2005. Nr. : 05.0064. Dnst. : C&E Beantwoording van de inspraak op het voorne-men de locatie Haagweg 13 aan te wijzen voor de opvang van (verslaafde) daken thuislozen.
Leiden, 17 mei 2005. Op 21 december 2004 is door het College het voornemen uitgesproken de Leonarduskerk aan de Haagweg 13 beschikbaar te stellen voor de opvang van daklozen en verslaafden. Naar de mening van het College was daarbij sprake van een zodanig maatschappelijk belang, dat op dit besluit de Inspraakverordening van toepassing is verklaard. Op grond van het collegebesluit van 21 december 2004 en de Inspraakverordening heeft van 4 februari tot en met 21 maart 2005 het beleidsvoornemen van 21 december 2004 ter inzage gelegen om (onder andere) de Leonarduskerk aan de Haagweg nr 13 beschikbaar te stellen voor de opvang van daklozen en verslaafden. A. Inspraak Er zijn 26 inspraakreacties ontvangen. Een overzicht daarvan treft u als bijlage aan. Op hoofdlijnen betreffen de reacties de volgende thema’s: - onderbouwing van de besluitvorming,procedure en inspraak de locatiekeuze en de locatie zelf de combinatie met andere opvangvoorzieningen het leefklimaat in de wijk de gevolgen voor het eigen woningbezit controle, beheersbaarheid en toezicht de communicatie suggesties de hulpverlening aan dak- en thuislozen de afweging van belangen rol en taak van de gemeente De meeste reacties hebben betrekking op het (verslechteren van het) leefklimaat in de wijk Haag-wegkwartier. Uit de inspraakreacties spreekt zorg van omwonenden voor door hen verwachte overlast van de voorziening. Enkele reacties waren instemmend van karakter. De concept beantwoording is opgenomen in het bijgevoegde collegevoorstel. De inspraakreacties hebben geen zodanige inzichten, feiten of omstandigheden naar voren gebracht dat er aanleiding is om het beleidsvoornemen te wijzigen. De zorgen die worden uitgesproken over het leefklimaat in de wijk en de suggesties die worden gedaan voor de verbetering daarvan, benadrukken het belang van omgevingsbeheer rondom de voorziening.
Status, rol, taken en bevoegdheden van de te starten beheergroep zijn in een afzonderlijke notitie vastgelegd. Een door de beheergroep op te stellen beheerplan is onderdeel van een convenant dat namens de gemeente Leiden door de portefeuillehouder Zorg mede ondertekend zal worden. Status, rol, taken en bevoegdheden van de te starten beheergroep zijn in een afzonderlijke notitie vastgelegd. Een door de beheergroep op te stellen beheerplan is onderdeel van een convenant dat namens de gemeente Leiden door de portefeuillehouder Zorg mede ondertekend zal worden. Over de kosten die gemoeid zijn met de benodigde aanpassingen van de Leonarduskerk wordt, nog voor de collegebehandeling van voorliggend voorstel, aanvullend geadviseerd. Inspraakreacties Haagweg: Inspreker Reactie s A. Algemeen A.1. Hulpverlening HW 1, 16, A.1.1. Instemming met hulp aan dak17, 18, 23 en thuislozen, maar niet de wijze waarop de gemeente Leiden aanbiedt. Meer individuele zorg nodig, begeleiding naar betaald werk en terugkeer naar een volwaardig bestaan in de maatschappij. Te grote diversiteit van problemen zonder dat onderdak, structuur en (psychische) begeleiding wordt aangeboden. Waarom zijn dag- en nachtopvang gescheiden? Biedt geen oplossing voor de verslaafden-problematiek.
Beantwoording College van B&W
De voorgenomen tweede dagopvang voor al dan niet verslaafde dak- en thuislozen) maakt deel uit van een keten van voorzieningen. De omvang van de totale doelgroep wordt geschat op 150 tot 200 personen. Op de Oude Rijn is de eerste dagopvang gevestigd, aan de Boommarkt 16(later wellicht in de Roodenburgerstraat) het Slaaphuis. De Zaak, onderdeel van verslavingszorginstelling Parnassia, gevestigd in de ir. Driessenstraat 11 biedt dagbesteding aan vanuit de verslavings-zorg. De Binnenvest verzorgt opvang voor dak- en thuislozen. Bezoekers van de Binnenvest hebben daar hun postadres. De instellingen bieden individuele hulpverlening aan, schuldhulpverlening, sanitaire voorzieningen (douches, kledingomruil, bewassing). Belangrijk is ook het vrijwilligersinitiatief van Stichting De Schuilplaats, dat aan de Boommarkt 16a op vrijdagavond opvang, een warme maaltijd en medische zorg aanbiedt. Parnassia biedt in Leiden tevens ambulante zorg en reclassering aan en verstrekt methadon (een vervangend middel voor heroïne) onder medische begeleiding.
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W In Den Haag en Zoetermeer heeft Parnassia mogelijkheden voor onder andere hulp bij het verminderen/beëindigen van een verslaving. Deze klinische en semiklinische programma’s zijn ook toegankelijk voor inwoners van Leiden.
De groep van dak- en thuislozen bestaat in feite uit verschillende subgroepen van mensen die korter of langer op straat leven, geen vaste slaapplek hebben of nog wel ergens voor de nacht terecht kunnen, verslaafd zijn aan alcohol en/of drugs of juist niet, wel of niet een justitieel verleden hebben, in veel gevallen psychiatrische hulp nodig hebben, bijna allemaal grote schulden hebben, enz Ze zijn door een veelheid van oorzaken op straat geraakt en niet in staat op eigen kracht weer een eigen bestaan op te bouwen. Ze delen het feit dat sprake is van een groot aantal complexe en vaak al langer durende problemen van psychische, sociale, financiële aard, terwijl ook vaak sprake is van een slechte fysieke gezondheid. De ketenaanpak houdt in dat er een gevarieerd maar samenhangend aanbod van zorg en begeleiding wordt aangeboden, van voorlichting en preventie tot en met woonbegeleiding. Daarbij werken Parnassia en De Binnenvest samen met woningbouw-
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W corporaties, de geestelijke gezondheids-zorg, de GGD, de zorgverzekeraar, de politie, de instelling voor mensen met een verstandelijke handicap en diverse afdelingen van de gemeente. De opvang en begeleiding van dak- en thuislozen in Leiden heeft dringend behoefte aan nieuwe huisvesting. Een aantal panden kan binnenkort niet meer gebruikt worden of zijn te klein zijn om uit te breiden. Bovendien zijn er panden nodig voor het huisvesten van zorgvoorzieningen die nu nog niet aanwezig zijn in de stad. Tevens groeit de groep dak- en thuislozen, dat is een landelijke trend die zich ook in Leiden voordoet.
Er is onder andere behoefte aan meer opvang (’s middags, ‘s avonds en in de weekends), meer dagbesteding, meer huisvesting met begeleiding, gebruiksruimten voor alcohol- en drugsverslaafden, verkoop van warme maaltijden. Landelijk is er een ontwikkeling dat opvangvoorzieningen gecombineerd worden aangeboden. In Leiden heeft de urgentie van de (her-) huisvesting van voorzieningen een belangrijke rol gespeeld bij de locatiekeuze. Bij het beschikbaar komen van andere panden zal opnieuw een afweging worden gemaakt, welke voorzieningen in elke combinaties op welke locaties het best gehuisvest kunnen worden. De uitbreiding met een tweede dagopvang aan de Haagweg is daar een onderdeel van. Zij kan op zichzelf niet in alle noodzakelij- ke hulp en zorg voorzien, maar is voor de andere onderdelen wel een onmisbare schakel. Het vinden van geschikte locaties is
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W een voorwaarde om deze zorg te kunnen aanbieden.
HW 14 A.1.2. Dakloze verslaafden worden door de gemeente in de watten gelegd.
Daarbij dient bedacht te worden dat naarmate een verslaving langer duurt, de mogelijkheden om volledig te stoppen met het gebruik van drugs of alcohol afnemen. Bij deze groep ernstig en langdurig verslaafden is afkicken geen reële optie meer, en gaat het erom verdere schade te voorkomen, en de zorg en huisvesting zodanig in te richten dat weer sprake kan zijn van een menswaardig bestaan. Ervaringen met opvangvoorzieningen in andere steden laten zien dat betere zorg leidt tot het stabiliseren of zelfs verminderen van het middelengebruik, een beter fysieke conditie en meer gelegenheid voor hulpverleners om contacten te leggen en hun werk te doen. Dat is in alle opzichten winst voor elke betrokkene.
Wij kunnen ons voorstellen dat het daar op het eerste gezicht op lijkt. Maar er is ook een andere kant. Het leven op straat houdt een hard, ongezond en vaak ook onveilig bestaan in. Er zijn maar weinig daklozen die daarvoor kiezen, in tegendeel. Gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht voor iedereen die binnen de gemeentegrenzen verblijft, dus ook voor daklozen. Gezien bovenstaande beschrijving van de groep dak- en thuislozen en hun problematiek is dat geen overbodige luxe. Ook de rijksoverheid dringt aan op verbetering van de zorg voor daklozen en het verminderen van het aantal mensen dat op straat moet leven.
Inspreker s
Reactie
HW 17
A.1.3. Is er voldoende nachtopvang?
Beantwoording College van B&W Voor daklozen is het niet eenvoudig om weer een eigen bestaan op te bouwen: zonder vast woonadres of inkomen is inschrijving voor een huis niet mogelijk. Uitzendbureaus zijn niet geïnteresseerd in werkzoekenden met een postadres bij De Binnenvest. Bij veel instanties zijn wachtlijsten. Voor dagbestedingsprojecten bestaat bij de daklozen veel belangstelling- de wens om op een eerlijke manier zelf (voor een deel) weer een inkomen te verwerven is groot. De voorgestelde capaciteit aan de Roodenburgerstraat komt overeen met de bestaande capaciteit van 18 bedden. Niet alle bezoekers van de dagopvang zijn aangewezen op Het Slaaphuis. Een groot aantal heeft een (vaste) slaapplek, bijvoorbeeld in een sociaal pension, een eigen woning of kamer, bij vrienden/fami- lie enz.. Deze groep, die wel beschikt over een (tijdelijke) slaapplaats, maar geen “thuis” heeft en in feite de dag op straat of in de opvang doorbrengt wordt doorgaans aangeduid met de term thuislozen.
HW 14
A.1.4. De regiofunctie van Leiden heeft aanzuigende werking en leidt tot overlast.
Sommige daklozen willen geen gebruik maken van de nachtopvang, bijvoorbeeld om financiële redenen, omdat er niet gebruikt mag worden of omdat ze zich binnen en in gezelschap van anderen niet op hun gemak voelen. Nachtopvang fungeert als een vangnet. Wellicht zijn er daklozen voor wie een woonzorgaanbod passender is. De afdeling Zorg en Welzijn van de gemeente laat een extern bureau een quick scan uitvoeren naar de
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W samenstelling van de doelgroep, mede omdat een landelijke tendens is dat de omvang van de groep toeneemt. Mogelijk dat daar voor de toekomst wijzigingen in de capaciteit voor de nachtopvang uit voortkomt.
HW 8, 9, 10, 11
De gemeente Leiden heeft een wettelijke taak om de maatschappelijke opvang (o.a. dak- en thuislozen) te verzorgen voor de regio Zuid-Holland Noord, waar 22 gemeenten onder vallen. Leiden krijgt daar ook extra middelen voor van de rijksoverheid. Als daklozen afkomstig zijn uit een van deze 22 gemeenten en voor opvang een beroep doen op Leiden, dan kan dus niet gesproken worden over aanzuigende werking. Nederland telt in totaal 43 centrumgemeenten met bijbehorende regio’s, verdeeld over het hele land. Gemeenten gaan er steeds meer toe over alleen mensen uit de eigen regio op te vangen Het feit op zich dat er in Leiden opvangvoorzieningen zijn, zal mensen A.1.5. Begrip voor de afweging voor niet aansporen tot een bestaan als locatie dagopvang aan Haagweg; aan dakloze. elke plek zijn nadelen verbonden. Het concentreren van voorzieningen in Verzoek bezwaren mee te laten centrumgemeenten is een efficiënte wegen. manier om de complexe zorg aan daklozen te organiseren. Overigens is er in Alphen vanuit vrijwilligers een dagopvangvoorziening ontstaan en leven er soortgelijke plannen in Katwijk.
Het college is erkentelijk voor het begrip; op de bezwaren wordt in C.2. nader ingegaan. HW 4, 17,
A.2. Afweging belangen A.2.1. Bewoners Haagweg
Andere voorzieningen voor dak- en
Inspreker s 18
Reactie
Beantwoording College van B&W
onevenredig belast; binnenstad ontzien; onvoldoende gekeken naar spreiding van problemen in de stad.
thuis-lozen/verslaafden zijn op dit moment gevestigd aan de Boommarkt, de Oude Rijn en de Ir. Driessenstraat. Het Inloophuis Psychiatrie is gevestigd aan het Rapenburg. Dat zijn allemaal locaties in de Binnenstad. De nachtopvang is voorzien aan de Roodenburgerstraat, in de Professoren/Burgemeesterswijk. Van de Haagweg vertrekt eind 2005 de vrouwenopvang Rosa Manus, naar het Maansteenpad. Het sociaal pension van De Binnenvest aan de Haagweg blijft daar voorlopig gehuisvest. Op afzienbare termijn zal vervangende huisvesting gevonden moeten worden voor de huidige 1e dagopvang- de ruimte en de afgegeven vergunning laten uitbreiding niet toe. Dagbesteding De Zaak is nu gevestigd aan de Ir. Driessenstraat, een locatie die herontwikkeld zal gaan worden. Hetzelfde geldt voor Inloophuis Psychiatrie aan het Rapenburg. Daarbij zal ook naar mogelijkheden in de binnenstad gekeken worden.
HW 12, 18
A.2.2. De gemeente heeft maling aan belasting betalende burgers ten gunste van daklozen die alleen maar geld kosten.
Het is waar dat de opvangvoorzieningen voor dak- en thuislozen geld kosten. De gemeente ontvangt voor de opvang financiële middelen van de rijksoverheid en dient deze middelen daar ook voor te gebruiken. Daar staat tegenover dat ook andere burgers gebruik maken van voorzieningen op velerlei terrein die gemeenschapsgeld kosten, zoals onderwijs, cultuur, gezondheidszorg, huursubsidie, enz.
HW 18
A.2.3. Het algemeen belang mag geen desastreuze gevolgen voor anderen of een individu hebben. Compenserende De aanwezigheid van dak- en maatregelen vereisen instemming thuislozen in de gemeente Leiden is
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W
van de individuele betrokkene(n). Van de straat houden van daklozen staat in geen verhouding tot de materiële schade van woningeigenaren.
een feit, evenals de wettelijke plicht van de gemeente om voor hen te zorgen. Van wezenlijk belang voor de mate van overlast is de wijze waarop het omgevingsbeheer rond de voorziening ingevuld gaat worden. De gemeente hecht veel waarde aan de deelname van omwonenden aan de te starten beheergroep Haagweg. Voor eventuele overlast zullen in samenspraak tussen omwonenden, De Binnenvest, Portaal, de politie, belangenorganisaties van daklozen en de gemeente maatregelen afgesproken worden, die vastgelegd worden in een beheerplan. Het beheerplan maakt deel uit van een af te sluiten convenant dat door bovengenoemde partners ondertekend wordt. De portefeuillehouder Zorg ondertekent het convenant namens de gemeente Leiden. Overigens staat schade op voorhand niet vast. Er zijn voorbeelden (Utrecht, Nijmegen) van voorzieningen met goed geregeld omgevingsbeheer, waarbij geen sprake is van waardevermindering van woningen. Ook zal de relatie tussen de schade en de opvangvoorziening helder gemaakt moeten worden. Zie voor een uitvoeriger beantwoording ook hoofdstuk F.
HW 14 A.2.4. De gemeente heeft ook zorgplicht voor de bewoners / omwonenden
Het college is het hier uiteraard mee eens. Veiligheid in de openbare ruimte, speciaal in de woonomgeving is voor alle inwoners van belang. Vandaar dat de gemeente veel aandacht zal besteden aan het tot stand brengen van een beheergroep, beheerplan en convenant. In het beheerplan zal veel aandacht besteed worden aan het voorkomen van overlast, aan toezicht en aan handhaving door de politie.
Inspreker s HW 18
Reactie
A.2.5. De groep daklozen kent veel overlastgevers die juist van de voorziening gebruik zullen maken.
Beantwoording College van B&W Zie ook de antwoorden vermeld in hoofdstuk E. In de beheergroep zal aan bestaande overlast ook aandacht worden besteed.
HW 25 A.2.6. Eerlijke verspreiding over de stad is onmogelijk, dat rechtvaardigt extra aandacht voor dit stadsdeel.
Consequente toepassing van huisregels door De Binnenvest en aanvullende afspraken via het beheerplan dienen de overlast rondom de locatie tot een minimum te beperken. In de afgelopen jaren hebben politie, Milieu en Beheer en Portaal extra aandacht besteed aan de wijk. Dit zal worden voortgezet o.a. door middel van deelname aan de beheergroep.
HW 7, 16, 18
HW 17
A.3. Rol en taak van de gemeente A.3.1. De gemeente is niet verantwoordelijk voor daklozen uit omliggende gemeenten. Er is meer samenwerking gewenst met de omlig-gende gemeenten; wat is de verantwoordelijkheid van de omliggende gemeenten?
Zoals ook onder 1.5. is toegelicht heeft de gemeente die verantwoordelijkheid voor die regiogemeenten op basis van de wet juist wel. Zij kan (en wil) die verantwoordelijkheid niet ontlopen. Op bestuurlijk niveau is er overleg met wethouders uit de regiogemeenten over de aanpak en de bijdrage die deze gemeenten daaraan kunnen leveren, met name als het gaat om preventie en nazorg. De gemeente Leiden is verantwoordelijk voor de opvangvoorzieningen. De omliggende regiogemeenten kunnen een belangrijke rol spelen bij het voorkómen van dakloosheid en verslavingsproblema-tiek. Tijdige signalering van problemen, schuldhulpverlening, afspraken met corporaties, voorlichting aan jongeren, trajectbegeleiding voor werklozen zijn A.3.2. De gemeente stelt de vrouwen voorbeelden van taken die door uit het Vrouwenopvanghuis bloot aan gemeenten zelf uitgevoerd kunnen alcoholisten en andere verslaafden; worden.
Inspreker s
Reactie daarmee kan de anonimiteit van de vrouwen in het geding komen.
HW 18
HW 2, 12, 18
Beantwoording College van B&W
Het Vrouwenopvanghuis verhuist op korte termijn naar een andere locatie, een beslissing die geheel los staat van de voorgenomen komst van de dagopvang in de Leonarduskerk; Rosa Manus is overigens geen geheime vrouwenopvang-voorziening, het adres is openbaar en algemeen bekend. Van blootstelling en schending van anonimiteit is dus geen sprake.
A.3.3. De gemeente zorgt alleen binnen de singels voor veiligheid en leefbaarheid.
A.3.4. De gemeente eigent zich het recht toe mijn leven, werk en toekomst te ontnemen. De gemeente is verantwoordelijk als mijn dochter iets overkomt. We houden ons hart vast als dit echt gebeurt; omwonenden worden de dupe van de dagopvang. De gemeente werkt de vernietiging van de kop van de Haagweg in de hand.
Sinds enkele jaren is er vanuit de politie, Portaal, gemeente en omwonenden extra aandacht voor de veiligheid en leefbaarheid in het Haagwegkwartier. Het aantal overlastmeldingen is afgenomen. In de te starten beheergroep zal de overlast in beeld worden gebracht, met de daarbij passende maatregelen. De aandacht van diverse organisaties voor het Haagwegkwartier zal eerder toe- dan afnemen. Het college is zich er van bewust dat de komst van de voorziening gevoelens van onveiligheid en angst kan oproepen. Bedacht dient te worden dat de opvang zich richt op daklozen die nu ook al in de stad verblijven en niet op nieuwe groepen die van buiten de regio eventueel naar Leiden toe zouden komen. De Leidse daklozen en hun problemen zijn bekend bij hulpverleners en politie. Naar onze mening zal betere opvang een positief effect hebben op het verminderen van overlast en meer veiligheid in de openbare ruimte opleveren. Er is begrip voor de gevoelens van
Inspreker s
Reactie
HW 18 A.3.5. De gemeente loopt weg voor haar verantwoordelijkheid; verslavingsproblematiek is onoplosbaar.
Beantwoording College van B&W onveiligheid en angst, maar die worden niet bevestigd door feiten over ernstige incidenten rond opvangvoorzieningen in Leiden of andere steden. Met het instellen van een beheergroep en het opstellen van een beheerplan kunnen preventief maatregelen getroffen worden en kan alert op voorvallen gereageerd worden. Omwonenden van de voorziening zijn behalve belanghebbenden ook een zeer belangrijke partner in de beheergroepen. Meer over de beheergroep en het beheerplan in hoofdstuk E. Leefklimaat. Verslavingsproblemen doen zich voor in alle gemeenten in Nederland (en ver daarbuiten). Als maatschappelijk verschijnsel is de verslavingsproblematiek op dit moment een gegeven.
HW 26 A.3.6. De locatie dient heroverwogen te worden als er een ander pand vrijkomt, of als er te veel overlast is of in ieder geval dient de locatie na 6 jaar heroverwogen te worden.
Op individueel niveau zijn de laatste jaren in binnen- en buitenland methodes ontwikkeld om, afhankelijk van de duur en ernst van de verslaving, het middelengebruik te stabiliseren, te verminderen of zelfs te beëindigen. Alleen al uit humane overwegingen en vanuit een oogpunt van openbare volksgezondheid is het zinvol en wenselijk zorg aan verslaafden te bieden. Ervaring in andere steden leert ook dat met goede voorzieningen overlast voor anderen te beperken is.
HW 26
HW 26
De huisvesting van alle A.3.7. Geef omwonenden een beeld opvangvoorzieningen wordt betrokken van wat de voorziening inhoudt, wat bij de beschikbaarheid van panden. In de gevolgen kunnen zijn, zorg voor het beheerplan zullen afspraken informatie, organiseer excursies, laat opgenomen worden voor het geval er omwonenden kennis maken met de onverhoopt sprake zou zijn van daklozen. onaanvaardbare overlast of een
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W
noemenswaardige toename van het A.3.8. Wat gaat de gemeente doen aantal door de Politie geregistreerde met de daklozen van buiten de regio? incidenten. Deze suggesties passen goed in de boogde werkwijze met de beheergroep. Tevens zal enkele malen per jaar een Nieuwsbrief Zorglocaties verschijnen met nieuws over de voortgang van het project en over de bestaande opvang in Leiden. Overleg hierover tussen gemeente, politie en opvanginstellingen is gaande.
HW 16
HW 18
B. Onderbouwing besluitvorming, procedure en inspraak B.1. Geboden argumentatie en criteria B.1.1. Het argument dat een centrumgemeente als Leiden daklozen aantrekt is onzin.
B.1.2. De noodzaak van 24-uurs opvang is onvoldoende onderbouwd.
Een gegeven is dat daklozen doorgaans naar grotere steden trekken. Zij houden zich op in de buurt van stations, in (overdekte) winkelcentra, bij slooppanden, in parken enz. De mogelijkheden om op een onopvallende manier verblijfplaatsen te vinden en lotgenoten te ontmoeten zijn in de steden meeraanwezig.
De aanwezigheid van opvangvoorzienin- gen speelt een beperkte rol in de beslissing om naar een grotere stad te gaan. Uit onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is gebleken dat de belangrijkste reden voor een dakloze om zich te vestigen is de mate van persoonlijke gebondenheid met de plaats: aanwezigheid van familie, vrienden, geschiedenis enz. Tussen centrumgemeenten komen afspraken op gang waarbij uitgangspunt is dat elke regio de opvang en zorg voor de “eigen”
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W
Waarom wordt opvang zonder aanvullende voorzieningen en behandelingen aangeboden? Een tweede dagopvang lost niet alle problemen op.
daklozen regelt.
HW 17, 18 B.1.3. Het overgrote deel van de longlist is een farce; niet duidelijk is gemaakt waarom gebouwen zijn afgevallen; er is sprake van onzorgvuldige besluitvorming. Er is gezocht naar de meest gemakkelijke en goedkope oplossing. Er heeft geen belangenafweging plaatsgevonden;
Hieraan liggen twee overwegingen ten grondslag. De eerste heeft betrekking op het verbeteren van de zorg aan daklozen. Er is grote behoefte aan een veilige, droge, warme plaats. Het liefst natuurlijk gewoon in een huis. Voor wie dat (nog) niet wil of (nog) niet kan is opvang een alternatief. In de opvang kan basale zorg worden geboden (“bed, bad, brood”) en is er gelegenheid om begeleiding, dagbesteding en hulp aan te bieden. In de Leonarduskerk zal het aanvullende aanbod beperkter zijn, omdat dezelfde doelgroep deze ook al aangeboden krijgt via de eerste dagopvang aan de Oude Rijn, het Slaaphuis en dagbestedingsproject De Zaak. Steeds meer gemeenten gaan er toe over om de opvang sluitend te maken, dat wil zeggen de klok rond en op elke dag van de week. De resultaten hiervan zijn uit een oogpunt van zorg positief. Zie bijvoorbeeld het onderzoeksrapport van het Trimbosinstituut over de Zorgcentra in Utrecht. De tweede overweging heeft betrekking op de vermindering van overlast. Daklozen zullen niet uit het straatbeeld verdwijnen, maar de tweede dagopvang biedt extra mogelijkheden om delen van de dag binnen te zijn, te eten en drinken, zich te verzorgen, door te stromen naar dagactiviteiten, te slapen of uit te rusten, en hulp te zoeken en te krijgen bij persoonlijke problemen. Op de tweede dagopvang als onderdeel van het totale Leidse ketenaanbod is onder punt A.1.1 al ingegaan Gezien de aflopende vergunningen
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W
de huidige problemen zijn niet meegewogen.
voor Het Slaaphuis en De Zaak en het ontbreken van uitbreidingsmogelijkheden voor de dagopvang is beschikbaarheid een van de belangrijkste aandachtspunten geweest bij het zoeken naar panden. Bij de selectieprocedure zijn alle panden in gemeentelijk bezit betrokken, aangevuld met enkele panden die destijds (medio 2004) op de markt waren, zodat tijdrovende verwervingsprocedures vermeden zouden kunnen worden. Bekeken is of de panden beschikbaar zijn, binnen afzienbare termijn beschikbaar komen of bijvoorbeeld door herhuisvesting beschikbaar te maken zijn. Tevens is gezocht naar panden met een op grond van het bestemmingsplan bruikbare bestemming, nl. maatschappelijke doeleinden. Natuurlijk vallen er dan veel panden af, maar dat wil niet zeggen dat de hele lijst niet zorgvuldig bekeken is. Veel gemeenten hebben al ervaren dat “de ideale locatie voor opvangvoorzieningen” niet bestaat. Elke buurt of wijk zal aspecten naar voren brengen waarom juist op die plaats een opvangvoorziening niet wenselijk is, dat is op zich begrijpelijk, maar uiteindelijk zal toch een afweging en een keuze gemaakt moeten worden. Omdat er veel belangen bij het vinden van een locatie betrokken zijn, (waarvan sommige ook tegenovergesteld of strijdig kunnen zijn) kan in de praktijk zelden tot nooit aan alle aandachtspunten worden voldaan, terwijl er toch opvangvoorzieningen nodig zijn. In het geval van de Leonarduskerk hebben beschikbaarheid en bestemming de doorslag gegeven. Er is natuurlijk ook gekeken naar ligging, bebouwing, overige voorzieningen, eventueel al
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W bestaande problematiek enz.
HW 18 B.1.4. Uitspraken over bezoekersaantallen variëren, zijn tegenstrijdig en niet onderbouwd; er is geen rekening gehouden met aanzuigende werking vanuit de regio.
Bij een belangenafweging staat de uitkomst niet op voorhand vast. Het is logisch en begrijpelijk dat veel omwonenden ( op welke locatie dan ook) tot een andere uitkomst komen, maar dat wil nog niet zeggen dat de afweging door het college niet heeft plaatsgevonden. Middels het beheerplan dienen de overige aandachtspunten en nadelen van de locatie in nauwe samenspraak met de omwonenden opgepakt te worden, met maatregelen die daaraan tegemoet komen. Deze aanpak zou op willekeurig welke andere locatie ook toegepast worden, waarbij de aspecten uiteraard variëren al naar gelang de specifieke omstandigheden per locatie. Niet duidelijk is waarom volgens de inspreker de Leonarduskerk de meest goedkope oplossing zou zijn - er zijn verwervings-, verbouwings- en inrichtingskosten en uitgaven voor maatregelen in het kader van het beheerplan, net als op alle andere locaties het geval zou zijn. In de concept visienota maatschappelijke opvang en verslavingsbeleid (november 2004) wordt uitgegaan van circa 200 dak- en thuislozen in de regio Leiden. Dit aantal is gebaseerd op schattingen van de zorg-instellingen zoals Parnassia, De Binnen-vest, GGD, Inloophuis. Daklozen uit de regio zijn hier dus al in meegenomen. Het betreft daklozen die op dit moment al in de stad verblijven en op enigerlei wijze gebruik maken van de zorgvoorzieningen. Deze groep vormt de potentiële bezoekers-groep van de dagopvang. In de praktijk maken, gemeten door het
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W jaar heen, circa 150 dak- en thuislozen hiervan gebruik. Op een dag komen in totaal 50 tot 80 bezoekers op de huidige dagopvang. Die zijn er niet allemaal tegelijk, maar verspreid over de openingsuren.
HW 18 B.1.5. Er wordt de schijn van tijdelijkheid gewekt.
HW 18
HW 19
B.1.6. Heeft het Rembrandtjaar een rol gespeeld in de besluitvorming? B.1.7. De buitenruimte is te klein voor 50 bezoekers, maar is wel gehanteerd als criterium.
De huidige bezoekerscijfers zijn een indicatie voor het aantal bezoekers van de tweede dag-opvang, maar met zekerheid valt dat natuurlijk niet te zeggen. Bovendien variëren die aantallen, afhankelijk van jaargetijde en (weers)om-standigheden Uit landelijk onderzoek blijkt dat de omvang en samenstelling van de groep daklozen geen statisch gegeven is. In genoemde beleidsnota wordt het voornemen uitgesproken om (aansluitend op het beleid van de rijksoverheid) ook in Leiden meer aandacht aan het monitoren van de groep dak- en thuislozen te gaan geven. Er is behoefte om meer te weten over de in-, door-, en uitstroom, de samenstelling en profielen van de diverse subgroepen, de zorgbehoefte en de woonbehoefte. Op die wijze kan een steeds beter aanbod gedaan worden dat past bij de individuele omstandigheid. In een persbericht heeft de gemeente laten weten dat er sprake is van een tweede dagopvang in de Leonarduskerk voor onbepaalde tijd. De acute huisvestingsproblemen voor de dag- en nachtopvang en de dagbesteding vragen om een snelle oplossing. Er wordt nog doorgezocht naar locaties voor de dagbesteding De Zaak en voor het inloophuis. Voor de middellange en lange termijn zal worden gezocht naar geschikte
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W panden waar combinaties van opvangvoorzieningen mogelijk zijn. Het is op dit moment nog niet aan te geven op welke termijn zich geschikte panden zullen voordoen en wanneer die in gebruik genomen kunnen worden. Nee, dat is niet het geval geweest.
De buitenruimte aan de achterzijde leent zich inderdaad niet voor gebruik door de bezoekers van de dagopvang. HW 25 B.1.8. De kerk is nog eigendom van het Bisdom Rotterdam De Binnenvest stelt wel prijs op een enigszins beschutte wachtruimte aan de voorzijde van de kerk, om te voorkomen dat de bezoekers in de omgeving van het pand gaan rondzwerven. De inrichting van dit voorterrein en de wijze waarop daar toezicht zal worden gehouden, is onderwerp van besprekingen in de beheergroep. Een (liefst omsloten) buitenruimte kan een pré zijn bij dit soort voorzieningen en blijft als wens bij de zoektocht naar huisvesting op de middellange/lange termijn bestaan. Het is plezierig als bezoekers naar buiten kunnen zonder overlast voor omwonenden. Dit aandachtspunt heeft echter niet zo zwaar gewogen dat de Leonarduskerk als locatie afgevallen is. De huidige eigenaar is het Parochiebestuur van de Leonarduskerk. De notaris legt de laatste hand aan de overdracht die in mei zal plaatsvinden. B.2 Bestemmingsplan
Inspreker s HW 18
Reactie
Beantwoording College van B&W
B.2.1. Er is sprake van een bestemmingsplan. De procedure daarvoor dient volledig doorlopen te worden. Het doorbreken van de aanhoudingsplicht is niet voor zoiets ingrijpends bedoeld, totdat het nieuwe bestemmingsplan onherroepelijk is kan het plan geen doorgang vinden.
De locatie wordt gerealiseerd op basis van het huidige, geldende bestemmingsplan. Derhalve behoeft van de aanhoudingsplicht en de doorbreking ervan geen gebruik te worden gemaakt.
B.3. Inspraak en overleg HW 18, 22, B.3.1. Er is slechts inspraak voor de 25 vorm; de kerk is al aangekocht, het besluit is al genomen.
HW 15,16
B.3.2. Groot belang van inspraak en regulier overleg met de buurt; betrek mensen meer, beter en ook individueel bij de vestiging van de opvang.
De Gemeenteraad heeft inderdaad ingestemd met het verlenen van krediet om de kerk aan te kopen, maar tegelijkertijd bepaald dat daarmee over het gebruik van de kerk nog niets besloten is. Het besluit van het college waarover de in-spraak nu plaats vindt, is een voornemen en nog geen definitief besluit. Het college neemt een beslissing nadat advies is uitgebracht door de Gemeenteraad.
De inhoud van de inspraakreacties geven de gemeente de gelegenheid om gemaakte afwegingen en keuzes nog eens tegen het licht te houden en actuele ontwikkelingen en alternatieven te betrekken in de definitieve besluitvorming. Het vinden van geschikte locaties is niet eenvoudig. Alle suggesties uit de inspraak zullen worden getoetst en betrokken in de besluitvorming. Dit standpunt wordt geheel onderschreven. Alle inspraakreacties worden zorgvuldig en uitvoerig beantwoord, waarbij recente ontwikkelingen en voortschrijdende inzichten worden meegenomen.
Inspreker s
HW 15
Reactie
Beantwoording College van B&W
In april is de beheergroep voor de Haagweg van start gegaan, waarvoor een 20-tal omwonenden zich heeft aangemeld. De groep staat open voor meer deelnemers. Met de naaste buren vinden vanaf februari gesprekken plaats over de verwachte gevolgen en te treffen maatregelen. Omwonenden die B.3.3. Er is vooraf geen overleg met eveneens prijs stellen op individueel de naaste omwonenden geweest over overleg, worden uitgenodigd daarover de plannen een opvangvoorziening in contact op te nemen met de de kerk te vestigen. projectleiding.
HW 18 B.3.4. Inzage in het dossier van het project Zorglocaties is geweigerd, het is niet duidelijk op welke grond dat gebeurd is. Het is onmogelijk nu een compleet beeld te vormen en volledig gebruik te maken van de inspraak. HW 26 B.3.5. De longlist is pas na de start van de inspraak bekend gemaakt.
Een dilemma is vaak dat waar de een een uitgewerkt plan verwacht waarop gereageerd kan worden, de ander een voorkeur heeft voor een open situatie waarin vanaf het begin suggesties door omwonenden in de planvorming kan worden meegenomen. De keuze die in dit geval gemaakt is kan niet meer terug-gedraaid worden. Wel wordt toegezegd dat veel aandacht besteed zal worden aan het zorgvuldig omgaan met de inspraakreacties, met de beheergroep en met individuele gesprekken met bewoners die daar prijs op stellen.
Alle stukken die het college heeft gebruikt bij de besluitvorming zijn ter inzage gelegd. Ambtelijke werkdocumenten behoren daar niet toe.
De longlist is inderdaad later beschikbaar gekomen dan de overige stukken. Niettemin resteerde nog geruime tijd om tot een oordeel daarover te kunnen komen.
Inspreker s
HW 18
Reactie
C Locatiekeuze en de locatie zelf C.1. Locatie in de wijk C.1.1. Dagopvang dient in de binnenstad plaats te vinden, niet in een woonwijk.
HW 18 C.1.2. De beschrijving van de ligging van de kerk klopt niet. Hij staat midden tussen de huizen.
Beantwoording College van B&W
In veel gemeenten (maar er zijn ook uitzonderingen, bijvoorbeeld Apeldoorn en Vlissingen), vindt de opvang inderdaad plaats in of nabij het centrum. Ook in Leiden bevinden zich opvangvoorzieningen in de binnenstad - waar overigens ook gewoond wordt - over het algemeen houden daklozen zich daar het vaakst op. Dat ver-groot de kans dat ze ook werkelijk van de voorzieningen gaan gebruik maken. Het college is voorstander van een even-wichtiger spreiding van voorzieningen. In het centrum zijn er al een aantal voor-zieningen, zodat nu ook is gekeken naar omringende wijken. Bij het zoeken naar locaties op de middel-lange en lange termijn zullen ook panden in de binnenstad weer meegenomen wor-den in de selectieprocedure. De inventari- satie die in de afgelopen maanden heeft plaatsgevonden is, na actualisatie, nog steeds bruikbaar. In de shortlist is sprake van ligging “naast woning en bedrijf”. Dat is een summiere aanduiding. Een aan-vulling daarop kan zijn: de kerk is een vrijstaand pand dat ligt aan de noordelijke rand van het Haagwegkwartier, met aan de noordzijde de Rijn/het Galgewater. Aan de oostzijde de Spoorweghaven en direct daaraan grenzend een woonhuis met bedrijfsruimten. Aan de overzijde van de Haagweg (een drukke verkeersroute naar de binnenstad) woonhuizen, met daarachter een woonwijk. Aan de westzijde een vrijstaande villa
Inspreker s
Reactie
HW 18 C.1.3. De spoorlijn is een natuurlijke en psychische barrière; angst dat de doelgroep rond de kerk en omliggende straten blijft rondhangen.
Beantwoording College van B&W (middels een halletje met af te sluiten verbindingsdeur verbonden aan de kerk) die bewoond wordt door broeders van de Orde van Franciscanen. In de nabijheid bevinden zich diverse appartementsgebou-wen met seniorenwoningen, en verder weg een school voor voortgezet onderwijs. Dak- en thuislozen zijn in Leiden gewend zich te bewegen tussen de diverse voorzieningen en ontmoetingsplaatsen. Dat de spoorlijn dan een barrière zal vormen is niet waarschijnlijk. Rondhangen in omliggende straten is uiteraard niet de bedoeling. In de beheergroep zullen daarover afspraken worden gemaakt met de (vertegenwoordigers van de)bezoekers zelf, De Binnenvest, omwonenden, de politie, woningcorporaties en de gemeente. Het gaat dan vooral om wachtende bezoekers rond de openings- en sluitingstijden. Uiteraard is van belang hoe met de uitvoering en handhaving van de afspraken wordt omgegaan. Zie daarover ook hoofdstuk E.
HW 8, 9, 10, 11, 19
HW 18
HW 18
C.2. Gebruik buitenruimten C.2.1. De buitenruimten zullen zorgen voor overlast en verlies van privacy.
C.3. Openingstijden C.3.1. Uitbreiding van openingsuren is even belastend voor de omwonenden van het bestaande dienstencentrum als voor de omwonenden van de Leonarduskerk.
Zoals al vermeld onder B.1. zal De Binnenvest geen gebruik maken van de buitenruimte aan de achterzijde . De dagopvang zal alleen gebruik maken van de binnenzijde van het gebouw. Beheer en toezicht van de buitenruimte aan de voorzijde worden besproken in de beheergroep.
Dat is waar. De eerste dagopvang aan de Oude Rijn kan echter vanwege bepalingen in de vergunning niet uitgebreid worden met meer en langere openingstijden.
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W
C.3.2. De openingstijden zijn misdadig: te lang (middagen, avonden en weekends) en dienen aangescherpt te worden.
Het verminderen van de openingstijden staat haaks op het doel van de tweede dagopvang: uitbreiding van de openingsuren, aanvullend op de bestaande eerste dagopvang. Het opvangen van mensen binnen de voorziening helpt in het algemeen om de overlast buiten te beperken. Inspreker woont tegenover de Leonarduskerk en heeft belang bij een goed beheer van de omgeving van de voorziening. Deelname aan de beheergroep kan bijdragen aan het zorgvul-dig omgaan met die belangen door de projectpartners en het maken van adequate afspraken.
HW 19 C.3.3. De openingstijden zijn voorlopig; er is angst dat ze in de toekomst verruimd zullen worden.
HW 3, 17, 19, 23
C.4. Aanlooproute C.4.1. De Haagweg is voor kwetsbare verkeersdeelnemers nu al een gevaarlijke doorgangsweg. Dat gaat ook gelden voor de bezoekers van de dagopvang.
De openingstijden zijn inderdaad, zoals meegedeeld op de informatieavond van 31 januari, voorlopig. Enerzijds is het mogelijk dat het zorgaanbod en de openingstijden uitgebreid worden; anderzijds is denkbaar dat het beoogde aanbod ( op termijn) op een andere locatie uitgevoerd gaat worden. Een en ander is mede afhankelijk van ontwikkelingen in de doelgroep en het aanbod van geschikte panden. Relevant is dat ongeacht aanbod en openingstijden er sprake is van goed beheer binnen èn buiten de voorziening.
De verkeerssituatie, aanlooproutes en eventuele maatregelen zijn onderwerp van gesprek in de beheergroep. Dak- en thuislozen zijn in Leiden gewend zich te bewegen tussen de diverse voorzieningen en ontmoetingsplaatsen. Zie in dit verband de verkeerssituatie rond de Garenmarkt en het Station. Dat de Haagweg voor de doelgroep te
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W gevaarlijk moet worden geacht is niet aannemelijk.
HW 19
C.4.2. De dagopvang doet door de ligging aan een aanlooproute afbreuk Dak- en thuislozen bevinden zich nu aan de door de gemeente gewenste ook al overwegend in het centrum, (winkel)centrumfunctie. samen met een groot aantal anderenpassanten, winkelend publiek, toeristen, bewoners enz. Dat het straatbeeld daardoor zodanig wijzigt dat sprake is van afbreuk, is niet aannemelijk. HW 13 C.4.3. Het zal moeilijk zijn om bij verkoop voor de naastgelegen villa een andere bestemming te vinden.
HW 3, 7, 19, 22, 24
D Combinatie met andere (opvang)voorzieningen D.1. In de wijk zelf D.1.1. Er is al overlast van het sociaal pension, de aanwezigheid van meer daklozen en verslaafden in de wijk is ongewenst. Er zijn nu al veiligheidsproblemen in de wijk, o.a. in portieken, parken, bij bejaardenhuizen, scholen en het parkeerterrein aan de Haagweg.
Met de bewoners en eigenaar van de naastgelegen villa vindt overleg plaats over specifieke maatregelen.
De bestaande overlast en risicoplaatsen zullen een van de eerste gesprekspunten in de beheergroep zijn. Een inventarisatie daarvan, met name van overlast die gerelateerd is aan dak- en thuislozen, verslaafden of bewoners van het sociaal pension, gekoppeld aan een schouw in de wijk, vormt de basis voor het in beeld brengen van de overlast en te nemen maatregelen. Inbreng van omwonenden is daarbij onontbeerlijk. Een eerste voorgesprek daarover met politie, De Binnenvest en de afdeling Milieu en beheer heeft inmiddels plaatsgevonden. Meldingen van overlast bij de politie zijn afgenomen. Het sociaal pension ontvangt al geruime tijd geen klachten. Ook Milieu en Beheer meldt geen bijzonderheden. Dit staat echter haaks op de reacties tijdens de informatieavond van 31 januari en de inhoud van de inspraakbrieven. Het onderstreept de
Inspreker s
HW 17
HW 4
Reactie
Beantwoording College van B&W
D.1.2. Aankoop van alcohol bij café/snackbar aan de overkant.
noodzaak om dit punt samen met omwonenden op korte termijn helder in beeld te krijgen, voordat nader ingegaan kan worden op de door omwonenden verwachte overlast van de dagopvang.
D.1.3. Overlast van toekomstige bewoners van het pand van de vrouwenopvang
De snackbarhouder evenals de buurtsuper zal worden gevraagd deel te gaan nemen aan de beheergroep, zodat afspraken gemaakt kunnen worden tussen de snackbar, buurtsuper, De Binnenvest en omwonenden. Het pand is in particuliere handen, de ge-meente heeft geen bemoeienis met de ver-koop. Onlangs is bekend geworden dat het pand verkocht is; er zal een appartemen-tencomplex in gevestigd worden.
HW 19
D.1.4. Bewoners van het sociaal pension en bezoekers van de dagopvang zullen bij elkaar op bezoek gaan, dat geeft overlast en leidt tot een extra looproute.
Indien gewenst kunnen toekomstige beheerder en bewoners uitgenodigd worden deel te gaan nemen aan de beheergroep, om daar met omwonenden afspraken te maken. De bewoners van het sociaal pension worden begeleid door Parnassia (verslavingszorg). Hun verslavingsprobleem is over het algemeen gestabiliseerd. Over het gebruik van alcohol maakt Parnassia individuele afspraken met de bewoners. Denkbaar is dat bewoners van het sociaal pension gebruik zullen maken van de dagopvang, maar de verwachting is niet dat dit veel zal gebeuren. Zij zijn niet dakloos en hebben een eigen plek. Veel bewoners komen niet tot nauwelijks buiten het sociaal pension. Voor het ontvangen van bezoek en gewenst gedrag in het sociaal pension kent De Binnenvest huisregels. Het
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W ongelimiteerd langsgaan is niet aan de orde. Bezoek moet zich melden en wordt ontvangen in de gemeenschappelijke huiskamer. Voor verblijf in de slaapkamer is toestemming van de begeleiding nodig. Bezoek mag niet blijven overnachten.
HW 16, 17
HW 18
HW 16, 17
D.2. Deconcentratie versus concentratie van zorg D.2.1. De buurt heeft al twee opvanghuizen.
D.2.2. Massaliteit, openingstijden en alcoholgebruikruimte zorgen voor concentratie in plaats van spreiding.
D.2.3. Verwijzen en aanvoeren van veelplegers en harddrugsgebruikers draagt niet bij aan spreiding. De alcoholgebruikruimte is ongewenst
De vrouwenopvang verhuist eind 2005 naar een pand buiten de wijk. Het sociaal pension blijft voorlopig in de wijk gehuisvest. De capaciteit van de tweede opvang is iets groter (30 plaatsen) dan die van de eerste (25 plaatsen) en is (vergeleken met opvangvoorzieningen elders) van gemiddelde / kleine omvang. Mogelijk is de toeloop in het weekend wat groter als ook de bezoekers van De Zaak en het Dag Activiteiten Centrum Psychiatrie van de opvang gebruik gaan maken, afhankelijk van het toelatingsbeleid.
Diverse opvanginstellingen zijn elders gevestigd, zoals het Slaaphuis, het Inloophuis, de ambulante verslavingszorg, de methadonverstrekking en De Zaak (dagbesteding). Er is wel degelijk sprake van spreiding. Het koppelen van een alcoholgebruikruimte aan dagopvang is erg voor de hand liggend en zorgt op zich niet voor meer bezoekers. Een dergelijke voorziening vermindert het gebruiken op straat en draagt daarmee bij aan het terugdringen van de overlast. Opvang vermindert de overlast op straat, en draagt bij aan betere
Inspreker s
HW 18
Reactie
Beantwoording College van B&W
en heeft een aanzuigende werking.
leefomstandigeden van de daklozen. De tweede dagopvang richt zich op dezelfde bezoekersgroep als de eerste dagopvang, niet op een nieuwe bezoekersgroep. Er vindt dus geen uitbreiding plaats van het aantal daklozen als gevolg van toestroom naar Leiden, hooguit vanwege groei als gevolg van Leidenaren die op straat belanden.
D.2.4. De kerk is zo groot dat verwacht mag worden dat nog meer voorzieningen er in worden ondergebracht.
D.3. Combinatie met slaaphuis HW 16, 18, D.3.1. Waarom worden dag- en 23 nachtopvang niet gecombineerd? Er is voldoende onderzocht hoe de opvang in andere gemeenten is geregeld.
Het combineren van opvangvoorzieningen is lang niet alleen een kwestie van ruimte en vierkante meters. Primair gaat het om de wenselijkheid en mogelijkheid van het combineren van voorzieningen. Op welk deel van de doelgroep richt een voorziening zich, zijn er wettelijke beperkingen (zoals bijvoorbeeld bij de verstrekking van heroïne onder medisch toezicht), ligt de nadruk op reguleren van gebruik of juist op verminderen of stoppen van gebruik? Op het van de straat afhalen of (al weer een stap verder) om activering en wonen al dan niet met begeleiding? Bovenstaande sluit een combinatie met een andere opvangvoorziening niet uit, maar geeft aan dat bepalend is of de combinatie inhoudelijk wenselijk en mogelijk is.
Er zijn inmiddels veel voorbeelden in andere gemeenten van combinaties van opvangvoorzieningen. Dag- en nachtopvang in één pand, wel of geen gebruiksruimten erbij, alcohol en drugs wel of niet samen, inpandige dagbeste-ding, methadonverstrekkingongeveer alle varianten komen voor. Dat heeft dikwijls te maken met lokale omstandigheden, de samenstelling en
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W omvang van de doelgroep, de wijze waarop verslavingszorg en maatschappelijke opvang per regio georganiseerd zijn, met beschikbare panden en locaties, afspraken met omwonenden, bestemmingsplannen, vergunningen, met geld. Kortom, er is niet één zaligmakend model. Elke gemeente dient oplossingen te zoeken die passen bij de eigen omstandigheden. Leiden kent een urgent huisvestingsprobleem voor de opvangvoorzieningen. Uitbreiding op de Oude Rijn is niet mogelijk. Bij het beschikbaar komen van nieuwe huisvestingsmogelijkheden zullen gewenste combinaties opnieuw worden bekeken. Wat betreft openingstijden zijn er ook voorbeelden te geven van opvangvoorzieningen die 24 uur per dag, 7 dagen per week geopend zijn. Een tendens is om de voorzieningen uit een oogpunt van zorg en vanwege beheersbaarheid en vermindering van overlast juist zo lang en zo vaak mogelijk open te laten zijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen thuislozen (mensen die ergens een vaste slaapplek hebben, maar daar overdag niet kunnen / willen verblijven) en feitelijk daklozen die om te slapen aangewezen zijn op tijdelijk verblijf bij familie, vrienden, bekenden, op de opvang of op de straat. Leiden kent naar schatting twee keer zoveel thuislozen als daklozen. De huidige capaciteit van de nachtopvang bedraagt 18 bedden. Voor de vervangende nachtopvang is van een zelfde aantal uitgegaan.
In de winter is dat aantal te klein en worden tijdens koude periodes bedden
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W
bijgeplaatst (de zgn. winterregeling). Een aantrekkelijker alternatief voor het vergroten van de capaciteit is betere uitstroom (naar zelfstandig(er) wonen). Hier wordt op het moment aan gewerkt in samenwerking tussen opvanginstellingen, corporaties en gemeente. Van de bezoekers van de dagopvang in de kerk zal dus lang niet iedereen HW 17, 18, gebruik maken van de nachtopvang, 19, 23 D.3.2. Openingstijden van dagopvang omdat ze elders een plek om te slapen en nachtopvang sluiten niet op hebben. Het is niet logisch te elkaar aan. Er zijn veel meer veronderstellen dat deze bezoekers die daklozen dan bedden in de een eigen slaapplek hebben rond de nachtopvang, daklozen zullen zich ’s kerk zullen blijven hangen. avonds rond de Leonarduskerk gaan ophouden en in de wijk verspreiden: De openingstijden van beide de afstand naar de nachtopvang is te voorzieningen zijn dus wel op elkaar groot en het aantal bedden te klein. afgestemd, maar houden ook rekening De vorm van de voorgestelde met de bezoekers die niet richting dagopvang is onver-antwoord. Slaaphuis gaan. De ervaringen in andere steden leert dat het vertrek van de bezoekers van de dagopvang heel geleidelijk verloopt en zich niet concentreert rond sluitingstijd. De aankomst bij de nachtopvang vindt eveneens gespreid plaats, omdat niet iedereen uit de dagopvang komt. Sommigen zijn erg vermoeid en willen zo vroeg mogelijk slapen, anderen komen vlak voor sluitingstijd binnen of blijven zo lang mogelijk op.
E. Leefklimaat E.1. Belasting van de wijk; leefbaarheid; sociale HW 2, 3, 5, (on)veiligheid; overlast 6, 15, 16, De wijk kent al veel overlast, hoge 17, 18, 22 werkloosheid, veel inbraken en andere criminaliteit, sociale problemen, jongerenoverlast, twee opvangvoorzieningen, weinig openbare ruimte, die bovendien vervuild is, drugspanden. Er wonen
De zorgen en angsten die de insprekers verwoorden zijn heel herkenbaar. Voor een deel hebben ze te maken met bestaande overlast en sociale problematiek in de wijk, voor een ander deel met persoonlijke ervaringen met mensen uit de doelgroep en soms ook met het
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W
veel ouderen, kinderen en sociaal zwakkeren. De sociale cohesie en controle zijn gering.
onbekend zijn met de leef- en denkwijze van dak- en thuislozen en verslaafden.
De buurt wordt onevenredig zwaar belast. Het voortbestaan van de buurtsuper wordt door de komst van alcoholisten bedreigd. HW 2, 5, 6, 15, 18 De buurt wordt onleefbaar; de dagelijkse, lijfelijke confrontatie met alcoholisten is een psychische last voor de Haagwegbewoners; er moet dag en nacht in een gespannen situatie worden geleefd, er is geen vrije keus meer. Bewoners en hun gasten hebben recht op een normaal leefklimaat. Het is niet aanvaardbaar dat bewoners hun leefruimte elke dag moeten delen met de meest onbeheersbare groep HW 1, 5, 6, van de stad. De gemeente ontkent 7, 12, 14, mijn bestaan. 16, 17, 18, 19 Rondzwervende daklozen leveren gevaar voor de omgeving op. Ik heb grote zorgen over de veiligheid en leefbaarheid door de komst van de opvang. De opvang versterkt angstgevoelens, ouderen durven hun huis niet meer uit. We willen ons niet verschansen achter hekken, muren HW 1, 4, 7, en heggen. Deze problemen waren er 14, 16, 18, niet toen de gemeente ons adviseerde 19 in deze wijk te gaan wonen. De opvang zorgt voor een cumulatie van overlast in een woon / werkwijk. De onevenredigheid is in deze wijk vele malen groter dan in de binnenstad. De gemeente beseft niet tot welke problemen dit gaat leiden.
Het is waar dat als de dagopvang van start gaat, de bezoekers ervan zichtbaar aanwezig zullen zijn op straat en in de omgeving van de kerk. Of dat als overlast ervaren wordt, is voor een deel een persoonlijke zaakvoor de een zal dat wel het geval zijn, voor de ander niet en het is mede afhankelijk van het gedrag van de bezoekers.
In de reacties worden vormen van overlast genoemd die niet acceptabel zijn. Uitgangspunt dient te zijn dat de overlast minimaal niet toeneemt als gevolg van de komst van de dagopvang en liefst afneemt. Dat de omgeving van de Haagweg schoner wordt en beter onderhouden. Dat gevoelens van onveiligheid afnemen en er adequaat gereageerd wordt op meldingen van overlast. Onlosmakelijk aan de dagopvang verbonden is het omgevingsbeheer. Het is geen tovermiddel, maar wel een heel bruikbare manier om leefklimaat en veiligheid te verbeteren, dat in diverse buurten rond opvangvoorzieningen zijn waarde heeft bewezen. Er zijn slechte voorbeelden van beheergroepen en gelukkig ook goede. Van beide kan geleerd worden hoe het niet, respectievelijk wel
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W aangepakt kan worden. Omgevingsbeheer zoals dat rond de opvangvoorziening ontwikkeld zal worden gaat uit van de gedachte dat alle betrokkenen/belang-hebbenden gezamenlijk en op een actieve manier hun verantwoordelijkheid nemen voor een veilige, onderhouden en schone openbare ruimte.
Ieder heeft daarin een eigen rol: politie, instelling en stadstoezicht zorgen voor toezicht en handhaving; milieu en beheer zorgen samen met de instelling/bezoekers en eventuele corporatie voor een schone en onderhouden omgeving; bewoners, ondernemers en bijzondere voorzieningen in de wijk hebben vooral een signalerende rol en bewaken de overeengekomen afspraken. In de beheergroep inventariseren omwonenden, ondernemers, vertegenwoordigers van de doelgroep, De Binnenvest, woningcorporatie(s), gemeente (Milieu en Beheer; Zorg en Welzijn), politie en projectleiding de huidige situatie, voeren een schouw uit, brengen de overlast in kaart. Vervolgens worden mogelijke oplossingen op het gebied van bouwkundige maatregelen, openingstijden, huisregels, toelatingsbeleid, toezicht, handhaving, onderhoud en beheer van de openbare ruimte, verlichting enz. met elkaar besproken en worden er keuzes gemaakt van welke maatregelen het meeste effect verwacht wordt. Van gemeentezijde is een budget beschikbaar om zoveel mogelijk maatregelen uit te voeren.
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W Vóór de opening van de voorziening vindt een zogenaamde 0-meting plaats, door een extern bureau dat daarin gespecialiseerd is. In de 0meting worden gegevens over de wijk vastgelegd: risicoplaatsen, bestaande overlast, veiligheidsbeleving, het aantal bij de politie geregistreerde incidenten, enz. Met de beheergroep wordt afgesproken in welk gebied de 0-meting wordt uitgevoerd, welk bureau de meting gaat uitvoeren, wat de onderzoeksopdracht is en welke onderwerpen in de meting betrokken worden.
Na 1 jaar (waarbinnen de opening van de voorziening heeft plaatsgevonden) wordt de meting herhaald, zelfde gebied, zelfde opdracht, zelfde bureau, zelfde vragen, zodat een beeld verkregen kan worden wat de invloed van de voorziening is op de (beleving van) veiligheid in de wijk. De beheergroep legt alle afspraken vast in een beheerplan, inclusief de manier waarop de nakoming bewaakt wordt en welke “prestaties” overeengekomen zijn. Bijvoorbeeld dat het aantal bij de politie geregistreerde incidenten niet noemenswaardig toeneemt, of hoe bijgestuurd wordt als dat onverhoopt toch het geval is. Een ander onderdeel van het beheerplan is een klachtenregeling. Alle partijen in de beheergroep, inclusief de gemeente sluiten over het beheerplan met elkaar een convenant af. Voordeel van deze aanpak is dat niet alleen mogelijke toekomstige
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W overlast bekeken wordt, maar ook de reeds bestaande, zeker wanneer die aan de doelgroep gerelateerd is. De beheergroep blijft in stand ook (vooral!) na de opening van de dagopvang om de vinger aan de pols te houden, afspraken en maatregelen bij te stellen en te rapporteren aan de overige omwonenden en de gemeente. Er blijken zich circa 20 omwonenden aangemeld te hebben voor de beheergroep, waarmee zij goed vertegenwoordigd zijn en een krachtig geluid kunnen laten horen. Dat is een van de succesfactoren voor een goed functionerende beheergroep. Op dezelfde wijze kunnen ondernemers uit de wijk (zoals de buurtsuper, snackbar, ligplaatsverhuurder) hun stem laten horen en hun belangen naar voren brengen. Zij zullen daarvoor benaderd worden.
HW 16, 18
E.2. Praktische situaties en suggesties De voorstellen zullen meegenomen in E.2.1. De straatverlichting is de besprekingen in de beheergroep ontoereikend. Een doodlopende over gewenste maatregelen. straat achter mijn huis kan niet afgesloten worden, dat is een onveilige situatie. Breidt de straatverlichting in de Potgieterlaan, De Genestestraat, Nicolaas Beetsstraat uit. Sluit de poortjes in de Potgieterlaan en Nicolaas Beetsstraat af met hekken. Het vuilnisophaalschema moet strakker nageleefd worden.
F. Gevolgen voor eigen HW 13, 15, woningbezit
Van planschade kan op twee manieren
Inspreker s 18, 19, 20, 21
HW 15, 20, 21
HW 18
HW 18
Reactie
Beantwoording College van B&W
F.1.1. Waardevermindering van de woning, materiële en immateriële schade en inkomstenderving als gevolg van de nabijheid van de Dagopvang.
sprake zijn: 1. Er is sprake van een bestemmingsplan-wijziging: in de onderhavige situatie is er echter geen wijziging van de bestemming. 2. Er is sprake van een rechtmatige over-heidsdaad en deze leidt mogelijk tot schade: belanghebbenden starten een procedure om de veronderstelde schade gecompenseerd te krijgen.
Met de naaste buren vinden hierover F.1.2. Voor het maken van een gesprekken plaats. Anderen kunnen relatief veilig leefklimaat zijn extra zich met concrete en onderbouwde maatregelen nodig, waar kosten mee voorstellen tot de projectleiding gemoeid zijn. wenden. De voorstellen zullen bekeken worden op hun relatie tot reële verwachtingen met betrekking tot eventuele toekomstige overlast en beoordeeld worden in relatie tot de maatregelen die de beheergroep voorstaat. De gemeente heeft een zorgplicht voor F.1.3. De gemeente dient te daklozen en geeft daar invulling aan verantwoorden waarom zij meent een o.a. door het maken van dergelijke grote inbreuk op het voorzieningen. Tegelijkertijd wordt in eigendomsrecht te kunnen maken. samenspraak met omwonenden een beheerplan ontwikkeld en uitgevoerd die de overlast tot een minimum dient te beperken. F.1.4. Op langere termijn is het gebied bestemd voor nieuwbouw.
HW 13
Dan zal tot onteigening van de woningen moeten worden overgegaan. Met de vestiging van de opvang verschaft de gemeente zich een financieel voordeel ten koste van mij. Ze maakt misbruik van haar bevoegdheden wanneer zij het verlies aan waarde niet compenseert. F.1.5. Ondanks het huidige overleg met de gemeente verwachten we
De waarde van bestaande woningen wordt bepaald door een groot aantal factoren. Ervaringen elders hebben uitgewezen dat eventuele betekenisvolle veranderingen niet op het conto van de ene factor, namelijk van de komst van zo’n voorziening kunnen worden geschreven. Voor het overige verwijzen we naar het antwoord op F.1.1 Daar is op dit moment weinig over te
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W
geconfronteerd te worden met vernielingen en beschadigingen.
zeggen. Er vinden ook nu beschadigingen en vernielingen plaats in de wijk, zonder dat vaststaat wie daarvoor verantwoordelijk is. Ze kunnen niet zonder meer op het conto van daklozen geschreven worden. Negatieve ervaringen met bezoekers van de dagopvang kunnen gemeld worden bij de beheergroep en projectleiding.
HW 17
F.1.6. De woningen aan de De Genestetstraat zijn niet te beveiligen tegen inbraak. Aandachtspunt voor de beheergroep in samenspraak met de eigenaar van de woningen.
HW 7
HW 7, 17, 19
HW 8, 9, 10, 11, 15
G. Controle, beheersbaarheid en toezicht G.1.1. Bezwaar tegen alcoholgebruik onder toezicht omdat dit tot overlast op straat leidt.
G.1.2. Van de eerder beloofde veiligheids-maatregelen is weinig (meer) te merken. Welke waarde hebben nieuwe beloftes?
Door de alcoholverslaafden binnen gelegenheid tot gebruiken te bieden, wordt (een deel van) het gebruik op straat verminderd. Aan de gebruiksruimte in de dagopvang zullen door De Binnenvest regels verbonden worden, ongelimiteerd gebruik zal in geen geval worden toegestaan. Zoals beschreven in hoofdstuk E zal in de beheergroep allereerst naar de bestaande overlast gekeken worden, inclusief de eerder gemaakte afspraken en de effecten daarvan. Bij de aanpak in de beheergroep is sprake van een structurele samenwerkingsvorm tussen alle betrokkenen, terugkoppeling naar de overige bewoners, rapportage aan het gemeentebestuur en klachtenregeling, inclusief een terugmeldregeling naar klachtmelders.
G.1.3. Bereidheid een bijdrage te leveren aan de invulling van de Deze insprekers zijn benaderd om deel maatregelen voor de handhaving van te nemen aan de beheergroep.
Inspreker s
HW 17, 18
Reactie
Beantwoording College van B&W
de leefbaarheid van de buurt; vraagt de gemeente afspraken te maken over maatregelen die de leefbaarheid en veiligheid garanderen.
G.1.4. De stelling dat de problemen beheersbaar zijn is misleidend en HW 14, 17, niet onderbouwd. 18 G.1.5. De politie en De Binnenvest hebben beperkte bevoegdheden; van de politie is weinig te verwachten omdat die de oplossing bij anderen zoekt en probleemgevallen uit de binnenstad door zal sturen naar de Haagweg. Klachten over het voorplein zullen niet ontvankelijk zijn voor de politie omdat het gebied bij de opvang hoort. De Binnenvest zal bij escalatie bezoekers buiten zetten.
In hoofdstuk E is hier uitvoerig op ingegaan.
In het beheerplan zal op een andere manier met veiligheid, toezicht en handhaving worden omgegaan dan de insprekers veronderstellen De partners die samenwerken in de beheergroep zijn er gezamenlijk verantwoordelijk voor. De taken en verantwoordelijkheden van De Binnenvest en de politie beginnen respec-tievelijk eindigen niet bij het voorterrein of de voordeur. Er zal intensief samengewerkt worden, waarbij de aanpak binnen en buiten op hun onderlinge effecten afgestemd gaan worden. Ook van de bezoekers en hun belangenorganisatie zal een bijdrage verwacht worden, bijvoorbeeld door middel van het schoonhouden van de omgeving van de dagopvang en het aanspreken van bezoekers op hun gedrag. De politie zal tijdens openingsuren bij daklozen er op aandringen gebruik te maken van de opvang, daar is de voorziening ook voor bedoeld.
HW 14, 17
Alleen repressie biedt geen oplossing voor de complexe problematiek van de dak- en thuislozen en verslaafden. Het gaat om een balans tussen voldoende en aansluitende zorg in combinatie met repressie wanneer sprake is van onaanvaardbare overlast en van crimina- liteit. Samenwerking en afstemming tussen politie en zorginstellingen is dan geboden.
Inspreker s
HW 26
HW 8, 9, 10, 11
Reactie
Beantwoording College van B&W
G.1.6. Er is angst dat blijvende ergernis zal leiden tot het spelen voor Dat zou inderdaad geen goede eigen rechter. ontwikkeling zijn. Deelname aan de beheergroep en een goede klachtenregeling zijn betere alternatieven. G.1.7. De gemeente beoogt met dit plan beheersbaarheid in de stad, Dit strookt niet met onze bedoelingen behalve rond de Leonarduskerk. en aanpak. Natuurlijk zijn leefbaarheid en veiligheid ook belangrijk voor het gebied rond de G.1.8. Voorkom zoveel mogelijk Leonarduskerk. calamiteiten. Suggesties: buurtopzichter, beveiliging huizen, Deze opbouwende suggesties worden actieve betrokkenheid bewoners bij meegenomen in de besprekingen met buurtwacht, tijdelijk de beheergroep. verwijderingsbevoegdheid in noodgevallen.
H. Instemming H.1.1. Begrip voor de afweging en keuze Leonarduskerk.
RB 123
H.1.2. Instemming met keuze voor opvang buiten de binnenstad.
H 27
H.1.3. Instemming met meerdere opvangplekken in de stad.
Het College is erkentelijk voor het getoonde begrip en ervaart het als steun voor het ingezette beleid.
H.1.4. Gemeente lijkt met deze plannen de recente kritiek van de Algemene Rekenkamer (opvangvoorzieningen dak- en thuislozen in de regio Leiden zijn relatief slecht op elkaar afgestemd) te hebben ondervangen.
HW 2
Suggesties 1. Alternatieven voor opvang 1.1. Opvang ver van de bewoonde wereld is beter
Ook dak- en thuislozen zijn burgers van de stad Leiden en hebben rechten en plichten. Het gaat niet aan deze mensen te veroordelen tot een bestaan
Inspreker s
Reactie
Beantwoording College van B&W letterlijk aan de rand van de samenleving. De inzet is juist gericht op een menswaardiger bestaan, waarbij een beroep gedaan wordt op de mogelijkheden van de daklozen zelf om daar een bijdrage naar vermogen aan te leveren.
HW 18
HW 18
HW 4, 16
HW 2
1.2. Een locatie in de binnenstad is beter vanwege de aanwezigheid van bedrijven, kroegen en winkels.
1.3. In een andere gemeente wordt gewerkt met dagopvang op 4 locaties, die elk 4 uur per dag open zijn. De tijden sluiten aan op de nachtopvang, er zijn mogelijkheden voor dagbesteding. De daklozen blijven zo in beweging en de overlast voor omwonenden wordt gespreid.
2. Alternatief gebruik van de Leonarduskerk 2.1. Een minder belastende bestemming voor de Leonarduskerk, bijvoorbeeld een buurthuis / wijkcentrum, gezondheidscentrum of huisartsen onder één daklocaties (Hoed).
Opvangvoorzieningen springen in een omgeving met winkelend publiek, passanten, omwonenden enz. inderdaad minder in het oog. Dergelijke gemengde functies zijn in de omgeving van de kerk aanwezig. Elke gemeente kiest een opvangmodel dat aansluit bij de specifieke omstandigheden en mogelijkheden. Zo kiest ook Leiden voor een aanpak, zoals hiervoor uiteengezet. Vier locaties alleen voor dagopvang is, gezien de betrekkelijk geringe omvang van de doelgroepen geen aantrekkelijke optie. Nog afgezien van de kosten en het benodigde omgevingsbeheer.
Uitgangspunt vormt niet een goede bestemming voor de Leonarduskerk, maar een locatie voor de dagopvang. In het bestaande Dienstencentrum aan de Oude Rijn worden buiten de openingstijden andere (buurt)activiteiten georganiseerd. De Binnenvest heeft aangegeven open te staan voor suggesties hierover uit de buurt.
3. Overige suggesties 3.1. Uitbreiding van het aantal Deze suggestie valt buiten het kader goedkope huurwoningen met 30% is van de onderhavige inspraak. een bijdrage aan de oplossing van woningnood en huisvestingsproblemen van daklozen.
Inspreker s HW 16
Reactie
Beantwoording College van B&W
3.2. Daklozen kunnen de buurt wat schoner maken tegen een kleine vergoe-ding, dat draagt bij aan de integratie naar een normale baan.
De veegploeg van De Binnenvest zal deel uitmaken van de dagopvang. Het uitvoeren van schoonmaakwerkzaamhe-den in de buurt van de Leonarduskerk zal serieus bekeken worden.
HW 18
HW 16
3.3. Geef daklozen een rol bij de viering van het Rembrandtjaar door op straat figuren uit te laten beelden uit de tijd van Rembrandt of bijeenkomsten met dat thema te organiseren in de opvang. 3.4. De gemeente kan zicht beter richten op de alcoholproblemen in de wijk.
Deze suggestie valt buiten het kader van de onderhavige inspraak.
Verslavingszorginstelling Parnassia voert in Leiden ook werkzaamheden uit op het gebied van preventie en behandeling van alcoholproblemen.
HW 16
3.5. Wees minder bureaucratisch en draai niet om de feiten heen.
We hopen daar met deze beantwoording gehoor aan te hebben gegeven.
B. Overig Circa 20 omwonenden hebben te kennen gegeven onder bepaalde voorwaarden aan het opstellen van een beheerplan te willen deelnemen. Daaraan voorafgaand zullen status, taken, rol en verantwoordelijkheden de beheergroep in een collegebesluit vastgelegd worden. Over de kosten die gemoeid zijn met de benodigde aanpassingen van de Leonarduskerk zal voorafgaand aan de behandeling van voorliggend voorstel, aanvullend worden geadviseerd. Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, de Burgemeester, P.I.M. v.d. WIJNGAART. H.J.J. LENFERINK. De Raad der gemeente Leiden; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (raadsvoorstel nummer 05.0064 van 2005), mede gezien het advies van de commissie. B E S L U I T:
1. Kennis te nemen van het voorgenomen besluit ad 3; 2. Wensen en/of bedenkingen betreffende dit voornemen in het kader van de zogenaamde voorhangprocedure ter kennis van het College te brengen; 3. Kennis te nemen van de inspraakreacties op het beleidsvoornemen om de locatie Haagweg 13 (Leonarduskerk) beschikbaar te stellen voor dagopvang van daklozen en verslaafden; 4. In te stemmen met de beantwoording van de inspraakreacties door het College; Gedaan ter openbare vergadering van de Griffier,
BW050640
de Voorzitter,
B&W- nr.: 05.0640 d.d. 17-05-2005 Onderwerp:
Beantwoording van de inspraak op het voornemen de locatie Haagweg 13 aan te wijzen voor de opvang van (verslaafde) dak- en thuislozen
BESLUITEN ommissie
1. Kennis te nemen van de inspraakreacties op het beleidsvoornemen om de locatie Haagweg 13 (Leonarduskerk) beschikbaar te stellen voor dagopvang van daklozen en verslaafden; 2. De beantwoording van de inspraakreacties vast te stellen. 3. Het voornemen te handhaven de Leonarduskerk beschikbaar te stellen voor dagopvang van daklozen en verslaafden. 4. In te stemmen met een raming van € 183.000 voor beheermaatregelen rondom de locatie Haagweg 13. Hiervan heeft een bedrag ad € 85.000 betrekking op 2006, besluitvorming over dekking van dit bedrag zal betrokken worden bij de behandeling van de programmabegroting / productenraming 2006. Een bedrag ad € 98.000 heeft betrekking op 2005, hiervan wordt voorgesteld dit te dekken uit de reserve OGGZ; 5. Bijgaande productwijziging vast te stellen 6. De Raad voor te stellen: a. Kennis te nemen van het voorgenomen besluit ad 3; b. Wensen en/of bedenkingen betreffende dit voornemen in het kader van de zogenaamde voorhangprocedure ter kennis van het College te brengen; c. Kennis te nemen van de inspraakreacties op het beleidsvoornemen om de locatie Haagweg 13 (Leonarduskerk) beschikbaar te stellen voor dagopvang van daklozen en verslaafden; d. In te stemmen met de beantwoording van de inspraakreacties door het College; 7. In te stemmen met de vorming van een beheergroep Haagweg waarin naast omwonenden en ondernemers ook Stichting De Binnenvest, vertegenwoordigers/belangenbehartigers van de doelgroep, vertegenwoordigers van de Dienst C&E, de Dienst M&B, de politie en woningcorporatie Portaal zitting hebben; 8. De directeur van de Dienst C&E te verzoeken de notitie over de status van en de randvoorwaarden voor de beheergroep verder te laten uitwerken; 9. mandaat te verlenen aan de Wethouder WOWZ voor tekstuele wijzigingen, o.a. in de financiële paragraaf van het B&W- en raadsaanbiedingsformulier. Samenvatting Op grond van het collegebesluit van 21 december 2004 en de Inspraakverordening heeft van 4 februari tot en met 21 maart 2005 voor een ieder ter inzage gelegen het beleidsvoornemen van het College van 21 december 2004 om de Leonarduskerk, gelegen aan de Haagweg 13, beschikbaar te stellen voor de opvang van daklozen en verslaafden. Het collegevoorstel omvat de beantwoording van de inspraakreacties. Uit de reacties spreekt zorg van omwonenden over de door hen verwachte overlast. De ingediende reacties betreffen inspraakreacties over de onderbouwing van de besluitvorming, de procedure en de inspraak; de locatiekeuze en de locatie zelf; de combinatie met andere opvangvoorzieningen; het leefklimaat in de wijk Haagwegkwartier; de gevolgen voor het eigen woningbezit; de controle, beheersbaarheid en het toezicht, de communicatie, suggesties; de hulpverlening aan daklozen en verslaafden; de
afweging van de belangen; de rol en taak van de gemeente. Tevens waren er enkele instemmende reacties. De inspraakreacties hebben geen nieuwe inzichten, feiten of omstandigheden naar voren gebracht die aanleiding zouden geven om het beleidsvoornemen te wijzigen. Na het definitieve besluit zal van gemeentezijde het initiatief genomen worden tot het starten van een beheergroep Haagweg. Een voorstel over de satus, rol, taken en bevoegdheden van de beheergroep is in een begeleidende notitie vastgelegd. Voor ontwikkeling en uitvoering van het beheerplan is euro 183.000 benodigd.
Geslacht 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 17 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26
Voorlet.
Achternaam/Organisatie Kenmerk Binnen op: Bewonersgroep Haagweg 6519 14-12-04 De heer/mevrouw A. de Beer 769 14-02-05 De heer T. Alaerts 795 15-02-05 Mevrouw M. Wezenbeek en de heer H. van den Oever 858 18-02-05 De heer/mevrouw P. Stavleu 943 24-02-05 Mevrouw G. Peper-Kroon 1131 07-03-05 Familie Bodenstaff 1160 08-03-05 Marcel Smits en Jan Rijsdam 1176 09-03-05 De heer en mevrouw Dieber-Hoff 1176 09-03-05 De heer H. Odijk 1176 09-03-05 De heer H. Dieber 1176 09-03-05 Mevrouw M.G. Dool Wolters 1195 10-03-05 De heer A.G.P.M. Peters, Bestuur Ned.Prov. Van de Orde 1281 15-03-05 der Minderbroeders De heer D. van der Weijden 1282 15-03-05 De heer J. van Duijnhoven, namens bewoners Haagweg 1374 18-03-05 13 De heer M. van der Meer 1397 18-03-05 J.A. Kroes en A.E.M. Dijkman 1404 18-03-05 Mevrouw M. Walraven 1404 18-03-05 Kroes, Dijkman en Walraven 1404 21-03-05 Mevrouw L. Dool 1405 18-03-05 Mevrouw M. Jókövi, namens de Vereniging van 1414 21-03-05 Eigenaren Haagwegflat De heer J.A. Kroes 1444 21-03-05 De heer J.F. van Dam 1445 21-03-05 P.F.J.M. Putten 1464 22-03-05 van der Vereniging van Eigenaren van 1509 24-03-05 appartementenflat "De Hoghe Weydt" p/a Mevrouw J. Meesters-Kerstholt Wijkvereniging Pancras-West 875 21-02-05 De heer R.W.G. Lombarts 1198 09-03-05 De heer H. Vollaard 1276 15-03-05
RAADSAANBIED I NGSFORM UL I E R
REG.NR: 05.0640
Commissie Sociale infrastructuur Voorstel van : M. Passchier
B&W
Telefoon
: 516 5224
Email
:
[email protected]
Portefeuillehouder( : H. Buiijng s) Datum B&W : 17-05-2005
Titel: Beantwoording van de inspraak op het voornemen de locatie Haagweg 13 aan te wijzen als locatie t.b.v. de opvang voor (verslaafde) dak- en thuislozen
Voorstel: 1. Kennis te nemen van het collegebesluit om het voornemen te handhaven de Leonarduskerk beschikbaar te stellen voor dagopvang van daklozen en verslaafden; 2. In een separaat advies de wensen en/of bedenkingen ter zake van het Collegebesluit ad 1 ter kennis te brengen van het College; 3. Kennis te nemen van de inspraakreacties op het beleidsvoornemen om de locatie Haagweg 13 ( Leonarduskerk ) beschikbaar te stellen voor dagopvang van daklozen en verslaafden; Korte inhoud document: Beantwoording van de inspraakreacties op het voornemen aan de Haagweg 13 de dagopvang t.b.v. doelgroep verslaafden en daklozen te vestigen en het besluit van het College van B & W het voornemen te handhaven en dit conform de zogenaamde voorhangprocedure aan de raad voor te leggen. Begrotingswijziging i.v.m. omgevingsbeheer. Soort onderwerp: (I/M/B) B Deadline behandeling raad
29 juni i.v.m. noodzakelijke uitbreiding dagopvang
Financiële consequenties Met de voorbereiding en uitvoering van beheerplannen voor de locatie Haagweg zijn kosten gemoeid voor het houden van bijeenkomsten, excursies, communicatie, 0- en 1-metingen, fysieke maatregelen en toezicht buiten. Deze kosten zijn op dit moment moeilijk in te schatten. Indicatief worden deze kosten begroot op €183.000. Hiervan heeft een bedrag ad € 85.000 betrekking op 2006, besluitvorming over dekking van dit bedrag zal betrokken worden bij de behandeling van de programmabegroting / productenraming 2006. Een bedrag ad € 98.000 heeft betrekking op 2005, hiervan wordt voorgesteld dit te dekken uit de reserve OGGZ. Voor deze wijziging is bijgevoegde productwijziging opgesteld. Deze wijziging op productniveau betekent tevens een wijziging op programma’s 3 Middelen en 10 Welzijn en Zorg. Deze wijziging zal middels een algemene begrotingswijziging aan de Raad worden aangeboden.
Commissie: Sociale infrastructuur Griffie: par.
d.d. (datum commissie) d.d.
Gemeenteraad
Naam:
Tst 516
d.d.
Emailadres:
2005.
Nr. Dnst.
: 05.0064. : C&E
Beantwoording van de inspraak op het voornemen de locatie Haagweg 13 aan te wijzen voor de opvang van (verslaafde) dak- en thuislozen. Leiden, 17 mei 2005. Op 21 december 2004 is door het College het voornemen uitgesproken de Leonarduskerk aan de Haagweg 13 beschikbaar te stellen voor de opvang van daklozen en verslaafden. Naar de mening van het College was daarbij sprake van een zodanig maatschappelijk belang, dat op dit besluit de Inspraakverordening van toepassing is verklaard. Op grond van het collegebesluit van 21 december 2004 en de Inspraakverordening heeft van 4 februari tot en met 21 maart 2005 het beleidsvoornemen van 21 december 2004 ter inzage gelegen om (onder andere) de Leonarduskerk aan de Haagweg nr 13 beschikbaar te stellen voor de opvang van daklozen en verslaafden.
A. Inspraak Er zijn 26 inspraakreacties ontvangen. Een overzicht daarvan treft u als bijlage aan. Op hoofdlijnen betreffen de reacties de volgende thema’s: - onderbouwing van de besluitvorming,procedure en inspraak de locatiekeuze en de locatie zelf de combinatie met andere opvangvoorzieningen het leefklimaat in de wijk de gevolgen voor het eigen woningbezit controle, beheersbaarheid en toezicht de communicatie suggesties de hulpverlening aan dak- en thuislozen de afweging van belangen rol en taak van de gemeente De meeste reacties hebben betrekking op het (verslechteren van het) leefklimaat in de wijk Haag-wegkwartier. Uit de inspraakreacties spreekt zorg van omwonenden voor door hen verwachte overlast van de voorziening. Enkele reacties waren instemmend van karakter. De concept beantwoording is opgenomen in het bijgevoegde collegevoorstel. De inspraakreacties hebben geen zodanige inzichten, feiten of omstandigheden naar voren gebracht dat er aanleiding is om het beleidsvoornemen te wijzigen.
De zorgen die worden uitgesproken over het leefklimaat in de wijk en de suggesties die worden gedaan voor de verbetering daarvan, benadrukken het belang van omgevingsbeheer rondom de voorziening. Status, rol, taken en bevoegdheden van de te starten beheergroep zijn in een afzonderlijke notitie vastgelegd. Een door de beheergroep op te stellen beheerplan is onderdeel van een convenant dat namens de gemeente Leiden door de portefeuillehouder Zorg mede ondertekend zal worden. Status, rol, taken en bevoegdheden van de te starten beheergroep zijn in een afzonderlijke notitie vastgelegd. Een door de beheergroep op te stellen beheerplan is onderdeel van een convenant dat namens de gemeente Leiden door de portefeuillehouder Zorg mede ondertekend zal worden. Over de kosten die gemoeid zijn met de benodigde aanpassingen van de Leonarduskerk wordt, nog voor de collegebehandeling van voorliggend voorstel, aanvullend geadviseerd. Inspraakreacties Haagweg: Inspreker
Reactie
Beantwoording College van B&W
s A. Algemeen A.1. Hulpverlening HW 1, 16, 17, 18, 23
A.1.1. Instemming met hulp aan dak- en thuislozen, maar niet de wijze waarop de gemeente Leiden aanbiedt. Meer individuele zorg nodig, begeleiding naar betaald werk en terugkeer naar een volwaardig bestaan in de maatschappij. Te grote diversiteit van proble-men zonder dat onderdak, structuur en (psy-chische) begeleiding wordt aangeboden. Waarom zijn dag- en nachtopvang gescheiden? Biedt geen oplossing voor de verslaafdenproblematiek.
De voorgenomen tweede dagopvang voor al dan niet verslaafde dak- en thuislozen ) maakt deel uit van een keten van voorzieningen. De omvang van de totale doelgroep wordt geschat op 150 tot 200 personen. Op de Oude Rijn is de eerste dagopvang gevestigd, aan de Boommarkt 16(later wellicht in de Roodenburgerstraat) het Slaaphuis. De Zaak, onderdeel van verslavingszorginstelling Parnassia, gevestigd in de ir. Driessenstraat 11 biedt dagbesteding aan vanuit de verslavingszorg. De Binnenvest verzorgt opvang voor dak- en thuislozen. Bezoekers van de Binnenvest hebben daar hun postadres. De instellingen bieden individuele hulpverlening aan, schuldhulpverlening, sanitaire voorzieningen (douches, kleding-omruil, bewassing). Belangrijk is ook het vrijwilligersinitiatief van Stichting De Schuil-plaats, dat aan de Boommarkt 16a op vrijdag-avond opvang, een warme maaltijd en medi-sche zorg aanbiedt.
Inspreker
Reactie
Beantwoording College van B&W
s Parnassia biedt in Leiden tevens ambulante zorg en reclassering aan en verstrekt methadon (een vervangend middel voor heroïne) onder medische begeleiding. In Den Haag en Zoetermeer heeft Parnassia mogelijkheden voor onder andere hulp bij het verminderen/beëindigen van een verslaving. Deze klinische en semiklinische programma’s zijn ook toegankelijk voor inwoners van Leiden. De groep van dak- en thuislozen bestaat in feite uit verschillende subgroepen van mensen die korter of langer op straat leven, geen vaste slaapplek hebben of nog wel ergens voor de nacht terecht kunnen, verslaafd zijn aan alcohol en/of drugs of juist niet, wel of niet een justitieel verleden hebben, in veel gevallen psychiatrische hulp nodig hebben, bijna alle-maal grote schulden hebben, enz Ze zijn door een veelheid van oorzaken op straat geraakt en niet in staat op eigen kracht weer een eigen bestaan op te bouwen. Ze delen het feit dat sprake is van een groot aantal complexe en vaak al langer durende problemen van psychische, sociale, financiële aard, terwijl ook vaak sprake is van een slechte fysieke gezondheid. De ketenaanpak houdt in dat er een gevarieerd maar samenhangend aanbod van zorg en bege-leiding wordt aangeboden, van voorlichting en preventie tot en met woonbegeleiding. Daarbij werken Parnassia en De Binnenvest samen met woningbouwcorporaties, de geestelijke gezondheidszorg, de GGD, de zorgverzekeraar, de politie, de instelling voor mensen met een verstandelijke handicap en diverse afdelingen van de
Inspreker
Reactie
Beantwoording College van B&W
s gemeente. De opvang en begeleiding van dak- en thuis-lozen in Leiden heeft dringend behoefte aan nieuwe huisvesting. Een aantal panden kan binnenkort niet meer gebruikt worden of zijn te klein zijn om uit te breiden. Bovendien zijn er panden nodig voor het huisvesten van zorgvoorzieningen die nu nog niet aanwezig zijn in de stad. Tevens groeit de groep dak- en thuislozen, dat is een landelijke trend die zich ook in Leiden voordoet. Er is onder andere behoefte aan meer opvang (’s middags, ‘s avonds en in de weekends), meer dagbesteding, meer huisvesting met bege-leiding, gebruiksruimten voor alcohol- en drugsverslaafden, verkoop van warme maal-tijden. Landelijk is er een ontwikkeling dat opvang-voorzieningen gecombineerd worden aangebo-den. In Leiden heeft de urgentie van de (her-) huisvesting van voorzieningen een belangrijke rol gespeeld bij de locatiekeuze. Bij het beschik-baar komen van andere panden zal opnieuw een afweging worden gemaakt, welke voorzieningen in elke combinaties op welke locaties het best gehuisvest kunnen worden. De uitbreiding met een tweede dagopvang aan de Haagweg is daar een onderdeel van. Zij kan op zichzelf niet in alle noodzakelijke hulp en zorg voorzien, maar is voor de andere onder-delen wel een onmisbare schakel. Het vinden van geschikte locaties is een voor-waarde om deze zorg te kunnen aanbieden.
HW 14 A.1.2. Dakloze verslaafden worden door de
Daarbij dient bedacht te worden dat naarmate een verslaving langer duurt, de mogelijkheden om volledig te stoppen met het gebruik van drugs of alcohol afnemen.
Inspreker
Reactie
Beantwoording College van B&W
gemeente in de watten gelegd.
Bij deze groep ernstig en langdurig verslaafden is afkicken geen reële optie meer, en gaat het erom verdere schade te voorkomen, en de zorg en huisves-ting zodanig in te richten dat weer sprake kan zijn van een menswaardig bestaan. Ervaringen met opvangvoorzieningen in ande-re steden laten zien dat betere zorg leidt tot het stabiliseren of zelfs verminderen van het mid-delengebruik, een beter fysieke conditie en meer gelegenheid voor hulpverleners om kon-takten te leggen en hun werk te doen. Dat is in alle opzichten winst voor elke betrokkene.
s
HW 17 A.1.3. Is er voldoende nachtopvang?
Wij kunnen ons voorstellen dat het daar op het eerste gezicht op lijkt. Maar er is ook een andere kant. Het leven op straat houdt een hard, ongezond en vaak ook onveilig bestaan in. Er zijn maar weinig daklozen die daarvoor kiezen, in tegendeel. Gemeenten hebben een wettelijke zorgplicht voor iedereen die binnen de gemeentegrenzen verblijft, dus ook voor daklozen. Gezien boven-staande beschrijving van de groep dak- en thuislozen en hun problematiek is dat geen overbodige luxe. Ook de rijksoverheid dringt aan op verbetering van de zorg voor daklozen en het verminderen van het aantal mensen dat op straat moet leven. Voor daklozen is het niet eenvoudig om weer een eigen bestaan op te bouwen: zonder vast woonadres of inkomen is inschrijving voor een huis niet mogelijk. Uitzendbureaus zijn niet geïnteresseerd in werkzoekenden met een post-adres bij De Binnenvest. Bij veel instanties zijn wachtlijsten. Voor dagbestedingsprojecten bestaat bij de daklozen veel belangstelling- de wens om op een eerlijke manier zelf (voor een deel) weer een inkomen te verwerven is groot.
Inspreker
Reactie
Beantwoording College van B&W
s
HW 14 A.1.4. De regiofunctie van Leiden heeft aanzuigende werking en leidt tot overlast.
HW 8, 9, 10, 11
A.1.5. Begrip voor de afweging voor locatie dagopvang aan Haagweg; aan elke plek zijn nadelen verbonden. Verzoek bezwaren mee te laten wegen.
De voorgestelde capaciteit aan de Roodenbur-gerstraat komt overeen met de bestaande capaciteit van 18 bedden. Niet alle bezoekers van de dagopvang zijn aangewezen op Het Slaaphuis. Een groot aantal heeft een (vaste) slaapplek, bijvoorbeeld in een sociaal pension, een eigen woning of kamer, bij vrienden/familie enz.. Deze groep, die wel beschikt over een (tijdelijke) slaapplaats, maar geen “thuis” heeft en in feite de dag op straat of in de opvang doorbrengt wordt doorgaans aangeduid met de term thuislozen. Sommige daklozen willen geen gebruik maken van de nachtopvang, bijvoorbeeld om financië-le redenen, omdat er niet gebruikt mag worden of omdat ze zich binnen en in gezelschap van anderen niet op hun gemak voelen. Nachtopvang fungeert als een vangnet. Wellicht zijn er daklozen voor wie een woon-zorgaanbod passender is. De afdeling Zorg en Welzijn van de gemeente laat een extern bu-reau een quick scan uitvoeren naar de samen-stelling van de doelgroep, mede omdat een landelijke tendens is dat de omvang van de groep toeneemt. Mogelijk dat daar voor de toekomst wijzigin-gen in de capaciteit voor de nachtopvang uit voortkomt.
De gemeente Leiden heeft een wettelijke taak om de maatschappelijke opvang (o.a. dak- en thuislozen) te verzorgen voor de regio Zuid-Holland Noord, waar 22 gemeenten onder vallen. Leiden krijgt daar ook extra middelen voor van de rijksoverheid. Als daklozen afkom-stig zijn uit een van deze 22 gemeenten en voor opvang een beroep doen op Leiden, dan kan dus niet gesproken worden over aanzuigende werking. Nederland telt in totaal 43
Inspreker
Reactie
Beantwoording College van B&W
s centrumgemeenten met bijbehorende regio’s, verdeeld over het hele land. Gemeenten gaan er steeds meer toe over alleen mensen uit de eigen regio op te vangen Het feit op zich dat er in Leiden opvangvoorzie-ningen zijn, zal mensen niet aansporen tot een bestaan als dakloze. Het concentreren van voorzieningen in centrumgemeenten is een efficiënte manier om de complexe zorg aan daklozen te organiseren. Overigens is er in Alphen vanuit vrijwilligers een dagopvangvoorziening ontstaan en leven er soortgelijke plannen in Katwijk Het college is erkentelijk voor het begrip; op de bezwaren wordt in C.2. nader ingegaan. A.2. Afweging belangen HW 4, 17, 18
A.2.1. Bewoners Haagweg onevenredig belast; binnenstad ontzien; onvoldoende gekeken naar spreiding van problemen in de stad.
Andere voorzieningen voor dak- en thuislozen/verslaafden zijn op dit moment gevestigd aan de Boommarkt, de Oude Rijn en de Ir. Driessenstraat. Het Inloophuis Psychiatrie is gevestigd aan het Rapenburg. Dat zijn allemaal locaties in de Binnenstad. De nachtopvang is voorzien aan de Roodenbur-gerstraat, in de Professoren/Burgemeesters-wijk. Van de Haagweg vertrekt eind 2005 de vrou-wenopvang Rosa Manus, naar het Maansteen-pad. Het sociaal pension van De Binnenvest aan de Haagweg blijft daar voorlopig gehuisvest. Op afzienbare termijn zal vervangende huis-vesting gevonden moeten worden voor de huidige 1e dagopvang- de ruimte en de afge-geven vergunning laten uitbreiding niet toe. Dagbesteding De Zaak is nu gevestigd aan de Ir. Driessenstraat, een locatie die heront-wikkeld zal gaan worden.Hetzelfde
Inspreker
Reactie
Beantwoording College van B&W
s
HW 12, 18 A.2.2. De gemeente heeft maling aan belasting betalende burgers ten gunste van daklozen die alleen maar geld kosten.
HW 18 A.2.3. Het algemeen belang mag geen desastreuze gevolgen voor anderen of een individu hebben. Compenserende maatregelen vereisen instemming van de individuele betrokkene(n). Van de straat houden van daklozen staat in geen verhouding tot de materiële schade van woningeigenaren.
HW 14
geldt voor Inloophuis Psychiatrie aan het Rapenburg. Daarbij zal ook naar mogelijkheden in de binnenstad gekeken worden.
Het is waar dat de opvangvoorzieningen voor dak- en thuislozen geld kosten. De gemeente ontvangt voor de opvang financiële middelen van de rijksoverheid en dient deze middelen daar ook voor te gebruiken. Daar staat tegenover dat ook andere burgers gebruik maken van voorzieningen op velerlei terrein die gemeenschapsgeld kosten, zoals onderwijs, cultuur, gezondheidszorg, huursub-sidie, enz. De aanwezigheid van dak- en thuislozen in de gemeente Leiden is een feit, evenals de wet-telijke plicht van de gemeente om voor hen te zorgen. Van wezenlijk belang voor de mate van overlast is de wijze waarop het omgevingsbeheer rond de voorziening ingevuld gaat worden. De gemeente hecht veel waarde aan de deelna-me van omwonenden aan de te starten beheer-groep Haagweg. Voor eventuele overlast zullen in samenspraak tussen omwonenden, De Binnenvest, Portaal, de politie, belangenorga-nisaties van daklozen en de gemeente maat-regelen afgesproken worden, die vastgelegd worden in een beheerplan. Het beheerplan maakt deel uit van een af te sluiten convenant dat door bovengenoemde partners onderte-kend wordt. De portefeuillehouder Zorg ondertekent het convenant namens de gemeente Leiden. Overigens staat schade op voorhand niet vast. Er zijn voorbeelden (Utrecht, Nijmegen) van voorzieningen met goed geregeld omgevings-beheer, waarbij geen sprake is van waardever-mindering van
Inspreker
Reactie
Beantwoording College van B&W
A.2.4. De gemeente heeft ook zorgplicht voor de bewoners / omwonenden
woningen. Ook zal de relatie tussen de schade en de opvangvoorziening helder gemaakt moeten worden. Zie voor een uitvoeriger beantwoording ook hoofdstuk F.
s
HW 18 A.2.5. De groep daklozen kent veel overlast-gevers die juist van de voorziening gebruik zullen maken.
Het college is het hier uiteraard mee eens. Veiligheid in de openbare ruimte, speciaal in de woonomgeving is voor alle inwoners van belang. Vandaar dat de gemeente veel aan-dacht zal besteden aan het tot stand brengen van een beheergroep, beheerplan en conve-nant. In het beheerplan zal veel aandacht be-steed worden aan het voorkomen van overlast, aan toezicht en aan handhaving door de politie. Zie ook de antwoorden vermeld in hoofdstuk E. In de beheergroep zal aan bestaande overlast ook aandacht worden besteed.
HW 25 A.2.6. Eerlijke verspreiding over de stad is on-mogelijk, dat rechtvaardigt extra aandacht voor dit stadsdeel.
Consequente toepassing van huisregels door De Binnenvest en aanvullende afspraken via het beheerplan dienen de overlast rondom de locatie tot een minimum te beperken. In de afgelopen jaren hebben politie, Milieu en Beheer en Portaal extra aandacht besteed aan de wijk. Dit zal worden voortgezet o.a. door middel van deelname aan de beheergroep.
A.3. Rol en taak van de gemeente HW 7, 16, 18
A.3.1. De gemeente is niet verantwoordelijk voor daklozen uit omliggende gemeenten. Er is meer samenwerking gewenst met de omlig-gende gemeenten; wat is de verantwoorde-lijkheid van de omliggende gemeenten?
Zoals ook onder 1.5. is toegelicht heeft de gemeente die verantwoordelijkheid voor die regiogemeenten op basis van de wet juist wel. Zij kan (en wil) die verantwoordelijkheid niet ontlopen. Op bestuurlijk niveau is er overleg met wethouders uit de regiogemeenten over de aanpak en de bijdrage die deze gemeenten
Inspreker
Reactie
Beantwoording College van B&W
s daaraan kunnen leveren, met name als het gaat om preventie en nazorg. De gemeente Leiden is verantwoordelijk voor de opvangvoorzieningen. De omliggende regiogemeenten kunnen een belangrijke rol spelen bij het voorkómen van dakloosheid en verslavingsproblematiek. Tijdige signalering van problemen, schuldhulpverlening, afspra-ken met corporaties, voorlichting aan jonge-ren, trajectbegeleiding voor werklozen zijn voorbeelden van taken die door gemeenten zelf uitgevoerd kunnen worden.
HW 17 A.3.2. De gemeente stelt de vrouwen uit het Vrouwenopvanghuis bloot aan alcoholisten en andere verslaafden; daarmee kan de anoni-miteit van de vrouwen in het geding komen.
HW 18 A.3.3. De gemeente zorgt alleen binnen de singels voor veiligheid en leefbaarheid.
HW 2, 12, 18 A.3.4. De gemeente eigent zich het recht toe mijn leven, werk en toekomst te ontnemen. De gemeente is verantwoordelijk als mijn dochter iets overkomt. We houden ons hart vast als dit echt gebeurt; omwonenden worden de dupe van de dagop-vang. De gemeente werkt de vernietiging van de kop van de Haagweg in
Het Vrouwenopvanghuis verhuist op korte termijn naar een andere locatie, een beslissing die geheel los staat van de voorgenomen komst van de dagopvang in de Leonarduskerk; Rosa Manus is overigens geen geheime vrouwenop-vangvoorziening, het adres is openbaar en algemeen bekend. Van blootstelling en schending van anonimi-teit is dus geen sprake. Sinds enkele jaren is er vanuit de politie, Por-taal, gemeente en omwonenden extra aan-dacht voor de veiligheid en leefbaarheid in het Haagwegkwartier. Het aantal overlastmeldingen is afgenomen. In de te starten beheergroep zal de overlast in beeld worden gebracht, met de daarbij passen-de maatregelen. De aandacht van diverse organisaties voor het Haagwegkwartier zal eerder toe- dan afnemen. Het college is zich er van bewust dat de komst van de voorziening gevoelens van onveiligheid en angst kan oproepen. Bedacht dient te worden dat de opvang zich richt op daklozen die nu ook al in de
Inspreker
Reactie
Beantwoording College van B&W
de hand.
stad verblijven en niet op nieuwe groepen die van buiten de regio eventueel naar Leiden toe zouden komen. De Leidse daklozen en hun problemen zijn bekend bij hulpverleners en politie. Naar onze mening zal betere opvang een positief effect hebben op het verminderen van overlast en meer veiligheid in de openbare ruimte opleveren. Er is begrip voor de gevoelens van onveiligheid en angst, maar die worden niet bevestigd door feiten over ernstige incidenten rond opvang-voorzieningen in Leiden of andere steden. Met het instellen van een beheergroep en het opstellen van een beheerplan kunnen preven-tief maatregelen getroffen worden en kan alert op voorvallen gereageerd worden. Omwonenden van de voorziening zijn behalve belanghebbenden ook een zeer belangrijke partner in de beheergroepen. Meer over de beheergroep en het beheerplan in hoofdstuk E. Leefklimaat.
s
HW 18
A.3.5. De gemeente loopt weg voor haar ver-antwoordelijkheid; verslavingsproblematiek is onoplosbaar.
HW 26
A.3.6. De locatie dient heroverwogen te worden als er een ander pand vrijkomt, of als er te veel overlast is of in ieder geval dient de locatie na 6 jaar heroverwogen te worden.
Verslavingsproblemen doen zich voor in alle gemeenten in Nederland (en ver daarbuiten). Als maatschappelijk verschijnsel is de versla-vingsproblematiek op dit moment een gegeven. Op individueel niveau zijn de laatste jaren in binnen- en buitenland methodes ontwikkeld om, afhankelijk van de duur en ernst van de verslaving, het middelengebruik te stabiliseren, te verminderen of zelfs te beëindigen. Alleen al uit humane overwegingen en vanuit een oogpunt van openbare volksgezondheid is het zinvol en wenselijk zorg aan verslaafden te bieden. Ervaring in andere steden leert ook dat met goede voorzieningen overlast voor anderen te beperken is.
HW 26 De huisvesting van alle opvangvoorzieningen wordt betrokken bij
Inspreker
Reactie
Beantwoording College van B&W
A.3.7. Geef omwonenden een beeld van wat de voorziening inhoudt, wat de gevolgen kunnen zijn, zorg voor informatie, organiseer excursies, laat omwonenden kennis maken met de daklozen.
de beschikbaarheid van panden. In het beheerplan zullen afspraken opgenomen worden voor het geval er onver-hoopt sprake zou zijn van onaanvaardbare overlast of een noemenswaardige toename van het aantal door de Politie geregistreerde inci-denten.
s
HW 26
A.3.8. Wat gaat de gemeente doen met de daklozen van buiten de regio?
Deze suggesties passen goed in de boogde werkwijze met de beheergroep. Tevens zal enkele malen per jaar een Nieuws-brief Zorglocaties verschijnen met nieuws over de voortgang van het project en over de be-staande opvang in Leiden.
Overleg hierover tussen gemeente, politie en opvanginstellingen is gaande. B. Onderbouwing besluitvorming, procedure en inspraak B.1. Geboden argumentatie en criteria HW 16
HW 18
B.1.1. Het argument dat een centrumgemeente als Leiden daklozen aantrekt is onzin.
B.1.2. De noodzaak van 24-uurs opvang is onvoldoende onderbouwd.Waarom wordt
Een gegeven is dat daklozen doorgaans naar grotere steden trekken. Zij houden zich op in de buurt van stations, in (overdekte) winkel-centra, bij slooppanden, in parken enz. De mogelijkheden om op een onopvallende ma-nier verblijfplaatsen te vinden en lotgenoten te ontmoeten zijn in de steden meeraanwezig. De aanwezigheid van opvangvoorzieningen speelt een beperkte rol in de beslissing om naar een grotere stad te gaan. Uit onderzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegen-heid is gebleken dat de belangrijkste reden voor een dakloze om zich te vestigen is de mate van persoonlijke gebondenheid met de plaats: aan-wezigheid van familie, vrienden, geschiedenis enz. Tussen centrumgemeenten komen afspraken op gang waarbij uitgangspunt is dat elke regio de opvang en zorg voor de “eigen”daklozen regelt. Hieraan liggen twee overwegingen ten
Inspreker
Reactie
Beantwoording College van B&W
s opvang zonder aanvullende voorzieningen grond-slag. De eerste heeft betrekking op en behandelingen aangeboden? Een tweede het verbe-teren van de zorg aan daklozen. dagopvang lost niet alle problemen op. Er is grote behoefte aan een veilige, droge, warme plaats. Het liefst natuurlijk gewoon in een huis. Voor wie dat (nog) niet wil of (nog) niet kan is opvang een alternatief. In de opvang kan basale zorg worden geboden (“bed, bad, brood”) en is er gelegenheid om begeleiding, dagbesteding en hulp aan te bieden. In de Leonarduskerk zal het aanvullende aanbod beperkter zijn, omdat dezelfde doelgroep deze ook al aangeboden krijgt via de eerste dagop-vang aan de Oude Rijn, het Slaaphuis en dagbestedingsproject De Zaak. Steeds meer gemeenten gaan er toe over om de opvang sluitend te maken, dat wil zeggen de klok rond en op elke dag van de week. De resultaten hiervan zijn uit een oogpunt van zorg positief. Zie bijvoorbeeld het onderzoeks-rapport van het Trimbosinstituut over de Zorgcentra in Utrecht.
HW 17, 18
B.1.3. Het overgrote deel van de longlist is een farce; niet duidelijk is gemaakt waarom gebouwen zijn afgevallen; er is sprake van onzorgvuldige besluitvorming.
De tweede overweging heeft betrekking op de vermindering van overlast. Daklozen zullen niet uit het straatbeeld verdwijnen, maar de tweede dagopvang biedt extra mogelijkheden om delen van de dag binnen te zijn, te eten en drinken, zich te verzorgen, door te stromen naar dagactiviteiten, te slapen of uit te rusten, en hulp te zoeken en te krijgen bij persoonlijke problemen. Op de tweede dagopvang als onderdeel van het totale Leidse ketenaanbod is onder punt A.1.1 al ingegaan
Inspreker
Reactie
Beantwoording College van B&W
Er is gezocht naar de meest gemakkelijke en goedkope oplossing. Er heeft geen belangenafweging plaatsgevonden; de huidige problemen zijn niet meegewogen.
Gezien de aflopende vergunningen voor Het Slaaphuis en De Zaak en het ontbreken van uitbreidingsmogelijkheden voor de dagopvang is beschikbaarheid een van de belangrijkste aandachtspunten geweest bij het zoeken naar panden. Bij de selectieprocedure zijn alle panden in gemeentelijk bezit betrokken, aangevuld met enkele panden die destijds (medio 2004) op de markt waren, zodat tijdrovende verwervings-procedures vermeden zouden kunnen worden. Bekeken is of de panden beschikbaar zijn, binnen afzienbare termijn beschikbaar komen of bijvoorbeeld door herhuisvesting beschik-baar te maken zijn. Tevens is gezocht naar panden met een op grond van het bstemmings-plan bruikbare bestemming, nl. maatschappe-lijke doeleinden. Natuurlijk vallen er dan veel panden af, maar dat wil niet zeggen dat de hele lijst niet zorg-vuldig bekeken is. Veel gemeenten hebben al ervaren dat “de ideale locatie voor opvangvoorzieningen” niet bestaat. Elke buurt of wijk zal aspecten naar voren brengen waarom juist op die plaats een opvangvoorziening niet wenselijk is, dat is op zich begrijpelijk, maar uiteindelijk zal toch een afweging en een keuze gemaakt moeten wor-den. Omdat er veel belangen bij het vinden van een locatie betrokken zijn, (waarvan sommige ook tegenovergesteld of strijdig kunnen zijn) kan in de praktijk zelden tot nooit aan alle aan-dachtspunten worden voldaan, terwijl er toch opvangvoorzieningen nodig zijn. In het geval van de Leonarduskerk hebben beschikbaarheid en bestemming de doorslag gegeven. Er is na-tuurlijk ook gekeken naar ligging, bebouwing, overige voorzieningen, eventueel al bestaande problematiek enz. Bij een belangenafweging staat de uitkomst niet op voorhand vast. Het is logisch en be-
s
Inspreker
Reactie
Beantwoording College van B&W
s
HW 18
B.1.4. Uitspraken over bezoekersaantallen variëren, zijn tegenstrijdig en niet onderbouwd; er is geen rekening gehouden met aanzuigende werking vanuit de regio.
grijpelijk dat veel omwonenden ( op welke lo-catie dan ook) tot een andere uitkomst komen, maar dat wil nog niet zeggen dat de afweging door het college niet heeft plaatsgevonden. Middels het beheerplan dienen de overige aandachtspunten en nadelen van de locatie in nauwe samenspraak met de omwonenden opgepakt te worden, met maatregelen die daaraan tegemoet komen. Deze aanpak zou op willekeurig welke andere locatie ook toegepast worden, waarbij de aspecten uiteraard variëren al naar gelang de specifieke omstandigheden per locatie. Niet duidelijk is waarom volgens de inspreker de Leonarduskerk de meest goedkope oplossing zou zijn - er zijn verwervings-, verbouwings- en inrichtingskosten en uitgaven voor maatrege-len in het kader van het beheerplan, net als op alle andere locaties het geval zou zijn. In de concept visienota maatschappelijke op-vang en verslavingsbeleid (november 2004) wordt uitgegaan van circa 200 daken thuis-lozen in de regio Leiden. Dit aantal is geba-seerd op schattingen van de zorginstellingen zoals Parnassia, De Binnenvest, GGD, Inloop-huis. Daklozen uit de regio zijn hier dus al in meegenomen. Het betreft daklozen die op dit moment al in de stad verblijven en op enigerlei wijze gebruik maken van de zorgvoorzieningen. Deze groep vormt de potentiële bezoekersgroep van de dagopvang. In de praktijk maken, gemeten door het jaar heen, circa 150 dak- en thuislozen hiervan gebruik. Op een dag komen in totaal 50 tot 80 bezoekers op de huidige dagopvang. Die zijn er niet allemaal tegelijk, maar verspreid over de openingsuren. De huidige bezoekerscijfers zijn een
Inspreker
Reactie
Beantwoording College van B&W
s
HW 18
B.1.5. Er wordt de schijn van tijdelijkheid gewekt.
HW 18
B.1.6. Heeft het Rembrandtjaar een rol gespeeld in de besluitvorming?
HW 19
B.1.7. De buitenruimte is te klein voor 50 bezoekers, maar is wel gehanteerd als criterium.
indicatie voor het aantal bezoekers van de tweede dag-opvang, maar met zekerheid valt dat natuurlijk niet te zeggen. Bovendien variëren die aantal-len, afhankelijk van jaargetijde en (weers)omstandigheden Uit landelijk onderzoek blijkt dat de omvang en samenstelling van de groep daklozen geen statisch gegeven is. In genoemde beleidsnota wordt het voornemen uitgesproken om (aan-sluitend op het beleid van de rijksoverheid) ook in Leiden meer aandacht aan het moni-toren van de groep dak- en thuislozen te gaan geven. Er is behoefte om meer te weten over de in-, door-, en uitstroom, de samenstelling en profielen van de diverse subgroepen, de zorgbehoefte en de woonbehoefte. Op die wijze kan een steeds beter aanbod gedaan worden dat past bij de individuele omstandigheid.
In een persbericht heeft de gemeente laten weten dat er sprake is van een tweede dagop-vang in de Leonarduskerk voor onbepaalde tijd. De acute huisvestingsproblemen voor de dag- en nachtopvang en de dagbesteding vra-gen om een snelle oplossing. Er wordt nog doorgezocht naar locaties voor de dagbesteding De Zaak en voor het inloophuis. Voor de middellange en lange termijn zal worden gezocht naar geschikte panden waar combinaties van opvangvoorzieningen moge-lijk zijn. Het is op dit moment nog niet aan te geven op welke termijn zich geschikte panden zullen voordoen en wanneer die in gebruik genomen kunnen worden.
Nee, dat is niet het geval geweest.
Inspreker
Reactie
Beantwoording College van B&W
s
HW 25
B.1.8. De kerk is nog eigendom van het Bisdom Rotterdam
De buitenruimte aan de achterzijde leent zich inderdaad niet voor gebruik door de bezoekers van de dagopvang. De Binnenvest stelt wel prijs op een enigszins beschutte wachtruimte aan de voorzijde van de kerk, om te voorkomen dat de bezoekers in de omgeving van het pand gaan rondzwerven. De inrichting van dit voor-terrein en de wijze waarop daar toezicht zal worden gehouden, is onderwerp van bespre-kingen in de beheergroep. Een (liefst omsloten) buitenruimte kan een pré zijn bij dit soort voorzieningen en blijft als wens bij de zoektocht naar huisvesting op de middellange/lange termijn bestaan. Het is plezierig als bezoekers naar buiten kunnen zonder overlast voor omwonenden. Dit aandachtspunt heeft echter niet zo zwaar gewogen dat de Leonarduskerk als locatie afgevallen is. De huidige eigenaar is het Parochiebestuur van de Leonarduskerk. De notaris legt de laatste hand aan de overdracht die in mei zal plaatsvinden.
B.2 Bestemmingsplan HW 18
B.2.1. Er is sprake van een bestemmingsplan. De procedure daarvoor dient volledig doorlopen te worden. Het doorbreken van de aanhoudingsplicht is niet voor zoiets ingrijpends bedoeld, totdat het nieuwe bestemmingsplan onherroepelijk is kan het plan geen doorgang vinden.
De locatie wordt gerealiseerd op basis van het huidige, geldende bestemmingsplan. Derhalve behoeft van de aanhoudingsplicht en de doorbreking ervan geen gebruik te worden gemaakt.
B.3. Inspraak en overleg HW 18, 22, B.3.1. Er is slechts inspraak voor de vorm; 25 de kerk is al aangekocht, het besluit is al genomen.
HW 15,16
HW 15
B.3.2. Groot belang van inspraak en regulier overleg met de buurt; betrek mensen meer, beter en ook individueel bij de vestiging van de opvang.
B.3.3. Er is vooraf geen overleg met de naaste omwonenden geweest over de plannen een opvangvoorziening in de kerk te vestigen.
De gemeenteraad heeft inderdaad ingestemd met het verlenen van krediet om de kerk aan te kopen, maar tegelijkertijd bepaald dat daarmee over het gebruik van de kerk nog niets besloten is. Het besluit van het college waarover de inspraak nu plaats vindt, is een voornemen en nog geen definitief besluit. Het college neemt een beslissing nadat advies is uitgebracht door de gemeenteraad. De in-houd van de inspraakreacties geven de gemeen-te de gelegenheid om gemaakte afwegingen en keuzes nog eens tegen het licht te houden en actuele ontwikkelingen en alternatieven te betrekken in de definitieve besluitvorming. Het vinden van geschikte locaties is niet eenvoudig. Alle suggesties uit de inspraak zullen worden getoetst en betrokken in de besluitvorming. Dit standpunt wordt geheel onderschreven. Alle inspraakreacties worden zorgvuldig en uitvoerig beantwoord, waarbij recente ontwik- kelingen en voortschrijdende inzichten worden meegenomen. In april is de beheergroep voor de Haagweg van start gegaan, waarvoor een 20-tal omwonen-den zich heeft aangemeld. De groep staat open voor meer deelnemers. Met de naaste buren vinden vanaf februari gesprekken plaats over de verwachte gevolgen en te treffen maatregelen. Omwonenden die eveneens prijs stellen op individueel overleg, worden uitgenodigd daarover contact op te nemen met de projectleiding. Een dilemma is vaak dat waar de een een uitgewerkt plan verwacht waarop gereageerd kan worden, de ander een voorkeur heeft voor een open situatie waarin vanaf het begin suggesties door omwonenden in de planvor-ming kan
HW 18
HW 26
B.3.4. Inzage in het dossier van het project Zorglocaties is geweigerd, het is niet duidelijk op welke grond dat gebeurd is. Het is onmoge-lijk nu een compleet beeld te vormen en volle-dig gebruik te maken van de inspraak. B.3.5. De longlist is pas na de start van de inspraak bekend gemaakt.
worden meegenomen. De keuze die in dit geval gemaakt is kan niet meer teruggedraaid worden. Wel wordt toegezegd dat veel aandacht besteed zal worden aan het zorgvuldig omgaan met de inspraakreacties, met de beheergroep en met individuele gesprekken met bewoners die daar prijs op stellen. Alle stukken die het college heeft gebruikt bij de besluitvorming zijn ter inzage gelegd. Ambtelijke werkdocumenten behoren daar niet toe. De longlist is inderdaad later beschikbaar gekomen dan de overige stukken. Niettemin resteerde nog geruime tijd om tot een oordeel daarover te kunnen komen.
C Locatiekeuze en de locatie zelf C.1. Locatie in de wijk HW 18
HW 18
In veel gemeenten (maar er zijn ook uitzonde-ringen, bijvoorbeeld Apeldoorn en Vlissingen), vindt de opvang inderdaad plaats in of nabij het centrum. Ook in Leiden bevinden zich op-vangvoorzieningen in de binnenstad - waar overigens ook gewoond wordt - over het alge-meen houden daklozen zich daar het vaakst op. Dat vergroot de kans dat ze ook werkelijk van de voorzieningen gaan gebruik maken. Het college is voorstander van een evenwich-tiger spreiding van voorzieningen. In het centrum zijn er al een aantal voorzieningen, zodat nu ook is gekeken naar omringende wijken. Bij het zoeken naar locaties op de middellange en lange termijn zullen ook panden in de binnenstad weer meegenomen worden in de selectieprocedure. De inventarisatie die in de afgelopen maanden heeft plaatsgevonden is, na actualisatie, nog steeds bruikbaar. In de shortlist is sprake van ligging “naast woning en C.1.2. De beschrijving van de ligging van de bedrijf”. kerk klopt niet. Hij staat midden tussen de C.1.1. Dagopvang dient in de binnenstad plaats te vinden, niet in een woonwijk.
huizen.
HW 18
Dat is een summiere aanduiding. Een aanvul-ling daarop kan zijn: de kerk is een vrijstaand pand dat ligt aan de noordelijke rand van het Haagwegkwartier, met aan de noordzijde de Rijn/het Galgewater. Aan de oostzijde de Spoorweghaven en direct daaraan grenzend een woonhuis met bedrijfsruimten. Aan de overzijde van de Haagweg (een drukke ver-keersroute naar de binnenstad) woonhuizen, met daarachter een woonwijk. Aan de westzijde een vrijstaande villa (middels een halletje met af te sluiten verbindingsdeur verbonden aan de kerk) die bewoond wordt door broeders van de Orde van Franciscanen. In de nabijheid bevinden C.1.3. De spoorlijn is een natuurlijke en zich diverse appartementsgebouwen met psychische barrière; angst dat de doelgroep seniorenwoningen, en verder weg een rond de kerk en omliggende straten blijft school voor voortgezet onderwijs. rondhangen. Dak- en thuislozen zijn in Leiden gewend zich te bewegen tussen de diverse voorzieningen en ontmoetingsplaatsen. Dat de spoorlijn dan een barrière zal vormen is niet waarschijnlijk. Rondhangen in omliggende straten is uiteraard niet de bedoeling. In de beheergroep zullen daarover afspraken worden gemaakt met de (vertegenwoordigers van de)bezoekers zelf, De Binnenvest, omwonenden, de politie, woning-corporaties en de gemeente. Het gaat dan vooral om wachtende bezoekers rond de openings- en sluitingstijden. Uiteraard is van belang hoe met de uitvoering en handhaving van de afspraken wordt omgegaan. Zie daarover ook hoofdstuk E. C.2. Gebruik buitenruimten
HW 8, 9, 10, 11, 19
C.2.1. De buitenruimten zullen zorgen voor overlast en verlies van privacy.
Zoals al vermeld onder B.1. zal De Binnenvest geen gebruik maken van de buitenruimte aan de achterzijde . De dagopvang zal alleen gebruik maken van de binnenzijde van het gebouw. Beheer en toezicht van de buitenruimte aan de voorzijde worden besproken in de beheergroep.
C.3. Openingstijden HW 18
C.3.1. Uitbreiding van openingsuren is even belastend voor de omwonenden van het bestaande dienstencentrum als voor de omwonenen van de Leonarduskerk.
Dat is waar. De eerste dagopvang aan de Oude Rijn kan echter vanwege bepalingen in de vergunning niet uitgebreid worden met meer en langere openingstijden.
HW 18
C.3.2. De openingstijden zijn misdadig: te lang (middagen, avonden en weekends) en dienen aangescherpt te worden.
Het verminderen van de openingstijden staat haaks op het doel van de tweede dagopvang: uitbreiding van de openingsuren, aanvullend op de bestaande eerste dagopvang. Het opvan-gen van mensen binnen de voorziening helpt in het algemeen om de overlast buiten te beperken. Inspreker woont tegenover de Leonarduskerk en heeft belang bij een goed beheer van de omgeving van de voorziening. Deelname aan de beheergroep kan bijdragen aan het zorgvul-dig omgaan met die belangen door de project-partners en het maken van adequate afspra-ken.
HW 19
C.3.3. De openingstijden zijn voorlopig; er is angst dat ze in de toekomst verruimd zullen worden.
De openingstijden zijn inderdaad, zoals mee-gedeeld op de informatieavond van 31 januari, voorlopig. Enerzijds is het mogelijk dat het zorgaanbod en de openingstijden uitgebreid worden; ander-zijds is denkbaar dat het beoogde aanbod ( op termijn) op een andere locatie uitgevoerd gaat worden. Een en ander is mede afhankelijk van ontwikkelingen in de doelgroep en het aanbod van geschikte panden. Relevant is dat ongeacht aanbod en openings-tijden er sprake is van goed beheer binnen èn buiten de voorziening.
C.4. Aanlooproute HW 3, 17, 19, 23
C.4.1. De Haagweg is voor kwetsbare verkeersdeelnemers nu al een gevaarlijke doorgangsweg. Dat gaat ook gelden voor de bezoekers van de dagopvang.
De verkeerssituatie, aanlooproutes en eventue-le maatregelen zijn onderwerp van gesprek in de beheergroep. Dak- en thuislozen zijn in Leiden gewend zich te bewegen tussen de diverse voorzieningen en ontmoetingsplaatsen. Zie in dit verband de verkeerssituatie rond de Garenmarkt en het Station. Dat de
HW 19
C.4.2. De dagopvang doet door de ligging aan een aanlooproute afbreuk aan de door de gemeente gewenste (winkel)centrumfunctie.
Haagweg voor de doelgroep te gevaarlijk moet worden geacht is niet aanne-melijk. Dak- en thuislozen bevinden zich nu ook al overwegend in het centrum, samen met een groot aantal anderen- passanten, winkelend publiek, toeristen, bewoners enz. Dat het straatbeeld daardoor zodanig wijzigt dat sprake is van afbreuk, is niet aannemelijk.
HW 13 C.4.3. Het zal moeilijk zijn om bij verkoop voor de naastgelegen villa een andere bestemming te vinden.
Met de bewoners en eigenaar van de naastgelegen villa vindt overleg plaats over specifieke maatregelen.
D Combinatie met andere (opvang)voorzieningen D.1. In de wijk zelf HW 3, 7, 19, 22, 24
HW 17
De bestaande overlast en risicoplaatsen D.1.1. Er is al overlast van het sociaal zullen een van de eerste gesprekspunten in pension, de aanwezigheid van meer de beheer-groep zijn. Een inventarisatie daklozen en ver-slaafden in de wijk is daarvan, met name van overlast die ongewenst. Er zijn nu al veiligheidsproblemen in de wijk, o.a. in por- gerelateerd is aan dak- en thuislozen, verslaafden of bewoners van het sociaal tieken, parken, bij bejaardenhuizen, pension, gekoppeld aan een schouw in de scholen en het parkeerterrein aan de wijk, vormt de basis voor het in beeld brenHaagweg. gen van de overlast en te nemen maatregelen. Inbreng van omwonenden is daarbij onont-beerlijk. Een eerste voorgesprek daarover met politie, De Binnenvest en de afdeling Milieu en beheer heeft inmiddels plaatsgevonden. Meldingen van overlast bij de politie zijn afgenomen. Het sociaal pension ontvangt al geruime tijd geen klachten. Ook Milieu en Beheer meldt geen bijzonderheden. Dit staat echter haaks op de reacties tijdens de informatieavond van 31 januari en de inhoud van de inspraakbrieven. Het onderstreept de noodzaak om dit punt samen met omwonen-den op korte termijn helder in beeld te krijgen, voordat nader ingegaan kan worden op de door omwonenden verwachte overlast van de dagopvang. D.1.2. Aankoop van alcohol bij
café/snackbar aan de overkant.
HW 4 D.1.3. Overlast van toekomstige bewoners van het pand van de vrouwenopvang
De snackbarhouder evenals de buurtsuper zal worden gevraagd deel te gaan nemen aan de beheergroep, zodat afspraken gemaakt kunnen worden tussen de snackbar, buurtsuper, De Binnenvest en omwonenden. Het pand is in particuliere handen, de gemeen-te heeft geen bemoeienis met de verkoop. On-langs is bekend geworden dat het pand ver-kocht is; er zal een appartementencomplex in gevestigd worden. Indien gewenst kunnen toekomstige beheerder en bewoners uitgenodigd worden deel te gaan nemen aan de beheergroep, om daar met omwonenden afspraken te maken.
HW 19 D.1.4. Bewoners van het sociaal pension en bezoekers van de dagopvang zullen bij elkaar op bezoek gaan, dat geeft overlast en leidt tot een extra looproute.
De bewoners van het sociaal pension worden begeleid door Parnassia (verslavingszorg). Hun verslavingsprobleem is over het algemeen ge-stabiliseerd. Over het gebruik van alcohol maakt Parnassia individuele afspraken met de bewoners. Denkbaar is dat bewoners van het sociaal pension gebruik zullen maken van de dagop-vang, maar de verwachting is niet dat dit veel zal gebeuren. Zij zijn niet dakloos en hebben een eigen plek. Veel bewoners komen niet tot nauwelijks buiten het sociaal pension. Voor het ontvangen van bezoek en gewenst gedrag in het sociaal pension kent De Binnen-vest huisregels. Het ongelimiteerd langsgaan is niet aan de orde. Bezoek moet zich melden en wordt ontvangen in de gemeenschappelijke huiskamer. Voor verblijf in de slaapkamer is toestemming van de begeleiding nodig. Bezoek mag niet blijven overnachten. D.2. Deconcentratie versus
concentratie van zorg HW 16, 17
D.2.1. De buurt heeft al twee opvanghuizen.
De vrouwenopvang verhuist eind 2005 naar een pand buiten de wijk. Het sociaal pension blijft voorlopig in de wijk gehuisvest.
D.2.2. Massaliteit, openingstijden en alcohol-gebruikruimte zorgen voor concentratie in plaats van spreiding.
De capaciteit van de tweede opvang is iets groter (30 plaatsen) dan die van de eerste (25 plaatsen) en is (vergeleken met opvangvoor-zieningen elders) van gemiddelde / kleine omvang. Mogelijk is de toeloop in het weekend wat groter als ook de bezoekers van De Zaak en het Dag Activiteiten Centrum Psychiatrie van de opvang gebruik gaan maken, afhankelijk van het toelatingsbeleid. Diverse opvanginstellingen zijn elders geves-tigd, zoals het Slaaphuis, het Inloophuis, de ambulante verslavingszorg, de methadonver-strekking en De Zaak (dagbesteding). Er is wel degelijk sprake van spreiding. Het koppelen van een alcoholgebruikruimte aan dagopvang is erg voor de hand liggend en zorgt op zich niet voor meer bezoekers. Een dergelijke voorziening vermindert het gebrui-ken op straat en draagt daarmee bij aan het terugdringen van de overlast.
HW 18
HW 16, 17 D.2.3. Verwijzen en aanvoeren van veelplegers en harddrugsgebruikers draagt niet bij aan spreiding. De alcoholgebruikruimte is onge-wenst en heeft een aanzuigende werking.
HW 18
Opvang vermindert de overlast op straat, en draagt bij aan betere leefomstandigheden van de daklozen. De tweede dagopvang richt zich op dezelfde bezoekersgroep als de eerste dagopvang, niet op een nieuwe bezoekersgroep. Er vindt dus geen uitbreiding plaats van het aantal daklozen als gevolg van toestroom naar Leiden, hooguit vanwege groei als D.2.4. De kerk is zo groot dat verwacht mag gevolg van Leidenaren die op straat belanden. worden dat nog meer voorzieningen er in Het combineren van opvangvoorzieningen worden ondergebracht. is lang niet alleen een kwestie van ruimte en vierkante meters. Primair gaat het om de wenselijkheid en mogelijkheid van het com-bineren van voorzieningen. Op welk deel van de doelgroep richt een voorziening zich, zijn er wettelijke beperkingen (zoals
bijvoorbeeld bij de verstrekking van heroïne onder medisch toezicht), ligt de nadruk op reguleren van gebruik of juist op verminderen of stoppen van gebruik? Op het van de straat afhalen of (al weer een stap verder) om activering en wonen al dan niet met begeleiding? Bovenstaande sluit een combinatie met een andere opvangvoorziening niet uit, maar geeft aan dat bepalend is of de combinatie inhoudelijk wenselijk en mogelijk is. D.3. Combinatie met slaaphuis HW 16, 18, D.3.1. Waarom worden dag- en 23 nachtopvang niet gecombineerd? Er is voldoende onderzocht hoe de opvang in andere gemeenten is geregeld.
Er zijn inmiddels veel voorbeelden in andere gemeenten van combinaties van opvangvoor-zieningen. Dag- en nachtopvang in één pand, wel of geen gebruiksruimten erbij, alcohol en drugs wel of niet samen, inpandige dagbeste-ding, methadonverstrekking- ongeveer alle varianten komen voor. Dat heeft dikwijls te maken met lokale omstandigheden, de samen-stelling en omvang van de doelgroep, de wijze waarop verslavingszorg en maatschappelijke opvang per regio georganiseerd zijn, met be-schikbare panden en locaties, afspraken met omwonenden, bestemmingsplannen, vergun-ningen, met geld. Kortom, er is niet één zaligmakend model. Elke gemeente dient oplossingen te zoeken die passen bij de eigen omstandigheden. Leiden kent een urgent huisvestingsprobleem voor de opvangvoor-zieningen. Uitbreiding op de Oude Rijn is niet mogelijk. Bij het beschikbaar komen van nieu-we huisvestingsmogelijkheden zullen gewenste combinaties opnieuw worden bekeken. Wat betreft openingstijden zijn er ook voorbeelden te geven van opvangvoorzieningen die 24 uur per dag, 7 dagen per week geopend zijn. Een tendens is om de voorzieningen uit een oogpunt van zorg en vanwege beheersbaarheid en vermindering van overlast juist zo lang en zo vaak mogelijk open te laten zijn. Er wordt onderscheid gemaakt tussen thuislozen
(men-sen die ergens een vaste slaapplek hebben, maar daar overdag niet kunnen / willen ver-blijven) en feitelijk daklozen die om te slapen aangewezen zijn op tijdelijk verblijf bij familie, vrienden, bekenden, op de opvang of op de straat. Leiden kent naar schatting twee keer zoveel thuislozen als daklozen. De huidige capaciteit van de nachtopvang be-draagt 18 bedden. Voor de vervangende nacht-opvang is van een zelfde aantal uitgegaan. In de winter is dat aantal te klein en worden tijdens koude periodes bedden bijgeplaatst (de zgn. winterregeling). Een aantrekkelijker alternatief voor het vergro-ten van de capaciteit is betere uitstroom (naar zelfstandig(er) wonen). Hier wordt op het moment aan gewerkt in samenwerking tussen opvanginstellingen, corporaties en gemeente. Van de bezoekers van de dagopvang in de kerk zal dus lang niet iedereen gebruik maken van de nachtopvang, omdat ze elders een plek om te slapen hebben. Het is niet logisch te veron-derstellen dat deze bezoekers die een eigen slaapplek hebben rond de kerk zullen blijven hangen.
HW 17, 18, D.3.2. Openingstijden van dagopvang en 19, 23 nachtopvang sluiten niet op elkaar aan. Er zijn veel meer daklozen dan bedden in de nachtop-vang, daklozen zullen zich ’s avonds rond de Leonarduskerk gaan ophouden en in de wijk verspreiden: de afstand naar de nachtopvang is te groot en het aantal bedden te klein. De vorm van de De openingstijden van beide voorzieningen voorgestelde dagopvang is onver-antwoord. zijn dus wel op elkaar afgestemd, maar houden ook rekening met de bezoekers die niet richting Slaaphuis gaan. De ervaringen in andere steden leert dat het vertrek van de bezoekers van de dagopvang heel geleidelijk verloopt en zich niet concen-treert rond sluitingstijd. De aankomst bij de nachtopvang vindt eveneens gespreid plaats, omdat niet iedereen uit de dagopvang komt. Sommigen zijn erg vermoeid en willen zo vroeg mogelijk slapen, anderen komen vlak voor slui-tingstijd binnen of blijven zo lang mogelijk op.
E. Leefklimaat E.1. Belasting van de wijk; leefbaarheid; sociale (on)veiligheid; HW 2, 3, 5, overlast 6, 15, 16, De wijk kent al veel overlast, hoge 17, 18, 22 werkloosheid, veel inbraken en andere criminaliteit, sociale problemen, jongerenoverlast, twee opvangvoorzieningen, weinig openbare ruimte, die bovendien vervuild is, drugspanden. Er wonen veel ouderen, kinderen en sociaal zwakkeren. De sociale cohesie en controle zijn gering. De buurt wordt onevenredig zwaar belast. Het voortbestaan van de buurtsuper wordt HW 2, 5, 6, door de komst van alcoholisten bedreigd. 15, 18
De zorgen en angsten die de insprekers verwoorden zijn heel herkenbaar. Voor een deel hebben ze te maken met bestaande overlast en sociale problematiek in de wijk, voor een ander deel met persoonlijke ervaringen met mensen uit de doelgroep en soms ook met het onbekend zijn met de leef- en denkwijze van dak- en thuislozen en verslaafden.
Het is waar dat als de dagopvang van start gaat, de bezoekers ervan zichtbaar aanwezig zullen zijn op straat en in de De buurt wordt onleefbaar; de dagelijkse, omgeving van de kerk. Of dat als overlast lijfelijke confrontatie met alcoholisten is ervaren wordt, is voor een deel een een psychische last voor de persoonlijke zaak- voor de een zal dat wel Haagwegbewoners; er moet dag en nacht in het geval zijn, voor de ander niet en het is een gespannen situatie worden geleefd, er mede afhankelijk van het gedrag van de is geen vrije keus meer. Bewoners en hun bezoekers. gasten hebben recht op een normaal leefklimaat. Het is niet aanvaardbaar dat bewoners hun leefruimte elke dag moeten delen met de meest onbeheersbare groep HW 1, 5, 6, van de stad. De gemeente ontkent mijn 7, 12, 14, In de reacties worden vormen van overlast bestaan. 16, 17, 18, genoemd die niet acceptabel zijn. 19 Uitgangspunt dient te zijn dat de overlast Rondzwervende daklozen leveren gevaar minimaal niet toe-neemt als gevolg van de voor de omgeving op. Ik heb grote zorgen komst van de dagop-vang en liefst afneemt. over de veiligheid en leefbaarheid door de Dat de omgeving van de Haagweg schoner komst van de opvang. De opvang versterkt wordt en beter onderhou-den. Dat angstgevoe-lens, ouderen durven hun huis gevoelens van onveiligheid afnemen en er niet meer uit. We willen ons niet adequaat gereageerd wordt op meldingen verschansen achter hekken, muren en HW 1, 4, 7, van overlast. heggen. Deze problemen waren er niet toen 14, 16, 18, de gemeente ons adviseerde in deze wijk te 19 Onlosmakelijk aan de dagopvang gaan wonen. verbonden is het omgevingsbeheer. Het is geen tovermiddel, maar wel een heel De opvang zorgt voor een cumulatie van bruikbare manier om leefklimaat en over-last in een woon / werkwijk. De veiligheid te verbeteren, dat in diverse onevenredig-heid is in deze wijk vele malen buurten rond op-vangvoorzieningen zijn groter dan in de binnenstad. De gemeente waarde heeft bewezen. Er zijn slechte beseft niet tot welke problemen dit gaat voorbeelden van beheergroepen en gelukkig
leiden.
ook goede. Van beide kan geleerd worden hoe het niet, respectievelijk wel aange-pakt kan worden. Omgevingsbeheer zoals dat rond de opvang-voorziening ontwikkeld zal worden gaat uit van de gedachte dat alle betrokkenen/belang-hebbenden gezamenlijk en op een actieve manier hun verantwoordelijkheid nemen voor een veilige, onderhouden en schone openbare ruimte. Ieder heeft daarin een eigen rol: politie, instelling en stadstoezicht zorgen voor toezicht en handhaving; milieu en beheer zorgen samen met de instelling/bezoekers en even-tuele corporatie voor een schone en onderhouden omgeving; bewoners, ondernemers en bijzondere voorzieningen in de wijk hebben vooral een signalerende rol en bewaken de overeengekomen afspraken. In de beheergroep inventariseren omwonen-den, ondernemers, vertegenwoordigers van de doelgroep, De Binnenvest, woningcorpora-tie(s), gemeente (Milieu en Beheer; Zorg en Welzijn), politie en projectleiding de huidige situatie, voeren een schouw uit, brengen de overlast in kaart. Vervolgens worden mogelijke oplossingen op het gebied van bouwkundige maatregelen, openingstijden, huisregels, toela-tingsbeleid, toezicht, handhaving, onderhoud en beheer van de openbare ruimte, verlichting enz. met elkaar besproken en worden er keuzes gemaakt van welke maatregelen het meeste effect verwacht wordt. Van gemeentezijde is een budget beschikbaar om zoveel mogelijk maatregelen uit te voeren. Vóór de opening van de voorziening vindt een zogenaamde 0-meting plaats, door een extern bureau dat daarin gespecialiseerd is. In de 0-meting worden gegevens over de wijk vastge-legd: risicoplaatsen, bestaande overlast, veilig-heidsbeleving, het aantal bij
de politie geregis-treerde incidenten, enz. Met de beheergroep wordt afgesproken in welk gebied de 0-meting wordt uitgevoerd, welk bureau de meting gaat uitvoeren, wat de onder-zoeksopdracht is en welke onderwerpen in de meting betrokken worden. Na 1 jaar (waarbinnen de opening van de voorziening heeft plaatsgevonden) wordt de meting herhaald, zelfde gebied, zelfde opdracht, zelfde bureau, zelfde vragen, zodat een beeld verkregen kan worden wat de invloed van de voorziening is op de (beleving van) veiligheid in de wijk. De beheergroep legt alle afspraken vast in een beheerplan, inclusief de manier waarop de na-koming bewaakt wordt en welke “prestaties” overeengekomen zijn. Bijvoorbeeld dat het aan-tal bij de politie geregistreerde incidenten niet noemenswaardig toeneemt, of hoe bijgestuurd wordt als dat onverhoopt toch het geval is. Een ander onderdeel van het beheerplan is een klachtenregeling. Alle partijen in de beheergroep, inclusief de gemeente sluiten over het beheerplan met elkaar een convenant af.Voordeel van deze aanpak is dat niet alleen mogelijke toekomsti-ge overlast bekeken wordt, maar ook de reeds bestaande, zeker wanneer die aan de doelgroep gerelateerd is. De beheergroep blijft in stand ook (vooral!) na de opening van de dagopvang om de vinger aan de pols te houden, afspraken en maatrege-en bij te stellen en te rapporteren aan de overi-ge omwonenden en de gemeente. Er blijken zich circa 20 omwonenden aange-meld te hebben voor de beheergroep, waarmee zij goed vertegenwoordigd zijn en een krachtig geluid kunnen laten horen. Dat is een van de succesfactoren voor een
goed functionerende beheergroep. Op dezelfde wijze kunnen ondernemers uit de wijk (zoals de buurtsuper, snackbar, ligplaats-verhuurder) hun stem laten horen en hun be-langen naar voren brengen. Zij zullen daarvoor benaderd worden. E.2. Praktische situaties en suggesties HW 16, 18
E.2.1. De straatverlichting is ontoereikend. Een doodlopende straat achter mijn huis kan niet afgesloten worden, dat is een onveilige situatie. Breidt de straatverlichting in de Potgieterlaan, De Genestestraat, Nicolaas Beetsstraat uit. Sluit de poortjes in de Potgieterlaan en Nico-laas Beetsstraat af met hekken. Het vuilnisophaalschema moet strakker nageleefd worden.
De voorstellen zullen meegenomen in de besprekingen in de beheergroep over gewenste maatregelen.
F. Gevolgen voor eigen woning-bezit F.1.1. Waardevermindering van de woning, HW 13, 15, materiële en immateriële schade en inkom- Van planschade kan op twee manieren 18, 19, 20, stenderving als gevolg van de nabijheid van sprake zijn: 21 3. Er is sprake van een de Dagopvang. bestemmingsplan-wijziging: in de onderhavige situatie is er echter geen wijziging van de bestemming. 4. Er is sprake van een rechtmatige overheidsdaad en deze leidt mogelijk tot schade: belanghebbenden starten een procedure om de veronderstelde schade gecompenseerd te krijgen. F.1.2. Voor het maken van een relatief HW 15, 20, veilig leefklimaat zijn extra maatregelen 21 Met de naaste buren vinden hierover nodig, waar kosten mee gemoeid zijn. gesprek-ken plaats. Anderen kunnen zich met concrete en onderbouwde voorstellen tot de project-leiding wenden. De voorstellen zullen bekeken worden op hun relatie tot reële verwachtingen met betrekking tot eventuele toekomstige F.1.3. De gemeente dient te verantwoorden overlast en beoordeeld worden in relatie tot HW 18 de maatregelen die de beheergroep waarom zij meent een dergelijke grote voorstaat. inbreuk op het eigendomsrecht te kunnen maken. De gemeente heeft een zorgplicht voor daklozen en geeft daar invulling aan o.a. door
HW 18
F.1.4. Op langere termijn is het gebied bestemd voor nieuwbouw. Dan zal tot onteigening van de woningen moeten worden overgegaan. Met de vestiging van de opvang verschaft de gemeente zich een financieel voordeel ten koste van mij. Ze maakt misbruik van haar bevoegdheden wanneer zij het verlies aan waarde niet compenseert.
HW 13 F.1.5. Ondanks het huidige overleg met de gemeente verwachten we geconfronteerd te worden met vernielingen en beschadigingen.
HW 17 F.1.6. De woningen aan de De Genestetstraat zijn niet te beveiligen tegen inbraak.
het maken van voorzieningen. Tegelijkertijd wordt in samenspraak met omwonenden een beheer-plan ontwikkeld en uitgevoerd die de overlast tot een minimum dient te beperken. De waarde van bestaande woningen wordt bepaald door een groot aantal factoren. Erva-ringen elders hebben uitgewezen dat eventuele betekenisvolle veranderingen niet op het conto van de ene factor, namelijk van de komst van zo’n voorziening kunnen worden geschreven. Voor het overige verwijzen we naar het antwoord op F.1.1 Daar is op dit moment weinig over te zeggen. Er vinden ook nu beschadigingen en vernie-lingen plaats in de wijk, zonder dat vaststaat wie daarvoor verantwoordelijk is. Ze kunnen niet zonder meer op het conto van daklozen geschreven worden. Negatieve ervaringen met bezoekers van de dagopvang kunnen gemeld worden bij de beheergroep en projectleiding. Aandachtspunt voor de beheergroep in samenspraak met de eigenaar van de woningen.
G. Controle, beheersbaarheid en toezicht HW 7
HW 7, 17, 19
HW 8, 9, 10, 11, 15
G.1.1. Bezwaar tegen alcoholgebruik onder toezicht omdat dit tot overlast op straat leidt.
G.1.2. Van de eerder beloofde veiligheidsmaatregelen is weinig (meer) te merken. Welke waarde hebben nieuwe beloftes?
G.1.3. Bereidheid een bijdrage te leveren aan de invulling van de maatregelen voor de handhaving van de leefbaarheid van de buurt; vraagt de gemeente afspraken te maken over maatregelen die de leefbaarheid en veiligheid garanderen.
Door de alcoholverslaafden binnen gelegenheid tot gebruiken te bieden, wordt (een deel van) het gebruik op straat verminderd. Aan de gebruiksruimte in de dagopvang zullen door De Binnenvest regels verbonden worden, onge-limiteerd gebruik zal in geen geval worden toegestaan.
Zoals beschreven in hoofdstuk E zal in de beheergroep allereerst naar de bestaande overlast gekeken worden, inclusief de eerder gemaakte afspraken en de effecten daarvan. Bij de aanpak in de beheergroep is sprake van een structurele samenwerkingsvorm tussen alle betrokkenen, terugkoppeling naar de overige bewoners, rapportage aan het gemeen-tebestuur en klachtenregeling, inclusief een terugmeldregeling naar klachtmelders. Deze insprekers zijn benaderd om deel te nemen aan de beheergroep.
HW 17, 18 G.1.4. De stelling dat de problemen beheersbaar zijn is misleidend en niet onderbouwd. HW 14, 17, 18 G.1.5. De politie en De Binnenvest hebben beperkte bevoegdheden; van de politie is weinig te verwachten omdat die de oplossing bij anderen zoekt en probleemgevallen uit de binnenstad door zal sturen naar de Haagweg. Klachten over het voorplein zullen niet ontvankelijk zijn voor de politie omdat het gebied bij de opvang hoort. De Binnenvest zal bij escalatie bezoekers buiten zetten.
In hoofdstuk E is hier uitvoerig op ingegaan.
In het beheerplan zal op een andere manier met veiligheid, toezicht en handhaving worden omgegaan dan de insprekers veronderstellen De partners die samenwerken in de beheer-groep zijn er gezamenlijk verantwoordelijk voor. De taken en verantwoordelijkheden van De Binnenvest en de politie beginnen respectievelijk eindigen niet bij het voorterrein of
de voordeur. Er zal intensief samengewerkt wor-den, waarbij de aanpak binnen en buiten op hun onderlinge effecten afgestemd gaan wor-den. Ook van de bezoekers en hun belangen-organisatie zal een bijdrage verwacht worden, bijvoorbeeld door middel van het schoonhou-den van de omgeving van de dagopvang en het aanspreken van bezoekers op hun gedrag. De politie zal tijdens openingsuren bij daklo-zen er op aandringen gebruik te maken van de opvang, daar is de voorziening ook voor be-doeld.
HW 14, 17
Alleen repressie biedt geen oplossing voor de complexe problematiek van de dak- en thuis-lozen en verslaafden. Het gaat om een balans tussen voldoende en aansluitende zorg in combinatie met repressie wanneer sprake is van G.1.6. Er is angst dat blijvende ergernis zal onaanvaardbare overlast en van criminaleiden tot het spelen voor eigen rechter. liteit. Samenwerking en afstemming tussen politie en zorginstellingen is dan geboden.
HW 26 G.1.7. De gemeente beoogt met dit plan beheersbaarheid in de stad, behalve rond de Leonarduskerk.
G.1.8. Voorkom zoveel mogelijk calamiteiten. Suggesties: buurtopzichter, beveiliging huizen, actieve betrokkenheid bewoners bij buurt- wacht, tijdelijk verwijderingsbevoegdheid in noodgevallen.
Dat zou inderdaad geen goede ontwikkeling zijn. Deelname aan de beheergroep en een goede klachtenregeling zijn betere alternatieven. Dit strookt niet met onze bedoelingen en aanpak. Natuurlijk zijn leefbaarheid en veilig-heid ook belangrijk voor het gebied rond de Leonarduskerk. Deze opbouwende suggesties worden meegenomen in de besprekingen met de beheergroep.
H. Instemming HW 8, 9, 10, 11
H.1.1. Begrip voor de afweging en keuze Leonarduskerk.
RB 123
H.1.2. Instemming met keuze voor opvang buiten de binnenstad.
Het college is erkentelijk voor het getoonde begrip en ervaart het als steun voor het inge-zette beleid.
H 27
H.1.3. Instemming met meerdere opvangplekken in de stad. H.1.4. Gemeente lijkt met deze plannen de recente kritiek van de Algemene Rekenkamer (opvangvoorzieningen dak- en thuislozen in de regio Leiden zijn relatief slecht op elkaar afgestemd) te hebben ondervangen.
Suggesties 1. Alternatieven voor opvang HW 2
1.1. Opvang ver van de bewoonde wereld is beter
HW 18
1.2. Een locatie in de binnenstad is beter vanwege de aanwezigheid van bedrijven, kroegen en winkels.
HW 18
1.3. In een andere gemeente wordt gewerkt met dagopvang op 4 locaties, die elk 4 uur per dag open zijn. De tijden sluiten aan op de nachtopvang, er zijn mogelijkheden voor dagbesteding. De daklozen blijven zo in beweging en de overlast voor omwonenden wordt gespreid.
Ook dak- en thuislozen zijn burgers van de stad Leiden en hebben rechten en plichten. Het gaat niet aan deze mensen te veroordelen tot een bestaan letterlijk aan de rand van de samenleving. De inzet is juist gericht op een menswaardiger bestaan, waarbij een beroep gedaan wordt op de mogelijkheden van de daklozen zelf om daar een bijdrage naar vermogen aan te leveren. Opvangvoorzieningen springen in een omgeving met winkelend publiek, passanten, omwonenden enz. inderdaad minder in het oog. Dergelijke gemengde functies zijn in de omgeving van de kerk aanwezig. Elke gemeente kiest een opvangmodel dat aansluit bij de specifieke omstandigheden en mogelijkheden. Zo kiest ook Leiden voor een aanpak, zoals hiervoor uiteengezet. Vier locaties alleen voor dagopvang is, gezien de betrekkelijk geringe omvang van de doel-groepen geen aantrekkelijke optie. Nog afge-zien van de kosten en het benodigde omge-vingsbeheer.
2. Alternatief gebruik van de Leonardus-kerk HW 4, 16
2.1. Een minder belastende bestemming voor de Leonarduskerk, bijvoorbeeld een buurthuis / wijkcentrum,
Uitgangspunt vormt niet een goede bestemming voor de Leonarduskerk, maar een locatie voor de dagopvang.
gezondheidscentrum of huis-artsen onder één dak-locaties (Hoed).
In het bestaande Dienstencentrum aan de Oude Rijn worden buiten de openingstijden andere (buurt)aktiviteiten georganiseerd. De Binnenvest heeft aangegeven open te staan voor suggesties hierover uit de buurt.
3. Overige suggesties HW 2
Deze suggestie valt buiten het kader van de 3.1. Uitbreiding van het aantal goedkope huurwoningen met 30% is een bijdrage aan onderhavige inspraak. de oplossing van woningnood en huisvestings-problemen van daklozen.
HW 16
3.2. Daklozen kunnen de buurt wat schoner maken tegen een kleine vergoeding, dat draagt bij aan de integratie naar een normale baan.
HW 18
Deze suggestie valt buiten het kader van de 3.3. Geef daklozen een rol bij de viering van onderhavige inspraak. het Rembrandtjaar door op straat figuren uit te laten beelden uit de tijd van Rembrandt of bijeenkomsten met dat thema te organiseren in de opvang. Verslavingszorginstelling Parnassia voert 3.4. De gemeente kan zicht beter richten op in Leiden ook werkzaamheden uit op het gebied van preventie en behandeling van de alcoholproblemen in de wijk. alcohol-problemen.
HW 16
HW 16 3.5. Wees minder bureaucratisch en draai niet om de feiten heen.
De veegploeg van De Binnenvest zal deel uitmaken van de dagopvang. Het uitvoeren van schoonmaakwerkzaamheden in de buurt van de Leonarduskerk zal serieus bekeken worden.
We hopen daar met deze beantwoording gehoor aan te hebben gegeven.
B. Overig Circa 20 omwonenden hebben te kennen gegeven onder bepaalde voorwaarden aan het opstellen van een beheerplan te willen deelnemen. Daaraan voorafgaand zullen status, taken, rol en verantwoordelijkheden de beheergroep in een collegebesluit vastgelegd worden. Over de kosten die gemoeid zijn met de benodigde aanpassingen van de Leonarduskerk zal vorafgaand aan de behandeling van voorliggend voorstel, aanvullend worden geadviseerd. Wij stellen uw Raad voor het hierna in ontwerp afgedrukte besluit te nemen.
Burgemeester en Wethouders van Leiden, de Secretaris, de Burgemeester, P.I.M. v.d. WIJNGAART. H.J.J. LENFERINK. De Raad der gemeente Leiden; Gezien het voorstel van Burgemeester en Wethouders (raadsvoorstel nummer 05.0064 van 2005), mede gezien het advies van de commissie; B E S L U I T: 1. kennis te nemen van het collegebesluit om het voornemen te handhaven de Leonarduskerk (Haagweg 13) beschikbaar te stellen voor dagopvang van daklozen en verslaafden; 2. Wensen en/of bedenkingen betreffende dit voornemen in het kader van de zogenaamde voorhangprocedure ter kennis van het college te brengen; 3. kennis te nemen van de inspraakreacties op het beleidsvoornemen om de locatie Haagweg 13 ( Leonarduskerk ) beschikbaar te stellen voor dagopvang van daklozen en verslaafden. 4. In te stemmen met de beantwoording van de inspraakreacties door het College;
Gedaan ter openbare vergadering van de Griffier,
de Voorzitter,
BW050640
Korte notitie over omgevingsbeheer rond opvangvoorzieningen daklozen. 1. Het beheer van de openbare ruimte in de stad is een verantwoordelijkheid van de lokale overheid. Rond opvangvoorzieningen voor daklozen luistert het beheer heel nauw: op voorhand zijn omwonenden beducht voor overlast. Als de komst van een voorziening niet gepaard gaat met passende beheermaatregelen, is de kans daarop ook allerminst denkbeeldig. 2. Een manier om tot goed beheer te komen is de vorming van een buurtbeheergroep (BBG). In Nijmegen en Utrecht zijn hier heel goede ervaringen mee opgedaan. Een BBG bestaat uit (vertegenwoordigers van) alle betrokkenen bij het beheer van de openbare ruimte op een specifieke locatie: • omwonenden (georganiseerde en individuele), • ondernemers (georganiseerde en individuele), • bezoekers van de opvangvoorziening (individuele en vertegenwoordigers van belangenorganisaties), • de beherende instelling(en), • vertegenwoordigers van bijzondere voorzieningen in de buurt (bijv. een school, verzorgingshuis, sportvereniging, eigenaar/beheerder onroerend goed enz,) • politie en stadstoezicht • ambtenaren van de gemeente, minimaal de beleidsmedewerker maatschappelijke opvang/verslavingszorg en de wijkmanager stadsbeheer. 3. De gemeente is verantwoordelijk voor het initiatief tot oprichting van de BBG en de facilitering van de groep. 4. Een BBG heeft tot taak gezamenlijk een buurtbeheerplan (BBP) op te stellen en de daarin gemaakte afspraken vast te leggen in een convenant. Het doel is de overlast als gevolg van de komst van de voorziening tot een aanvaardbaar minimum te beperken en liefst de leefbaarheid (schoon, veilig, heel) van de buurt te bevorderen. Het plan dient afgerond te zijn en het convenant afgesloten voordat de voorziening van start gaat. 5. De werkwijze gaat uit van een interactieve aanpak: de formele verantwoordelijkheid voor het beheer van de openbare ruimte ligt bij de gemeente, daarom is die ook initiatiefnemer en faciliteerder. Maar effectief omgevingsbeheer is pas mogelijk als alle betrokkenen daarin een actieve rol willen en kunnen spelen. Essentieel is draagvlak voor het opgestelde plan en de uitvoering daarvan. Voor de ontwikkeling van het plan zijn circa 10 bijeenkomsten nodig. Na de opening van de voorziening blijft de BBG in stand- ze ziet toe op nakoming van de afspraken en past zonodig het plan aan aan de feitelijke ontwikkelingen en behoeften. De frequentie van de bijeenkomsten kan doorgaans na een intensieve startfase verminderd worden. In sommige gevallen leidt de BBG na een jaar of twee een slapend bestaan of wordt opgeheven. In een enkel geval, op moeilijk te beheren locaties blijft de groep juist in stand en actief. 6. Een BBP bestaat uit de volgende onderdelen: • preambule waarin de deelnemende partijen beschreven worden, met hun belangen, hun inbreng en de gezamenlijke intenties.
• • • • •
• • • •
Beschrijving van het beheergebied en de risicolocaties daarbinnen die extra aandacht behoeven De uitgevoerde of voorgenomen fysieke aanpassingen in het gebied. Toezicht en handhaving Jaarlijkse evaluatie (de zgn. 0- en 1-metingen) Afspraken over het functioneren van de groep (huishoudelijk reglement, voorzitterschap, verslaglegging, openbaarheid bijeenkomsten en stukken, perscontacten, communicatie met omwonenden enz) Klachtenregeling Looptijd en mogelijkheden tot wijziging van het beheerplan. Invulling specifieke taken van de gemeente. Lijst van ondertekenaars plus handtekeningen
7. Gebruikelijk is om tijdens de ontwikkelingsfase van het BBP gebruik te maken van een extern voorzitter. Na vaststelling van het plan kan de groep zelf een keuze maken uit een extern voorzitter, een voorzitter uit de eigen gelederen of een voorzitter die afkomstig is uit de gemeentelijke organisatie. 8. De kosten van een BBG bestaan uit de volgende onderdelen: • Vergaderkosten (inclusief inschakelen deskundigen/informanten) • Extern voorzitter • 0- en 1-metingen • Uitvoering fysieke maatregelen • Inzet toezichthouder(s) Voor de Roodenburgerstraat worden die kosten globaal ingeschat op € 143.000 en voor de Haagweg op € 183.000. Het verschil in kosten is een gevolg van de openingstijden van beide voorzieningen en de fysieke maatregelen die door de specifieke ligging van beide locaties verschillende maatregelen vragen. 12 mei 05 KP