Algemene Gezondheidswetenschappen Bachelorgids 2004/2005
Inhoudsopgave 1 1.1 1.1.1 1.1.2 1.1.3 1.1.4 1.1.5 1.1.6 1.2 1.2.1 1.2.2 1.3 1.3.1 1.4 1.4.1 1.4.2 1.4.3 1.4.4 1.4.5 1.4.6 1.4.7 1.4.8 1.5 1.5.1 1.5.2 1.5.3 1.5.4 1.6
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen Organisatie van de faculteit Doelstelling van de faculteit Bestuur van de faculteit Medezeggenschapsorganen Facultaire diensten Convent van afdelingshoofden Afdelingen Onderwijs Onderwijsinstituut Opleidingen Onderzoek Onderzoeksinstituten en -scholen Voorzieningen Algemene VU informatie en voorzieningen Openingstijden gebouwen Restaurants Servicepunt Bagagekluizen Fietsenstalling Facultaire periodieken Postvakken Studentenorganisaties GeoVUsie Gyrinus natans Underground Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen Uitwisseling en internationalisering
2
School of Life Sciences 2.1 Inleiding 2.2 Opleidingen en differentiaties 2.2.1 Bacheloropleidingen 2.2.2 Masteropleidingen 2.2.3 Doorstroomschema opleidingen 2.2.4 Oude doctoraalopleidingen 2.3 Studievoorzieningen 2.3.1 Studiesecretariaat Levenswetenschappen 2.3.2 Studiebegeleiding 2.3.3 Onderwijsruimten en studiezalen 2.3.4 Computerfaciliteiten 2.3.5 TISVU 2.3.6 Blackboard 2.3.7 Bibliotheek 2.3.8 Boek- en syllabusverkoop 2.3.9 Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie 2.3.10 Inspraak
Inhoudsopgave
9 9 9 10 10 11 12 12 14 14 14 15 15 16 16 16 16 16 16 16 16 17 17 17 18 18 18 18 21 21 21 21 21 23 24 24 24 25 26 26 27 28 28 29 30 30
5
2.4 2.4.1 2.4.2 2.4.3 2.4.4 2.5 2.5.1 2.5.2 2.5.3 2.6 2.6.1 2.6.2 2.7 2.7.1 2.7.2 2.7.3 2.7.4 2.7.5 2.7.6 2.7.7 2.7.8 2.7.9 2.7.10 2.7.11 2.8 2.8.1 2.8.2
Programmering van onderwijs, vakanties en herkansingen Jaarindeling Roosters Sluiting van de faculteit Vakanties en herkansingen Informatievoorzieningen en voorlichting Infotheek Informatiemedia Studentenvoorlichting Overige studie informatie Studiekosten Verzekeringen Regelingen met betrekking tot het onderwijs en de examens Examenonderdelen Studiebelasting Studievoortgangscontrole Onderwijs- en Examenregelingen Regels voor deelname aan cursussen en tentamens Regels en richtlijnen met betrekking tot tentamens Volgorde van tentamens Richtlijnen voor stage en scriptie Veiligheid Recht van Beroep Afgifte getuigschriften Commissies Examencommissies Opleidingscommissies
30 30 32 32 32 33 33 33 33 34 34 35 35 35 35 36 36 36 38 40 41 42 42 42 44 44 45
3
BSc Algemene Gezondheidswetenschappen Beschrijving Doelstelling Eindtermen Examen van de opleiding Programmabeschrijving, algemeen Opbouw van de opleiding Onderwijs Brede academische vorming Portfolio Programmering Vakken elders Studiebegeleiding Studieadviseur Studieadvies in het eerste jaar Studie en Loopbaanperspectief Arbeidsmarkt en werkgelegenheid Regelingen Toelatingsvoorwaarden bacheloropleiding Overige regelingen Eerste jaar Eindtermen van het eerste jaar
47 47 47 47 48 49 49 49 49 50 50 51 52 52 52 52 52 53 53 54 54 54
3.1 3.1.1 3.1.2 3.1.3 3.2 3.2.1 3.2.2 3.2.3 3.2.4 3.2.5 3.2.6 3.3 3.3.1 3.3.2 3.4 3.4.1 3.5 3.5.1 3.5.2 3.6 3.6.1
3.6.2 3.6.3 3.6.4 3.7 3.7.1 3.7.2 3.7.3 3.7.4 3.8 3.8.1 3.8.2 3.8.3 3.8.4 3.8.5 3.8.6
Functies van het eerste jaar Studiebegeleiding Programmabeschrijving Tweede jaar Functie van het tweede jaar Studiebegeleiding Programmabeschrijving Specifieke richtlijnen tweede jaar Derde jaar Functie van het derde jaar Studiebegeleiding Programmabeschrijving Bachelorstage Specifieke richtlijnen derde jaar Bachelorstagehandleiding
55 55 56 57 57 57 57 58 59 59 59 59 61 61 61
4
Examenonderdelen
65
5
Literatuur
111
6
Adressen Adressen Docenten Gebouwen
115 115 115 117
6.1 6.1.1 6.1.2
Inhoudsopgave
7
8
Algemene Gezondheidswetenschappen
1
1.1 1.1.1
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
Organisatie van de faculteit Doelstelling van de faculteit De Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen (FALW) is eind 2001 ontstaan door het samengaan van de faculteit Aardwetenschappen, de faculteit Biologie en het Instituut voor Milieuvraagstukken. De missie van de faculteit der Aard- en Levenswetenschappen bestaat uit het verzorgen van kwalitatief hoogwaardige wetenschappelijke opleidingen op het gebied van de Aardwetenschappen, de Hydrologie, de Milieuwetenschappen, de Geoarcheologie, de Milieuwetenschappen en de Levenswetenschappen en uit het verrichten van kwalitatief hoogwaardig wetenschappelijk onderzoek op deze terreinen. De opleidingen van de faculteit zijn ondergebracht in twee ‘Schools’. Binnen de ‘School for Earth and Environmental Sciences’ en de ‘School for Life Sciences’ worden studenten opgeleid, die op academisch niveau kunnen functioneren in deze vakgebieden. In de bacheloropleidingen krijgen studenten theoretische en praktische basiskennis en vaardigheden op het gekozen vakgebied. Na afronding van de bacheloropleiding zijn zij – afhankelijk van het gekozen studiepad - in staat een masteropleiding in de Aardwetenschappen, de Hydrologie, de Milieuwetenschappen, de Geoarcheologie of in de Levenswetenschappen te volgen. Ook kunnen zij met een bachelordiploma toetreden tot de arbeidsmarkt. Met een afgeronde masteropleiding moeten afgestudeerden in staat zijn tot een zelfstandige beroepsuitoefening of in aanmerking komen voor een vervolgopleiding tot wetenschappelijk onderzoeker, of kunnen functioneren als leraar of communicatiedeskundige op het vakgebied. Afgestudeerden moeten kunnen concurreren op de internationale arbeidsmarkt, voor functies binnen het bedrijfsleven en (semi-) overheid en binnen tweede fase-opleidingen aan (inter)nationale wetenschappelijke instellingen en instituten. De opleidingen richten zich, in het licht van de snelle en voortdurende veranderingen die zich binnen maatschappij en wetenschap voordoen, op het leren studeren en het zich eigen maken van een instelling die gericht is op een leven lang studeren. In het onderwijs wordt aandacht besteed aan de individuele en maatschappelijke ontplooiing van de student, ondermeer door het stimuleren van zelfstandigheid en onafhankelijkheid en het aanleren van communicatief gedrag en samenwerking. Tot de doelstellingen van de opleidingen hoort ook het verkrijgen van inzicht in het belang van de discipline in een brede historische, wijsgerige en maatschappelijke context. De opleidingen stimuleren bewustwording met betrekking tot de morele en ethische dimensies van wetenschappelijk onderzoek en de toepassing daarvan. De doelstellingen van de opleidingen zijn nader gedefinieerd in eindtermen op het gebied van kennis, vaardigheden en inzicht. Deze eindtermen zijn opgenomen in de Onderwijs- en Examenregelingen van de opleidingen Specifieke doelstellingen op cursusniveau zijn te vinden in de beschrijvingen van de studieonderdelen in het hoofdstuk Examenonderdelen.
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
9
1.1.2
Bestuur van de faculteit De faculteit heeft een bestuur en een aantal medezeggenschapsorganen. Dit is geregeld in het Statuut van de Vrije Universiteit in aansluiting op de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW). Het faculteitsbestuur is onder meer belast met: • algemene leiding van de faculteit, • bestuur en inrichting van de faculteit voor het onderwijs en de wetenschapsbeoefening, • het vaststellen van de onderwijs- en examenregelingen en de regelmatige beoordeling daarvan, • het vaststellen van de algemene richtlijnen voor de wetenschapsbeoefening, • het vaststellen van het jaarlijkse onderzoekprogramma van de faculteit, • het houden van toezicht op de uitvoering van de onderwijs- en examenregelingen en op het jaarlijks onderzoekprogramma. Samenstelling faculteitsbestuur • Decaan: prof.dr.ir. P. Vellinga • Portefeuillehouder onderzoek: prof.dr. B. Oudega • Portefeuillehouder onderwijs: prof. dr. J.F. Vandenberghe Een adviserende stem in de vergaderingen van het faculteitsbestuur hebben: • dr. J.M.R.M. Neutelings (directeur bedrijfsvoering) • mw. W. Koot (lid ondersteunend personeel) • de heer M. de Kuster (student) • voorzover het onderwijs- of onderzoeksaangelegenheden betreft: het hoofd van de School for Life Sciences, het hoofd van de School for Earth and Environmental Sciences of de directeuren van de facultaire onderzoeksinstituten. Voor meer informatie en de oorspronkelijke regelingen: • WHW, artikelen 9.23 tot en met 9.28; • Statuut VU, artikelen 6.2 tot en met 6.7; • Faculteitsreglement; • MUB: de Modernisering Universitaire Bestuursorganisatie (wijziging WHW), artikelen 9.11 tot en met 9.49; • URVU (het Universiteitsreglement van de Vrije Universiteit); • RMS (de Regeling Medezeggenschap Studenten); • WOR (de Wet op de Ondernemingsraden).
1.1.3
Medezeggenschapsorganen Facultaire studentenraad De facultaire studentenraad bestaat uit negen gekozen student-leden met een zittingstermijn van één jaar, ingaande op 1 september. De taken en bevoegdheden van de studentenraad zijn vastgelegd in de ‘Regeling Medezeggenschap Studenten’. Deze omvat onder meer: beleid met betrekking tot studentenaangelegenheden, dienstverlening aan en faciliteiten voor studenten, en arbozaken. Voor vragen of opmerkingen is de facultaire studentenraad bereikbaar via
[email protected] en op kamer M-112.
10
Algemene Gezondheidswetenschappen
Facultaire onderdeelcommissie De facultaire onderdeelcommissie is ingesteld door de ondernemingsraad en bestaat uit negen gekozen personeelsleden. De taken en bevoegdheden van de ondernemingsraad en voor de facultaire onderdeelcommissie zijn vastgelegd in de ‘Wet op de Ondernemingsraden’. Deze omvat onder meer regelingen inzake sociaal beleid en bepaalde arbeidsvoorwaardelijke onderwerpen (arbozaken, werkoverleg en ander personeelsbeleid). De onderdeelcommissie bestaat uit: Dr. K. Beets, dhr. L. Bouwer, dhr. C. Dubbeldeman, drs. M. Groen, mw. dr. N. Harms, mw. drs. E. Salomé, dhr. F. Wolff, prof.dr. J. Smit, dr. H. Stel, mw. M. Wagner, mw. dr. R. van Walraven, dr. P. van der Werff. Facultaire Gezamenlijke Vergadering De facultaire Gezamenlijke Vergadering bestaat uit alle leden van de facultaire onderdeelcommissie en facultaire studentenraad. De taken en bevoegdheden zijn vastgelegd in het Statuut VU en omvatten onder meer: instemmingsrecht op het faculteitsreglement, op onderdelen van de onderwijs- en examenregeling en op systemen van kwaliteitszorg en adviesrecht op de begroting/jaarrekening. 1.1.4
Facultaire diensten Bureau van de faculteit Het bureau van de faculteit biedt ondersteuning aan het bestuur van de faculteit bij de uitvoering van haar taken. De directeur bedrijfsvoering heeft de leiding over dit bureau. Directeur bedrijfsvoering: Dr. J.M.R.M. Neutelings Secretariaat en bestuursondersteuning tel. (020) 444 7001, kamer F-148. Onderwijsbureau Hoofd: mw.dr. A.M. Wagner, tel. (020) 444 7167, kamer E-119 Personeel en Organisatie Hoofd: mr C.L.M. van Veenendaal, tel. (020) 444 7244, kamer A-054 Financiële Zaken Hoofd: J. Roos, tel. (020) 444 7234, kamer A-013 Voorlichting en werving Hoofd: Dr. B. Andeweg, tel (020) 444 7339, kamer C-154. Onderwijsbureau De medewerkers van het onderwijsbureau houden zich bezig met de logistieke onderwijszaken zoals: coördinatie en organisatie van het onderwijs binnen de opleidingen, roostering, de onderwijsadministratie, ondersteuning van onderwijs- en examencommissies, studiebegeleiding en –voorlichting, en de kwaliteitsbewaking. Binnen het Onderwijsbureau werken de volgende personen: • Hoofd Onderwijsbureau: mw.dr. A.M. Wagner, tel. (020) 444 7167, kamer E-119; • Studieadviseurs (opleidingen Levenswetenschappen), dr. H. Hillebrand, tel. (020) 444 7012, kamer C-148a; dr. N.D. de With, tel. (020) 444 7013, kamer C-148a;
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
11
•
•
• •
Onderwijscoördinatoren: (opleidingen Levenswetenschappen): mw.dr. P.A.C.M. de Boer, tel. (020) 444 7011, kamer C-124; (opleidingen Aardwetenschappen): dr.ir. M. Bergwerff, kamer C-124, tel. (020) 444 7401; en mw. drs. A.L. Tasseron, kamer C-124, tel. (020) 444 7257. Studiesecretaresses: mw. A. Kist en mw. S. El Hamdi (opleidingen Levenswetenschappen), tel. (020) 444 7010, kamer C-118b, mw. M. Zadel –Vrind en mw. M. Duifs-Eshuis (opleidingen Aardwetenschappen), tel. (020) 444 7350/7302, kamer C-118a; Onderwijskundige: mw.drs. G.J.M. Dirksen-Tombe, tel. (020) 444 6987, kamer C124a; Coördinator ICT en Onderwijs: mw.drs. E.J.M. van de Grint, tel. (020) 444 6987, kamer F-114, ICT applicatie ondersteuning, mw. K. van der Wilt, tel. (020) 444 6937, kamer F-114.
Bureau voorlichting en werving • Hoofd bureau Voorlichting en werving: dr. B. Andeweg (opleidingen Aardwetenschappen), tel. (020) 444 7339, kamer C-154; vacature (opleidingen Levenswetenschappen), tel. (020) 444 7190, kamer C-154; • Coördinator Internationalisering: mw. drs. E. Salomé, tel. (020) 444 7301, kamer F-122; • Intra- en internet: P. Strik, tel. (020) 444 9944, kamer C-154; • Voorlichting Gezondheid en Leven (i.s.m.Windesheim): mw. A. Blanksma, tel. (020) 444 5579, kamer F-122. Technische en ondersteunende diensten In de afdelingen van de Technische en Ondersteunende Diensten zijn de niet aan de (wetenschappelijke) afdelingen verbonden technische en administratieve medewerkers opgenomen. Zij ressorteren onder de directeur bedrijfsvoering van de faculteit. • Computerafdeling, hoofd: ing. R. Mars, tel. (020) 444 9976, kamer F-238; • Instrumentele Dienst, hoofd: D.M. van Harlingen, tel. (020) 444 7259, kamer F021; • Lab. Geochemische analyse, hoofd: dr. P.Z. Vroon, tel. (020) 444 7404, kamer M452; • Lab. Sedimentanalyse, hoofd: ing. M. Konert, tel. (020) 444 7378, kamer M-420; • Gesteentebewerking, hoofd: mw. W. Koot, tel. (020) 444 7344, kamer F-421; • Lab. Microanalyse, hoofd: drs. E.A.J. Burke, tel. (020) 444 7345, kamer F-338; • Massaspectrometrie, hoofd: dr. G.R. Davies, tel. (020) 444 7329, kamer F-030.
12
1.1.5
Convent van afdelingshoofden Het Convent van Afdelingshoofden is een adviesorgaan voor het faculteitsbestuur. Het bestaat uit de hoofden van de wetenschappelijke afdelingen.
1.1.6
Afdelingen Het onderwijs van de opleidingen wordt verzorgd door verschillende afdelingen binnen de Faculteit Aard- en Levenswetenschappen. Een afdeling verzorgt het onderwijs en het onderzoek in een bepaald vakgebied. Zij bestaat uit wetenschappelijk personeel, ondersteunend en beheerspersoneel, die bijdragen aan het onderwijs- en/of onderzoekprogramma van de afdeling. Een afdeling wordt geleid door het afdelingshoofd; dit is vrijwel altijd een hoogleraar. Het wetenschappelijk
Algemene Gezondheidswetenschappen
personeel van een afdeling heeft een taak als onderzoeker en als docent. Een aantal van deze docenten overlegt in de curriculum- en opleidingscommissies met de studenten over het onderwijs. Daarnaast zit een aantal docenten in de examencommissie. De faculteit der Aard- en Levenswetenschappen heeft de volgende afdelingen: Biologie en Samenleving Hoofd: mw.prof.dr. J.F.G. Bunders, tel. (020) 444 7030, kamer A-068 Chemie en Biologie Hoofd: prof.dr. A. Brouwer, tel. (020) 444 9535, kamer C-529 Dieroecologie Hoofd: prof.dr. N.M. van Straalen, tel. (020) 444 7070, kamer B-027 Ecologie en Ecofysiologie van Planten Hoofd: dr. J.A.C. Verkleij, tel. (020) 444 7054, kamer A-217 Economie en Technologie Hoofd: dr. M.W. Hofkes (a.i.), tel. 020-4449563, kamer C-530 Experimentele Neurofysiologie Hoofd: prof.dr A.B. Brussaard, tel (020) 444 7098, kamer B-338 Functionele Genoomanalyse Hoofd: prof.dr. M. Verhage, tel. (020) 444 6936, kamer A-435 Genetica Waarnemend hoofd: Dr. A.R. Stuitje, tel (020) 444 7138, kamer M-554 Geoarcheologie Hoofd: prof.dr. H. Kars, tel. (020) 444 6438, kamer O-439 Hydrologie en Geo-Milieuwetenschappen Hoofd: prof.dr. A.J. Dolman, tel. (020) 444 7358, kamer F-464 Isotopengeochemie Hoofd: prof.dr. P.A.M. Andriessen, tel. (020) 444 7340, kamer H-325 Kwartairgeologie en Geomorfologie Hoofd: prof.dr. J.F. Vandenberghe, tel. (020) 444 7368, kamer F-414 Milieubeleidsanalyse Hoofd: prof.dr. F. Biermann, tel. (020) 444 9959, kamer C-522 Moleculaire Celfysiologie Hoofd: prof.dr. H.V. Westerhoff, tel. (020) 444 7230, kamer M-236 Moleculaire en Cellulaire Neurobiologie Hoofd: prof.dr. A.B. Smit, tel (020) 444 7121, kamer C-340 Moleculaire Microbiologie Hoofd: prof.dr. B. Oudega, tel. (020) 444 7177, kamer M-548 Ontwikkelingsbiologie van het Zenuwstelsel Hoofd: prof.dr. M. Gahr, tel. (020) 444 7126, kamer B-262 Paleoecologie en Paleoklimatologie Hoofd: prof.dr. D. Kroon, tel. (020) 444 7261, kamer E-359 Petrologie Hoofd: prof.dr. G.R. Davies, tel (020 4447329, kamer F-030 Ruimtelijke Analyse en Beleid Hoofd: dr. R. Janssen (a.i.), tel. (020) 444 9512, kamer A-570 Sedimentologie Hoofd: dr. A.R. Fortuin (a.i.), tel. (020) 444 7351, kamer E-237 Structuurbiologie Hoofd: prof.dr. H. Lill, tel. (020) 444 7146, kamer M-538
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
13
Systeemecologie Hoofd: prof.dr. M.A.P.A. Aerts, tel. (020) 444 7211, kamer A-154 Tektoniek Hoofd: prof.dr. S.A.P.L Cloetingh, tel. (020) 444 7341, kamer E-160 Theoretische Biologie Hoofd: prof.dr. S.A.L.M. Kooijman, tel. (020) 444 7130, kamer B-121 Voeding en Gezondheid Hoofd: prof.dr.ir. J.C. Seidell, tel. (020) 444 46995, kamer O-552 Uitgebreide beschrijvingen van onderzoek en onderwijs van de afzonderlijke afdelingen zijn terug te vinden in het volgende hoofdstuk, voor zover relevant voor de opleiding(en) in deze studiegids.
1.2 1.2.1
Onderwijs Onderwijsinstituut Ter bevordering van de onderwijsverzorging kent de faculteit een onderwijsinstituut. Het instituut bevat 2 scholen, die elk onder leiding staan van een hoofd. • School for Life Sciences, hoofd: dr. K.S. Kits, kamer B-130; • School for Earth and Environmental Sciences, hoofd: dr. C. Biermann, kamer E152 Het onderwijsinstituut staat onder leiding van de onderwijsdirectie. De onderwijsdirectie adviseert het faculteitsbestuur omtrent het te voeren onderwijsbeleid, de onderwijsorganisatie en de benodigde onderwijsvoorzieningen, en houdt toezicht op de uitvoering van de onderwijs- en examenregelingen en de evaluatie hiervan. Daarnaast is directie belast met toezicht op de verdeling van onderwijstaken, het bevorderen van de onderwijskwaliteit en de onderwijsvoorlichting. De directie bestaat uit de volgende leden. Eén van de beide hoofden van de scholen fungeert als onderwijsdirecteur van de faculteit. • dr. K.S. Kits (onderwijsdirecteur) • dr. C. Biermann • dr. M.A. van Drunen
1.2.2
Opleidingen De faculteit verzorgt onderwijs en doet onderzoek in zeer uiteenlopende studie- en wetenschapsgebieden. In het academisch jaar 2004-2005 zullen de volgende opleidingen door FALW worden aangeboden: Bacheloropleidingen • Aardwetenschappen (inclusief Geoarcheologie) • Algemene Gezondheidswetenschappen • Biologie • Bio-medische wetenschappen Masteropleidingen • Beleid, management en ondernemerschap voor natuur- en levenswetenschappen • Biologie • Bio-medische wetenschappen • Biomolecular Sciences • Earth Sciences (inclusief Geoarchaeology)
14
Algemene Gezondheidswetenschappen
• • • • • •
Ecology Environment and Resource Management Geo-environmental Sciences Gezondheidswetenschappen Hydrology Neurosciences
Binnen de masteropleidingen Biologie, Bio-medische wetenschappen en Earth Sciences kan bovendien gekozen worden voor een opleiding in de wetenschapscommunicatie, of de lerarenopleiding.
1.3 1.3.1
Onderzoek Onderzoeksinstituten en -scholen De Faculteit participeert in een groot aantal en frequent wisselend aantal interfacultaire, interuniversitaire en zelfs internationale onderzoeksverbanden. Sommige daarvan hebben een tijdelijk karakter en andere zijn structureel van aard. De belangrijkste zijn: Onderzoekscholen: SENSE: Socio-Economic and Natural Sciences of the Environment NSG: Netherlands research school in Sedimentary Geology ARCHON: Archeologie Onderzoekschool Nederland ONWA: Onderzoekschool Neurowetenschappen Amsterdam BCA: Onderzoekschool Biocentrum Amsterdam ICG: Interuniversitair Centrum voor Geo-oecologisch onderzoek Daarnaast participeert de FALW in een aantal interfacultaire onderzoeksinstituten waaronder: -ION - Interfacultair onderzoekinstituut voor Neurowetenschappen -IMBW- Interfacultair Onderzoekinstituut voor Moleculaire Wetenschappen Op dit moment wordt een aantal nieuwe initiatieven ontplooid, die we geen interfacultaire instituten meer noemen maar die wel een vergelijkbare plaats in de organisatie innemen. Hieronder een paar voorbeelden: 1. Centrum voor Neurogenomics and Cognitive Research (CNCR) 2. Centrum voor Research van Complexe Systemen (CRCS, Biocomplexiteit)* 3. Centrum voor Bio-informatica (IBIVU) 4. Centre for Drug Discovery (CDD)* 5. Climate Centre VUA (CCVUA) en daarmee gerelateerde Centrum voor Aardobservatie 6. Centrum voor Geo-biologie en Ecogenomics* 7. Centrum voor innovatie en maatschappelijk ondernemen (CIMO) 8. Centrum voor Archeologie (FALW+Letteren) 9. Spinlab (Centrum van FALW en FEW) 10. Centrum voor Wetenschapscommunicatie (FALW, Letteren en FEW) * Deze centra zijn nog niet opgericht, maar nog in een voorbereidend stadium.
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
15
1.4
Voorzieningen
1.4.1
Algemene VU informatie en voorzieningen Algemene informatie over de Vrije Universiteit en haar voorzieningen voor studenten is niet langer in de studiegids opgenomen. Al deze informatie is niettemin terug te vinden op de website van de universiteit; http://www.vu.nl
1.4.2
Openingstijden gebouwen FALW is gehuisvest in het gebouw Wiskunde en Natuurwetenschappen. De openingstijden van het W&N-gebouw zijn: maandag t/m vrijdag van 7.00 tot 22.30 uur; zaterdag gesloten. Gebouw Medische Faculteit openingstijden: maandag t/m vrijdag van 7.00 tot 22.00 uur, zaterdag op aanvraag open. Op zon- en feestdagen en tussen kerst en nieuwjaar zijn alle gebouwen gesloten.
1.4.3
Restaurants Op de begane grond van het W&N-gebouw en het gebouw van de Medische Faculteit staan restaurants tot je beschikking. Je kunt hier terecht voor een uitgebreide keuze aan lunchartikelen. Openingstijden W&N van 8.30 tot 16.00 uur; openingstijden Medische Faculteit van 9.30 tot 15.30 uur.
1.4.4
Servicepunt Onder verantwoording van de Gebouwendienst van de VU, afdeling Civiele Zaken W&N, wordt in de hal M-0 het Servicepunt verzorgd. Alle zaken die het gehele gebouw betreffen, kunnen daar worden geregeld; melding storing kopieerapparaten, aanvraag AV-voorzieningen, gebruik telefoonapparatuur en fietsenstallingen, aanschaf van telefoon- en kopieerkaarten. Tel. (020) 444 5888.
1.4.5
Bagagekluizen Op diverse plaatsen in het W&N gebouw zijn bagagekluizen geplaatst. De gebruiksmogelijkheden worden ter plekke aangegeven. Meestal wordt een borg gevraagd.
1.4.6
Fietsenstalling De fietsenstalling bevindt zich onder de D-vleugel in de kelder. Er is ook een afgesloten ruimte, een sleutel is verkrijgbaar bij het Servicepunt.
1.4.7
Facultaire periodieken De Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen kent de volgende periodieken: ALWeer, het mededelingenblad van de faculteit dat wekelijks (op maandag) verschijnt en af te halen is uit bakjes, bij de postnis op de F-1 gang, C-1 gang en in de A-0 gang. ALWeer is ook te lezen op het internet; http://www.falw.vu.nl>nieuws>Alweer. In ALWeer staan mededelingen over cursussen, tentamens, roosterwijzigingen en activiteiten in en rond de faculteit. Berichten voor ALWeer kun je (voorzien van naam) in het postvakje kopij ALWeer in de postkamer deponeren, dan wel per e-mail aan de redactie sturen:
[email protected] Geoscoop, het aardwetenschappelijke kwartaalmagazine met informatie over onderzoek en onderwijs, over de technische afdelingen en de laboratoria, over het wel en wee van de faculteit en met berichten uit de faculteitsraad.
16
Algemene Gezondheidswetenschappen
1.4.8
1.5 1.5.1
Postvakken Bij de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen hebben alle hoogleraren, de wetenschappelijke afdelingen, de technische en administratieve afdelingen, studentenverenigingen en studenten een postvak in de postnis (naast F-140). Postvakjes voor individuele docenten zijn te vinden in de betreffende gang van de afdeling.
Studentenorganisaties GeoVUsie GeoVUsie, de studievereniging van de opleidingen Aardwetenschappen, is toegankelijk voor alle studenten die aan deze faculteit studeren en telt zo'n 250 leden. De contributie voor leden bedraagt EUR 30 voor je gehele studietijd. Iedereen kan donateur worden. De activiteiten van GeoVUsie concentreren zich rond een aantal commissies: • Geoflex b.v. b.v., organisator van aardwetenschappelijke excursies: elk jaar een meerdaagse excursie naar het buitenland en één of meerdere binnenlandexcursies. Ook organiseert de Geoflex wekelijks een aarwetenschappelijke lezing door een staflid of iemand van buiten de universiteit, of een film; • SBB-commissie (Studenten Belangen Behartiging), op dit moment voornamelijk bezig met het bijhouden van het tentamenarchief; • Feestcommissie, verantwoordelijk voor de organisatie van feesten en de wekelijkse borrel (donderdorst); • SI-commissie, die ieder jaar opnieuw de Sociale Introductie van de eerstejaars op zich neemt, zowel tijdens de IDEE-week in augustus als tijdens het altijd gezellige introductieweekend in het laatste weekend van september. Een tweede taak is het helpen op open dagen; • Sportcommissie, organiseert sportieve evenementen van allerlei aard, zoals het zeilweekend en het van Alebeek toernooi; • Geocult, zorgt voor de culturele activiteiten binnen de studievereniging, zoals de IKEA-excursie en de jaarlijkse filmnacht; • VIP-commissie (Vinger-in-de-Pap-commissie), deze bestaat uit oude GeoVUsierotten die altijd bereid zijn om adviezen te geven en waar nodig een helpende hand toe te steken. • GAT-cie (Geluid, Apparatuur en Techniek-commissie), levert de technische ondersteuning bij vele GeoVUsie activiteiten. • GeoVizier, produceert ieder jaar een gids met onmisbare tips en handige informatie voor het eerstejaars Spanje-veldwerk. Daarnaast zorgt de GeoVizier voor een alternatieve studiegids met informatie over vakken, docenten, studenten en de faculteit; • GeoWeb-cie, onderhoudt de website; • Jaarboek-commissie, produceert ieder jaar (in samenwerking met alle stukjesschrijvende mensen) een prachtig jaarboek met een overzicht van alle gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden in het afgelopen verenigingsjaar. Als de gelegenheid zich voordoet, organiseert GeoVUsie symposia en congressen; GeoVUsie draagt zorg voor gezamenlijke inkoop van studieboeken, alsmede van hamers, kompassen, loepen en andere benodigdheden bij de studie. Voor meer informatie zie http://www.falw.vu.nl > studenten > studentenorganisaties > GeoVusie. GeoVUsie is bereikbaar via
[email protected] of te vinden in M-138. Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
17
1.5.2
Gyrinus natans Gyrinus natans, de studievereniging van de opleidingen Levenswetenschappen, is in 1953 opgericht om elkaar te helpen studeren, studenten voor te bereiden op de arbeidsmarkt waarin zij na hun afstuderen terecht zullen komen en natuurlijk niet te vergeten voor de gezelligheid tijdens en na de studieperiode. Gyrinus natans is een vereniging die bestaat uit studenten en medewerkers. De vereniging kent 10 commissies. Het Alcoholaat verzorgt samen met de Tegenstelling twee keer per week een borrel in ons eigen café 'De Tegenstelling' en borrels voor afgestudeerden en gepromoveerden. De Feestcie organiseert meerdere feesten binnen en buiten de VU. Bovendien wordt er elke maand een speciale borrel gehouden in de Stelling. Ook zijn er meerdere kampen per jaar, verzorgd door de Kampcie. Verder zijn er jaarlijks terugkerende activiteiten zoals de Filmnacht en de Culture maaltijd, waarbij allochtone studenten en medewerkers gerechten uit hun land van afkomst bereiden en serveren. Verder hebben we nog de Natuurcie die onder andere uitjes naar natuurgebieden organiseert. Gyrinus biedt door het gevarieerde aanbod van activiteiten aan iedereen de ruimte en zorgt er zo voor dat een bonte verzameling van mensen samenwerkt en één en hetzelfde doel nastreeft: gezelligheid. Meer hierover is te lezen op de webpagina: www.bio.vu.nl/gyrinus Het lidmaatschap dat korting geeft op Gyrinusactiviteiten, bedraagt slechts EUR 5,-. Voor inlichtingen, e-mail
[email protected], of kom langs in de Gyrinuskamer, C-153.
1.5.3
Underground UNDERGROUND is de studievereniging van de opleiding Archeologie. Voor studenten van de opleiding regelt Underground de boekverkoop. Daarnaast worden er regelmatig borrels, feesten en excursies georganiseerd. Nadere informatie is te vinden op de website van de vereniging www.studieverenigingunderground.tk.
1.5.4
Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen Het Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen, kortweg SOAL, bestaat uit studenten aardwetenschappen, biologie, biomedische wetenschappen en gezondheidswetenschappen. De studenten uit de verschillende opleidingen zetten zich samen in voor verbetering van het onderwijs en de gang van zaken in de diverse studierichtingen aan de faculteit. Ze beslissen mee over het nieuwe onderwijsprogramma en evalueren de diverse vakken. Studenten kunnen met vragen en opmerkingen terecht bij het SOAL. Het SOAL is gehuisvest in M-112 en heeft een postvakje in de nis op de F1-gang (studentenraad), e-mailen kan naar
[email protected]. Meer informatie is te vinden op http://www.falw.vu.nl/student onder studentenorganisaties.
1.6
Uitwisseling en internationalisering Studeren in het buitenland is aantrekkelijk. Om te beginnen zal het je curriculum vitae sieren en de kansen op de arbeidsmarkt ongetwijfeld vergroten. De kennismaking met een ander land en met een andere cultuur, een ander studentenleven en een ander onderwijssysteem zal je een andere invalshoek aanreiken op de Nederlandse gewoonten. Voor veel studenten betekent een buitenlands verblijf ook een persoonlijke groei: je moet op eigen kracht varen in een vreemd land en alles wat je
18
Algemene Gezondheidswetenschappen
wilt maar geregeld zien te krijgen. Wanneer je hebt besloten een gedeelte van je studie aan een buitenlandse onderwijsinstelling of organisatie door te brengen, kun je natuurlijk ook gebruik maken van de bestaande uitwisselingprogramma’s, zoals het Socrates-Erasmus of Leonardo da Vinci programma voor verblijf binnen Europa, GLOBE voor buiten Europa, of het ISEP programma voor de V.S. De ervaring leert dat je minimaal een jaar van tevoren met de voorbereidingen voor een buitenlands studieverblijf moet starten. Informatie over beurzen, programma’s en andere zaken waarop je moet letten, zoals goedkeuring van de examencommissie voor de onderdelen die je in het buitenland gaat volgen, wordt gegeven door de contactpersoon internationalisering van de faculteit, mw. drs. E. Salomé-Munnik. Zij is bereikbaar tussen 9.00 en 12.00 uur op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag in kamer F-122, of per email:
[email protected]. Je kunt dan ook een overzicht krijgen van alle universiteiten waarmee FALW uitwisselingsovereenkomsten heeft en hoeveel studentenplaatsen er voor VU studenten beschikbaar zijn. Daarnaast wordt informatie verstrekt door Bureau Internationalisering aan de grote balie in het hoofdgebouw van de VU. De openingstijden zijn van 10.00 tot 17.00 uur. Bureau Internationalisering heeft ook een website (www.internationaloffice.vu.nl) met recente informatie over programma’s, culturele verdragen en de brochure “Studeren in het Buitenland” online.
Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen
19
20
Algemene Gezondheidswetenschappen
2
2.1
School of Life Sciences
Inleiding Binnen de faculteit ALW zijn de opleidingen op het terrein der Levenswetenschappen ondergebracht in een aparte School of Life Sciences. Het onderwijs binnen de opleidingen wordt voor een groot deel georganiseerd en verzorgd door afdelingen van de faculteit ALW. Voor de opleidingen Bio-medische Wetenschappen en Algemene Gezondheidswetenschappen wordt ook een belangrijk deel van het onderwijs verzorgd door het VUmc. Daarnaast participeren de faculteiten Bewegingswetenschappen, Psychologie en Pedagogiek, Sociaal-Culturele Wetenschappen en Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde in de opleiding Algemene Gezondheidswetenschappen. De faculteit ALW is penvoerder van de opleidingen.
2.2 2.2.1
Opleidingen en differentiaties Bacheloropleidingen Bachelor Biologie Een bioloog bestudeert dieren, planten, mensen en micro-organismen op verschillende niveaus, variërend van microniveau (bijv. DNA) tot macroniveau (bijv. levensgemeenschappen, ecosystemen). De opleiding is driejarig en kan worden voortgezet met een masteropleiding. Bachelor Bio-medische Wetenschappen In de Bio-medische wetenschappen staat de zieke en gezonde mens centraal en wordt aandacht besteed aan fundamenteel en toegepast medisch onderzoek naar ontstaan, verloop en verspreiding van ziekten alsmede de mogelijkheden om hierop in te grijpen. De opleiding is verwant aan Biologie en Algemene Gezondheidswetenschappen. De opleiding is driejarig en kan worden voortgezet met een masteropleiding. Bachelor Algemene Gezondheidswetenschappen Binnen deze driejarige opleiding wordt, in de breedste zin, alles bestudeerd wat te maken heeft met gezondheid, gezondheidsproblemen en gezondheidszorg. Algemene Gezondheidswetenschappen is een interdisciplinaire opleiding waarin aspecten van diverse wetenschappen zijn gebundeld: Bio-medische wetenschappen, Geneeskunde, Bewegingswetenschappen, Psychologie, Pedagogiek, Sociaal-culturele Wetenschappen en Economie. De opleiding is driejarig en kan worden voortgezet met een masteropleiding.
2.2.2
Masteropleidingen Vanuit de bacheloropleidingen Biologie, Bio-medische Wetenschappen en Algemene Gezondheidswetenschappen aan de VU bestaan doorstroomrechten naar een aantal masteropleidingen. Voor de bachelor Biologie zijn dit: • Master Biologie • Master Ecology • Master Biomolecular Sciences • Master Neuroscience School of Life Sciences
21
•
Master Beleid, Management en Ondernemerschap voor Natuur- en Levenswetenschappers Voor de bachelor Bio-medische Wetenschappen zijn dit: • Master Bio-medische Wetenschappen • Master Biomolecular Sciences • Master Neuroscience • Master Beleid, Management en Ondernemerschap voor Natuur- en Levenswetenschappers • Master Oncology Voor de bachelor Algemene Gezondheidswetenschappen zijn dit: • Master Gezondheidswetenschappen • Master Bio-medische wetenschappen, de differentiaties Public Health Research en International Public Health. Met uitzondering van Oncology zijn alle masteropleidingen aan de faculteit ALW ondergebracht. De master Oncology is ondergebracht bij het VUmc en wordt in een aparte studiegids beschreven. De bachelor- en masteropleidingen worden in aparte studiegidsen beschreven. Uitgebreide informatie is ook te vinden op de facultaire website http://www.falw.vu.nl. Master Biologie Brede algemene, tweejarige, Nederlandstalige Masteropleiding met verschillende differentiaties. In 2004/2005 worden de volgende differentiaties aangeboden: • Ecologie • Celbiologie/Biomoleculaire wetenschappen • Ontwikkeling en Gedrag • Plantenwetenschappen • Maatschappijgerichte variant • Communicatie en Educatie • Vrije studierichting Voor de C/E, respectievelijk M-differentiatie wordt een 1-jarig traject aangeboden, dat aangevuld kan worden met vakken uit de andere differentiaties. Master Bio-medische Wetenschappen Brede algemene, tweejarige, Nederlandstalige Masteropleiding met verschillende differentiaties. In 2004/2005 worden de volgende differentiaties aangeboden: • Celbiologie/Biomoleculaire wetenschappen • Hart en Vaatziekten • Immunologie • Infectieziekten • International Public Health • Ontwikkeling en Gedrag • Public Health Research • Maatschappijgerichte variant • Communicatie en Educatie • Vrije studierichting
22
Algemene Gezondheidswetenschappen
Voor de C/E, respectievelijk M-differentiatie wordt een 1-jarig traject aangeboden, dat aangevuld kan worden met vakken uit de andere differentiaties. Master Gezondheidswetenschappen Brede algemene, éénjarige, Nederlandstalige Masteropleiding waarbinnen de volgende differentiaties mogelijk zijn: • Beleid en Management in de Gezondheidszorg • Preventie en Volksgezondheid • Vrije studierichting Master Ecology Deze tweejarige specialistische Engelstalige master is gericht op de ecologie en heeft een typisch onderzoekers-profiel. Echter ook aspecten zoals ruimtelijke vraagstukken of natuurbeheer kunnen in deze master aan bod komen, waardoor de opleiding een maatschappij-gericht accent krijgt. Master Biomolecular Sciences Deze tweejarige specialistische Engelstalige master is gericht op specialisatie in alle aspecten van de biomoleculaire wetenschappen. De master heeft een typisch onderzoeks-profiel. De master kent twee varianten: • Cell Biology • Topmaster variant Biomolecular Integration/Systems Biology Master Neuroscience Deze tweejarige specialistische Engelstalige master is gericht op specialisatie in alle aspecten van de neurowetenschappen. De master heeft een typisch onderzoekers profiel, maar studenten kunnen kiezen voor meer toegepaste aspecten zoals verslavingsonderzoek waarin ook aandacht is voor onderzoeksmanagement. Master Beleid, Management en Ondernemerschap voor Natuur- en Levenswetenschappers Deze tweejarige specialistische Nederlandstalige master kan met een onderzoekers of een maatschappij-gericht profiel ingevuld worden en betreft een opleiding waarbij bèta en gammadisciplines worden geïntegreerd. De master leidt op tot ondernemer, organisatiedeskundige of adviseur. 2.2.3
Doorstroomschema opleidingen Onderstaand schema geeft aan welke doorstroommogelijkheden er bestaan voor de bacheloropleiding binnen de levenswetenschappen naar masteropleidingen binnen de VU. Tabel 1 Doorstroom bachelor - master
Bachelor Bachelor Biologie Biomedische wetenschappen Master Biologie Master Bio-medische wetenschappen
School of Life Sciences
ja nee
nee ja (voor de differentiatie Public Health Research zijn
Bachelor Algemene Gezondheidswetenschappen nee uitsluitend de differentiatie Public Health Research 23
Master Gezondheidswetenschappen Master Ecology Master Biomolecular Sciences Master Neuroscience Master Beleid, Management en Ondernemerschap voor Natuur- en Levenswetenschappers Master Oncologie (bij VUmc) 2.2.4
2.3 2.3.1
24
nee
ingangseisen van toepassing) nee
ja
ja ja
nee ja
nee nee
ja ja
ja ja
nee ja
nee
ja
nee
Oude doctoraalopleidingen Met de invoering van de bachelor-masterstructuur is een einde gekomen aan de oude structuur van de opleiding met een propedeuse en doctoraal. Vanaf het studiejaar 2002 kunnen studenten alleen nog instromen in de bachelor of masteropleidingen. Studenten die vóór 2002, maar na 1999 zijn begonnen met de opleiding zijn omgezet vanuit de propedeuse of doctoraal naar de bacheloropleiding. Zij doen een vijfjarige opleiding. Daarnaast is er nog een groep studenten die de ‘oude’ vierjarige opleiding volgt. Deze studenten zijn vóór september 1999 begonnen met de studie en zijn ingestroomd in de 1-jarige propedeuse. Het propedeusediploma is inmiddels afgeschaft. Studenten die hun propedeusediploma voor de 4-jarige opleiding tijdig hebben gehaald, zijn ingestroomd in de vervolgopleiding, het doctoraal. Er bestaan nog drie doctoraal opleidingen: • 3-jarige doctoraalopleiding Biologie • 3-jarige doctoraalopleiding Medische Biologie • 3-jarige doctoraalopleiding Milieuwetenschappen-Biologie Met de doctoraalopleidingen wordt beoogd zodanige kennis, vaardigheid en inzicht bij te brengen op het gebied van de biologie, de medische biologie of de milieuwetenschappen dat de afgestudeerde in staat is tot een zelfstandige beroepsuitoefening en in aanmerking kan komen voor een eventuele vervolgopleiding tot leraar of wetenschappelijk onderzoeker. Belangrijke aspecten hierbij zijn het leren samenwerken en communiceren met collega’s van diverse disciplines en vakgebieden. Deze opleidingen eindigen op 31 augustus 2006.
Studievoorzieningen Studiesecretariaat Levenswetenschappen Het studiesecretariaat Levenswetenschappen is een onderdeel van het Onderwijsbureau FALW. De studiesecretaresses zijn mw. A. Kist en mw. S. El Hamdi. Adres: De Boelelaan 1087, 1081 HV Amsterdam, kamer C-118, tel. (020) 444 7010 of (020) 444 6939.
Algemene Gezondheidswetenschappen
Het studiesecretariaat is geopend op maandag t/m donderdag van 11:00 - 13:00 uur. Vrijdags is het secretariaat gesloten. Alleen tijdens openingstijden kunnen studenten terecht voor examenaanvragen, vragen omtrent hun resultaten en diploma’s en adreswijzigingen. In verband met de versturing van persoonlijke gegevens wordt studenten dringend verzocht adreswijziging, verandering in de burgerlijke staat, verandering of beëindiging van de inschrijving, langdurige studieonderbreking en dergelijke zo snel mogelijk aan het studiesecretariaat door te geven en tevens aan de afdeling Studentenadministratie en Studentenbalie in het hoofdgebouw (zie het algemene deel van de studiegids). Via de facultaire studenten startpagina op het internet (http://www.falw.vu.nl > Studenten) worden allerlei belangrijke formulieren zoals onderwijs- en examenregeling (OER), stage- en scriptiehandleidingen etc. ook elektronisch aangeboden. 2.3.2
Studiebegeleiding Studieadviseurs De studieadviseurs verstrekken nadere informatie over de diverse studieprogramma’s binnen de opleiding, individuele vrijstellingsregelingen en speciale studieregelingen. Zij geven loopbaanvoorlichting, helpen studenten bij het opstellen van studieplannen en de keuze van vakkencombinaties. Daarnaast bieden zij hulp bij studieproblemen en studievertraging. Zo nodig overleggen zij met de desbetreffende docenten of verwijzen door naar andere instanties binnen de VU, zoals studentendecanen, studentenpsychologen of naar cursussen van het Onderwijscentrum-VU of het Opleidingscentrum Studie en Loopbaan. Voor meer informatie over de activiteiten en mogelijkheden op VU-niveau wordt verwezen naar de betreffende pagina op de algemene VU website (http://www.vu.nl > Studenten). De studieadviseurs zijn: • Dr. N.D. de With, kamer C-148a, tel. (020) 444 7013, e-mail
[email protected]. Hij adviseert de studenten in de bacheloropleiding Biologie en Bio-medische wetenschappen en de hbo/hlo-instromers Biologie en Bio-medische wetenschappen; • Mw. Drs. G.J.M. Dirksen-de Tombe, kamer C-124a, tel. (020) 444 6987, e-mail
[email protected]. Zij adviseert de studenten in de bachelor- en masteropleiding Algemene Gezondheidswetenschappen en de hbo-instromers Gezondheidswetenschappen. • Dr. H. Hillebrand, kamer C-148a, tel. (020) 444 7012, e-mail
[email protected]. Hij adviseert de studenten Biologie en Biomedische wetenschappen in de masteropleidingen; De spreekuren van dhr. De With en dhr. Hillebrand zijn op maandag en donderdag van 11:00 - 13:00 uur. Het spreekuur van mw. Dirksen-de Tombe is op woensdag van 11:00-13:00. Buiten deze tijden uitsluitend volgens afspraak. Mentoren introductieweek Tijdens de introductieweek worden de nieuwe eerstejaars ingedeeld in groepjes van ongeveer twaalf personen. Elke groep krijgt twee studentmentoren toegewezen. Deze studentmentoren laten de eerstejaars kennismaken met de faculteit, de universiteit en het studentenleven.
School of Life Sciences
25
Stafmentoren eerstejaars Tijdens de eerste cursus van het jaar, Inleiding in de Levenswetenschappen/Gezondheidswetenschappen, zijn de studenten in groepen ingedeeld met gedurende de gehele cursusperiode dezelfde docent. Deze docent functioneert als mentor gedurende het eerste jaar. De mentor heeft de student in die eerste weken goed leren kennen en is daardoor een laagdrempelig aanspreekpunt voor de student. Scriptie- of stagebegeleider Wanneer studenten stage lopen of een scriptie schrijven, gebeurt dit onder supervisie van een scriptie- of stagebegeleider. De eisen die aan de begeleiders gesteld worden staan vermeld in de stage- en scriptiehandleiding (zie elders in dit hoofdstuk en op de facultaire internetpagina voor studenten). Zo moet de begeleider die als eindverantwoordelijke is aangesteld, een aanstelling hebben als docent, universitair docent (UD), universitair hoofddocent (UHD) of hoogleraar. 2.3.3
Onderwijsruimten en studiezalen De onderwijsruimten die worden gebruikt bevinden zich deels in het bètagebouw en deels bij andere faculteiten. In drukke perioden is het soms noodzakelijk om uit te wijken naar andere gebouwen. De grote collegezalen in het bètagebouw voor de meeste eerste- en tweedejaarscursussen zijn: D-107 en KC-159. Kleinere collegezalen zijn onder andere C-121 en C-147. Daarnaast wordt veel onderwijs gegeven in werkgroepzalen zoals de zalen op de P-0 gang, de R-2 gang en de C-2 gang, of elders. De practicumzalen zijn C-022, O-026, O-027 en O-049. De computerpractica worden gegeven in de computerzalen die zich in de kelder bevinden. Dit zijn de zalen BK-09, CK-22, CK38 en CK-46. Deze zijn toegankelijk voor de individuele studenten buiten voor de practica gereserveerde tijden. Grote studiezalen zijn te vinden in de bibliotheken. De studiezaal van de Bètabibliotheek in het W&N gebouw is dagelijks geopend van 9.00 tot 17.00 uur. De studiezaal van de Medische bibliotheek en de bibliotheekafdelingen in het hoofdgebouw zijn in de perioden september t/m juni geopend van 9.00 tot 21.00 uur. Buiten deze periode en op feest- en herdenkingsdagen zijn de zalen tot 17.00 uur open. De algemene studiezaal in het hoofdgebouw, OB-06, is maandag t/m vrijdag geopend van 7.00 tot 23.00 uur en zaterdag van 8.15 tot 16.00 uur. Daarnaast kan in het W&N gebouw als studieruimte onder meer de zitgelegenheid in de G-nul gang naar de kantine en de M-ruimte naast de receptie worden gebruikt.
2.3.4
Computerfaciliteiten De faculteit stelt computervoorzieningen ter beschikking aan studenten. Er zijn 115 computers beschikbaar, voor de opleidingen Biologie, Bio-medische wetenschappen en Gezondheidswetenschappen. Een groot aantal cursussen kent een onderdeel waarin de computer wordt gebruikt als aanvulling op het lesmateriaal. Derhalve is een groot deel van de computers tijdens cursussen in gebruik. De overigen kunnen vrij door de studenten gebruikt worden. Studenten worden aan het begin en tijdens hun studie voorgelicht over RSI preventie. Account voor toegang op het facultaire netwerk en e-mail adres Alle studenten krijgen bij de aanvang van de studie een gebruikersaccount met een persoonlijk e-mailadres. Dit wordt verzorgd door de Computergroep, kamer F-122.
26
Algemene Gezondheidswetenschappen
Het account is actief gedurende de tijd dat de student aan de faculteit is verbonden en geeft op de VU kosteloos toegang tot het netwerk van computers en printers en maakt het mogelijk van buitenaf in te bellen en in te loggen. Studenten ondertekenen bij het ontvangen van het gebruikersaccount een verklaring dat zij zich zullen houden aan de bij de faculteit geldende gedragscode voor computergebruik. Deze gedragscode is gebaseerd op de voor de VU algemeen geldende gedragscode die te vinden is op de VU website: http://www.vu.nl > Bestuur>Reglementen. Computer thuis Een eigen computer thuis is essentieel omdat de facultaire computers ook worden ingezet voor cursorisch onderwijs. Binnen de faculteit worden zowel Apple Macintosh als PC’s gebruikt. In principe kunnen documenten in de geschikte versie op beide platforms worden bewerkt. De faculteit heeft haar eigen inbelpunt in Amsterdam; het nummer daarvan krijgen de studenten tijdens hun eerste cursus. Hiermee zijn alle faciliteiten inclusief e-mail en internet ook thuis te gebruiken. Alleen telefoonkosten zijn voor eigen rekening. Computerservice Voor vragen over het gebruik van computers is er iedere dag (student)assistentie op de computerzaal aanwezig tussen 11.00 en 14.00. Buiten die tijden kunnen studenten in geval van urgente problemen de Helpdesk van de Computerdienst bereiken via het e-mailadres
[email protected]. De Helpdesk bevindt zich in kamer F-222, tel. (020) 444 7040. De website van de Helpdesk is te bereiken via de facultaire website: http://www.falw.vu.nl > Studenten > Bedrijfsvoering >Computerdienst). Op de website zijn diverse handleidingen en instructies te vinden. 2.3.5
TISVU Voor raadplegen van uitslagen, en het aan- en afmelden van cursussen en tentamens wordt gebruik gemaakt van het Tentamen Informatie Systeem Vrije Universiteit, oftewel TISVU. De nadere regels (wanneer en hoe lang van tevoren) voor de aanmelding van tentamens en cursussen staan in paragraaf 2.7. 5. van dit hoofdstuk. Aanmelding voor tentamens en cursussen via TISVU is mogelijk via de computer thuis of de computerzalen van de faculteit, door een internetbrowser te gebruiken en naar de internetpagina van TISVU te gaan http://tisvu.vu.nl. Om toegang te krijgen tot TISVU is een studentnummer en een pincode nodig. Deze pincode wordt tijdens een eerste plenaire kennismaking met TISVU (in de eerste cursus voor eerstejaars studenten) door de student aangevraagd. Studenten die in een hoger studiejaar instromen kunnen de pincode zelf aanvragen. Informatie en uitleg staat op http://www.falw.vu.nl >Studenten>Bacheloropleiding>Info alle opleidingen. Het is belangrijk deze uitleg goed te lezen omdat het aanvragen van de pincode alleen lukt als de juiste gegevens zijn ingevoerd! Gang van zaken aanvragen pincode Op het inlogscherm van TISVU bevindt zich een hyperlink met de naam ‘aanvragen account’. Deze link leidt naar een pagina waar de student een aantal persoonlijke gegevens moet invullen; de student vult hier ook de pincode van 4 cijfers in die hij/zij wilt gaan gebruiken. Na een klik op de knop ‘verstuur’ worden de ingevulde gegevens gecontroleerd. Indien ze juist zijn,
School of Life Sciences
27
wordt de gekozen pincode toegekend en kan de student voortaan op de hierboven beschreven manier inloggen. NB: de ingevoerde gegevens (m.u.v de pincode) moeten overeenkomen met de gegevens die in ISIS bekend zijn; bij huisnummer studieadres alleen het nummer invullen, niet eventuele toevoegsels als woonlaag. (NB het studieadres is het correspondentieadres) Mocht de student zijn/haar pincode vergeten zijn (of van pincode willen veranderen), dan kan het studiesecretariaat de bestaande pincode wissen (alleen tijdens openingstijden) Hierna kan de student zelf weer een nieuwe pincode kiezen. 2.3.6
Blackboard De faculteit maakt gebruik van de digitale leeromgeving ‘Blackboard’. Een digitale leeromgeving is een programma waarmee de docent een website aanmaakt ter ondersteuning van zijn/haar onderwijs. Het gebruik van Blackboard is eenvoudig: om een cursuswebsite te bezoeken heeft een student slechts een internetaansluiting en een browser nodig. De student kan dan op elk tijdstip en vanaf elke plaats via internet werken met Blackboard, op de VU in de computerzaal maar ook vanaf thuis. Blackboard biedt studenten de mogelijkheid om met elkaar te communiceren en samen te werken aan opdrachten. Ook het inleveren van opdrachten kan online gebeuren. Andere toepassingen zijn informatie over de cursus, actuele mededelingen, college sheets, discussiegroepen, links naar relevante websites, opdrachten die naar de docent gestuurd moeten worden, die ze vervolgens nakijkt en van commentaar voorziet. Welke elementen van Blackboard worden gebruikt hangt af van de betreffende cursus. De docenten van de cursus beheren de cursussite in Blackboard. Studenten die zich op tijd via TISVU hebben aangemeld voor een cursus, krijgen toegang tot de cursuswebsite. De docent is de eerste contactpersoon bij problemen met de cursuswebsite. Informatie en uitleg over Blackboard staat op http://www.falw.vu.nl >Studenten>Bacheloropleiding>Info alle opleidingen
2.3.7
Bibliotheek Binnen de universiteit zijn verschillende bibliotheken gehuisvest. Bibliotheek Bètawetenschappen De Bètabibliotheek is een onderdeel van de Universiteitsbibliotheek van de VU. De Bètabibliotheek bevindt zich op de zesde verdieping van het gebouw Wiskunde en Natuur-wetenschappen, ingang De Boelelaan 1083. Openingstijden: maandag t/m donderdag van 9.00-18.00 uur en vrijdag van 9.0017.00 uur. Telefoon balie: (020) 444 5230. In de Bètabibliotheek vindt men de boeken- en tijdschriftencollecties Aardwetenschappen, Biologie, Milieuwetenschappen (IVM), Algemene Vorming, Natuur-en Sterrenkunde, Scheikunde, Informatica en Wiskunde. De collecties staan in open opstelling en kunnen voor het grootste gedeelte zonder tussenkomst van het bibliotheekpersoneel worden geraadpleegd. Boeken en kaarten kan men lenen op vertoon van de studentenchipkaart. Tijdschriften worden niet uitgeleend, maar kunnen in de bibliotheek gekopieerd worden. Het zoeken naar een boek of (gedrukt) tijdschrift gebeurt m.b.v. de online publiekscatalogus (opc). In dit systeem kan worden gezocht op titel, auteur, trefwoord
28
Algemene Gezondheidswetenschappen
of systematische code (Library of Congress Classification en National Library of Medicine Classification). De meeste tijdschriften zijn online beschikbaar via de UBVU-website (http://www.ubvu.nl) binnen de VU-campus of thuis via ACCESS.VU (zie: http://www.access.vu.nl) Op de UBVU-website kunnen tijdschriftartikelen worden gevonden m.b.v. elektronische bibliografieën zoals Web of Science en PubMed. Zie voor uitgebreide informatie over o.a. het lenen, het bibliotheekreglement, de overige bibliotheken van de VU, de studiezalen, enz. de UBVU-website (http://www.ubvu.vu.nl) Vakreferenten: dhr. M.G. Gerzon (
[email protected]) en mw. A.A. de Maesschalck (
[email protected]) kamer P-620, tel. (020) 444 5238. Bibliotheken Medische Wetenschappen De medische preklinische bibliotheek bevindt zich in de faculteit der Geneeskunde, zaal D-509, Van der Boechorststraat 7, 1081 BT Amsterdam, tel. (020) 444 5266. Openingstijden: maandag tot en met donderdag van 9.00 tot 21.00 uur (van 5 juli t/m 30 augustus en op feest- of herdenkingdagen van 9.00 tot 17.00 uur); vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur. De klinische bibliotheek bevindt zich in de polikliniek van het AZVU, De Boelelaan 1118, 1 Westerbinnen 129 (eerste etage), 1081 HV Amsterdam, tel. (020) 444 1237. Openingstijden: maandag tot en met vrijdag van 9.00 tot 17.00 uur. Bibliotheek Bewegingswetenschappen en Psychologie en Pedagogiek Bezoekadres: de Boelelaan 1105 (2B-02) (VU-Hoofdgebouw). Openingstijden: maandag t/m vrijdag 9.00 - 17.00 uur Bibliotheek Sociaal Culturele Wetenschappen Bezoekadres: De Boelelaan 1105 (7B-02) (VU-Hoofdgebouw). Openingstijden: maandag t/m vrijdag 9.00 - 17.00 uur 2.3.8
Boek- en syllabusverkoop De studieboeken en syllabi die nodig zijn voor het volgen van cursussen staan vermeld bij de cursusbeschrijvingen en in de literatuurlijst in Hoofdstuk 4. Voor de cursussen binnen de Levenswetenschappen worden de gemeenschappelijke boekbestellingen geregeld door de Boekencommissie van de faculteitsvereniging Gyrinus Natans. Zij kunnen studenten de studieboeken met korting (tot 10%) verkopen. Voor informatie over bestellingen kan men terecht bij de vereniging (email:
[email protected] ). De boekencommissie neemt zelf contact op met de groepen die boeken nodig hebben, onder meer via de studentenmailinglist (e-mail aan alle studenten). Er wordt eens in de paar maanden een boekverkoop georganiseerd. Studenten kunnen ook zelf hun boeken kopen bij de boekhandel, maar zij krijgen dan geen korting. VU Boekhandel in het hoofdgebouw: tel. (020) 444 9410 (intern nummer) en (020) 6 444 355/4356 (extern nummer). Openingstijden van de boekhandel: maandag tot en met donderdag van 9.00 tot 19.00 uur, vrijdag van 9.00 tot 17.30 uur en zaterdag van 10.00 tot 15.30 uur. Syllabi worden bij aanvang van het desbetreffende onderwijs verkocht in de VUboekhandel (soms ook in de college- of practicumzaal). In het cursusrooster of op de
School of Life Sciences
29
blackboardsite van de cursus zal worden aangegeven wanneer en waar syllabi worden verkocht. 2.3.9
Kwaliteitsbewaking en onderwijsevaluatie Ten behoeve van de interne kwaliteitszorg gebruikt de faculteit de volgende factoren en instrumenten: • De opleidingscommissie adviseert de onderwijsdirectie m.b.t. de inhoud van het programma en de afstemming van de diverse onderdelen. De onderwijscoördinatoren en studieadviseurs adviseren deze commissie m.b.t. de studeerbaarheid van het programma; • De opleidingscommissie bewaakt de uitvoering van de OER met betrekking tot de kwaliteit en de organisatie van het onderwijs en adviseert de onderwijsdirectie m.b.t. onderwijsaangelegenheden; • De examencommissie bewaakt de uitvoering van de OER met betrekking tot tentamens en examens. Studenten hebben een belangrijke rol in de beoordeling van de onderwijskwaliteit. Zij geven op onderdeelniveau een oordeel over het door hen gevolgde onderwijs middels standaard evaluatieformulieren van het VU Onderwijscentrum. Deze evaluaties vinden regelmatig plaats. Op curriculumniveau geven studenten een oordeel over het door hen gevolgde onderwijs middels studentenpanels en curriculumevaluaties.
2.3.10
2.4 2.4.1
30
Inspraak Studenten hebben een stem bij de invulling van het onderwijsprogramma. Op facultair niveau bestaat de facultaire studentenraad (FSR), op opleidingsniveau bestaat het Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen (SOAL). SOAL bestaat uit studenten biologie, bio-medische wetenschappen (/ medische biologie), gezondheidswetenschappen en aardwetenschappen. De studenten uit de verschillende opleidingen zetten zich samen in voor verbetering van het onderwijs en de gang van zaken in de diverse studierichtingen aan de faculteit, beslissen mee over het nieuwe onderwijsprogramma en evalueren het onderwijs. De FSR draagt de studentleden van de opleidingscommissies voor. Zij worden benoemd door het faculteitsbestuur. Studenten kunnen met vragen en opmerkingen terecht bij het SOAL. SOAL is gehuisvest in M-112. Er hangt een postbus op de begane grond van de faculteit op de kruising van de A- en de B-gang. Meer informatie over FSR en SOAL is te vinden op http://www.falw.vu.nl >Studenten>Studentenorganisaties
Programmering van onderwijs, vakanties en herkansingen Jaarindeling Het reguliere onderwijs start op maandag 6 september 2004, week 37. In onderstaande tabel staan de onderwijsperioden, vakanties en de data van de sluiting van de gebouwen.
Algemene Gezondheidswetenschappen
Tabel 2 Jaaroverzicht planning onderwijs, vakanties en herkansingen
Weeknr. 37-44 (2004) 45-52 (2004) 53 (2004)-1 (2005)
2-5 (2005) 6-14 (2005)
15-22 (2005)
23-26 (2005) 27-35 (2005)
Periode Onderwijsperiode 1 Onderwijsperiode 2 Kerstvakantie en herkansingen in week 1 van vakken gegeven in week 37-48 Onderwijsperiode 3 Onderwijsperiode 4 In week 10 voorjaarsvakantie en herkansingen van vakken gegeven in week 49-5 Onderwijsperiode 5
VU-gebouw sluiting
25 december t/m 2 januari (Kerst en Nieuwjaar)
25 maart (Goede Vrijdag), 28 maart (2de Paasdag)
30 april, Koninginnedag, 5 mei (Hemelvaartsdag) en 6 mei, 16 mei (2e Pinksterdag)
Onderwijsperiode 6 Zomervakantie en herkansingen (de laatste twee weken van augustus) van vakken gegeven in week 5-26
Het reguliere onderwijs bestaat uit cursussen die in verschillende onderwijsperioden zijn gepland. In de meeste gevallen worden de cursussen in blokvorm gegeven. Dit betekent dat gedurende een bepaalde periode maar één cursus tegelijkertijd wordt gegeven. Er zijn echter ook enkele perioden waar meerdere cursussen tegelijkertijd gegeven worden, waarbij colleges en/of practica en werkgroepen van de verschillende cursussen door elkaar heen lopen. Als dit meerdere verplichte cursussen binnen één studiejaar betreft, zal de roostering van de cursussen uiteraard onderling worden afgestemd. Cursussen beginnen meestal op maandag, maar bij parallelle programmering beginnen cursussen vaak daags na elkaar. Dus is het verstandig tijdig het cursusrooster te raadplegen. De eind- en deeltentamens zijn op verschillende momenten gepland; ook hiervoor is het raadzaam tijdig het cursus- of tentamenrooster te raadplegen. Het einde van de onderwijsperiode voor alle studiejaren in de bacheloropleidingen is vrijdag 1 juli. Voor masterstudenten is de einddatum in principe variabel in verband met de individuele planning van de stages en scriptie. De planning van stages en scripties in het masterprogramma is niet gebonden aan de onderwijsperiode en kan ook plaatsvinden tijdens de perioden rond kerst en nieuwjaar en gedurende de zomer.
School of Life Sciences
31
2.4.2
Roosters Een jaarrooster met daarin alle cursusonderdelen is in papieren vorm beschikbaar in de vakkenkast bij het studiesecretariaat (C-1 gang) en via de studentenpagina van de facultaire website (http://www.falw.vu.nl > Studenten). De roosters van de cursussen zijn vanaf begin augustus in globale en voorlopige vorm te vinden op de website http://www.falw.vu.nl >Studenten. Er kunnen echter in deze roosters nog wijzigingen optreden i.v.m. het niet beschikbaar zijn van de juiste zalen op het juiste moment. Vooral voor tentamens en herkansingen geldt dat de planning daarvan op centraal niveau gedaan wordt en het dus niet mogelijk is in een zeer vroeg stadium aan te geven wanneer het precieze tijdstip is. Definitieve roosters zijn uiterlijk 14 dagen voor de aanvang van de desbetreffende cursus in zodanige vorm beschikbaar dat de deelnemers daarin kunnen lezen op welke tijden en locaties zij aanwezig moeten zijn. Studenten moeten bij voorbaat uitgaan van een 40-urige cursusweek, met onderwijs tussen 8:30 en 17:30 uur. De definitieve cursusroosters worden via Blackboard (het elektronische cursusinformatiesysteem) beschikbaar gesteld en tevens als een papieren versie. De papieren versie ligt in de vakkenkast bij het studiesecretariaat in de C-1 gang. Alleen de studenten die zich hebben opgegeven voor een cursus hebben toegang tot Blackboardsite van de betreffende cursus. Tweemaal per jaar, in januari en augustus, wordt een rooster voor het komende half jaar van de schriftelijke tentamens en de herkansingen met tijd en plaats gepubliceerd op de facultaire website (http://www. falw.vu.nl > Studenten). Het rooster is ook te vinden in de vakkenkast bij het studiesecretariaat in de C-1 gang. De data zijn tevens beschikbaar via TISVU. Aanmelding voor cursussen, tentamens en herkansingen kan uitsluitend via TISVU.
32
2.4.3
Sluiting van de faculteit Het W&N-gebouw (de Boelelaan 1081-1087) is gesloten tussen Kerst en Nieuwjaar. Daarnaast is het gebouw gesloten op de tweede Paasdag en tweede Pinksterdag, Hemelvaartsdag en de vrijdag daarna, Koninginnedag en Bevrijdingsdag.
2.4.4
Vakanties en herkansingen De studenten dienen er rekening mee te houden dat ze in principe de volle werktijd (8.30-17.00 uur) reserveren voor het volgen van de onderdelen. Er zullen problemen ontstaan wanneer een deel van een cursus wordt gemist, bijvoorbeeld wegens een extra vakantie. Teveel tijd missen leidt er gemakkelijk toe dat een cursus een volgend jaar moet worden over gedaan. Gedurende het jaar zijn er in principe drie onderwijsvrije perioden waarin herkansingen zijn gepland: de eerste week van januari, de voorjaarsvakantie van 7 t/m 11 maart, en de laatste twee weken van augustus. Studenten die niet aan herkansingen hoeven deel te nemen kunnen in deze periode vakantie opnemen. Het is niet mogelijk om tijdens een cursus individueel vakantie op te nemen zonder dat dit studievertraging oplevert. Er zijn geen vaste vakantieperioden voor studenten die stage lopen of hun scriptie schrijven, zij kunnen dit afstemmen op hun eigen rooster. Afwezigheid, om welke reden dan ook, dient echter altijd van tevoren te worden afgesproken met de begeleider.
Algemene Gezondheidswetenschappen
2.5
Informatievoorzieningen en voorlichting
2.5.1
Infotheek In de Infotheek (C-148b) kunnen studenten allerlei informatie verzamelen. Studiegidsen van een aantal andere faculteiten kunnen hier worden ingezien. Er is informatie te vinden over keuzevakken elders. Daarnaast zijn er informatiemappen met stageplaatsen. Ook liggen hier de formulieren voor het aanvragen van stages en scripties en overzichten van de examenprogramma’s die gelden voor het aanvragen van het diploma. Er staan computers om informatie te zoeken op het internet en om via TISVU aanmeldingen te doen voor cursussen en tentamens of om studieresultaten te bekijken.
2.5.2
Informatiemedia Mailinglists Iedereen met een internetaccount bij de Faculteit kan via de e-mail automatisch geselecteerde informatie toegezonden krijgen. Dit gebeurt via zgn. mailinglists. Er kunnen ook berichten ter verzending via de mailinglist worden aangeboden. De studenten-list verzendt aan alle studenten en heeft het adres:
[email protected]. De beheerder (moderator) bepaalt of een bericht geschikt is om aan iedereen toe te zenden. Website De facultaire website http://www.falw.vu.nl geeft veel informatie over alles wat er in de faculteit gebeurt. Ook deze studiegids is er geactualiseerd te raadplegen. ALWeer Het infomatieweekblad voor alle medewerkers en studenten van de faculteit is ALWeer. De meest recente uitgave is op het internet te lezen http://www.falw.vu.nl/nieuws/alweer.pdf Correcties en mededelingen Mededelingen over aanvullingen en/of wijzigingen van de gegevens in deze studiegids en correcties op college- en/of tentamenroosters worden via zoveel mogelijk kanalen bekendgemaakt: via de publicatieborden in de C-1- gang (faculteit ALW), via een mailing naar alle facultaire studenten e-mail adressen en de blackboardsite van de cursus.
2.5.3
Studentenvoorlichting Op verschillende momenten tijdens de opleiding worden voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd door de studiebegeleiders en onderwijscoördinatoren. Tijdens deze bijeenkomsten wordt informatie gegeven over onderwerpen die op dat moment van belang zijn voor de student. De bijeenkomsten worden aangekondigd via het publicatiebord in de C-1- gang bij het studiesecretariaat en via de cursusroosters. Daarnaast wordt de voor studenten relevante informatie via de e-mail onder de aandacht gebracht. Onderstaande tabel geeft een overzicht van de vaste voorlichtingsbijeenkomsten. De definitieve data worden in overleg met de cursusleider gepland en zullen zo veel mogelijk aansluitend zijn op het lopende onderwijs.
School of Life Sciences
33
Tabel3 Voorlichtingsagenda
september
december
april
april
april/mei
mei/juni
2.6 2.6.1
Kennismaking studieadviseur Voorlichting alle studenten omtrent de taken van de studieadviseur en aandacht voor de actoren op facultair en centraal niveau, waar de student terecht kan voor hulp, begeleiding of vragen. Studievoortgang Voorlichting eerstejaars over het pre-advies en beïndigen van studie vóór 1 februari. Mastervoorlichting en stagemarkt Voorlichting voor ouderejaars omtrent de gang van zaken bij stages. Daarnaast presentatie van stagemogelijkheden op afdelingen. Studieadvies Voorlichting eerstejaars over studeerproblemen, inloting bij Geneeskunde en over het (nietbindende) studieadvies in juni. Keuzevakken Voorlichting 2de en hogerejaars omtrent de keuzevakken in het derde jaar. Masteropleidingen Voorlichting aan derdejaars omtrent de procedures rond inschrijving in de masteropleidingen.
Overige studie informatie Studiekosten De inschrijving aan de VU is niet afhankelijk van enige andere financiële bijdrage dan het collegegeld of het examengeld. De kosten van studiebenodigdheden voor eigen gebruik, zoals boeken, materialen en practicumbenodigdheden ten behoeve van het onderwijs en de tentamens van de opleiding zijn voor rekening van de student of de extraneus. Deze studiekosten bedragen jaarlijks ongeveer € 500-600: • boeken en/of syllabi (verplichte en aanbevolen); • handleidingen e.d.; • witte jas; • snijsetje; • WA- en ongevallenverzekering. Voor de materiële zaken geldt dat ze pas na informatie door de betreffende docenten of de boekencommissie moeten worden aangeschaft om miskopen te voorkomen. Meestal is er een gezamenlijke inkoop met aanmerkelijke prijsvoordelen via de boekencommissie van de studentenvereniging Gyrinus Natans. Een eigen computer is bijna onmisbaar, zeker voor het schrijven van verslagen. Een microscoop hoeft niet te worden aangeschaft. Excursies en stages De algemene richtlijnen betreffende subsidie voor studenten die zijn ingeschreven voor verplichte veldwerken en/of excursies aan de VU zijn als volgt: De reiskosten worden gesubsidieerd tot maximaal 50% van de kosten (soms tot maximaal 70%). De verblijfkosten worden voor 50% gesubsidieerd tot een maximum
34
Algemene Gezondheidswetenschappen
van € 9,- per dag. Reis- en verblijfkosten in het kader van stages binnen de faculteiten Aard- en Levenswetenschappen en Geneeskunde worden door de desbetreffende afdeling of vakgroep vergoed. Reis- en verblijfkosten ten behoeve van geheel externe stages worden niet vergoed. 2.6.2
2.7
Verzekeringen De studenten dragen zelf verantwoordelijkheid voor een laboratoriumongevallenverzekering en een WA-verzekering. De faculteit raadt iedereen aan reeds afgesloten ongevallenverzekeringen te controleren op dekking van laboratoriumongevallen. Indien dit niet het geval is of als de daarin verzekerde bedragen onvoldoende geacht worden, wordt met klem aangeraden een speciale verzekering af te sluiten bij Meeùs Baneke (premie ongeveer € 4,50 per jaar). Informatie over deze verzekering is te verkrijgen bij Meeùs Baneke, tel. (020) 3018686 of www.meeusbaneke.nl. Tenzij sprake is van grove nalatigheid van de zijde van de universiteit of van de faculteit, zijn deze nimmer aansprakelijk te stellen voor geleden schade.
Regelingen met betrekking tot het onderwijs en de examens
2.7.1
Examenonderdelen De examenonderdelen worden gevormd door cursussen, capita, specialisatietentamens, literatuuronderzoek, scripties en stages. De diverse examenonderdelen hebben elk een aparte administratiecode. Elk onderdeel wordt apart getoetst en krijgt een eindcijfer. Dit kan een afsluitende toets (tentamen) zijn aan het eind van de cursus of het afronden van een opdracht. Het kan ook voorkomen dat het eindcijfer is opgebouwd uit deelcijfers, afkomstig uit deeltentamens en/of practicumtoetsen of uit waarderingscijfers voor opdrachten. Ook kan de aanwezigheid bij de aangeboden onderwijsvormen een voorwaarde zijn voor het met succes afronden van een examenonderdeel (aanwezigheidsplicht). Pas wanneer aan alle voorwaarden is voldaan, krijgt de student een eindcijfer voor een examenonderdeel. Een bachelor- of masterexamen is het geheel van alle examenonderdelen, en vormt in principe de optelsom van alle tentamens.
2.7.2
Studiebelasting De studiebelasting staat gelijk aan de hoeveelheid tijd die nodig is om de doelstellingen van het onderwijsprogramma te realiseren. De studiebelasting wordt uitgedrukt in studiepunten. Studiepunten Per studiejaar zijn er 60 studiepunten (ECTS, European Credit Transfer System) verdeeld over verschillende examenonderdelen. Eén studiepunt staat gelijk aan 28 uur studiebelasting. Bij de beoordeling van een examenonderdeel wordt ervan uitgegaan dat voor elk studiepunt minimaal 28 uur is gestudeerd. Collegevrije uren moeten dan ook niet worden opgevat als vrije ’tussenuren’, maar als tijd voor zelfstudie. Elk examenonderdeel dat met succes is afgerond, staat gelijk aan een aantal studiepunten. In de Onderwijs- en Examenregeling en in deze studiegids wordt per examenonderdeel het aantal studiepunten vermeld. Er is een minimum aantal studiepunten nodig voor het examen. Voor de bacheloropleidingen is dit 180 studiepunten, voor de één- en tweejarige masteropleidingen respectievelijk 60 en 120 studiepunten.
School of Life Sciences
35
2.7.3
Studievoortgangscontrole Iedere student krijgt elk jaar omstreeks maart en vervolgens vóór 1 oktober bericht van zijn studievoortgang, middels een studievoortgang overzicht. De vaststelling hiervan gebeurt door de examencommissie, namens het College van Bestuur, op grond van de voor de opleiding bij het studiesecretariaat geregistreerde studieresultaten. Van studenten die niet de norm van de studievoortgang hebben behaald die in de Wet op de Studiefinanciering is vastgelegd, worden vóór 1 november de namen doorgegeven aan de Informatie Beheer Groep. De betrokken studenten worden hierover voor 1 november geïnformeerd door de afdeling Studentenadministratie en Onderwijsvoorlichting, namens het College van Bestuur. Hierbij wordt aangegeven wat de consequenties zijn voor de in het voorafgaande jaar ontvangen studiefinanciering en welke beroepsgang voor hen openstaat. Inzage in studieresultaten Resultaten van tentamens worden via het informatiebord bij het studiesecretariaat (C1- gang) bekend gemaakt. Daarnaast heeft elke student via TISVU (Tentamen Informatie Systeem VU) inzage in zijn eigen studieresultaten. Via TISVU worden alleen de eindcijfers bekend gemaakt, geen deelcijfers! Om toegang te krijgen tot TISVU is een account nodig. Een student moet dit account zelf aanvragen. Zowel de inzage als het aanvragen van het account gaat via een website: www.tisvu.vu.nl
2.7.4
Onderwijs- en Examenregelingen Elke opleiding kent een Onderwijs- en Examenregeling (OER). Een OER omvat naast de doelstelling van de opleiding ook alle regels met betrekking tot de benodigde vooropleiding, de invulling van het onderwijs, het afleggen van tentamens en examens, het verkrijgen van vrijstellingen, de studievoortgang en studiebegeleiding. De OER wordt jaarlijks vastgesteld door het faculteitsbestuur. De OER is vanaf 1 september 2004 beschikbaar via de facultaire internetpagina http://www.falw.vu.nl.
2.7.5
Regels voor deelname aan cursussen en tentamens Voor het aan- en afmelden van cursussen en tentamens binnen de opleidingen Levenswetenschappen wordt gebruik gemaakt van TISVU. Bachelorfase: Alle studenten dienen zich voor alle cursussen en tentamens in te schrijven via TISVU Uitzonderingen hierop zijn: • de reguliere eerstejaars studenten. Zij zijn van september t/m oktober automatisch ingeschreven bij alle studieonderdelen van het eerste jaar. Tijdens het eerste studieonderdeel zullen deze studenten instructie krijgen in het gebruik van TISVU. Vanaf november gelden voor de reguliere eerstejaars dezelfde regels als voor alle andere studenten. Masterfase: Alle studenten dienen zich voor alle cursussen en tentamens in te schrijven via TISVU. Uitzonderingen hierop zijn: • de HBO-instromers (premaster). Zij zijn van september t/m oktober automatisch ingeschreven voor de met hen afgesproken studieonderdelen. Tijdens de eerste
36
Algemene Gezondheidswetenschappen
•
cursus zullen deze studenten instructie krijgen in het gebruik van TISVU. Daarna gelden voor hen dezelfde regels als voor alle andere studenten. masterstudenten die geen doorstromers zijn, maar nieuw ingeschreven studenten. Deze studenten wordt bij de toelatingsprocedure gevraagd hun keuze t/m oktober kenbaar te maken. Tijdens de eerste cursus zullen deze studenten instructie krijgen in het gebruik van TISVU. Daarna gelden voor hen dezelfde regels als voor alle andere studenten.
Inschrijftermijnen Voor zowel de bachelor- als de masteropleidingen geldt dat inschrijving via TISVU plaats kan vinden vanaf de maand juni voorafgaande aan het studiejaar voor de cursussen tot en met de Kerst en vanaf de maand oktober in een lopend studiejaar voor de cursussen na de Kerst. Inschrijven kan tot uiterlijk 4 weken voor de aanvang van een cursus* en tot uiterlijk 1 week voor een tentamen. Herkansers die niet aan een cursus deelnemen maar wel aan het bijbehorende tentamen geven zich alleen via TISVU voor dat tentamen op, ook tot 1 week voor de tentamendatum. * een uitzondering hierop zijn een aantal veldwerken en excursies. Bij deze onderdelen zullen de studenten er bijtijds op gewezen worden dat ze zich eerder moeten opgeven. Dit geldt ook voor een (zeer beperkt) aantal cursussen waarvoor een maximum aantal deelnemers geldt. Wanneer - bv. door technische problemen- inschrijving of afmelding via TISVU niet mogelijk is dient de student dit kenbaar te maken bij het studiesecretariaat. Hiervoor gelden echter dezelfde termijnen als bij electronische opgave. Afmelden Afmelden voor een cursus kan uitsluitend via TISVU tot 4 weken voor aanvang van de cursus, dan wel tot 1 week voor aanvang van een tentamen. Uitzondering hierop zijn de nieuw ingeschreven eerstejaars en (pre)master studenten die zich in de periode september t/m oktober uitsluitend via het studiesecretariaat kunnen afmelden. Vanaf november gelden voor hen dezelfde regels als voor de andere studenten. Sancties Wanneer een student niet is ingeschreven via TISVU wordt hij of zij alleen toegelaten tot de betreffende cursus of tentamen wanneer de faciliteiten dat toestaan. Bij een cursus met practicum of werkgroepen zal dat veelal niet mogelijk zijn omdat op basis van opgegeven aantallen groepsindelingen zijn gemaakt, student-assistenten zijn aangesteld en practicum materiaal is besteld. Wanneer deelname in principe nog wel mogelijk is kan de faculteit in dat geval administratiekosten in rekening brengen. Nadere informatie omtrent administratiekosten zal tijdig worden verstrekt. Wanneer een student zich wel voor een cursus heeft opgegeven, maar niet op die cursus verschijnt kan de faculteit administratiekosten in rekening brengen. Als een student die staat ingeschreven voor een tentamen niet deelneemt aan dit tentamen zonder zich te hebben afgemeld wordt het eindcijfer 1 ingevoerd.
School of Life Sciences
37
Uitgebreide informatie over de TISVU-procedure en de sancties bij niet naleven van de regels zijn te vinden op de facultaire website http://www.vu.nl > Studenten> Ingangseisen De toelatingseisen staan vermeld bij de betreffende cursus in het hoofdstuk ’Examenonderdelen’. Wanneer er niet aan de ingangseis van een cursus is voldaan wordt geen toegang gegeven. Toelating onderwijs hogere jaren Onder strikte voorwaarden is het toegestaan om aan cursussen in hogere jaren deel te nemen zonder alle cursussen in het voorgaande jaar te hebben gehaald. Zie hiervoor de paragraaf ‘Volgorde van tentamens’. Overtekening en loting Bij een beperkt aantal keuzecursussen is het maximale aantal deelnemers vermeld (zie de beschrijvingen van de examenonderdelen achterin de studiegids). Bij overtekening wordt geloot. Deze loting vindt plaats tot 8 weken voor aanvang van de cursus. Het is van belang om op tijd in te schrijven voor een cursus waarbij geloot zal worden. De termijn van lotingscursussen is anders dan die van niet-lotingscursussen om studenten die niet zijn ingeloot de kans te geven zich voor een andere cursus op te geven. Om aan de loting te kunnen meedoen moet uiteraard aan de ingangseisen van de betreffende cursus zijn voldaan. Vrije keuze Van de keuzecursussen mag er in het derde jaar van de bacheloropleiding tot 12 studiepunten buiten het aanbod binnen de eigen van de eigen opleiding worden gevolgd. Een schriftelijk verzoek om een dergelijk onderdeel te mogen volgen, dient men te richten aan de examencommissie. Vakken die zijn gevolgd zonder voorafgaande goedkeuring van de examencommissie worden niet door het studiesecretariaat geregistreerd! Voor de masteropleiding geldt dat de student zelf een programma samenstelt en dit (vooraf) laat goedkeuren door de examencommissie van de betreffende masteropleiding. Dit geldt voor cursussen, capita, specialisatietentamens, stages en scripties. Goedkeuring masterprogramma’s Voor de masteropleiding geldt dat de student zelf een programma samenstelt en dit (vooraf) laat goedkeuren door de examencommissie van de betreffende masteropleiding. Dit geldt voor cursussen, capita, specialisatietentamens, stages en scripties. De hiervoor benodigde formulieren zijn verkrijgbaar bij het studiesecretariaat in de C1- gang en tevens te downloaden via de facultaire website http://www.falw.vu.nl. Nadere informatie is te vinden in de OERen van de betreffende opleidingen. 2.7.6
Regels en richtlijnen met betrekking tot tentamens Voor het aan- en afmelden van tentamens binnen de opleidingen Levenswetenschappen wordt gebruik gemaakt van TISVU. De hiervolgende informatie is een samenvatting van de OERen en de Regels en Richtlijnen van de examencommissies van de verschillende opleidingen.
38
Algemene Gezondheidswetenschappen
Mondeling tentamen Het tentamen kan in sommige gevallen ook mondeling worden afgenomen, bijvoorbeeld wanneer er maar een beperkt aan studenten aan een onderdeel deelneemt. Met de betrokken docent en eventueel de studiebegeleider dient dit te worden overlegd. De student maakt mondeling een afspraak met de desbetreffende docent over tijd en plaats. Voor de beoordeling neemt de student een leeg tentamenbriefje (in de vakkenkast tegenover het studiesecretariaat) mee. Maximaal aantal pogingen Elk tentamen mag zonder voorafgaande toestemming van de examencommissie ten hoogste vier maal worden afgelegd. Wanneer het maximum van vier tentamens is bereikt, zonder dat het examenonderdeel met succes is afgerond, beoordeelt de examencommissie of en onder welke voorwaarden de kandidaat toelating krijgt tot een toekomstig tentamen. Een verzoek tot toelating moet schriftelijk worden ingediend. Aanpassing gehandicapte studenten Aan gehandicapte studenten wordt op verzoek de gelegenheid geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun handicap aangepaste wijze af te leggen. Orde tijdens het tentamen • De kandidaat, die zich niet heeft ingeschreven voor een tentamen, wordt niet tot het tentamen toegelaten; • De docent laat bij het tentamen de deelnemerslijst door de student paraferen; • De surveillant is gerechtigd de collegekaart te controleren; • Het is verplicht vóór de aanvang van het tentamen tassen, boeken, dictaten, elektronische communicatieapparatuur (zoals zaktelefoons) en dergelijke in een afgesloten tas te plaatsen in de gangpaden van de ruimte waar het tentamen wordt afgenomen, met uitzondering van die onderwijsmaterialen waarvan expliciet gemeld staat dat ze gebruikt mogen worden bij dat betreffende tentamen; • Het is niet toegestaan na aanvang van het officieel vastgelegde tijdstip de ruimte waar het tentamen wordt afgenomen te betreden. Kandidaten die te laat komen kunnen door de examinator of surveillant worden uitgesloten van deelname; • Tijdens het tentamen is het dragen van kleding welke het gehele of het grootste deel van het gezicht bedekt niet toegestaan; • Tijdens het tentamen is het nuttigen van drank en etenswaren in de regel niet toegestaan; • Aanwijzingen van de examencommissie of examinator, die voor het begin van het examen of tentamen zijn gepubliceerd, en ook aanwijzingen die tijdens het tentamen en onmiddellijk na afloop daarvan gegeven worden, dienen door de examinandus te worden opgevolgd; • Na afloop dienen zowel het tentamen als alle andere verstrekte papieren te worden ingeleverd. Fraude Wanneer voorafgaande, tijdens of na afloop van een tentamen of een opdracht die deel uitmaakt van de beoordeling bij een deelnemer fraude wordt geconstateerd, wordt dit gemeld bij de examencommissie. De examencommissie kan: • het tentamen laten vervallen;
School of Life Sciences
39
• •
de betrokken student maximaal een jaar het recht ontnemen een of meer aan te wijzen tentamens of examens aan de universiteit af te leggen; eventuele aanvullende sancties opleggen.
Tentamenuitslagen Een examenonderdeel is met voldoende resultaat afgelegd als het door de betreffende examinator op een schaal van 1,0 tot 10,0 is beoordeeld met een cijfer 6,0 of hoger. Tentamenbeoordelingen in het bereik van 5,0 en 6,0 zijn niet toegestaan en worden door de examinator in gehele punten vastgesteld. Wanneer een student een tentamen meer dan éénmaal aflegt, geldt het hoogste cijfer. Bekendmaking van uitslagen van schriftelijke tentamens: Zo spoedig mogelijk, maar uiterlijk 20 werkdagen na afloop van een schriftelijk tentamen, wordt de uitslag vastgesteld door de examencommissie c.q. examinator. Het studiesecretariaat verwerkt de uitslagen tot een uitslagenlijst zonder persoonskenmerken (alleen studentnummers) en hangt deze lijst op het mededelingenbord in de C-1- gang bij het studiesecretariaat. Na verwerking worden de cijfers ook bekendgemaakt via TISVU. Er worden geen aparte tentamenbriefjes per student verstrekt. Bekendmaking van uitslagen van mondelinge tentamens: De uitslag van mondelinge tentamens is direct na afloop van het tentamen bekend. De docent vult het tentamenbriefje in dat de student heeft meegenomen en houdt zelf een doorslag. De student levert het briefje vervolgens in bij het studiesecretariaat en houdt ook zelf een doorslag. Vrijstellingen Studenten die menen wegens een eerdere opleiding in aanmerking te komen voor een vrijstelling, kunnen zich met een gemotiveerd verzoek wenden tot de examencommissie (e-mail:
[email protected]). Zij dienen informatie te kunnen overhandigen over de inhoud, studielast en beoordeling van het vak en over de instelling waar het vak is bestudeerd. Keuzevakken elders Wanneer een student een tentamen doet of een studieonderdeel afrondt voor een keuzevak elders (nadat hiervoor toestemming is gekregen van de examencommissie), dient hij een cijferbriefje op te halen bij het studiesecretariaat en dit mee te nemen naar het tentamen. Cijfers overige onderdelen Bij afronding van stages, scripties en individuele vakken zoals specialisatie tentamens, capita en keuzevakken aan andere instellingen dient de student er zelf voor te zorgen dat een cijferbriefje door de verantwoordelijke docent wordt ingevuld en getekend. 2.7.7
40
Volgorde van tentamens Voor de bacheloropleidingen gelden de volgende regels: • Studenten worden toegelaten tot het tweede studiejaar wanneer zij voor alle examenonderdelen uit het eerste studiejaar zijn geslaagd. Hierbij geldt het examenprogramma volgens de OER uit het jaar van aanvang van de studie. • De examencommissie laat de tweedejaars student toe tot het volgen van onderdelen in het tweede studiejaar wanneer hij/zij minimaal 48 studiepunten uit
Algemene Gezondheidswetenschappen
• •
•
•
•
het eerste jaar heeft behaald. Wanneer minder dan 48, maar meer dan 24 studiepunten uit het eerste jaar zijn behaald geldt een beperkte toelating: toelating geldt alleen voor die tweedejaarsonderdelen die niet samenvallen met nog af te leggen onderdelen uit het eerste jaar. Deze studenten wordt aangeraden samen met de studieadviseur een studieplan voor het tweede jaar op te stellen. Tweedejaarsstudenten die 24 studiepunten of minder hebben behaald uit het eerste studiejaar worden niet toegelaten tot tweedejaars onderdelen. De voorlopige toelating tot het onderwijs in het tweede studiejaar geldt voor maximaal één jaar. Wanneer een student na twee jaar inschrijving de onderdelen van het eerste studiejaar niet heeft behaald, dient hij/zij aan de dan geldende eisen voor het eerste jaar te voldoen. Studenten worden toegelaten tot het derde studiejaar wanneer zij voor alle examenonderdelen uit het eerste en tweede studiejaar zijn geslaagd. Hierbij geldt het examenprogramma volgens de OER uit het tweede jaar van de studie. De examencommissie laat de derdejaarsstudent voorlopig toe tot het volgen van onderdelen in het derde studiejaar wanneer hij/zij voor alle examenonderdelen uit het eerste jaar geslaagd is en minimaal 48 studiepunten uit het tweede jaar heeft behaald. Wanneer minder dan 48, maar meer dan 24 studiepunten uit het tweede jaar zijn behaald geldt een beperkte toelating: toelating geldt alleen voor die derdejaarsonderdelen die niet samenvallen met nog af te leggen onderdelen uit het tweede jaar. Derdejaarsstudenten die 24 studiepunten of minder hebben behaald uit het tweede studiejaar worden niet toegelaten tot derdejaars onderdelen. De voorlopige toelating tot het onderwijs in het derde studiejaar geldt voor maximaal één jaar.
Voor de masteropleidingen gelden de volgende regels: Vierdejaars studenten van het cohort 2001 binnen de bacheloropleidingen Levenswetenschappen aan de VU die nog niet het bachelordiploma hebben gehaald krijgen, onder beperkte voorwaarden, toestemming onderwijs binnen de masteropleidingen te volgen. Dit geldt alleen voor de masteropleidingen binnen de Levenswetenschappen waarvoor de genoemde bacheloropleidingen toelating geven. Voor het studiejaar 2004/2005 geldt deze voorwaardelijke toestemming voor de studenten die in totaal 150 studiepunten binnen de bacheloropleidingen gehaald hebben. De beperkte toelating geldt voor maximaal 1 jaar. Voor het studiejaar 2005/2006 zal gelden dat de studenten daarvoor in totaal 168 studiepunten binnen de bacheloropleidingen gehaald moeten hebben om onderwijs in de masteropleidingen te mogen volgen. De beperkte toelating geldt voor maximaal 1 jaar. 2.7.8
Richtlijnen voor stage en scriptie Zowel in de bachelor- als in de masteropleiding vormen stages een onderdeel van het curriculum. In de hoofdstukken die de opleidingen beschrijven staat meer over de inhoud en lengte van de stages. Daarnaast bestaat er voor zowel de stages in bachelorals de masteropleiding een aparte stage (en scriptie) handleiding. Deze handleidingen staan uitgeschreven in de hoofdstukken betreffende de bachelor- en masteropleidingen.
School of Life Sciences
41
42
2.7.9
Veiligheid In verband met de veiligheid is het verplicht om tijdens practica een witte jas en, in een aantal gevallen, een veiligheidsbril te dragen. Informatie over veiligheid is te vinden op http://www.falw.vu.nl >Studenten>Bacheloropleiding>Info alle opleidingen. Hier staan onder andere de veiligheids- en milieuvoorschriften voor practica. Daarnaast is er een handboek afvalstoffen opgesteld voor alle medewerkers en studenten. Via een stoffenlijst, afvalinformatiebladen en een overzicht van locaties wordt de beoogde afvalinzameling inzichtelijk gemaakt. De digitale versie kan geraadpleegd worden op het internet: http://www.vu.nl/arbo-enmilieu/pdfen/HandboekAfvalstoffen.pdf. De veiligheid op laboratoria wordt nauwlettend in de gaten gehouden door de facultaire Commissie voor Veiligheid en Milieu. Voorzitter van deze commissie is dr. J. Verkleij.
2.7.10
Recht van Beroep Tegen de beslissingen van de examencommissie of examinatoren of tegen behandeling tijdens het afleggen van tentamens, waardoor men in zijn belang meent te zijn getroffen, is tot dertig dagen na bekendmaking van de uitslag schriftelijk beroep mogelijk bij het College van Beroep voor de Examens. Verder wordt verwezen naar het Studentenstatuut VU, meer informatie hierover is te verkrijgen bij het Centrum voor Studie en Loopbaan.
2.7.11
Afgifte getuigschriften Alle opleidingen wordt afgesloten met het examen. Het examenprogramma wordt per studiejaar beschreven in de studiegids en is officieel vastgelegd in de OER. Het examen is met succes afgelegd wanneer alle examenonderdelen met succes zijn afgerond. Als bewijs hiervan ontvangt men een getuigschrift (diploma). Examenprocedure: • Voor de doctoraal en master examens geldt dat het examen slechts kan worden aangevraagd onder overlegging van een goedkeuring van het programma door de de examencommissie. • Het examen dient men uiterlijk vier weken voor de examendatum aan te vragen bij het studiesecretariaat van de opleidingen Levenswetenschappen, studentenbalie C-118. Op het moment van aanvraag dienen op 1 na alle cijfers bekend te zijn. • Het laatste cijfer kan eventueel uiterlijk drie weken voor de examendatum worden ingeleverd. Voor het examen van 31 augustus kunnen op deze dag tot 12.00 uur nog de laatste cijfers worden ingeleverd. De buluitreiking van deze datum is tijdens de examenzitting in september. • Drie weken vóór de examendatum wordt namens de examencommissie gecontroleerd wie van de aanvragers is geslaagd (dit is de controledatum); • De bul wordt uitsluitend uitgereikt aan de kandidaten die op de controledatum aan de exameneisen hebben voldaan. • Voor de vierjarige opleidingen is de laatste examendatum voor het doctoraaldiploma 31 augustus 2006. Op de voorzijde van het diploma is de opleiding vermeld. De cijfers van de onderdelen zijn met studiepunten vermeld op een aparte cijferlijst die bij het diploma wordt uitgereikt.
Algemene Gezondheidswetenschappen
Diploma-uitreiking De kandidaten ontvangen ongeveer een week van tevoren een uitnodiging voor de diploma uitreiking. De diploma uitreiking vindt plaatst in een (college)zaal, waarbij een aantal examenkandidaten tegelijkertijd in dezelfde sessie bijeenkomt. Wanneer veel studenten afstuderen, in de maanden augustus en september, zijn er meerdere sessies. De studenten kunnen een beperkt aantal familieleden of kennissen meebrengen naar de uitreiking. Elke examenkandidaat wordt kort toegesproken. Tijdens de sessies met weinig kandidaten kan de toespraak worden verzorgd door een spreker naar keuze van de kandidaat (zoals een stagebegeleider), tijdens de grote sessie is dat helaas niet mogelijk. Judicium ’met lof’ of ‘cum laude’ Wanneer de geëxamineerde tijdens het afleggen van het afsluitend examen blijk heeft gegeven van bijzondere bekwaamheid, kan dit op het getuigschrift worden vermeld met de woorden ‘cum laude’. Voor het toekennen van het judicium 'cum laude' aan het bachelorexamen gelden de volgende voorwaarden: • het gemiddelde van alle examenonderdelen bedraagt ten minste 8,0; • geen van de examenonderdelen heeft een cijfer lager dan een 7,0. Voor het toekennen van het judicium 'cum laude' aan het masterexamen geldt de volgende voorwaarde: • geen van de examenonderdelen heeft een cijfer lager dan een 8,0. Indien aan een student vrijstelling is verleend op één of meer onderdelen bepaalt de examencommissie of dit een 'cum laude' rechtvaardigt, indien voor de overige onderdelen wordt voldaan aan de eerder genoemde voorwaarden. De examencommissie kan aan het ‘oude’ doctoraalexamen het judicium ‘cum laude’ slechts toekennen wanneer in de differentiatiefase niet meer dan vier zevens behaald zijn en de overige cijfers minimaal 8,0 zijn en wanneer in de specialisatiefase geen cijfer lager dan een 8,0 behaald is. Aan de verkorte programma’s van instromers met een voltooid hbo-diploma wordt geen judicium toegekend. Examendatum Elke maand is er gelegenheid tot het afleggen van het examen, voor de uitreiking geldt dat deze om de twee maanden plaatsvindt. De data worden aan het begin van het studiejaar bekend gemaakt door het studiesecretariaat. Dossierverklaring Bij beëindiging van de studie vóór het halen van het examen, is het mogelijk een dossierverklaring te verkrijgen bij de examencommissie, als ten minste twee studieonderdelen met goed gevolg zijn afgelegd. In de dossierverklaring worden de studieonderdelen die met goed gevolg zijn afgerond vermeld. Engelstalige verklaring Bij de uitreiking van het Nederlandstalige getuigschrift ontvangt de student tevens een Engelstalige vertaling waaruit blijkt dat hij/zij het examen van de opleiding met goed gevolg heeft afgelegd.
School of Life Sciences
43
2.8 2.8.1
Commissies Examencommissies Het faculteitsbestuur heeft voor de opleidingen een examencommissie ingesteld. De examencommissie wijst examinatoren aan en kan aan hen richtlijnen geven m.b.t. de beoordeling van tentamens. Daarnaast stelt zij de regels vast m.b.t. de goede gang van zaken bij tentamens en examens en stelt zij de uitslag van de examens vast. Bachelor en master Biologie Leden: Dr. K.S. Kits (voorzitter) Dr. A.H. de Boer Prof. Dr. H. Lill Prof. Dr. J. Rozema Adres: Examencommissie Biologie Faculteit ALW, Vrije Universiteit t.a.v. mw. Dr. P.A.C.M. de Boer, ambtelijk secretaris De Boelelaan 1083 1081 HV Amsterdam e-mail
[email protected]. Bachelor en master Bio-medische Wetenschappen Leden: Dr. K.S. Kits (voorzitter) Mw. Dr. B.M. Bakker Prof. Dr. R.H.J. Beelen Prof. Dr. B. Oudega Adres: Examencommissie Bio-medische wetenschappen Faculteit ALW, Vrije Universiteit t.a.v. mw. Dr. P.A.C.M. de Boer, ambtelijk secretaris De Boelelaan 1083 1081 HV Amsterdam e-mail
[email protected]. Bachelor en master Algemene Gezondheidswetenschappen Leden: Dr. K.S. Kits (voorzitter) Prof. Dr. ir. J.C. Seidell Prof. Dr. M. Lindeboom Dr. H.N. Plomp Adres: Examencommissie Algemene Gezondheidswetenschappen Faculteit ALW, Vrije Universiteit t.a.v. mw. Dr. P.A.C.M. de Boer, ambtelijk secretaris De Boelelaan 1083 1081 HV Amsterdam e-mail
[email protected].
44
Algemene Gezondheidswetenschappen
Master Ecology De samenstelling van de examencommissie zal aan het begin van het studiejaar 2004/2005 via de facultaire website bekend gemaakt worden. Master Biomolecular Sciences De samenstelling van de examencommissie zal aan het begin van het studiejaar 2004/2005 via de facultaire website bekend gemaakt worden. Master Beleid, Management en Ondernemerschap voor Natuur- en Levenswetenschappers De samenstelling van de examencommissie zal aan het begin van het studiejaar 2004/2005 via de facultaire website bekend gemaakt worden. Master Neuroscience Leden: Prof. Dr. A.B. Brussaard (voorzitter) Prof. Dr. M.P. Witter Prof. Dr. D.I. Boomsma Adres: Examencommissie Neuroscience Faculteit ALW, Vrije Universiteit Prof. Dr. A.B. Brussaard De Boelelaan 1083 1081 HV Amsterdam Master Oncologie Dr. G.J. Peters, voorzitter Prof. Dr. R.H. Beelen (vice voorzitter) Prof. Dr. R.J. Scheper Dr. J. van Denderen (ambt. secretaris) Adres: Examencommissie Oncologie VU-MC, Dr. J. van Denderen (ambt. secretaris) Boechorststraat 7 1081 HV Amsterdam 2.8.2
Opleidingscommissies De opleidingscommissies adviseren onderwijsdirectie en faculteitsbestuur over zaken die betrekking hebben op het onderwijs, waaronder de OER. Tevens doen de commissies voorstellen aan het faculteitsbestuur met betrekking tot de inhoud en de samenstelling van het onderwijsprogramma met de daarin gebruikte onderwijsvormen. Bachelor Biologie Stafleden Dr. R.A. Stuitje Prof. Dr. A.B. Smit Prof. Dr. H.A. Verhoef Studentleden:
School of Life Sciences
45
Dhr. M. Dalmijn Dhr. R. Poorthuis Mw. A. Warning Bachelor Bio-medische wetenschappen Stafleden Prof. Dr. A.N.M. Schoffelmeer Dr. A. van Lambalgen Dr. C. Zonneveld Mw. dr. H.S. van Walraven Studentleden: Dhr. T. Blank Mw. F. de Man Dhr. P. Metselaar Mw. I. Veltman Bachelor Algemene Gezondheidswetenschappen De samenstelling van de opleidingscommissie zal aan het begin van het studiejaar 2004/2005 via de facultaire website bekend gemaakt worden. Master Ecology De samenstelling van de opleidingscommissie zal aan het begin van het studiejaar 2004/2005 via de facultaire website bekend gemaakt worden. Master Biomolecular Sciences De samenstelling van de opleidingscommissie zal aan het begin van het studiejaar 2004/2005 via de facultaire website bekend gemaakt worden. Master Neuroscience Stafleden: Dr.W.J.A.J. Smeets (voorzitter) Prof. Dr. J.C.N. de Geus (secretaris) Dr. J. van Minnen Studentleden: R.G. Schutte J.C.H. van de Leemput R.A. Sarabdjitsingh Adviseurs: Dr. G.C.M. van Baal Prof. Dr. A.B. Brussaard Dr. T.J. de Vries Master Beleid, Management en Ondernemerschap voor Natuur- en Levenswetenschappers De samenstelling van de opleidingscommissie zal aan het begin van het studiejaar 2004/2005 via de facultaire website bekend gemaakt worden.
46
Algemene Gezondheidswetenschappen
3
3.1
BSc Algemene Gezondheidswetenschappen
Beschrijving
3.1.1
Doelstelling Algemene gezondheidswetenschappen gaat over gezondheid, gezondheidsproblemen en gezondheidszorg. De vakken zijn biologisch, medisch, psychologisch en sociaal gericht. Een student leert onderzoek doen en meewerken in bedrijven en organisaties. Deze opleiding geeft een ideale basis om met de gezondheidsproblematiek in de volle breedte bezig te zijn. Studenten worden opgeleid tot deskundigen met kennis van de gezonde mens en de factoren die de gezondheid bedreigen of bevorderen. Een afgestudeerde kan aan de slag in het onderzoek naar gezondheidsvraagstukken, het management van de gezondheidszorg en de bevordering van de volksgezondheid (voorlichting en preventie).
3.1.2
Eindtermen 1. Algemeen: • De bachelor heeft een academische attitude; hij/zij is in staat om (gezondheidswetenschappelijke) informatie (i.c. literatuur, statistische gegevens e.d.) op te zoeken en te verwerken, daar kritisch en creatief mee om te gaan en het belang daarvan te beoordelen; hij/zij is in staat om verbanden te leggen tussen gegevens die uit verschillende vakgebieden afkomstig zijn; hij/zij is in staat om op niveau met experts uit verschillende vakgebieden te communiceren en daarmee een brugfunctie te vervullen; • De bachelor kan zelfstandig maar ook in teamverband functioneren en door zijn interdisciplinaire achtergrond samenwerking faciliteren; • De bachelor is in staat om zelfstandig gespecialiseerde Nederlands- en Engelstalige literatuur op biomedisch, sociaalmedisch en gezondheidswetenschappelijk terrein te lezen, te doorgronden en kritisch te beoordelen; • De bachelor heeft inzicht in de methodologie van zowel medisch onderzoek, bètaonderzoek als sociaalwetenschappelijk onderzoek en is in staat om onderzoeksdesigns kritisch te beoordelen; • De bachelor heeft kennis van statistiek, inzicht in de mogelijkheden en beperkingen van statistisch onderzoek en kan in beginsel statistisch onderzoek opzetten en uitvoeren; • De bachelor is in staat om mondeling en schriftelijk een op het nivo van de doelgroep afgestemd verslag te doen van een gezondheidswetenschappelijk onderwerp, al dan niet als resultaat van (literatuur)onderzoek. 2. Biomedische, gedragswetenschappelijke en sociaalwetenschappelijke kennis: • De bachelor heeft biomedische basiskennis op de terreinen biochemie, genetica, celbiologie en (humane) anatomie en fysiologie, zodanig dat de bachelor het desbetreffend vocabulair beheerst, de bouw en functie van de belangrijkste weefsels, organen en orgaansystemen kent en inzicht heeft in de theorie omtrent hun werking; • De bachelor heeft basiskennis en inzicht in de immunologie, i.c. de functie en werking van het immuunsysteem, en de belangrijkste gezondheidsproblemen op dit gebied, zoals allergieën en autoïmmuunziekten;
BSc Algemene Gezondheidswetenschappen
47
• •
• •
De bachelor heeft basiskennis en inzicht in de werking van het zenuwstelsel en het endocriene stelsel en de belangrijkste gezondheidsproblemen op dit gebied; De bachelor heeft basiskennis op het gebied van psychische gezondheidsproblemen (aard en effecten van de belangrijkste psychische stoornissen, verspreiding daarvan, behandelwijzen e.d.); De bachelor heeft inzicht in de theorieën omtrent de beïnvloeding van menselijk gedrag; De bachelor heeft inzicht in de gedragswetenschappelijke en sociaalwetenschappelijke aspecten van voorlichting.
3. Expertise en vaardigheden op Gezondheidswetenschappelijk gebied: • De bachelor heeft inzicht in de epidemiologische theorie; • De bachelor heeft kennis van en inzicht in de relatie tussen genetische afwijkingen en ziekten, de wijze waarop die wordt onderzocht, de toepassingsgebieden in de gezondheidszorg van genetische kennis en de sociologische problematiek die samenhangt met verwerving van genetische informatie van risicogroepen en de toepassing van deze informatie op die groepen; • De bachelor heeft kennis van de nationale en Europese regelgeving t.a.v de gezondheidszorg en inzicht in het overheidsbeleid t.a.v. volksgezondheid en in de beleidsmogelijkheden van andere gezondheidszorginstellingen, alsmede in de structuur van de financiering van de gezondheidszorg; • De bachelor heeft inzicht de maatschappelijke en culturele context waarin gezondheid beleefd wordt, in de invloed van deze context op gezondheidsbeleving en in de eisen die daaruit voortvloeien voor de gezondheidszorg; • De bachelor heeft kennis van en inzicht in de biologische en psychologische ontwikkelingsprocessen en verouderingsprocessen met inbegrip van de normale aan ontwikkeling en veroudering gerelateerde gezondheidsproblemen; • De bachelor heeft kennis van en inzicht in de biomedische en psychosociale aspecten van belangrijke probleemgebieden op het terrein van gezondheid, met name gezondheidsproblemen gerelateerd aan stress, arbeid, sport en recreatie, seksualiteit, veroudering, voeding, drugs en medicijngebruik; • De bachelor is in staat om zelfstandig en efficiënt kennis en inzicht te verwerven op vergelijkbaar nivo aangaande voor hem of haar nieuwe gezondheidsproblemen; • De bachelor heeft kennis van en inzicht in de wijze waarop deze problematiek wordt benaderd in de gezondheidszorg, welke instanties daarbij van belang zijn, hoe de informatiestromen hierover lopen en wat de sociaal-economische implicaties van deze problemen zijn. 3.1.3
48
Examen van de opleiding In de bacheloropleiding Algemene Gezondheidswetenschappen kan het examen Bachelor of Science in Gezondheidswetenschappen worden afgelegd. De examenonderdelen staan vermeld in de OER. Meer informatie over de OER en het aanvragen van het getuigschrift is te vinden in het algemene hoofdstuk 'School of Life Sciences'. De OER is ook te downloaden via de facultaire website http://www.falw.vu.nl > Studenten
Algemene Gezondheidswetenschappen
3.2
Programmabeschrijving, algemeen
3.2.1
Opbouw van de opleiding De bacheloropleiding vormt een gemeenschappelijke basis voor elk van de mogelijke differentiatierichtingen. De bacheloropleiding heeft twee fasen. Het onderwijs in de eerste fase (het eerste jaar) van de opleiding geeft een overzicht van de gezondheidswetenschappen als geheel en brengt de benodigde basiskennis van het vak aan. Deze fase heeft een oriënterende, selecterende en verwijzende functie. In de tweede fase (tweede en derde jaar) van de opleiding is er meer differentiatie waarin wordt beoogd een verdere oriëntatie binnen de gezondheidswetenschappen en een verdieping van kennis, inzicht en vaardigheden op deelgebieden van de gezondheidswetenschappen tot stand te brengen. In de tweede fase van de bachelor kunnen studenten zich oriënteren op de afstudeerprofielen: • Beleid en Management in de Gezondheidszorg • Preventie en Volksgezondheid • Public Health Research • International Public Health
3.2.2
Onderwijs Het bachelorprogramma bestaat uit een reeks van vakken die er vooral op gericht zijn kennis en inzicht bij te brengen en deze te leren toepassen in opgaven en opdrachten. Daarnaast leert de student bepaalde vaardigheden, zoals het verwerken van wetenschappelijke kennis, het kunnen overdragen (schriftelijk en mondeling) van resultaat van onderzoek e.d. Daarom bestaat de opleiding uit een mix van activiteiten waaronder individuele studie, het bijwonen van hoor- en responsiecolleges, het maken van werkstukken en deelnemen aan groepsprojecten zoals practica, Computer Ondersteund Onderwijs (COO), of Probleem Gestuurd Onderwijs (PGO). Zowel kennis als vaardigheden worden bijgebracht tijdens de lesperiode. Naast de verplichte onderwijsactiviteiten is er voldoende tijd over voor zelfstudie en voor het maken van opgaven en werkstukken. In veel gevallen wordt samenwerken met medestudenten uitdrukkelijk aanbevolen. De toetsing volgt doorgaans direct na afloop van de lesperiode van het betreffende vak en soms is er tussentijds een deeltoets. Vaak bestaat het laatste deel van de cursus uit tentamenstudie (thuis of op de studiezaal), maar deze tijd op zich is vaak niet voldoende om voor het hele eindtentamen te studeren. Daarom zijn er gedurende de cursus vaak tussentijdse zelfstudiedagen. Het bijhouden van de stof tijdens de cursusperiode is veelal van groot belang voor een succesvolle studievoortgang.
3.2.3
Brede academische vorming Door het basisprogramma heen is aandacht voor bredere academische vorming, zoals inzicht in de samenhang der wetenschappen, de maatschappelijke betekenis van de eigen discipline en de geschiedenis daarvan, en voor het verwerven van academische vaardigheden zoals het op niveau presenteren van eigen of groepswerk, zowel mondeling als schriftelijk. Deze aspecten zijn met name gelokaliseerd in de onderdelen Inleiding in de Gezondheidswetenschappen, Inleiding gezondheidswetenschappelijk onderzoek, Wijsgerige vorming, Farmacologie onderzoeksproject, Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse I en II, Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij, Gezondheidswetenschappelijk onderzoek in de praktijk en de Bachelorstage.
BSc Algemene Gezondheidswetenschappen
49
3.2.4
Portfolio Met ingang van september 2004 zal de opleiding Algemene Gezondheidswetenschappen starten met het gebruik van een digitaal portfolio in het 3e jaar van de opleiding. Onder een portfolio verstaan we: een selectie van illustratief materiaal (verslagen, presentatie’s etc.) dat een beeld geeft van de wijze waarop studenten verschillende taken hebben uitgevoerd. De student maakt bovendien een analyse van de eigen ontwikkeling en onderbouwt dat met verwijzingen naar materiaal in het portfolio. Een portfolio is een dynamisch geheel: er komen producten bij, er kunnen producten uitgehaald worden. Door gebruik te maken van een digitaal portfolio is het bovendien een middel om de ICT vaardigheden van de student te vergroten. De meerwaarde van het portfolio is gelegen in bewustwording van keuzes, ontwikkeling en groei, het bieden van alternatieve toetsingsmogelijkheden, bevorderen van interactie tussen docenten en studenten en studenten onderling, en het opbouwen van een dossier/archief van producten gekoppeld aan inzicht in de impact van die producten. Tijdens cursussen waarbij het accent ligt op algemene en academische vaardigheden en studie- en loopbaanoriëntatie werken de studenten aan producten voor het portfolio. De producten worden beoordeeld door de docenten van de cursus waar de producten een onderdeel van zijn. Het portfolio wordt in 2004 ingevoerd in het derde studiejaar van de opleiding, in 2005-2006 ook in andere jaren van de opleiding. Doelen van portfolio • De leerlijn academische vaardigheden helder maken voor student en docent. • Het ontwikkelen van reflectievaardigheden. • Het leggen van meer verantwoordelijkheid voor het leren bij de student: de student moet zelf laten zien dat hij over bepaalde vaardigheden beschikt. • Het keuzeproces gedurende de studie begeleiden: wat ga je doen en waarom? • Ondersteuning bij loopbaanbegeleiding. Uit de genoemde doelen blijkt dat de opleiding het portfolio ook ziet als een begeleidingsinstrument. Aan het eind van de bacheloropleiding moet de student een beoordelingsportfolio samenstellen wat een inzicht geeft van de verworden academische vaardigheden. Begeleiding De docenten van het onderdeel ‘Oriëntatie op Studie, loopbaan en maatschappij’ zijn gedurende het derde jaar de begeleiders van het portfolio. Direct aan het begin van het derde jaar, bij de eerste bijeenkomst van dit onderdeel, wordt de opzet van het portfolio besproken. Gedurende een studiejaar heeft de student een aantal keer een persoonlijk gesprek met de begeleider (juni) en intervisiebesprekingen over het portfolio. Tijdens een intervisiebijeenkomst bespreekt de student het portfolio met medestudenten.
3.2.5
Programmering Een jaarrooster met daarin alle cursusonderdelen is in papieren vorm beschikbaar in de vakkenkast bij het studiesecretariaat (C-1 gang) en via de studentenpagina van de facultaire website (http://www.falw.vu.nl > Studenten). De roosters van de cursussen zijn vanaf begin augustus in globale en voorlopige vorm te vinden op de website http://www.falw.vu.nl >Studenten. Er kunnen echter in deze
50
Algemene Gezondheidswetenschappen
roosters nog wijzigingen optreden i.v.m. het niet beschikbaar zijn van de juiste zalen op het juiste moment. Vooral voor tentamens en herkansingen geldt dat de planning daarvan op centraal niveau gedaan wordt en het dus niet mogelijk is in een zeer vroeg stadium aan te geven wanneer het precieze tijdstip is. Definitieve roosters zijn uiterlijk 14 dagen voor de aanvang in zodanige vorm beschikbaar dat de deelnemers daarin kunnen lezen op welke tijden en locaties zij aanwezig moeten zijn. Studenten moeten bij voorbaat uitgaan van een 40-urige cursusweek, met onderwijs tussen 8:30 en 17:30 uur. De definitieve cursusroosters worden via Blackboard (het elektronische cursusinformatiesysteem) beschikbaar gesteld en tevens als een papieren versie. De papieren versie ligt in de vakkenkast bij het studiesecretariaat in de C-1 gang. Alleen de studenten die zich hebben opgegeven voor een cursus hebben toegang tot de Blackboardsite van de betreffende cursus. Tweemaal per jaar, in januari en augustus, wordt een rooster voor het komende half jaar van de schriftelijke tentamens en de herkansingen met tijd en plaats gepubliceerd op de facultaire website (http://www. falw.vu.nl > Studenten). Het rooster is ook te vinden in de vakkenkast in de C-1 gang bij het studiesecretariaat. De data zijn tevens beschikbaar via TISVU. Aanmelding voor cursussen, tentamens en herkansingen kan uitsluitend via TISVU. Zie voor de procedures voor het opgeven via TISVU het hoofdstuk School of Life Sciences. Studenten moeten de roosters zelf ophalen of downloaden. Andere examenonderdelen, zoals stages en scripties, hebben geen rooster. Voor meer informatie over roosters, vakanties en herkansingen zie paragraaf 'Programmering van onderwijs, vakanties en herkansingen' in het hoofdstuk 'School of Life Sciences'. 3.2.6
Vakken elders Sommige studenten willen vakken volgen aan een andere faculteit. Dit kan als de student zich inschrijft voor de studie waarbinnen het vak gegeven wordt. Het kan ook zijn dat een student een vak wil volgen als onderdeel van de studie Algemene Gezondheidswetenschappen. In dat geval moet met het volgende rekening worden gehouden: Als een student een vak elders wil doen en dat vak wil opvoeren in het examenprogramma (bv. als keuzecursus in het 3e jaar) moet daarvoor vooraf toestemming gevraagd worden bij de Examencommissie. Dit kan door een schriftelijk verzoek te richten aan de ambtelijk secretaris van de examencommissie, mw. dr. P.A.C.M. de Boer, Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen, De Boelelaan 1087, 1081 HV Amsterdam, e-mail
[email protected]. In het verzoek dient vermeld te worden: de naam van het vak dat de student wil volgen, de plaats waar het gegeven wordt en de reden waarom de student dat vak in het examenprogramma wil opnemen. Als het verzoek toegekend wordt zal het tentamencijfer voor dat vak gewoon bij het studiesecretariaat ALW worden geregistreerd. Natuurlijk kan het ook zijn dat een student elders een vak wil volgen zonder dat vak te willen opvoeren. In dat geval moet de student zich aanmelden bij het studiesecretariaat van de betreffende faculteit. Houd er echter rekening mee dat er voor veel opleidingen en studieonderdelen na september een inschrijvingsstop bestaat. Het is dus verstandig om voorafgaande aan elk studiejaar goed te bedenken of je elders vakken wilt gaan volgen.
BSc Algemene Gezondheidswetenschappen
51
Er zijn ook interfacultaire keuzevakken, die speciaal ontworpen zijn voor deelname van studenten uit alle faculteiten, bv. het Interfacultaire keuzevak Ontwikkelingsvraagstukken (zie cursusbeschrijving bij het hoofdstuk Examenonderdelen).
3.3 3.3.1
Studieadviseur De studieadviseurs verstrekken nadere informatie over de diverse studieprogramma’s binnen de opleiding, individuele vrijstellingsregelingen en speciale studieregelingen. Zij geven loopbaanvoorlichting, helpen studenten bij het opstellen van studieplannen en de keuze van vakkencombinaties. Daarnaast bieden zij hulp bij studieproblemen en studievertraging. Zo nodig overleggen zij met de desbetreffende docenten of verwijzen door naar andere instanties binnen de VU, zoals studentendecanen, studentenpsychologen of naar cursussen van het Onderwijscentrum-VU of het Opleidingscentrum Studie en Loopbaan. Studenten kunnen zich ook rechtstreeks tot deze instanties wenden (zie voor adressen en nadere info de algemene VU website http://www.vu.nl > Studenten). De studieadviseur voor de bachelor- en masterstudenten Algemene Gezondheidswetenschappen (inclusief hbo-instromers) is mevr. drs. G.J.M. Dirksen-de Tombe, kamer C124a, tel. 444 6987, e-mail
[email protected]. Het spreekuur van mw. Dirksen-de Tombe is op woensdag van 11:00-13:00. Buiten deze tijden uitsluitend volgens afspraak.
3.3.2
Studieadvies in het eerste jaar De examencommissie brengt, namens het College van Bestuur, iedere student die voor het eerste jaar staat ingeschreven voor een voltijdse bacheloropleiding in het hoger onderwijs, vóór 1 juli van dat jaar advies uit over het al dan niet voortzetten van zijn/haar studie binnen of buiten de opleiding.
3.4 3.4.1
52
Studiebegeleiding
Studie en Loopbaanperspectief Arbeidsmarkt en werkgelegenheid Met een bachelordiploma is het mogelijk om een aanverwante masteropleiding te doen in het binnen- of buitenland, aan universiteiten of hogescholen. Gezondheidswetenschappers hebben een breed, multidisciplinair overzicht en zijn in staat om een brugfunctie tussen de eigenlijke zorgverleners (m.n. artsen, verpleegkundigen) en andere sprekers in de gezondheidszorg, zoals het financieeleconomisch management, te vervullen. De Gezondheidszorg is een ruime arbeidsmarkt. Afgestudeerden vinden dan ook vrij snel een baan. Slechts 1% van de afgestudeerden van vergelijkbare opleidingen is een jaar na het afstuderen nog zonder baan. Een deel van het werkveld is het onderzoek. Als onderzoeker ben je bijvoorbeeld werkzaam binnen de universiteit, een ziekenhuis of onderzoeksinstelling. Dit onderzoek kan bestaan uit theoretisch (modelmatig) onderzoek, epidemiologisch onderzoek of een combinatie van deze verschillende vormen. Een andere veel voorkomende functie is die van beleidsmedewerker, bijvoorbeeld als stafmedewerker in een ziekenhuis. In deze functie ligt de nadruk op het ontwikkelen en uitvoeren van beleid. Daarnaast zijn er veel functies als manager, adviseur, preventiemedewerker, consultant voorlichter of IT-medewerker. Deze functies zijn beschikbaar binnen verschillende branches. De grootste branche is de gezondheidszorg. Dit zijn voornamelijk ziekenhuizen, Arbodiensten en allerlei maatschappelijke zorginstellingen. Er zijn banen beschikbaar in het bedrijfsleven, zoals de farmaceutische industrie en commerciële adviesbureaus. Hiernaast zijn ook Algemene Gezondheidswetenschappen
veel gezondheidswetenschappers werkzaam binnen overheidsinstellingen, zoals ministeries en recreatieve instellingen, zoals sportorganisaties. Uit bovenstaande blijkt dat afgestudeerde gezondheidswetenschappers binnen zeer verschillende arbeidsgebieden werkzaam zijn. Tijdens de opleiding krijgen studenten de kans om zich te oriënteren op deze gebieden en zich er in te specialiseren door de hierop gerichte cursussen en stages te volgen. Tijdens de studie wordt regelmatig aandacht besteed aan het werkgelegenheidsperspectief. Al in het eerste jaar wordt hieraan tijdens de cursus 'Inleiding in de gezondheidswetenschappen’ aandacht besteedt. In het derde jaar is er loopbaanoriëntatie en arbeidsmarktverkenning tijdens het onderdeel ‘Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij’ voorafgaand aan en tijdens de bachelorstage. Daarnaast zijn er cursussen zoals ‘Beheer en beleid in de gezondheidszorg’ en ’Oriëntatie op communicatie en educatie’, waarin studenten op de beroepsmogelijkheden worden gewezen. Het Opleidingscentrum voor Studie en Loopbaan verzorgt ook cursussen op het gebied van Studie en loopbaanoriëntatie.Voor meer informatie over de activiteiten en mogelijkheden op VU-niveau wordt verwezen naar de betreffende pagina op de algemene VU website (http://www.vu.nl > Studenten> Na je studie). Daar staan onder meer cursussen vermeld over solliciteren en zelfpresentatie.
3.5 3.5.1
Regelingen Toelatingsvoorwaarden bacheloropleiding Vooropleidingseis De vooropleidingseis voor de opleiding Gezondheidswetenschappen is een vwodiploma. Daarbij moet onderscheid gemaakt worden tussen twee soorten vwodiploma’s: •
•
Een vwo-diploma met doorstroomprofielen. Alle profielen geven toegang tot de bachelor Algemene Gezondheidswetenschappen. Biologie B1 en Wiskunde A1, 2 of B1 worden echter ten zeerste aangeraden. Een vwo-diploma zonder doorstroomprofielen (een zogenaamd "oud" vwodiploma); een dergelijk diploma geeft tot en met het cursusjaar 2004/2005 toegang tot het wetenschappelijk onderwijs. Wiskunde en Biologie worden ten zeerste aangeraden.
Vrijstelling van de vooropleidingseis op grond van andere diploma’s Tot de opleiding worden tevens toegelaten diegenen die een van de volgende diploma’s in bezit hebben: • WO-getuigschrift propedeutisch examen; • WO-getuigschrift doctoraalexamen; • HBO-getuigschrift propedeutisch examen; • HBO-getuigschrift afsluitend examen; • Open Universiteit-getuigschrift propedeutisch examen; • Open Universiteit-getuigschrift doctoraalexamen. Voor bezitters van genoemde diploma’s geldt dat zij over voldoende kennis van biologie, scheikunde en wiskunde dienen te beschikken. Bij het ontbreken daarvan zal eerst een toets in bedoeld(e) vak(ken) moeten worden afgelegd. Alleen na het slagen daarvoor kan toelating tot de bachelor worden verkregen.
BSc Algemene Gezondheidswetenschappen
53
Nadere vooropleidingseis Wanneer iemand een diploma bezit zonder de juiste vakkencombinatie, is er formeel sprake van een deficiëntie. Het vaststellen of sprake is van een deficiëntie geschiedt aan de hand van de kenmerken van de vooropleiding, zoals blijkend uit het toelatend diploma en de samenstelling van uw examenpakket. Iemand met een "oud" vwodiploma zonder biologie en/of wiskunde. Bij andere toelatende diploma’s dan een vwo-diploma zal de examencommissie beoordelen of de genoten vooropleiding tot voldoende voorkennis heeft geleid. Een deficiëntie moet zijn opgeheven voordat aan de opleiding kan worden begonnen. Dat opheffen van de deficiëntie kan door elders een certificaat te behalen dat gelijkwaardig is aan de genoemde vwo-vakken. Omdat veel van de gebruikte literatuur in het Engels is, wordt dit vak sterk aanbevolen. Toelatingsonderzoek Voor hen die niet voldoen aan een van de hierboven gestelde eisen (één van bovenstaande diploma’s) én 21 jaar of ouder zijn, bestaat de mogelijkheid een universitair toelatingsonderzoek, het zogeheten colloquium doctum, te doen. Informatie hierover is te verkrijgen bij de afdeling Studentendecanen, tel. (020) 44 45024. 3.5.2
3.6 3.6.1
54
Overige regelingen Voor overige regelingen zoals regelingen ten aanzien van cursusdeelname en tentamens, de OER, aanvraag van getuigschriften wordt verwezen naar het hoofdstuk 'School of Life Sciences'. Voor specifieke regelingen wordt verwezen naar de hoofdstukken betreffende de verschillende studiejaren.
Eerste jaar Eindtermen van het eerste jaar De student heeft aan het eind van het eerste bachelorjaar: • Een overzicht van het veld der gezondheidswetenschappen en de gezondheidszorg en de plaats van gezondheidswetenschappen en de gezondheidszorg in de maatschappij; • Inzicht in de structuur van de gezondheidszorg, de belangrijkste instellingen en de taken daarvan, de financiering, de problemen in de gezondheidszorg en de hoofdlijnen van het overheidsbeleid; • Inzicht in de relaties tussen externe (milieu)factoren en gezondheid; • Inzicht in de relatie tussen voeding (inclusief farmaca en drugs) en gezondheid en de gezondheidsproblemen die voortvloeien uit verkeerde voedingsgewoonten en het (onjuist) gebruik van farmaca en drugs; • Kennis van de belangrijkste biologische en psychologische ontwikkelingsprocessen en verouderingsprocessen met inbegrip van de belangrijkste aan ontwikkeling en veroudering gerelateerde gezondheidsproblemen; • Biomedische basiskennis op de terreinen biochemie, genetica, celbiologie en (humane) anatomie en fysiologie, zodanig dat de bachelor het desbetreffend vocabulair beheerst, de bouw en functie van de belangrijkste weefsels, organen en orgaansystemen kent en inzicht heeft in de theorie omtrent hun werking; • Psychologische basiskennis met accenten op aspecten van de sociale psychologie, arbeids- en organisatiepsychologie en kinder- en jeugdpsychologie;
Algemene Gezondheidswetenschappen
•
Basiskennis statistiek (limieten, differentiëren en integreren, differentiaalvergelijkingen, beschrijvende statistiek, verdelingen, functiefitting), en informatica (computergebruik en OS, spreadsheet, systat, database, internet).
3.6.2
Functies van het eerste jaar Het eerste jaar van de bachelor heeft een oriënterende, verwijzende en selecterende functie. De student kan zich tijdens het eerste studiejaar oriënteren op de gekozen opleiding, dat wil zeggen: voldoet de opleiding aan de verwachting en is men er geschikt voor. In het eerste jaar wordt kennis bijgebracht aangaande: • Gezondheid en daaraan gerelateerde problematiek (’wat is gezondheidswetenschap?’); • De normaal functionerende, gezonde mens: fysiologie, functionele anatomie, genetica, psychologie, en de biologie van ontwikkeling en veroudering; • Structuur en werking van de gezondheidszorg. Om de verwijzende functie van het eerste jaar tot uiting te laten komen, worden omstreeks januari alle studenten met slechte studieresultaten - door de studieadviseur om welke reden dan ook - opgeroepen voor een gesprek. In geval van de keuze van een verkeerde opleiding of andere studieproblemen wordt op deze wijze in een vroeg stadium bekeken of hulp kan worden geboden. Elke eerstejaars krijgt vanaf het eerste cursusonderdeel in september een stafmentor toegewezen bij wie hij/zij met problemen en vragen terecht kan. Het contact met docenten is echter veelal zo intensief dat vaak al eerder in informele contacten duidelijk wordt dat er problemen kunnen zijn met de keuze van de opleiding. De selecterende functie komt vooral tot uiting in de studieresultaten. De studieresultaten worden nauwlettend gevolgd door de studieadviseur. Als het nodig is worden studenten opgeroepen voor een gesprek. Op grond van de cijfers wordt aan het eind van het eerste jaar aan elke eerstejaars een (niet-bindend) schriftelijk studieadvies gestuurd.
3.6.3
Studiebegeleiding Studieadviseur De studieadviseur voor de eerstejaars is mevr. drs. G.J.M. Dirksen-de Tombe, kamer C124a, tel. (020) 444 6987, e-mail
[email protected]. Het spreekuur van mw. Dirksen-de Tombe is op woensdag van 11:00-13:00. Buiten deze tijden uitsluitend volgens afspraak. De studieadviseur stelt zich in de eerste cursus tijdens een plenaire bijeenkomst aan de studenten voor. Zij legt daarbij uit hoe de studiebegeleiding georganiseerd is en hoe en wanneer een student in geval van problemen contact met haar kan opnemen. In december worden de studenten door de studieadviseur in groepjes uitgenodigd voor een nadere kennismaking. De studieadviseur stuurt de eerstejaars twee maal in het eerste jaar een studieadvies. Het eerste advies, ook wel pre-advies genoemd, wordt gegeven in januari. Dit advies is bedoeld om studenten in een vroeg stadium te adviseren om te stoppen of juist door te gaan met hun studie. Studenten met slechte resultaten worden uitgenodigd voor een gesprek. Het tweede advies wordt uitgegeven omstreeks juni. De examencommissie brengt, namens het College van Bestuur, iedere student die voor het eerste jaar staat ingeschreven voor een voltijdse bacheloropleiding in het hoger onderwijs, vóór 1 juli van dat jaar advies uit over het al dan niet voortzetten van zijn/haar studie binnen of buiten de opleiding. De studieadviseur stuurt dit advies namens de examencommissie door en roept degenen met slechte studieresultaten op voor een gesprek.
BSc Algemene Gezondheidswetenschappen
55
Stafmentor Tijdens de eerste cursus van het jaar, Inleiding in de Gezondheidswetenschappen, zijn de studenten in groepen ingedeeld die gedurende de gehele cursusperiode (10 weken) door één docent begeleid worden. Deze docent functioneert als mentor gedurende het eerste jaar. De mentor heeft de student in die eerste 10 weken goed leren kennen en is daardoor een laagdrempelig aanspreekpunt voor de student. 3.6.4
Programmabeschrijving In het eerste jaar zijn alle vakken verplicht. Het programma in het eerste jaar vormt een basis; het geeft een eerste overzicht van de Gezondheidswetenschappen en is bedoeld als een verbreding van de kennis op diverse terreinen (biologie, geneeskunde, sociologie, psychologie, bewegingswetenschappen). De onderstaande tabel geeft een overzicht van de cursusprogrammering voor het studiejaar 2004-2005, met daarbij per cursus de studiebelasting uitgedrukt in studiepunten (stp). De onderdelen Inleiding in de gezondheidswetenschappen en Inleiding psychologie, en ook de onderdelen Humane ontwikkeling, Gezondheidszorg in Nederland en het vervolg van Inleiding gezondheidswetenschappelijk onderzoek zijn parallel aan elkaar geroosterd. De vakken zullen in roostering op elkaar worden afgestemd. De overige vakken worden als enkel blok aangeboden, zonder dat er nog ander onderwijs doorheen is geprogrammeerd. Tabel 4 Programma eerste jaar bachelor Algemene Gezondheidswetenschappen
weeknr. 37-46
cursus Inleiding in de gezondheidswetenschappen Inleiding psychologie Celbiologie Inleiding gezondheidswetenschappelijk onderzoek
vakcode stp 470109 10 470003 470011 470108
5 6 3 (totaal 6)
2-5
vervolg Inleiding gezondheidswetenschappelijk onderzoek
470108
1 (totaal 6)
2-5 6-9 11-14 15-22
Genetica (GZW) Anatomie en fysiologie van bewegen Gezondheid en milieu Humane ontwikkeling Gezondheidszorg enVolksgezondheid in Nederland vervolg Inleiding gezondheidswetenschappelijk onderzoek Cardiovasculaire en respiratoire systemen totaal
470722 470014 470064 470017 470018
5 6 6 5 5 2 (totaal 6)
41-44 47-50 51-52
23-26 37-26
470108 470099
6 60
Vakantie, vrije dagen en herkansingsperiodes: • Week 53-1: Kerstvakantie en herkansingen van vakken gegeven in week 37-48 • Week 10: Voorjaarsvakantie en herkansingen van vakken gegeven in week 49-5 • 25 maart (Goede Vrijdag), 28 maart (2de Paasdag)
56
Algemene Gezondheidswetenschappen
• •
30 april, Koninginnedag, 5 mei (Hemelvaartsdag) en 6 mei, 16 mei (2e Pinksterdag) Week 27-35: Zomervakantie en herkansingen (de laatste twee weken van augustus) van vakken gegeven in week 5-26
De meeste cursussen worden afgesloten met een schriftelijk tentamen. Meer informatie over de inhoud van de cursus is te vinden bij de cursusbeschrijvingen achterin deze studiegids (hoofdstuk 'Examenonderdelen'). Studenten moeten zich voor de cursus en het bijbehorende tentamen, opgeven via TISVU. Meer over TISVU en de termijn voor aanmelding staat in het hoofdstuk 'School of Life Sciences'.
3.7
Tweede jaar
3.7.1
Functie van het tweede jaar Het tweede jaar van de bacheloropleiding is een verdere oriëntatie binnen de gezondheidswetenschappen. Daarnaast wordt beoogd een verdieping van kennis, inzicht en vaardigheden op deelgebieden tot stand te brengen. Dit vormt de basis voor de differentiatie in het derde jaar.
3.7.2
Studiebegeleiding De studieadviseur voor de tweedejaars is mevr. drs. G.J.M. Dirksen-de Tombe, kamer C124a, tel. (020) 444 6987, e-mail
[email protected]. Het spreekuur van mw. Dirksen-de Tombe is op woensdag van 11:00-13:00. Buiten deze tijden uitsluitend volgens afspraak.
3.7.3
Programmabeschrijving In het tweede jaar is er veel aandacht voor specifiek gezondheidswetenschappelijke onderwerpen. In het tweede jaar zijn alle vakken verplicht. Het programma is voornamelijk gericht op verdieping. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de cursusprogrammering voor het studiejaar 2004-2005, met daarbij per cursus de studiebelasting uitgedrukt in studiepunten (stp). Een aantal onderdelen zijn parallel aan elkaar geroosterd. Deze vakken zullen in roostering op elkaar worden afgestemd. Andere vakken worden als enkel blok aangeboden, zonder dat er nog ander onderwijs doorheen is geprogrammeerd.
BSc Algemene Gezondheidswetenschappen
57
Tabel 5 Programma tweede jaar bachelor Algemene Gezondheidswetenschappen
weeknr.
cursus
vakcode
stp
37-42 43-44 45-46 47-50
Geriatrie en veroudering Wijsgerige vorming Farmacologie en Farmacotherapie Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse I Ziekte in context Immunologie(GZW) Neuronale en hormonale regulatie Preventie Farmacologie onderzoeksproject Neuronale en hormonale regulatie Preventie vervolg Farmacologie onderzoeksproject Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse II Interculturalisatie van de zorg vervolg Farmacologie onderzoeksproject Voeding en Gezondheid vervolg Farmacologie onderzoeksproject totaal
470023 470030 470106 470024
9 4 3 5
470115 470114 470036 470037 470107 470036 470037 470107 470025
3 6 3 (totaal 6) 2,5 (totaal 5) 0,5 (totaal 6) 3 (totaal 6) 2,5 (totaal 5) 0,5 (totaal 6) 3
470040 470107 470041 470107
5 4 (totaal 6) 5 1 (totaal 6) 60
51-52 2-5 6-9 11-14
15-22
23-26 37-26
Vakantie, vrije dagen en herkansingsperiodes: • Week 53-1: Kerstvakantie en herkansingen van vakken gegeven in week 37-48 • Week 10: Voorjaarsvakantie en herkansingen van vakken gegeven in week 49-5 • 25 maart (Goede Vrijdag), 28 maart (2de Paasdag) • 30 april, Koninginnedag, 5 mei (Hemelvaartsdag) en 6 mei, 16 mei (2e Pinksterdag) • Week 27-35: Zomervakantie en herkansingen (de laatste twee weken van augustus) van vakken gegeven in week 5-26 De meeste cursussen worden afgesloten met een schriftelijk tentamen. Meer informatie over de inhoud van de cursus is te vinden bij de cursusbeschrijvingen achterin deze studiegids (hoofdstuk 'Examenonderdelen'). Studenten moeten zich voor de cursus en het bijbehorende tentamen, opgeven via TISVU. Meer over TISVU en de termijn voor aanmelding staat in het algemene hoofdstuk 'School of Life Sciences'. 3.7.4
58
Specifieke richtlijnen tweede jaar • Studenten worden toegelaten tot het tweede studiejaar wanneer zij voor alle examenonderdelen uit het eerste studiejaar zijn geslaagd. Hierbij geldt het examenprogramma volgens de OER uit het jaar van aanvang van de studie. • De examencommissie laat de tweedejaars student voorlopig toe tot het volgen van onderdelen in het tweede studiejaar wanneer hij/zij minimaal 48 studiepunten uit het eerste jaar heeft behaald. Wanneer minder dan 48, maar meer dan 24 studiepunten uit het eerste jaar zijn behaald geldt een beperkte toelating: toelating geldt alleen voor die tweedejaarsonderdelen die niet samenvallen met nog af te leggen onderdelen uit het eerste jaar. Deze studenten wordt aangeraden samen met de studieadviseur een studieplan voor het tweede jaar op te stellen. Algemene Gezondheidswetenschappen
• •
3.8
Tweedejaarsstudenten die 24 studiepunten of minder hebben behaald uit het eerste studiejaar worden niet toegelaten tot tweedejaars onderdelen. De voorlopige toelating tot het onderwijs in het tweede studiejaar geldt voor maximaal één jaar. Wanneer een student na twee jaar inschrijving de onderdelen van het eerste studiejaar niet heeft behaald, dient hij/zij aan de dan geldende eisen voor het eerste jaar te voldoen.
Derde jaar
3.8.1
Functie van het derde jaar Het derde jaar vormt samen met het tweede jaar de tweede fase van de bacheloropleiding. In deze tweede fase is er ruimte voor verdere oriëntatie binnen de gezondheidswetenschappen en voor een verdieping van kennis, inzicht en vaardigheden op deelgebieden. In het derde jaar is er sprake van differentiatie, elke student kiest zijn of haar eigen programma. • In het derde jaar van de bachelor kunnen studenten zich oriënteren op de twee afstudeerprofielen in de masteropleiding: Beleid en Management in de Gezondheidszorg en Preventie en Volksgezondheid. Door zich te oriënteren kunnen studenten aan het eind van het derde jaar een verantwoorde keuze maken uit verschillende vervolg masteropleidingen.
3.8.2
Studiebegeleiding De studieadviseur voor de tweedejaars is mevr. drs. G.J.M. Dirksen-de Tombe, kamer C124a, tel. (020) 444 6987, e-mail
[email protected]. Het spreekuur van mw. Dirksen-de Tombe is op woensdag van 11:00-13:00. Buiten deze tijden uitsluitend volgens afspraak. Een belangrijke rol bij de studiebegeleiding in het derde jaar spelen ook de begeleiders van het onderdeel Studie, loopbaan en oriëntatie op maatschappij.
3.8.3
Programmabeschrijving In het derde studiejaar zijn er voornamelijk keuzecursussen. Sommige keuzecursussen zijn ook voor biomedici en biologen toegankelijk. De meeste keuzecursussen zijn alleen bestemd voor gezondheidswetenschappers. Een aantal onderdelen zijn verplicht, nl. Gezondheidswetenschappelijk onderzoek in de praktijk, Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij en de Bachelorstage. Voornamelijk de twee laatstgenoemde projecten hebben het karakter van afsluiting van het basisgedeelte van de opleiding en markeren de overgang naar de specialistische masterfase. Tijdens de bachelorstage wordt naast het doen van onderzoek veel aandacht gegeven aan de algemene vaardigheden van de student. Hieraan gekoppeld is het schrijven van een thesis. De onderstaande tabel geeft een overzicht van de programmering voor het studiejaar 2004-2005, met daarbij per onderdeel de studiebelasting uitgedrukt in studiepunten (stp). Het onderdeel Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij bestaat uit een aantal bijeenkomsten gedurende het gehele jaar. Bij de roostering van de keuzevakken is daar rekening mee gehouden zodat studenten in staat zijn om het verplichte onderdeel te volgen naast de keuzeonderdelen.
BSc Algemene Gezondheidswetenschappen
59
Tabel 6 Programma derde jaar bachelor Algemene Gezondheidswetenschappen
weeknr. 37-26 37-40 41-44
45-48 49-52
2-5 6-9 11-14 15-26 37-26
cursus Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij Communicatiewetenschappen Ergonomie Beheer en beleid in de gezondheidswetenschappen Gezondheidsgeografie Oriëntatie op Communicatie en Educatie 1 Internationale volksgezondheid Sport, beweging en gezondheid Drugs en verslaving Seksualiteit en reproductieve gezondheid Neuronale en psychische pathologie Gezondheidscommunicatie Gezondheidseconomie Volksgezondheid en genetica Gezondheidswetenschappelijk onderzoek en de praktijk Bachelorstage (GW) totaal afkortingen: V=verplicht; K=keuze.
vakcode 470098
v/k V
stp 1
471006 470092 470085
K
6 6 6
K
470094 990005
6 6
470088 470093 470081 470084
K
470086 470087 470091 470075 470089
K
470095
V
K
K V
6 6 6 6 6 6 6 6 6 17 60
Vakantie, vrije dagen en herkansingsperiodes: • Week 53-1: Kerstvakantie en herkansingen van vakken gegeven in week 37-48 • Week 10: Voorjaarsvakantie en herkansingen van vakken gegeven in week 49-5 • 25 maart (Goede Vrijdag), 28 maart (2de Paasdag) • 30 april, Koninginnedag, 5 mei (Hemelvaartsdag) en 6 mei, 16 mei (2e Pinksterdag) • Week 27-35: Zomervakantie en herkansingen (de laatste twee weken van augustus) van vakken gegeven in week 5-26 Per periode kan slechts 1 keuzevak gevolgd worden, omdat de keuzevakken voltijds zijn ingeroosterd en de roostering van de keuzevakken niet op elkaar is afgestemd. Een student kan kiezen voor een brede oriëntatie binnen de verschillende vakgebieden of voor een specialisatie door te kiezen voor cursussen binnen een zelfde richting. Bijvoorbeeld in de richting van de preventie, gezondheidsmanagement of gezondheidscommunicatie. De mogelijkheid bestaat om in plaats van 2 aangeboden keuzecursussen, in totaal dus voor maximaal 12 stp een alternatief programma te kiezen. Dit alternatief kan bestaan uit onderwijs bij een andere faculteit of universiteit. Een dergelijk programma moet echter altijd vooraf door de examencommissie worden goedgekeurd. Een alternatief programma kan via de studieadviseur aan de examencommissie worden voorgelegd De meeste cursussen worden afgesloten met een schriftelijk tentamen, meer informatie staat bij de cursusbeschrijvingen achterin. Studenten moeten zich voor de
60
Algemene Gezondheidswetenschappen
cursus en het bijbehorende tentamen, opgeven via TISVU. Meer over TISVU en de termijn voor aanmelding staat in het algemene hoofdstuk 'School of Life Sciences'. 3.8.4
Bachelorstage Tijdens de cursus Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij krijgen de studenten voorlichting over de bachelorstage. Het doel van de stage is verdieping van de onderzoeksvaardigheden met als product een onderzoeksverslag. Bij voorkeur, maar niet noodzakelijk gaat het om onderzoek in relatie tot een gezondheidswetenschappelijke beleidsvraag. Tijdens de stage bewijst de student dat hij een probleem op wetenschappelijke wijze kan aanpakken, oplossen en beschrijven en het is tevens een eerste oriëntatie op een toekomstig beroep. Onderzoeksstages kunnen plaatsvinden binnen de participerende afdelingen van de eigen faculteiten; in het bijzonder FALW (afd. Voeding en Gezondheid), VUmc (EMGO en afd. Sociale Geneeskunde) maar ook de faculteiten Psychologie en Pedagogiek, Sociale en Culturele wetenschappen en Bewegingswetenschappen. De studenten worden door de coördinator van de bachelorstages geholpen bij het zoeken naar onderwerpen en plaatsen voor een stage, studenten mogen zelf ook onderwerpen ter goedkeuring aanbrengen; dit kan een plek binnen maar ook buiten de VU zijn. De stagecoördinatoren zoeken ook naar vaste externe stageplekken voor specifieke leervragen (b.v. GG&GD, NIGZ). Uitgebreide informatie over het onderzoek van de verschillende afdelingen is te vinden op de facultaire website http://www.falw.vu.nl > Onderzoeksinstituten of Onderzoekscentra . Tevens is een aparte site ingericht waar afdelingen stageplaatsten en –onderwerpen kunnen plaatsen, te vinden onder Studenten> Bachelor (of master)opleidingen >Info alle opleidingen. Informatie over bio-medisch onderzoek is ook te vinden op de website van het VUmc, http://www/vumc.nl > Onderzoek.
3.8.5
Specifieke richtlijnen derde jaar • Studenten worden toegelaten tot het derde studiejaar wanneer zij voor alle examenonderdelen uit het eerste en tweede studiejaar zijn geslaagd. Hierbij geldt het examenprogramma volgens de OER uit tweede jaar van de studie. • De examencommissie laat de derdejaarsstudent voorlopig toe tot het volgen van onderdelen in het derde studiejaar wanneer hij/zij voor alle examenonderdelen uit het eerste jaar geslaagd is en minimaal 48 studiepunten uit het tweede jaar heeft behaald. Wanneer minder dan 48, maar meer dan 24 studiepunten uit het tweede jaar zijn behaald geldt een beperkte toelating: toelating geldt alleen voor die derdejaarsonderdelen die niet samenvallen met nog af te leggen onderdelen uit het tweede jaar. Derdejaarsstudenten die 24 studiepunten of minder hebben behaald uit het tweede studiejaar worden niet toegelaten tot derdejaars onderdelen. • De voorlopige toelating tot het onderwijs in het derde studiejaar geldt voor maximaal één jaar.
3.8.6
Bachelorstagehandleiding Gang van zaken Docenten en studenten moeten zorgdragen voor de volgende handelingen • de stage wordt door de student aangemeld bij mevr. dr. M.H. Donker, coördinator Bachelorstage (e-mail
[email protected]). • het afsprakenformulier wordt ingevuld voor aanvang van de stage • binnen 6 weken vindt een voortgangsevaluatie plaats BSc Algemene Gezondheidswetenschappen
61
• •
het beoordelingsformulier wordt ingevuld aan het einde van de stage de beoordeling wordt middels een cijferbriefje vergezeld van het ingevulde en ondertekende beoordelingsformulier doorgegeven aan de stagecoördinator mevr. dr. M. H. Donker. Deze formulieren worden uitgereikt aan de betrokken studenten in het eerste deel van het derde studiejaar en zijn ook te downloaden via de Blackboardsite 'Bachelorstage voor Gezondheidswetenschappers'. Docenten Er zijn minimaal twee personen verantwoordelijk voor de begeleiding van de stage: de dagelijkse begeleider en een andere docent. De andere docent kan b.v. het afdelingshoofd zijn maar de stagecoördinator is ook een mogelijkheid. Afsprakenformulier Aan het begin van de stage wordt een afsprakenlijst ingevuld. De student en docent behouden beide een kopie van deze lijst. Afspraken worden o.a. gemaakt over • begin- en einddatum (inclusief verslag en beoordeling) • overleg met de dagelijks begeleider (minimaal één maal per week). De mogelijkheid tot dagelijks contact wordt in principe verondersteld. • Bij externe stages is overleg tussen stagebegeleider en VU-begeleider gewenst i.v.m. de beoordeling. Indien bij een interne stage de begeleider onervaren is (AIO of OIO) wordt ook regelmatig overleg met diens begeleider of het afdelingshoofd (1 à 2 keer per maand) verwacht. Beschikbare faciliteiten In principe worden alle voorzieningen voor de stage (apparatuur, werkplek, materialen, reizen t.b.v. de stage, kosten presentaties en verslag) door de afdeling waar de student stage loopt verstrekt. Projectvoorstel Bij de start van de stage maakt de student een projectvoorstel dat met de begeleidende docent wordt besproken. Hierin wordt minimaal opgenomen: • Naam en e-mail van de student • Titel van het stageonderwerp • Naam van de dagelijkse begeleider en naam en adres van de afdeling • Doelstelling van de stage; de vraagstelling/hypothese/probleemstelling • De subvragen/concretisering van de vraagstelling • De methodes en werkwijzen die gebruikt gaan worden • Het publiek waarvoor het verslag is bedoeld • Tijdsplanning van de stage Normstelling van de stage Van een student mag worden verwacht dat deze tijdens een stage leert onder goede begeleiding zelfstandig onderzoek te doen over een tevoren duidelijk aangegeven probleem- en vraagstelling. Een stage dient voldoende ruimte te bieden voor het zelfstandig uitvoeren van onderzoek; een stagestudent mag niet alleen worden ingezet voor routinematige handelingen. Anderzijds dient er voldoende duidelijkheid te zijn over de wijze waarop het onderzoek kan worden uitgevoerd in de vorm van een globale fasering en planning van de activiteiten. Onder het uitvoeren van het onderzoek wordt mede begrepen de theoretische voorbereiding, het
62
Algemene Gezondheidswetenschappen
literatuuronderzoek, het schrijven van een verslag, het houden van een werkbespreking en het participeren in de wetenschappelijke activiteiten van de afdeling. De werktijden zijn de normale 8-urige werktijden zoals die worden gehanteerd op de betrokken afdeling, bijv. van 9.00-17.30 uur. De terugkomdagen In het kader van de stage zijn er drie terugkomdagen op de VU waar de studenten elkaar informeren over de voortgang • Na 4 weken wordt de achtergrond (context en organisatie) en de onderzoeksvraag gepresenteerd • Na 8 weken wordt de voortgang, de problemen en de voorlopige resultaten gepresenteerd • Na 12 weken worden de resultaten gepresenteerd door middel van een plenaire posterpresentatie. De terugkomdagen zijn voor alle studenten verplicht. Verslag en presentatie Het stageverslag heeft de opbouw van een wetenschappelijke publicatie zoals deze gebruikelijk is in het vakgebied van de stage en wordt geschreven in het Nederlands. Bij externe stages met een meer beleidsmatige probleemstelling kan het verslag ook het karakter van een beleids- of discussienota krijgen. Er dienen afspraken gemaakt te worden over de wijze van becommentariëren en beoordelen en het uiterlijke tijdstip van inleveren. Er wordt een concept aan de begeleid(st)er voorgelegd. De begeleider hoort een concept binnen enkele dagen na te kijken, het commentaar is schriftelijk met een mondelinge toelichting. Er wordt uitgegaan van één correctieronde. Het onderzoek met verslag is het intellectuele eigendom van de stage-organisatie. De student is medeauteur bij publicatie van de resultaten indien de omvang en de kwaliteit dit rechtvaardigen. Een stageverslag wordt in Word gemaakt en minimaal in tweevoud geprint bij de afdeling ingeleverd. De mondelinge presentatie (of posterpresentatie) van de resultaten voor de onderzoeksgroep is in het Nederlands maar de student kan het op verzoek ook in het Engels doen. Beoordelingsformulier Het beoordelingsformulier wordt door de begeleidende docent en de tweede beoordelaar ingevuld door het gewenste aan te kruisen. Voor elk onderdeel wordt een deelcijfer toegekend. Het totaalcijfer wordt berekend aan de hand van een vooraf vastgestelde verdeelsleutel. Tussentijds vindt er eveneens een beoordeling plaats aan de hand van dit formulier, zodat de student weet hoe zij/ hij er voor staat en dit eventueel kan verbeteren. De eindbeoordeling vindt plaats in aanwezigheid van dagelijks begeleider, tweede beoordelaar en student. Bij de eindbeoordeling wordt ook de tussentijdse beoordeling meegenomen ter vergelijking. Het eindresultaat wordt middels een cijferbriefje vergezeld van het ingevulde en ondertekende beoordelingsformulier doorgegeven aan mevr. dr. M.H. Donker. Proefperiode en welslagen van de stage Zo snel mogelijk, uiterlijk binnen zes weken na de aanvang van iedere stage, moet tijdens een gesprek tussen student, dagelijks begeleider en de tweede begeleider
BSc Algemene Gezondheidswetenschappen
63
worden beoordeeld of de stage redelijkerwijs tot een goed einde kan worden gebracht. Hier wordt expliciet een beslissing over genomen. Indien er geen uitzicht is op een positief resultaat, dan meldt de docent dit onmiddellijk aan de coördinator van het onderdeel Bachelorstage, mevr. dr. M.H. Donker. Deze neemt hierover contact op met de student en begeleider en bemiddelt over een eventuele voortzetting of plaatsing elders. Wanneer met instemming van beide partijen de stage wordt voortgezet, is er sprake van een leercontract waarbij de student met voldoende inzet en het nakomen van de gemaakte afspraken mag rekenen op een voldoende. Bij problemen met de beoordeling, bijvoorbeeld bij wanprestatie van student of begeleider, bemiddelt de coördinator van het onderdeel Bachelorstage, mevr. dr. M.H. Donker. De student kan in beroep gaan bij de examencommissie. Het bereiken van wetenschappelijke resultaten is geen criterium voor het welslagen van de stage, het bereiken van een academisch denkniveau daarentegen wel; uiteraard dienen het verslag en de presentatie daarbij van voldoende kwaliteit te zijn. Het verslag beslaat een werkperiode, geen afgerond onderzoeksproject. Tijdsduur De stageduur is vastgelegd op 12 weken. Als regel wordt voor stageverslag en praatje ca. 4 weken uitgetrokken. Het schrijven van het verslag valt geheel binnen de stagetijd. Aanvullende bepalingen De werkzaamheden van een stagiair kunnen niet dienen als vervanging van de werkzaamheden van een werknemer van de stagegever. De stagegever dient aansprakelijkheid te aanvaarden voor letsel, ongeval of schade welke de stagiair oploopt tijdens of in verband met zijn aanwezigheid bij de stageinstelling dan wel bij de uitvoering van zijn werkzaamheden in zoverre dit letsel, ongeval of deze schade valt onder de wettelijke aansprakelijkheid van de stageinstelling of zijn medewerkers. De stagiair dient een particuliere WA-verzekering afgesloten te hebben, ter dekking van de eventuele kosten voortvloeiend uit een gebeurtenis waarvoor hij/zij wettelijk aansprakelijk wordt geacht. De Vrije Universiteit aanvaardt geen enkele wettelijke aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door toedoen van de stagiair.
64
Algemene Gezondheidswetenschappen
4
Examenonderdelen
naam code docenten studiepunten periode doel
Anatomie en fysiologie van bewegen 470014 dr. J.H.P. Houdijk; dr. H.L. Gerrits 6 07.02.2005 - 04.03.2005 Doel van dit vak is het verkrijgen van basiskennis op het gebied van de anatomie en fysiologie van het bewegingsapparaat bij de mens. Na afloop van de cursus dient de student in staat te zijn de belangrijkste onderdelen van het bewegingsapparaat (gericht op weefsels, organen en orgaansystemen) te benoemen, de bouw en functie van deze onderdelen te benoemen en de werkingsmechanismen te beschrijven. Daarnaast dient de student deze opgedane kennis en begrip te kunnen toepassen op eenvoudige houdingen en bewegingen, door gebruik te maken van tijdens de cursus gebruikte analysemethoden. inhoud Het bewegingsapparaat speelt bij ons dagelijks bewegen een essentiële rol. Klachten aan het bewegingsapparaat hebben een belangrijk aandeel binnen de gezondheidszorg en zijn vaak oorzaak van beperkt functioneren in het dagelijks leven en/of ziekteverzuim. Zeker naarmate we ouder worden zal de kwaliteit van ons bewegingsapparaat geleidelijk achteruitgaan. Gewrichten slijten, spieren worden zwakker en onze botten worden broos. Met de toenemende vergrijzing kan dit belangrijke gevolgen hebben voor de volksgezondheid. Naast het verouderingsproces zullen andere factoren, zoals ziekten (zoals MS) en sportactiviteiten, de kwaliteit van ons bewegingsapparaat kunnen beïnvloeden. Voordat we kunnen begrijpen welke processen bijvoorbeeld een rol spelen tijdens veroudering, maar ook ziekten en hoe deze het bewegen beïnvloeden, en om daarnaast te begrijpen wat ervoor nodig is om een atleet op topniveau te krijgen, is het belangrijk om basale kennis en inzicht te krijgen omtrent de bouw (anatomie) en werking (fysiologie) van het bewegingsapparaat in de gezonde mens. Hierbij is het ook van belang te begrijpen hoe interactie plaatsvindt tussen verschillende systemen, zoals gewrichten en spieren tijdens houdingen en bewegingen in het dagelijks leven. Voor een optimale interdisciplinaire communicatie is het tevens van belang de anatomische nomenclatuur, zoals deze in de (bio)medische wereld wordt gebruikt, te kennen en kunnen toepassen. literatuur Verplicht: Frederic H. Martini: `Fundamentals of Anatomy and Physiology', sixth edition (2004) Benjamin Cummings. ISBN nr: 0-13-120346-0 W. Paltzer, Sesam Atlas van de anatomie (deel 1: BEWEGINGSAPPARAAT), Druk 19. ISBN nr: 9055742422 Prijs: ca EURO 23.50 Niet verplicht (wel erg handig): G. Kloosterhuis: `Zakwoordenboek der geneeskunde, Elsevier/Koninklijke PBNA, 1989. ISBN nr: 9062280897 toetsing Toetsing zal plaatsvinden in de vorm van een schriftelijk tentamen. Voor de
Examenonderdelen
65
verplichte werkgroepen ('Vivo') en practica ('snijzaal' en 'spier') moet worden voldaan aan de opkomstplicht en wordt een actieve participatie verwacht. Er kan geen voldoende cijfer voor het tentamen gehaald worden als een van deze onderdelen als niet voldaan is afgerond. Toetsing van de leerstof uit de leerstoflijst opdracht zal in het tentamen plaatsvinden. Een voorbeeldtentamen zal tijdens de cursus worden uitgereikt. entreevoorwaarden Er wordt aangenomen dat studenten beschikken over basiskennis Biologie volgens de eindtermen van het VWO examen Biologie opmerkingen Er geldt een opkomstplicht voor de werkgroepen 'Vivo' en practica. . Indien een verplichte bijeenkomst niet gevolgd kan worden dient dit voorafgaand aan de bijeenkomst (met goede reden) bij de docent gemeld te worden en dient een vervangende opdracht te worden ingeleverd. werkwijze Hoorcolleges (12): Hoorcolleges zijn erop gericht de leerstof te verduidelijken en belangrijke onderdelen aan te duiden. Werkcolleges (6). De student leert de anatomische nomenclatuur toe te passen op onderdelen van het bewegingsapparaat en tevens aspecten van houding en beweging te herkennen, benoemen en analyseren. Opdrachten worden uitgevoerd in tweetallen en aan het einde van de werkgroep zal een nabespreking per werkgroep plaatsvinden. Practica. Tijdens de 'snijzaal' practica (2x) worden de bouw en topografie van diverse onderdelen (organen, weefsels, structuren) van het lichaam bestudeerd aan de hand van humane preparaten. Tijdens het 'spier' practicum (1x) zal aandacht besteed worden aan de functionele spiereigenschappen door het meten van spierkracht (dynamometrie) en spieractiviteit (EMG). Studenten zullen tijdens de practica in tweetallen aan een specifieke opdracht werken. Zelfstudie. Studenten zullen, met behulp van een leerstoflijst, zelf de ligging en functie van de belangrijkste onderdelen van het bewegingsapparaat bestuderen. Voor iedere week wordt de te bestuderen stof beschreven in de leerstoflijst in deze studiehandleiding. Vragen t.a.v. de stof kunnen worden gesteld tijdens de hoorcolleges. naam code studiepunten docenten periode doel
Bachelorstage (GW) 470095 17 dr. M.H. Donker; dr. H.N. Plomp; Diverse docenten (stagebegeleiders) 11.04.2005 - 01.07.2005 Naast het verkrijgen van vakinhoudelijke kennis en het aanleren van praktische vaardigheden, nodig om in het betreffende vakgebied adequaat werkzaam te kunnen zijn, heeft de stage in alle gevallen de volgende einddoelen: • De student weet of de door hem/haar gekozen richting brengt wat er van verwacht wordt en of dit een richting is die verder aangehouden wordt in de masterfase; • De student leert de methodologische kennis in de praktijksituatie toe te passen • De student heeft brede academische vaardigheden aangeleerd die nodig zijn voor het met succes doorlopen van de gekozen masteropleiding. inhoud De bachelorstage vormt de afsluiting van de bacheloropleiding. Tijdens deze stage specialiseert de student zich in een door hem/haar gekozen richting. De
66
Algemene Gezondheidswetenschappen
literatuur toetsing
doelgroep opmerkingen
werkwijze
stage moet zowel een vakinhoudelijke verdieping geven als onderzoek omvatten en wordt afgerond met een scriptie/bachelorthesis. Tevens biedt de bachelorstage de student de gelegenheid zich te oriënteren op de keuzes die in het begin van het vierde jaar gemaakt moeten worden binnen de masteropleiding. Wordt nog nader bekend gemaakt. Het eindcijfer bestaat uit het cijfer van de stage en bijbehorend verslag/scriptie, te bepalen door de begeleider, mits voldaan is aan de volgende voorwaarden: • De student heeft deelgenomen aan de bijeenkomsten horende bij het onderdeel Algemene Vaardigheden (Orientatie op studie, loopbaan en maatschappij); • De student heeft de opdrachten ingeleverd behorende bij het onderdeel Algemene Vaardigheden (Orientatie op studie, loopbaan en maatschappij). Verplicht voor derdejaars studenten Algemene Gezondheidswetenschappen. Meer informatie over de gang van zaken tijdens de bachelorstage is te vinden in de paragrafen 'Bachelorstage' en 'Stagehandleiding' in het hoofdstuk betreffende het derde jaar van de bacheloropleiding. Het grootste deel van de tijd brengt de student door op de stageplek. Daarnaast zijn er een aantal algemene bijeenkomsten op de VU. Setting: organisaties die gezondheidswetenschappelijk onderzoek uitvoeren of gebruiken.
naam code docent studiepunten periode doel
Beheer en beleid in de gezondheidswetenschappen 470085 dr. J.E.W. Broerse (contact) 6 04.10.2004 - 29.10.2004 • Globaal inzicht verwerven in diverse managementtheorieën en -stijlen, kennismanagement en projectmanagement; • Globaal inzicht verwerven in de structuur van het openbaar bestuur, het beleidsproces en verschillende visies op beleid; • Inzicht verwerven in interactieve beleidsprocessen; • Ervaring opdoen met projectmatig werken in een team; • Kunnen toepassen van enkele praktische vaardigheden op een maatschappelijk probleem. inhoud In deze cursus krijgen de studenten inleidende werkcolleges over theorievorming aangaande diverse management- en beleidsaspecten. De algemene concepten worden geïllustreerd aan de hand van casussen uit de gezondheidszorg en het gezondheidsonderzoek. Daarna analyseren de studenten in projectteams een maatschappelijk gezondheids-wetenschappelijk probleem. De nadruk ligt hierbij op zelfwerkzaamheid, eigen initiatief en oordeelsvorming en op het werken in teamverband. Belangrijke vaardigheden die geleerd worden zijn literatuurstudie, vergaderen, analyseren, argumenteren, samenwerken en rapporteren. literatuur Syllabus. Aanschaf van de syllabus is tijdens het eerste college. Prijs ca. 15 euro. toetsing Individuele toetsing door middel van een tentamen, individuele beoordeling aan de hand van individuele producten en het functioneren in de
Examenonderdelen
67
onderwijsgroep en een afgeleide van de beoordeling van groepsproducten. doelgroep Derdejaars bacherlorsstudenten Gezondheidswetenschappen. opmerkingen Keuzecursus. werkwijze De eerste helft van de cursus zal bestaan uit werkcolleges, de tweede helft uit het uitvoeren van een projectopdracht in teamverband. naam Cardiovasculaire en respiratoire systemen code 470099 coördinator dr. A.A. van Lambalgen (VUmc, Fysiologie, BS-7 kr 134tel: 020 44 48120email:
[email protected]) docenten dr. A.A. van Lambalgen; dr. R. Musters; dr. W.J.A.J. Smeets; dr. C. Boer studiepunten 6 periode 06.06.2005 - 01.07.2005 doel Het hoofddoel van deze cursus is de student inzicht te verschaffen in de bouw en functie van het cardiovasculaire en respiratoire systeem, welke een belangrijke rol spelen bij het instandhouden van het milieu interieur, met name tijdens inspanning. Inspanning is daarom zo belangrijk omdat het de ultieme test is voor de regulatie van de homeostase van alle systemen bij belasting bij zowel gezonde als zieke mensen. De student wordt bovendien vertrouwd gemaakt met de anatomische en fysiologische terminologie zoals die in de dagelijkse omgang in de kliniek gebezigd wordt. Bij het onderwijs wordt ook aandacht besteed aan de embryologie van het hart en de bloedsomloop, teneinde de student inzicht te verschaffen in het tot standkomen van congenitale afwijkingen. De fysiologie-practica hebben ten doel de studenten inzicht te geven welke non-invasieve technieken te gebruiken zijn bij het onderzoek naar (patho)fysiologische processen bij de mens. Tenslotte heeft de cursus tot doel de studenten te leren om met elkaar aan de hand van casuïstiek uit te zoeken welke basale fysiologische processen ten grondslag liggen aan het uitwendig functioneren of dysfunctioneren van het menselijk lichaam. Eindtermen Aan het eind van de cursus kan de student: • de verschillende onderdelen van het cardiovasculaire en respiratoire systeem benoemen zowel in het Latijn (internationaal erkende nomenclatuur) als ook in het Engels (meest gebruikte nomenclatuur in internationale wetenschappelijke tijdschriften); • aangeven hoe het cardiovasculaire en het respiratoire systeem zijn opgebouwd en wat de functionele betekenis is van de verschillende onderdelen binnen elk van de twee systemen; • aangeven welke veranderingen de twee orgaansystemen in het menselijk lichaam ondergaan gedurende de embryonale ontwikkeling (organogenese) en heeft tevens enige kennis van het phylogenetisch perspectief (bouwplan van vertebraten); • eenvoudige cardiovasculaire en respiratoire metingen (ECG, bloeddruk, longfunctie, aeroob uithoudingsvermogen) verrichten en beschrijven welke fysiologische principes daaraan ten grondslag liggen; • de regulatie van het cardiovasculair systeem en het respiratoire systeem
68
Algemene Gezondheidswetenschappen
beschrijven en de factoren benoemen die hierop van invloed zijn; het belang aangeven van een grondige kennis van de anatomie en fysiologie voor een goed begrip van zowel het functioneren als dysfunctioneren van deze twee organsystemen in het dagelijks leven. De cursus is opgebouwd rondom 2 modules: • hart&bloedsomloop: hierin komt ter sprake hoe hart en bloedvaten eruit zien en onstaan zijn, hoe het hart werkt, hoe de circulatie tot stand komt en hoe het gereguleerd wordt; • respiratie&inspanning: dit betreft de wijze waarop de ademhalingsorganen zijn ontstaan en zijn opgebouwd, hoe de ademhaling geschiedt, de betekenis hiervan voor de zuurstofvoorziening en hoe het aeroob uithoudingsvermogen hierop van invloed is. Al deze onderdelen spelen een grote rol bij het instandhouden van het milieu interieur tijdens inspanning. Aan de samenhang van bovengenoemde processen zal dan ook de nodige aandacht besteed worden. Voor BMW en GZW: Martini FH Fundamentals of Anatomy & Physiology, 6e druk (inclusief Applications Manual + CD-ROM), 2004, Pearson Education Inc. ISBN 0-13120346-0. Voor BMW: Larsen WJ Human Embryology, 3e druk, 2001, Churchill Livingstone, New York. ISBN 0-443-06583-7 (N.B. Dit boek is niet verplicht voor studenten GZW, zij kunnen een syllabus over de betreffende onderwerpen aanschaffen.) • Aanwezigheidsplicht voor practica en werkgroepen. • Diagnostische toetsen tussentijds (op Black Board). • Afsluitend tentamen. Dit is een eerstejaars cursus voor studenten biomedische wetenschappen (BMW) en algemene gezondheidswetenschappen (GZW). Als communicatiemiddel zal gebruik gemaakt worden van Black Board. De opzet van de modules is steeds gelijk: • het anatomische gedeelte bestaat uit colleges en demonstratiepractica; • het fysiologie gedeelte bestaat uit zelfstudie, deelname aan practica voorafgegaan door COO¿s, opdrachten uitvoeren in werkgroepen en resultaten weergeven op "BlackBoard"; in werkcolleges worden vragen behandeld en moeilijke problemen besproken; •
inhoud
literatuur
toetsing
doelgroep opmerkingen werkwijze
naam code docent studiepunten periode doel
Celbiologie 470011 dr. N. Harms 6 15.11.2004 - 10.12.2004 Het doel van de cursus Celbiologie is de studenten kennis en inzicht in de structuur en het functioneren van cellen bij te brengen, waarbij met name aandacht zal zijn voor de chemie van de cel en de (bio) chemische structuren die een rol spelen in essentiële processen van de cel. Eindtermen: De student kan: • de bouw, de vorm en de functie van de diverse celorganellen omschrijven; • de verschillende bouwstenen van de cel benoemen;
Examenonderdelen
69
• •
inhoud
literatuur
toetsing
doelgroep werkwijze
70
uitleggen hoe cellen energie verkrijgen uit glucose en vetzuren; voorbeelden geven van eiwit structuren en aangeven welke chemische bindingen daarin belangrijk zijn; • voorbeelden geven van hoe eiwitten functioneren; • de opbouw van membranen beschrijven; • de karakteristieken aangeven van membraan eiwitten; • de werking van verschillende membraan transport systemen uitleg; • de verschillende typen eiwit filamenten van het cytoskelet omschrijven en de verschillen benoemen; • uitleggen hoe een eiwit op de plaats van bestemming komt; • uitleggen hoe de celcyclus verloopt en hoe die gecontroleerd wordt; • voorbeelden geven van cellulaire communicatie en deze uitleggen; • het moleculair mechanisme van een ziekte uitzoeken en mondeling en schriftelijk presenteren. In de eerste twee weken van de cursus worden de belangrijkste bouwstenen van de cel behandeld. Aan de orde komen dan: • Cellen: bouw, vorm en functie, structuur en functie van organellen, celtypen, eukaryoot en prokaryoot; eencellige organismen; celverbanden, weefsels; • Cellulaire chemie: suikers, vetten, aminozuren, nucleotiden, macromoleculen; enzymen: catalyse en synthese; energie; eiwitten: structuur en functie; • Membranen: structuur, membraantransport; • Cytoskelet. In de laatste twee weken worden twee opdrachten uitgevoerd waarin de moleculaire mechanismen van enkele ziektes uitgezocht zullen worden. De volgenden cellulaire processen komen daarbij aan bod: • Eiwit sorting en transport; secretieroutes, exocytose en endocytose; • Cellulaire communicatie: boodschappermoleculen, receptoren, signaaltransductie; • Celdeling, celcyclus en celdood. Geselecteerde hoofdstukken uit: Alberts, Bray, Hopkin, Johnson, Lewis, Raff, Roberts & Walter, Essential Cell Biology: An Introducton to the Molecular Biology of the Cell, 2ed. Garland Publishing, Inc., New York & London. Overige literatuur wordt nader bekend gemaakt. De eerste twee weken worden afgesloten met een schriftelijk tentamen (tentamenstof nader op te geven tijdens de cursus). Schriftelijke en mondelinge presentatie van twee opdrachten. Verplicht voor gezondheidswetenschappers. In de eerste twee weken: • hoorcolleges • computerpractica (verplicht) • opdracht gestuurd onderwijs in werkgroepen (verplicht) In de laatste twee weken wordt gewerkt in kleine groepen. Je moet naar aanleiding van opdrachten informatie verzamelen uit aangeboden literatuur, het boek en websites. Deze informatie wordt schriftelijk en mondeling gepresenteerd.
Algemene Gezondheidswetenschappen
naam code docent studiepunten periode doel
inhoud
literatuur
toetsing
werkwijze voorkennis
Communicatiewetenschappen 471006 dr. C.M. Koolstra 6 06.09.2004 - 01.10.2004 • Kennismaken met basisbegrippen van de communicatiewetenschap; • Kennismaken met communicatieprocessen vanuit een interpersoonlijk, organisatorisch en maatschappelijk perspectief; • Kennismaken met onderzoeksmethoden die vaak in de communicatiewetenschap worden gebruikt (survey, inhoudsanalyse, en experiment) • Leren communicatieprocessen in wetenschappelijke termen te beschrijven met het doel theorieën toe te passen en elementaire voorspellingen te doen; We leven in een communicatiemaatschappij. Volgens EU-schattingen houdt meer dan de helft van de beroepsbevolking zich bezig met een of andere vorm van communicatie. Men noemt hen ook wel communicatiewerkers. Om zinvol te kunnen functioneren in een communicatiemaatschappij heb je niet alleen communicatie-vaardigheden nodig (zoals schrijven, spreken en illustreren), maar moet je ook inzicht hebben in de wetmatigheden, ideeën en vooronderstellingen die daaraan ten grondslag liggen. Wat is communicatie? Welke media zijn belangrijk? Wat is een doelgroep? Wat is interactieve communicatie? Hoe effectief zijn publiekscampagnes? Een inleiding in de communicatiewetenschap leidt je uiteraard niet op tot communicatiewetenschapper; daarvoor heb je een aantal jaren studie nodig. Maar basale kennis van en inzicht in de communicatie-wetenschap is noodzakelijk om op een adequaat niveau met communicatiewetenschappers te communiceren, bijvoorbeeld bij het opzetten van een campagne of het evalueren daarvan. Boek: Severin, W. J. & Tankard, J. W. (2001). Communication theories: Origins, methods, and uses in the mass media. New York: Longman. [5th edition]. Een aantal wetenschappelijke artikelen (via Blackboard). • Participatie in de werkgroepen. • Een groepswerkopdracht. • Een schriftelijk tentamen, welke voor een deel uit meerkeuze vragen zal bestaan en voor een deel uit open vragen. Een combinatie van hoorcolleges, werkgroepbijeenkomsten en zelfstudie. Geen
naam Drugs en verslaving code 470081 docenten dr. A.N.M. Schoffelmeer (cursusleider); dr. T.J. de Vries; dr. L.J.M.J. Vanderschuren; Gastdocenten studiepunten 6 periode 29.11.2004 - 24.12.2004 doel Het verkrijgen van inzicht in de pathogenese van drugs- en alcoholverslaving en van de verslavingszorg in Nederland. inhoud De student zal kennis nemen van de meest moderne inzichten met betrekking tot de epidemiologie, psychologie, neurobiologie en farmacologie van
Examenonderdelen
71
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
werkwijze
verslaving aan middelen (nicotine, cocaïne, heroïne, amfetamine, alcohol, cannabis) en in contact treden met een aantal instellingen op het terrein van de verslavingszorg. De verkregen informatie zal worden verwerkt in een door de student te schrijven beleidsnotitie. Recente overzichtsartikelen over de bij de hoorcolleges behandelde stof. Door zorginstellingen verschafte schriftelijke informatie. Het cijfer wordt bepaald door beoordeling van de tijdens de cursus te schrijven beleidsnotitie. Keuzecursus voor 3e jaars studenten Algemene Gezondheidswetenschappen. Teneinde tijdig afspraken te kunnen maken met de participerende instellingen op het terrein van de verslavingszorg, dient inschrijving uiterlijk 1 maand voor aanvang van de cursus te geschieden bij mevr. A.W.M. Glaudemans, secretariaat van de afdeling Medische Farmacologie, kamer A 422 (van der Boechorststraat 7, 4e verdieping). • Hoorcolleges; • Demonstraties; • Literatuurstudie; • Excursies naar verschillende instellingen in de regio; • Mondelinge presentatie; • Werkstuk.
naam Ergonomie code 470092 docent dr. M.J.M. Hoozemans (Faculteit der Bewegingswetenschappen kamer B-648 Van der Boechorststraat 9 1091 BT Amsterdam tel. (020) 444 8561 e-mail:
[email protected]) studiepunten 6 periode 06.09.2004 - 01.10.2004 doel • De student maakt kennis met het werkveld van de ergonomie. • De student is in staat om modellen die gebruikt worden om ergonomische problemen te analyseren, te reproduceren, uit te leggen en toe te passen. • De student kan diverse problemen op het gebied van mechanische, energetische en psychosociale arbeidsbelasting operationaliseren en uitleggen. • De student kent gestructureerde methoden om ergonomische problemen op te lossen (zoals participatieve ergonomie) en weet ze toe te passen in verschillende situaties. • De student toont inzicht in oplossingsstrategieën en effectiviteit van oplossingen specifiek voor de arbeidsgebonden gezondheidsproblemen `lage rugpijn' en `repetitive strain injury'. inhoud Ergonomie streeft naar het zodanig ontwerpen van gebruiksvoorwerpen, technische systemen en taken, dat de veiligheid, de gezondheid, het comfort en het doeltreffend functioneren van mensen wordt bevorderd. Ergonomie speelt een belangrijke rol bij het functioneren van mensen tijdens het uitvoeren van dagelijkse handelingen bijvoorbeeld in het werk. In deze cursus zal de ergonomie dan ook vooral in relatie tot het verrichten van arbeid aan bod komen. Het functioneren van mensen kan daarbij bestudeerd worden
72
Algemene Gezondheidswetenschappen
literatuur toetsing doelgroep opmerkingen werkwijze voorkennis
vanuit de anatomie (mechanica), fysiologie en psychologie. Onder andere zullen de geometrie van werkplekken, de energetische belasting van brandweerlieden en psychosociale belasting van touringcarchauffeurs de revue passeren om aan te geven welke aspecten in het dagelijks werk belangrijk zijn om het werk zodanig in te richten dat gezondheidsklachten en ziekteverzuim kunnen worden vermeden. De modellen `mens-machineomgeving' en `arbeidsbelasting' zullen in de cursus worden gebruikt om deze verschillende aspecten van het werk en het effect daarvan op het functioneren van mensen in een theoretisch kader te plaatsen. Syllabus met daarin opgenomen artikelen en boekhoofdstukken Schriftelijk tentamen en opdracht(en) Keuzecursus voor derde jaar Algemene Gezondheidswetenschappen. De cursus zal doorgang vinden bij een minimale inschrijving van 8 deelnemers Hoorcolleges en opdrachten/practica. Geen speciale voorkennis vereist
naam Farmacologie en farmacotherapie code 470106 docenten prof.dr. Th.P.G.M. de Vries; mw.dr. A.C.M. Wegman (contactpersoon); Student-assistenten studiepunten 3 periode 01.11.2004 - 12.11.2004 doel De cursus heeft als primair doel studenten inzicht te geven in de wijze waarop geneesmiddelen worden voorgeschreven en gebruikt, en wat het effect is (hoe geneesmiddelen werken). De belangrijkste methode om dit doel te bereiken is het laten uitvoeren van een eenvoudig (descriptief) veldonderzoek door de studenten en een presentatie van de resultaten te geven door middel van een afsluitend symposium en een artikel. Een secundair doel van de cursus is dan ook dat studenten inzicht krijgen in de essenties van wetenschappelijk (epidemiologisch) onderzoek. Hiertoe vindt zo veel mogelijk afstemming plaats met de cursus Epidemiologie, methodologie en statistiek die tegelijkertijd wordt gegeven. inhoud Eindtermen Aan het eind van de cursus kan de student: • De resultaten van zijn/haar onderzoek zowel schriftelijk als mondeling presenteren, en daarbij; • De belangrijkste algemene werkingsprincipes van geneesmiddelen omschrijven; • De belangrijkste groepen geneesmiddelen benoemen en hun werkingsmechanisme omschrijven; • Voorbeelden geven van verschillen waarop geneesmiddelen worden voorgeschreven door artsen en gebruikt worden door patiënten; Het uitgevoerde onderzoek kritisch beschouwen wat betreft validiteit, betrouwbaarheid, relevantie (wetenschappelijkheid en toepasbaarheid) en praktische uitvoerbaarheid. literatuur Als naslagwerk staat het Farmacotherapeutisch Kompas centraal. Hierin staan op overzichtelijke wijze alle in Nederland geregistreerde geneesmiddelen. Het is een uitgave van het College voor Zorgverzekeraars (voorheen Ziekenfonds) en wordt gratis aan de studenten verstrekt. Verplicht zijn de
Examenonderdelen
73
syllabus Farmacotherapie GZW (kosten ongeveer EUR 20,-) en het leerboekje Farmacotherapie op Maat (Bunge/Elsevier, 1995; ISBN 90.6348.148.9; ongeveer EUR 40,-). De syllabus bevat het rooster en chronologisch alle onderdelen van de cursus met instructies, informatie en achtergrondliteratuur. In Farmacotherapie op Maat worden de farmacologie en de farmacotherapie globaal beschreven, geïllustreerd met enkele patiëntencasus. In de bibliotheek worden enkele naslagwerken opgenomen voor meer diepgaande bestudering. toetsing Aan het eind van de eerste periode wordt de kennis over Farmacologie en Farmacotherapie getoetst (eindtermen 2 en 3). doelgroep Verplicht voor tweedejaars gezondheidswetenschappers. werkwijze De eerste periode wordt begonnen met een korte inleidende cursus. Deze bestaat uit een algemene inleiding over farmacotherapie, een theoretische inleiding in de farmacologie, en een praktische inleiding over de opzet en de uitvoering van het onderzoek. De weken daarop gaat elke student op een systematische wijze gegevens verzamelen over de geneesmiddelen die bij ongeveer 10 geselecteerden in het medicijnkastje staan. Deze periode wordt afgesloten met een toets over de geneesmiddelen (eindtermen 2 en 3) en een correct gevulde ordnermap met logboek en enquetes.. De hierop volgende tweede periode (zie hieronder bij `Farmacotherapie onderzoek') bestaat uit tweewekelijkse bijeenkomsten waarin de opeenvolgende stappen van de data-entry, data-analyse en die van het schrijven van een verslag/artikel worden doorlopen. Deze periode wordt afgesloten met een individueel verslag van het onderzoek (abstract, Powerpoint), een (gezamenlijk) artikel en een minisymposium met abstract, poster en mondelinge presentaties. De student met de beste presentatie wordt eerste auteur en mag de resultaten presenteren tijdens een congres. naam code docenten studiepunten periode doel inhoud
Farmacologie onderzoeksproject 470107 prof.dr. Th.P.G.M. de Vries (contactpersoon); Student-assistenten 6 07.02.2005 - 01.07.2005 Ten behoeve van 2e jaars Cursus Farmacotherapie en Farmacologie. De overheid en de ziektekostenverzekeraars streven doelmatig (effectief en betaalbaar) geneesmiddelgebruik na. Veel maatregelen zijn gericht op het verbeteren van doelmatig voorschrijven door artsen en het doelmatig afleveren door apothekers. Ook is bekend dat de therapietrouw van patiënten varieert van 30-50% voor geneesmiddelen die door de artsen zijn voorgeschreven. Het is echter onbekend wat mensen, patiënt of niet, aan geneesmiddelen in huis hebben, hoe deze zijn verkregen (via arts, apotheek of drogist), welke wel worden gebruikt en welke niet en wat de redenen daarvoor zijn. Het doel van het onderzoek is inzicht te verkrijgen in het geneesmiddelengebruik van mensen en hiermee een bijdrage te leveren aan doelmatig geneesmiddelgebruik. toetsing Deze periode wordt afgesloten met een individueel verslag van het onderzoek (abstract, Powerpoint), een gezamenlijk artikel en een minisymposium met abstract, poster en mondelinge presentaties. De student met de beste presentatie wordt eerste auteur en mag de resultaten presenteren tijdens een congres.
74
Algemene Gezondheidswetenschappen
werkwijze
voorkennisvak
•
Protocol De hier beschreven outline wordt verder uitgewerkt tot op het niveau van operationele vraagstellingen, selectiemethode van de populatie en parameters. • Literatuur Met behulp van Medline wordt in de literatuur gezocht naar publicaties over geneesmiddelgebruik. • Opzet en populatie Door middel van een steekproef worden bij ongeveer 300 mensen thuis de aanwezige geneesmiddelen geïnventariseerd. Daarbij worden door middel van een gestructureerde vragenlijst een aantal aanvullende gegevens gevraagd met betrekking tot het geneesmiddelgebruik. • Analyse De gegevens worden middels MS Access/Excel ingebracht.. Na data-cleaning wordt met behulp van SPSS geanalyseerd volgens protocol. 470026: Farmacologie en farmacotherapie
naam code docenten studiepunten periode doel
Genetica (GZW) 470722 dr. A.R. Stuitje (cursusleider); dr. J.M. Kooter 5 10.01.2005 - 04.02.2005 Verkrijgen van inzicht in: • Klassieke mutagenese en overerving; • Structuur en functie van chromosomen; • DNA replicatie, repair en recombinatie; • Expressie van genen; • Gen therapie en genetische consultatie; • Transgenese; De impact van genetica op de maatschappij. inhoud Tijdens deze cursus dienen een vijftal experimenten als uitgangspunt voor het formuleren van de leerdoelen en het herkennen van hiaten in de achtergrondkennis. Deze leerdoelen zullen tijdens een "Brainstorm sessie" in studiegroepjes van 10-14 personen olv een mentor (c.q. practicum begeleider), aan de hand van praktisch vraagstellingen worden vastgesteld. Tijdens het bestuderen van de leerstof (ingeroosterde studiepauzes) kan mbv quizzes op "Blackboard", de opgedane kennis worden getest (zelftoetsing). Tijdens de rapportage sessie na afloop van de korte studiepauzes worden deeltoetsen afgenomen waarvan het cijfer een onderdeel vormt van het eindcijfer (zie toetsing). Tijdens de cursus zullen tevens een aantal werkcolleges worden ingeroosterd waarbij evt vragen van studenten mbt de leerstof zullen worden behandeld. De experimenten die na afloop van de betreffende deeltoetsen zullen plaatsvinden hebben betrekking op (ondervoorbehoud): 1. Het analyseren van interacties tussen genen mbv klassieke Mendeliaanse genetica. 2. Genotypische karakterisering van het geslacht mbv de polymerase ketting reactie (PCR-analyse); 3. Het identificeren en karakteriseren van een genetisch defect aan de hand van een DNA sequentie analyse; 4. Het isoleren van bacillen uit voedsel en grond;
Examenonderdelen
75
5. DNA "fingerprinting" d.m.v. PCR en RFLP analyse; literatuur Verplicht: Ricky Lewis, "HUMAN GENETICS concept and applications" McGraw-Hill ISBN 0-07-246268-X, ca. 50 euro. Practicum handleiding, ca. 8 euro. toetsing Schriftelijk tentamen (70%), practicumtoets (30%). doelgroep Verplicht voor eerstejaars Algemene Gezondheids-wetenschappen werkwijze Hoorcolleges/werkcolleges (±8 uur); Verplichte werkgroepsessies (12-18 uur); Verplicht practicum (20-30 uur); Zelfstudie (80-90 uur); Tentamen training (±10 uur). voorkennis Genetica op het niveau van VWO. naam Geriatrie en veroudering code 470023 docenten drs. S. van der Pas (curusleider); drs. O.J. de Vries; prof.dr. D.J.H. Deeg; Gastdocenten studiepunten 9 periode 06.09.2004 - 18.10.2004 doel De cursus beoogt de studenten kennis en inzicht te bieden in het verouderingsproces aan de hand van een overzicht van vier dimensies van de veroudering: het somatische verouderingsproces, het psychische en emotionele proces van de veroudering, de veroudering met betrekking tot het lichamelijk functioneren en de veroudering met betrekking tot diverse niveaus van het sociaal functioneren. Het betreft hier zowel het proces van de normale veroudering als het verouderingsproces dat gepaard gaat met ziekten. Een belangrijk doel bij veroudering is het behoud van een zelfstandig bestaan. Hierbij speelt inzicht in de vraag naar zorg een belangrijke rol. Om een evenwicht tussen somatisch, psychisch, functioneel en sociaal functioneren te waarborgen moeten vraag en aanbod van zorg goed op elkaar worden afgestemd. In het verlengde van dit overzicht zal inzicht worden geboden in het palet aan algemene en geestelijke gezondheidszorg en welzijns-, respectievelijk woonvoorzieningen. Eindtermen De studenten kunnen: • de basis aspecten van de fysiologie van veroudering beschrijven, kenmerken van geriatrische problematiek benoemen, aangeven wat de eventuele behandelbaarheid en consequenties zijn voor het zelfstandig functioneren en de levensverwachting; • de basis aspecten van de psychische veroudering beschrijven, zoals dementie, cognitieve stoornis, depressie, angst, aangeven wat de eventuele behandelbaarheid en consequenties ervan zijn voor het zelfstandig functioneren en de levensverwachting; • de basis aspecten van de functionele veroudering beschrijven, relatie leggen met het zelfstandig voeren van een huishouden en persoonlijke verzorging, aangeven wat de consequenties ervan zijn met het oog op het inrichten van een adequate woonsituatie; • de basis aspecten van de sociale veroudering op diverse niveaus beschrijven, zowel wat betreft de sociale consequenties van de vergrijzing, primaire relaties van ouderen, woon- en leefomstandigheden, sociaal isolement, maatschappelijke positie als wat betreft inkomens-, woon- en zorgvoorzieningen;
76
Algemene Gezondheidswetenschappen
•
inhoud
literatuur
toetsing doelgroep werkwijze
aangeven op welke wijze de vier dimensies (somatisch, psychisch, functioneel en sociaal) samenhangen; • de inrichting en het functioneren van algemene en geestelijke gezondheidszorg en welzijns-, respectievelijk woonvoorzieningen voor ouderen beschrijven, zowel op lokaal niveau als op nationaal niveau; • de belangrijkste beleidsontwikkelingen met betrekking tot de genoemde voorzieningen beschrijven; • een thema binnen de veroudering verkennen, aan de hand van de verschillende niveaus (micro, meso, macro) uitwerken en koppelen aan een beleidsvoorstel voor vernieuwing. In deze cursus komen aan de orde: • Somatische dimensie: fysiologie van veroudering, kenmerken van geriatrische problematiek, de eventuele behandelbaarheid en consequenties voor het zelfstandig functioneren en levensverwachting; • Psychische en emotionele dimensie: dementie, cognitieve stoornis, wilsbekwaamheid, depressie, angst, de eventuele behandelbaarheid en consequenties voor het zelfstandig functioneren en levensverwachting; • Functionele dimensie: chronische ziekten o.a. het bewegingsapparaat, oorzaken en gevolgen van veranderingen in lichamelijke functioneren en consequenties voor het zelfstandig functioneren; • Sociale dimensie: sociale consequenties van de vergrijzing, primaire relaties van ouderen, woon en leefomstandigheden, sociaal isolement, maatschappelijke positie, inkomens-, woon- en zorgvoorzieningen. Binnen de verschillende dimensies zal het niveau van het individu en zijn sociale omgeving (microniveau), het niveau van instellingen en organisaties (mesoniveau) en overheid(sbeleid), demografie (macroniveau) steeds terug komen. • Eulderink et al, Inleiding Gerontologie en Geriatrie, derde herziene druk, 1999, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem; • Syllabus, bestaande uit verschillende artikelen. De beoordeling is gebaseerd op een schriftelijk tentamen en een groepsopdracht. Tweede bachelor jaar gezondheidswetenschappen. Elke ochtend wordt een hoorcollege verzorgd door een van de docenten of door een gastdocent/spreker. Op de middagen wordt er in groepen samengewerkt aan een groepsopdracht. De groepsopdracht bestaat uit een werkstuk binnen een van de behandelde thema's of ziektes. Het onderwerp zal worden verkend en aan de hand van de verschillende niveaus (micro, meso en macro) worden uitgewerkt. Het geheel zal vervolgens gekoppeld worden aan een beleidsvoorstel voor vernieuwing. Deze werkstukken zullen aan het eind van de vijfde week van de cursus aan elkaar worden gepresenteerd. De cursus wordt afgesloten met een tentamen.
naam code studiepunten coördinator docenten
Gezondheid en milieu 470064 6 dr. M. Campos Ponce dr. J. van Minnen; prof.dr. N.M. van Straalen; prof.dr. A. Brouwer; dr. M. Campos Ponce; dr T. Hamers periode 14.03.2005 - 08.04.2005
Examenonderdelen
77
doel Het doel van de cursus is om inzicht te krijgen in de interactie tussen de mens en haar omgeving, de daarbij betrokken contactorganen en de mogelijke effecten van biotische en abiotische factoren op de gezondheid van de mens. inhoud In de colleges zal aandacht besteed worden aan de effecten van verschillende toxinen en infectieuze organismen op de gezondheid van de mens. Tijdens colleges speciële histologie zullen de gezonde organen behandeld worden. Vervolgens zullen in de colleges toxicologie de effecten van abiotische factoren op de organen besproken worden. De volgende onderwerpen zullen onder andere worden behandeld: toxicologische basis begrippen, effecten van hoge blootstelling aan minerale elementen, residuen van bestrijdingsmiddelen, secundaire plantstoffen en xenobiotica, werkingsmechanismen bij vergiftigingen, voedseladditieven, beoordeling van risico’s, biotransformatie en detoxificatie, biodetectie, blootstelling aan complexe mengsels en diffuse verontreiniging. Ook zullen de effecten van virale, bacteriële en parasitaire infecties op de verschillende organen behandeld worden. Onder andere zullen gastheerpathogeen interacties, besmettingswegen, kolonisatie en pathogeniciteit, mechanismen van cel- en weefselschade, algemene karakteristieken van infecties en manifestatie van infectie besproken worden. Tijdens practica zullen aan de hand van een aantal voorbeelden pathologische effecten van toxinen en infectieuze organismen worden geïllustreerd. literatuur • Syllabus gezondheid en milieu • nog nader te bepalen leerboek toetsing Schriftelijk tentamen doelgroep Bestemd voor: eerste jaars BMW en GW (verplicht) werkwijze Aan de hand van hoorcolleges zullen de essentiële punten uit de opgegeven leerstof worden behandeld. In de verplichte practica worden een aantal onderwerpen uitvoeriger behandeld. naam code docenten studiepunten periode doel
78
Gezondheidscommunicatie 470087 drs. A.M.C. Plass; dr M. Adriaanse; drs. J. Veldhuis 6 10.01.2005 - 04.02.2005 De cursus is bedoeld voor studenten met belangstelling voor communicatieprocessen bij gezondheidsbevordering en ziekte preventie. Het doel van de cursus is om inzicht te krijgen in 1) het bevorderen van de gezondheid van de hele samenleving of specifieke groepen, 2) de interactie tussen gedrag en omgeving en 3) het ontwikkelen van gezondheidsbevorderende interventies. Na deze cursus is de student in staat: - de volgende begrippen te onderscheiden/definiëren: communicatie/voorlichting, voorzieningen en regelgeving, gezondheidsvoorlichting en gezondheidsbevordering; de verschillende niveaus van omgeving: individueel, groep, organisatie, lokaal en samenleving. - een planningsmodel toe te passen op een concreet voorbeeld en de valkuilen te onderkennen in de planning van gezondheidscommunicatie.
Algemene Gezondheidswetenschappen
inhoud
literatuur toetsing entreevoorwaarden doelgroep werkwijze
- het belang van de analyse van gezondheidsproblemen voor de planning van gezondheidscommunicatie te onderkennen, op te kunnen stellen en de uitkomsten te interpreteren. - de gereedschappen van de voorlichter en de daarbij passende literatuur te beschrijven en toe te passen op een concreet voorbeeld. - de uitkomsten van een analyse van gedrags- en omgevingsfactoren als mogelijke oorzaak van een gezondheidsprobleem te interpreteren In deze cursus worden de definities, concepten en theorieën rondom gezondheidscommunicatie/ -bevordering uiteengezet, alsook een aantal specifieke vormen van gezondheidscommunicatie: persuasief, informatief en educatief. Naast het bieden van een theoretisch kader is deze cursus tevens gericht op de praktische toepasbaarheid; o.m. analyse van een specifiek gezondheidsprobleem in combinatie met het definiëren van de doelgroep en het bedenken van een strategie om deze groep voor dit gezondheidsprobleem te bereiken. Syllabus en aanvullende literatuur bij de colleges Beoordeling van opdrachten plus eindpresentatie Schriftelijk tentamen: multiple choice en open vragen Cursus Communicatiewetenschappen. Derdejaars studenten Gezondheidswetenschappen Vierdejaars bètastudenten met een specialisatie • Colleges • Werkcolleges • Gastcolleges • Opdrachten • Bezoek aan gezondheidsinstellingen • Zelfstudie
naam code docenten studiepunten periode doel
Gezondheidseconomie 470091 prof.dr. M. Lindeboom (cursusleider); dr. F.R.M. Portrait; collega's 6 07.02.2005 - 04.03.2005 Na het volgen van deze cursus hebben de studenten inzicht in de belangrijkste economische principes die nodig zijn voor de analyse van de gezondheidssector. Tevens wordt van de student verwacht dat hij/zij na het volgen van de cursus in staat is de geleerde kennis toe te passen op een praktisch economisch vraagstuk. inhoud Economie gaat over het maken van keuzen, bij een beperkte beschikbaarheid van middelen. Dit is in het bijzonder van belang bij een van de belangrijkste sectoren waar de overheid een rol speelt: de gezondheidssector. Deze cursus geeft een eerste inzicht in de mogelijkheid van het gebruiken van economische principes bij het benaderen van problemen in de gezondheidssector. De cursus bestaat uit twee delen. In het eerste deel worden de studenten de belangrijkste begrippen en het economisch instrumentarium bij gebracht. Het tweede gedeelte geeft een beschrijving van de belangrijkste partijen op de Nederlandse markt: de individuele consument, de verzorgers van de gezondheidszorg, de verzekeraars en de overheid. De aangeleerde economische principes worden vervolgens gebruikt om de rol van de
Examenonderdelen
79
literatuur toetsing doelgroep
werkwijze
naam code docenten studiepunten periode doel
80
verschillende partijen en hun gedragingen op de markt toe te lichten en te verklaren. Tevens wordt ingegaan op een aantal actuele problemen en wordt het economisch instrumentarium gebruikt om verschillende mogelijke oplossingen te evalueren. Wordt nog bekend gemaakt. Het eindcijfer is het (ongewogen) gemiddelde van een schriftelijk tentamen en de praktijk opdracht. Keuzevak voor derdejaars Gezondheidswetenschappen. Dit vak is een absolute "must" voor studenten die zich in de masterfase willen specialiseren in de richting Management& Beleid, of voor studenten die een (beleids)baan ambiëren bij grote nationale en internationale gezondheidsinstelling of de overheid. Hoorcollege en werkcollege. In het werkcollege moeten studenten in kleine groepjes een (praktische) opdracht uitwerken en presenteren. Gezondheidsgeografie 470094 prof.dr. H.J. Scholten; drs. M.A. Molendijk; drs. E. Dias; drs R. van der Togt 6 04.10.2004 - 29.10.2004 Door het in kaart brengen van de verspreiding van de Cholera epidemie in Peru en de rest van Zuid-Amerika in 1991 kreeg men inzicht in de snelheid van verspreiding van deze acute bacteriele ziekte van het maag-darm stelsel. Dit had grote gevolgen met betrekking tot de vorming van beleid ter betsrijding van de ziekte. Dit is een van de vele voorbeelden waarbij omgeving en ziekte een relatie vertonen. Er zijn tal van andere voorbeelden naast de verspreiding van infectieziekten waarbij de omgeving een rol speelt bij gezondheidsvraagstukken en ziekte: • Het verzorgingsgebied van een academisch ziekenhuis; • De wachtlijstproblematiek; • De relatie tussen artsenbezoek en sociale klasse; • De relatie tussen geluidsoverlast en hypertensie; • De relatie tussen kanker en luchtvervuiling (met "snuffelpaal" gegevens). Om dit soort vraagstukken op te lossen maakt men gebruik van Geografische Informatie Systemen (GIS). Deze systemen maken het mogelijk allerlei locatie gebonden gegevens over gezondheid met elkaar in verband te brengen, te analyseren en te presenteren. Dit dient vaak als basis voor het nemen van gezondheidsbevorderende beleidsvoornemens. Doel van dit vak is de studenten inzicht te geven in de basisconcepten die gebruikt worden in Geografische Informatie Systemen en hen vertrouwd te maken met een aantal technieken en vaardigheden waarmee zij zelfstandig gebruik kunnen maken van GIS voor gezondheidskundige vraagstukken.Daarbij vormt het GIS de spin het web als het gaat om het nemen van beslissingen. Eindtermen Aan het eind van het vak bezit de student: • Kennis en inzicht in de aard van ruimtelijke gezondheidsvraagstukken binnen de gezondheidszorg; • Kennis van de basisconcepten van GIS; • Basisvaardigheid in het gebruik van GIS bij gezondheidkundige
Algemene Gezondheidswetenschappen
vraagstukken; Inzicht en vaardigheid in de bewerking van gezondheidskundige en ruimtelijke gegevens tot mondelinge en digitale informatie voor verschillende doelgroepen. • Kennis en inzicht in het nemen van gezondheidskundige beslissingen met behulp van een GIS voor de vorming van beleid Gedurende week 1 en 2 wordt ingegaan op GISen in het algemeen en op het vlak van de gezondheidszorg. Hierbij wordt gekeken naar de onderdelen waaruit een GIS bestaat en op welke wijze zij worden ingezet bij het oplossen van ruimtelijke vraagstukken. Gedurende deze periode vindt ook een GPSpracticum plaats waarin je leert wat de mogelijkheden zijn van Global Positioning Systems (GPS) en hoe je deze kunt gebruiken in de praktijk. In deze periode begin je ook met het bouwen van een simpele website die je de rest van het vak kan gebruiken voor het plaatsen van informatie over hetgeen je geleerd hebt tijdens de cursus. Daarnaast leer je op welke manier men omgaat met aan gezondheid gerelateerde gegevens en op welke manier je een GIS kan onderbrengen in een organisatie en hoe je deze kan gebruiken bij het nemen van beslissingen voor de vorming van beleid. Bijvoorbeeld bij het in kaart brengen van infectieziekten In week 3 en 4 wordt in groepjes gewerkt aan een casus in de vorm van een practicum. Hierbij wordt na een uiteenzetting van het probleem, met behulp van een GIS-toepassing de casus verder uitgewerkt en dienen een aantal opdrachten gemaakt te worden. De vierde week wordt op de laatste dag afgesloten met een mondelinge presentatie van de resultaten die zijn verkregen gedurende het practicum. Literatuur wordt aangeboden in de vorm van een syllabus. Geschatte kosten 10 euro. Voor meer informatie, zie ook de Nationale Atlas Volksgezondheid (een ruimtelijk beeld van zorg en gezondheid in Nederland): http://www.rivm.nl/vtv/data/site_atlas/index.htm En bv. International Journal of Health Geograhpics: http://www.ijhealthgeographics.com/ Het eindcijfer wordt bepaald op basis van de volgende drie onderdelen: • website, • werkgroep- en practicumopdrachten, • eindpresentatie. Daarbij bepalen de website en de presentatie elk voor 15% het eindcijfer. De werkgroep- en practicumopdrachten bepalen voor 70% het eindcijfer. Voor elk onderdeel dient minimaal een 5.0 gehaald te worden. Het eindcijfer dient minimaal een 5.5 te zijn. De eindpresentatie wordt op de laatste dag van het onderwijs gehouden. De website en de werkgroep- en practicumopdrachten dienen de laatste dag van dit vak te zijn ingeleverd. De herkansing bestaat uit het doen van een vervangende opdracht. Als keuzevak voor studenten Algemene Gezondheidswetenschappen die het derde jaar van de Bacheloropleiding volgen. In deze cursus is plaats voor maximaal 12 studenten. • Introductie en Principes: 20 hc, 8 wg, 4 gc, 1 ic, 4 p, 40 zs; • Casus: 2 ic, 26 p, 23 zs; • Webpagina: 1 ic, 2 p, 4 zs; • Presentatie: 1 ic, 2 p, 4 zs. •
inhoud
literatuur
toetsing
doelgroep opmerkingen werkwijze
Examenonderdelen
81
(hc = hoorcollege, wg = werkgroep, gc = gastcollege, ic = instructiecollege, p = practicum, zs = zelfstudie) Deelname aan de werkgroepen, de gastcolleges en de practica is verplicht. Het volgen van de hoorcolleges is essentieel voor een beter begrip van de studiestof en een betere voorbereiding op de werkgroepen en de practica. Het maken van een website, het inleveren van de werkgroep- en practicumopdrachten en het geven van een presentatie is tevens verplicht en bepalen het eindcijfer voor dit vak. voorkennis Basiservaring met een PC naam Gezondheidswetenschappelijk onderzoek en de praktijk code 470089 docenten dr. L. Henneman; dr. H.N. Plomp (contactdocent); dr. C.M. Doak; dr B. Philipsen; dr D.R.M. Timmermans studiepunten 6 periode 14.03.2005 - 08.04.2005 doel Dit blok wil studenten leren bestaande en nieuwe methodologische kennis en vaardigheden te integreren in en toe te passen op uiteenlopende vormen van praktijkgericht onderzoek op het terrein van gezondheidszorg. Hierbij wordt ingegaan op vragen rond de uitvoerbaarheid,haalbaarheid en op dilemma¿s waar de onderzoeker in de praktijk mee te maken krijgt. Het blok kent drie onderdelen: `Onderzoek en praktijk' , `Health services research' en `Datacollectie en analyse'. Eindtermen: De student: ONDERZOEK EN PRAKTIJK: • kan onderscheid maken tussen praktijkgericht, wetenschappelijk en andere soorten van onderzoek; • kent de elementen van een onderzoeksopzet en weet hoe deze onderling afgestemd dienen te worden met het oog op een gegeven onderzoeksdoel; • kent de overwegingen die gelden bij het afleiden van een probleemstelling voor een onderzoek vanuit een praktijkprobleem; • weet hoe gezondheidsbeleid (van de gemeente Amsterdam) tot stand komt en inbreng van beleidsonderzoek daarbij; • kent de wisselwerking tussen beleid, onderzoek en praktijk, de rol van verschillende stakeholders bij het tot stand komen, uitvoeren en implementeren van onderzoek in uiteenlopende settings; • kent Regelgeving en codes voor goed onderzoek en uitgangspunten bij ethische toetsing; HEALTH SERVICES RESEARCH • kan het domein van en specifieke kenmerken van de HEALTH SERVICE RESEARCH (HSR) omschrijven en illustreren aan de hand van voorbeelden; • kent het belang en functie van theorieën, modellen en theoretische concepten (zoals patiëntensatisfactie, gezondheid en quality of life) binnen de HSR; • kent strategieën voor het operationaliseren en meten van theoretische concepten op een betrouwbare en valide wijze; • kent theoretische concepten waarmee de interactie tussen hulpverleners en patiënten wordt weergegeven in het bijzonder de verschillende
82
Algemene Gezondheidswetenschappen
inhoud
literatuur
toetsing
opmerkingen
operationalisaties van het begrip patiëntensatisfactie; DATACOLLECTIE EN ANALYSE • heeft een overzicht van de verschillende waarnemingsmethoden en weet wanneer deze kunnen worden toegepast. • kent de uitgangspunten en belangrijkste toepassingen van de kwalitatieve onderzoeksmethodiek. • kent overwegingen bij het opstellen van een waarnemingsstrategie en de neerslag ervan in een waarnemingsprotocol. • leert de theoretische mogelijkheden praktische uitvoering van enkele kwalitatieve onderzoekstechnieken, te weten het focusgroep interview Onderwerpen ONDERZOEK EN PRAKTIJK: • Classificatie onderzoek naar kennisdoel en onderzoeksdoel (wetenschappelijk vrs praktijkgericht). • Formuleren van probleemstelling(en) vanuit praktijkprobleem • Relatie gezondheidsbeleid en -onderzoek • Maatschappelijke krachtenveld van onderzoek: de stakeholders • Praktische en methodologische problemen bij internationaal vergelijkend onderzoek • Regelgeving en codes voor goed onderzoek en uitgangspunten bij ethische toetsing HEALTH SERVICES RESEARCH • Health service research: theorieën, modellen en theoretische concepten (kwaliteit van leven, patiëntensatisfactie) • Operationaliseren en meten van theoretische concepten DATACOLLECTIE EN ANALYSE • Uitgangspunten en belangrijkste toepassingen van de kwalitatieve onderzoeksmethodiek. • Het opstellen van een waarnemingsprotocol voor onderzoek in uiteenlopende settings. • Bowling Ann, Research methods in health, investigating health services, 2nd edition, Open University Press Buckingham, 2002. • Een syllabus, samengesteld voor dit blok. Het eindcijfer is gebaseerd op: • Tussentijdse toetsen, aanwezigheid en inzet op werkcolleges 50% • Uitvoeren, rapporteren, Presenteren van een taak 20% • Schriftelijk tentamen 30% Alle onderdelen dienen voldoende te zijn. Plagiaat (bv van Internet) bij het maken van verslagen wordt gevolgd door uitsluiting van het blok. Werkcolleges, ingangstoets en werkboek Aanwezigheid is verplicht. Mocht een student onverhoopt afwezig zijn dat dient dit per E-mail te worden gemeld. In principe dient er dan een vervangende opdracht te worden gemaakt. Voor het deelnemen aan de werkcolleges is dient de syllabus te worden aangeschaft waarin het programma en de opdrachten staan. Werkcolleges dienen te worden voorbereid en in de regel zal ook een ingangstoets worden afgenomen. Projectgroep Het blok `Gezondheidswetenschappelijk onderzoek en de praktijk¿ wordt
Examenonderdelen
83
verzorgd door de afdeling Sociale Geneeskunde van VUmc, het Instituut voor Gezondheidswetenschappen van FALW. Bij de opzet van het blok zijn betrokken, dr H.N. Plomp (blokvoorzitter), dr L. Henneman, dr D.R.M. Timmermans, dr B. Philipsen en Dr M.N.M. van Poppel prof.dr J. Seidell. werkwijze 10 bijeenkomsten van drie uur werkcollege • Verhouding tussen hoorcollege- zelfwerkzaamheid (oefeningen, behandeling huiswerkopdrachten tijdens werkcollege is ongeveer 1: 2. • Werkcollege veronderstelt voorbereiding van studenten die wordt getoetst door middel van tussentijdse toetsen, thuis- en prakticumopdrachten (zie bijlage Thuisopdracht). • Elke student moet in een tweetal een taak verrichten waarover in de laatste groepsbijeenkomst verslag uit wordt gebracht. Taak is een meer omvangrijk opdracht waarbij een bepaalde techniek of vaardigheid wordt toegepast (bv het doen van interviews, observaties, doen van een systematische literatuuronderzoek, verzamelen van materiaal) Zie bijlage Taken). Indicatieve tijdsbegroting • Contacturen 3* 10 30 • Voorbereiding colleges • (Ingangstoetsen, thuisopdracht) 60 • Uitvoeren en rapporteren taak 30 • Tentamen voorbereiding 40 TOTAAL 160 uur voorkennis Ingangseis voor het blok is een voldoende score voor de blokken GEZONDHEIDSWETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK 1 &2 Dit blok is een voorbereiding op de onderzoeksstage en de bachelorscriptie.
naam code docenten studiepunten periode doel
Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse I 470024 prof.dr.ir. J.C. Seidell (contact); dr.ir. P.D. Bezemer; dr. D.L. Knol 5 15.11.2004 - 10.12.2004 Het algemene doel van de cursus is verdieping van inzicht in het vertalen van een vraag betreffende een gezondheidsprobleem naar een onderzoeksopzet dat antwoord op die vraag kan geven. Meer specifiek betekent dat: • Kennismaken met verschillende wijzen waarop een probleemstelling kan worden geformuleerd in de vorm van een hypothese en de wijze waarop kennis rondom het probleem wordt verkregen; • Inzicht krijgen in de wijze waarop gezondheidsproblemen kwantitatief kunnen worden beschreven; • Inzicht krijgen in meetinstrumenten voor het bepalen van (determinanten van) ziekten en gezondheid; • Inzicht krijgen in de verschillende onderzoeksvormen waarmee gezondheidsonderzoek kan worden uitgevoerd; Het kunnen evalueren van statistische gegevens verkregen uit gezondheidsonderzoek en het toetsen van geformuleerde hypothesen. inhoud Onderwerpen: • Redeneren, theorieën en verklaringen, kentheoretische stromingen;
84
Algemene Gezondheidswetenschappen
• •
literatuur toetsing
werkwijze
voorkennis
Herhaalde waarnemingen; Regressie en correlatie; • Transformeren (log, e-macht); • Meten van (determinanten van) ziekten; • Standaardisatie van metingen; • Correctie voor confounding en effect modificatie; • Vragenlijsten; • Onderzoeksvormen; • Protocollen; • Planning en financiering van onderzoek; • Good clinical practice, good epidemiological practice; • Uitkomstmaten van randomized clinical trials; • Verklarende begrippen (betrouwbaarheidsinterval, p-waarde, onderscheidingsvermogen); • Stratificatie; • Enkelvoudige en multipele lineaire regressie; • Levenstabel en survival analyse; • Persoonsjaren analyse; • Non-parametrische toetsen; • Logistische regressie; • Variantie analyse; Cox regressie. Bouter en van Dongen; Altman; ander boek wordt nog bekend gemaakt. Er worden tentamens afgenomen na beide periodes. Voor het practicum en de werkcolleges wordt ook een cijfer gegeven. De vier cijfers tellen allen even zwaar mee voor het eindcijfer. Totaal aantal uren: deel 1 en 2 (5 en 3 ects) ca. 220 slu • Hoorcolleges; • Werkcolleges; • Practica; • Zelfstudie. Geen speciale.
naam Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse II code 470110 docenten prof.dr.ir. J.C. Seidell (contact); dr D. Kuik; dr. D.L. Knol; dr M. van den Brink; dr W. van der Windt; dr J. Twisk studiepunten 3 periode 29.03.2005 - 28.05.2005 doel Het algemene doel van de cursus is verdieping van inzicht in het vertalen van een vraag betreffende een gezondheidsprobleem naar een onderzoeksopzet dat antwoord op die vraag kan geven. Meer specifiek betekent dat: • Kennismaken met verschillende wijzen waarop een probleemstelling kan worden geformuleerd in de vorm van een hypothese en de wijze waarop kennis rondom het probleem wordt verkregen; • Inzicht krijgen in de wijze waarop gezondheidsproblemen kwantitatief kunnen worden beschreven; • Inzicht krijgen in meetinstrumenten voor het bepalen van (determinanten van) ziekten en gezondheid;
Examenonderdelen
85
•
Inzicht krijgen in de verschillende onderzoeksvormen waarmee gezondheidsonderzoek kan worden uitgevoerd; Het kunnen evalueren van statistische gegevens verkregen uit gezondheidsonderzoek en het toetsen van geformuleerde hypothesen. inhoud Onderwerpen: • Redeneren, theorieën en verklaringen, kentheoretische stromingen; • Herhaalde waarnemingen; • Regressie en correlatie; • Transformeren (log, e-macht); • Meten van (determinanten van) ziekten; • Standaardisatie van metingen; • Correctie voor confounding en effect modificatie; • Vragenlijsten; • Onderzoeksvormen; • Protocollen; • Planning en financiering van onderzoek; • Good clinical practice, good epidemiological practice; • Uitkomstmaten van randomized clinical trials; • Verklarende begrippen (betrouwbaarheidsinterval, p-waarde, onderscheidingsvermogen); • Stratificatie; • Enkelvoudige en multipele lineaire regressie; • Levenstabel en survival analyse; • Persoonsjaren analyse; • Non-parametrische toetsen; • Logistische regressie; • Variantie analyse; • Cox regressie. literatuur Bouter en van Dongen; Altman; ander boek wordt nog bekend gemaakt. toetsing Er worden tentamens afgenomen na beide periodes. Voor het practicum en de werkcolleges wordt ook een cijfer gegeven. De vier cijfers tellen allen even zwaar mee voor het eindcijfer. werkwijze Totaal aantal uren: ca. 220 slu (deel 1 en 2: 5 en 3 ects) • Hoorcolleges • Werkcolleges • Practica • Zelfstudie naam Gezondheidszorg en volksgezondheid in Nederland code 470018 docenten prof.dr. G. van der Wal (sociale geneeskunde); prof.dr. E.S. Houwaart (metamedica); dr. L. Henneman (sociale geneeskunde); drs. M. van den Berg; dr M. van Elteren; dr K.P. Companje; drs F.J.M. van Leerdam voorzitter dr. H.N. Plomp (sociale geneeskunde) studiepunten 5 periode 11.04.2005 - 03.06.2005 doel Dit blok wil de student kennis en inzicht bieden in de ontwikkeling en stand van de volksgezondheid, van het stelsel van de Nederlandse gezondheidszorg en de maatschappelijke inbedding ervan.
86
Algemene Gezondheidswetenschappen
Eindtermen Algemeen De student is in staat, in de vorm van een presentatie en een paper, een gefundeerde beschouwing te geven over de specifiek onderwerp dat betrekking heeft op de ontwikkeling van de volksgezondheid en van het stelsel van gezondheidszorg in Nederland en de culturele en maatschappelijke inbedding ervan. Sociale Geneeskunde • De student kan de ontwikkeling in de sterftedaling in Nederland in de laatste 150 jaar als fasen in de epidemiologische transitie uiteenzetten als ook de verwachte ontwikkeling van de volksgezond in de komende 20 jaar; • De student kent de indicatoren van gezonde en ongezonde levensverwachting en de principes en toepassingen van primaire en secundaire ziekte preventie voor ziekte als Aids TBC; • De student kan de structuur van de gezondheidszorg beschrijven aan de hand van verschillende indelingscriteria (intra- extramuraal, eerste- en tweedelijns, transmuraal); • De student kan de actoren in het veld van de gezondheidszorg (patiënt, aanbieder, financier/ verzekeraar, overheid), hun onderlinge betrekkingen (patiëntenstromen, tarieven, volume) en de regels, wetten en condities die daarop van invloed zijn in hun samenhang weergeven; • De student kent de aard en ontwikkeling van de van vraag naar en het aanbod van gezondheidszorg in Nederland alsmede de manier waarop deze gestuurd kunnen worden door overheid en markt; • De student kan een overzicht geven van de verdeling en ontwikkeling van de kosten in de verschillende onderdelen van de gezondheidszorg en van de beleidsinstrumenten en wetgeving die worden aangewend om deze te sturen (WVG, WTG, AWBZ, Ziekenfondswet); • De student kan de belangrijkste beroepsgroepen die binnen gezondheidszorg werkzaam zijn weergeven, als mede van de juridische normering van deze beroepen (de Wet BIG); • De student kent de concepten en determinanten van de kwaliteit van de gezondheidszorg; • De student kan het professionalisme als een centraal waardestelsel voor de aanbieders van zorg, het patiëntenperspectief en het marktperspectief in het functioneren van de gezondheidszorg aanwijzen; • De student kent de verschillende maatschappelijke gevolgen van ziekte (en kan deze verklaren aan hand van theorieën van Parsons en Freidson) alsmede de manieren die worden aangewend om zieken gehandicapten binnen de maatschappij te laten participeren. Metamedica • De student kan aangeven op welke punten het contact tussen arts en patiënt in Nederland na 1950 van karakter is veranderd; • De student kan in samenhang met een beoordeling van de sterftedaling aangeven welke maatschappelijke factoren in Nederland van belang zijn geweest bij de ontwikkeling van de bestrijding en preventie van infectieziekten; • De ontwikkeling op hoofdlijnen van de verzekering van de gezondheidszorg in Nederland in de periode voor 1940, gezien vanuit het
Examenonderdelen
87
perspectief van marktwerking en de rol van de overheid. Gezondheidszorg en cultuur • De student kent de verschillen tussen de sociaal-economische situatie en gezondheid en etniciteit en gezondheid; • De student heeft inzicht in welke risicofactoren migranten hebben voor tuberculose en HIV/AIDS; • De student weet welke factoren vrouwen/ vrouwelijke migranten kwetsbaarder maken voor bepaalde infectieziekten; • De student heeft inzicht in de opzet en uitvoering van basis preventieve programma's voor migranten; • De student heeft inzicht in het begrip interculturalisatie; • De student heeft inzicht in het proces van aanpassing aan cultuur en kent de factoren die daarop van invloed zijn. inhoud Sociale Geneeskunde De stand en determinanten van de volksgezondheid in de laatste 150 jaar. • De uitgangspunten en methoden van primaire en secundaire ziektepreventie in het bijzonder van infectieziekten • De bouw en werking van het Nederlandse systeem van gezondheidszorg binnen de veranderende maatschappelijke context • De dynamiek van het systeem van gezondheidszorg in het bijzonder de rol van professionals en de patiëntenbeweging daarin • Sociologische theorieën over ziekte, gezondheid en gebrek ter verklaring van individueel ziektegedrag en de maatschappelijke reactie hierop. Gezondheidszorg en cultuur • De problemen en uitdagingen in de Nederlandse gezondheidszorg met betrekking tot migranten. • Oorzaken en preventie-methoden van infectieziekten (met name AIDS) onder migranten. • De rol van de migrant in de Nederlandse gezondheidszorg. • Over zelfhulpgroepen, illegalen en interculturele communicatie. Medische Geschiedenis • De politieke en organisatorische ontwikkeling van de gezondheidszorg in Nederland in de negentiende en twintigste eeuw. • Het wetenschappelijk onderzoek naar en de bestrijding van epidemieën in de negentiende en twintigste eeuw, in het bijzonder de cholera en tuberculose. • De veranderingen in de positie van de patiënt in de gezondheidszorg in het algemeen en in de spreekkamer in het bijzonder. literatuur • Maas van der, PJ, Mackenbach JP (redactie). Volksgezondheid en gezondheidszorg. Laatset druk 2004. • Wolffers I, Kwaak van de A. Gezondheidszorg en Cultuur. VU Uitgeverij Amsterdam 2004, Hoofdstuk 3, 4, 5, 9 en 17 (totaal 76 pagina¿s). • De syllabus, die behoort bij het blok. De syllabus `Volksgezondheid en gezondheidszorg in Nederland¿ is te koop in de syllabuswinkel in de kelder van de Medische Faculteit B 145, op werkdagen tussen 12.15 en 13.15 uur. De syllabus dient ook te worden aangeschaft vanwege de taakopdrachten die erin staan en de werkgroepen behandeld zullen worden. toetsing • Schriftelijk tentamen met open vragen: 50% van het eindcijfer; beoordeeld door vakdocenten
88
Algemene Gezondheidswetenschappen
•
Referaat en participatie werkgroepen: 10% van het eindcijfer; beoordeeld door werkgroepdocenten • Paper: 30% van het eindcijfer; beoordeeld door vakdocenten afhankelijk van het onderwerp van de paper • Peer-review: 10% van het eindcijfer beoordeeld door vakdocenten Voor alle vier de onderdelen dient een voldoende behaald te worden, d.w.z. minimaal 6. opmerkingen Projectgroep Het blok 'Volksgezondheid en gezondheidszorg in Nederland' wordt verzorgd door drie afdelingen van het VU medisch centrum: Sociale Geneeskunde, Medische Geschiedenis en Gezondheidszorg en cultuur. Bij de opzet van het blok waren betrokken prof.dr E.S. Houwaart, Dr Marianne van Elteren, dr H.N. Plomp en dr M.N.M. van Poppel. Absentie Aanwezigheid en actieve participatie van studenten tijdens de themagerichte plenaire bijeenkomsten en PGO- werkgroepen en de aansluitende praktijkcolleges zijn verplicht. Indien u onverhoopt niet aan de bijeenkomst kunt deelnemen, meldt u dit per e-mail aan uw werkgroepbegeleider en overlegt met haar/hem hoe uw afwezigheid gecompenseerd kan worden. Paper Studenten schrijven in tweetallen een paper binnen een van de genoemde thema's. Hierdoor wordt actief en zelfstandig een deel van de leerstof bestudeerd en in een specifieke richting uit gewerkt. Referaat Studenten houden een referaat over het onderwerp van hun paper en treden hierover in discussie met docenten en medestudenten. Peer-review Studenten beoordelen elkaars werkstukken (dat heet peer-review; letterlijk beoordeling door verwanten), eveneens in tweetallen, en geven suggesties tot verbetering, voordat de beoordeling door vakdocenten plaatsvindt. werkwijze Vakgericht onderwijs: is gericht op onderwerpen van de afdelingen die participeren in het blok (zie hieronder). Dit wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges en getoetst in een schriftelijk tentamen. Themagericht onderwijs: heeft het karakter van probleem georiënteerd onderwijs (PGO) en wordt in werkgroepen gegeven en getoetst door een werkstuk en een referaat. Ieder van de afdelingen die participeren in het blok levert een bijdrage aan het thema onderwijs waardoor dit onderwijs een interdisciplinair karakter heeft. Er worden drie thema's aan de orde gesteld waaraan de ontwikkeling en het functioneren van de gezondheidszorg kan worden geïllustreerd. Deze thema's zijn • 'infectieziekten', • 'sturing van vraag en aanbod in de gezondheidszorg' en • 'de positie van de patiënt'. Voor elke van de thema's is een gastcollege georganiseerd waar van gedachten gewisseld kan worden met iemand uit de praktijk. naam code docenten studiepunten
Humane ontwikkeling 470017 prof.dr. M.L. Gahr (contact); prof.dr. H.N. Lafeber; dr. M. Meerum Terwogt 5
Examenonderdelen
89
periode 11.04.2005 - 03.06.2005 doel Verkrijgen van kennis en inzicht in de biologische en psychologiesche ontwikkelingsprocessen van de mens waarbij zowel de prenatale ontwikkeling als de postnatale ontwikkeling tot het adulte stadium aan de orde komen, alsmede ontwikkelingsstoornissen. inhoud - Embryologie: mitose/meiose; ontvouwing genprogramma¿s; groei; aanleg organen. De vroege embryologische ontwikkeling wordt behandeld in het licht van de genetische en omgevingsfactoren die hierop van invloed zijn (bijv. maternale en voedingsfactoren). - Prenatale ontwikkeling: relatie moeder-embryo; prenatale voeding; regulatie van intra-uterine groei e.d.; prenatale groeistoornissen; aangeboren afwijkingen. - Postnatale ontwikkeling: groei, voeding en metabolisme; immuniteit en innentingsprogramma¿s; kinderziekten en jeugdzorg. Ontwikkelingspsychologie: algemene ontwikkelingstheorieënn; fysieke ontwikkeling (waaronder elementaire functies: eten , slapen); motorische ontwikkeling; cognitieve ontwikkeling; sociale emotionele ontwikkeling. literatuur Syllabus 'Humane ontwikkeling' en eventueel een nader op te geven boek. toetsing Schriftelijk tentamen en werkgroepopdrachten. doelgroep Verplicht voor eerstejaars Algemene Gezondheidswetenschappen. werkwijze Hoorcolleges, werkcolleges, werkgroepen en zelfstudie.
naam Immunologie (GZW) code 470114 docenten prof.dr Y. van Kooyck (cursusleider); dr R.E. Mebius; dr T.M. van den Berg; prof.dr. R.H.J. Beelen studiepunten 6 periode 10.01.2005- 04.02.2005 doel • Inzicht verkrijgen in de mechanismen die ten grondslag liggen aan de normale en pathologische immuunreacties in vivo; • Inzicht verkrijgen in de ontwikkeling en het functioneren van de immuuncellen betrokken bij de "innate immunity" en "adaptive immunity"; • Kennismaken met immunologische onderzoeksmethoden alsmede het herkennen en aantonen van specifieke immuun cellen door middel van computerondersteunend onderwijs alsmede immunologische practica op het gebied van histologie, immunochemie en celbiologie; • Kennismaken met onderzoeksvraagstellingen gerelateerd aan de verkregen inzichten; • Leren beoordelen van literatuur over een bepaald immunologisch onderwerp en hieruit in werkgroepvorm de hoofdpunten kunnen oppikken. inhoud Eindtermen De student kan: • Een onderscheid maken tussen de cellen betrokken bij de immunologische bescherming na een infectie en/of vaccinatie; • Basis concepten in innate immunity en in de adaptieve immuniteit kunnen beschrijven; • Binnen de specifieke afweer de humorale en de cellulaire afweer kunnen
90
Algemene Gezondheidswetenschappen
onderscheiden; Aangeven hoe het lymfoide systeem (weefsels en organen) zijn ingeschakeld in de specifieke afweer; • Aangeven hoe afwijkingen in het immuunsysteem de basis vormen van immunologische ziekteprocessen; de epidemiologie hiervan en hoe hierop te intervenieren • Uit de werkgroepen hoofdzaken uit de literatuur op te pikken en tevens relevantie van interventies te leren interpreteren alsmede het belang van interventies in de epidemiologie van ziekteprocessen. Hoofdstuk 1 tot en met 9 (en klein deel 10) Janeway et al: Immunobiology 5e druk; ongeveer 55 euro. Syllabus met practicumhandleiding, literatuur etcetera, 5 euro. Schriftelijk met open vragen aan het eind van de cursus. Herkansing augustus. Verplicht voor gezondheidswetenschappers (2e jaar). Spreekuur elke dinsdag 13.00-13.30, kamer J-284, gebouw faculteit Geneeskunde, VUMC betreffende cursus c.q. stages immunologie. Circa 65 uur contacturen met ongeveer 100 uur zelfstudie: • Hoorcolleges, waarbij de immunologische afweerreacties en onderzoeksmethoden worden belicht. Ook de toepassing in lopend onderzoek wordt besproken (ca 30 uur); • Werkcolleges, waarbij literatuur in een kleine groep (met hoge interactie) wordt besproken (circa 4 uur); • Computerpractica, waarbij de structuur van lymfoïde organen en immunologische technieken worden toegelicht (circa 9 uur); • In laboratoriumpractica worden immunologische technieken bestudeerd en uitgevoerd (circa 22 uur). Deelname aan practica, werkgroepen en COO is verplicht. Collegebezoek is zeer relevant. •
literatuur
toetsing doelgroep opmerkingen werkwijze
naam code studiepunten docenten
Inleiding gezondheidswetenschappelijk onderzoek 470108 6 dr.ir. P.D. Bezemer (coördinator); dr.ir. R.M. van Dam; dr. E.S.M. de Lange; dr. C. Zonneveld periode 13.12.2004 - 04.02.2005 11.04.2005 - 03.06.2005 doel Kennismaking met het gezondheidswetenschappelijk onderzoek. Het accent ligt op een inleiding in de methoden en hun toepassingen. Deze cursus dient als gezamelijke basis voor het methodenonderwijs in volgende jaren. De student kan: • De empirische cyclus beschrijven en eisen aan wetenschappelijke kennis formuleren; • Probleemstelling en vraagstelling onderscheiden en typen vragen (beschrijvend en causaal) aangeven; • Aangeven hoe begrippen en variabelen te operationaliseren; • Werken met basisbegrippen uit de beschrijvende statistiek; • Maten van ziekten en risico berekenen en interpreteren; • De waarde van meetinstrumenten aangeven; • Vier onderzoeksvormen omschrijven;
Examenonderdelen
91
•
inhoud
literatuur
toetsing
doelgroep werkwijze
voorkennis naam code docenten studiepunten periode doel
92
De begrippen vertekening en toeval onderscheiden, bronnen van vertekening, met name selecie-, informatie- en confounderbias, aangeven en maatregelen hiertegen, zoals randomisatie, begrijpen en toepassen; • Elementaire methoden uit de verklarende statistiek toepassen en het resultaat interpreteren; • Van de epidemiologie van ziekte en sterfte enkele hoofdzaken aangeven. De cursus biedt een inleiding op wetenschapstheorie, epidemiologie en biostatistiek, steeds toegepast op het gezondheidswetenschappelijk onderzoek. Om (het zicht op) toepassing te stimuleren bestaan de studieactiviteiten voor ongeveer 40 procent uit opdrachten, zowel in groepen als individueel. • L.M. Bouter en M.C.I.M van Dongen, Epidemiologisch onderzoek, opzet en interpretatie, vierde herziene druk, 2000, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten. Prijs 41,70 euro • B.R. Kirkwood en J.A.C. Sterne, Essential Medical Statistics, Sec. Ed., 2003, Blackwell Science. Prijs 39,07 euro Er is een tentamen aan het eind van de eerste periode. De tweede periode bestaat vooral uit practica en opdrachten en kent geen tentamen. Voor het individuele rapport wordt een cijfer gegeven, dat samen met het tentamencijfer in de verhouding 30/70 leidt tot een eindcijfer. Let op: het eindcijfer en studiepunten worden pas na het tweede deel geregistreerd. Studenten Gezondheidswetenschappen. • Hoorcolleges (27); • Werkcolleges (9); • Werkgroepen (3 van elk 2 uur, verplicht); • Practicum (12 uur, met PC en als resultaat een rapport, verplicht); • Individuele opdracht (12 uur, als resultaat een rapport, verplicht) Verder zelfstudie (41 uur); de omrekeningsfactor naar studielasturen is 2 voor hoorcolleges en 3 voor werkcolleges en werkgroepen. Geen speciale. Inleiding in de gezondheidswetenschappen 470109 dr. M.H. Donker (contactdocent); Diverse docenten 10 06.09.2004 - 12.11.2004 Tijdens de cursus maak je kennis met je nieuwe studieomgeving. De bedoeling is dat je (een begin van) een sociaal netwerk opbouwt, kennis maakt met belangrijke aspecten van het studielandschap (computerzaal, bibliotheek, practicumzalen), en inhoudelijk een idee krijgt van de volle breedte die de studierichting beslaat. Tevens worden er twee verschillende onderdelen aangeboden welke afhankelijk zijn van je VWO-afstudeerprofiel. De studenten met het profiel Economie en Maatschappij/ Cultuur en Maatschappij krijgen een programma aangeboden waarin hun kennis van de biologie en de chemie wordt verrijkt. De profielen Natuur en Gezondheid en Natuur en Techniek krijgen een programma met algemenen economische kennis aangeboden. Op deze wijze wordt jullie beginkennis tijdens de start van de opleiding aangevuld.
Algemene Gezondheidswetenschappen
inhoud Het centrale thema van de cursus is 'Type 2 diabetes mellitus'. Dit thema benaderen we vanuit verschillende deeldisciplines van de gezondheidswetenschappen. Naast aandacht voor de inhoud van de studierichting geven we aandacht aan verschillende praktische aspecten van de studie: leren samenwerken, leren studeren, het gebruik van de computer in je studie, en het zoeken van vakliteratuur in de bibliotheek. literatuur Essential Cell Biology, Second Edition. Alberts, Bray et al Blokboek (verkrijgbaar bij aanvang cursus), prijs ongeveer 15 euro. Boeken die nodig zijn voor het aanvullend onderwijs in de Biologie/Chemie of in de Economie worden tijdens de start van de cursus aangegeven. toetsing Voor een voldoende beoordeling is actieve deelname aan alle cursusonderdelen verplicht. De beoordeling is gebaseerd op twee verslagen en een toetsing van de biologische/economische kennis. doelgroep Verplicht voor eerstejaars studenten Algemene Gezondheidswetenschappen. werkwijze Gedurende de hele cursus wordt voor het gemeenschappellijke deel gewerkt in kleine groepen (10-12 studenten), die elk begeleid worden door een docent. De onderwijsvorm is Probleem Gestuurd Onderwijs.De student moet zelf naar aanleiding van een probleem uit aangeboden vakliteratuur informatie verzamelen. Voor het aanvullende programma in de Biologie en de Economie worden er colleges gegeven en wordt gewerkt aan de hand van opdrachten en vragenuurtjes. naam code docent studiepunten periode doel
Inleiding psychologie 470003 dr. C. Finkenauer 5 04.10.2004 - 29.10.2004 Het doel van deze cursus is inzicht verkrijgen in het functioneren van mensen in hun sociale omgeving. Eindtermen • Kennismaken met klassieke psychologische theorieën en onderzoek; • Inzicht krijgen in de wijze waarop psychologische theorieën empirisch getoetst kunnen worden; • Inzicht krijgen in de toepassing van psychologische theorieën binnen gezondheidswetenschappen en het dagelijks leven. inhoud Tijdens de hoorcolleges wordt er een overzicht gegeven van klassieke psychologische onderzoeken en psychologische theorieën, die inzicht hebben gegeven in het functioneren van mensen in hun omgeving. Van de onderwerpen die aan bod komen zal de nadruk liggen op het sociaal en cognitief functioneren van mensen. Specifieke thema's die behandeld zullen worden zijn bijvoorbeeld de invloed van emoties en stress op gedrag, de werking van het geheugen, hoe nemen mensen hun fysieke omgeving en hun sociale omgeving waar, hoe vormen mensen een mening en hoe kunnen meningen veranderd worden. Er zal ook aandacht besteed worden aan de toepassing van deze kennis binnen de gezondheidswetenschappen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de invloed van anderen op risicovol gedrag, zoals roken en drinken. literatuur • Smith, E. R., & Mackie, D. M. (2000). Social Psychology (2nd ed.). Philadelphia, PA: Psychology Press. ISBN 0-86377-587.
Examenonderdelen
93
•
Specifieke hoofdstukken betreffende algemene psychologie: Buskist, W., Carlson, N., Martin, G. N., & Stein, S. (2003). Psychology the science of behaviour. European Adaptation. Essex, UK: Pearson Education Limited. ISBN 0130359114 (Let op, hier gaat het om de Europese versie van het boek en NIET de Amerikaanse!) 1. Hoofdstuk 6, Perception, pp. 180-214 2. Hoofdstuk 8, Memory, pp. 242-277 3. Hoofdstuk 11, Intelligence, pp. 354-395. toetsing Schriftelijk (multiple choice) tentamen. In kleine groepen uit te werken opdracht. doelgroep Eerstejaars Gezondheidswetenschappen. voorkennis Geen speciale. naam Interculturalisatie van de zorg code 470040 docenten drs. A.H. van der Kwaak (coördinator); prof.dr. I.N. Wolffers; dr M. van Elteren-Jansen; drs C. Keizer (Secretariaat: P. Brinckman,
[email protected], 020-4448266, VUmc, Van der Boechorststr. 7, 1081 BT Amsterdam, kamer C-574) studiepunten 5 periode 11.04.2005 - 03.06.2005 doel Het doel van de cursus is om de student inzicht te geven in de interculturalisatie van de zorg. Dat wil zeggen hoe de zorg beter begrijpt wat de zorgvraag is van mensen met andere culturele achtergrond en dat mensen met een andere culturele achtergrond beter gebruik maken van de zorgvoorzieningen. Het is een proces dat van twee kanten komt. Daarbij speelt een rol welke culturele en maatschappelijke factoren van belang zijn binnen de Nederlandse gezondheidszorg en in hoeverre de diversiteit een rol speelt bij gezondheidsvraagstukken en het bevorderen van de volksgezondheid. Eindtermen: De student: begrijpt hoe migratie het leven van mensen ingrijpend verandert, dat migratie een cultuur op zich is die overal ter wereld een aantal herkenbare verschijnselen tot gevolg heeft. Men kan die onderscheiden van culturele factoren en begrijpt het belang van het verschil; heeft inzicht in de relatie tussen migratie en gezondheid: risicofactoren, vulnerability etc.; heeft inzicht in welke groepen in- en uitgesloten worden van de gezondheidszorg en hoe die processen verlopen, variërend van racisme en discriminatie tot het niet herkennen van problemen van mensen met een andere achtergrond; heeft inzicht in vormen van beleid die interculturalisatie van de zorg bevorderen. Men begrijpt wat het concept inhoudt en hoe het bevorderd kan worden; is op de hoogte van de verschillende programmas die ontwikkeld zijn om migranten te kunnen bereiken; heeft inzicht in welke communicatietechnieken gebruikt kunnen worden om de communicatie met etnische groepen te verbeteren; heeft inzicht hoe cultuur en religie verschillende uitingen van ziekte en gezondheid kunnen beïnvloeden; heeft inzicht in de gender-specifieke factoren binnen de gezondheidszorg inhoud -In- en uitsluiting van de zorg; - Racisme en discriminatie; - Migratie en ziekte; - Preventie bij allochtone groeperingen; - Gender; Vrouwenbesnijdenis, -Seksualiteit; - Interculturele communicatie; -
94
Algemene Gezondheidswetenschappen
Achtergrond informatie over de meest voorkomende etnische groepen in Nederland; - Kwalitatief onderzoek naar diversiteit in de zorg. literatuur Leerboek Gezondheidszorg en Cultuur, Ivan Wolffers en Anke van der Kwaak (red.),VU uitgeverij, 2004, 24,50 euro, ISBN nr. 90 5383 796 5 toetsing Aanwezigheid: van de studenten wordt verwacht dat zij bij alle 4 de practicumgroepbijeenkomsten en bij 9 van de 12 colleges aanwezig zijn. Bij afwezigheid door een urgente reden moet een vervangende opdracht gemaakt worden. Studenten dienen bij 9 van de 12 colleges twee vragen in te leveren, waarvan er een gebruikt wordt voor de discussie tijdens het college en een wordt gebruikt voor het tentamen. Toetsing vindt plaats door middel van een schriftelijk tentamen met open vragen dat gedeeltelijk bestaat uit vragen die door de studenten bij elk college zijn ingeleverd. werkwijze - Hoorcolleges; - Werkgroepen; - Film-observatie oefening; - Case study. naam Internationale volksgezondheid code 470088 docenten prof.dr. E.J. Ruitenberg; drs B. Bissumbar; drs. A.H. van der Kwaak; drs. M.B.M. Zweekhorst; Gastdocenten studiepunten 6 periode 01.11.2004 - 26.11.2004 doel • Eerste kennismaking met Internationale Volksgezondheid in Europees en internationaal verband, en de relatie tot ontwikkelingsvraagstukken; • Globaal inzicht verkrijgen in de achtergronden en de ontwikkeling van Internationale Volksgezondheid en mondiale gezondheidszorg, en van de verschillende actoren, belangen, en spanningsvelden die hierbij een rol spelen; • Inzicht verwerven in organisatie, management, en beleid van volksgezondheid in een ontwikkelingscontext, en aan de hand van de verschillende taken en strategieen inzicht verwerven in de mogelijkheden en beperkingen van gezondheidszorg ten aaanzien van ontwikkelingsvraagstukken; • Inzicht krijgen in de mogelijkheden en toepassingen van onderzoek in Internationale Volksgezondheid; • Het toepassen van bovengenoemde kennis en inzichten in het constructief en strategisch analyseren van een casus, waarbij ook ruimte wordt geboden om groepsgewijs de eigen positie ten aanzien van de problematiek te onderzoeken. inhoud Na behandeling van de context van Internationale Volksgezondheid zal specifieker worden ingegaan op beleids- en uitvoeringsaspecten van de organisatie van gezondheidzorg in een ontwikkelingscontext, en het belang, de rol, en de toepassing van onderzoek voor Internationale Volksgezondheid. Er zal hierbij steeds van een transdisciplinair kader worden uitgegaan, waarbij biomedische en technologische kennis, sociaal wetenschappelijke kennis en praktijkkennis en belevingservaring zo veel mogelijk geïntegreerd worden benaderd. In werkgroepen zal dieper worden ingegaan op specifieke taken en de ontwikkeling van strategieën en implementatie op verschillende niveau¿s (mondiaal, regionaal, nationaal, district, en gemeenschaps (`community¿)
Examenonderdelen
95
literatuur toetsing
doelgroep opmerkingen
werkwijze
voorkennis
niveau). Hierbij wordt groepsgewijs vanuit een transdisciplinair kader de aangeboden stof toegepast op een specifiek volksgezondheidsvraagstuk. Hierbij zal ook gevraagd worden een eigen positie t.a.v. de problematiek te ontwikkelen. Verplicht: Reader/syllabus (aanschaf tijdens het eerste college); Individuele beoordeling op basis van een tentamen en participatie in de werkgroepen/werkcolleges, en een groepsbeoordeling aan de hand van het verslag (en presentatie) van de thematische werkgroepen. Keuzevak in derde jaar BSc Gezondheidswetenschappen en BSc Biomedische Wetenschappen. De leerstof van de cursus is in het Engels, en enkele (werk)colleges zullen eventueel ook in het Engels gegeven worden. In de werkgroepen zal Nederlands gebruikt worden. Opgave via TISVU. Hoorcolleges, werkcolleges en werkgoepen, aangevuld met zelfstandig groepsgewijs werken en zelfstudie. De werkcolleges en de werkgroepen zijn verplicht. Voor de Gezondheidswetenschapers geldt: Het volgen van de cursussen 'Beheer en Beleid in de Gezondheidswetenschappen' en 'Sexual and reproductive Health' wordt ten sterkste aanbevolen, maar is niet verplicht.
naam Neuronale en hormonale regulatie code 470036 docenten dr. R.E. van Kesteren; dr. A.M.W. van Dam; prof.dr. M.L. Gahr; Gastdocenten studiepunten 6 periode 07.02.2005 - 08.04.2005 doel Inzicht verwerven in de wijze waarop het zenuwstelsel en het endocriene systeem diverse lichaamsfuncties en gedrag reguleren, en hoe een aantal veelvoorkomende klinische en pathologische verschijnselen zijn terug te voeren op dysfuncties van deze systemen. inhoud Basisprincipes van neuronale en hormonale communicatie; de belangrijkste hersengebieden en (neuro)endocriene systemen en hun functies; de belangrijkste neurotransmitters en (neuro)hormonen en hun werkingsmechanismen; sensorische informatieverwerking; cognitie, leren en geheugen; verslaving; sexualiteit; stress; eten en drinken; interacties van het zenuwstelsel en het endocriene systeem met het immuunsysteem; dysfuncties van het zenuwstelsel (o.a. ziekte van Parkinson); dysfuncties van het endocriene systeem (o.a. diabetes mellitus en diabetes insipidus); dysfuncties van het neuroendocriene systeem (o.a. depressiviteit). literatuur Nader bekend te maken. toetsing Schriftelijk tentamen (2 deeltoetsen). Het eindcijfer wordt bepaald door beide toetsen alsmede het werkstuk. doelgroep Tweedejaars Gezondheidswetenschappers. werkwijze • Hoorcolleges (ca. 30 uur); • Werkcolleges (ca. 10 uur); naam Neuronale en psychische pathologie code 470086 coördinator dr. A.M.W. van Dam
96
Algemene Gezondheidswetenschappen
docent studiepunten periode doel
inhoud
literatuur toetsing doelgroep
prof.dr. E.J.A. Scherder 6 10.01.2005 - 04.02.2005 Het doel van de cursus is om de studenten inzicht te laten verwerven in de biologische mechanismen, diagnostiek en therapieën van een aantal neuronale en psychische aandoeningen en welke maatschappelijke aspecten van belang zijn. In de cursus zullen de volgende aandoeningen aan de orde komen: Multipele Sclerose, ziekte van Parkinson, ziekte van Alzheimer, hersentumoren, cerebrovasculair accident, ADHD en autisme. Van deze ziektebeelden wordt behandeld: • De onderliggende biologische mechanismen; • Op basis van welke diagnostische criteria ze gesteld worden; • Welke farmacologische en niet-farmacologische therapieën hedendaags worden toegepast; • Welke hypothesen kunnen leiden tot vernieuwend therapeutisch gericht onderzoek; • Maatschappelijke aspecten. Nader bekend te maken. Schriftelijk tentamen, verslag en presentatie. Derdejaars studenten Algemene Gezondheidswetenschappen (keuzecursus).
naam Ontwikkelingsvraagstukken (interfacultair) code 60000010 Basiscursus: 6 studiepunten Vervolgtraject: 3 - 12 studiepunten (facultatief) studiepunten 6 periode periode 1, 2, 3 en 4 docent onbekend (Diverse docenten, afkomstig van de VU, andere Nederlandse Universiteiten en ontwikkelingsorganisaties) periode Basiscursus: 1e en 2e periode (september - december)Vervolgtraject: 2e, 3e en 4e periode (vanaf begin november - eind maart ) inhoud Dit interfacultaire keuzevak bestaat uit een basiscursus en een vervolgtraject. De basiscursus omvat een serie van 14 hoorcolleges, waarin vanuit verschillende disciplines informatie geboden wordt over ontwikkelingsvraagstukken en het thema `Overheden, bedrijven en NGO. Partners in een globaliserende wereld. De eerste 6 colleges bieden basisinformatie, terwijl in de laatste 8 bijeenkomsten het thema meer centraal zal staan. Het vervolgtraject kan worden ingevuld met een studiereis naar Suriname, het deelnemen aan het simulatiespel `Africulture, of met het schrijven van een werkstuk over een onderwerp naar keuze. literatuur • Handboek Ontwikkelingsvraagstukke • Reader Keuzevak Ontwikkelingsvraagstukken 2004-2005 • Themabundel Ontwikkelingsproblematiek onderwijs hoorcollege Een informatieboekje met nadere beschrijvingen van de basiscursus en vervolgtrajecten is aan te vragen bij: Afdeling Ontwikkelingseconomie Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde, de Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam, kamer 4A-33, tel. 020-4446140, e-mail:
[email protected]
Examenonderdelen
97
Zie ook de website. toetsing schriftelijk tentamen (75%) en opdracht (25%) in basiscursus. opmerkingen Een informatieboekje met nadere beschrijvingen van de basiscursus en vervolgtrajecten is aan te vragen bij: Afdeling Ontwikkelingseconomie Faculteit der Economische Wetenschappen en Bedrijfskunde, de Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam, kamer 4A-33, tel. 020-4446140, e-mail:
[email protected] . Zie ook de website: http://www.feweb.vu.nl/iko naam Oriëntatie op communicatie en educatie 1: oriëntatie op het beroep van leraar en communicatiespecialist code 990005 Orientatie op het beroep studiepunten 6 coördinator drs. J. Veldhuis docent Diverse Docenten (De cursus wordt verzorgd door diverse docenten van FALW, FEW en het Onderwijscentrum VU) periode Oktober 2004 (Levenswetenschappen); februari 2005 (Aardwetenschappen en FEW) doel Doel van de cursus is: • Het oriënteren op de opleiding tot communicatiespecialist / educatief medewerker / leraar • Het ontwikkelen van een visie op communiceren en doceren • Het ontwikkelen van communicatieve vaardigheden De cursus is bedoeld om studenten met belangstelling voor een loopbaan als leraar of communicatiespecialist in staat te stellen een doordachte keuze te maken: Ben je geschikt voor het beroep van leraar, voorlichter, (wetenschaps)journalist, museummedewerker, (medisch) redacteur of communicatiespecialist? Ben je voldoende gemotiveerd om het communicatie- of educatie-traject te kiezen? inhoud Deze cursus is een mix van educatie (E) en communicatie (C). De E-onderdelen omvatten colleges en werkcolleges over lesvoorbereiding, lesuitvoering en kenmerken van leerlingen en geeft informatie over het beroep van leraar. Er worden tevens vaardigheden geoefend die je nodig hebt om in de klas met de leerlingen te werken. In de C-onderdelen komen onder meer communicatiewetenschap, de relatie woord-beeld, visualisatie, populair-wetenschappelijk schrijven, illustreren en multimedia (audiovisuele presentatie en websites) aan bod. We besteden hierbij veel aandacht voor de praktijk (excursies en gastsprekers). literatuur Syllabus bij aanvang cursus. onderwijs werkcollege stage excursie zelfstudie toetsing Beoordeling van het portfolio, het logboek, de opdrachten en de eindpresentatie. doelgroep Deelname aan de cursus staat open voor derdejaars studenten van de
98
Algemene Gezondheidswetenschappen
faculteiten Exacte Wetenschappen en Aard- en Levenswetenschappen. De cursus is verplicht voor studenten die de lerarenopleiding (E-profiel in de masteropleiding, of na de 'oude' doctoraalopleiding de lerarenopleiding) willen volgen. opmerkingen • De cursus wordt tweemaal per jaar georganiseerd: in oktober voor FALWstudenten en in februari voor FEW-studenten. • Samen met de vervolgcursus "Oriëntatie op Educatie 2" geeft deze cursus toegang tot de universitaire lerarenopleiding of voor het E-profiel in de masteropleiding. • Meer informatie is verkrijgbaar bij Jolanda Veldhuis:
[email protected], tel. (020) 4445583 en op www.onderwijscentrum.vu.nl.
naam code docenten studiepunten periode doel
Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij 470098 dr. A.M. Wagner; prof.dr. J.T. de Cock Buning 1 06.09.2004 - 01.07.2005 Het onderdeel Oriëntatie op Studie, Loopbaan en Maatschappij valt uiteen in twee delen: Studie en Loopbaan Doel: Oriëntatie op de keuze van de masteropleiding en specialisatiegebied ter voorbereiding op de arbeidsmarkt. Eindtermen: Op basis van het door de student gemaakte persoonlijk profiel en de individuele en groepsgewijze oriëntatie op de arbeidsmarkt kan de student gemotiveerd kiezen voor een masteropleiding en specialisatiegebied. Duurzaamheidsvraagstukken in de levenswetenschappen (oriëntatie op de maatschappij) Doel: Inzicht krijgen in het begrip duurzaamheid en hoe verschillende specialisaties in de life sciences een bijdrage kunnen leveren aan een duurzamere wereld.. Eindtermen: Verwerven van inzicht in: • het concept duurzaamheid (triple P: people, planet, profit); • rol van life science specialisaties (onderzoek, beleid, communicatie) binnen het duurzaamheidsconcept. inhoud Studie en Loopbaan: Welke richting moet er gekozen worden in de masterfase? Wat zijn de wensen ten aanzien van het toekomstig beroep? Middels een persoonlijke competentieanalyse, een advertentieanalyse en een netwerkinterview oriënteert de student zich individueel en in een kleine groep op het voor hem of haar meest wenselijke en geschikte vervolgtraject in de masterfase. Duurzaamheidsvraagstukken: In de kranten, bij schandalen, anti-globalisten, onderzoek en industrie speelt het begrip duurzaamheid een grote rol. Maar wat is 'duurzaamheid' nu precies? En hoe past een bètawetenschapper zijn/haar vakkennis duurzaam toe? Om deze vragen te beantwoorden zal de student, aan de hand van
Examenonderdelen
99
literatuur
toetsing
doelgroep opmerkingen werkwijze
voorkennis
praktijkverhalen van gastsprekers , het spanningsveld verkennen dat ligt tussen zijn eigen visie, vakkennis en de (on)duurzame maatschappij Studie en Looppbaan: Werkboek, ± 3 euro. Duurzaamheidsvraagstukken: Benodigde literatuur wordt tijdens de cursus verkocht tegen kostprijs. Studie en Loopbaan: aanwezigheid bij de werkgroepen is verplicht en aan de bij het onderdeel horende opdrachten moet voldaan zijn. Duurzaamheidsvraagstukken: Aanwezigheid bij de werk- en hoorcollegs is verplicht en aan de opdracht voor een gemotiveerde keuze voor een werkkring moet serieus voldaan zijn. Derdejaars bachelorstudenten Biologie en Biomedische Wetenschappen. Verplichte cursus. Studie en Loopbaan: Plenair introductiecollege (begin september) Zes werkgroepbijeenkomsten , waarvan vier in september t/m november en twee bijeenkomsten in het tweede semester. In kleine werkgroepen maakt de student een competentieanalyse en via o.a. een advertentieanalyse en een netwerkinterview oriënteert de student zich op de arbeidsmarkt en wordt een gemotiveerd keuze voor een masteropleiding geschreven. Duurzaamheidsvraagstukken: Twee werkgroepbijeenkomsten in samenwerking met de keuzecursussen zullen worden georganiseerd in november en december. Geen speciale.
naam Preventie code 470037 docenten prof.dr. R.A. Hirasing; prof.dr. W. van Mechelen; dr. H.N. Plomp (cursusleider); prof.dr.ir. J.C. Seidell; dr. C.M. Doak; dr. T.L.S. Visscher; dr C.M. Renders; drs M. Dijkman; drs F.J.M. van Leerdam studiepunten 5 periode 07.02.2005 - 08.04.2005 doel Dit blok biedt inzicht in de uitgangspunten en strategieën voor de preventie van gezondheidsproblemen alsmede een overzicht van bestaande preventieprogramma¿s en van de knelpunten die optreden bij de voorbereiding en implementatie. Eindtermen De student kan: • Doel en motief van preventie aan de hand van praktijkvoorbeelden geven • Kent de gevolgen van ongezonde leefgewoonten. • Kan modelmatig de determinanten van ongezonde leefgewoonten benoemen. • Kent de stappen in het op zetten van een preventiestrategie. • Kent de voor en tegens van verschillende preventiestrategieën • Doelmatigheid en doeltreffendheid van preventieprogramma¿s beoordelen • Kan maatschappelijke en ethische problemen bij de implementatie van preventieprogramma¿s onderkennen en hiervoor oplossingsmogelijkheden aangeven. inhoud In dit blok komen aan de orde:
100
Algemene Gezondheidswetenschappen
• •
literatuur
toetsing
doelgroep opmerkingen
werkwijze
Het doel van preventie, Vormen van preventie (primaire, secundaire en tertiaire preventie) • Criteria en uiteenlopende strategieën voor doelmatige preventieprogramma¿s • Gezondheidsbescherming (systematische en routinematige maatregelen om schade aan gezondheid te voorkomen) • gezondheidsbevordering (fysieke en maatschappelijke omgeving en leefwijze van individuen en groepen) • Monitoren van de opbrengsten • Maatschappelijke inbedding van preventieprogramma¿s. • Ethische aspecten bij implementatie van preventieprogramma¿s. • De praktijk van uiteenlopende preventieprogramma¿s op het gebied van leefstijl, arbeid, voeding en jeugdgezondheidszorg.. Tentamenliteratuur: • Geoffrey Rose, The strategy of preventive medicine, Oxford University Press, Oxford, 1995 • Schaapveld K, Preventie in de praktijk, in Maas van der PJ, Mackenbach JP (redactie) Volksgezondheid en gezondheidszorg. Utrecht: Bunge, 1999. p 162-197 • Roscam Abbing EW, Sociale geneeskunde: beroepspraktijk en opleiding, in Maas van der PJ, Mackenbach JP (redactie) Volksgezondheid en gezondheidszorg. Utrecht: Bunge, 1999. p 268-274. • Collegestof waarnaar op BlackBoard wordt verwezen. Aanbevolen literatuur • Schaapveld K, Hirasing RA, Preventiegids, een praktisch overzicht van preventieprgramma¿s Van Gorcum, Assen, 1997 Er wordt een schriftelijk tentamen afgenomen dat voor 40% het eindcijfer bepaald, 40% van het eindcijfer wordt door het werkstuk bepaald, 10% door de kwaliteit van de presentatie en 10% door de kwaliteit van de peer-review. Tweede jaar Gezondheidswetenschappen. Absentie Deelname aan werkgroepen is verplicht; mocht je onverhoopt niet aanwezig zijn, dan meldt je dit vooraf aan groepsbegeleider die in principe een vervangende opdracht zal geven. Samenwerken in tweetallen verplicht Studenten werken samen in tweetallen bij het voorbereiden van de presentatie en het werkstuk. Dat betekent dat je tijdig duidelijke afspraken maakt met je samenwerkingspartner. Wanneer je onverhoopt een afspraak niet kunt nakomen, overleg dat tijdig met je partner. Wanneer bij herhaling afspraken niet worden nagekomen, mag de samenwerking worden verbroken, nadat het probleem is voorgelegd aan de groepsbegeleider. Onderwijs wordt gegeven in de vorm van hoorcolleges en een viertal werkgroepenbijeenkomsten (zie bijlage) die verplicht zijn. Hier bereidt de student zich voor op zijn werkstuk waarin een preventieprogramma kritisch wordt besproken en waarvoor een of meerdere praktijkbezoeken door worden afgelegd. Over het werkstuk geeft de student een presentatie in de werkgroep (zie bijlage). Tenslotte dient de student een beoordeling te schrijven over het werkstuk van een andere student het zogenaamde peer-review.
Examenonderdelen
101
naam Seksualiteit en reproductieve gezondheid code 470084 docenten prof.dr. I.N. Wolffers; drs. A.H. van der Kwaak; dr M. van Elteren-Jansen; drs C. Keizer (Secretariaat: P. Brinckman,
[email protected], 0204448266, VUmc, Van der Boechorststr. 7, 1081 BT Amsterdam, kamer C574) studiepunten 6 periode 29.11.2004 - 24.12.2004 doel Het doel van de cursus is om de student inzicht te geven in de relatie tussen seksualiteit en gezondheid, wat reproductieve gezondheid is en hoe de gezondheidszorg in Nederland daarmee om gaat. Eindtermen: • De student begrijpt de relatie tussen identiteit, seksualiteit, welzijn en gezondheid; • De student heeft inzicht in de risicofactoren die de seksuele gezondheid beïnvloeden; • De student heeft inzicht in de relatie tussen seksuele gezondheid en reproductieve gezondheid. Men kan fysieke, sociale en psychologische uitingen van verstoring van seksuele en reproductieve gezondheid herkennen; • De student heeft inzicht in vormen van de curatieve zorg die proberen tegemoet te komen aan problemen op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid; • De student is op de hoogte van de verschillende publieke gezondheidsprogramma's die ontwikkeld zijn om preventie te bevorderen en om de zorg op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid toegankelijker te maken. Men begrijpt iets over de verschillende doelgroepen die daarbij van belang zijn (jongeren, homoseksuelen, seks werkers); • De student heeft inzicht in de gender-specifieke factoren welke bij seksuele en reproductieve gezondheid een rol spelen; • De student kan een wetenschappelijke paper schrijven en een presentatie geven; De student kan een klein onderzoek doen op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid. inhoud Onderwerpen: • Identiteit en seksualiteit; • Seksuele rechten, seksuele gezondheid en reproductieve gezondheid; • Cairo conferentie 1994 en implicaties wereldwijd; • Technieken in de reproductieve gezondheidszorg; • Jongeren, seksualiteit en gezondheid; • Voorlichting over seksualiteit; • Preventieve programma's in het kader van geslachtsziekten en hiv/aids; • Gender; • Seks werk en gezondheid; • Homoseksualiteit, daarmee verbonden specifieke vragen op het gebied van gezondheidszorg en discriminatie; Kwalitatief onderzoek naar verschillende preventieve programma's op het gebied van seksuele en reproductieve gezondheid. literatuur Syllabus.
102
Algemene Gezondheidswetenschappen
toetsing Toetsing zal plaatsvinden dmv een tentamen, de beoordeling van de paper en de beoordeling van de presentatie. doelgroep Keuzecursus voor derdejaars BSc Algemene Gezondheidswetenschappen en Bio-medische Wetenschappen. werkwijze Hoorcolleges, werkgroepen, kritisch leesopdracht, film-observatie oefening, Case study, schrijven van paper, houden van presentatie, klein onderzoek dmv interviews en/of enquête. naam code docenten studiepunten periode doel
inhoud
literatuur
toetsing
werkwijze
Sport, beweging en gezondheid 470093 drs. A.P. de Bruin; dr. J.H.P. Houdijk; dr. T.W.J. Janssen; drs. B. Speet 6 01.11.2004 - 26.11.2004 Studenten beschikken over kennis van en inzicht in de relatie tussen (recreatieve) sportbeoefening, beweging en psychische en lichamelijke gezondheid. Zij zijn in staat deze inzichten toe te passen in het opstellen en evalueren van bewegingsprogramma's en motivatiestrategieën. De cursus beoogt de studenten te introduceren in het domein van sport en beweging in relatie tot lichamelijke en psychische gezondheid. Aan de hand van diverse hoofdstukken uit overzichtsboeken over de `psychology of physical activity & exercise' en inspanningsfysiologie wordt een stand van zaken gepresenteerd en vindt kennismaking plaats met de belangrijkste onderwerpen. Daarnaast gaan de studenten zelf actief op zoek naar informatie over een aantal specifieke thema's. In tweetallen oefenen zij met de toepassing van begrippen uit de inspanningsfysiologie in een casestudie. Aan de orde komen de onderstaande onderwerpen: • Organisatie en prevalentie van sport en beweging in Nederland; • Relatie tussen bewegen en fysieke / psychische gezondheid in klinische en non-klinische populaties; en de onderliggende werkingsmechanismen; • Het meten van fysieke capaciteit, lichamelijke activiteit en gezondheidseffecten; • Verklaringsmodellen en motivationele determinanten, motieven en doelen van beweging; • De keerzijde van sport en beweging: blessures, eetproblemen, doping en verslaving; • Beweging bij specifieke doelgroepen (vrouwen, kinderen, ouderen, etnische minderheden e.d.); • Overheidsbeleid ten aanzien van sport en beweging; • Interventiestrategieën voor individuen en groepen. Carron, A.V., Hausenblas, H.A. & Estabrooks, P.A. (2003). The Psychology of physical activity., McGraw-Hill Comp., New York. Overige literatuur wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt. Het onderdeel casestudie wordt afgerond met een verslag, waarvoor tenminste een voldoende moet worden gescoord. Daarnaast wordt de cursus afgesloten met een schriftelijk tentamen met korte open vragen. De eindbeoordeling van de cursus vindt plaats op grond van het tentamenresultaat (80%) en het caseverslag (20%). De ter voorbereiding van de colleges gemaakte huiswerkopdrachten en presentaties tellen mee in de afronding van het cijfer. Combinatie van hoor- en werkcolleges, aangevuld met een opdracht in de
Examenonderdelen
103
vorm van een casestudie. Studenten bereiden de colleges voor door huiswerkopdrachten te maken, die worden gepresenteerd, dan wel ter plekke gezamenlijk worden uitgewerkt. (30 uur hoor/werkcollege; 45 uur voorbereiding colleges; 16 uur casestudie; 66 uur zelfstudie; 3 uur tentamen). voorkennis Voor studenten Algemene Gezondheidswetenschappen: cursus Anatomie en fysiologie van het bewegingsapparaat. Voor studenten Bio-medische wetenschappen: cursussen Humane anatomie en Humane fysiologie. naam code docenten studiepunten periode doel
Voeding en gezondheid 470041 dr.ir. R.M. van Dam (coördinator); prof.dr.ir. J.C. Seidell 5 06.06.2005 - 01.07.2005 Het verwerven van inzicht in de rol van voeding bij gezondheid en ziekte, de interpretatie van onderzoek op dit gebied, en de plaats van voeding in volksgezondheidsbeleid. De specifieke leerdoelen zijn als volgt: • De functie en voedselbronnen van de belangrijkste essentiële voedingsstoffen kunnen noemen. • Inzicht hebben in de rol van biobeschikbaarheid en interacties tussen voedingscomponenten op de gezondheidseffecten van voeding en hier voorbeelden van kunnen geven. • Kunnen uitleggen hoe aanbevolen hoeveelheden worden berekend, deze kunnen interpreteren, en voorbeelden kunnen noemen voor veranderende voedingsbehoeften over de levenscyclus. • De voordelen en beperkingen van methoden om voedingsinneming en voedingstoestand te meten kunnen benoemen en de keuze bij verschillende toepassingen kunnen beargumenteren. • De specifieke voordelen en beperkingen van verschillende onderzoeksvormen voor voedingsonderzoek kunnen benoemen. • Voorbeelden kunnen noemen van voedingstherapie bij de behandeling van ziektes en de belangrijkste principes van deze behandeling kunnen noemen. • De belangrijkste voedingsgerelateerde aandoeningen kunnen noemen (in Nederland en wereldwijd) en de rol van voeding in de etiologie van deze aandoeningen kunnen beschrijven. • Informatiebronnen over voeding kunnen vinden en gebruiken voor de beantwoording van vragen over voeding en gezondheid. • Belangrijke ontwikkelingen in het Nederlandse voedingspatroon en determinanten van voedselkeuze kunnen noemen (bijv. cultureel, smaak, prijs, aanbod etc.). • De rol van maatschappelijke organisaties bij belangrijke ontwikkelingen m.b.t. voeding en gezondheid kunnen noemen (regelgeving, functional foods, genetische modificatie, voedselveiligheid). inhoud De cursus bestaat uit drie hoofdthema's: Basiskennis van de voedingsleer (biobeschikbaarheid, fysiologische functie, en aanbevolen hoeveelheden van micro- en macronutriënten, voedingsbehoeften in de levenscyclus) en de rol van voeding bij het ontstaan en de behandeling van ondervoeding, overgewicht en chronische ziekten.
104
Algemene Gezondheidswetenschappen
literatuur
toetsing doelgroep opmerkingen
werkwijze
voorkennis
Voedingsonderzoek: meting voedingsinneming en voedingstoestand, opzet en interpretatie voedingsonderzoek. Voedingsbeleid: determinanten van voedselkeuze, ontwikkeling van het voedingspatroon in Nederland, ontwikkelingen in de voedingsindustrie, relevante organisaties. Eindtermen De belangrijkste leerdoelen zijn als volgt: • De functie en voedselbronnen van essentiële voedingsstoffen kunnen noemen. • Inzicht hebben in de rol van biobeschikbaarheid en interacties tussen voedingscomponenten op de gezondheidseffecten van voeding en hier voorbeelden van kunnen geven. • Kunnen uitleggen hoe aanbevolen hoeveelheden worden berekend, deze kunnen interpreteren, en voorbeelden kunnen noemen voor veranderende voedingsbehoeften over de levenscyclus. • De voordelen en beperkingen van methoden om voedingsinneming en voedingstoestand te meten kunnen benoemen en de keuze bij verschillende toepassingen kunnen beargumenteren. • De specifieke voordelen en beperkingen van verschillende onderzoeksvormen voor voedingsonderzoek kunnen benoemen. • Voorbeelden kunnen noemen van voedingstherapie bij de behandeling van ziektes en de belangrijkste principes van deze behandeling kunnen noemen. • De belangrijkste voedingsgerelateerde aandoeningen kunnen noemen (in Nederland en wereldwijd) en de rol van voeding in de etiologie van deze aandoeningen kunnen beschrijven. • Informatiebronnen over voeding kunnen vinden en gebruiken voor de beantwoording van vragen over voeding en gezondheid. • Belangrijke ontwikkelingen in het Nederlandse voedingspatroon en determinanten van voedselkeuze kunnen noemen. • De rol van maatschappelijke organisaties bij belangrijke ontwikkelingen m.b.t. voeding en gezondheid kunnen noemen. AS Truswell. ABC of Nutrition, 4th ed. BMJ Books, 2003. E.N. Marieb. Human Anatomy & Physiology, 5th ed. Benjamin Cummings, 2001 (hoofdstuk 24 en 25). De opdrachten behorende bij de werkcolleges dienen voldoende te zijn. Het cijfer wordt bepaald door het schriftelijke meerkeuze tentamen. Tweede jaars studenten Gezondheidswetenschappen en andere geïnteresseerden met bovengenoemde of equivalente voorkennis. Als u in plaats van het boek van Marieb een ander algemeen fysiologie boek in uw bezit heeft, kunt u met de docent bij het eerste college bespreken of dit boek ook voldoet. 5 studiepunten (=140 uur), als volgt verdeeld: hoorcollege (18 uur) werkcollege/ computerpracticum (15 uur, verplichte aanwezigheid) zelfstudie / voorbereiding werkcollege (107 uur) De inhoud van de vakken 'Humane fysiologie' en 'Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse 2' wordt bekend verondersteld.
Examenonderdelen
105
naam Volksgezondheid en genetica code 470075 docenten drs. A.M.C. Plass; mw.prof.dr. M.C. Cornel; dr. L. Henneman; drs P. Lakeman; drs M. Baars; Gastdocenten ((Prof.dr. L.P. ten Kate Klinische Genetica en Antropogenetica; Prof.dr. E. van Leeuwen - Centrum voor Ethiek en Levensbeschouwing; Mw.drs. A.T.J.J. Go - Verloskunde en Gynaecologie; Mw.dr. D.R.M. Timmermans - Sociale Geneeskunde; Mw.mr.dr. J.M. Cuperus - Sociale Geneeskunde; Prof.dr. A. Pieters Metamedica)) studiepunten 6 periode 07.02.2005 - 04.03.2005 doel • De student moet aan het einde van de cursus kunnen uitleggen dat sommige ziekten volgens Mendeliaanse principes overerven, maar dat erfelijkheid een andere rol speelt bij veel ziekten die belangrijk zijn voor de volksgezondheid (zoals hart- en vaatziekten, kanker, diabetes mellitus). Hij/zij kan beschrijven op welke wijze gen en omgeving samen van invloed zijn op het ontstaan van ziekte; • De student moet aan het einde van de cursus kunnen beschrijven hoe en waar in de gezondheidszorg in Nederland genetica een rol speelt (klinische genetica, genetische screening). Tevens kan hij/zij aangeven waar verdere ontwikkelingen te verwachten zijn; • De student moet aan het einde van de cursus de verschillende doelen van public health en genetica kunnen bespreken, alsmede de ethische dilemma's hierin; • De student kan aan het einde van de cursus uitleggen hoe kennis van de genetica in de gezondheidszorg geïmplementeerd kan worden, en welke moeilijkheden hierbij verwacht moeten worden. inhoud Aan de orde komen de volgende onderwerpen: • Verschillende manieren waarop afwijkingen in DNA of chromosomen leiden tot ziekte (monogene en multifactoriële aandoeningen, imprinting, groeigenen, microdeleties); • De impact van genetische aandoeningen op individu en samenleving; • Populatiegenetica; • Gezondheidszorg rond genetische aandoeningen (klinische genetica, genetische screening); • Risicocommunicatie, risicoperceptie, informed decision making; • Het spanningsveld tussen public health en genetica; • Ethische, juridische, historische en sociale aspecten van genetica; • Implementatie: hoe verloopt het proces van nieuwe kennis naar algemeen beleid? literatuur Verplicht: Syllabus, wordt voor de cursus uitgereikt tegen kostprijs. Aanbevolen boeken: Pronk et al. (red) Medische Genetica, Elsevier/Bunge, Maarssen, 6e druk (1999). Khoury et al (eds). Genetics and Public Health in the 21st Century. Oxford University Press, 2000. toetsing Er is een schriftelijk tentamen bestaande uit 20 multiple choice en 5 essay vragen aan het einde van de cursus. Dit bepaalt 90% van het eindcijfer. De overige 10% wordt bepaald door de beoordeling van de participatie in de
106
Algemene Gezondheidswetenschappen
tutorgroepen en referaten. doelgroep Verplicht vak voor 3e jaars bachelorstudenten Algemene Gezondheidswetenschappen. opmerkingen Het blok wordt verzorgd door de Afdeling Klinische Genetica en Antropogenetica van het VU medisch centrum. werkwijze • Hoorcollege; • Referaten voor de hele groep; • Discussie rond actuele dilemma's op het gebied van Volksgezondheid en Genetica; • PGO-casussen in tutorgroepen. Per week zijn er 14 contacturen (i.h.a. op maandagochtend, dinsdagmiddag, donderdagochtend en vrijdagmiddag). Tussendoor bereidt de student de opdrachten voor. Bij de contacturen (exclusief hoorcolleges) is aanwezigheid verplicht. Bij afwezigheid dient een paper geschreven te worden, ter beoordeling aan de docent. naam code docent studiepunten periode
Wijsgerige vorming 470030 drs E. Koster 4 18.10.2004 - 29.10.2004 (GZW) 29.11.2004 - 10.12.2004 (B/BMW) doel Het algemene doel van de cursus is de verdieping van je inzicht in wetenschap en wetenschappelijke kennisvorming. Meer specifiek betekent dat: • Kennismaken met een aantal verschillende filosofische visies op wetenschap en wetenschappelijke kennisvorming; • Inzicht krijgen in de rol van theorieën bij observatie, verklaring en experiment; • Inzicht krijgen in het sociale en culturele karakter van wetenschappelijke kennisvorming; • Expliciteren van de eigen opvattingen over wetenschap en wetenschappelijkheid; • Toepassen van deze visies op een concreet debat: de wetenschappelijkheid van homeopathie; • Toepassen van deze visies door de wording van een wetenschappelijk feit te onderzoeken. inhoud Tijdens deze cursus verdiep je je inzicht in de werkwijze en de waarde van wetenschap en wetenschappelijke kennis, mede op basis van filosofische en sociaalwetenschappelijke ideeën. Wanneer noemen we iets 'wetenschap'? Wie bepalen dat eigenlijk en op grond waarvan? Je gaat de algemene en soms abstracte ideeën van filosofen en sociale wetenschappers toepassen op een concreet issue: moet homeopathie als pseudo-wetenschap van de hand worden gewezen zoals veel wetenschappers doen of niet? Daarnaast voer je een klein onderzoek uit waarin je probeert te achterhalen waarom een bepaald biologisch feit als 'waarheid' in één van je leerboeken terecht is gekomen. Daarvoor duik je de archieven in (onder andere internet en de bibliotheek) om te achterhalen wat er allemaal aan die schijnbaar simpele en tijdloze zinnetjes in je leerboek vooraf is gegaan. literatuur Voor de cursus is een speciale reader beschikbaar, waarin zowel de literatuur
Examenonderdelen
107
toetsing
doelgroep opmerkingen werkwijze
voorkennis
als de opdrachten zijn opgenomen. Het gebruik van deze reader is verplicht. Prijs ongeveer 10 euro. Gedurende de cursus werk je in groepen van drie studenten aan twee verslagen. Het eerste verslag bevat je uitwerkingen van de opdrachten in de reader over wetenschapsfilosofie en homeopathie. Het tweede verslag is jullie onderzoeksrapport over de wording en acceptatie van een specifiek biologisch feit. Dit laatste verslag wordt anoniem gerefereed (beoordeeld) door een andere groep. Het eindcijfer van de cursus wordt bepaald op grond van de kwaliteit van de twee verslagen en het refereerapport dat jullie schrijven. Verplicht voor tweedejaars studenten in de bacheloropleidingen Biologie, Bio-medische wetenschappen en Gezondheidswetenschappen. Twee weken voor aanvang van de cursus is een studiehandleiding beschikbaar. College (10 keer 1,5 uur); Literatuurstudie (15 uur); Groepswerk aan de hand van opdrachten (20 uur); Groepsdiscussie en verslaglegging daarvan (10 uur); Literatuursearches (onder meer Web of Science, Biological Abstracts, 10 uur); Tekstanalyse en referentie-analyse (10 uur); Verslaglegging (20 uur); Referering (4 uur). Er zijn geen speciale ingangseisen.
naam Ziekte in context code 470115 Zorgfilosofie en verantwoorde zorg docent dr. A.K. Oderwald (afdeling Metamedica, VUmc) studiepunten 3 periode 13.12.2004 - 24.12.2004 inhoud In dit blok wordt ziekte en ziek zijn in een bredere context geplaatst. Daarbij wordt in het bijzonder gereflecteerd over de manier waarop verantwoordelijkheid genomen wordt in het omgaan met ziekte en in het organiseren van zorg. Dat wordt gedaan door de manier waarop ziek-zijn op verschillende niveaus in interactie staat met de directe omgeving aan de orde te stellen. Hoe wordt het ziek zijn door de sociale omgeving (gezin, familie, vrienden, buren) van de betrokkene beleefd? En omgekeerd: hoe zijn deze directe omstandigheden van invloed op de beleving van het ziek-zijn? Wanneer de zieke aanklopt bij professionele hulpverlening, ontstaat er een interactie tussen hulpverleners en zieke die mede bepaalt hoe iemand het ziek zijn ervaart. Hoe toegankelijk is de hulpverlening? Hoe passend is die hulpverlening? Hoever reikt de verantwoordelijkheid van de betrokkene en die van de hulpverlening? Hoe ervaart de patiënt die zorg? Op zijn beurt is deze interactie tussen de patiënt en de hulpverlening weer afhankelijk van de manier waarop op breder maatschappelijk vlak het beleid over ziek-zijn en hulpverlening is vormgegeven. Welke zijn de voorzieningen voor een bepaalde groep? Hoe is de financiering geregeld? Welke ideeën over ziek-zijn en hupverlening vormen de basis van het zorgsysteem in Nederland en wat betekent dat voor de betrokken patiënt? Zijn er ook andere zorgfilosofieën mogelijk en bekend, bijvoorbeeld uit het verleden of in met ons land vergelijkbare landen? Kortom, hoe ziek-zijn in die brede context wordt beleefd en wat de invloed is
108
Algemene Gezondheidswetenschappen
van de context op het ziek-zijn, wordt in dit blok onderzocht. toetsing Dit onderwijs gebeurt in leergroepen, waarin de studenten door middel van zelfstudie en discussie aan de hand van opdrachten studeren. De resultaten van deze studie worden mondeling en schriftelijk gepresenteerd. Deze presentaties zullen gelden als toets. werkwijze Het onderwijs zal worden gegeven aan de hand van concrete patiëntenverhalen. Zo wordt vanuit de individuele situatie inzicht verkregen in de manier waarop ziektebeleving vorm krijgt in de verschillende zorgcontexten op micro, meso en macro niveau. voorkennis Geen
Examenonderdelen
109
110
Algemene Gezondheidswetenschappen
5
Literatuur 470003: Inleiding psychologie • Smith, E. R., & Mackie, D. M. (2000). Social Psychology (2nd ed.). Philadelphia, PA: Psychology Press. ISBN 0-86377-587. • Specifieke hoofdstukken betreffende algemene psychologie: Buskist, W., Carlson, N., Martin, G. N., & Stein, S. (2003). Psychology the science of behaviour. European Adaptation. Essex, UK: Pearson Education Limited. ISBN 0130359114 (Let op, hier gaat het om de Europese versie van het boek en NIET de Amerikaanse!) 1. Hoofdstuk 6, Perception, pp. 180-214 2. Hoofdstuk 8, Memory, pp. 242-277 3. Hoofdstuk 11, Intelligence, pp. 354-395. 470011: Celbiologie Geselecteerde hoofdstukken uit: Alberts, Bray, Hopkin, Johnson, Lewis, Raff, Roberts & Walter, Essential Cell Biology: An Introducton to the Molecular Biology of the Cell, 2ed. Garland Publishing, Inc., New York & London. Overige literatuur wordt nader bekend gemaakt. 470014: Anatomie en fysiologie van bewegen Verplicht: Frederic H. Martini: `Fundamentals of Anatomy and Physiology', sixth edition (2004) Benjamin Cummings. ISBN nr: 0-13-120346-0 W. Paltzer, Sesam Atlas van de anatomie (deel 1: BEWEGINGSAPPARAAT), Druk 19. ISBN nr: 9055742422 Prijs: ca EURO 23.50 Niet verplicht (wel erg handig): G. Kloosterhuis: `Zakwoordenboek der geneeskunde, Elsevier/Koninklijke PBNA, 1989. ISBN nr: 9062280897 470017: Humane ontwikkeling Syllabus 'Humane ontwikkeling' en eventueel een nader op te geven boek. 470018: Gezondheidszorg en volksgezondheid in Nederland • Maas van der, PJ, Mackenbach JP (redactie). Volksgezondheid en gezondheidszorg. Laatset druk 2004. • Wolffers I, Kwaak van de A. Gezondheidszorg en Cultuur. VU Uitgeverij Amsterdam 2004, Hoofdstuk 3, 4, 5, 9 en 17 (totaal 76 pagina¿s). • De syllabus, die behoort bij het blok. De syllabus `Volksgezondheid en gezondheidszorg in Nederland¿ is te koop in de syllabuswinkel in de kelder van de Medische Faculteit B 145, op werkdagen tussen 12.15 en 13.15 uur. De syllabus dient ook te worden aangeschaft vanwege de taakopdrachten die erin staan en de werkgroepen behandeld zullen worden. 470023: Geriatrie en veroudering • Eulderink et al, Inleiding Gerontologie en Geriatrie, derde herziene druk, 1999, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten/Diegem; • Syllabus, bestaande uit verschillende artikelen. 470024: Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse I Bouter en van Dongen; Altman; ander boek wordt nog bekend gemaakt.
Literatuur
111
470030: Wijsgerige vorming Voor de cursus is een speciale reader beschikbaar, waarin zowel de literatuur als de opdrachten zijn opgenomen. Het gebruik van deze reader is verplicht. Prijs ongeveer 10 euro. 470036: Neuronale en hormonale regulatie Nader bekend te maken. 470037: Preventie Tentamenliteratuur: • Geoffrey Rose, The strategy of preventive medicine, Oxford University Press, Oxford, 1995 • Schaapveld K, Preventie in de praktijk, in Maas van der PJ, Mackenbach JP (redactie) Volksgezondheid en gezondheidszorg. Utrecht: Bunge, 1999. p 162-197 • Roscam Abbing EW, Sociale geneeskunde: beroepspraktijk en opleiding, in Maas van der PJ, Mackenbach JP (redactie) Volksgezondheid en gezondheidszorg. Utrecht: Bunge, 1999. p 268-274. • Collegestof waarnaar op BlackBoard wordt verwezen. Aanbevolen literatuur • Schaapveld K, Hirasing RA, Preventiegids, een praktisch overzicht van preventieprgramma¿s Van Gorcum, Assen, 1997 470040: Interculturalisatie van de zorg Leerboek Gezondheidszorg en Cultuur, Ivan Wolffers en Anke van der Kwaak (red.),VU uitgeverij, 2004, 24,50 euro, ISBN nr. 90 5383 796 5 470041: Voeding en gezondheid AS Truswell. ABC of Nutrition, 4th ed. BMJ Books, 2003. E.N. Marieb. Human Anatomy & Physiology, 5th ed. Benjamin Cummings, 2001 (hoofdstuk 24 en 25). 470064: Gezondheid en milieu • Syllabus gezondheid en milieu • nog nader te bepalen leerboek 470075: Volksgezondheid en genetica Verplicht: Syllabus, wordt voor de cursus uitgereikt tegen kostprijs. Aanbevolen boeken: Pronk et al. (red) Medische Genetica, Elsevier/Bunge, Maarssen, 6e druk (1999). Khoury et al (eds). Genetics and Public Health in the 21st Century. Oxford University Press, 2000. 470081: Drugs en verslaving Recente overzichtsartikelen over de bij de hoorcolleges behandelde stof. Door zorginstellingen verschafte schriftelijke informatie. 470084: Seksualiteit en reproductieve gezondheid Syllabus. 470085: Beheer en beleid in de gezondheidswetenschappen Syllabus. Aanschaf van de syllabus is tijdens het eerste college. Prijs ca. 15 euro. 470086: Neuronale en psychische pathologie Nader bekend te maken.
112
Algemene Gezondheidswetenschappen
470087: Gezondheidscommunicatie Syllabus en aanvullende literatuur bij de colleges 470088: Internationale volksgezondheid Verplicht: Reader/syllabus (aanschaf tijdens het eerste college); 470089: Gezondheidswetenschappelijk onderzoek en de praktijk • Bowling Ann, Research methods in health, investigating health services, 2nd edition, Open University Press Buckingham, 2002. • Een syllabus, samengesteld voor dit blok. 470091: Gezondheidseconomie Wordt nog bekend gemaakt. 470092: Ergonomie Syllabus met daarin opgenomen artikelen en boekhoofdstukken 470093: Sport, beweging en gezondheid Carron, A.V., Hausenblas, H.A. & Estabrooks, P.A. (2003). The Psychology of physical activity., McGraw-Hill Comp., New York. Overige literatuur wordt aan het begin van de cursus bekend gemaakt. 470094: Gezondheidsgeografie Literatuur wordt aangeboden in de vorm van een syllabus. Geschatte kosten 10 euro. Voor meer informatie, zie ook de Nationale Atlas Volksgezondheid (een ruimtelijk beeld van zorg en gezondheid in Nederland): http://www.rivm.nl/vtv/data/site_atlas/index.htm En bv. International Journal of Health Geograhpics: http://www.ijhealthgeographics.com/ 470095: Bachelorstage (GW) Wordt nog nader bekend gemaakt. 470098: Oriëntatie op studie, loopbaan en maatschappij Studie en Looppbaan: Werkboek, ± 3 euro. Duurzaamheidsvraagstukken: Benodigde literatuur wordt tijdens de cursus verkocht tegen kostprijs. 470099: Cardiovasculaire en respiratoire systemen Voor BMW en GZW: Martini FH Fundamentals of Anatomy & Physiology, 6e druk (inclusief Applications Manual + CD-ROM), 2004, Pearson Education Inc. ISBN 0-13-120346-0. Voor BMW: Larsen WJ Human Embryology, 3e druk, 2001, Churchill Livingstone, New York. ISBN 0-443-06583-7 (N.B. Dit boek is niet verplicht voor studenten GZW, zij kunnen een syllabus over de betreffende onderwerpen aanschaffen.) 470106: Farmacologie en farmacotherapie Als naslagwerk staat het Farmacotherapeutisch Kompas centraal. Hierin staan op overzichtelijke wijze alle in Nederland geregistreerde geneesmiddelen. Het is een uitgave van het College voor Zorgverzekeraars (voorheen Ziekenfonds) en wordt gratis aan de studenten verstrekt. Verplicht zijn de syllabus Farmacotherapie GZW (kosten ongeveer EUR 20,-) en het leerboekje Farmacotherapie op Maat (Bunge/Elsevier, 1995; ISBN 90.6348.148.9; ongeveer EUR 40,-). De syllabus bevat het rooster en chronologisch alle onderdelen van de cursus met instructies, informatie en achtergrondliteratuur. In Farmacotherapie op Maat worden de farmacologie en de Literatuur
113
farmacotherapie globaal beschreven, geïllustreerd met enkele patiëntencasus. In de bibliotheek worden enkele naslagwerken opgenomen voor meer diepgaande bestudering. 470108: Inleiding gezondheidswetenschappelijk onderzoek • L.M. Bouter en M.C.I.M van Dongen, Epidemiologisch onderzoek, opzet en interpretatie, vierde herziene druk, 2000, Bohn Stafleu Van Loghum, Houten. Prijs 41,70 euro • B.R. Kirkwood en J.A.C. Sterne, Essential Medical Statistics, Sec. Ed., 2003, Blackwell Science. Prijs 39,07 euro 470109: Inleiding in de gezondheidswetenschappen Essential Cell Biology, Second Edition. Alberts, Bray et al Blokboek (verkrijgbaar bij aanvang cursus), prijs ongeveer 15 euro. Boeken die nodig zijn voor het aanvullend onderwijs in de Biologie/Chemie of in de Economie worden tijdens de start van de cursus aangegeven. 470110: Gezondheidswetenschappelijk onderzoek: opzet en analyse II Bouter en van Dongen; Altman; ander boek wordt nog bekend gemaakt. 470114: Immunologie (GZW) Hoofdstuk 1 tot en met 9 (en klein deel 10) Janeway et al: Immunobiology 5e druk; ongeveer 55 euro. Syllabus met practicumhandleiding, literatuur etcetera, 5 euro. 470722: Genetica (GZW) Verplicht: Ricky Lewis, "HUMAN GENETICS concept and applications" McGrawHill ISBN 0-07-246268-X, ca. 50 euro. Practicum handleiding, ca. 8 euro. 471006: Communicatiewetenschappen Boek: Severin, W. J. & Tankard, J. W. (2001). Communication theories: Origins, methods, and uses in the mass media. New York: Longman. [5th edition]. Een aantal wetenschappelijke artikelen (via Blackboard). 990005: Oriëntatie op communicatie en educatie 1: oriëntatie op het beroep van leraar en communicatiespecialist Syllabus bij aanvang cursus.
114
Algemene Gezondheidswetenschappen
6
Adressen
6.1
Adressen
6.1.1
Docenten Naam Adriaanse, dr. M. Baars, drs. M. Beelen, prof. dr. R.H.J. Berg, drs. M. van den Bezemer, dr. ir. P.D. BGD Bibliotheek Bissumbhar, drs. B. Boekhandel VU Boekschoten, prof. dr. G.J Boer, dr. P.A.C.M. de Boer, dr. C. Brink, dr. M. van den Broerse, dr. J.E.W. Brouwer, prof. dr. A. Bruin, drs. A.P. Bunders-Aelen, prof. dr. J.F.G. Campos Ponce, Mw. dr. M. Cock Buning, prof. dr. J.T. de Compagne, dr. K.P. Cornel, mw. prof. dr. M.C. Dam, dr. A.M.W. Dam, ir. R.M. van Deeg, prof. dr. D.J.H.
Gebouw WN VUMC MF MF MF BS1 WN WN HG WN WN MF MF WN WN MF WN
Kamer O 541 P 0 D 30 J 288 C 573 D 429 Od 16 P6 A 036 BG E 337 C 124 B 136 D 546 A 062 C 529 D 645 A 068
Telefoon 4449946 4440796 4448055 4449644 4448164
WN
O 543
4441754
[email protected]
WN
A 036
4446994
[email protected]
MF VUMC
D 331 3 A 18
4448219
[email protected] 4440051
[email protected]
MF WN MF
4448095
[email protected] 4446948
[email protected] 4446767
[email protected]
Dias, drs. E. Dijkman, drs. M. Dirksen-de Tombe, drs. G.J.M. Doak, dr. C.M. Donker, dr. M.H. Elteren-Jansen, dr. M. van Finkenauer, dr. C. FSR Gahr, prof. dr. M.L. Gerrits, dr. H.L. Grint, drs. E.J.M. van de Gyrinus natans Hamdi el S. Hamers, dr. T. Harms, dr. N. Helpdesk bio & geo Henneman, dr. L. Hillebrand, dr. H. Hirasing, prof. dr. R.A.
HG MF WN
B 446b O 551 Metrop. Z 534 3 A 28 H 034 C 124a O 542 O 550 C 576 1 B 37 M 112 B 262 A 427 F 114 C 153 C 118b A 667 M 536 F 222 C 574 C 148a
4449946 4446942 4448264 4448857 4447239 4447126 4446928 4446938 4447216 4447010 4449529 4447176 4447040 4449815 4447012
Adressen
WN WN MF TR WN WN WN WN WN WN WN WN WN MF WN GG & GD
4445233 4446994 4449410 4447322 4447011 4448113 4448169 4447028 4449530 4448466 4447030
E-mail
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
[email protected]
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
4446099
[email protected] 4448108
[email protected] 4446987
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
115
Hoozemans, dr. M.J.M. Houdijk, dr. J.H.P. Houwaart, prof. dr. E.S. Janssen, dr. T.W.J. Keizer, drs. C. Kesteren, dr. R.E. van Kist, A. Kits, dr. K.S. Knol, dr. D.L. Kooijman, prof. dr. S.A.L.M Koolstra, dr. C.M. Kooter, dr. J.M. Koster, dr. E. Kuik, dr. D. Kwaak, drs. A.H. Lafeber, prof. dr. H.N. Lakeman, drs. P. Lambalgen, dr. A.A. van Lange, dr. E.S.M. de Leerdam, drs. F.J.M. van Lindeboom, prof. dr. M. Mechelen, prof. dr. W. van Meerum Terwogt, dr. M. Minnen, dr. J. van Molendijk, drs. M.A. Musters, dr. R. Oderwalt, dr. A.K. Pas, drs. S. van der Philipsen, dr. B. Plass, drs. A.M.C. Plomp, dr. H.N. Portrait, dr. F.R.M. Renders, dr. C.M. Ruitenberg, prof.dr. E.J. Salomé-Munnik, drs. E. Scherder, dr. E.J.A. Schoffelmeer, prof. dr. A.N.M. Scholten, prof. dr. H.J. Seidell, prof. dr. ir. J.C. Servicepunt Smeets, dr. W.J.A.J. SOAL Speet, drs. B. Straalen, prof. dr. N.M. van Stuitje, dr. A.R. Tasseron, drs. A. Timmermans, dr. D.R.M. Togt, drs. R. van der Twisk, dr. J. Vanderschuren, dr. L.J.M.J. Veldhuis, drs. J.
116
MF MF MF MF MF WN WN WN MF WN
B 648 D 646 D 330 A 614 C 570 C 356 C 118b B 130 D 544 B 121
4448561 4448469 4448217 4448586 4448267 4447111 4446939 4447096 4448167 4447130
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
WN WN HG MF MF VUMC VUMC MF MF MF WN MF
N 337 P 544 13A 23 D 416 C 576 8 D 53 3 A 22 B 134 D 546 H 065 O 550 C 581
4446817 4447197 4446677 4448162 4448264 4440800 4441342 4448120 4448169 4449696 4446942 4448410
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
TR WN WN MF MF WN MF VUMC MF HG MF WN WN TR MF
3 B 80 C 348 A 621 B 136 D 336 U 601 C 511 3 A 21 C 582a 2A40 H 065 A 036 F 122 A 145 A 428
4448741 4447107 4449508 4448113 4448215 4446796 4448385 4442690 4448263 4446047 4441706 4446994 4447301 4448761 4448104
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] cm.renders@vumc
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
HG WN WN MF WN MF WN
4 A 26 O 552 M0 G 118 M 112 B 654 B 095
4446142 4446995 4445888 4448039 4447239 4448477 4447070
[email protected] [email protected]
WN WN MF WN MF MF
M 554 C 124 C 509 A 603 D 547 C 457
4447138 4447011 4448358 4449575 4448409 4448101
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
WN
B 021
4447214
[email protected]
Algemene Gezondheidswetenschappen
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Vellinga, prof. dr. Ir. P. Visscher, dr. T.L.S. Vries, dr. T.J. de Vries, drs. O.J. Vries, prof. T.P.G.M. de Wagner, dr. A.M. Wal, prof. dr. G. Wegman, mw.dr. A.C.M. Willems, dr. J.T.J.M. Windt, dr. W. van der Wolffers, prof. dr. I.N. Zonneveld, dr. C. Zweekhorst, drs. M.B.M.
6.1.2
WN WN MF VUMC MF WN MF MF WN MF MF WN WN
F 148 O 551 B 453 4 B 117 B 420 E 119 C 505 D 531 B 029 D 543 C 570 B 145 A 059
4449515 4446948 4448101 4443617 4448094 4447167 4448386 4448493 4447034 4448354 4448266 4446958 4447033
[email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected] [email protected]
Gebouwen Gebouw HG BV SG BL TR EC HT MF RN CU VE ZG SP GF OV OZW KL KD VUMC WN
Adressen
Adres Hoofdgebouw/Filosofenhof/Agora-zalen, De Boelelaan 1105 BelleVue, De Boelelaan 1091 Veldlab.Schierm.oog,Schierm.oog Kooiweg 1 Gebouw BL859, De Boelelaan 859 Transitorium en Kantoorombouw, v.d. Boechorststr. 13 Energiebedrijf,v.d.Boechorststr. 5, en Steg gebouw Hortus Botanicus, v.d.Boechorststraat 8 Gebouw MF, v.d.Boechorststraat 7 Radionuclidencentrum, De Boelelaan 1083 Combinatiegebouw, A'veen Uilenstede 108 D-SOSPA (stud.pastoraat), v.Eeghenstraat 90 Zuurstofopslag, De Boelelaan Campus Sportcentrum, A'veen Uilenstede 100 Gasflessendepot,De Boelelaan Campus Overschie, Overschiestraat 180 Opl.Zorg en Welzijn, De Boelelaan De Karspel-PI, Duivendrecht Kinderdagverblijf 't Olifantje De Boelelaan 1117 Gebouw W&N, De Boelelaan 1081-1087
117
118
Algemene Gezondheidswetenschappen
Index Afdelingen, 12 ALWeer, 16 Arbeidsmarkt, 52 Bacheloropleidingen, 14 Beurzen, 19 Bibliotheken, 28 Blackboard, 28 Bureau Internationalisering, 19 Bureau Voorlichting en Werving, 12 Collegezalen, 26 Computerdienst, 27 Computervoorzieningen, 26 Computerzalen, 26 Cursusroosters, 32; 51 De ‘oude’ vierjarige opleiding, 24 Doorstroommogelijkheden, 23 Examencommissie, 42 Facultaire Gezamenlijke Vergadering, 11 Facultaire Studentenraad, 10 Faculteit, 9 Faculteitsbestuur, 10 FSR, 30 Gehandicapte studenten, 39 GeoVUsie, 17 Getuigschrift, 42 Gezamenlijke Vergadering, 11 Gyrinus natans, 18 Herkansingen, 32 Infotheek, 33 Internationalisering, 19 Kwaliteitszorg, 30 Masteropleidingen, 14 OER, 36 Onderdeelcommissie, 11 Onderwijs- en examenregeling, 36 Onderwijsbureau, 11 Onderwijsperioden, 30 Onderwijsruimten, 26 Onderzoekscholen, 15 Openingstijden gebouwen, 16 Opleidingscommissies, 45 Practicumzalen, 26 Index
119
Regels en richtlijnen, 38 Roosters, 32; 50 Schriftelijk beroep, 42 SOAL, 18; 30 Studenten Overleg Aard- en Levenswetenschappen, 18 Studentenorganisaties, 17 Studieadviseurs, 25; 55; 57; 59 Studieboeken en syllabi, 29 Studiekosten, 34 Studiesecretariaat, 24 Studievereniging, 17 Studievoortgang, 36 Tentamen Informatie Systeem Vrije Universiteit, 27 TISVU, 27 Uitwisseling, 19 Underground, 18 Vaardigheden, 48 Vakanties, 30 Veiligheid, 42 Verzekering, 35 Voorlichtingsbijeenkomsten, 33 Vooropleidingseis, 53 Voorzieningen, 16
120
Algemene Gezondheidswetenschappen