EUROPEES PARLEMENT
2004
2009
Zittingsdocument
11.1.2006
B6-0038/2006
ONTWERPRESOLUTIE naar aanleiding van vraag voor mondeling antwoord B6-0345/2005 ingediend overeenkomstig artikel 108, lid 5 van het Reglement door Fiona Hall namens de ALDE-Fractie over handicaps en ontwikkeling
RE\597470NL.doc
NL
PE 368.261v01-00
NL
B6-0038/2006 Resolutie van het Europees Parlement over handicaps en ontwikkeling
Het Europees Parlement, – onder verwijzing naar het Afrikaans Decennium voor personen met een handicap (19992009), – onder verwijzing naar het Europees Jaar voor personen met een handicap (2003) buiten de EU, – onder verwijzing naar de door de Algemene Vergadering van de VN ingestelde Dag van personen met een handicap, op 3 december, – onder verwijzing naar het Programma inzake kennis over en onderzoek naar handicaps (KaR), dat onderzoeksprojecten behelst over kwesties in verband met handicaps, – onder verwijzing naar het richtsnoer van de Commissie over handicaps en ontwikkeling van maart 2003, – onder verwijzing naar verklaringen van het Europees Gehandicaptenforum (EDF) en het Internationaal Consortium over handicaps en ontwikkeling (IDDC), – onder verwijzing naar de resolutie van de Wereldgezondheidsorganisatie over handicaps, – onder verwijzing naar de campagne van de Wereldgezondheidsorganisatie "Vision 2020", – gelet op artikel 108, lid 5 van zijn Reglement, A. overwegende dat de stemmen van gehandicapten in het Zuiden nauwelijks worden gehoord, laat staan dat er actie wordt ondernomen en dat er ook in het Noorden nog meer moet worden gedaan, B. overwegende dat mensen met een handicap betrokken moeten worden bij de ontwikkelingssamenwerking en dat naar hen geluisterd moet worden, C. overwegende dat veel ontwikkelingslanden de faciliteiten en de gezondheidsvoorzieningen ontberen om te kunnen inspelen op gehandicapten en op de ongemakken en ziekten van ouderen, D. overwegende dat gehandicapten ongeveer 10% van de bevolking uitmaken en 20% van de armsten ter wereld; dat een handicap zowel een oorzaak als het gevolg van armoede is (waardoor een vicieuze cirkel ontstaat), en dat 82% van de mensen met een handicap in ontwikkelingslanden onder de armoedegrens leven, E. overwegende dat de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) uitgaat van ca. 1,4 miljoen blinde kinderen, vooral in Afrika en Azië, en dat maximaal 70% van de oorzaken van PE 368.261v01-00
NL
2/5
RE\597470NL.doc
blindheid van kinderen in ontwikkelingslanden voorkomen en behandeld had kunnen worden, F. overwegende dat verplichtingen met betrekking tot "onderwijs voor iedereen" inhouden dat de desbetreffende behoeften van gehandicapten en hun gezinnen worden gesteund zodat zij ook echt gelijke toegang tot het onderwijs hebben, G. overwegende dat de toegankelijkheid van gebouwen, met name scholen, arbeidsplaatsen en openbare gebouwen, belangrijk is, maar dat de planners vaak geen gebruik maken van de mogelijkheden, H. overwegende dat mensen met een handicap worden gesterkt als zij zichzelf kunnen redden en zelf beslissingen kunnen nemen, I. overwegende dat zelfhulpgroepen kunnen helpen bij de ontwikkeling van beleid en de belangen van gehandicapten in raadgevende instanties kunnen vertegenwoordigen, J. overwegende dat armoede de belangrijkste bedreiging is voor gehandicapten en ouderen en dat bij armoedegerelateerde indicatoren en maatregelen rekening moet worden gehouden met aspecten in verband met handicaps en leeftijd, K. overwegende dat de Commissie betrokken is bij de onderhandelingen over een concept inzake een internationaal verdrag van de VN, betreffende de bevordering en bescherming van de rechten en de waardigheid van personen met een handicap, L. overwegende dat de EU zich ertoe heeft verplicht de armoede terug te dringen, zoals is neergelegd in de Millenniumdoelstellingen, en dat de bestrijding van armoede niet met succes zal worden bekroond wanneer er geen gerichte maatregelen worden genomen ter vervulling van de behoeften van mensen met een handicap, 1. verzoekt de Raad en de Commissie zich tot het uiterste in te spannen om de standaardvoorschriften van de VN inzake de gelijkheid van personen met een handicap te bevorderen en om mindervaliditeit op te nemen in de ontwikkelingsagenda; 2. verzoekt de Raad en de Commissie steun te blijven geven aan het concept voor een internationaal verdrag van de VN inzake de bevordering en de bescherming van de rechten en de waardigheid van personen met een handicap en ervoor te zorgen dat voorzieningen op het gebied van toezicht en handhaving deel uitmaken van het verdrag; 3. verzoekt de Commissie een uitgebreid actieplan voor de technische uitvoering van haar richtsnoer op te stellen; 4. is van mening dat het jaar 2007, het Europees Jaar van non-discriminatie en gelijke kansen, een kans zou moeten zijn voor de EU om haar waarden in haar externe beleidsmaatregelen en acties duidelijk te maken; 5. verzoekt de Raad van de Europese Unie en de regeringen van de ACS-landen de fundamentele mensenrechten en vrijheden van gehandicapten en ouderen te bevorderen en te beschermen; RE\597470NL.doc
3/5
PE 368.261v01-00
NL
6. dringt erop aan dat de Commissie ernaar streeft mensen met een handicap door middel van haar reguliere programma's te steunen, door middel van sectorspecifieke steun - met inbegrip van onderwijs en gezondheidszorg - en door middel van doelgerichte maatregelen; 7. verzoekt de onderzoekers, met inbegrip van medische en sociaal-economische onderzoekers, hun inspanningen te verdubbelen en te harmoniseren en bruikbare gegevens en onderzoeksresultaten voor te leggen, omdat deze de sleutel vormen om op de economische, socialezekerheids- en ontwikkelingsagenda meer rekening te houden met handicaps; 8. verzoekt de internationale autoriteiten met klem het gehandicapt-zijn nadrukkelijk op de economische ontwikkelingsagenda te zetten en dringt erop aan dat een mensenrechtenkader een loos begrip blijft als dit niet gepaard gaat met verbeteringen op het gebied van het economisch welzijn van gehandicapten; 9. verzoekt de instellingen van de EU het Afrikaans Decennium van mensen met een handicap (1999-2009) volledig te steunen door middel van politieke en financiële toezeggingen; 10. is van mening dat armoede van gehandicapten deel moet gaan uitmaken van de reeks benchmarkindicatoren en van het opzetten van strategieën ter verzachting van armoede; 11. dringt aan op de noodzaak om de opname, integratie en de mensenrechten van gehandicapten te bevorderen door middel van een scala van strategieën waarmee met name de ontwikkeling en een doeltreffende uitvoering van beleidsvormen en wettelijke maatregelen die zijn toegesneden op handicaps en van een engagement met betrekking tot een gerichte besluitvorming worden bevorderd; 12. is van mening dat een adequaat toezicht op en een beoordeling van de toezeggingen aan gehandicapten en ouderen in ontwikkelingslanden, samen met de organisaties van gehandicapten en ouderen, moet worden verricht om correct te kunnen beoordelen of de maatregelen succesvol waren; 13. dringt er bij de regeringen op aan de WHO-campagne "Vision 2020" te verwezenlijken door de ontwikkeling en beoordeling van nationale plannen ter voorkoming van blindheid, en deze uiterlijk in 2007 ten uitvoer te leggen; vindt het schokkend dat elk jaar meer dan 1 miljoen kinderen blind worden als gevolg van oorzaken die voorkomen hadden kunnen worden en beschouwt het doel om dit soort blindheid bij kinderen uit te roeien als een prioriteit voor alle beschaafde landen; 14. verlangt strategieën die gericht zijn op de behoeften van kinderen met een handicap en wijst op het brede onderwijsconcept van UNESCO, dat gericht is op volledige integratie in de samenleving; 15. steunt de wereldwijde strijd ten volle om niet alleen landmijnen en andere gerelateerde controversiële wapensystemen zoals clustermunitie uit te roeien, maar ook de gevolgen van landmijnen en dit soort wapens, met name voor kinderen die daarvan het slachtoffer zijn geworden; steunt ook het streven om dringende en afdoende maatregelen te nemen PE 368.261v01-00
NL
4/5
RE\597470NL.doc
tegen landen die nog altijd landmijnen produceren, verkopen of gebruiken; 16. dringt erop aan gehandicapten te betrekken bij de nationale campagnes voor de preventie en het beheer van HIV/AIDS; 17. dringt erop aan handicapgerelateerde aspecten op te nemen in noodhulp-, conflictbeheersings- en vluchtelingenprogramma's; 18. dringt er bij de Commissie op aan ervoor te zorgen dat met EU-geld gefinancierde nieuwe bouwprojecten volgens algemeen geldende regels worden gerealiseerd, zodat zij toegankelijk zijn voor iedereen; 19. verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de Raad ACS-EU en de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU, de Verenigde Naties, de Wereldbank, UNESCO en de Afrikaanse Unie.
RE\597470NL.doc
5/5
PE 368.261v01-00
NL