20 symbolen: MACHT & PRACHT
Wapens en ‘krijgsmacht’
Tijdens Open Monumentendag 2013 vertellen we de geschiedenis van Macht & Pracht aan de hand van twintig symbolen. Objecten of gebouwen met een eigen verhaal. Soms gek en vol toevalligheden, dan weer wetenswaardig en verhelderend. Ga op ontdekkingstocht en verras jezelf…
Een verdwenen symbool 10 , maquette te zien in Oude Rechtbank, Contourlijnen zijn zichtbaar in Kerkstraat Symbool van een zelfbewust katholicisme 11 , Sint-Catharinakerk, Stratumseind 2 Zilverwerk van de Sint-Catharinakerk 12 , te zien in Sint-Catharinakerk Symbolisch licht 13 , glas-in-loodramen te zien in Sint-Catharinakerk De gloeilamp als symbool van Eindhoven 14 , te zien door de hele stad en in Philips museum Philipsfabriekje anno 1891 15 , Philips museum, Emmasingel 31, niet gratis toegankelijk, lezingen wel gratis Beeld Anton Philips 16 , Stationsplein De Lichttoren 17 , hoek Emmasingel en Mathildelaan Sigarenfabriek Mignot & De Block op tegels 18 , tegels te zien in Oude Rechtbank Niet zo maar een graf… 19 , Catharinakerkhof, Zwembadweg 22-A Tuin van Villa Granville 20 , Villa Granville, Parklaan 95
open monumentendag 2013 | 1
Lichtstadhuis 01 , Stadhuis, te bezichtigen met Stadhuiswandeling De vlag van Kooken 02 , te zien in Oude Rechtbank, Stratumseind 32 Het stadsrecht van Eindhoven 03 , te zien in RHCe Burgemeestersportretten 04 , te bezichtigen met Stadhuiswandeling De ambtsketen 05 , te bezichtigen met Stadhuiswandeling Restanten van rechterlijke macht 06 , Oude Rechtbank Munten: symbolen van economische macht 07 , te zien in Oude Rechtbank
08 , te zien in Oude Rechtbank De Raminge 09 , te zien in RHCe
PRogramma
2
3 Sint-Catharinakerk
open monumentendag 2013 | 2
1
Oude Rechtbank
Philips museum
Speciaal voor Open Monumentendag programmeert het nieuwe Philips museum twee gratis lezingen. Gert Grosfeld is de
Bekijk de Sint-Catharinakerk eens met andere ogen. Sta eens stil bij de bijzondere glas-in-loodkunst of bekijk het fraaie
z ilverwerk. Tijdens Open Monumentendag is de kerk open en zijn er speciale tekst bladen met informatie over de kerk en de kunst. adres Stratumseind 2 Open 13.00-17.00 uur 4
Regionaal Historisch Centrum Eindhoven
Ontdek de wondere wereld van charters, vuistdikke protocollen, gewichtige geschriften, de fraaiste geïllustreerde handschriften, het betere artistieke geklieder in de marge en nog heel veel meer. Tijdens Open Monumentendag opent het RHCe deuren die normaal g esloten blijven voor het publiek. Tijdens rondleidingen van ongeveer een half uur komt u oog in oog te staan met bijzondere d ocumenten uit de eeuwenoude historie van Eindhoven en omgeving. Rond-
leidingen elk half uur, met om 13.45 en om 15.15 een speciale familierondleiding voor kinderen en hun opa’s, oma’s, papa’s, mama’s, ooms en tantes. adres Raiffeisenstraat 18 Activiteiten afhaalpunt Villapark wandeling, rondleidingen depot Open 13.00-17.00 uur (elk half uur rondleiding depot, eerste: 13.15; laatste 16.15) 5
Tuin Villa Granville
Nieuwsgierig naar de tuin van Villa Granville? Speciaal voor Open Monumentendag is de tuin eenmalig toegankelijk voor het publiek. Honden mogen niet naar binnen. Let op: de grindpaden zijn slecht toegankelijk voor rollators en rolstoelgebruikers. adres Parklaan 95 Open 13.00-17.00 uur
open monumentendag 2013 | 3
De Oude Rechtbank is tijdens Open Monumentendag 2013 het centrale informatie- en ontmoetingspunt. Hier zijn enkele bijzondere objecten uit de collecties van het Eindhoven Museum en het Archeologisch Centrum Eindhoven en H elmond te bezichtigen. adres Stratumseind 32 Activiteiten afhaalpunt kaartjes Stadhuiswandeling en Philipswandeling, expositie in zittingszaal Open 13.00-17.00 uur
rchitect van de verbouwing van het a Philips museum. Hij bespreekt dit project in zijn lezing, maar staat ook stil bij het Evoluon. Architectuurhistoricus Dorine van H oogstraten gaat in haar lezing in op het werk van Dirk Roosenburg. Deze architect ontwierp tal van Philipsgebouwen, zoals de Witte Dame, de voormalige Philips b edrijfsschool, de Admirant en het oude Natlab op Strijp-S. Ook was Roosenburg b etrokken bij het ontwerp van de Lichttoren. adres Emmasingel 31 Start lezingen 16.00, inloop 15.45 uur Einde 17.00 uur
20 SYMBOLEN Het Lichtstadhuis
Eindhoven heeft een strak en modern stadhuis. Het werd geopend in 1969 en het ontwerp is van Jan van der Laan. Het stadhuis dat is voorzien van een brede trappartij en een balkon is omgeven door een ruim plein. Dat is de plek waar Eindhovenaren bijeenkomen als ze iets te vieren of te mopperen h ebben. Sporters presenteren er vol trots hun behaalde trofeeën. Er wordt hier niet alleen gevierd, ook is er plaats voor bezinning en herdenking. Bijvoorbeeld bij het bevrijdingsmonument in de hoek van het Stadhuisplein. Het monument, een initiatief van de Stichting Monument Eindhovense Oorlogsslachtoffers is na een tumultueuze aanloop op 18 september 1954 bij de herdenking van ‘Eindhoven 10 jaar bevrijd’ onthuld. Paul Gregoire o ntwierp de beelden en architect Jan van der Laan het voetstuk met de tekst van dichter Nico Donkersloot. De bronzen vrijheidsfakkel werd vormgegeven door b eeldhouwer Oswald Wenckebach. Het stadhuis zelf bestaat uit een laagbouw en bijbehorende toren. Strenge ritmes en uitgekiende verhoudingen vormen het gereedschap waarmee de architect heeft gewerkt. Het bronzen gevelbeeld is ontworpen door Arthur Spronken. Binnen oogt het stadhuis
open monumentendag 2013 | 5
open monumentendag 2013 | 4
01
licht. Dat is niet altijd het geval geweest. Sinds 2001 dringt via het glasdak daglicht diep het gebouw binnen. Het dakplafond in de Hal van Honderd, ontworpen door André Volten, werkt daardoor als een soort lichtverdeler.
STADHUIS TIJDENS HULDIGING PSV IN 1997© Regionaal Historisch Centrum Eindhoven
De vlag van Kooken
Sinds de Middeleeuwen worden vlaggen gebruikt als identificatie van een leider en zijn ‘eenheid’. Een vlag kan ook een symbool worden van een nieuwe eenheid. In 1920 gingen de gemeenten Eindhoven, Strijp, Tongelre, Stratum, Woensel en Gestel op in Groot-Eindhoven. Met de komst van met name Philips namen de industriële activiteiten toe, de bevolking groeide enorm en infrastructurele ontwikkelingen moesten in goede banen worden geleid. Samenwerking werd noodzaak. De nieuwe bestuurlijke eenheid kreeg ook een nieuw gemeenschappelijk symbool: een e igen stadsvlag. Deze werd in de vergadering van 14 oktober 1927 door het college van B&W officieel vastgesteld. Sindsdien zijn de kleuren rood en wit, de kleuren van de gemeente. En die komen nu ook prominent terug in het nieuwe beeldmerk van Eindhoven. De vlag werd ontworpen door stadsarchitect Louis Kooken en is te zien als een gestileerde E. Aan de stok twee verticale banen: een rode en een witte, geflankeerd door vijf horizontale banen afwisselend rode en witte, aanduidend de gemeenten Woensel, Tongelre, Stratum, Gestel en Strijp. In dezelfde vergadering is ook een zogenaamde ‘standaard’ vastgesteld. Dit is eenzelfde vlag, maar in de bovenhoek aan de stok is het rood-wit vervangen door het wapenschild van de gemeente.
03
Burgemeestersportretten
In het Eindhovense stadhuis hangen, willekeurig uitgewaaierd over het muurvlak in de Hal van Honderd, dertien burgemeestersportretten. Zeven daarvan zijn van de hand van Peer van den Molengraft (Eindhoven 1922). Sinds de Franse president Vincent Auriol in 1947 in Algiers voor hem poseerde, portretteerde hij vele staatshoofden. Hierdoor wordt hij ook wel ‘De hofschilder van de twintigste eeuw’ genoemd. Van den Molengraft maakte portretten van onder meer koning Faisal van Saoedi-Arabië, keizer Haile Selassie van Ethiopië en president Soeharto van Indonesië. In 1950 trouwde hij met de Française Odette Saulnier en vestigde zich op aandringen van burgemeester Henri Kolfschoten in 1952 blijvend in zijn geboortestad. Hij portretteerde de volgende burgemeesters van Eindhoven: Charles van Rooij, Herman Witte, Jaap van der Lee, Gilles Borrie, Jos van Kemenade, Rein Welschen en Alexander Sakkers. 04
Het stadsrecht van Eindhoven
In 1232 kreeg Eindhoven stadsrechten van hertog Hendrik van Brabant. Het originele document is verloren gegaan. De originele tekst is overgeleverd in een oorkonde uit 1596, waarin koning Philips II de rechten bevestigt die in het verleden door zijn voorgangers
open monumentendag 2013 | 7
open monumentendag 2013 | 6
02
Het stadrecht uit 1232 is erg beknopt. De hertog verklaart dat hij zijn stad en burgers dezelfde vrijheid (libertas) en hetzelfde recht (sententia) heeft toegekend als stad en burgers van ’s-Hertogenbosch. Door het verlenen van libertas kon het stadsbestuur van Eindhoven binnen haar eigen territorium STADSVLAG © ARCHITECTUURCENTRUM EINDHOVEN haar eigen zaken regelen. Met sententia (letterlijk vonnissen) werd bedoeld dat de Eindhovense schepenen, de wethouders, aan die van Den Bosch konden vragen wat zij in een bepaalde zaak zouden beslissen of welke regels zij zouden toepassen. Het enige andere onderwerp dat in het privilege werd geregeld was het recht om een weekmarkt te houden. Inwoners uit omliggende plaatsen werden verplicht in Eindhoven naar de markt te gaan. Er was in die tijd behoefte aan regionale centra waar landbouwproducten konden worden verhandeld. Daarmee markeert het stadsrecht het begin van de stedelijke ontwikkeling en de overgang naar een markteconomie. Later kreeg Eindhoven zowel van de
hertog als van de opeenvolgende heren nog meer voorrechten die ertoe bijdroegen, dat de positie van Eindhoven als bestuurlijk en economisch centrum werd versterkt. 05
De ambtsketen
Bijna zo oud als de mensheid is het gebruikelijk om met uniformen, sjaals, dassen, draaginsignes en dergelijke te laten zien dat je een bepaald ambt bekleedt. Zo zijn burgemeesters aan hun ambtsketen te herkennen en hanteren ze in raadsvergaderingen de voorzittershamer. In 1853 is de ambachtsketen ingevoerd op voordracht van minister Johan Rudolph Thorbecke (1798-1872). Sinds 1853 heeft Eindhoven een viertal ambtsketens gekend: een uit 1853, een uit 1932, een nieuwe keten uit 1956, die tot op de dag vandaag dienst doet, en een minder zware werkketen voor dagelijks gebruik uit 1981. De ambtsketen bestaat uit een penning met het stadswapen van Eindhoven (in zilver en rood). Verder zijn de vijf wapens van de voormalige gemeenten (in goud en blauw) in de keten aangebracht, waarbij het dubbele wapen van Tongelre als sluiting fungeert. Ook is er een ivoren voorzittershamer met het Eindhovens stadswapen en inscriptie “est est non non”; laat ja ja zijn en nee nee. Deze dateert vermoedelijk uit de naoorlogse periode.
open monumentendag 2013 | 9
open monumentendag 2013 | 8
aan de stad waren verleend. Als bekrachtiging werd aan de perkamenten oorkonde een zegel gehangen.
Restanten van rechterlijke macht
De huidige Oude Rechtbank aan het Stratumseind, kwam in 1841-1843 tot stand op de plek waar vroeger herberg De Ster stond. Het nieuwe gerechtsgebouw kreeg een monumentaal en imponerend uiterlijk, dat in de ontstaanstijd flink moet hebben afgestoken bij de omliggende bebouwing. De entree bestaat uit een portiek met treden in hardsteen en met boven de deur het woord JUSTITIA in vergulde letters. De benedenverdieping is ‘gebosseerd’, alsof die uit grote natuursteenblokken is opgetrokken en wordt door een geprofileerde De oude rechtbank aan het Stratumseind © Regionaal Historisch Centrum Eindhoven
cordonlijst afgesloten. Daarboven verrijzen twee verdiepingen afgesloten door een forse houten kroonlijst. In de voormalige zittingszaal zijn een nis en stucornamenten in empirestijl aanwezig, die de voornaamheid van plaats en handeling onderstrepen. De rechter en secondanten zaten op stoelen met hoge rugleuning. De stoel van de rechter is uitgevoerd met het Nederlandse wapenschild.
open monumentendag 2013 | 11
open monumentendag 2013 | 10
06
Munten: symbolen van economische macht 07
Tijdens opgravingen worden in Eindhoven vaak munten gevonden. De meeste dateren uit de jaren na 1200. Vaak gaat het om verloren geld met doorgaans een lage
Munten gevonden bij ‘Woenselse poort’ (18 septemberplein) © Laurens Mulkens/Archeologisch Centrum Eindoven en Helmond
open monumentendag 2013 | 12
Gouden munten waren ook in omloop, maar die zijn nauwelijks gevonden. Dat ze in roulatie zijn geweest blijkt uit gevonden kleine muntgewichtjes waarmee het gewicht van gouden munten werd gecontroleerd. Dat was nodig omdat er vaak randjes van goudgeld werden geknipt, waarbij de munt zijn waarde bleef behouden. Ook zijn in Eindhoven met zilveren munten gevulde potten gevonden. Waarschijnlijk betreft het verborgen geld met het doel het later weer op te halen. Munten werden ook ritueel gebruikt, als bijgift voor de doden of door ze in een akker te stoppen om een goede oogst te verkrijgen.
08
wapens en ‘krijgsmacht’
Dat er in de middeleeuwen en de eeuwen daarna regelmatig oorlog werd gevoerd, weten we uit historische bronnen. In de veertiende en vijftiende eeuw had Eindhoven herhaaldelijk te lijden van invallen vanuit Gelre, het huidige Gelderland en Midden-Limburg. Rondzwervende huursoldaten haalden zelf hun soldij op door steden en dorpen te plunderen. In 1486 plunderden Gelrese troepen de stad Eindhoven, staken de huizen in brand en verwoestten kerk en kasteel. Pas tientallen jaren later was de stad weer hersteld. Ook tijdens de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) heeft Eindhoven en het omringende platteland veel te lijden gehad. Voorwerpen die aan deze gewelddadige periode herinneren zijn metalen wapens die op verschillende plekken in het centrum zijn opgegraven. Het gaat om zwaarden, dolken, spiespunten, pijlpunten van hand- en kruisboog, onderdelen van pistolen en andere vuurwapens en heel veel loden kogels. Het topstuk van deze vondsten is een fraai versierd ijzeren zwaard dat gevonden werd in de vroegere stadsgracht onder het huidige 18 Septemberplein. Met het zwaard werden ook delen van de lederen schede gevonden met daarin behalve het zwaard zelf ook enkele andere gereedschappen.
open monumentendag 2013 | 13
waarde. Tot omstreeks 1500 is het meeste muntgeld nog van zilver, daarna steeds vaker van koper. Munten geven onder meer een beeld van de plekken waar handel gedreven werd. Dat v erklaart waarom veruit de meeste munten in de middeleeuwse stadskern, het huidige centrum, gevonden zijn. Op het vroegere platteland komen ze nauwelijks voor. Kennelijk werd op het platteland weinig gebruik gemaakt van geld, vermoedelijk omdat er veel in natura werd betaald, met graan of met vee. Vreemde ‘uitheemse’ munten vertellen iets over de handel met verre streken. Zo zijn in Eindhoven munten gevonden uit Genua en Venetië (Italië), Portugal, Spanje, het zuiden van Duitsland en Vlaanderen.
De Raminge
“Voer alle dorpe ende Vrijheyde inder meyere ende gesetenen”. De Raminge is een verdrag dat is gesloten in augustus 1495 tussen de stad ‘s-Hertogenbosch aan de ene kant en aan de andere kant de steden Helmond en Eindhoven, de vrijheden Oisterwijk, Oerle, Oss, Sint-Oedenrode, Oirschot, Lommel, Eersel, Bergeijk, Waalwijk, de Mierden en Hilvarenbeek en tal van particuliere personen namens de dorpen en ingezetenen, die deel uitmaakten van De Meierij van ‘s-Hertogenbosch. De Meierij, met ’s-Hertogenbosch als ‘hoofdstad’, was onderdeel van het Hertogdom Brabant. De Raminge, in hedendaags taalgebruik ‘een akkoord’, had betrekking op een aantal fiscale en juridische zaken, zoals onroerendgoedtransacties, inning van pachtgelden, belastingheffing, rechtspraak en vonnissen. Met de Raminge DE RAMINGE © Regionaal historisch centrum eindhoven
erd getracht meer eenheid aan te brengen in de brij van regels, interpretaties en lokale w gebruiken. Deze waren namelijk regelmatig aanleiding voor lang voortslepende geschillen tussen dorpen, steden en ingezetenen. Het akkoord vormde daarmee een belangrijke stap in de uniformering van het bestuur en rechtspraak in een groot deel van het huidige Noord-Brabant. Het uit tien bladzijden bestaande document is geheel van perkament, gelooide dierenhuid. Aan dit exemplaar hangen elk aan een breed zijden lint drie grote zegels, van links naar rechts: Helmond, Eindhoven en Oisterwijk. De negen kleinere zegels behoren toe aan de zogenaamde ‘goede mannen’ die namens de dorpen het document bezegelden. Zeker vijf zegels, hebben de tand des tijds niet doorstaan en zijn voorgoed verloren gegaan, de lege linten als stille getuigen achterlatend. 10
Een verdwenen symbooL
In 1810 kreeg de Joodse gemeenschap in Eindhoven bij het bezoek van koning Lodewijk Napoleon toestemming om een nieuwe synagoge, oftewel ‘sjoel’, te bouwen. Die bleek na vijftig jaar alweer te klein. Daarom werd er een nieuwe gebouwd, gelegen naast de Sint-Catharinakerk aan de Kerkstraat. Deze synagoge werd in 1866 in gebruik genomen. Het was een opmerkelijk gebouw. Vooral door de vormgeving van de t oren met
open monumentendag 2013 | 15
open monumentendag 2013 | 14
09
zijn oosterse uiterlijk en de entree met markante Hebreeuwse letters en hardstenen toegangstrap.
open monumentendag 2013 | 16
11
Symbool van een zelfbewust katholicisme
De Franse tijd luidde de vrijheid van godsdienst in en leidde tot het katholiek reveil. Dat kreeg zijn bekroning in 1853 met het Herstel van de Bisschoppelijke Hiërarchie en de in deling in vijf nieuwe bisdommen. Door de bevolkingstoename werden de aan de katholieken teruggeven kerken spoedig te klein. Ze werden uitgebreid of door nieuwe kerken vervangen.
Interieur Synagoge © Regionaal Historisch Centrum Eindhoven
Bouwmeester Pierre J.H. Cuypers (1827-1921) uit Roermond groeide in deze periode uit tot de meest gevraagde kerkenbouwer van zijn tijd. In Eindhoven bouwde hij de Sint-
open monumentendag 2013 | 17
Tijdens het Duitse bombardement daags na de bevrijding op 19 september 1944 raakten synagoge en bijgebouwen ernstig beschadigd. In 1947 werd de synagoge weer in gebruik genomen. De uiteindelijke afbraak vond plaats in 1959 om de verbreding van de Kerkstraat mogelijk te maken. De kosten van een grondige restauratie na de bombardementsschade waren te hoog voor de gedecimeerde joodse gemeenschap, als gevolg van de Holocaust. Op 14 maart dit jaar werd op initiatief van de Vereniging Struikelstenen Eindhoven een gedenkplaat geplaatst. Contourlijnen in de bestrating laten zien waar de synagoge ooit stond.
open monumentendag 2013 | 18
door kopieën vervangen. De drie timpanen werden in het atelier Cuypers & Stoltzenberg te Roermond vervaardigd.
In het interieur liet Cuypers voor het eerst de bakstenen in het zicht. Deze werden volgens een bepaald patroon van kleur voorzien. Eindhovenaar Antonius Brams vervaardigde het Madonnabeeld bij het hoofdportaal en het Catharinabeeld met engelbeelden in de topgevel. Deze zijn nu
In de tweede helft van de negentiende eeuw groeide Eindhoven uit tot een centrum voor kerkelijke beeldhouw- en edelsmeedkunst. De vraag naar kerkelijke objecten voor de vele nieuwe katholieke kerken was groot. De zilversmeden Willem Th. Hermans en zijn jongere broer Antoon P. Hermans waren al vanaf 1835 in Eindhoven actief. Beide ambachtslieden waren lid van het kerkbestuur van de Catharinakerk en vooral Toon Hermans o nderhield goede contacten met de katholieke ‘kunstelite’ Pierre Cuypers, Jozef Alberdingk Thijm, jonkheer Victor de Stuers en monseigneur Gerard van Heukelom.
Eindhoven, eind negentiende eeuw met het oude stadhuis en de Sint-Catharinakerk © Regionaal Historisch Centrum Eindhoven
Naast achttiende-eeuws zilver bezit de Catharinakerk een cylindermonstrans uit 1846 en een godslamp uit 1849 gemerkt door Willem Th. Hermans. Zijn broer Antoon P. Hermans
In de Tweede Wereldoorlog raakte de kerk flink gehavend. Na de restauratie begeleid door architect Kees de Bever behield het kerkgebouw in architectonisch opzicht zijn karakter, maar de oorspronkelijke aankleding, inrichting en inventaris waren grotendeels verloren gegaan. Dus die werd in de naoorlogse jaren vernieuwd. 12
Zilverwerk van de Sint-Catharinakerk
open monumentendag 2013 | 19
Catharinakerk, die behoort tot zijn meest geslaagde ontwerpen uit zijn vroege oeuvre. De kerk, gebouwd tussen 1860 en 1867 verrees op de plek van de middeleeuwse kerk. Geïnspireerd door de Franse kathedralenbouw stopte Cuypers het gebouw vol symboliek. De slankere linkertoren, de ‘Ivoren toren’, staat voor vrede en reinheid, terwijl de rechtertoren, de ‘Toren van David’, voor kracht en sterkte staat.
leverde in 1867 een ciborie, een kelk met deksel om het eucharistisch brood (hosties) in te bewaren, vermoedelijk ter gelegenheid van de inwijding van de nieuwe kerk. In 1875 volgde een kelk met inscriptie. Deze is een geschenk van kapelaans en rectoren aan deken monseigneur G.W. van Someren bij zijn gouden priesterfeest. Een gegraveerde altaarschel uit 1867 en een processiekruis uit 1873 dragen ook Hermans meesterteken. 13
Symbolisch licht
Door het bombardement op 6 december 1942, bekend als het Sinterklaasbombardement, raakte de Sint-Catharinakerk zwaar beschadigd en werden alle neogotische glas-inloodramen vernield. Nadat eerst de restauratie van het gebouw ter hand was genomen, kwamen in de jaren daarna ook nieuwe glas-in-loodramen tot stand. De ramen reflecteren de veranderingen in de glas-in-loodkunst na de oorlog, waardoor deze een bijzondere bijdrage leveren aan de aankleding van dit monumentale kerkgebouw. De ramen in de kooromgang zijn van Charles Eyck (1897-1983) en dateren uit 1947 en 1951. Tot de meest aantrekkelijke ramen behoren die van de Kruisiging, Verrijzenis en
Hemelvaart. In 1951 voegde hij aan weerszijden ramen met figuren toe, namelijk de vier evangelisten, Johannes de Doper, Mozes, Petrus en Paulus. Als laatste raam van zijn hand werd in 1954 het Mariaraam geplaatst. In dit jaar ontwierp Hugo Brouwer (1913-1986) het Jozefraam. Zijn serie ramen in de zijbeuken laat een veel modernere vormentaal zien. Parochianen, instellingen en bedrijven grepen het 12,5-jarig jubileum van deken en pastoor monseigneur H.F. Heezemans (1889-1964) aan om een reeks heldere, kleurrijke ramen te schenken. Ook deze ontwierp Brouwer met een stevige lijnvoering in 1957 en 1958. Tot de meest aansprekende ramen behoren het raam met de Apocalyps, waar het zevenkoppige monster en de ruiters zich over de lancetten energiek uitspreiden, en de twee ramen met de Schepping van de mens en de Zondeval. Als laatste ontwierp Brouwer abstracte veelkleurige vensters in de lichtbeuk van koor en transept die beweging suggereren en ‘een gedicht in kleuren’ zijn. Andere glas-in-loodramen zijn van Toon Ninaber van Eyben (1896-1977), Reimond Kimpe (1885-1970), Pieter Wiegersma (1920-2009). Alle ramen geven op een zonovergoten dag pracht, sfeer en kleur aan het kerkgebouw. Adam en Eva in de Sint-Catharinakerk, ontworpen door Hugo B rouwer © Peter Thoben
open monumentendag 2013 | 21
open monumentendag 2013 | 20
Zilveren altaarschel ontworpen door Antoon P. Hermans, 1867 © Peter Cox
De gloeilamp als symbool van Eindhoven
Het ontstaan van de gloeilamp gaat terug tot het begin van de negentiende eeuw. Toen verkenden verschillende uitvinders de mogelijkheid om met elektriciteit licht te maken. In 1890 begonnen Gerard Philips (1858-1942) en Jacob Reesse (1853-1910) uit te zoeken hoe betrouwbare kooldraden konden worden gemaakt. Deze werden toegepast als gloeidraden in de eerste gloeilampen.
open monumentendag 2013 | 23
open monumentendag 2013 | 22
14
Deze experimenten vonden plaats in het woonhuis van de familie Reesse in Amsterdam. Beide heren zagen brood in hun activiteiten en begonnen relaties te mobiliseren om tot een industriële productie te komen. Na een tip kocht Gerard op 27 april 1891 in Eindhoven een fabrieksgebouw waar de productie startte. In 1892 werden 11.000 lampen afgezet; in 1893: 45.000; in 1894: 75.000. In 1895 werden 200.000 kooldraadlampen verkocht en in 1900 maarliefst drie miljoen. Philips verkocht de eerste lampen voor de verlichting van winkelbedrijven, fabrieken, stadsverlichting en etablissementen die zelf hun stroom opwekten. Philips sleepte flinke orders binnen, onder meer uit Rusland, waar de Eindhovense fabrikant de kroonluchters in het Winterpaleis van de tsaar van gloeilampen voorzag. In 1905 begon Philips te experimenteren met de metaaldraadlamp, waarbij de koolstof
Eindhoven Lempke: Gloeilamp als symbool van de stad © Architectuurcentrum Eindhoven
De productie van de gloeilamp door Philips vormde tegelijk de katalysator voor de ontwikkeling van Eindhoven. Het stuwde het provinciestadje op in de vaart der volkeren. Het gloeilampje zelf werd het symbool van een stad waar innovatie en creativiteit onlosmakelijk met elkaar zijn verbonden. 15
open monumentendag 2013 | 25
open monumentendag 2013 | 24
draad was vervangen door een draad van wolfraam. In 1906 lukte dat na langdurig experimenteren. De formule die Philips groot zal maken is dan al bedrijfsstrategie: een voordurende zoektocht naar innovatieve technieken, gekoppeld aan een succesvol verkoopapparaat.
Philipsfabriekje anno 1891
Wie had ooit kunnen denken dat een draadnagelfabriekje van 18 x 20 meter aan de Vrijstraat in Eindhoven aan de basis zou staan van een wereldconcern? Het oorspronke lijke gebouw voor de productie van draadnagels stamt uit 1869. In 1872 werd het pand verkocht aan Johan Schröder, die er bukskin, een soort wollen stof, ging fabriceren. In 1880 volgde een uitbreiding, maar in 1888 ging bijna de hele fabriek in vlammen op. Het oorspronkelijke pand was zo goed als verloren en werd herbouwd. Het huidige fabriekje stamt uit 1888. Het bedrijf van Johan Schröder werd al kort daarna in 1890 geliquideerd en het pand kwam leeg te staan.
Een historische opname van Philipsfabriekje met op de voorgrond de verdwenen stadsgracht © Regionaal Historisch Centrum Eindhoven
Na aanvankelijk in Breda naar een productieplaats voor zijn kooldraadlampen te hebben gezocht, werd Gerard Philips door zijn vader Frederik gewezen op de leegstaande fabriek in Eindhoven. Diens contacten in de tabaksindustrie hadden hem hier attent op gemaakt. De aanwezigheid van een stoommachine van 45 pk en goedkope lokale arbeidskrach-
De ruimte bleek al snel te klein. Vooral toen, na het aanstellen van Anton Philips (18741951) als medefirmant, de productie een grote vlucht nam. De uitbreiding aan de overzijde van de Emmasingel zorgde ervoor dat daarna het oorspronkelijke fabriekje alleen voor nevenactiviteiten werd gebruikt. In 2013 opende Philips er een eigen museum met een permanente presentatie over de bedrijfsgeschiedenis. 16
Beeld Anton Philips
Met de vijfenzeventigste verjaardag van Anton Philips op 14 maart 1949 in zicht ontstond het idee om voor deze medegrondlegger van het Philipsconcern een standbeeld in Eindhoven te stichten. Burgemeester Kolfschoten polste hierover Anton Philips, maar die wees het plan aanvankelijk resoluut af. Dankzij zijn echtgenote werd met het voornemen ingestemd, omdat als het er toch van moet komen het ‘een beeld naar het leven en uit het leven’ moet worden, omdat dit ‘het artistiek altijd wint van beeltenissen na de dood vervaardigd’. Met voortvarendheid wist de burgemeester ook de gemeenteraad voor het plan te winnen. Er werd een ‘Stedelijk Comité Standbeeld dr. A.F. Philips’ in het leven geroepen met een
actief werkcomité onder zijn voorzitterschap. De geldinzameling onder Fabrikantenkring, burgers en Philipspersoneel liep buitengewoon voorspoedig. In maart 1949 werd beeldhouwer Oswald Wenckebach voor de opdracht benaderd, waarschijnlijk omdat hij al in 1939 een portretbuste van Anton Philips had gemodelleerd. Overeengekomen werd dat eind 1949 een verkleind gipsmodel gereed moet zijn en het standbeeld zelf in het najaar van 1950. Bij de figuur van Philips, in jas, broek en schoenen gestoken, met een hoed in de rechterhand, is alles strak gehouden en zijn details achterwege gebleven. Door de geabstraheerde en heldere opbouw qua vormen en door de grote nadruk op het volumineuze karakter wordt een grote monumentaliteit Anton Philips © Architectuurcentrum Eindhoven
open monumentendag 2013 | 27
open monumentendag 2013 | 26
ten maakten het tot een interessante productielocatie. Zo werd op 27 april 1891 het koopcontract voor de som van 12.150 gulden opgemaakt en getekend.
Tijdens de Philipsfeesten ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan werd het beeld, in afwezigheid van de geportretteerde, door diens kleinkinderen onthuld. Toen Anton Philips later per auto ging kijken, was hij weliswaar ‘een beetje van zijn eigen gezicht geschrokken, maar hij vond het ook heel goed.’ 17
open monumentendag 2013 | 29
open monumentendag 2013 | 28
bereikt. Ook de gelaatstrekken zijn tot de essentie teruggebracht en aangegeven, waardoor de zeggingskracht, ook op afstand, gewaarborgd blijft. Alles versterkt de individualiteit.
De Lichttoren
Dirk Roosenburg en Lou Scheffer, beiden werkzaam bij architectenbureau TABROS, maakten in de laatste maanden van 1919 een schetsontwerp voor de uitbreiding van de Philips lampenfabriek. Feitelijk was het een verlenging van het bestaande betonnen gebouw van Arend G. Beltman uit 1910. Dit gebouw is herkenbaar aan het zijtorentje met piramidedak. De uitbreiding, die al in 1920 werd opgeleverd, bestond uit een betonnen gebouw parallel aan de spoorlijn die toen ter hoogte van de Mathildelaan liep. Op de hoek van de Emmasingel verrees een zevenhoekige toren. De nieuwbouw had meer uitgestrekte fabrieksruimte en daglicht door de grotere raampartijen.
Lichttoren in een Philipsreclame © Philips Company Archives
open monumentendag 2013 | 30
In 2009 realiseerde AWG architecten uit Antwerpen een verbouwing van de Lichttoren. Deze werd onderscheiden met de Dirk Roosenburgprijs, de gemeentelijke architectuurprijs vernoemd naar een van de architecten van het complex. De Lichttoren bevat nu een groot aantal woningen, kantoren, een hotel en op de begane grond uiteenlopende commerciële functies. 18
Sigarenfabriek Mignot & De Block op tegels
Bedrijven komen en gaan, en vaak resteren er maar bitter weinig herinneringen aan een bedrijfsimperium, wanneer het fabriekscomplex eenmaal gesloopt is. Het ontwerp van een tegeltableau is zo’n bewaarde herinnering. Het werd bij het zestigjarig bestaan
van Mignot & De Block, gevierd op 6 juli 1918, aangeboden door mejuffrouw M. van Meurs namens het gezamenlijk personeel. Het ontwerp, van de hand van Leon Senf (1860-1940), is in bewaring bij de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed. Het tableau werd uitgevoerd bij, zoals het Eindhovensch Dagblad destijds schreef, Porceleinfabriek ‘De Flesch’ in Delft. De Porceleyne Fles was de bekendste producent van gekleurd Delfts aardewerk en met name van tegeltableaus. In het centrum van het tableau is het fabriekscomplex aan de Kanaalstraat afgebeeld, dat in 1981-82 werd gesloopt. Daaromheen een rand met gestileerde florale decoraties, waartussen de fabrieken van Sint-Oedenrode en Meerveldhoven en interieurs van de diverse afdelingen afgebeeld zijn. Bovenaan de stichters Adolf John Mignot (1835-1911) en Anthony de Block (1830-1906) en onder een herinneringstekst. Twintig jaar later, in 1938 bij het tachtigjarig bestaan van de N.V. Vereenigde Tabaks industrieën Mignot & De Block, worden kleine jubileumtegels aan het personeel geschonken, vervaardigd bij Plateelfabriek Zuid-Holland te Gouda. Omdat de familie De Block niet langer in de onderneming zit, zijn Adolf John Mignot en zijn zoon Remi Mignot afgebeeld, de fabrieken in Eindhoven en Sint-Oedenrode en Negresco in Yokyakarta op Java. Van de economische macht van Mignot & De Block resteert in Eindhoven op de plek waar de fabriek ooit stond een straatnaambordje waar overigens weinig pracht aan af te lezen is.
open monumentendag 2013 | 31
Philips gebruikte de Lichttoren voor duurproeven met lampen, zodat er vrijwel altijd licht brandde in de toren van het fabrieksgebouw. Deze toren staat precies op de as van de Boschdijk die vanuit Best naar het zuidoosten loopt en vormt een herkenningspunt vanaf het fabrieksterrein Strijp-S. Aan de stadsrand van Eindhoven vormde de grootschalige fabriek met ‘oplichtende’ toren een wezensvreemd element. Het zou uitgroeien tot het icoon van Philips Eindhoven, niet in de laatste plaats doordat het gebouw ook in Philips reclames werd afgebeeld.
19
Niet zo maar een graf…
open monumentendag 2013 | 32
Met name Adrian Paul Mignot was een karakteristieke en interessante figuur. Enerzijds door zijn markante uiterlijk met lange baard, anderzijds door zijn interesse voor muziek en zijn talent als cellist. Met het uitbreken van de Amerikaanse Burgeroorlog in 1861 kwam hij naar Nederland als verkoper bij Mignot & Block. Omdat hij in Nederland niet goed kon aarden, vestigde hij zich in 1867 als tabakshandelaar in Liverpool. Het in 1873 gesloten huwelijk met Joanna Maria Bouvy blijft kinderloos. Tot 1907 verbleef hij in Liverpool, waar hij als musicus en filantroop bekend stond en het in 1899 tot voorzitter van de Liverpool Orchestral Society bracht.
Ontwerp van LEON SENF voor een tegeltableau © Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
Terug in Eindhoven was hij tabaksinkoper van de Crescent-sigarettenfabrieken, die op zijn initiatief tot stand waren gekomen. In de Parklaan bij zijn neef Remi Mignot kwam hij
open monumentendag 2013 | 33
Op het Catharinakerkhof aan de Zwembadweg staan indrukwekkende grafmonumenten die de herinnering aan Eindhovenaren van eertijds levendig houden. Met het voortschrijden van de tijd erodeert hun importantie, en r esteert de grootsheid van het grafmonument. Zo’n opvallend monument in neorenaissancestijl is er voor de familie Mignot-Bouvy geleverd door de Eindhovense steenhouwer Leo Manders (1875-1945). Het is de laatste rustplaats van Joanna Maria Mignot-Bouvy (1838-1913) en Adrian Paul Mignot (1844-1923), de jongere broer van Adolf John Mignot (1835-1911).
in contact met onder meer de bekende kunstenaar Jan Toorop, die ook enkele portretten van Adrian Paul maakte. Op 3 november 1923 overleed hij te Amsterdam en werd in Eindhoven bijgezet in de grafkelder bij zijn vrouw. 20
Tuin van Villa Granville
De familie Mignot komt oorspronkelijk uit Granville, een plaatsje in het noordwesten van Frankrijk. In 1916 bouwde Remi Mignot de gelijknamige villa aan de Parklaan. De vooraanstaande architect Joseph Cuypers (1861-1949) ontwierp het statige pand. Het ontwerp voor de tuin is van de hand van J.T.B. Juchem. De tuin
is aangelegd in de zogenaamde gemengde stijl. Hierbij zijn ‘natuurlijke’ landschapselementen gecombineerd met de geometrische tuinaanleg nabij het huis. Hierdoor is er een geleidelijke overgang van gebouw naar het groen gecreëerd. De huidige tuin heeft ondanks een aantal wijzigingen dezelfde uitstraling als in de oorspronkelijke situatie. Achter het huis ligt een betegeld terras met een trap naar de tuin. De familie kon hier de gasten laten genieten van een prachtig uitzicht. De nog aanwezige ‘landschappelijke’ elementen zijn herkenbaar in het meanderende padennet, de licht glooiende grasvelden en de afgeronde borders. Door dichte beplanting langs de randen, dichte boomclusters en solitaire bomen wordt de buitenruimte opgebouwd. Gezien vanaf het terras oogt de tuin als een door tuinarchitect Juchem gecomponeerd schilderij. In de huidige tuin staan nog bomen uit de tijd van de bouw. Deze, inmiddels monumentale, bomen vormen het perfecte decor voor het imposante beeld van kunstenaar Armando dat in 2012 in de Granville tuin © Regionaal historisch centrum eindhoven tuin is geplaatst.
open monumentendag 2013 | 35
open monumentendag 2013 | 34
graf van familie Mignot-Bouvy, Catharinakerkhof © Architectuurcentrum Eindhoven
open monumentendag 2013 | 36
S
Stadhuiswandeling
Bezoek het stadhuis tijdens Open Monumentendag 2013 met de speciale OMD Stadhuiswandeling. Bekijk de burgemeesterskamer en ontdek de schilderijen in de Hal van Honderd… Let op: Het stadhuis is alleen toegankelijk voor deelnemers aan de OMD-wandeling. De wandeling met rondleiding duurt anderhalf uur. Vertrek binnenplaats Oude Rechtbank Eindpunt Stadhuis Vertrektijden 13.00; 13.30; 15.00 en 15.30 uur P
Philipswandeling
Kom alles te weten over de symbolen van Philips in Eindhoven en doe de speciale OMD Philipswandeling vanaf de Oude Rechtbank. De wandeling duurt een uur en eindigt bij het oude Philipsfabriekje, tegenwoordig Philips museum. Er zijn beperkt
kaarten beschikbaar af te halen bij de Oude Rechtbank. Let op: De wandeling is gratis, toegang tot het Philips museum is niet inbegrepen. Vertrek binnenplaats Oude Rechtbank Eindpunt Philips museum vertrektijden 14.00; 14.30; 15.30 en 16.00 uur V
Villaparkwandeling
Nieuwsgierig naar symbolen van macht en aanzien? Wandel dan met de OMD-gids door het Villapark. De wandeling duurt een ruim uur en eindigt bij Villa Granville. Er zijn beperkt kaarten beschikbaar af te halen bij het Regionaal Historisch Centrum Eindhoven (RHCe). Vertrek RHCe Eindpunt Villa Granville vertrektijden 13.00; 13.30; 14.30 en 15.00 uur