Bachelor- en masteropleiding Psychologie Studiegids 2004/2005
Inhoudsopgave 1 1.1 1.2
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.4.1 2.5 2.5.1 2.6 2.6.1 2.6.2
3 3.1 3.1.1 3.1.2 3.2 3.3 3.4 3.4.1 3.4.2 3.4.3 3.4.4 3.4.5 3.5 3.5.1 3.5.2 3.5.3 3.5.4 3.6 3.7 3.8 3.9 3.10 3.11
4 4.1 4.1.1 4.1.2 4.2 4.2.1 4.2.2
Inleiding Algemeen Hoofdthema’s van onderzoek en onderwijs
9 9 9
Organisatie van de faculteit Faculteitsbestuur Medezeggenschapsorganen Bureau van de faculteit Onderwijs Afdelingen Onderzoek Onderzoekinstituten Commissies met betrekking tot onderwijs Opleidings-en examencommissie Overige facultaire commissies
11 11 11 11 12 12 13 13 13 14 15
Praktische regels ten aanzien van de studie Toelatingsvoorwaarden Opheffen wiskundedeficiëntie Colloquium doctum Studieadvies in het eerste jaar Studievoortgangscontrole Onderwijs- en Examenregeling Vakkenpakket Extra onderdelen bachelor- of masterprogramma Dubbel tellende thesis Vrijstellingen Bachelor- en masterexamen Tentamenregeling De programmering van tentamens Aanmelding onderwijs en/of tentamens en intrekking van de aanmelding Bekendmaking uitslag tentamens Afwijkingsmogelijkheden en bijzondere regelingen Recht van beroep Afgifte getuigenschriften Richtlijnen voor de B-these en de M-these Dossierverklaring Engelstalige verklaring informatievoorziening
17 17 17 17 18 18 18 18 19 19 19 20 20 20 20 21 21 22 22 22 22 22 22
Studentenvoorzieningen 25 Onderwijs 25 Studiesecretariaat 25 Onderwijscoördinatie 25 Studiebegeleiding 25 Studieadvisering 25 Studiebegeleiding binnen de bachelorprofielen en mastertrajecten en -opleidingen 26 Inhoudsopgave
5
4.2.3 4.3 4.3.1 4.3.2 4.3.3 4.3.4 4.3.5 4.4 4.5 4.5.1 4.5.2 4.5.3 4.6 4.7 4.8 4.9 4.10
Mentoraat en tutoraat Oriëntatie op de arbeidsmarkt Oriëntatie op de arbeidsmarkt Workshop voor tweedejaarsstudenten Cursus voor derdejaars bachelorstudenten en masterstudenten Workshop solliciteren Inschrijving Studeren in het buitenland Bibliotheek Algemeen Cursus Bibliografische Research Computerfaciliteiten Testdocumentatie Studieboeken en syllabi Studiekosten Studentenverenigingen en periodieken Beroepsverenigingen en instellingen
26 27 27 27 28 28 28 28 29 29 30 30 30 30 30 31 32
5
De bacheloropleiding 5.1 Doelstelling van de bacheloropleiding 5.2 Opbouw van de bacheloropleiding 5.3 Overzicht van de bacheloropleiding 5.4 Eindtermen 5.5 Jaarindeling 5.5.1 Verdeling van de studielast 5.5.2 Het rooster
35 35 35 36 36 36 37 37
6 Het eerste bachelorjaar 6.1 Inleiding 6.1.1 Het studieadvies 6.2 Programma B1-jaar
39 39 39 40
7
Het tweede bachelorjaar Inleiding Programma B2-jaar
49 49 49
Het derde bachelorjaar Inleiding Programma B3-jaar Algemene vakken Profielvakken Data-analyse-, en diagnostiekmodulen
65 65 65 65 68 86
De masteropleiding algemeen De masteropleiding Psychologie Het mastertraject Cognitieve Wetenschappen. De researchmasteropleiding Social Psychology
93 93 93 93 94
7.1 7.2
8 8.1 8.2 8.2.1 8.2.2 8.2.3
9 9.1 9.2 9.3 9.4
9.5
De researchmasteropleiding Neurosciences
94
10
Mastertraject Arbeids- en Organisatiepsychologie Afdeling Arbeids- en Organisatiepsychologie Algemene informatie Basisaantekening Psychodiagnostie Studieprogramma Mastertraject Arbeids-en Organisatiepsychologie
95 95 95 96 96
10.1 10.2 10.3 10.4
11
Mastertraject Kinder-en Jeugdpsychologie Afdeling Ontwikkelingspsychologie Algemene informatie Samenwerkingsverbanden Kinder-en Jeugdpsychologie Informatie over onderwijs/studiebegeleiding Basisaantekening Psychodiagnostiek Studieprogramma mastertraject Kinder- en Jeugdpsychologie
105 105 105 105 105 106 106
Mastertraject Klinische Neuropsychologie Afdeling Klinische Neuropsychologie Algemene informatie Basisaantekening Psychodiagnostiek en de postdoctorale GZ-opleiding Studieprogramma mastertraject Klinische Neuropsychologie
113 113 113 114 114
Mastertraject Klinische Psychologie Afdeling Klinische Psychologie Algemene informatie Basisaantekening Psychodiagnostiek Studieprogramma mastertraject Klinische Psychologie
119 119 119 120 120
Mastertraject Sociale Psychologie Afdeling Sociale Psychologie Algemene informatie Studieprogramma mastertraject Sociale Psychologie
131 131 131 132
Mastertraject Cognitive Science Afdeling Cognitieve Psychologie Algemene informatie Studieprograma mastertraject Cognitive Science eerste jaar tweede jaar
137 137 137 137 138 143
17.1 17.2 17.3 17.4
Masteropleiding Neuroscience Afdeling Biologische Psychologie Algemene informatie Studieprogramma bachelorprofiel Biologische Psychologie Studieprogramma mastertraject Neurowetenschappen
147 147 147 147 147
18
Research Master's in Social Psychology
161
11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.6
12 12.1 12.2 12.3 12.4
13 13.1 13.2 13.3 13.4
14 14.1 14.2 14.3
15 15.1 15.2 15.3 15.4 15.5
17
Inhoudsopgave
7
18.1 18.2 18.3
Introduction Curriculum master Social Psychology First Year Second Year
161 162 166
19
Basisaantekening Psychodiagnostiek en opleiding tot GZ psycholoog Achtergrond Programma Procedure Opleiding tot GZ-psycholoog De taken en werkvelden van een GZ-psycholoog De opleiding toelatingsvoorwaarden Toelatingsprocedure
171 171 171 172 174 174 175 175 175
19.1 19.2 19.3 19.4 19.5 19.6 19.7 19.8
Bijlage 1 Regelingen en richtlijnen van de examencommissie Psychologie
177
Bijlage 2 Onderwijs- en Examenregeling (OER) bacheloropleiding Psychologie
185
Bijlage 3 Onderwijs- en Examenregeling (OER) masteropleiding Psychologie
197
Bijlage 4 Onderwijs- en Examenregeling (OER) mastersopleiding Social Psychology.205 Bijlage 5 Overgangsregeling naar Bachelorprogramma
211
Bijlage 6 Adressenlijst van alle medewerkers
215
1
Inleiding
1.1
Algemeen Voor je ligt de studiegids van de bachelor- en masteropleiding Psychologie. Deze gids bevat de informatie over universiteit, faculteit en opleiding die je voor de studie nodig hebt, zoals studentenvoorzieningen, praktische regels, opzet van de opleiding en een beschrijving van alle studieonderdelen. De gids is speciaal voor studenten geschreven. De ervaring leert echter dat de gids slecht gelezen wordt. Nu is het ook zeker geen boek om achter elkaar uit te lezen, maar eerder bedoeld om dingen in op te zoeken. Maak er dus gebruik van, anders mis je veel voor jouw studie belangrijke informatie. De hoofdstukken 1 tot en met 4 vormen het ‘opleidingsspecifieke’ deel van het studentenstatuut. Dit beschrijft hoe de zaken binnen de opleiding en faculteit geregeld zijn. Het studentenstatuut beoogt de geldende wetgeving, regels en richtlijnen die voor studenten van belang zijn te beschrijven en op één plaats samen te vatten. Er is naar gestreefd de oorspronkelijke regelingen in begrijpelijk Nederlands weer te geven. Voor zover relevant, is aan het eind van de paragraaf weergegeven hoe de oorspronkelijke wet, regeling of richtlijn heet en waar je meer informatie kunt vinden. Het studentenstatuut schept geen rechten of plichten. Het geeft louter de bestaande regelgeving weer. Bij twijfel gelden te allen tijde de oorspronkelijke regels. Vanaf hoofdstuk 5 worden zaken als programma's en inhoud van de vakken behandeld. Overgangsregeling In het kader van de overgang naar de BaMa structuur, is er een overgangsregeling voor studenten die opgrond van het behaalde aantal studiepunten, van de doctoraalopleiding zijn/worden overgezet naar de bacheloropleiding. Deze overgangsregeling is te vinden in bijlage 5 We wensen je van harte een succesvol studiejaar toe!
1.2
Hoofdthema’s van onderzoek en onderwijs De bacheloropleiding Psychologie wordt verzorgd door de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek. Het onderwijs in de Psychologie wordt gegeven vanuit zeven afdelingen, die elk deskundig zijn op een deeldiscipline van de Psychologie. Het onderzoek binnen de opleiding, dat eveneens binnen deze afdelingen wordt vormgegeven, is geconcentreerd rondom een achttal thema's: Attention and Performance, Emotional Development, Genetics, Behevior and Health, Management of Individual differences and Social processes in Organizations, Social Cognition, Communication and Interdependence, the Regulation of Interaction, Mapping the Brain en Clinical Psychology. Het onderwijs is niet strak rondom deze thema's gecentreerd, maar biedt een overzicht over een flink aantal subdisciplines van de Psychologie: Arbeids- en Organisatiepsychologie, Biologische Psychologie, Cognitieve Psychologie, Ontwikkelingspsychologie, Klinische Psychologie, Neuropsychologie en Sociale Psychologie
Inleiding
9
10
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
2
2.1
Organisatie van de faculteit
Faculteitsbestuur Het faculteitsbestuur is het dagelijks bestuur van de faculteit. Het wordt voorgezeten door de decaan. Binnen het bestuur worden twee portefeuilles onderscheiden: onderwijs en onderzoek. De directeur bedrijfsvoering van de faculteit, die tevens de leiding heeft over het bureau van de faculteit, is aan het bestuur toegevoegd. Tot de taken en bevoegdheden van het faculteitsbestuur horen onder meer: 1. de organisatie en coördinatie van het onderwijs en de wetenschapsbeoefening; 2. het toezicht houden op de uitvoering van de Onderwijs- en Examenregeling (OER) en de onderzoeksprogramma’s; 3. Het instellen van de examencommissie(s), de opleidingscommissie(s) en de vaste commissie voor wetenschapsbeoefening, en het benoemen van de leden daarvan. Het faculteitsbestuur bestaat uit drie leden van het wetenschappelijk personeel, onder wie de decaan, de voorzitter van het faculteitsbestuur. Het bestuur heeft de volgende samenstelling: - Decaan: prof. dr. S. Miedema - Portefeuillehouder onderwijs: mw. drs. J.M.C. Aalberts - Portefeuillehouder onderzoek: prof. dr. J. Theeuwes Het bestuur is te bereiken via de bestuurssecretaresse (zie paragraaf 2.3). Meer informatie en de oorspronkelijke regelingen kunt u vinden in: WHW, artikelen 9.23 tot en met 9.28; Statuut VU, artikelen 6.2 tot en met 6.7.
2.2
Medezeggenschapsorganen Binnen de faculteit functioneren twee medezeggenschapsorganen: een studentenraad bestaande uit vijf studenten en een zogenaamde onderdeelcommissie bestaande uit medewerkers van de faculteit. Samen vormen deze organen de ‘gezamenlijke vergadering’. Vragen over rechten en regels m.b.t. de studie kun je e-mailen naar
[email protected].
2.3
Bureau van de faculteit Het faculteitsbureau verzorgt de ambtelijke ondersteuning van het faculteitsbestuur en van diverse commissies. Adres: Van der Boechorstraat 1 1081 BT Amsterdam Directeur bedrijfsvoering: tel. (020) 444 8839, kamer 0B-57
mw. drs. J.G. Westra
Coördinator onderwijs en onderzoek: tel. (020) 444 8836, kamer 0B-80
drs. J.H.M. van Gastel
Organisatie van de faculteit
11
Assistent-coördinator onderwijs: tel: (020) 444 8885, kamer 0B-78
mw. C.M.M. Moors
Studieadviseur Psychologie: tel. (020) 444 8840, kamer 0B-73
dr. R.W.J. Meijer
Studieadviseur Pedagogiek: tel. (020) 444 8567, kamer 3C-15
mw. drs. Y.M Hokwerda
Bestuurssecretaresse: tel. (020) 444 8888, kamer 0B-61
mw. R. Bulens
Financial controller: tel. (020) 444 8835, kamer 0B-84
dhr. A.J.C. Hagemeijer
Administratief medewerkers financiële administratie: tel. (020) 444 8837, kamer 0B-65
mw. C.H.H. Edwards-Vrij mw. N.B. Teunissen
Personeelsfunctionaris: tel. (020) 444 8838, kamer 0B-88
mw. S. Edixhoven
Medewerker personele administratie: tel. (020) 444 8837, kamer 0B-76
mw. Y. Gunther
Mederwerkers studiesecretariaat: tel. (020) 444 8800, kamer 0B-69
mw. M. Meinsma, mw. S. Cammarota en dhr. O.W. Schrofer mw. drs. A. Mussche
Voorlichter: tel. (020) 444 8897, kamer 1B-65 Medewerker internationalisering: tel. (020) 444 8990, kamer 1B-65
drs. J.E. Mulder
Voor studentenzaken kun je bellen met of langskomen bij de balie van het studiesecretariaat, kamer 0B-69, tel. 020 - 444 8800. Openingstijden: van 10.45 tot 12.00 en 12.30 tot 14.00 uur. Behalve de laatste donderdag en vrijdag van de maand Voor informatie over de taken van de studieadviseur, de coördinator onderwijs en onderzoek en het studiesecretariaat verwijzen wij je naar de paragrafen 4.1 en 4.2.
2.4 2.4.1
12
Onderwijs Afdelingen Een afdeling is een organisatie van personen die op een bepaald vakgebied werkzaam zijn. Een afdeling bestaat uit wetenschappelijk personeel, ondersteunend en beheerspersoneel en studenten die bijdragen aan het onderwijs- en/of onderzoekprogramma van de afdeling. Een afdeling verzorgt het onderwijs en het onderzoek in een bepaald vakgebied.
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Afdeling Arbeids- en Organisatiepsychologie Adres: Van der Boechorststraat 1, kamer 2E-13, tel. 444 8700. Informatie onderwijs: Prof.dr. H. v.d. Flier, tel. 4448712/4448700, kamer 2E-21. Afdeling Biologische Psychologie: Adres: Van der Boechorststraat 1, kamer 1F-46, tel. 444 8787. Informatie onderwijs: prof.dr. D.I. Boomsma, tel. 444 8789, kamer 1F-50. Afdeling Cognitieve Psychologie Adres: Van der Boechorststraat 1, kamer 1E-21, tel. 444 8786. Informatie onderwijs: prof.dr. J. Theeuwes, tel 444 8790, kamer 1E-11. Afdeling Klinische Neuropsychologie: Adres: Van der Boechorststraat 1, kamer C-162, tel. 444 8757. Informatie onderwijs: dr. E.J.A. Scherder, tel. 444 8761, kamer 1E-33. Afdeling Klinische Psychologie Adres: Van der Boechorststraat 1, kamer 2B-81, tel. 444 8757. Informatie onderwijs: dr. D. van Kampen, tel. 444 8766, kamer 2B-69. Afdeling Ontwikkelingspsychologie Adres: Van der Boechorststraat 1, kamer 3B-37, tel. 444 8901. Informatie onderwijs: prof. dr. J.M. Koot, tel. 444 8740, kamer 3B-57 Afdeling Sociale Psychologie: Adres: Van der Boechorststraat 1, kamer 1B-45, tel. 444 8865. Informatie onderwijs: mw. drs. E. van Leeuwen, tel. 444 8964, kamer 1B-84.
2.5 2.5.1
2.6
Onderzoek Onderzoekinstituten Het onderzoek van de faculteit participeert in de volgende landelijke onderzoekscholen: - Kurt Lewin Institute (KLI; VU is penvoerder); - Experimental Psychology Research School (EPOS); - Institute for the Study of Education and Development (ISED). - Psychology and Mental Health - Interuniversity Graduate School of Psychometrics and Sociometrics (IOPS) Meer informatie en de oorspronkelijke regelingen kun je vinden in het Statuut VU en het Faculteitsreglement.
Commissies met betrekking tot onderwijs Het faculteitsbestuur laat zich bijstaan door commissies. Er zijn adviescommissies voor onderzoek en onderwijs. Deze commissies geven het bestuur advies over onderwijs- en onderzoeksaangelegenheden. Daarnaast bestaan er uitvoeringscommissies, die belast zijn met bijvoorbeeld het organiseren en coördineren van de voorlichting en de werving en van de onderwijsevaluaties. Naast deze aan het bestuur gekoppelde commissies zijn er examencommissies, die een geheel eigen functie hebben. De faculteit kent de volgende commissies:
Organisatie van de faculteit
13
2.6.1
Opleidings-en examencommissie Er zijn opleidings-en examencommissies voor de bachelor- en masteropleiding Opleidingscommissie Psychologie Krachtens haar wettelijk omschreven taak adviseert deze commissie gevraagd en ongevraagd het faculteitsbestuur over zaken die het onderwijs in de psychologie (inclusief de OER) betreffen. Daarnaast is zij verantwoordelijk voor de evaluatie van het onderwijs. De commissie bestaat voor de helft uit studenten. Voorts maakt de coördinator onderwijs en onderzoek (als adviserend lid) deel uit van deze commissie. Examencommissie Psychologie De examencommissie stelt regels vast voor de gang van zaken bij tentamens en stelt de uitslag van de examens vast. Zij wijst examinatoren aan en kan aan hen richtlijnen geven voor de beoordeling van tentamens. De examencommissie bestaat uit: prof.dr. A.J.F.M. Kerkhof (voorzitter) dr. H. Looren de Jong (secretaris) mw. Dr. A. Donk (lid) dr. R.W.J. Meijer (ambtelijk secretaris) N.B.: De toegang tot de examens wordt door het faculteitsbestuur geregeld en is vastgelegd in de Onderwijs- en examenregeling. Schriftelijke verzoeken gericht aan de examencommissie moeten altijd de volgende elementen bevatten, wil men een antwoord ontvangen: 1. juiste adressering, niet alleen op de envelop, maar ook op de brief zelf. Dus altijd richten aan 'Examencommissie bacheloropleiding of masteropleiding Psychologie' en niet alleen aan 'de examencommissie' (de faculteit kent namelijk meer dan een examencommissie); 2. datum van verzending; 3. onderwerp zo mogelijk apart opschrijven; 4. korte uitleg van dit onderwerp (verzoek/probleem e.d. duidelijk maken. Schrijf dit s.v.p. zo op dat iemand die jouw situatie niet kent, het ook kan begrijpen); 5. naam en adres student, inclusief postcode en woonplaats; 6. studentnummer;
Schriftelijke verzoeken die uiterlijk een week voor een vergaderdatum van de examencommissie zijn ontvangen, worden op die datum behandeld, anders in de daaropvolgende vergadering. De examencommissies Psychologie hebben als vergaderdata voor 2004/2005 vastgesteld: 15/9; 20/10; 17/11; 22/12; 19/1; 23/2; 23/3; 20/4; 18/5; 22/6; 17/8 en 21/9 ( in de maand juli is er dus geen vergadering!). Indien het schriftelijke verzoek alle benodigde informatie bevat om tot een oordeel te komen, wordt aan de student uiterlijk twee weken na de vergaderdatum een schriftelijke reactie gestuurd. Bij vrijstellingen ligt de termijn anders (zie art. 9 'Regelingen en richtlijnen van de examencommissie Psychologie'). Ten aanzien van de onderwerpen waarover men kan schrijven kan bijgaand overzicht wellicht behulpzaam zijn: - tentamen (naam vak en datum van afname), - bachelordiploma,
14
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
- masterdiploma - buluitreiking, - verklaring t.b.v. universiteit. * vrijstelling (gebruik formulier dat het studiesecretariaat uitgeeft); * extra vak(ken) gebruik het formulier dat bij het studiesecretariaat is te verkrijgen; Postadres voor alle commissies: p/a Bestuurssecretariaat FPP Van der Boechorststraat 1, kamer 0B-61 1081 BT Amsterdam tel. 020 - 444 8888 2.6.2
Overige facultaire commissies Vaste Commissie voor de Wetenschapsbeoefening Deze commissie buigt zich over alle zaken betreffende het facultaire onderzoek en adviseert het faculteitsbestuur over onderzoeksbeleid, (externe) onderzoeksvoorstellen, aio-aanvragen en dergelijke. De commissie is samengesteld uit senioronderzoekers. Commissie Voorlichting en Werving Deze commissie adviseert het bestuur inzake het voorlichtingsbeleid. De commissie bestaat uit docenten en studenten van de opleidingen Psychologie en Pedagogische Wetenschappen en een medewerk(st)er van het faculteitsbureau. Bibliotheekcommissie Centrale taak van deze commissie is het adviseren van de vakreferenten Psychologie en Pedagogische Wetenschappen inzake de collectievorming, collectieontsluiting en dienstverlening. Alle afdelingen zijn in deze commissie vertegenwoordigd, evenals de vakreferenten. Evaluatiecommissie De evaluatiecommissie is een subcommissie van de opleidingscommissies Psychologie en de opleidingscommissies Pedagogische Wetenschappen. De commissie wordt gevormd door de voorzitters van de opleidingscommissies en twee studenten, uit elke opleiding een. De coördinator onderwijs en onderzoek is ambtelijk secretaris van de commissie. De evaluatiecommissie regelt de dagelijkse werkzaamheden met betrekking tot de studentevaluaties van het onderwijs. Student-leden van besturen en commissies Aan student-leden van facultaire bestuursorganen en van commissies worden - indien zij aan de geldende regelingen voldoen - op verzoek studiefaciliteiten toegekend. Iedere student heeft het recht zich kandidaat te stellen voor het vervullen van een vacature in de faculteitsorganen. Het faculteitsbestuur zal vacatures op de publicatieborden, via de VSPVU en zo mogelijk in Ad Valvas vacatures bekendmaken. Daarbij zal worden vermeld of aan de werkzaamheden studiefaciliteiten verbonden zijn. In beginsel is elke student van een opleiding benoembaar in een commissie van die opleiding.
Organisatie van de faculteit
15
16
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
3
3.1
Praktische regels ten aanzien van de studie
Toelatingsvoorwaarden Vooropleidingseis Je wordt toegelaten tot de bacheloropleiding Psychologie met een van de volgende diploma's: a1. alle vwo-doorstroomprofielen; a2. vwo-diploma met wiskunde A of B in het eindexamenpakket; b1. wo-getuigschrift propedeutisch examen; b2. wo-getuigschrift afsluitend (doctoraal) examen; c1. hbo-getuigschrift propedeutisch examen; c2. hbo-getuigschrift afsluitend examen; d1. Ou-getuigschrift propedeutisch examen; d2. Ou-getuigschrift afsluitend examen. Studenten behorende tot de categorieën b1, c1, d1 en d2 die per 1 september 2004 niet voldoen aan de nadere vooropleidingseis van wiskunde A en / of B op vwo-niveau worden niet tot de bacheloropleiding toegelaten. In verband met de voor de bacheloropleiding Psychologie geldende numerus fixus, kan de datum voor welke de deficientie moet zijn weggewerkt verschillen. Zie hiervoor onze website (www.psy.vu.nl). Aan deze eis kan door hen voldaan worden door de entreetoets wiskunde van de faculteit der Psychologie en Pedagogiek van de Vrije Universiteit te behalen. Studenten behorende tot de categorieën b1, c1, d1 en d2 die aan alle statistiekeisen van het propedeuseprogramma of het programma van het eerste bachelorjaar van de opleiding psychologie van een andere universiteit hebben voldaan, ontvangen een vrijstelling van de entreetoets wiskunde.
3.1.1
Opheffen wiskundedeficiëntie Studenten met een deficiëntie voor wiskunde die denken dat ze toch voldoende wiskundekennis hebben, kunnen dit aantonen door aan de facultaire wiskundetoets deel te nemen. Voor de data waarop deze toets wordt afgenomen verwijzen wij je graag naar onze website: www.psy.vu.nl. Indien je per 1 september 2004 voor deze toets bent geslaagd, word je niet langer als deficiënt beschouwd en mag je dus met de bacheloropleiding beginnen. Als service aan studenten met een wiskundedeficiëntie wordt voorafgaand aan het begin van het eerste bachelorjaar (B1-jaar) een zomercursus wiskunde georganiseerd. De kosten hiervan bedragen 100 euro. Deze cursus is niet verplicht, maar wordt zeer sterk aangeraden. Het behalen van het testimonium wiskunde A, resp. -B van het James Boswell Instituut (Rijksuniversiteit Utrecht) geldt als vervangend voor het behaald hebben van de wiskundetoets.
3.1.2
Colloquium doctum Is men niet in het bezit van een van bovengenoemde diploma's en 21 jaar of ouder, dan is het mogelijk via een toelatingsexamen (colloquium doctum) te worden toegelaten. Voor het colloquium doctum voor de bacheloropleiding Psychologie is kennis van biologie, Engels en wiskunde tenminste op vwo-eindexamenniveau nodig.
Praktische regels ten aanzien van de studie
17
Het colloquium doctum dient te worden aangevraagd bij de afdeling Studentendecanen: tel. 020 - 444 5019.
3.2
Studieadvies in het eerste jaar De examencommissie brengt, namens het College van Bestuur, aan iedere student die voor de eerste keer staat ingeschreven bij een voltijdpleiding in het hoger onderwijs, vóór 1 juli van dat studiejaar advies uit over het al dan niet voortzetten van zijn studie binnen of buiten de opleiding. Dit studieadvies is aan de Vrije Universiteit niet bindend (zie ook paragraaf 6.1.1) Bovendien wordt in januari een ‘preadvies’ uitgebracht. Voor het studiejaar 2005/2006 overweegt het faculteitsbestuur om een bindend studieadvies in te voeren.
3.3
Studievoortgangscontrole De opleiding bestaat uit onderwijseenheden. De studielast van elke onderwijseenheid wordt in gehele studiepunten uitgedrukt en vastgelegd in de OER. Een studiepunt is gelijk aan 28 uren studie. De studielast van de bacheloropleiding Psychologie is 180 studiepunten. De studiepunten van de bacheloropleiding worden uitgedrukt in ECTScredits (European Credit Transfer System). Daar dit vanaf heden in geheel de EU het geval is, zijn de studiepunten goed internationaal vergelijkbaar. Elke student krijgt elk jaar omstreeks maart en vervolgens vóór 1 oktober bericht over zijn of haar studievoortgang. De vaststelling hiervan gebeurt door de examencommissie, namens het College van Bestuur, op grond van de voor de opleiding bij het studiesecretariaat geregistreerde studieresultaten. De student kan beroep aantekenen in het geval dat zijn of haar studieresultaten niet of onjuist zijn geregistreerd. Van studenten die niet de norm van de studievoortgang hebben behaald die in de Wet op de Studiefinanciering is vastgelegd, worden vóór 1 november de namen doorgegeven aan de Informatie Beheer Groep. De betrokken studenten worden hierover vóór 1 november geïnformeerd door de afdeling Studentenadministratie en Onderwijsvoorlichting, namens het College van Bestuur.
3.4
Onderwijs- en Examenregeling Per opleiding is er één Onderwijs- en Examenregeling. De OER is bindend. Bij veranderingen in het onderwijsprogramma komt er een nieuwe OER, die vanaf dat moment bepalend is voor het te volgen programma. Ook overgangsregelingen worden in dit document vastgelegd. De OERen zijn als bijlage 2,3 en 4 in deze studiegids opgenomen.
3.4.1
18
Vakkenpakket aan het eind van het B2-jaar kies je een profiel. Daarmee kun je alvast een accent leggen in de richting van een beroep of van een masteropleiding die je na je bacheloropleiding wilt gaan volgen. Behalve de vakkenpakketten van de verschillende bachelorprofielen in het derde bachelorjaar, kun je ook zelf uit het aanbod van de profielen een pakket samenstellen. Dit is een zogenaamde vrije variant. Voor zo'n vrije variant dient de examencommissie toestemming te verlenen. Voor in de OER genoemde studieonderdelen hoef je geen toestemming aan te vragen. Voor niet in de OER genoemde onderdelen geldt de in onderstaande paragraaf beschreven regeling.
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
3.4.2
Extra onderdelen bachelor- of masterprogramma Extra onderdelen omvatten bij voorkeur zes of meer studiepunten, maar in ieder geval drie studiepunten. Aan het bachelorexamenprogramma kunnen alleen onderwijsonderdelen uit bachelorexamenprogramma’s van een universiteit worden toegevoegd, aan het masterprogramma alleen onderwijsonderdelen uit masterprogramma's. Indien men meent goede redenen te hebben hiervan af te wijken, kan men een met redenen omkleed verzoek indienen bij de examencommissie. Extra onderdelen van buiten de faculteit dien je ter goedkeuring schriftelijk voor te leggen aan de examencommissie Psychologie. Gebruik hiervoor het formulier dat het studiesecretariaat van de faculteit uitgeeft. N.B. Voor vakken uit de opleiding Psychologie of Pedagogische Wetenschappen hoeft geen formulier te worden ingevuld; ze zijn bij voorbaat goedgekeurd. Goedgekeurde onderdelen worden als extra vakken op de cijferlijst vermeld die bij het diploma van het bachelorexamen wordt uitgereikt. Desgevraagd kan de examencommissie ten behoeve van andere universiteiten tevens een verklaring afgeven, waaruit blijkt dat daar te volgen vakken niet bij de opleiding Psychologie aan de VU worden gedoceerd.
3.4.3
Dubbel tellende thesis Onder bepaalde voorwaarden kan een thesis voor twee bachelorprofielen of mastertrajecten tellen: 1. De student meldt de thesis voordat hij/zij eraan begint bij de examencommissie psychologie, met vermelding van de twee geldende vakcodes en het daarbij behorende aantal studiepunten. Hij voegt hieraan twee schriftelijke akkoordverklaringen toe, namelijk van de studiecoördinator, voorzitter of secretaris van elk van beide afdelingen die verantwoordelijk isvoor de beoordeling van de thesis. 2. De examencommissie psychologie neemt een positief besluit. Administratieve afwerking De student ontvangt de studiepunten die in de O.E.R. staan van het eerstgekozen bachelorprofiel of mastertraject, alsmede het toegekende cijfer. Tevens ontvangt hij/zij een vrijstelling voor de thesis van de het als tweede gekozen bachelorprofiel of mastertraject voor het aantal studiepunten dat daarvoor in de O.E.R is vermeld. N.B. Indien het een binnen twee verschillende opleidingen betreft (bijvoorbeeld Psychologie en Rechten) en deze wordt met een cijfer en studiepunten binnen een andere opleiding dan psychologie geregistreerd, vraagt de student aan de examencommissie psychologie registratie van een vrijstelling aan. Hij vermeldt naam, vakcode en studiepunten van dit vak binnen die andere opleiding en voegt hieraan een schriftelijke akkoordverklaringen toe van de studiecoördinator, voorzitter of secretaris van de afdeling aldaar die verantwoordelijk is voor de beoordeling van de these. Bij een positief besluit van de examencommissie psychologie wordt een vrijstelling voor de these geregistreerd voor het aantal studiepunten dat in de O.E.R. van psychologie geldt.
3.4.4
Vrijstellingen Verzoeken tot vrijstelling van tentamens of examens moeten schriftelijk worden ingediend. Het adres is: Examencommissie Psychologie, Van der Boechorststraat 1, 1081 BT Amsterdam, kamer 0B-73. Je dient hiervoor het formulier te gebruiken dat
Praktische regels ten aanzien van de studie
19
op het studiesecretariaat van de faculteit (zelfde adres, kamer 0B-69) verkrijgbaar is. Alle verzoeken van een student moeten in één keer worden ingediend. Een student afkomstig van een andere opleiding c.q. universiteit moet binnen drie maanden na inschrijving als student van de bacheloropleiding Psychologie aan de VU alle vrijstellingsverzoeken in één keer hebben ingediend. 3.4.5
3.5
Bachelor- en masterexamen Het bachelor- en masterdiploma ontvangt men niet automatisch. Het moet worden aangevraagd bij het studiesecretariaat. De definitieve goedkeuring van de aanvraag gebeurt op de vergadering van de examencommissie. Kort na de aanvraag van het examen ben je verplicht om een exemplaar van de B-these of masterthese in te leveren. Dit exemplaar zal, indien je daar toestemming voor geeft, in de bibliotheek worden opgenomen. Maand
Bulaanvraag
Exemplaar scriptie en alle cijfers
Vergadering
Examen datum
Bul afhalen
September Oktober November December Januari Februari Maart April Mei Juni Augustus September
14-07-2004 29-09-2004 27-10-2004 24-11-2004 22-12-2004 26-01-2005 25-02-2005 23-03-2005 27-04-2005 25-05-2005 22-06-2005
31-08-2004 29-09-2004 27-10-2004 24-11-2004 22-12-2004 26-01-2005 25-02-2005 23-03-2005 27-04-2005 25-05-2005 22-06-2005
15-09-2004 20-10-2004 17-11-2004 22-12-2004 19-01-2005 23-02-2005 23-03-2005 20-04-2005 18-05-2005 22-06-2005 17-08-2005
31-08-2004 20-10-2004 17-11-2004 22-12-2004 19-01-2005 23-02-2005 23-03-2005 20-04-2005 18-05-2005 22-06-2005 17-08-2005
20-07-2005
31-08-2005
21-09-2005
31-08-2005
01-10-2004 26-11-2004 26-11-2004 28-01-2005 28-01-2005 01-04-2005 01-04-2005 27-05-2005 27-05-2005 01-07-2005 26-09-2005 Buluitreiking 30-09-2005
Tentamenregeling Zie bijlage 1.
20
3.5.1
De programmering van tentamens Het onderwijs wordt verzorgd in onderdelen, zoals bijvoorbeeld Inleiding Psychologie en Statistiek. Deze onderdelen worden veelal getoetst door middel van een tentamen. Voor de gehele bacheloropleiding, uitgezonderd B-these, geldt dat er twee tentamengelegenheden zijn, één vlak na het onderwijs en een in augustus. Voor de tweedejaars en oudere studenten geldt in 2004/2005 nog een extra herkansing, met als voorwaarde het behaald hebben van minimaal een 4 voor de vakken van het tweede bachelorjaar en van het B3-jaar het vak Encyclopedie van de Psychologie.
3.5.2
Aanmelding onderwijs en/of tentamens en intrekking van de aanmelding Aanmelding Voor alle tentamens moet je je aanmelden. Dit kan gebeuren vanaf veertig werkdagen tot aan de vijfde werkdag vóór de dag waarop het tentamen plaatsvindt. Als het tentamen op maandag is, kan de hele week daarvoor dus niet meer worden aangemeld. De laatste dag waarop je in dit geval nog kunt aanmelden, is de zondag voorafgaand aan de week voor het tentamen. Advies: wacht niet tot de laatste dag!
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Voor de data- en diagnostiekmodulen in het B3-jaar meld je je niet aan voor het tentamen, maar voor het onderwijs. Dit kan het hele jaar door, tot uiterlijk drie weken voordat het onderwijs van het betreffende onderdeel start. Aanmelden voor het onderwijs betekent tevens aanmelden voor het tentamen. Je hoeft je dus voor het tentamen van deze studieonderdelen niet nog eens afzonderlijk in te schrijven. Voor alle tentamens van de bacheloropleiding meld je je aan bij het studiesecretariaat van de FPP, via het tentameninformatiesysteem (TISVU). Hiertoe zijn bij de balie van het studiesecretariaat enkele computers geplaatst. Via internet kun je je overigens in principe vanaf elke computer met een internetverbinding aanmelden. Een pincode voor het inloggen in TISVU wordt je toegezonden voor aanvang van de studie. Wie zonder tijdige aanmelding deelneemt aan een tentamen, is 20 euro administratiekosten verschuldigd, contant en in gepaste munt te betalen aan de balie van het studiesecretariaat. Het desbetreffende tentamen wordt pas beoordeeld nadat deze administratiekosten zijn voldaan. Indien dit niet is gebeurd, kan iemand zich niet aanmelden voor de volgende gelegenheid van hetzelfde tentamen. Ziekte van de student vormt geen grond voor het toestaan van afwijkingen in de aanmeldingstermijn. Een print van je aanmeldingsnummer in TISVU, geldt indien nodig als bewijs dat je, je hebt aangemeld. Correspondentie over de aanmelding c.q. toelating tot tentamens dient te worden gericht aan het bestuur van de faculteit, ter attentie van drs. J.H.M. van Gastel. Intrekking van de aanmelding Wil je je aanmelding voor een tentamen intrekken, dan moet je dit tijdig (tot 16.00 uur op de laatste werkdag voor het tentamen) melden bij het studiesecretariaat. 3.5.3
Bekendmaking uitslag tentamens Tentamens behoren binnen twaalf werkdagen na de tentamendatum te zijn nagekeken. Zo mogelijk binnen drie weken, doch uiterlijk na een maand, wordt de student geïnformeerd over de uitslag. Deze wordt bekendgemaakt via het prikbord bij het studiesecretariaat en via TISVU. Via TISVU kan iedere student zelf een overzicht van zijn of haar resultaten afdrukken. Soms worden tentamenreslutaten ook op een andere manier, bijvoorbeeld via Blackboard gepubliceerd. Hieraan kan men echter geen rechten ontlenen (zie OER, artikel 15, lid 3). Telefonisch wordt geen informatie over cijfers gegeven. Alle briefjes met uitslagen die de student rechtstreeks van een docent of afdeling krijgt, moeten óók naar het studiesecretariaat. Tweemaal per jaar ontvangt elke student een overzicht van geregistreerde studieresultaten met het verzoek dat te verifiëren aan de hand van de eigen gegevens.
3.5.4
Afwijkingsmogelijkheden en bijzondere regelingen Voor buitenlandse studenten, topsporters, studenten die bestuurswerkzaamheden verrichten, gehandicapte studenten e.d. zijn er faciliteitenregelingen. Deze regelingen houden in dat de betrokkene gedurende een bepaalde periode kan afwijken van reguliere tentamendata en/of dat de duur van de tentamenafname wordt verlengd. Overleg met de docent is hierbij van groot belang. Voor buitenlandse studenten zijn er soms mogelijkheden om tentamens in een andere taal - meestal in het Engels - af te
Praktische regels ten aanzien van de studie
21
leggen. Voor nadere informatie over dit alles kun je je wenden tot de studieadviseur, tel. (020) 444 8840.
3.6
Recht van beroep Aan de Vrije Universiteit is een beroepsprocedure mogelijk voor studenten die het niet eens zijn met een tentamen- of examenuitslag, de waardering van scripties, werkstukken, verslagen en practica of met de behandeling die zij in dit verband hebben ondergaan. Getoetst wordt of de beoordeling rechtmatig is. Zie ook de beroepsmogelijkheden die zijn vermeld in het instellingsspecifieke deel van het studentenstatuut, dat voor de hele universiteit geldt.
3.7
Afgifte getuigenschriften Zie Regelingen en richtlijnen voor tentamens, artikel 6 (bijlage 1 in deze studiegids). Meer informatie en de oorspronkelijke regelingen kun je vinden in: - WHW, artikel 7.12 vierde lid, 7.13 en hoofdstuk 9; - Statuut VU.
3.8
Richtlijnen voor de B-these en de M-these Bij aanvang van de B-these en M-these moet je een overeenkomst invullen en ondertekenen. Deze is te downloaden vanaf de facultaire website. Voor de overige regelingen en eisen met betrekking tot theses verwijzen we je naar de informatie van de afdelingen die het onderwijs van een bepaald bachelorprofiel of mastertraject of opleiding verzorgen.
3.9
Dossierverklaring Wanneer je je studie beëindigt voordat je het examen hebt gehaald, kun je bij de examencommissie een dossierverklaring verkrijgen, als je ten minste twee studieonderdelen met goed gevolg hebt afgelegd. In de dossierverklaring worden de studieonderdelen vermeld die met goed gevolg zijn afgerond.
3.10
Engelstalige verklaring Bij de uitreiking van het bachelorgetuigschrift ontvangt de student tevens een Engelstalige verklaring dat hij/zij het examen van de bacheloropleiding met goed gevolg heeft afgelegd. Meer informatie en de oorspronkelijke regelingen kun je vinden in: 1. WHW, hoofdstuk 7; 3. Statuut VU; 4. OER; 5. Procedure afgifte getuigschriften, afdeling Studentenadministratie en Onderwijsvoorlichting.
3.11
informatievoorziening Alle studenten worden geacht kennis te nemen van alle officiële berichten van de examencommissie en docenten. Behalve de berichtgeving die rechtstreeks is gericht aan individuele studenten, worden hiertoe ook de mededelingen in deze studiegids en Ad Valvas gerekend en mededelingen die op de website worden geplaatst.
22
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
In deze studiegids zijn opgenomen de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de bachelor- en masteropleiding Psychologie en de 'Regelingen en de richtlijnen van de examencommissie Psychologie'. De OER wordt vastgesteld volgens regels, neergelegd in de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW). In gevallen waarin strijdigheid zou bestaan tussen verschillende berichten is de OER- tekst beslissend. In het algemeen zijn daarnaast de 'Regelingen en richtlijnen van de examencommissie Psychologie' doorslaggevend. Het college- en tentamenrooster is aan het begin van elk semester bij het studiesecretariaat verkrijgbaar. Dit rooster is ook te vinden op de facultaire website, die zo goed mogelijk up-to-date wordt gehouden. Wijzigingen worden tevens gepubliceerd in Ad Valvas. Elke student wordt geacht op de hoogte te zijn van roosterinformatie die via Ad Valvas en/of de website is bekendgemaakt.
Praktische regels ten aanzien van de studie
23
24
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
4
4.1 4.1.1
Studentenvoorzieningen
Onderwijs Studiesecretariaat Op het studiesecretariaat vinden de administratieve werkzaamheden plaats ten behoeve van het onderwijs en de examens. Hier worden bijvoorbeeld de tentamencijfers geregistreerd en de diploma’s klaargemaakt voor studenten die gaan afstuderen. Als student moet je je hier aanmelden voor tentamens. Ook moet je hier je bachelor- en masterdiploma aanvragen. Zodra een student van adres verandert, dient hij of zij dit schriftelijk mee te delen aan de studentenadministratie van de VU. Gebruik hiervoor s.v.p. het mutatieformulier dat bij het studiesecretariaat verkrijgbaar is. Adres studiesecretariaat: Van der Boechorststraat 1, kamer, kamer 0B-69, tel. 444 8800. Openingstijden: dagelijks van 10.45 tot 12.00 en 12.30 tot 14.00 uur. Buiten openingstijden zijn de medewerkers van het studiesecretariaat bezig met alle administratieve en secretariële werkzaamheden die te maken hebben met inschrijving, tentamens, overzichten van studieresultaten, examens e.d. Dit vereist de nodige aandacht en zorg. Daarom willen we iedereen vragen zich aan bovenstaande openingstijden te houden. Iedere student moet zich niet alleen inschrijven bij de Centrale Afdeling Studentenadministratie, maar zich ook aanmelden bij het studiesecretariaat van de faculteit. Begin je met de bacheloropleiding, dan ontvang je bij aanmelding het rooster. Voor de aanmelding bij het studiesecretariaat zijn de volgende zaken nodig: - ingevuld aanmeldingsformulier faculteit; - kopie diploma en cijferlijst van vwo en eventuele vervolgopleiding; - pasfoto.
4.1.2
4.2 4.2.1
Onderwijscoördinatie De coördinator onderwijs & onderzoek bereidt het beleid op de terreinen van onderzoek en onderwijs voor en voert dit uit. Hij is ambtelijk secretaris van commissies op de gebieden onderzoek en onderwijs. Ten aanzien van het onderwijs ligt zijn taak primair op beleids- en programmeringsniveau; als zodanig is zijn taak structuur- en docentgericht. De coördinator onderwijs en onderzoek behandelt tevens de aan het faculteitsbestuur gerichte verzoeken en klachten aangaande de OER. Zie voor adres en telefoonnummer paragraaf 2.3.
Studiebegeleiding Studieadvisering De studieadviseur De studieadviseur heeft, met wisselend accent, een adviserende, hulpverlenende en signalerende taak. Hij heeft een relatief onafhankelijke positie binnen de faculteit. De gegevens die studenten aan hem verstrekken, worden als strikt vertrouwelijk beschouwd. Studentenvoorzieningen
25
Je kunt met de studieadviseur gaan praten als: 1. je een verzoek wilt richten aan de examencommissie (bijvoorbeeld over vrijstellingen, individuele aangelegenheden, studiefaciliteiten etc.); 2. je met een vraag zit over allerlei formele regelingen rond de studie, zoals nadere regelingen vrijstellingen, overgang van de ene opleiding naar de andere opleiding, beroepsprocedures etc.; 3. je met een vraag zit over de individuele invulling van het studieprogramma; 4. je door persoonlijke omstandigheden genoodzaakt bent tot een bijzondere studieplanning; 5. de studie niet wil vlotten door wat voor omstandigheden dan ook, bijvoorbeeld doordat de gekozen opleiding toch niet datgene biedt wat je ervan verwachtte of doordat het je niet lukt je op de studie te concentreren; 6. je klachten en/ of problemen hebt ten aanzien van de facultaire onderwijsorganisatie. De studieadviseur zal dan trachten individuele oplossingen te zoeken en de oorzaak van de klachten en problemen weg te nemen. De studieadviseur kan ook zelf het initiatief nemen tot overleg en je uitnodigen voor een gesprek als hij bijvoorbeeld meent dat je studieresultaten daartoe aanleiding geven. Overigens kunnen alle studenten, ongeacht hun studieresultaten, enkele keren per jaar door hun tutor voor een gesprek over de studie worden benaderd. Zie ook paragraaf 4.2.3. De studieadviseur Psychologie is voor kort overleg en het maken van afspraken voor een uitvoeriger gesprek van maandag tot en met donderdag als volgt bereikbaar: 1. telefonisch van 11.00 tot 12.00 en van 13.30 tot 14.30 uur via tel. 020 - 4448840; 2. inloopspreekuur 13.00 tot 13.30 uur (kamer 0B-73, Transitorium, Van der Boechorststraat 1, 1081 BT Amsterdam).
26
4.2.2
Studiebegeleiding binnen de bachelorprofielen en mastertrajecten en -opleidingen De studiecoördinatoren van de bachelorprofielen en mastertrajecten en opleidingen houden zich specifiek bezig met het adviseren en begeleiden van studenten. De student kan met een studiecoördinator van het bachelorprofiel of de masteropleiding/mastertraject gaan praten als hij of zij meer informatie wil over het studieprogramma van het desbetreffende profiel. Ook kun je daar terecht voor informatie over de beroepsmogelijkheden die deze richting biedt of over de aansluiting van een profiel op de masteropleiding. De gesprekken met deze studiecoördinatoren zijn vertrouwelijk. Bij de beschrijving van de verschillende profielen staat meer informatie over deze studiecoördinatoren.
4.2.3
Mentoraat en tutoraat Mentoraat Studenten in het B3 en de volgende studiejaren nemen nu nog deel aan het mentoraat. Zij hebben kort na aanvang van hun eerste studiejaar een docent als persoonlijk mentor toegewezen. Deze mentor heeft als taak de studievoortgang van een student mede te bewaken en zonodig met de student daarover in contact te treden. Enkele keren per jaar ontvangt de mentor daartoe een schriftelijk overzicht van de
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
studievoortgang van elke aan hem of haar toegewezen student. Dit laat overigens onverlet de studiebegeleiding die studenten kunnen ontvangen via de studieadviseur of de studiecoördinator van een profiel. Tutoraat Met ingang van september 2003 is het mentoraat vervangen door een tutoraat. Elke nieuwe bachelorstudent krijgt nu aan het begin van het jaar een tutor toegewezen. Deze tutor heeft naast de hierboven omschreven “mentortaak” een belangrijke taak in de academische vorming van de studenten. Hij/zij geeft de aan hem toegewezen studenten individueel feedback op opdrachten, vooral schrijfopdrachten, waarmee belangrijke academische vaardigheden worden geoefend. Hij bewaakt tevens de voortgang in de ontwikkeling van deze vaardigheden. De voortgang en bewijsstukken hiervan worden door de student bijgehouden in een portfolio. Groepsgewijze begeleiding Naast een persoonlijk mentoraat kan begeleiding gericht op kleine groepjes (mentorgroepen) of een gehele jaargroep plaatsvinden. Je kunt hierbij denken aan informatiebijeenkomsten over voor de studie relevante onderwerpen zoals organisatie van de faculteit, studieroosters, algemene strategieën voor studieplannen en de faculteitsvereniging. De faculteit kan voor groepsgewijze begeleiding zelf het initiatief nemen, maar ook reageren op verzoeken hiertoe vanuit de facultaire gemeenschap. Hierbij wordt vooral gedacht aan een jaargroep van studenten, de (studenten in de) opleidingscommissie en docenten. Het adres voor het afgeven van deze signalen is de studieadviseur. Meer informatie en de oorspronkelijke regelingen kun je vinden in: - WHW, met name hoofdstuk 7; - Statuut VU; - OER.
4.3
Oriëntatie op de arbeidsmarkt
4.3.1
Oriëntatie op de arbeidsmarkt Gegeven de aard van de arbeidsmarkt voor psychologen en de grote verscheidenheid aan mogelijke loopbanen, is er alle reden om hier al voor het afstuderen over na te denken. In samenwerking met het Centrum voor studie en loopbaan organiseert de faculteit daarom een workshop en een cursus studie en loopbaan. Daarnaast is er jaarlijks een workshop solliciteren.
4.3.2
Workshop voor tweedejaarsstudenten Voor tweedejaarsstudenten die voor de keuze van hun bachelorprofiel staan, wordt elk jaar de workshop Studie en loopbaan georganiseerd. In de workshop leer je: 1. wat je moet weten voor je de arbeidsmarkt op gaat: ‘wie je bent’, ‘wat je wilt’ en ‘wat je kunt’, je moet weten wat de arbeidsmarkt te bieden heeft en wat de (aanstaande) werkgever van jóu wil; 2. hoe je positief over je sterke en zwakke kanten kunt praten; 3. hoe je een netwerk opbouwt.
Studentenvoorzieningen
27
4.3.3
Cursus voor derdejaars bachelorstudenten en masterstudenten Voor derdejaars bachelorstudenten en masterstudenten wordt ieder voorjaar de cursus Studie en loopbaan georganiseerd, bestaande uit vijf avonden. Tijdens de cursus leer je welke zaken voor jou persoonlijk belangrijk zijn bij het maken van loopbaankeuzes en je zoekt uit welke beroepsmogelijkheden er voor jou zijn. Heb je bepaald wat je wilt en kunt, dan zul je jezelf op de arbeidsmarkt moeten presenteren. Dit leer je door middel van oefeningen thuis en in kleine groepen tijdens de bijeenkomsten. Reken voor het maken van de thuisopdrachten op ongeveer een dagdeel per week. Een deel van het programma wordt besteed aan inleidingen over relevante onderwerpen. Tijdens de bijeenkomsten komen ook gastsprekers aan het woord, onder wie afgestudeerden die iets vertellen over hun loopbaan en hun huidige werk.
4.3.4
Workshop solliciteren De workshop solliciteren is bedoeld voor studenten die binnen een halfjaar afstuderen in de psychologie. In de workshop maak je een profielschets, je schrijft een brief en je stelt je curriculum vitae op. Daarna ga je in de groep oefenen met het voeren van een gesprek. Een ervaren selecteur wordt uitgenodigd zodat je je sollicitatievaardigheden kunt uitproberen op iemand uit de praktijk. Tijdens de workshop wordt ook aandacht besteed aan psychologische testen, assessment en arbeidsvoorwaarden. Als afsluiting van de workshop stel je een actieplan op. Van de docent krijg je persoonlijk advies mee.
4.3.5
Inschrijving Tegen de tijd dat de workshop/cursus wordt gegeven, krijgen de studenten voor wie deze bedoeld is een folder in de bus. Je schrijft je in bij het studiesecretariaat van de faculteit. Alle loopbaanactiviteiten worden georganiseerd door de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek en het Centrum voor studie en loopbaan. Ze worden voor een deel door de faculteit gesubsidieerd, maar voor elke activiteit geldt een eigen bijdrage voor de student. Inlichtingen over de cursus en workshops: Afdeling Voorlichting Psychologie en Pedagogiek, tel. 020-444 8897; e-mail:
[email protected]
4.4
Studeren in het buitenland Je kunt tijdens je opleiding een periode aan een buitenlandse universiteit studeren. Minimaal dient men in het buitenland 18 studiepunten te realiseren. Zo kun je niet alleen interessante vakken volgen, maar je maakt ook kennis met een andere manier van onderwijs geven en je verbetert je talenkennis. Daarnaast zal het verblijf in het buitenland een grote invloed hebben op je persoonlijke groei. Je moet een hoop regelen en je zelf zien te redden in een vreemd land. Natuurlijk sta je er niet alleen voor: je zult gemakkelijk vrienden maken onder de andere (uitwisselings)studenten. Alles bij elkaar leer je andere mensen, andere culturen en een ander land kennen, zodat je voortaan met andere ogen naar Nederland zal kijken. Tot slot is het buitenlandverblijf vanwege de academische en sociale ervaring een positief punt op je CV. Binnen het Socratesprogramma (met Erasmus als onderdeel voor het hoger onderwijs) heeft de faculteit heeft met een groot aantal Europese universiteiten
28
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
afspraken gemaakt over de uitwisseling van studenten. Dit betekent dat je gewoon blijft ingeschreven aan de VU en geen collegegeld hoeft te betalen in het buitenland. Ook krijgt je een Socratesbeurs (zo’n 100 Euro per maand) en helpt de ontvangende universiteit je met praktische zaken zoals huisvesting. Soms is het ook mogelijk om naar een Socratespartner van een andere faculteit te gaan. Voor de VS is er het International Student Exchange Program (ISEP). Je kunt ook zelf een universiteit uitzoeken waar je wilt studeren, maar dan moet je zelf je toelating regelen en afspraken maken over het al dan niet betalen van collegegeld. Dit kost vaak veel tijd: begin minimaal een jaar van tevoren. Je kunt in dit geval in aanmerking komen voor een facultaire reiskostenbeurs (de helft van de reiskosten tot een maximum van €455) en een universitaire Fondsendeskbeurs. Raadpleeg verder de beursopener van de Nuffic (www.nuffic.nl). Als je geïnteresseerd bent in een buitenlandse studie neem dan contact op met de internationaliseringsmedewerker Job Mulder (email:
[email protected], telefonisch spreekuur: 020 – 444 8990 dinsdag van 13.00 tot 14.00 uur). Hij kan je dan uitnodigen voor een algemene voorlichtingsbijeenkomst of – als je al specifieke plannen hebt – voor een gesprek. Je kunt ook alvast de brochure Studeren in het buitenland ophalen bij de Studentenbalie in het hoofdgebouw.
4.5 4.5.1
Bibliotheek Algemeen Studenten kunnen gebruik maken van alle diensten van de Universiteits Bibliotheek Vrije Universiteit (UBVU) met hun chipkaart, die geldt als lenerspas. De UBVU bestaat uit een aantal hoofdafdelingen met daarbinnen gespecialiseerde vakbibliotheken. Voor de studenten van de FPP zijn de bibliotheekcollecties Psychologie, Pedagogiek en Bewegingswetenschappen (PP/BW) van speciaal belang. Deze bevinden zich op de tweede verdieping van het hoofdgebouw. Gegevens van de bibliotheek PP/BW: adres: Hoofdgebouw Vrije Universiteit, zaal 2B-02 De Boelelaan 1105, 1081 HV AMSTERDAM telefoon: 020 - 444 5252 e-mail:
[email protected] openingstijden: maandag - vrijdag van 09.00 tot 17.00 uur De bibliotheek PP/BW beschikt over een open magazijn, waardoor je vrij toegang hebt tot boeken en tijdschriften. Ook staan er verschillende computers voor het raadplegen van de UBVU-catalogus en vele andere bestanden. In de bibliotheek PP/BW is gratis foldermateriaal te krijgen met meer informatie over het gebruik van de UBVU-catalogus en andere informatiebronnen, over het lenen bij de UBVU en elders en over de vakbibliotheek PP/BW. De medewerkers van de bibliotheek helpen de bezoekers om antwoorden te vinden op vragen over beschikbare materialen, catalogusgebruik en de talrijke elektronische faciliteiten. Voor onder meer bibliotheekpassen en interbibliothecair leenverkeer is een algemene informatiebalie ingericht op de eerste verdieping van het hoofdgebouw. Centrale Informatiebalie UBVU: adres: Hoofdgebouw Vrije Universiteit, zaal 1A-01 De Boelelaan 1105, 1081 HV Amsterdam telefoon: 020 - 444 5200 Studentenvoorzieningen
29
4.5.2
Cursus Bibliografische Research De bibliotheek verzorgt een cursus Bibliografische Research. Hier leert de student volgens de meest moderne methoden literatuur op te sporen die voor werkstukken, stage, scriptie of ander onderzoek van belang is. De cursus Bibliografische Research wordt gegeven met behulp van internet. De cursus wordt afgerond met een opdracht. Studenten van het B3-jaar moeten deze cursus hebben afgerond voordat ze met hun B-these beginnen. Studenten van het B1-jaar en B2-jaar, die in september 2003 of later met de studie zijn begonnen, moeten de cursus tijdens het eerste semester van het B1-jaar doen. Hierover wordt in september nader informatie verstrekt. Na afloop van de cursus ontvangt de student een certificaat. Dit moet worden overlegd voordat met de scriptie mag worden begonnen. Kijk op Blackboard, of de UBVU-homepage (en daarbinnen: bibliotheekafdeling Psychologie en Pedagogiek) voor meer informatie en voor toegang tot de webcursus.
4.5.3
Computerfaciliteiten Voor practica, onder meer op het gebied van statistiek, methodologie en dataverwerking, zijn computers aanwezig in de computerzalen op de tweede kelderverdieping van het Transitorium (Van der Boechorststraat 1, zalen K2B-75, K2B-79 en K2E-01). Als er geen practica zijn, mogen studenten de computers gebruiken, bijvoorbeeld om een werkstuk of de B-these te schrijven.
4.6
Testdocumentatie De testdocumentatie biedt een uitgebreid overzicht van Nederlandse en de meest bekende buitenlandse tests en vragenlijsten. De testdocumentatie is gevestigd bij de afdeling Arbeids- en Organisatiepsychologie, Transitorium, Van der Boechorststraat 1, kamer 2E-18. Openingstijden: maandag en dinsdag ochtend van 9.00 tot 13.00 uur. Verzoeken voor het gebruik van testmateriaal voor het onderwijs en onderzoek kunnen uitsluitend gedaan worden door afdelingen en dienen te worden gericht aan de assistent-testdocumentatie drs. Marlies de Vries of, in dringende gevallen, aan het secretariaat (tel. 44 48716/48700).het bestand van de testdocumenatie is ook op de website van FPP (www.psy.vu.nl) te vinden onder de kopjes: research; onderwijs. Vandaaruit kan worden doorgeklikt naar testotheek op het web.
4.7
Studieboeken en syllabi Uiterlijk tijdens het eerste contactuur van elk onderdeel wordt de (al dan niet in de studiegids vermelde) literatuur definitief vastgesteld. De syllabi die in deze gids genoemd worden, zijn in de VU Boekhandel verkrijgbaar. De studieboeken zijn uit voorraad leverbaar of kunnen daar worden besteld. Via de VSPVU kunnen boeken tegen gereduceerde prijzen worden gekocht.
4.8
Studiekosten De inschrijving aan de VU is niet afhankelijk van enige andere financiële bijdrage dan het collegegeld of het examengeld. De kosten van studiebenodigdheden voor eigen gebruik, zoals boeken, fotokopieën, materialen en practicabenodigdheden ten behoeve van het onderwijs en de tentamens van de opleiding zijn voor rekening van de student of de extraneus. Meer informatie en de oorspronkelijke regelingen kun je vinden in: - WHW, artikel 7.46 eerste lid. Stages/ onkostenvergoeding De faculteit
30
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
vergoedt geen reiskosten binnen Nederland. Ook voor het volgen van keuzevakken buiten de VU worden binnen Nederland geen reiskosten vergoed.
4.9
Studentenverenigingen en periodieken Vereniging van Studenten Pedagogiek & Psychologie aan de VU (VSPVU) Voor goedkope boeken, ruige feesten, dampende borrels, vooruitstrevende artikelen en spraakmakende lezingen moet je bij de VSPVU zijn. Je kunt lid worden en profiteren van de korting bij de balie. Maar je kunt ook actief worden in een van de vele commissies, want we zijn nu eenmaal een vereniging voor en door studenten. De VSPVU is er puur voor het plezier en kent dus geen vervelende introductie activiteiten. In het Transitorium is de VSPVU-kamer te vinden (K2E-25), vlakbij de computerzaal. De deur is altijd open, koffie en thee zijn gratis. Dus schroom niet en kom eens langs. Je bent altijd welkom! Mogen we ons even voorstellen? De balie Verkoopt boeken tegen flinke kortingen in de VSPVU-kamer en is geopend van maandag tot en met vrijdag van 12.45 tot 13.30 uur. De feestcie Iedere twee weken op donderdagmiddag een borrel in de VSPVU-kamer en niet te vergeten fantastische feesten op locatie in de stad. De LEX (LEzingen- en Excursies) Van de woeste hoogten van de Alpen tot de onmetelijke dieptes van de Bijlmer-bajes, de LEX neemt je overal mee naar toe. De tranz Ons blad verschijnt vier keer per jaar en is gratis. Boordevol met spraakmakende interviews, indrukwekkende gedichten en andere zaken die echt van belang zijn. De tranz is altijd op zoek naar kopij. De illusie De garantie voor een onvergetelijke indruk van en fantastische begeleiding tijdens de IDEE-week en het introductieweekend van de VSPVU. De webcie Om niet achter te blijven in 'cyberspace': www.vspvu.nl De $ponZ Activiteiten kosten geld, maar om het voor onze leden zo goedkoop mogelijk te maken, verzorgt de sponsorcommissie voor de nodige financiële ruggesteun. Het bestuur Coördinerend orgaan, ook voor de zakelijke kant van het verenigingsleven. Daarnaast actief om de commissieleden te stimuleren en te belonen voor hun inzet.
Studentenvoorzieningen
31
Kortom, allerlei activiteiten voor en door studenten die meer willen dan studeren alleen. Is je interesse gewekt, kom dan zeker eens langs! Adres: VSPVU Van der Boechorststraat 1 1081 BT Amsterdam (020) 444 8919
[email protected] CDP Studenten die geïnteresseerd zijn in de wetenschap die zich bezighoudt met het verklaren en beschrijven van de misdaad, kunnen lid worden van de criminologische studentenvereniging Crime Does Pay. CDP is een interfacultaire studentenvereniging die zich vooral richt op studenten van de faculteiten Psychologie en Pedagogiek, Sociaal- Culturele Wetenschappen en Rechten. Oftewel de studierichtingen waarvan het behalen van de propedeuse toegang verschaft tot de doctoraalopleiding criminologie. CDP staat echter open voor alle studenten, ongeacht de gekozen afstudeerrichting of de studiefase waarin je zit. Elk jaar organiseert CDP diverse lezingen, borrels en excursies van criminologische aard, zoals bijvoorbeeld naar de politie of op bezoek in een gevangenis. Lidmaatschapskosten 9,08 euro per jaar inclusief een abonnement op het magazine De Kriminologenkrant (dat twee maal per jaar verschijnt). Inlichtingen: kamer 7A-16 (hoofdgebouw), tel. 020 - 444 6243. E-mail:
[email protected].
4.10
Beroepsverenigingen en instellingen Paedologisch Instituut Postbus 303, 1115 ZG Duivendrecht Bezoekadres: Rijksstraatweg 145, 1115 AP Duivendrecht, tel. 020 - 698 2131 Sectie Psychologie Studenten en het NIP De Sectie Psychologiestudenten (SPS) is een onderdeel van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP). Het NIP is de beroepsvereniging van psychologen met ruim 10.000 leden. Het NIP biedt dienstverlening op het gebied van: ontwikkelingen binnen de psychologieopleiding, postmasteropleidingen, bij- en nascholing, werkgelegenheid, adviezen op het gebied van zelfstandige vestiging, titelbescherming en beroepsethiek. Het NIP-studentlidmaatschap biedt onder meer de volgende voordelen: maandelijkse toezending van het maandblad De Psycholoog met wetenschappelijke artikelen, vacatures en aankondigingen van lezingen en congressen, mogelijkheden om met psychologen uit verschillende werkvelden in aanraking te komen, reductie op entreegelden voor lezingen en conferenties en deelname aan activiteiten van NIPsectoren, secties en werkgroepen. De SPS kent een landelijk bestuur, waarin leden vanuit de verschillende universiteiten plaats hebben. Daarnaast bestaat er in elke universiteitsstad een lokaal SPS-platform. De platforms organiseren excursies, lezingen en bezoeken aan instellingen waar psychologen werkzaam zijn. Ben je geïnteresseerd in het NIP, neem dan contact op met het NIP bureau, telefoon (020) 4106222. Voor studenten bedraagt de contributie 45 euro per jaar (inschrijfgeld: eenmalig 12 euro). Inlichtingen: www.psynip.nl/sps.htm en
[email protected]
32
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Nederlands Instituut van Psychologen, Postbus 9921, 1006 AP Amsterdam, telefoon (020) 4106222, fax (020) 4106221, E-mail:
[email protected].
Studentenvoorzieningen
33
34
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
5
5.1
De bacheloropleiding
Doelstelling van de bacheloropleiding Met de opleiding wordt beoogd zodanige kennis, vaardigheid en inzicht bij te brengen op een bepaald gebied van de psychologie dat de afgestudeerde in aanmerking komt voor een functie op de arbeidsmarkt bachelorniveau of voor een masteropleiding. Van deze doelstelling worden algemene eindtermen afgeleid (die gelden voor alle psychologiestudenten, ongeacht hun profiel) en bijzondere eindtermen (die alleen gelden voor studenten die een bepaalde profiel volgen). De eindtermen worden zelf nader ingevuld door de doelstellingen van de afzonderlijke programmaonderdelen uit de studiegids. De eindtermen zijn opgenomen in de OER.
5.2
Opbouw van de bacheloropleiding De bacheloropleiding Psychologie is opgebouwd uit algemene en specifieke onderdelen. Gezien het wetenschappelijke karakter van de opleiding, wordt veel aandacht besteed aan onderwijs op het gebied van methodeleer en statistiek. De algemene, voor iedere student geldende onderdelen, worden gevolgd in de eerste twee studiejaren en een deel van het derde studiejaar. In het B1-jaar worden, na een algemene Inleiding in de Psychologie, inleidingen verzorgd in de Psychologische basisdisciplines Functieleer, Sociale Psychologie, Ontwikkelingspsychologie en Persoonlijkheidsleer en Persoonlijkheidsonderzoek. Daarnaast maak je in het B1-jaar kennis met de belangrijkste beroepsvelden van de psycholoog: Arbeid en Organisatie, Onderwijs en Opvoeding en Geestelijke Gezondheid en Psychopathologie. In het B1-jaar krijg je ook colleges en practica op het gebied van de Algemene Methodologie en Statistiek. In het B2-jaar wordt de kennismaking met basisdisciplines vervolgd met de vakken Neuropsychologie, Biologische Psychologie en Interculturele Psychologie. Op het gebied van methodeleer en statistiek zijn de onderdelen Onderzoeksmethoden I: Dataverzamelingstechnieken en Onderzoeksmethoden II: Data-analysetechnieken geprogrammeerd. Voorts kent het B2-jaar het vak Communicatie. Ook kent het B2jaar een keuzemoment: uit een totaal van vijftien thema’s afkomstig uit alle hier gedoceerde deeldisciplines van de Psychologie, mag je er een vrij kiezen. Met het oog op de algemene academische vorming wordt in dit jaar het vak Filosofie aangeboden. Ook het B3-jaar kent nog enkele algemene onderdelen, bijvoorbeeld Encyclopedie van de Psychologie, waarin wordt ingegaan op de wetenschapstheoretische en historische achtergronden van de Psychologie. Ook in dit studiejaar wordt veel aandacht gegeven aan onderwijs op het gebied van de methodologie. Hiernaast komt ook de diagnostiek ruimschoots aan bod. Met het onderdeel Opzetten van Onderzoek, dat uitmondt in de B-these, legt de student een proeve van bekwaamheid af in het onder begeleiding uitvoeren van een empirisch wetenschappelijk onderzoek. Opzetten van Onderzoek en de B-these behoren tot het profielspecifieke deel van het bachelorprogramma. Het profielspecifieke gedeelte van de studie wordt gevormd door een van de onderstaande profielen die een student kan kiezen. 1. Arbeids- en Organisatiepsychologie; 2. Biologische Psychologie; 3. Cognitieve Psychologie; De bacheloropleiding
35
4. 5. 6. 7. 8.
Kinder- en Jeugdspychologie; Klinische Psychologie; Neuropsychologie; Sociale Psychologie; Vrije variant.
Je dient aan de examencommissie Psychologie in de maand april van het tweede studiejaar door te geven welk profiel je wenst te gaan volgen door een formulier in te vullen dat op het studiesecretariaat van de faculteit is te verkrijgen en daar weer moet worden ingeleverd. Een mededeling in Ad Valvas herinnert je hieraan. Behalve voor een specifiek profiel, kan de student ook kiezen voor een zogenaamde vrije variant. Hij stelt dan uit de bestaande vakkenpakketten van de verschillende profielen een examenprogramma samen en legt dat ter goedkeuring aan de examencommissie voor. Studenten die van deze mogelijkheid gebruik willen maken, wordt geadviseerd contact op te nemen met de studieadviseur.
5.3
Overzicht van de bacheloropleiding tabel 5.1 Overzicht van de bacheloropleiding 1e jaar B1-jaar B1-programma
5.4
Sp. 2e jaar B2-jaar 60 B2-programma
Sp. 3e jaar B3-jaar 60 Algemeen B3programma Programma B3profiel B-these
Sp. 24 24 12
Eindtermen De eindtermen staan vermeld in artikel 3 van de OER (Bijlage 2,3 en 4)
5.5
Jaarindeling Het studiejaar kent geen semesterindeling, maar is ingedeeld volgens de uniforme jaarindeling van de Vrije Universiteit, het zogenaamde 8-8-4/8-8-4 systeem. Dat wil zeggen: twee perioden van twintig weken, met elk twee perioden van acht weken en een van vier weken. In de twee achtweekse perioden lopen twee studieonderdelen parallel, in de vierweeks periode wordt één enkel studieonderdeel verzorgd. Na elke acht- of vierweekse periode volgt een tentamenweek. In enkele gevallen zijn periodes of delen daarvan samengevoegd. Dit is bijvoorbeeld het geval bij Statistiek in het B1jaar. Dit studieonderdeel is over 12 weken geprogrammeerd: de tweede achtweekse en de eerste vierweekse periode. Parallel daaraan zijn twee onderdelen geprogrammeerd die elk 6 weken lopen. Er wordt naar gestreefd om tentamenweken “onderwijsluw” te houden. Niet alle tentamens vallen overigens precies in de tentamenweken.
36
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
tabel 5.2: Jaarindeling 2004/2005 Periode Zomervakantie 2004 Herkansingen 2003/2004 Semester 1 Kerstvakantie Semester 2 Zomervakantie 2005 Herkansingen 2004/2005 tabel 5.3: Feestdagen Goede vrijdag Pasen Koninginnedag Bevrijdingsdag Hemelvaart Pinksteren 5.5.1
Begin t/m einde 12 juli t/m 29 augustus 2004 2 t/m 31 augustus 2004 6 september 2004 t/m 4 februari 2005 27 december 2004 t/m 7 januari 2005 7 februari t/m 31 augustus 2005 4 juli t/m 31 augustus 2005 1 t/m 29 augustus 2005
Vrijdag 25 maart 2005 Zondag 27 maart en maandag 28 maart 2005 Zaterdag 30 april 2005 Donderdag 5 mei 2005 Donderdag 20 en vrijdag 21 mei 2005 zondag 15 mei maandag 16 mei 2005
Verdeling van de studielast De studielast is de hoeveelheid studietijd die nodig is om de doelstellingen van het onderwijsprogramma te realiseren, uitgedrukt in studiepunten van 28 uur. Een onderwijsonderdeel met een studielast van zes studiepunten bijvoorbeeld, behelst een studietijd van 6 x 28 uur = 168 uur. Het totale aantal studiepunten voor de bacheloropleiding bedraagt minimaal 180 (je mag altijd meer doen). Elk collegejaar omvat 40 weken, hetgeen gelijk is aan 60 studiepunten. Er wordt in de programmering van uitgegaan dat per week ongeveer 40 uur aan studeren wordt besteed. Collegevrije uren moeten dan ook niet worden opgevat als vrije 'tussenuren', maar als tijd voor zelfstudie. In de Onderwijs- en Examen Regeling en in deze studiegids wordt per studieonderdeel het aantal studiepunten vermeld. Bij het vaststellen van het aantal bladzijden dat de student geacht wordt per studie-uur onder de knie te krijgen, wordt rekening gehouden met twee factoren: 1. de moeilijkheidsgraad van de stof (van een inleidend werk in de Nederlandse taal tot een diepgravend artikel in een vreemde taal); 2. de mate van bestudeerintensiteit (van oppervlakkige en globale kennisname tot grondige en gedetailleerde bestudering). Voor literatuur die qua moeilijkheidsgraad en mate van bestudeerintensiteit hoog is worden twee à drie bladzijden per uur gerekend; voor literatuur die qua moeilijkheidsgraad en bestuderingsintensiteit als gemiddeld wordt beschouwd, wordt uitgegaan van zes pagina's per uur. Literatuur waarvan de moeilijkheidsgraad en de bestudeerintensiteit laag is, is goed voor zeven à acht pagina's per uur. Indien niet expliciet anders vermeld maakt de collegestof deel uit van de tentamenliteratuur, ook indien deze niet in de opgegeven literatuur aan de orde komt.
5.5.2
Het rooster Voor het begin van elk semester wordt het rooster bekendgemaakt, aan de hand waarvan de student kan zien waar en wanneer een bepaald onderdeel zal worden De bacheloropleiding
37
verzorgd. Het rooster kan tijdens het studiejaar wel eens worden gewijzigd en het is daarom van groot belang mededelingen in Ad Valvas en op de website (www.psy.vu.nl) te volgen. Als een bericht in Ad Valvas en/of op de website heeft gestaan, wordt elke student geacht hiervan op de hoogte te zijn. De roosters op de facultaire website worden regelmatig bijgewerkt. Het is daarom belangrijk dat u gedurende het studiejaar regelmatig het rooster op internet raadpleegt, deze is te vinden op www.psy.vu.nl.
38
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
6
6.1
Het eerste bachelorjaar
Inleiding De doelstelling van het B1-jaar De doelstellingen van het B1-jaar Psychologie luidt als volgt: 1. algemene oriëntatie op de methodologische achtergronden van de psychologie; 2. een inhoudelijke oriëntatie op de psychologische basisdisciplines; 3. een inhoudelijke oriëntatie op de belangrijkste toepassingsgebieden van de psychologie. De functie van het B1-jaar Het B1-jaar heeft een oriënterende, selecterende en verwijzende functie. Met de oriënterende functie wordt bedoeld dat het B1-jaar inzicht moet verschaffen in wat het vak psychologie inhoudt en op welke wijze dat vak op de VU vorm en inhoud krijgt. De selecterende functie is bedoeld om de student te helpen om te bepalen of hij of zij geschikt is voor de bacheloropleiding Psychologie. De studieadvisering en begeleiding zijn hierop afgestemd. De selectie zelf krijgt grotendeels vorm in de tentaminering en toetsing van de onderdelen in het onderwijsprogramma. In aansluiting op beide voornoemde functies wordt onder de verwijzende functie van het B1-jaar verstaan de ondersteuning van de student bij het maken van een keuze voor een ander vakgebied, bijvoorbeeld omdat: psychologie bij nader inzien toch niet is wat de student eigenlijk wil studeren; hij of zij verkiest het vak op een minder academische en meer praktische wijze te bestuderen (zoals bij een beroepsopleiding het geval is); de geschiktheid voor het vak of het niveau van het vak niet aan blijkt te sluiten bij de belangstelling van de student. Het B1-programma Het B1-programma omvat naast een algemene inleiding in de psychologie, inleidingen in de vier basisdisciplines van de psychologie: functieleer, sociale psychologie, ontwikkelingspsychologie, en persoonlijkheidsleer en persoonlijkheidsonderzoek. Deze inleidingen hebben een intensief karakter, waarbij naast hoorcolleges ook met verplichte practica wordt gewerkt. Ook Algemene Methodologie en Statistiek kennen verplichte practica.
6.1.1
Het studieadvies Aan het eind van het eerste studiejaar ontvangt elke bachelorstudent een niet bindend advies over het al dan niet voortzetten van de studie. Dit advies wordt uitgebracht door de examencommissie en is gebaseerd op het behaalde aantal studiepunten voor de B1-vakken. Voor het advies wordt dit uitgedrukt als percentage van het maximaal te behalen aantal studiepunten voor deze vakken. Er zijn drie typen advies: 1. Doorgaan (> 66% behaald). De student kan, als hij in dit tempo doorstudeert, binnen viereneenhalf jaar de studie voltooien. De student wordt geadviseerd de studie voort te zetten. 2. Waarschuwing (25 – 66% behaald). De student loopt bij ongewijzigd studietempo het gevaar de studie niet te kunnen
Het eerste bachelorjaar
39
voltooien binnen viereneenhalf jaar. De student wordt opgeroepen voor een gesprek over de studieplanning met zijn/haar mentor en/of de studieadviseur. 3. Herbezinning (< 25%). De studievoortgang biedt weinig uitzicht dat de studie binnen viereneenhalf jaar voltooid kan worden. De student wordt geadviseerd de studie te staken, gegeven de resultaten. De student wordt opgeroepen voor een gesprek om hierover met de studieadviseur te praten en wordt zonodig doorverwezen naar de studentendecanen. Aan het advies gaat een pre-advies vooraf. Dit wordt in de maand januari gegeven, eveneens op basis van het percentage behaalde studiepunten. Er zijn twee typen advies: 1. Geen waarschuwing (> 50% behaald). De student zal, als hij in dit tempo doorstudeert, het eerste bachelorjaar binnen een of twee jaar kunnen doorlopen. 2. Waarschuwing (0 – 50% behaald). De student zal bij een ongewijzigd studietempo het eerste bachelorjaar niet binnen twee jaar kunnen doorlopen. De student wordt door zijn mentor opgeroepen voor een gesprek over de studieplanning. Bij zowel het advies als het pre-advies wordt zonodig tevens aandacht besteed aan de invloed die persoonlijke omstandigheden (bijvoorbeeld chronische ziektes, handicaps, het bedrijven van topsport) kunnen hebben op de studievoortgang. Voor het studiejaar 2005/2006 overweegt de faculteit een bindend studieadvies in te voeren. "Bindend" betekent dat de student niet van het advies mag afwijken en, indien het advies zo luidt, de opleiding moet staken.
6.2
Programma B1-jaar Onderstaand het B1-jaar in schema en de vakbeschrijvingen van het eerste bachelorjaar. Vakcode 811001 811009 811003 811007 811002 811008 811005 811006 811004 811010 811011
naam code studiepunten contacturen periode 40
Vaknaam Algemene Methodologie Arbeid en Organisatie Functieleer Geestelijke gezondheid en Psychopathologie Inleiding Psychologie Onderwijs en Opvoeding Ontwikkelingspsychologie Persoonlijkheidsleer en Persoonlijkheidsonderzoek Sociale Psychologie Statistiek (A) Statistiek (B)
Stp. 6 6 6 6
Periode 1 5 2 en 3 5
6 6 6 6
1 6 4 4
6 6 6
2 2 en 3 2 en 3
Algemene Methodologie 811001 6 168 (3 schriftelijk tentamen, 20 practicum, 20 hoorcollege, 125 zelfstudie) 1 Bachelor- en masteropleiding Psychologie
docenten dr. S.A. Los; dr. W. Donk doel Kennismaking met de methoden van empirisch onderzoek met de bedoeling de student in staat te stellen onderzoek in methodologisch opzicht te evalueren. Tevens worden studenten bekend gemaakt met de wijze waarop wetenschappelijke verslaglegging plaatsvindt. inhoud Aan de orde komen: - wetenschapstheorie; - beschrijvend, explorerend en toetsend onderzoek; - empirische cyclus; - meetschalen; - betrouwbaarheid; - validiteit; - steekproef en populatie; - onafhankelijke, afhankelijke en controle variabelen; - contaminerende variabelen; random error; - binnen-proefpersonen en tussen-proefpersonen designs; - factoriële, kleine-N en quasi-experimentele designs. - de plaats van statistiek werkwijze Hoorcolleges en practica De cursus bestaat uit 10 hoorcolleges en 10 blackboard practica, die afwisselend zullen worden aangeboden. Elk practicum bestaat uit een quiz, waarin de student zijn/haar kennis toetst van de kernbegrippen die tijdens het voorafgaande hoorcollege zijn geïntroduceerd. Het eerste deel van de cursus (6 hoorcolleges en 6 practica) is gebaseerd op het boek van Elmes et al., en betreft een algemene introductie in de methodologie. Het tweede deel van de cursus (4 hoorcolleges en 4 practica) is gebaseerd op de syllabus, en illustreert hoe methodologische principes worden toegepast in het onderzoek aan de hand van enkele onderzoeksartikelen die representatief zijn voor de verschillende subdisciplines en onderzoeksmethoden van de psychologie. Tijdens de hoorcolleges zal hierbij de manier van wetenschappelijke verslaggeving en de rol van inferentiële statistiek in het onderzoek worden toegelicht. Tijdens de practica passen studenten de opgedane kennis toe door zelf enkele onderzoeken te evalueren. literatuur Elmes, D.G., Kantowitz, B.H., & Roediger, H.L. (2003). Research methods in psychology (7th edition). Pacific Grove: Brooks/Cole Publishing Company.Belmont: Wadsworth/Thomson Learning. Los, S.A. & Donk, W. Syllabus Algemene Methodologie. toetsing Schriftelijk tentamen met multiple-choice vragen. opmerkingen • Voor deelname aan het tentamen is een voldoende practicumresultaat vereist. • Het behaald hebben van deze cursus is entreevoorwaarden voor OM I in het B2-jaar onderwijs hoorcollege practicum zelfstudie naam code docent studiepunten
Arbeid en Organisatie 811009 prof.dr. H. van der Flier (coördinator) 6
Het eerste bachelorjaar
41
contacturen 168 (3 tentamen, 28 hoorcollege, 137 zelfstudie) periode 5 doel Kennismaking met onderwerpen op het gebied van de Arbeids- en Organisatiepsychologie. inhoud Inleiding in de psychologie van arbeid en organisatie. Overzicht van probleemgebieden, onderzoeksmethoden en praktische toepassingen. werkwijze Hoorcolleges. literatuur • Arnold, J., Cooper, C.L. and Robertson, I.T. (1998), Work Psychology. Understanding human behaviour in the workplace (4th Ed.) London: Pitman Publishing • Collegestof. Pagina's: ongeveer 500 toetsing Schriftelijk tentamen. onderwijs hoorcollege zelfstudie naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
inhoud
werkwijze
42
Functieleer 811003 6 168 (15 paper, 3 tentamen, 15 practicum, 24 hoorcollege, 109 zelfstudie, 2 ondersteunend college) 2 en 3 prof.dr. J.L. Theeuwes; dr. C.N.L. Olivers Kennismaking met de psychologische functieleer: de studie van algemene menselijke gedragsfuncties, zoals waarnemen, leren, geheugen, taal, beslissen, probleem-oplossen, aandacht en motoriek. In de cursus worden o.a. de biologische basis van gedrag, perceptie, aandacht, reactieprocessen en signaaldetectie besproken. Ook komen het geheugen, taal, beslissen en probleemoplossen aan de orde. Hoorcolleges, Blackboardpractica via de computer, schrijven van een paper over de resultaten van een zelfgedaan experiment, responsiecollege. Hoorcolleges: Er zijn in totaal 12 hoorcolleges waarin de stof op hoofdlijnen wordt doorgenomen. Blackboardpractica via de computer: Naast de colleges zijn er 10 practica. Bij elk practicum worden via de computer een aantal vragen over de behandelde stof gesteld en doet de student zelf mee aan een aantal experimenten of demonstraties die representatief zijn voor bepaalde soorten onderzoek (b.v. op het gebied van signaaldetectie, visuele waarneming, taal, geheugen en neurale netwerken). De practica zullen worden gegeven in de computerruimte van FPP. Elke student zal een eigen computer tot zijn/haar beschikking hebben en via een unieke inlognaam inloggen. De student krijgt voor elk behaald practicum een punt. Het totaal aantal punten voor de practica bepaalt 10% van het eindcijfer. Paper: Tegen het eind van de cursus maakt elke student individueel een kort, paper over een zelfstandig uitgevoerd experiment. Het paper bevat de volgende onderdelen: titel, samenvatting, inleiding, methode, resultaten, discussie en referenties. Het paper wordt zowel op inhoud als op vorm beoordeeld. Het cijfer telt eveneens voor 10% mee bij de bepaling van het eindcijfer. Het paper wordt electronisch ingeleverd via Blackboard. Responsiecollege: De collegereeks eindigt met een responsiecollege, waarin studenten vragen over de stof aandragen ter voorbereiding van het tentamen.
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
•
Ashcraft, M.H. (2002). Cognition. Upper Saddle River, NY: Prentice Hall. • Syllabus Inleiding Functieleer 2003/2004 toetsing tentamen paper Multiple choice tentamen. Het tentamen telt voor 80% mee bij de bepaling van het eindcijfer, 10% wordt bepaald door de punten voor de practica en 10% door het cijfer voor het paper. Het eindcijfer wordt afgerond op gehele getallen. opmerkingen Alle studenten volgen in principe alle onderdelen van de cursus (dit geldt ook voor AI studenten). Deelname aan de practica en het paper is verplicht. Dit betekent dat minstens één practicum voldoende gemaakt, en een paper ingeleverd moet zijn, wil het tentamencijfer (vermenigvuldigd met bijbehorend gewicht) toegekend worden. Deelresultaten blijven in principe één jaar geldig. Aan practicum en paper moet tijdens de cursus voldaan worden en kunnen niet worden ingehaald of overgedaan. Eventuele vrijstellingen kunnen schriftelijk aangevraagd worden bij de Examencommissie van de Faculteit Psychologie en Pedagogiek. Verdere details staan in de syllabus. onderwijs hoorcollege practicum zelfstudie ondersteunend college literatuur
naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing onderwijs
Geestelijke gezondheid en Psychopathologie 811007 6 168 (3 tentamen, 36 hoorcollege, 129 zelfstudie) 5 prof.dr. W.J.M.J. Cuijpers Kennismaking met opvattingen en kennis omtrent geestelijke gezondheid en abnormaal psychisch functioneren. Tijdens hoorcolleges wordt een overzicht gegeven van opvattingen en kennis over geestelijk gezond functioneren van mensen, over normaal en abnormaal functioneren, over voorwaarden van normaal functioneren, over processen van verstoring en herstel, over protectieve en risicofactoren bij kinderen, volwassenen en ouderen, over biologische aspecten van normaal en afwijkend functioneren, over de ontwikkeling van stoornissen bij kinderen en adolescenten, over aanpassing, stress, kwetsbaarheid en draagkracht, over arbeid en geestelijke gezondheid, over posttraumatische stress en slachtofferhulp, angststoornissen, eetstoornissen, psychose en schizofrenie, autisme, persoonlijkheidsstoornissen, seksuele stoornissen, verslavingen, dementie, delier en cognitieve stoornissen, en over de geestelijke gezondheidszorg. Hoorcolleges. • Geestelijk Gezond? VU Boekhandel (syllabus-afdeling); • verdere literatuur wordt nader bekend gemaakt. tentamen Multiplechoicetentamen en/of en juist/onjuist-vragen. hoorcollege
Het eerste bachelorjaar
43
zelfstudie naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen
onderwijs
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
44
Inleiding Psychologie 811002 6 168 (3 tentamen, 32 hoorcollege, 133 zelfstudie) 1 dr. W. Donk Een eerste kennismaking met het vakgebied psychologie. Na een inleiding (theorievorming binnen de psychologie, onderzoeksmethoden) en het opfrissen van enkele begrippen uit de biologie, komt het menselijk functioneren aan de orde (waaronder: leren, waarneming, geheugen en denken). Hierna volgt een rondreis langs enkele disciplines binnen de psychologie: de Sociale Psychologie, de Ontwikkelingsleer, de Persoonlijkheidsleer, de Psychodiagnostiek en de Klinische Psychologie. Hoorcolleges Gleitman, H., Fridlund, A.J., & Reisberg, D. (2004). Psychology (6th edition). New York: Norton & Company Inc. Schriftelijk tentamen met multiple-choice vragen. Dit studieonderdeel is pas behaald als behalve een voldoende voor het tentamen ook een voldoende is behaald voor de aan dit onderdeel gekoppelde opdracht in het kader van het tutoraat. hoorcollege zelfstudie Onderwijs en Opvoeding 811008 6 160 (3 tentamen, 20 hoorcollege, 137 zelfstudie) 6 prof.dr. J.M. Koot (coördinator) Inleiding in de werkvelden onderwijs en opvoeding. Kennismaking met methoden van diagnostiek, begeleiding en interventie van problemen die zich voordoen in de context van onderwijs en opvoeding: gedragsproblemen, emotionele problemen, ontwikkelings- en leerproblemen. Invloed van school en gezin. In de eerste 8 college-uren wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste werkvelden waarin de expertise van de psycholoog wordt ingezet: stimulering van cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling; diagnostiek, evaluatie, begeleiding en interventie bij cognitieve, emotionele, leer- en gedragsproblemen en de daarvoor ontwikkelde protocollen voor diagnostiek en interventie. Daarnaast wordt een drietal exemplarische onderwerpen verder uitgediept (elk 4 college-uren): 1. Dyslexie; 2. Opgroeien met een onbekende vader; 3. Pesten op school. Hoorcolleges • Goldberg, S. (2000) Attachment and development, London: Arnold. • Aanvullende literatuur wordt opgegeven via BlackBoard. tentamen
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Multiple choice tentamen • De colleges worden verzorgd door docenten van de afdelingen ontwikkelingspsychologie en orthopedagogiek. • Dit studieonderdeel is pas behaald als behalve een voldoende voor het tentamen ook een voldoende is behaald voor de aan dit onderdeel gekoppelde opdracht in het kader van het tutoraat. onderwijs hoorcollege zelfstudie
opmerkingen
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen onderwijs
Ontwikkelingspsychologie 811005 6 168 (3 tentamen, 16 practicum, 24 hoorcollege, 125 zelfstudie) 4 prof.dr. J.M. Koot Kennisname van de ontwikkeling tot aan de volwassenheid op de belangrijkste deelgebieden van de ontwikkelingspsychologie, de belangrijkste theorieën en onderzoeksmethoden op het niveau van een inleidende tekst. Behandeld worden het verschijnsel ontwikkeling en de daarbij horende paradigma's. In de colleges vindt een uitwerking plaats van enkele theorieën, onderzoeksmethoden en hoofdlijnen van het feitelijk verloop van de motorische, perceptuele, cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling tot aan de volwassenheid. Hierbij komen onder meer de volgende thema's aan de orde: erfelijkheid; prenatale periode en geboorte; lichamelijke groei en motorische vaardigheden; perceptie en leren; cognitieve ontwikkeling; intelligentie; taalontwikkeling; emotionele ontwikkeling; zelfbeeld; morele ontwikkeling; geslachtsrolontwikkeling; omgeving: gezin, school en leeftijdgenoten. In de practica wordt aan de hand van de literatuur en zoekopdrachten een essay geschreven. hoorcollege en practicum Berk, L.E. (2003). Child development. Boston: Allyn & Bacon. (Alleen Sixth Edition) Multiple-choice tentamen. Practicumopdracht, afgesloten met een essay. Dit vak wordt door studenten psychologie en pedagogiek gevolgd. hoorcollege practicum zelfstudie
naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
Persoonlijkheidsleer en Persoonlijkheidsonderzoek 811006 6 168 (3 tentamen, 12 werkcollege, 24 hoorcollege, 129 zelfstudie) 4 prof.dr. A.J.F.M. Kerkhof (coördinator); dr. J.A. Feij; prof.dr. D.I. Boomsma Kennismaking met de diverse persoonlijkheidstheorieën en de bijbehorende diagnostische methoden. inhoud Tijdens hoorcolleges wordt een overzicht gegeven van de theoretische perspectieven van waaruit de menselijke individualiteit kan worden bestudeerd. Daarnaast worden de methoden en technieken voor de meting
Het eerste bachelorjaar
45
werkwijze literatuur
toetsing
opmerkingen onderwijs
van persoonlijk-heidskenmerken besproken. Door middel van practicumopdrachten maken de studenten kennis met persoonlijkheidstests en vragenlijsten, en met gedragsgenetisch onderzoek naar persoonlijkheid. De practicumopdrachten worden samen met een studiegenoot uitgevoerd en afgerond met een eindwerkstuk, een persoonsbeschrijving van de studiegenoot. 12 hoorcolleges en 7 practicumbijeenkomsten. • Carver, C.S., and Scheier, M.F. (2004), Perspectives on personality (5th Ed.). Boston: Allyn & Bacon; • Studiehandleiding Persoonlijkheidsleer en Persoonlijkheidsonderzoek (verkrijgbaar bij VU-boekhandel). Pagina's: 550 Multiple-choicetentamen. Practicumopdrachten, afgesloten met een eindwerkstuk. De eindbeoordeling voor de cursus is het tentamencijfer; dit wordt pas geldig wanneer de practicumopdrachten zijn uitgevoerd en het eindwerkstuk als voldoende is beoordeeld. Aanwezigheid bij de practicumbijeenkomsten is verplicht. Door afwezigheid dupeert men niet alleen zichzelf maar ook de medestudent. hoorcollege werkcollege zelfstudie
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Sociale Psychologie 811004 6 160 (3 tentamen, 12 werkcollege, 24 hoorcollege, 121 zelfstudie) 2 dr. C. Finkenauer Het doel van deze cursus is inzicht geven in de sociaal-psychologische benadering van (theoretische en praktische) vraagstukken die betrekking hebben op het functioneren van mensen in hun sociale omgeving. inhoud In de hoorcolleges wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste onderwerpen binnen de sociale psychologie, door te laten zien hoe "klassieke" studies aanleiding hebben gegeven tot het ontwikkelen van inzichten met betrekking tot het functioneren van personen in hun sociale omgeving. Onderwerpen die aan de orde komen hebben betrekking op: Sociaal denken: hoe ontstaan indrukken over anderen, hoe vormen we onze meningen, hoe interpreteren we ons eigen gedrag, wat is de invloed van ons taalgebruik op de manier waarop we over anderen denken; Sociale invloed: waarom passen mensen zich aan bij anderen, hoe kun je mensen ergens van overtuigen, waarom gedragen mensen zich in een groep anders dan wanneer ze alleen zijn, laten vrouwen zich gemakkelijker beïnvloeden dan mannen, hoe ontstaan statusverschillen tussen mensen; Sociale relaties: waarom gedragen mensen zich agressief tegenover anderen, hoe kun je dat tegengaan, onder wat voor omstandigheden zijn we geneigd een ander wel (of juist niet) te helpen, hoe ontstaan vriendschappen tussen personen, hoe ontstaan vooroordelen ten opzichte van groepen mensen, kun je discriminatie tegengaan? In de practicumbijeenkomsten wordt aandacht besteed aan
46
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
praktijkvraagstukken, sociale vaardigheden en onderzoeksvaardigheden. werkwijze Hoorcolleges met demonstraties, en practicum met opdrachten en demonstraties. literatuur • Smith, E.R. & Mackie, T.M. (1999) Social Psychology, 2e druk. Worth Publishers, New York. • Syllabus. toetsing Multiple-choice tentamen. Individueel en in kleine groepen uit te werken opdrachten. opmerkingen Aanwezigheid bij de practicum bijeenkomsten is verplicht. onderwijs hoorcollege werkcollege zelfstudie naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
opmerkingen
onderwijs
Statistiek (A) 811010 6 168 (3 tentamen, 24 werkcollege, 48 hoorcollege, 93 zelfstudie) 2 en 3 dr. S.E. Huismans (coördinator); ing. H.C. van Baaden; drs. R. Konijn; dr. M. Meeter Voldoende kennis van kansrekening en statistiek te verwerven om: 1. in de vakliteratuur beschreven onderzoek op de statistische aspecten kritisch te kunnen beoordelen; 2. zelfstandig (eenvoudig) empirisch onderzoek te kunnen opzetten. Inleiding beschrijvende statistiek en kansrekening. De theorie van steekproeftrekken, schatten en toetsen, bepalen van steekproefomvang en onderscheidingsvermogen. Hoorcolleges en practicum. Wonnacott, R.J. & Wonnacott, Th.H., Introductory Statistics (5th ed.); Schriftelijk tentamen. Het eindcijfer van de cursus kan behaald worden via een intensieve en extensieve variant. Bij de extensieve varant wordt het eindcijfer gebaseerd op een tentamen over de gehele stof. Bij de intensieve variant wordt het eindcijfer gebaseerd op het cijfer bepaald voor deeltoets 1 (20%), het cijfer voor de Blackboardtoetsen (10%) en het cijfer voor deeltoets 2 (70%, minimaal een 5) onder de voorwaarde dat het practicum voldoende is gevolgd. • Voor studenten die beschikken over en goede wiskundige vaardigheid en die van plan zijn later in hun studie een research-traject te kiezen, is het aan te bevelen de B-variant van het statistiekonderwijs te volgen, met het oog op de geavanceerde statistiekmodules later in de opleiding. • Het behaald hebben van Statistiek vormt de entreevoorwaarde voor de Avariant van het onderdeel Onderzoekmethoden II: data-analyse (B2-jaar). hoorcollege zelfstudie werkcollege
Het eerste bachelorjaar
47
naam code studiepunten periode docent doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing
opmerkingen
48
Statistiek (B) 811011 6 2 en 3 B. de Bruyn Voldoende kennis van kansrekening en statistiek te verwerven om: 1. in de vakliteratuur beschreven onderzoek op de statistische aspecten kritisch te kunnen beoordelen; 2. zelfstandig (eenvoudig) empirisch onderzoek te kunnen opzetten; 3. met gespecialiseerde adviseurs over meer geavanceerde technieken te kunnen communiceren; Inleiding beschrijvende statistiek, combinatoriek en kansrekening. De theorie van steekproeftrekken, schatten en toetsen, bepalen van steekproefomvang en onderscheidingsvermogen. Hoorcolleges en practicum. Neeleman, D. en Bolhuis, J. van, Kansrekening en Statistiek (interne uitgave). Schriftelijk tentamen. Het eindcijfer wordt bepaald ofwel gebaseerd op één tentamen over de gehele stof ofwel op de combinatie van deeltoets 1 (20%) en deeltoets 2 (80%). • Voor studenten die beschikken over een goede wiskundige vaardigheid en die van plan zijn later in hun studie een research-traject te kiezen, is het aan te bevelen de B-variant van het statistiekonderwijs te volgen, met het oog op de geavanceerde statistiekmodulen later in de opleiding. • Studenten die willen deelnemen aan deze cursus dienen eerst de voortoets wiskunde af te leggen. • Het behaald hebben van Statistiek vormt de entreevoorwaarde voor de Bvariant van het onderdeel Onderzoekmethoden II: data-analyse (B2-jaar).
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
7
7.1
Het tweede bachelorjaar
Inleiding De overstap van eerste naar tweede bachelorjaar Het tweede bachelorjaar is gemeenschappelijk voor alle bachelorstudenten psychologie en omvat 60 studiepunten.Om met het tweede bachelorjaar te mogen beginnen, moet je van het programma van het eerste bachelorjaar minimaal 42 studiepunten hebben gehaald. Voor Statistiek geldt, dat het tentamen behaald moet zijn om deel te mogen nemen aan Onderzoeksmethoden II: data-analysetechnieken. Het behaald hebben van Algemene Methodologie is voorwaarde voor deelname aan Onderzoeksmethoden I: dataverzamelingstechnieken. Doelstellingen B2-jaar 1. afronding van de noodzakelijke basiskennis (Biologische Psychologie, Interculturele Psychologie); 2. nadere oriëntatie op de subdisciplines binnen de Psychologie (Biologische Psychologie, Klinische Neuropsychologie, Interculturele Psychologie); 3. verbreding van het gezichtsveld (Filosofie); 4. gedegen inleiding in methoden van onderzoek en statistiek.
7.2
Programma B2-jaar Onderstaand het B2-jaar in schema en de vakbeschrijvingen van het tweede bachelorjaar. Vakcode 812006 812037 812020 812026 812017 812015
812005 812031
Vaknaam Biologische Psychologie Communicatie Filosofie Interculturele Psychologie Neuropsychologie Onderzoeksmethoden I: Dataverzamelingstechnieken (Research Methods I: Data collection) Onderzoeksmethoden II-A: Dataanalysetechnieken Onderzoeksmethoden II-B: Dataanalysetechnieken
Stp. 6 6 6 6 6 12
Periode 1 4 3 1 4 2
12
5 en 6
12
5 en 6
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Biologische Psychologie 812006 6 168 (3 tentamen, 36 hoorcollege, 129 zelfstudie) 1 prof.dr. J.C.N. de Geus Inzicht verwerven in de structuur en functie van het zenuwstelsel en de rol van het zenuwstelsel in (ab)normaal gedrag. inhoud Begrippen uit de biologie aansluitend bij de processen die men in de psychologie bestudeert. Aan de orde komen structuur en organisatie van het
Het tweede bachelorjaar
49
centrale en perifere zenuwstelsel, neurotransmissie, psychofarmaca en de biologische mechanismen achter waarnemen, motoriek, emoties en de hogere cognitieve functies (geheugen, spraak, bewustzijn). Tijdens de colleges wordt tevens ingegaan op neurologische stoornissen (Parkinson, Broca's afasie, Alzheimer etc.) en de biologie van gedragstoornissen (slaapstoornissen, psychosen, angstigheid, depressie, verslaving). literatuur • Carlson, N.R. (2001), Physiology of behavior (8th ed met cdrom). Ally & Bacon: Boston. • Voor het college is een uitgebreide studiehandleiding beschikbaar (vanaf augustus; zie Blackboard). toetsing Schriftelijk tentamen; open eind vragen onderwijs zelfstudie hoorcollege naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
opmerkingen
onderwijs
50
Communicatie 812037 6 168 (3 tentamen, 18 practicum, 16 hoorcollege, 131 zelfstudie) 4 dr. W. van Dijk (coördinator); drs. L.M. de Wit Inzicht krijgen in de belangrijkste processen en aspecten die een rol spelen bij communicatie. Het verwerven van basale interview- en gesprekstechnieken om in staat te zijn informatie te verkrijgen en te verhelderen. Het verwerven van presentatietechnieken om zodoende in staat te zijn om informatie, ideeën en oplossingen over te brengen en uit te wisselen. In de hoorcolleges zullen aan de hand van theoretische en empirische gefundeerde literatuur de belangrijkste processen en aspecten die een rol spelen bij communicatie worden behandeld. Er zal aandacht worden besteed aan o.a. overtuigingskracht en overreding, nonverbale communicatie, emoties en computer gemedieerde communicatie. In de practica worden presentatietechnieken geoefend. Tevens zullen in de practica door middel van literatuurbespreking, video's en rollenspellen drie gespreksvormen worden geoefend (het vrije interview, het probleem/advies-gesprek en het slecht-nieuwsgesprek). Hoorcollege en practicum • Van der Molen, H. T. Kluytmans, F., & Kramer, M. (1995). Gespreksvoering, vaardigheden en modellen. Groningen: WoltersNoordhoff (hoofdstukken 1 t/m 7). • Aanvullende empirische artikelen. tentamen Deelcijfer I (50% van het eindcijfer): Tentamen (meerkeuze en open eind vragen) Deelcijfer II (50% van het eindcijfer): Verslag en audio-opname over één van de behandelde gespreksvormen Practica: aanwezigheid verplicht. Om voor het vak te slagen moeten beide deelcijfers voldoende zijn. Afzonderlijke voldoende deelcijfers kunnen niet meegenomen worden naar een volgend studiejaar. hoorcollege
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
practicum zelfstudie naam code studiepunten contacturen periode docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing onderwijs
Filosofie 812020 6 160 (2 tentamen, 20 hoorcollege, 138 zelfstudie) 3 dr. L.D. Derksen 3 Doel van het college is een inleiding te geven in de geschiedenis en systematiek van de filosofie in aansluiting op vraagstukken die van belang zijn voor studenten psychologie. Door middel van een bespreking van diverse filosofen uit de geschiedenis van de filosofie zullen vragen aan de orde komen als: de aard van de mens, de plaats van de mens in de maatschappij, normatieve aspecten van mensbeelden en diverse kaders en methoden waarin men over de mens kan spreken. Hoorcollege. Gaarder, J., De wereld van Sofie. Antwerpen/Amsterdam; Houtekiet/Fontein, 1994/2000. Het boek is ook verkrijgbaar in andere talen. Engelse vertaling: Sophie's World, London. Schriftelijk tentamen. hoorcollege zelfstudie
naam code studiepunten contacturen periode docent inhoud
Interculturele Psychologie 812026 6 160 (3 tentamen, 24 hoorcollege, 133 zelfstudie) 1 dr. S.M. Breugelmans Culturele verschillen tussen mensen zijn een alledaags verschijnsel. In gesprekken tussen mensen en in de media wordt culturele achtergrond vaak als verklaring gegeven voor het gedrag van bepaalde personen of groepen. Toch is het meestal onduidelijk wat culturele verschillen eigenlijk inhouden en hoe culturele achtergrond het denken en doen van mensen beïnvloedt. Het is belangrijk om kritisch te kunnen nadenken over culturele verschillen, omdat veel psychologen in de dagelijke praktijk van hun beroep met mensen van verschillende culturele achtergrond te maken hebben. Dit vereist dat psychologen kennis te hebben van de manieren waarop cultuur mensen beïnvloedt en dat ze sensitief zijn voor mogelijke culturele verschillen in de praktijk. Deze cursus is bedoeld om de student een introductie te geven in de cultuurpsychologie. Na afloop van de cursus heeft de student een overzicht van de invloed van cultuur op het denken en gedrag van mensen. Daarnaast is de student sensitief voor mogelijke culturele verschillen en heeft de student het vermogen om kritisch over zulke verschillen na te denken. werkwijze Hoorcolleges literatuur Shiraev, E. and Levy, D. (2004) Cross-cultural psychology- Critical thinking
Het tweede bachelorjaar
51
and contemporary applications. (2nd. ed.), Boston: Allyn and Bacon. toetsing Multiplechoicetentamen onderwijs zelfstudie hoorcollege naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing onderwijs
52
Neuropsychologie 812017 6 160 (3 tentamen, 24 hoorcollege, 133 zelfstudie) 4 prof.dr. E.J.A. Scherder Kennis van en inzicht in de gedragsveranderingen die optreden ten gevolge van stoornissen in het functioneren van de hersenen. Een algemene inleiding in de klinische neuropsychologie waarbij gedragstoornissen samenhangen met stoornissen in het functioneren van de hersenen. Aan de orde komen: algemene theoretische modellen in de neuropsychologie, de relatie tussen hersenmechanismen en gedrag, de relatie tussen hersendysfuncties en gedragsstoornissen, ontwikkelingsstoornissen, een kennismaking met de belangrijkste gedragsstoornissen ten gevolge van hersenletsel, de neuropsychologische diagnostiek- en behandelingsmethoden. hoorcolleges Verplichte stof bij 5.7 studiepunten - A. Bouma, M. de Vries, H.M.P. van Leeuwen en D.J. Bakker. (2002). Theoretische achtergronden van de neuropsychologische diagnostiek. In: Kievit, Th Wit, J. de, Groenendaal, J.H.A. en Tak, J.A. Handboek Psychodiagnostiek voor de hulpverlening aan kinderen. Utrecht: De Tijdstroom. Hoofdstuk 19; - Kolb, B. and I.Q. Whishaw (2003, 5th Edition). Fundamentals of Human Neuropsychology. San Fransisco: W.H. Freeman and Company. Hoofdstukken 11 t/m 25; - A. Bouma, E. Scherder (2003). Inleiding Klinische Neurospychologie; - Collegestof + studievragen. VU Boekhandel; Verplichte stof bij 2.9 studiepunten - A. Bouma, M. de Vries, H.M.P. van Leeuwen en D.J. Bakker. (2002).Theoretische achtergronden van de neuropsychologische diagnostiek. In: Kievit, Th Wit, J. de, Groenendaal, J.H.A. en Tak, J.A. Handboek Psychodiagnostiek voor de hulpverlening aan kinderen. Utrecht: De Tijdstroom. Hoofdstuk 19; -Kolb, B. and I.Q. Whishaw (2003, 5th Edition). Fundamentals of Human Neuropsychology. San Fransisco: W.H. Freeman and Company. Hoofdstukken 11 t/m 17, 23, 24; - A. Bouma, E. Scherder (2003). Inleiding Klinische Neuropsychologie; - Collegestof + studievragen. VU Boekhandel. Schriftelijk tentamen met openeindvragen hoorcollege zelfstudie
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
naam Onderzoeksmethoden I: Dataverzamelingstechnieken (Research Methods I: Data collection) code 812015 studiepunten 12 periode 2 docenten dr. E.A.J. van Hooft (coördinator); dr. F.A. Goossens; dr. C. Bruinsma; dr. J.R.P.B. de Mey; drs. L.M. de Wit doel Aan het eind van de cursus kan de student: i) de belangrijkste kenmerken, voordelen en nadelen van de dataverzamelingstechnieken observatie, interviews, tests en vragenlijsten omschrijven. ii) de belangrijkste typen betrouwbaarheid en validiteit uitleggen. iii) verschillende dataverzamelingstechnieken toepassen in een gegeven onderzoekssituatie. iv) de verschillende dataverzamelingstechnieken op aspecten als bruikbaarheid, betrouwbaarheid en validiteit beoordelen, gegeven een bepaalde onderzoeksvraag. inhoud In deze cursus worden de technieken behandeld waarmee een theoretische of diagnostische vraagstelling kan worden geoperationaliseerd in een concrete onderzoeksopzet. Hierbij staan de verschillende methoden van dataverzameling centraal. De cursus is opgebouwd uit een theoriedeel en een praktijkdeel. Deel I: Theorie. Het verzamelen van gegevens via vragenlijsten, tests, observaties en interviews vormt een belangrijk onderdeel van psychologisch en pedagogisch onderzoek en de werkzaamheden van praktisch werkzame psychologen en pedagogen. Het accent in het theoriedeel ligt op de methodologische principes die ten grondslag liggen aan het operationaliseren van een onderzoeksvraag, de onderzoeksopzet, en het gebruik van psychologische tests, vragenlijsten, systematische observatie en interviews als methode van gegevensverzameling. Deel II: Praktijk. Tijdens een drietal practicumopdrachten wordt geoefend met het gebruik van verschillende dataverzamelingstechnieken. 1. Interviewpracticum: Op basis van een gegeven onderzoeksvraag wordt in groepjes geoefend met het opstellen van een interviewschema en het coderen van open interviews. 2. Observatiepracticum: Studenten krijgen de gelegenheid te oefenen met verschillende wijzen van registreren van gedrag d.m.v. observatie. In aansluiting hierop krijgt men een aantal observatie-opdrachten uit te werken. Beoordeling aan de hand van schriftelijk vastgelegde oefeningen en opdrachten. 3. Practicum tests en vragenlijsten: In dit practicum wordt in groepjes geoefend met het afnemen van capaciteiten-, interesse- en persoonlijkheidstests en vragenlijsten. De uitkomsten van de verschillende testonderzoeken worden vastgelegd in een verslag dat aan de APA normen voldoet. werkwijze Deel I: Hoorcolleges Deel II: Practicumopdrachten. Voor het interviewpracticum en het practicum tests en vragenlijsten wordt gewerkt in groepjes. Het observatiepracticum is individueel. Instructie voor het interviewpracticum en het
Het tweede bachelorjaar
53
literatuur
toetsing
entreevoorwaarden opmerkingen naam code studiepunten periode docent doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing
54
observatiepracticum geschiedt tijdens de hoorcolleges. Voor het practicum tests en vragenlijsten is een aparte instructiebijeenkomst. Aanwezigheid tijdens de instructiebijeenkomsten voor alle practica is verplicht. Nadere informatie is te vinden in de studiehandleiding en op blackboard. • Robson, C. (2002). Real world research: A resource for social scientists and practitioner-researchers (2nd edition). Oxford: Blackwell. • Studiehandleiding Onderzoeksmethoden I: Dataverzamelingstechnieken. Amsterdam: Vrije Universiteit. • Aanvullende literatuur wordt nader bekend gemaakt. Deel I: Multiple-choice-tentamen. Deel II: De drie practica worden beoordeeld aan de hand van in te leveren oefeningen, verslagen en eindopdrachten. Alle vier de onderdelen (theoriedeel en drie practica) dienen met een voldoende afgerond te worden om het totale vak te behalen. Voldoende deelcijfers van de afzonderlijke onderdelen blijven twee jaar geldig. Algemene Methodologie Voor nadere informatie: zie de studie handleiding en blackboard. Onderzoeksmethoden II-A: Data-analysetechnieken 812005 12 5 en 6 dr. S.E. Huismans (coördinator) Uitbreiding van kennis van statistiek en deze kennis leren toepassen in de onderzoekssituatie: 1. Uitvoeren statistische toetsen met SPSS 2. Uitbreiden kennis statistiek met name op het gebied van lineaire modellen 3. Leren gebruiken van Factoranalyse voor de ontwikkeling van meetinstrumenten 4. Toepassen van klassieke testtheorie De cursus bevat 8 modules (ieder module is 40 uur), onderwerpen: Omgaan met SPSS. Beschrijving van data. Uitvoeren t-toetsen APA normen. Chikwadraattoetsen. Variantieanalyse met één factor. Regressieanalyse. (enkelvoudig) Regressieanalyse. (Multipel). Correlatierekening. Toepassing regressieanalyse. SPSS (Vergelijken van modellen, Variantieanalyse met meer factoren, Covariantie-analyse) Factoranalyse en Schaalanalyse. Nonparametrische statistiek. Robuuste schatters. • Prakticumgroepen van maximaal 25 studenten, tweemaal twee uur per module • Colleges twee maal twee uur per module van 40 uur. • Toetsen op Blackboard. • Schriftelijk tentamen. • Wonnacott, Th.H. en Wonnacott, R.J., Introductory Statistics. (Hoofdstuk 10 t/m 17) • Green, S.B. en Salkind, N.J., Using SPSS for Windows (analysing and understanding data) (Les 15 t/ 26, 35 t/m 44) • Aanvullingen op Blackboard actieve deelname
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
werkstuk tentamen presentatie entreevoorwaarden Statistiek A of B opmerkingen Dit studieonderdeel is pas behaald als behalve een voldoende voor het tentamen ook een voldoende is behaald voor de aan dit onderdeel gekoppelde opdracht in het kader van het tutoraat. Regelingen voor inschrijving practica bij Onderzoeksmethoden II-A: dataanalysetechnieken • Alleen studenten die statistiek in het eerste jaar hebben afgerond kunnen zich inschrijven voor de practica van deze cursus. Studenten, die zich hebben ingeschreven voor het herkansingstentamen Statistiek A in maart, kunnen zich voorwaardelijk inschrijven. Deze voorwaardelijke inschrijving wordt alleen definitief bij het behalen van het hertentamen. • Studenten dienen zich minimaal twee weken voor het eerste college van dit onderdeel in te schrijven. Wie niet aan deze voorwaarden voldoet, wordt uitgesloten van de practica. • Bij overschrijding van het door de faculteit te bepalen maximale aantal worden die studenten op een wachtlijst geplaatst. • Studenten die zich inschrijven voor de practicumgroepen en deze niet of niet in zijn geheel volgen, worden het volgende studiejaar aan het eind van de wachtlijst geplaatst. • Verzoeken om deel te nemen aan specifieke practicumgroepen dienen schriftelijk en met redenen omkleed minimaal drie weken voor het eerste college van dit onderdeel ingediend te zijn bij de coördinator van dit studieonderdeel. Verzoeken ingediend na die datum worden niet in behandeling genomen. onderwijs hoorcollege werkgroep practicum naam code studiepunten periode docent doel
inhoud literatuur
entreevoorwaarden opmerkingen
Onderzoeksmethoden II-B: Data-analysetechnieken 812031 12 5 en 6 dr. A.L. Beem (coordinator) • Kennis van en inzicht verwerven in het algemene lineaire model en zijn varianten: regressie-analyse, variantie-analyse, logistische regressieanalyse, de analyse van kruistabellen, factor-analyse. • Het gebruik van SPSS bij het toepassen van lineaire modellen. Wordt nader bekend gemaakt • Berk R.A., Regression Analysis. A Constructive Critique. • Green, S.B. en Salkind, N.J., Using SPSS for Windows (analysing and understanding data). • Aanvullingen op Blackboard Aanvullende literatuur wordt nader bekend gemaakt. Statistiek B Dit studieonderdeel is pas behaald als behalve een voldoende voor het tentamen ook een voldoende is behaald voor de aan dit onderdeel gekoppelde opdracht in het kader van het tutoraat.
Het tweede bachelorjaar
55
Regelingen voor inschrijving practica bij Onderzoeksmethoden II-B: dataanalysetechnieken • Alleen studenten die statistiek in het eerste jaar hebben afgerond kunnen zich inschrijven voor de practica van deze cursus. Studenten, die zich hebben ingeschreven voor het herkansingstentamen Statistiek B in maart, kunnen zich voorwaardelijk inschrijven. Deze voorwaardelijke inschrijving wordt alleen definitief bij het behalen van het hertentamen. • Studenten dienen zich minimaal twee weken voor het eerste college van dit onderdeel in te schrijven. Wie niet aan deze voorwaarden voldoet, wordt uitgesloten van de practica. • Bij overschrijding van het door de faculteit te bepalen maximale aantal worden die studenten op een wachtlijst geplaatst. • Studenten die zich inschrijven voor de practicumgroepen en deze niet of niet in zijn geheel volgen, worden het volgende studiejaar aan het eind van de wachtlijst geplaatst. • Verzoeken om deel te nemen aan specifieke practicumgroepen dienen schriftelijk en met redenen omkleed minimaal drie weken voor het eerste college van dit onderdeel ingediend te zijn bij de coördinator van dit studieonderdeel. Verzoeken ingediend na die datum worden niet in behandeling genomen. Thema's
Uit deze Thema's dient er een gekozen worden. De student is vrij in zijn of haar keuze. Alle Thema's worden beoordeeld door middel van een paper. Vakcode 812001 812018 812023 812024 812009 812008 812013 812014 812004 812003 812010 812033 812032 812011 812019
naam code docent studiepunten contacturen periode doel
56
Vaknaam Thema: Aandacht in het brein Thema: Consumentenpsychologie Thema: Emotionele ontwikkeling Thema: Executieve functies Thema: Genetica van Psychiatrische Aandoeningen Thema: Hulpverlening aan Adolescenten Thema: Hulpverlening aan ouderen Thema: Inleiding in de Geestelijke Gezondheidszorg Thema: Sociale Psychologie rondom Egoisme en Altruisme Thema: Sociale Rechtvaardigheid Thema: Stress Thema: Taal en communicatie Thema: Theoretische Psychologie: filosofie, cognitie en brein Thema: Verslaving Thema: Werken en niet werken
Stp. 6 6 6 6 6
Periode 5 en 6 5 en 6 5 en 6 5 en 6 5 en 6
6 6 6
5 en 6 4 en 5 5 en 6
6
5 en 6
6 6 6 6
5 en 6 5 en 6 5 en 6 5 en 6
6 6
5 en 6 5 en 6
Thema: Aandacht in het brein 812001 dr. D.J. Heslenfeld 6 168 (20 werkcollege, 8 practicum, 140 zelfstudie) 5 en 6 Kennismaking met het moderne onderzoek naar de mechanismen van aandacht in onze hersenen.
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
inhoud Aandacht bepaalt in belangrijke mate wat wij waarnemen en waarop wij reageren. Bij het moderne onderzoek naar aandacht spelen de neurale mechanismen een steeds centralere rol. Men probeert erachter te komen welke hersenstructuren aandacht besturen en op welke hersenstructuren aandacht vervolgens inwerkt. In deze cursus wordt een inleiding gegeven op dit moderne "neuro-cognitieve" onderzoek naar aandacht en daaraan gerelateerde functies. Deelnemers zullen kennis maken met actuele theorieën en recente data over de mechanismen van aandacht in onze hersenen. Moderne beeldvormende technieken van de hersenen in actie (zoals EEG en fMRI) zullen worden besproken en live gedemonstreerd. Deelnemers zullen zelf zowel proefleider als proefpersoon zijn bij lopend onderzoek naar de neurale basis van verschillende vormen van aandacht. werkwijze Werkcolleges, presentaties en practica. literatuur Onder voorbehoud: Parasuraman, R. (2000). The Attentive Brain. Boston: MIT Press. toetsing Paper opmerkingen Maximaal aantal deelnemers: 16. Aanwezigheid bij de bijeenkomsten is verplicht. onderwijs practicum zelfstudie werkcollege naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing onderwijs
naam code studiepunten periode docenten doel inhoud
Thema: Consumentenpsychologie 812018 6 168 (96 werkstuk, 24 werkcollege, 48 zelfstudie) 5 en 6 dr. S.P. van Duin Kennis van psychologische factoren die consumentengedrag bepalen en methoden om deze in hun werking te meten. De volgende vragen staan centraal: - wat is consumentengedrag? - waardoor wordt dit bepaald? - hoe kan de marketeer hierop inspelen? Werkcolleges, cases, eigen onderzoek. Solomon, M., Bamossy, G. & Askegaard, S. (2002), "Consumer Behavior". A European Perspective, second edition, Prentice Hall. ISBN 0273 65182X Pagina's: ongeveer 300 werkstuk Bijdragen aan onderzoek en paper (werkstukken). werkcollege zelfstudie Thema: Emotionele ontwikkeling 812023 6 5 en 6 dr. M. Meerum Terwogt; dr. G.T.M. Stegge Inzicht geven in de vraag hoe kinderen met hun emoties omgaan. Het emotionele proces is slechts ten dele observeerbaar. Bovendien doen wij
Het tweede bachelorjaar
57
ons vaak anders voor dan wij ons voelen. Emotioneel gedrag is voor kinderen dan ook niet altijd even gemakkelijk te begrijpen. Niettemin hanteren ze al vrij snel iets wat je een `emotietheorie' zou kunne noemen. In de cursus wordt belicht hoe deze opvattingen zich ontwikkelen en hoe ze het emotionele gedrag beïnvloeden. Tevens wordt ingegaan op de mogelijke oorzaken van enkele emotionele stoornissen. werkwijze Hoorcolleges naar aanleiding van het boek en de artikelen. Tevens wordt de literatuur in verband gebracht met het onderzoek dat bij de afdeling plaatsvindt. De laatste fase richt zich op de voorbereiding van een paper. literatuur Harris, P.L. (1989). Children and emotion: The development of psychological understanding. Oxford: Blackwell. Tevens enige recente artikelen die bij het begin van de cursus bekend worden gemaakt. toetsing Paper naam code studiepunten contacturen periode docenten doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing onderwijs
Thema: Executieve functies 812024 6 168 (48 paper, 20 werkgroep, 100 zelfstudie) 5 en 6 dr. D. Talsma (coördinator); dr. D.P. Smidts; prof.dr. E.J.A. Scherder Kennismaking met één van de belangrijkste typen gedragsfuncties Executieve functies zijn psychologische processen die een belangrijke rol spelen bij het reguleren van gedrag, zoals vooruitdenken, impulscontrole, etc. Op de afdeling Klinische Neuropsychologie wordt onderzoek gedaan op het gebied van diagnostiek en behandeling van stoornissen in executieve functies bij kinderen, volwassenen en ouderen met een aandoening van het centrale zenuwstelsel. Deze aandoeningen betreffen onder andere ADHD, autisme, de ziekte van Alzheimer en de ziekte van Parkinson. Hoorcollege en werkgroepen Wordt nader bekendgemaakt paper Paper en presentatie zelfstudie werkgroep
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Thema: Genetica van Psychiatrische Aandoeningen 812009 6 168 (3 tentamen, 24 hoorcollege, 141 zelfstudie) 5 en 6 dr. M. Bartels Inzicht geven in de oorzaken van individuele verschillen in psychopathologie: in welke mate zijn genetische en omgevingsfactoren van belang? inhoud Complexe ziekten en gedragingen kenmerken zich door multifactoriele oorzaken: zowel omgevingsinvloeden als erfelijke invloeden zijn van belang. Resultaten uit de gedragsgenetisch, psychiatrisch genetisch, klinisch genetisch en genetisch epidiologisch onderzoek naar een aantal vormen van complex gedrag (IQ) en psychopathologie (agressie, aandachtsproblemen, depressie, schizofrenie) worden behandeld. Aan bod komen begrippen als
58
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
werkwijze literatuur
toetsing onderwijs
erfelijkheid, gene-environment interaction, DNA, mendel, linkage, associatie, comorbiditeit, longitudinale stabiliteit, omgevingsinvloeden en het Humane Genome Project. hoorcollege • Human Genetics for the Social Sciences (2003). Gregory Cary. SAGE Publications. ISBN: 0-7619-2345-4 • Dorret Boomsma , Andreas Busjahn, and Leena Peltonen (2002), Classical Twin Studies and Beyond. Nature Review Genetics 3, 872-882. tentamen Twee (multiple choice) tussentoetsen en een schrijfopdracht. hoorcollege zelfstudie
naam code studiepunten periode docent doel
Thema: Hulpverlening aan Adolescenten 812008 6 5 en 6 prof.dr. N.W. Slot (Paedologisch Instituut) Kennismaking met de belangrijkste methodieken op het gebied van de psychologische hulpverlening aan adolescenten. inhoud De cursus gaat uitvoerig in op de normale ontwikkeling in de adolescentie. Daarbij komen specifieke onderwerpen aan bod zoals de verschillen tussen jongens en meisjes en het feit dat allochtone adolescenten met twee culturele perspectieven te maken hebben. Vervolgens komen de specifieke problemen aan de orde die aanleiding kunnen zijn om hulpverlening te overwegen. De rol van de psycholoog bij diagnostiek, hulpverlening en evaluatie komt uitvoerig ter sprake. Psychologen die als diagnosticus en hulpverlener werkzaam zijn met adolescenten en gezinnen bieden illustraties uit de praktijk. De gebruikelijke benaderingen zoals de psychodynamische, de systeemtheoretische en de gedragstherapeutische worden toegelicht en geïllustreerd aan de hand van videomateriaal. Daarbij wordt ingegaan op de dilemma's voor de adolescent in de therapie, zoals het gevoel "gestuurd te zijn", de wens om de problemen zonder de hulp van een volwassene op te lossen en de ambivalentie als het gaat om de positie van de ouders. Daarnaast worden uitkomsten van epidemiologisch onderzoek inzichtelijk gemaakt en wordt ingegaan op de relevantie van de hulpverlening. werkwijze De cursus is zo opgezet dat de theoretisch kennis en praktische uitwerking zoveel mogelijk geïntegreerd worden. Voorafgaand aan elke bijeenkomst dienen de cursisten enige relevante literatuur te bestuderen. Tijdens de bijeenkomst wordt deze literatuur nader uitgewerkt in de vorm van videodemonstraties, rollenspelen en/of groepsdiscussies.
naam code studiepunten periode docent doel
Thema: Hulpverlening aan ouderen 812013 6 4 en 5 prof.dr. A.J.F.M. Kerkhof Kennismaking met de belangrijkste thema's in de klinische psychologie ten behoeve van ouderen inhoud Aandacht wordt besteed aan depressie, eenzaamheid, angsten,
Het tweede bachelorjaar
59
afhankelijkheid, persoonlijkheid, rouw en aanpassing op latere leeftijd. Cognitieve stoornissen en dementie worden behandeld. Slaapstoornissen en alcoholgebruik komen aan bod, alsmede speciale overwegingen bij therapie met ouderen. werkwijze colleges en werkgroepen, schrijven werkstuk, houden presentatie en tentamen. literatuur H. Buijssen (1999); Psychologische hulpverlening aan ouderen. Deel I en II; Baarn: Intro. toetsing tentamen en werkstuk naam code studiepunten periode docent doel
Thema: Inleiding in de Geestelijke Gezondheidszorg 812014 6 5 en 6 drs. L.M. de Wit (coordinator) Het thema beoogt een overzicht te geven van de belangrijkste werkvelden en thema's binnen de geestelijke gezondheidszorg. inhoud Een overzicht wordt gegeven van de belangrijkste onderwerpen binnen de GGZ; zoals abnormaliteit en aanpassing, psychopathologie en psychodiagnostiek, geestelijke gezondheid, rationeel en irrationeel gedrag, psychotherapie en ethische dilemma's in de hulpverlening. Tevens worden enkele beroepsvelden van de psycholoog in de GGZ gepresenteerd zoals de Ouderenpsychologie, de Medische Psychologie, etc. werkwijze hoorcolleges toetsing Paper en presentatie
naam code studiepunten periode docent doel
Thema: Sociale Psychologie rondom Egoisme en Altruisme 812004 6 5 en 6 prof.dr. P.A.M. van Lange Het doel van deze cursus is om meer inzicht te krijgen in de motieven en overwegingen die ten grondslag liggen aan interpersoonlijk en maatschappelijk gedrag. inhoud Vele theorieën in de sociale en gedragswetenschappen veronderstellen dat interpersoonlijk gedrag is terug te voeren tot rationeel eigenbelang. In deze cursus worden theorieën en modellen van interpersoonlijk gedrag behandeld die uitgaan van de aanname dat interpersoonlijk gedrag ook vaak wordt ingegeven door andere motivaties, zoals coöperatie (het maximaliseren van gezamenlijke belangen), altruïsme (het maximaliseren van andermans belang), en rechtvaardigheid (het maximaliseren van gelijkheid in de verdeling van middelen). Het gaat hierbij om allerlei vormen van interpersoonlijk gedrag, zoals bijvoorbeeld opofferingsbereidheid, vergevingsgezindheid en vrijgevigheid in relaties, maar ook inzet voor de groep of organisatie, acceptatie versus ondermijning van leiders, en het terugtrekken uit een groep. Een belangrijke vraag hierbij is welke situationele factoren, al dan niet in combinatie met persoonskenmerken, vooral van invloed zijn op de eerder genoemde motivaties, zoals coöperatie, altruïsme, en rechtvaardigheid. In deze cursus wordt ingegaan op zowel theoretische vraagstukken als maatschappelijke toepassingen. Bij de theoretische
60
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
vraagstukken wordt een analyse gemaakt van een bepaald onderzoeksthema. Een voorbeeld van een theoretisch vraagstuk is: Waarom neemt coöperatief gedrag af in grotere groepen? Bij maatschappelijke toepassingen kan bijvoorbeeld een analyse gemaakt worden van de rol van coöperatie, altruïsme, en rechtvaardigheid in organisaties, maatschappelijke groeperingen, en relaties. Hierbij kan gedacht worden aan thema's, zoals extra inzet en vrijgevigheid in groepen en organisaties, donaties en inzet ten behoeve van verschillende maatschappelijke groeperingen, en opofferingsbereidheid en vergevingsgezindheid in relaties. werkwijze Hoorcolleges en presentaties literatuur Diverse artikelen toetsing paper naam code studiepunten contacturen periode docent inhoud
Thema: Sociale Rechtvaardigheid 812003 6 160 (40 paper, 20 hoorcollege, 100 zelfstudie) 5 en 6 dr. J.W. van Prooijen Sociale rechtvaardigheid is zeer belangrijk in het leven van mensen. Dit blijkt vooral uit de reacties van mensen op onrecht: Als mensen onrechtvaardig behandeld worden (of elders in de wereld onrecht waarnemen) tonen ze zeer aversieve reacties, zoals afkeer, walging, woede, en angst. In de huidige cursus gaan we dieper in op de sociale psychologie van rechtvaardigheid. Daarbij zullen de volgende vragen centraal staan: Wat vinden mensen (on)rechtvaardig en welke sociaal-psychologische factoren zijn hierop van invloed? Hoe komen mensen tot de conclusie dat iets (on)rechtvaardig is? Waarom is rechtvaardigheid eigenlijk belangrijk voor mensen? Welke soorten rechtvaardigheid zijn er te onderscheiden? Om deze vragen te beantwoorden zullen diverse aan rechtvaardigheid gerelateerde thema's aan de orde komen, zoals sociale (on)gelijkheid, billijkheid, interpersoonlijk respect, persoonlijke en culturele factoren, de rol van groepsdynamische processen, en het straffen van normovertreders. literatuur wordt later aangekondigd toetsing paper toets en eindpaper onderwijs hoorcollege zelfstudie
naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
Thema: Stress 812010 6 160 (8 werkcollege, 7 practicum, 10 hoorcollege, 135 zelfstudie) 5 en 6 drs. A.G. van Dam; prof.dr. J.C.N. de Geus Kennismaking met oorzaken, gevolgen, meetmethoden en preventie van stress. inhoud Stress kan voorkomen o.a. uit de werksituatie, door factoren in het werk, de werkomgeving en de persoon.Stress heeft lichamelijk meetbare effecten (o.a. fysiologische reacties) en bij stress is preventie en interventie mogelijk. Dit
Het tweede bachelorjaar
61
werkwijze
literatuur
toetsing onderwijs
maakt het onderwerp bij uitstek geschikt om het vanuit verschillende (psychologische) invalshoeken te benaderen. Vanuit de Arbeids- en Organisatiepsychologie en de Biologische Psychologie zal onder meer aandacht worden geschonken aan stressbevorderende elementen in het werk, het verband met persoonlijkheids-eigenschappen en het omgaan met en voorkomen van stress. Vanuit de Biologische Psychologie zal gekeken worden naar de relatie tussen stress en gezondheid en zullen fysiologische en psychosomatische aspecten van stress worden behandeld. Hoorcolleges, videofilm; practische werkzaamheden zoals het afnemen van interviews en vragenlijsten, het berekenen van verbanden tussen diverse factoren die stress bevorderen en/of voorkomen, het verrichten van metingen in een experimentele setting. • Winnubst, J.A.M. hfdst. "Stress in organisaties: naar een nieuwe benadering van werk en gezondheid • Buunk, A.P. en De Wolff, Ch.J. " hfdst. "Sociaal psychologische aspecten van stress op het werk" (in handboek A&O-psychologie) • Cohen, S., Kessler, R.C. en Gordon, L.U. (1997) Measuring Stress, Oxford University Press: London; ISBN 0-19-512120-1 [H1, H5, H7, H8, H9] Twee essays over eigen verzamelde gegevens. hoorcollege werkcollege practicum zelfstudie
naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
Thema: Taal en communicatie 812033 6 160 (40 practicum, 24 hoorcollege, 96 zelfstudie) 5 en 6 prof.dr. G.R. Semin; drs. A.E. Clark Inzicht vergaren in de sociaal-psychologische communicatiemiddelen en het gebruik daarvan. inhoud Deze cursus zal selectief een klein aantal onderwerpen over taal em het gebruik als communicatiemiddel onder de loep nemen. De onderwerpen zijn: intenties van sprekers; de eigenschappen van taal; hoe die eigenschappen door een spreker onbewust worden aangewend om de gedachten van een ontvanger te structureren en te beinvloeden; hoe stereotypen en vooroordelen overgedragen en in stand gehouden worden in communicatie; etc. werkwijze Werkgroepen van 2 uur ter behandeling van de theoretisch-empirische achtergronden. literatuur • Kraus R.M., & Fussel S.R. (1996). Social psychological models of interpersonal communication. In E.T. Higgins & A. Kruglanski (Eds), Social Psychology: Handbook of basic principles (pp. 655-701). New York: Guilford; • Semin G.R. (2001) Language and social cognition. In A. Tesser & N. Schwarz (Eds.), Handbook of Social Psychology, Vol 1 (pp.159-180) Intraindividual Processes Oxford: Blackwell. Voor een overzicht van sociaal-psychologisch onderzoek op gebied van taal en taalgebruik zie: Krauss & Chiu C.-y. (1997). Language and social behavior. In Gilbert D.,
62
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
R.M., Fiske, S. & Lindsey, G. (Eds.), Handbook of social Psychology (pp. 41-88). Boston: McGraw-Hill. toetsing Wordt nog nader bekend gemaakt onderwijs hoorcollege practicum zelfstudie naam code studiepunten periode doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing onderwijs
naam code studiepunten contacturen periode docenten
Thema: Theoretische Psychologie: filosofie, cognitie en brein 812032 6 5 en 6 Kennismaking met theoretische issues in de psychologie, toegespitst op filosofische achtergronden van cognitie- en neurowetenschap Aan de orde komen filosofische problemen in de cognitieve psychologie: het computermodel van cognitieve processen, het brein als symboolsysteem, neurale netwerken en dynamische systemen, bewustzijn en hersenen, reductie en functionalisme. colleges en werkgroep met voordrachten Clark, A. (2001). Mindware: an introduction to the philosophy of cognitive science. New York: Oxford University Press paper Thema: Verslaving 812011 6 160 (8 werkcollege, 16 hoorcollege, 136 zelfstudie) 5 en 6 dr. A.H.M. Willemsen Het verkrijgen van inzicht in de neurobiologische aspecten van verslaving. Als drugsgebruik zo slecht is, waarom gaan mensen er dan mee door? De factoren die ertoe bijdragen dat iemand verslaafd raakt zullen behandeld worden. De nadruk zal liggen op de neurobiologische mechanismen van verslaving en de werking van de meest gebruikte drugs. Daarnaast zal worden ingegaan op de achtergrond van individuele verschillen, zoals genetische factoren, sekse en psychosociale factoren. Combinatie van hoor- en werkcollege. Studenten verzamelen en analyseren data m.b.t. drugsgebruik. Als eindopdracht presenteren de studenten een poster en schrijven een kort onderzoeksvoorstel op het gebied van verslaving. Wordt op het college bekend gemaakt. Poster presentatie en schrijven van onderzoeksvoorstel. hoorcollege werkcollege zelfstudie Thema: Werken en niet werken 812019 6 168 (16 werkcollege, 8 hoorcollege, 144 zelfstudie) 5 en 6 dr. J.A. Feij; prof.dr. H. van der Flier
Het tweede bachelorjaar
63
doel Inzicht geven in de psychologische aspecten die te maken hebben met werken en niet werken. inhoud Onderwerpen die onder meer aan de orde komen zijn: 1. Betekenis en beleving van (niet) werken. 2. De allochtone werknemer. 3. Werkzoeken, solliciteren, outplacement en employability. 4. Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid. werkwijze Startcollege; zelfstandig werken in subgroepen onder supervisie van een der docenten; voorbereiding van een paper en gezamenlijke presentatie. Nadat alle subgroepen een presentatie hebben gehouden, volgt een slotbijeenkomst waarin de papers worden besproken en de resultaten worden geïntegreerd. literatuur Wordt op het startcollege bekendgemaakt. Pagina's: ongeveer 300 onderwijs hoorcollege werkcollege zelfstudie
64
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
8
8.1
Het derde bachelorjaar
Inleiding Ook het derde bachelorjaar kent nog enkele voor elke student verplichte onderdelen. Voorts kies je voor een van de volgende bachelorprofielen: 1. Arbeids- en Organisatiepsychologie; 2. Kinder- en Jeugdpsychologie; 3. Klinische Psychologie; 4. Neuropsychologie; 5. Biologische Psychologie; 6. Cognitieve Psychologie; 7. Sociale Psychologie; 8. Vrije variant Via een formulier van het studiesecretariaat moet je je keuze tijdig bekend maken aan de examencommissie psychologie. Let in dit verband op mededelingen van de faculteit. De keuze mag één keer worden gewijzigd. Meer informatie over de subdisciplines waarbinnen de bachelorprofielen worden verzorgd, is te vinden in de hoofdstukken 10 tot en met 16. Overstap naar de bachelorprofielen Je kunt pas aan de tentamens van de onderdelen behorend tot de bachelorprofielen deelnemen, als je alle tentamens van het B1-jaar en de B2-vakken Biologische Psychologie en Neuropsychologie hebt gehaald. Zie ook artikel 12 van de OER. Het is raadzaam dit artikel goed door te nemen, ook datgene wat vermeld is onder het door jou gekozen bachelorprofiel.
8.2
Programma B3-jaar Onderstaand de studieonderdelen en de vakbeschrijvingen van het derde bachelorjaar.
8.2.1
Algemene vakken Onderstaand de vakbeschrijvingen van de verplichte algemene vakken. Vakcode 813052 813031 813023
naam code studiepunten periode doel inhoud
Vaknaam B-these Encyclopedie van de Psychologie Opzetten van Onderzoek
Stp. 12 6 6
Periode 5 en 6 1 3
B-these 813052 12 5 en 6 Uitvoeren en rapporteren van wetenschappelijkonderzoek De inhoud van de B-these ligt op het onderzoeksterrein van een der subdisciplines van de Pedagogiek. Bij de B-these ligt de nadruk op het verwerven en analyseren van onderzoekgegevens. De onderzoeksvraagstelling en -opzet sluit aan bij het onderzoeksvoorstel dat gemaakt is in Opzetten van Onderzoek.
de masteropleiding
65
werkwijze Het onderzoek wordt uitgevoerd door een groepje van 3-5 studenten onder begeleiding van een docent. Rapportage in de vorm van een paper (over deelvraagstellingen) is individueel. Alvorens tot uitvoering van het onderzoek over te gaan dient het definitieve onderzoeksvoorstel en analyseplan te worden goedgekeurd door de betreffende afdeling. De B-these heeft zoveel mogelijk de opzet en stijl van een tijdschrifartikel in een vakblad of wetenschappelijk tijdschrift en bij empirisch onderzoek de volgende onderdelen. Het bevat een voorwoord, inhoudsopgave, samenvatting, inleiding, methodensectie (proefpersonen, ontwerp, instrumentatie, procedure, analyse) , resultaten, discussie, literatuur en bijlagen. Tabellen en figuren mogen in de lopende tekst worden geplaatst. De student krijgt feedback op de eerste versie van het paper. literatuur Afhankelijk van gekozen theorie. toetsing De beoordeling van de B-these richt zich op de kwaliteit van het geleverde werk, het praktisch en/of theoretisch belang van het onderzoek, en de kwaliteit van de verslaglegging. De participatie van de student bij het uitvoeren van het onderzoek moet voldoende zijn. De B-these wordt beoordeeld aan de hand van uniforme criteria (zoals gehanteerd door bijv. NWO): de APA richtlijnen en algemeen geaccepteerde methodologische criteria. Een nadere specificering hiervan wordt te zijner tijd bekend gemaakt. entreevoorwaarden Opzetten van onderzoek opmerkingen • Voor de verschillende bachelortrajecten gelden de volgende vakcodes van de B-these: Arbeids en Organisatie Psychologie (813040), Biologische Psychologie (813041), Cognitieve Psychologie (813042), Klinische Psychologie (813044), Neuro Psychologie (8130450, Ontwikkelingspsychologie (813043), Sociale Psychologie (813046) • Meer gedetailleerde informatie over de B-these kan worden verkregen bij de afdeling. naam code studiepunten contacturen periode docent inhoud
Encyclopedie van de Psychologie 813031 6 160 (3 tentamen, 46 hoorcollege, 111 zelfstudie) 1 dr. H. Looren De Jong In Encyclopedie deel I wordt een overzicht gegeven van de geschiedenis van de psychologie. Er wordt ingegaan op het ontstaan van een zelfstandige psychologie in de 19de eeuw, op de grote psychologische scholen van de eerste helft van deze eeuw en tenslotte op de belangrijkste ontwikkelingen sinds de Tweede Wereldoorlog. In Encyclopedie deel II wordt een theoretische inleiding gegeven in de psychologie, in aansluiting op de cursus Geschiedenis van de psychologie. Daarbij wordt ingegaan op vragen als: wat is wetenschap, welke plaats heeft de psychologie te midden van de andere wetenschappen, hoe verloopt het proces van wetenschappelijke kennisvorming, etc. werkwijze Hoorcolleges literatuur • Bem, S. (1985), Het bewustzijn te lijf. Amsterdam: Boom; • Bem, S. en Looren de Jong, H. (1997), Theoretical issues in psychology. London: Sage.
66
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
toetsing Schriftelijk tentamen met openeind-vragen, essays. opmerkingen Een programma-overzicht is bij aanvang van de cursus beschikbaar. onderwijs hoorcollege zelfstudie naam code studiepunten periode docent doel inhoud
Opzetten van Onderzoek 813023 6 3 dr. H. Kelderman (coördinator) Voorbereiding op de B-these In het kader van het tutoraat vindt in het B1 en B2 onderwijs plaats in de schrijf-, beoordeling-, uitvoerings- en presentatievaardigheden. In de vakken Algemene Methodologie, Statistiek, Onderzoeksmethoden I en II vindt het onderwijs in de standaard methodologie, statistiek en data-analyse plaats. Het B3 vak Opzetten van Onderzoek (OvO, 6 studiepunten) is het laatste methodenvak voor de B-these. Het vak is bedoeld als profielspecifieke voorbereiding op de B-these. Enerzijds worden profielspecifieke onderzoekstechnieken en statistische methoden e.d. behandeld, anderzijds moet door de studenten, vanuit een gegeven vraagstelling, een onderzoeksvoorstel voor de B-these worden gemaakt. De volgende onderwerpen komen in ieder geval aan bod. 1. Onderzoeksvormen binnen het profiel 2. Statistische methoden binnen het profiel 3. Planning en werkwijze bij het schrijven van de B-these. 4. Ethiek van onderzoek 5. Literatuuronderzoek op het gebied van de onderzoeksvraag. 6. Operationaliseren van de onderzoeksvraag in een onderzoekbare vraagstelling 7. Het kiezen/construeren van meetinstrumenten die kunnen leiden tot de beantwoording van de vraagstelling. 8. Het kiezen van statistische en/of andere methoden van dataanalyse. 9. Het pretesten van het onderzoeksontwerp en/of analyse methode. 10. Het schrijven van een concept APA inleiding en methode sectie. 11. Mondelinge presentatie van het onderzoeksvoorstel. werkwijze Hoor- en werkcolleges, practicum. Op de hoorcolleges wordt de benodigde theorie behandeld. De werkcolleges sluiten aan op de hoorcolleges er worden oefeningen een aantal oefeningen doorgewerkt. In het practicum bereidt men zich in groepjes van 3-5 personen voor op de B-these. Het practicum sluit bij voorkeur aan bij onderzoek binnen de afdeling van het profiel. Bij de aanvang van het practicum wordt een korte tekst over de onderzoeksvraag en een aantal sleutelreferenties aangeboden. literatuur Wordt nader bekend gemaakt. In ieder geval Publication manual of the American Psychological Association. toetsing - Schriftelijk tentamen over de collegestof. - Uitgewerkt voorstel voor de B-these en presentatie. Het voorstel wordt beoordeeld op, uitvoerbaarheid, kritische massa, theoretisch en/of praktisch belang, literatuur overzicht (omvang, relevantie, up-to-date, organisatie van het materiaal), hypothesen (ondersteuning door de literatuur), onderzoeksopzet (consistent met hypotheses, statistische conclusie validiteit
de masteropleiding
67
i.h.b power, constructvaliditeit van de manipulatie en/of meting, interne/externe validiteit van het ontwerp), data-analyse (toetsen consistent met hypothesen, aannamen realistisch) , toepassing van de APA stijl (juiste redactie, stijl en typografie). entreevoorwaarden Onderzoeksmethoden I en II. opmerkingen • Aanwezigheid is verplicht • Voor de verschillende bachelortrajecten gelden de volgende vakcodes van Opzetten van Onderzoek: (813056) Klinische Psychologie, (813068) Sociale Psychologie, (813061) Ontwikkelingspsychologie, (813065) Biologische Psychologie, (813058) A & O Psychologie, (813066) Cognitieve Psychologie en (813067) Klinische Neuropsychologie. • Meer gedetailleerde informatie over Opzetten van Onderzoek kan worden verkregen bij de afdeling. voorkennisvakken 812015: Onderzoeksmethoden I: Dataverzamelingstechnieken (Research Methods I: Data collection) 812005: Onderzoeksmethoden II-A: Data-analysetechnieken (entreevoorwaarde) 8.2.2
Profielvakken Onderstaand de vakbeschrijvingen van de verplichte profielvakken van de bachelorprofielen. Profiel Arbeids- en Organisatiepsychologie Vakcode 813032 813034 813035 813039
Vaknaam Arbeid en Gezondheid Psychologie Human Resource Management Management en Organisatie I Training en Vorming
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Stp. 6 6 6 6
Periode 2 2 1 5 en 6
Arbeid en Gezondheid Psychologie 813032 6 168 (3 tentamen, 16 hoorcollege, 149 zelfstudie) 2 drs. Y.M.E. Berkhoff Kennismaking met de theorie, het onderzoek en de praktijk van de Arbeidsen Gezondheid Psychologie. inhoud De Arbeid en Gezondheid Psychologie (Occupational Health Psychology) is een product van betrekkelijk nieuwe ontwikkelingen binnen de psychologie. Eind tachtiger jaren ontstond dit nieuwe gebied tussen Klinische- en Arbeids& Organisatiepsychologie. De Arbeid en Gezondheid (A&G) Psychologie is gericht op het welzijn en de gezondheid van werknemers. Problemen ten aanzien van het functioneren van werknemers worden bekeken vanuit de context van het bedrijf of de organisatie waarin zij werkzaam zijn. Er vinden de laatste 20 jaar in een steeds hoger tempo veranderingen en ontwikkelingen plaats in de arbeid, die kunnen leiden tot een te hoog werktempo, een te grote mentale belasting, teveel individuele verantwoordelijkheid en een teveel aan afwisseling in de
68
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
werkwijze literatuur
toetsing opmerkingen onderwijs
werkomstandigheden. De kwantitatieve en kwalitatieve werkbelasting nemen toe en dreigen voor veel werknemers de persoonlijke belastbaarheid te overschrijden. Verder vergt de werknemer ook steeds meer van zichzelf: hij heeft bijvoorbeeld hoge verwachtingen van de arbeid. Het werk moet uitdagend zijn, veel mogelijkheden bieden tot leren en garanties bieden voor een snelle carrière. Wanneer de werkelijkheid niet aansluit bij deze verwachtingen, dan kan dat leiden tot grote teleurstellingen, die gezondheidsklachten (vooral psychische klachten, zoals een burnout) tot gevolg kunnen hebben. Onderwerpen die tijdens dit studieonderdeel aan bod komen zijn: - Werkstress - Assessment van risico's in de arbeid - Werk-thuisinterferentie - Burnout - Ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid - Interventies - Acute stress - Ouderen, arbeid en gezondheid - Arbeidsgerelateerde gezondheidsproblemen van allochtone werknemers - Gezondheidspsychologie Hoorcolleges, gastcollege • Schaufeli, W., Bakker, A. en De Jonge, J. (red.) (2003, 1e druk). De psychologie van arbeid en gezondheid. Uitgeverij: Bohn Stafleu Van Loghum, Houten. ISBN 90 313 3730 7 • Hoogduin, C.A.L., Schaufeli, W.B., Schaap, C.P.D.R. en Bakker A.B. (red.) (2001, 2e geheel herziene druk). Behandelingsstrategieën bij burnout. Uitgeverij: Bohn Stafleu Van Loghum, Cure & Care development, Houten. ISBN 90 313 3559 2. • Collegestof. • Pagina's: ongeveer 520. Openeindtentamen Inschrijving vooraf bij secretariaat A&O-psychologie verplicht. hoorcollege zelfstudie
naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
Human Resource Management 813034 6 168 (3 tentamen, 41 hoorcollege, 124 zelfstudie) 2 drs. A.G. van Dam; drs. G. Hoolwerf • Opdoen van kennis op het gebied van Human Resource Management; • Inzicht krijgen in uiteenlopende toepassingen daarvan in de praktijk. inhoud Bij deze cursus staat de praktijktoepassing van de A&O-psychologie door afdelingen P&O en Personeelszaken centraal. In de vorm van een serie capita selecta wordt dieper ingegaan op de afzonderlijke HRM-aktiviteiten en wordt tevens de samenhang gedemonstreerd. Het praktijkgerichte karakter van deze cursus wordt gerealiseerd met behulp van diverse cases waarbij in kleinere groepen aan (actuele) praktijkproblemen wordt gewerkt. In aanvulling hierop wordt een bijdrage geleverd door een gastspreker uit de HRM-
de masteropleiding
69
beroepspraktijk. werkwijze In de cursus komen de volgende onderdelen/onderwerpen aan de orde: overzicht kerntaken HRM, de functie van personeelsmanager, werving (strategie en hulpmiddelen/technieken), gelijke kansen m/v, personeelsplanning, toepassing functie-analyse, beoordeling in de praktijk, loopbaanplanning, potentiëelbeoordeling (o.a. assessment centers), outplacement, beloning (tegenprestatie & stimulans). literatuur • Kluytmans, F. (red), Leerboek Personeelsmanagement, Uitg. WoltersNoordhoff, 4e druk; • aanvullende artikelen/hoofdstukken (op college uit te reiken); • Pagina's: 550 (handboek). toetsing schriftelijk tentamen (open vragen). opmerkingen Inschrijving bij secretariaat A&O is verplicht. onderwijs hoorcollege zelfstudie naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
werkwijze literatuur
toetsing opmerkingen onderwijs
naam code studiepunten contacturen periode
70
Management en Organisatie I 813035 6 168 (3 tentamen, 18 hoorcollege, 147 zelfstudie) 1 prof.dr. P.L. Koopman; dr. S.P. van Duin; dr. C. van Dyck Mensen besteden een groot deel van hun tijd aan werken, meestal binnen de context van een organisatie. Wat betekent dat voor hen? Zijn sommige organisatievormen meer geschikt om mensen tot ontplooiing te laten komen en hen tot optimale prestaties aan te zetten dan andere? Het centrale thema "organiseren" wordt in deze cursus uitgewerkt naar vraagstukken van organisatiestructuur en -cultuur, omgaan met informatie en macht, stabiliteit en vernieuwing. Organiseren kan meer van bovenaf of meer van onderop. Dat heeft belangrijke gevolgen voor de leden van de organisatie. Hoorcolleges, werkgroepen, casuïstiek/opdrachten, groepsdiscussie en gastdocenten. • Daft, R.L. (2004, 2001). Organization Theory and Design (8e editie, 7e editie toegestaan). South-Western College Publishing (division of Thomson Learning). Of Nederlandse vertaling: Daft, R.L. (2002). Organisatietheorie en -ontwerp (zevende editie). Academic Service, Schoonhoven. • Collegestof. Pagina's: ongeveer 500 Openeindtentamen. Inschrijving via A&O-secretariaat en via Blackboard verplicht hoorcollege zelfstudie hoorcollege, werkgroepen, zelfstudie Training en Vorming 813039 6 168 (70 werkstuk, 68 zelfstudie, 30 college) 5 en 6
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
docenten drs. A.G. van Dam; drs. G. Hoolwerf doel • Opdoen van kennis op het gebied van Human Resource Development (training en ontwikkeling); • Enige ervaring krijgen met het ontwikkelen van bedrijfstrainingen. inhoud Bij deze cursus wordt inzicht geboden in de meest gangbare leertheorieën en leerprincipes en de toepassing daarvan in bedrijfsopleidingen. Aan de orde komen o.m.: de context waarbinnen training plaatsvindt, het opsporen en vaststellen van trainingsbehoeften, het ontwikkelen van opleidingsprogramma's (keuze van leervormen en hulpmiddelen), individuele leerstijlen, het evalueren van trainingsresultaten (technieken en onderzoekdesigns), een overzicht van trainingsvormen en methoden. werkwijze Gedurende de cursus wordt in kleine groepen aan een eindwerkstuk gewerkt waarbij alle geleerde vaardigheden en theorieën moeten worden toegepast. Tevens wordt een bezoek gebracht aan een trainingsinstituut voor een grondige kennismaking met de praktijk. literatuur • Wexley, K.N. en Latham, G.P., Developing and training human resources in organisations, 3e ed. Uitg. Prentice-Hall (t/m hfdst. 7 Off-site training methods); • Kessels, J.W.M. en Smit, C.A., Opleidingskunde, Kluwer. Pagina's: 350. toetsing werkstuk en zelfwerkzaamheid Tentamen (open vragen) en eindwerkstuk (N.B. beide moeten minimaal voldoende zijn) opmerkingen Inschrijven bij secretariaat A&O-psychologie is verplicht. Vanwege de praktijkgerichte werkwijze (tijdens elke bijeenkomst vinden oefeningen plaats, wordt in groepjes aan casussen gewerkt) is aanwezigheid verplicht. onderwijs college incl. excursie trainingsbureau. zelfstudie Profiel Biologische Psychologie Vakcode 813011 813010 470039 813009
Vaknaam Genen en Gedrag Hersenen en Gedrag Neurobiologie Stress en Gezondheid
Stp. 6 6 6 6
Periode 2 01.11.2004 - 26.11.2004 1
naam code docenten studiepunten contacturen periode doel
Genen en Gedrag 813011 dr. G.C.M. van Baal; prof.dr. D.I. Boomsma 6 168 (3 tentamen, 24 hoorcollege, 141 zelfstudie) 2 Introductie in de gedragsgenetica. Kennis van de basale mechanismen van culturele en genetische overerving. Kennismaking met methodiek van gedragsgenetisch onderzoek. Inzicht in recente ontwikkelingen op het gebied van gedragsgenetica. inhoud Hoe ontstaan individuele verschillen in normaal en afwijkend gedrag? Waarom loopt bijvoorbeeld de ene mens een veel grotere kans depressief te
de masteropleiding
71
werkwijze literatuur
toetsing
onderwijs
naam code docent studiepunten contacturen doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing onderwijs
raken dan de andere? Hoe kan met gedragsgenetisch onderzoek worden nagegaan in welke mate genetische factoren hierin en rol spelen? Hoorcollege en practica • Plomin, R, DeFries, J.C., McClearn, G.E., McGuffin, P. (2001) Behavioral Genetics (4e druk). Worth Publishers and W.H. Freeman and Company, New York; ISBN 0-7167-5159; • extra literatuur (wordt op het eerste college uitgereikt). tentamen Schriftelijk tentamen; open eind vragen. Schriftelijke rapportage van eigen data-analyse. hoorcollege zelfstudie Hersenen en Gedrag 813010 dr. J.F. Stins 6 168 (3 tentamen, 20 hoorcollege, 145 zelfstudie) Overzicht van de recente theorieen over de biologische basis van cognitie en emoties en van de experimentele technieken die in de cognitieve neurowetenschappen worden gebruikt. De cursus begint met een korte opfrissing van de werking van het zenuwstelsel en een introductie van de belangrijkste meettechnieken op het terrein van hersenen en gedrag. Vervolgens worden de belangrijkste bevindingen en hun verbindende theorie behandeld op het terrein van de waarneming, de motoriek, aandacht, het geheugen, spraak, bewustzijn en emotie. Hoorcollege Gazzaniga M.S., Ivry, R.B., Mangun, R.B. (2002) Cognitive neuroscience, the biology of the mind, (2e druk), W.W. Norton and Company: New York and London, plus artikelen (wordt later bekend gemaakt). Schriftelijk tentamen; open eind vragen. hoorcollege zelfstudie
naam code docenten studiepunten periode doel
Neurobiologie 470039 prof.dr. A.B. Brussaard (cursusleider); prof.dr. M.L. Gahr; dr. P. Voorn 6 01.11.2004 - 26.11.2004 Het bestuderen van het functioneren van het zenuwstelsel op alle onderscheiden niveaus van complexiteit, te weten, moleculair, cellulair, op netwerk niveau, op neuraal systeem en op gedragsniveau. De cursus is bedoeld als algemene inleiding op een neurowetenschappelijke specialisatie in de bachelors en mastersfase. De relaties tussen de behandelde onderwerpen en de onderzoeksthema's binnen het Interfacultair Onderzoekinstituut Neurowetenschappen VU (ION-VU) en het recent opgerichte Centrum voor Neurogenomics en Cognitie Research (CNCRVUA) zullen worden aangegeven. inhoud Neurowetenschappelijk onderzoek is gericht op de biologische basis van hoe
72
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
werkwijze
literatuur
toetsing doelgroep opmerkingen
wij onze omgeving waarnemen en erop reargeren, hoe herinneringen ontstaan, wat bewustzijn is en hoe emoties tot stand komen. Neurowetenschap op het raakvlak van biologie en medicijnen wil daarnaast ook begrijpen hoe bepaalde neurologische en psychiatrische ziekten tot stand komen. Historisch gezien werden deze complexe problemen bestudeerd via twee gescheiden benaderingen, ofwel via moleculair en cellulair onderzoek ofwel door de hersenen als systemisch geheel (zogenaamde systeem-niveau benadering) te bestuderen, middels analyse van sensorische en motorische activiteit van het zenuwstelsel, brain imaging, EEG studies en/of gedragsanalyse. De moleculaire en cellulaire neurobiologie analyseert vooral de elementaire componenten van het zenuwstelsel door de moleculen, de zenuwcellen of de geïsoleerde neuronal netwerken te bestuderen. De systeem-niveau benadering richt de aandacht vooral op de hersen als geheel en op functies daarvan in levende mensen en dieren. Hoewel beide benaderingen succesvol zijn, moet vastgesteld worden dat een dergelijke gescheiden benadering van het zenuwstelsel niet ideaal is, wil men tenslotte een holistisch beeld kunnen vormen van de hersenen en de daarmee samenhangende regulatie van ons bewustzijn, onze emoties en ons gedrag. Tijdens deze cursus wordt een begin gemaakt met een meer geïntegreerde aanpak van de bestudering van ons zenuwstelsel, door op alle vijf niveaus van neuronale organisatie stil te staan en verbanden te leggen. Deze vijf niveaus zijn: (i) het moleculaire, (ii) het cellulaire en (iii) het elementaire neuronal netwerk niveau, (iv) de neuronale systemen (d.w.z. connecties tussen verschillende hersengebieden) en tenslotte (v) het gedrag. Men kan deze niveaus besturen vanaf het moleculaire niveau naar het gedrag, de zogenaamde functioneel genomische benadering. Een omgekeerde benadering is ook mogelijk, namelijk beginnende bij het gedrag, en vandaar via de verschillende niveaus terug naar het functioneren van genen. Onderwerpen die tijdens de cursus zullen worden behandeld zijn: functioneren van neuronale netwerken vanaf het moleculaire, synaptische en cellulaire niveau, de structuur van en de verbanden binnen het zenuwstelsel (anatomie), de belangrijkste sensorische en motorische systemen, en de relatie tussen hersen-activiteit en gedrag. • Hoorcolleges 44 x; • PGO: 2 dagdelen; • Practica: 4 dagdelen; • Zelfstudie en responsie college: ongeveer 10 dagdelen. De stof zal worden gedoceerd aan de hand van een syllabus en een boek. Aanschaf van het boek van Bear, Connors & Paradiso, getiteld Neuroscience: 'Exploring the Brain' is verplicht. Schriftelijk: 3 deeltoetsen Verplicht voor tweedejaars biologen en bio-medische wetenschappers. Deelname aan PGO, practica en is verplicht. Syllabus wordt verkocht aan begin van cursus.
de masteropleiding
73
naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing onderwijs
Stress en Gezondheid 813009 6 168 (3 tentamen, 10 practicum, 22 hoorcollege, 133 zelfstudie) 1 dr. A.H.M. Willemsen Kennis van recente inzichten in de relatie tussen psychosociale factoren en ziekterisico en de fysiologische regelmechanismen die hierbij een rol spelen. Overzicht van epidemiologische studies die psychosociale factoren en persoonlijkheid als risicofactor onderzoeken voor ziekte. Hierbij wordt ingegaan op de onderliggende pathofysiologische mechanismen, waarbij het hart- en vaatsysteem, het stresshormonale systeem en het immuunsysteem belicht worden. Hoorcollege en practicum Literatuurklapper Schriftelijk tentamen; open eind vragen. Schrijven van onderzoeksvoorstel. hoorcollege zelfstudie practicum
Profiel Cognitieve Psychologie Vakcode 813003 813010 813002 813001
naam code studiepunten contacturen periode docenten doel inhoud
literatuur toetsing onderwijs
74
Vaknaam Aandacht Hersenen en Gedrag Programmeren Toegepaste Cognitieve Psychologie
Stp. 6 6 6 6
Periode 4 1 5
Aandacht 813003 6 168 (3 tentamen, 18 hoorcollege, 147 zelfstudie) 4 dr. W. Donk; dr. D.J. Heslenfeld; dr. S.T. Nieuwenhuis Student vertrouwd maken met theorieën en onderzoeksmethoden op het terrein van visueel zoeken, oogbewegingen en (visuele) aandacht. Aan de hand van het boek en recente artikelen worden belangrijke thema's besproken: interne versus externe sturing van aandacht en oogbewegingen, visual marking, interactie tussen auditieve en visuele aandacht, attentional blindness, task switching. - Pasher, H. (1998), Attention, Psychology press; - Aantal artikelen. Schriftelijk tentamen. hoorcollege zelfstudie
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
naam code docent studiepunten contacturen doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing onderwijs
Hersenen en Gedrag 813010 dr. J.F. Stins 6 168 (3 tentamen, 20 hoorcollege, 145 zelfstudie) Overzicht van de recente theorieen over de biologische basis van cognitie en emoties en van de experimentele technieken die in de cognitieve neurowetenschappen worden gebruikt. De cursus begint met een korte opfrissing van de werking van het zenuwstelsel en een introductie van de belangrijkste meettechnieken op het terrein van hersenen en gedrag. Vervolgens worden de belangrijkste bevindingen en hun verbindende theorie behandeld op het terrein van de waarneming, de motoriek, aandacht, het geheugen, spraak, bewustzijn en emotie. Hoorcollege Gazzaniga M.S., Ivry, R.B., Mangun, R.B. (2002) Cognitive neuroscience, the biology of the mind, (2e druk), W.W. Norton and Company: New York and London, plus artikelen (wordt later bekend gemaakt). Schriftelijk tentamen; open eind vragen. hoorcollege zelfstudie
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Programmeren 813002 6 168 (3 tentamen, 24 practicum, 12 hoorcollege, 129 zelfstudie) 1 dr. C.N.L. Olivers Het aanleren en toepassen van programmeervaardigheden ten behoeve van het opzetten van experimenten en het analyseren van data. inhoud Enige programmeerervaring is tegenwoordig onontbeerlijk in de wetenschap, maar in het IT tijdperk vormen programmeervaardigheden ook buiten de universiteit een pre. Daarom is deze cursus opgezet, waarin een inleiding wordt gegeven in het programmeren, en waarin paketten worden geintroduceerd die van belang zijn voor de onderzoekspraktijk. De cursus heeft 3 onderdelen. Het eerste deel omvat het ontwerpen, implementeren en testen van een computerprogramma in de programmeertaal Visual Basic. Daarbij wordt ingegaan op modules, data types, functies, procedures, declaraties, selectie structuren, repetitie structuren, en file handling. Het tweede deel omvat het ontwerpen, implementeren en testen van computerprogramma's die specifiek worden gebruikt in psychologische experimenten. Hiervoor wordt E-Prime gebruikt, een pakket gebaseerd op Visual Basic. In het laatste deel wordt geleerd hoe Excel te gebruiken om data te organiseren, analyseren en presenteren. Ook hierbij wordt van programmeertechnieken gebruik gemaakt. Let op: omdat we meteen praktisch aan de slag gaan moet je het boek bij het eerste college al in bezit hebben. werkwijze 12 x 1 uur hoorcollege, 12 x 2 uur practicum (verplicht), wekelijkse huiswerkopdracht
de masteropleiding
75
•
The complete idiot's guide to Visual Basic.NET - Clayton Walnum. Alpha Books. ISBN 0028642317 (te bestellen bij boekhandel of op internet). Prijsindicatie (Amazon) : EUR 15. • Handleiding E-Prime (te kopiëren bij eerste college). Ander materiaal wordt on-line via Blackboard beschikbaar gesteld. toetsing tentamen Van de 12 huiswerkopdrachten dienen er 8 voldoende gemaakt te zijn. Op het tentamen wordt een programmeeropdracht gemaakt en een kort tentamen met enkele open vragen gesteld. Aanwezigheid op het practicum is verplicht. onderwijs hoorcollege practicum zelfstudie literatuur
naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing
onderwijs
76
Toegepaste Cognitieve Psychologie 813001 6 168 (3 tentamen, 42 presentatie, 5 practicum, 18 hoorcollege, 100 zelfstudie) 5 prof.dr. J.L. Theeuwes Kennismaking met hoe cognitieve psychologie in de praktijk kan worden toegepast bij het oplossen van alledaagse problemen. In de cursus komen een aantal centrale thema's in de toegepaste cognitieve psychologie aan de orde. Onderzoek in de toegepaste cognitieve psychologie wordt ook wel ergonomie of Human Factors onderzoek genoemd. Aan de hand van een aantal case studies wordt geleerd hoe je praktijk problemen kan omzetten inn concrete en onderzoekbare vraagstellingen. Er komen 4 thema's aan de orde: verkeer, stress en werkbelasting, bewegwijzering en juridisch beslisonderzoek. De cursus wordt afgesloten met een excursie naar het belangrijkste human factors laboratorium TNO Technische Menskunde in Soesterberg. Hoorcollege en werkcollege, eigen onderzoek opzetten, excursie naar TNO. Reader. presentatie Tentamen met open vragen. Presentatie van eigen onderzoek wordt meegenomen bij de bepaling van het eindcijfer. hoorcollege practicum zelfstudie
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Profiel Kinder- en Jeugdpsychologie Vakcode 813013 813014
813012
813072
Vaknaam Ontwikkelingspsychopathologie (Developmental psychopathology) Theorie en praktijk van interventiemethoden (Theory and methods of clinical intervention) Verdieping Ontwikkelingspsychologie I (Advanced course developmental psychology I) Verdieping Ontwikkelingspsychologie II (Advanced course developmental psychology II)
Stp. 6
Periode 2
6
4
6
1
6
2
naam code studiepunten periode docent doel
Ontwikkelingspsychopathologie (Developmental psychopathology) 813013 6 2 dr. G.T.M. Stegge (coördinator) Kennis en inzicht verwerven in de ontwikkelingspsychopathologie en de bijbehorende psychodiagnostiek. inhoud Behandeling van de basisbegrippen uit de ontwikkelingspsychopathologie: vergelijking van normaal en pathologisch ontwikkelingsverloop; behandeling van de principes en procedures van psychodiagnostiek; definiëren en classificeren van de belangrijkste stoornissen. werkwijze Hoorcollege literatuur Wenar, C., & Kerig, P. (2000). Developmental psychopathology: From infancy through adolescence. New York: McGraw-Hill.
naam Theorie en praktijk van interventiemethoden (Theory and methods of clinical intervention) code 813014 studiepunten 6 periode 4 docent dr. J.D. Bosch (coördinator) doel Eerste kennismaking met de vigerende relevante theorieën en de daaruit afgeleide interventiemethoden en technieken die de generalistische kinderen jeugdpsycholoog in de klinische praktijk dient te beheersen. inhoud Aandacht wordt besteed aan de verschillende terreinen waarin de kinder- en jeugdpsycholoog werkzaam is. Vervolgens worden een aantal theoretisch relevante begrippen toegelicht die ten grondslag liggen aan de verschillende interventiemethoden en technieken van de kinder- en jeugdpsycholoog. Achtereenvolgens worden de verschillende interventiemethoden gedemonstreerd aan de hand van voorbeelden uit de klinische praktijk waarbij soms het kind, soms de ouder en soms ouder en kind centraal staan. Ook wordt stil gestaan bij aspecten als psychoeducatie, case-management en preventie. werkwijze Werkcollege literatuur • Vandereyken, W., & Van Deth, R. (2003). Psychotherapie: Van theorie tot
de masteropleiding
77
•
praktijk. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum. Prins & Bosch (1998). Methoden en technieken van gedragstherapie bij kinderen en jeugdigen. Bohn Stafleu Van Loghum.
naam Verdieping Ontwikkelingspsychologie I (Advanced course developmental psychology I) code 813012 studiepunten 6 periode 1 docenten dr. T. Olthof (coördinator); dr. M. Meerum Terwogt; prof.dr. J.M. Koot doel Kennis en inzicht verdiepen van aspecten van de cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling, die in het B1 jaar op inleidend niveau zijn behandeld. Daarbij wordt tevens aandacht besteed aan de relatie tussen de normale ontwikkeling en deviante ontwikkelingen (die verder worden uitgewerkt binnen het studieonderdeel "Ontwikkelingspsychopathologie"). inhoud Onderwerpen uit de cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling. werkwijze 16 hoorcolleges + zelfstudie; MC en open vragen tentamen literatuur Bornstein, M.H., & Lamb, M.E. (1999). Developmental psychology: An advanced textbook (4th ed.). Mahwah, NJ: Erlbaum. + uitgebreide syllabus met aanvullende teksten bij boekhoofdstukken. opmerkingen Dit vak vormt een geheel met Verdieping Ontwikkelingspsychologie II. naam Verdieping Ontwikkelingspsychologie II (Advanced course developmental psychology II) code 813072 studiepunten 6 periode 2 docenten dr. T. Olthof (coördinator); dr. M. Meerum Terwogt; prof.dr. J.M. Koot doel Kennis en inzicht verdiepen van aspecten van de cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling, die in het B1 jaar op inleidend niveau zijn behandeld. Daarbij wordt tevens aandacht besteed aan de relatie tussen de normale ontwikkeling en deviante ontwikkelingen (die verder worden uitgewerkt binnen het studieonderdeel `Ontwikkelingspsychopathologie'). inhoud Onderwerpen uit de cognitieve, emotionele en sociale ontwikkeling. werkwijze 16 hoorcolleges + zelfstudie; MC en open vragen tentamen literatuur Bornstein, M.H., & Lamb, M.E. (1999). Developmental psychology: An advanced textbook (4th ed.). Mahwah, NJ: Erlbaum. + uitgebreide syllabus met aanvullende teksten bij boekhoofdstukken. opmerkingen Dit vak vormt een geheel met Verdieping Ontwikkelingspsychologie I.
78
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Profiel Klinische Psychologie Vakcode 813020 813019 813021 813022
naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing onderwijs
naam code studiepunten periode docent inhoud
Vaknaam Behandeling van Angst- en Stemmingsstoornissen Klinisch Psychologische Behandelvormen Persoonlijkheidsstoornissen Seminarium Klinische Gespreksvoering
Stp. 6
Periode 2
6
1
6 6
2 5 en 6
Behandeling van Angst- en Stemmingsstoornissen 813020 6 158 (3 tentamen, 20 hoorcollege, 135 zelfstudie) 2 drs. T.A.E. Hoijtink (coordinator) Kennisname van de diagnostiek en behandelingsmogelijkheden van enkele vaak voorkomende psychologische klachten. Het studie-onderdeel bestaat uit twee blokken, te weten stemmingsstoornissen en angststoornissen, inclusief psychotraumata. Per blok zullen epidemiologie, aetiologie, diagnostiek en behandelingsmodaliteiten besproken worden. De meest relevante theoretische invalshoeken (leertheorieën, cognitieve theorieën, psychodynamiek, e.d.). zullen hierbij aan de orde komen, alsmede het onderzoek naar de effectiviteit van behandelingen. Ook zal nader ingegaan worden op lopend onderzoek naar aetiologie en behandelingsresultaat. Hoorcolleges, schrijven werkstuk en zelfstudie. Voor de hoorcolleges geldt aanwezigheidsplicht. • F.A. Albersnagel, P.M.G. Emmelkamp en R.H. van den Hoofdakker (1998): Depressie: theorie, diagnostiek en behandeling. Tweede druk. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum Hoofdstuk 1 t/m 6. Hoofdstuk 8 en 9. 228 blz; • P.M.G. Emmelkamp, T.K. Bouman en H.A. Scholing (1995): Angst, fobieën en dwang: diagnostiek en behandeling. Tweede druk. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum, 198 blz.; • R.J. Kleber, C. Mittendorff en O. van der Hart (1997): Posttraumatische stress. Handboek Klinische Psychologie, D 2000, augustus 1997. 27 blz. Open end tentamen en werkstuk. hoorcollege zelfstudie Klinisch Psychologische Behandelvormen 813019 6 1 dr. R.J. Takens In de cursus wordt aandacht besteed aan de volgende onderwerpen: Psychotherapie en andere klinisch psychologische behandelvormen; Klachtgerichte versus persoonsgerichte behandelingen;
de masteropleiding
79
- Steunend/ structurerende versus openleggende/ inzichtgevende behandelingen - Geprotocolleerd versus procesgericht werken; - Eclecticisme en integratie in psychotherapie; - Algemene en non-specifieke factoren in psychotherapie; - Effect- en procesonderzoek van psychotherapie; - Evidence-based werken; - Het werken met groepen en systeeminterventies; - Klinische psychotherapie; - Klinische psychologische behandelingen bij chronische patiënten; - Transculturele psychologische behandelingen; - Psychotherapie bij ouderen; - Wettelijke regelingen (o.a. BIG, WGBO, Kwaliteitswet, BOPZ) en beroepsethiek. werkwijze Colleges (mede door enkele gastdocenten) + tentamen en schrijven van een paper, waarin de wetenschappenlijke evidentie van een bepaalde behandeling aan de orde is. literatuur • Smeets, G. Bögels, S.M., Van der Molen, H.T., & Arntz, A. (1999). Klinische psychologie: Diagnostiek en therapie. Groningen: WoltersNoordhoff. Uit dit boek deel I (Behandelvormen en hun indicaties, p. 15-260) en Deel III (Indicatiestelling, therapie-evaluatie en ethiek, p.505-568). • Ad hoc door betrokken docenten opgegeven artikelen ter kopieëring verkrijgbaar. toetsing Tentamen (essayvragen) en schrijven van een paper. naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
80
Persoonlijkheidsstoornissen 813021 6 160 (40 werkstuk, 2 tentamen, 21 hoorcollege, 97 zelfstudie) 2 drs. E.N.M. Wever Overdragen van theoretische en praktische kennis betreffende persoonlijkheidsstoornissen. In vier blokken zullen diagnostiek, epidemiologie, etiologie en pathogenese, behandeling en behandelingsresultaten, en zorgmanagement en crisisinterventie van persoonlijkheidsstoornissen aan de orde komen. Hoorcolleges (9 keer), maken van een werkstuk en literatuurstudie Leerstof: - Hellinga, G. (1999). Lastige lieden. Een inleiding over persoonlijkheidsstoornissen. Amsterdam: Boom; - Tilburg, W. van, Brink, W. van den, & Arntz, A. (Red.).(1998). Behandelingsstrategieën bij de borderlinepersoonlijkheidsstoornis. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum; - of: Liverley, (2001) Handbook of Personality Disorders. Theory, Research and Treatment. New York/London: The Guilford Press. - Collegestof. Leesstof: brochures en informatiemateriaal over persoonlijkheidsstoornissen. werkstuk Schriftelijk tentamen (open eind vorm) over de collegestof en de opgegeven
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
literatuur en een werkstuk. Weging schriftelijk tentamen t.o.v. werkstuk is 1 op 1. onderwijs hoorcollege zelfstudie naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing entreevoorwaarden opmerkingen onderwijs
Seminarium Klinische Gespreksvoering 813022 6 160 (10 opdracht, 42 practicum, 108 zelfstudie) 5 en 6 drs. P. de Beurs (coördinator) Constructief luisteren; anamnese en verslaglegging. In dit seminar zal een training plaatsvinden in (therapeutische) gespreksvaardigheden. De kern van de cursus bestaat uit luistervaardigheidsoefeningen, een vorming in het constructief leren luisteren naar iemand die vertelt over eigen ervaring. Ook wordt aandacht besteedt aan constructief feedback geven. Daarnaast leert men hoe een anamnese afgenomen wordt als mede de verslaglegging hiervan. 12 zittingen van 3 uren; daarnaast twee luistergesprekken (uitwerken + becommentariëren). • Kahn, M. (1996). Between Therapist and Cliënt, Freeman; In overleg met de docent een keuze uit: • Casement, P. (1985). Leren van de patiënt, Uitg. Toorts of • Lang, G. en Van der Molen, H.T. (1994). Psychologische Gespreksvoering: Een basis voor hulpverlening, Nelissen, Baarn. opdracht literatuurtentamen, schriftelijk zie paragraaf 7.6.7 Een seminarium vindt geen doorgang bij een aantal van minder dan 7 deelnemers. practicum zelfstudie
Profiel Klinische Neuropsychologie
Van de onderdelen Veroudering en Dementie en Ontwikkelingspsychopathologie kiest de student er een. Vakcode 813048 813062 813050 813013 815029
naam code studiepunten periode
Vaknaam Klinische Neurofarmacologie Neuro-Imaging Neuropsychologische Interventiemethoden Ontwikkelingspsychopathologie (Developmental psychopathology) Veroudering en dementie
Stp. 6 6 6
Periode 5 en 6 2 1
6
2
6
2
Klinische Neurofarmacologie 813048 6 5 en 6
de masteropleiding
81
docent dr. J.B. Deijen doel Kennis bijbrengen over de werking en het gebruik van psychofarmaca, over psychische stoornissen en de neurobiologische basis hiervan. inhoud Verklaring van de neurobiologische begrippen die ten grondslag liggen aan de psychofarmacologische behandeling van psychische stoornissen. Er wordt basale en klinische informatie gegeven over de werking en het gebruik van psychofarmaca. Veel aandacht wordt besteed aan de chemische neurotransmissie. De onderwerpen behelzen de neurobiologie van de werking van farmaca zoals antidepressiva, anxiolytica en antipsychotica. Ook wordt aandacht besteed aan (de behandeling van) psychische stoornissen zoals depressie en schizofrenie. Bovendien wordt enige aandacht besteed aan 'cognitive enhancers' en 'neuroprotective agents' zoals psychostimulantia, vitamines, neuropeptiden en hormonen bij normale veroudering en dementie. werkwijze Hoorcollege literatuur Stahl, S.M., (2002) Essential Psychopharmacology. Neuroscientific basis and practical applications, second edition. Cambridge University Press. toetsing Openeind tentamen. naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden onderwijs
Neuro-Imaging 813062 6 160 (4 tentamen, 16 hoorcollege, 140 zelfstudie) 2 dr. R. Licht (coördinator); Diverse docenten Kennis van en inzicht in de verschillende methoden van functioneelanatomisch hersenonderzoek en de toepassingen daarvan in de neuropsychologie Aan de orde komen de principes van o.a. EEG/ERP technieken, MEG en (f)MRI en PET. Naast de bespreking van deze technieken wordt ook ingegaan op het gebruik van deze methoden in neuropsychologisch onderzoek en diagnstiek en bevindingen op dit gebied. Een practisch gedeelte betreft een bezoek aan de meetopstellingen. hoorcolleges Wordt nader bekend gemaakt tentamen Schriftelijk tentamen Inleiding Klinische Neuropsychologie hoorcollege zelfstudie
naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
Neuropsychologische Interventiemethoden 813050 6 80 (3 tentamen, 16 hoorcollege, 61 zelfstudie) 1 prof.dr. E.J.A. Scherder; dr. J.B. Deijen; drs. P.R. Bosboom-van der Hurk Opdoen van kennis over en inzicht in interventiemethoden in de klinische neuropsychologie, mede aan de hand van voorbeelden uit de praktijk. inhoud Behandeling van theorie en praktijk van interventies. werkwijze Hoorcolleges.
82
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
literatuur Stuss, Donald T.; Winocur, Gordon; Robertson, Ian H. (1999). Cognitive Neurorehabilitation, Cambridge University Press. toetsing Schriftelijk tentamen opmerkingen Studieadvies: Neuropsychologische functiestoornissen van het kind, Interview- en Gesprekspracticum en Meten en Testen. Studenten Kinder- en Jeugdpsychologie zijn verplicht dit onderdeel te combineren met het onderdeel Neuropsychologische Diagnostiek. onderwijs hoorcollege zelfstudie naam code studiepunten periode docent doel
Ontwikkelingspsychopathologie (Developmental psychopathology) 813013 6 2 dr. G.T.M. Stegge (coördinator) Kennis en inzicht verwerven in de ontwikkelingspsychopathologie en de bijbehorende psychodiagnostiek. inhoud Behandeling van de basisbegrippen uit de ontwikkelingspsychopathologie: vergelijking van normaal en pathologisch ontwikkelingsverloop; behandeling van de principes en procedures van psychodiagnostiek; definiëren en classificeren van de belangrijkste stoornissen. werkwijze Hoorcollege literatuur Wenar, C., & Kerig, P. (2000). Developmental psychopathology: From infancy through adolescence. New York: McGraw-Hill.
naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen onderwijs
Veroudering en dementie 815029 6 120 (3 tentamen, 16 hoorcollege, 101 zelfstudie) 2 prof.dr. E.J.A. Scherder Kennis van en inzicht in de normale en pathologische veranderingen bij de ouder wordende mens. Aan de orde komen de verschillende vormen van dementie; de psychologische veranderingen bij veroudering en dementie; de neuropsychologische diagnostiek (taal, geheugen, aandacht en concentratie, perceptie, problemen oplossen, persoonlijkheid) en begeleiding van patiënten met dementie. Hoor-/werkcolleges. • Collegestof/collegedictaat; • Overige literatuur wordt nader bekend gemaakt. tentamen Schriftelijk tentamen met openeindvragen. Studieadvies: Inleiding Klinische Neuropsychologie. hoorcollege zelfstudie
de masteropleiding
83
Profiel Sociale Psychologie Vakcode 813008 813006 813007 813005
Vaknaam Attitudes en Gedrag Groepsdynamica Interpersoonlijke processen Sociale Cognitie
Stp. 6 6 6 6
Periode 5 1 2 2
naam code studiepunten periode docent inhoud
Attitudes en Gedrag 813008 6 5 nog niet bekend De cursus zal uit twee delen bestaan: In het eerste deel worden de fundamentele theorieën en principes van attitudes en hun relatie tot gedrag behandeld. In het tweede deel zullen we deze theorieën en principes toepassen op onderzoek naar een aantal domeinen, waaronder gezondheid, consumentengedrag en politiek. werkwijze hoorcolleges literatuur • Boek: Zimbardo, P. & Leippe, M. (1991); The Psychology of Attitudes and Social Influence. New York: McGraw-Hill • Diverse artikelen toetsing schriftelijke tentamen (50% eindcijfer) + wekelijkse opdrachten en deelname " in class" activiteiten (50% eindcijfer).
naam code docent studiepunten periode inhoud
Groepsdynamica 813006 dr. E.A.C. van Leeuwen 6 1 Deze cursus is gericht op theoretische analyses van groepsverschijnselen, zoals (sub)groepsvorming, conformiteit, invloed, macht, leiderschap, taakverrichting, besluitvorming, intra- en intergroepsconflicten en onderhandelen. In de cursus wordt o.a. aandacht besteed aan de volgende vragen: Hoe ontstaan groepen? Op welke manier beïnvloedt groepslidmaatschap ons denken en handelen? Hoe reageren mensen op veranderingen in groepen? Hoe komt leiderschap tot stand? Wat bepaalt de mate waarin wij ons willen inzetten voor een groep? Welke factoren spelen een rol bij conflicthantering en onderhandelingen? werkwijze hoorcolleges literatuur • Brown, R. (2000). Group processes (2nd edition). Oxford: Basil Blackwell. Te verkrijgen in paperback (ISBN 0631184961) en in hardback (ISBN 0631218521) • syllabus met aanvullende literatuur toetsing schriftelijke tentamen naam Interpersoonlijke processen code 813007 docenten dr. J.W. van Prooijen; prof.dr. P.A.M. van Lange
84
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
studiepunten 6 periode 2 doel Aan de hand van klassieke thema's uit de sociale psychologie worden theorieën en onderzoek over interpersoonlijke processen en relaties bestudeerd. inhoud Aan de orde komen uiteenlopende aspecten van interacties en relaties. Verschillende theoretische benaderingen komen aan bod, waaronder de evolutionaire benadering de sociale uitwisselingstheorie, de interdependentietheorie de rechtvaardigheidstheorieën. Aandacht wordt besteed aan de ontwikkeling van relaties, in stand houden en 'onderhouden' van relaties; het ontstaan en vermijden van binding; rechtvaardigheid, samenwerking en competitie; agressie en conflict. werkwijze Een combinatie van hoor- en werkcolleges literatuur • Komorita, S.S. & Parks, C.D. (1994). Social Dilemmas. Brown & Benchmark. Madison, Wisconsin; • Van Lange, P.A.M., & De Dreu, C.K.W. (2001) Sociale Interaction: Cooperation and competition. In: M. Hewstone & W. Stroebe (Eds.), Introduction to social psychology (pp. 341-370). Blackwell, Oxford; • Aanvullende artikelen toetsing Schriftelijk tentamen naam code studiepunten periode docent inhoud
Sociale Cognitie 813005 6 2 nog niet bekend Sinds de cognitieve revolutie zijn sociaal-psychologen er als de kippen bij geweest om sociale processen vanuit een cognitieve invalshoek te bestuderen. Dit heeft geleid tot de opkomst van een nieuw soort sociale psychologie, waarvan de methoden en inzichten inmiddels gemeengoed zijn geworden: de cognitieve sociale psychologie. Centrale vragen van de cognitieve sociale psychologie zijn onder meer: Hoe leiden mensen persoonseigenschappen af uit het gedrag van anderen? Op welke manier wordt ons oordeel over anderen gestuurd door vooroordelen en stereotypen? Hoe wordt ons zelfbeeld gevormd? Welke rol speelt de taal bij het doorgeven van stereotypen? Hoe verhouden zich ons verstand en onze gevoelens bij het vormen van alledaagse oordelen en beslissingen? De cognitieve sociale psychologie biedt daarmee een wetenschappelijke analyse van het dagelijkse denken en doen van mensen in hun sociale omgeving. werkwijze combinatie van hoor- en werkcolleges. literatuur • Boek: Kunda, Z. (1999); Social cognition: Making sense of people, Cambridge, MA: The MIT Press; • Diverse artikelen. toetsing Schriftelijk tentamen (50% van het eindcijfer) + wekelijkse opdrachten en deelname "inclass" activiteiten (50% van het eindcijfer).
de masteropleiding
85
8.2.3
Data-analyse-, en diagnostiekmodulen Onderstaand de vakbeschrijvingen van de data-analyse-, en diagnostiekmodulen. Modulen Data-analyse
Uit de modulen Data-analyse en de modulen Diagnostiek, moeten in totaal twee modulen gekozen worden. De keuze is in principe vrij. Wel wordt dringend geadviseerd bij de keuze rekening te houden met de te kiezen masteropleiding. Vakcode 813026 813027 813028 813025 813064
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden onderwijs
Vaknaam Data analyse: Analyse van Covariantiestructuren Data analyse: Multiple Regressie en Factoranalyse Data analyse: Multivariate Variantie Analyse Log-lineaire en latente klassen analyse (Loglinear and latent-class analysis) Testtheorie en Intelligentie
Stp. 6
Periode 4
6
4
6
4
6
4
6
4
Data analyse: Analyse van Covariantiestructuren 813026 6 160 (40 opdracht, 2 tentamen, 24 hoorcollege, 94 zelfstudie) 4 dr. R.D. Stoel Zodanig verwerven van kennis van en inzicht in het lineair structurele model, dat men op een niveau dat voor een onderzoeker relevant is, deze techniek kan toepassen en de literatuur op dit gebied kan volgen. LISREL en MX Hoorcollege en practicum. Literatuur wordt nader bekend gemaakt. opdracht Tentamen en verslag. 813027: Data analyse: Multiple Regressie en Factoranalyse hoorcollege zelfstudie
naam code studiepunten contacturen periode docenten doel
Data analyse: Multiple Regressie en Factoranalyse 813027 6 160 (40 opdracht, 2 tentamen, 24 hoorcollege, 94 zelfstudie) 4 ing. H.C. van Baaden; dr. S.E. Huismans Zodanig verwerven van kennis van en inzicht in de behandelde technieken, dat men op een niveau dat voor een onderzoeker relevant is, deze theorie, resp. techniek kan toepassen en de literatuur op dit gebied kan volgen. inhoud Matrixalgebra, multiple regressie en factoranalyse, principale canonische correlatie. LISREL. werkwijze Hoorcollege en practicum. literatuur • Gedeelten uit Stevens, J., Applied Multivariate Statistics for the Social
86
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Sciences; Green, S.B., Salkind, N.J. & Akey, T.M. Using SPSS for windows (analyzing and understanding data); • Syllabus. toetsing tentamen opdracht Tentamen en verslag. onderwijs zelfstudie hoorcollege •
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
inhoud werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden onderwijs
Data analyse: Multivariate Variantie Analyse 813028 6 160 (40 opdracht, 2 tentamen, 24 hoorcollege, 94 zelfstudie) 4 dr. S.E. Huismans Zodanig verwerven van kennis van en inzicht in de multivariate variantieanalyse, dat men op een niveau dat voor een onderzoeker relevant is, deze techniek kan toepassen en de literatuur op dit gebied kan volgen. Multivariate variantieanalyse en discriminant-analyse. Hoorcollege en practicum Gedeelten uit Stevens, J., Applied Multivariate Statistics for the Social Sciences. opdracht Tentamen en verslag. 813027: Data analyse: Multiple Regressie en Factoranalyse zelfstudie hoorcollege
naam Log-lineaire en latente klassen analyse (Loglinear and latent-class analysis) code 813025 studiepunten 6 contacturen 168 (92 opdracht, 2 tentamen, 24 hoorcollege, 50 zelfstudie) periode 4 docenten dr. H. Kelderman (coördinator); dr. S.E. Huismans doel Kennismaken met en inzicht verwerven in statistische technieken en modellen voor de analyse van categorische variabelen. Het zinvol kunnen gebruiken van voor het onderwerp relevante computerprogrammatuur. inhoud - basisbegrippen van de log-lineare analyse - het standaard loglineare model voor volledige kruistabellen - het quasi-loglineare model voor structureel onvolledige kruistabellen. - het logistische model - het latente klassen model - het latente trekken model werkwijze Hoorcollege (12 x 2 contacturen) literatuur Wordt nader bekend gemaakt. toetsing tentamen opdracht Wekelijks inleveren van opdrachten en tentamen.
de masteropleiding
87
entreevoorwaarden Statistiek en Onderzoeksmethoden II. onderwijs hoorcollege zelfstudie naam code studiepunten contacturen periode docenten doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing opmerkingen
onderwijs
Testtheorie en Intelligentie 813064 6 168 (3 tentamen, 12 werkcollege, 30 hoorcollege, 123 zelfstudie) 4 dr. H. Kelderman; prof.dr. H. van der Flier Inleiding in de psychometrische modellen en theorieën voor intelligentieonderzoek. Het centrale thema van deze cursus is het beschrijven van intelligent (test) gedrag in termen van niet-direct-waarneembare menselijke capaciteiten. Ingegaan wordt op de algemene principes van item response modellen en de constructie en analyse van tests en andere meetinstrumenten op basis van deze modellen. Tevens wordt aandacht besteed aan beschrijvend en beslissend testgebruik. Hoorcollege, werkgroepen. • Van den Brink, W.P., & Mellenbergh, G.J. (1998). Testleer en Testconstructie, Amsterdam: Boom; • Resing, W.C.M., en Drenth, P.J.D., (2001). Intelligentie: Weten en meten. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds. Pagina's: 350. Schriftelijk tentamen (open vragen) en opdrachten Studenten die dit vak volgen kunnen in de master niet het vak Psychometrie en Intelligentie volgen. Inschrijving vooraf is nodig bij de afdeling A&O Psychologie. hoorcollege werkcollege zelfstudie
Modulen Diagnostiek
Uit de modulen data-analyse en de modulen diagnostiek, moeten in totaal twee modulen gekozen worden. De keuze is in principe vrij. Wel wordt dringend geadviseerd bij de keuze rekening te houden met de te kiezen masteropleiding. Bij inschrijving van minder dan 5 studenten gaat de modulen niet door. Vakcode 813057 813063 813054 813059 813053 813016
Vaknaam Individuele diagnostiek/selectiepsychologie Inleiding in de NeuroPsychologische Diagnostiek Klinische psychodiagnostiek Organisatiediagnose Psychiatrische diagnostiek Psychodiagnostiek van kinderen en adolescenten
naam Individuele diagnostiek/selectiepsychologie code 813057 88
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Stp. 6
Periode 4
6
4
6 6 6 6
4 4 4 4
studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing entreevoorwaarden opmerkingen
onderwijs
6 168 (3 tentamen, 22 hoorcollege, 143 zelfstudie) 4 drs F. van Luijk Verdieping in de theorie en de praktijk van de personeelselectie. Centraal staat de vraag hoe selectieprocedures dienen te worden ontwikkeld en geëvalueerd, en binnen welke organisationele context deze plaatsvinden. Aan de orde komen onder andere: voorspellingsmodellen, beslissingsmodellen, validiteitsonderzoek, utiliteitsbepaling en rendementsonderzoek. Hoorcolleges, bedrijfsexcursie, bijwonen van een 'reallife' selectiegesprek plus assessment. • Cook, M. (2001). Personnel Selection. Adding value through people. Wiley & Sons, Chichester. • Enkele artikelen; • Collegestof. Pagina's : ca: 500. Openeindtentamen. Behaald hebben van onderzoeksmethoden I: Dataverzamelingstechnieken. Nadere informatie volgt in Ad Valvas. Inschrijving verplicht minimaal 4 weken van tevoren bij het secretariaat van Arbeids- en Organisatiepsychologie. Deelname aan hoorcollege en 'reallife' selectiegesprek plus assessment verplicht. hoorcollege zelfstudie
naam code studiepunten periode docent doel
Inleiding in de NeuroPsychologische Diagnostiek 813063 6 4 drs. P.R. Bosboom-van der Hurk Verschaffen van kennis en stimuleren van inzicht in klinisch neuropsychologische diagnostiek volgens de wetenschappelijke principes van diagnostiek en de praktische toepassing. inhoud In deze cursus worden methodische basisbegrippen uit de klinische neuropsychologische diagnostiek gepresenteerd, toegelicht, en geïllustreerd aan de hand van casusmateriaal. De cursus beoogt een uitbreiding van kennis en inzicht in psychometrische concepten en hun rol in de neuropsychologische diagnostiek (zoals criteriumvaliditeit, test-hertest betrouwbaarheid, base rate, sensititviteit en specificiteit, e.d. De cursus beoogt ook het uitbreiden van de kennis omtrent de toepassingsmogelijkheden van de neuropsychologische diagnostiek en het stimuleren van een kritische houding ten opzichte daarvan. Wat is de rol van een neuropsycholoog? Wat kunnen we doen met de diagnostische methoden die we tot onze beschikking hebben? Wat betekent een testscore voor ons begrip van een functie(stoornis)? Andere voorbeelden van onderwerpen die aan de orde komen zijn veelgebruikte tests in de klinische praktijk, beschikvare normen voor specifieke patiëntengroepen, toepassingsmogelijkheden van computergestuurde tests, de invloed van cultuur op testprestaties en interpretaties, e.d. Aan de hand van
de masteropleiding
89
werkwijze literatuur
toetsing entreevoorwaarden
opmerkingen
casusmateriaal (aanvragen, rapporten, testresultaten, video's) uit de praktijk zal aandacht worden besteed aan het leren herkennen van "afwijkend" gedrag, symptomen en syndromen, en aan het leren interpreteren van testscores. Hierbij zal ook de samenhang van neuropsychologie en psychopathologie (DSM IV as I & II) aan de orde komen. Hoorcolleges (8 à 2 uur) • Zilmer, E.A. & Spoers M.V. (2001), Principles of Neuropsychology, Wadsworth, Inc. Thomson Learning. • Lafosse C. (1998), Zakboek Neuropsychologische Symtomatologie. Uitgeverij Acco, Leuven. • Collegemateriaal Schriftelijk tentamen Veronderstelde voorkennis: Cursus 2e jaar (afd. Biologische Psychologie) Neuroanatomie en neurofysiologie (boek: Carlson), Cursus 2e jaar (afd. neuropsychologie en afd. Cognitieve Psychologie) "Caput" (boek Carter, Het brein in kaart: Farah, Cognitive neuroscience of vision). Deze cursus vormt een voorbereiding op de cursus NPD die in de MA-fase gegeven wordt. Het voltooien van zowel de BA- als de MA-fase is een vereiste voor het voldoen aan de eisen van de Basisaantekening Psychodiagnostiek (BAPD) van het NIP. Deze cursus kan beschouwd worden als een onderdeel van de vereiste vakken voor BAPD binnen de afstudeerrichting Klinische Neuropsychologie.
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Klinische psychodiagnostiek 813054 6 168 (2 tentamen, 8 praktijktoets, 35 werkcollege, 123 zelfstudie) 4 dr. D. van Kampen Kennis van en inzicht verwerven in de theorie en praktijk van klinische psychodiagnostiek. inhoud Door middel van literatuurstudie, hoor- en werkcolleges wordt ingegaan op enkele onderwerpen, die voor de klinische psychodiagnostiek van fundamenteel belang zijn. Het betreft de onderwerpen: (1) idiografische en nomothetische diagnostiek; (2) basispersoonlijkheidsdimensies; (3) identificatie van probleemgebieden en psychopathologie; (4) indicatiestelling en treatment planning. Gerelateerd aan deze onderwerpen wordt tevens aandacht besteed aan enkele diagnostische instrumenten die een bijdrage kunnen leveren aan het herkennen en analyseren van probleemgedrag en aan het indiceren van de juiste behandeling. Tevens wordt aandacht besteed aan het schrijven van een psychologisch rapport n.a.v. een individueel diagnostisch onderzoek. werkwijze 10 Werkcolleges (theorie en praktijk) van 3,5 uur, literatuurstudie. literatuur • Groth-Marnat, G. (2003). Handbook of Psychological Assessment, Fourth Edition, Wiley, New York, Hoofdstuk 5 ( (Wechsler Intelligense Scales), 7 (The Minnesota Multiphasic Personality Inventory), 10 (The Rorschach), 11 (The Thematic Apperception Test), 14 (Psychological Assessment and Treatment Planning), en 15 (The Psychological Report); • De Zeeuw, J. (1995) Algemene Psychodiagnostiek I: Testmethoden,7e
90
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
druk, Swets & Zeitlinger, Lisse, Hoofdstuk 2 (Het Onderzoek van de Persoonlijkheid, pp. 207-212, 242-290, 333-415, 429-433); • Blackboard: course documents cursus Klinische Psychodiagnostiek. toetsing tentamen praktijktoets Schriftelijk tentamen, open eind (theoriedeel) en casusverslag (praktijkdeel). Theoriedeel (T: 4,5 punt) en praktijk (P: 1,5 punt) resulteren in één cijfer. Dit cijfer wordt vastgesteld uitgaande vand e formule: cijfer = [(4,5 x cijfer T) + (1,5 x cijfer P)] / 6. opmerkingen • Inschrijving voor de werkcolleges tot uiterlijk x september 2004 op de lijsten bij het secretariaat van de afdeling. • Uit de modulen data-analyse en diagnostiek moeten 2 modulen gekozen worden. Hoewel de keuze in principe vrij en, maken de vakken Klinische Psychodiagnostiek (813054) en Psychiatrische Diagnostiek (813053) deel uit van de verplichte vakken voor het verkrijgen van de NIP Basisaantekening Psychodiagnostiek, route klinische psychologie. onderwijs werkcollege zelfstudie incl. testbeantwoording/rapportage naam code studiepunten periode docenten doel
inhoud werkwijze literatuur
toetsing opmerkingen onderwijs
naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Organisatiediagnose 813059 6 4 dr. S.P. van Duin; prof.dr. H. van der Flier Studenten kennis bij te brengen over technieken, meetinstrumenten en theoretische achtergronden daarvan met betrekking tot arbeidsmotivatie, satisfactie, kwaliteit van de arbeid, leiderschap en organisatie cultuur. De betreffende onderdelen worden aan de hand van praktijkvoorbeelden en eigentijdse thema's uitgelegd en besproken. Hoor/werkcolleges. • Boek wordt nader bekend gemaakt; • Syllabus met artikelen. Pagina's: ongeveer 500. tentamen Tentamen met openeindvragen, werkstuk. Inschrijving bij secretariaat Arbeids- en Organisatiepsychologie is verplicht. hoorcollege zelfstudie practicum Psychiatrische diagnostiek 813053 6 168 (3 tentamen, 18 hoorcollege, 147 zelfstudie) 4 dr. J.P. Dekker Het verwerven van kennis van en inzicht in de psychiatrische diagnostiek, met name het gebruik van het Diagnostic and Statistical Manual (DSM-IVR).
de masteropleiding
91
inhoud Een overzicht wordt gegeven van de belangrijkste diagnostische categorieën van DSM IV-R en de bijbehorende ziektebeelden. werkwijze Hoorcollege en zelfstudie literatuur Vandereycken e.a. (1999): handboek Psychopathologie Deel I en III. Houten: Bohn, Stafleu, Van Loghum. toetsing tentamen Schriftelijk tentamen; openeindvragen. onderwijs zelfstudie hoorcollege naam code studiepunten periode docent doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing opmerkingen
92
Psychodiagnostiek van kinderen en adolescenten 813016 6 4 dr. J.D. Bosch (coördinator) Op elementair niveau vaardigheden verwerven m.b.t. het gebruik van diagnostische instrumenten. Anamnese en intake gesprekken, observatietechnieken, tests voor intelligentie, orthodidactisch en persoonlijkheidsonderzoek. Bijzondere aandacht wordt besteed aan betrouwbaarheid en validiteit en de achterliggende concepten en dimensies van het instrumentarium. Practicum Handboek Psychodiagnostiek voor de hulpverlening aan kinderen, Th. Kievit, J.A. Tak, J.D. Bosch (red.), De Tijdstroom, Utrecht, 6e herziene druk, 2002 Tentamen met open eindvragen Dit vak wordt door B3 studenten pedagogiek en psychologie gevolgd en gegeven door docenten van de Bascule (voorheen PI) in samenwerking met docenten van de afdelingen ontwikkelingspsychologie en orthopedagogiek.
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
9
9.1
De masteropleiding
algemeen Na de bacheloropleiding kun je de mastersopleiding Psychologie gaan volgen. Voorwaarde voor het instromen in een bepaalde mastersopleiding of mastertraject, is dat je in het B3-jaar het daarop voorbereidende profiel in de bacheloropleiding hebt gekozen. Als je aan de VU de bacheloropleiding Psychologie volgt, kun je al met de mastertrajecten van de mastersopleiding Psychologie als beschreven in paragraaf 9.2 en met het traject Cognitieve Wetenschappen als beschreven in paragraaf 9.3 (dus niet met de in de paragraaf 9.4 genoemde researchmasteropleiding) beginnen voordat je het bachelordiploma hebt behaald. Je mag echter slechts één profielonderdeel of dataanalysemodule missen en wel uit het tweede semester van het B3-jaar (na februari). Wel moet je voor het betreffende onderdeel minimaal een 4 hebben gehaald. Je kunt per september en per februari (preciese data worden nog bekend gemaakt) in de mastertrajecten instromen. De instroomvoorwaarden voor de researchmasteropleiding Neuroscience staan beschreven in paragraaf 9.5 Voor studenten van andere opleidingen dan de psychologie opleiding aan de VU, is het behaald hebben van bachelordiploma Psychologie vereist voor instroom in de mastersopleiding. Daarnaast kunnen extra ingangseisen worden gesteld, afhankelijk van het vakkenpakket van de opleiding die men heeft gevolgd. Na de bacheloropleiding Psychologie zijn er de volgende mogelijkheden.
9.2
De masteropleiding Psychologie De mastersopleiding Psychologie wordt geheel door de faculteit der Psychologie en Pedagogiek verzorgd en kent de volgende trajecten: • Arbeids- en organisatiepsychologie; • Klinische Psychologie; • Klinische Neuropsychologie; • Ontwikkelingspsychologie. • Sociale Psychologie Voor deze trajecten is het gekozen hebben van de gelijknamige profielen in de bacheloropleiding een voorwaarde.
9.3
Het mastertraject Cognitieve Wetenschappen. Het mastertraject Cognitieve Wetenschappen wordt gegeven in samenwerking met de opleiding Artificiële Intelligentie (AI) van de faculteit der Exacte Wetenschappen (FEW). Het programma bevat dus zowel studieonderdelen verzorgd door AI als studieonderdelen verzorgd door FPP. De onderdelen van FPP worden verzorgd door de afdeling Cognitieve Psychologie. Voorwaarde voor instromen in dit mastertraject vanuit de bacheloropleiding Psychologie, is het gekozen hebben van het bachelorprofiel Cognitieve Psychologie.
de masteropleiding
93
9.4
De researchmasteropleiding Social Psychology Net als de mastersopleiding Psychologie (9.2) wordt ook deze mastersopleiding wordt geheel door de faculteit der Psychologie en Pedagogiek verzorgd. Het is echter geen traject binnen de mastersopleiding Psychologie, maar een geheel zelfstandige mastersopleiding. Deze opleiding is speciaal bedoeld voor studenten die later een loopbaan als wetenschappelijk onderzoeker op het gebied van de Sociale Psychologie ambiëren De opleiding duurt niet een, maar twee jaar en wordt geheel in het Engels verzorgd. Voorwaarde voor instroom in deze mastersopleiding is: 1. Het behaald hebben van het bachelorprofiel Sociale Psychologie. 2. Het behaald hebben van het bachelordiploma. 3. Geselecteerd worden op grond van een hiervoor speciaal ontwikkelde selectieprocedure.
9.5
De researchmasteropleiding Neurosciences De researchmastersopleiding Neurosciences wordt verzorgd van uit de faculteit der Psychologie en Pedagogiek, het VU-medisch centrum (VUMC) en de faculteit Aarden levenswetenschappen. Ook deze opleiding duurt twee jaar. Conform het examenreglement (OER) van de penvoerende faculteit (FALW) worden tot de master toegelaten: Studenten met een getuigschrift bachelor Psychologie met profiel Biologische Psychologie aan de VU bezitten rechtstreeks instroomrechten tot de masteropleiding Neurowetenschappen. De examencommissie kan de student toelaten tot het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens van de opleiding, nog voordat hij/zij het bachelorexamen heeft behaald op voorwaarde dat binnen het programma van de bacheloropleiding tenminste 150 ECTS studiepunten zijn behaald. De periode waarbinnen de student zonder bachelordiploma kan deelnemen aan onderdelen van de masteropleiding bedraagt maximaal 12 maanden, gerekend vanaf het begin van het cursusjaar.
94
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
10
10.1
Mastertraject Arbeids- en Organisatiepsychologie
Afdeling Arbeids- en Organisatiepsychologie Adres: Van der Boechorststraat 1. Telefoon: 020 – 444 8700 / 444 8717 Fax: 020 – 444 8702 Secretariaat: Ida Holsheimer, Anna Brinkman, kamer 2E-13 Afdelingshoofd: Prof.dr. H. v/d Flier Studiecoördinator: Prof.dr. H. v/d Flier, kamer 2E-21, tel. 444 8712 / 444 8700
10.2
Algemene informatie Arbeids- en Organisatiepsychologie (A&O-psychologie) is een specialisatie in de psychologie die zich richt op het gedrag van werkende mensen, hetgeen in de meeste gevallen in organisaties plaatsvindt. De A&O-psychologie bestudeert op wetenschappelijke wijze de factoren en condities in en rondom het werk en de organisatie, en hun invloed op het gedrag van de mens. De A&O-psychologie wordt daarom niet zozeer gekenmerkt door een eigen methode of uitgangspunt, maar meer door het object van onderzoek. Het is dan ook duidelijk dat vrij veel 'subdisciplines' in de psychologie in deze specialisatie aan bod komen. Voorbeelden zijn de leerpsychologie bij training en vorming, de sociale psychologie bij het bestuderen van en werken met groepen in de organisatie, en de testpsychologie bij selectie en plaatsing. Het onderzoeksgebied van de A&O-psychologie is zeer ruim. Dit houdt verband met de grote verschillen tussen soorten arbeid, typen organisaties, ontwikkelingsfasen van werkende mensen en omstandigheden waaronder werk wordt verricht. A&O-psychologie is niet alleen een aanduiding voor een wetenschap, maar ook voor een toepassingsgebied. A&O-psychologen houden zich daarbij niet alleen bezig met toegepast onderzoek in een praktijksetting, maar zijn eveneens werkzaam als adviseur. In die rol zijn zij onder meer betrokken bij onderwerpen als: 1. het diagnosticeren van organisatieproblemen; 2. het ontwikkelen van passende organisatiestructuren ten behoeve van profit- en non-profitorganisaties; 3. het herkennen van en omgaan met weerstands- en machtsverschijnselen in organisaties; 4. het invoeren van werkoverleg, het ontwerpen van trainingsprogramma's; 5. het interveniëren in de cultuur (eigenschappen) van organisaties; 6. het begeleiden van organisatievernieuwingen; 7. het vormgeven en succesvol invoeren van (complexe) product-, technologische en marktinnovaties in organisaties; 8. het vormgeven van taken; 9. het aannemen van personeel en de loopbaanbegeleiding van personeel.
Mastertraject Arbeids- en Organisatiepsychologie
95
10.3
Basisaantekening Psychodiagnostie De opleiding die de Afdeling Arbeids- en Organisatiepsychologie verzorgt, is zo ingericht dat je met het afronden van de bacheloropleiding en het traject Arbeids- en Organisatiepsychologie van de masteropleiding voldoet aan de eisen die aan het toekennen van deze Basisaantekening zijn verbonden. Meer informatie hierover staat volgend jaar in de studiegids.
10.4
Studieprogramma Mastertraject Arbeids-en Organisatiepsychologie Binnen de mastersopleiding Arbeids- en Organisatiepsychologie krijgen studenten die het bachelorprofiel Arbeids- en Organisatiepsychologie hebben gekozen de gelegenheid zich verder te specialiseren. Bij het invullen van het programma worden ruime keuzemogelijkheden geboden. Studenten die zich vooral willen richten op de Organisatiepsychologie kunnen bijvoorbeeld kiezen voor de cursussen Management en Organisatie II , Sociale processen in Organisaties en Organisatieverandering.Studenten met een primaire interesse voor de Personeelspsychologie zullen kiezen voor cursussen als Psychometrie en Intelligentie en Persoonlijkheid en Werk. Daarnaast wordt er nog een cursus Consumentenpsychologie gegeven en hebben studenten een vrije keuze voor een bijvak binnen of buiten de faculteit. De opleiding wordt afgesloten met de voor alle studenten verplichte onderdelen Stage en Mastersthese. Onderstaand het programma en de vakbeschrijvingen van het mastertraject Arbeidsen Organisatiepsychologie.
Vakcode 815008 815007
naam code studiepunten inhoud
Vaknaam M-these A&O Onderzoeksstage A&O
Stp. 16 14
Periode
M-these A&O 815008 16 Zie tekst onderzoeksstage A & O, vakcode 815007.
naam code studiepunten doel
Onderzoeksstage A&O 815007 14 Er wordt vanuit gegaan dat de stagiaire werkt onder externe begeleiding van een ervaren psycholoog of andere deskundige op dit gebied, en dat voor deze begeleiding tijd wordt gereserveerd. Naast deze begeleiding vanuit de stageplaats vindt begeleiding plaats vanuit de afdeling. Daarom wordt vanuit de afdeling bij het begin van een stage een interne stage/thesebegeleider aangewezen. Dit gebeurt in eerste instantie op basis van de inhoudelijke deskundigheid van de betreffende docent én op basis van een evenredige lastenverdeling tussen de docenten onderling. Naast de interne begeleider wordt tevens een tweede beoordelaar aangewezen. Zie verder Procedure (punt 4 onder de kop opmerkingen). inhoud De inhoud van de stage moet op het terrein van de Arbeids- en Organisatiepsychologie liggen en aansluiten op het gekozen accent. Hierbij
96
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
geldt echter dat de stage primair bedoeld is als leerervaring. De inhoud van het takenpakket moet dus zodanig zijn dat er ook iets te leren valt en dat de stage niet uitsluitend of overwegend bestaat uit 'routineklussen'. Let op: stage en these dienen in elkaars verlengde te liggen. Hetgeen betekent dat in principe in de stage data moet worden verzameld voor de scriptie. De structuur van de these is in het algemeen als volgt: - vraagstelling; - literatuurbespreking; - onderzoek; - evaluatie. Dit geldt, hoewel de aard van de vraagstelling sterk kan verschillen, voor alle accenten. De aard van de gegevens en het 'dataverwerkingsniveau' kunnen echter sterk variëren, het onderzoek kan namelijk zowel kwantitatief als kwalitatief van aard zijn. De mogelijkheid bestaat om met twee of meer studenten een stage/these uit te voeren, mits de vraagstelling leidt tot aanwijsbare deelvraagstukken die individueel uitgezocht worden en mits er in het scriptieverslag individueelzelfstandige elementen te onderscheiden zijn. werkwijze Zelfstandige studie onder individuele begeleiding. literatuur Theoretisch en toegepast onderzoek m.b.t. het these-onderwerp (voor informatie: de these-begeleider). Aantal pag.: De omvang van de scriptie kan variëren, maar het aantal pagina's is zeker niet bepalend voor het eindoordeel. Gemiddeld genomen kan men volstaan met 40 pagina's, maar dit is vaak afhankelijk van het onderwerp van het onderzoek. Het verdient echter aanbeveling om 'onnodige bijlagen' te vermijden en de verslaggeving 'to the point' te houden. toetsing De uiteindelijke verantwoordelijkheid voor de beoordeling van de stage ligt bij de stage/scriptiebegeleider vanuit de afdeling. Het stagecijfer wordt vastgesteld nadat overleg heeft plaatsgevonden met de externe begeleider(s). De beoordeling wordt gebaseerd op de mate waarin aan de gestelde doelen is voldaan. Afhankelijk van de aard van stage en begeleiding kan hierbij gelet worden op aspecten als: planning, leveren van ideeën, zelfstandigheid, initiatief, communicatievaardigheid en verslaglegging. De these wordt geëvalueerd door tenminste twee beoordelaars: de stage/ these-begeleider en de tweede beoordelaar. Andere beoordelaars kunnen zijn: een medewerker van een andere afdeling waarmee de these een raakvlak vormt, of een medewerker van de organisatie waar het onderzoek is uitgevoerd. De uiteindelijke beoordeling is gebaseerd op tenminste de volgende punten: a. keuze en verwerking van de literatuur; b. ontwikkeling van de probleemstelling en hypothese(n); c. verantwoording van het onderzoeksmodel; d. wijze van dataverzameling; e. interpretatie van de resultaten; f. eigen bijdragen in relatie tot inbreng van de begeleider; g. redactie en vormgeving van de these. Criteria voor de uiteindelijke beoordeling zijn onder meer: - originaliteit/creativiteit; - vakwetenschappelijkheid/methodologische verantwoording; - presentatie, helderheid.
Mastertraject Arbeids- en Organisatiepsychologie
97
entreevoorwaarden De stage wordt gewoonlijk gelopen op het eind van het Masterstraject. Men kan niet eerder met de stage en these beginnen dan na het behalen van alle onderdelen van het Bachelorsprofiel. Tevens moet men het certificaat van de cursus Bibliografische Research (zie paragraaf 4.5.2) hebben behaald. opmerkingen 1. Plaats De plaats van stage/these-onderzoek kan sterk variëren: bij bedrijfspsychologische diensten van grotere bedrijven, bij een organisatiebureau, in het kader van onderzoek binnen eigen afdeling, etc. Soms bestaat de mogelijkheid om de stage deels binnen, deels buiten de afdeling te lopen. In dat geval kan een gemis aan 'praktijkervaring' in de ene periode gecompenseerd worden in de andere periode. 2. Hoe starten? Studenten kunnen op eigen initiatief een stageplaats zoeken. Men dient er wel rekening mee te houden dat een stagevoorstel goedkeuring van het Afdelingshoofd behoeft. Het is ook mogelijk dat vanuit de afdeling hulp wordt geboden bij het vinden van een stageplaats. Indien men dat wil, dient men hiervoor tijdig (zeker een halfjaar van tevoren) contact op te nemen met drs. A. van Dam (tel. 444 8726, privé 020 - 482 4121) voor stages op het gebied van de personeelspsychologie en met Prof.dr. A.J. Cozijnsen, spreekuur: maandag 10-12 uur (tel. 06 51298554) voor stages op het gebied van de organisatiepsychologie. 3. Afspraken en goedkeuring Bij de aanvang van de stage moet een aantal duidelijke afspraken gemaakt worden tussen de stagiaire en de contactperso(o)n(en) van de stageplaats. Deze afspraken moeten in ieder geval betrekking hebben op de volgende punten: taakinhoud, begeleiding (wie? hoeveel tijd?), tijdsplanning en de mogelijkheid om bepaalde informatie (data) te verzamelen en op beperkte schaal (scriptie) naar buiten te brengen. Deze afspraken moeten schriftelijk worden vastgelegd in het stageformulier. Op grond hiervan kan het Afdelingshoofd zich wel dan niet akkoord verklaren. Bij het secretariaat zijn deze stagevoorstelformulieren verkrijgbaar. In het stagevoorstel dienen de vragen uit het stagevoorstelformulier te worden beantwoord. Niet juiste of onvolledig ingediende stagevoorstellen kunnen niet worden behandeld. 4. Procedure In verband met de relatief korte duur van stage en these is het van groot belang dat men zich strikt houdt aan de volgende spelregels: a. Wanneer de student een stageplaats heeft gevonden meldt hij/zij dit vóór de aanvang van de stagewerkzaamheden door middel van een stagevoorstel bij het Afdelingshoofd. b. Het Afdelingshoofd wijst uit de afdelingsstaf een interne begeleider aan en (nadat de interne begeleider akkoord is gegaan met de stage) tevens een beoordelaar. De begeleider is verantwoordelijk voor de goede gang van zaken tijdens stage en scriptie. De beoordelaar vervult een ondersteunende en toetsende rol in de fase van het these-ontwerp en bepaalt mede het eindcijfer voor de scriptie. c. Binnen 14 dagen nadat het Afdelingshoofd een (voorlopige) goedkeuring heeft gegeven dient er een gesprek plaats te vinden tussen de externe
98
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
begeleider (opdrachtgever), de interne begeleider en de student(e). De verantwoordelijke docent (interne begeleider) dient daarvoor zorg te dragen. d. Samen met de externe stagebegeleider komen de student en de interne stagebegeleider in een gesprek tot een afspraak betreffende de inhoud van de stage, alsmede eventuele randcondities (bijvoorbeeld gebruik van bureau, computer, op de stageplaats). De interne begeleider is nadrukkelijk niet verantwoordelijk voor regelingen omtrent materiële vergoedingen van de stagiaire. Verder is een voorwaarde dat de stagewerkzaamheden als basis moeten dienen voor de these. Stage en these liggen dus in elkaars verlengde. Het verdient aanbeveling dat de interne begeleider de gemaakte afspraken met de externe begeleider schriftelijk bevestigt. Tevens worden de afspraken tussen student en begeleider(s) schriftelijk vastgelegd. Zie verder nieuwe these regeling FPP. e. De student en de interne begeleider bepalen al vrij snel aan het begin van de stage het ontwerp voor de these. Dit thesevoorstel wordt besproken met de beoordelaar. De uitkomst van dit gesprek, dat wil zeggen het definitieve thessevoorstel wordt pas dan aan het Afdelingshoofd verzonden. f. Het stagecijfer wordt bepaald door de interne begeleider, gehoord hebbende de externe begeleider. Wanneer de these is voltooid, bepalen de interne begeleider en de beoordelaar gezamenlijk het thesecijfer. Zie verder Beoordeling van de Stage en de These. g. Ter afsluiting van de stage-/theseperiode vindt een openbare thesebespreking plaats. Zie verder Openbare Thesebespreking. h. Het is mogelijk om meer dan één stage te lopen bij een bedrijf/de afdeling. Een (extra) aantekening van de tweede stage kan alleen worden toegekend als deze voldoet aan de normale stage-eisen. Bij de planning van de stage/these dient men rekening te houden met de tijd die nodig is voor de beoordeling, de openbare bespreking (zie paragraaf 7.2.9) en het aanvragen van het doctoraalexamen. De these dient goedgekeurd te zijn door de begeleider twee weken voor de datum waarop alle cijfers ingeleverd moeten zijn bij het algemeen studiesecretariaat FPP. Zes weken voor de afstudeerdatum dienen twee exemplaren (een exemplaar voor de begeleider en een exemplaar voor de tweede beoordelaar) te worden ingeleverd. Men dient er rekening mee te houden dat deze periode van zes weken tijdens de zomermaanden (juni t/m augustus) in verband met vakantie van de begeleider en/of de tweede beoordelaar aangepast moet worden. Maak hierover goede afspraken. Vier weken voor de afstudeerdatum dient er op het secretariaat van de afdeling nog een aantal theses te worden ingeleverd (een exemplaar bestemd voor het archief, een exemplaar voor de faculteitsadministratie) en een x aantal exemplaren voor de afdeling (door de begeleider te bepalen en voor rekening van de afdeling). Hieraan wordt toegevoegd een excerpt van maximaal 3 pagina's waarin de hoofdlijnen van de inhoud zijn weergegeven. Aan de inlevertermijn van de these zal strikt de hand worden gehouden. Uitzonderingen kunnen alleen schriftelijk bij het Afdelinghoofd van de afdeling worden aangevraagd.
Mastertraject Arbeids- en Organisatiepsychologie
99
Keuzeonderdelen traject Arbeids- en organisatiepsychologie
Uit de zes studieonderdelen in dit cluster, kiest de student er vijf. In plaats van een van deze onderdelen mag ook een vrij keuzevak worden gekozen. Vakcode 815001 815002 815003 815004 815005 815006
naam code studiepunten contacturen docenten doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing onderwijs
naam code studiepunten contacturen docenten doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing opmerkingen
100
Vaknaam Consumentenpsychologie Management en organisatie II Organisatieverandering Persoonlijkheid en werk Psychometrie en intelligentie Sociale processen in organisaties
Stp. 6 6 6 6 6 6
Periode
Consumentenpsychologie 815001 6 168 (3 tentamen, 24 practicum, 16 hoorcollege, 125 zelfstudie) dr. S.P. van Duin (coördinator); drs. G. Hoolwerf Kennismaking met de consumentenpsychologie. De beschrijving en verklaring van consumentengedrag en de wijze waarop dit kan worden beïnvloed. Behandeling van enkele thema's, zoals merkentrouw en image. Hoor/werkcolleges. Engel and Blackwell. (2001, 9th ed.), Consumer Behavior. Bryden. Pagina's: 600. Schriftelijk tentamen. zelfstudie hoorcollege practicum (werkstukken) Management en organisatie II 815002 6 168 (3 tentamen, 12 practicum, 4 hoorcollege, 149 zelfstudie) prof.dr. P.L. Koopman; drs. A.H.B. de Hoogh Verdere verdieping in organisatie-psychologische theorieën en onderzoek en voorbereiding op de masterscriptie. Deze cursus helpt theoretische inzichten, opgedaan tijdens de bachelorfase, om te zetten in werkwijzen en operationalisaties, in het kader van onderzoek en advies. De cursus is tevens bedoeld als een voorbereiding op de masterstage. Inhoudelijk gezien ligt het accent op vraagstukken van leidinggeven en organisatiecultuur. Van de deelnemers wordt een grote mate van zelfstandigheid en een actieve inbreng verwacht. In subgroepen wordt een onderzoeksvoorstel voorbereid. Men leert ook presenteren en feedback geven. Werkgroepen, casuïstiek/opdrachten. • Yukl, G. (2002). Leadership in organizations (fifth edition). Upper Saddle River (NJ): Prentice Hall. Pagina's: ongeveer 500. Protentamen en werkstuk Inschrijving bij secretariaat A&O-psychologie en via blackboard is verplicht.
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
onderwijs hoorcollege practicum zelfstudie naam code studiepunten contacturen docent doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing opmerkingen onderwijs
naam code studiepunten contacturen docent doel
Organisatieverandering 815003 6 168 (3 tentamen, 16 hoorcollege, 149 zelfstudie) prof.dr. A.J. Cozijnsen Kennis en inzicht in veranderkundige en organisatiekundige theorieën met het oog op de toepassingswaarde bij organisatieverandering. Inzicht in slaagen faalfactoren bij complexe veranderprojecten en het geven van inzicht in de beperkingen van klassieke verandermethodieken en de mogelijkheden van ICT bij veranderen. De studenten wordt onder meer geleerd om veranderkundige concepten en modellen te vertalen naar een operationele veranderaanpak. Zij zullen daarbij mede rekening moeten houden met de verandercontext van een bepaald type organisatie en de complexiteit van het type verandering. Slaag- en faalfactoren zullen als een belangrijke leidraad bij die aanpak fungeren. Tevens zal er in dit blok aandacht geschonken worden aan ICT als Change Driver en de voor- en nadelen die ICT biedt t.o.v. de zogenaamde klassieke verandermethodieken. De volgende thema's worden aan de orde gesteld: - Herkennen en omgaan met weerstand tegen verandering; - Commitment en motivatietheorieën; - Dynamische verandercapaciteit; - Interventiemethoden (w.o. large scale intervention); - Informeren en communiceren bij veranderprocessen (w.o. via ICT); - Besluitvormingsmodellen i.h.k.v. veranderen; - Evaluatiemethodieken (audits); - Perceptieverschillen bij veranderconcepten. In dit blok wordt afwisselend gewerkt met hoorcolleges, oefeningen en opdrachten, en presentatie-bijeenkomsten. Het blok wordt afgesloten met een rollenspel, waarin het ontwikkelde veranderplan wordt getoetst. • Cozijnsen, A.J. en Vrakking, W.J. (1999), Ontwerp en Invoering. Strategieën bij organisatieverandering. Samsom: Alphen a/d Rijn; • Cozijnsen, A.J. en Dun, P.J. van. (2003), Veranderen doen we anders; sturen op slaagfactoren. Kluwer, Deventer. Schriftelijk tentamen met openeindvragen. Inschrijving bij secretariaat A&O-psychologie is verplicht. hoorcollege zelfstudie Persoonlijkheid en werk 815004 6 168 (3 tentamen, 4 werkcollege, 12 hoorcollege, 149 zelfstudie) dr. J.A. Feij Het doel van de cursus is allereerst inzicht te geven in theorieën over de rol van individuele verschillen en persoonlijkheid bij allerlei facetten van het
Mastertraject Arbeids- en Organisatiepsychologie
101
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing onderwijs
werken. Daarnaast maken de studenten kennis met methoden en instrumenten voor de meting van een aantal relevante persoonlijkheidskenmerken. In een aantal colleges worden de verschillende theorieën besproken waarin een relatie wordt gelegd tussen persoonlijkheid en werken. Onderwerpen die aan de orde komen zijn onder andere: beroepeninteressen en waarden; persoonlijkheidstrekken en functioneren op het werk; en, de afstemming tussen persoon en werk(omgeving) ofwel person-environment (P-E) fit. Verschillende soorten P-E fit en hun consequenties worden besproken. Tijdens enkele werkcolleges wordt een aantal instrumenten voor de meting van in dit verband relevante persoonlijkheidseigenschappen behandeld en toegepast. Hoor- en werkcolleges • Studiehandleiding en overhead sheets; • Furnham, A. (1992). Personality at work. The role of individual differences in the workplace. London: Routledge; • Aiken, L.R. (1999). Personality assessment. Methods and practices (3rd Ed). Seattle: Hogrefe & Huber (Hfdst 5 t/m 9 en 13). Pagina's: 600. Tentamen (open vragen). hoorcollege werkcollege zelfstudie
naam code studiepunten contacturen docenten doel
Psychometrie en intelligentie 815005 6 168 (3 tentamen, 12 werkcollege, 30 hoorcollege, 123 zelfstudie) dr. H. Kelderman; prof.dr. H. van der Flier Inleiding in de psychometrische modellen en theorieën voor intelligentieonderzoek. inhoud Het centrale thema van deze cursus is het beschrijven van intelligent (test) gedrag in termen van niet-direct-waarneembare menselijke capaciteiten. Vraag is hier hoe ik precieze en valide conclusies kan trekken uit over latente eigenschappen op grond van feilbare testgegevens. De nadruk ligt enerzijds op een aantal formele modellen en statistische theorieën voor kwantitatieve (metrische) en kwalitatieve (discrete) gegevens en anderzijds op inhoudelijke theorieën over menselijke intelligentie. Aan de orde komen: Generaliseerbaarheidstheorie, moderne varianten van het één-factor model van Spearman, het model van Guttman, Mokken, Rasch, Birnbaum, testconstructie, beschrijvend testgebruik, factor-analystische intelligentietheorieën, cognitieve processing en intelligentie, onderwijs en intelligentie. Recente programmatuur voor het schatten en toetsen van formele statistische modellen op dit terrein wordt geïntroduceerd. werkwijze Hoorcollege, werkgroepen. literatuur • Van den Brink, W.P., & Mellenbergh, G.J. (1998). Testleer en Testconstructie. Amsterdam: Boom; • Resing, W.C.M., en Drenth, P.J.D. (2001). Intelligentie: Weten en meten. Amsterdam: Uitgeverij Nieuwezijds. Pagina's: 350.
102
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
toetsing Schriftelijk tentamen (open vragen) en opdrachten opmerkingen Studenten die in de bachelor het vak Testtheorie en Intelligentie hebben gevolgd kunnen zich niet inschrijven voor dit vak. Ook studenten die geen A&O Psychologie studeren, kunnen dit vak volgen. Inschrijving vooraf is nodig bij de afdeling A&O Psychologie. onderwijs zelfstudie hoorcollege werkcollege naam code studiepunten contacturen docent doel
inhoud
literatuur toetsing onderwijs
Sociale processen in organisaties 815006 6 164 (3 tentamen, 12 hoorcollege, 149 zelfstudie) dr. B.M. van Knippenberg Kennis en inzicht in sociale processen in organisaties, met name in de rol van emoties in organisaties, vaardigheid in het lezen en begrijpen van empirische wetenschappelijke artikelen. Om de dynamiek in organisaties te leren begrijpen is inzicht in de sociale processen tussen (groepen van) personen in organisaties van essentieel belang. In deze cursus worden afwisselend de meest vooraanstaande onderzoeksterreinen op het gebied van sociale processen tussen (groepen van) personen in organisaties behandeld. De specifieke focus op een bepaald thema kan per jaar verschillen. Een belangrijk thema is emoties in organisaties. Onderzoek naar het functioneren van groepen en teams in organisaties werd tot op heden doorgaans verricht vanuit een cognitief perspectief, terwijl de affectieve kant van het functioneren van groepen en teams grotendeels werd genegeerd. Toch kan men stellen dat het onmogelijk is om organisatieprocessen volledig te begrijpen als men zich geen rekenschap geeft van de rol van affect en emotie. Andere onderwerpen die aan bod kunnen komen zijn b.v. de rol van rechtvaardigheid voor het functioneren van (mensen in) organisaties, de rol van macht, invloed in organisaties, of hoe sociale interactie tussen (groepen van) personen in organisaties gekenmerkt wordt door conflict. • Syllabus met onderzoeks- en overzichtsartikelen • Titel van het boek wordt later bekend gemaakt Tentamen, opdrachten zelfstudie hoorcollege
Mastertraject Arbeids- en Organisatiepsychologie
103
104
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
11
11.1
Mastertraject Kinder-en Jeugdpsychologie
Afdeling Ontwikkelingspsychologie Adres: Van der Boechorststraat 1 Telefoon secretariaat: 020 - 444 8901 Afdelingshoofd: Prof. dr. J.M. Koot
11.2
Algemene informatie De kinder- en jeugdpsychologie is een praktijkveld, waarin de diagnostiek en behandeling van probleemkinderen in gezins- en schoolsituaties centraal staan. De kinder- en jeugdpsycholoog is een professionele hulpverlener, werkzaam binnen instellingen als: diensten voor geestelijke gezondheidszorg, GG & GD's, RIAGG's, inrichtingen voor kinderbescherming en zwakzinnigenzorg, school-begeleidings- en adviesdiensten, kinderafdelingen van ziekenhuizen, pedologische instituten. In dit praktijkveld zijn, naast professionele hulpverleners, ook onderzoekers nodig. Deze onderzoekers kunnen verbonden zijn aan een van de bovengenoemde instellingen, aan universiteiten en aan onderzoeksinstituten. De opleiding tot kinder- en jeugdpsycholoog bestaat uit een algemeen gedeelte, dat voor alle studenten Kinder- en Jeugdpsychologie verplicht is en uit keuzeonderdelen. De studie is zo opgebouwd dat de studenten gedegen kennis krijgen over de normale ontwikkeling, de neuropsychologische ontwikkeling, deviante ontwikkeling ofwel stoornissen bij kinderen en jeugdigen, en over methodologische aspecten bij onderzoek naar de ontwikkeling.
11.3
Samenwerkingsverbanden Kinder-en Jeugdpsychologie De afdeling Ontwikkelingspsychologie heeft een samenwerkingsverband met de afdeling Orthopedagogiek en onderhoudt tevens nauwe contacten met de Bascule. Vestiging van de Bascule) Centrum voor Residentiële en Semi-residentiële behandeling en diagnostiek (C.R.B.), waarin opgenomen de 'school' verbonden aan de Bascule, Rijksstraatweg 145, Postbus 303, 1115 ZG Duivendrecht, tel. 020 - 890 1900, fax 020 - 695 2541. Bascule Research B.V. Postbus 366, 1115 ZH Duivendrecht, tel. 020 - 8901900. De opleidingssecretaresse van de Bascule (betreffende het door de bascule verzorgd onderwijs, seminaria en practica e.d.) is 's ochtends telefonisch te bereiken.
11.4
Informatie over onderwijs/studiebegeleiding Voor specifieke informatie betreffende inlichtingen over tentamens, werkgroepen e.d. kan men zich wenden tot: mw. C. Logger-de Graaf, Transitorium I, kamer 3B-37. Spreekuur: woensdag 09.00-12.00 uur. Daarbuiten volgens afspraak, tel. 444 8901, email: J.
[email protected]. Betreffende inhoudelijke vragen over de studie en studieplanning: Mastertraject Kinder- en jeugdpsychologie
105
dr. J.D. Bosch, Transitorium, kamer 3B-61, spreekuur: na telefonische afspraak. tel. 444 8946. In verband met advisering bij studieproblemen van meer persoonlijke aard: dr. J.D. Bosch, kamer 3B-61, spreekuur: maandag 11.00-12.30 uur, tel. 444 8946. Ook kan men contact opnemen met de studieadviseur van FPP.
11.5
Basisaantekening Psychodiagnostiek Studenten kunnen de basisaantekening Psychodiagnostiek verwerven als zij de benodigde studieonderdelen uit de bacheloropleiding en het traject Kinder- en Jeugdpsychologie van de masteropleiding met succes hebben afgerond. Meer informatie hierover staat volgend jaar in de studiegids.
11.6
Studieprogramma mastertraject Kinder- en Jeugdpsychologie De master’s opleiding kinder- en jeugdpsychologie is gebouwd op de ontwikkelingspsychologie en ontwikkelingspsychopathologie. De ontwikkelingspsychologie bestudeert de menselijke ontwikkeling vanaf de geboorte tot aan de ouderdom op het gebied van motoriek, perceptie, cognitie, taal, emotie, sociale relaties en cognities, en zelfbeeld en de invloed daarop van gezin, school en wijdere omgeving. De ontwikkelingspsychopathologie houdt zich bezig met het ontstaan van emotionele problemen (zoals angst, depressie en somatisatie), gedragsproblemen (zoals oppositioneel of antisociaal gedrag) en ontwikkelingsproblemen (zoals autisme) op basis van deviante ontwikkeling op een of meer van voornoemde gebieden. Het onderzoeksprogramma van de afdeling is in het bijzonder gericht op de normale en deviante emotionele ontwikkeling. De kinder- en jeugdpsychologie is een praktijkveld, waarin de diagnostiek en behandeling van probleemkinderen in gezins- en schoolsituaties centraal staan. De kinder- en jeugdpsycholoog is een professionele hulpverlener, werkzaam binnen instellingen als voor de jeugdzorg (jeugdhulpverlening, geestelijke gezondheidszorg voor jeugdigen, inrichtingen voor kinderbescherming en zwakzinnigenzorg), GG&GD’s, schoolbegeleidings- en adviesdiensten, kinderafdelingen van ziekenhuizen, pedologische instituten. Voor de ontwikkeling van het veld van de ontwikkelingspsychologie en het daarop gebouwde praktijkveld van de kinder- en jeugdpsycholoog zijn zowel fundamenteelals praktijkgerichte onderzoekers nodig. Deze onderzoekers kunnen verbonden zijn aan universiteiten en onderzoekinstituten, en bij bovengenoemde instellingen. De opleiding tot kinder- en jeugdpsycholoog bestaat uit een algemeen gedeelte, dat voor alle studenten Kinder- en Jeugdpsychologie verplicht is en uit keuzeonderdelen. Het verplichte deel is zo opgebouwd dat de studenten gedegen kennis krijgen over de normale ontwikkeling, de neuropsychologische ontwikkeling, de deviante ontwikkeling, en over methodologische aspecten bij onderzoek naar de ontwikkeling. Door middel van vakken in het keuzegedeelte kan de student naar eigen inzicht verder kennis en vaardigheden verwerven. Als men vooral vakken kiest op het terrein van de klinische kinder- en jeugdpsychologie, bijvoorbeeld: interventiemethoden, persoonlijkheidsonderzoek, inleiding in de kinder- en jeugdpsychotherapie en een werkgroep klinische kinder- en jeugdpsychologie of ontwikkelingspsychologie en aansluitend een klinisch georiënteerde stage volgt, dan heeft men een goede voorbereiding op de klinische praktijk en de daarop gerichte postdoctorale
106
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
opleidingen. Voor wie zich verder wil ontwikkelen als wetenschappelijk onderzoeker.Ook kan men zich breder voorbereiden op werk in de klinische praktijk ten behoeve van kinderen en jeugdigen door een combinatie van klinische en neuropsychologische vakken te kiezen. Een student die een onderzoekers-plaats ambieert, kan zich hierop voorbereiden door keuzevakken te kiezen met die nauw aansluiten bij het onderzoeksprogramma van de afdeling ontwikkelingspsychologie met nadruk op sociaal-emotionele ontwikkeling en statistiek en dataverwerking, en een onderzoekstage te volgen. Wanneer men zich niet als hulpverlener of onderzoeker wil profileren, maar een toekomst ziet bijvoorbeeld in het jeugdbeleid of als publicist, dan bieden de werkgroepen Ontwikkelingspsychologie en klinische Kinder- en Jeugdpsychologie psychologie een goede mogelijkheid voor bredere en diepgaande oriëntatie. Onderstaand het programma en de vakbeschrijvingen van het mastertraject Kinder- en Jeugdpsychologie. Vakcode 815026 815025
naam code studiepunten periode docent doel
inhoud
toetsing
entreevoorwaarden opmerkingen
Vaknaam M-These Kinder- en Jeugdpsychologie (Master's thesis child psychology) Stage: Klinisch praktijkonderwijs Kinderen Jeugdpsychologie (Practical training in child and adolescent psychology)
Stp. 18 18
Periode 2 1 en 2
M-These Kinder- en Jeugdpsychologie (Master's thesis child psychology) 815026 18 2 dr. T. Olthof (coördinator) Ervaring opdoen met (1) het onder begeleiding opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek op een voor de ontwikkelingspsychologie relevant terrein en (2) het rapporteren van dat onderzoek volgens de in het vak geldende voorschriften en conventies. Na het bestuderen van voor het onderwerp relevante literatuur stelt de student in overleg met de begeleider een plan op voor een empirisch onderzoek.. Na goedkeuring van dit plan door de tweede beoordelaar en (het hoofd van) de afdeling voert de student dit plan uit. Vervolgens schrijft zij of hij een verslag van dit onderzoek dat voldoet aan de normen die in ons vak gelden voor wetenschappelijke verslaglegging. Na voltooiing van de scriptie geeft de scriptiemaker een presentatie over haar of zijn onderzoek voor een gehoor van andere studenten en medewerkers van de afdeling. In de periode voorafgaand aan de afronding van de eigen scriptie woont de student minstens drie scriptiepresentaties van andere studenten bij. De scriptie wordt door de begeleider en door een als tweede beoordelaar fungerend ander staflid getoetst aan de in de faculteit geldende criteria. De kwaliteit van de presentatie voor de afdeling weegt niet mee in de beoordeling van de scriptie, maar wel wordt de eindbeoordeling pas verstrekt nadat die presentatie heeft plaats gevonden. Men kan niet eerder aan de scriptie beginnen dan na het behalen van alle onderdelen van de bachelor fase. Op Blackboard ("scriptie ontwikkelingspsychologie") is een overzicht te
Mastertraject Kinder- en jeugdpsychologie
107
vinden van de terreinen waarop medewerkers van de afdeling onderzoek verrichten, alsmede van momenteel lopende concrete projecten waarin scriptiestudenten kunnen participeren. Op grond van deze informatie kunnen studenten contact opnemen met de coördinator of met de betreffende medewerker. naam Stage: Klinisch praktijkonderwijs Kinder- en Jeugdpsychologie (Practical training in child and adolescent psychology) code 815025 3x per jaar over beide semesters studiepunten 18 periode 1 en 2 docenten dr. J.D. Bosch; prof.dr. N.W. Slot (coördinator) doel In het klinisch praktijkonderwijs wordt de student ingeleid in het klinische werk van de kinder- en jeugdpsycholoog. Het curriculum bestaat uit een combinatie van werkcolleges, werken met virtueel casusmateriaal, deelnemen aan directe cliëntcontacten, kennismaking met psychodiagnostisch testmateriaal en leren van vaardigheden in afname, interpreteren en rapporteren van psychologisch onderzoek. Het hypothesetoetsend model dient daarbij als uitgangspunt. entreevoorwaarden Bachelordegree gehaald opmerkingen Het klinisch praktijkonderwijs zal op het Paedologisch Instituut plaatsvinden. Keuzeonderdelen traject Kinder- en jeugdspsychologie
Uit deze zes studieonderdelen kiest de student er vier. Vakcode 815068
815020 815022 815021
815024 815019
Vaknaam Diagnostiek van de sociaal-emotionele ontwikkeling (Assessment of socioemotional development) Emotie en psychopathologie Gezondheid, ontwikkeling en gedrag (Health, development and behavior) Jeugddelinquentie en antisociale ontwikkeling (Youth delinquence and antisocial development) Multivariate longitudinale data analyse (Longitudinal data analysis) Ontwikkeling van het geweten: De rol van morele emoties en cognities (Development of conscience: The role of emotion and cognition)
Stp. 6
Periode Periode 1
6 6
Periode 1
6
Periode 1
6
Periode 2
6
Periode 1
naam Diagnostiek van de sociaal-emotionele ontwikkeling (Assessment of socio-emotional development) code 815068 studiepunten 6 periode 1 docenten prof.dr. J.M. Koot; dr. G.T.M. Stegge doel Kennismaken met theoretische achtergrond en praktijk van de diagnostiek van normale en deviante sociaal-emotionele ontwikkeling bij kinderen en jeugdigen. Structuur en gebruik van verschillende typen diagnostische instrumenten voor de vaststelling van emotionele ontwikkeling, sociale 108
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
inhoud
werkwijze literatuur toetsing naam code studiepunten docenten doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing
ontwikkeling en persoonlijkheid. Toepassing van deze instrumenten in de jeugdzorg en schooldiagnostiek. De cursus begint met de behandeling van de geschiedenis van psychosociale diagnostiek en recente ontwikkelingen. Casusgewijs worden de achtergronden voor de keuze, de afname en de interpretatie van verschillende instrumenten behandeld. Werkgroep met afwisselend college en interactieve bespreking van gelezen literatuur. Wordt nog bekendgemaakt. Open tentamenvragen Emotie en psychopathologie 815020 6 dr. M. Meerum Terwogt (coördinator); dr. G.T.M. Stegge Kennismaking met de belangrijkste theorieën over de normale en problematische emotionele ontwikkeling. De belangrijkste theoretische opvattingen over de normale en problematische emotionele ontwikkeling en de resultaten van recent empirische onderzoek waarmee die ondersteund worden, alsmede toepassingsmogelijkheden voor diagnostiek en behandeling. Er zal o.a. worden ingegaan op de volgende thema's: emotionele aanleg (temperament), informatieverwerking onder emotionele omstandigheden (emotionele bias), het reguleren van emoties (coping) en de ontwikkeling van het inzicht in emoties en de mogelijke interacties tussen variabelen uit deze domeinen. Werkgroep Wordt nader bekend gemaakt Opdrachten en/of Essay
naam Gezondheid, ontwikkeling en gedrag (Health, development and behavior) code 815022 studiepunten 6 periode 1 docenten prof.dr. J.M. Koot (coördinator); dr. J.D. Bosch doel Kennismaken met theoretische modellen en onderzoek van de relatie tussen gezondheid, ontwikkeling en gedrag, evenals met advisering, psychologische begeleiding en counseling interventies in de setting van de kindergeneeskunde en gezondheidszorg. Inzicht verwerven in de wijze waarop gezondheid invloed heeft op ontwikkeling en gedrag en omgekeerd, hoe gedrag invloed heeft op gezondheid. inhoud De cursus begint met de behandeling van de ontwikkeling van lichaamsbeeld en gezondheidsgedrag, psychosociale consultatie bij lichamelijke problemen, voorbereiding op en omgang met pijn en pijnlijke procedures, omgang met behandeling, omgang met dood. Vervolgens worden aspecten behandeld van de consultatie en begeleiding bij chronische lichamelijke aandoeningen zoals asthma, buikklachten, cystic fibrose, diabetes, hartafwijkingen, kanker, neurologische aandoeningen en emotionele en gedragsproblemen met een duidelijk lichamelijke component, zoals eetproblemen. werkwijze Werkgroep met afwisselend college en interactieve bespreking van gelezen
Mastertraject Kinder- en jeugdpsychologie
109
literatuur. literatuur Thompson, R.J., & Gustafson, K.E. (Eds.) (1999). Adaptation to chronic childhood illness. APA Books. ISBN 1-55798-619-3 toetsing Afsluitend essay over een in overleg met de docent te kiezen onderwerp, alsmede een kort schriftelijk tentamen met open vragen. naam Jeugddelinquentie en antisociale ontwikkeling (Youth delinquence and antisocial development) code 815021 studiepunten 6 periode 1 docent prof.dr. R. Loeber (coördinator) doel Het doel is om de student vertrouwd te maken met centrale problemen in de jeugddelinquentie en antisociaal gedrag, waarbij de nadruk ligt op ernstige en gewelddadige jeugddelinquentie, delinquentie van de kinderleeftijd, en meisjes die delicten plegen. inhoud Bespreking van recente literatuur over dit onderwerp: epidemiologie; ontwikkelingsmodellen; causale factoren; interventies. werkwijze Werkgroep literatuur Syllabus toetsing Presentatie en paper naam code studiepunten periode docent doel inhoud
werkwijze
literatuur toetsing entreevoorwaarden
Multivariate longitudinale data analyse (Longitudinal data analysis) 815024 6 2 dr. J.B. Hoeksma Leren analyseren van longitudinale data. Aan de hand van longitudinale data sets worden een aantal statistische modellen voor herhaalde metingen besproken. De nadruk ligt op conceptuele kenmerken (verschillen en overeenkomsten) en in mindere mate op statistische kenmerken. Aan bod komen: MANOVA, het longitudinale multilevel modellen, en structurele modellen (SEM). Werkgroep en practicum. Tijdens het practicum worden de besproken modellen toegepast op bestaande, of door de deelnemers ingebrachte datasets. Over iedere analyse wordt een verslag geschreven. Wordt nog bekend gemaakt. Opdrachten Een redelijke kennis van regressie- en variantieanalyse. Ervaring met statistische programmatuur.
naam Ontwikkeling van het geweten: De rol van morele emoties en cognities (Development of conscience: The role of emotion and cognition) code 815019 studiepunten 6 periode 1 docenten dr. T. Olthof (coördinator); nog niet bekend doel Inzicht verwerven in de wijze waarop morele overwegingen en morele emoties in de loop van de ontwikkeling in toenemende mate een rol gaan vervullen als stimulans voor pro-sociaal gedrag en als rem op anti-sociaal
110
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
gedrag. inhoud De rol van cognities in het morele handelen wordt behandeld aan de hand van de klassieke ontwikkelingspsychologische literatuur over morele ontwikkeling; die van morele emoties aan de hand van recente theoretisch en empirisch georiënteerde literatuur over de rol van schuld en schaamte in wat traditioneel werd aangeduid als het `geweten'. Behalve dat aandacht wordt geschonken aan veranderingen over de leeftijd, is er ook aandacht voor verschillen tussen kinderen en jongeren van dezelfde leeftijd voor wat betreft de mate waarin hun handelen wordt bepaald door morele overwegingen en emoties. werkwijze Werkgroep met afwisselend college en interactieve bespreking van gelezen literatuur. literatuur Wordt via Blackboard bekend gemaakt. toetsing Afsluitend essay over een in overleg met de docent te kiezen onderwerp, alsmede een kort schriftelijk tentamen met open vragen.
Mastertraject Kinder- en jeugdpsychologie
111
112
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
12
12.1
Mastertraject Klinische Neuropsychologie
Afdeling Klinische Neuropsychologie Adres: Van der Boechorststraat 1 Telefoon secretariaat: 020 - 444 8756 Afdelingshoofd: Prof.dr. J.A. Sergeant Onderwijscoördinator: Prof. dr. E.J.A. Scherder. Voor inhoudelijke informatie over de studie en advies over studieplanning en/of studieproblemen kun je contact opnemen met de onderwijscoördinator van de afdeling. Spreekuur: na (telefonische) afspraak via het secretariaat van de afdeling Neuropsychologie. Ook kun je contact opnemen met de studieadviseur van de FPP. Stagecoördinator: Drs. P. Bosboom voor de richting Neuropsychologie van de Volwassene en dr. R. Licht voor de richting Neuropsychologie van het Kind. Voor inhoudelijke informatie over stageplaatsen en/of stageproblemen kun je contact opnemen met de betreffende stagecoördinator. Spreekuur: na (telefonische) afspraak via het secretariaat van de afdeling.
12.2
Algemene informatie De neuropsychologie is een specialisatie binnen de psychologie die zich bezighoudt met de relatie tussen hersenen en gedrag. Het gaat hier om een vakgebied dat de laatste jaren een snelle ontwikkeling kent: enerzijds is de theoretische kennis - mede door nieuwe onderzoekstechnieken - sterk toegenomen, anderzijds heeft ook het werkterrein van de neuropsycholoog zich uitgebreid. In de beroepspraktijk staan de diagnostiek en de behandeling van stoornissen in het gedrag als gevolg van (ontwikkelings)stoornissen in het functioneren van de hersenen centraal. Hersenafwijkingen kunnen op velerlei wijzen ontstaan, bijvoorbeeld door (verkeers)ongevallen, ziekteprocessen (vaatstoornissen, tumoren, epilepsie, dementie) of stoornissen die ontstaan tijdens de ontwikkeling van het zenuwstelsel. De stoornissen in het functioneren van de hersenen uiten zich in het gedrag. Veel voorkomende stoornissen in het gedrag zijn spraak-, taal-, lees-, reken-, aandachts-, geheugen-, motorische, planning- en gedragsstoornissen. De neuropsycholoog bestudeert deze en andere problemen altijd in samenhang met het functioneren van de (zich ontwikkelende) hersenen. Vraagstellingen van neuropsychologische aard komen tegenwoordig steeds vaker in het beroepsveld voor. Daarbij kun je denken aan algemene ziekenhuizen, neurologische klinieken, revalidatiecentra, verpleegtehuizen, psychiatrische klinieken, pedologische en orthopedagogische instituten en schoolbegeleidingsdiensten. Kenmerkend voor de neuropsychologie is dat de beroepspraktijk en het wetenschappelijk onderzoek nauw met elkaar samenhangen. In de klinische beroepssituatie staat de gezondheidszorg van de individuele patiënt centraal. Een neuropsycholoog voert een neuropsychologisch onderzoek uit om de cognitieve functies en het gedrag van de onderzochte te evalueren, inzicht te verkrijgen in de aard en de ernst van de problemen, en advies te geven over de consequenties die deze problemen met zich meebrengen in het dagelijkse leven, zoals advies inzake arbeidsongeschiktheid, Mastertraject Klinische Neuropsychologie
113
therapeutische mogelijkheden (functietraining, psycholoische begeleiding) en (om)scholingsmogelijkheden. Daarnaast is een neuropsycholoog betrokken bij het behandelings- en begeleidingsproces zelf. Soms kan het gaan om een behandeling van functiestoornissen, bijvoorbeeld een geheugentraining. Ook kan het gaan om begeleiding van de wijze waarop iemand met deze problemen omgaat en zich aanpast aan de situatie. Vaak wordt de familie (partner, ouders) in het begeleidings- en aanpassingsproces betrokken. In de neuropsychologische research gaat het om onderzoek naar de relatie tussen hersenen en gedrag bij gezonde personen en personen met hersendysfuncties. Doel van het onderzoek is meer inzicht te verkrijgen in de werking van de verschillende hersenstructuren in relatie tot het gedrag. Ook ontwikkeling van neuropsychologische diagnostische technieken en behandelingsmethoden vormen een belangrijk aspect van het neuropsychologisch onderzoek. Bij de onderzoekstechnieken wordt enerzijds gebruik gemaakt van methoden om het gedrag te onderzoeken (experimentele onderzoekmethoden, tests, vragenlijsten), anderzijds wordt gebruikgemaakt van elektrofysiologische (EEG) en andere recente meettechnieken (MEG, (f)MRI) om de hersenfuncties te onderzoeken. De neuropsychologische research maakt deel uit van het thema 'Bio- en Neuropsychologie' van het facultaire Onderzoekinstituut 'Cognitieve, Fysiologische en Neuropsychologie' en de Onderzoekschool 'Experimenteel Psychologische Onderzoek School' (EPOS).
12.3
Basisaantekening Psychodiagnostiek en de postdoctorale GZ-opleiding Voor een klinisch neuropsycholoog die in de gezondheidszorg werkt, is het van groot belang om de Basisaantekening Psychodiagnostiek te behalen. De accenten Klinische Neuropsychologie van het Kind en van de volwassene zijn zodanig opgezet dat de student na voltooiing van de bacheloropleiding en het traject Neuropsychologie van de mastersopleiding vrijwel volledig aan de eisen van de Basisaantekening Psychodiagnostiek voldoet. Meer informatie hierover staat in de studiegids van volgend jaar.
12.4
Studieprogramma mastertraject Klinische Neuropsychologie Onderstaand het programma en de vakbeschrijvingen van het mastertraject Klinische Neuropsychologie.
Vakcode 815066 815027 815065 815064 300931
Vaknaam M-these Neuropsychologie Neuropsychologische diagnostiek Stage Neuropsychologie Supervisie Werking van het Zenuwstelsel
naam code studiepunten doel
Stp. 16 6 16 4 6
Periode
week 37 t/m 44
M-these Neuropsychologie 815066 16 Het doel van de scriptie is dat de student komt tot het zelfstandig uitvoeren van een onderzoek en een volledige verslaglegging hiervan. opmerkingen Scriptieonderwerpen worden door de afdeling Klinische Neuropsychologie aangeboden. Een overzicht van onderwerpen ligt ter inzage op het secretariaat. Ook is het mogelijk dat een student zelf een scriptieonderwerp
114
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
inbrengt. De student dient in dit geval zelf een docent binnen de afdeling te vinden die zorgt voor de begeleiding. Alvorens te kunnen beginnen met het eigenlijke scriptieonderzoek dient de student een scriptievoorstel te schrijven in overleg met de scriptiebegeleider en dit ter goedkeuring voor te leggen aan het scriptieforum van de afdeling. Tevens dient de student, eventueel in overleg met de begeleider, een tweede beoordelaar te vinden. De eisen die aan het scriptievoorstel gesteld worden liggen ter inzage bij het secretariaat. Daar de verslaglegging van het onderzoek een belangrijk aspect is van het scriptieschrijven, dient de vorm van de scriptie m.b.t. indeling en wijze van literatuurvermelding te voldoen aan de APA (American Psychological Association)-richtlijnen. Een Engelstalige APA-handleiding ligt ter inzage op het studiesecretariaat naam code studiepunten docenten doel inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing entreevoorwaarden
opmerkingen
naam code studiepunten opmerkingen
Neuropsychologische diagnostiek 815027 6 drs. P.R. Bosboom-van der Hurk; dr. J. Oosterlaan; Gastdocenten Kennis en vaardigheden van de psychodiagnostiek en de neuropsychologische diagnostiek in het bijzonder. Tijdens de cursus zullen alle onderdelen van de diagnostische cyclus aan bod komen, waarbij het accent zal liggen op de neuropsychologische diagnostiek bij zowel kinderen, volwassenen als ouderen. Er zal onder meer aandacht worden besteed aan: 1) het formuleren van een onderzoekbare vraagstelling, 2) diagnostische besliskunde, 3) verdieping in de psychometrie, 4) gespreksen observatievaardigheden, 5) selecteren van testmateriaal en oefenen van afnamevaardigheden, 6) verslaglegging en 7) ethische en juridische aspecten. Er zal veel gebruik worden gemaakt van casusmateriaal van zowel kinderen als volwassenen. Tevens wordt gebruik gemaakt van simulatiepatiënten. Hoorcolleges, practica, werkgroepen (probleemgestuurd onderwijs) en zelfstudie. Voor alle onderdelen geldt een aanwezigheidsplicht van 100%. Het onderwijs wordt per week gecentreerd rond verschillende thema's en functiedomeinen. • R.D. Vanderploeg (2000). Clinician's guide to neuropsychological assessment. London: Erlbaum. • Syllabus aanvullende literatuur NPD 2004 (ca. 60 euro). Gedurende de cursus vaardigheids- en kennistoetsen en als eindtoets een mondeling tentamen. Interview- en gesprekspracticum, meten en testen, inleiding klinische neuropsychologie, neuropsychologische functiestoornissen. Studieadvies: cursus bibliografische research. De cursus NPD is een verplicht studieonderdeel van de studieroutes klinische neuropsychologie van het kind, klinische neuropsychologie van de volwassenen en experimentele neuropsychologie. Stage Neuropsychologie 815065 16 De Stage binnen de Experimentele Neuropsychologie dient ter oriëntatie op
Mastertraject Klinische Neuropsychologie
115
het verrichten van onderzoek in de Neuropsychologie. De stage wordt gecombineerd met het schrijven van een scriptie die veelal een intern uitgevoerd onderzoek betreft in een van de lopende onderzoeksprojecten bij de afdeling Klinische Neuropsychologie of Biologische psychologie. Externe stages behoren eveneens tot de mogelijkheden maar zullen vaak een grotere tijdsinvestering betekenen. naam code studiepunten inhoud
Supervisie 815064 4 Begeleiding bij het verzorgen en het geven van een presentatie over een neuropsychologisch onderwerp in de Engelse taal.
naam code voorzitter studiepunten docenten
Werking van het Zenuwstelsel 300931 prof.dr. E.Ch. Wolters (afdeling Neurologie, tel. (020) 444 2833) 6 prof.dr. E.Ch. Wolters (Neurologie); drs. G.J. Hazenberg (Neurologie); prof.dr. J.J. Heimans (Neurologie); prof.dr. C.J. Stam (Neurologie); prof.dr. H.J. Groenewegen (Anatomie); dr. P. Borgdorff (Fysiologie); prof.dr. L.M.E. Smit (Kindergeneeskunde); dr. W. Kamphorst (Pathologie); prof.dr. W.W.A. Zuurmond (Anesthesiologie); prof.dr. L.P. ten Kate (Klinische Genetica); dr. F. Barkhof (Radiodiagnostiek); dr. B. Drukarch (Farmacologie) periode week 37 t/m 44 doel Aan het eind van het blok heeft de student kennis en inzicht op: • I/T-niveau in de ontwikkeling, bouw en functie van de hersenen en de hogere cerebrale functies alsook in de stoornissen die hierbij kunnen optreden; • I/T-niveau in de bouw en functie van de hersenstam, het ruggenmerg en het autonome zenuwstelsel, alsook de stoornissen die hierbij op kunnen treden; • I/T-niveau in de bouw en functie van de perifere zenuwen (inclusief de hersenzenuwen) en de stoornissen die hierbij optreden; • I/T-niveau in het metabolisme, de bloedvoorziening en liquorcirculatie van het centrale zenuwstelsel, alsook de stoornissen die hierbij op kunnen treden; • O-niveau met betrekking tot de algemene principes van diagnostiek en therapie op het gebied van de functiestoornissen van het centrale en perifere alsook autonome zenuwstelsel; en met betrekking tot de principes van de farmacologische beïnvloeding van de werking van het zenuwstelsel; • I/T-niveau met betrekking tot de vaardigheden nodig om de functie en functiestoornissen van het centrale en perifere zenuwstelsel te onderzoeken. literatuur • Wolters E.Ch. en Groenewegen H.J., Neurologie: structuur, functie en dysfunctie van het zenuwstelsel. Uitg. Bohn Stafleu Van Loghum, 2e druk 2001. • Wolters E.Ch. en Hazenberg G.J., Leidraad neurologie, Uitg. Bohn Stafleu Van Loghum, 2e druk 2003.
116
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
•
Sitsen e.a., Farmacologie, hoofdstuk 3.1 t/m 3.6. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen 2e druk, 2001. ISBN 90 352 2298 9 toetsing De beoordeling van de kennis en vaardigheid van de student wordt als volgt uitgevoerd: • tentamen aan het einde van het blok bestaande uit open vragen; • de practica dienen met een voldoende te zijn afgesloten. Keuzeonderdelen traject Klinische Neuropsychologie
Uit onderstaande onderdelen maakt de student een keuze tussen het volwassene - of het kindtraject. In totaal omvat de keuze 12 studiepunten. Vakcode 815028 815073 815031 815072
naam code studiepunten docent doel
inhoud
werkwijze
literatuur
toetsing opmerkingen
Vaknaam Neuropsychologische functiestoornissen van de volwassene, deel 1 Neuropsychologische functiestoornissen van het kind deel 2 Neuropsychologische functiestoornissen van het kind, deel 1 Neuropsychologische functiestoornissen vd volwassene deel 2
Stp. 6
Periode
6 6 6
Neuropsychologische functiestoornissen van de volwassene, deel 1 815028 6 prof.dr. J.A. Sergeant Kennis van en inzicht in de neuropsychologische theorieën van functiestoornissen en de methoden om deze functiestoornissen te onderzoeken. Studenten worden bekend gemaakt met de cognitieve en motorische stoornissen bij een grote diversiteit van neurologische en psychiatrische syndromen. 8 Werkcolleges van ieder 3 uur. Studenten worden in subgroepen ingedeeld. Studenten dienen aan de hand van literatuur, casuïstiek en videos de college voor te bereiden. Digitaal anatomische kaarten en PDFs vullen het boek Clinical Neuropsychology aan. Subgroepen rapporteren hun bevindingen aan de gehele groep. Iedere week bespreekt iedere groep een nieuwe functie(stoornis). In deze cursus wordt blackboard gebruikt, waardoor quizes en aanvullende literatuur met de computer bestudeerd kan worden. Heilman, K.M., and Valenstein, E. (1993). Clinical Neuropsychology. Oxford: Oxford University Press. De overige literatuur wordt door middel van Blackboard beschikbaar gesteld. Iedere 2 weken een meerkeuzetoets. Aan iedereen wordt een opdracht gegeven. Het eindcijfer is het gemiddelde van tentamens en opdrachten. Studieadvies: Caput Neuropsychologie, Inleiding Neuropsychologie.
naam code docenten studiepunten doel
Neuropsychologische functiestoornissen van het kind deel 2 815073 dr. J. Oosterlaan; prof.dr. J.A. Sergeant 6 Kennis en inzicht verwerven over functiestoornissen in de klinische diagnostische praktijk inhoud De cursus bouwt verder op deel 1 Functiestoornissen. Aan de orde komt de Mastertraject Klinische Neuropsychologie
117
herkenning van de symptomatologie van functiestoornissen aan de hand van patiëntenmateriaal. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de keuze neuropsychologisch onderzoek dat in klinische praktijk kan worden toegepast. Om deze twee doelstellingen te bereiken wordt materiaal van behandelde stoornissen gebruikt. Studenten stellen zelf een neuropsychologische batterij op van een neuropsychologisch onderzoek en geven een toelichting en de rationale voor de keuze van hun onderzoek. werkwijze Werkgroep vorm literatuur • Lafosse, C. Zakboek Neuropsychologische symptomatologie. Acco Leuven 1998 • Casus materiaal wordt nog bekend toetsing Essay en casusverslag met mondeling tentamen. naam code studiepunten docenten doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden
Neuropsychologische functiestoornissen van het kind, deel 1 815031 6 dr. J. Oosterlaan (coördinator); Gastdocenten Vergaren van kennis en inzicht met betrekking tot neuropsychologische functiestoornissen en syndromen bij kinderen. Tijdens de cursus zullen ondermeer aan bod komen: soft signs, ADHD, stoornissen in motoriek, stoornissen in visuele waarneming, auditieve stoornissen, mentale handicaps, leerstoornissen en PDD. Zelfstudie (114 uur) en hoorcolleges (16 uur). Voor de hoorcolleges geldt een aanwezigheidsverplichting. Spreen, O., Risser, A. H., & Edgell, D. (1995). Developmental Neuropsychology. New York: Oxford University Press. Toetsing vindt plaats middels een schriftelijk tentamen. Inleiding in de klinische neuropsychologie.
naam code studiepunten docenten doel
Neuropsychologische functiestoornissen vd volwassene deel 2 815072 6 prof.dr. J.A. Sergeant; dr. J. Oosterlaan Kennis en inzicht verwerven over functiestoornissen in de klinische diagnostische praktijk inhoud De cursus bouwt verder op deel 1 Functiestoornissen. Aan de orde komt de herkenning van de symptomatologie van functiestoornissen aan de hand van patiëntenmateriaal. Vervolgens wordt aandacht besteed aan de keuze neuropsychologisch onderzoek dat in klinische praktijk kan worden toegepast. Om deze twee doelstellingen te bereiken wordt materiaal van behandelde stoornissen gebruikt. Studenten stellen zelf een neuropsychologische batterij op van een neuropsychologisch onderzoek en geven een toelichting en de rationale voor de keuze van hun onderzoek. werkwijze Werkgroep vorm literatuur • Lafosse, C. Zakboek Neuropsychologische symptomatologie. Acco Leuven 1998 • Casus materiaal wordt nog bekend
118
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
13
13.1
Mastertraject Klinische Psychologie
Afdeling Klinische Psychologie Adres: Van der Boechorststraat 1 Telefoon: 020 – 4448757 Secretariaat: Marianne Ouwehand en Sherida Slijngaard tel.: 44 48757, kamer: 2B-81 Het secretariaat is voor alle studieaangelegenheden geopend van 09.30-12.30 uur. Afdelingshoofd: Prof. dr. H.M. van der Ploeg Management team: Prof dr. H.M. van der Ploeg Prof dr. P Cuijpers Drs. T.A.E. Hoijtink Dr. R.J. Takens Mw. M. Ouwehand Onderwijscommissie Klinische Psychologie Drs. T.A.E. Hoijtink, lid WP, voorzitter en portefeuillehouder Onderwijs. Dr. D. van Kampen, lid WP Mw. M.H. Ouwehand, lid obp + notulist Mw.drs. K. Ferenschild Mw.drs.L.de Wit Studentleden
13.2
Algemene informatie De Klinische Psychologie houdt zich bezig met mensen die op een of andere manier psychisch ontregeld zijn. Deze ontregelingen kunnen zich op verschillende wijzen manifesteren, zoals in angst- of stemmingsklachten, in het vastlopen van contacten en relaties, in het disfunctioneren in werksituaties of in het niet onder controle hebben van gedrag. Psychische ontregelingen kunnen verschillende oorzaken en achtergronden hebben, zoals traumatisering, blootstelling aan langdurige stress, stoornissen in de persoonlijkheidsstructuur en genetische kwetsbaarheid. Vaak is er sprake van een combinatie van factoren. De klinisch psycholoog is werkzaam op het gebied van de geestelijke en algemene gezondheidszorg, waar hij drie belangrijke taken heeft, namelijk psychodiagnostiek, psychologische begeleiding en behandeling en wetenschappelijk onderzoek. Deze werkterreinen komen in de afstudeerrichting Klinische Psychologie dan ook uitvoerig aan de orde. Daarnaast wordt ruime aandacht geschonken aan het leren gebruiken van wetenschappelijke onderzoeksmethoden die voor de klinische praktijk relevant zijn. Van de deskundigheid van de klinisch psycholoog wordt in tal van sectoren van de gezondheidszorg en daarbuiten gebruik gemaakt. In sommige sectoren ligt het accent op de diagnostiek, in andere op de behandeling en in weer andere op beleid en wetenschappelijk onderzoek. Enkele belangrijke werkgebieden zijn: Mastertraject Klinische Psychologie
119
• de psychiatrische instellingen In deze setting houdt de klinisch psycholoog zich vooral bezig met de psychodiagnostiek en het opstellen en uitvoeren van behandelingsplannen. Daarnaast is een belangrijke taak het ontwikkelen en evalueren van trainingsprogramma’s voor specifieke patiëntengroepen, zoals de ‘Linehantrainingen’ voor mensen met een borderline-persoonlijkheidsstoornis. • de ambulante geestelijke gezondheidszorg De werkzaamheden van de klinisch psycholoog in deze setting lijken op de hierboven beschrevene, maar de problematiek waarmee men te maken krijgt, is doorgaans minder ernstig. De belangrijkste instellingen in deze sector zijn de (ex-) RIAGG’s en de poliklinieken van psychiatrische ziekenhuizen. • de vrijgevestigde psychotherapie Een toenemend aantal klinisch psychologen is als zelfstandig therapeut werkzaam in een eigen praktijk. Hier worden doorgaans mensen behandeld die last hebben van psychische problemen, maar daarnaast toch in staat zijn om beroepsmatig en relationeel op een adequaat niveau te functioneren. • De algemene en specialistische ziekenhuizen De klinisch psycholoog in algemene ziekenhuizen geeft op verzoek van medisch specialisten psychologische adviezen over patiënten. Een directe psychotherapeutische taak heeft hij in het behandelen van psychosomatische patiënten. Daarnaast begeleidt hij patiënten in het omgaan met ziekte, lijden en de naderende dood. In de meeste ziekenhuizen heeft de klinisch psycholoog ook een belangrijke taak in het opleiden van verpleegkundigen.
Tot zover een korte beschrijving van enkele belangrijke werkgebieden van de klinisch psycholoog. Dit lijstje is echter niet uitputtend; zo mogen de klinische arbeids- en organisatiepsychologie (ARBO-diensten en personeelsafdelingen van bedrijven), de assessementcentra, de reclassering en de behandeling en preventie van psychotraumata binnen leger en politie eigenlijk niet onvermeld blijven.
13.3
Basisaantekening Psychodiagnostiek Voor veel klinisch psychologen werkzaam in de geestelijke gezondheidszorg of in de klinisch forensische psychologie is het wenselijk om de door het NIP ingevoerde Basisaantekening Psychodiagnostiek te behalen. De door de afdeling Klinische Psychologie verzorgde opleiding is zo ingericht, dat met het afronden van bacheloropleiding en het traject Klinische Psychologie van de masteropleiding aan de eisen verbonden aan het toekennen van deze Basisaantekening is voldaan. Zie voor verdere informatie elders in deze gids.
13.4
Studieprogramma mastertraject Klinische Psychologie Is het Bachelortraject van de Klinische Psychologie gericht op het verwerven van elementaire kennis en vaardigheden op het gebied van de klinisch psychologische beroepsuitoefening en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek, tijdens het mastertraject worden verschillende keuzemogelijkheden voor verdere professionalisering aangeboden. Zo kunnen studenten een keuze maken uit het
120
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
onderwijsaanbod op het gebied van verschillende therapeutische orientaties en settingen of op het gebied van verdere diagnostische scholing. Daarnaast biedt het programma de mogelijkheid een keuze te maken uit drie klinisch psychologische werkvelden die momenteel sterk in opkomst zijn, namelijk de Medische Psychologie, de Klinische Psychologie voor Ouderen en het geven van gesprekstrainingen. Door het maken van een bepaalde combinatie van keuzes kunnen studenten binnen het mastertraject Klinische Psychologie dus kiezen voor een zekere professionele profilering. Inhoud en vorm van het onderwijsaanbod zorgen er overigens voor dat de nieuwe ‘master of clinical psychology’ op vele werkvelden inzetbaar is. Tijdens het mastertraject wordt veel aandacht en tijd besteed aan het toepassen van het geleerde in de praktijk. In de stage vindt een kennismaking plaats met de daadwerkelijke beroepsuitoefening en ervaren studenten hoe het is om als beginnend professional werkzaam te zijn. Tevens worden zij in de praktijk van het vak geconfronteerd met hun mogelijkheden en beperkingen. Bij het schrijven van hun masterthese worden studenten in staat gesteld om de kennis en vaardigheden die zij tijdens hun studie op het gebied van onderzoeksmethoden verworven hebben in de praktijk van het wetenschappelijk onderzoek te gebruiken. Onderstaand het programma en de vakbeschrijvingen van het mastertraject Klinische Psychologie. Vakcode 815018 815017
Vaknaam M-These klinische psychologie Praktijkstage klinische psychologie
Stp. 18 24
Periode
naam code studiepunten docent doel
M-These klinische psychologie 815018 18 drs. K.C.M.P. Ferenschild (coördinator) Het opdoen van ervaring met het opzetten en uitvoeren van onderzoek op het gebied van de Klinische Psychologie. Het Klinische Psychologisch onderzoek is uiteenlopend van aard zowel wat betreft onderwerp, van fundamenteel tot praktisch gericht, als wat betreft methode, van empirischkwantitatief tot meer fenomenologisch-kwalitiatief. Bij het onderzoek voor de master-these kan van verschillende wetenschappelijke methoden gebruik gemaakt worden mits er sprake is van een duidelijke vraagstelling en/of hypothesevorming, een duidelijke en weloverwogen analyse van het onderwerp van onderzoek, een verantwoorde toetsing en een verslaglegging volgens algemeen aanvaarde normen. inhoud Het onderzoek voor de master-these kan over diverse onderwerpen gaan die passen binnen het onderzoeksprogramma van de afdeling Klinische Psychologie of van met de afdeling samenwerkende instellingen zoals de afdeling Medische Psychologie van het Medisch Centrum VU, Mentrum en het Trimbosinstituut. Daarnaast kan een aantal onderzoeken bij een externe instelling verricht worden mits de begeleiding aan de in het scriptiecontract omschreven eisen voldoet en de voor het onderzoek benodigde faciliteiten verstrekt worden. Het beleid van de afdeling is gericht op het realiseren van een 80-20 procent verhouding tussen intern en extern Masteronderzoek. Een overzicht van de onderwerpen waaruit gekozen kan worden is te vinden in de scriptiedocumentatie op het secretariaat van de afdeling Klinische Mastertraject Klinische Psychologie
121
Psychologie. Tevens kan informatie ingewonnen worden bij de coördinator. werkwijze De eerste stap van het masteronderzoek is het in overleg met de begeleider opstellen van een onderzoeksvoorstel. Dit dient plaats te vinden alvorens men met de eigenlijke onderzoeksactiviteiten begint. Het voorstel dient de volgende onderdelen te bevatten: de voorlopige werktitel, de vraagstelling, een korte theoretische uitdieping van het onderwerp inclusief literatuurverwijzingen, de onderzoeksopzet en een tijdsplanning. Het onderzoeksvoorstel wordt in overleg met de coördinator en een door de afdeling aan te wijzen beoordelaar al of niet goedgekeurd. Er wordt naar gestreefd om de student binnen veertien dagen na indiening van het voorstel van deze beslissing op de hoogte te brengen. Als het voorstel is goedgekeurd, dient het contract `M-these' ingevuld te worden. Exemplaren van dit contract zijn verkrijgbaar op het secretariaat van de afdeling. De student dient dit contract ingevuld en voorzien van alle benodigde handtekeningen (begeleider, beoordelaar, student, scriptiecoördinator en/of afdelingshoofd) op het secretariaat van de afdeling Klinische psychologie in te leveren wordt. toetsing Als het masteronderzoek verricht wordt binnen het kader van het onderzoek van de afdeling Klinische Psychologie is de begeleider een docent van de afdeling. Meestal is dit de docent op wiens deskundigheidsgebied het onderwerp van in kwestie zich bevindt. Als het masteronderzoek plaats vindt bij een externe instelling is de begeleider verbonden aan deze instelling. De beoordelaar is altijd een docent verbonden aan de afdeling Klinische Psychologie. Deze wordt door de afdeling toegewezen. De begeleider heeft tot taak de student terzijde te staan bij het tot stand komen van de M-these in alle stadia vanaf het uitwerken van het scriptievoorstel tot en met de uiteindelijke verslaglegging. Het verslag dient geschreven te worden volgens APA-richtlijnen voor wetenschappelijke verslaggeving. De begeleider verplicht zich minimaal vier uur per maand te besteden aan begeleiding (inclusief leestijd). De verdeling van deze uren vindt in overleg met de student plaats. De beoordelaar heeft twee taken. De eerste is het aan de begeleidend docent en de student advies uitbrengen over het onderzoeksvoorstel. Indien nodig kunnen er nog kleine wijzigingen in opzet of uitvoering aangebracht worden. De tweede taak is de beoordeling van de uiteindelijke M-these. Deze beoordeling komt tot stand in overleg tussen begeleider en beoordelaar. Bij verschil van mening geeft de stem van de beoordelaar de doorslag. Presentatie Een belangrijk aspect van het doen van wetenschappelijk onderzoek is het presenteren van de resultaten aan een publiek van belangstellenden. De student dient daarom zijn onderzoek en de resultaten daarvan te presenteren aan medestudenten, docenten en andere geïnteresseerden op een van de scriptiepresentatiebijeenkomsten die regelmatig worden gehouden. Inschrijving voor deze presentatie dient plaats te vinden op het secretariaat op een moment dat zekerheid bestaat over de datum van afronding van de Mthese. Op dat moment kunnen ook eventuele audiovisuele hulpmiddelen aangevraagd worden. Daarnaast dient men vijf van deze scriptiepresentaties als toehoorden bij te wonen. Het cijfer voor de M-these wordt pas vrij gegeven als aan deze presentatie- en presentieverplichtingen is voldaan.
122
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
opmerkingen Een belangrijk aspect van het doen van wetenschappelijk onderzoek is het presenteren van de resultaten aan een publiek van belangstellenden. De student dient daarom zijn onderzoek en de resultaten daarvan te presenteren aan medestudenten, docenten en andere geïnteresseerden op een van de scriptiepresentatiebijeenkomsten die regelmatig worden gehouden. Inschrijving voor deze presentatie dient plaats te vinden op het secretariaat op een moment dat zekerheid bestaat over de datum van afronding van de Mthese. Op dat moment kunnen ook eventuele audiovisuele hulpmiddelen aangevraagd worden. Daarnaast dient men vijf van deze scriptiepresentaties als toehoorden bij te wonen. Het cijfer voor de M-these wordt pas vrij gegeven als aan deze presentatie- en presentieverplichtingen is voldaan. naam code studiepunten docent doel
Praktijkstage klinische psychologie 815017 24 drs. T.A.E. Hoijtink (coördinator) De stage is bedoeld om de student kennis te laten maken met het werkveld van de klinische psychologie. Het is de eerste toetssteen van tijdens de studie opgedane kennis en vaardigheden in de praktijk. inhoud De stage kan in verschillende instellingen op het gebied van de GGZ gelopen worden. De instelling dient aan de volgende voorwaarden te voldoen: - De stageplaats moet een officiële instelling in de GGZ zijn, b.v. een psychiatrisch ziekenuis, RIAGG, poli of dagcentrum etc., waar meerdere disciplines, waaronder klinische psychologie, samenwerken. De stagiaire dient zoveel mogelijk te participeren in werkzaamheden als spreekuur, intake, diagnostiek, behandeling, vergaderingen, verslaglegging, terugrapportage aan verwijzigers etc. De precieze aard van de werkzaamheden verschilt vanzelfsprekend van instelling tot instelling. - De supervisie. De student wordt tijdens de stage frequent (tenminste één uur per week op individuele basis) gesuperviseerd door een klinisch psycholoog (geregistreerd NIP-lid of psycholoog-psychotherapeut). Meestal wordt op de stageplaats hierin voorzien; als dat niet het geval is en de plaats wel voldoet aan de overige eisen, kan een beroep op één van de (geregistreerde) docenten van de afdeling Klinische Psychologie gedaan worden. - De stage heeft een studielast van 24 studiepunten. Dit betekent dat men 600 uur stage moet lopen. Bij een 36 urige werkweek is dit een periode van bijna 17 weken. De meeste stageplaatsen bieden echter pasttime plaatsen aan zodat de stageperiode meestal langer uitvalt. De stage kent geen roostervrije of vakantiedagen. werkwijze Er zijn zogenaamde vaste en open stageplaatsen. Vaste stageplaatsen zijn plaatsen waar een vaste afspraak bestaat tussen de stageplaats en de afdeling klinische psychologie, zodat wij op deze plaatsen kunnen rekenen. Het solliciteren naar deze plaatsen verloopt uitsluitend via de stagecoördinator. Omdat er doorgaans meer gegadigden zijn dan 'vaste' plaatsen, is het belangrijk ook zelf naar een andere 'open' plaats te zoeken. Dit zijn de instellingen die wel stagemogelijkheden bieden, maar geen exclusieve overeenkomst met de afdeling hebben. Ook studenten van andere universiteiten kunnen daar dus solliciteren. Een lijst van vaste en open
Mastertraject Klinische Psychologie
123
plaatsen is opgenomen in de stagehandleiding. Hierin wordt ook de procedure rond het verwerven van een stageplaats uiteengezet. Ieder jaar in februari wordt een stagevoorlichtings-middag georganiseerd. toetsing Bij beëindiging van de stage wordt de stagiaire beoordeeld door de supervisor die hem/haar begeleid heeft. Formulieren hiervoor liggen op het secretariaat en dienen door stagiaires aan hun supervisor te worden overhandigd. Een stage die als onvoldoende wordt beoordeeld dient óf verlengd óf elders te worden over- gedaan. Verder is men verplicht over de stage een verslag te schrijven (richtlijnen hiervoor vindt men in de stagehandleiding). Dit verslag moet samen met de beoordeling bij de studiecoördinator worden ingeleverd. Deze heeft met de stagiaire hierover een eindgesprek en tekent de stage officieel af met een tentamenbriefje. entreevoorwaarden Alle onderdelen behalve: - keuzeonderdelen; - onderzoek in de Klinische Psychologie; - scriptie. opmerkingen Nadere inlichtingen bij de stagecoördinator: drs. T.A.E. Hoijtink. Keuzeonderdelen Klinische Psychologie I
Uit deze vijf onderdelen kiest de student er twee. Vakcode 815013 815012 815011 815009 815010
naam code studiepunten docent inhoud werkwijze literatuur toetsing entreevoorwaarden naam code studiepunten contacturen docent doel inhoud
124
Vaknaam Klinische psychodiagnostiek 2 Psychoanalyse en Psychoanalytische psychotherapie Seminar Groepstherapie Seminarium Gedragstherapie Seminarium Gezinstherapie
Stp. 6 6
Periode
6 6 6
Klinische psychodiagnostiek 2 815013 6 dr. D. van Kampen Nadere kennismaking met enkele in Klinische Psychodiagnostiek I behandelde onderwerpen. Literatuurstudie. Wordt nader bekendgemaakt. Schriftelijk tentamen met openeindvragen. Klinische Psychodiagnostiek I, Psychiatrische Diagnostiek. Psychoanalyse en Psychoanalytische psychotherapie 815012 6 160 (3 tentamen, 26 hoorcollege, 131 zelfstudie) drs. P. de Beurs Grondige kennismaking met psychodynamische theorie en techniek. Er wordt een overzicht gegeven van de psychodynamische modellen, waarbij aetiologie en behandeling centraal staan. Concepten als weerstand en overdracht-tegenoverdracht worden uitgebreid besproken. Kennisname van de belangrijkste research verricht op psychoanalytisch en -dynamisch terrein.
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
werkwijze literatuur
toetsing onderwijs
naam code studiepunten contacturen docent doel inhoud werkwijze
literatuur
toetsing entreevoorwaarden opmerkingen
onderwijs
naam code studiepunten contacturen docent doel inhoud
Voorts wordt aandacht besteed de aetiologie en behandeling van seksuele stoornissen (perversies) en van de anti-sociale persoonlijkheidsstoornis (delinquenten). Tot slot worden de psychodynamische gezichtspunten betreffende indicatiestelling besproken. 13 hoorcolleges van 2 uren. • Malan, D.H. (1979) Individual Psychotherapy and the Science of Psychodynamics, Butterworth; • Wolf, M.H.M. de (1998) Inleiding in de Psychoanalytische Psychotherapie, Coutinho. tentamen Schriftelijk tentamen, open eind. hoorcollege zelfstudie Seminar Groepstherapie 815011 6 160 (3 tentamen, 6 werkcollege, 30 practicum, 121 zelfstudie) drs. T.A.E. Hoijtink Eerste kennismaking met de groepspsychotherapie. Kennismaken met het therapeutisch werken in groepen. 1. Literatuurstudie; 2. Groepssimulaties; 3. Videobanden. • Klapper literatuur behorend bij het Seminarium groepstherapie; Yalom, I.D. (1981), Groepspsychotherapie in theorie en praktijk. Deventer: Van Loghum Slaterus; • Hoijtink, T.A.E. (2001), De kracht van groepen. Normen en rollen. Houten/Diegem. BSL. tentamen Literatuurtoetsen en analyse van een casus. Zie paragraaf 7.6.7. Een seminarium vindt geen doorgang bij een aantal van minder dan 7 deelnemers. De deelnemers dienen 1/2 dag in de week beschikbaar te houden voor literatuurstudie practicum werkcollege zelfstudie Seminarium Gedragstherapie 815009 6 160 (24 practicum, 136 zelfstudie) drs. M.A. van Helsdingen Kennisnemen van de werkwijze van de gedragstherapie. Als leidraad voor de opzet van het seminarium wordt uitgegaan van het gedragstherapeutisch proces. Aandacht wordt besteed aan: taxatie, probleemkeuze, leerprincipes, de keuze van het probleem, holistische theorie, functie-analyse en aan het opstellen van een behandelplan en de keuze van te hanteren technieken en hun uitvoering. Daarbij wordt ruim aandacht besteed
Mastertraject Klinische Psychologie
125
werkwijze
literatuur
toetsing
entreevoorwaarden opmerkingen onderwijs
aan gesprekstechnieken als: doorvragen, samenvatten, onderbreken, structureren, concretiseren. Tijdens de bijeenkomsten zal de docent inleidingen verzorgen met betrekking tot de diverse onderwerpen. Groepsdiscussies naar aanleiding van de gelezen en bestudeerde literatuur vinden plaats en de cursisten zullen schriftelijke opdrachten uitvoeren ten aanzien van het maken van analyses en het opstellen van een behandelplan. Praktische oefeningen van de gespreksvaardigheden vindt plaats middels rollenspel aan de hand van casuïstiek. • Burger, A.W. (1994). Functie-analyse van neurotisch gedrag. F. van Rossen, Amsterdam; • Orlemans, J.W.G. Eelen, P., Hermans, D. (1995). Inleiding tot de Gedragstherapie. Bohn Stafleu van Loghum. Tijdens iedere bijeenkomst wordt de cursisten schriftelijk een aantal vragen voorgelegd over de te bestuderen literatuur. Tevens worden opdrachten meegegeven, die thuis gemaakt dienen te worden, tussen de bijeenkomsten in. Als eindtoets dienen de cursisten uiterlijk de veertiende bijeenkomst een verslag van een casus in te leveren. In dit verslag worden alle stappen van het gedragstherapeutische proces beschreven. Zie paragraaf 7.6.7. Een seminarium vindt geen doorgang bij een aantal van minder dan 7 deelnemers. practicum zelfstudie
naam code studiepunten contacturen docent doel
Seminarium Gezinstherapie 815010 6 160 (3 tentamen, 18 werkcollege, 18 practicum, 121 zelfstudie) drs. E.N.M. Wever Kennismaking met de systeemtheoretische visie op afwijkend gedrag en met de belangrijkste gezinstherapeutische benaderingen. inhoud Het op de hoogte raken van de belangrijkste stromingen binnen de relatie- en gezinstherapie. Het vertrouwd raken met de belangrijkste fenomenen binnen interactionele systemen (bedoeld worden verschijnselen als triangulatie, parentificatie, collusie e.d.). Het interactie- en systeemgericht leren observeren. werkwijze Het seminarium is een combinatie van literatuurstudie, rollenspelen, werkcolleges en literatuurbesprekingen. literatuur • Lange, A. (2000, 7e druk), Gedragsveranderingen in gezinnen. Groningen: Wolters-Noordhoff; • Willi, J. (2000), De partnerrelatie. Rotterdam: A. Donker (6e druk); • Onderwater, A. (1995), De therapy van Nagy. Lisse: Swets & Zeitlinger; • Artikel van Compernolle, De structurele stroming; • Artikel van Boeckhorst, Observatie en analyse van triadische interactiepatronen in gezinnen; • Artikel van Feldman, Marital conflict and marital intimacy: An integrative psychodynamic-behavioral-systemic model; • Artikel van v.d. Pas, Misverstanden omtrent de systeemoptiek.
126
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
toetsing tentamen Een aantal schriftelijke toetsen en als afsluitend tentamen een gevalbespreking. entreevoorwaarden Zie paragraaf 7.6.7. opmerkingen Een seminarium vindt geen doorgang bij een aantal van minder dan 7 deelnemers. Studenten dienen gedurende de cursus gemiddeld 2 dagen per week te reserveren voor literatuurstudie. onderwijs werkcollege zelfstudie practicum Keuzeonderdelen Klinische Psychologie II
Uit deze drie onderdelen kiest de student er een. Vakcode 815016 815015 815014
naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze
Vaknaam Klinische ouderenpsychologie Medische psychologie Training gespreksvoering
Stp. 6 6 6
Periode Periode 2
Klinische ouderenpsychologie 815016 6 200 (73 werkstuk, 3 tentamen, 24 werkgroep, 40 literatuurstudie, 60 zelfstudie) 2 prof.dr. W.J.M.J. Cuijpers Kennismaken met de diagnostiek en behandeling van psychische stoornissen bij ouderen. Tijdens werkgroepbijeenkomsten worden de belangrijkste aspecten van de klinische ouderenpsychologie behandeld en geillustreerd, aangevuld met literatuurstudie. In werkgroepbijeenkomsten worden verder enkele groepstherapeutische sessies gesimuleerd en nagespeeld om de klinische praktijk te illustreren. Verder wordt individueel een werkstuk over een deelaspect geschreven; in de werkgroepen wordt een presentatie van het eigen werkstuk gegeven. De werkgroepbijeenkomsten gaan over de volgende thema's: 1. Inleiding: de klinische ouderenpsychologie in vogelvlucht 2. Psychopathologie bij ouderen 3. Diagnostiek 4. Psychotherapie bij ouderen: overzicht 5. Cognitieve gedragstherapie en interpersoonlijke therapie 6. Praktijk: psycho-educatieve cognitieve gedragstherapie bij depressie 7. Praktijk: vervolg 8. Interventies bij mantelzorgers 9. Praktijk: ondersteuningsgroepen voor mantelzorgers van dementerende ouderen 10. Overzicht en kernpunten 11. Presentaties werkstukken 12. Presentaties werkstukken Werkgroepbijeenkomsten (met oefeningen en rollenspelen), literatuurstudie, werkstuk, werkstuk presenteren. Mastertraject Klinische Psychologie
127
•
Zarit, S.H. & Knight, B.G. (1998). Ouderen & psychotherapie; effectieve interventies in levensloopperspectief. Lisse: Swets & Zeitlinger. • Syllabus toetsing tentamen werkstuk Schriftelijk tentamen, werkstuk en presentatie. onderwijs literatuurstudie zelfstudie werkgroep 12 werkgroepbijeenkomsten van 2 uur (inclusief presentaties van werkstukken) literatuur
naam code studiepunten contacturen docenten doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing entreevoorwaarden
128
Medische psychologie 815015 6 160 (3 tentamen, 26 hoorcollege, 131 zelfstudie) prof.dr. H.M. van der Ploeg; en. anderen Kennisname van de belangrijkste basisbegrippen en aandachtsgebieden van de Medische Psychologie. Door middel van hoorcolleges en literatuurstudie zal de psychologie die zich bezighoudt met de mens in de medische situatie en met name de lichamelijk zieke mens behandeld worden. Ziektegedrag, ziektegevoel en ziektebeloop zijn begrippen die hierbij centraal staan. Tevens zal de nodige aandacht besteed worden aan dilemma's en medisch-ethische vraagstukken in de patientenzorg. De volgende colleges zullen gegeven worden: 1. Inleiding, Wat is medische psychologie? 2. Medische psychologie voor kinderen/jeugdigen/adolescenten 3. Stress encoping 4. Psychotraumatologie 5. Casuïtiek 6. Psychosociale diabetologie 7. Genderidentiteitsstoornissen 8. Medische communicatie 9. Medische psychologie en neurologie 10. Psychosociale oncologie 11. Pijn 12. Seksuologie Hoorcolleges en zelfstudie. • A.A. Kaptein, B. Garssen, J. Dekker, H.W.J. van Marwijk, P.J.G. Schreurs, R. Beunderman. Psychologie en geneeskunde. Houten: Bohn, Stafleu, Van Loghum (2000) • H.M. van den Ploeg. Stress, trauma en aanpassing, Amsterdam: SMPVU 2002. • Reader Medische Psychologie. tentamen Schriftelijk, open eind. Het geslaagd zijn voor het vak medische psychologie is een entreevoorwaarde voor studenten die bij de afdeling Medische Psychologie
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
van de VU stage willen lopen. onderwijs hoorcollege zelfstudie naam code studiepunten contacturen docent doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
opmerkingen onderwijs
Training gespreksvoering 815014 6 160 (3 tentamen, 24 werkcollege, 80 practicum, 53 zelfstudie) dr. R.J. Takens Kennis van en inzicht verwerven in de theorie en praktijk van klinische psychodiagnostiek. Door middel van literatuurstudie, hoor- en werkcolleges wordt ingegaan op enkele onderwerpen, die voor de klinische psychodiagnostiek van fundamenteel belang zijn. Het betreft de onderwerpen: (1) idiografische en nomothetische diagnostiek; (2) basispersoonlijkheidsdimensies; (3) identificatie van probleemgebieden en psychopathologie; (4) indicatiestelling en treatment planning. Gerelateerd aan deze onderwerpen wordt tevens aandacht besteed aan enkele diagnostische instrumenten die een bijdrage kunnen leveren aan het herkennen en analyseren van probleemgedrag en aan het indiceren van de juiste behandeling. Hoor- (1x per jaar) en werkcolleges (3x per jaar), literatuurstudie • Groth-Marnat, G. (1997). Handbook of Psychological Assessment, Third Edition, Wiley, New York, Hoofdstuk 1 (Introduction), 2 (The Context of Clinical Assessment), 3 (The Assessment Interview), 6 (The Minnesota Multiphasic Personality Inventory), 9 (The Rorschach), 10 (The Thematic Apperception Test), 13 (Psychological Assessment and Treatment Planning), en 14 (The Psychological Report); • Van der Staak, C.P.F., Derksen, J.J.L., Hoogduin, C.A.L. (1998); "Psychodiagnostiek en Indicatiestelling". Hoofdstuk 2 (Wojcieechowski) en hoofdstuk 3 (Schaap en Hoogduin). Bohn Staffen van Loghum; • Collegestof. Schriftelijk tentamen, open end (theoriedeel) en casusverslag (praktijkdeel). Theoriedeel (3 punten) en praktijk (1 punt) resulteren in een afzonderlijk cijfer. Inschrijving voor het practicumdeel op de lijsten bij het secretariaat van de afdeling. werkcollege practicum zelfstudie
Mastertraject Klinische Psychologie
129
130
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
14
14.1
Mastertraject Sociale Psychologie
Afdeling Sociale Psychologie Adres: Van der Boechorststraat 1 Telefoon: 020-444 8866/8865 Secretariaat: Carla Heldens (1B-45) Clare Pasanisi (1B-45) Onderwijscoördinatoren: Dr. C. Finkenauer (1B-78) Dr. W. W. van Dijk (1B-25) Afdelingshoofd: Mw. prof.dr. C.E. Rusbult (1B-29)
14.2
Algemene informatie De sociale psychologie bestudeert sociale invloeden op het denken, voelen en gedrag van mensen. Drie belangrijke thema's van de sociale psychologie zijn: (a) sociale cognitie, (b) interactie tussen personen, en (c) interactie binnen en tussen groepen. Het eerste thema, sociale cognitie, richt zich op de vraag hoe waarneming, geheugen, taal en denken beïnvloed worden door onze sociale omgeving. Bijvoorbeeld, hoe vormen we ons een indruk van anderen? Waar letten we vooral op, en hoe verwerken we informatie over anderen. Zullen we geneigd zijn een eerste indruk te veranderen? Hoe presenteren we ons aan anderen? Deze vragen zijn bijvoorbeeld van belang voor allerlei vormen van communicatie, zoals interviews, vergaderingen, voorlichting en reclame. Het tweede thema, interactie tussen personen, richt zich op gedrag tussen mensen. Bijvoorbeeld, hoe en waarom voelen mensen zich tot elkaar aangetrokken? Wanneer laten we ons leiden door eigenbelang, en wanneer hebben we ook oog voor gezamelijke belangen? Wanneer is de kans groot dat conflicten tussen mensen escaleren en overgaan in agressie? Deze vragen zijn bijvoorbeeld van belang voor allerlei situaties, zoals het functioneren van taakgroepen in organisaties, bereidheid tot donaties, milieuvriendelijk gedrag, en opofferingsbereidheid in organisaties en relaties. Het derde thema, interactie binnen en tussen groepen, richt zich op groepsprocessen. Bijvoorbeeld, conflicten en agressie tussen groepen, hoe groepen omgaan met veranderingen in hun status, rechtvaardigheid in groepen en de vraag in hoeverre mensen identiteit ontlenen aan de groep waarvan ze deel uitmaken. Deze vragen werpen een nieuw licht op stereotiepe beelden over mannen en vrouwen en voorooordelen ten opzichte van etnische groeperingen. Omdat sociaal psychologen gedegen kennis hebben over hoe het denken, voelen en gedrag van mensen beïnvloed worden door hun sociale omgeving zijn ze inzetbaar op vele posities binnen de maatschappij. Sociaal psychologen zijn werkzaam in organisaties waar onderzoek een centrale plaats inneemt (b.v. universiteit, onderzoeksinstituten, overheidsinstellingen en maatschappelijke instellingen). Daarnaast zijn sociaal psychologen werkzaam als gespecialiseerde deskundigen binnen organisaties die zich toeleggen op bijvoorbeeld voorlichting, milieu-, energie-, en gezondheidsvraagstukken. Ook zijn sociaal psychologen werkzaam als deskundige in een onderzoeksafdeling of personeelsafdeling van een grote organisatie (b.v. KPN, Shell, Belastingdienst, ministeries) om een bijdrage te leveren aan het functioneren Mastertraject Sociale Psychologie
131
van de organisatie, bijvoorbeeld door het geven van trainingen in professionele vaardigheden (zoals b.v. presentatievaardigheden of effectieve communicatie) of aan interventies, zoals aanpassingen in communicatiestructuren of andere vormen van organisatieadvies.
14.3
Studieprogramma mastertraject Sociale Psychologie Onderstaand het programma en de vakbeschrijvingen van het mastertraject Sociale Psychologie Vakcode 815069 815070 813071 813070 815071 813069
naam code studiepunten contacturen docent doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing onderwijs
Vaknaam Communicatie-,presentatie- en trainingsvaardigheden Module 1 Communicatie-,presentatie- en trainingsvaardigheden Module 2 M-These Sociale psychologie Onderzoeksstage Sociale psychologie Toegepaste Sociale Psychologie (Masters) Toepassen van theorieen
Stp. 6
Periode
6 18 18 6 6
Communicatie-,presentatie- en trainingsvaardigheden Module 1 815069 6 168 (64 practicum, 104 zelfstudie) Diverse docenten Leren interveniëren in trainingsgroepen 1. Presentatievaardigheden: het leren presenteren van groepsdynamische concepten en het leiden van een groepsgesprek daarover. 2. Gespreksvaardigheden: het leren luisteren, samenvatten, doorvragen (LSD), het leren vragen en geven van feedback en het leren schakelen in gespreksvoering. 3. Groepsvaardigheden: het leren onderkennen en hanteren van samenwerkingsdilemma's in groepen. practica (aanwezigheid is verplicht) wordt nader bekend gemaakt praktijkdossier: individuele en subgroep verslagen practicum zelfstudie
naam code studiepunten contacturen docent doel
Communicatie-,presentatie- en trainingsvaardigheden Module 2 815070 6 168 (64 practicum, 104 zelfstudie) Diverse docenten Doelstelling is gericht op verdere uitbouw van professionele vaardigheden en theoretische verdieping in trainings-, presentatie en communicatievaardigheden inhoud Onder supervisie zullen trainings-, presentatie en communicatievaardigheden aan de hand van practica verder worden ontwikkeld. De nadruk ligt hierbij op trainings-, presentatie- en communicatievaardigheden in groepen. Daarnaast is er sterke aandacht voor groepsdynamische processen.
132
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
werkwijze literatuur toetsing onderwijs
practica (aanwezigheid is verplicht) wordt nader bekend gemaakt praktijkdossier: individuele en subgroep verslagen practicum zelfstudie
naam code studiepunten doel
M-These Sociale psychologie 813071 18 Het zelfstandig verslagleggen van wetenschappelijk empirisch onderzoek op een voor de afdeling Sociale Psychologie relevant terrein. Het onderzoek kan zowel experimenteel als niet-experimenteel zijn en kan zowel fundamenteel of toegepast zijn. inhoud In de M-these wordt verslag gedaan van een intern of extern uitgevoerd wetenschappelijk empirisch onderzoek. Dit kan onderzoek zijn dat de student gedurende de Stage Sociale Psychologie heeft uitgevoerd. Indien de werkzaamheden die de student als stage heeft uitgevoerd niet geschikt is als basis voor een scriptie dient de student intern aanvullend empirisch onderzoek te verrichten. Na voltooiing van de M-these presenteert de student zijn of haar onderzoek voor een gehoor van andere studenten en medewerkers van de afdeling. Door de afdeling Sociale Psychologie worden maandelijks bijeenkomsten georganiseerd waar over onderzoek wordt gerapporteerd (door studenten, medewerkers van de afdeling Sociale Psychologie, of gastsprekers). Studenten worden geacht deze regelmatig bij te wonen. Een noodzakelijke voorwaarde voor afstuderen is dat de student in ieder geval tenminste 4 van deze bijeenkomsten heeft bijgewoond. toetsing De M-these wordt door de begeleider en door een als tweede beoordelaar fungerend staflid getoetst aan de in de faculteit geldende criteria. De kwaliteit van de presentatie van het onderzoek weegt mee in de beoordeling van de M-these. De eindbeoordeling wordt pas verstrekt nadat de presentatie heeft plaats gevonden.
naam code studiepunten doel
Onderzoeksstage Sociale psychologie 813070 18 Het zelfstandig opzetten en uitvoeren van wetenschappelijk empirisch onderzoek op een voor de afdeling Sociale Psychologie relevant terrein. Het onderzoek kan zowel experimenteel als niet-experimenteel zijn en kan zowel fundamenteel of toegepast zijn inhoud In de stage verricht de student zelfstandig onderzoek in de sociale psychologie. De student kan kiezen voor het uitvoeren van een interne stage bij de afdeling Sociale Psychologie of voor een externe stage bij een organisatie, bedrijf, of een andere (buitenlandse) universiteit. De student zal in de meeste gevallen betrokken worden bij een lopend onderzoeksproject. Het voorgenomen stageplan dient vooraf gemeld te worden via een stageformulier verkrijgbaar bij het secretariaat. Pas na goedkeuring van het stageplan door de afdeling Sociale Psychologie kan de student aan de stage beginnen. Bij een externe stage zal in overleg met de afdeling Sociale Psychologie bepaald worden of het passend is om de M-these te schrijven in
Mastertraject Sociale Psychologie
133
het kader van de extern uitgevoerde werkzaamheden. Wanneer dit niet passend is dient de student intern aanvullend empirisch onderzoek te verrichten en daarover de M-these schrijven. toetsing De verantwoordelijkheid voor de beoordeling van de Stage Sociale Psychologie ligt bij de begeleider van de afdeling Sociale Psychologie. In het geval van een externe stage, wordt het eindcijfer vastgesteld nadat overleg heeft plaatsgevonden met de externe begeleider(s). De beoordeling wordt gebaseerd op de mate waarin aan vooraf gestelde doelen is voldaan. Afhankelijk van de aard van de stage werkzaamheden kan hierbij gelet worden op aspecten als: planning, leveren van ideeën, zelfstandigheid, initiatief, communicatievaardigheid en schriftelijke verslaglegging. naam code docent studiepunten contacturen doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing onderwijs
Toegepaste Sociale Psychologie (Masters) 815071 nog niet bekend 6 168 (24 practicum, 24 hoorcollege, 120 zelfstudie) Verdieping in de toegepaste sociale psychologie De cursus biedt een overzicht van de belangrijkste onderwerpen van de toegepaste sociale psychologie. De toegepaste sociale psychologie onderzoekt maatschappelijk relevante vragen op basis van sociaalpsychologische theorieën en inzichten, en probeert zo een bijdrage te leveren aan het oplossen van maatschappelijke problemen. Naast een overzicht van veel gebruikte theorieën en onderzoeksmethoden binnen de toegepaste sociale psychologie komen onder andere de volgende toepassingsgebieden aan de orde: gezondheid, recht, consumenten/media, milieu, conflict, leiderschap. Hoorcollege en practica wordt nader bekend gemaakt. Tentamen en opdrachten. zelfstudie hoorcollege practicum
naam code studiepunten contacturen docent doel
Toepassen van theorieen 813069 6 168 (24 practicum, 144 zelfstudie) nog niet bekend De cursus beoogt een gestructureerde methode aan te leren om van een vage probleemformulering uiteindelijk te komen tot werkzame, theoretisch gefundeerde oplossingen voor allerhande praktijkproblemen. inhoud De praktisch werkende sociaal psycholoog wordt vaak geconfronteerd met het probleem hoe hij de concepten en empirische kennis van de sociale psychologie kan gebruiken om probleemsituaties te analyseren en op te lossen. In de praktijk worden problemen bijna altijd in niet-theoretische termen gesteld. De weg naar de theorie, en naar op wetenschappelijke inzichten gebaseerde oplossingen blijken dan meestal niet voor de hand te liggen. De cursus heeft het karakter van een practicum en richt zich op het verkrijgen van de volgende vaardigheden:
134
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
werkwijze literatuur toetsing onderwijs
- het analyseren van praktische problemen en deze uitwerken tot een sociaal psychologische probleemstelling; - het genereren van verklaringen, en het uitwerken van deze verklaringen in een causaal model, gebruikmakend van sociaal psychologische theorieën. - het formuleren van oplossingen voor het probleem, en het daarop baseren van adviezen voor interventie. Practica Buunk, A.P. & Veen, P. (1995). Sociale Psychologie en praktijkproblemen. Houten: Bohn Stafleu Van Loghum Toets, opdrachten en eindpaper. practicum zelfstudie
Mastertraject Sociale Psychologie
135
136
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
15
15.1
Mastertraject Cognitive Science
Afdeling Cognitieve Psychologie Adres: Van der Boechorststraat 1 Telefoon: 020 - 444 8786 Fax: 020 - 444 8971 Secretariaat: drs. F.E. van den Bosch, kamer 1E-21 Afdelingshoofd: Prof.dr. J. Theeuwes (Jan)
15.2
Algemene informatie De Cognitieve Psychologie houdt zich bezig met de studie van mentale functies zoals waarnemen, aandacht, geheugen, leren, motoriek, beslissen en denken. Het doel is theorieën te ontwikkelen over functionele eigenschappen en wetmatigheden van het menselijk gedrag. Kennis over deze fundamentele menselijke eigenschappen maakt het mogelijk om de omgeving zodanig in te richten dat mensen hier zonder fouten mee kunnen omgaan. De ergonomie houdt zich daarmee bezig. De opleiding is erop gericht de student zo goed mogelijk voor te bereiden op het zelf opzetten en uitvoeren van onderzoek en het toepassen van deze kennis in de praktijk. De student leert de wetenschappelijke ontwikkelingen op het onderzoeksgebied te volgen en via ergonomische adviezen praktijkproblemen op te lossen. Uiteindelijk moet de student zelfstandig in het onderzoeks- of praktijkveld kunnen functioneren. In het studieprogramma zijn er zes studiepunten naar keuze te besteden, ofwel aan een verdere theoretische verdieping, ofwel aan een praktijkgerichte ergonomische verbreding. Omdat cognitief psychologen algemene kennis hebben over hoe mensen denken, beslissen, waarnemen, onthouden en leren, kunnen ze op vele plaatsen in de maatschappij worden ingezet. De perspectieven op de arbeidsmarkt zijn gunstig. Cognitief psychologen hebben unieke kennis, die kan worden ingezet bij het oplossen van allerlei problemen van de overheid, onderzoeksinstellingen (zoals TNO) en het bedrijfsleven. Door de verdere automatisering en informatisering van de maatschappij is er in toenemende mate behoefte aan kennis over de mogelijkheden en beperkingen van het menselijk functioneren
15.3
Studieprograma mastertraject cognitive Science De faculteitsoverschrijdende 2-jarige Master Opleiding Cognitieve Science wordt georganiseerd door de afdeling Cognitieve Psychologie van de FPP en de afdeling Artificiële Intelligentie (AI) van de faculteit Exacte Wetenschappen (FEW). Bij deze master opleiding Cognitive Science ligt de nadruk in de eerste plaats op fundamenteel onderzoek naar de menselijke cognitie en de onderliggende processen. Hiernaast is er ook de mogelijkheid zich te verdiepen in toepassingen van de Cognitieve Science. Vragen die aan de orde komen: Hoe zijn cognitieve processen georganiseerd in het brein (bijvoorbeeld met betrekking tot aandacht, denken en beslissen, en psycholinguïstiek)? Hoe kunnen cognitieve processen worden gemodelleerd middels technieken zoals neurale netwerken? Wat is de onderliggende logica van het cognitief functioneren van de mens? De opleiding is zodanig vormgegeven dat deze studenten
Master Cognitive Science
137
een gedegen voorbereiding geeft op het doen van wetenschappelijk onderzoek op het gebied van de Cognitieve Science. Verder biedt de hier vormgegeven opleiding die psychologische basiskennis en vaardigheden (o.a., methodologie, statistiek, hersenprocessen, empirisch denken, en schrijven) combineert met een hoog bèta gehalte (in de vorm van vaardigheden op het gebied van programmeren, logica, kennis-en agenttechnologie) een goede basis voor succesvol functioneren in het bedrijfsleven en bij overheidsinstellingen. Een organisatie zoals bijvoorbeeld TNO zal deze mensen graag in dienst nemen. Studenten met een Bachelor’s profiel Cognitieve Psychologie kunnen instromen in deze 2-jarige Master Opleiding. Het diploma dat uiteindelijk gehaald gaat worden is een MSc in de Cognitive Science.
15.4
eerste jaar Onderstaand het masterprogramma en de vakbeschrijvingen van het mastertraject Cognitive Science. Naast onderstaande studieonderdelen kiest de student een studieonderdeel ter waarde van 9 studiepunten Vakcode 400054 400028 815048 815050 400126 400043 400132 815047 400168 400063
subject code credits period lecturers content
form of tuition literature mode of assessment entry requirements target audience remarks
138
Vaknaam Design of Multi-Agent Systems Human-Computer Interaction Informatieverwerking Kennisrepresentatie Kennissystemen Logische taal en redeneermethoden Neural Networks Perceptie Programming in Prolog Project AI
Stp. 6 4 6 6 4 5 6 6 3 5
Periode 2 2 and 3 2 en 4 4 en 5 4 1 en 2 5 1 5 6
Design of Multi-Agent Systems 400054 6 2 dr. C.M. Jonker; dr. V.N. Stebletsova This course discusses the design techniques of knowledge-based systems that consist of various intelligent agents and centers around the notion of compositional architecture. The design method used is DESIRE. A number of examples of agent models and generic task models are treated. In the associated practical work in spring, hands on experience is gained in the design of compositional multi-agent and knowledge systems using DESIRE tools. Combination of lectures and practical assignments. Syllabus On the basis of both the homework assingments and a written exam. Knowledge of Kennissytemen (400126) and Logische Taal en Redeneermethoden (400043). 3AI, 3IN, mCS More information can be found on: http://www.cs.vu.nl/~ovm
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
subject code credits period lecturers aim
content
form of tuition literature
mode of assessment target audience remarks
naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing onderwijs
Human-Computer Interaction 400028 4 2 and 3 dr. G.C. van der Veer; dr. M. van Welie Explaining the User-Centered Design process and providing understanding of the interaction between people and information systems. The main goal is to teach students how to design and evaluate interactive systems that are easy to use and able to support people and organizations using them. The usability aspects (cognitive ergonomic aspects) of human-computer interaction are related to both software engineering and to human aspects. This course introduces recent theories, approaches, and sources of HumanComputer Interaction to analyze and design Complex Interactive Systems. Several relevant schools are indicated, theories and techniques are discussed, and tools and applications are illustrated. The course also introduces some relevant basic notions about psychological aspects of computer use, aspects of organisational aspects of the introduction and application of information technology, and the theoretical basis for GTA (Groupware Task Analysis) and DUTCH (Design for Users and Tasks, from Concepts to Handles). Lectures A. Dix, J. Finlay, G. Abowd, R. Beale: Human-Computer Interaction, (3rd edition), Prentice Hall, London, 2004, ISBN 0-130-461091; Lecture notes and study guide on the website www.cs.vu.nl/~mmc/mci. Written essay and an examination 3AI, 3IN, mCS, mIS, 2MMC the examination (including an accepted essay) needs to be passed to be able to participate in the course of User-Interface Design. See on the website www.cs.vu.nl/~mmc/mci. Informatieverwerking 815048 6 178 (3 tentamen, 18 hoorcollege, 157 zelfstudie) 2 en 4 dr. S.A. Los Kennismaking met de structuur en dynamiek van informatieverwerkingsprocessen. Structurele aspecten worden toegelicht aan de hand van discussies over informatieverwerkingsstadia en evidentie voor een centrale bottleneck. Dynamische aspecten worden toegelicht aan de hand van discussies over inhibitoire controle. Hoorcollege Reader met artikelen Tentamen met open vragen. hoorcollege zelfstudie
Master Cognitive Science
139
naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing opmerkingen onderwijs
naam code studiepunten periode docent inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep opmerkingen
140
Kennisrepresentatie 815050 6 168 (3 tentamen, 18 hoorcollege, 147 zelfstudie) 4 en 5 dr. E.A. Das-Smaal Verdieping van kennis en inzicht op dit gebied. Centraal staat de vraag naar het karakter van mentale representaties. Zowel de statische, lange termijn kennisbasis, als de dynamische, voor tijdelijk gebruik geconstrueerde representaties komen aan de orde. Hoorcollege Reader Tentamen met open vragen. In het jaar 05/06 wordt het vak niet gegeven, in het jaar 06/07 wordt het vak in periode 1 en 2 geroosterd. hoorcollege zelfstudie Kennissystemen 400126 4 4 dr. M. Klein Het ontwikkelen van kennissystemen wordt in dit college behandeld als een activiteit op twee niveaus: het ¿symboolniveau¿ en het ¿kennisniveau¿. Op het symboolniveau gaat het om de representaties die kunnen worden gebruikt om verschillende soorten kennis te representeren en ermee te redeneren. Het college behandelt de representatie en het redeneren over tijd en ruimte en het redeneren met onzekere of onvolledige kennis. Op het kennisniveau wordt een analyse gemaakt van de verschillende soorten taken die door een kennissysteem kunnen worden uitgevoerd en van het soort kennis die voor een bepaalde taak benodigd is. Voorbeelden die in het college ter sprake komen zijn classificatie, configuratie en diagnose. Voor elk van deze taken zullen de relevante kennistypen worden besproken, evenals een aantal praktische systemen. Hoorcollege en opdrachten. Mark Stefik, Introduction to Knowledge Systems, Morgan Kaufmann Publishers, 1995. Schriftelijk. 2BWI, 3IN, 1AI, 3 informatiekunde • De praktische vaardigheden van het bouwen van een kennissysteem komen aan de orde in Project Kennissytemen (400201), 7 cp. - Teletop en http://www.cs.vu.nl/vakgroepen/ai/education/courses/ks/ • Zie ook blackboard pagina.
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
naam code studiepunten periode docent doel
inhoud
werkwijze literatuur toetsing doelgroep voorkennis subject code credits period lecturer opmerkingen aim content
form of tuition literature mode of assessment entry requirements target audience naam code studiepunten contacturen periode
Logische taal en redeneermethoden 400043 5 1 en 2 dr. M.L.J. van de Vel Het gelijktrekken van wiskundige voorkennis, het opdoen van ervaring met precieze en meer geformaliseerde logische en wiskundige taal, en het leren analyseren en opbouwen van correcte redeneermethoden. Er worden nadere omschrijvingen en notaties gegeven voor basistechnieken met betrekking tot verzamelingsoperaties, relaties en functies, en de logische opbouw van uitspraken. Verder worden de principes achter een aantal argumentatie- en redeneermethoden besproken, waaronder ook inductie. Er wordt met veel voorbeelden geoefend, zowel in een formele context als in meer praktische contexten. Dit oefenen omvat het zelf leren formuleren van een redenering in een correcte taal en in het aaneenschakelen van correcte redeneerstappen bij het oplossen van een gegeven probleem. Hoor-/werkcollege. Collegedictaat. Schriftelijke toets en ingeleverde huiswerkopgaven. 1IN, 1AI, 1IK, 1MMC Geen. Neural Networks 400132 6 5 dr. E. Marchiori Lectures in English. Introduce the student to the most popular neural network models and their applications. The course provides an introduction to the basic neural networks architectures and learning algorithms. The following main topics are covered: single layer perceptrons, LMS algorithm, multilayer perceptrons, radial-basis function networks, support vector machines, self-organizing maps, discrete Hopfield model, brainstate- in-a-box model. Moreover, typical applications of neural networks are discussed. Lectures. Slides available during the course. No obligatory text book. See http://www.cs.vu.nl/¿elena/nn.html for suggested text books. Assignments. None 3AI, 3IN, mCS, 3BWI, mBMI Perceptie 815047 6 178 (3 tentamen, 18 hoorcollege, 157 zelfstudie) 1
Master Cognitive Science
141
docent dr. C.N.L. Olivers doel Kennismaking met de fundamentele principes van waarneming. inhoud Een overzicht wordt gegeven van de fysiologische, psychofysische en cognitieve benadering van de visuele, auditieve en somatosensorische waarneming. werkwijze Hoorcolleges. literatuur Goldstein, E.B. (2002). Sensation and perception. 6th edition. London: Brooks/Cole Publishing Company. toetsing Schriftelijk tentamen opmerkingen Wordt in 2004/2005 wel gegeven, maar in 2005/2006 niet. onderwijs hoorcollege zelfstudie subject code credits period lecturer content
form of tuition literature mode of assessment
entry requirements target audience remarks naam code studiepunten periode docent inhoud
Programming in Prolog 400168 3 5 dr. A.C.M. ten Teije This course is a prerequisite for the "AI project". The course "programming in Prolog" consists of lectures and compulsory practical exercises. An introduction is given into programming with a declarative programming language, like Prolog. Special attention is paid to the design and implementation of knowledge representation formalisms, searching strategies, knowledge-based systems and natural language processing. Lectures and obligatory practical exercises. I. Bratko, PROLOG programming for Artificial Intelligence, 3rd edition, Addison- Wesley, 2001. J. Wielemaker, SWI-Prolog Reference Manual. • Exam & practical exercises • If both exam and practical exercises are sufficient then the grade is the average of exam and practical exercises. None. 1AI, 3IN, mCS See blackboard
toetsing doelgroep
Project AI 400063 5 6 dr. Z. Huang Dit project gaat verder in op het programmeren van AI technieken met behulp van Prolog. Speciale aandacht wordt besteed aan de toepassing van kennisrepresentatie en zoektechnieken op het gebied van kennis-gebaseerde systemen, automatisch leren of taalkundige toepassingen. Studenten besteden vier volledige weken aan de opdrachten. Practicum + spreekuren. Luger, G.F , Artificial Intelligence, 4th edition 2002, Pearson Education Limited Bratko, I. PROLOG programming for Artificial Intelligence, 3rd edition 2001, Addison-Wesley. Ingeleverde opdrachten. 1AI (verplicht) 3IN (keuze)
142
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
werkwijze literatuur
opmerkingen zie ook blackboard pagina voorkennis Programmeren in Prolog (400168).
15.5
tweede jaar Naast onderstaande studieonderdelen kiest de student keuzeonderdelen ter waarde van in totaal 6 studiepunten. Vakcode 400113 815049 400111 815067 815051
Vaknaam Behaviour Dynamics Denken en beslissen Evolutionary Methods M-these: Research Project Cognitive Science Neural models of cognitive processes
Stp. 6 6 6 30 6
Periode 1 and 2 1 en 2 1 4, 5 en 6 1 en 2
subject code credits period docenten content
Behaviour Dynamics 400113 6 1 and 2 dr. C.M. Jonker; prof.dr. J. Treur This course teaches analysis and modelling of the dynamics of behaviour in Artificial, Biological, Cognitive and Social systems. Behavioural dynamics occurs in different forms, contexts and complexity. During the course examples of such behaviour are studied coming from software systems (e.g., knowledge- and agent-based systems), biology (e.g., functioning of the blood circulatory system, bacteries), cognition (e.g., the dynamics of beliefs, desires and intentions, emotions and feelings, complex reasoning tasks). The dynamics of behaviour of such systems is analysed (including verification and validation), modelled, and simulated in this course using dedicated techniques and tools. form of tuition Combination of lectures and practical assignments. literature Online reader mode of assessment Examination and practical assignments. Both grades should be at least 5.5 to pass the course. naam code studiepunten contacturen periode docent doel
Denken en beslissen 815049 6 160 (3 tentamen, 20 hoorcollege, 137 zelfstudie) 1 en 2 dr. E.A. Das-Smaal Kennis opdoen over theorieën, onderzoeksmethoden en praktijk m.b.t. het menselijk oordeel, rationeel denken, dilemma´s, keuze en planning. inhoud Wat is `rationeel' denken? Wat weerhoudt ons daar zoal van? Hoe kunnen we onze denk- en beslisprocessen verbeteren? Hoe redeneren en kiezen we in onzekere (risico) situaties? Wat is daarbij de invloed van (morele) opvattingen en emoties? werkwijze Hoorcollege. literatuur Baron, J. (2000) Thinking and Deciding (3rd ed.). New York: Cambridge University Press. Master Cognitive Science
143
toetsing Schriftelijk tentamen, open eind vragen. opmerkingen Het vak wordt in 2004/2005 niet gegeven, maar in 2005/2006 wel onderwijs hoorcollege zelfstudie subject code credits period lecturer aim
content
form of tuition literature
mode of assessment target audience
Evolutionary Methods 400111 6 1 prof.dr. A.E. Eiben To learn about computational methods based on Darwinian principles of evolution. To illustrate the usage of such methods as problem solvers and as simulation, respectively modelling tools.To gain hands-on experience in performing experiments. The course is treating various algorithms based on the Darwinian evolution theory. Driven by natural selection (survival of the fittest), an evolution process is being emulated and solutions for a given problem are being "bred". During this course all "dialects" within evolutionary computing are treated (genetic algorithms, evolutiestrategieën, evolutionary programming, genetic programming, and classifier systems). Applications in optimisation, constraint handling and machine learning are discussed. Specific subjects handled include: various genetic structures (representations), selection techniques, sexual and asexual genetic operators, (self-)adaptivity. If time permits, subjects in Artificial Life and Artificial Societies, and Evolutionary Art will be handled. Hands-on-experience is gained by a compulsory pogramming assignment. Oral lectures and compulsory pogramming assignment. The official course book is A.E. Eiben and J.E. Smith, Introduction to Evolutionary Computing, Springer, 2003 (ISBN 3-540-40184-9). Slides available from http://www.cs.vu.nl/~gusz/ecbook/ecbook.html Written exam and pogramming assignment (weighted average). mBMI, 3AI, mAI, mCS
naam code studiepunten periode doel
M-these: Research Project Cognitive Science 815067 30 4, 5 en 6 Het zelfstandig (maar wel onder supervisie) uitvoeren en verslagleggen van empirisch onderzoek. Het onderzoek mag fundamenteel onderzoek, toegepast onderzoek, modelleer onderzoek of een combinatie daarvan zijn. inhoud Tijdens het afstuderen verricht de student zelfstandig (maar wel onder supervisie) onderzoek op het gebied van de Cognitive Science. De student kan kiezen voor het uitvoeren van een onderzoek bij de afdeling Cognitieve Psychologie (FPP), de afdeling Kunstmatige Intelligentie (FEW), een externe research organisatie (bijvoorbeeld TNO), een bedrijf, of een andere (buitenlandse) universiteit. De student zal in alle gevallen betrokken worden bij een lopend onderzoeksproject. Het voorgenomen onderzoeksplan dient vooraf schriftelijk te worden aangekondigd. Pas na goedkeuring van het onderzoeksplan door de leerstoelhouder van de afdeling Cognitieve Psychologie of door de leerstoelhouder van de afdeling Kunstmatige
144
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Intelligentie, kan de student aan het onderzoek beginnen. Het onderzoek dat de student verricht zal dienen als basis voor een Master Thesis. Deze Master Thesis heeft in principe de vorm van een wetenschappelijk artikel. De student zal zowel tijdens het uitvoeren van het onderzoek als tijdens het schrijven van de Master Thesis begeleid worden door een medewerker van de afdeling Cognitieve Psychologie of een medewerker van de afdeling Kunstmatige Intelligentie. Deze medewerker heeft de dagelijkse verantwoordelijkheid en zal tenminste één maal per week contact hebben met de student. toetsing De beoordeling van de wijze waarop de student het onderzoek uitvoert alsmede de kwaliteit van de Master Thesis geschiedt door de leerstoelhouder en de begeleider van de student. Een noodzakelijke voorwaarde voor een eindbeoordeling is dat de student een voordracht over zijn/haar onderzoek heeft gehouden, tenminste 4 onderzoeksbijeenkomsten heeft bijgewoond binnen de afdeling Cognitieve Psychologie, en heeft deelgenomen aan de KIM meetings (zie blackboard) volgens de regelingen vastgelegd op de website van de KIM meetings. naam code studiepunten contacturen periode docent doel inhoud
werkwijze literatuur toetsing
opmerkingen onderwijs
Neural models of cognitive processes 815051 6 158 (2 deeltentamen, 10 werkcollege, 4 practicum, 16 hoorcollege, 126 zelfstudie) 1 en 2 dr. M. Meeter Kennismaking met de basisprincipes van Neurale Netwerken en hun toepassing binnen de cognitieve psychologie In het eerste gedeelte van de cursus worden de volgende onderwerpen behandeld: McCulloch-Pitts neuronen, perceptrons, feedforward netwerken, recurrente netwerken, Hopfield netwerken, zelf organiserende netwerken en leerregels, waaronder error back-propagation. Daarna worden door middel van referaten verschillende toepassingen van neurale netwerken besproken binnen de cognitieve psychologie, bijvoorbeeld op het gebied van aandacht, geheugen en taal. werkcolleges met groepsreferaten en een kort practicum m.b.t. error backpropagation. Boek (wordt nader bekend gemaakt) en syllabus. deeltentamen 2 deeltentamens van elk 2 uur deeltentamen 2 deeltentamens van elk 2 uur Twee deeltentamens met open vragen, en presentatie. Het vak wordt in 2004/2005 niet gegeven, maar wel in 2005/2006. hoorcollege werkcollege practicum zelfstudie
Master Cognitive Science
145
Aanbevolen keuzevak
De student kiest een studieonderdelen ter waarde van in totaal 6 studiepunten. Vakcode 400154
subject code credits period lecturer aim content
form of tuition literature mode of assessment entry requirements target audience remarks
146
Vaknaam Machine Learning
Stp. 6
Periode Period 1 and 2
Machine Learning 400154 6 1 and 2 dr. M.A. Keijzer The course Machine Learning (ML) surveys methods of acquiring and/or modifying theories from observations. Learning is one of the fundamental attributes of intelligence, and ML is currently the most active area of research in AI. The main topics covered in the course are: - Concept Learning and the General-to-Specific Ordering Decision Tree Learning - Artificial Neural Networks - Evaluating Hypotheses - Bayesian Learning - Instance-Based Learning - Genetic Algorithms - Learning Sets of Rules - Reinforcement Learning Lectures with parallel assingments Machine Learning , TomMitchell, Mc Graw Hill, 1997 ISBN 0-07-042807-7 Assignments None 3BWI, 2AI, 3AI, mCS This course is given in English. Look at: http://www.cs.vu.nl/~elena/ml.html
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
16
Masteropleiding Neuroscience
16.1
Afdeling Biologische Psychologie Adres: Van der Boechorststraat 1 Telefoon: 020 - 444 8787 Fax: 020 - 444 8832 Secretariaat: Natascha Stroo, kamer 1F-46 Hoogleraren: Prof.dr. D.I. Boomsma (Dorret) Prof.dr. J.C.N. de Geus (Eco)
16.2
Algemene informatie De biologische psychologie bestudeert de biologische basis van het menselijk gedrag. Gedegen theoretische kennis van de (moleculaire) genetica, de neurofysiologie en de neuroanatomie wordt gekoppeld aan praktische ervaringen in de neurologie, de neuropsychologie, en de psychiatrie. Op die manier krijgen we inzicht in hoe de hersenen functioneren en wat er verkeerd gaat bij een aantal hersenaandoeningen. Hersenaandoeningen vertonen zich in vele gedaantes zoals dementie, ADHD, verslaving, schizofrenie en angst- en stemmingsstoornissen. Daarnaast spelen de hersenen, via de lichamelijke reactie op stress, een grote rol bij lichamelijke ziekten (bijv. hart- en vaatziekten). De studie van de hersenen (‘neurowetenschap’) is een wetenschappelijk “groeigebied”, waarin voor jonge onderzoekers veel kansen en uitdagingen liggen.
16.3
Studieprogramma bachelorprofiel Biologische Psychologie In het profiel Biologische Psychologie wordt je voorbereid op deze masteropleiding. Daarom neemt reeds in dit profiel de training in de methoden en technieken van experimenteel biologisch en psychologisch onderzoek een belangrijke plaats in: het is een opleiding tot onderzoeker. Uniek in Nederland is de grote aandacht in het onderwijs voor de moleculaire en de gedragsgenetica. Daarin leer je onderzoek doen naar de rol van erfelijke en omgevingsinvloeden op individuele verschillen in persoonlijkheid, gedrag en gezondheid. Wat kun je worden? Als je de mastertitel behaald hebt, ligt een loopbaan in het wetenschappelijk onderzoek (en onderwijs) voor de hand. Hoogwaardig neurowetenschappelijk onderzoek wordt gedaan in de kliniek, aan universiteiten en andere onderzoeksinstellingen (zoals het CNCR, KNAW instituten etc) en bij farmaceutische en biotechnologische bedrijven in binnen en buitenland. De vraag naar neurowetenschappers is groot.
16.4
Studieprogramma mastertraject Neurowetenschappen Deze masteropleiding is een gezamenlijk initiatief van drie faculteiten, te weten de Faculteit der Aard- en Levenswetenschappen (FALW), het Vrije Universiteit Medisch Centrum (VUmc) en de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek (FPP). Deze master is ontwikkeld op het raakvlak van de Neurowetenschappen en de Genetica. Het Master Neuroscience
147
programma omvat zowel fundamentele als medisch-klinische aspecten van de neurowetenschappen, gedrags- en kwantitatieve genetica, maar ook fundamentele en toegepaste studies in neurogenomics. De toepassingen zijn zeer direct. Elk jaar hebben meer dan twee miljoen mensen te maken met een ziekte van de hersenen of een aandoening waarbij de hersenen betrokken zijn, zoals dementie, multiple sclerose, ziekte van Parkinson, herseninfarct, tumoren, epilepsie, verslaving, schizofrenie, stress en angst- en stemmingsstoornissen. Het is een grote uitdaging om als VU master mee te helpen aan het verleggen van grenzen met betrekking tot onze kennis van deze ziekten en het ontwikkelen van strategieën om ze te genezen en uiteindelijk te voorkomen. De volledige opleiding tot master in deNeurowetenschappen duurt 2 jaar en staat voor 120 studiepunten. Je kunt ook alleen onderdelen volgen; daarmee verwerf je deelcertificaten op masterniveau. Onderstaand het programma en de vakbeschrijvingen van de masteropleiding Neuroscience. Verplichte studieonderdelen masteropleiding Neuroscience Vakcode 470709 815055
Vaknaam Behavior and Cognition Behavior genetics
815061 470706
Literatuuronderzoek neurowetenschappen Neurogenomics
8 5
470701 815054
6 5
471023
Principles of Neuroscience Quantitative methods in neuroscience and genetics Scientific Writing in English
3
815059 815060
Stage neurowetenschappen I Stage neurowetenschappen II
32 32
subject code lecturers credits period aim
Stp. 5 5
Periode 04.10.04 - 19.11.04 22 november t/m 19 januari 22.10.04 - 24.12.04, 10.01.05 - 21.01.05 06.09.04 - 01.10.04 4 oktober t/m 17 november various, see timetable masters
Behavior and Cognition 470709 prof.dr. Ph. Scheltens (VUmc); prof.dr. W.G.J. Hoogendijk (VUmc) 5 04.10.04 - 19.11.04 Providing the master student, independently of her/his primary training, with a solid basis in the core themes of Neurology and Psychiatry. content From a clinical point of view, the following chapters of Principles of Neuronal Science (Kandel el., 2000, McGraw Hill) will be dealt with: The Neural Basis of Cognition: Integration of sensory and motor function: the association areas of the cerebral cortex and the cognitive capabilities of the brain; From nerve cells to cognition: the internal cellular representation required for perception and action. Arousal, Emotion, and Behavioral Homeostasis: Brain stem, reflexive behavior, and the cranial nerves; Brain stem modulation of sensation, movement, and consciousness; Seizures and epilepsy; Sleep & Dreaming; Disorders of sleep and wakefulness; The ANS
148
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
form of tuition literature
mode of assessment entry requirements remarks
naam code studiepunten docenten periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
and the hypothalamus; Emotional States and Feelings; Motivational and Addictive States. Language, Thought, Mood, Learning and Memory: Language and the aphasias; Schizophrenia; Disorders of Mood: Depression, Mania, and Anxiety Disorders; Learning and memory; Cellular mechanisms of learning and the biological basis of individuality. Research lectures, practicals, demonstrations. Kandel ER, Schwartz JH, Jessell TM (2000) Principles of Neural Science (4th edition), McGraw Hill: New York; ISBN 0-07-112000-9. [Ch1-3, Ch4451, Ch58-63] Written examination; open end questions. Bachelor Biology, Biomedical Sciences, Psychology with profile Biological Psychology or Neuropsychology Language: Tuition in English Practicals and demonstrations are compulsory Application: course coordination (
[email protected]) Behavior genetics 815055 5 prof.dr. D.I. Boomsma; dr. G.C.M. van Baal 22 november t/m 19 januari De studenten van de masteropleiding Neurowetenschappen, onafhankelijk van vooropleiding, een solide basis verschaffen in de humane gedragsgenetica. De gedragsgenetica houdt zich bezig met de overerving van individuele verschillen in complexe gedragseigenschappen die waarschijnlijk worden beïnvloed door meerdere genen, door omgevingsinvloeden en door de interactie tussen genotype en omgeving. Deze individuele verschillen zijn doorgaans kwantitatief en niet kwalitatief van aard. In de cursus worden eerst de theorie en principes uit de populatiegenetica besproken ("population genetics") en vervolgens de overervingspatronen van continue kwantitatieve variabelen ("biometrical genetics"). Daarna komen de basale mechanismen van culturele en genetische overerving aan bod en maakt u kennis met de methodiek van gedragsgenetisch onderzoek aan de hand van tweeling- en familieonderzoek. De enorme revolutie in moleculaire genetica (zoals het humane genoom project) maakt het mogelijk om voor complexe eigenschappen de genen op te sporen die verantwoordelijk zijn voor de genetische variatie. De cursus besluit met een introductie van de methoden die zijn ontwikkeld voor het vinden van zogenaamde quantitative trait loci (QTL). Hoorcollege en computer-practica • Plomin, R, DeFries, J.C., McClearn, G.E., McGuffin, P. (2001) Behavioral Genetics (4e druk) Worth Publishers and W.H. Freeman and Company: New York; ISBN 0-7167-5159-3 • Ott, J. (1999) Analysis of Human Genetic Linkage (3e druk) [H1-H4] Schriftelijk tentamen; open eind vragen. Practica opgaven.
Master Neuroscience
149
naam code studiepunten doel
Literatuuronderzoek neurowetenschappen 815061 8 Zelfstandige bestudering van internationale literatuur over een relevant (neurowetenschappelijk) onderwerp. De student dient in staat te zijn om literatuur zelfstandig te vinden, te bestuderen, te bekritiseren, en daarover te rapporteren. inhoud Het literatuuronderzoek kan gericht zijn op een wetenschappelijke vraag, maar mag ook een meer toegepaste of maatschappelijke invalshoek hebben. Het literatuuronderzoek wordt, weliswaar onder begeleiding van een docent, in hoge mate zelfstandig uitgevoerd. De student moet -- in de beperkte ruimte die voor dit onderdeel beschikbaar is- in staat zijn de literatuur op een bepaald deelterrein efficiënt tot zich te nemen en kritisch te beoordelen. Hij/zij zal op basis daarvan niet alleen de stand van zaken helder uiteen kunnen zetten, maar tevens de beperkingen en problemen aan kunnen geven, aanbevelingen kunnen formuleren voor verder onderzoek, alsmede oplossingsstrategieën aan kunnen geven afhankelijk van de context van het onderzoek. toetsing Scriptie of onderzoeksvoorstel.
subject code lecturers credits period aim
content
form of tuition literature mode of assessment entry requirements remarks
150
Neurogenomics 470706 prof.dr. A.B. Smit (FELS); prof.dr. M. Verhage (FELS) 5 22.10.04 - 24.12.04, 10.01.05 - 21.01.05 To provide the Master of Neuroscience students with a solid basis in understanding the working and function of genes and genome in relation to the development and functioning of the nervous system. The course will address the various aspects of functional analysis of the genome. The course wil address the following topics: • The search for genes and gene variants which are underlying neuronal physiology and pathology, including forward genetics and gene-hunting strategies. • Functional assignment of genes through reverse genetics • Gene expression analysis of neuronal cells and brain areas (gene expression profiling) • The analysis of proteins (proteomics) and complexes thereoff. • Simulation of genetic networks • The introduction of various model organisms relevant for neurogenomics research, such as, man, mouse, Drosophila, C.elegans, and zebrafish. Lectures, experiments, computer practicals to be announced Written examination; open end questions. Practical task Bachelor Biology, Biomedical Sciences, Psychology with profile Biological Psychology or Neuropsychology Language: tuition in English Application: Course coördination (
[email protected])
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
subject code lecturers credits period aim content
form of tuition literature mode of assessment entry requirements remarks
Principles of Neuroscience 470701 dr. W.J.A.J. Smeets (VUmc); prof.dr. A.B. Brussaard (FELS) 6 06.09.04 - 01.10.04 Providing the master student, independently of her/his primary training, with a solid basis in cell biology, neurophysiology and functional neuroanatomy. The following chapters of Principles of Neural Science (Kandel et al., 2000; McGraw Hill) will be dealt with: Cell and Molecular Biology of the Neuron: The cytology of the neuron; Synthesis and trafficking of neuronal protein; Ion channels; Membrane potential; Local signalling: passive electrical properties of the neuron; Propagated signalling: the action potential. Elementary Interactions between Neurons: Overview of synaptic transmission; Signalling at the nerve-muscle synapse; Synaptic integration; Modulation of synaptic transmission : second messengers; Transmitter release; Neurotransmitters; Disease of chemical transmission at the nervemuscle synapse. The Neural Basis of Cognition: The anatomical organization of the central nervous system; The functional organization of perception and movement. Perception: Coding of sensory information; Touch; The perception of pain; Visual processing by the retina; Central visual pathways; Perception of motion, depth, and form; Color vision; Hearing; Sensory transduction in the ear; Smell and taste: the chemical senses. Movement: The organization of movement; The motor unit and muscle action; Diseases of the motor unit; Spinal reflexes; Locomotion; Voluntary movement; The control of gaze; The vestibular system; Posture; The cerebellum; The basal ganglia. Research lectures, practicals, demonstrations Kandel ER, Schwartz JH, Jessell TM Principles of Neural Science, 2000, 4th edition, McGraw Hill, ISBN 0-07-112000-9. [Ch4-Ch15, Ch17-Ch43]. Written examination; open end questions Bachelor Biology, Biomedical Sciences, Psychology with profile Biological Psychology or Neuropsychology Language: tuition in English Practicals and demonstrations are compulsory Application: Course coordination (
[email protected])
naam code studiepunten docenten periode doel
Quantitative methods in neuroscience and genetics 815054 5 prof.dr. J.C.N. de Geus; dr. S.M. van den Berg 4 oktober t/m 17 november De studenten van de masteropleiding Neurowetenschappen, onafhankelijk van vooropleiding, een solide basis verschaffen in de methodologische en statistische basisbegrippen in (gedrags)wetenschappelijk onderzoek. inhoud Tijdens de hoorcolleges zullen deze begrippen in "hun natuurlijke omgeving", namelijk in het lopend biologisch psychologisch gedragsonderzoek worden toegelicht. Aan de hand van een op de praktijk gericht boek wordt getoond dat methodologie en statistiek uw vrienden en
Master Neuroscience
151
niet uw vijanden zijn: goede methodologische vormgeving en statistiek ondersteunen uw wetenschappelijke argumentatie en experimentatie, maar zijn daar geen vervanging van. Tijdens de practica verkrijgt u vaardigheid in het organiseren en analyseren van (grote) data-sets met behulp van SPSS (Statistiscal Software for the Social Sciences). U leert ondermeer zelfstandig de meest gebruikte variantie- en regressietechnieken te gebruiken. Tijdens deze practica zijn steeds momenten ingelast voor statistische theorie, welke u vervolgens direct op de eigen data kunt toepassen. werkwijze Hoorcollege en practicum literatuur Munro, B. (2001) Statistical methods for health care research (4e druk), Lippincott, Williams Wilkins: Philadelphia; ISBN: 078172175x toetsing Schriftelijk tentamen; open eind vragen. SPSS opgaven in het verlengde van de op het practica verrichtte analyses. Aanwezigheid bij de practica is verplicht. subject code co-ordinator credits period aim
content
form of tuition
literature
mode of assessment
entry requirements remarks
152
Scientific Writing in English 471023 drs J.K.A. Meijer 3 various, see timetable masters The aim of this course is to provide the writing student with the essential linguistic means for producing English academic texts which are effective, idiomatically and stylistically appropriate and grammatically correct. The initial focus in the course is on the various types of scientific texts, the associated text structures and on the parts played by the introduction and conclusion of a scientific text. The next topic is the accepted method of stating research goals in English, presenting a list of references, describing clearly but succinctly - the design of a research study. This is followed by matters such as 'how can I write a good English paragraph', 'how do I express an exemplification', or even 'how should I compare and contrast'. All of the theoretical material in the course is directly relevant to practical usage. Practical usage is, in turn, limited to the specific text genre of scientific writing. The course is focussed on self-tuition. The plenary sessions concentrate on the process of writing and the product of writing. Home work is part of the course. The approach used in the course emphasises individual participation. With each topic, participants work through a phased series of exercises that usually conclude with the requirement to write a short piece of text. Matthews JR, Bowen JM and Matthews RW, Successful scientific writing, a step-by-step guide for the biological and medical sciences. ISBN 0-52178962-1. Extra material will be handed out during classes. There will be no examination. However, students will receive their credits only when they have participated in the classes and also when they have handed in all of the assignments. Students will receive a 'pass' when they have finished the course. Bachelor Biology, Biomedical Sciences, Psychology with profile Biological Psychology or Neuropsychology. Language: tuition in English
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
naam code studiepunten doel
Stage neurowetenschappen I 815059 32 Het zelfstandig leren opzetten en uitvoeren van experimenteel onderzoek op het terrein van de neurowetenschappen en/of de gedragsgenetica, en het schriftelijk en mondeling rapporteren over de resultaten en hun relatie met de gangbare theorieën. inhoud De master Neurowetenschappen omvat 2 onderzoekstages met daaraan verbonden het schrijven van de Master thesis. In totaal worden aan de stages 64 ECTS besteed: twee even lange stages of een langere en een kortere stage. De stages dienen aan de volgende voorwaarden te voldoen: - Beide stages dienen uitgevoerd te worden bij een door FPP/FALW/VUmc erkend onderzoekslaboratorium. Eén van de stages wordt bij voorkeur buiten de VU/VUmc uitgevoerd. - Eén van de stages dient neurowetenschappelijk van aard te zijn, de ander kan liggen op een aan neurowetenschappelijk onderzoek gerelateerd vakgebied. De gekozen invulling van de stages dient goedgekeurd te worden door de examencommissie. De Master thesis wordt verbonden aan de neurowetenschappelijke stage. De Master thesis bestaat uit het verslag van de betreffende onderzoekstage en daarbij aansluitend / geïncorporeerd de scriptie of een onderzoeksvoorstel (zie onder). De thesis geldt als afstudeerwerkstuk. Indien beide stages even lang en neurowetenschappelijk zijn, zal de eerste stage vooral bedoeld zijn om onderzoekservaring op te doen en zal de Master thesis aan de tweede worden verbonden. Indien er sprake is van één lange en één kortere neurowetenschappelijke stage, zal de thesis verbonden worden aan de langste stage. Beide stages dienen de volgende elementen te bevatten: - Theoretische verdieping op het desbetreffende terrein van de neurosciencen - Uitwerken, uitvoeren en analyseren van de onderzoeksopdracht - Formuleren van conclusies en aanbevelingen - Schriftelijke verslaglegging in het Engels_ - Mondelinge rapportage in het Engels toetsing Kwaliteit van het praktisch werk, het schriftelijke stage-verslag en mondelinge presentatie.
naam code studiepunten inhoud
Stage neurowetenschappen II 815060 32 Zie tekst stage neurowetenschappen, vakcode 815059.
Master Neuroscience
153
Keuzeonderdelen Neurosciences
Uit deze studieonderdelen kiest de student onderdelen zodanig, dat het totaal aantal studiepunten minimaal 20 bedraagt. Vakcode 470717 815056 470713 470714 470715 470718 815057 815058 815063
subject code co-ordinator credits period aim
content
form of tuition literature mode of assessment entry requirements remarks
Vaknaam Advanced Neurogenomics Cognition and attention Developmental neurobiololy of the brain Experimental Neurophysiology Functional Brain Imaging Neuro- and Psychopharmacology Psychophysiology Social psychology Structural equation modelling in genetics
Stp. 6 5 6 6 6 6 5 5 5
Periode 06.09.04 - 01.10.04 .... 01.11.2004 - 26.11.2004 04.10.04 - 29.10.04 04.10.04 - 29.10.04 29.11.04 - 24.12.04 20 januari t/m 11 maart .... 1 t/m 24 november
Advanced Neurogenomics 470717 prof.dr. A.B. Smit (FELS) 6 06.09.04 - 01.10.04 This course is aimed at introducing various techniques which find ample use in the Molecular Neurosciences. Various tools and technologies will be explained and used in order to answer questions related to the function of genes in the nervous sytem and how they contribute to higher order processes important for functioning of circuitry or behavior. This is a practical course. You will be executing a small research project aimed at illustrating todays research into gene function. The experiments involve gene expression analysis (transcripts, proteins), and genotypic and phenotypic analysis (genotyping, cel biology, behavior). Theoretical underpinning of concepts and methods will be achieved by using examples from recent literature. The course is obligatory for this course. lectures, discussion of papers, demonstrations, practicals. to be announced Examination and presentations of the work performed Bachelor Biology, Biomedical Sciences, Psychology with profile Biological Psychology or Neuropsychology, Neurogenomics (470706) Language: tuition in English Application: Course coordination (
[email protected])
naam code studiepunten docent periode doel
Cognition and attention 815056 5 prof.dr. J.L. Theeuwes .... U wordt vertrouwd gemaakt met theorieën en onderzoeksmethoden op het terrein van visueel zoeken, oogbewegingen en (visuele) aandacht. Kennismaking met het moderne onderzoek naar de mechanismen van aandacht in onze hersenen. inhoud Aandacht bepaalt in belangrijke mate wat wij waarnemen en waarop wij reageren. Bij het moderne onderzoek naar aandacht spelen de neurale mechanismen een steeds centralere rol. Men probeert erachter te komen
154
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
welke hersenstructuren aandacht besturen en op welke hersenstructuren aandacht vervolgens inwerkt. In deze cursus wordt een inleiding gegeven op dit moderne "neuro-cognitieve" onderzoek naar visuele selectieve aandacht. Deelnemers zullen kennis maken met actuele theorieën en recente data over de mechanismen van aandacht in onze hersenen. Moderne beeldvormende technieken van de hersenen in actie (zoals EEG en fMRI) zullen worden besproken en live gedemonstreerd. Deelnemers zullen zelf zowel proefleider als proefpersoon zijn bij lopend onderzoek naar de neurale basis van verschillende vormen van aandacht. werkwijze Hoorcolleges, artikelbesprekingen, demonstraties, practica. literatuur • Pashler, H. (1998) Attention, Psychology Press: Sussex; ISBN 0863778135 • Syllabus met recente artikelen toetsing Schriftelijk tentamen; open eind vragen. subject code lecturer credits period aim content
form of tuition literature
mode of assessment entry requirements remarks
subject code lecturers credits period aim
Developmental neurobiololy of the brain 470713 prof.dr. M.L. Gahr 6 01.11.2004 - 26.11.2004 This course intends to give insights in the developmental mechanisms of neural circuits and their plasticity. The following issues of the textbook Principles of Neural Sciences will be covered: Molecular mechanisms of general brain development, positional information systems such as the hox-genes, mitogenic activity of embryonic and adult stem cells in relation to gliogenesis and neurogenesis, neuronal migration, neuronal differentiation, axonal growth, synapse formation, critical periods of development and experience dependent plasticity during embryonic and adult life. These topics are discussed while considering the adequate research technology. Lectures, seminars, practicals • Kandel ER, Schwartz JH, Jessel TM Principles of Neural Science, 2000, 4th edition, McGraw Hill, ISBN 0-07-112000-9 [Ch52-Ch57] • selected articles to be handed out during the course. Written examen. Oral presentation of seminar task. Neurobiology (B200), Developmental Biology (B300) language: tuition in English Application: course coordination (
[email protected]) Experimental Neurophysiology 470714 prof.dr. A.B. Brussaard (FELS); dr. N. Burnashev (FELS) 6 04.10.04 - 29.10.04 To acquire knowledge about the role of synaptic activity in the cellular communication and neuronal network activity. To become acquainted and get hands-on experience with state of art research problems and electrophysiological techniques. To get an overview of the frontier of experimental neurophysiology in an enriched research environment that is known for its international reputation and publications in high impact
Master Neuroscience
155
journals. content A thorough review of the problems relating synaptic activity, the underlying biophysical, molecular and pharmacological mechanisms to microcircuitry function and neuronal network behavior. This overview will be created in a 'master class' environment, by participation in journal clubs and by performing experiments in the lab. In addition, the students are asked to write a minireview and to do a presentation on a hot research topic, using key references from recent literature. form of tuition Masterclass meeting and experiments in the lab literature to be announced mode of assessment Minireview and personal judgement entry requirements Neurophysiology (B300) remarks Language: tuition in English Application: Course coordination (
[email protected]) subject code docent credits period aim
content
form of tuition
literature
mode of assessment entry requirements remarks
156
Functional Brain Imaging 470715 prof.dr. C.J. Stam (VUmc) 6 04.10.04 - 29.10.04 The student will learn about the most important brain imaging techniques, the principles on which they are based and practical applications in research and patient care. In this course the structure and function of the brain will be studied on the mesoscopic and macroscopic level. Three approaches can be distinguished: neurophysiological techniques (EEG, MEG), neuroradiological techniques (CT, MRI, fMRI, MRS) and techniques which involve the use of radio active ligands (SPECT, PET). These techniques will be discussed in relation to ongoing research at the VU University Medical Centre (memory and cognitive dysfunction; fear and depression; methodological innovation of brain imaging techniques). The student will spend three weeks at the different appartments (MEG centre, department of radiology and PET centre) under the guidance of a supervisor. The fourth week will be devoted to literature study. • Kandel ER, Schwartz JH, Jessell TM (2000) Principles of Neural Science (4th edition), McGraw Hill: New York; ISBN 0-07-112000-9 [Ch22] • Gazzaniga MS Ivry RB, Mangun GR (2002) Cognitive neuroscience. The biology of mind. (2nd edition), Norton & Company: New York [Ch4] • Wijnen F, Verstraten F (2001) Het brein te kijk. Verkenning van de cognitieve neurowetenschappen, Swets & Zeitlinger: Lisse • A number of relevant reviews (to be announced at the start of the course). General attitude during the course. Report in writing on a specific brain imaging problem concerning a particular neurological disorder. Neurobiology (B200), Principles of Neuroscience (470701), Behavior and Cognition (470709) Language: Tuition in English Application: Course coordination (
[email protected])
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
subject code docent credits period aim
content
form of tuition literature
mode of assessment entry requirements remarks
Neuro- and Psychopharmacology 470718 dr. B. Drukarch 6 29.11.04 - 24.12.04 To provide the student with sufficient insight into the basic principles of Neuro- and Psychopharmacology, in order to enable the student to independently formulate ideas and concepts which may lead to the development of innovative drug therapies. Current pharmacotherapy of well known neurologic- and psychiatric disorders is based on the use of drugs of which the development has been guided by, often unproven, hypotheses concerning the pathophysiology of these diseases. As a result, despite a few "success stories", in most cases this has led to the introduction of suboptimally effective compounds. Moreover, these "therapeutics" do not cure the disease, but merely act to ameliorate the symptoms. However, in light of the increasing knowledge concerning the pathogenesis of brain disorders, it now seems highly feasible that in the near future drugs will be developed which will target the core of the disease process. During the course, a small number of lectures will provide the student with detailed knowledge and insight into the hypotheses that have guided the development of the current generation of neuro- and psychopharmaceuticals. Subsequently, the student will be expected to 1) independently identify the strong points and weaknesses of these hypotheses, and 2) use the conclusions of this evaluation, in combination with recent developments in the field, to formulate a well-based proposal for the development of a new pharmacotherapy for a specific brain disease. Lectures and writing a thesis "Medical Pharmacology at a Glance" (Ed. M.J. Neal), Fourth Edition (Blackwell Science, 2002), ISBN 0-632-05244-9 (Ch. 1-4, Ch. 24-29 and Ch. 31) Writing and public presentation of thesis. Medical Pharmacology (B200) course or equivalent Language: tuition in English Application: course coordination (
[email protected])
naam code studiepunten docenten periode doel
Psychophysiology 815057 5 prof.dr. J.C.N. de Geus; dr. E.J.C.M. Mulder 20 januari t/m 11 maart In deze cursus leren de studenten omgaan met de belangrijkste psychofysiologische technieken en paradigmata om individuele verschillen in humane emotie en cognitie te meten. inhoud De cursus behandelt de relatie van fysiologische signalen (EEG, ECG, ICG, huid-geleiding, ademhaling, hormonen, etc) met psychologische processen en de experimentele designs waarmee deze relatie kan worden onderzocht. Als basistekst wordt het boek `Handbook of Psychophysiology' gebruikt, waaruit de hoofdstukken: Human electroencephalography, Event-related
Master Neuroscience
157
brain potentials, Biosignal analysis (time & frequency based methods), Electrodermal system, Cardiovascular psychophysiology, Stress hormones in psychophysiology. Daarnaast wordt intensief geoefend in het praktische gebruik van meet- en analysetechnieken voor deze signalen. Bij de practica oefenen de studenten op elkaar in het plakken van EEG, ECG, ICG en het meten van stress-hormonen en metingen van sympatische en parasympatische hartsturing, bloeddruk, huidgeleiding en ademhaling. werkwijze Hoorcolleges en praktika. literatuur Cacioppo, J.T., Tassinary L.G. & Berntson, G. (2000) Handbook of psychophysiology. Cambridge University Press: New York [H2, H3, H8, H9, H13, H33] toetsing Twee deeltentamens; open eind vragen. Posterpresentatie over tijdens de (verplichte) practica zelf verzamelde data. naam code studiepunten docent periode doel inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
158
Social psychology 815058 5 prof.dr. G.R. Semin .... De cursus biedt een wetenschappelijke analyse van het dagelijks denken en doen van mensen in hun sociale omgeving Sinds de cognitieve revolutie zijn sociaal-psychologen er als de kippen bij geweest om sociale processen vanuit een cognitieve invalshoek te bestuderen. Dit heeft geleid tot de opkomst van een nieuw soort sociale psychologie, waarvan de methoden en inzichten inmiddels gemeengoed zijn geworden: de cognitieve sociale psychologie. Centrale vragen van de cognitieve sociale psychologie zijn onder meer: hoe leiden mensen persoonseigenschappen af uit het gedrag van anderen? Op welke manier wordt ons oordeel over anderen gestuurd door vooroordelen en stereotypen? Hoe verhouden zich ons verstand en onze gevoelens bij het vormen van alledaags oordelen en beslissingen? De cognitieve sociale psychologie biedt daarmee een wetenschappelijke analyse van het dagelijkse denken en doen van mensen in hun sociale omgeving. Hoorcolleges en referaten. • Vonk, R. (1999) Cognitieve sociale psychologie, Uitgeverij Lemma: Utrecht • Chen, S., & Andersen, S. M. (1999). Relationships from the past in the present: Significant-other representations and transference in interpersonal life. In M. P. Zanne (Ed.), Advances in experimental social psychology (Vol. 31, pp. 123-190), Academic Press: New York • Semin, G. R., & Marsman, J. G. (1991). Taal en sociale cognitie. In N. K. de Vries & J. van der Pligt (Red.), Cognitieve sociale psychologie (pp. 237-254), Boom: Amsterdam. • Tevens een artikel uit een aanbod van acht artikelen uit wetenschappelijke tijdschriften Schriftelijk tentamen; open eind vragen. Referaat.
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
naam code studiepunten docent periode doel
inhoud
werkwijze literatuur
toetsing
Structural equation modelling in genetics 815063 5 dr. D. Posthuma 1 t/m 24 november Theoretisch begrip en praktische vaardigheid op het terrein van statistisch modelleren van gegevens (fenotypes en DNA polymorfismes) van familieleden met behulp van het software pakket Mx. In deze cursus staat met name zelfstandig werken aan het detecteren van heritability en genen centraal. Toepassing van structurele modellen en paddiagrammen bij de analyse van geclusterde data van familieleden, met als doel het opsporen van genen.Aan bod komen: variantie componenten analyse op univariate en multivariate data, het bepalen van de richting van causaliteit tussen meerdere variabelen, het berekenen van statistische power voor verschillende soorten analyses, het uitvoeren van een genoom/chromosoom scan (linkage) volgens pi-hat / full ibd methode, het toetsen van effecten van kandidaatgenen: simultane linkage en associatie analyse. Hoorcolleges en praktica. • Loehlin, J.C. (1998) Latent variable models. An introduction to factor, path, and structural analysis (3e druk) Lawrence Erlbaum Associates: London; ISBN 0-8058-2831-1; • Neale, M.C. & Cardon, L.R. (wordt Neale & Maes) (1992) Methodology for genetic studies of twins and families. Kluwer Academic: Dordrecht (de tweede druk van dit boek wordt uitgereikt op college); • Neale, MC (1997) Mx handleiding: Statistical Modelling with Mx. (wordt uitgereikt op college). Schriftelijke verslaglegging van zelfstandig uitgevoerde genetische analyse.
Master Neuroscience
159
160
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
17
17.1
Research Master's in Social Psychology
Introduction Background: The two-year Research Masters in Science in Social Psychology is one of the very few advanced research Master’s courses offered at the Vrije Universiteit Amsterdam. These advanced Master’s programs have been selected chiefly on the basis of the respective research groups’ national and international research reputation. The MSc in Social Psychology at the Vrije Universiteit Amsterdam is the only two years’ social psychology research program offered in the Netherlands. It is an intensive full-time course with an equal emphasis on theory and research (see Goals of the Program below). The entire curriculum is in English and is available to students who show a good promise for doing research at an advanced level. The Goals of the Program: The teaching program focuses on providing in-depth knowledge of major fields in social psychology by emphasizing general principles underlying social behavior. In the first year teaching, this is reflected in courses that focus on basic principles of social psychology. These courses offer theoretical perspectives with overarching conceptual frameworks that pull together diverse empirical areas rather than focusing on a string of empirically driven themes that fall under traditionally established rubrics. At the same time, there is a strong emphasis on acquiring advanced research skills, methods, and statistics. Thus, the teaching of the first year of the MSc program is designed to provide a solid theoretical foundation along with advanced research skills that permit the student to translate a theoretically driven idea into an implementable research design. This is assessed in terms of the Research Project to be completed in the second semester. Throughout the first year, there is a continuous emphasis on oral and written presentation skills. The second year is designed to achieve two complementary goals. In the first instance, the aim is to further integrate theoretical knowledge from the basic principles and advanced courses in the first year by introducing diverse interdisciplinary perspectives that have a bearing on basic principles of social psychology. This is the function of courses such as ‘socially situated action’ that is shaped by novel insights in cognitive science, communication and language and neuroscience. The second goal is to locate basic social psychological principles in a broader transdisciplinary context. Thus, one such course is human evolutionary psychology, which places social behavior in an evolutionary context. Another course is ‘social neuroscience’ which places social behavior in the field of neurosciences. Finally, modeling and theory development tools will be enhanced in courses that introduce computational modeling as a tool for theory construction and testing. The purpose of these courses is to provide bridges between social psychology and neighboring disciplines that can both supply social psychology with new insights and vice versa, namely fields that could fruitfully be inspired by the theoretical and methodological sophistication achieved in social psychology. Thus, both goals of the second year are designed to foster a permeable vision of science that is not delineated by traditional disciplinary boundaries. Moreover, the second year entails further advanced methodology, as well as two major research projects to be conducted by
Research Master's in Social Psychology
161
each student for which a substantial part of the second year will be dedicated. These two projects are expected to be original contributions culminating in one written research report in the form of a journal article that could in principle be submitted for publication.
17.2
Curriculum master Social Psychology Below the curriculum and course description of the master Social Psychology
First Year Course code 815033 815037 815036 815035
815046 815045 815032 815034 815038
Course name Advanced data analysis Advanced social psychology 1: Interdependence and social interaction Advanced social psychology 2: motivational science Advanced social psychology 3: cognitive processes in social perception and behavior Basic principles 1: interpersonal processes Basic principles 2: feelings and emotions Basic principles 3: group processes Reading, writing & presenting Research project
Stp.
Period
6 6
1 4
6
4
6
5
6
1
6 6 6 12
2 2 3 5 and 6
subject code credits period lecturer content
Advanced data analysis 815033 6 1 dr. M. Gallucci This course focuses on the analysis of data obtained in social psychological research. The course will start out with some general issues on data analysis. After this general introduction, the course concentrates on the application of three advanced statistical techniques: regression analysis, analysis of variance, and exploratory factor analysis. The emphasis of the course is on the practical side of data analysis: How should social psychologists proceed to test their hypotheses after having collected applied or experimental research data? Because the application of advanced statistical techniques is central to the course, students will have several assignments to analyze existing data sets, and interpret the results. form of tuition Lectures and tutorials literature To be announced mode of assessment Exams and assignments subject code credits period lecturers content 162
Advanced social psychology 1: Interdependence and social interaction 815037 6 4 prof.dr. P.A.M. van Lange; prof.dr. C.E. Rusbult Much of human thought, affect, and behavior is rooted in social interaction Bachelor- en masteropleiding Psychologie
experiences. To understand social interaction (i.e., its determinants and consequences), it is essential to analyze the key features of the situation in which an interaction takes place. Interdependence Theory provides the tools for analyzing different situations and how they may influence psychological processes and interaction patterns. The central goal of this course is threefold. First, the course provides an overview of key constructs and principles of Interdependence Theory. Specifically, we discuss a taxonomic approach to interpersonal situations, providing insight into the central features of 21 distinct situations, and the dimensions underlying these situations. Second, the course addresses the empirical literature of topics relevant to social interaction by discussing the psychological processes and interaction patterns than are linked to each of these situations. Third, the course focuses on theoretical skills, using assignments in which students analyze interaction situations in terms of interdependence features, as well as methodological skills, using assignments in which students design research on social interaction. form of tuition Lectures and tutorials literature Kelley, H. H., Holmes, J. G., Kerr, N. L., Reis, H. T., Rusbult, C. E., & Van Lange, P. A. M. (2003). An Atlas of Interpersonal Situations. Cambridge University Press. Additional empirical articles mode of assessment Exams and essays subject code credits period docent content
Advanced social psychology 2: motivational science 815036 6 4 dr. S.L. Koole Motivational science is concerned with the nature and functions of wanting and their relation to knowing, feeling, and doing (Higgins & Kruglanski, 2000). The present course will discuss some basic ideas and research findings in motivational science. First of all, a science of wanting must consider whether there are basic wants and needs. Accordingly, the present course will discuss classic perspectives such as instinct theory and drive theory, and more recent perspectives on needs for belongingness, selfesteem, self-determination, and terror management. Second, motivational science is concerned with unravelling the relationship between wanting and knowing. Therefore, the present course will discuss important theories on the interface between motivation and cognition, including cognitive dissonance theory, lay epistemic theory, and action identification theory. Third, motivational science tries to bridge the gap between wanting and doing. Accordingly, the present course will consider leading theories on human selfregulation, regulatory focus theory, and German will psychology. form of tuition Lectures and tutorials literature To be announced mode of assessment Exams and essays
Research Master's in Social Psychology
163
subject Advanced social psychology 3: cognitive processes in social perception and behavior code 815035 credits 6 period 5 lecturer to be announced content Social behavior can only be understood through a variety of cognitive mechanisms that guide our attention, perception, interpretation, and memory for such behavior. Thus, if we wish to explain and predict social behavior, we must first identify the mental structures and processes that aid social information processing. This course will focus on the latest developments in the study of social cognition, including the theories and methodologies that are guiding current research in the area. Topics to be discussed may include automaticity and consciousness; social categorization and stereotyping; autobiographical and social memory; social cognitive neuroscience; cognition in interpersonal relationships; and the cognition-behavior relationship. form of tuition Lectures and tutorials literature To be announced mode of assessment Exams and essays subject code credits period lecturers content
164
Basic principles 1: interpersonal processes 815046 6 1 dr. C. Finkenauer; prof.dr. C.E. Rusbult A great part of our lives is spend in intimate relationships that both shape and are shaped by us. This course will focus on relationships with people in our social environment including relationship partners we choose, such as friends and partners, as well as relationship partners we do not choose, such as parents and siblings. Given the mutual influence processes and relational dynamics, research on relationships poses theoretical and methodological challenges for empirical research. This course provides a comprehensive overview of recent developments in social psychological research on relationships and presents the theoretical and methodological tools that allow to answer such questions as: How do processes between partners of equal status in relationships (e.g., married couples, dating partners) differ from those between partners of unequal status (e.g., parents and children)? and Why do people have children and how are they changed by the experience? The course will also look at the negative side of relational experiences: What happens when relationships change through death or divorce? What are the causes and effects of relational conflict and violence? Although each relationship is unique, we will explore ways in which biological, psychological, and cultural processes systematically influence relationships and partners' functioning. This course will is designed to help students develop an understanding of the concepts, methods, and research findings central to the study of relationships. It will ask students to critically examine the literature on relationships, actively gather information, examine it, and discuss what they have found.
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
form of tuition Lectures and tutorials literature To be announced mode of assessment Exams and essays subject code credits period lecturer content
Basic principles 2: feelings and emotions 815045 6 2 dr. W. van Dijk Everyone knows that feelings and emotions are important, but how exactly do they function in human behavior? The overarching goal of this course is to present recent psychological theories and research on this issue. A great deal of recent work has shown that feelings and emotions can be triggered automatically and without conscious awareness. Accordingly, one major focus of the present course will be on automatic affective phenomena, such as affective priming, emotional contagion, and evaluative conditioning. A second focus of the present course is on the neurobiological structures that mediate and regulate feelings and emotions, such as the amygdalae and the prefrontal cortex. Finally, the present course will consider social-contextual approaches to emotion, and cultural differences in emotional behavior. form of tuition Lectures and tutorials literature To be announced mode of assessment Exams and essays subject code credits period lecturer content
Basic principles 3: group processes 815032 6 2 dr. E.A.C. van Leeuwen This course familiarizes students with the distinctive European and North American approaches to group processes, and is designed to develop their research expertise in techniques for studying psychological aspects of group processes, and in order to be able to conduct advanced research in this area. We consider the nature of social categorization processes and how stereotypes and prejudice become manifested as discrimination and intergroup conflict, and how groups become mobilized to perform collective action. The motivational and social elements in intergroup relationships will be examined as well as a group member's social identity, and how these issues can be studied both in the laboratory and in real world settings. The module emphasizes the current research literature, rather than summary texts. form of tuition Lectures and tutorials literature To be announced mode of assessment Exams and essays subject code credits period lecturer content
Reading, writing & presenting 815034 6 3 dr. J.W. van Prooijen In this course students will be trained in three important academic skills:
Research Master's in Social Psychology
165
reading, writing, and presenting. First, students will be trained to read journal articles critically, and with a view toward identifying theoretical or methodological weaknesses, inconsistencies, ambiguities, and interesting opportunities for further research. Second, students will be trained in writing an empirical journal article. The focus will be both on key problem areas in written English and on guidelines which are specific to APA-style (e.g., guidelines on writing style, biased language, presentation of statistics). Third, students will be trained how to present empirical research for international audiences (e.g., oral presentation and the use of media facilities, as well as poster preparation). form of tuition Lectures and tutorials literature To be announced mode of assessment Assignments subject code credits period lecturer content
Research project 815038 12 5 and 6 staff members The first year will finish conclude with a research project. In this course students, under the guidance of a faculty member, will participate in a research project and write a formal report on the research progress. This research project is intended to involve students in research and to allow them to apply their acquired theoretical, methodological and statistical knowledge in developing an original research project. In general, it is expected that the research project consists of an empirical study. The form and content of firstyear projects may vary widely depending on the student's particular area of interest. form of tuition Tutorials literature To be announced mode of assessment Research paper
17.3
Second Year Course code 815041 815040 815044 815039 815043 815042
subject code credits period lecturer content
166
Course name Bridging social psychology Human evolutionary psychology Research projects II & III (M-thesis) Socially situated action Workshop computational modeling Workshop social neuroscience
Stp. 6 6 36 6 3 3
Period 2 2 3, 4, 5 and 6 1 3 3
Bridging social psychology 815041 6 2 prof.dr. P.A.M. van Lange Social psychology may be regarded as the science of social phenomena, and as such is meaningfully linked to several other fields of psychology and Bachelor- en masteropleiding Psychologie
disciplines beyond psychology. Given its breadth and location within the scientific landscape, the potential of social psychology to bridge with other fields and disciplines is increasingly recognized. Such bridging may bring about theoretical benefits (e.g., contributing to an overarching theory), including methodological benefits (e.g., contributing to convergent measurement), and societal benefits (e.g., contributing to knowledge that helps us understand and potentially solve a societal problem). The central goal of this course is threefold. First, the course provides a comprehensive overview of the various views regarding the benefits of bridging social psychology. Second, the course addresses various theoretical issues and societal problems that call for a transdisciplinary approaches, thereby also illustrating the drawbacks of mono-disciplinary approaches. Third, the course focuses on theoretical, analytical, and methodological skills, using assignments in which students write concise grant proposals on topics that are inherently transdisciplinary. form of tuition Lectures and tutorials literature - Van Lange, P. A. M. (Ed., 2004/2005). Bridging Social Psychology. Psychology Press. - Additional empirical articles mode of assessment Exams and essays subject code credits period lecturer content
Human evolutionary psychology 815040 6 2 dr. W. van Dijk Although the scientific investigation of human behavior has a long history, much confusion continues to exist regarding how best to explain human behavior. Part of the problem stems from the mistaken idea that evolutionary accounts of behavior and traditional explanations based on proximate (immediate) explanations are mutually exclusive. Both explanations have veracity, but to fully understand behavior each explanation must be integrated into a boarder perspective. Modern evolutionary theory may provide this perspective. This course critically assesses the value of evolutionary explanations for humans human behavior. Both sides of different debates within the field will be presented and areas of compatibility among sometimes competing approaches will be identified. The course covers traditional subjects as kin selection and mate choice, but also examines more complex understanding of marriage practices and inheritance rules and the way in which individual action influences the structure of societies and aspects of cultural evolution. form of tuition Lectures and tutorials literature To be announced mode of assessment Exams and essays subject code credits period lecturer
Research projects II & III (M-thesis) 815044 36 3, 4, 5 and 6 staff members
Research Master's in Social Psychology
167
content The second year will be concluded with two extensive research projects. Students will conduct two original research projects leading to a written report in the style of a journal article. Also, students are expected to present their projects in the style of a conference paper to the staff and fellow students or at a formal conference. Ideally, one of these research projects will be conducted during a foreign internship under supervision of a leading expert in the field. form of tuition Tutorials literature To be announced mode of assessment Research paper subject code credits period lecturer content
Socially situated action 815039 6 1 prof.dr. G.R. Semin This course will cover recent developments in psychology and cognitive science captured by the label `situated cognition', and is historically anchored in the early work of William James and Frederick Bartlett. The theme underlying the course is a shift in the guiding metaphor regarding cognition and action, from computation to biology, and will be highlighted by four core assumptions to socially situated action, namely: (a) Cognition is for the adaptive regulation of action, and mental representations are action-oriented. (b) Cognition is embodied, constrained and directed by the nature of our bodies. (c) Cognition and action are the emergent outcome of dynamic processes of interaction between an agent and an environment. (d) Cognition is distributed across brains and the environment (e.g., through the use of tools) and across social agents (e.g., when information is discussed and evaluated in groups). With regard to each of these themes, relevant social psychological research will be reviewed and discussed, with suggestions about how the theme can be carried further by rethinking current assumptions. The overall goals of the course are both to make social psychology part of the interdisciplinary integration emerging around the concept of situated cognition, and to advance these four themes as high-level conceptual principles that can organize seemingly disparate areas of research and theory within social psychology itself. form of tuition Lectures and tutorials literature Semin, G. R. & Smith, E. R. (2002). Interfaces of social psychology with situated and embodied cognition. Cognitive Systems Research, 3, 385-396 Smith, E. R. & Semin, G. R. (under editorial cons.). The foundations of socially situated action: Socially situated cognition. mode of assessment Exams and essays subject code credits period docent content
168
Workshop computational modeling 815043 3 3 prof.dr. E.R. Smith Traditionally, theories in social psychology have been expressed verbally, and specific testable hypotheses have been derived from theories intuitively
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
and informally. As theories increase in complexity, this traditional approach becomes impractical and computational modeling must be used to formulate theories and clarify their predictions. This is particularly true of a new class of dynamic theories in which interactions among large numbers of simple components are responsible for generating the overall behavior of the system. These theories include connectionist models of cognitive processes, evolutionary game theory models of social behaviors, and dynamical systems models of many types of phenomena. This workshop provides an introduction to computational modeling for social psychologists, emphasizing its logic and general procedures rather than low-level "how-to" details. Examples will be drawn from Dr. Smith's own research on connectionist models in social cognition, as well as several other areas. form of tuition Workshop literature To be announced mode of assessment Essays and assignments subject code credits period lecturer content form of tuition literature mode of assessment
Workshop social neuroscience 815042 3 3 dr. J.T. Cacioppo To be announced Workshop To be announced Essays and assignments
Research Master's in Social Psychology
169
170
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
18
18.1
Basisaantekening Psychodiagnostiek en opleiding tot GZ psycholoog
Achtergrond Psychodiagnostiek is een professionele toepassing van de psychologie, waarbij op basis van een psychologisch onderzoek van personen uitspraken worden gedaan die een beslissing, een behandeling of een advies betreffen. Deze uitspraken kunnen soms verstrekkende gevolgen hebben. Psychodiagnostiek is één van de kerntaken van veel psychologen die in de praktijk werkzaam zijn. Om de kwaliteit van de beroepsuitoefening op dit gebied te bevorderen, zijn, op initiatief van het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP), maatregelen getroffen om psychologen in de gelegenheid te stellen hun kennis en vaardigheden op het gewenste peil te brengen, waardoor registratie als 'gekwalificeerd diagnosticus' mogelijk wordt.
18.2
Programma Per 1 januari 1994 is door het NIP de Basisaantekening Psychodiagnostiek ingevoerd. Dit houdt in dat studenten en afgestudeerden met een voldoende basiskennis en ervaring in de psychodiagnostiek een zogenaamd dossierdiploma, getekend door de faculteit en het NIP, kunnen verwerven. De Faculteit der Psychologie en Pedagogiek van de Vrije Universiteit heeft een programma samengesteld om de Basisaantekening te kunnen verwerven. Aan allen die dit programma met succes hebben doorlopen, kan de Basisaantekening Psychodiagnostiek worden uitgereikt. Studenten krijgen het diploma bij het behalen van het masterexamen, ook al wordt het diagnostiekprogramma eerder afgesloten. Van het besluit tot toekenning van de Basisaantekening doet de faculteit mededeling aan het NIP. Het NIP verzorgt de registratie van de psychologen, NIP-leden en niet NIP-leden, die de Basisaantekening hebben behaald. Dit register is voor iedereen bij het NIP ter inzage. Indien een diagnostiekprogramma pas ná het behalen van het masters examen kan worden afgesloten, richt de desbetreffende psycholoog, onder overlegging van het gevolgde diagnostiekprogramma, zich rechtstreeks tot het NIP (Postbus 9921, 1006 AP Amsterdam, tel. 020 - 410 6222; e-mail:
[email protected]) met het verzoek om toekenning van de Basisaantekening Psychodiagnostiek. Voor reeds afgestudeerde psychologen zijn aan het verwerven van de Basisaantekening kosten verbonden. Deze zijn afhankelijk van het aantal nog te halen onderdelen. Door het NIP is voor een viertal door de FPP verzorgde mastertrajecten het diagnostiekprogramma goedgekeurd voor het behalen van de Basisaantekening Psychodiagnostiek. Voorwaarde is wel dat het bachelorprogramma behaald is. 1. Arbeids- en Organisatiepsychologie, met als supervisoren Dr. E.A.J. van Hooft en Drs.A.H.B. de Hoogh 2. Kinder- en Jeugdpsychologie, met als supervisoren dr. J.D.Bosch en prof.dr. W. Slot; 3. Klinische Psychologie, met als supervisor dr. D. van Kampen; 4. Neuropsychologie, met als supervisoren prof. Dr. J.A. Sergeant, prof dr. E.J.A.Scherder, dr. J. Oosterlaan en drs. P.R. Bosboom
Basisaantekening psychodiagnostiek
171
18.3
Procedure Studenten die menen te voldoen aan de eisen voor het verkrijgen van de Basisaantekening Psychodiagnostiek, kunnen een verzoek voor toekenning van het diploma indienen bij het afdelingshoofd van één van de vier afdelingen die een diagnostiekprogramma verzorgen. Hiertoe geldt de volgende procedure: 1. Aanvraagformulieren voor de Basisaantekening zijn te verkrijgen bij het secretariaat van de afdelingen waarbij het diagnostiekprogramma wordt/is gevolgd (A&O, Klinische, Kinder- en Jeugd- en Neuropsychologie). 2. De aanvrager vult het formulier in (cijfers voor de vereiste studieonderdelen, enkele persoonsgegevens, handtekening e.d.) en maakt (telefonisch) een afspraak met de docentsupervisor. 3. De docentsupervisor beoordeelt of aan het 'casuscriterium' is voldaan. 4. De aanvrager levert het formulier in bij het algemene studiesecretariaat van de faculteit (Van der Boechorststraat 1, 1081 BT Amsterdam, kamer 0B-69). 5. Alle gegevens op het formulier worden gecontroleerd en na betaling van 10 euro aan administratiekosten zal het certificaat worden aangemaakt. 6. Voor studenten wordt de Basisaantekening Psychodiagnostiek tegelijk met het masterdiploma uitgereikt. Reeds afgestudeerde kandidaten kunnen het certificaat afhalen bij het studiesecretariaat van de faculteit of bij het NIP-bureau. Het ingevulde aanvraagformulier dient ten minste zes weken vóór de uitreiking van het certificaat bij het studiesecretariaat te zijn ingediend (acht weken vóór de uitreiking in augustus). 7. Twee maal per jaar worden aan het NIP de namen doorgegeven van de kandidaten die de Basisaantekening Psychodiagnostiek hebben verworven. Het NIP houdt een lijst bij van psychologen (NIP-leden en niet NIP-leden) die voldoen aan de eisen, gesteld aan de Basisaantekening. Deze lijst is voor een ieder te raadplegen. 8. Indien het diagnostiekprogramma pas na het behalen van het masterdiploma kan worden afgerond, verstrekt de faculteit op verzoek van de afgestudeerde een overzicht van de onderdelen die reeds zijn gehaald. De afgestudeerde kan zich vervolgens tot het NIP wenden voor informatie omtrent verdere afronding van het programma.
172
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Schema studiegids met de eisen voor de basisaantekening psychodiagnostiek Studieonderdeel Algemeen deel 1. Inleiding psychologie 2. Inleiding in de subdisciplines: - Ontwikkelings psychologie - Geestelijke gezondheid en psychopathologie - Onderwijs en opvoeding - Arbeid en organisatie - Neuropsychologie 3. Persoonlijkheidsleer en persoonlijkheidsonderzoek 4. Onderzoeksmethoden I: Dataverzamelingstechnieken 5. Communicatie 6. Testtheorie en intelligentie* (data module) Veldspecifiek deel Klinische Psychologie 1. Klinische psychodiagnostiek (diagnostiek module) 2. Psychiatrische diagnostiek (diagnostiek module) 3. Angst- en stemmingsstoornissen (master) 4. Diagnostische praktijkervaring1 (master) Veldspecifiek deel Arbeids- en Organisatiepsychologie 5. Individuele diagnostiek – Personeelsselectie (diagnostiek module) 6. Organisatiediagnostiek (diagnostiek module) 7. Human Resource Management (profiel) 8. Arbeid en gezondheid (profiel) of Persoonlijkheid en werk (master) 9. Diagnostische praktijkervaringa (master) Veldspecifiek deel Kinder- en Jeugdpsychologie 10. Psychodiagnostiek bij kinderen en adolescenten (diagnostiek module) 11. Ontwikkelingspsychopathologie (profiel) 12. Gezondheid, ontwikkeling en gedrag (master) 13. Diagnostische praktijkervaringa (master)
studiepunten
NIPeis
6 30
1 1
6
1,2,3,4
12
1,2,3,4
6 6
4,5 1,2,3
6
3,4,5
6
3,4,5
6 min 6
3,4,5 6
6
2,3,4,5
6 6 6
3,5 3,4 3,4
min 6
6
6
3,4,5
6 6 min 6
3,4 3,4 6
1
Stage in de master, waarin zo mogelijk aan de casuïstiek eis van 3 casus voldaan wordt
Basisaantekening psychodiagnostiek
173
14. 15.
16. 17. 18.
Veldspecifiek deel Klinische Neuropsychologie Neuropsychologische diagnostiek (diagnostiek module) Ontwikkelingsstoornissen (diagnostiek module ) of Psychiatrische diagnostiek (diagnostiek module) Ontwikkelingspsychopathologie (profiel ontw) of veroudering en dementie (profiel) Neuroimaging (profiel) Diagnostische praktijkervaring2 (master)
6 6
1,2,3 2,3,4,5
6
3,4,5 3,4
6 min 6
3,4 6
* ipv ‘testtheorie en intelligentie’ kan ook het vak ‘psychometrie en intelligentie’ gevolgd worden uit het mastertraject van Arbeids en Organisatiepsychologie. Voor sommige veldspecifieke aantekeningen is dit een extra onderdeel omdat ook al twee diagnostische modulen verplicht zijn verklaring van de NIP eisen 1 = Theorie: Basiscursus psychodiagnostiek (min. 6 ects) 2 = Theorie: Psychometrie en besliskunde (min. 6 ects) 3 = Vaardigheden: Kennis en vaardigheid met diagnostische instrumenten en werkwijzen (min. 6 ects) 4 = Vaardigheden: Praktijkvaardigheden met betrekking tot tests, gespreksvoering, observatie en beslissen (min. 9 ects) 5 = Vaardigheden: Communicatievaardigheden (min. 3 ects) 6 = Praktijkervaring: Casuïstiek (min 6 ects)
18.4
Opleiding tot GZ-psycholoog De Wet Beroepen in de Individuele gezondheidszorg (BIG) regelt voor de gezondheidszorg onder meer de registratie voor het basisberoep gezondheidszorgpsycholoog (GZ-psycholoog), terwijl ook voorzien is in de regeling van het aansluitende beroep van Klinisch Psycholoog. Als registerhouder heeft de overheid het deskundigheidsgebied en de opleidingsvereisten van de GZ-psycholoog in de gezondheidszorg vastgelegd. Datzelfde geldt voor titelbescherming en tuchtrecht. De overheid beoogt hiermee de noodzakelijke deskundigheid en kwaliteit van de GZ-psycholoog te waarborgen.
18.5
De taken en werkvelden van een GZ-psycholoog De GZ-psycholoog is een generalistische professional, die zelfstandig werkzaam is in een van de sectoren van de gezondheidszorg en optreedt als behandelaar van psychische stoornissen en van psychische problemen bij lichamelijke ziekten, invaliditeit en problemen in de persoonlijke levenssfeer. De GZ-psycholoog zal doorgaans werkzaam zijn in instellingen zoals algemene en psychiatrische ziekenhuizen, RIAGG’s, instellingen voor (verstandelijk)
2
Stage in de master, waarin zo mogelijk aan de casuïstiek eis van 3 casus voldaan wordt
174
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
gehandicaptenzorg, revalidatie-instellingen, verpleeghuizen, instellingen voor jeugdhulpverlening en forensische instellingen. De werkzaamheden van de GZ-psycholoog hebben vooral betrekking op: 1. psychodiagnostiek; 2. indicatiestelling; 3. psychologische interventies, onder meer bestaande uit psychotherapeutische technieken; 4. overige professionele taken zoals voorlichting, consultatie en preventie.
18.6
De opleiding De opleiding tot GZ-psycholoog is een tweejarige fulltime opleiding voor kandidaten met een masterexamen in de psychologie, pedagogiek of gezondheidswetenschappen met afstudeerrichting geestelijke gezondheidskunde, die als professional in de gezondheidszorg willen werken. De opleiding omvat een dag cursorisch onderwijs per week en 4 dagen omschreven praktijkervaring onder begeleiding van een praktijkopleider en supervisoren. Het is niet mogelijk de opleiding in deeltijd te volgen. De GZ-psycholoog in opleiding heeft een betaalde praktijkopleidingsplaats waarvoor een arbeidsleerovereenkomst gesloten wordt met de praktijkinstelling voor de duur van de opleiding. Inschaling geschiedt conform CAO-Z schaal 59-60. Om toegelaten te worden tot de GZ-opleiding moet je voldoen aan twaalf criteria. In totaal dienen alle criteria gedekt te zijn voor minstens 76 studiepunten.
18.7
toelatingsvoorwaarden Voorwaarde voor toelating is een doctoraal- of masterdiploma Psychologie of Pedagogiek of Geestelijke Gezondheidskunde, waarin de volgende vakken aantoonbaar op doctoraal niveau zijn getoetst: 1. klinische psychologie of orthopedagogiek; 2. persoonlijkheidsleer; 3. ontwikkelingspsychologie; 4. psychopathologie; 5. neuropsychologie; 6. diagnostische processen en modellen; 7. behandelingsmodellen en strategieën; 8. organisatie gezondheidszorg, gehandicapten zorg en jeugdhulpverlening; 9. juridische aspecten van de hulpverlening; 10. gespreksvoering, observatie en rapportage; 11. het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek; 12. stage van tenminste 520 uur waarin contact met cliënten of cliëntsystemen heeft plaatsgevonden.
18.8
Toelatingsprocedure Om in aanmerking te komen voor de opleiding tot psycholoog in de gezondheidszorg (GZ-psycholoog) moet je in voldoende mate in de universitaire opleiding psychologie vakken op bepaalde gebieden hebben afgerond. Een verklaring hieromtrent kan namens de examencommissie van de opleiding psychologie worden ondertekend. Er kunnen twee soorten verklaringen worden afgegeven: 1: ‘voldoet gemiddeld aan alle
Basisaantekening psychodiagnostiek
175
eisen op doctoraal/masterniveau’ (minstens 76 studiepunten) of 2: ‘voldoet aan de gestelde eisen met uitzondering van de volgende vakken: Het formulier via welke deze verklaring kan worden afgegeven, maakt onderdeel uit van het informatiesetje dat op verzoek wordt toegestuurd door de RINO waar men de aanvraag indient om toegelaten te worden tot de postdoctorale opleiding tot GZ-psycholoog. Wie aan de Vrije Universiteit het mastertraject Klinische Psychologie van de masteropleiding Psychologie volgt, kan middels het maken van bepaalde keuzes binnen het algemene studieprogramma en dat van het mastertraject zonder meer voldoen aan de toelatingscriteria.
176
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Bijlage 1: Regelingen en richtlijnen van de examencommissie Psychologie artikel 1 Begripsomschrijving In deze regelen en richtlijnen wordt verstaan onder: • De Onderwijs- en examenregeling (afgekort: OER): de regeling van de inhoud en de omvang van de opleiding en van de examens, vastgesteld door de faculteitsraad; • Fraude: het bedrieglijk handelen of nalaten daarvan door een student dat erop is gericht het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken; • (Officiële) berichtgeving/bekendmaking: schriftelijke mededelingen aan de student door de examencommissie, waaronder begrepen mededelingen via Ad Valvas en via de studiegids; Tentamen: (het afnemen c.q. afleggen van) een examenonderdeel; Studiesecretariaat: het studiesecretariaat van de faculteit. artikel 2 Dagelijkse gang van zaken van de examencommissie De examencommissie wijst uit haar midden een commissie van tenminste drie leden aan die belast is met de behartiging van de dagelijkse gang van zaken van de examencommissie. artikel 3 Het afnemen van het tentamen of examen 1. Elk tentamen of examen omvat het door de examencommissie te verrichten onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de student alsmede de beoordeling van de resultaten van dat onderzoek. 2. In elk van de in de artikelen 6,7,8 en 10 van het OER bepaalde onderdelen van het examen wordt het onderzoek verricht en wordt het resultaat daarvan beoordeeld door de examencommissie voor zover zij daartoe niet uit haar midden een of meer examinatoren heeft aangewezen. 3. Ingeval met betrekking tot hetzelfde tentamen, al dan niet te zelfde tijd, door meer dan één examinator het onderzoek wordt verricht en het resultaat daarvan wordt beoordeeld, ziet de examencommissie erop toe, dat die examinatoren beoordelen aan de hand van dezelfde normen. Daartoe worden de desbetreffende normen tevoren schriftelijk vastgelegd. Zo nodig wijst zij een voor het examineren eerst verantwoordelijke examinator aan. 4. De vaststelling of is voldaan aan de voorwaarden met het oog op de toelating tot het afleggen van een tentamen of examen, geschiedt door de examencommissie of examinator. artikel 4 Mondeling tentamen of examen 1. Bij het afnemen van een mondeling tentamen of examen dient een individuele beoordeling gewaarborgd te zijn. Indien meer dan één persoon mondeling geëxamineerd wordt, dient de examinator er zorg voor te dragen dat er aan elke student een gelijke hoeveelheid tijd besteed wordt.
Bijlage 1
177
2. Het mondeling afnemen van tentamens of examens is openbaar, tenzij de examencommissie of examinatoren in bijzondere gevallen anders hebben bepaald dan wel de student daartegen bezwaar heeft gemaakt. artikel 5 De taal waarin het tentamen en of examen wordt afgenomen 1. De tentamens en examens worden afgenomen in het Nederlands of, voor zover de examencommissie of examinator dit nodig of gewenst acht, in een andere taal. 2. Indien de student een tentamen of examen in een andere taal dan het Nederlands wil afleggen, dient hij een verzoek daartoe in bij de examencommissie. artikel 6 Het aanvragen van de afgifte van getuigschriften van examens 1. Het aanvragen van de afgifte van een getuigschrift van het bachelor of master examen vindt plaats bij het studiesecretariaat van de faculteit uiterlijk tien werkdagen voor het tijdstip waarop de examencommissie vergadert om te besluiten of het examen met goed gevolg is afgelegd. De examencommissie zal zo'n besluit slechts nemen indien de resultaten van alle tot het examen behorende tentamens en van de door haar op verzoek van de student daaraan toegevoegde tentamens, alsmede een exemplaar van de bachelorthese (voor bachelor examens) of masterthese (voor master examens), minstens tien werkdagen voor de vergaderdatum bij haar zijn aangeleverd door de student via het studiesecretariaat. 2. De examencommissie zal met het oog op het nieuwe studiejaar aan de studenten in de studiegids een schema bekendmaken van de tijdstippen waarop zij vergadert om een besluit te nemen als in lid 1 bedoeld. Aan dit schema worden toegevoegd de tijdstippen waarop de getuigschriften worden uitgereikt. artikel 7 De vaststelling van de uitslag van examens 1. Nadat alle tentamens zijn afgenomen en de student het getuigschrift van het examen heeft aangevraagd, besluit de examencommissie of het examen met goed gevolg is afgelegd met inachtneming van het bepaalde in artikel 14 en artikel 8, lid 3. 2. De examencommissie neemt de beslissing, bedoeld in het voorafgaande lid bij gewone meerderheid van stemmen. 3. Ingeval de vereiste meerderheid niet is behaald, is het examen niet met goed gevolg afgelegd. 4. Aan een beslissing dienen tenminste drie leden van de examencommissie deel te nemen. artikel 8 Het getuigschrift en de cijferlijst van examens 1. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Het getuigschrift wordt ondertekend door tenminste twee door de examencommissie aan te wijzen leden. De uitreiking geschiedt in het openbaar, tenzij de examencommissie in bijzondere gevallen anders heeft bepaald.
178
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
2. Op de keerzijde van het getuigschrift dan wel op een van het getuigschrift deel uitmakende bijlage worden de tot het examen behorende onderdelen vermeld. Daarenboven worden vermeld niet tot het examen behorende onderdelen waarin, voordat over de uitslag van het examen is beslist, de student op diens verzoek is geëxamineerd, mits deze onderdelen met goed gevolg zijn afgelegd en door de examencommissie, na een daartoe strekkend verzoek van de student, aan het examenprogramma zijn toegevoegd. 3. Ingeval de student tijdens het afleggen van het examen blijk heeft gegeven van uitzonderlijke bekwaamheid, wordt dit op het getuigschrift vermeld met de woorden "cum laude". Er kan alleen sprake zijn van uitzonderlijke bekwaamheid indien de student voor de examenonderdelen als gewogen gemiddeld cijfer een acht of hoger heeft behaald. 4. Andere judicia dan "cum laude" kunnen op verzoek van de student op de cijferlijst worden vermeld. 5. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van het gestelde in lid 4. Afwijkingen kunnen alleen ten gunste van de kandidaat zijn. Het bepaalde in artikel 7 lid 2, 3 en 4 is van overeenkomstige toepassing. artikel 9 Vrijstelling van een tentamen of examen 1. Een verzoek tot vrijstelling van het afleggen van een tentamen of examen wordt ingediend bij de examencommissie. 2. De examencommissie neemt een gemotiveerde beslissing binnen een maand na ontvangst van het verzoek. In complexe gevallen gebeurt dit binnen drie maanden. De student wordt van het besluit onverwijld in kennis gesteld. 3. De examencommissie kan ten behoeve van bepaalde groepen studenten standaard vrijstellings-/inpassingsregelingen vaststellen. Deze worden als subregelingen bij deze regelen en richtlijnen opgenomen. artikel 10 De orde tijdens een tentamen of examen 1. De daartoe door de examencommissie aangewezen examinator draagt ervoor zorg, dat ten behoeve van de schriftelijke examinering surveillanten worden aangewezen, die erop toezien dat het tentamen of examen in goede orde verloopt. 2. De student wordt nog tot maximaal een half uur na de tevoren bekendgemaakte aanvangstijd tot het deelnemen van een tentamen toegelaten. 3. De student mag de tentamenzaal niet eerder dan een half uur na de tevoren bekendgemaakte aanvangstijd verlaten. De student is verplicht voor het verlaten van de tentamenzaal een presentielijst te tekenen en het formulier bedoeld voor de beantwoording van de tentamenvragen, voorzien van zijn naam en studentnummer, in te leveren. De student is verplicht zich op verzoek van of vanwege de examencommissie te legitimeren met bewijs van inschrijving, vergezeld van stamkaart met foto.
Bijlage 1
179
4. Aanwijzingen van de examencommissie c.q. examinator of surveillant, die voor de aanvang van het tentamen of examen zijn gepubliceerd, alsmede aanwijzingen die tijdens het tentamen of examen en onmiddellijk na afloop daarvan gegeven worden, dienen door de student te worden opgevolgd. 5. Een student die niet voldoet aan het bepaalde bij of krachtens het tweede en derde lid kan door de examencommissie c.q. examinator worden uitgesloten van verdere deelname aan het desbetreffende tentamen, of wanneer het gaat om deelname aan het examen van verdere deelname aan dat examen. De uitsluiting is slechts van toepassing op het tentamen of examen, tijdens hetwelk de onregelmatigheid ervan wordt vastgesteld. Voordat de examencommissie een besluit tot uitsluiting neemt dan wel bekrachtigt, stelt zij in een daarvoor te bepalen termijn de student in de gelegenheid ter zake te worden gehoord. 6. De duur van het tentamen of examen is zodanig dat studenten, naar redelijke maatstaven gemeten, voldoende tijd hebben om de vragen te beantwoorden artikel 11 Fraude tijdens tentamens of examens 1. Wanneer ter zake van het afleggen van een tentamen of examen fraude wordt geconstateerd of vermoed, wordt dit door de examinator of surveillant onverwijld schriftelijk vastgelegd. Deze kan de student verzoeken eventuele bewijsstukken beschikbaar te stellen. Een weigering hiertoe wordt in het schriftelijk verslag vermeld. De student wordt in de gelegenheid gesteld een schriftelijk commentaar bij het schriftelijk verslag van de examinator of surveillant te voegen. Het schriftelijk verslag en het eventuele schriftelijke commentaar worden zo spoedig mogelijk ter hand gesteld van de examencommissie. 2. De examencommissie kan de student uitsluiten van verdere deelname aan het desbetreffende tentamen of het desbetreffende examen. 3. De uitsluiting is slechts van toepassing op het tentamen of het examen, tijdens hetwelk de fraude is geconstateerd. De uitsluiting heeft tot gevolg dat geen uitslag van het desbetreffende tentamen of van het desbetreffende examen wordt vastgesteld. 4. Voordat de examencommissie enige beslissing als bedoeld in het vorige lid neemt stelt zij de student in de gelegenheid ter zake te worden gehoord. 5. De uitsluiting bedoeld in het tweede lid geldt ten hoogste voor één jaar nadat de fraude is geconstateerd. 6. De examencommissie kan de student uitsluiten van alle tentamens en/of examens gedurende een periode van ten hoogste twaalf maanden, indien bij hem twee of meermalen fraude is geconstateerd. artikel 12 De vragen en opgaven van tentamens en examens 1. De vragen en opgaven van het tentamen of examen gaan de tevoren bekend gemaakte bronnen waaraan de examenstof is ontleend niet te buiten. Deze bronnen worden voor de aanvang van het onderwijs,
180
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
2. 3. 4.
5.
6.
dat op het tentamen of examen voorbereidt, in hoofdzaak bekend gemaakt. Uiterlijk een maand voor het afnemen van het tentamen of examen wordt de precieze omvang van de stof bekend gemaakt. De vragen en opgaven van het tentamen of examen zijn zo evenwichtig mogelijk gespreid over de examenstof. Het tentamen of examen representeert de onderwijsdoelen naar inhoud en vorm. De vragen en opgaven van een tentamen of examen zijn duidelijk en ondubbelzinnig, en zijn zodanig gesteld of bevatten zodanige aanwijzingen dat de student kan weten hoe uitvoerig en gedetailleerd de antwoorden moeten zijn. Geruime tijd voor het afnemen van het desbetreffende tentamen of examen maakt de examencommissie c.q. examinator bekend op welke manier uitvoering wordt gegeven aan het bepaalde in of krachtens artikel 13 van het OER met betrekking tot de wijze waarop het tentamen of examen wordt afgelegd. Geruime tijd voor het afnemen van een schriftelijk tentamen of examen stelt de examencommissie of examinator de studenten, zo mogelijk, in de gelegenheid kennis te nemen van een schriftelijke proeve van een dergelijk tentamen of examen alsmede van de modelbeantwoording en de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden.
artikel 13 De beoordeling van tentamens en examens 1. Men is voor het bachelor examen van de opleiding Psychologie geslaagd indien men alle onderdelen ervan met een voldoende resultaat heeft afgesloten. 2. Men is voor het master examen van de opleiding Psychologie geslaagd indien men alle onderdelen ervan met een voldoende resultaat heeft afgesloten. 3. De beoordeling van tentamens wordt als volgt uitgedrukt: -in een cijfer op een schaal met 1.0 als minimum en 10.0 als maximum. Als punten op deze schaal mogen slechts gehele en halve getallen worden gebruikt, echter met uitzondering van het cijfer 5.5. De cijfers 6.0 t/m 10.0 houden in het voldoende hebben afgelegd en de cijfers 1.0 t/m 5.0 het onvoldoende hebben afgelegd van het tentamen. -in een kwalificatie. De kwalificaties 'voldoende', 'voldaan' en 'akkoord' houden in het voldoende hebben afgelegd en de kwalificatie 'onvoldoende' het onvoldoende hebben afgelegd van het tentamen. 4. Resultaten van tentamens waarvan de student is vrijgesteld, worden geboekt als 'vrijstelling', tenzij de examencommissie c.q. de door haar aangewezen examinator een cijfer heeft vastgesteld. 5. Indien een tentamen wordt afgelegd middels deeltoetsen, dient de wijze waarop het cijfer tot stand komt, elk cursusjaar op de eerste bijeenkomst waarop het betreffende onderwijs kan worden gevolgd aan de studenten te worden medegedeeld en zo mogelijk in de studiegids te worden gepubliceerd.
Bijlage 1
181
6. Indien een onderdeel van een examen wordt afgelegd als practicum dient elk cursusjaar op de eerste bijeenkomst(en) aan de studenten te worden medegedeeld aan welke eisen zij hebben te voldoen voor het voldoende afleggen hiervan. 7. Bij de beoordeling van schriftelijke tentamens en examens wordt zo mogelijk gebruik gemaakt van vooraf vastgestelde modelantwoorden en normen. Deze modelantwoorden en normen kunnen tijdens de correctie naar aanleiding van de gegeven antwoorden worden bijgesteld. 8. De wijze van beoordeling is zo doorzichtig dat de student kan nagaan hoe de uitslag van zijn tentamen of examen tot stand is gekomen. 9. Indien een student aan meer gelegenheden van hetzelfde tentamen of dezelfde deeltoets heeft deelgenomen, wordt hem het hoogst behaalde cijfer daarvoor toegekend. artikel 14 Bekendmaking en registratie van tentamenuitslagen 1. Het studiesecretariaat van de faculteit (c.q. het secretariaat van de desbetreffende afdeling) draagt er zorg voor dat de studenten, zo spoedig mogelijk doch uiterlijk dertig dagen nadat het tentamen is afgenomen, in de gelegenheid worden gesteld kennis te nemen van de uitslag van een schriftelijk tentamen. 2. De examinator is verplicht de presentielijst en een door hem/haar gewaarmerkte kopie van de tentamenuitslaglijst voor tentamens van het bachelor examen en het masterexamen vijf jaar te bewaren. 3. De examinator is verplicht zo spoedig mogelijk een gewaarmerkte tentamenuitslaglijst aan de faculteitsadministratie te doen toekomen. 4. De faculteitsadministratie bewaart de gewaarmerkte tentamenuitslaglijsten gedurende tenminste tien jaren. 5. De bemoeienis van de faculteitsadministratie als bedoeld in de vorige leden is onverminderd hetgeen ter zake is bepaald door het College van Bestuur en/of het bestuur van de faculteit. artikel 15 De nabespreking van tentamens of examens 1. Zo spoedig mogelijk na de bekendmaking van de uitslag van een mondeling tentamen of examen vindt desgevraagd dan wel op initiatief van de examinator een nabespreking plaats tussen de examencommissie dan wel examinator en de student. 2. Gedurende een termijn van dertig dagen, die aanvangt op de dag na de bekendmaking van de uitslag, kan de student, die een tentamen of examen anders dan mondeling heeft afgelegd aan de examencommissie dan wel examinator om een nabespreking verzoeken. De nabespreking geschiedt op een door de examencommissie c.q. examinator te bepalen plaats en tijdstip. 3. Indien door of vanwege de examencommissie een collectieve nabespreking wordt georganiseerd, kan de student een verzoek als bedoeld in het vorige lid pas indienen, wanneer hij bij de collectieve bespreking aanwezig is geweest en het desbetreffende verzoek motiveert of wanneer hij door overmacht verhinderd is geweest bij de collectieve bespreking aanwezig te zijn.
182
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
4. Het bepaalde in het vorige lid is van overeenkomstige toepassing, indien de examencommissie dan wel de examinator aan de student gelegenheid biedt om zijn uitwerking te vergelijken met modelantwoorden. 5. De examencommissie c.q. examinator kan afwijkingen toestaan van het bepaalde in het tweede en derde lid. artikel 16 Het gebruikmaken van een afwijkingsmogelijkheid Een student kan de examencommissie of examinator verzoeken om alvorens van een in deze regelen en richtlijnen geboden afwijkingsmogelijkheid gebruik te maken, de studieadviseur of studentendecaan in de gelegenheid te stellen te dienen van bericht en raad. artikel 17 De maatstaven voor de examencommissie De examencommissie c.q. examinator neemt bij de beslissingen, die zij moeten nemen, tot richtsnoer de volgende maatstaven - en weegt bij strijdigheid het belang van hantering van een maatstaf tegen dat van de andere af: • het behoud van kwaliteits- en selectie-eisen van een tentamen of examen; • doelmatigheidseisen, onder meer tot uitdrukking komend in een streven om: -tijdverlies voor studenten, die snelle voortgang met de studie maken, bij de voorbereiding van een tentamen of examen zoveel mogelijk te beperken; -studenten zo snel mogelijk te bewegen hun studie af te breken, indien het slagen voor een tentamen of examen onwaarschijnlijk is geworden; • Bescherming tegen zichzelf van de student die een te grote studielast op zich wil nemen; • mildheid ten opzichte van studenten, die door omstandigheden buiten hun schuld om, in de voortgang van hun studie vertraging hebben ondervonden. artikel 18 Wijzigingen van deze regelen en richtlijnen Wijzigingen die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, vinden slechts plaats indien de belangen van studenten hierdoor redelijkerwijs niet worden geschaad. artikel 19 Inwerkingtreding Deze regelen en richtlijnen treden in werking op 1 september 2004.
Bijlage 1
183
184
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Bijlage 2: Onderwijs- en Examenregeling (OER) bacheloropleiding Psychologie
Algemeen artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en het examen van de bacheloropleiding Psychologie verder te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek, verder te noemen: de faculteit. artikel 2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: • de wet: de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (STB.1992, 593); • student: hij of zij die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; • onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; • practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: het maken van een these of scriptie, het maken van een werkstuk of een proefontwerp, het uitvoeren van een onderzoekopdracht, het deelnemen aan veldwerk of een excursie, het doorlopen van een stage, of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. artikel 3 Doel van de opleiding Met de opleiding wordt beoogd zodanige kennis, vaardigheid en inzicht bij te brengen op het gebied van de Psychologie, dat de afgestudeerde in staat is tot vervullen van een functie op de arbeidsmarkt op bachelorniveau en in aanmerking komt voor een mastersopleiding. Deze doelstelling is als volgt gespecificeerd in: Eindtermen 1. Overzicht hebben over de discipline Psychologie. Dit houdt in: tenminste kennis bezitten op het niveau van introductiecursussen van de deeldisciplines Functieleer, Ontwikkelingspsychologie, Persoonlijkheidsleer en Persoonlijkheidsonderzoek, Sociale Psychologie en van de Biologische basis van gedrag. 2. Overzicht hebben over de belangrijkste toepassingsgebieden van de Psychologie: Onderwijs en Opvoeding, Arbeid en Organisatie, en Geestelijke Gezondheidszorg en Psychopathologie. 3. Enige kennis hebben van de historische, maatschappelijke en wijsgerige grondslagen van de Psychologie. 4. Kennis hebben van en ervaring hebben met de methodologie van de Psychologie als wetenschap.
Bijlage 2
185
5. De ethische normen, zoals die zijn vastgelegd in de beroepsethiek voor psychologen, kennen en met in achtneming van deze normen hebben leren werken. 6. Beschikken over meer specialistische kennis en vaardigheden op tenminste één deelgebied van de Psychologie ter voorbereiding op een functie op de arbeidsmarkt op bachelorniveau, of op een mastersopleiding. -Specialistische kennis houdt in een grotere diepgang en verbijzondering naar thema's en probleemstellingen dan bij de introductie in een deelgebied het geval is. Het eindniveau is het op hun merites kunnen beoordelen van wetenschappelijke publicaties op een deelgebied. -Vaardigheid in het uitoefenen van de beroepspraktijk. Het gaat hierbij om basisvaardigheden in psychologische diagnostiek en interventiemethoden. -Vaardigheid in wetenschappelijk onderzoek. Het eindniveau is afgestemd op het startniveau van de mastersopleiding. Dit betekent dat de afgestudeerde onder begeleiding wetenschappelijk onderzoek moet kunnen verrichten. artikel 4 Voltijds / deeltijds De opleiding wordt uitsluitend voltijds verzorgd. artikel 5 De examens van de opleiding In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: het bachelorexamen.
het eerste bachelorjaar (B1-jaar) artikel 6 Samenstelling Het eerste bachelorjaar omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast (uitgedrukt in ECTS): Onderdeel 1. Inleiding Psychologie 2. Sociale psychologie 3. Functieleer 4. Ontwikkelingspsychologie 5. Persoonlijkheidsleer en Persoonlijkheidsonderzoek 6. Onderwijs en Opvoeding 7. Arbeid en Organisatie 8. Geestelijke Gezondheid en Psychopathologie 9. Algemene Methodologie 10. Statistiek
studiepunten 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6
artikel 7 practica in het B1-jaar De volgende onderdelen van het B1-jaar omvatten, naast het onderwijs in de vorm van hoorcolleges, ook practica: -Algemene Methodologie 186
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
-Functieleer -Sociale Psychologie -Ontwikkelingspsychologie -Persoonlijkheidsleer en Persoonlijkheidsonderzoek -Statistiek -Academische vorming, in het tutoraat Actieve participatie in de practica is verplicht (zie ook artikel 14, lid 4).Indien niet aan de practicumverplichtingen is voldaan kan het tentamen van het betreffende studieonderdeel niet worden behaald. Voor 'Academische vorming' in het tutoraat geldt dit voor de volgende studieonderdelen: Inleiding Psychologie, Onderwijs en Opvoeding.
het tweede bachelorjaar (B2-jaar) artikel 8 Samenstelling Het B2-jaar omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast (in ECTS): Onderdeel Studiepunten Biologische Psychologie 6 Neuropsychologie 6 Interculturele Psychologie 6 Filosofie 6 Communicatie 6 Onderzoekmethoden I: 12 Dataverzamelingstechnieken Onderzoekmethoden II: Data-analysetechnieken 12 Thema 6 Thema’s: uit onderstaande lijst van Thema’s kiest de student er één. Per themagroep worden maximaal 25 studenten toegelaten. Thema's Studiepunten a. Aandacht in het brein 6 b. Consumentenpsychologie 6 c. Taal en Communicatie 6 d. Theoretische Psychologie 6 e. Emotionele Ontwikkeling 6 f. Executieve Functies 6 g. Inl. i/d Geestelijke Gezondheidszorg 6 h. Genetica van Psychiatrische Aandoeningen 6 i. Hulpverlening aan Adolescenten 6 j. Hulpverlening aan Ouderen 6 k. Sociale Psy. rondom Egoïsme en Altruïsme 6 l. Sociale Rechtvaardigheid 6 m. Stress 6 n. Verslaving 6 o. Werken en niet werken 6 p. Filosofie, Cognitie enBrein 6
Bijlage 2
187
artikel 9 Practica in het B2-jaar De volgende onderdelen van het B2-jaar omvatten, naast het onderwijs in de vorm van hoorcolleges, ook practica: - Communicatie - Onderzoekmethoden I: Dataverzamelingstechnieken - Onderzoekmethoden II: Data-analysetechnieken - Academische vorming,in het tutoraat Actieve participatie in de practica is verplicht. Indien niet aan de practicumverplichtingen is voldaan kan het tentamen van het betreffende studieonderdeel niet worden behaald. Voor 'Academische vorming' in het tutoraat geldt dit voor de volgende studieonderdelen: Onderzoeksmethoden II:dataanalysetechnieken.
het derde bachelorjaar (B3-jaar) artikel 10 Samenstelling Het B3-jaar omvat een voor alle studenten gemeenschappelijk deel en een profileringsfase. In de profileringsfase volgt de student onderdelen van en legt tentamens af in onderdelen behorend tot een bepaalde subdiscipline van de Psychologie. Het gemeenschappelijk deel van het B3-jaar omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast (in ECTS): Onderdeel Studiepunten Encyclopedie van de Psychologie 6 Opzetten van Onderzoek 6 Twee zespuntsmodulen uit het keuzetraject 12 data-analyse en/of diagnostiek B-these 12 Voor de diagnostiekmodulen (zie hieronder) geldt, dat in een bepaald studiejaar per module minimaal 5 studenten moeten deelnemen, wil de module verzorgd worden. Met betrekking tot punt 3 kiest de student twee van de hieronder vermelde onderdelen:
188
Diagnostiekmodulen Individuele diagnostiek/selectiepsychologie Inleiding neuropsychologische diagnostiek Klinische psychodiagnostiek Organisatiediagnose Psychiatrische diagnostiek Psychodiagnostiek van kinderen en adolescenten
6 6 6 6 6 6
Data-analysemodulen Log-lineaire en latente klassen analyse Analyse van covariantiestructuren Multiple regressie en factoranalyse Multivariate varantie analyse Testtheorie en intelligentie
6 6 6 6 6
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Het profielspecifieke deel van het B3-jaar omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast (in ECTS): A. Het profiel Arbeids- en Organisatiepsychologie Onderdeel Studiepunten Human resource management 6 Arbeids- en gezondheidspsychologie I 6 Management en organisatie I 6 Training en vorming 6
B. Het profiel Biologische Psychologie Onderdeel Stress en gezondheid Hersenen en gedrag Genen en gedrag Neurobiologie
Studiepunten 6 6 6 6
C. Het profiel Cognitieve Psychologie Onderdeel Toegepaste cognitieve psychologie Computer en programmeren Aandacht Hersenen en gedrag
Studiepunten 6 6 6 6
D. Het profiel Ontwikkelingspsychologie Onderdeel Verdieping ontwikkelingspsychologie Capita selecta uit de emotionele ontwikkeling Ontwikkelingspsychopathologie Theorie en praktijk van interventiemethoden
Studiepunten 6 6 6 6
E. Het profiel Klinische Psychologie Onderdeel Klinisch psychologische behandelingvormen Angst- en stemmingsstoornissen Persoonlijkheidsstoornissen Seminarium Klinische gespreksvoering
Studiepunten 6 6 6 6
Bijlage 2
189
F. Het profiel Neuropsychologie Onderdeel Neuro-imaging Klinische Neurofarmacologie Neuropsychologische interventiemethoden Veroudering en dementie *
Studiepunten 6 6 6 6
In plaats van "Veroudering en dementie" kunnen studenten ook kiezen "Ontwikkelingspsychopathologie" uit het profiel Ontwikkelingpsychologie G. Het profiel Sociale Psychologie Onderdeel Sociale cognitie Groepsdynamica Interpersoonlijke processen Attituden en gedrag
Studiepunten 6 6 6 6
H. De vrije variant Het profileringsgedeelte voor de vrije variant omvat de volgende studieonderdelen, dit ter goedkeuring door de examencommissie Psychologie: Onderdelen uit het profieldeel van het B3-jaar (A t/m G) van de bacheloropleiding Psychologie, samen te stellen uit tenminste twee profielen, tot een totaal van 24 studiepunten. De inhoud van de vrije variant dient voldoende samenhang te vertonen, zulks ter beoordeling van de examencommissie Psychologie. artikel 11 Practica van het derde bachelorjaar Modules Keuzetraject Data-analyse en Diagnostiek, Opzetten van Onderzoek, Bthese Actieve participatie in de practica is verplicht. Indien niet aan de practicumverplichtingen is voldaan kan het tentamen van het betreffende studieonderdeel niet worden behaald.
afleggen van tentamens Artikel 12 Volgorde tentamens B2-jaar: De student is toegelaten tot het afleggen van bepaalde tentamens van het tweede bachelorjaar nog voordat hij alle onderdelen van het B1-jaar heeft behaald, onder de volgende voorwaarden: • Van de B1-onderdelen heeft hij tenminste die, genoemd in art. 6 onder nummers 1 t/m 7 behaald. Daarbij mag elk van deze onderdelen worden vervangen door een van de onderdelen 8 t/m 10, mits het totaal aantal behaalde studiepunten niet minder dan 42 bedraagt. De toelating geldt voor een termijn van ten hoogste twaalf maanden. • Onderzoeksmethoden I: Dataverzamelingstechnieken (artikel 8, nummer 5) ná behalen van Algemene Methodologie (artikel 6, nummer 9). • Onderzoeksmethoden II: Data-analysetechnieken (artikel 8, nummer 6) ná behalen van Statistiek (artikel 6, nummer 10). 190
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
B3-jaar: • Aan de tentamens van de inhoudelijke onderdelen binnen een profiel (artikel 10, A t/m H) kan pas worden deelgenomen ná behalen van alle onderdelen genoemd in artikel 6 en van de onderdelen genoemd in artikel 8, de nummers 1 en 2. • Modulen Data-analyse en Diagnostiek (artikel 10, nummer 3) ná behalen van Onderzoekmethoden II: Data-analysetechnieken (artikel 8, nummer 6). • Opzetten van onderzoek (artikel 10, nummer 2) ná behalen van Onderzoekmethoden I: Dataverzamelingstechnieken (artikel 8, nummer 5) en Onderzoekmethoden II: Data-analysetechnieken (artikel 8, nummer 6). • B-these ná behalen van alle in artikel 6 en 8 genoemde onderdelen, gekozen onderdelen uit traject data-analyse en/of traject diagnostiek (artikel 10, nummer 3), Opzetten van Onderzoek (artikel 10, nummer 2) en het certificaat van de cursus Bibliografische Research. • Indien het B3-jaar onderdeel Testtheorie en Intelligentie (code 813064) is behaald, mag niet worden deelgenomen aan het tentamen van het onderdeel Psychometrie en Intelligentie (code 815005, masteropleiding). artikel 13 Tijdvakken en frequentie tentamens 1. Tot het afleggen van alle tentamens van de opleiding, uitgezonderd de B-these, wordt elk studiejaar tweemaal de gelegenheid gegeven: eenmaal kort volgend op het betreffende onderwijs en eenmaal in augustus. Uitsluitend voor studenten die reeds voor het studiejaar 2003/2004 voor studie aan de opleiding waren ingeschreven geldt als overgangsregeling, dat uitsluitend in het studiejaar 2004/2005 de studieonderdelen genoemd in artikel 8 en van het studieonderdeel Encyclopedie van de Psychologie (artikel 10), ongeveer 5 weken na de eerste gelegenheid een extra herkansing wordt geboden, echter alleen indien de student (a) aan de eerste tentamengelegenheid van het studieonderdeel in het studiejaar 2004/2005 heeft deelgenomen en (b) hiervoor een onvoldoende met minimaal het cijfer 4 heeft behaald. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt tot het afleggen van het tentamen van een onderdeel, waarvan het onderwijs in een bepaald studiejaar niet is gegeven, in dat jaar slechts eenmaal de gelegenheid gegeven. 3. Aanmelding voor tentamens geschiedt via TISVU. De student dient zichzelf ervan te vergewissen dat de aanmelding voor een tentamen is gelukt. artikel 14 Vorm en inhoud van de tentamens 1. Voor de studieonderdelen Inleiding Psychologie (B1), Onderwijs en Opvoeding (B1) en Onderzoeksmethoden II: Dataanalysetechnieken (B2) geldt, dat deze onderdelen pas zijn behaald als behalve het tentamen (inclusief eventuele practica) ook de aan het betreffende onderdeel gekoppelde opdracht(en) in het kader van het tutoraat als voldoende zijn beoordeeld. 2. De tentamens van de onderdelen, genoemd in art. 6, 8 en 10 worden schriftelijk (multiple-choicetentamen, open-eindtentamen, papers, essays of een combinatie daarvan) of mondeling afgelegd.
Bijlage 2
191
3. Voor alle tentamens geldt, dat naast de opgegeven literatuur ook de collegestof onderdeel is van de tentamenstof, ook indien de collegestof niet in de opgegeven literatuur aan de orde komt. 4. Voor alle practica in artikel 7, 9 en 11 geldt, dat actieve participatie in de practica en/of uitvoeren van de opdrachten deel uitmaken van het tentamen en in het eindcijfer worden meegewogen. Indien niet aan de practicumverplichting is voldaan, kan het tentamen niet worden behaald. 5. Alle in artikel 8 punt 7 genoemde thema's worden beoordeeld middels een paper. Beperkte schriftelijke toetsing tijdens de contacturen is toegestaan
tentamenuitslag artikel 15 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen twaalf werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en verschaft de administratie van de faculteit de nodige gegevens ten behoeve van het bekend maken van de uitslag aan de student. Dagen waarop de VU-gebouwen gesloten zijn gelden niet als werkdagen. Hieronder vallen onder meer de dagen van het kerstreces, tweede paasdag, hemelvaartdag en tweede pinksterdag. 3. Aan de publicatie van de uitslag van een schriftelijk tentamen anders dan via ISIS of TISVU, kunnen geen rechten worden ontleend. 4. T.a.v. een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. 5. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in art. 17, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. 6. Indien de beoordeling van een tentamen hoger is dan het cijfer 5.0, maar lager dan het cijfer 6.0 wordt de uitslag vastgesteld in hele punten. 7. Een tentamen is met goed gevolg afgelegd indien daarvoor het cijfer 6 of hoger is gegeven. artikel 16 Geldigheidsduur De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. In afwijking hiervan kan de examencommissie m.b.t. een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. artikel 17 Inzagerecht 1. Gedurende tenminste dertig dagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn
192
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
verzoek inzage in zijn beoordeeld werk en van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. 2. De examencommissie kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijdstippen. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn.
vrijstelling artikel 18 Vrijstelling van (delen van) tentamens van artikel 6 in het kader van de overgang naar de bacheloropleiding is geregeld in de overgangsregeling die als bijlage aan deze OER is toegevoegd.
examens artikel 19 Tijdvakken en frequentie afleggen examens Tot het afleggen van een examen wordt de gelegenheid geboden uiterlijk drie maanden nadat de student voldoende bewijzen van door hem behaalde tentamens van de onderdelen van de opleiding overlegt. artikel 20 Uitslag examen 1. De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, nadat de student voldoende bewijzen heeft overlegd van door hem behaalde tentamens. 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student m.b.t. een of meer onderdelen van de opleiding, indien en voor zover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven.
vooropleiding artikel 21 Vooropleidingseis 1. Wiskunde Op grond van onderstaande vooropleidingen wordt bepaald of de student geacht wordt een deficiëntie voor Wiskunde op te heffen: a1. alle vwo-doorstroomprofielen; a2. vwo-diploma met wiskunde A of B in het eindexamenpakket; b1. wo-getuigschrift propedeutisch examen; b2. wo-getuigschrift afsluitend (doctoraal) examen; c1. hbo-getuigschrift propedeutisch examen; c2. hbo-getuigschrift afsluitend examen; d1. Ou-getuigschrift propedeutisch examen; d2. Ou-getuigschrift afsluitend examen. Studenten behorende tot de categorieën b1, c1, d1 en d2 die per 1 september 2004 niet voldoen aan de nadere vooropleidingseis van wiskunde A en/of B op vwo-niveau worden niet tot de bacheloropleiding toegelaten. Aan deze eis kan door hen voldaan
Bijlage 2
193
worden door de entreetoets wiskunde van de faculteit der Psychologie en Pedagogiek van de Vrije Universiteit of een wiskundetoets van het James Boswell- instituut van de Universiteit van Utrecht te behalen. Studenten behorende tot de categorieën b1, c1, d1 en d2 die aan alle statistiekeisen van het propedeuseprogramma of het programma van het eerste bachelorjaar van de opleiding psychologie van een andere universiteit hebben voldaan, ontvangen een vrijstelling van de entreetoets wiskunde. 2. Aan de eis inzake voldoende beheersing van de Nederlandse taal, als bedoeld in artikel 7.28 lid 2 en 5 onderscheidenlijk artikel 7.30 lid 2 van de wet, wordt voldaan door het met goed gevolg afleggen van het Staatsexamen NT2, examen II. artikel 22 Equivalente vooropleiding De volgende diploma's van secundair c.q. voorbereidend wetenschappelijk onderwijs geven toegang tot de opleiding, onverminderd het bepaalde in art. 21: Lijst ter inzage op het faculteitssecretariaat. Indien gewenst kan de student van relevante delen van deze lijst een kopie ontvangen. artikel 23 Colloquium doctum Bij het toelatingsonderzoek, als bedoeld in art. 7.29 van de wet, worden de volgende eisen gesteld: Toetsing van de volgende vakken op het niveau van het eindexamen VWO: 1- wiskunde-A of wiskunde-B 2- Engels 3- biologie
studiebegeleiding artikel 24 Studievoortgang en studiebegeleiding 1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat tenminste tweemaal per jaar aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs- en examenprogramma van de opleiding. 2. De faculteit beschikt over een beleidsdocument studiebegeleiding. Het faculteitsbestuur stelt dit document vast en draagt zorg voor de toegankelijkheid ervan. 3. De faculteit beschikt over een beleidsdocument B-these. Het faculteitsbestuur stelt dit document vast en draagt zorg voor de toegankelijkheid ervan. 4. De faculteit beschikt over een beleidsdocument onderwijsevaluatie en een evaluatieplan. Het faculteitsbestuur stelt dit document vast en draagt zorg voor de toegankelijkheid ervan. 5. De faculteit beschikt over een beleidsdocument Faciliteiten voor studenten in bijzondere situaties. Deze betreffen onder meer: studenten met een lichamelijke handicap, een dyslectische stoornis, een chronische ziekte, een erkenning als topsporter, en studenten die een zorgverantwoordelijkheid hebben voor gezinsleden. In dit document wordt beschreven vanuit welke principes en onder welke voorwaarden het onderwijs en de studiebegeleiding (kunnen) worden aangepast aan de bijzondere situatie van de student.
194
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
slot- en invoeringsbepalingen artikel 25 Wijziging 1. Wijzigingen van deze regeling worden door het bestuur bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Wijzigingen kunnen voorts niet ten nadele van de studenten van invloed zijn op: -de goedkeuring die krachtens art. 6 tot en met 11 is verkregen; -enige andere beslissing, welke krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student. artikel 26 Bekendmaking 1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regelen en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van wijzigingen van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan op het faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. artikel 27 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2004. Aldus vastgesteld bij besluit van het bestuur van de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek, op 25 mei 2004.
Bijlage 2
195
196
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Bijlage 3: Onderwijs- en Examenregeling (OER) masteropleiding Psychologie
Algemeen Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en het examen van de mastersopleiding Psychologie verder te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek, verder te noemen: de faculteit. Artikel 2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (STB.1992, 593); b. student: hij of zij die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; c. onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; d. practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: - het maken van een these of scriptie, - het maken van een werkstuk of een proefontwerp, - het uitvoeren van een onderzoekopdracht, - het deelnemen aan veldwerk of een excursie, - het doorlopen van een stage, - of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. Artikel 3 Doel van de opleiding (volgt) Eindtermen (volgt) Artikel 4 Voltijds/deeltijds De opleiding wordt uitsluitend voltijds. Artikel 5 De examens van de opleiding In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: het mastersexamen. Artikel 6 De mastersopleiding kent de onderstaande vijf trajecten, met de daarbijbehorende studieonderdelen en studielast (studiepunten uitgedrukt in ECTS):
Bijlage 4
197
Traject Arbeids- en organisatiepsychologie Onderdelen Vijf onderdelen uit de nummers 1 t/m 7 1. Management en Organisatie II 2. Sociale processen in organisaties 3. Organisatieverandering 4. Psychometrie en intelligentie 5. Persoonlijkheid en werk (P-E fit) 6. Consumentenpsychologie 7. Keuzevak 8. Stage 9. Mastersthese Traject Klinische Psychologie Onderdelen Twee van de onderdelen 1 t/m 5 1. Seminarium gedragstherapie 2. Seminarium Gezinstherapie 3. Seminarium groepstherapie 4. College psychoanalyse en p.a. psychotherapie 5. Klinische psychodiagnostiek 2
Studiepunten 6 6 6 6 6 6 6 14 16
studiepunten 6 6 6 6 6
Een van de onderdelen 6 t/m 8 6. Training gespreksvoering 7. Medische psychologie 8. Klinische ouderenpsychologie
6 6 6
9. Stage 10. Mastersthese
24 18
Traject Klinische Neuropsychologie Onderdelen 1. Werking van het zenuwstelsel 2. Neuropsychologische diagnostiek 3. Neuropsychologische Functiestoornissen * 4. Stage (inclusief 4 studiepunten supervisie) 5. Mastersthese
studiepunten 6 6 12 20 16
* Dit onderdeel kan gevolgd worden in een variant met betrekking tot kinderen of een variant met betrekking tot volwassenen.
198
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Traject Ontwikkelingspsychologie Onderdelen Vier van de onderdelen 1 t/m 6 1. Ontwikkeling van het geweten 2. Emotie en psychopathologie 3. Jeugddelinquentie en antisociale ontwikkeling 4. Gezondheid, ontwikkeling en gedrag 5. Diagnostiek van de sociaal-emotionele ontwikkeling 6. Multivariate data-analyse
studiepunten 6 6 6 6 6 6
7. Stage 8. Mastersthese Traject Sociale Psychologie Onderdelen 1. Communicatie-, presentatie- en trainingsvaardigheden, module 1 2. Communicatie-, presentatie- en trainingsvaardigheden, module 2 3. Toegepaste Sociale Psychologie 4. Toepassen van theorieen 5. Stage Sociale Psychologie 6. M-these Sociale Psychologie
18 18
studiepunten 6 6 6 6 18 18
De vrije variant In de wet is bepaald dat elke mastersopleiding een Vrije Variant kent. Ter invulling van de Vrije Variant kunnen uit de onderdelen van de vijf trajecten onderdelen gekozen worden ter waarde van 60 studiepunten, die ter goedkeuring dienen te worden voorgelegd aan de examencommissie. Een Vrije Variant bevat steeds een stage en een M-these, elk ter waarde van minimaal 18 studiepunten. Artikel 7 Practica van de mastersopleiding (volgt)
Afleggen van tentamens Artikel 8 Volgorde tentamens a. Een student van de bacheloropleiding Psychologie aan de VU heeft toestemming aan de mastersopleiding te beginnen nog voordat de bacheloropleiding is afgerond, op de volgende voorwaarden: 1. Uitsluitend van de tussen 1 februari en 1 augustus geprogrammeerde studieonderdelen in het B3-jaar is maximaal een inhoudelijk profielonderdeel (OER bacheloropleiding Psychologie, artikel 10, A t/m H) of data- of diagnostiekmodule (OER bacheloropleiding Psychologie, artikel 10, punt 3) niet behaald. Voor het tentamen van het betreffende onderdeel dient wel minimaal het cijfer 4 te zijn behaald..
Bijlage 4
199
2. De toestemming geldt voor maximaal 12 maanden. Indien de niet behaalde bacheloronderdelen 12 maanden na dat men is gestart met de masteropleiding niet zijn behaald, mogen geen tentamens van de mastersopleiding meer worden afgelegd. b. Aanvang M-these en M-stage: na behalen van de gehele bacheloropleiding, uitgezonderd het studieonderdeel bedoeld in lid 1. c. Indien het B3-jaar van de bacheloropleiding Psychologie het onderdeel Testtheorie en Intelligantie (code 813064) is behaald, mag niet worden deelgenomen aan het tentamen van het onderdeel Psychometrie en Intelligentie (code 815005) in de mastersopleiding Artikel 9 Tijdvakken en frequentie tentamens • Tot het afleggen van alle tentamens van de opleiding, uitgezonderd de M-these en de stage, wordt elk studiejaar minimaal tweemaal de gelegenheid gegeven • In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt tot het afleggen van het tentamen van een onderdeel, waarvan het onderwijs in een bepaald studiejaar niet is gegeven, in dat jaar slechts eenmaal de gelegenheid gegeven. Artikel 10 Vorm van de tentamens 1. De tentamens van de onderdelen, genoemd in art. 6, worden schriftelijk (multiple-choicetentamen, open-endtentamen, papers, essays of een combinatie daarvan) afgelegd. 2. Voor alle tentamens geldt, dat de collegestof onderdeel is van de tentamenstof, ook indien de collegestof niet in de opgegeven literatuur aan de orde komt. 3. Voor alle practica geldt, dat het actief participeren in de practica en/of uitvoeren van de opdrachten deel uitmaken van het tentamen en in het eindcijfer wordt meegewogen. Indien niet aan de practicumverplichting is voldaan, kan het tentamen niet worden behaald.
Tentamenuitslag Artikel 11 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen twaalf werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en verschaft de administratie van de faculteit de nodige gegevens ten behoeve van het bekend maken van de uitslag aan de student. Dagen waarop de VU-gebouwen gesloten zijn gelden niet als werkdagen. Hieronder vallen onder meer de dagen van het kerstreces, tweede paasdag, hemelvaartdag en tweede pinksterdag. 3. Aan tentamenuitslagen van schriftelijke tentamens, anders gepubliceerd dan via ISIS en TISVU, kunnen geen rechten worden ontleend. 4. T.a.v. een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen.
200
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
5. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in art. 17, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. 6. Indien de beoordeling van een tentamen hoger is dan het cijfer 5.0, maar lager dan het cijfer 6.0 wordt de uitslag aan de student vastgesteld in hele punten. 7. Een tentamen is met goed gevolg afgelegd indien daarvoor het cijfer 6 of hoger is gegeven. Artikel 12 Geldigheidsduur De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. In afwijking hiervan kan de examencommissie m.b.t. een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. Artikel 13 Inzagerecht 1. Gedurende tenminste dertig dagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk en van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk. 2. De examencommissie kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijdstippen. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn.
Vrijstelling Artikel 14 Verzoeken om vrijstellingen dienen ter goedkeuring aan de examencommissie te worden voorgelegd.
Examens Artikel 15 Tijdvakken en frequentie afleggen examens Tot het afleggen van een examen wordt de gelegenheid geboden uiterlijk drie maanden nadat de student voldoende bewijzen van door hem behaalde tentamens van de onderdelen van de opleiding overlegt. Artikel 16 Uitslag examen • De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, nadat de student voldoende bewijzen heeft overlegd van door hem behaalde tentamens. • In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student m.b.t. een of meer onderdelen van de opleiding, indien en voorzover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven. Bijlage 4
201
Vooropleiding Artikel 17 Vooropleidingseis De student wordt toegelaten tot de mastersopleiding Psychologie met een van de volgende diploma's: a. Studenten van de bacheloropleiding Psychologie aan de VU: het bachelordiploma (zie echter ook artikel 8, lid a). b. Studenten van een andere wetenschappelijke bacheloropleiding: het bachelordiploma plus door de examencommissie vast te stellen onderdelen van de bacheloropleiding Psychologie VU. c. Studenten met een relevant HBO-bachelordiploma: na deelname aan het assessment plus door de opleiding op grond van de uitslag van het assesment nader te specificeren aanvullende studieonderdelen. Deze studenten stromen in, in de premasterclass. Artikel 18 Equivalente vooropleiding Equivalente vooropleiding niet van toepassing Artikel 19 Colloquium Doctum niet van toepassing
Studiebegeleiding Artikel 20 Studievoortgang en studiebegeleiding 1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat tenminste tweemaal per jaar aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs- en examenprogramma van de opleiding. 2. De faculteit beschikt over een beleidsdocument studiebegeleiding. Het faculteitsbestuur stelt dit document vast en draagt zorg voor de toegankelijkheid ervan. 3. De faculteit beschikt over een beleidsdocument M-these en een beleidsdocument M-stage. Het faculteitsbestuur stelt deze documenten vast en draagt zorg voor de toegankelijkheid ervan. 4. De faculteit beschikt over een beleidsdocument onderwijsevaluatie en een evaluatieplan. Het faculteitsbestuur stelt dit document vast en draagt zorg voor de toegankelijkheid ervan. 5. De faculteit beschikt over een beleidsdocument Faciliteiten voor studenten in bijzondere situaties. Deze betreffen onder meer: studenten met een lichamelijke handicap, een dyslectische stoornis, een chronische ziekte, een erkenning als topsporter, en studenten die een zorgverantwoordelijkheid hebben voor gezinsleden. In dit document wordt beschreven vanuit welke principes en onder welke voorwaarden het onderwijs en de studiebegeleiding (kunnen) worden aangepast aan de bijzondere situatie van de student.
202
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
slot- en invoeringsbepalingen Artikel 21 Wijziging 1. Wijzigingen van deze regeling worden door het bestuur bij afzonderlijk besluit vastgesteld. 2. Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. 3. Wijzigingen kunnen voorts niet ten nadele van de studenten van invloed zijn op: - de goedkeuring die krachtens art. 6 is verkregen; - enige andere beslissing, welke krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student. Artikel 22 Bekendmaking 1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regelen en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van wijzigingen van deze stukken. 2. Elke belangstellende kan op het faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 23 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2004. Aldus vastgesteld bij besluit van het bestuur van de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek, op 25 mei 2004.
Bijlage 4
203
204
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Bijlage 4: Onderwijs- en Examenregeling (OER) mastersopleiding Social Psychology.
algemeen Artikel 1 Toepasselijkheid van de regeling Deze regeling is van toepassing op het onderwijs en het examen van de mastersopleiding Social Psychology verder te noemen: de opleiding. De opleiding wordt verzorgd binnen de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek, verder te noemen: de faculteit. Artikel 2 Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (STB.1992, 593); b. student: hij of zij die is ingeschreven aan de universiteit voor het volgen van het onderwijs en/of het afleggen van de tentamens en de examens van de opleiding; c. onderdeel: een onderwijseenheid van de opleiding, in de zin van de wet; d. practicum: een praktische oefening, als bedoeld in art. 7.13 van de wet, in een van de volgende vormen: - het maken van een these of scriptie, - het maken van een werkstuk of een proefontwerp, - het uitvoeren van een onderzoekopdracht, - het deelnemen aan veldwerk of een excursie, - het doorlopen van een stage, - of het deelnemen aan een andere onderwijsleeractiviteit, die gericht is op het bereiken van bepaalde vaardigheden. Artikel 3 Doel van de opleiding (volgt) Eindtermen (volgt) Artikel 4 Voltijds/deeltijds De opleiding wordt uitsluitend voltijds. Artikel 5 De taal waarin het tentamen en of examen wordt afgenomen 1. De tentamens en examens worden afgenomen in het Engels of, voor zover de examencommissie of examinator dit nodig of gewenst acht, in een andere taal. 2. Indien de student een tentamen of examen in een andere taal dan het Nederlands wil afleggen, dient hij een verzoek daartoe in bij de examencommissie. Artikel 6 De examens van de opleiding In de opleiding kunnen de volgende examens worden afgelegd: het mastersexamen.
Bijlage 4
205
Artikel 7 De mastersopleiding kent de onderstaande twee studiejaren, met de daarbijbehorende studieonderdelen en studielast (studiepunten uitgedrukt in ECTS): Onderdelen studiepunten Basic principles: Feeling and emotions 6 Basic priciples: Interpersonal processes 6 Basic principles: Group processes 6 Advanced data analysis 6 6 Reading, writing and presenting Advaced social psychology 1: Cognitive processes in Social perception and behaviour Advanced social psychology 2: Motivational science 6 Advanced social psychology 3: Interdependence and 6 Social interaction Research project (M thesis) 12 Socially situated action 6 Human evolutionary psychology 6 Bridging social psychology 6 Workshop social neuroscience 6 Workshop computational modelling as tool for 6 constructing and testing Research projects II and III (topmaster thesis) 36 Artikel 8 Practica van de mastersopleiding (volgt)
afleggen van tentamens Artikel 9 Volgorde tentamens (Volgt) Artikel 10 Tijdvakken en frequentie tentamens 1. Tot het afleggen van alle tentamens van de opleiding, uitgezonderd de M-these en de stage, wordt elk studiejaar minimaal tweemaal de gelegenheid gegeven 2. In afwijking van het bepaalde in het eerste lid wordt tot het afleggen van het tentamen van een onderdeel, waarvan het onderwijs in een bepaald studiejaar niet is gegeven, in dat jaar slechts eenmaal de gelegenheid gegeven. Artikel 11 Vorm van de tentamens • De tentamens van de onderdelen, genoemd in art. 7, worden schriftelijk (multiplechoicetentamen, open-endtentamen, papers, essays of een combinatie daarvan) afgelegd. • Voor alle practica geldt, dat het actief participeren in de practica en/of uitvoeren van de opdrachten deel uitmaken van het tentamen en in het eindcijfer wordt meegewogen.
206
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
tentamenuitslag Artikel 12 Vaststelling en bekendmaking tentamenuitslag 1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een desbetreffende schriftelijke verklaring uit. 2. De examinator stelt de uitslag van een schriftelijk tentamen vast binnen twaalf werkdagen na de dag waarop het is afgelegd, en verschaft de administratie van de faculteit de nodige gegevens ten behoeve van het bekend maken van de uitslag aan de student. Dagen waarop de VU-gebouwen gesloten zijn gelden niet als werkdagen. Hieronder vallen onder meer de dagen van het kerstreces, tweede paasdag, hemelvaartdag en tweede pinksterdag. 3. T.a.v. een op andere wijze dan mondeling of schriftelijk af te leggen tentamen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de student een schriftelijke verklaring omtrent de uitslag zal ontvangen. 4. Op de schriftelijke verklaring omtrent de uitslag van een tentamen wordt de student gewezen op het inzagerecht, bedoeld in art. 17, eerste lid, alsmede op de beroepsmogelijkheid bij het college van beroep voor de examens. 5. Indien de beoordeling van een tentamen hoger is dan het cijfer 5.0, maar lager dan het cijfer 6.0 wordt de uitslag aan de student vastgesteld in hele punten. 6. Een tentamen is met goed gevolg afgelegd indien daarvoor het cijfer 6 of hoger is gegeven. Artikel 13 Geldigheidsduur De geldigheidsduur van behaalde onderdelen is onbeperkt. In afwijking hiervan kan de examencommissie m.b.t. een onderdeel, waarvan het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald, een aanvullend dan wel vervangend tentamen opleggen, alvorens de student wordt toegelaten tot het afleggen van het desbetreffende examen. Artikel 14 Inzagerecht • Gedurende tenminste dertig dagen na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek inzage in zijn beoordeeld werk en van de normen aan de hand waarvan de beoordeling heeft plaatsgevonden. Tevens wordt hem op zijn verzoek tegen kostprijs een kopie verschaft van dat werk. • De examencommissie kan bepalen, dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op tenminste twee vaste tijdstippen. Indien de betrokkene aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op een aldus vastgestelde plaats en tijdstip te verschijnen, wordt hem een andere mogelijkheid geboden, zo mogelijk binnen de in het eerste lid genoemde termijn.
vrijstelling Artikel 15 niet van toepassing
Bijlage 4
207
examens Artikel 16 Tijdvakken en frequentie afleggen examens Tot het afleggen van een examen wordt de gelegenheid geboden uiterlijk drie maanden nadat de student voldoende bewijzen van door hem behaalde tentamens van de onderdelen van de opleiding overlegt. Artikel 17 Uitslag examen • De examencommissie stelt de uitslag van het examen vast, nadat de student voldoende bewijzen heeft overlegd van door hem behaalde tentamens. • In afwijking van het bepaalde in het eerste lid kan de examencommissie, alvorens de uitslag van het examen vast te stellen, zelf een onderzoek instellen naar de kennis van de student m.b.t. een of meer onderdelen van de opleiding, indien en voorzover de uitslagen van de desbetreffende tentamens haar daartoe aanleiding geven.
vooropleiding Artikel 18 Vooropleidingseis De student wordt toegelaten tot de mastersopleiding Social Psychology met een van de volgende diploma's: • Studenten van de bacheloropleiding Psychologie aan de VU: het bachelordiploma. • Studenten van een andere wetenschappelijke bacheloropleiding: het bachelordiploma plus door de examencommissie vast te stellen onderdelen van de bacheloropleiding Psychologie VU. • Voor de onder a en b bedoelde studenten geldt tevens, dat men pas tot de opleiding wordt toegelaten nadat men hiervoor door middel van een hiervoor ontworpen selectieprocedure is geselecteerd. Artikel 19 Equivalente Vooropleiding niet van toepassing Artikel 20 Colloquium Doctum niet van toepassing
studiebegeleiding Artikel 21 Studievoortgang en studiebegeleiding 1. Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een zodanige registratie van de studieresultaten, dat tenminste tweemaal per jaar aan elke student een overzicht verschaft kan worden van de door hem behaalde resultaten in relatie tot het onderwijs- en examenprogramma van de opleiding. 2. De faculteit beschikt over een beleidsdocument studiebegeleiding. Het faculteitsbestuur stelt dit document vast en draagt zorg voor de toegankelijkheid ervan. 3. De faculteit beschikt over een beleidsdocument B-these. Het faculteitsbestuur stelt dit document vast en draagt zorg voor de toegankelijkheid ervan.
208
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
4. De faculteit beschikt over een beleidsdocument onderwijsevaluatie en een evaluatieplan. Het faculteitsbestuur stelt dit document vast en draagt zorg voor de toegankelijkheid ervan. 5. De faculteit beschikt over een beleidsdocument Faciliteiten voor studenten in bijzondere situaties. Deze betreffen onder meer: studenten met een lichamelijke handicap, een dyslectische stoornis, een chronische ziekte, een erkenning als topsporter, en studenten die een zorgverantwoordelijkheid hebben voor gezinsleden. In dit document wordt beschreven vanuit welke principes en onder welke voorwaarden het onderwijs en de studiebegeleiding (kunnen) worden aangepast aan de bijzondere situatie van de student.
slot- en invoeringsbepalingen Artikel 22 Wijziging • Wijzigingen van deze regeling worden door het bestuur bij afzonderlijk besluit vastgesteld. • Geen wijzigingen vinden plaats die van toepassing zijn op het lopende studiejaar, tenzij de belangen van de studenten daardoor redelijkerwijs niet worden geschaad. • Wijzigingen kunnen voorts niet ten nadele van de studenten van invloed zijn op: - de goedkeuring die krachtens art. 6 is verkregen; - enige andere beslissing, welke krachtens deze regeling door de examencommissie is genomen ten aanzien van een student. Artikel 23 Bekendmaking • Het faculteitsbestuur draagt zorg voor een passende bekendmaking van deze regeling, van de regelen en richtlijnen die door de examencommissie zijn vastgesteld, alsmede van wijzigingen van deze stukken. • Elke belangstellende kan op het faculteitsbureau een exemplaar van de in het eerste lid bedoelde stukken verkrijgen. Artikel 24 Inwerkingtreding Deze regeling treedt in werking op 1 september 2004. Aldus vastgesteld bij besluit van het bestuur van de Faculteit der Psychologie en Pedagogiek, op 25 mei 2004.
Bijlage 4
209
210
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Bijlage 5: Overgangsregeling naar Bachelorprogramma Uitgangspunten Voor de overgang van de “oude” psychologieopleiding naar de bacheloropleiding is een uitgebreide overgangsregeling noodzakelijk. Deze overgangsregeling maakt formeel deel uit van de onderwijs- en examenregeling (OER) van de opleiding (zie OER bacheloropleiding Psychologie, artikel 18). De overgangsregeling kent per 1 september van elk van de jaren 2002-2004 twee categorieën studenten: 1. Studenten die de “oude” opleiding mogen afmaken. 2. Studenten die de studie in de bacheloropleiding zullen vervolgen. Tot welke categorie een bepaalde student behoort hangt af van: a. Het aantal behaalde studiepunten3 in een bepaalde periode. b. Het al dan niet tijdelijk onderbreken van de studie. Ad a Het aantal behaalde studiepunten in een bepaalde periode. Voor studenten wier studietempo te laag is (zie 2.1 en 2.2 hieronder) om in de “oude” opleiding af te studeren wordt een overgangsregeling vastgesteld, waarin wordt geregeld welke reeds behaalde studieonderdelen kunnen worden meegenomen naar de bacheloropleiding. Er wordt naar gestreefd deze overgang zonder verlies aan studiepunten te laten verlopen. In de praktijk zal dat overigens niet in alle gevallen mogelijk zijn. Ad b Al dan niet onderbreken van de inschrijving. Indien een student(e) de inschrijving onderbreekt, vervalt het recht in de “oude” opleiding ingeschreven te blijven. Hoofdlijnen van de overgangsregeling 2.1 Studiejaar 2003/2004 In het studiejaar 2003/2004 worden de volgende onderwijsprogramma’s aangeboden: - het programma van het eerste en tweede bachelorjaar; - de programma’s van het derde en vierde studiejaar ‘oude” stijl (PP2 en PP3-jaar). Om toegelaten te worden tot het derde studiejaar van de “oude” opleiding dient de student per 1 september 2003 A) zijn/haar propedeuse te hebben behaald B) alsmede 284 of meer studiepunten te hebben behaald uit het PP1-jaar. Wie hieraan niet voldoet gaat met ingang van deze datum de bacheloropleiding volgen.
3
Waar in deze overgangsregeling gesproken wordt over ‘studiepunten’ worden steeds studiepunten uit de oude opleiding bedoeld en geen ECTS studiepunten, tenzij anders is aangegeven. 4 Najaar 2003 zijn in het kader van de overgang naar het ECTS systeem, de studiepunten ‘oude stijl’ in ISIS vermenigvuldigd met 1.43 en afgerond op 1 decimaal. 28 studiepunten wordt daarmee (ongeveer) 40 ECTS studiepunten en 42 studiepunten wordt ongeveer 60 ECTS studiepunten.
Bijlage 5
211
2.2 Studiejaar 2004/2005 In het studiejaar 2004/2005 worden de volgende onderwijsprogramma’s aangeboden: - het programma van het eerste, tweede en derde bachelorjaar: de gehele bacheloropleiding dus - het programma van het vierde jaar van de “oude” opleiding. Om tot het vierde studiejaar van de oude opleiding te worden toegelaten dient de student per 1 september 2004 A) zijn/haar propedeuse te hebben behaald; B) 42 studiepunten te hebben behaald uit het PP1-jaar; C) alsmede 28 of meer studiepunten te hebben behaald uit het PP2 en/of PP3-jaar. Wie hieraan niet voldoet gaat met ingang van deze datum de bacheloropleiding volgen.
Aanbod onderwijs en tentamengelegenheden In schema 1 is samengevat welke studieonderdelen en welke tentamens in de komende jaren zullen worden aangeboden. Helaas is het niet mogelijk om dit schema op te nemen in de studiegids. De verschillende schema's met betrekking tot de overgangsregeling zijn te vinden op de facultaire website (www.psy.vu.nl > onderwijs > psychologie > Bama). De einddatum van de afgifte van doctoraalgetuigschriften is door het College van Bestuur vastgesteld op 31 augustus 2007. Men dient er, zoals hierboven reeds vermeld, rekening mee te houden dat vanaf het studiejaar 2002/2003 in een steeds groeiend aantal onderwijseenheden geen onderwijs meer wordt gegeven. Dit vereist een zorgvuldige studieplanning. De studieadviseur kan hierbij behulpzaam zijn. De einddatum van de afgifte van doctoraalgetuigschriften is door het College van Bestuur vastgesteld op 31 augustus 2007. Men dient er, zoals hierboven reeds vermeld, rekening mee te houden dat vanaf het studiejaar 2002/2003 in een steeds groeiend aantal onderwijseenheden geen onderwijs meer wordt gegeven. Dit vereist een zorgvuldige studieplanning. De studieadviseur kan hierbij behulpzaam zijn. Regeling voor studenten die de oude opleiding mogen afmaken (categorie 1) Voor studenten die de oude opleiding mogen afmaken geldt, dat in het jaar volgend op het jaar waarin het onderwijs in een bepaald onderdeel voor het laatst wordt aangeboden, nog twee maal de gelegenheid wordt geboden het tentamen af te leggen. Regeling voor studenten die de studie in de bacheloropleiding vervolgen (cate. 2) Voor studenten die gezien hun resultaten de studie in de bacheloropleiding zullen gaan volgen wordt per studieonderdeel geregeld: • Welke onderdelen van het B-2 jaar men reeds wordt geacht te hebben behaald op grond van de behaalde onderdelen • Welke onderdelen van het B2-jaar men wordt geacht nog geheel of gedeeltelijk te behalen. • Hoe de becijfering zal plaatsvinden indien van een B2-onderdeel slechts een deel hoeft te worden behaald, terwijl men voor het relateerde propedeuseonderdeel reeds een cijfer had gekregen.
212
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
In de schema's op de facultair website (www.psy.vu.nl > onderwijs > psychologie > Bama) wordt de overgangsregeling geconcretiseerd voor de studiejaren 2003/2004 en 2004/2005.
Bijlage 5
213
214
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Bijlage 6: Adressenlijst van alle medewerkers Overzicht medewerkers eerste bachelorjaar Psychologie Adres Kamer Ing. H.C. van Baaden BS1 2E-73 Drs. S. Begeer BS1 3B-65 Mw.drs. Y.M.E. BS1 2E-13 Berkhoff Drs.J. van Bolhuis BS1 3C-39 Mw.prof.dr.D.I.Boom BS1 1F-50 sma Dr.W.W. van Dijk BS1 1B-25 Mw.dr.W. Donk BS1 1B-69 Dr.J.A. Feij BS1 2E-29 Mw.dr.C. Finkenauer BS1 1B-37 Prof.dr.H.van der Flier BS1 2E-21 Dr.F.A. Goossens BS1 3B-27 Prof.dr.A.J.F.M. BS1 2B-73 Kerkhof Mw.dr.B.M. van BS1 RE-22 Knippenburg Drs.R.Konijn BS1 2E-73 Prof.dr.P.L. Koopman BS1 2E-25 Prof.dr.J.M. Koot BS1 3B-57 Drs.H. van Leeuwen PI Duivendrecht Dr. S.A. Los BS1 1B-79 Drs.F. van Luijk BS1 2F-75 Dr.M. Meeter BS1 1E-17 Dr.C.N.L. Olivers BS1 1B-79 Mw.dr. G. Spyer BS1 3B-49 Prof.dr.J. Theeuwes BS1 1E-11 Dr.R.J.Takens BS1 2B-77 Dr.W.L. Wardekker BS1 1E-21 medewerkers Arbeids- & Organisatiepsychologie Mw.M.V.Adriaens BS1 2E-18 Ing. H.C. van Baaden BS1 2E-73 Mw.drs.Y.M.E. BS1 2E-13 Berkhoff drs. B. de Bruin BS1 2E-73 Mw.A.G.A.Brinkman BS1 2E-13 (secr.) Prof.dr.A.J.Cozijnsen BS1 2E-05 Drs.A.G.van Dam BS1 2E-05 Drs.P.H. Dekker BS1 2E-26 Prof.dr.P.J.D.Drenth BS1 2E-05 Dr.S.P. van Duin BS1 2E-05 Mw.dr.C. van Dyck BS1 2E-17
Bijlage 6
Telefoon 48791 48732 48700 48922 48989 48730 48797 48721 48857 48712 48892 48757 48710 48791 48708 48740 078-6982131 48796 48704 48993 48974 48904 48790 48768 48913
48764 48991 48700 48791 48717
48726 48711 48700 48726 48706
215
Dr.J.A.Feij Prof.dr.H. van der Flier Mw.drs.H. Heinsman Mw.I. Holsheimer (secr.) Drs.G.J. Homsma Drs.G.J. Hoolwerf Mw.drs.A.H.B. de Hoogh Dr. E.A.J. van Hooft Dr. H. Kelderman Mw.dr.B.M. van Knippenburg Prof.dr.P.L. Koopman Drs. R. Konijn Drs.F. van Luijk Mw.drs.A.M. de Maijde Mey Dr.J.J.F.Schroots Mw.drs.J.A.L.Tanghe Mw.drs. M. de Vries Mw. F. van Wesel
BS1 BS1
2E-29 2E-21
48721 48712
BS1 BS1
2E-37 2E-13
48705 48700
BS1 BS1 BS1
2F-75 2E-05 2F-41
48722 48726 48878
BS1 BS1 BS1
2E-41 2E-33 2E-22
48709 48715 48710
BS1 BS1 BS1 BS1
2E-25 2F-73 2F-75 2F-75
48708 48791 48704 48724
BS1 BS1 BS1 BS1
2B-56 2E-37 2E-18 2E-18
48763 48723 48716 48764
1F-46
48787
BS 1
1F-42
48802
BS 1 BS 1 BS 1 BS 1
1F-65 1F-66 1F-53 1F-54
48823 48812 48811 48949
BS 1
1F-66
48824
BS 1 BS 1
1C-29 1F-50
48947 48787
BS 1 BS 1 BS 1 BS 1 BS 1
1C-25 1F-58 1F-62 1C-13 1B-57
48980 48809 48743 48983 48813
BS 1
1B-88
48822
BS 1 BS 1
1F-58 1F-61
48809 48992
medewerkers Biologische Psychologie Secretariaat Mw.N. Stroo (secr.) BS 1 Mw.dr.G.C.M. van Baal Mw.drs. K.D. Baas Mw.dr. M. Bartels Dr.A.L. Beem Mw.dr.C.E.M. van Beijsterveldt Mw.drs.M. van den Berg Mw.M. Bijlsma Mw.prof.dr.D.I. Boomsma Mw.drs.S.I. Brouwer Mw.A. van Bruggen Mw.drs. E.M. Derks Mw. M.A. Distel Prof.dr.J.C.N. de Geus Mw. drs. A.D. Goedhart Mw.F.M. Gosso Mw.drs. C. Hoekstra
216
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Mw.drs. R.A. Hoekstra Drs.J.F. Hottenga Drs. J. Klaren Mw.drs.H.M. Kupper Mw.drs. M. van Leeuwen Mw. S. Loon Mw. H. Lehn Mw.drs.C.M. Middeldorp Mw.dr. E.J.C.M. Mulder Prof.dr. M.C. Neale Mw.drs.J.C. Polderman Mw.dr.D. Posthuma Mw.P.Rijs Mw. L. Schutte Drs. D.J.A. Smit Drs.G.E. ter Stege Dr. J.F. Stins Dr. R.D. Stoel Mw.drs. Th.M. Stroet Mw.drs. H.J. Stubbe Mw.drs. S. Thijs Mw.drs. J.M. Vink Mw.dr. A.H.M. Willemsen Drs. W. Wolterink
BS 1
1F-57
48787
BS 1 BS 1 BS 1 BS 1
1C-17 1C-13 1B-88 1F-57
48793 48983 48822 48992
BS 1 BS 1 BS 1
1F-58 1F-65 1B-65
48809 48805 48958
BS 1
1B-61
48815
BS 1 BS 1
1F-58 1F-62
48809 46951
BS 1 BS 1 BS 1 BS 1 BS 1 BS 1 BS 1 BS 1 BS 1 BS 1 BS 1 BS 1
1B-61 1F-58 1C-29 1C-17 1C-13 1F-54 1C-21 1C-25 1C-21 1C-13 1B-61 1B-84
48814 48809 48947 48793 48983 48820 48981 48980 48776 48983 48958 48952
BS 1
1C-17
48793
1B-81 1B-79a
48799 48807
1E-21
48786
1B-69
48810
1B-69 1E-17 1B79a 1B-79 1E-17 1B-81 1B-79a 1B-79 1E-01 1B-81
48797 48831 48807 48796 48993 48978 48807 48974 48798 48714
medewerkers Cognitieve Psychologie Drs.F.Agter BS 1 Drs. N. Alting von BS 1 Geusau Mw.drs. F.E. van den BS 1 Bosch (secr.) Mw.dr. E.A. DasBS 1 Smaal Mw.dr. W. Donk BS 1 Dr.D.J. Heslenfeld BS 1 Drs. N. Kaptein BS 1 Dr. S.A. Los BS 1 Dr. M. Meeter BS 1 Mw.drs. K. Mortier BS 1 Dr.S.T. Nieuwenhuis BS 1 Dr. C.N.L. Olivers BS 1 Drs. Y. Pinto BS 1 Drs. S. van der BS 1 Stigchel
Bijlage 6
217
Prof. dr. J. Theeuwes Mw.drs. L.J.F.M. van Zoest
BS 1 BS 1
medewerkers Ontwikkelingspsychologie Drs.S. Begeer BS 1 Dr.J.D. Bosch BS 1 Prof.dr. R.A.R. BL 1105 Bullens Dr.F.A. Goossens BS 1 Mw.G.R. van BS 1 Groningen (secr.) Dr.J.B. Hoeksma BS 1 Drs. P. Hoffenaar BS 1 Prof.dr.J.M. Koot BS 1 Mw. C. Logger-de BS 1 Graaf (secr.) Prof. dr. R. Loeber BS 1 Dr.M. Meerum BS 1 Terwogt Dr.T. Olthof BS 1 Mw. prof. dr.H.Stegge BS 1 Dr.N. Tenneij BS 1 Drs. S. Thomaes BS 1 Drs. M. Timmermans BS1 Drs.N.B. Tromp BS1
1E-11 1E-01
48790 48794
3B-65 3B-61 6A-29
48732 48946 46282
3B-27 3B-35
48904 48909
3B-88 3B-65 3B-57 3B-37
48738 48732 48740 48901
3B-80
48901 48741
3B-61 3B-84 3B-78 3B-69 3B-65 3B-78
48950 48733 * 48736 48737 * 48732 48736
De met een * gemarkeerde medewerkers zijn regelmatig te bereiken op de Bascule, Rijksstraatweg 145, Duivendrecht, tel.: 020 - 890 1900. medewerkers Klinische Psychologie Mw. drs. M. Assink BS 1 Drs. P. de Beurs BS 1 Prof.dr.P.Cuijpers BS1 Prof.dr.J.Dekker BS1 Mw.drs. K. BS 1 Ferenschild Drs. T.A.E. Hoijtink BS 1 Dr. S.E. Huismans BS1 Mw. drs. E. Ivanova BS 1 Dr.D. van Kampen BS 1 Prof.dr.A.J.F.M. BS 1 Kerkhof Mw.M.H. Ouwehand BS 1 (secr.) Prof.dr. H.M. van der BS1 Ploeg Dr.J.J.F. Schroots BS 1 Mw. S. Slijngaard BS1 (secr.)
218
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
2B-61 2B-64 2B-62 2E-01
48972 48760 48970 48771 48703
2B-57 3C-41 2B-61 2B-69 2B-73
48765 48782 48767 48766 48777
2B-81
48757
2B-62
48771
2B-56 2B-81
48763 48951
Drs. B. Steunenberg Dr.R.J. Takens Drs. E.N.M. Wever Mw. drs. L de Wit Mw.dr. F.J. van Zuuren
BS 1 BS 1 BS 1 BS1 BS1
medewerkers Klinische Neuropsychologie Mw. drs. P.R. BS1 Bosboom Dr. J.B. Deijen BS1 Drs. K.R.A van Dijk BS1 Mw. drs. L.H.P. BS1 Eggermont Mw. drs. A. BS1 Goudriaan Drs. T.M. Horsley BS1 Mw. drs. C.G.W. de BS1 Jong Dr. R . Licht BS1 Mw. drs. M. Luman BS1 Drs. M.W. Luijpen BS1 Mw. drs. C.S. van BS1 Meel Mw. drs. R. van BS1 Mourik Dr. J. Oosterlaan BS1 Mw. drs. J.M. BS1 Oosterman Mw. drs. N.N.J. BS1 Rommelse Drs. M.B. de Ruiter BS1 Prof.dr. E.J.A BS1 Scherder Mw.drs. C.Sierhuis BS1 (secr.) Prof.dr.J.A.Sergeant BS1 Mw.dr.D.P.Schmidts BS1 Drs. D.Stoffers BS1 Dr.D.Talsma BS1
2E-01 2B-77 2B-69 2E-01 2B-62
48703 48768 48772 48968 48771
1E-41
48956
1E-25 1D-26 1D-22
48825 48770 48961
1D-26
48770
2F-69 2F-71
48962 48843
1E-29 2F-71 2F-69 1D-26
48739* 48843 48962 48770
1D-22
48961
1E-41 1D-22
48960 48988
2F-71
48843
2F-69 1E-33
48962 48761
1E-41
48756
1E-37 1E-29 1D-18 1D-18
48955 48769 48954 48954
De met een * gemarkeerde medewerkers zijn regelmatig te bereiken op de Bascule, Rijksstraatweg 145, Duivendrecht, tel.: 020 - 890 1900 of Bascule Research BV. tel.: 020 – 690 2777 medewerkers Sociale Psychologie Prof.dr.J.T. Cacioppo BS1 Mw.dr.A.E. Clark BS1 Dr.W.W. van Dijk BS 1 Mw.drs.L.F. van BS1
Bijlage 6
1B-80 1B-05 1B-25 1B-13
48872 48859 48730 48935
219
Dillen Mw.dr.C. Finkenauer Drs. D.A. Fockenberg Drs. T. Frijns Dr. M. Gallucci Mw.drs. L.A.H. Hedebouw Mw.C.B. Heldens (secr.) Mw.drs.E.P.C. Hopman Drs. N. Jostmann Drs.A. Klapwijk Dr. S.L. Koole Prof.dr. P.A.M. van Lange Mw.dr.E.A.C. van Leeuwen Mw.drs.M.Nieweg Mw.C.V.M. Pasanisi (secr.) Dr.J.W. van Prooijen Mw.drs. K.A.M. Putter (coord.KLI) drs. C.P. Reinders Folmer Mw.drs.P.M. van Rooijen Mw. prof.dr. C.E. Rusbult Prof.dr.G.R.Semin Prof.dr. E.R. Smith Drs.N.R. van Ulzen Mw.dr.N.A. Wyer Drs. A. Wisman Mw.Ir. N.Y.van der Wulp Mw.drs.F. Zwenk
BS 1 BS 1 BS 1 BS 1 BS1
1B-78 1B-33 1B-17 1B-17 1B-09
48857 48747 48846 48846 48871
BS 1
1B-45
48865
BS1
1B-09
48871
BS 1 BS1 BS 1 BS 1
1B-33 1B-13 1B-01 1B-41
48727 48935 48853 48852
BS 1
1B-10
48850
BS 1 BS 1
1B-21 1B-45
48936 48866
BS 1 BS 1
1B-37 1B-08
48851 48848
BS1
1B-13
48935
BS 1
1B-21
47978
BS1
1B-29
BS 1 BS1 BS1 BS 1 BS 1 BS 1
1B-47 1B-80 1B-29 1B-37 1B-29 1B-09
48870 48872 48867 48762 48867 48871
BS1
1B-33
48717
3C-23 3C-23
48804 48804
3C-31 3C-15
48806 48795
2F-73 1F-53
48991 48811
medewerkers Theoretische Psychologie Drs.M. Barendregt BS 1 Prof.dr.J.M.T. BS 1 Corveleyn Dr.H. Looren de Jong BS 1 Prof.dr.J.F.H. van BS 1 Rappard medewerkers Taakgroep MSD Drs.H.C. van Baaden BS 1 Dr.A.L.Beem BS1
220
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Drs. J. van Bolhuis Mw. A.G.A.Brinkman (secr.) Drs. B. de Bruijn Dr.C.Bruinsma Dr. W. Donk Dr.F.A.Goossens Dr.E.A.J. van Hooft Dr. S.E. Huismans Dr. H. Kelderman (coordinator) Drs. R. Konijn Dhr.L. Kuijvenhoven Dr.S.A.Los Dr. M.Meeter Dr.J.R.P.B. de Mey Dr.R.D.Stoel Drs.L.M.de Wit
BS 1 BS1
3C-39 2E-13
48922 48717
BS 1 BS1 BS1 BS1 BS1 BS 1 BS 1
2F-73 3E-26 1B-88 3B-27 2E-41 3C-41 2E-33
48791 48876 48797 48904 48709 48782 48715
BS 1 BS1 BS1 BS1 BS1 BS1 BS1
3C-33 3C-25 1B-79 1E-17 3E-26 1C-21 2E-01
48791 48803 48796 48993 48879 48981 48968
3B-43
48903
3B-03 3B-05
48908 48894
medewerkers Pedagogiek Prof.dr.E.C.D.M. van BS 1 Lieshout Prof.dr.N.W.Slot BS 1 Dr.C.C.G. Janssen BS1
Bijlage 6
221
Index Afdeling arbeids- en organisatiepsychologie, 13 Afdeling biologische psychologie, 13 Afdeling cognitieve psychologie, 13 Afdeling klinische neuropsychologie, 13 Afdeling klinische psychologie, 13 Afdeling ontwikkelingspsychologie, 13 Afdeling sociale psychologie, 13 B1-programma, 39 Bachelorexamenprogramma, 19 Bacheloropleiding, 212 Bachelorprofielen, 65 Bascule, 105 Basisaantekening, 96, 120 Bibliografische research, 30 Bibliotheekcommissie, 15 Bindend advies, 39 B-these, 22, 30 Cdp, 32 Commissie voorlichting en werving, 15 Computerzalen, 30 Coördinator onderwijs & onderzoek, 25 De functie van het b1-jaar, 39 De studieadviseur, 25, 212 Decaan, 11 Doelstelling van het b1-jaar, 39 Doelstellingen b2-jaar, 49 Dossierverklaring, 22 evaluatiecommissie, 15 Examencommissie psychologie, 14 Faculteitsbestuur, 11 Faculteitsbureau, 11 Het b1-programma, 39 Mastersthese, 96 Medezeggenschapsorganen, 11 Mentoraat, 26 M-these, 22 Nip, 32 Nuffic, 29 Oer, 18 Onderdeelcommissie, 11 Onderzoekscholen, 13 Opleidingscommissie psychologie, 14
222
Bachelor- en masteropleiding Psychologie
Paedologisch instituut, 32 Portefeuillehouder onderwijs, 11 Portefeuillehouder onderzoek, 11 Profielen, 35 Profielspecifieke gedeelte, 35 Rooster, 23 Socratesprogramma, 28 Studentenraad, 11 Studentenvereniging crime does pay, 32 Studentenzaken, 12 Student-leden van besturen en commissies, 15 Studieadvies, 18 Studieadviseur, 25, 212 Studieadviseur psychologie, 26 Studieboeken, 30 Studiecoördinatoren, 26 Syllabi, 30 Tentamens, 20, 212 Testdocumentatie, 30 Thesis, 19 Universitaire fondsendeskbeurs, 29 Universiteits bibliotheek vrije universiteit, 29 Vaste commissie voor de wetenschapsbeoefening, 15 Vereniging van studenten pedagogiek & psychologie, 31 Vooropleidingseis, 17 Vrijstelling, 19 Vspvu, 31 Wiskundedeficiëntie, 17 Workshop studie en loopbaan, 27
Index
223