Chemie (2u) - 4 FRWET
Intermezzo : elementen en symbolen Vorig jaar leerde je deze 25 elementen en hun symbolen. Je moet ze vanzelfsprekend ook dit jaar nog kennen: NAAM
SYMBOOL
NAAM
Aluminium
Kwik
Boor
Lood
Calcium
Magnesium
Chloor
Natrium
Fluor
Neon
Fosfor
Stikstof
Goud
Waterstof
Helium
Zilver
IJzer
Zink
Jood
Zuurstof
Kalium
Zwavel
Koolstof
Broom
SYMBOOL
Koper
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
Intermezzo : elementen en symbolen 49
Chemie (2u) - 4 FRWET Dit jaar moet je ook de volgende 15 elementen en hun symbolen leren:
NAAM
SYMBOOL Opmerking
Krypton
(Edelgas)
Lithium
Cadmium Beryllium Tin
(Latijn: stannum)
Xenon
(Edelgas)
Platina
( >< plutonium!)
Silicium
Argon
(Edelgas)
Titanium (of: titaan) Uranium Nikkel Plutonium
(>< platina!)
Radon
(Edelgas)
Germanium
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
50
Chemie (2u) - 4 FRWET
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 11.
Zure en basische oplossingen
In het labo leerde je dat we met behulp van indicatoren een onderscheid kunnen maken tussen zure, neutrale en basische oplossingen. In deze leerfiche herhaal je wat je in het labo leerde en diep je dit verder uit. (1) Twee definities vooraf :
Een indicator is een kleurstof die gebruikt wordt om zure, basische en neutrale oplossingen te identificeren.
o
Lakmoespapier is geschikt voor de identificatie van zuren en basen
o
Fenolftaleïne is alleen heel geschikt voor de identificatie van basen
Universeelindicator is een mengsel van verschillende kleurstoffen, zodat men niet alleen zure, neutrale of basische oplossingen kan onderscheiden, maar ook de sterkte (= de pH-waarde) van zure of basische oplossingen kan bepalen.
(2) Leg met je eigen woorden uit wat “pH” is en wat de pH-waarde betekent (zoek dit op): De pH is een maat _____________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________
(3) Als we het hebben over zure of basische “oplossingen”, betekent dit dat de stof die we onderzoeken opgelost is in _______________ . Hoe meer water de oplossing bevat, hoe zuurder/basischer/neutraler de oplossing wordt (tip: logisch nadenken).
(4) Veiligheid : in het labo mag je nooit water bij een zuur gieten (spatten!). We gieten altijd het zuur bij water. Vul aan (www, of je eigen poëtische ziel :)
Water bij zuur betaal je _____________! Zuur bij water en je slaat nooit een ____________! 2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 51
Chemie (2u) - 4 FRWET (5) Vul de tabel aan. (Sommige antwoorden vind je op C:\elementaire chemie\331_Zuur_basisch_neutraal.htm).
Zure oplossing
Neutrale oplossing
Basische oplossing
Hoe smaakt het? Hoe voelt het aan? 1. Drie voorbeelden (natuurlijke of huishoudelijke stoffen):
Twee voorbeelden (chemische stoffen)
2.
1. Zuiver, gedestilleerd water
2.
3.
3.
1.
1.
2.
Zuiver, gedestilleerd water
2.
Welke pH-waarden?
Kleur van de indicator fenolftaleïne
Kleur van de indicator broomthymolblauw
Kleur van de indicator lakmoespapier
(6) Neutralisatiereacties Door een zure en een basische oplossing in de juiste hoeveelheid samen te voegen, kan men een _______________________ oplossing verkrijgen. Zulke reacties noemen we neutralisatiereacties.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 52
Chemie (2u) - 4 FRWET (7) Toepassing: a) Welke indicator kan men gebruiken voor: -
De identificatie van basen? _______________________
-
De identificatie van zuren en basen? __________________________
-
De identificatie van zowel zuren als basen en tevens van de sterkte van het zuur of de base (dit noemt men ook de ‘zuurtegraad’)? _____________________________
b) Vul aan met cijfers : De pH-schaal gaat van _____ (laagst mogelijke pH-waarde) tot _____ (hoogst mogelijke waarde). De sterkste zuren hebben pH _________, de sterkste basen hebben pH _____ . Een neutrale stof (zoals gedestilleerd water) heeft pH ____ . Een stof met pH 6 is tienmaal zuurder dan een stof met pH 7. Een stof met pH 8 is honderdmaal (10 x 10 = 10²) “meer basisch” dan een stof met pH 6. Men zegt dat de pH-schaal een logaritmische schaal is8. Cola is dus (ongeveer) ______________ maal zuurder dan koffie!
8
Daarover leer je in het zesde jaar meer, in de wiskundeles. Ook de schaal van Richter, die de kracht van aardbevingen aangeeft, is een logaritmische schaal: een aardbeving met een kracht 6 op de schaal van richter is duizendmaal krachtiger dan een aardbeving met een kracht 3. Een andere logaritmische schaal is de decibelschaal (dB), die de geluidssterkte aangeeft.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 53
Chemie (2u) - 4 FRWET
12.
Zuren
Bronnen:
C:\elementaire chemie\407_Zuren.htm Explosief 2.2. p. 55-61
1. Wat zijn zuren? Opmerking: er is een verschil tussen “zuren” en “zure oplossingen”. Voor de onderstaande definitie gebruik je Elementaire chemie (niet Explosief 2.2.).
Definitie:
Zuren zijn stoffen die ____________________________________________ ______________________________________________________________.
Zuren zijn altijd m______________________verbindingen
Zuren bestaan uit twee, drie of meer _________________________________ (zuren bevatten dus nooit metalen ! ).
Welk element komt in elk zuur voor? _____________________ (symbool : _____).
Zuren kunnen we dus kort voorstellen met de algemene formule HZ, waarbij H staat voor _______________ en Z voor de zuurrest (zie lager).
1.1. Vul de volgende twee voorbeelden van een zuur aan, met de naam, de chemische formule, de zuurrest en de structuurformule) (bron: Elementaire Chemie) Vb. 1 :
Naam van het zuur : waterstofchloride
Chemische formule : _______
Triviale naam9 (indien die bestaat) : ____________________ . Zuurrestion Z : _______________________ (zie de tabel in Explosief 2.2. p. 57) Structuurformule (teken deze vanaf nu met streepjes, niet met bolletjes) :
9
Hiermee wordt de “populaire benaming” van het zuur in de volksmond bedoeld. Deze wordt ook nu nog door veel chemici en wetenschappers gebruikt (maar niet in wetenschappelijke artikelen of op internationale congressen)
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 54
Chemie (2u) - 4 FRWET Vb. 2 :
Naam : (di)waterstofcarbonaat
Chemische formule : __________
Triviale naam (als die bestaat) : ____________________ . (zie de tabel in Explosief 2.2. p. 57) Zuurrest Z : ________________________ .
(zie de tabel in Explosief 2.2. p. 57)
Structuurformule (met streepjes) :
2. Nomenclatuur van (anorganische) zuren Vul aan en schrap wat niet past: Bij de anorganische zuren onderscheiden we twee belangrijke categorieën, afhankelijk van het aantal elementen waaruit het zuur bestaat.
B______________________ zuren bestaan uit twee elementen (niet-metalen). Het eerste element is altijd _______________________ (symbool: ____) . De naam van de binaire zuren eindigt altijd op -_____ .
T______________________ zuren of oxozuren bestaan uit drie elementen (niet-metalen). Het eerste is altijd _______________, het laatste is altijd _______________ (vandaar de benaming “oxozuren” voor ternaire zuren). Het middelste element (in de chemische formule) is een metaal / niet-metaal.
Je moet de namen van binaire en ternaire zuren kunnen afleiden uit hun moleculeformules, en omgekeerd. Dat oefenen we nu in. Opmerking : behalve binaire en ternaire zuren bestaan er ook andere zuren (bv. de organische zuren azijnzuur : CH3COOH of citroenzuur C5H7O5COOH. Daarover leer je later meer.)
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 55
Chemie (2u) - 4 FRWET
2.1.
Nomenclatuur van binaire zuren.
Lees aandachtig het korte stukje over de nomenclatuur (= naamgeving) van binaire zuren op Elementaire Chemie. Lees ook de namen van de voorbeelden in het kadertje (HF, HCl enz.)
Noteer hier hoe de naam van binaire zuren gevormd wordt. Geef ook één voorbeeld.
Vul de volgende tabel aan zonder naar de oplossing in Elementaire Chemie te kijken. Controleer daarna je antwoorden.
Formule
Naam
HF
________________________
HCl
______________________ (Triviale naam: _______zuur)
________
Waterstofbromide
HI
_______________________
_________
diwaterstofsulfide
Tip: Herhaal de bovenstaande oefening tot je de naamgeving van binaire zuren onder de knie hebt.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 56
Chemie (2u) - 4 FRWET
2.2.
Nomenclatuur van ternaire zuren (oxozuren)
Een typisch voorbeeld van een ternair zuur is HNO3 of waterstofnitraat (triviale naam: salpeterzuur). Ternaire zuren zijn altijd opgebouwd uit _______ (hoeveel?) elementen. Het eerste element in de formule is steeds _______________________ . Het laatste element in de formule is steeds ______________________ . Het middelste element is een n______-__________, bv. P, S of N. De twee laatste elementen samen (bv. N en O bij HNO3) vormen een eigen verbinding met een eigen naam. Zie ook Explosief 2.2. p. 57 voor een mooi overzicht. Voorbeeld: bij HNO3 (naam: ________________zuur of waterstof____________) onderscheiden we het element waterstof (H) en de zuurrest NO3 = “nitraat”. De namen van de meest voorkomende zuurresten moet je kennen. Oefen ze in met de onderstaande tabel. Je moet de zuurresten kennen die niet tussen haakjes staan.
Opgave: vul de tabel volledig in. Als bron gebruik je Elementaire Chemie en Explosief 2.2. p. 57. Tabel : ZUURRESTEN
Verbindingen van zuurstof (O) met…
Stikstof (____)
_________ (Cl)
_________ (____)
_________ (____)
_________ (_____)
(Hyponitriet)
Nitriet
Nitraat
(Pernitraat)
_______
NO2
NO3
_______
Hypochloriet
Chloriet
Chloraat
Perchloraat
_______
_______
___________
_______
(Hyposulfiet)
Sulfiet
Sulfaat
(bestaat niet)
_______
_______
SO4
(Hypocarbonaat)
(Carboniet)
Carbonaat
(Percarbonaat)
_______
_______
_________
_______
(Hypofosfiet)
(Fosfiet)
Fosfaat
(Perfosfaat)
_______
_______
________
_______
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 57
Chemie (2u) - 4 FRWET Je moet alle vetgedrukte namen uit het hoofd kennen (in beide richtingen: naam formule en formule naam). De namen tussen haakjes hoef je niet te kennen, maar ook die zijn heel makkelijk te onthouden.
Studietip : Hoe leer je deze tabel? Leer alleen de vetgedrukte kolom. Alle andere benamingen en formules kun je daar makkelijk uit afleiden. Hier kun je voor jezelf noteren hoe je de namen van de zuurresten makkelijk kunt onthouden.
2.3.
Toepassing : naamgeving van zuren
Alles gesnapt? Test dan jezelf! Geef de wetenschappelijke naam van de volgende binaire en ternaire zuren. Je moet de naam én de triviale naam van deze zuren kennen! Formule
Wetenschappelijke naam
Triviale naam
HI
___________________________________
(n.v.t.)
H2SO3
___________________________________
_______________________
H2SO4
___________________________________
_______________________
H3PO4
___________________________________
_______________________
HClO3
___________________________________
_______________________
HClO4
___________________________________
_______________________
HClO2
___________________________________
_______________________
H2CO3
___________________________________
_______________________
H2S
___________________________________
(n.v.t.)
HBr
___________________________________
(n.v.t.)
Oplossing: zie Explosief 2.2. p. 57 2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 58
Chemie (2u) - 4 FRWET
2.4.
Lading van de zuurrestionen
Uit de chemische formule van een binair of ternair zuur kun je probleemloos de lading van het zuurrestion afleiden. Gebruik je kennis van atoombouw en bindingen om te antwoorden: H2S
HCl
H2SO4
Lading van elk waterstofion?
_____
=> 2 x H+
Lading van de zuurrest (het zwavel-ion) ?
_____
=> Cl2-
Lading van het waterstofion?
_____
=> ____________
Lading van de zuurrest (het chloor-ion) ?
_____
=> ____________
Lading van elk waterstofion?
_____
=> ____________
Lading van de zuurrest (het sulfaation) ?
_____
=> ____________
Vul nu meteen de elektrische lading van de zuurrestionen aan, met behulp van de chemische formules van de zuren op de vorige bladzijde:
Naam Z-ion
Z-ion symbolisch:
Sulfaation
SO42-
Sulfietion
__________
Fosfaation
__________
Chloraation
__________
Chlorietion
__________
Perchloraation
__________
Carbonaation
__________
Controleer je antwoorden op C:\elementaire chemie\407_Zuren.htm.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 59
Chemie (2u) - 4 FRWET 3. Reacties van zuren met water Reactie van zuren met water (of waterige oplossingen)
Bestudeer de onderstaande reacties (Z = zuurrest) : 𝑤𝑎𝑡𝑒𝑟𝑖𝑔𝑒 𝑜𝑝𝑙𝑜𝑠𝑠𝑖𝑛𝑔
HZ →
H+ + Z -
Deze reactie kan meermaals plaatsvinden : 𝑤𝑎𝑡𝑒𝑟𝑖𝑔𝑒 𝑜𝑝𝑙𝑜𝑠𝑠𝑖𝑛𝑔
H2Z →
𝑤𝑎𝑡𝑒𝑟𝑖𝑔𝑒 𝑜𝑝𝑙𝑜𝑠𝑠𝑖𝑛𝑔
H+ + HZ- →
2H+ + Z2-
Vul aan: Wanneer zuurmoleculen met een waterige oplossing in aanraking komen, splitsen zich positieve / negatieve w_______________________ ionen af. De rest van de molecule blijft achter als een positief / negatief ion, dat we z_______________ion noemen. Bij deze reactie ontstaan waterstof_____________ en zuurrestionen. Drie voorbeelden maken dit duidelijk. Vul aan: 𝑤𝑎𝑡𝑒𝑟𝑖𝑔𝑒 𝑜𝑝𝑙𝑜𝑠𝑠𝑖𝑛𝑔
1) HCl →
_________ + __________
𝑤𝑎𝑡𝑒𝑟𝑖𝑔𝑒 𝑜𝑝𝑙𝑜𝑠𝑠𝑖𝑛𝑔
2) H2CO3 →
_________ + __________
- 𝑤𝑎𝑡𝑒𝑟𝑖𝑔𝑒 𝑜𝑝𝑙𝑜𝑠𝑠𝑖𝑛𝑔
En vervolgens :
HCO3 →
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 60
_________ + __________
Chemie (2u) - 4 FRWET 4. Toepassingen van belangrijke (anorganische) zuren
Opzoekopdracht deel 1 (deel 2 : zie p. 66) Zoek voor de zuren zwavelzuur, koolzuur, zoutzuur en salpeterzuur op, (1) waarvoor ze in de industrie en het huishouden gebruikt worden, (2) welke hun eventuele vervangproducten zijn, (3) welke voorzorgsmaatregelen je bij het gebruik van deze zuren moet nemen, (4) hoe ze bereid of gewonnen worden.
Maak hiervan zelf een samenvatting op een apart blad. Dien dit in als huistaak voor de afgesproken datum (10 punten DW chemie). Dit is te kennen leerstof!
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 61
Chemie (2u) - 4 FRWET
13.
Hydroxiden
Bronnen:
C:\elementaire chemie\408_Hydroxiden.htm Explosief 2.2. p. 62-67 Internet
1. Wat zijn hydroxiden? (bron: Explosief p. 62-65)
Definitie De algemene formule van hydroxiden is : __ __ __ . Dit betekent dat alle hydroxiden bestaan uit (1) een ________________ (M), (2) het element __________________ (___) en (3) het element _____________________ (___). De stof bevat drie elementen en is dus een t____________________ verbinding.
Soort verbinding en aggregatietoestand Hydroxiden zijn ___________verbindingen tussen metaalionen en hydroxide-ionen. Het metaalion is positief / negatief geladen, het hydroxide-ion positief / negatief. We weten van vorig jaar dat ionverbindingen zeer sterke / zwakke verbindingen zijn: positief en negatief geladen ionen trekken elkaar sterk / zwak aan. Wat kun je daaruit afleiden in verband met het smeltpunt van hydroxiden? ___________________________________________________________________________ ___________________________________________________________________________ Wat is dan ook de aggregatietoestand van de meeste hydroxiden bij kamertemperatuur? ___________________________________________________________________________
Kort (definitie) : Hydroxiden zijn ________verbindingen met als algemene formule _____ .
Onthoud : het hydroxide-ion heeft als lading 1- :
OH2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 62
Chemie (2u) - 4 FRWET 2. Voorbeelden van hydroxiden; naamgeving Lees in Elementaire Chemie het stukje over de naamgeving van hydroxiden: C:\elementaire chemie\408_Hydroxiden.htm.
Er zijn twee soorten hydroxiden: (1) Hydroxiden waarbij het metaal slechts één ion kan vormen: o Het betreft metalen uit een van de hoofdgroepen (bv. Li, Na, Mg, Al). o Deze hydroxiden hebben maar één naam. (2) Hydroxiden met twee namen o Het betreft doorgaans metalen uit de overgangselementen (bv. Fe, Cu, Ag). o Deze hydroxiden hebben twee verschillende namen (je moet ze allebei kennen).
Vul de tabel aan (behalve de donkergekleurde vakjes). Zoek voor elke hydroxide ook één toepassing op, bv. in Wikipedia; soms moet je de Engelstalige Wikipedia raadplegen. Chemische formule
Wetenschappelijke naam10
Alternatieve naam (met positief metaalion)
Populaire naam
Een toepassing, of voorkomen in de natuur
B__________ s_______ (in de handel: ook wel D________ genoemd)
NaOH
Al(OH)3
Mg(OH)2
Fe(OH)2
Bru______
Ijzer(II)hydroxide
ijzerdihydroxide
Fe(OH)3 CuOH
10
Soms zijn twee namen mogelijk : met of zonder de voorvoegsels di-, tri-, tetra- enz. Dat is vooral het geval bij overgangselementen.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 63
Chemie (2u) - 4 FRWET Chemische formule
Wetenschappelijke naam
Alternatieve naam (met positief metaalion)
Populaire naam
Een toepassing, of voorkomen in de natuur
Cu(OH)2 Bij__________ p_______
KOH Ba(OH)2 LiOH De regels van de naamgeving moet je kunnen toepassen!
3. Dissociatie van hydroxiden in water. Dissociatievergelijking. Wanneer hydroxiden met water in aanraking komen, kan de verbinding “uiteenvallen” in afzonderlijke ionen. We spreken dan van “dissociatie” (letterlijk: ontbinding). Hydroxiden die goed oplossen in water veroorzaken b____________________ oplossingen (dus met een pH > 7)11. Deze dissociatie kan men met zogenaamde dissociatievergelijkingen voorstellen. De ionverbinding valt uiteen in twee (geladen) ionen. Voorbeelden:
de dissociatie van natriumhydroxide12 (𝐻2 𝑂)
NaOH →
Na+ + OH-
de dissociatie van calciumhydroxide (𝐻2 𝑂)
Ca(OH)2 →
Ca2+ + 2 OH-
11
De meeste hydroxiden veroorzaken basische oplossingen, maar niet allemaal. IJzer(II)hydroxide, bijvoorbeeld, is wel een hydroxide, maar geen base. 12 Het symbool voor water boven de pijl is niet verplicht. Het dient om aan te geven dat de reactie in water plaatsgrijpt : het hydroxide valt uiteen.
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 64
Chemie (2u) - 4 FRWET Bij deze vergelijkingen moet je op drie zaken letten (vul aan / schrap wat niet past): 1) De juiste lading van het ion. Vraag: welk ion is altijd positief geladen? Het metaalion / OH-ion. welk ion is altijd negatief geladen? Het metaalion / OH-ion. 2) De hoeveelheid lading van het metaalion Vraag: Hoe groot is de lading van het natriumion bij de dissociatie van NaOH? ____ Hoe groot is de lading van het calciumion bij de (volledige) dissociatie van Ca(OH)2? ____
Merk op dat de lading van het OH-ion altijd dezelfde is, namelijk: __________
3) De correcte coëfficiënten (zie vorig jaar : wet van behoud van elementen!) Opmerking: OH- moet je hier als één groep beschouwen. Je schrijft de coëfficiënt er dus voor.
Oefen zelf: schrijf de dissociatievergelijking van (pas de coëfficiënten aan waar nodig!) (𝐻2 𝑂)
→
Kaliumhydroxide, KOH
:
KOH
Barium(di)hydroxide, Ba(OH)2
:
Ba(OH)2
__________hydroxide, CuOH
:
________
_______________________,
:
Al(OH)3→
__________________
(𝐻2 𝑂)
→
__________________
(𝐻2 𝑂)
→
(𝐻2 𝑂)
_________________
__________________
Tip: vergelijk deze dissociatievergelijkingen met de dissociatie van zuren in water (zie hoger).
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 65
Chemie (2u) - 4 FRWET 4. Toepassingen van belangrijke hydroxiden
Opzoekopdracht (deel 2) Zoek voor de hydroxiden NaOH en Ca(OH)2 en KOH op: (1) Waarvoor worden ze in de industrie en het huishouden gebruikt? (2) Wat zijn hun eventuele vervangproducten? (3) welke voorzorgsmaatregelen moet je bij het gebruik van deze hydroxiden nemen? (4) Hoe worden ze bereid of gewonnen?
Maak hiervan zelf een samenvatting op een apart blad. Dien dit in als huistaak voor de afgesproken datum (10 punten DW chemie). Dit is te kennen leerstof!
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 66
Chemie (2u) - 4 FRWET
14.
Zouten
Bronnen:
C:\elementaire chemie\409_Zouten.htm Explosief 2.2. p. 68-72
Naast de z____________ en de hy____________________ bestaan er ook nog de zouten. Daarover gaat deze leerfiche. 1) Lees aandachtig de informatie op Elementaire Chemie (Zouten). Beantwoord vervolgens de vragen: Vraag
Antwoord
Welke soort verbinding zijn zouten?
i___________________________
Uit welke twee delen bestaan zouten altijd?
Uit een positief / negatief _____________ ion (of een a______________ ion NH4+) en een positief / negatief _____________________ ion.
Hoe noemen we zouten uit twee delen?
___________________ zouten
Geef hiervan twee voorbeelden (naam en
Formule:
formule)
___________ ____________________
Naam:
___________ ____________________
Hoe noemen we zouten uit drie delen?
___________________ zouten
Geef hiervan twee voorbeelden (naam en
Formule:
formule)
___________ ____________________
Naam:
___________ ____________________ Noot: Bij ternaire zouten is het negatieve ion zélf
Bv. NO3-, SO42-
een ionbinding
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 67
Chemie (2u) - 4 FRWET 2) Nomenclatuur van zouten Vul de tabel aan. Geef van elk zout de juiste naam/namen. NaF KCl CaBr2 MgI2 Na2S NaNO3 K2SO4 CaCO3 Al2(SO3)3 Mg3(PO4)2
Vul de tabel aan: Zout (formule)
Naam
Lading van het zuurrestion (*)
Al2O3 Ba(OH)2 Na2S Fe2(SO4)3 Zn(NO3)2
Oplossing: C:\elementaire chemie\409_Zouten.htm
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 68
Chemie (2u) - 4 FRWET (*) Tip: De lading van het zuurrestion kun je afleiden uit het aantal positieve ionen in de verbinding. Waarom is bij Al2O3 de lading van het O3-ion gelijk aan 2- ? Omdat° ____________________ ____________________________________________________________________________ ____________________________________________________________________________ ° Antwoord (gemengde woorden – met deze woorden vorm je het antwoord hierboven): aluminiumionen – samen – twee – lading – totale – de – aan – gelijk – is – de – van – het – ion +2 – positieve. Bij de ternaire zouten moet je dezelfde redenering toepassen op het samengestelde ion (bv. bij Fe2(SO4) 3 hebben SO4-ionen de lading 2-).
3. Fysische eigenschappen van zouten Vul de tabel aan met behulp van Elementaire Chemie. ZOUTEN Smelt- en kookpunt :
Aggregatietoestand bij kamertemperatuur : Geleiding van de elektrische stroom: -
In vaste toestand
-
In vloeibare toestand
-
Opgelost in water
Oplosbaarheid in water: Zijn ALLE zouten in water oplosbaar? Zijn VEEL zouten in water oplosbaar? Deze eigenschappen van zouten moet je kennen!
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 69
Chemie (2u) - 4 FRWET Leg uit met het deeltjesmodel:
Waarom geleiden zouten in vaste toestand de elektrische stroom niet? __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________
Waarom geleiden zouten in opgeloste toestand de elektrische stroom wel ? __________________________________________________________________________ __________________________________________________________________________
4. Ammoniumzouten. (Als je de fiche goed hebt ingevuld, vind je het antwoord op deze vragen hierboven). Bij één categorie van zouten is het positieve ion geen metaalion, maar een zogenaamd ammoniumion. Deze zouten noemen we ammoniumzouten.
www
Geef de chemische formule van het amminium-ion (mét lading) : ____________
Een voorbeeld van een ammoniumzout is ammoniumcarbonaat o
Geef de chemische formule : ________________
o
Geef de triviale naam : _________________
o
Zoek twee toepassingen van ammoniumcarbonaat uit het dagelijks leven op : 1) _____________________________________________________ 2) _____________________________________________________
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 70
Chemie (2u) - 4 FRWET
15.
Classificatie van stoffen
Metalen, edelgassen, koolwaterstoffen, alkanen, alkenen, alkynen, zuren, hydroxiden, zouten, ammoniak, water, organische en anorganische stoffen…. Zie je het bos nog door de bomen van al die soorten stoffen? Geen nood, in deze fiche ordenen we al deze stoffen in één overzichtelijk schema. Moet je dat schema uit het hoofd leren? Neen, gelukkig niet. Volgens het leerplan moet jij (met 2 uur chemie) het volgende kunnen: “Aan de hand van een chemische formule een representatieve stof classificeren als:
enkelvoudige of samengestelde stof, metaal of niet-metaal (+ edelgas), soort verbinding: ionbinding, metaalbinding, moleculeverbinding, organische of anorganische stof, koolwaterstof: alkaan, alkeen, alkyn metaaloxide (M,O) of niet-metaaloxide (NM,O), hydroxide zuur: binair of ternair (oxozuur), zout: binair of ternair.”
Opgave: Vul de tabel op de volgende bladzijde volledig en zonder hulpmiddelen in. Kies voor elke categorie uit de volgende mogelijkheden: Categorie: Stofklasse
Mogelijkheden: Metaal, niet-metaal, binair zuur, ternair zuur, hydroxide, binair zout, ternair zout, ammoniumzout, alkaan, alkeen, alkyn, alcohol, water, niet-metaaloxide, metaaloxide, ammoniak, (organisch zuur)
Hoofdgroep Indeling/samenstelling (alleen bij samengestelde stoffen) Onderverdeling
Enkelvoudige stof (E) ; samengestelde stof (S) Organisch ; anorganisch
Detaillering (alleen bij anorganisch stoffen) Eindgroep
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
Koolwaterstoffen ; andere C,H,O-verbindingen, moleculeverbindingen, ionverbindingen Anorganische zuren, ammoniak, zouten, hydroxiden, water, metaaloxiden, niet-metaaloxide, ammoniumzouten, Water Ammoniak Binaire zuren / ternaire zuren Hydroxiden Binaire zouten / ternaire zouten / ammoniumzouten Metaaloxiden / Niet-metaaloxiden Metalen / niet-metalen Alkanen / alkenen / alkynen / alcoholen Organische zuren HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 71
Chemie (2u) - 4 FRWET
(Oplossing: Explosief 2.2. p. 76)
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 72
Chemie (2u) - 4 FRWET
16.
Samenvattend schema
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 73
Chemie (2u) - 4 FRWET
17.
Slotoefening: classificatie van stoffen
Oef. 1. Zet de stoffen op de juiste plaats in het schema. (Dit vergt wat denkwerk, maar je moet dit intussen zonder hulp kunnen…)
KNO3, CH3OH, NH3, H2SO3, CaO, Al(OH)3, FeS, Cu, NO2, N2 1 2 3 4 5 6 7 8
Oef. 2. Zelfde opgave
Pb(OH)2, NH4Br, H2O, C3H4, HgO, ZnSO4, AgCl, (NH4)2SO4, C6H14, C6H5COOH, HBr, Ca3(PO4)2, S8, 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 Oplossing: zie elementaire chemie / jaar 4 / chemie
2014-2015 Freinetschool Villa da Vinci
HOOFDSTUK 9. Classificatie van stoffen: zuren, hydroxiden, zouten 74