Nederlandse Mededingingsautoriteit
BESLUIT Besluit van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 6 van Verordening 1775/2005.
Datum: 25 februari 2009 Nummer
102806 / 25
Besluit tot gedeeltelijke ontheffing van plicht voor GTS tot publicatie van gegevens op interconnectorpunten Oude Statenzijl D-gas, Zevenaar (Ruhrgas), Tegelen (Ruhrgas), Dinxperlo (RWE), Haanrade (RWE), Vlieghuis (RWE), Hilvarenbeek, Zandvliet (Fluxys G), Zandvliet (Fluxys H), Obbicht (Fluxys) en Zandvliet (WinGas-H).
Inleiding 1.
Met dit besluit geeft de Raad van Bestuur van de Nederlandse Mededingingsautoriteit (hierna: de Raad) een beperkte ontheffing, onder voorwaarden, aan de landelijk netbeheerder Gas Transport Services B.V. (hierna: GTS) van diens verplichting om bepaalde gegevens te publiceren over het gebruik van een aantal landsgrensoverschrijdende verbindingen (hierna: interconnectoren). Deze verplichtingen vloeien voort uit Verordening 1775/20051 (hierna: Verordening) en artikel 6.3 van de Transportvoorwaarden Gas-LNB2. Op grond van artikel 6, vijfde lid, van deze Verordening kan ontheffing van de verplichting tot het publiceren van deze gegevens gegeven worden. Op grond van artikel 38 van de Gaswet is de Raad bevoegd een dergelijke ontheffing te verlenen.
2.
De verplichting om deze gegevens te publiceren creëert transparantie en is een noodzakelijke voorwaarde voor toegang tot het net. Zonder deze informatie weten partijen niet of er transportcapaciteit beschikbaar is en zo ja onder welke voorwaarden. Deze informatie is vooral van belang in de situatie dat alle transportcapaciteit is gecontracteerd maar niet volledig wordt benut, terwijl er naast de huidige shippers, andere marktpartijen zijn die de transportcapaciteit zouden willen gebruiken. De niet benutte capaciteit kan alleen door andere marktpartijen worden gebruikt, als ze tijdig ervan op de hoogte zijn dat er capaciteit beschikbaar is. De Raad streeft naar een zo groot mogelijke transparantie, omdat daarmee de marktwerking wordt gediend.
1
2
PB L 289 van 28.09.2005 Besluit kenmerk 102806 Scrt., nr. 122 van 27.06.2008
1
Door meer transparantie kan schaarse interconnectiecapaciteit beter worden benut, hetgeen bijdraagt aan een efficiënt gebruik van het netwerk. Daarnaast kan er meer concurrentie ontstaan hetgeen in het belang is van marktwerking en de consument. 3.
De Raad moet op grond van de Verordening bij het beoordelen van een verzoek om een ontheffing van publicatie van gegevens met twee belangen rekening houden. Enerzijds hebben marktpartijen de informatie over de beschikbare transportcapaciteit nodig om gas te kunnen kopen en verkopen. Anderzijds kunnen deze gegevens informatie bevatten over de marktpositie van de huidige shippers (bedrijfsvertrouwelijk) en het bekend maken ervan kan de concurrentiepositie van de huidige shipper schaden.
4.
GTS heeft op 23 oktober 2007 een aanvraag tot ontheffing ingediend. GTS heeft bij fax op 21 november het aantal shippers per interconnector aangegeven. Bij brief van 6 december 2007 heeft de Raad GTS om aanvulling van de aanvraag gevraagd. In de maand januari 2008 hebben betrokken marktpartijen aanvullende informatie gegeven.
5.
Daarnaast heeft de Raad contact gezocht met de toezichthouders van de landen aan de andere kant van de interconnectoren, om na te gaan welke gegevens daar worden gepubliceerd en of er reeds ontheffingen gelden. Het betreft de Duitse toezichthouder BnetzA en de Belgische toezichthouder CREG.3
6.
Vervolgens zijn de betrokken partijen, de shippers die via de interconnectoren handelen, en de betrokken interconnectiebeheerders in de gelegenheid gesteld hun zienswijze te geven over het voornemen van de Raad om ontheffing te verlenen overeenkomstig afdeling 1.4 van de Algemene Wet bestuursrecht.
7.
In dit besluit wijst de Raad een deel van de aanvraag toe. De afwijzing heeft tot gevolg dat GTS verplicht is de gegegevens bedoeld in art. 3.3 van de richtsnoeren bijlage van Verordening te publiceren op een aantal interconnectoren.
3
De Raad heeft zich bij de afstemming gebaseerd op het document “Guidance on less than 3: confidentiality in
relation to Regulation 1775/20063”. In dat document heeft ERGEG uitgelegd hoe met de ontheffingsbevoegdheid dient te worden omgegaan en hoe de definities uit de Vo dienen te worden toegepast.
2
Wettelijk kader en procedure 8.
In deze paragraaf beschrijft de Raad de bepalingen die de basis vormen voor dit besluit.
9.
Artikel 6 van Verordening 1775/2005 luidt: Transparantie-eisen 1. De transmissiesysteembeheerders publiceren gedetailleerde informatie betreffende de diensten die zij aanbieden en de toegepaste relevante voorwaarden alsook de technische informatie die nodig is opdat netgebruikers effectieve nettoegang verkrijgen. 2. Om transparante, objectieve en niet-discriminerende tarieven te garanderen en een efficiënt gebruik van het gasnet te bevorderen, publiceren de transmissiesysteembeheerders of de relevante nationale instanties beknopte en voldoende gedetailleerde informatie over tariefderivatie, methodologie en structuur. 3. Met betrekking tot de aangeboden diensten publiceert iedere transmissiesysteembeheerder voor alle relevante punten, waaronder de entry- en exitpunten, regelmatig, voortschrijdend en op een gebruikersvriendelijke gestandaardiseerde wijze numerieke informatie over technische, gecontracteerde en beschikbare capaciteit. 4. De relevante punten van een transmissiesysteem waarover de informatie moet worden gepubliceerd, worden door de bevoegde instanties na overleg met de netgebruikers goedgekeurd. 5. Wanneer een transmissiesysteembeheerder van oordeel is dat hij om redenen van vertrouwelijkheid niet gerechtigd is alle vereiste gegevens te publiceren, vraagt hij de bevoegde instanties om toestemming om de publicatie met betrekking tot het punt of de punten in kwestie te beperken. De bevoegde instanties verlenen of weigeren toestemming per geval, en houden daarbij in het bijzonder rekening met de noodzaak de legitieme commerciële vertrouwelijkheid in acht te nemen en het doel een concurrerende interne gasmarkt tot stand te brengen. Indien er toestemming wordt verleend, wordt de beschikbare capaciteit gepubliceerd zonder vermelding van de numerieke data die inbreuk zouden maken op de vertrouwelijkheid. Er wordt geen toestemming als bedoeld in dit lid verleend indien drie of meer netgebruikers capaciteit hebben gecontracteerd op hetzelfde punt. 6. De transmissiesysteembeheerders publiceren de krachtens deze verordening vereiste informatie altijd op een zinvolle, duidelijk meetbare en goed toegankelijke manier en op nietdiscriminerende basis.
10. Artikel 38 van de Gaswet luidt: 1. De Raad van Bestuur van de Mededingingsautoriteit is de bevoegde instantie als bedoeld in artikel 6, vierde lid, van de verordening. Hij keurt, overeenkomstig artikel 6, vierde lid, van de verordening de relevante punten van het landelijk gastransportnet, goed. 2. De Raad van Bestuur van de Mededingingsautoriteit is de bevoegde instantie die overeenkomstig artikel 6, vijfde lid, van de verordening beslist op een verzoek van de netbeheerder
3
van het landelijk gastransportnet tot beperking van de publicatie van de in dat artikel bedoelde informatie. 3. Indien de netbeheerder van het landelijk gastransportnet niet in staat is de informatie te publiceren in overeenstemming met de verordening stelt hij na overleg met de raad van bestuur van de mededingingsautoriteit een actieplan vast voor de uitvoering.
Besluit Algemeen 11. In deze paragraaf wordt onderbouwd tot welke besluit de Raad is gekomen. 12. Art. 6, lid 5, van de Verordening stelt kort gezegd dat de bevoegde instanties, in deze de Raad, bij het verlenen van ontheffing van publicatie van gegevens in het bijzonder rekening houden met de noodzaak de legitieme commerciële vertrouwelijkheid in acht te nemen en het doel een concurrerende interne gasmarkt tot stand te brengen. Het uitgangspunt van de Verordening is dat er zoveel mogelijk gegevens worden gepubliceerd zodat partijen die toegang willen verkrijgen tot het net, weten welke capaciteit tegen welke voorwaarden beschikbaar is. Dit houdt in dat op alle interconnectoren dezelfde gegevens gepubliceerd worden. Bij het beoordelen welke gegevens niet hoeven te worden gepubliceerd hanteert de Raad voor alle interconnectoren dezelfde uitgangspunten. Geen ontheffing 13. De Raad heeft besloten dat GTS de volgende gegevens moet publiceren voor de punten Oude Statenzijl D-gas, Zevenaar (Ruhrgas), Tegelen (Ruhrgas), Dinxperlo (RWE), Haanrade (RWE), Vlieghuis (RWE), Hilvarenbeek, Zandvliet (Fluxys G), Zandvliet (Fluxys H), Obbicht en Zandvliet (WinGas-H): firm en afschakelbare beschikbare capaciteit (inclusief backhaul), kans op afschakeling en, indien afschakelbare capaciteit beschikbaar is, ook de historische kans op afschakeling per uur, de absolute waarde van het afgeschakelde volume per uur en de absolute waarde van de totale geboekte afschakelbare capaciteit per uur. 14. De motivering om tot publicatie van deze gegevens te verplichten is als volgt. De Raad vindt dat gegevens over beschikbare firm en afschakelbare capaciteit (inclusief backhaul) van essentieel belang zijn voor partijen om toegang tot het net te verkrijgen. Het is belangrijk dat bij het boeken van afschakelbare capaciteit partijen hun risico’s goed kunnen inschatten en daardoor kunnen reduceren. Zonder deze informatie weten partijen niet hoe groot de kans is dat de afschakelbare capaciteit door GTS onderbroken wordt, waardoor ze het gas niet daadwerkelijk kunnen laten stromen en ze in onbalans kunnen raken. Voor partijen is het belangrijk dat zij een eventuele onbalans zo goed mogelijk kunnen inschatten. Daarom is informatie zoals de historische kans op afschakeling per uur, de absolute waarde van het afgeschakelde volume per uur en de absolute waarde van de totale geboekte afschakelbare
4
capaciteit op dezelfde tijdstip voor partijen van belang bij het boeken van afschakelbare capaciteit. Doordat er wel een ontheffing wordt verleend voor de verplichting om gecontracteerde en technische capaciteit te publiceren (punt 8), is het niet mogelijk om op basis van de gepubliceerde gegevens commercieel gevoelige informatie van partijen te achterhalen. Wel ontheffing te verlenen van de verplichting om de volgende 15. De Raad heeft besloten gegevens te publiceren (Verordening bijlage 3.3. onder 1 sub a en deels b): voor de punten Oude Statenzijl D-gas, Zevenaar (Ruhrgas), Tegelen (Ruhrgas), Dinxperlo (RWE), Haanrade (RWE), Vlieghuis (RWE), Hilvarenbeek, Zandvliet (Fluxys G), Zandvliet (Fluxys H), Obbicht en Zandvliet (WinGas-H). 16. Voor deze punten laat de Raad het commerciële belang van de actieve shippers prevaleren boven de publicatieplicht. Door het publiceren van gecontracteerde capaciteit wordt bekend welke hoeveelheden de betrokken shippers per shipper voor de langere termijn hebben geboekt waarmee informatie bekend wordt die hun concurrentiepositie kan schaden. Indien technische capaciteit beschikbaar wordt gemaakt, dan kunnen partijen op basis van de bekende beschikbare capaciteit, de geboekte capaciteit berekenen. Daarom krijgt GTS ontheffing van de verplichting om technische capaciteit te publiceren. Scope 17. Doordat de Verordening een ontheffing alleen toestaat bij minder dan 3 shippers, vervalt de ontheffing zodra er meer dan 2 shippers actief zijn op een interconnector. De Raad heeft wel de voorziening getroffen dat de ontheffing automatisch weer in werking treedt bij minder dan twee shippers. Een gevolg hiervan kan zijn dat informatie tijdelijk beschikbaar is en vervolgens niet. 18. De Raad heeft door de zienswijzen van diverse partijen op het ontwerpbesluit ingezien dat de marktomstandigheden snel kunnen veranderen doordat er onder andere op internationaal niveau op dit moment afspraken worden voorbereid over publicatie van data en het harmoniseren van te publiceren gegevens. Daardoor ontstaat het risico dat de ontheffing niet aansluit op ontwikkelingen. Om dat risico te verkleinen heeft de Raad besloten om de duur van de ontheffing in te korten tot een jaar. GTS dient tijdig een verzoek tot verlenging in te dienen. Indien er geen veranderingen zijn, dan zal de ontheffing naar verwachting door de Raad met een jaar worden verlengd.
Voorwaarden
5
19. De Raad neemt de volgende voorwaarden op voor het verlenen van de ontheffing van publicatie van gegevens: • De ontheffing van publicatie van gegevens geldt, zoals de Verordening voorschrijft, zolang er één of twee shippers actief zijn op een interconnector; • De ontheffinghouder publiceert de volgende gegevens firm en afschakelbare beschikbare capaciteit (inclusief backhaul), kans op afschakeling en, indien afschakelbare capaciteit beschikbaar is, ook de historische kans op afschakeling per uur, de absolute waarde van het afgeschakelde volume per uur en de absolute waarde van de totale geboekte afschakelbare capaciteit per uur; • Zodra er, voor een periode van één dag, meer dan twee shippers capaciteit boeken (primair, secundair en afschakelbaar)op een interconnector vervalt de ontheffing van publicatie van gegevens. GTS publiceert onverwijld op de betreffende interconnector alle informatie zoals vastgelegd in de Verordening en de Transportvoorwaarden Gas-LNB. Indien op dezelfde interconnector voor een periode van één dag, minder dan drie shippers zijn, dan treedt de ontheffing wederom in werking. GTS meldt deze veranderingen jaarlijks aan de Raad. • Indien op aan Duitsland of België grenzend interconnectoren veranderingen plaatsvinden ten aanzien van publicatie van gegevens aan de Duitse of Belgische grens, kan de Raad besluiten om de ontheffing van publicatie van gegevens in te trekken of te wijzigen. • De ontheffinghouder stuurt elk jaar op 1 februari een lijst naar de toezichthouder waarop de interconnectoren met minder dan drie shippers zijn benoemd en per punt de shippers staan aangegeven; • Indien GTS bij aanvang of gedurende de ontheffing niet voldoet aan de bij of krachtens de Gaswet en Verordening gestelde eisen, of indien hij de bij dit ontheffingsbesluit gestelde voorschriften en beperkingen overtreedt, kan de Raad besluiten om de ontheffing in te trekken of te wijzigen. Voorts kan de Raad van deze bevoegdheid gebruik maken indien de ontheffing verleend is op basis van onjuiste of onvolledige gegevens, waardoor de ontheffing niet zou zijn verleend of anders zou hebben geluid;
6
Bijlage 1. Samenvatting besluit Publicatie van gegevens op interconnectoren Oude Statenzijl D-gas, Zevenaar (Ruhrgas), Tegelen (Ruhrgas), Dinxperlo (RWE), Haanrade (RWE), Vlieghuis (RWE), Hilvarenbeek, Zandvliet (Fluxys G), Zandvliet (Fluxys H), Obbicht (Fluxys) en Zandvliet (WinGas-H) wordt ontheven. Hieronder volgt een samenvatting wat wel en wat niet moet worden gepubliceerd. Alle punten Moeten de volgende gegevens gepubliceerd worden: Gecontracteerde capaciteit
nee
Technische capaciteit
nee
Firm en afschakelbare beschikbare capaciteit (inclusief backhaul)
ja
Kans op afschakeling (zoals gebruikt wordt voor het berekenen van de tranches)
ja
Het afgeschakelde volume per uur
ja
Totale geboekte afschakelbare capaciteit per uur
ja
8
Bijlage 2. Reactie op zienswijzen van belanghebbenden
Inleiding 1.
In deze bijlage behandelt de Raad de zienswijzen die zijn ingediend op het ontwerpbesluit.
2.
Het ontwerpbesluit heeft, als onderdeel van de uniforme openbare voorbereidingsprocedure zoals bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht, vanaf de aankondiging van de terinzagelegging in de Staatscourant op 23 september 2008, zes weken ter inzage gelegen. Op grond van artikel 3:15 van de Awb heeft eenieder de gelegenheid gekregen om zijn zienswijze op het ontwerpbesluit naar keuze schriftelijk en/of mondeling naar voren te brengen. Op 30 oktober 2008 heeft een hoorzitting plaatsgevonden ten kantore van de Raad.
3.
De Raad heeft mondelinge zienswijzen ontvangen van de volgende respondenten: - Gas Transport Services (hierna: GTS), - Vereniging voor Energie, Milieu en Water (hierna: VEMW).
4.
De Raad heeft binnen de wettelijke termijn schriftelijke zienswijzen ontvangen van: - GTS - WinGas - GasTerra - Commissie voor de regulering van de elektriciteit en het gas (hierna: CREG) - Bundesnetzagentur (hierna: BnetzA)
Beoordeling zienswijzen 5.
In dit onderdeel behandelt de Raad de zienswijzen die relevant zijn voor het onderhavig besluit.
Zienswijze 1 “vergelijkbaarheid gegevens aan Nederlandse en Belgische grens” 6. Gasterra, GTS en BnetzA geven aan dat vergelijkbaarheid van informatie aan de Belgische en Nederlandse grens niet zomaar kan. Partijen geven aan dat shippers aan beide kanten van de grens kunnen verschillen en dat technische capaciteit aan beide kanten van de grens niet zomaar vergeleken kan worden aangezien dit afhankelijk is van upstream en downstream stromen. GasTerra heeft hierover cijfers aangeleverd. Daarbij wijst GasTerra erop dat aan de Belgische grens data niet per punt wordt gepubliceerd maar dat data gesommeerd worden. GasTerra ziet sommatie als een optie om ook aan de Nederlandse interconnectoren te gebruiken.
9
Reactie ”vergelijkbaarheid van gegevens aan de Nederlandse en Belgische grens” 7. De Raad constateert dat technische capaciteit aan de grens op dit moment niet gelijk is. De Raad blijft van mening dat harmonisatie binnen de regio belangrijk is en dat daar zoveel mogelijk naar gestreefd moet worden. Binnen de regionale initiatieven worden er acties ondernomen om definities van capaciteiten in verschillende landen gelijk te trekken. 8.
De Raad heeft geconstateerd dat aan de Belgische grenspunten data gesommeerd over punten gepubliceerd wordt. Op dit moment wordt een ontheffingsverzoek aan de Belgische kant beoordeeld, het is nog niet duidelijk of de sommatie aan de Belgische kant zal blijven bestaan. De Verordening spreekt expliciet van de publicatie van data per interconnectiepunt en niet van een aantal punten samen. De Raad is van mening dat het sommeren van data slechts in bepaalde gevallen bij een ontheffing mogelijk dan wel wenselijk is.
Conclusie ”vergelijkbaarheid van gegevens aan de Nederlandse en Belgische grens” 9. De Raad ziet in de ingebrachte zienswijzen van GTS, VEMW en BnetzA reden om het ontwerpbesluit aan te passen en in het besluit hiervoor dezelfde lijn te hanteren als voor de punten aan de Duitse grens.
10. VEMW geeft aan dat in het besluit niet voldoende is onderbouwd wat precies de economische schade is die zittende shippers oplopen indien data toch gepubliceerd zou worden.
Reactie “Onderbouwing commerciële vertrouwelijkheid” 11. De Raad heeft bij dit besluit twee belangen afgewogen: enerzijds het belang van shippers om toegang tot het net te verkrijgen, anderszijds het belang van shippers om commercieel gevoelige data niet te publiceren. Voor deze belangenafweging heeft de Raad, via GTS, aan de actieve shippers op de desbetreffende interconnectoren gevraagd om een onderbouwing voor een ontheffing van publicatie van bepaalde gegevens. Hieruit bleek dat shippers kunnen geschaad worden in hun commerciële belangen door publicatie van gegevens waaruit andere shippers informatie over marktposities kunnen afleiden4. De Raad heeft de belangenafweging in haar ontwerpbesluit uitgewerkt en voorgelegd aan de markt. Tijdens het consultatieproces heeft de Raad geen nieuwe informatie gekregen op grond waarvan een andere afweging gemaakt kon worden.
Conclusie “onderbouwing commerciële vertrouwelijkheid” 12. De Raad ziet in de zienswijze geen aanleiding tot aanpassing van het besluit.
4
Zie ook ERGEG Guidelines (voetnoot 3)
10
13. VEMW stelt dat er bij de beoordeling onderscheid gemaakt dient te worden of bij interconnectiepunten grote of kleine partijen actief zijn, aangezien commerciële schade bij grote partijen waarschijnlijk anders is dan bij kleine partijen.
Reactie “onderscheid grote en kleine partijen” 14. De Raad verwijst naar de argumentatie onder punt 11. Tijdens het consultatieproces heeft de Raad geen nieuwe informatie gekregen op grond waarvan een andere belangenafweging gemaakt kon worden en onderscheid tussen grote en kleine partijen gemaakt dient te worden.
Conclusie “onderscheid grote en kleine partijen” 15. De Raad ziet in de zienswijze geen aanleiding tot aanpassing van het besluit.
16. GTS en VEMW stellen beide dat de voorwaarde dat “ De ontheffingshouder dient actief bij aangrenzende netbeheerders na te gaan of er meer gegevens gepubliceerd worden en daarvan de Raad op de hoogte te stellen” niet een taak is voor GTS. VEMW stelt dat door de actieve deelname van de Energiekamer in internationale gremia de Energiekamer beter op de hoogte kan zijn van veranderingen in publicatie.
Reactie “monitoring door GTS” 17. Gezien het feit dat de Energiekamer deelneemt aan internationale overleggen waarin nader wordt geconcretiseerd welke gegevens precies moeten worden gepubliceerd en welke ontwikkelingen plaatsvinden in de naburige landen is momenteel in dit specifieke geval monitoring door de Energiekamer gewenst.
Conclusie “monitoring door GTS” 18. De Raad ziet in de ingebrachte zienswijzen van GTS en VEMW reden om het ontwerpbesluit aan te passen en dat monitoring in dit geval niet door GTS dient te gebeuren.
19. GTS stelt de uitvoerbaarheid van de voorwaarde “Zodra er meer dan twee shippers actief zijn op een interconnector, vervalt de ontheffing van publicatie van gegevens. GTS dient op de betreffende interconnector alle informatie zoals vastgelegd in de Verordening en de Transportvoorwaarden Gas-LNB te publiceren. De ontheffinghouder informeert de Raad over deze verandering op een interconnector binnen 5 werkdagen” ter discussie. GTS stelt dat het kan voorkomen dat het kan voorkomen dat er één dag 3 shippers zijn op een punt en daarna wellicht niet meer.
11
Reactie “Voorwaarde intrekking ontheffing indien meer dan 2 shippers op een punt” 20. De Verordening is duidelijk wat betreft de gronden voor het verlenen van een ontheffing: een ontheffing geldt voor punten met minder dan 2 shippers. Op het moment dat er drie shippers op een punt zitten, vervalt de ontheffing.
Conclusie “Voorwaarde intrekking ontheffing indien meer dan 2 shippers op een punt” 21. De Raad ziet in de ingebrachte zienswijzen van GTS reden om het ontwerpbesluit aan te passen en zal de voorwaarde als volgt aanpassen: zodra er, voor een periode van één dag,
meer dan twee shippers capaciteit boeken (primair, secundair en afschakelbaar)op een interconnector vervalt de ontheffing van publicatie van gegevens. GTS publiceert onverwijld op de betreffende interconnector alle informatie zoals vastgelegd in de Verordening en de Transportvoorwaarden Gas-LNB. Indien op dezelfde interconnector voor een periode van één dag, minder dan drie shippers zijn, dan treedt de ontheffing wederom in werking. GTS meldt deze veranderingen jaarlijks aan de Raad.
22. GTS stelt dat de voorwaarde “Indien GTS bij aanvang of gedurende de ontheffing niet voldoet aan de bij of krachtens de Gaswet en Verordening gestelde eisen, of indien hij de bij dit ontheffingsbesluit gestelde voorschriften en beperkingen overtreedt, kan de Raad besluiten om de ontheffing in te trekken of te wijzigen. Voorts kan de Raad van deze bevoegdheid gebruik maken indien de ontheffing verleend is op basis van onjuiste of onvolledige gegevens, waardoor de ontheffing niet zou zijn verleend of anders zou hebben geluid” de betrokken belangen van de shippers schaadt en niet van GTS.
Reactie “voorwaarde intrekking ontheffing” 23. De Raad stelt dat GTS de ontheffingshouder is en daarom ook de ontheffing dient na te leven en ervoor moet zorgen dat aan de voorwaarden voldaan wordt.
Conclusie “voorwaarde intrekking ontheffing” 24. De Raad ziet in de zienswijze geen aanleiding tot aanpassing van het besluit.
25. GTS stelt dat de tabel van gegevens die gepubliceerd dienen te worden in het ontwerpbesluit niet overeenkomt met wat er volgens de technische codes gepubliceerd dient te worden.
Reactie “wijze waarop gegevens gepubliceerd worden” 26. De Raad stelt dat een ontheffing verleend wordt op de Verordening en de daar onderliggende regelgeving. Dit houdt in dat er andere gegevens gepubliceerd kunnen worden dan wat er op
12
andere punten gebeurt. De Raad zal de terminologie wel zoveel mogelijk aanpassen aan de door GTS gebruikte terminologie. 27. De publicatie van historische kans op afschakelen is komen te vervallen omdat dit direct herleid kan worden door met de gepubliceerde gegevens van de volumes van afgeschakelde capaciteit en de geboekte afschakelbare capaciteit. De term kans op afschakeling is verduidelijkt, dit is de kans zoals gebruikt wordt voor het berekenen van de tranches.
Conclusie “wijze waarop gegevens gepubliceerd worden” 28. De Raad past het besluit aan op de bestaande terminologie.
29. WinGas stelt dat het punt Zandvliet wel in de titel wordt genoemd, maar niet in de tekst.
Reactie “wegvallen punt Zandvliet” 30. De Raad heeft gezien dat het punt Zandvliet abusievelijk is weggevallen. Voor Zandvliet wordt gedeeltelijke ontheffing verleend.
Conclusie “wegvallen punt Zandvliet” 31. De Raad past het besluit aan.
32. De Raad heeft door de zienswijzen van diverse partijen ingezien dat de marktomstandigheden snel kunnen veranderen. De Raad heeft besloten om de duur van de ontheffing daarom in te korten tot een jaar, dat sluit aan de bij ERGEG Guidelines (voetnoot 3). GTS dient tijdig een verzoek tot verlenging in te dienen. Indien er geen veranderingen zijn, dan zal de ontheffing met een jaar worden verlengd.
13