PRINCIPE AKKOORD ARBEIDSVOORWAARDEN IN DE METAAL EN TECHNIEK 2003/2005
De werkgevers- en werknemersorganisaties samenwerkend in de Stichting Vakraad Metaal en Techniek, hebben een principe akkoord bereikt met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden CAO’s ingaande 1 april 2003. De Bedrijfstak Metaal en Techniek kent + 35.000 werkgevers en + 390.000 werknemers. Het betreft de CAO’s voor: HET CARROSSERIEBEDRIJF, HET ELEKTROTECHNISCH BEDRIJF, DE GOUD- EN ZILVERNIJVERHEID, HET ISOLATIEBEDRIJF, HET LOODGIETERS-, FITTERS-, CENTRALE VERWARMINGSBEDRIJF EN KOELTECHNISCH INSTALLATIEBEDRIJF, HET METAALBEWERKINGSBEDRIJF EN HET MOTORVOERTUIGENBEDRIJF EN HET TWEEWIELERBEDRIJF
Copyright STICHTING MTB –
Rijswijk 25 maart 2003
-2– 1.
LOOPTIJD De overeengekomen CAO’s kennen een looptijd van 1 april 2003 tot en met 30 april 2005.
2.
ARBEIDSONGESCHIKTHEID EN REINTEGRATIE Partijen hebben overeenstemming over het feit dat zij het SER WAO akkoord als uitgangspunt onderschrijven.
2.1
Partijen zijn bereid om af te spreken, dat als de contouren van de nieuwe WAO bekend zijn, zij in overleg met elkaar zullen treden. Daarbij wordt dan bekeken of de nieuwe WAO tot wijzigingen moet leiden in de CAO. Die wijzigingen zijn pas mogelijk als partijen over de consequenties van de nieuwe WAO overeenstemming hebben bereikt (inclusief de gevolgen voor de aanvullingsverplichtingen). Bij overeenstemming over die consequenties zijn zij bereid de CAO tussentijds aan te passen. In dat geval zal de mogelijkheid in de CAO om bij de tweede ziektemelding een vakantiedag in te houden, vervallen.
2.2
Met betrekking tot reïntegratie van zieken en arbeidsongeschikten : a. De aanvulling in het tweede ziektejaar moet leiden tot hetzelfde netto salaris als wat de werknemer verdiende in het eerste ziektejaar. Artikel 67 CAO zal zo worden gewijzigd dat op het door te betalen salaris het bedrag van de pensioenpremie dat de werknemer verschuldigd zou zijn indien hij hiervoor in het tweede ziektejaar geen vrijstelling genoot, in mindering mag worden gebracht. Deze mogelijkheid geldt uitsluitend in de situatie waarin het zogeheten werknemersdeel van de premie reglementair door de werkgever werd ingehouden. b. De aanvullingsverplichting van artikel 67 CAO gaat niet opnieuw lopen als een werknemer na een werkhervatting binnen zes maanden opnieuw uitvalt, door dezelfde ziekteoorzaak. Indien de werknemer door zijn schuld een sanctie krijgt opgelegd door UWV, dan krijgt hij deze sanctie niet gecompenseerd door de aanvulling in het kader van artikel 67 van de CAO. c. Werknemers in een reïntegratietraject behouden tijdens een periode van detachering of proefplaatsing hun arbeidsvoorwaarden zolang het dienstverband bij de oude werkgever blijft doorlopen. Bij aanvaarding van een passende lagere (betaalde) functie bij de eigen werkgever krijgt de werknemer gedurende de periode genoemd in artikel 67 CAO, een persoonlijke toeslag (PT) die het verschil overbrugt. Aansluitend zal het hele artikel 36 CAO van kracht zijn. d. Voor werknemers die in dienst van een nieuwe werkgever passende werkzaamheden gaan verrichten geldt het volgende: Bij einde dienstverband en overgang naar een nieuwe werkgever, binnen de in artikel 67 CAO genoemde termijn, ontvangt de werknemer een bedrag ineens ter grootte van de som van de resterende aanvullingsverplichting zoals genoemd in artikel 67 CAO. Daarbovenop ontvangt de oude werkgever een uitkering uit het reïntegratiefonds van € 2500,--, indien de werknemer
Copyright STICHTING MTB – Rijswijk
25 maart 2003
-3– binnen de in artikel 67 CAO genoemde termijn wordt gereïntegreerd. Van deze uitkering van € 2500,-- betaalt de oude werkgever € 1000,-- bruto uit aan de betrokken werknemer. e. Indien de betrokken arbeidsgehandicapte werknemer in het kader van de wet REA zowel bij de eigen of een andere werkgever passende arbeid in het kader van zijn reïntegratie niet accepteert, kan de loondoorbetaling beëindigd worden tenzij de betrokken werknemer voor de eerste keer gebruik maakt van zijn wettelijk recht op het aanvragen van een second opinion bij het CWI/UWV. Wanneer deze werknemer gebruik maakt van dit recht geldt het volgende: over de termijn van de eerste second opinion zal 70% loondoorbetaling plaatsvinden voor maximaal 4 weken. Indien de werknemer in het gelijk wordt gesteld zal de werkgever de resterende 30% loon nabetalen. Indien de werknemer in het ongelijk wordt gesteld zal geen verrekening plaatsvinden. Tevens zullen de kosten van de second opinion volledig voor rekening komen van de werkgever. Indien een tweede aanbod van passende arbeid door de betrokken werknemer wordt geweigerd zal de loondoorbetaling worden beëindigd, tenzij de werknemer opnieuw gebruik maakt van zijn wettelijk recht op een second opinion bij het CWI/UWV. Wanneer deze werknemer gebruik maakt van dit recht geldt het volgende: bij aanvraag van de tweede second opinion zal 70% loondoorbetaling plaatsvinden voor maximaal 4 weken. Indien de werknemer in het ongelijk wordt gesteld mag de werkgever het ten onrechte betaalde loon verrekenen. 2.3
CAO-partijen onderschrijven op hoofdlijnen de notitie van de werkgroep “reïntegratie”.
2.4
CAO-partijen verwachten dat het reïntegratiefonds toereikend is voor de looptijd van de CAO. Zonodig kunnen in een nieuwe CAO aanvullende afspraken ten aanzien van dit punt worden gemaakt.
3.
NALEVING Er wordt een commissie ingesteld die de opdracht krijgt te onderzoeken welke de mogelijkheden zijn om de leesbaarheid en toegankelijkheid van de CAO te vergroten. Hiertoe zal deze commissie onder andere op basis van door de vakverenigingen aangedragen informatie een inventarisatie maken van de structurele knelpunten voor de uitvoerbaarheid van de CAO. De commissie krijgt tevens de opdracht zorg te dragen voor een digitale versie van de CAO. De uitkomsten van de studie moet leiden tot oplossingen van de knelpunten en vergroting van de leesbaarheid van de CAO.
4.
INKOMEN
4.1
Salarisverhogingen De voor de werknemers geldende vaste salarissen worden structureel verhoogd per 1 februari 2004 met 2,50% en per 1 februari 2005 met 2,20%. De tabellen worden met dezelfde percentages aangepast met uitzondering van de A-tabel tot en met 0 functiejaren.
Copyright STICHTING MTB – Rijswijk
25 maart 2003
-4– Deze verhogingen gelden ook voor de minimum vakantietoeslag. 4.2
Eénmalige uitkeringen Per 1 september 2003 zal een eenmalige uitkering worden uitgekeerd van 1,75% aan de werknemer die op de eerste van die maand in dienst is; voor de werknemer van 22 jaar en ouder geldt daarbij dat wanneer de eenmalige uitkering als hier bedoeld minder dan € 375,-- bedraagt in ieder geval € 375,-wordt uitgekeerd. Deze eenmalige uitkering wordt berekend over 12 maal het salaris over de maand september van het betreffende jaar c.q. over 13 maal het 4-weken salaris over de periode waarin 1 september van het betreffende jaar valt. Een en ander met inachtneming van het in artikel 2a lid 2 CAO bepaalde.
4.3
VMBO schalen De VMBO schalen worden naast de reguliere CAO verhoging als bedoeld onder 4.1 per 1 januari 2004 met 3% verhoogd.
4.4
Studie inkomensinstrument (parameter) Partijen stellen een studie in naar een inkomensinstrument waarbij AIQ, produktiviteit en rendement in de onderneming worden meegenomen. De uitkomst hiervan kan als instrument worden gehanteerd in de toekomst wanneer partijen daartoe gezamenlijk besluiten.
5.
SCHOLING/EMPLOYABILITY
5.1
Reintegratieheffing/Employability heffing 1. De reintegratieheffing wordt op 0 gezet en de oorspronkelijke heffing van 0,05% wordt omgebogen tot een employability heffing van hetzelfde niveau (0,05%). Deze employability heffing is bestemd voor het ontwikkelen van employability-bevorderende instrumenten. 2. De reeds geheven premie reïntegratieheffing in de afgelopen CAO-periode (2001/2003) zal worden gebruikt voor (eventuele) reïntegratie-afspraken.
5.2
Basisheffing O&O-fondsen De basisheffing van de O&O fondsen blijft 0,65%. De heffing is als volgt opgebouwd: Kinderopvang 0,15%, employability 0,05% en 0,45% voor jeugdplan en bijscholing.
5.3
Extra scholingsdag 45-plussers De bestaande zogeheten 45+-regeling (artikel 73 CAO) zal gedurende de looptijd van de CAO worden gecontinueerd.
6.
PENSIOEN CAO-partijen stellen een studiecommissie in betreffende het AOW-hiaat alsmede voor de pensioenproblematiek in brede zin. Partijen vinden het van belang dat de pensioenregeling houdbaar en betaalbaar blijft en achten het hun verantwoordelijkheid daar de nodige stappen in te nemen.
Copyright STICHTING MTB – Rijswijk
25 maart 2003
-5– 7.
KINDEROPVANG De bestaande kinderopvangregeling wordt gecontinueerd tot 1 januari 2005 met de volgende aanpassing: invoering van de zogeheten verplichte kostendeling en een maximum-tarief van € 11.570,--. De bestaande kinderopvangregeling houdt op zodra de Wet Basisvoorziening Kinderopvang van kracht wordt. Alsdan blijft de heffing van 0,15% het uitgangspunt.
8.
VERLOF, WERK EN PRIVE
8.1
Tijdsparen CAO-partijen hebben overeenstemming over een nieuw tijdspaarreglement welke in de plaats komt van het huidige reglement. De waarde van de ADV- en vakantiedaguren in het kader van tijdsparen is 0,607% van het maandsalaris per uur in plaats van 0,78%.
8.2
Kiezen en ruilen De in DB-MTB d.d. 31 oktober 2002 gemaakte afspraken zullen in de CAO worden vastgelegd. Voorts komt artikel 30 lid 2 sub a te vervallen. Ten aanzien van de 50+-regeling, waarbij de CAO-verhoging kan worden omgezet, in vrije tijd geldt dat dit geschiedt door de loonsverhoging uit te drukken als een percentage van het nieuwe salaris (oude salaris + loonsverhoging). Voorts geldt daarbij dat ten aanzien van de eerste 22 vrije dagen die de werknemer op deze wijze verkrijgt na overleg met de werkgever kan omzetten en het meerdere boven die 22 dagen in overleg met de werkgever kan omzetten.
8.3
Doktersbezoek In de CAO zal het onderstaande als bijlage worden opgenomen: Onder doktersbezoek wordt verstaan een bezoek aan de huisarts, de tandarts, een specialist of een therapeut waarnaar is verwezen. De werknemer zal trachten doktersbezoek buiten werktijd te laten plaatsvinden. Als dat niet mogelijk blijkt te zijn zal de werknemer na overleg met de werkgever zoveel mogelijk het doktersbezoek aan het begin of aan het einde van de werkdag plannen. Werkgever zal het salaris doorbetalen over de tijd die voor het doktersbezoek, binnen de dagelijkse werktijd, nodig is tot een maximum van twee uur. Voor een bezoek aan een specialist geldt een maximum van vier uur. Voor of na het doktersbezoek dient de medewerker de overige uren te werken. Op verzoek van de werkgever zal de werknemer schriftelijk moeten kunnen aantonen dat het doktersbezoek etc. daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Het maximale aantal te vergoeden uren zal niet meer dan acht bedragen op jaarbasis. In bijzondere gevallen kan in overleg met de werkgever hiervan worden afgeweken. Bestaande regelingen blijven gehandhaafd.
Copyright STICHTING MTB – Rijswijk
25 maart 2003
-6– 8.4
9.
WAZ-verlof CAO-partijen nemen in het voorwoord van de CAO de aanbeveling op dat de diverse vormen van verlof in het kader van Wet Arbeid en Zorg zo flexibel mogelijk worden geïntegreerd in de bestaande werktijden en dienstroosters. CAO ONDERWERPEN/ARTIKELEN
9.1 Consignatie Partijen nemen in artikel 21a CAO een aantekening met de volgende inhoud op: Als consignatie leidt tot overwerk, geldt het bepaalde in artikel 21 lid 4 CAO. 9.2 Uurwaarde In de gehele CAO (inclusief de B-delen) geldt als uurwaarde 0,607% van het maandsalaris per uur (0,658% van het vierweken salaris per uur). 9.3 Sociaal Fonds Op de gebruikelijke voorwaarden wordt de heffing voor SFM en FMV voortgezet. 9.4 SMU In de CAO zal als een bijlage worden opgenomen de bepalingen van de CAO die partijen bij SMU (Stichting Meldingsbureau Uitzendbranche) hebben aangemeld. 9.5 Tegemoetkoming in de kosten voor een ziektekostenverzekering Wanneer een werkgever een collectieve ziektekostenverzekering heeft afgesloten, ontvangt een werknemer alleen een tegemoetkoming/werkgeversbijdrage in de kosten van een ziektekostenverzekering indien hij deelneemt aan de collectieve verzekering. Bovenstaande geldt uitsluitend voor zogeheten nieuwe gevallen, te weten: - werknemers waarvoor de verplichte deelneming aan de ziekenfondsverzekering afloopt na 31 maart 2003; - werknemers die reeds voor 31 maart 2003 niet meer verplicht deelnamen aan de ziekenfondsverzekering, maar die door het aangaan van een dienstverband bij een andere werkgever kunnen gaan deelnemen aan de collectieve verzekering van die nieuwe werkgever. Indien de werkgever geen collectieve ziektekostenverzekering heeft afgesloten, blijft de tegemoetkomingsregeling/werkgeversbijdrage van kracht zoals die gold tot en met 31 maart 2003. 9.6
De CAO AvIM, SFM, FMV en de CAO’s O&O zullen op reguliere wijze worden verlengd.
Rijswijk, 25 maart 2003
Copyright STICHTING MTB – Rijswijk
25 maart 2003
-7–
B-deel CAO Elektrotechnisch bedrijf en CAO Loodgieters-, fitters-, centrale verwarmingsbedrijf en koeltechnisch installatiebedrijf 1. Partijen zullen gedurende de looptijd van de CAO de bestaande CAO’s EL en LD gaan integreren. 2. De egalisatieheffing voor de beide fondsen (OLC en OFE) bedraagt met ingang van 1 april 2003 0,5% 3
Daar waar werkgevers en werknemers van mening zijn dat extra praktijkopleiding in het kader van de BBL-opleiding op niveau 2 nodig is, zal het OFE de werkgever een financiële tegemoetkoming geven indien de werkgever de werknemer het salaris doorbetaalt over de dagen waarop de praktijkscholing gevolgd wordt. Dit treedt inwerking vanaf 1 juli 2003. Deze tegemoetkoming van het fonds kan niet leiden tot verminderen/schrappen van andere activiteiten van het fonds.
Rijswijk, 25 maart 2003
Copyright STICHTING MTB – Rijswijk
25 maart 2003
-8– B-deel Carrosserie-bedrijf De basis-heffing OOC voor autobekleed-, autorestauratie-, autopoets-en motorfietsherstelbedrijven wordt gesteld op 0,4% in plaats van 0,65%. Een en ander conform de uitwerking van de Bedrijfsraad voor het Motorvoertuigenbedrijf (zie hieronder B-deel Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf).
Rijswijk, 25 maart 2003
Copyright STICHTING MTB – Rijswijk
25 maart 2003
-9–
B-deel Metaalbewerkingsbedrijf OOM-premie 2003. De basis-heffing OOM van 0,65% wordt met een egalisatieheffing van maximaal 0,10% verhoogd, zodat de totale premie uitkomt op 0,75%. Een deel van de OOM heffing (maximaal 0,07% waarin begrepen de 0,05% zoals genoemd in punt 5.1.1) wordt gereserveerd voor activiteiten van sociale partners ten behoeve van de ontwikkeling van employability-bevorderende instrumenten. De invulling van een eventueel te sluiten Arboconvenant wordt gefinancierd uit de overige 0,02%. Indien en voor zover dan nog enig bedrag resteert van de 0,02% vervalt deze aan OOM.
Rijswijk, 25 maart 2003
Copyright STICHTING MTB – Rijswijk
25 maart 2003
- 10 –
B-deel Motorvoertuigenbedrijf en Tweewielerbedrijf 1.
Scholingsheffing. De basis-heffing OOMT voor tankstation-, autowas-, motorenrevisie- en autoverhuurbedrijven zal worden gesteld op 0,40% in plaats van 0,65%. De Bedrijfsraad voor het Motorvoertuigenbedrijf zal dit nader uitwerken.
2.
Partijen stellen vast dat artikel 80 CAO in relatie tot artikel 17 lid 2 CAO mogelijk tot onduidelijkheid leidt en zullen bezien via de Redactiecommissie of en in hoeverre dit moet worden opgelost.
3.
Beloning medewerkers autoverhuurbedrijven In de CAO zal een regeling worden opgenomen inzake een aparte beloningssystematiek voor autoverhuurbedrijven ten aanzien van hun medewerkers hikers en sales representatives. Ondernemingen die van deze regeling willen afwijken kunnen dit alleen doen in overleg met de vakverenigingen. Bij de invoering van de hierboven genoemde beloningssystematiek in de onderneming dient de onderneming overleg te plegen met de ondernemingsraad, de personeelvertegenwoordiging of bij afwezigheid daarvan het personeel. Indien de OR, PVT of de meerderheid van de werknemers dit wenst kunnen de vakverenigingen bij het overleg worden betrokken. Als er een aparte beloningssystematiek wordt afgesproken blijven de artikelen 32 t/m 34 CAO-MO buiten beschouwing met dien verstande dat ten minste het niveau van het salaris van functiegroep A wordt betaald.
4.
In de CAO MO wordt opgenomen dat autoverhuurbedrijven worden toegevoegd aan artikel 80 van de CAO MO. Bij de invoering van de regeling van artikel 80 in de onderneming dient de onderneming overleg te plegen met de ondernemingsraad, de personeelvertegenwoordiging of bij het ontbreken daarvan, in overleg met de vakverenigingen.
5.
In de Bedrijfsraad zal de situatie van vertegenwoordigers nader worden bekeken.
Rijswijk, 25 maart 2003
Copyright STICHTING MTB – Rijswijk
25 maart 2003
- 11 – B-deel Isolatiebedrijf De basis-heffing OOI wordt verhoogd met een egalisatieheffing van 0,2% met ingang van 1 juli 2003.
Rijswijk, 25 maart 2003
Copyright STICHTING MTB – Rijswijk
25 maart 2003