begin van het gasregeltraject van de module Emissiewaarden na de katalysator bij droog rookgas Bij gebruik van de warmtekrachtmodule in een woning wordt dringend geadviseerd om twee opeenvolgende rookgasgeluiddempers te installeren om beter te kunnen voldoen aan de eisen aan ruimten met bijzondere bescherming ('s nachts 25 dB(A)).
5848 083 NL 03/2013
Tafel 4 Bedrijfsparameters van een complete warmtekrachtmodule
10
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
Technische gegevens van een complete warmtekrachtmodule 2.2
Technische gegevens van een complete warmtekrachtmodule
Technische gegevens warmtekrachtmodule Motor met accessoires Ottomotor op gas Fabrikant Motortype Werking Aantal cilinders/rangschikking Boring / slag Cilinderinhoud Toerental Gemiddelde zuigersnelheid Compressieverhouding Gemiddelde effectieve druk Standaardvermogen¹) Mag niet worden overbelast Spec. vollastverbruik Tolerantie 5 % Gasverbruik Bijv. bij Hi = 10 kWh/m³ Hoev. smeerolie oliecarter Smeerolieverbruik (gemiddelde waarde) Motorgewicht (afgerond)
Vitobloc 200 EM-70/115
mm liter min-1 m/s bar kW kWh/kWhmech Nm³/h liter g/h kg
MAN E 0836 E viertakt 6 / serie 108/125 6,87 1500 6,3 13: 1 8,73 75 2,72 20,4 24 - 34 ca. 30 520
Warmtewisselaarsysteem motorkoeling (motorblok en smeerolie) Vermogen Temperatuur koelwater Koelwaterdebiet Rookgaswarmtewisselaar Vermogen Rookgastemperatuur Temperatuur koelwater Drukverlies Materiaal buizen Materiaal rookgaskop
Tolerantie 7 % Intrede/uittrede
kW °C m³/h
77 80/88 8,2
Tolerantie 7 % Intrede/uittrede Intrede/uittrede rookgaszijde
kW °C °C mbar
38 ca. 610 / <120 88/92 < 10 1.4571 1.4828 1.4571 ST 50
Intrede Uittrede
kW °C °C bar
115 92/81 70/90 0,1 1.4404 DN 80 / PN10 Buis ø22 x 1,2 DN 40 / PN16 Gaskogelkraan Rp 1''
5848 083 NL 03/2013
Materiaal watermantelbuis Platenwarmtewisselaar Vermogen Temperatuur koelwater Intrede/uittrede Verwarmingswatertemperatuur Intrede/uittrede Drukverlies Materiaal platen Nominale wijdtes Aansluiting rookgas (AGA) vanaf warmtekrachtmodule, buisaansluiting Aansluiting condenswater (KO), buisaansluiting Verwarmingswater aanvoer/retour (HV/HR), buisaansluiting Aansluiting gas (GAS), buisaansluiting
VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
ESS Energie Systeme & Service GmbH 11
Technische gegevens van een complete warmtekrachtmodule Generator Typevermogen
kVA
Draaistroom
Spanning / frequentie
80
V / Hz
400/50
min-1
1.500
Rendement bij nominaal vermogen van de module en cos φ = 1
%
94,2
Nominale stroom Continue kortsluitstroom
A A
115,5 3- tot 5-voudige nom. stroom
Max. toegestane lastbijschakeling
A
30,3
Toerental 2)
Staanderschakeling
stervormig
Omgevingstemperatuur
Max.
°C
Beschermingstype Tijdsconstanten in seconden
40 IP 23
Open stroomcircuit transiënt Td'o
sec.
1,43
Kortgesloten stroomcircuit transiënt Td'
sec.
0,04
Kortgesloten stroomcircuit subtransiënt Td''
sec.
0,005
Met kortgesloten veld Ta
sec.
0,008
Bekabeling naar klemmenkast warmtekrachtmodule Zekering NSHV (aanbevolen) A 160 3) Minimaal benodigde uitvoering voor de correcte aansluiting van de warmtekrachtmodule Netaansluiting naar NSNV, netkoppelveld of transformatorstation Door installateur te plaatsen afstandskeuze "Verwarmingsbedrijf" 100% vermogen Terugmelding (potentiaalvrij contact) module "Gereed" Terugmelding (potentiaalvrij contact) module "Bedrijf" Terugmelding (potentiaalvrij contact) module "Storing" Keuze verwarmingswaterpomp
4)
(potentiaalvrij contact)
X1: L1,L2,L3, N PE X1: klem 40 / 41 X5: klem 1 / 2 X5: klem 3 / 4
Ölflex 12 x 1,5 mm²
X5: klem 5 / 6 X5: klem 9 / 10
Verwarmingswaterregelklep (retourverhoging) X5: klem 16 / 17 / 18 / PE Verwarmingswaterpomp 230 V /10 A 4) X5: klem 21 / N / PE Extra PT 100 voeler in de volledige verwarmingswaterretour X1: klem 44 / 45 voor de optionele moduleselectie en -deselectie Aardingskabel van de module naar de door de installateur te plaatsen potentiaalvereffeningsrail
H07 RNF 5 x 1x 50 mm²
Aardingsaansluiting op moduleframe
Ölflex 4 x 0,75 mm² Ölflex 3 x 1,5mm² Ölflex 2 x 1,5mm² Dimensionering overeenk. omstandigheden ter plaatse
Uitgebreide installatie-uitvoering met "netvervangingsbedrijf"
1) 2) 3) 4) 5)
X1: klem 7 / 8 / 9 / N / PE
Ölflex 5 x 1,5mm²
X1: klem 12 / 13 Ölflex 5 x 1,5mm² X1: klem 14 / 15 X1: klem 38 / 39
Ölflex 3 x 1,5mm²
X5: klem 7 / 8
Ölflex 3 x 1,5mm²
Vermogensgegevens conform DIN ISO 3046 deel 1 (bij een luchtdruk van 1000 mbar, een luchttemperatuur van 25 °C, een relatieve luchtvochtigheid van 30 % en cos φ =1) Alle overige gegevens van de module gelden voor parallel netbedrijf; gegevens voor andere opstellingsvoorwaarden op aanvraag cos φ-indicatiewaarde in het opwekkertelpijlsysteem Deze kabellijst bevat de minimaal benodigde uitvoering voor een correcte aansluiting van een warmtekrachtmodule en dient alleen als richtlijn. De verantwoordelijkheid voor de correcte bekabeling berust bij de uitvoerende elektroinstallateur en dient overeenkomstig de plaatselijke omstandigheden en de van toepassing zijnde VDE- en EVU-voorschriften uitgevoerd te worden. De verwarmingswaterpomp in de 230 V uitvoering kan direct worden aangesloten. Bij een pompuitvoering van 400 V moet het vermogensdeel door de installateur worden voorzien. De besturingstechnische keuze vindt echter potentiaalvrij vanuit de modulebesturing plaats. De keuze voor het netvervangingsbedrijf gebeurt door het externe besturingssysteem na lastuitschakeling door de klant. De keuze kan ook automatisch module-intern gerealiseerd worden, maar zonder lastuitschakelbewaking.
Tafel 5 Technische gegevens van een complete warmtekrachtmodule 12
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
5848 083 NL 03/2013
Netmeetspanning voor netkoppelschakelaar Bevestiging netkoppelschakelaar is aan (melding van de NSHV of van het netkoppelveld) Bevestiging netkoppelschakelaar is uit (melding van de NSHV of van het netkoppelveld) Keuze netvervangingsbedrijf 5) Inschakelbevel netkoppelschakelaar "Vrijgave NK – schakelaar" (potentiaalvrij contact)
Technische gegevens van een complete warmtekrachtmodule 2.3
Afmetingen, gewichten, kleuren en aansluitingen
Afmetingen warmtekrachtmodule Lengte Breedte Hoogte (zonder poten) Gewicht warmtekrachtmodule Leeg gewicht Werkingsgewicht Kleur Motor, generator Frame Schakelkast Geluiddempende kap
Framemaat mm mm mm (afgerond) (afgerond)
Aansluitingen
Incl. geluiddempende kap en ventilator 3.390 900 1.730
2.800 860 1.700
kg kg
2.100 2.300 Lichtgrijs (RAL 7035) Antracietgrijs (RAL 7016) Vitozilver Vitozilver
Uitvoering
Norm
Grootte
AGA
Rookgasuitlaat
Flens
EN 1092-1
DN 80 / PN 10
KO
Condenswaterafvoer
Buis
DIN EN 10220
ø22 x 1,2
GAS
Gasintrede
Gaskogelkraan
DIN 2999
Rp 1"
HV/HR
Verwarmingsaanvoer/-retour
Flens
EN 1092-1
DN 40 / PN 16
AL
Luchtafvoeruitlaat
Flens
—
380 x 380 P20
5848 083 NL 03/2013
Tafel 6 Afmetingen, gewichten, kleuren en aansluitingen
Fig. 1
Afmetingen en aansluitingen van de warmtekrachtmodules Vitobloc 200 EM-70/115 (afmetingen in mm). De reeds gemonteerde ventilatorbox kan voor het inbrengen van de module gedemonteerd worden.
VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
ESS Energie Systeme & Service GmbH 13
Transport 3
Transport AANWIJZING! De levering van de warmtekrachtmodule gebeurt via een vrachtwagen voor zware lasten op belastbare wegen.
3.1
Afladen met vorkheftruck ATTENTIE! Bij het afladen en het transport van de module met vorkheftruck of dergelijke moet met geschikte inrichtingen schade aan de module uitgesloten worden.
Fig. 2
3.2
Afladen met vorkheftruck
Opslagvoorwaarden voor de warmtekrachtmodule
De warmtekrachtmodule moet beschermd tegen vocht opgeslagen en getransporteerd worden (max. rel. luchtvochtigheid 70%). De module mag niet aan stofbelaste of halogeenbelaste lucht blootgesteld worden. De belasting op de vier poten toont Fig. 3:
belastingsverdelen op de warmtekrachtmodulepoten
5848 083 NL 03/2013
Fig. 3
14
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
Transport 3.3
Inbrengen
-
Inbrengen met kraan en kabels die aan vier bijkomende transportogen bevestigd worden.
-
Het inbrengen moet in loodrechte toestand gebeuren! Andere mogelijkheden op aanvraag.
GEVAAR Personen mogen zich niet onder een aan de kraanhaak hangende module bevinden. Hefwerktuig in orde houden!
AANWIJZING! De optionele transportogen moeten aan de zijkant aan het basisframe vastgeschroefd worden (Fig. 4). De minimale frameafmetingen moeten in acht genomen worden!
ATTENTIE! Bij het inbrengen met vorkheftruck, kraan en dergelijke moet met geschikte inrichtingen schade aan de module vermeden worden. Fig. 4
Inbrengen met kraan en kabels, vier bijkomende transportogen vereist
5848 083 NL 03/2013
Niet aan uitstekende delen optillen, trekken of deze op een andere manier belasten.
VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
ESS Energie Systeme & Service GmbH 15
Transport 3.4
Plaatsen
● Voor het neerlaten van de module aan de definitieve opstellingsplaats moeten de modulepoten (los meegeleverd) voor de contactgeluidontkoppeling aan de gemarkeerde plaatsen (zijdelings frame onderaan) gemonteerd worden.
● De warmtekrachtmodule wordt elastisch zonder vaste verankering op de meegeleverde poten op een sokkel opgesteld.
ATTENTIE! Op de juiste hoogte van de sokkel (≥ 150 mm) m.b.t. de condensontwatering letten!
● Bij de opstelling ter plaatse moet erop gelet worden dat de modulepoten op een binnenwerkse hoogte van minstens 9-11 cm uitgedraaid worden.
Minimale sokkelmaten Vitobloc 200 EM-70/115 L B H
1.990 mm 1.000 mm 150 mm
Fig. 5
Warmtekrachtmodule met sokkel
ATTENTIE!
5848 083 NL 03/2013
Bij het opstellen van de warmtekrachtmodule het overhangen van het frame over de sokkel controleren!
16
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
Transport
3.5
Transportbeveiligingen verwijderen
● Verpakking verwijderen en recyclen. ● Vier transportbeveiligingen aan de elastische lagers van motor en generator verwijderen (Fig. 7)
Fig. 6
Minimumafstanden in de bedrijfsruimte (afmetingen in mm)
A B C D E F G H I
Minimumafmetingen in de bedrijfsruimte
Fig. 7
Vier transportbeveiligingen aan de elastische lageringen van motor en generator verwijderen
ATTENTIE! Bij het afvoeren van de warmtekrachtmodule na een definitieve stillegging steeds de transportbeveiliging opnieuw monteren, omdat anders de motor-generatoreenheid van het basisframe bij een niet loodrecht transport kan afbreken en het transportpersoneel in gevaar kan brengen.
5848 083 NL 03/2013
Tafel 7
1.000 mm 1.400 mm 5.240 mm 3.390 mm 1.800 mm 2.800 mm 800 mm 900 mm 2.500 mm
VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
ESS Energie Systeme & Service GmbH 17
Installeren 4
Installeren
4.1
Kwalificatie van het personeel GEVAAR De montage van de warmtekrachtmodule en van de perifere aansluitsystemen mag alleen door een gespecialiseerde firma met speciaal door de fabrikant van de warmtekrachtmodule voor deze taken geïnstrueerd en geautoriseerd personeel uitgevoerd worden. De werkzaamheden aan gasvoerende onderdelen dienen door een erkend vakbedrijf uitgevoerd te worden.
AANWIJZING De elektrische aansluiting mag alleen door een door de energiemaatschappij gecertificeerde en door een van een registratienummer voorzien gespecialiseerd bedrijf uitgevoerd worden. Vakpersoneel is conform VDMA 24186-0 personeel (monteur, meester, technicus, ingenieur) met de nodige beroepskwalificatie. Deze is gekenmerkt door minstens een afgesloten industriële of ambachtelijke beroeps- of hogere opleiding op het vlak van de technische gebouwuitrusting. Voor de praktische uitvoering gelden de van toepassing zijnde regels der techniek en de bouwkundige en wettelijke bepalingen. De veiligheidsinrichtingen dienen overeenkomstig de lokale voorschriften uitgevoerd te worden. De voorschriften ter voorkoming van ongevallen moeten gerespecteerd worden!
4.2
levering
5848 083 NL 03/2013
- Module - Aanvullende uitrustingen conform opdracht
18
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
Installeren 4.3
Eisen aan de bedrijfsruimte
Voor het inbrengen en opstellen van de warmtekrachtmodule moeten de volgende vereisten vervuld worden:
-
Het opstellingsvlak moet effen zijn en voldoende draagvermogen hebben.
-
Voor montage- en onderhoudswerkzaamheden is voldoende vrije ruimte vereist (Fig. 6).
-
Er wordt aanbevolen dat de bedrijfsruimte over een wateraansluiting en een vloerafvoer met olieafsluiting beschikt.
-
Eventuele noodzakelijke geluidstechnische maatregelen moeten door een geschikt vakbedrijf gecontroleerd worden.
-
De hermontage bij optioneel gedemonteerde inbrenging mag voor het waarborgen van de garantie alleen door personeel van de fabrikant gebeuren.
-
Trillingen van buitenaf, bijv. via het bouwlichaam of elektromagnetische instralingen moeten tot een absoluut minimum beperkt worden en moeten bij de inbedrijfstelling gedocumenteerd worden.
GEVAAR Ontvlambare materialen of vloeistoffen mogen niet in de buurt van de warmtekrachtmodule opgeslagen of gebruikt worden.
AANWIJZING! De volgende bordjes moeten zowel voor alsook in de bedrijfsruimte aangebracht worden:
Verbodsteken P 06 "Verboden toegang voor onbevoegden"
Verbodsteken P 02 "Vuur, open licht en roken verboden"
Verbodsteken P 11 "Verbod voor personen met pacemakers"
Roken of open vuur resp. open vlam tijdens het gebruik van de warmtekrachtmodule zijn verboden!
5848 083 NL 03/2013
We raden aan om naar analogie met de oude stookruimteverordening in de bedrijfsruimte voor een brandblusser van voldoende groot formaat (min. 9 liter) te zorgen.
VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
ESS Energie Systeme & Service GmbH 19
Installeren 4.4
Perifere aansluitingen van de warmtekrachtmodule (stroomschema) Warmtekrachtmodule (leveringsomvang)
Door de installateur te plaatsen
83
2
80
1
82
81
1
TA P/T
35
XC
P/T
32
32 *
34 (AGA)
31
33 (KO)
STB
21
TI
PI
TC
12
13
* PI
11
* 24 PZA-
68 64
PZA
TI
16 SZA-
M
SC
69
ES
70
65
15 (HV) 27
PI
22
P/T
66
14 (HR)
24
25
PI
23
PI
26 27
M
61
62 63
51 52
67
G 3~
1
EIA TZA+
PI
LS LZA-
42
Paus = 50 mbar
41 M
43
46
*
45*
46 T
T
PC
44 (GAS) PZA+
PZA-
Stroomschema van een warmtekrachtmodule met perifere aansluitingsmogelijkheden
Algemene legende: 1 Warmtekrachtmodule (leveringsomvang) 2 Door de installateur te plaatsen 10 Deflagratiebeveiliging (biogas) 11 Veiligheidsklep (verwarmingswater) 12 Verwarmingswaterpomp 13 Retourtemperatuurregeling 14 Verwarmingswaterretour (HR) 15 Verwarmingswateraanvoer (HV) 16 Krachtstroom 400 V, 50 Hz 17 Aanvoer koelwatermengsel 18 Retour koelwatermengsel 19 Pomp koelwatermengsel 21 Veiligheidsklep (motorkoelwater) 22 Oliekoeler 23 Koelwaterpomp 24 Membraanexpansievat 25 Koelwaterwarmtewisselaar 26 Vuilvanger 27 Afsluitklep 31 Rookgaswarmtewisselaar 32 Geluiddemper 33 Condenswateruitlaat (KO) 34 Rookgasuitlaat (AGA) 35 Katalysator 41 Lambda-regelklep 42 Magneetklep 43 Nuldrukregelaar
44 Gasaansluiting (GAS) 45 Gasfilter, los meegeleverd 46 Gaskogelkraan met thermische veiligheidsklep 47 Dichtheidscontrole 51 Extra smeerolietank (verse olie) 52 Bijvulautomaat met niveau-indicatie smeerolie 61 Smeerolieretour (van olieafscheider) 62 Carterontluchting 63 Olieafscheider 64 Verbrandingslucht 65 Luchtfilter 66 Gas/luchtmenger 67 Generator 68 Rookgasverzamelleiding 69 Motor 70 Toerentalregelaar en smoorklep 71 Turbolader 72 Mengselkoeler (intercooler) (1e trap) 73 Mengselkoeler (intercooler) (1e trap) 74 Veiligheidsklep (lagetemperatuurcircuit) 80 Ventilator 81 Afzuiglucht 82 Toevoerlucht 83 Geluiddempingskap
Meetpunten: EIA Generator-indicatie-bewaking ES Generatorvermogensbesturing LS Vulpeilbesturing LZA Minimale vulpeilcontrole P Druk PC Drukregeling PI Drukindicatie PO Optische drukindicatie PZAMinimumdrukuitschakeling PZA+ Maximumdrukuitschakeling SC Toerentalregelaar STB Veiligheidstemperatuurbegrenzer SZATe laag toerental T Temperatuur TA Afvoerluchttemperatuur voor ventilator TC Temperatuurregeling TI Temperatuurindicatie TZA+ Generatorwikkelingstemperatuurbewaking XC Lambdasonde
* **
Los meegeleverd voor montage door de installateur Optionele uitrusting
AANWIJZING! Voor de veiligheidstechnische uitrusting van de aansluiting van het verwarmingscircuit alleen typegekeurde onderdelen gebruiken!
20
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
5848 083 NL 03/2013
Fig. 8
Installeren 4.5
Perifere be- en ontluchting
Verseluchttoevoer De afzuigluchtventilator in de ventilatorbox van elke warmtekrachtmodule zuigt de verse lucht uit de bedrijfsruimte via vloeropeningen aan de module aan (Fig. 9).
● Geschikte, door de installateur uit te voeren maatregelen moeten voldoende toevoer van verse lucht naar de bedrijfsruimte garanderen.
● De luchtafvoer moet ongehinderd naar buiten weggeleid worden. Belemmeringen, zoals bijv. een afzonderlijke nageschakelde ventilator of verkleinde doorsnedes kunnen tot storingen bij de werking van de warmtekrachtmodule leiden.
● De minimale kamertemperatuur mag niet meer dan +10°C en niet meer dan +40°C bedragen.
● De relatieve luchtvochtigheid mag niet meer dan 70% bedragen en moet bij het continubedrijf rond 50% bedragen. Vereist verselucht-/afzuigluchtdebiet Volgens pagina 10 Tafel 4 "Werkingsparameters warmtekrachtmodule"
ATTENTIE! Het is absoluut nodig dat de openingen voor de luchtinlaat en luchtuitlaat vrijgehouden worden, opdat een perfecte koeling van de module gegarandeerd wordt. De verse lucht moet hierbij stofvrij zijn, ze mag geen halogenen (chloor, fluor, ...) en dergelijke bevatten en mag niet opgewarmd zijn.
Fig. 9
Voor de aansluiting van het luchtafvoerkanaal aan de ventilatorbehuizing staan er drie mogelijkheden ter beschikking, die door de ombouw van de betreffende wandplaat (8 schroeven) gekozen kunnen worden.
Luchtafvoerkanaal De luchtafvoerventilator in de ventilatorbox van elke warmtekrachtmodule blaast de afvoerlucht via een door de installateur geplaatst kanaal in de open lucht (Fig. 9).
● In het luchtafvoerkanaal een slagluik tegen achteruitstromende koude stromingen bij stilstand in de winter alsook een geluiddemper en een beschermrooster tegen weersinvloeden monteren.
Verseluchttoevoer en luchtafvoergeleiding in de bedrijfsruimte
Fig. 10
Aansluitmogelijkheid voor het luchtafvoerkanaal
5848 083 NL 03/2013
AANWIJZING! Een beschermrooster met voldoende grote openingen gebruiken, om door de vernauwing van de doorsnede geen stromingsgeluiden te doen ontstaan (geluidsbescherming). Bij bijzonder geluidsbeschermingseisen telkens een geluidsisolatiecoulisse in het verselucht- en luchtafvoersysteem monteren.
VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
ESS Energie Systeme & Service GmbH 21
Installeren 4.6
Verwarmingsaansluiting
4.6.1
Algemene vereisten
De verwarmingsaansluiting wordt gebouwd conform DIN 4751 als gesloten installatie met membraanexpansievat.
ATTENTIE! Voor de veiligheidtechnische uitvoering van de verwarmingsaansluiting alleen gekeurde leveringen gebruiken!
-
Retourtemperatuurbewaking Pt 100 (1 x per warmtekrachtmodule)
● Isolatie van de verwarmingswatervoerende buizen alsook de ommanteling met plaat volgens de wettelijke voorschriften uitvoeren. Optioneel:
● Geïsoleerde leidingen van een RAL-verf volgens DIN 2404 voorzien.
● Optioneel: Warmtekrachtmodulekoeler volgens 4.6.2
Speciale montageaanwijzingen
● Aanvoer en retour conform de aansluitingsafmetingen in hoofdstuk 2 via elastische slangen (buisaansluitingscompensatoren voor de contactgeluidsisolatie) met de module verbinden.
vereisten conform het installatieontwerp integreren.
● Aanwijsbordjes indien nodig aanbrengen ● Verwarmingshoeveelheidsmeter binnen de retourtemperatuurverhoging aanbrengen en het bijkomende drukverlies bij de dimensionering van de verwarmingswaterpomp in acht nemen
● Verwarmingsaansluitleidingen en verzamelleidingen inclusief vormstukken in zwarte staalbuis volgens DIN 2448 en DIN 2440 in minimale kwaliteit St 35 uitvoeren en bij installaties met meerdere modules volgens het systeem Tichelmann plaatsen (bij gelijke warmtevermogens)
● Elementen en meetpunten in de verwarmingsaansluiting van de klant volgens het stroomschema van de perifere aansluitingen van de warmtekrachtmodule (Fig. 8) inbouwen.
● Voor een storingsvrije werking moet de warmtekrachtmodule altijd van een constant en voldoende groot verwarmingswaterdebiet voorzien worden. De retourtemperatuur naar de warmtekrachtmodule (verwarmingswaterinlaattemperatuur) mag normaal gezien niet meer dan 70°C bedragen.
● Retourtemperatuurverhoging moet onmiddellijk achter de module geïnstalleerd worden Hiertoe behoren:
-
22
2 flensafsluitventielen (per module) Vuilvanger (per module, optie) Verwarmingswaterslang Driewegmengklep, compleet met aandrijving Regelaar met hulpenergie Membraanexpansievat, gedimensioneerd voor de systeemdruk van de verwarmign
Fig. 11
aansluitschema hydraulische aansluiting 5848 083 NL 03/2013
-
Aansluiting met kapventiel DN 25 (per module) Verwarmingscirculatiepomp Strengregelklep (per module, optie)
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
Installeren 4.7
Gasaansluiting
4.7.1
Algemene vereisten GEVAAR
AANWIJZING!
Werkzaamheden aan gasgeleidende onderdelen moeten door een geaccrediteerd vakbedrijf uitgevoerd worden. Toestellen en onderdelen in het gastoevoersysteem moeten volgend de EN-norm een DVGW- of gelijkwaardige goedkeuring hebben.
Wij raden u aan de aansluitleidingen van de warmtekrachtmodule groter te dimensioneren om dit traject als buffer te gebruiken. Hierdoor kunnen drukschommelingen bij schakelingen van ketels worden opgevangen. Als de voorhanden gasdruk niet aan de vereisten voldoet (20 tot 50 mbar stromingsdruk), dan moet de installateur voor de nodige drukverhogings- of drukverlagingsinrichtingen zorgen. Hierbij moet met de regeltijden van de in de WKK-modules voorhanden gasregeltrajecten in de uitvoering rekening gehouden worden.
Bij het ombouwen van de gasarmaturen van de warmtekrachtmodule vervalt de goedkeuring en de garantie bij gevolgschade.
ATTENTIE! Voor de voorziening met aardgas moeten de bedrijfsmiddelvoorschriften in acht genomen worden. Er moet voor gezorgd worden dat het in het volledige gastoevoertraject niet tot dauwpuntonderschrijdingen komt.
Bij lage gasdruk kan een storingvrije werking met vollast niet meer gegarandeerd worden.
● Gashoofd- en gasverdeelleidingen van zwarte staalbuis volgens DIN 2440 en DIN 2460 uitvoeren.
4.7.2
Speciale montageaanwijzingen
● Gasleiding aan de module conform de
● In de gasleidingen moet op geschikte plaatsen een condensaatval voorzien worden die regelmatig gecontroleerd wordt.
aansluitingsmaten in hoofdstuk 2 en het stroomschema op pagina 20 Fig. 8elastisch aansluiten (contactgeluidsisolatie). De gascompensator moet onmiddellijk aan de module tussen gaskogelkraan en gasfilter gemonteerd worden!
GEVAAR Laswerkzaamheden mogen alleen door vakarbeiders met de nodige vergunningen uitgevoerd worden. De vergunningen moeten in het kader van de technische documentatie aangetoond worden.
● In de gastoevoerleiding inbouwen: Gashoofdafsluitkraan aan de warmtekrachtmoduleaftakking
-
Drukbewaker voor maximale gasdruk met inbouw in de gashoofdleiding
AANWIJZING! Als de installatie voor netvervangend bedrijf bestemd is, moeten overeenkomstige afsluitvoorzieningen met 24 V gelijkspanning (batterijwerking!) voorzien worden.
● De warmtekrachtmodule met een aftakkingsleiding
● Gasleidingen van een RAL-verf volgens DIN 2404 voorzien.
● Dichtheidscontrole met testprotocol uitvoeren. ● Het gebruik van een gasmeter in de uitvoering G25 verdient aanbeveling.
HANDLEIDING! Verder moeten de richtlijnen van het DVGW-werkblad G260 in acht genomen worden.
5848 083 NL 03/2013
aan de gastoevoer aansluiten.
VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
ESS Energie Systeme & Service GmbH 23
Installeren Rookgasaansluiting
4.8.1
Algemene vereisten
4.8.2
Speciale montagehandleidingen
● Module bij voorkeur via een individuele
GEVAAR
rookgasleiding aan de schouw aansluiten. ● Rookgasleiding zuur- en drukvast (pulsatie tot 40 mbar), bij voorkeur in staal AISI 316Ti (met isolatie) of glas, wanddikte minstens 1 mm, uitvoeren.
Bij de dimensionering van de rookgasleiding moet de max. toegestane rookgastegendruk van 15 mbar in acht genomen worden en cijfermatig aangetoond worden. De stroomsnelheid mag 10 m/sec. niet overschrijden.
AANWIJZING! Bij aansluiting van meerdere modules via verzamelleidingen aan een schouw moeten bijzondere bepalingen in acht genomen worden!
ATTENTIE! Er moet uitgesloten worden dat de schouwtrek de rookgassen uit de motor zuigt. Dit zou een negatieve invloed hebben op bijv. de lambdaregeling (emissieregeling).
● In de rookgasleiding monteren: Tegenflens voor de -
ATTENTIE! Bij gebruik van de warmtekrachtmodule in een woning wordt dringend geadviseerd om twee opeenvolgende rookgasgeluiddempers te installeren om beter te kunnen voldoen aan de eisen aan ruimten met bijzondere bescherming ('s nachts 25 dB(A)).
-
● ●
1 2 3 4 5 6
warmtekrachtmoduleuitlaatflens conform de aansluitmaten in hoofdstuk 2. Axiale compensator met roestvrijstalen balg voor de contactgeluidontkoppeling en opname van warmtespanningen. Secundaire rookgasgeluiddemper conform VDI 2058-1, ontworpen voor de speciale eisen van het geluidsniveau van de ontstekingsfrequentie; Reinigings- en afvoeraansluiting alsook rookgasthermometer en aparte meetaansluiting; Evt. een muurdoorvoer naar de open lucht naar de schouw met doorschuifbuis en isolatie. Het volledige rookgassysteem isoleren. (max. toegest. oppervlaktetemperatuur 50 °C!) De inbedrijfstelling mag alleen uitgevoerd worden, als de succesvolle dichtheidscontrole of de typehomologatie van het gebruikte buissysteem bij de registratie aangetoond werd (zie hoofdstuk ).
Axialkompensatoren Abgasleitung Abgas-Sekundärschalldämpfer (Option) Kondenswasserablauf Entwässerung Heizwasser-Sicherheitsventile Elastischer Verbinder
3
3 1
> 50 mm =
6
1 6
2 2
6
6
6 > = 250 mm
6
4 5
Fig. 12
24
Schema van het perifere rookgassysteem voor twee warmtekrachtmodules met condenswaterafvoer en ontwatering van de veiligheidsventielen (afmetingen in mm)
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
5848 083 NL 03/2013
4.8
Installeren 4.9 4.9.1
Condenswaterafvoer Algemene vereisten
Bij warmtekrachtmodules met rookgaskoeling is de hoeveelheid condenswater uit de module en de perifere rookgasleiding met een paar liter per dag gereduceerd. Het rookgascondenswater is heel zuur en heeft een pH-waarde van 2 tot 3. Daarom mag condenswater alleen conform het ATV-werkblad A 251 en na samenspraak met de plaatselijke afvalwaterinstanties in de riolering en in geen geval in de open lucht afgevoerd worden.
MILIEU! Om het milieu te beschermen raden wij u aan neutraliseringsinstallaties met kalkgranulaat te gebruiken dat afhankelijk van de verzadiging van kleur verandert.
4.9.2
Speciale montageaanwijzingen
● Aan elke condenswaterafvoeraansluiting een vrije afvoer met sifon (u-buis) installeren.
GEVAAR! De condenswaterafvoer moet ≥ 50 mm onder de uitlaatopening liggen en de sifon moet een hoogte van ≥ 250 mm hebben om een statische hoogte van 25 mbar rookgastegendruk te garanderen zodat er geen rookgas kan ontsnappen (Fig. 12). Anders vergiftigingsgevaar door ontsnappende koolmonoxide CO.
ATTENTIE! De condenswaterleiding moet met elastische verbinders (bijv. slang) zowel aan de warmtekrachtmodule alsook aan de geluiddemper contactgeluidontkoppeld aangesloten zijn!
● Condenswaterleiding DN 25 zuurbestendig en warmtevast naar keuze in roestvrij staal of glas uitvoeren.
● Evt. externe HR-warmteoverbrener met een eigen
5848 083 NL 03/2013
condenswaterafvoerleiding aansluiten!
VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
ESS Energie Systeme & Service GmbH 25
Installeren 4.10 Elektrische aansluiting OPGELET HOOGSPANNING! Levensgevaar! De elektrische aansluiting mag alleen door een gespecialiseerde firma uitgevoerd worden. De betreffende NEN- en DIN-voorschriften en de plaatselijke voorschriften van de energiemaatschappij moeten in acht genomen worden.
4.10.1 Netaansluiting ● Afdekplaat (Fig. 13, pos. 1) afnemen en door de installateur te plaatsen kabeldoorvoer voor netaansluitingskabel aanbrengen.
● Netkabel en evt. PE-N-brug in het schakelbord volgens schakelschema aansluiten.
● Kabel buiten de kabelbakken indien nodig in beschermbuizen voeren.
● ● ● ●
Kabels niet over scherpe kanten leggen! Kabels niet scherp gebogen leggen! Niet aan de kabel trekken! Kabels zo leggen dat er niet over gestruikeld kan worden!
● Kabels zo leggen dat ze niet beschadigd kunnen worden! Fig. 13
4.10.2 Aansluiting van door de installateur te voorziene verbruikers
Kabeltoevoer naar het warntekrachtmoduleveld
Legende bij Fig. 13 Pos. 1: Afdekplaat Pos. 2: kabeldoorvoeringen Pos. 3: ventilatierooster
● Aansluitkabel via kabeldoorvoeringen aan de bovenkant van de module toevoeren (Fig. 13, pos. 2).
● De elektrische verbruikers in het perifere aansluitsysteem volgens schakelschema met de modulebesturing bedraden en bedrijfsklaar aansluiten.
● Richtlijnen voor de dimensionering van de kabels en de door de installateur te plaatsen beveiliging, zie pagina 12 Tafel 5 "Technische gegevens warmtekrachtmodule"
ATTENTIE!
26
ESS Energie Systeme & Service GmbH
5848 083 NL 03/2013
Het bedraden moet volgens NENrichtlijnen NEN 1010 alsook de betreffende EVU-voorschriften aan de plaatselijke omstandigheden aangepast worden. Verantwoordelijk daarvoor is het uitvoerende elektrobedrijf.
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
Installeren 4.11 Geluiddempingskap monteren ● Afzonderlijk meegeleverde elementen van de geluiddempingskap en afgenomen plafondelementen (Fig. 14) opnieuw aan het basisframe bevestigen (snelsluitingen voor vierkantsleutel).
Fig. 14
Elementen van de geluiddempingskap monteren
ATTENTIE!
5848 083 NL 03/2013
Altijd en uitsluitend de meegeleverde originele kastsleutel gebruiken om schade aan de sloten te vermijden. Bij het openen en sluiten van de sloten absoluut op het volgende letten:
Sluiten:
Openen:
Geluidskappplaat optillen en tegen het betreffende frame drukken. Attentie: bij het naar beneden vallen van de geluidskapplaat bestaat breukgevaar. Dragen van veiligheidskleding/-schoenen nodig!
Geluidskappplaat optillen en tegen het betreffende frame drukken. Attentie: bij het naar beneden vallen van de geluidskapplaat bestaat breukgevaar. Dragen van veiligheidskleding/-schoenen nodig!
Uitgangspositie slot open (puntmarkeringen op het slot staan 180° ten opzichte van elkaar)
Uitgangspositie slot gesloten (puntmarkeringen op het slot staan tegenover elkaar)
Geluiddempingskap vastzetten en sleutel 90° naar links draaien (puntmarkeringen op slot staan nu 90° ten opzichte van elkaar)
Geluiddempingskap aandrukken!!! en hierbij sleutel 90° naar rechts draaien (puntmarkeringen op slot staan nu 90° t.o.v. elkaar)
Geluiddempingskap aandrukken!!! en hierbij sleutel nog eens 90° naar links draaien (puntmarkeringen op slot staan nu tegenover elkaar)
Sleutel nog eens 90° naar rechts draaien (puntmarkeringen op slot staan nu 180° t.o.v. elkaar)
VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
ESS Energie Systeme & Service GmbH 27
Kennisgeving van gereedheid
Kennisgeving van gereedheid
5
Hiermee melden wij volgens de „Algemene servicevoorwaarden“ van ESS na voltooiing volgens de montagehandleiding van de warmtekrachtmodule de volgende warmtekrachtmodule voor inbedrijfstelling aan: Aanwijzing: Zonder deze bevestiging kan een inbedrijfstelling van de warmtekrachtmodule door ESS omwille van ontbrekende, door de installateur te voorziene voorwaarden niet uitgevoerd worden. De 1e pagina kan volledig ingevuld en ondertekend vooraf voor reservering opgestuurd worden, de overige pagina's moeten ten laatste een week voor de inbedrijfstelling bij ESS aankomen! Stuur de ondertekende aanmelding naar het volgende adres: ESS Energie Systeme & Service GmbH Centrale technische dienst - service warmtekrachtmodule Fax: 08191/ 92 79-751 of e-mail:
[email protected] Celsiusstraße 9 86899 Landsberg am Lech
Gegevens over de plaats van installatie Opdrachtgever/adres:
_______________________________________ _______________________________________ _______________________________________
Contactpersoon:
_______________________________________
Telefoon / fax:
_______________________________________
E-mail:
_______________________________________
Warmtekrachtmodule/type:
_______________________________________
Fabricagenummer: (op typeplaatje naast ventilator)
_______________________________________
Locatie van de installatie:
_______________________________________ _______________________________________ _______________________________________
Contactpersoon:
_______________________________________
Telefoon / fax:
_______________________________________
E-mail:
_______________________________________
Gewenste inbedrijfstellingsdatum vanaf 4 weken na kennisgeving van gereedheid): ________________________________________ ________________________________________ Wij zijn ervan op de hoogte dat de ESS Energie Systeme & Service GmbH niet aansprakelijk is voor schade of afwijkingen van gewenste waarden die omwille van afwijkende bedrijfsvoorwaarden ontstaan. Als de inbedrijfstelling omwille van door de installateur veroorzaakte gebreken, zoals ontbrekende installaties, aansluitingen, werkingsstoffen, andere montagewerkzaamheden in de opstellingsruimte e.d. moet worden afgebroken, nemen wij (opdrachtgever) de daardoor ontstane meerkosten volledig op ons.
___________________________________
_______________________________________
Plaats/datum
Bedrijfsstempel en wettelijke handtekening van de opdrachtgever
28
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
5848 083 NL 03/2013
Opmerkingen:
Kennisgeving van gereedheid Verplichte velden, moeten door de opdrachtgever ingevuld worden: 1. Plaatsing in de ruimte
Opmerkingen
1.1
Alle werkzaamheden die met stof en vuil gepaard gaan, zijn beëindigd. De opstellingsruimte is bezemschoon.
1.2
De toegankelijkheid en de min. afstanden volgens bedrijfsdocumentatie zijn gegarandeerd.
1.3
De elastische stelpoten staan volledig op de voldoende belastbare grond. Netto hoogte , grond / warmtekrachtmodule ca. 10 cm (netto hoogte valt weg bij warmtekrachtmodules groter dan 199 kW elektrisch)
2. Elektrische installatie
□ ja □ ja □ ja
__________________ __________________ __________________
Opmerkingen
2.1
Alle elektrische componenten (warmtekrachtmodule, kleppen, pompen, voelers enz.) moeten volgens de NEN-richtlijnen en de bepalingen van het plaatselijke energiebedrijf aangesloten worden.
□ ja
__________________
2.2
De elektrische kabels moeten overeenkomstig gedimensioneerd zijn, op een vakkundige manier gelegd worden en aangesloten zijn. Doorsnede van de voedingskabels: …………… x ……………. mm²
□ ja
__________________
2.3
De integratie van de verwarmingsinstallatie in de aardingskabel moet volgens de bepalingen van de NEN en het plaatselijke energiebedrijf uitgevoerd worden.
□ ja
__________________
2.4
De vergunning voor de voeding van de geproduceerde, elektrische energie resp. van het parallel netbedrijf is door het verantwoordelijke energiebedrijf toegekend.
□ ja
__________________
Bevestiging door verwarmingsfirma pagina 3 3. Verwarmingssysteem
Opmerkingen
3.1
De verwarmingswateraansluiting en de verwarmingswaterpomp zijn volgens de bedrijfsdocumentatie voldoende gedimensioneerd.
□ ja
__________________
3.2
De verwarmingsinstallatie is hydraulisch klaar voor gebruik, d.w.z. met een warmtedragend medium gevuld, ontlucht en volgens onze ontwerp- en uitvoeringsaanwijzingen hydraulisch in het installatieschema geïntegreerd.
□ ja
__________________
3.3
De warmteafname is, rekening houdend met het vermogen van de warmtekrachtmodule, gedurende min. 2 uur tijdens de inbedrijfstelling gegarandeerd.
□ ja
__________________
4. Ventilatiesysteem 4.1
Opmerkingen
De aansluiting aan ventilatiekant is volgens de op dit moment geldende Europese normen en richtlijnen uitgevoerd en voldoet aan de ontwerp- en montagehandleidingen.
5848 083 NL 03/2013
5. Rookgassysteem
□ ja
__________________
Opmerkingen
5.1
De aansluiting aan rookgaskant is volgens de op dit moment geldende Europese normen en richtlijnen uitgevoerd en voldoet aan de ontwerp- en montagehandleidingen. (spanningsvrije inbouw van de compensatoren in acht nemen)
5.2
Condensaatafvoer met niveauverschil aan alle rookgas voerende dieptepunten met waterslot (sifonhoogte ≥ 250 mm)
5.3
Type rookgasinstallatie:
□ ja __________________ □ Kunststof (met STB) □ Roestvrij staal
5.4
Fabrikant van de rookgasinstallatie:
________________________
5.5
Aantal geluiddempers:
________________________
□ ja
__________________
Bevestiging door verwarmingsfirma pagina 3 VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
ESS Energie Systeme & Service GmbH 29
Kennisgeving van gereedheid 3. Verwarmingssysteem
Opmerkingen
6.1
De gastoevoer van de warmtekrachtmodule is gegarandeerd. De aansluiting aan gaskant is volgens de op dit moment geldende Europese normen en richtlijnen uitgevoerd en voldoet aan de ontwerp- en montagehandleidingen. De dynamische gasdruk voldoet aan de technische voorschriften.
□ ja
__________________
6.2
De gasleiding is klaar gemonteerd, (compensator, gasfilter), voldoende gedimensioneerd, aangesloten, ontlucht en op dichtheid gecontroleerd. (spanningsvrije inbouw van de compensatoren in acht nemen)
□ ja
__________________
5848 083 NL 03/2013
Bevestiging door verwarmingsfirma pagina 3
30
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
Kennisgeving van gereedheid
Bevestigingen: Geteste installatie volgens de nieuwste voorschriften: Elektrische aansluiting: Hiermee bevestigen wij de reglementaire installatie van de elektrische componenten voor de hiervoor genoemde bouwplannen. Deze installatie hebben wij volgens de op dit moment geldende normen, NEN-richtlijnen alsook de richtlijnen van het plaatselijke energiebedrijf uitgevoerd en getest.
Installatiebedrijf elektrische installatie: Datum
Stempel
Handtekening
Voor de uitvoering van de ingebruikneming zijn de vrijgave en de handtekening van de energiemaatschappij absoluut vereist. Zonder vrijgave vindt geen ingebruikneming plaats! Energiebedrijf Datum
Stempel
Handtekening
Verwarmingsaansluiting / gasaansluiting: Hiermee bevestigen wij de reglementaire installatie van de gemonteerde gasleidingen voor de hiervoor genoemde bouwplannen. Deze installatie hebben wij volgens de op dit moment geldende normen en richtlijnen uitgevoerd (bijv. geen buigen van compensatoren) en op dichtheid gecontroleerd.
Installatiebedrijf gasinstallatie: Datum
Stempel
Handtekening
Rookgasaansluiting: Hiermee bevestigen wij de reglementaire installatie alsook de controle van de rookgasweg voor de geïnstalleerde module van de warmtekrachtmodule voor de hiervoor genoemde bouwplannen.
5848 083 NL 03/2013
Als waarborg van veiligheid en gezondheid is het rookgassysteem als overdruksysteem voor belastingspieken ("te voorzien foutief gebruik") van max 4.000 Pa bedrijfsdruk gedimensioneerd en volgens de geldende verordening gecontoleerd op geschiktheid en veilig gebruik. [GPSG § 4 (4)] Het rookgassysteem is conform DIN V 18160-1 / drukklasse H1. (5.000 Pa overdruk/lekpercentage 0,006 l/s m²)
Gespecialiseerde firma schouwbouw: Datum VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
Stempel
Handtekening ESS Energie Systeme & Service GmbH 31
Kennisgeving van gereedheid
Bijlage 1 bij orderafwikkeling: Telefoonlijst Verantwoordelijke personen / contactpersonen met telefoonnummer: (voor eventuele korte vragen of verduidelijkingen bij de inbedrijfstelling) Leiding van de bouw ter plaatse: Naam: _____________________________ Tel.: _____________________ Verwarmingsinstallatie: Naam: _____________________________ Tel.: _____________________ Elektrische installatie: Naam: _____________________________ Tel.: _____________________ Beheersysteem / MSR: Naam: _____________________________ Tel.: _____________________ Adviesbureau: Naam: _____________________________ Tel.: _____________________ Gebruiker: Naam: _____________________________ Tel.: _____________________ Toekomstig installatiemanagement / huistechniek: Naam: _____________________________ Tel.: _____________________ Contactpersoon energiebedrijf: Naam: _____________________________ Tel.: _____________________ Adres energiebedrijf:
5848 083 NL 03/2013
_____________________________________________________________
32
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
Kennisgeving van gereedheid Bijlage 2 bij de algemene installatiebeschrijving: Vermogensgegevens van de warmtekrachtmodule: Elektrisch, parallel netbedrijf:
________________
Netvervangend bedrijf (max. 90%):
________________
Thermisch:
________________
Energiegebruik:
________________
Retourtemperatuur:
________________
Aanvoertemperatuur:
________________
Gastype:
________________
Verwarmingswaarde:
________________
Opstelhoogte (boven zeespiegel):
________________
Modi:
Opmerkingen:
Warmtegeleid Vollast
ja nee
Externe modulatie
ja
nee
Interne modulatie
ja
nee
Vollast
ja
nee
Modulatie na netvoeding
ja
nee
Netvervangend bedrijf
ja
nee
Trappenschakeling aanwezig
ja
nee
Modulekeuze bij manuele werking
ja
nee
Modulekeuze door moduulinterne vrijgave
ja
nee
Modulekeuze door boilerniveauregeling
ja
nee
Modulekeuze door ESS – beheersysteem (MMM)
ja
nee
Modulekeuze door een door de installateur te voorziene DDC installatie
ja
nee
Modulekeuze bij manuele werking
ja
nee
Modulekeuze door moduulinterne vrijgave
ja
nee
Modulekeuze door ESS – beheersysteem (MMM)
ja
nee
Modulekeuze door een door de installateur te voorziene DDC installatie
ja
nee
Schakelaar voor de netkoppeling door de installateur te voorzien
ja
nee
Schakelaar voor de netkoppeling voor module
ja
nee
Schakelaar voor de netkoppeling door ESS – beheersysteem (MMM)
ja
nee
Keuze trap door de installateur te voorzien
ja
nee
Keuze trap door ESS – beheersysteem (MMM)
ja
nee
Stroomgeleid
Aantal trappen Parallel netbedrijf:
5848 083 NL 03/2013
Netvervangend bedrijf:
VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
ESS Energie Systeme & Service GmbH 33
Typecontrole conform richtlijn inzake gastoestellen
Typecontrole conform richtlijn inzake gastoestellen
5848 083 NL 03/2013
6
34
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
Conformiteitsverklaring volgens machinerichtlijn
Conformiteitsverklaring volgens machinerichtlijn
5848 083 NL 03/2013
7
VITOBLOC 200 EM-70/115 Montagehandleiding
ESS Energie Systeme & Service GmbH 35
Conformiteitsverklaring volgens machinerichtlijn
ESS Energie Systeme & Service GmbH Celsiusstraße 9 D-86899 Landsberg am Lech Telefoon: 08191 / 9279-0 Fax: 08191 / 9279-23
[email protected] www.ess-landsberg.de
36
ESS Energie Systeme & Service GmbH
Montagehandleiding VITOBLOC 200 EM-70/115
5848 083 NL 03/2013
Technische wijzigingen voorbehouden!