200

Driepoot met TIRAK XS 300 P en Silozitje voor het Inspecteren van Silo's

Serienr./Bouwjaar /200 Capaciteit 130 kg Eigen gewicht (Silozitje) 20 kg Toelaatbaar totaal gewicht 150 kg Takel 1 TIRAK XS 300 P Toelaatbare belasting voor personentransport voor silo inspectie 150 kg

Montage- en Bedieningshandleiding BA-3Baum+Sitz/NL.pm6 - 10/02

© GREIFZUG GmbH 2002

A) Montagehandleiding 1. Algemeen De montage van de Tractel driepoot mag alleen onder toezicht en verantwoordelijkheid van een hiertoe opgeleid en ter zake kundig persoon, die met het apparaat en deze handleiding bekend is, plaatsvinden. Voor de aanvang van de montage moeten alle delen gecontroleerd worden op een storingsvrije werking. Er mogen alleen originele onderdelen en een originele Tirak staaldraad gebruikt worden. De staaldraad moet gecontroleerd worden op eventuele beschadigingen. Maatgevend hiervoor is DIN 15020 blad 2. In het bijzonder dient de punt van de staaldraad te worden bekeken.

2. Onderdelen Fig. 1

3

12 13 9

10 11

7

2

1 14

6

Pos. omschrijving 1

2 3 4 5 6 7

Poot (tweedelig) met bevestigingsbeugel voor de Tirak takel, omloopschijf en zwenkvoet Poot (tweedelig) met zwenkvoet Bevestigingskop Borgpen 12mm (zonder afbeelding) Bevestigingsschroeven (zonder afbeelding) Veiligheidsketting Tirak XS 300P met staaldraadhaspel

Aantal

Pos. omschrijving 8

1 2 1 4 3 1 1

9 10 11 12 13 14

–2–

Bevestigingsbouten voor Tirak (zonder afbeelding) Hijskabel Draaihaak incl uitneembeveiliging Harpsluiting Eindschakelaar met spangewicht en elektrische aansluiting Deka-klem met afschakelplaat Silozitje kompleet

Aantal 2 1 1 2 1 1 1

3. Montage van de driepoot 3.1 Bij gemonteerde driepoot

Fig. 2

a) Borgpennen (4) verwijderen en de onderste delen van de drie poten tot de gewenste lengte uittrekken (fig.2). b) De zo ingestelde poten weer met de borgpennen (4) borgen.

A 3.2 Bij ongemonteerde driepoot a) De onderste delen in de bovenste poten (1 en 2) schuiven (fig 1). Nu de middelste gaten (A) met telkens een borgpen (4) borgen (fig.2).

B Fig. 3

4 b) De drie poten met drie bevestigingsschroeven (5) en een borgpen (4) aan de bevestigingskop fixeren (fig.3).

5

5

3.3 Driepoot opstellen a) Driepoot over het gesloten en beveiligde mangat uit elkaar klappen en opstellen. Daarbij moeten de zwenkvoeten van de driepoot een gelijkzijdige driehoek vormen. b) Veiligheidsketting (6) door de opening (B) van de poten van de driepoot trekken en evenredig verdelen (fig.4)

Fig. 4 veiligheidsketting

B

B

4. Montage van de Tirak en stroomvoorziening a) Indien niet gemonteerd, de Tirak (7) tussen de bevestigingssteunen (D) van de poot (1) plaatsen en met bouten (8) fixeren (fig.5). b) Voedingskabel van de Tirak aansluiten op vaste net: 400 Volt draaistroom 50 Hz/3-fase nul aarde; 400 Volt draaistroom 50 Hz/ 3-fase + aarde (48 Volt besturing); 230 Volt wisselstroom 50Hz/1-fase + aarde. Hoofdzekering 16 Ampère De rode Nood-uit knop op de drukknopkast naar rechts draaien tot deze vrij springt. Het apparaat is nu ingeschakeld. –3–

Fig. 5

8

1 D

D

7

5. Bevestigen van het silozitje aan de hijskabel. 5.1 Bevestigen van het silozitje en staaldraadinstallatie. 5.1.1 Bevestigen van het Silozitje bij gemonteerde staaldraad

Fig. 6

a) Druk op de knop NEER van de drukknopkast en laat de hijskabel (9) uit de staaldraadhaspel lopen*. b) Silozitje (14) onder de driepoot plaatsen en de draaihaak (10) van de staaldraad aan de sluitingen (11) van het silozitje vastmaken.

9 7

5.1.2 Installatie van de staaldraad

14

Alleen draaiarme staaldraad met een draaihaak gebruiken! a) Hijskabel (9) met de punt aan de voorzijde over de omloopschijf van de poot (1) voeren. De punt van de hijskabel in de staaldraad invoerbus van de Tirak (7) steken (fig.7). b) Druk op de knop OP van de drukknopkast en voer de staaldraad door. De Tirak takel voert de staaldraad automatisch in*. Als de staaldraad stuikt, deze krachtig met de hand doordrukken, tot deze wordt doorgevoerd en aan de onderzijde de takel verlaat. c) De hijskabel verder door de geleideveer (E) en de staaldraad uitloopbeveiliging doorvoeren tot in de staaldraadhaspel (stoottrommel). d) De punt van de staaldraad na het invoeren uit de serviceopening (F) van de stoottrommel trekken. Twee staaldraadklemmen (G) voor de staaldraad uitloopbeveiliging over de staaldraad schuiven en op ca. 10 cm van het uiteinde van de staaldraad vastschroeven (fig. 8). e) Staaldraadpunt weer in de trommel terugplaatsen en de hijskabel zover invoeren totdat het silozitje onder de driepoot geplaatst en zoals hierboven beschreven opgehangen kan worden.

Fig. 7 hijskabel

E

Fig. 8 * Bij draaistroomaansluiting: indien de motor niet werkt, moet men met behulp van de fasekeerbare poolaansluiting van de steker aan de takel, de draairichting van de motor omkeren. Nooit met de knop NEER van de drukknopkast de hijskabel invoeren in de takel, omdat anders de eindschakelaars niet goed functioneren.

G

F

–4–

1

5.2 Afstellen van de afslagplaat en de eindschakelaar. Fig. 9

Het passeren van het mangat is alleen handbediend toegestaan! a) Indien nog niet gemonteerd, de Deka-klem met de afslagplaat (13) boven de persklem van de staaldraad bevestigen. b) Het silozitje tot ca. 2 m. van de onderzijde van het mangat laten zakken. c) De eindschakelaar met spangewicht (12) op de hijskabel monteren en de lengte van de ketting van de eindschakelaar zo instellen dat de eindschakelaar op de afschakelplaat (13) ligt (fig.9). d) Het silozitje laten zakken en weer omhoog brengen. Zodra de afschakelplaat tegen de eindschakelaar aankomt moet de Tirak takel stoppen. Het is dan elektrisch niet meer mogelijk om te hijsen / dalen.

Mangat

min. 2m 12 13

De driepoot en het silozitje zijn nu gereed. Voor de ingebruikname zijn echter nog de volgende controles volgens hoofdstuk 7 uit te voeren.

B) Bedieningshandleiding 6. Algemeen Het gebruik en de bediening van de driepoot met silozitje mogen volgens veiligheidsvoorschriften van overheidswege alleen door geïnstrueerde personen worden uitgevoerd. U moet met deze bedieningshandleiding en de geldende veiligheidsvoorschriften in het bijzonder de “Sicherheitsregeln für hochziehbare Personen aufnahmemittel – ZH 1/461” bekend zijn. Er moet een opzichter aangesteld worden die voor het gebruik van de installatie verantwoordelijk is.

7. Controle voor ingebruikname. Voor elk gebruik van de Tractel installatie voor silo betreding moeten de volgende controles worden uitgevoerd. 7.1 Controle van de driepoot en het silozitje a) b) c) d)

Controleer de complete ophangconstructie op een storingvrije toestand. Controleer de correcte positie en de geleiding van de hijskabel over de omloopschijf. Controleer in het bijzonder de staaldraad-bevestigingen. Controleer alle schroef- en boutbevestigingen, in het bijzonder die van de bevestigingen van de takel en het silozitje.

7.2 Controle van de aandrijving. a) De drukknopkast van de Tirak is uitgevoerd met een drukknop OP, NEER en NOOD-UIT. b) Drukknop OP(1) indrukken – het silozitje moet omhooggaan. Zoniet de fase omdraaien in de steker van voeding van de Tirak. Zo wordt de draairichting van de motor omgekeerd. Het is verboden om met de drukknop NEER (2) het silozitje omhoog te bewegen, omdat dan de eindschakelaars op de driepoot niet correct werken. c) Controleer de werking van de eindschakelaar: druk handmatig tegen de beugel van de eindschakelaar en druk op de drukknop OP - het silozitje mag niet omhoog gaan. Controleer dit ook met Neer knop. Indien dit wel gebeurt moet de fout door een elektricien worden verholpen. –5–

Fig. 10

NOOD-UIT

1 2

8. Ingebruikname ! LET OP! Het passeren van het mangat mag alleen handbediend worden uitgevoerd! De persoon op het silozitje moet met een full-body harnasgordel zijn aangelijnd aan een persoonlijk veiligheidssysteem!

8.1 Elektrische bediening Fig. 11

a) Drukknop OP indrukken om omhoog te verplaatsen. b) Drukknop NEER indrukken om naar omlaag te verplaatsen.

8.2 Staaldraad uitloopbeveiliging en staaldraad opwikkelcontrole a) Voordat de staaldraadpunt onbedoeld uit de staaldraadhaspel kan lopen stopt de eindschakelaar H de neerwaartse beweging. b) Druk op de drukknop OP en voer de staaldraad verder totdat de eindschakelaar vrijkomt. c) Bij beschadiging of door kinken van de staaldraad in de staaldraadhaspel wordt de eindschakelaar ook bediend. d) De staaldraad invoeren totdat de eindschakelaar vrijkomt, oorzaak van het afschakelen opzoeken en voor een veilige gecontroleerde uitloop van de staaldraad zorgen. Indien dit niet mogelijk is contact opnemen met de service afdeling.

OP NEER

H

!LET OP!

!

Fig. 12

Bij normaal gebruik moet de as van de handbediening altijd goed gesmeerd zijn.

8.3 Handbediening a) Borgveer (L) achter de fixeerbeugel (M) verwijderen. b) Slinger (K) draaien en richting de overbrenging van de takel drukken, tot deze zich op de as van de slinger in de gebruiksstand laat schuiven. c) De schakelaar (P) onderbreekt de stroomtoevoer naar de besturing van de motor. d) Borgveer (L) voor de fixeerbeugel (M) op de bout (N) plaatsen. e) Remlichter (Q) uit de handgreep (R) trekken, door de opening van de motorkap in de remlichterbeugel steken, voorzichtig naar boven trekken en vasthouden. f) Hijsen: Slinger (K) rechtsomdraaien (met de wijzers van de klok mee) Dalen: Slinger(K) linksom draaien (tegen de wijzers van de klok in). g) Belangrijk tijdens het hijsen: staaldraadhaspel met de hand nadraaien zodat de staaldraad op een correcte manier wordt opgerold. h) Na het beëindigen van de handbediening de remlichter (Q) weer in het handvat plaatsen.

Q K P M

N

R

L

i) Borgveer (L) lostrekken, slinger naar buiten trekken en de borgveer (L) achter de fixeerbeugel (M) op de bout (N) steken fig.13. De slinger is nu gezekerd in een vrijloopstand; de schakelaar (P) heeft de elektrische besturing weer vrijgegeven.

–6–

L M Fig. 13

STOP

9. Storingen

STOP GEVAAR!

Voorkom ernstige verwondingen: 2) Overige reparaties mogen alleen uitgevoerd worden door Tractel.

1) Controle en reparaties aan de elektrische installatie mogen alleen worden uitgevoerd door een gekwalificeerde elektricien. Het aansluitschema van de Tirak takel bevindt zich in de aansluitkast Storing

Oorzaak

Oplossing

a) De takel werkt niet.

Slinger is nog ingedrukt. In de voeding zijn de fasen verdraaid.

Slinger in vrijloop plaatsen en zekeren. Fase draaien in de voeding.

b) Het silozitje gaat NEER maar niet OP.

Een fase ontbreekt, d.w.z. een zekering is doorgebrand of in de voeding zit een los contact, resp. een onderbreking.

Zekering controleren.

c) De takel werkt niet Afschakeling van de relais i.v.m. ondanks goede voeding. oververhitting. Afschakeling van de relais om andere redenen. Een eindschakelaar is niet correct aangesloten in de aansluitkast van de takel. d) Geen neergaande beweging mogelijk.

De staaldraad uitloopbeveiliging is aangesproken want … … het einde van de staaldraad is bereikt., … de hijskabel is beschadigd of in de haspel is een kink of een lus ontstaan.

Voedingkabel controleren. Schoonmaken en voor voldoende koeling zorgen – na afkoeling het werk hervatten. Indien dit niet mogelijk is: een elektricien verwittigen. Steker correct aansluiten in de aansluitkast van de takel.

In oprichting bedienen tot de eindschakelaar vrijkomt. Hijskabel controleren, silozitje omhoog hijsen en kabel vervangen.

Leiden deze aanwijzingen niet tot het achterhalen en het verhelpen van de storing, roep dan de hulp in van een gekwalificeerde elektricien of wendt u tot de service afdeling van Tractel.

10. Buitengebruikstelling 10.1 Onderbreking van de werkzaamheden. a) Als de installatie niet gebruikt wordt moet het mangat afgedekt en afgesloten zijn.

b) De voeding moet zo worden onderbroken dat een ongeoorloofd gebruik niet mogelijk is.

10.2 Einde van de werkzaamheden a) Silo mangat afsluiten. b) Stroomtoevoer onderbreken en complete installatie demonteren. –7–

C) Onderhoud 11. Termijnen en aanwijzingen 11.1 Silozitje en driepoot Volgens de “Sicherheitsregeln für hochziebare Personeaufnahmemittel- ZH 1/461” moeten de volgende controles worden uitgevoerd. a) Dagelijkse controle tijdens het gebruik van de driepoot en silozitje volgens hoofdstuk 7. b) Jaarlijkse controle van de installatie door een zaakkundig persoon.

11.2 Tirak takel De Tirak takel moet volgens de geldende voorschriften ten laatste na 500 werkuren, echter minstens éénmaal per jaar door een zaakkundige, de fabrikant, of de leverancier worden gecontroleerd.

11.3 Staaldraad Volgens de geldende voorschriften en de UVV “ Lastaufnahmeeinrichtungen im Hebezeugbetrieb” (VBG 9a) moet de hijskabel wekelijks volgens de in voorschrift DIN 15 20 , blad 2 beschreven criteria worden gecontroleerd op eventuele afkeur. 11.4 Beproevingsverslag Het resultaat van de jaarlijkse keuring moet schriftelijk worden bewaard. Er moet een beproevingsboek worden bijgehouden

D) Bijlage Onderdeel van deze montage en bedieningshandleiding - Bedieningshandleiding Tirak takel X 300 P

–8–