Fiscaal adviseur JS ni eu w s de ce
s en accountant
m be r 2011
Ei nd ej aa rs tip s: rn em er m et BV vo or u al s on de
2 x 50% afschrijving: laatste ronde De willekeurige afschrijving van 2 x 50% loopt (naar verwachting) per ultimo 2011 af. Financiën lijkt niet voornemens om deze per 1 januari 2009 ingevoerde crisismaatregel te verlengen. Dat betekent dat ondernemers alleen nog versneld kunnen afschrijven op de aangewezen bedrijfsmiddelen als zij dit jaar investeren! Door de versnelde, willekeurige afschrijving kan de fiscale winst over 2011 en volgende jaren worden gedrukt en dat beperkt de belastingaanslag over die jaren.
2 x 50% afschrijving: bestel in 2011 Ondernemers kunnen het gunstige afschrijvingsregime van 2 x 50% ook toepassen als zij nog dit jaar de (voor de 2 x 50% afschrijving aangewezen) bedrijfsmiddelen bestellen. Niet vereist is dat die bedrijfsmiddelen nog dit jaar betaald en in gebruik worden genomen. Bestellen volstaat om de 2 x 50% afschrijving te kunnen toepassen. Financiën heeft medio 2010 de tijdelijke willekeurige afschrijving (met terugwerkende kracht tot 1 januari 2009) versoepeld, en alsnog toegestaan dat de limiet van 50% afschrijving uitsluitend toegepast moet worden in het jaar van investering én dat de willekeurige afschrijving ook in meer dan twee (opvolgende) jaren kan worden toegepast. Door deze versoepeling kan op investeringen in 2011 ook ná 2011 nog willekeurig afgeschreven worden. De ondernemer die in 2011 een bedrijfsmiddel bestelt dat pas in 2012 wordt afgeleverd (en daardoor ook pas volgend jaar in gebruik kan worden genomen) en die daar in 2011 bij de bestelling niets op aanbetaalt, kan in 2011 niet afschrijven op dit bedrijfsmiddel, maar dat in 2012 desgewenst ineens tot op de restwaarde afschrijven. Het plafond van 50% afschrijving geldt enkel in het jaar van investering (= 2011), in 2012, ná de ingebruikneming van het bedrijfsmiddel, kan vrijelijk worden afgeschreven.
Met de willekeurige afschrijving is het toegestaan om bedrijfsmiddelen versneld af te schrijven tot ten hoogste 50% van de kostprijs in het jaar van investering. De willekeurige afschrijving is mogelijk op alle bedrijfsmiddelen, met uitzondering van: • woningen en bedrijfsgebouwen; • grond-, weg- en waterbouwkundige werken; • personenauto’s (behoudens taxi’s en auto’s met een 14% bijtelling voor privégebruik); • immateriële vaste activa, zoals bomen en vee; • in cultuur gebrachte activa, zoals bomen en vee; • bedrijfsmiddelen die kortere tijd worden verhuurd komen wél in aanmerking voor de versnelde afschrijving.
Voor wie van belang? Voor iedere ondernemer die dit jaar gaat investeren in de aangewezen bedrijfsmiddelen.
De willekeurige afschrijving kan niet toegepast worden naast de willekeurige afschrijving voor startende IB-ondernemers (WAS) en de willekeurige afschrijving op milieubedrijfsmiddelen (WAMIL). Voorts is vereist dat het bedrijfsmiddel vóór 1 januari 2013 in gebruik wordt genomen. Beoordeel de mogelijkheid om nog dit jaar willekeurig af te schrijven, in combinatie met de mogelijkheid om een verlies over 2011 te verrekenen met winst uit voorgaande jaren. Als u door de willekeurige afschrijving op een fiscaal verlies over 2011 uitkomt, kan dat worden benut voor carry back met winst over 2008 en latere jaren. Dat levert u een betere liquiditeitspositie op.
Welk voordeel? Een snellere afschrijving levert eerder een belastingteruggave op. Dat verbetert de liquiditeitspositie van de onderneming.
s
Verklaring zakelijk gebruik bestelauto Per 1 januari 2012 wordt de verklaring uitsluitend zakelijk gebruik voor bestelauto’s ingevoerd.
Het kabinet wil de vele fiscale gunstregelingen voor zuinige auto’s meer ‘toekomstbestendig maken’.
Met deze verklaring kan een werknemer door tussenkomst van de werkgever/de IB-ondernemer aangeven dat hij de bestelauto uitsluitend zakelijk zal gebruiken. Anders gezegd, dat hij met de bestelauto geen kilometer privé zal rijden. De Belastingdienst zal voor deze verklaring een digitaal formulier ter beschikking stellen. De werknemer/IB-ondernemer hoeft geen rittenregistratie meer te voeren nadat hij van de inspecteur een ontvangstbevestiging van de verklaring heeft ontvangen. De overheid wil met deze regeling tegemoetkomen aan de vele bezwaren die door de praktijk naar voren zijn gebracht inzake de problemen over het voeren van een adequate rittenadministratie voor bestelauto’s. De overheid zal met een ambulant toezicht controle uitoefenen op het feitelijk gebruik van de bestelauto door de werkgever/IB-ondernemer. Daarnaast is de automobilist verplicht om de verklaring in te trekken (en dat aan de Belastingdienst mee te delen) zodra hij de bestelauto wél voor privé gaat gebruiken. De werkgever krijgt in dezen een actieve meldingsplicht. Als privégebruik van de bestelauto blijkt, kan dat tot een naheffingsaanslag loonbelasting (met een forse boete) leiden. Die aanslag wordt opgelegd aan de werknemer, maar als de werkgever een onjuiste verklaring heeft afgelegd of als hij de werknemer toestemming heeft gegeven of als hij weet dat de werknemer de auto voor privédoeleinden gebruikt, wordt de naheffingsaanslag aan de werkgever opgelegd. Voor wie van belang? Voor iedere automobilist met een bestelauto van de zaak. Welk voordeel? Met de verklaring uitsluitend zakelijk gebruik hoeft de automobilist geen kilometeradministratie meer bij te houden om de bijtelling privégebruik auto te vermijden.
Koop een zuinige auto vóór 1 juli 2012 Het kabinet wil de vele fiscale gunstregelingen voor zuinige auto’s meer ‘toekomstbestendig maken’. De komende jaren worden de CO²-grenzen voor de verlaagde bijtelling voor privégebruik auto, neerwaarts bijgesteld. Ook de CO²-grenzen voor benzine en diesel zullen in de komende jaren naar elkaar toegroeien, tot gelijke waarden in 2015. De verlaagde percentages voor de bijtelling privégebruik auto (van 0%, 14% en 20%) blijven van toepassing voor automobilisten met een auto waarvan het kenteken vóór 1 juli 2012 voor de eerste keer op hun naam is gesteld of met een auto die al voor 1 juli 2012 en ook daarna ter beschikking is gesteld. Die gewenningsperiode duurt maximaal 5 jaar, 60 maanden (de gebruikelijke leaseperiode), te rekenen vanaf het tijdstip dat de auto voor het eerst op kenteken is gesteld. Aan het eind van een periode wordt bekeken of de auto tegen de dan geldende grenzen opnieuw voor een verlaagd bijtellingspercentage in aanmerking komt. Wordt de auto op of na 1 juli 2012 op naam van een nieuwe eigenaar gesteld, dan wordt ervan uitgegaan dat de auto (vanaf de dag dat het kenteken voor het eerst op naam is gesteld) onder de nieuwe, aangescherpte regeling valt. Een eigendomsoverdracht van een auto van de zaak door de werkgever aan de werknemer/automobilist, heeft geen gevolgen voor de verlaging van de bijtelling zolang de auto maar aan dezelfde automobilist ter beschikking staat. Voor personenauto’s met een CO²-uitstoot van niet meer dan 50 gr/ km die vóór 2015 worden aangeschaft, geldt gedurende een periode van 60 maanden een bijtelling van nihil. Voor auto’s waarvan het kenteken vóór 1 januari 2012 voor het eerst op naam is gesteld en die een CO²-uitstoot hebben van 0 gr/km is tot 1 januari 2017 een bijtelling van 0% van toepassing.
Voor wie van belang? Voor alle ondernemers in ons land.
Welk voordeel? Een schoner milieu en nog vijf jaar lang een lage bijtelling.
Maak bezwaar tegen de btw-correctie privégebruik auto
§
Rechtbank Haarlem heeft op 1 juni 2011 een opmerkelijke uitspraak gedaan over de btw-correctie voor privégebruik auto. De rechtbank besliste dat het verschil in btw-correctie op milieuvriendelijke en andere auto’s in strijd is met het gelijkheidsbeginsel.
De wetgever heeft de laatste jaren de bijtelling voor privégebruik auto voor de loon- en inkomstenbelasting steeds meer gekoppeld aan de CO²-uitstoot. De bijtelling varieert tussen 0% voor elektrische auto’s en loopt op tot 14%, 20% of 25% van de catalogusprijs van de auto. Die variabele bijtelling veroorzaakt een even variabele btw-correctie, van 12% van 0% tot 25% van de cataloguswaarde. En dat kan volgens de rechtbank niet. Voor de btw-correctie is enkel van belang hoeveel btw-voorbelasting op de auto drukt, en hoeveel er privé van de auto gebruik is gemaakt. Het merk of type van de auto en allerlei verschillen in technische specificaties zoals verbruik en CO²-uitstoot, zijn daarbij niet van belang. Er is geen reden
BTW-correctie auto van de zaak: nieuwe regeling Financiën heeft met ingang van 1 juli 2011 de regeling voor de btw-correctie op privégebruik auto ingrijpend gewijzigd. Het privégebruik van een auto van de zaak wordt – als deze gratis ter beschikking is gesteld – aangemerkt als een fictieve dienst en belast naar het werkelijke privégebruik van de auto. Daarbij wordt woon-werkverkeer gezien als privégebruik, conform de Europese Btw-Richtlijn, de btw-heffing is met deze aanpassing ontkoppeld van de (variabele) bijtelling voor de heffing van loon- en inkomstenbelasting. En het oude verschil in behandeling van het woon- werkverkeer – wél privé voor de btw, zakelijk voor de loon- en inkomstenbelasting- is weer terug. De aftrek van de btw-voorbelasting op autokosten wordt via de btw-heffing over
om te veronderstellen dat er met een milieuvriendelijke auto meer of juist minder voor privédoeleinden wordt gereden dan met een milieuonvriendelijke auto. Het verschil in btw-correctie dat ontstaat door de koppeling aan de variabele bijtelling voor privégebruik, is gebaseerd op een milieudoelstelling, en niet op een beperking van de btw-aftrek wegens privégebruik. De rechtbank besliste dat ondernemers de btw-correctie voor milieuvriendelijke auto’s met een beroep op het gelijkheidsbeginsel ook bij gewone auto’s (met een hogere bijtelling) kunnen toepassen. Met deze uitspraak in de hand kan goed verdedigd worden dat de btw-correctie beperkt moet blijven tot de bijtelling tot ten hoogste 14% van de cataloguswaarde (een reductie tot een 0% bijtelling lijkt niet verdedigbaar. Het aantal elektrische auto’s is zeer beperkt en kan derhalve een beroep op het gelijkheidsbeginsel niet rechtvaardigen).
roep gegaan, maar de staatssecretaris is niet gerust op een goede afloop. Dat blijkt uit het feit dat hij per direct –per 1 juli 2011- reparatiewetgeving heeft ingevoerd: zie hierna. Als u de btw-correctie over het privégebruik auto over het eerste halfjaar van 2011 toepast volgens de gangbare regels, kunt u bezwaar maken tegen de eigen btw-aangifte en zo uw rechten op een positieve afloop van deze procedure veilig stellen. Voor wie van belang? Voor iedere ondernemer/werkgever die btw-belaste prestaties verricht én die een of meer auto’s van de zaak aan zijn medewerkers ter beschikking heeft gesteld. Welk voordeel? Een lagere correctie op de btw-aftrek op de autokosten in de zaak.
Financiën is tegen deze uitspraak in be-
de fictieve dienst gecorrigeerd naar het werkelijke privégebruik dat van de auto is gemaakt. Het vaststellen van het werkelijke privégebruik van de auto(‘s) van de zaak is een forse verzwaring van de administratieve lasten van ondernemers/werkgevers. Financiën keurt goed dat u als ondernemer/werkgever de btw-heffing over de fictieve dienst – desgewenst – mag toepassen door een forfaitair percentage van 2,7% van de catalogusprijs (inclusief btw en bpm) van de auto aan te houden. Kunt u aantonen dat de kosten van het werkelijk privégebruik lager uitkomen, dan kan de btw-correctie over die lagere grondslag toegepast worden. Dat zal bij oudere auto’s en auto’s die onder de btwmargeregeling zijn aangeschaft al snel het geval zijn. Als de auto niet het volledige kalenderjaar voor privédoeleinden ter beschikking staat, moet de btw-correctie naar tijdsgelang worden berekend. Als de werkgever de auto niet gratis aan de werknemer ter beschikking stelt, maar daar een vergoeding voor vraagt, moet hij over die vergoeding 19% btw afdragen. In de wet omzetbelasting wordt een
antimisbruikmaatregel opgenomen voor situaties waarin die vergoeding naar objectieve maatstaven te laag wordt vastgesteld om zo de btw-heffing te ontgaan. De grondslag voor de btw-heffing wordt dan gesteld op de normale waarde van het privé-gebruik. Voor wie van belang? Voor iedere ondernemer/werkgever die btw-belaste prestaties verrichten én die een of meer auto’s van de zaak aan zijn medewerkers ter beschikking heeft gesteld. Welk voordeel? Een lagere correctie op de btw-aftrek op de autokosten in de zaak.
Vraag om een BPMverklaring!
Sale-leaseback: huur in plaats van afschrijving Kunt u in de onderneming/bv niet meer afschrijven op uw bedrijfspand omdat de bodemwaarde bereikt is? Laat uw adviseur dan eens nagaan of de bv dat pand niet beter aan uw meerderjarige kinderen kan verkopen en het pand vervolgens van hen terughuren. In de bv kunt u de huur en de bijbehorende huurlasten als bedrijfskosten opvoeren, en uw meerderjarige kinderen kunnen de vruchten van het bedrijfspand fiscaal vriendelijk in box 3 – laagbelast- incasseren. Uw bv moet zakelijk handelen met uw kinderen: de prijs van het pand én de huurcondities moeten zakelijk zijn. Als uw bv een boekwinst maakt op de verkoop van het pand kan die winst zeer waarschijnlijk belastingvrij in een herinvesteringsreserve worden ondergebracht. De bv moet dan wel aan kunnen tonen dat zij op niet al te lange termijn in andere bedrijfsmiddelen gaat (her)investeren. Dat hoeft niet per se in een bedrijfspand te zijn. Of heeft uw bv nog compensabele verliezen aan de recente crisisperiode overgehouden? Dan kunt u de boekwinst op de verkoop van het pand met die verliezen verrekenen. De overdracht van het pand kost 6% overdrachtsbelasting. Dat is een drempel die terugverdiend moet worden. Laat uw adviseur het eens doorrekenen.
Hebt u als ondernemer een BPM-vrije bestelauto? En bent u van plan om die auto te gaan verkopen? Als u die bestelauto aan een particulier verkoopt, moet u de rest BPM –binnen een maand na de verkoop- alsnog afdragen aan de fiscus. Die afdracht kunt u vermijden als u de bestelauto doorverkoopt aan een andere ondernemer die ook in aanmerking komt voor de BPM-vrijstelling. Of als u de auto bij de dealer inruilt voor een nieuwe bestelauto. Let op: u moet dan wel een BPM-verklaring krijgen van de koper waarin staat dat hij voldoet aan de voorwaarden voor een BPM-vrijstelling voor bestelauto’s. Verder moet de koper verklaren dat hij voor de gekochte bestelauto in de plaats treedt van de verkoper. Voor toepassing van deze doorschuifregeling is een verzoek bij de Belastingdienst niet meer nodig. Voor wie van belang? Voor iedere ondernemer/werkgever die een BPM-vrije bestelauto van de zaak wil gaan verkopen. Welk voordeel? Geen afdracht van de rest BPM op de bestelauto.
Wanneer van belang? Als u niet of nauwelijks meer kunt afschrijven op het bedrijfspand in de onderneming/de bv. Welk voordeel? Behoud van de kostenpost (huur) binnen de onderneming én een profijtelijke vermogensoverdracht naar de volgende generatie.
Let op uw vakantiedagen! Per 1 januari 2012 komt er een nieuwe regeling voor vakantiedagen. Het kabinet wil met deze nieuwe wetgeving het opsparen van vakantiedagen aan banden leggen. Voorstel is om voor de wettelijke vakantiedagen een verjaringstermijn van zes maanden te gaan invoeren: als deze vakantiedagen niet binnen zes maanden na afloop van het jaar zijn opgenomen, vervallen ze. Voor bovenwettelijke vakan-
tiedagen verandert er niets: daar blijft de verjaringstermijn van vijf jaar gelden. Een werknemer heeft zoveel wettelijke vakantiedagen als het aantal werkdagen dat hij per week werkt x 4. Een fulltimer heeft derhalve 20 wettelijke vakantiedagen. Bij een parttime-werker gaat dat evenredig omlaag. Iemand die 25 uur per week werkt, heeft minimaal 100 uur vakantie per jaar. Informeer uw werknemers tijdig
over de nieuwe regeling, dan voorkomt u teleurstellingen en een verlies van opgespaarde vrije dagen. Voor wie van belang? Voor alle ondernemers/werkgevers in het land. Welk voordeel? Tevreden werknemers.
Check de VAR bij de Belastingdienst, zeker van uw buitenlandse ZZP-ers Werkt u binnen uw onderneming met ZZP-ers? Check dan hun VAR! Een VAR-winst uit onderneming of een VAR-directeur-grootaandeelhouder geeft u als opdrachtgever de begeerde vrijwaring dat u niet als werkgever van de ZZP-er kunt worden aangemerkt. U moet als opdrachtgever dan wel aan vier voorwaarden voldoen: u moet een kopie van de VAR bij uw administratie bewaren, de identiteit van de ZZP-er vaststellen en een kopie van diens geldig identiteitsbewijs bij uw administratie bewaren, controleren of de werkzaamheden van de ZZP-er overeenkomen met de in de VAR genoemde werkzaamheden én controleren of de werkzaamheden plaatsvinden binnen de geldigheidsduur van de VAR. De VAR geeft duidelijkheid over de fiscale positie van een freelancer of van een ZZP-er. Die kan met de juiste VAR in handen zijn opdrachtgever vrijwaren voor een naheffing van loonbelasting en premies. Dat maakt zo’n VAR tot een begeerd bezit, zozeer zelfs dat valselijk opgemaakte VAR’s opduiken als de Belastingdienst weigert om zo’n verklaring af te geven omdat niet aan de voorwaarden wordt voldaan. Naar verluidt zijn er veel buitenlandse ZZP-ers –met name uit Oost-Europese landen- werkzaam met vervalste VAR-verklaringen. U kunt de VAR bij de Belastingdienst laten checken, bij het Landelijk Coördinatiepunt VAR telefoon 088-15 11 000. De Belastingdienst checkt de combinatie BSN (Burger Service Nummer) en VAR. Is die akkoord, dan weet u als opdrachtgever dat u gevrijwaard bent van een naheffing van loonbelasting en premies. Is de VAR niet akkoord, dan kunt u tijdig maatregelen nemen om die naheffing te voorkomen. Voor wie van belang? Voor iedere ondernemer die met ZZP-ers werkt. Welk voordeel? U voorkomt dat u als werkgever van de ZZP-ers aangemerkt kunt worden en naheffingen loonheffing opgelegd krijgt.
Let op btw-factuur De belastingwet stelt een groot aantal eisen aan de btw-factuur. Aan wat er op moet staan, te weten: de NAW-gegevens van leverancier en afnemer, de datum van uitreiking, het btw-identificatienummer, de hoeveelheid en aard van de geleverde dienst of goederen, het tijdstip van de prestatie, eventuele vooruitbetalingen en kortingen, het btw-tarief en btw-bedrag, het btw-identificatienummer van de afnemer bij een btw-verlegd of intracommunautaire levering, en niet te vergeten: een opvolgend nummer én het tijdstip waarop de factuur moet worden uitgereikt. Dat is ten laatste de 15de van de maand volgend op de maand waarin de dienst is verricht of de goederen zijn geleverd. De Belastingdienst controleert nadrukkelijk op een correcte en tijdige facturering. Doet u dat ook: de boete per onjuiste factuur kan oplopen tot maximaal € 4.920,-. Voor wie van belang? Voor alle btw-ondernemers.
Welk voordeel? U voorkomt problemen met de fiscus en hoge boetes.
WKR: zorg voor een overgangsregeling Laat u als werkgever de werkkostenregeling voorlopig aan u voorbijgaan? Wacht u met invoering tot 1 januari 2014, als verder uitstel niet meer mogelijk is en u niet meer kunt kiezen voor toepassing van de oude regel? Ook bij die afweging moet u toch al eerder aan de slag met de werkkostenregeling. Bij invoering van de WKR moeten de arbeidsvoorwaarden van uw werknemers zeer waarschijnlijk worden aangepast. Als zij er daardoor op achteruitgaan – of dat denken – dan kunt u de aanpassing van de arbeidsvoorwaarden niet plotsklaps per 1-1-2014 doorvoeren. Uw werknemers kunnen die aanpassing dan weigeren, omdat uw optreden in strijd is met het bij de wet voorgeschreven ‘goed werkgeverschap’. Door in 2011, 2012 en 2013 een overgangsregeling te treffen en zo bepaalde vergoedingen en verstrekkingen gefaseerd af te bouwen, voorkomt u die arbeidsrechtelijke problemen. Voor wie van belang? Voor iedere ondernemer/werkgever in ons land. Welk voordeel? Tevreden werknemers die graag voor uw bedrijf willen werken.
BTW-aangifte: per kwartaal of per maand
Tref maatregelen voor bedrijfscontinuïteit
Ondernemers kunnen vrijelijk blijven kiezen of zij de btw-aangifte per maand of per kwartaal doen. De ministerraad heeft besloten om de versoepelde regeling voor de btw-aangifte structureel te maken. Deze maatregel leidt tot een liquiditeitsimpuls voor ondernemers van circa € 2,5 miljard per maand uitgestelde btw-afdracht. Voor de overheid betekent dat een rentederving; voor 2011 is die geraamd op € 25 miljoen. De kwartaalaangifte leidt ook tot minder administratieve lasten voor het bedrijfsleven: veel ondernemers dienen nu vier in plaats van twaalf btw-aangiften in.
Iedere ondernemer moet de continuïteit van zijn onderneming maximaal waarborgen of dat nu een eenmanszaak is of een bv. Van groot belang is daarbij dat er altijd een ondernemer, een beslisser ‘aan het roer’ staat. Om zeker te stellen dat de bedrijfsactiviteiten goed worden uitgevoerd. Dat betekent dat u als ondernemer moet regelen hoe de beslissingsbevoegdheid binnen uw bedrijf geregeld is voor het geval u er –onverhooptniet meer bent. Als dat niet goed geregeld is, gaan na overlijden uw medewerkers, leveranciers en afnemers van uw bedrijf twijfelen aan de betrouwbaarheid van de onderneming, en leidt dat tot ‘leegloop’.
Het afgelopen jaar hebben ruim 100.000 ondernemers de overstap gemaakt. Samen zijn zij goed voor 90% van het totaal aan btw-inkomsten van de Staat. Krijgt u veelal btw terug van de fiscus, dan ligt een keuze voor de maandaangifte voor de hand. Voor wie van belang? Voor alle btw-ondernemers. Welk voordeel? Administratieve lastenverlichting: 4 aangiftes in plaats van 12 voor de omzetbelasting.
Hebt u een eenmanszaak, dan kunt u een en ander regelen door in uw testament een executeur met ruime bevoegdheden (afwikkelingsbewind) te benoemen. Hebt u een bv, dan kan de continuïteit gewaarborgd worden met een stichting administratiekantoor (stak). Het bestuur van zo’n stak treedt aan als u niet meer als ondernemer binnen de bv kunt fungeren, en oefent het stemrecht op de aandelen in de bv dan uit. Voor wie van belang? Voor iedere ondernemer in ons land. Welk voordeel? Een goede continuïteitsregeling biedt u rust en zekerheid.
Kosten golflidmaatschap: aftrekbare representatiekosten Voor veel ondernemers is ‘een rondje golf’ de favoriete manier van netwerken. Dat draagt bij aan een goede bedrijfsvoering en dus zijn kosten van golfen bedrijfskosten. De belastingrechter heeft die kostenaftrek steeds afgewezen, maar rechtbank Arnhem is onlangs ‘omgegaan’ en heeft de kosten van een bedrijfslidmaatschap van de golfclub aanvaard als zakelijke kosten. In de berechte situatie kwam het niet toe aan aftrek omdat de kosten lager waren dan het niet aftrekbare drempelbedrag voor representatiekosten. Maar dat valt eenvoudig te vermijden door voor de aftrek van deze kosten niet voor de drempelregeling te kiezen, maar voor de aftrekbeperking tot 73,5%. Zorg er voor dat u de zakelijke aspecten van een ‘rondje golf’ goed op orde hebt. Of combineer een (aftrekbaar) bedrijfslidmaatschap met een (niet-aftrekbaar) lidmaatschap in privé van een andere baan. Voor wie van belang? Voor dga’s die graag zakelijk golfen en dat zakelijke aspect ook goed kunnen onderbouwen. Welk voordeel? Een aftrek van leuke bedrijfskosten.
Voor ondernemers met een BV Drie jaar carryback: laatste ronde! De achterwaartse verliesverrekening – de carry-back – in de vennootschapsbelasting is tijdelijk, voor de belastingjaren 2009, 2010 en 2011 verruimd en op drie jaar gesteld. Een verlies uit 2011 kan verrekend worden met winsten uit 2008, 2009 en 2010. De verruimde carry-back wordt op verzoek verleend. Keerzijde van de medaille is dat de verruimde carry-back ten koste gaat van de voorwaartse verliesverrekening. Bij een carry-backtermijn van drie jaar wordt de termijn van de voorwaartse verliesverrekening ingekort tot zes jaren. Voor de extra carry-back geldt een plafond van € 10 miljoen verlies per jaar. De verruimde carry-back loopt ultimo 2011 af. Een verlies in 2012 kan dan slechts verrekend worden met een positief resultaat over 2011. Onduidelijk is of het kabinet deze verruiming zal verlengen. Zorg ervoor dat u de laatste driejaars carryback termijn optimaal benut. Vraag uw belastingadviseur hoe u dat in uw situatie het beste kunt doen. Wanneer van belang? Als de bv in 2011 (fiscaal) verlies maakt en over 2008 (en / of 2009 en 2010) fiscale winst werd behaald. Welk voordeel? Een welkome injectie van de liquiditeitspositie.
Rentetruc dga-bv: privérentevoordeel op geld van de bv Heeft uw bv meer liquide middelen in kas dan nodig is voor de bedrijfsvoering? De bv kan dat geld rentedragend bij een bank zetten, maar zo’n ondernemersdeposito levert maar een bescheiden rentevergoeding op. Goede kans dat u in privé, met een internetspaarrekening, een hogere rentevergoeding kunt krijgen. Als u het geld van uw bv leent en daarvoor een rente vergoedt die tenminste gelijk is aan wat de bv als rentevergoeding bij een bank zou kunnen krijgen, kunt u het geleende geld op een internetspaarrekening
Wanneer van belang? Als de bv een lening verstrekt (heeft) aan een ‘verbonden’ partij.
tegen een hogere rente wegzetten en het renteverschil belastingvrij incasseren. De belastingrechter heeft dat goedgekeurd. Cruciaal is wel dat u kunt aantonen dat de bv niet tekort komt omdat u de bv een rente betaalt die de bv ook maximaal bij de bank had kunnen krijgen. Vergeet u niet om het saldo op de internetspaarrekening aan uw bv te cederen, als zekerheid voor de aflossing?
Wanneer van belang? Als uw bv meer liquide middelen heeft dan nodig is voor de bedrijfsvoering. Welk voordeel? Een belastingvrij rentevoordeel.
Vermijd een ODR-lening De bv die een lening verstrekt aan een andere bv en daarbij geen strikt zakelijke condities in acht neemt – zoals wel vaker voorkomt tussen een houdster- en dochtervennootschap – gaat zo een debiteurenrisico aan dat een onafhankelijke derde niet zou hebben aanvaard. Als later blijkt dat de debitrice niet goed is voor haar geld, kan de creditrice zo’n onzakelijke lening niet afwaarderen ten laste van haar bedrijfsresultaat. Zo heeft de belastingrechter inmiddels al vele malen beslist. Een ODR-lening – een lening met een Onzakelijk Debiteuren Risico – kan niet ten laste van de winst worden afgewaardeerd. Een onafhankelijke derde zou nimmer een lening onder dergelijke voorwaarden en omstandigheden zijn aangegaan. De geldverstrekker heeft met de geldlening een debiteurenrisio gelopen dat een onafhankelijke derde niet zou hebben aanvaard. Zorg ervoor dat geldleningen tussen concernvennootschappen onderling – en tussen de bv en de dga – schriftelijk zijn vastgelegd, met duidelijke, zakelijk verantwoorde afspraken over rentevergoeding en aflossing en dat de debitrice zekerheden heeft gesteld voor de aflossing. Als het daaraan schort, kan de geldverstrekking nog steeds als lening kwalificeren, maar de geldgever heeft het debiteurenrisico dan niet als geldschieter, maar als aandeelhouder op zich genomen. En dat verhindert een afwaardering op de lening ten laste van de winst.
Welk voordeel? Door bij de lening strikt zakelijke condities te hanteren voorkomt u problemen bij een eventueel noodzakelijke afwaardering van die lening.
De vrije ruimte in de WKR: een feest Hebt u de werkkostenregeling per 1 januari 2011 in de bv ingevoerd? Vergeet dan niet om op tijd te gaan brainstormen – fantaseren – over de invulling van de vrije ruimte van 1,4 % van de fiscale loonsom. Wordt het een recht-toe, recht-aan kerstpakket of een vergoeding van verkeersboetes, een kilometervergoeding boven de toelaatbare 19 cent per kilometer, een vergoeding voor het stallen van de auto van de zaak in de privégarage van de werknemer of toch dat exclusieve Armani-kostuum. Keus te over. Vraag het maar aan uw adviseur.
Voor wie van belang? Voor iedere dga/ondernemer in ons land.
Welk voordeel? De WKR kan de dga een leuk fiscaal voordeel opleveren door gebruik te maken van de vrije ruimte.
Research & development aftrek Het Belastingplan 2012 introduceert een nieuwe aftrek – de RDA – voor research en development. Het gaat om een aftrek voor de directe kosten van R&D, voor de investeringen en kosten die innoverende bedrijven maken bij onderzoek en ontwikkeling voor nieuwe producten. De aftrek geldt niet voor loonkosten; voor R&D-loonkosten geldt een afdrachtvermindering in de loonheffing. Voor de aftrek is een budget beschikbaar van € 250 miljoen in 2012 en structureel € 500 miljoen vanaf 2014. De RDA voor 2012 zal (waarschijnlijk) 40% gaan bedragen. Overleg met uw adviseur wat u moet doen om deze nieuwe aftrek direct in 2012 te kunnen benutten.
Voor wie van belang? Voor innovatieve ondernemers in de bv. Welk voordeel? De RDA kan een fors financieel voordeel opleveren.
Dividendenuitkeringen of afkoop pensioen? Het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen (CAP) van de Belastingdienst heeft eind vorig jaar te kennen gegeven dat wanneer een bv dividend uitkeert, en daardoor de commerciële waarde van de pensioenverplichtingen in de bv wordt aangetast, de inspecteur het standpunt moet innemen dat het pensioen is afgekocht. Zo’n afkoop van pensioen leidt tot belastingheffing tegen het progressieve tarief van maximaal 52% over de werkelijke waarde van de pensioenaanspraken en kan zo oplopen tot 72%!
van de pensioenverplichtingen soms wel op het dubbele bedrag van de fiscale waardering uit. Het standpunt van de Belastingdienst is dat de bv door dat beclaimde verschil als dividend uit te keren, niet meer aan haar pensioenverplichtingen kan voldoen. De dga brengt dat bedrag van de bv over naar zijn privévermogen en dat betekent – volgens de Belastingdienst – dat de dga al beschikt over het pensioenkapitaal. Dat is de afkoop van pensioen. Het is zeer de vraag of het standpunt van de Belastingdienst stand zal hou-
den voor de belastingrechter. Maar als u een fiscale procedure niet zo ziet zitten en uw bv onvoldoende ruimte voor een dividenduitkering heeft, kunt u die uitkering beter voorlopig maar achterwege laten.
Voor wie van belang? Voor de dga die in eigen beheer pensioen opbouwt en die zijn bv dividend wil laten uitkeren.
Welk voordeel? U voorkomt narigheid met de fiscus en mogelijk een langslepende fiscale procedure.
Achtergrond van dit probleem is het grote verschil tussen de fiscale en commerciële waardering van de pensioenverplichtingen die de bv in eigen beheer houdt. Bij de fiscale waardering mag op grond van rechtspraak en wetgeving geen rekening gehouden worden met een toegezegde naindexatie van de pensioenuitkeringen, met leeftijdsterugstellingen en met het risico van vooroverlijden vóór de pensioendatum. Bij een commerciële waardering van de pensioenverplichtingen moet met de genoemde factoren wel rekening gehouden worden. De belangrijkste reden van het verschil in waardering is de rekenrente: die moet fiscaal op ten minste 4% worden gesteld, de verzekeraar moet de lagere marktrente aanhouden. Door dit alles komt de commerciële waarde
Aanpassing tbs-regeling bij echtscheiding Per 1 januari 2011 is de wettelijke regeling aangepast voor het ter beschikking stellen van een vermogensbestanddeel aan de bv als dat vermogensbestanddeel tot een algehele of beperkte gemeenschap van goederen behoort. De wet bepaalt thans dat dit vermogensbestanddeel – en de tbs-opbrengsten daaruit – per definitie toegerekend moet worden aan beide echtgenoten, ieder voor de helft. Er wordt aangesloten bij de economische gerechtigdheid van beide partners. Met deze wetgeving heeft Financiën de uitkomst van een andersluidende uitspraak van de Hoge Raad van begin 2010 ongedaan gemaakt. Bij deze wetswijziging is een doorschuifregeling in de tbs-regeling opgenomen voor situaties waarin de ondernemer in gemeenschap van goederen gaat trouwen. Als de ondernemer bij het aangaan van dat huwelijk een tbs-vermogensbestanddeel bezit, wordt dat door het huwelijk voor 50% toegerekend aan de nieuwe echtgenoot. De ondernemer
kan zijn tbs-positie – denk aan de boekwaarde van het vermogensbestanddeel, maar eventueel ook de kostenegalisatie- of de investeringsreserve – voor een evenredig gedeelte overdragen op zijn partner. De wetgever heeft verzuimd per 1 januari 2011 eenzelfde doorschuifregeling in te voeren in geval van echtscheiding door een in een gemeenschap gehuwd echtpaar dat gezamenlijk onder de tbs-regeling valt. Dat verzuim wordt hersteld in de wet inkomstenbelasting. In de wet wordt vastgelegd dat het tbs-vermogensbestanddeel bij echtscheiding vanaf 1 januari 2012 fiscaal geruisloos kan worden doorgeschoven, als één van beide echtgenoten de tbs na echtscheiding voortzet. De voortzettende ex-echtgenoot moet de fiscale boekwaarde van dat vermogensbestanddeel aanhouden, zoals die direct voorafgaande aan de verdeling van de huwelijksgemeenschap was. Fiscale reserves en voorzieningen ter zake van dat tbs-vermogensbestanddeel kunnen ook geruisloos
worden doorgeschoven. Specifiek voor afgewaardeerde schuldvorderingen wordt bepaald dat de anti-misbruikbepalingen inzake het omzetten/overdragen van dergelijke vorderingen overgaan op de voortzettende echtgenoot. De doorschuifregeling is optioneel: de dga en zijn echtgenoot kunnen er voor kiezen om bij echtscheiding fiscaal af te rekenen. Bent u in gemeenschap van goederen gehuwd en gaat u binnenkort scheiden? Als u de formele scheiding uitstelt tot begin 2012 kun u de doorschuifregeling benutten en de fiscale afrekening over het tbs-vermogensbestanddeel vermijden.
Wanneer van belang? Voor de dga die in gemeenschap van goederen gehuwd is, met zijn echtgenoot onder de tbs-regeling valt, en binnenkort gaat scheiden. Welk voordeel? U voorkomt bij echtscheiding een ongewenste afrekening over het tbs-vermogensbestanddeel.
Exit als bestuurder? Regel uitschrijving Bent u recent opgestapt als statutair bestuurder van een bv? Zorg er dan voor dat uw inschrijving als bestuurder van die bv in het Handelsregister wordt doorgehaald. Gebeurt dat niet, dan kunt u als ingeschreven – formele – bestuurder van die bv nog steeds aansprakelijk worden gesteld voor bijvoorbeeld loonof omzetbelasting die de bv niet heeft afgedragen.
De flex-bv komt eraan De Tweede Kamer heeft op 4 oktober jl. het wetvoorstel Invoeringswet Flexibilisering bv-recht aangenomen, inclusief een aantal amendementen. De Invoeringswet gaat nu naar de Eerste Kamer. De Tweede Kamer nam het Wetsvoorstel vereenvoudiging bv-recht zelf in december 2009 al aan. Gaat ook de Eerste Kamer akkoord, dan verdwijnt de wettelijke regeling van de bv ingrijpend. De kapitaalbescherming verdwijnt vrijwel geheel, de inbrengverklaring en andere verklaringen inzake kapitaalbescherming zijn hetzelfde lot beschoren en in plaats daarvan komt een verhoogde bestuurdersaansprakelijkheid. Het bestuur van de bv – de dga – zal moeten gaan toetsen of een uitkering verantwoord is en als die toets niet (goed) heeft plaatsgevonden, is de dga aansprakelijk. Ook de voorschriften over het houden van de algemene vergadering wordt eenvoudiger. De kans is groot dat de nieuwe bv-wetgeving op 1 juli 2012 zal ingaan. Overleg met uw adviseur hoe de nieuwe bv-wetgeving in uw situatie uitpakt en of u nog dit jaar maatregelen kunt of moet nemen om optimaal gebruik te kunnen maken van de nieuwe wettelijke regeling.
Voor wie van belang?
Welk voordeel?
Voor iedere ondernemer met een bv.
Een soepele overgang op de nieuwe bvwetgeving.
Thuiswerkende dga: vergeet € 120,- vrije vergoeding niet
Wanneer van belang?
DGA’s die veel thuiswerken kunnen € 120,- per jaar aan belastingvrije vergoeding krijgen voor gratis consumpties onder werktijd. De koffie, thee en dergelijke die zij tijdens werktijd thuis nuttigen, zal vrijwel altijd uit de huishoudportemonnee zijn betaald. Het kost te veel tijd en moeite om de kosten van deze consumpties bij te houden en bij de bv in rekening te brengen. Een werkgever mag zijn werknemer dergelijke consumpties gratis verstreken. Doet hij dat niet, dan mag hij de werknemer daarvoor een vrije vergoeding geven van € 0,55 per dag, ofwel € 2,75 per week. Dga’s die thuis werken kunnen deze vergoeding ook benutten. Een vrije vergoeding van € 2,75 per week levert op jaarbasis al snel € 120,- per jaar belastingvrij op.
Als u als dga in 2011 uw functie als statutair directeur van de bv hebt neergelegd.
Let op: als u in 2011 in de bv de werkkostenregeling toepast, is een vergoeding in geld niet vrijgesteld!
Welk voordeel? Door uitschrijving uit het Handelsregister beperkt u het risico op een persoonlijke aansprakelijkstelling.
Voor wie van belang?
Welk voordeel?
Voor dga’s die hun werkzaamheden ‘aan huis’ verrichten.
Een vrije vergoeding van € 120,-.
Pensioen in eigen beheer: indexatie schrappen? Bouwt u, dga, uw pensioen in eigen beheer op? Hebt u recht op een geïndexeerd –een waarde- of welvaartsvast- pensioen? Overweeg dan om de indexatieclausule te schrapen voor de nog op te bouwen pensioenrechten. De indexatie levert u geen fiscaal voordeel op: u kunt niets reserveren voor de indexatie, dat is in strijd met goedkoopmansgebruik. De indexatie levert u wel forse problemen op bij overdracht van de pensioenrechten aan een verzekeraar of bij een echtscheiding, bij verevening van de tijdens de huwelijkse periode opgebouwde pensioenrechten. Let op: u kunt de indexatie alleen nog voor de nog op te bouwen pensioenrechten zonder fiscale problemen schrappen.
Voor wie van belang? Voor dga’s die in eigen beheer een geïndexeerd pensioen opbouwen.
Welk voordeel? Door de indexatie te schrappen voorkomt u problemen over de waardering van uw pensioenrechten.
Gebruikelijk loon: hoger salaris met de afroommethode Dga’s die met hun persoonlijke werkzaamheden nagenoeg de gehele omzet in de bv verdienen, moeten er rekening mee houden dat de inspecteur hun salaris uit de bv op een hoog bedrag kan vaststellen door de zogenoemde afroommethode toe te passen. De Hoge Raad heeft (in september 2004) beslist dat bij bv’s waarvan de omzet voor 90% of meer voortvloeit uit de door de dga verrichte arbeid, het gebruikelijke loon kan worden gesteld op de omzet in de bv, verminderd met de daaraan toe te rekenen kosten, lasten en afschrijvingen anders dan de arbeidsbeloning van de dga. Van dat netto-omzetbedrag moet de dga dan 70% als salaris rekenen. Deze zogenaamde afroommethode leidt voor veel dga’s met een ‘rugzak-bv’ tot een aanzienlijk hogere arbeidsbeloning dan de beloning die zij in aanmerking (willen) nemen. Dat kan leiden tot correcties op basis van de gebruikloonregeling, mogelijk zelfs voor oude jaren! Als u als dga in dergelijke omstandigheden verkeert, doet u er verstandig aan om nog
dit jaar met uw adviseur te overleggen op welk bedrag uw definitieve salaris over 2011 moet worden vastgesteld. Vergaar gegevens waarmee u het gewenste salaris kunt motiveren. Laat uw adviseur een vaststellingsovereenkomst bij de inspecteur aanvragen. Dan kunt u tijdig uw fiscale positie op dat salaris afstemmen.
Voor wie van belang? Voor de dga met een bv waarvan de opbrengsten voor 90% of meer voortvloeien uit de door de dga verrichte arbeid.
Welk voordeel? Door het salaris over 2011 (en volgende jaren) gemotiveerd op een pleitbaar bedrag vast te stellen, vermijdt u correcties op grond van de fictiefloonregeling.
Let op heffingskortingen bij echtscheiding Gaat u scheiden? En hebben u en uw echtgenoot meerdere kinderen? Let er dan op dat u de inschrijving van uw kinderen in de Gemeentelijke Basis Administratie (GBA) zo verdeelt over uzelf en uw ex-partner dat u beiden de heffingskortingen voor alleenstaande ouders met jonge kinderen kunt incasseren. Voor wie van belang? Als u van uw partner gaat scheiden ofwel duurzaam gescheiden gaat leven. Welk voordeel? Meer heffingskorting.
Alimentatie is aftrekbaar: hoe lang nog? De partneralimentatie die u na een echtscheiding aan uw ex-echtgenoot moet betalen, is bij u fiscaal aftrekbaar en bij uw ex-partner belast. Aftrek van alimentatie kan ook aan de orde komen als de echtgenoten duurzaam gescheiden leven en zij formeel nog gehuwd zijn. Voor gehuwden is de verplichting om samen te wonen al jaren geleden –per medio 2011- vervallen. Voor ex-samenwonenden geldt eenzelfde regeling: de partneralimentatie is aftrekbaar c.q. belast. In de fiscale Agenda, met daarin de plannen van het kabinet tot modernisering van ons belastingstelsel, wordt aangegeven dat de partner alimentatie op afzienbare termijn wellicht gedefiscaliseerd gaat worden. Houd daar rekening mee bij de afwikkeling van lopende echtscheidingen. Neem in het convenant een voorbehoud op voor wat betreft de hoogte van de alimentatie, waardoor een aanpassing van die alimentatie (zonder rechterlijke tussenkomst) mogelijk wordt als de fiscale spelregels voor de aftrek c.q. belastbaarheid van partneralimentatie radicaal wijzigen. Wanneer van belang? Als uw partner gaat scheiden ofwel duurzaam gescheiden gaat leven. Welk voordeel? De aftrek van de alimentatie kan bij de betalende partner meer belastingbesparing opleveren dan de belastingheffing daarover bij de ontvangende ex-partner kost.
Benut de verlaagde OVB op woningen Financiën heeft de overdrachtsbelasting (OVB) bij verkrijging van een woning tijdelijk verlaagd van 6% naar 2%. De tariefsverlaging werkt van 15 juni 2011 tot 1 juli 2012. Als u van plan bent om een woning te kopen, kunt u 4% OVB ‘verdienen’.
krijger zelf gaat bewonen, maar ook voor woningen die aan een particulier worden verhuurd. Ook recreatie- en tweede woningen komen in aanmerking voor het 2%-tarief.
De tariefsverlaging ziet uitsluitend op de verkrijging van woningen of van rechten waaraan woningen zijn onderworpen, zoals een recht van vruchtgebruik van bloot eigendom of van opstal. Woningen zijn alle onroerende zaken die naar hun aard bestemd zijn voor bewoning door particulieren.
Tot de woning behoren ook de ondergrond, de tuin en de aanhorigheden bij een woning die zich op hetzelfde perceel bevinden, zoals een garage, een schuur, een serre, aan- en uitbouwen, tuinhekken en dergelijke. Een garage die tot hetzelfde gebouwencomplex als de woning behoort, wordt ook tot de woning gerekend. Tijdelijke leegstand is geen beletsel voor de tariefsverlaging.
De tariefsverlaging is niet beperkt tot de ‘eigen woning’ in fiscale zin: de verlaging geldt voor de woning die de koper/ver-
Bij onroerende zaken die niet volledig bestemd zijn voor bewoning –denk aan een woon-winkelpand of een woon-praktijk-
pand – geldt de tariefsverlaging uitsluitend op de waarde van het gedeelte van het pand dat voor particuliere bewoning is bestemd. Is zo’n gemengd pand qua oppervlakte voor 90% of meer – geheel of nagenoeg geheel – bestemd voor bewoning, dan kan het tarief van 2% op de waarde van de gehele onroerende zaak worden toegepast. Voor wie van belang? Voor iedereen die overweegt om een woning te gaan kopen. Welk voordeel? Een besparing van 4% overdrachtsbelasting.
Gift aan culturele instelling: wacht tot 2012 Om giften aan culturele instellingen te stimuleren, wordt er per 1 januari 2012 in de giftenaftrek een ‘multiplier’ ingevoerd. Een gift aan een culturele instelling mag voor de aftrek vermenigvuldigd worden met een factor 1,5. Een gift van € 1.000 levert zo een aftrekpost van € 1.500 op.
Regel aftrek monumentenwoning dit jaar! Per 1 januari 2012 wordt de aftrek beperkt voor monumentenpanden die als eigen woning worden gebruikt. Van de onderhoudskosten is volgend jaar nog slechts 80% aftrekbaar en de aftrek van eigenaarslasten en afschrijving vervalt in het geheel. Onderhoudskosten waarvoor een subsidie wordt verstrekt, kunnen niet in aftrek worden gebracht. De beperking van de aftrek van onderhoudskosten geldt zowel voor monumenten die als eigen woning kwalificeren als voor monumenten in box 3. De drempels voor aftrek van deze persoonsgebonden aftrekposten komen te vervallen. Voor 2012 en 2013 geldt een overgangsregeling: als u vóór 1 januari 2012 onherroepelijke verplichtingen aangaat voor onderhoud van uw monumentenwoning en die kosten in 2012 of 2013 betaalt, zijn die kosten volledig aftrekbaar.
Als u van plan bent om een gulle gift aan een culturele instelling te geven, kunt u daarmee beter wachten tot het nieuwe jaar is aangebroken. Dat levert u meer giftenaftrek op. De multiplier kent in de inkomstenbelasting geen plafond.
Voor wie van belang? Voor de gelukkige bezitters van een monumentenpand/eigen woning.
Voor wie van belang? Voor iedereen die een gulle gift wil gaan doen aan een culturele instelling.
Voorkom de negatieve giftenaftrek
Welk voordeel? Door de gift even uit te stellen tot begin 2012 verkrijgt u een 50% hogere aftrek.
Schenk op tijd Schenkingen die een ouder ´in het zicht van overlijden´, in de periode van 180 dagen voorafgaand aan zijn overlijden, aan zijn kind doet, worden belast als een verkrijging krachtens erfrecht. Dat heeft tot gevolg dat de vrijstelling (bij schenking) alsnog vervalt. En dat kost meer belasting. Schenk dus op tijd: ruim 180 dagen vóór het (vermoedelijk) tijdstip van overlijden! Een uitzondering geldt voor de schenking die onder de eenmalige hoge vrijstelling tussen ouders en kinderen (in 2011 € 24.144) valt: senior kan die schenking nog op zijn sterfbed doen.
Welk voordeel? Een volledige aftrek van onderhoudskosten, in plaats van slechts 80% daarvan.
Per 1 januari 2012 wordt een negatieve giftenaftrek ingevoerd. Die negatieve aftrek is aan de orde als een gulle gever een fiscaal aftrekbare gift heeft gedaan aan een erkende algemeen nut beogende instelling, onder een ontbindende voorwaarde dat hij die gift na verloop van tijd terugdraait door die te herroepen of te ontbinden. Onder de huidige wetgeving kan bij zo’n herroepelijke gift een fiscale aftrek worden geclaimd in het jaar waarin de gift wordt gedaan. Wordt die gift vervolgens in een volgend jaar herroepen, dan wordt het fiscale voordeel van die giftenaftrek niet teruggenomen. Dat gaat per 1 januari 2012 veranderen: door de introductie van een negatieve giftenaftrek moet de herroepen gift bijgeteld worden bij het inkomen. Als u in het verleden herroepelijke giften hebt gedaan, moet u nagaan of u die nog dit jaar wilt herroepen: u voorkomt dan de negatieve giftenaftrek. Voor wie van belang? Voor iedereen die in het verleden fiscaal aftrekbare herroepelijke giften heeft gedaan. Welk voordeel? Door de giften dit jaar te herroepen voorkomt u dat u het fiscale voordeel van de eerdere giftenaftrek moet inleveren.
Zorg voor een levenstestament
Voor wie van belang? Voor iedereen die zijn vermogen bij leven gedeeltelijk aan zijn kind(eren) wil overdragen.
In het levenstestament kunt u vastleggen wat er moet gebeuren met uw vermogen, uw onderneming, enzovoort ingeval u onverhoopt zelf niet meer in staat bent om die beslissingen te nemen. Bijvoorbeeld omdat u na een ongeval in coma raakt of depressief wordt, of als u al wat ouder bent en gaat dementeren. U kunt in dat levenstestament één of meer vertrouwelingen volmacht geven om uw zaken in die situatie te behartigen. Verder kunt u in zo’n testament uw wensen op medisch gebied aangeven, uw plannen met uw woning, lopende schenkingen en ga zo maar door. Een goed testament geeft rust en zekerheid en dat geldt zeker ook voor een levenstestament. Overleg het eens met uw adviseur.
Welk voordeel? Een besparing op de erfbelasting.
Voor wie van belang? Voor iedereen.
Welk voordeel? Rust en zekerheid.
Aftrek scholingsuitgaven: wacht tot 2012 Per 1 januari 2012 wordt de drempel voor de aftrek van scholingsuitgaven in box 1 gehalveerd en teruggebracht van € 500 tot € 250, dit om scholing extra te stimuleren. Deze lagere drempel kan reden zijn om uw scholingsuitgaven op te schorten tot 2012, om € 250,- meer aftrek te verkrijgen. Voor wie van belang? Voor iedereen die scholingsuitgaven moet of mag doen. Welk voordeel? Een extra aftrekpost van € 250.
Levensloopregeling: tegoed van € 3.000!
Profiteer van vrijval spaarloonregeling
De levensloopregeling wordt per 1 januari 2012 afgeschaft. Deze regeling wordt vooral gebruikt om een tegoed op te bouwen om vervroegd te kunnen uittreden en dat past niet binnen het beleid van dit kabinet om doorwerken te stimuleren. Het voorgestelde overgangsrecht voor een opgebouwd levenslooptegoed is als volgt:
De spaarloonregeling wordt per 2012 afgeschaft. De opgebouwde rechten worden geëerbiedigd. Werknemers kunnen hun opgebouwde spaarloon direct in 2012 zonder fiscale gevolgen opnemen. Zij kunnen er ook voor kiezen om het tegoed te laten staan; als zij de voorwaarden van de spaarloonregeling blijven naleven, kunnen zij de vrijstelling voor spaarloon in box 3 blijven benutten. De huidige deblokkeringsmogelijkheden blijven bestaan. In 2016 is de spaarloonregeling uitgewerkt.
• Werknemers/deelnemers die op 31 december 2011 een positief saldo op hun levensloopregeling hebben staan van ten minste € 3.000 kunnen de levensloopregeling desgewenst blijven voortzetten. Vanaf 2012 wordt er géén levensloopverlofkorting meer opgebouwd. • Werknemers/deelnemers die eind 2011 een tegoed van minder dan € 3.000 hebben opgebouwd, kunnen dat tegoed in 2012 of 2013 aanwenden voor opname van verlof. Ook kunnen zij het bedrag in 2013 doorstorten naar de (nog in te voeren) vitaliteitsregeling, ook als de waarde van dat tegoed hoger is dan € 20.000, het plafond van de vitaliteitsregeling (zie hierna). Is het tegoed eind 2013 niet opgenomen of in de vitaliteitsregeling gestort, dan wordt het op 31 december 2013 in één keer belast.
Werknemers die (nog) niet deelnemen aan een spaarloonregeling, doen er verstandig aan om – in overleg met hun werkgever – nog dit jaar snel aan die regeling te gaan meedoen. Zij kunnen dan nog dit jaar maximaal € 613 belastingvrij sparen en dat bedrag per 1 januari 2012 belastingvrij opnemen. Vereist is dan wel dat het spaarloon nog dit jaar wordt ingehouden en dat de werkgever de 25% eindheffing afdraagt in de loonaangifte over de maand van inhouding. Overleg het eens met uw werkgever. Voor wie van belang? Voor iedereen die nog niet deelneemt aan een spaarloonregeling, maar al wel voldoet aan de voorwaarden voor deelneming. Welk voordeel? Een vrij spaarloon van (maximaal) € 613.
Het kabinet stelt voor om per 1 januari 2013 een nieuwe spaarfaciliteit in te voeren: het vitaliteitssparen. Deze regeling kan worden benut door binnenlandse belastingplichtigen met inkomen uit tegenwoordige arbeid. Dat omvat werknemers, maar ook ondernemers, zzp-ers en resultaatgenieters. Met de vitaliteitspaarregeling kan per jaar maximaal € 5.000 worden ingelegd op een spaarrekening, een spaarverzekering of een spaarrecht. Die inleg is aftrekbaar op het inkomen in box 1. De deelnemer kan uit dit tegoed opnemen, hoeveel en wanneer hij wil: de regeling is bestedingsvrij. Het opgenomen bedrag is in het jaar van opnemen belast in box 1. Met de vitaliteitsspaarregeling kan een tegoed worden opgebouwd van maximaal € 20.000. Dat opgebouwde tegoed is vrijgesteld in box 3, de rente op het tegoed wordt niet getroffen door de vermogensrendementsheffing. Voor deelnemers van 62 jaar en ouder geldt één beperking: het maximaal jaarlijks op te nemen bedrag is € 10.000. Ga –met uw adviseur- na of u de levensloopregeling moet voortzetten of afbouwen. Als u de regeling wilt voortzetten moet u er voor zorgen dat u ultimo 2011 een tegoed van tenminste € 3.000 hebt opgebouwd. Voor wie van belang? Voor iedereen die deelneemt aan een levensloopregeling. Welk voordeel? Een optimale toepassing van het overgangsrecht.
Vrijwillige voortzetting pensioenregeling Ex-werknemers kunnen onder de huidige wettelijke regeling nog maximaal drie jaar na ontslag de oude pensioenregeling bij de vroegere werkgever vrijwillig voortzetten. Tijdens deze driejaarsperiode wordt de pensioenopbouw fiscaal gefaciliteerd, ook al is er geen sprake meer van een dienstbetrekking. Deze termijn wordt per 1 januari 2012 verlengd, van drie jaar naar tien jaar. Dat betekent een forse verruiming van de vrijwillige voortzetting van de oude pensioenregeling. Ter dekking van de verruiming van de fiscale faciliteit voor vrijwillige voortzetting wordt het maximum van de jaarlijkse dotatie van de fiscale oudedagsreserve (voor IB-ondernemers) met € 2.500 verlaagd tot € 9.382. Ga nog dit jaar na of u gebruik wilt maken van de verruimde vrijwillige voortzetting van uw vroegere pensioenregeling.
Betaal (hypotheek)rente voor 6 maanden vooruit! Als uw belastingdruk in box 1 in 2012 lager zal zijn dan dit jaar, is het voordelig om (hypotheek)rente op uw eigen woning/hoofdverblijf nog dit jaar vooruit te betalen. Vooruitbetaalde rente die (contractueel) betrekking heeft op de periode tot 30 juni 2012 is in 2011 volledig aftrekbaar. Loopt de verplichting om rente te betalen door tot ná 30 juni 2011 –bijvoorbeeld als in de leenovereenkomst expliciet is vastgesteld dat de rente jaarlijks vervalt op 1 december – dan is het niet mogelijk om rente aftrekbaar vooruit te betalen. Uiteraard kunt u dan wél in overleg met de schuldeiser de condities van de lening zodanig aanpassen dat aftrek van vooruitbetaalde rente alsnog mogelijk wordt. Door de (hypotheek)rente dit jaar vooruit te betalen, krijgt u eerder en meer belasting terug over de vooruitbetaalde rente. Dat voordeel moet u afwegen tegen het nadeel van het vooruitbetalen van de rente. Voor wie van belang? Voor iedereen die eigenwoningrente moet betalen en van wie het inkomen in box 1 in 2011 lager zal zijn dan in 2012.
Welk voordeel? Een hogere én eerdere belastingbesparing op de vooruitbetaalde eigenwoningrente.
Voor wie van belang? Voor iedereen die tot voor kort in loondienst was en bij de vroegere werkgever deelnam in een pensioenregeling. Welk voordeel? Een betere fiscaal gefacilieerde opbouw van de oudedagsvoorziening.
Hogere WOZ-waarde, minder renteopslag Is uw woning voor de WOZ hoger gewaardeerd dan u vooraf dacht? En ziet u geen kans om die waardering bij bezwaar omlaag te krijgen? Vervelend. Maar het kan u ook een voordeel opleveren. Als u een tophypotheek op uw woning hebt, betaalt u een renteopslag, die kan oplopen tot wel 0,4 %. Als de hypotheek op uw woning door de hogere WOZ-waardering onder de kritische grens van een tophypotheek is gezakt, is er geen reden meer voor een renteopslag. Bespreek het eens met uw bankier. Voor wie van belang? Voor iedereen met een tophypotheek op de eigen woning. Welk voordeel? Een lagere renteopslag door de bank kan een leuk netto voordeel opleveren.
Beperkte eigenwoningschuld: nog dit jaar aflossen Voor het bezit van een eigen woning moet u een forfaitair bedrag, het eigenwoningforfait, tot uw inkomen (in box 1) rekenen. Dat forfait kent vanaf 2009 geen maximumbedrag meer. Het eigenwoningforfait wordt berekend door de WOZ-waarde van de eigen woning te vermenigvuldigen met een percentage. Dat percentage is 0,55 bij woningen met een WOZ-waarde boven € 75.000, bij woningen met een WOZ-waarde van meer dan € 1.020.000 wordt dit percentage in 7 jaar tijd verhoogd tot uiteindelijk 2,35%. Op dat eigenwoningforfait mag u de rente in aftrek brengen die u betaald op de schuld, die is aangegaan ter verwerving van de woning. Komt u door die renteaftrek uit op een negatief bedrag, dan is dat de aftrekpost in box 1. Komt u na de renteaftrek uit op een positief bedrag, dan wordt het eigendomsforfait verminderd tot nihil. Dat is de zgn. Hillen-aftrek. U kunt derhalve nimmer positieve inkomsten uit eigen woning hebben. De aftrek van de eigenwoningrente levert in deze situatie geen aftrekpost op. Dan kan het voordelig zijn om de resterende eigenwoningschuld af te lossen. Door die aflossing neemt uw vermogen in box 3 af, en die lagere grondslag levert u een belastingbesparing op. En u krijgt ook nog meer korting op het eigenwoningforfait. Aflossing van de eigenwoningschuld levert dubbel op: een voordeel door vermindering van de box 3-grondslag én een vermindering van het eigenwoningforfait. Wanneer van belang? Als u nog een bescheiden resthypotheek op uw privéwoning hebt.
Welk voordeel? U hoeft het eigenwoningforfait op uw privéwoning niet meer aan te geven in box 1 en u vermindert de heffingsgrondslag in box 3.
Schenk uw kind € 50.300 belastingvrij! Ouders kunnen een kind vanaf 1 januari 2010 eenmalig € 50.300 (2011) belastingvrij schenken. Om deze vrijstelling te kunnen benutten, moet aan de volgende voorwaarden worden voldaan: • het kind moet ten tijde van de schenking tussen de 18 en 35 jaar oud zijn; • de schenking moet in één jaar plaatsvinden, tot maximaal € 50.300; • het kind moet het bedrag van de schenking gebruiken voor de aankoop van een eigen woning, het bekostigen van een onderhoud of verbetering aan de eigen woning, het aflossen van de eigenwoningschuld ofwel voor het betalen van de kosten van een studie of een opleiding voor een beroep waarvan de kosten hoger zijn dan € 20.000 per jaar; • de bestemming van het geschonken bedrag moet in een notariële akte zijn vastgelegd. Als het kind het geschonken bedrag gebruikt voor de koop van een eigen woning moet dat expliciet worden opgenomen in de akte van levering van die woning. Om toepassing van de verhoogde vrijstelling moet bij aangifte worden verzocht. Als het kind de vrijstelling van (maximaal) € 50.300 benut voor de verwerving van een eigen woning, wordt het bedrag van de vrijgestelde schenking in mindering gebracht op de eigenwoningschuld, het bedrag waarover aftrek van hypotheekrente op de eigen woning kan plaatsvinden. Voor ouders en kinderen die al eerder, vóór 2010, gebruik hebben gemaakt van de verhoogde vrijstellening )van € 22.760 in 2009 is een overgangsregeling getroffen. De kinderen kunnen vóór het bereiken van de 35-jarige leeftijd alsnog een eenmalige vrijstelling van € 26.000 toepassen op een schenking van de ouders, mits het kind het bedrag van die schenking gebruikt voor de aankoop van een eigen woning. Het bekostigen van een studie of opleiding is hier niet gefaciliteerd! Voor toepassing van de extra verhoogde vrijstelling geldt een ruim begrip ‘eigen woning’. Als eigen woning geldt niet alleen de woning die voor de begiftigde zijn hoofdverblijf is, maar ook een woning, die leeg staat of in aanbouw is en die uitsluitend bestemd is om voor de begiftigde als eigen woning/hoofdverblijf te gaan dienen in het lopende kalenderjaar of in de twee kalenderjaren daarna. Voor wie van belang? Voor iedereen die zijn kind fors wil ondersteunen bij de aankoop of bij het opknappen van de eigen woning. Of bij het beperken van de hypotheekschuld op die woning. Of bij het volgen van een duurdere opleiding. Welk voordeel? Een besparing op de schenkbelasting.
Middeling: een overwachte teruggaaf van belasting Als u een sterk wisselend (belastbaar) inkomen hebt gehad in box 1 over drie aaneengesloten jaren, hebt u wellicht recht op een onverwachte belastingteruggave. Door het inkomen te middelen –gelijkelijk te verdelen- over die jaren kunt u de nadelige werking van het progressieve tarief van de inkomstenbelasting ongedaan maken. Door de middeling wordt de belasting herrekend en wel op basis van het gemiddelde inkomen over die drie jaren. Het verschil tussen werkelijk geheven belasting en de herrekende belasting na middeling wordt terugbetaald. Middeling is alleen mogelijk over het inkomen in box 1. In box 2 en box 3 geldt immers een vast proportioneel tarief, zodat middeling hier zinloos is. Het verzoek om middeling moet worden ingediend binnen 36 maanden nadat de laatste belastingaanslag over de drie jaren van het middelingtijdvak onherroepelijk is geworden. Voor wie van belang? Als u de afgelopen jaren wisselende inkomens hebt gehad.
Welk voordeel? Een besparing op de heffing van inkomstenbelasting: met middeling herstelt u de dure werking van het progressieve karakter van de belastingheffing in box 1.
Schenk op papier: een schenking onder schuldigerkenning Bij een schenking onder schuldigerkenning schenken pa en ma ‘op papier’ aan de kinderen: zij schenken een som geld en blijven dat geschonken bedrag schuldig. De ouders krijgen een schuld aan hun kinderen, de kinderen een vordering op hun ouders. Die vordering kunnen zij meestal pas opeisen bij het overlijden van de langstlevende ouder. Door de schenking ‘op papier’ behouden de ouders het beheer over het geschonken bedrag, de kinderen krijgen geen geld in handen. Dat maakt deze vorm van schenking goed toepasbaar als de ouders niet voldoende vrije middelen ter beschikking hebben, bijvoorbeeld als het geld vastzit in de onderneming of in beleggingen. Let op: de ouders moeten over het schuldig gebleven bedrag jaarlijks een zakelijke rente (van 6% per jaar) aan de kinderen betalen. Doen zij dat niet, dan worden de kinderen geacht het bedrag van de schenking (plus de te betalen rente) bij overlijden krachtens erfrecht te hebben verkregen en zijn ze daarover alsnog erfbelasting verschuldigd. Om de beoogde besparing van erfbelasting zeker te stellen is het aan te raden om een schenking onder schuldigerkennnig steeds bij notariële akte te doen. Schenkingen zijn in beginsel vormvrij, een notariële akte is niet vereist, maar voor ‘schenkingen ter zake des doods’ is dat anders: daar is wél een notariële akte vereist. Een schenking onder schuldigerkenning kan soms worden aangemerkt als een schenking ter zake des doods, met name als de kinderen het geschonken bedrag pas ontvangen bij of na het overlijden van de langstlevende ouder. Als in die situatie geen notariële akte van de schenking is opgemaakt, gaat de beoogde besparing van erfbelasting verloren! Voor wie van belang? Voor iedereen die zijn vermogen bij leven gedeeltelijk aan zijn kind(eren) wil overdragen en daarvan niets in zijn portemonnee wil merken. Welk voordeel? Een besparing op de erfbelasting.