NORMINTERPRETATIE BW
Versie dd. 16/03/2004
1
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 1 Dit besluit bepaalt de normen waaraan moet worden voldaan om te worden erkend als “initiatief van beschut wonen”.
Interpretatie: De aanvraag voor (voorlopige) erkenning dient per aangetekend schrijven te worden gericht aan de afdeling verzorgingsvoorzieningen, ter attentie van het afdelingshoofd Annemie Doms (organogram van de afdeling wordt steeds geactualiseerd op internet). De aanvraag voor verlenging van erkenning dient uiterlijk zes maanden vóór het verstrijken van de lopende erkenning te worden ingediend bij de administratie. Welke documenten een ontvankelijk dossier uitmaken, wordt beschreven in het Besluit van de Vlaamse regering tot vaststelling van de procedure voor de erkenning en de sluiting van (…) initiatieven van beschut wonen (…) dd. 18/02/1997. Conform voornoemd Besluit van de Vlaamse regering dd. 18/02/1997 dient bij het aanvraagdossier volgend document worden gevoegd: “een verklaring van de verantwoordelijke beheerder m.b.t. de maatregelen die genomen werden om brand te voorkomen, bij voorkeur gebaseerd op een brandpreventieverslag van de bevoegde brandweerdienst”. Inzake brandveiligheid werden tijdens het overleg tussen VVI/FBW en de administratie dd. 22/05/2003 volgende bijkomende afspraken gemaakt: A. Woonplaatsen door initiatief BW aan bewoner ter beschikking gesteld -
Er worden geen nieuwe architecturale normen opgelegd m.b.t. onroerende goederen; de beheerder dient echter blijvend de architectonische situatie op te volgen zodat de brandveiligheid gegarandeerd blijft. Ook bij de aankoop van een woning wordt brandveiligheid in aanmerking genomen. De beheerder kan eventueel de criteria beschrijven die belangrijk zijn bij woningkeuze.
-
Volgende elementen die de brandveiligheid bevorderen, worden als noodzakelijk gesteld: • poederblusser met controlelabel of haspel per bouwlaag waarop een (kamer-)woning van het initiatief zich bevindt • individuele rookdetector per bouwlaag waarop een (kamer-)woning van het initiatief zich bevindt, bij voorkeur in de gang • branddeken in elke keuken.
-
Elk initiatief dient te voorzien in een vormingsplan inzake brandveiligheid voor zowel personeelsleden als bewoners. Dit vormingsplan omvat minstens jaarlijkse vorming inzake risicogedrag, het correct gebruik van de verwarmingstoestellen, de plaats en de werking van de brandbestrijdingsmiddelen, de inhoud en de toepassing van het evacuatie- en interventieplan. ° Dit evacuatie- en interventieplan (te voorzien per woning) bevat minstens de aanduiding van de mogelijke vluchtwegen, de wijze van waarschuwing bij het ontstaan van brand, de wijze van melding aan de bevoegde hulpdiensten, de aan de personeelsleden toegewezen taken voor de eerste brandbestrijding. 2
° In uitvoering van de bestaande bepalingen inzake controle en onderhoud van elektrische installaties, verwarmingsinstallaties, warmwatertoestellen, plant het initiatief periodiek de nodige controles door de daartoe erkende organismen. De planning van deze controles evenals het bewijs van de uitvoering van deze controles dient op vraag van de inspectie te kunnen worden voorgelegd.
B. Woonplaatsen door cliënt BW gehuurd bij een derde De begeleiders van beschut wonen hebben de verantwoordelijkheid om een inspanningsverbintenis aan te gaan, o.a. om de (brand)veiligheid in de woning van een cliënt zo goed mogelijk te garanderen. Vooreerst dienen de begeleiders zich in te spannen om een bewoner maximaal te ondersteunen in het verwerven van een kwalitatieve, gezonde en (brand-)veilige woonst. Vermits een bewoner wordt begeleid in alle facetten van zijn leven, is het evident dat er ook begeleiding wordt geboden bij eventueel (brand-)risicogedrag. Als de bewoner er niet in slaagt bepaalde nieuwe vaardigheden te verwerven in het kader van brandveiligheid of als de brandveiligheid van een bepaalde woning op fundamentele punten niet kan gegarandeerd worden, neemt de beheerder zijn verantwoordelijkheid op. -
Het initiatief informeert de bewoner over volgende elementen die de brandveiligheid bevorderen en bepleit bij de verhuurder de aankoop ervan: • •
• -
poederblusser met controlelabel of haspel per bouwlaag waarop een (kamer-)woning van het initiatief zich bevindt individuele rookdetector per bouwlaag waarop een (kamer-)woning van het initiatief zich bevindt, bij voorkeur in de gang branddeken in elke keuken.
Ook voor deze woningen voorziet het initiatief in een vormingsplan inzake brandveiligheid voor zowel personeelsleden als bewoners. Dit vormingsplan omvat minstens jaarlijkse vorming inzake risicogedrag, het correct gebruik van de verwarmingstoestellen, de plaats en de werking van de brandbestrijdingsmiddelen, de inhoud en de toepassing van het evacuatie- en interventieplan. ° Dit evacuatie- en interventieplan bevat minstens de aanduiding van de mogelijke vluchtwegen, de wijze van waarschuwing bij het ontstaan van brand, de wijze van melding aan de bevoegde hulpdiensten, de aan de personeelsleden toegewezen taken voor de eerste brandbestrijding. ° In uitvoering van de bestaande bepalingen inzake controle en onderhoud van elektrische installaties, verwarmingsinstallaties, warmwatertoestellen, moeten periodiek de nodige controles door de daartoe erkende organismen worden gepland. Het initiatief zet de verhuurder aan tot het organiseren van deze controles.
-
De administratie kan enkel optreden indien door het initiatief geen inspanningen inzake brandveiligheid worden gedaan. Zij stelt zich wel de vraag wat er moet of kan gebeuren indien de inspanningen van de beheerder geen resultaat opleveren.
3
C. Woonplaatsen zijn eigendom van cliënt BW De begeleiders van beschut wonen hebben de verantwoordelijkheid om een inspanningsverbintenis aan te gaan, o.a. om de (brand)veiligheid in de woning van een cliënt zo goed mogelijk te garanderen. Vooreerst dienen de begeleiders zich in te spannen om een bewoner maximaal te ondersteunen in het verwerven van een kwalitatieve, gezonde en (brand-)veilige woonst. Vermits een bewoner wordt begeleid in alle facetten van zijn leven, is het evident dat er ook begeleiding wordt geboden bij eventueel (brand-)risicogedrag. Als de bewoner er niet in slaagt bepaalde nieuwe vaardigheden te verwerven in het kader van brandveiligheid of als de brandveiligheid van een bepaalde woning op fundamentele punten niet kan gegarandeerd worden, neemt de beheerder zijn verantwoordelijkheid op. -
Het initiatief bepleit bij de cliënt de aankoop van elementen die de brandveiligheid bevorderen: • •
• -
poederblusser met controlelabel of haspel per bouwlaag waarop een (kamer-)woning van het initiatief zich bevindt individuele rookdetector per bouwlaag waarop een (kamer-)woning van het initiatief zich bevindt, bij voorkeur in de gang branddeken in elke keuken.
Ook voor deze woningen voorziet het initiatief in een vormingsplan inzake brandveiligheid voor zowel personeelsleden als bewoners. Dit vormingsplan omvat minstens jaarlijkse vorming inzake risicogedrag, het correct gebruik van de verwarmingstoestellen, de plaats en de werking van de brandbestrijdingsmiddelen, de inhoud en de toepassing van het evacuatie- en interventieplan. ° Dit evacuatie- en interventieplan bevat minstens de aanduiding van de mogelijke vluchtwegen, de wijze van waarschuwing bij het ontstaan van brand, de wijze van melding aan de bevoegde hulpdiensten, de aan de personeelsleden toegewezen taken voor de eerste brandbestrijding. ° In uitvoering van de bestaande bepalingen inzake controle en onderhoud van elektrische installaties, verwarmingsinstallaties, warmwatertoestellen, moeten periodiek de nodige controles door de daartoe erkende organismen worden gepland. Het initiatief zet de bewoner aan tot het organiseren van deze controles of plant deze controles zelf, na overleg met de bewoner.
-
De administratie kan enkel optreden indien door het initiatief geen inspanningen inzake brandveiligheid worden gedaan. Zij stelt zich wel de vraag wat er moet of kan gebeuren indien de inspanningen van de beheerder geen resultaat opleveren.
4
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 2 §1. Onder initiatief van beschut wonen wordt verstaan het huisvesten en begeleiden van personen die geen voltijdse ziekenhuisbehandeling vereisen en die om psychiatrische redenen in hun leef- en woonmilieu geholpen moeten worden bij het verwerven van sociale vaardigheden en waarvoor aangepaste dagactiviteiten moeten worden georganiseerd. §2. Het verblijf in een initiatief van beschut wonen is slechts verantwoord voor zover de betrokkene nog niet volledig in het maatschappelijk leven kan worden geïntegreerd.
Interpretatie: Bij het begeleiden naar en/of organiseren van aangepaste dagactiviteiten zijn volgende elementen belangrijk: -hoe wordt deze activeringsopdracht ingevuld? (daginvulling, vrije tijdsbesteding: ontspanning, sport, activiteitencentrum,…; zelfstandig of onder begeleiding) -gemiddeld aantal dagen per week per bewoner -wie zijn de partners bij het organiseren en stimuleren van een zinvolle dagactiviteit? -wat is de inbreng (personeel + middelen) van elke partner? Uit de begeleidingsplannen (zie artikel 10) moet blijken dat elke bewoner op regelmatige basis wordt geëvalueerd door het begeleidend team, waarna een gemotiveerd besluit wordt genomen tot staving van het verder verblijf + met vooruitzicht naar alleen wonen, psychiatrische thuiszorg,…
5
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 3 De voor een harmonieus gemeenschapsleven onontbeerlijke regels zullen worden vastgelegd in een huishoudelijk reglement, waarbij met name zal worden voorzien in de naleving van de wetgeving betreffende de bescherming van de persoon en van de goederen van de bewoners.
Interpretatie: Graag een model van huishoudelijk reglement voegen bij het aanvraagdossier. Ter voorkoming van misbruiken ziet het initiatief erop toe dat de wetgeving betreffende de bescherming van de persoon en van de goederen van de bewoners, correct wordt nageleefd. Voor de bewoners bij wie een maatregel ter bescherming van de goederen van toepassing is, zijn volgende punten belangrijk: -aantal bewoners? -indicaties voor beschermingsmaatregel? -persoon belast met het beheer van de goederen? -betrokkenheid van de bewoner bij de beschermingsmaatregel? -mate van participatie van het begeleidend team?
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 4 In eenzelfde woongelegenheid moeten (ten minste) drie en mogen ten hoogste tien psychiatrische patiënten worden gehuisvest.
Interpretatie: De inspectie ontvangt graag plannen van de woonsten met vermelding van afmetingen en aanduiding van alle ruimten (ook bij verhuis en/of verbouwingswerken zijn plannen noodzakelijk). Verder graag een korte beschrijving van de woonsten met datum van ingebruikname. Ook het statuut van de woonst dient te worden meegedeeld: -huur van initiatief BW of van derde -eigendom (is er garantie op voldoende doorstroming?) -erfpacht. Tenslotte dient duidelijk het totaal aantal plaatsen in groepswoonsten te worden doorgegeven en aangeduid op de plannen. Herlocalisaties dienen voor de verhuis aan de inspectie meegedeeld te worden. Noot: een plan van een woning kan een schets of dergelijke zijn, een plan van architect is zeker niet nodig voor de inspectie.
6
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 5 De woningen moeten voldoen aan de algemene hygiënische vereisten (bad of douche, toilet, individuele lavabo).
Interpretatie: Per kamer is er een individuele lavabo met warm en koud stromend water. Indien er geen lavabo op een kamer is, kan één lavabo per badkamer aanvaard worden door de inspectie. In groepswoningen dient een goed evenwicht gezocht te worden tussen het aantal bewoners en het aantal sanitaire voorzieningen + localisatie ervan. Deze sanitaire voorzieningen dienen ook op de plannen van de woonsten te worden aangeduid. De inspectie wijst op het verschil tussen “kamer” en “studio”: een studio bevat ook een badkamer (met douche en lavabo), een toilet en een keuken.
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 6 De voor de bewoners noodzakelijke gemeenschappelijke en private ruimten dienen te worden voorzien: living, eetkamer, keuken, individuele kamer.
Interpretatie: Gemeenschappelijke ruimten bevinden zich bij voorkeur op het gelijkvloers. De inspectie beveelt aan per bewoner minimaal een oppervlakte van 12 m² per individuele kamer te voorzien. Een minimale oppervlakte van 9 m² is evenwel noodzakelijk. De inspectie dringt erop aan dat, ingeval een kamer slechts 9 m² beslaat, naar een meer geschikte woonst wordt uitgekeken. De woning moet voldoende licht en luchtig zijn. De bewoner dient een goed uitzicht te hebben op de buitenwereld. Graag bij de vermelding van het totaal aantal plaatsen groepswoonsten een verschil maken tussen het aantal “kamers” en het aantal “studio’s” (zie art. 5) met mogelijk gebruik van gemeenschappelijke ruimten.
7
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 7 §1. De woningen dienen dusdanig buiten de campus van het psychiatrisch ziekenhuis en van de dienst voor geestelijke gezondheidszorg te zijn gelegen dat een maximale autonomie aan de bewoners kan gewaarborgd worden. §2. De woningen dienen bovendien in de lokale leefgemeenschap te worden gesitueerd zodat een sociale reïntegratie ten volle kan worden verzekerd.
Interpretatie: Om het de inspecteurs mogelijk te maken deze normen na te gaan, wordt het initiatief BW verzocht gemeenteplannen te bezorgen met aanduiding van de ligging van alle groeps- en individuele woonsten ten opzichte van PZ, CGG en aanloopadres BW. Belangrijke aspecten in het kader van stimuleren van sociale reïntegratie, zijn bereikbaarheid van de lokale leefgemeenschap (trein, tram, bus?), nabijheid van allerhande voorzieningen zoals winkels (bakker, slager, supermarkt?), postkantoor, bank,…
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 7bis In afwijking van de artikelen 4 en 6 kunnen personen gehuisvest worden in een woongelegenheid bestemd voor één persoon. Bedoelde woongelegenheid dient Voorzien te zijn van de nodige keukenapparatuur en sanitaire voorzieningen.
Interpretatie: De minimale globale oppervlakte van een studio is 15 m². Ingeval de bewoner gehuisvest is in een kamer, beveelt de inspectie aan minimaal een oppervlakte van 12 m² te voorzien. Een minimale oppervlakte van 9 m² is evenwel noodzakelijk. De inspectie dringt erop aan dat, ingeval een kamer slechts 9 m² beslaat, naar een meer geschikte woonst wordt uitgekeken. De woonst moet voldoende licht en luchtig zijn. De bewoner dient een goed uitzicht te hebben op de buitenwereld. Bij individueel BW moeten door het initiatief extra zekerheden worden ingebouwd om het wegvallen van de sociale controle op te vangen: -scenario’s bij crisissituaties -mogelijkheid van (her)opname in psychiatrisch ziekenhuis -voldoende sociale contacten. Graag het totaal aantal individuele plaatsen meedelen (max. 20% van het aantal geprogrammeerde plaatsen).
8
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 8 De nodige maatregelen dienen getroffen worden om, ingeval van dringende hulpverlening, onmiddellijk beroep te kunnen doen op de meest aangewezen hulpverlening.
Interpretatie: Graag korte uitleg bij het crisisscenario. De inspectie vindt het belangrijk dat in een duidelijk leesbaar lettertype op een goed zichtbare plaats uithangt wat moet gebeuren bij crisis. Een vaste telefoon per woning is onmisbaar. Bij inspectie zal het aantal calamiteiten en zelfmoorden worden opgevraagd. Bovendien zullen eventueel genomen preventieve en corrigerende maatregelen worden besproken.
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 9 Tevens dienen de bewoners ingelicht te worden wie de verantwoordelijkheid draagt voor het huis of voor de werking en hoe zij deze of zijn afgevaardigde ten allen tijde kunnen bereiken.
Interpretatie: Zowel de normale werkregeling als de permanentie tijdens weekends en op feestdagen dient te worden opgehangen in nabijheid van de vaste telefoon.
9
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 10 § 1. De personeelsleden, verbonden aan het beschut wonen wier voortdurende aanwezigheid niet vereist wordt, hebben een begeleidende taak die in essentie gericht is op de maximale ontwikkeling van de persoonlijke zelfstandigheid van de bewoners. § 2. De in § 1 bedoelde taak zal o.m. volgende domeinen omvatten: 1° het aanleren van sociale vaardigheden; 2° het aanleren van administratieve vaardigheden, bvb inzake het geldbeheer; 3° het organiseren en stimuleren van een zinvolle tijdsbesteding; 4° het bevorderen van de contacten van de bewoners met hun milieu van herkomst.
Interpretatie: De begeleidingsplannen (en eventueel met bewoners afgesloten begeleidingsovereenkomsten) dienen ter beschikking te zijn van de inspectie bij haar bezoek aan het initiatief. Uit elk begeleidingsplan moet kunnen worden opgemaakt dat rond voornoemde opdrachten werd gewerkt. Tijdens het overleg tussen de administratie en VVI/FBW dd. 11/03/2004 werd afgesproken dat het document inzake begeleidingsplannen, opgemaakt door de koepels, voor elk initiatief als algemeen stramien kan worden gehanteerd waarin zeker de essentie van een goed begeleidingsplan vervat is. Natuurlijk dienen deze uitgangspunten toegepast te worden in de praktijk. Bij inspectie kan duidelijk worden nagegaan of het begeleidingsplan goed wordt gebruikt in de dagelijkse praktijk door niet alleen met de coördinator, maar ook met leden van het begeleidingsteam te spreken. Uit de begeleidingsplannen moet blijken dat elke bewoner op regelmatige basis wordt geëvalueerd door het begeleidend team, waarna een gemotiveerd besluit wordt genomen tot staving van het verder verblijf + met vooruitzicht naar alleen wonen, psychiatrische thuiszorg,… (zie artikel 2). Voor de inspectie is een belangrijke taak van het team ook het zorgen voor samenwerking met en begeleiding naar bestaande lokale diensten, in functie van de uitbouw van een sociaal vangnet rond alleen en/of beschut wonen.
10
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 11 Van iedere bewoner wordt een individueel dossier samengesteld waarin medische, sociale en juridische gegevens worden opgenomen. Het bijhouden van dit dossier en de raadpleging ervan wordt zo georganiseerd dat de privacy van de patiënt maximaal wordt gewaarborgd.
Interpretatie: Wat medische gegevens betreft, is het belangrijk dat voldoende somatische en psychiatrische gegevens worden opgenomen. Inzake juridische gegevens, kunnen elementen worden opgenomen rond beheerder van gelden en goederen, voogd (in geval van verlengde minderjarigheid), financiële middelen van bewoner, eventuele schulden, ziekenfonds, vervangingsinkomsten, leefloon,… Het is zeer belangrijk dat deze individuele dossiers op een “veilige” plaats worden bewaard (graag wijze van bescherming i.v.m. medisch beroepsgeheim meedelen).
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 12 § 1. Het initiatief van beschut wonen dient uit te gaan van een daartoe erkend samenwerkingsverband van psychiatrische instellingen en diensten, zoals bedoeld in Hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor erkenning van samenwerkingsverbanden van psychiatrische instellingen en diensten. § 2. Aan de bepaling van § 1 moet worden voldaan uiterlijk binnen de drie jaren na de bekendmaking van dit besluit.
Interpretatie: Ter informatie graag nuttige gegevens verstrekken over raad van beheer, zoals welke partners herkenbaar aanwezig zijn, of andere sectoren betrokken zijn, wat het profiel is van de voorzitter,… De inspecteurs gaan de wederzijdse betrokkenheid na tussen het initiatief beschut wonen en het provinciaal samenwerkingsverband als overlegplatform.
11
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 13 Voor de begeleiding en ondersteuning dient de inrichtende macht van het beschut wonen een team te voorzien, waarvan deel uitmaken: 1° een geneesheer-specialist in de neuro-psychiatrie of in de psychiatrie; 2° de personeelsleden bedoeld in artikel 20.
Interpretatie: Aanbeveling van de -per 20 bewoners -per 40 bewoners -per 60 bewoners -per 80 bewoners -per 100 bewoners -bij +100 bewoners
inspectie (voor coördinerend psychiater): 3 uren psychiatertijd per week 5 uren psychiatertijd per week 6 uren psychiatertijd per week 7 uren psychiatertijd per week 8 uren psychiatertijd per week 9 uren psychiatertijd per week.
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 14 De inrichtende macht zal iemand van dit team aanstellen als verantwoordelijke coördinator voor de werking van de beschutte woonvorm.
Interpretatie: Elke wijziging dient tijdig gemeld te worden aan de inspectie.
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 15 De geneesheer-specialist in de neuro-psychiatrie of in de psychiatrie: 1° is verantwoordelijk voor het opnamebeleid; 2° dient de kontakten te leggen met de behandelende geneesheren en met de betrokken dienst of het centrum voor geestelijke gezondheidszorg; 3° staat in voor de interventiescenario's in geval van krisis.
Interpretatie: De coördinerend psychiater dient aanwezig te zijn bij het teamoverleg. De inspectie vindt het ook belangrijk dat hij instaat voor de (eventuele) vorming van de teamleden. Uit de crisisscenario’s (zie artikel 8) moet blijken dat, in geval van crisis, een psychiater vlot bereikbaar is.
12
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 16 Op geregelde tijdstippen zal een teamoverleg worden georganiseerd.
Interpretatie: Minstens maandelijks dient een overleg georganiseerd te worden met alle teamleden (met inbegrip van psychiater). en een bewonersvergadering te houden per groepswoning. De inspectie beveelt aan per huis minstens wekelijks een bewonersvergadering te houden, tijdens dewelke het onderling functioneren van de bewoners “in huis” kan worden besproken en eventuele moeilijkheden hierbij kunnen worden aangekaart. Eventueel andere betrokkenen (vertegenwoordiger PZ – CGG – OCMW, huisarts, familielid,…) kunnen op uitnodiging aan deze vergaderingen deelnemen. Ook de betrokkenheid van de teamleden naar de eventuele bewonersraad toe is belangrijk.
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 17 De nazorg van de bewoners, voor zover een medische nazorg noodzakelijk is, kan gebeuren in het geheel van de psychiatrische voorzieningen, zoals bv. in een dienst voor geestelijke gezondheidszorg, een polikliniek, een consultatiedienst van de behandelende geneesheer, teneinde de continuïteit van de behandeling te waarborgen.
Interpretatie: Met wie wordt meestal contact gelegd voor nazorg? (graag namen en adressen)
13
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 18 Met de bewoners of hun wettelijke vertegenwoordigers wordt een verblijfsovereenkomst gesloten waarin de huurvoorwaarden, de opzegmodaliteiten en de begeleidingskosten gestipuleerd worden. Alle andere opname-modaliteiten en verblijfsregels dienen in een geschreven en door elke bewoner voor kennisname ondertekend huishoudelijk reglement te worden opgenomen.
Interpretatie: Ingeval de woonst eigendom is van de cliënt BW, blijft de verblijfsovereenkomst belangrijk, maar dienen (volgens de normen) enkel begeleidingskosten te worden gestipuleerd. Graag prijs per woning, met vermelding van inbegrepen kosten, meedelen. Tijdens het overleg tussen VVI/FBW en de administratie dd. 22/05/03 rond brandveiligheid, werd volgend standpunt door beide partijen onderschreven: “Als de bewoner (die eigenaar is van zijn woning of de woonst huurt bij een derde) er niet in slaagt bepaalde nieuwe vaardigheden te verwerven in het kader van brandveiligheid of als de brandveiligheid van een bepaalde woning op fundamentele punten niet kan gegarandeerd worden, neemt de beheerder zijn verantwoordelijkheid op.” Het lijkt de inspectie dan ook zeer zinvol hieromtrent duidelijkheid te scheppen in de verblijfsovereenkomst.
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 19 Volledige vrijheid van levensbeschouwing, godsdienst en politieke overtuiging dient aan iedereen gewaarborgd te worden.
Interpretatie:
14
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 19 bis § 1. Elk initiatief van beschut wonen dient, voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens die betrekking hebben op patiënten, in het bijzonder medische gegevens, te beschikken over een reglement voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. § 2. De bepalingen van dat reglement betreffende de persoonlijke rechten dienen aan de patiënten te worden medegedeeld samen met de kennisgeving van de gegevens bedoeld in artikel 4 van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. § 3. Het reglement vermeldt, voor elke verwerking, minstens het volgende: - het doeleinde van de verwerking; - in voorkomend geval, de wet, het decreet of de ordonnantie of de reglementaire akte waarbij de geautomatiseerde verwerking wordt ingesteld; - de identiteit en het adres van de houder van het bestand en van de persoon die namens de houder kan optreden; - de naam van de in § 6 bedoelde geneesheer; - de naam van de in § 7 bedoelde veiligheidsconsulent; - de identiteit en het adres van de bewerker(s); - de rechten en plichten van de bewerker(s); - de categorieën van personen die toegang hebben tot of gemachtigd zijn tot het verkrijgen van de persoonsgegevens van medische aard van de verwerking; - de categorieën van personen wier gegevens verwerkt worden; - de aard van de verwerkte gegevens en de manier waarop ze worden verkregen; - de organisatie van het circuit van de te verwerken medische gegevens; - de procedure volgens welke, indien noodzakelijk, gegevens geanonimiseerd worden; - de beveiligingsprocedures ten einde toevallige of ongeoorloofde vernietiging van gegevens, toevallig verlies of ongeoorloofde toegang, wijziging of verspreiding van gegevens tegen te gaan; - de termijn waarna, in voorkomend geval, de gegevens niet meer mogen bewaard, gebruikt of verspreid worden; - de onderlinge verbanden, de onderlinge verbindingen of elke andere vorm van vergelijking van gegevens die worden verwerkt; - de onderlinge verbindingen en raadplegingen; - de gevallen waarin gegevens worden verwijderd; - de wijze waarop de patiënten hun rechten bedoeld in de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens kunnen uitoefenen. § 4. Het reglement vermeldt het door de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer toegekende identificatienummer van de verwerking waarop het betrekking heeft en dient, binnen dertig dagen na de inwerkingtreding van dit artikel, te worden overgemaakt aan de Commissie voor toezicht op en evaluatie van statistische gegevens die verband houden met de medische activiteiten in de ziekenhuizen. Alle wijzigingen aan bedoeld reglement aangebracht dienen, binnen de dertig dagen na de bekrachtiging door de bevoegde instanties van de inrichtende macht, worden overgemaakt aan de Commissie voor toezicht op en evaluatie van statistische gegevens die verband houden met de medische activiteiten in de ziekenhuizen. § 5. De Commissie voor toezicht op en evaluatie van statistische gegevens die verband houden met de medische activiteiten in de ziekenhuizen, houdt de in § 1 bedoelde reglementen ter beschikking van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer en deelt om de zes maanden aan de Commissie de geactualiseerde lijst mede van de ontvangen reglementen en wijzigingen van reglementen. 15
§ 6. De houder van het bestand wijst de geneesheer aan die de verantwoordelijkheid en het toezicht uitoefent bedoeld in artikel 7, eerste lid van de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens. § 7. De houder van het bestand wijst een veiligheidsconsulent aan belast met de veiligheid van de informatie. De veiligheidsconsulent staat de verantwoordelijke voor het dagelijks beheer met raad bij inzake alle aspecten van de veiligheid van de informatie. De opdracht van de veiligheidsconsulent kan door Ons nader worden omschreven.
Interpretatie:
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 20 Per 8 bewoners dient minstens één equivalent voltijds personeelslid te worden voorzien, dat in het bezit is van een licentiaatsdiploma of van een diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan zoals dit van sociale verpleegkundige, psychiatrische verpleegkundige, psycholoog, criminoloog, maatschappelijk assistent of ergotherapeut.
Interpretatie: De inspectie beveelt aan personeelsleden van diverse disciplines aan te werven om eenzijdigheid te voorkomen. De norm van 1 VTE per 8 bewoners dient te worden bewezen door een loonstrook. De arbeidscontracten van de personeelsleden met de betreffende vzw BW en hun loonstroken van de voorbije 2 jaar moeten tijdens het erkenningsbezoek ter beschikking zijn van de inspecteurs. Bij ziekte of vakantie van een personeelslid moeten, rekening houdend met de (geschatte) duur van de afwezigheid, de nodige schikkingen worden getroffen zodat de normale zorg en begeleiding kunnen gegarandeerd worden.
NORMINTERPRETATIE BW Artikel 20 bis De personeelsleden die niet voldoen aan de voorwaarden bepaald in artikel 20, doch die vóór 26 juli 1990 reeds tewerkgesteld waren in een initiatief van beschut wonen, kunnen deze functie verder blijven uitoefenen. Het bewijs dat deze personen reeds vóór 26 juli 1990 tewerkgesteld waren in een initiatief van beschut wonen, moet steeds kunnen geleverd worden ten aanzien van de overheden die krachtens de artikelen 59bis, 59ter of 108ter van de Grondwet bevoegd zijn voor het gezondheidsbeleid.
Interpretatie:
16