20. Engagement Deze tekst werd bijgewerkt tot augustus 2011
Inhoud 1. Het belang van maatschappelijk engagement voor natuur en milieu 2. Waar kun je als natuurgids met je engagement voor de natuur aan de slag? 2.1 Individueel 2.2 In een vereniging 2.2.1 Allerlei verenigingen die niet natuur en milieu als hoofdthema hebben 2.2.2 Organisaties die cursus geven over natuur en milieu 2.2.3 Natuur- en milieuverenigingen 2.3 Bij een overheid 2.4 Als professioneel medewerker in de natuur- en milieusector 3. Rechten en plichten van vrijwilligers 3.1 Wat is vrijwilligerswerk? 3.2 Vergoeding van vrijwilligerswerk 3.3 Verzekeringen 3.4 Geheimhoudingsplicht 4. Gedragscode van de natuurgids 4.1 Zorg dat je toestemming hebt en respecteer andermans eigendom 4.2 Respecteer de gedragsregels die gelden in het gebied 4.3 Toon respect voor natuur en milieu 4.4 Respecteer je deelnemers en je groep 4.5 Neem een positieve houding aan tegenover je deelnemers 4.6 Ga zuinig en beheerst om met je eigen standpunten 4.7 Wees degelijk voorbereid en bied een kwaliteitsvolle activiteit 4.8 Neem je verantwoordelijkheid als groepsleider 5. Toegankelijkheidsregeling van natuurgebieden
Engagement van de natuurgids. En dan nu… aan de slag! Als je dit leest, zit de cursus natuurgids er waarschijnlijk al bijna op. Dit hoofdstuk geeft een antwoord op de vraag waar je je als beginnend natuurgids kunt inzetten. We bekijken ook de wetgeving rond vrijwilligerswerk, de gedragscode van de natuurgids en de toegankelijkheidsregeling van natuurgebieden.
1. Het belang van maatschappelijk engagement voor natuur en milieu Belangstelling voor natuur en milieu zijn er niet steeds geweest. Pas in de jaren 1970 realiseerden burgers zich op grotere schaal dat er iets mis liep met ons milieu. Talrijke protestacties volgden en stilaan begon onze Westerse wereld in te zien dat er iets grondig fout is met de manier waarop we met de natuur en ons leefmilieu omgaan. In de jaren 90 begon de politiek zich onder druk van de milieubeweging meer bezig te houden met natuur- en milieuthema’s. En sinds de eeuwwisseling springen ook steeds meer bedrijven bewuster om met het milieu. En toch, de strijd is nog lang niet gestreden. Natuur en milieu blijven zwakke broertjes die het vaak moeten afleggen tegen economische belangen.
© Cursus Natuurgids - Hoofdstuk 20: Engagement van de natuurgids
1
The’ tragedy of the commons’ of de ‘tragedie van het gemeenschappelijk belang’ Het verhaal van de tragedy of the commons maakt op een heldere manier duidelijk waar het probleem van individueel belang versus algemeen belang precies zit. De ‘commons’ zijn de gemeenschappelijke weiden waar vroeger alle herders hun schapen op mochten laten grazen. Iedere herder heeft er baat bij zoveel mogelijk schapen te laten grazen op de gemeenschappelijke grond, want elk schaap meer bezorgt hem een persoonlijke winst. Maar de gemeenschappelijke gronden hebben er baat bij niet overbegraasd te worden. Bij overbegrazing krijgt elk schaap te weinig voedsel en is er dus minder opbrengst voor de herders. De last van de overbegrazing wordt evenredig verdeeld over alle herders. Als een herder beslist minder schapen op de gemeenschappelijke grond te laten grazen, dan lijdt hij persoonlijk verlies, terwijl de anderen eraan winnen, want hun schapen hebben meer te eten. Het individu heeft er dus meer baat bij voor zijn persoonlijke winst te kiezen dan voor het algemeen belang, ook als hij weet dat dit gedrag leidt tot de volledige uitputting van de gemeenschappelijke gronden. Soortgelijke kwesties spelen zich af telkens wanneer het over natuur en milieu gaat. Moderne voorbeelden van een ‘tragedie van het gemeenschappelijk belang’ zijn het leegvissen van zeeën en luchtvervuiling als gevolg van autoverkeer. De oorzaak ervan is steeds dat wanneer individuen gebruikmaken van een publiek goed, zij niet de volledige rekening voor hun handelen gepresenteerd krijgen. Via het nemen van beleidsmaatregelen waaraan iedereen zich moet houden, kan een eerlijk systeem worden uitgewerkt. Maar deze beleidsmaatregelen roepen vaak weerstanden op en dat maakt het moeilijk om tot een eerlijk algemeen aanvaard beleid te komen. Natuur en milieu zijn tegelijk van iedereen en van niemand in het bijzonder. We hebben allemaal een gezond leefmilieu en groene ruimte nodig. Als dit er niet meer is, dan kan de mens niet verder voortbestaan. Maar anderzijds is er op economisch vlak weinig te verdienen aan natuur en milieu. Voor individuen lijkt het interessanter winst te maken dan mee te doen aan natuur- en milieubescherming. Bovendien wordt de natuur generatie na generatie steeds opnieuw bedreigd: natuur en milieu moeten het steeds opnieuw opnemen tegen bedreigingen vanuit de economische hoek. Een bos dat in een bepaald jaar door protestacties gered werd, kan 10 jaar later opnieuw met omvorming tot industrieterrein worden bedreigd. De strijd voor behoud van natuur en een gezond milieu is in feite nooit gestreden en moet altijd verder gaan. Dat maakt de gemeenschappelijke goederen ‘natuur en milieu’ extra kwetsbaar. Veel mensen willen een beroep doen op de beperkte oppervlakte waaruit de aarde bestaat, hierdoor is de druk op natuur en milieu heel groot. Het is belangrijk dat bewuste en kritische burgers steeds opnieuw hun stem laten horen als de belangen van natuur en milieu in het gedrang komen. Natuurgidsen nemen het op voor het algemeen belang en zetten dat boven het individuele belang. Ze zijn de verdedigers van de ‘gemeenschappelijke goederen’ die de aarde ons geeft. De vele vrijwilligers maken de natuurbeweging sterk en zorgen ervoor dat de belangen van natuur en milieu verdedigd worden, ook als de politiek het thema niet als ‘prioritair’ beschouwt of geen te strenge maatregelen wil nemen. Natuurgidsen spelen een extra belangrijk rol in het vergroten van het draagvlak voor natuur omdat ze via educatie hun liefde en zorg voor de natuur aan anderen doorgeven. We spreken hier van een ‘multiplicatoreffect’. Elke natuurgids kan op zijn beurt weer nieuwe kinderen en volwassenen laten kennismaken met de schoonheid van en de samenhang in natuur en milieu. Op die manier kunnen ook nieuwe mensen de microbe van liefde en zorg voor de natuur oppikken. Zo vergroten we samen het draagvlak voor natuur en milieu in onze samenleving. Dat is een belangrijk en zeer lovenswaardig engagement!
2. Waar kun je als natuurgids met je engagement voor de natuur aan de slag? Er zijn 3 niveaus waarop je je kunt engageren: individueel, in een vereniging of bij een overheid. 2
© Cursus Natuurgids - Hoofdstuk 20: Engagement van de natuurgids
2.1 Individueel
Je hoeft je niet bij een natuurvereniging aan te sluiten om je in te zetten voor natuur en milieu, misschien heb je daarvoor te weinig tijd of liggen je prioriteiten elders. Toch kun je ook individueel heel wat doen. Je kunt zorg dragen voor de natuur en het milieu in je eigen omgeving. Als natuurgids kun je bovendien in je eigen familie, vriendenkring, werksituatie, … aan anderen je liefde en zorg voor natuur en milieu bijbrengen. Je kunt hen tonen hoe jij respectvol omgaat met natuur en milieu. Of je kunt hen meenemen op natuuruitstap en zo je liefde en respect voor de natuur verder uitdragen. Je kunt hen laten kennismaken met de verwonderlijke samenhang en schoonheid in de natuur. Ook je kinderen hebben er alle baat bij dat ze dankzij hun (groot)ouders de natuur leren kennen en ervaren. Zintuiglijke ervaringen met natuur zijn voor kinderen van groot belang bij hun ontwikkeling. Individuen hebben als kritische en bewuste burgers een belangrijke invloed op de maatschappij. Door steeds weer te laten horen welke thema’s zij belangrijk vinden, ook als het op politieke keuzes aankomt. Door anderen warm te maken voor de ideeën waar ze zelf in geloven. Door hun verwondering, liefde, respect en zorg voor de natuur aan anderen te tonen. Door als consumenten te kiezen voor milieuvriendelijke en duurzame producten. Door hun eigen energieverbruik en je ecologische voetafdruk te verminderen. Door steunend lid te worden van organisaties die beleidsbeïnvloedend werken, zoals Greenpeace, WWF, Natuurpunt, Vogelbescherming Vlaanderen,… (hoe meer leden, hoe meer zeggingskracht). … 2.2 In een vereniging
Er zijn verschillende soorten verenigingen waar je je als natuurgids kunt engageren. 1. Allerlei verenigingen die niet natuur en milieu als hoofdthema hebben 2. Organisaties die cursus geven over natuur en milieu 3. Natuur- en milieuverenigingen Je aansluiten bij een vereniging heeft een meerwaarde t.o.v. individueel engagement. Alleen is maar alleen, het zich verenigen tot een groep geeft mensen extra kracht om maatschappelijke verandering na te streven. 2.2.1 Allerlei verenigingen
Veel verenigingen werken niet specifiek rond natuur, milieu of duurzaamheid maar hechten wel belang aan deze thema’s. Als actief lid van een sociaal-culturele vereniging (zoals het Davidsfonds, de KVLV, de Gezinsbond), een jeugdbeweging of een wandelclub, een sportclub of een andere themavereniging kun je de bestuurders voorstellen om af en toe ook eens een activiteit in of over natuur of milieu in te lassen. Op die manier bied je kansen aan mensen om de natuur te leren kennen zonder dat zij daarvoor zelf lid moeten zijn van een natuurvereniging. Het is belangrijk dat alle lagen in de bevolking de kans krijgen op een aangename en positieve manier kennis te maken met natuurbehoud en milieubescherming. Dit kan door jouw inzet in een vereniging. 2.2.2 Organisaties die cursus geven over natuur en milieu
Je kunt nog bijkomende cursussen volgen om je kennis en vaardigheden m.b.t. educatie, natuur en milieu verder uit te breiden. Er zijn in Vlaanderen 2 erkende vormingsinstellingen die in heel Vlaanderen cursussen over natuur en milieu aanbieden aan volwassenen. ‐ Het Centrum Voor Natuur- en milieueducatie (CVN) waarbij je deze cursus Natuurgids volgt. ‐ Natuurpunt Educatie (vormingsinstelling gegroeid uit NME De Wielewaal). Inverde is gespecialiseerd in opleidingen bos-, groen- en natuurbeheer in Vlaanderen. Het is geen vormingsinstelling maar een onderdeel van de Vlaamse Overheid (Ondersteunend Centrum van het Agentschap voor Natuur en Bos). Daarnaast zijn er ook nog kleinere, lokale organisaties die cursussen aanbieden. Van deze organisaties kun je geen lid worden. Het zijn geen ledenverenigingen, hun hoofddoel is cursussen organiseren. Na de cursus Natuurgids kun je je bij CVN terecht voor meer gespecialiseerde cursussen waarin je je als gids verder kan bekwamen. Voorbeelden zijn: bosnatuurgids, landbouwnatuurgids, gidsen voor kinderen, gidsen voor mensen met een beperking, kustgids, Scheldenatuurgids, zwaluwgids,… Het aanbod vind je op www.c-v-n.be of in het halfjaarlijkse Vormingsaanbod. Bij Natuurpunt Educatie vind je allerlei cursussen die je toelaten om je inhoudelijk verder te specialiseren. © Cursus Natuurgids - Hoofdstuk 20: Engagement van de natuurgids
3
Bij het CVN kun je als vrijwilliger actief meewerken. Je kunt meewerken aan de cursussen Natuur-In-Zicht of Natuurgids als lesgever, gids, begeleider, mentor of stagebeoordelaar. Als je hierin geïnteresseerd bent, neem dan contact op met de provinciaal educatief medewerker van het CVN van jouw provincie. 2.2.3 Natuur- en milieuverenigingen
Van deze verenigingen kun je lid worden. Ze hebben een regionale en/of plaatselijke structuur met een regionaal en/of plaatselijk bestuur. Je kunt op verschillende manieren lid zijn van een vereniging. Passief lid: je betaalt lidgeld maar neemt niet deel aan activiteiten. Je verhoogt het ledenaantal en dus de slagkracht van de vereniging. Actief lid: je betaalt lidgeld en neemt deel aan de activiteiten die je interesseren: natuurwandelingen, een happening, een beheerdag,… Je leert er zelf van bij en maakt kennis met andere natuurminnende mensen. Werkgroepslid: je bent lid van de vereniging en je engageert je in een van de werkgroepen die er zijn en neemt er deel aan vergaderingen en bereidt mee activiteiten voor. Welke werkgroepen er zijn hangt af van de plaatselijk vereniging, bvb. werkgroep natuurbeheer, werkgroep inventarisatie en natuurstudie, werkgroep vogels, werkgroep tijdschrift,… Bestuurslid: je bent lid van het bestuur van de (plaatselijke afdeling van de) vereniging en zorgt dus mee voor het reilen en zeilen van de vereniging. Je organiseert mee activiteiten, voert mee promotie, vergadert mee, beslist mee over een natuurgebied dat aangekocht wordt,… Kortom, je houdt de natuurvereniging mee draaiende. Bestuurleden worden op de (jaarlijkse) algemene vergadering verkozen door de leden van de vereniging. Er zijn in Vlaanderen op verschillende plaatsen specifieke verenigingen van natuurgidsen. De leden zijn gediplomeerde natuurgidsen. In hun vereniging komt educatie op de eerste plaats. Ze richten cursussen in en verzorgen kalenderwandelingen (natuurwandelingen waarop iedereen welkom is) en gidsbeurten op aanvraag voor groepen volwassenen, jongeren en/of kinderen. Deze verenigingen spelen een belangrijke rol omdat er niet alleen wordt gegidst in natuurgebieden van een bepaalde vereniging maar ook in stadsparken en andere publieke gebieden. (Je vindt overkoepelende natuurgidsenverenigingen in de provincies Antwerpen (VMPA) en Limburg (Limburgse Natuurgidsen) en in de regio’s Gent, Dendermonde, Meetjesland, Waasland. Er zijn ook lokale groepen actief, vraag info aan de provinciaal educatief medewerker.) De grootste natuurvereniging is Natuurpunt vzw, deze vereniging is ontstaan in 2001 door een fusie van de voormalige verenigingen Natuurreservaten vzw en De Wielewaal vzw. Natuurpunt is over heel Vlaanderen actief en heeft bijna in elke gemeente een actieve verenigingswerking. In 2011 zijn meer dan 90.000 gezinnen in Vlaanderen lid van Natuurpunt. Daarnaast zijn er ook nog heel wat kleinere regionale en lokale natuur- en milieuverenigingen actief. Vraag ernaar bij de begeleiders van je cursus of bij de provinciaal educatief medewerker van het CVN. Bij Natuurpunt vind je de 5 volgende pijlers terug waar rond gewerkt wordt, bij kleinere verenigingen vind je meestal enkele van deze pijlers terug: Natuurbeheer (beheer van de natuurgebieden in de vereniging) Natuureducatie (natuurgidsenwerking, organiseren van cursussen, gidsen voor scholen,…) Natuurstudie (inventarisaties en monitoring) Natuurbeleid (kritisch opvolgen van het gevoerde beleid, participatie aan gemeentelijke milieuadviesraad, organisatie van protestacties als dat nodig is, …) Verenigingswerking (activiteiten voor de leden organiseren, ledenwerving,…) Er zijn ook verenigingen die specifiek werken rond milieuthema’s. Bij hen neemt ‘de wilde natuur’ een minder belangrijke plaats in. Voorbeelden: VELT (Vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze), VIBE (duurzaam bouwen), Bond Beter Leefmilieu, lokale milieuactiegroepen (bvb. tegen geluidsoverlast, tegen het volbouwen van een bepaald terrein, …) en nog vele andere organisaties. Voor kinderen en jongeren is er een gespecialiseerde vereniging, de JNM, Jeugdbond voor Natuur en Milieu. Deze vereniging is bestemd voor kinderen en jongeren tussen 8 en 25 jaar. Jongeren organiseren er zelf natuuractiviteiten, natuurkampen en milieuacties voor andere jongeren en kinderen. Veel toekomstige ‘natuurprofessionals’ leren hier de stiel. Er is een aparte werking voor kinderen van 8 tot 12 (www.jnm.be).
4
© Cursus Natuurgids - Hoofdstuk 20: Engagement van de natuurgids
Over het CVN Het Centrum Voor Natuur- en milieueducatie vzw werd opgericht in 1965. De cursus Natuurgids wordt georganiseerd sinds 1966 en intussen behaalden al meer dan 8000 natuurgidsen het diploma. CVN organiseert, stimuleert en ondersteunt al meer dan 40 jaar cursussen over natuur en milieu voor volwassenen. Zo willen we het draagvlak voor natuurbehoud in Vlaanderen versterken en mensen een zinvolle vrijetijdsbesteding bieden. Het CVN is erkend als gespecialiseerde vormingsinstelling voor volwassenen door de minister van Cultuur van de Vlaamse Gemeenschap. De organisatie werkt als vzw onafhankelijk van welke belangengroep dan ook. Er werken in heel Vlaanderen een tiental professionele medewerkers voor het CVN. ‘Ontdek de natuurgids in jezelf’ betekent dat het CVN mensen in staat wil stellen om bewuste keuzes te maken met betrekking tot hun leefomgeving en deze keuzes ook uit te dragen naar anderen. Via directe natuurbeleving en leermomenten over de natuur willen we waardering voor natuur stimuleren. We willen vooral mensen vormen met een brede kijk op natuur, milieu en samenleving en niet enkel natuurspecialisten. De kernactiviteit van het CVN is het opleiden van natuurgidsen. Tijdens de cursus Natuurgids, die een jaar duurt, krijgen de deelnemers heel wat kansen om hun inzicht in de natuur te vergroten. Bovendien stimuleren we de cursisten om hun liefde voor de natuur door te geven aan anderen. Zo kunnen zij hun engagement voor de natuur verder uitdragen als natuurgids of in een andere functie binnen de natuurbeweging, binnen het sociaalculturele werkveld, hun werkomgeving of gewoon in hun privé-leven. Zo maken natuurgidsen tijdens natuurwandelingen overal in Vlaanderen op hun beurt vele anderen wegwijs in de natuur. Naast de cursus Natuurgids bieden we ook heel wat andere basis- en vervolgcursussen aan. Een overzicht vind je op de website www.c-v-n.be en in het halfjaarlijks verschijnende Vormingsaanbod. Educatie en vrijwilligerswerk zijn belangrijke drijfveren achter de krachtige en door veel mensen gedragen natuurbeweging in ons land! Daarom kiest het CVN voor professioneel ondersteund vrijwilligerswerk. Alle lesgevers, gidsen, begeleiders, beoordelaars en mentoren die je tijdens de cursus Natuurgids ontmoet zijn vrijwilligers. Ze worden ondersteund door een provinciaal educatief medewerker die als beroepskracht voor het CVN werkt. Dankzij vrijwilligerswerk krijg je tijdens de cursus natuurgids een heleboel verschillende mensen te zien die elk op hun eigen manier hun liefde voor de natuur overbrengen. Zo leer je de rijkdom binnen de natuurbeweging kennen! Bovendien werkt CVN op deze manier zo lokaal mogelijk, want het zijn de plaatselijke vrijwilligers die de plaatselijke natuurgebieden het best kennen. CVN werkt bij het organiseren van een cursus Natuurgids of Natuur-In-Zicht steeds samen met een lokale partner die instaat voor de begeleiding en de praktische organisatie. Uiteraard wordt de vaste begeleiding daarbij inhoudelijk en organisatorisch door het CVN ondersteund. Cursisten kunnen met vragen steeds terecht op het landelijk CVN-secretariaat of bij de provinciaal educatief medewerker. Als afgestudeerd natuurgids kan je zelf ook vrijwilliger worden bij het CVN. Je kunt lesgeven of gidsen, mentor of beoordelaar zijn voor nieuwe cursisten of als je echt de microbe te pakken hebt, kan je bij een nieuwe cursus natuurgids een engagement opnemen als ‘vaste begeleider’. Vraag informatie of stel je kandidaat bij de provinciaal educatief medewerker van het CVN.
2.3 Bij een overheid
Zowel de Vlaamse, provinciale als (inter)gemeentelijke overheden nemen initiatieven met betrekking tot natuur en milieu. Ook zij doen daarbij in beperkte mate een beroep op vrijwilligers, vooral als begeleiders van natuureducatieve activiteiten. Deze activiteiten worden meestal georganiseerd door de educatieve centra en bezoekerscentra. Wie als vrijwilliger bij een overheid aan de slag gaat, wordt voor zijn diensten vergoed via een vrijwilligersvergoeding of via betaling als freelancer. Op het verschil en de voorwaarden komen we straks nog terug. Het spreekt voor zich dat © Cursus Natuurgids - Hoofdstuk 20: Engagement van de natuurgids
5
overheden meer financiële middelen hebben dan verenigingen en daarmee dus vrijwilligers kunnen vergoeden, voor een natuurvereniging is dat veel moeilijker. Anderzijds houden vrijwilligers in verenigingen kritischer de vinger aan de pols, overheden zijn immers gebonden aan het bestuur vanuit verschillende politieke partijen en meerderheidsvisies. Voor een gedetailleerder overzicht van welke overheid welke taken vervult, verwijzen we naar het hoofdstuk Mens en natuur 2, punt 5. 2.4 Als professioneel medewerker in de natuur- en milieusector
Jobs als educatief medewerker in de natuursector zijn schaars, overheden voorzien immers niet zo heel veel middelen voor natuureducatie. Vaak doen de educatieve centra een beroep op vrijwilligers en freelancers om groepen te begeleiden. Zoek contact met een van deze centra en ga er aan de slag. Zo raak je op de hoogte van de werking van het centrum en wie weet kun je er wel solliciteren als er een vacature wordt uitgeschreven. Ook natuurverenigingen ontvangen subsidies waarmee zij een beperkt aantal professionele medewerkers in dienst kunnen nemen. Natuurpunt beschikt over een uitgebreide ploeg terreinarbeiders die natuurgebieden beheren. Als je aan de slag wil als groenarbeider of parkwachter bij een gemeente of provincie, dan heeft het zeker een meerwaarde als je het getuigschrift van Natuurgids kan voorleggen. Bij sommige diensten in deze sector is het zelfs een voorwaarde dat je de cursus Natuurgids hebt gevolgd. Hou de websites www.selor.be (Vlaamse Overheid) en www.vvsg.be/vacatures (steden en gemeenten) in het oog. Voor welke job je ook solliciteert, vermeld zeker op je CV dat je natuurgids bent en dat je daarvoor een cursus van een jaar volgde. Het betekent immers dat je een goede basiskennis over natuur bezit en dat je geleerd hebt voor groepen te spreken en ze te begeleiden. Het leerbewijs dat je op het einde van de cursus Natuurgids ontvangt, verstrekt hierover de nodige gegevens. Vacatures vind je terug via de VDAB (www.vdab.be) of via websites met vacatures. Op de website www.11.be vind je een ruim overzicht van vacatures van geëngageerde verenigingen.
3. Rechten en plichten van vrijwilligers 3.1 Wat is vrijwilligerswerk?
Vrijwilligerswerk is een onbetaald engagement dat je opneemt in je vrije tijd in een non-profit organisatie. Vrijwilligerswerk is geen job, je ontvangt er dus geen loon voor. Activiteiten die je doet voor vrienden of familie, bijvoorbeeld het organiseren van een wandelweekend voor je vrienden of het verzorgen van een zieke tante, vallen niet onder het vrijwilligerswerk. Activiteiten in naam van een vereniging wel. Als je dus een wandelweekend organiseert voor jouw sportclub of via Ziekenzorg hulpbehoevende mensen bezoekt, ben je wel als vrijwilliger actief. Heel het verenigingsleven in Vlaanderen draait bijna uitsluitend op vrijwilligers. Zonder de volledig belangenloze inzet van duizenden vrijwilligers zou de natuurbeweging niet kunnen bestaan! Vaak is vrijwilligerswerk eerder informeel, zoals wanneer je deel uitmaakt van een werkgroep of het bestuur van een natuurvereniging. Je doet van alles voor de verenging maar bent daarbij niet gebonden aan ‘werkuren’ en dient er geen onkosten voor in. Je voelt je geëngageerd voor het goede doel en dat is je enige drijfveer voor het werk dat je verzet. Soms is vrijwilligerswerk eerder formeel en horen er een ‘vrijwilligerscontract’ met duidelijke afspraken en ‘vrijwilligersvergoedingen’ bij. Iedereen mag vrijwilligerswerk uitvoeren, maar sommige categorieën mensen moeten dit aan de betreffende dienst wel schriftelijk melden en kunnen eventueel een weigering krijgen om het vrijwilligerswerk uit te mogen voeren. Dit geldt voor mensen die een uitkering ontvangen van de RVA (werklozen, bruggepensioneerden, personen in loopbaanonderbreking, tijdskrediet,…), mensen met een uitkering van het ziekenfonds of arbeidsongeschikten, mensen die een leefloon ontvangen en vreemdelingen. Zo wil de overheid voorkomen dat organisaties vrijwilligers inschakelen voor jobs die eigenlijk door een betaalde kracht zouden moeten gebeuren (zwartwerk). Een vrijwilliger mag immers nooit een betaalde kracht vervangen! Vrijwilligerswerk mag er ook niet verantwoordelijk voor zijn dat een werkloze geen tijd meer heeft om naar een betaalde job te zoeken. Eenmaal de betreffende dienst de aanvraag tot vrijwilligerswerk heeft goedgekeurd, is er geen probleem. Andere groepen dan degene die hierboven vermeld staan, zoals gepensioneerden, hoeven geen toelating (meer) te vragen. Alle informatie over vrijwilligerswerk en de wetgeving hierover vind je op www.vrijwilligerswerk.be.
6
© Cursus Natuurgids - Hoofdstuk 20: Engagement van de natuurgids
3.2 Vergoeding van vrijwilligerswerk
Vrijwilligerswerk is per definitie onbetaald werk. Vrijwilligers ontvangen geen loon, maar ze kunnen soms wel vergoed worden voor hun kosten. Een onkostenvergoeding is geen recht bij vrijwilligerswerk, het is zelfs eerder uitzondering dan regel. Veel organisaties die onvoldoende of geen overheidssubsidies ontvangen en veel met vrijwilligers werken, hebben onvoldoende middelen om hun vrijwilligers te vergoeden. Het is aan de organisatie om erover te beslissen of ze haar vrijwilligers vergoedt en op welke manier. Sommige organisaties geven hun vrijwilligers geen geld om hun kosten te vergoeden maar wel op niet-systematische wijze een andere beloning (bvb. boekenbon of fles wijn). Van vrijwilligerswerk zul je dus niet rijk worden. Het is en blijft in de eerste plaats een engagement dat je neemt vanuit je overtuiging en je liefde voor de natuur! Sommige organisaties, vaak die welke voldoende overheidssteun ontvangen of voldoende eigen inkomsten hebben, kunnen wel onkostenvergoedingen geven. Een onkostenvergoeding is mogelijk op twee manieren. 1) Een organisatie kan haar vrijwilligers vergoeden op basis van de reële kosten waar bewijsstukken tegenover staan. 2) Een organisatie kan de kosten van de vrijwilligers op forfaitaire basis vergoeden. De reële onkostenvergoeding Een organisatie kan haar vrijwilliger een vergoeding geven voor vervoerskosten (openbaar vervoer of auto) of voor andere reëel gemaakte onkosten. Voor elke gemaakte kost moet je dan bij de organisatie een bewijsstuk (ingevuld onkostenformulier met bijhorend kasticket of factuur) indienen. De zogenaamde ‘reële kostenvergoedingen’ zijn niet belastbaar, noch in hoofde van de organisatie, noch in hoofde van de vrijwilliger. Maar natuurlijk mag de vergoeding geen verdoken vorm van bezoldiging zijn (b.v. terugbetaling van fictieve kosten of overdreven onkostennota's) want dan kan de fiscus deze toch nog als loon beschouwen. De forfaitaire onkostenvergoeding (ook wel vrijwilligersvergoeding genoemd) In plaats van reële kosten uit te betalen kan de organisatie er voor kiezen de vrijwilliger een forfaitaire vergoeding te geven waar alle kosten inbegrepen zitten. Dit systeem vergemakkelijkt de administratie van de organisatie, ze moet dan immers niet meer elke gemaakte kost met bonnetjes bewijzen en tot op de cent juist uitrekenen en uitbetalen. Voor de organisatie is dit systeem meestal veel duurder, voor de vrijwilliger is het meestal gunstiger dan de reële onkostenvergoeding. De organisatie bepaalt zelf hoeveel de forfaitaire vergoeding per dag bedraagt, al is er wel een geïndexeerd maximumbedrag per dag. In 2011 bedroeg dat per dag 30,82 euro. Bovendien is er ook een maximumbedrag per jaar vastgesteld. In 2011 bedroeg dit geïndexeerde maximumbedrag 1232,92 euro per jaar, dat betekent 40 prestaties per jaar geleverd aan het maximumbedrag van 30,82 euro per dag. Deze vergoedingen zijn zowel fiscaal als m.b.t. sociale zekerheid vrijgesteld en moeten dus niet worden aangegeven, tenzij je het maximumbedrag per dag of per jaar overschrijdt. Opgelet: een reële kostenvergoeding op basis van bewijsstukken en een forfaitaire kostenvergoeding zijn niet combineerbaar! (Uitzondering is mogelijk voor de combinatie van een kilometervergoeding en een forfaitaire onkostenvergoeding). Je kunt ook niet voor de ene activiteit een forfaitaire vergoeding krijgen en voor een andere activiteit een reële onkostenvergoeding, dat is wettelijk niet toegestaan. Een overschrijding van de vermelde bedragen brengt met zich mee dat het volledige bedrag als loon kan worden beschouwd. Wat als ik een hogere vergoeding krijg voor het vrijwilligerswerk dat ik doe? Je bent dan volgens de wet geen vrijwilliger maar een freelance medewerker. Als een organisatie of overheid je een hoger bedrag betaalt dan de maximum toegelaten vrijwilligersvergoeding per dag (zie hierboven), dan is dit een honorarium. De organisatie geeft aan de belastingen door dat ze jou betaald heeft om een bepaalde opdracht uit te voeren. Jij dient dit dan ook door te geven aan de fiscus die hiermee rekening houdt bij de berekening van je belastingen. Als je werknemer bent, hou je netto soms maar weinig over van het geld dat je op deze manier verdiende. Ook als je meer dan 40 vrijwilligersvergoedingen op een jaar ontvangen hebt, dien je dit te melden op je belastingbrief. Als (brug)gepensioneerde of werkloze moet je ook goed uitkijken voor je honoraria aanvaardt, vraag zeker na of je hierdoor niet in de problemen komt met de fiscus. Sommige gidsen kiezen ervoor ‘zelfstandige in bijberoep’ te worden. Op die manier zijn ze wettelijk in orde met het geld dat ze bijverdienen naast hun hoofdberoep. Uiteraard moet er dan ook belasting worden betaald, maar het geeft je wel een wettelijk statuut en je kunt onkosten die je in het kader van je bijberoep maakt, aftrekken van je belastingen. Sommige organisaties verplichten hun freelance gidsen en lesgevers om zelfstandige in bijberoep te worden, andere organisaties doen dat niet. © Cursus Natuurgids - Hoofdstuk 20: Engagement van de natuurgids
7
3.3 Verzekeringen
De kans dat er tijdens je vrijwilligerswerk iets ernstigs misgaat is heel klein. Maar in het geval er toch iets gebeurt, is het goed om op de hoogte te zijn van de rechten en plichten van de vrijwilliger en van de wetgeving m.b.t. aansprakelijkheid en verzekering. Elke organisatie die met vrijwilligers werkt heeft een informatieplicht tegenover haar vrijwilligers. In de organisatienota staan alle rechten en plichten van de vrijwilliger bij deze organisatie opgesomd. Ook de regeling m.b.t. verzekeringen dient hierin verplicht te worden vermeld. Alle vrijwilligers moeten de organisatienota kunnen opvragen. Sommige organisaties vragen aan de vrijwilliger ook expliciet om de organisatienota te ondertekenen en een vrijwilligerscontract af te sluiten. Als je dus twijfelt of je wel voldoende verzekerd bent bij de organisatie waarbij je vrijwilligerswerk doet, vraag dan gewoon naar de organisatienota en de verzekeringspolissen m.b.t. vrijwilligers. Organisaties hebben de plicht je deze informatie te verschaffen. Burgerlijke aansprakelijkheid (= schade die je veroorzaakt aan derden) Als je tijdens je vrijwilligerswerk schade berokkent aan een andere persoon, dan geldt de wetgeving van burgerlijke aansprakelijkheid die stelt dat deze schade hersteld of vergoed moet worden. In het vrijwilligerswerk is het zo dat niet de vrijwilliger, maar wel de organisatie burgerrechtelijk aansprakelijk is als de vrijwilliger een fout maakt tijdens de uitvoering van de activiteiten bij de organisatie. Als de vrijwilliger tijdens het vrijwilligerswerk door zijn/haar fout lichamelijke of materiële schade veroorzaakt aan een derde, dan zal de organisatie deze schade moeten vergoeden. Je bent als vrijwilliger dus verzekerd als er onder jouw toezicht iets fout zou gaan met een deelnemer. Organisaties die met vrijwilligers werken, hebben de plicht om een verzekering af te sluiten voor hun vrijwilligers. Ook in de schoolverzekering is een hoofdstuk over vrijwilligers opgenomen. Een uitzondering op deze regel vormen de feitelijke verenigingen, zij hoeven deze verzekering niet af te sluiten. Een feitelijke vereniging is een groepje mensen dat zich verenigt met een gemeenschappelijk doel, zonder dat daarvoor een vzw werd opgericht. Hier kunnen de leden afzonderlijk en individueel aansprakelijk gesteld worden. De vrijwilliger kan nog wel zelf burgerrechtelijk aansprakelijk gesteld worden als hij/zij: • een grove fout maakt (bvb. stomdronken tijdens de activiteit en daardoor een fout maken die schade veroorzaakt aan derden). Mogelijk zal de vrijwilliger zelf de schade moeten vergoeden. • bedrog pleegt. Vanzelfsprekend moet de organisatie er niet voor opdraaien als de vrijwilliger de intentie of de bedoeling had om iemand schade te berokkenen. De factuur komt bij de vrijwilliger terecht. • herhaaldelijk een lichte fout maakt: dat is een fout die de vrijwilliger geregeld maakt, die (uiteindelijk) schade veroorzaakt. De organisatie moet bewijzen dat de vrijwilliger dergelijke herhaalde fout maakte en daarop gewezen werd. Kan de organisatie dat niet, dan blijft ze zelf burgerlijk aansprakelijk. Als je twijfelt of je wel verzekerd bent tijdens je activiteit, vraag het dan even na bij de verantwoordelijke van de organisatie waarvoor je op dat moment vrijwilligerswerk doet. Grotere natuurverenigingen en andere grote verenigingen hebben een verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid die op al hun vrijwilligers van toepassing is. Uiteraard zijn ook CVN-vrijwilligers hiervoor verzekerd. Deze verzekering geldt eveneens voor cursisten tijdens hun stagewandeling als zij de aankondiging ervan vooraf schriftelijk (of per mail) aan het CVN hebben doorgegeven. Als je echter op eigen initiatief, los van een verzekerde organisatie (natuurvereniging, school,…), een natuurwandeling begeleidt, ben je wel zelf burgerlijk aansprakelijk en val je terug op je eigen familiale polis. Het risico dat er iets gebeurt is klein, maar sommige zelfstandige gidsen kiezen er toch voor om voor hun gidswerk een bijkomende persoonlijke verzekering af te sluiten. Let wel op, meestal is enkel de buitencontractuele aansprakelijkheid verzekerd. Dit wil zeggen dat het eigen materiaal dat je gebruikt tijdens een activiteit, materiaal van de organisatie dat je in bruikleen hebt of materiaal dat je huurt voor het uitvoeren van je activiteit niet verzekerd is. Spreek met je contactpersoon in de organisatie vooraf goed af onder wiens verantwoordelijkheid het materiaal valt dat je tijdens je activiteit gebruikt en wat er bij beschadiging gebeurt. Andere verzekeringen Organisaties die met vrijwilligers werken, zijn enkel verplicht een verzekering voor burgerlijke aansprakelijkheid te hebben. Andere verzekeringen zijn niet verplicht. Toch sluiten grotere organisaties voor hun vrijwilligers vaak ook een ongevallenverzekering en een verzekering voor rechtsbijstand af. Een ongevallenverzekering waarborgt lichamelijke schade die geleden is door vrijwilligers bij ongevallen tijdens de uitvoering van het vrijwilligerswerk of op weg naar- en van de activiteiten. Het gaat meestal om een aanvullende verzekering. De verzekering van de organisatie betaalt het deel dat niet door een andere verzekering of wetgeving wordt gedekt (vb. ziekteverzekering) en 8
© Cursus Natuurgids - Hoofdstuk 20: Engagement van de natuurgids
normaal door de vrijwilliger zelf betaald zou moeten worden. Een verzekering voor rechtsbijstand dekt de kosten wanneer een rechtszaak om een schadeclaim tegen de vrijwilliger zou worden ingeroepen. Deze verzekeringen zijn echter niet verplicht. Vraag de organisatienota op van de vereniging waarbij je vrijwilligerswerk doet om hierover juiste informatie te krijgen. Je mag ook steeds de volledige verzekeringspolissen m.b.t. vrijwilligers opvragen. CVN beschikt voor haar vrijwilligers over zo’n aanvullende ongevallenverzekering. Natuurpunt beschikt over een ongevallenverzekering voor alle leden, dit is belangrijk omdat beheerwerk in de natuur gemakkelijk aanleiding kan geven tot kleine ongevallen. 3.4 Geheimhoudingsplicht
Elke vrijwilliger moet zich aan de discretieplicht houden, in welke sector hij of zij ook actief is. De geheimhoudingsplicht houdt in dat je ervoor zorgt dat mensen waarmee je contact hebt in het vrijwilligerswerk geen emotionele, fysieke, materiële of immateriële schade ondervinden door jouw toedoen en dat je de deontologische codes van de organisatie respecteert en opvolgt. Deze bepaling is vooral in de welzijnssector van belang, maar geldt voor alle vrijwilligerswerk.
4. Gedragscode van de natuurgids Als natuurgids neem je verantwoordelijkheid op tegenover je deelnemers. Uiteraard zijn er daarbij een aantal regels die je in ere dient te houden. We sommen ze hieronder op:
Zorg dat je toestemming hebt en respecteer andermans eigendom Respecteer de gedragsregels die gelden in het gebied Toon respect voor natuur en milieu Respecteer je deelnemers en je groep Neem een positieve houding aan tegenover je deelnemers Ga zuinig en beheerst om met je eigen standpunten Wees degelijk voorbereid en bied een kwaliteitsvolle activiteit Neem je verantwoordelijkheid als groepsleider
4.1 Zorg dat je toestemming hebt en respecteer andermans eigendom
Als je een excursie gidst in een natuurgebied van een overheid, een vereniging of een privé-eigenaar, zorg dan dat je vooraf toestemming hebt van de beheerder of van de eigenaar om het gebied met een groep te betreden. Meestal volstaat een telefoontje om die toestemming te krijgen. Zo hou je iedereen te vriend. De meeste eigenaars of conservators vinden het niet leuk via een aankondiging in de pers of via een toevallige ontmoeting te ontdekken dat je zonder hun toestemming met een groep op hun domein komt. Je zou zelf wellicht ook niet willen dat een groep mensen onaangekondigd op jouw eigendom rondneust. Dit geldt zeker ook voor vroegochtend- of avondwandelingen. Een aantal gebieden zijn voor- en na zonsondergang niet voor publiek toegankelijk om er zo de rust te garanderen. Via een simpel telefoontje of mailtje waarin je je bedoelingen uitlegt, krijg je vaak wel de toestemming. Ook als je van de paden afwijkt, of als een gedeelte van je wandeling over privégebied loopt, moet je daarvoor expliciet toestemming vragen. Als je toch geen toestemming krijgt, respecteer dan de wensen van de eigenaar of beheerder en zoek een andere oplossing. Vermeld tijdens je wandeling ook steeds wie de eigenaar of de beheerder is van het gebied waarin je je deelnemers rondleidt. 4.2 Respecteer de gedragsregels die gelden in het gebied
Als natuurgids heb je een voorbeeldfunctie tegenover je deelnemers. Respecteer dus zelf strikt de gedragsregels die in het gebied gelden (zie meer bepaald punt 5). Als er in een gebied geen loslopende honden toegelaten zijn, dan laat je je eigen hond er ook niet loslopen, als het verboden is planten of zwammen te plukken op het domein dan pluk je er zelf ook geen,….
© Cursus Natuurgids - Hoofdstuk 20: Engagement van de natuurgids
9
Betreed geen broedvogelgebieden in het broedseizoen en zorg dat zeldzaamheden beschermd blijven tegen vertrappeling. Weeg goed af of je zeldzaamheden zal tonen aan je deelnemers of niet. Al te dikwijls worden sleutelbloemen of orchideeën enkele dagen na een natuurwandeling door ‘onbekenden’ uitgestoken. Als je langs afgesloten wegen wandelt, leg dan aan je deelnemers dan duidelijk uit dat je hiervoor toestemming hebt gekregen en dat ze hier zonder gids niet mogen komen. 4.3 Toon respect voor natuur en milieu
Als je met een groep op stap bent, is het erg belangrijk dat je een groot respect toont voor de natuur en het milieu. Pluk niet onnodig dingen af en dood geen dieren met opzet. Behandel de dieren die je vangt (insecten,…) met zorg, hou ze niet langer vast dan nodig en laat ze onder het toekijkende oog van de deelnemers weer vrij. Als je iets afplukt, leg dan duidelijk uit waarom dat bij deze soort geen kwaad kan en dat je het enkel bij uitzondering doet om de groep iets beter te kunnen tonen. Vermijd onnodig plukken. Gebruik spiegeltjes om naar paddenstoelen te kijken. Geef in de mate van het mogelijk ook het voorbeeld m.b.t. duurzaam gedrag: kom met de fiets, breng geen wegwerpverpakkingen mee, rook niet tijdens je wandeling,… Een natuurgids heeft een erg belangrijke voorbeeldfunctie. Als jij positief of negatief gedrag stelt, dan zullen je deelnemers gemakkelijker geneigd zijn dat achteraf te kopiëren. Onderschat je voorbeeldfunctie niet! 4.4 Respecteer je deelnemers en je groep
Wees steeds beleefd en respectvol tegenover je deelnemers. Lach geen mensen uit omdat ze iets niet weten, omdat ze een afwijkende mening hebben of omdat ze fysiek niet mee kunnen. Zoek mee naar oplossingen als deelnemers onverwacht in de problemen komen: ongepast schoeisel, dorst, iemand is moe en kan niet verder, iemand krijgt telefoon dat hij onmiddellijk terug moet keren, iemand wordt boos,… Zoek mee naar een oplossing, maar vergeet ook niet dat er een hele groep staat te wachten die ook je aandacht wil. Schakel eventueel een andere deelnemer in die hulp kan bieden, zodat jij je terug met je groep kan bezighouden. Kordaat zijn of iemand vriendelijk terechtwijzen kan als het nodig is, maar wordt nooit grof en roep niet. Belangrijke richtlijnen geef je best bij het begin van de wandeling, dan zijn de afspraken voor iedereen duidelijk. Probeer daarbij niet over te komen als een kwaaie gendarm, maar leg duidelijk uit waarom iets in dit gebied niet mag. Bijvoorbeeld: Als een deelnemer ondanks jouw herhaaldelijke vraag weigert zijn hond aan de leiband te houden, zeg dan éénmaal duidelijk aan de groep dat je het betreurt dat de deelnemer de regels van het gebied niet respecteert, maar word niet boos en negeer daarna het ongewenste gedrag, ook als het blijft duren. Blijf er niet op doorhameren en ga met positief enthousiasme verder met je natuuractiviteit. Je deelnemers hebben recht op een ontspannen activiteit en een enthousiaste gids, ook als er een dwarsligger in de groep zit. Bewaar je kalmte en vriendelijkheid zolang je je in de groep bevindt. Als het je om de een of andere reden echt even teveel wordt, reageer je dan even alleen af zonder dat iemand het merkt. Laat aan de groep niet merken dat je kwaad bent. 4.5 Neem een positieve houding aan tegenover je deelnemers
Als je als gids een positieve en enthousiaste houding aanneemt, dan zullen je deelnemers zich veel beter voelen tijdens de wandeling. Vermijdt het in elk geval tijdens je wandeling commentaar te geven op onenigheden of zelfs ruzies die zich tussen verschillende (natuur)verenigingen of individuen afspelen. Je deelnemers hebben hier geen enkele boodschap aan. Ze komen om het gebied te leren kennen en om van de natuur te genieten, niet om te worden ingewijd in conflicten of in het wel en wee van jou en andermans privéleven. Een professionele gids spreekt zich tijdens een excursie nooit uit over interne conflicten. 4.6 Ga zuinig en beheerst om met je eigen standpunten
Een natuurgids mag natuurlijk een eigen mening hebben, en hij mag ze ook uitdrukken tijdens de wandeling. Maar waak erover dat je je eigen mening niet voortdurend opdringt aan je deelnemers. Begin je mening niet heftig te verdedigen en maak zeker geen ruzie met mensen die er anders over denken. Bij een discussie ben jij als gids de moderator van het gesprek en niet de betrokken partij die de anderen wil overtuigen. Spreek je uit, maar probeer niet om je gelijk te halen, want dan lok je meestal een discussie zonder einde uit. Met meningen over politieke partijen en gemeentepolitiek ga je best zuinig en discreet om. Ook reclame voor je eigen vereniging maak je best in beperkte mate. Een open wandeling is voor iedereen bestemd. Mensen voortdurend trachten te overtuigen om lid te worden of iets te kopen heeft vooral een tegengesteld effect, je houdt mensen die geen lid willen worden op deze manier eerder weg dan dat je ze aanhaalt.. 10
© Cursus Natuurgids - Hoofdstuk 20: Engagement van de natuurgids
4.7. Wees degelijk voorbereid en biedt een kwaliteitsvolle activiteit
Mensen die met je meewandelen verwachten een kwaliteitsvolle activiteit. Zorg dat je voorbereid bent, zodat je onderweg interessante dingen kan vertellen. Vertel nooit bewust dingen die niet waar zijn en verzin niets. Als je een verhaal vertelt, zorg dan dat het onderscheid tussen feiten en legendes duidelijk is. Als je het antwoord op een vraag niet weet, dan zeg je dat gewoon. Wees als gids tijdig aanwezig en zorg dat de deelnemers op het afgesproken einduur weer aan de parking zijn. Zorg dat je onderweg de weg niet verliest. Als je bij grote uitzondering voor één keer een wandeling minder goed hebt kunnen voorbereiden, laat dat dan zo weinig mogelijk merken. Doe alsof je wel goed voorbereid bent en doe extra je best om er een goede activiteit van te maken. Benadruk niet dat je je materiaal vergeten bent of dat je eigenlijk helemaal geen zin had in deze wandeling en liever thuis was gebleven. Alcohol voor het begin van je gidsbeurt is uit den boze, drink na je wandeling met je deelnemers gerust een glas op de goede afloop. 4.8. Neem je verantwoordelijkheid als groepsleider
Als natuurgids ben je ook de groepsleider. Dat betekent dat de groep van jou het initiatief verwacht m.b.t. het startsein, signaal om verder te gaan, een discussie te beëindigen, mensen op dingen te wijzen, verantwoordelijkheid te nemen over op tijd terug zijn, over praktische zaken,… Bij een onweer of andere extreme weersomstandigheden is het aan de gids om de verantwoordelijkheid te nemen. Jij beslist of de wandeling door kan gaan of niet. Als er tijdens je excursie in de buurt wordt gejaagd, dan beslis jij over een veilige route voor de deelnemers (mak dan veel lawaai, zodat jullie zeker worden gehoord). In geval van hevig onweer zoek je best een schuilplaats of wandel je gewoon door over de bospaden. Vermijd het open veld! De bliksem richt zich op de hoogste punten in de omgeving, probeer die ook te mijden. Als het onweer echt dichtbij is, dan kun je de deelnemers vragen te hurken en hun handen op hun voeten te zetten. Als de bliksem zou inslaan op een deelnemer, dan is de geleidingstijd doorheen het lichaam op deze manier het kortst. Als er iets gebeurt, aarzel niet om snel het noodnummer 100 (ambulance), 101 (politie), 112 (Europees noodnummer) of 070/245.245 (anti-gifcentrum) te bellen. Voor kleine ongelukjes kan het interessant dat je wat EHBO-materiaal in je excursietas hebt zitten (ontsmettingsmiddel, iets tegen insectenbeten, pincet, een paar plakkers,…).
5. Toegankelijkheidsregeling van natuurgebieden Waar mag ik gaan en staan als natuurgids? Het antwoord moet gezocht worden in een combinatie van het statuut van de weg en de aard van het terrein. Openbare wegen zijn enerzijds de straten en hoofdverkeerswegen. Ze zijn toegankelijk volgens de bepalingen van het verkeersreglement. Anderzijds zijn ook de buurtwegen openbare wegen. Dit kunnen onverharde wegen zijn waar twee voertuigen elkaar niet kunnen kruisen of zelfs smalle voetpaden zoals voormalige kerkwegels. De buurtwegen staan vermeld in de Atlas van de Buurtwegen die in elk gemeentehuis te raadplegen is. Dergelijke wegen kunnen door een particulier niet worden opgeheven, ook niet na jaren van onbruik. Omgekeerd kunnen over privé-terrein niet zomaar nieuwe openbare wegen ontstaan door er jarenlang overheen te lopen. Zogenaamde servitudewegen dienen om een eigenaar van een ingesloten stuk grond toe te laten om over het terrein van een buur op zijn eigendom te komen. Derden kunnen hier geen rechten laten gelden, vraag dus toestemming als je er gebruik van wil maken. Betreed je een bos, dan geldt de toegankelijkheidsregeling van het Bosdecreet. Dat stelt dat alle bossen, openbaar of particulier, toegankelijk zijn op de zgn. boswegen. Dat zijn wegen waar twee personen elkaar kunnen kruisen; je zou er m.a.w. met een voertuig kunnen over rijden. Het doet er niet toe of een dergelijke bosweg het statuut van openbare weg heeft of niet! De toegankelijkheidsregeling in bossen is dus ruimer dan de algemene regels. De bosbeheerder heeft wel het recht een bosweg tijdelijk of permanent ontoegankelijk te verklaren. Dit moet gebeuren met de speciale © Cursus Natuurgids - Hoofdstuk 20: Engagement van de natuurgids
11
rechthoekige verkeersborden die in bossen worden gebruikt. (Als de bosweg het karakter van een buurtweg heeft, is afsluiting niet mogelijk.) Smalle paden zijn in principe niet toegankelijk –of het zou een buurtweg moeten zijn– tenzij het bosbeheerplan ze uitdrukkelijk toegankelijk verklaart. Dit zal dan op het terrein moeten aangeduid worden met een verkeersbord. Boswegen zijn in principe toegankelijk voor voetgangers. Gemotoriseerd verkeer is er verboden. Fietsers en ruiters zijn in bossen alleen toegelaten op specifieke paden die met verkeersborden worden aangeduid. Het verlaten van de boswegen om de bospercelen te betreden is niet toegestaan zonder machtiging van het Agentschap voor Natuur en Bos, tenzij voor beheer van het bos, jacht, bosspelen en educatie. Natuurgidsen dienen evenwel zeer terughoudend om te springen met de vrijstelling t.b.v. educatie. Meestal krijgt het grote publiek een voldoende beeld van het bos van op de boswegen. Het verlaten van de boswegen met een groep zal individuele bosbezoekers aanzetten om hetzelfde te doen. Betreding van de kwetsbare bosbodem heeft een grote impact op o.a. de kruidvegetatie. Tenslotte zal het tonen van een zeldzame plant vaak tot gevolg hebben dat die nadien verdwenen blijkt… In de natuurreservaten en in de gebieden die behoren tot het Vlaams Ecologisch Netwerk zal in de toekomst een analoge regeling met die voor de bossen worden ingevoerd. Dezelfde verkeersborden zullen worden gebruikt. Kleinere kwetsbare natuurreservaten zijn niet vrij toegankelijk. Informeer bij de beheerder of en onder welke voorwaarden een bezoek mogelijk is. In grotere natuurreservaten kan het publiek de aangeduide paden volgen. Het verlaten van deze paden is niet toegestaan.
12
© Cursus Natuurgids - Hoofdstuk 20: Engagement van de natuurgids