Dagboek van een Wereld Congres Ganger – 24/10/2005 Het was vroeg die maandagmorgen: om 7u30 moest ik in Londerzeel zijn om de digitale camera terug te bezorgen aan Erik. Ik had het de week tevoren geleend om de promoclip voor Hilde Henderickx van JCI Gent te filmen (mijn analoge had na 10 jaar de geest aan Maarten gegeven).
snorden we vrolijk zingend over de Weense snelwegen (de argwanende lezer zal bij de vorige zin meteen nattigheid gevoeld hebben. Inderdaad, de ironie droop er namelijk van af: we hebben helemaal niet gezongen! Sterker nog, het was zelfs verdacht stil in het busje dat zo was gekomen: wellicht was iedereen moe van de lange reis).
Ik was er nog net vóór Erik naar z’n werk vertrok. Na een fijne file op de A12 was ik precies op tijd voor de opening van het postkantoor, waarna ik ook nog enkele last-minute boodschappen kon doen (en ik die dacht dat je bij de opening van de supermarkt quasi alleen zou zijn om inkopen te doen). Net toen ik de laatste hand aan mijn valies had gelegd, kreeg ik een smsje van Hilde: ze was verkozen voor JCI Europe! Blij te horen! Toen ik tegen 12u45 in de luchthaven arriveerde, kwam ik meteen Marc en Karin tegen, druk aan het bellen met het thuisfront (ze waren hun business cards vergeten: aangezien dat een onmisbaar attribuut is op congressen diende dat even snel geregeld te worden). Onze vlucht vertrok pas om 14u15, maar diegenen die de vlucht van 10u45 hadden, waren blijkbaar nog steeds niet opgestegen (uiteindelijk zouden ze ongeveer gelijk met ons de ruime lucht kiezen). Een kleine maaltijd drong zich op voor Marc en Karin en uit pure solidariteit heb ik een dessertje meegegeten. Om 14u20 verloren de wielen van ons vliegtuig alle contact met de grond en voor we het wisten, landden we omstreeks 16u te Wenen, waar het zonnetje heerlijk scheen.
Foto 3 – Vooraan links de 3 mannen van de 100 hoofdige delegatie van Estland Redelijk op tijd begint dan de ceremonie en van de speechen is mij toch één speciaal opgevallen: de voorzitter van de Weense Kamer van Koophandel, Brigitte Jank, had het de hele tijd over “jank entrepreneurs” :-) Overigens, als je zo’n achternaam hebt, moet je wel in Wenen wonen :-) Foto 2 - Frank kijkt met een kennersblik na of het JCI logo geheel en al conform de corporate identity is In hotel Nordbahn, de nieuwe, tijdelijke thuisbasis van de Belgische delegatie, gonst het van de bedrijvigheid. Iedereen schuift aan bij Andries en Sabine om zijn congreskit in ontvangst te nemen. JCI Vienna heeft voor een moderne rugzak gekozen, volledig plat met een uitstulping beneden. De sponsor “SIEMENS” was blijkbaar wel ietwat improvisorisch aangebracht, aangezien de groene lettertjes zich iets te makkelijk lieten verwijderen (en onze meer creatieve medemensen inspireerden tot een spelletje Scrabble: “MENS” zou veel punten opleveren maar de bezittingsdrang in de meesten onder ons leidde uiteindelijk tot congreskits met “MINE” erop. Na al dat gepruts met lettertjes bleef er niet veel tijd over om ons om te kleden voor de openingsceremonie, die al om 18u30 zou beginnen. Snel even het gele JCI Belgium hemd aanschieten en de metro bracht ons naar het congrescentrum. De zaal waar de ceremonie zou worden gehouden was enorm. Gelukkig konden we blindelings de geelhemdigen volgen om ergens achter de mengtafels en de Estlandse delegatie (die verrassend genoeg voornamelijk uit dames bestond) onze landgenoten terug te vinden.
Foto 1 – Francis zet voet op Oostenrijkse bodem
Om de ambiance er al meteen in te brengen speelt de band “Werkskapelle”, die we kennen van de voorbije congressen in Potiers en Copenhagen, enkele sfeernummers.
Foto 4 – Onze first lady Hilde en haar huisband René schrijden over het podium De begroeting van de vele chief delegates (en gezien het grote aantal landen bij een wereldcongres zijn er dat aardig wat), verloopt vlotjes en al snel staat het podium quasi vol, allemaal netjes gerangschikt per area (geografisch gebied), zodat er bijna geen plaats meer is voor the Viennese Boys Choir (Weense zangerknapen). Na enkele klassieke stukken brengen zij ook ‘Money, money, money’ van Abba ten gehore. Onze volgende afspraak is het Weense stadhuis voor de Get Acquainted Party, maar eerst spoor ik nog even mee met JCI Noord-Brabant om een printerakkefietje op te lossen. De metro (die met de congresbadge de hele week gratis te gebruiken is) brengt me in 2 stappen naar het Rathaus (de niet-Duitstaligen onder ons hoeven zich geen zorgen te maken, deze benaming suggereert niet dat het gebouw van knaagdiertjes vergeven is).
Ter plekke regelde Marc de shuttle naar het hotel Nordbahn en even later Infokrantje van JCI Tienen - Verantwoordelijke uitgever: Peter Tacq
1
Op de benedenverdieping is een Tirolerdorp nagebouwd, compleet met ijsberg en dito bar.
Om niet alle kruid te verschieten op de eerste avond besluit ik wijselijk de laatste metro naar het hotel te nemen (omstreeks 00u30). Van vroeg gaan slapen is echter niet veel in huis gekomen, aangezien ik mijn room mate Ralph (van Zwitserland) al lang niet meer gezien had en we dus heel wat hadden bij te babbelen.
aanwezig: zou er een verband zijn met het komende Europese congres in Tallinn (juni 2006, ondergetekende is reeds ingeschreven: als vroege vogel verdient dit wel een euh, wel, pluim)?
Dagboek van een Wereld Congres Ganger – 25/10/2005 Foto 5 – Een echte ijsberg, bedolven onder de nationale vlaggetjes Na aldaar enige tijd rondgehangen te hebben werd al snel duidelijk dat daar niet veel te bikken viel. Op naar de eerste verdieping dan maar, waar in een verderafgelegen zaaltje (iets moeilijk te vinden, maar honger is de beste gids) de struggle for food aan volle gang was. De truuk is om eerst een bordje en tools te bemachtigen, waarna je je dan in de rij wurmt en – desnoods met de blote hand – voedsel verzamelen kan. Uiteindelijk bleken er vele verschillende zalen met elk hun eigen soort voedsel en muziekstijl te zijn (gaande van Tirolermuziek in de IJsbar (een groepje enthousiaste après-skiërs swingt de nacht weg), over dance music in de lounge (een lege dansvloer: jammer, want de muziekkeuze en mixing was lang niet slecht) naar Eighties (véél volk, tegeldansen is de regel) en tenslotte de ambiance band in de grote zaal (nog meer volk, als je erdoor wil, moet je wringen).
Foto 6 – Een gedurfde combinatie van klassieke kroonlusters en spots Dit zou later op de week meermaals de kracht en tegelijk het mindere aspect van het congres zijn: door de vele zalen op elk van de avondfestiviteiten was het heel makkelijk om mensen kwijt te raken en uren rond te lopen zonder elkaar terug tegen te komen.
De GSM speelt een vrolijk deuntje en fris en monter spring ik uit bed omstreeks 9u30. Nou ja, fris, de matras is een beetje hard dus zó goed heb ik niet geslapen. Maar ik mag niet klagen: mijn roommate meldt me dat ik danig snurk (in feite is het eerder een ondefinieerbaar geluid, zo blijkt). Gelukkig heeft hij ontdekt dat als hij kort roept (“ha!”), het snurken stopt (nu weet ik wat die nachtelijke geluiden waren :-) Ontbijt in hotel Adlon (inderdaad beste lezer: alle Belgen zijn gelijk maar sommigen Belgen zijn meer Adlon dan Nordbahn :-) is theoretisch tot 10u30 maar het buffet blijft staan tot zowat 11u. Aangezien dit mijn 12de congres is (Wereld- en Europees opgeteld) is de drang om elke morgen vroeg op te staan en te cursussen een beetje minder sterk aanwezig. En we zijn blijkbaar niet de enigen want de eetzaal zit goed vol (sommigen houden van de just-in-time filosofie en verschijnen op de klok van 10u30, hetgeen de serveerster steevast een meewarige blik ontlokt). Het ontbijt is lekker en de keuze is bevredigend, maar mijn room mate Ralph heeft Duitse roots en mist wel het typische zurige brood (later op de week zou de serveerster dit speciaal voor hem brengen, als dat geen service is!).
Foto 7 – Katrina (EE) & Ralph (DE) bemerk de persoonlijke toets aan de mouwen van haar t-shirt De Estlandse marketingmachine draait op volle toeren: het motto is “Anything is possible” and dat wordt dan ook aan de Trade Show stand van Estland volop duidelijk gemaakt. Ik heb het zelf niet gezien maar men heeft mij in de loop van de week bericht over een zwembadje met dames in bikini die een “weerloos” slachtoffer aangenaam gezelschap hielden in het frisse water. Er waren ook de badges met speciale teksten, gaande van het brave “I am going to EC2006 in Tallinn” over “Sa oled mu sõber” (hetgeen Estlands is voor “Jij bent mijn vriend”) naar het op het eerste gezicht cryptische “Tervisex”. Bij deze laatste badge-tekst zullen de kenners onder ons spontaan opwerpen dat er een spellingsfout is opgetreden: immers, het Estlandse woord voor “Santé” wordt normaal als “Terviseks” geschreven (volgens het Groot Woordenboek der Estlandse taal), maar wellicht is in het kader van de bijdrage tot internationale verwarring gekozen voor de vrije spelling. Katrina troont ons mee naar de Estlandse stand want er staat iets te gebeuren!
We nemen na het uitgebreide ontbijt en dito babbel de vertrouwde metro naar het congrescentrum. Onderweg staat een Wiener in middeleeuws kostuum reklame te maken voor yet another classic concert. Het zal wel aan mij liggen, maar het feit dat hij lustig aan een sigaret stond te lurken, droeg nu niet meteen bij tot de illusie van een boodschapper uit lang vervlogen tijden. In het congrescentrum maak ik kennis met Katrina, een frisse jonge Estse (of is het Estlandse?) die mijn room mate Ralph de vorige dag was tegengekomen. Zij maakt deel uit van de gigantische Estse delegatie: 100 van de in totaal 300 leden van Estland zijn hier
Infokrantje van JCI Tienen - Verantwoordelijke uitgever: Peter Tacq
Foto 8 – Dit mochten we niet missen! De Nationale en locale voorzitters van Estland (die blijkbaar toevallig allemaal
2
vrouwen zijn) hebben een ingestudeerd: allen daarheen!
dansje
met zich meebrengt, verkoos Megan niet naar Wenen te komen.
Even tevoren hadden we onze congreslunch opgehaald: twee broodjes en zowaar een Snickers! Het zou hier weer een waar eetfestijn worden, zoveel was duidelijk. Tijd om de Belgische stand te gaan bewonderen. De plaat van het oude Atomium hangt boven de veelzeggende slogan “What about a world congress in Belgium in 2010?”. Ondergetekende zal dan geen lid meer zijn, maar wie weet komen we toch nog eens langs. Het lobbywerk wordt subtiel gespeeld: chocolaatjes, wafels en overheerlijke chocolademelk (die bij een passerende Noorderbuur spontaan “Hé, Campina, leuk!” ontlokt, hetgeen me nu wel doet twijfelen aan de juiste origine van deze melk).
Foto 9 – De Belgische stand op de Trade Show Even verderop wordt het podium onveilig gemaakt door Tahitiaanse danseresjes (en wat later helaas ook door dito dansers). Ach, het leven kan mooi zijn.
Foto 10 – Het klimaat op Tahiti is er een van warme zomers Ik ontmoet Lynne uit Australië: ik ken ken haar van meerdere wereldcongressen en ze weet me te vertellen dat haar vriendin Megan (die er normaal ook altijd bij is) verloofd is en op trouwen staat. Gezien een dergelijke weliswaar heuglijke gebeurtenis naar het schijnt nogal wat kosten
Tevens wordt met niet-geringe fierheid gemeld dat de Belgische delegatie ondertussen meer dan 200 deelnemers telt.
Foto 11 – Ondergetekende in aangenaam gezelschap (Lynn uit Australië en Sarah-Jane uit UK) Na wat te hebben rondgehangen op de Trade Show kom ik Tamara tegen: zij heeft zich opgeofferd om in het kader van operatie “All you can spot and spy” (oftewel “België bereidt zich maximaal voor op een mogelijk wereldcongres”) uit te zoeken hoe het zit met de excursies hier in Wenen. We stellen samen een kruisverhoor op voor de verantwoordelijke vand de excursies en vernemen in het interview enkele heel interessante weetjes. Zo blijkt het voor hen als extern bureau heel verwarrend te zijn dat zij met veel JCI mensen tegelijk moeten omgaan: zij prefereren één contactpersoon (die dan maar intern binnen JCI moet verder discussiëren). Ook blijkt het goed te zijn om steeds excursies te voorzien voor mensen die hier voor het eerst zijn, maar ook voor hen die hier al geweest zijn (voor elk wat wils). Terug in het hotel is het tijd voor een power nap (een kort verkwikkend dutje om de batterijen weer op te laden). Tijd voor “The Briefing” in hotel Nordbahn (of “The beer thing” zoals iemand het geheel en al per ongeluk noemde): morgen is de grote “Delegates Day”, een nieuw concept in internationale congressen. Die dag zijn er geen activiteiten gepland door de congresorganisatie zelf, dit om de nationale delegaties de kans te geven om zelf met hun land iets te doen: een een excellent idee! Laat het feit dat het die dag ook de nationale feestdag is in Oostenrijk er verder niets mee te maken hebben. Sabine vertelt ons over de “Wien Morbide”-tour. Het is namelijk zo dat practisch heel Wenen tot drie lagen kelders heeft, sommigen onderling verbonden. Onze tocht van morgen zal ons in die ondergrondse wereld rondleiden om te eindigen in een heus restaurant onder de grond, als dat niet sssuperssspannend wordt!
Infokrantje van JCI Tienen - Verantwoordelijke uitgever: Peter Tacq
Foto 12 – Sabine vertelt vol vuur over de “Wien Morbide”- tour Na de briefing hang ik wat rond in de bar van het hotel in afwachting van de tocht naar de German Night, als ik plots een telefoontje krijg van Heidrun, de past-voorzitter van JCI Basel, de twinningkamer van JCI Noord-Brabant. Onze Zwitserse vrienden zitten vlakbij in een gehuurd appartement en of ik geen zin heb om wat Zwitserse chocolade te komen proeven? Of ik daar zin in heb? Is de paus katholiek? En daar ga ik dus, zonder kaart of GPS, helemaal alleen in een onbekende stad op zoek naar een huis dat ik nog nooit gezien heb.... Gelukkig heeft Heidrun beloofd buiten op me te wachten voor het appartementsgebouw. Helaas was de wegbeschrijving nogal summier (en het beste referentiepunt was niet vermeld: er was een Mc Do vlakbij!), dankzij de GSM komt alles nog goed en even later stap ik binnen in het gezellige optrekje van onze Zwitserse spitsbroeders.
Foto 13 – Twinning Forever!
3
Tamara is het gezelschap ondertussen komen vervoegen en we worden ingewijd in de geheimen der Zwitserse “cookies” (probeer maar eens een naam als Willisauringli te onthouden). Na een gezellige babbel gaan we gezamelijk naar het MAK (Museum voor Aktuele Kunst) voor de German Night. Overmoedig als altijd heb ik geen jas of pull bij maar gelukkig leent Mel me haar Swiss sweat shirt. Ter plaatse aangekomen hebben de Duitsers een erehaag gevormd voor de congresgangers en ik kan je verzekeren dat het je echt wel iets doet om onder luid gejuich door die haag de zaal binnen te stappen!
dienstelijk ambiance-muziek brengt) snikheet met heel erg luide muziek en volgepropt met mensen, een omgeving waarin ik me niet echt in thuisvoel. Ik blijf dan ook niet lang op de dansvloer (troost me met de gedachte dat ik het wel zal inhalen de rest van de week) en kom bij de uitgang mijn Zwitserse vrienden tegen, zodat we gezellig samen terug naar hun appartement kunnen keren. Aldaar houden we nog een bijzonder filosofische babbel over het wel en wee van internetdatingportals (de huidige voorzitter van JCI Basel, Reto, zit aan de ontwerpkant van een dergelijke site in Zwitserland).
Dagboek van een Wereld Congres Ganger – 26/10/2005
Foto 14 – Een warm welkom op de German Night We betreden de grote zaal (de big MAK als het ware) en gaan uiteraard meteen op zoek naar eten (ok, sommigen gaan eerst op zoek naar drank). Gelukkig blijk daar hier geen gebrek aan te zijn: zowel een natje als een droogje is voorzien. Er is natuurlijk het typische donkerbruine brood en de verschillende soorten worst (warm en koud). Ik loop Sven (van JCI Stockholm), Martin (van JCI London) en natuurlijk Berit (eveneens van Stockholm, zij is letterlijk op alle internationale events) tegen het lijf. Na het vele rondlopen en babbelen links en rechts vinden we toch enkele zitplaatsen aan de kant. Dat kan deugd doen om ’s te gaan zitten (op mijn leeftijd moet je af en toe echt eens kunnen een rustmoment inlassen :-) kwestie van energie op te laden om later te gaan dansen. Maar helaas, in tegenstelling tot de zijgangen waar je behoorlijk kan praten en de temperatuur best te doen is, is het in de grote zaal (waar een bandje heel ver-
Het wordt een gewoonte, maar ook vandaag kunnen we weer rustig opstaan en uitgebreid van het ontbijt genieten. Aan tafel ontspruit een ware multiculturele discussie en we blijven vrolijk verder filosoferen tot na 11u. Hey, nog even en het is tijd voor het middagmaal. Beste lezer, u zal het wellicht niet geloven, maar zelfs voor mij is dit “trop is teveel”. De enige reden waarom ik naar het congrescentrum trek, is om de lunchvouchers voor de volgende dag te gaan inruilen. Als ik daar bijna ben, kom ik Annick van JCI Kortrijk tegen: ze weet me te vertellen dat vandaag – uitzonderlijk – de lunchvouchers NIET moeten worden ingeruild. Pwew, bijna was ik voor niets helemaal naar het congrescentrum gegaan. In hotel Adlon is het inmiddels tijd om de ticketten voor het optreden van de Wiener Philarmoniker (morgenavond) op te halen. We krijgen een persoonlijke uitleg van Sabine en ze vertelt ons over de unieke plaatsen op het podium naast het orkest: geen minuut aarzelen, doen!
Foto 15 – Sabine geeft uitleg over de zaal (Musikverein)
Infokrantje van JCI Tienen - Verantwoordelijke uitgever: Peter Tacq
Ik ben geen specialist in klassieke concerten maar als je een reeds op zich erg speciaal concert van zo dichtbij kan meemaken! In de lobby kom ik Brigitte en Daniela van JCI Basel tegen: zij zijn net aangekomen en verheugen zich al op het komende! Na een korte briefing vertrekken we in geografisch gespreide groepjes, telkens begeleid door iemand van JCI NoordBrabant, naar het startpunt van de Wien Morbide tour. Mijn groepje bestaat uit Vlaams Brabant zonder Leuven (dat was tussen haakjes de kern met de grootste vertegenwoordiging, meer dan 30 leden!) en Limburg. Onze gids blijkt over een fijne vorm van ironie te beschikken. Aan de start van de tour bezoeken we – hoe toepasselijk – ‘Der Keller’. Blijkbaar kan je hier als Wenenaar een stukje opslagruimte huren en dat geeft je meteen het recht om één keer per jaar een ondergronds feestje te bouwen (pikant detail: je mag de muziek zo luid zetten als je wil :-) niemand hoort je). In vroegere tijden werden die kelders gebruikt voor kinderarbeid (ik moet echt iets aan mijn gehoor doen of die gids iets aan zijn articulatie: ik had ‘giant labor’ verstaan i.p.v. ‘child labor’).
Foto 16 – Iedereen hangt aan de lippen van onze gids Het hele netwerk van kelders is/was met elkaar verbonden en blijkbaar een populaire ontsnappingsroute voor voortvluchtige misdadigers. Het gedeelte nabij de Russische ambassade was erg geliefd (zij waren zo vriendelijk – uiteraard tegen een milde vergoeding – mensen te helpen om weer aan de oppervlakte te komen. Onze volgende ondergrondse halte is een Romeinse site onder een Japans restaurant. Het bordje ‘No pictures’ aan de ingang is zowat door iedereen gefotografeerd geweest. Op gevaar voor eigen leven heb ik stiekem toch een paar foto’s gemaakt van de ruïnes.
4
We krijgen even later allemaal een zaklamp en mogen zelf het netwerk van zwartgeblakerde gangen verkennen. Het zal de lezer niet verwonderen dat foto’s getrokken met flash er niet kunnen in slagen om de morbide sfeer die in die gangen rondwaart, correct weer te geven, evenmin als het kouderillingsgevoel dat ondergetekende bekruipt als hij door de gang schuifelt.
Foto 17 – Ultra-geheime foto van ondergrondse Romeinse ruïnes Na al die geschiedenislessen is het tijd voor iets luchtigers: we houden halt in een koffiehuis en mijn oog valt meteen op de ijskoffie. Ondanks de waarschuwing van de gids (of moet ik zeggen ‘dankzij’) dat die ijskoffie een echte caloriebom is, bestel ik het met veel voorzin.
Van al die emoties zou een mens honger krijgen (ok, de mensen die me kennen, weten dat elk excuus goed is om aan eten te denken), en we zijn dan ook blij als onze gids ons afzet bij de “Ester Hazy Keller”, een ondergronds restaurant en eindpunt van onze fijne ‘Wien Morbide’-tour. We nemen afscheid van onze gids, die ons bedankt dat we hem gered hebben van een namiddag voor de TV hangen (sic). JCI Noord-Brabant heeft voor ons een apart zaaltje geregeld en langzaam maar zeker komen alle deelgroepen met hun respectievelijke gids in het restaurant aan.
de operazangers missen (2 mensen uit het publiek die op de ambiance afkwamen en operazangers bleken te zijn, hetgeen zij dan ook uit volle borst hebben gedemonstreerd, eens te meer een uniek feit op deze op zich al wonderlijke dag).
Foto 21 – De kelder was te klein voor de JCI-ambiance!
Dagboek van een Wereld Congres Ganger – 27/10/2005 Opstaan om 7u, dat was effe geleden, maar het was voor een goed doel, ik had iemand beloofd dat ik de cursus “Personal Branding” zou volgen om te zien hoe die gegeven wordt.
Foto 18 – In een onbewaakt moment heeft Kris mijn camera ontvreemd en geheel tegen mijn wil in deze foto genomen :-) Onze tour zit er bijna op, maar het griezeligste deel moet nog komen. We duiken in de kelders van de brandweerkazerne. Met veel gevoel voor dramatiek doet onze gids het verhaal van de training van de brandweermannen, die in smalle gangetjes hun angst voor het vuur moeten overwinnen.
Foto 20 – Andries bedankt zijn team Voor we aan de maaltijd beginnen is het tijd voor enkele geïnspireerde speeches, o.a. van onze Belgische voorzitter Hilde, deelcommissiedirectrice Sabine en ook commissiedirecteur Andries, die de gelegenheid te baat neemt om zijn team terecht in de bloemmetjes te zetten. Een stevige vleesschotel wordt vervolgens op tafel gezet en terwijl we smikkelen en smullen komen een akkordeon- en een vioolspeler het geheel opluisteren zodat de ambiance meteen de hoogte in schiet. Al snel worden diverse menselijke treintjes gevormd en de sfeer zit er dik in (hoewel het eigenlijk nog vroeg op de avond is, het is nauwelijks 20u00).
Foto 19 – Het ondergronds parkoers is bezaaid met gevaarlijke vallen
Na de dessert, een heerlijk Apfelstruedel, hou ik het echter voor bekeken. Ik wil morgen immers voor het eerst deze week cursussen gaan volgen en dan moet ik dus – o gruwel – vroeg opstaan. Hierdoor zal ik dus wel
Infokrantje van JCI Tienen - Verantwoordelijke uitgever: Peter Tacq
Naast een misverstand over de locatie (het stond anders vermeld in het overzicht t.o.v. de tekst bij de cursus zelf), zou de cursus zelf ook een beetje tegenvallen. Het is heel nobel van de lesgever om ook in zo’n grote groep enige interactiviteit te brengen door ons in kleinere groepjes op te splitsen om opdrachten uit te voeren (gaande van je gesprekspartner voorstellen aan de groep over het zoeken van bekende merken en welk verhaal erachter zit), maar daardoor ging driekwart van de cursus over het aspect “branding” en voor het eigenlijke onderwerp “personal branding” bleef nauwelijks tijd over. Tijd voor een verkwikkende lunch (hoe anders een combinatie van een broodje, een peer en een snickers omschrijven?). Aangezien ik nu weer de smaak om cursussen te volgen te pakken had besloot ik om naar “Power of creativity” te gaan. Helaas alweer een ontgoocheling. De content was redelijk goed maar het geheel werd gebracht door een Oostenrijks koppel en ik had toch graag wat meer schwung gezien, zeker gezien het onderwerp. Iris Brys zat in mijn groep en zij legde uit dat de lesgevers gebruik maakten van NLPtechnieken (Neuro Linguistic Program-
5
ming) zonder deze evenwel te duiden of in hun breder perspectief te zetten. Zij deed dit in ons groepje aan Sharon van Nederland die erover dacht een inpakbusiness op te starten. Iris begeleidde haar in het gebruik van de Walt-Disney methode (een manier om jezelf voortdurende in één van je 3 verschillende deelpersoon-lijkheden te plaatsen en zo je plan langs alle kanten te bekijken). Klinkt allemaal wat ingewikkeld? Mmm, u had erbij moeten zijn, beste lezer :-)
smiezen dat er iets loos was (tussen haakjes, hij was het type dat je niet graag ’s nachts zou tegenkomen – nu ik eraan denk, overdag ook niet – met zijn piercings en ongepoetste schoenen, nogal een schril contrast met de grandeur van de concertzaal en de muzikanten) en het zweet brak ondergetekende uit. Maar even later stond er gewoon een andere stoel daar beneden en ik kon weer ongelucht ademhalen.
Foto 22 – Iris brengt Sharon de kneepjes van NLP bij Na al die wijsheid was het tijd voor gewone alledaagse gezonde kost: een eerlijke pizzapunt (ik wou eerst pizzapuntje schrijven, maar geen kat zou me dan geloven) in de metro tussen het congrescentrum en het hotel. Immers, deze avond was de grote Wiener Philarmoniker concertavond en wanneer zou er anders nog tijd zijn om iets te eten? Er zijn zo van die momenten in het leven dat een mens beslissingen moet nemen, beslissingen waar je achteraf geweldig veel spijt kan van hebben. Op de toegangskaartjes van het concert stond duidelijk dat fotograferen niet toegelaten was: plichtsbewust als ik ben, heb ik dan maar mijn anders zo onafscheidelijk fototoestel thuis gelaten.... om in de concertzaal vast te stellen dat ik zowat de enige was die zich daaraan hield. Verdorie en ik zat op zo’n speciale plaats op het podium naast het orkest, als dat geen unieke foto’s hadden kunnen zijn geweest geworden :-( Ach, op die manier heb ik wel ten volle van het concert kunnen genieten (zonder me te moeten zorgen maken over wat wel en wat niet te fotograferen). Toen Annick, Laurence en ik aan onze plaatsen arriveerden, bleek mijn stoel een heel eind verder en lager te staan... een snelle actie van ondergetekende later stond die stoel plots op het podium. De toneelmeester die even later langskwam had meteen in de
Foto 23 – De Musikverein voor de aanvang van het concert, de rode pijl duidt aan waar we zaten [foto Dorien] Laurence wist te vertellen dat vooraleer een muzikant toegelaten wordt tot de Wiener Philarmoniker, hij of zij eerst minstens 4 jaar in de Weense Staatsopera moet hebben gespeeld, waarna die persoon deel moet nemen aan “blinde” audities (om een maximum aan objectiviteit te garanderen kennen de juryleden de namen van de kandidaten niet en zij kunnen hen enkel horen). Het eerste deel van het optreden bestond uit het concert voor piano en orkest Es-Mayor, KV482 van Mozart, pittig detail is dat de pianist en de dirigent één en dezelfde persoon waren (Daniel Barenboim). Nu vraagt u zich waarschijnlijk af, hoe kan iemand nu piano spelen en tegelijk dirigeren?! Wel, de man in kwestie heeft heel expressieve ogen! Aangezien het een optreden is, exclusief voor het JCI congrespubliek, is de kans groot dat er mensen bij zijn die nooit tevoren naar een klassiek concert zijn geweest en bijgevolg niet op de hoogte zijn van volgende fundamentele regel voor het publiek: het is ten strengste verboden om te
Infokrantje van JCI Tienen - Verantwoordelijke uitgever: Peter Tacq
applaudisseren tussen de delen van een bij elkaar horend geheel. Beginner’s mistake, maar de dirigent was er toch niet zo mee opgezet, getuige de bijzonder snelle hervatting tussen deel 2 en 3 (om duidelijk aan het publiek te laten voelen dat het “not done” is om op dat moment te klappen). Afijn, gezien onze unieke plaatsen hebben we ook een goed zicht op het publiek en kunnen zo vaststellen dat heel wat mensen met de ogen dicht van het concert genieten (of zijn die net iets te lang uitgeweest gisteren? Blijkbaar is ook iemand in slaap gevallen met zijn hoofd in de schoot van zijn buurman, de brave man is naar het schijnt afgevoerd). Na de pauze zijn het gelukkig allemaal enkelvoudige muziekstukken zodat we naar hartelust tussenin mogen applaudisseren. De piano is ondertussen vakkundig van het podium verwijderd en de achter de dirigent is een soort metalen stangconstructie aangebracht (wellicht om te vermijden dat hij door al te enthousiast te dirigeren achterover in het publiek zou slaan). Het hoogtepunt voor mij was de uitvoering van de Bolero van Ravel, prachtig hoe dit stuk stil en langzaam begint en gaandeweg steeds sneller en luider evolueert met steeds meer instrumenten (Dorien wist me achteraf te vertellen dat het eigenlijk een karavaan die door de woestijn trekt uitbeeldt tot en met de machtige olifanten op het einde). Annick merkt op dat twee cellospelers op La-Grande-Vadrouillaanse wijze hebben zitten babbelen tijdens het stuk, schande! Ondanks ons enthousiast aanhoudend applaus volgt er geen bisnummer, maar ook dat is niet ongebruikelijk tijdens klassieke concerten. Het was een meer dan unieke ervaring en dat niet alleen door de plaatsen die we hadden, niet goedkoop maar elke cent waard. Na het concert is het tijd om nog even ergens iets te gaan drinken. De partynights laat ik weer aan me voorbijgaan. Ik hoorde achteraf dat de Japan night eten had voor 100 man en om 23u al afsloot, terwijl de Ierse night noodgedwongen Duits bier moest geven i.p.v. de beloofde Heineken (hoewel dat laatste misschien eerder een voor- dan een nadeel was :-)
6