KADERNOTA WAARDERING ACTIVERING AFSCHRIJVING 2008
Herijking Kadernota waardering, activering en afschrijving 2003
GEMEENTE ALKMAAR
Bijlage 24 behorend bij Raadsbesluit dd 7 februari 2008
Inhoudsopgave 1. Inleiding 1.1 Aanleiding en wettelijk kader waarderen en afschrijven
Pag. 3
2. 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Criteria voor activering Algemeen Investeringen met een beperkte omvang Investeringen in relatie tot de kosten van groot onderhoud Investeren versus leasing Sloopkosten
Pag. 4 Pag. 4 Pag. 4 Pag. 4 Pag. 5 Pag. 6
3. 3.1 3.2 3.3
Indeling vaste activa Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut Investeringen met een maatschappelijk nut
Pag. 7 Pag. 7 Pag. 7 Pag. 8
4. Waardering 4.1 Bruto waardering bij investering met economisch nut
Pag. 9 Pag. 9
5. Afschrijving 5.1 Afschrijvingsmethoden 5.2. Eerste en laatste termijn 5.3. Extra afschrijven 5.4. Restwaarde en boekwinst /verlies
Pag. 10 Pag. 10 Pag. 11 Pag. 11 Pag. 11
6.
Rentemethodiek
Pag. 12
7. 7.1 7.2 7.3 7.4
Specifiek Materiële vaste activa Grote investeringen Grond Erfpacht Beheercomplex panden en gronden
Pag. 14 Pag. 14 Pag. 14 Pag. 15 Pag. 15
8. Specifiek Immateriële vaste activa 8.1 Kosten van onderzoek en ontwikkeling 8.2 Voorbereidingskrediet
Pag. 16 Pag. 16 Pag. 16
9. Specifiek Financiële vaste activa 9.1 Bijdragen aan activa in eigendom derden 9.2 Deelnemingen
Pag. 17 Pag. 17 Pag. 17
10. Besluitvorming over investeringen 10.1Termijn beschikbaarheid kredieten
Pag. 18 Pag. 18
Bijlage I: diverse bepalingen Besluit begroting en verantwoording (BBV)
Pag. 19
Bijlage II: Tabel afschrijvingstermijnen
Pag. 22
Kadernota Waardering en afschrijving
2
geactualiseerd november 2007
1. Inleiding 1.1 Aanleiding en wettelijk kader waarderen en afschrijven Op grond van de Gemeentewet artikel 212 stelt de raad bij verordening de uitgangspunten voor het financiële beleid en beheer vast. Dit heeft gestalte gekregen in de "Verordening op de uitgangspunten voor het financieel beleid, alsmede voor het financieel beheer en voor de inrichting van de financiële organisatie van de gemeente Alkmaar". Deze verordening is door de gemeenteraad op 3 november 2003 vastgesteld. In artikel 10 van de verordening is bepaald dat het college in een nota "Waardering en afschrijving" de regels voorstelt die zij wil hanteren voor de waardering en afschrijving van vaste activa. In de raad van december 2003 is de eerste nota Waardering, activering en afschrijving vastgesteld (bijlage 198). In artikel 10 is vastgelegd dat het college de raad tenminste eenmaal in de vier jaar een (geactualiseerde) nota aanbiedt. Bijgaande nota voorziet hierin. De afgelopen jaren heeft de commissie BBV met een vraag- en antwoordrubriek de regelgeving rondom het BBV verduidelijkt. De vraag-en antwoordrubriek heeft inmiddels geleid tot enige notities / richtlijnen van de commissie BBV. Deze richtlijnen worden onderscheiden in stellige uitspraken en aanbevelingen. Een voorbeeld is de BBV Notitie verkrijging/vervaardiging en onderhoud van kapitaalgoederen. In praktijk is gebleken dat het onderscheid tussen groot onderhoud en investeringen binnen het huidige activabeleid onvoldoende is afgebakend. Kosten van groot onderhoud mogen niet meer worden geactiveerd. Consequentie daarvan is dat de lasten van groot onderhoud via onderhoudsvoorzieningen dienden te worden getroffen. Om die reden zijn inmiddels besluiten genomen tot het instellen van dergelijke voorzieningen. Te denken valt aan baggeren, civiel technische werken (bruggen) en onderhoud gebouwen. In de nu voorliggende nota is het onderscheid tussen groot onderhoud en investeringen nader uitgewerkt. Voorts zijn de volgende onderwerpen aangepast: - minimale ondergrens van activeren (thans gesteld op € 15.000); - afschrijvingstermijnen (de tabel met afschrijvingstermijnen is geactualiseerd); - specifieke onderwerpen, zoals software, voorbereidingskredieten, leasing etc. Deze nota is opgesteld binnen de kaders van het "Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten" (verder genoemd het BBV) ingevoerd. Voor een toelichting op het BBV wordt verwezen naar de bijlage l. De tabel afschrijvingstermijnen is als bijlage II opgenomen.
Kadernota Waardering en afschrijving
3
geactualiseerd november 2007
2. Criteria voor activering 2.1 Algemeen Voor het realiseren van de vastgestelde beleidsdoelen zijn investeringen vaak noodzakelijk. Algemeen gesteld kan worden dat van een investering sprake is als het gaat om een uitgave boven een bepaalde omvang waarvan het nut zich over meerdere jaren uitstrekt (het zogenaamde nuttigheidscriterium). Als gevolg van het doen van investeringen ontstaan meerjarige bezittingen, ofwel vaste activa. De waarde van deze bezittingen wordt bepaald (zogenaamde waardering) en op de balans van de gemeente verantwoord. Op de balans wordt de aanschafwaarde (in comptabele zin) van een kapitaalgoed opgenomen. De vaste activa (geactiveerde investeringen) vormen daarmee een onderdeel van het vermogen van de gemeente. Gedurende het gebruik verminderen de vaste activa in waarde. Met andere woorden, er wordt op de investeringen afgeschreven. Deze afschrijvingen worden als lasten in de exploitatie van de gemeente verantwoord. De aanschafwaarde verminderd met de afschrijving wordt de boekwaarde genoemd. In de volgende hoofdstukken zal nader worden ingegaan op de uitgangspunten die de gemeente hierbij hanteert. 2.2 Investeringen met een beperkte omvang Investeringen met een geringe omvang worden om praktische redenen niet geactiveerd, maar in één keer ten laste gebracht van de exploitatie. Dit is op grond van algemeen aanvaarde bedrijfseconomische beginselen toegestaan. De praktische redenen bestaan onder andere uit: -
het activeren brengt extra werkzaamheden met zich mee; draagt niet bij aan het inzicht in de vermogenspositie van de gemeente; toename van het aantal boekingen en lange investeringslijsten die niet bijdragen aan de leesbaarheid van verslagleggingstukken
Grens voor activeren van investeringen De grens van het activeren van investeringen wordt gesteld op € 15.000 exclusief BTW. Wanneer een investering het bedrag van € 15.000 exclusief BTW overstijgt, zal activering op de balans plaats moeten vinden. Investeringen met een lagere aanschafwaarde hoeven niet te worden geactiveerd en worden in het jaar van aanschaf direct ten laste van de exploitatie verantwoord. Voor (gelijksoortige) aanschaffingen die ook gezamenlijk kunnen worden gedaan is activering verplicht bij een hogere aanschafwaarde dan € 100.000 exclusief BTW gemeentebreed per jaar. Investeringen met een lagere kostprijs worden niet geactiveerd en komen in één keer ten laste van de exploitatie in enig jaar. Grens ten aanzien van de verwachte levensduur Investeringen worden slechts geactiveerd indien de verwachte levensduur langer is dan 3 jaar. Een uitzondering vormen de investeringen in gronden, terreinen en effecten. Deze worden altijd geactiveerd. 2.3 Investeringen in relatie tot kosten van (groot) onderhoud Met de invoering van het BBV is het niet langer toegestaan om onderhoudskosten te activeren. Een belangrijke vraag is in welke gevallen sprake is van onderhoud en hoe omgegaan moet worden met de verantwoording van onderhoudskosten. Klein onderhoud Bij klein onderhoud is sprake van periodieke kosten, die nodig zijn om het object in goede staat te houden. Kosten van klein onderhoud keren in principe jaarlijks terug, en worden om die reden in het jaar van uitvoering ten laste van de exploitatie gebracht.
Kadernota Waardering en afschrijving
4
geactualiseerd november 2007
Groot onderhoud Groot onderhoud betreft veelal maatregelen van ingrijpende aard die op een groot deel van het object worden uitgevoerd en na een langere gebruiksperiode worden verricht. Bij groot onderhoud kan gedacht worden aan het vernieuwen van de bitumenlaag van het dak van een gebouw, het vervangen van (kleine) pompen van een rioolstelsel en het periodiek vervangen van asfaltlagen van een weg. De kosten van groot onderhoud kunnen in het jaar van uitvoering direct ten laste van de exploitatie gebracht worden, maar kunnen ook ten laste van een vooraf gevormde voorziening komen. Komen de kosten van groot onderhoud ten laste van een gevormde voorziening dan geldt als voorwaarde dat er een recent meerjarig beheerplan van het desbetreffende kapitaalgoed aanwezig dient te zijn. Indien er geen (recent) beheerplan aanwezig is, dan kunnen de kosten van groot onderhoud wel door een (daartoe gevormde) reserve worden gedekt. In het laatste geval komen de kosten ten laste van de exploitatie, waartegenover een onttrekking plaatsvindt aan een reserve. Levensduurverlengende investeringen Van een investeringsuitgave is in elk geval sprake bij het optreden van een gebruiksduurverlenging, een capaciteitsvergroting, een verbetering van de output en/of een verlaging van de productiekosten. Ook is van een investeringsuitgave sprake, indien dit het gevolg is van een aanscherping van milieu-, hinderwet- en/of veiligheidseisen. Voorbeelden zijn: het renoveren van een gebouw, het restaureren van een kademuur, enzovoorts. Het gaat hier dus niet om (groot) onderhoud. Onderhoud is niet levensduurverlengend, maar dient om het actief gedurende zijn levensduur in goede staat te houden. Het jaarlijks danwel periodiek baggeren van watergangen is onderhoud. Deze onderhoudskosten kunnen niet geactiveerd worden. 2.4 Investeren versus leasing Het leasen laat zich indelen in twee vormen: Financiële lease is te vergelijken met huurkoop, het is een puur financiële constructie. De leasemaatschappij (lessor) heeft hier alleen een taak als vermogensverschaffer. Het juridische eigendom berust bij financiële lease bij de leasemaatschappij. Het economische eigendom van het leaseobject berust bij de huurder (lessee). De huurder heeft bij een financiële lease niet de mogelijkheid om het contract tussentijds op te zeggen. De onderhoudsplicht berust bij de huurder. De huurder activeert het desbetreffende leaseobject en schrijft hierover normaal (bedrijfseconomisch) af, onder gelijktijdige vermelding op de balans van de waarde van de desbetreffende schuld (in de toekomst te betalen leasetermijnen) als zijnde vreemd vermogen. De economische risico’s liggen dus bij de huurder. Operationele lease is te vergelijken met huur, het is primair een vorm van dienstverlening. Zowel het juridische als het economische eigendom van een leaseobject berust hier bij de leasemaatschappij. De kosten van onderhoud, verzekering als ook het risico van veroudering, slijtage en verlies zijn voor rekening van de leasemaatschappij. Operationele lease wordt vooral toegepast bij objecten die onderhevig zijn aan snelle economische veroudering, bijvoorbeeld kopieerapparaten, (mainframe) computers en auto’s. Aan het eind van de leaseperiode dient de huurder het leaseobject terug te geven. Soms wordt de huurder de mogelijkheid geboden om aan het eind van de periode het object tegen een reële prijs te kopen. De huurder activeert het desbetreffende leaseobject niet. Het totaal van de operationele lease verplichtingen wordt onder vermelding van het aantal toekomstige jaren opgenomen in de toelichting bij de jaarrekening (als niet uit de balans blijkende verplichting). De afweging tussen leasing en kopen kan in de praktijk lastig zijn. Indien leasing financieel voordeliger zou zijn dan kopen, dan is de keuze voor leasing niet moeilijk. Echter, wanneer kopen voordeliger is moeten de mogelijke niet eenvoudig te kwantificeren voordelen die leasing voor de bedrijfsvoering zou kunnen hebben (in termen van flexibiliteit en kwaliteit) in geschatte waarden expliciet worden gemaakt. Bepaalde leaseconstructies kunnen voorts directe gevolgen hebben voor de financiële positie. Bij financial lease constructies is bijvoorbeeld de gemeente economisch eigenaar van het object en loopt daarmee economisch risico. Bij het proces van behandeling van de nota kan dit risico worden beoordeeld en getoetst.
Kadernota Waardering en afschrijving
5
geactualiseerd november 2007
Aan het afsluiten van een leaseovereenkomst dient een besluit van het college ten grondslag te liggen. In het bevoegdhedenregister is aan ambtenaren de bevoegdheid verleend om onder bepaalde voorwaarden en binnen bepaalde grenzen leaseovereenkomsten aan te gaan. 2.5. Sloopkosten Indien grond van derden is verworven met het oogmerk een zich daarop bevindende oude opstal te slopen, dan zullen de sloopkosten in de koopprijs verdisconteerd zijn. In dat geval zijn de sloopkosten activeerbaar. Als het gaat om vervangende herbouw op eigen grond is dit niet vanzelfsprekend. In dat geval ligt het voor de hand om de sloopkosten als last te nemen. Beleidslijn Alkmaar: Investeringen met een verkrijgingsprijs van minder dan € 15.000 worden niet geactiveerd, uitgezonderd gronden en terreinen. Voor (gelijksoortige) aanschaffingen die ook gezamenlijk kunnen worden gedaan is activering verplicht bij een hogere aanschafwaarde dan € 100.000 exclusief BTW gemeentebreed per jaar. Investeringen worden slechts geactiveerd indien de verwachte levensduur langer is dan 3 jaar. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd De kosten van groot onderhoud komen ten laste van een vooraf gevormde voorziening, indien daaraan een recent meerjarig beheerplan ten grondslag ligt Kosten ter verbetering / levensduurverlenging etc. kunnen worden geactiveerd. De kosten van (klein en groot) onderhoud) zijn niet levensduurverlengend en mogen dus niet worden geactiveerd. Aan het afsluiten van een leaseovereenkomst dient een besluit van het college ten grondslag te liggen. De kosten van fietsen ten behoeve van het eigen personeel in het kader van het bedrijfsvervoersplan mogen niet geactiveerd worden, dit betreft kosten die ten laste van de exploitatie gebracht moeten worden.
Kadernota Waardering en afschrijving
6
geactualiseerd november 2007
3. Indeling vaste activa Vaste activa moeten in de balans worden onderverdeeld in drie groepen: materiële vaste activa, immateriële vaste activa (paragraaf 7) en financiële vaste activa (paragraaf 8). 3.1 Materiële vaste activa Materiële vaste activa worden onderverdeeld in investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. 3.2 Investeringen met een economisch nut Alle investeringen met een economisch nut moeten worden geactiveerd. Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen (vergelijkbaar met activa van het bedrijfsleven). Reserves mogen niet in mindering worden gebracht op deze investeringen en er mag niet resultaatafhankelijk op worden afgeschreven. Een uitzondering is gemaakt voor de kunstvoorwerpen met een cultuurhistorische waarde, deze mogen niet worden geactiveerd. Voorbeelden investeringen met een economisch nut: gronden en terreinen woonruimten bedrijfsgebouwen vervoermiddelen machines, apparaten en installaties software Software (als afzonderlijk actief) valt onder de materiële vaste activa als investeringen met een economisch nut. Besturingssoftware kan worden beschouwd als component van het actief waarvoor het een besturingscomponent is. Het wordt dan als onderdeel van het desbetreffende actief geactiveerd (bijv. de besturingssoftware dat onderdeel is van hardware) of als last verwerkt in geval van een investering met maatschappelijk nut (bijv. besturingssoftware als onderdeel van verkeerslichten). Implementatiekosten van nieuwe hard- en/of software kunnen worden geactiveerd, ze vallen onder de bijkomende kosten die als onderdeel van de verkrijgingsprijs worden gezien. De implementatie is noodzakelijk om het actief in gebruik te kunnen nemen. Implementatiekosten kunnen zowel de kosten van externen als kosten van eigen medewerkers betreffen. Met betrekking tot de opleidingskosten die de gemeente maakt om haar eigen medewerkers vertrouwd te maken met de nieuwe software geldt dat deze net als andere opleidingskosten als last worden verwerkt. In tegenstelling tot implementatiekosten zijn opleidingskosten niet nodig om het actief zelf gebruiksklaar te krijgen. rioolaanleg Investeringen in het riool moeten worden geactiveerd, het gaat om investeringen met economisch nut (commissie BBV). Investeringen met een economisch nut moeten geactiveerd worden indien het economisch eigendom bij de gemeente berust. In het algemeen vallen juridisch en economisch eigendom samen. Soms is dat niet het geval, bijvoorbeeld bij financial lease en schoolgebouwen. Nagegaan dient dan te worden waar de feitelijke beschikkingsmacht en het prijsrisico berusten.
Kadernota Waardering en afschrijving
7
geactualiseerd november 2007
3.3 Investeringen met een maatschappelijk nut Investeringen met een maatschappelijk nut in de openbare ruimte (waterwegen, waterbouwkundige werken, permanente terreinwerken, wegen, straten, fietspaden, voetpaden, bruggen, viaducten, tunnels, verkeerslichtinstallaties, openbare verlichting, straat meubilair, reconstructie openbare ruimten, parken en overig groen) kunnen worden geactiveerd, maar het is wenselijk een zo kort mogelijk termijn van afschrijven hiervoor aan te houden. De voorschriften geven echter de voorkeur aan het direct ten laste van de exploitatie brengen van deze uitgaven. Alkmaars beleid is dat deze investeringen in beginsel altijd worden geactiveerd en afgeschreven, conform de bij deze notitie gevoegde afschrijvingstabel. Het argument daarvoor is dat de lasten evenredig worden toegerekend volgens de economische levensduur (gebruiksduur) van de objecten. Bestemmingsreserves mogen rechtstreeks in mindering worden gebracht en resultaat afhankelijk extra afschrijven is toegestaan. Bodemsanering De kosten van bodemsanering zijn geen investeringen met een economisch of maatschappelijk nut. Indien deze kosten niet afgedekt worden door een rijks- danwel provinciale subsidie of in de grondexploitatie worden opgenomen, moeten deze kosten als verlies ten laste van de exploitatie gebracht worden. Beleidslijn Alkmaar: Investeringen met een economisch nut worden verplicht geactiveerd en worden afgeschreven tegen de afschrijvingstermijnen zoals opgenomen in de bijlage II van deze nota. Investeringen met maatschappelijk nut worden in beginsel altijd geactiveerd en worden afgeschreven tegen de afschrijvingstermijnen zoals opgenomen in de bijlage II van deze nota. Kunstvoorwerpen met een cultuurhistorische waarde worden niet geactiveerd maar komen ten laste van de voorziening uitbreiding museumbezit. Bestemmingsreserves mogen in mindering worden gebracht op investeringen met een maatschappelijk nut. Afhankelijk van het exploitatieresultaat wordt in het kader van de resultaatbestemming afzonderlijk afgewogen of er op de investeringen met een maatschappelijk nut in de openbare ruimte extra wordt afgeschreven. Bestemmingsreserves mogen in mindering gebracht worden op investeringen met een maatschappelijk nut, op investeringen met een economisch nut is dit niet toegestaan. Bijdragen van derden (ingeval van een directe relatie) kunnen zowel op investeringen met een maatschappelijk nut als met een economisch nut in mindering worden gebracht.
Kadernota Waardering en afschrijving
8
geactualiseerd november 2007
4. Waardering Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs (historische kostprijs). De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen ook worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rentelasten over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief wordt besteed; in dat geval vermeldt de toelichting dat deze rente is geactiveerd. Afwijkende waarderingsgrondslagen gelden voor: a. voorraden, deelnemingen/effecten: waardering tegen marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs (art. 65 lid 2 BBV); b. vorderingen (onder aftrek van eventuele voorzieningen), schulden en liquide middelen waardering tegen nominale waarde; c. voorzieningen die niet tegen contante waarde zijn gewaardeerd: waardering tegen nominale waarde. Actuele waarde als waarderinggrondslag is niet toegestaan De actuele waardegrondslag is niet toegestaan. Een uitzondering kan gemaakt worden voor die gevallen waarin sprake is van verkoop in het kader van de bedrijfsmatige uitoefening van activiteiten ( bijvoorbeeld: bij grondexploitaties de terreinen in uitgenomen bestemmingsplannen). Indien de bestemming van een actief verandert dan dient de actuele waarde van de nieuwe bestemming in de toelichting op de balans te worden vermeld. Bijvoorbeeld deelnemingen die de gemeente overweegt te verkopen. 4.1.Bruto activeren is verplicht bij investeringen met een economisch nut Alle vaste activa met een economisch nut worden geactiveerd voor het bedrag van de investering. Met andere woorden bestemmingsreserves mogen niet meer in mindering op de te activeren investering worden gebracht. Op de waardering van investeringen met een maatschappelijk nut is het wel toegestaan om reserves in mindering te brengen, omdat hier een voorkeur voor niet activeren bestaat. Bijdragen van derden, die in directe relatie staan tot het actief, zowel economisch als maatschappelijk, mogen op de waardering in mindering worden gebracht. Bij bruto activering wordt het totale bedrag van de investering voor de kostprijs debet op de balans opgenomen. De aangewezen bijdrage uit bijvoorbeeld de algemene reserve wordt als een bestemmingsreserve dekking afschrijving onder de passiva van de balans verantwoordt (wordt dus niet op voorhand al op de investering in mindering gebracht). Aan de ene kant wordt dan jaarlijks ten laste van de exploitatie een “hoge” afschrijving berekend over de “hoge” bruto geactiveerde waarde. Aan de andere kant wordt de vermindering van de voor het activum gevormde bestemmingsreserve dekking afschrijving via resultaatbestemming ten gunste van de exploitatie gebracht. Beleidslijn Alkmaar: Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs (historische kostprijs). Activa met een economisch nut worden bruto geactiveerd. In die gevallen waarin sprake is van verkoop in het kader van bedrijfsmatige activiteiten kan gewaardeerd worden tegen de actuele waarde (bijvoorbeeld: terreinen in uitgenomen bestemmingsplannen). De erfpachtterreinen worden gewaardeerd tegen de registratiewaarde. Voorraden en deelnemingen/effecten worden gewaardeerd tegen marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. De vorderingen (onder aftrek van eventuele voorzieningen voor oninbaarheid), de schulden en de liquide middelen worden gewaardeerd tegen nominale waarde.
Kadernota Waardering en afschrijving
9
geactualiseerd november 2007
5. Afschrijving In het stelsel van lasten en baten worden de uitgaven die over meerdere jaren een nut afwerpen ook over meerdere jaren ten laste van de resultatenrekening gebracht. Dit gebeurt in de vorm van afschrijvingslasten. De verdeling van de lasten over de jaren dient zoveel mogelijk parallel te lopen met de vermindering van het nut c.q. het prestatievermogen van het actief. Afschrijvingen op investeringen met een economisch nut vinden plaats onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. De hoogte van de afschrijving dient stelselmatig te worden bepaald. Met andere woorden: dezelfde activa dienen in dezelfde termijn, afgestemd op de verwachte nuttigheidsduur en volgens dezelfde methode te worden afgeschreven. Slechts om gegronde redenen mogen de afschrijvingen plaats vinden op andere grondslagen dan die welke in het voorafgaande begrotingsjaar zijn toegepast. De reden van de verandering wordt in de toelichting op de balans uiteengezet. Tevens wordt inzicht gegeven in haar betekenis voor de financiële positie en voor de baten en de lasten aan de hand van aangepaste cijfers voor het begrotingsjaar of voor het voorafgaande begrotingsjaar. Dit mag niet uitsluitend gebeuren om middelen beschikbaar te krijgen. Het verlengen van afschrijvingstermijnen verdient ook geen voorkeur omdat in dat geval de lasten in sterke mate naar de toekomst worden verschoven. Op vaste activa met een beperkte gebruiksduur wordt jaarlijks afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur, rekening houdend met een eventuele restwaarde. Op vaste activa met een onbeperkte gebruiksduur wordt niet afgeschreven. Het meest aansprekende voorbeeld van vaste activa met onbeperkte gebruiksduur is grond. Tijdens de levensduur neemt de behoefte aan onderhoud toe. Dit is het meest het geval bij gebouwen. De gemeente hanteert voor het meerjarenonderhoud een planning en een onderhoudsvoorziening voor de gemeentelijke gebouwen in de balans. Voor materiele vaste activa met een kortere levensduur is in veel gevallen sprake van een gespreide vervanging (bedrijfswagens, etc.), waardoor de onderhoudsmiddelen in de tijd gezien niet in belangrijke mate fluctueren. 5.1. afschrijvingsmethoden Bij de gemeente Alkmaar zijn de volgende afschrijvingsmethoden te onderscheiden: a. Lineaire afschrijvingsmethode: Elk jaar wordt er met een vast percentage van de aanschaffingsprijs afgeschreven. Voordeel van deze methode is dat de totale lasten in de loop van de tijd lager zijn dan bij de annuïtaire methode. Volgens de Raad voor de Jaarverslaggeving verdient lineaire afschrijving de voorkeur, tenzij er duidelijk aanwijzingen zijn dat deze methode leidt tot een onjuiste presentatie van vermogen en/of resultaat; b. Annuïtaire afschrijvingsmethode: Het annuïtaire stelsel rekent uit wat de gemiddelde kapitaallasten per jaar zijn. Met andere woorden de kapitaallasten in elk jaar zijn gedurende de hele looptijd gelijk. Er treedt dan ook geen jaarlijkse vrijval van kapitaallasten op. Dit kan een belangrijk voordeel zijn in de situatie dat de kapitaallasten in belangrijke mate gedekt moeten worden uit tarieven. De tariefschommelingen kunnen hierdoor worden beperkt. Nadeel van deze methode is dat de afschrijving sterk naar de toekomst wordt verschoven. Dit betekent langer beslag op het vermogen dus hogere rentelasten. Daarbij kunnen bij vervroegde buitengebruikstelling of verkoop verliezen optreden. Annuïtaire afschrijving vindt plaats bij o.a. woonwagens en parkeervoorzieningen i.v.m. relatie met baten (bijv. Karperton en Singelgarage) en het Stadskantoor.
Kadernota Waardering en afschrijving
10
geactualiseerd november 2007
5.2. Eerste en laatste termijn Eerste termijn Als ingangsdatum van de afschrijving geldt als uitgangspunt het jaar volgend op het jaar, waarin de investering wordt gedaan. De afschrijving vindt over een vol jaar plaats uitgaande van het geïnvesteerde bedrag op 1 januari van het betreffende jaar. In het eerste jaar van de looptijd van een investering worden derhalve geen rente en afschrijvingskosten geraamd. Vanaf het tweede jaar van de looptijd van een investering worden de volledige rente en afschrijvingskosten geraamd. In de meerjarenraming wordt rekening gehouden met onderuitputting van kapitaallasten als gevolg van uitstel. Laatste termijn De afschrijving wordt beëindigd op het moment dat het object geen gebruiksnut meer oplevert. Een eventuele restwaarde wordt afgeboekt c.q. meegenomen in een nieuwe investering (op basis van bestuurlijke besluitvorming). 5.3. Extra afschrijven Extra afschrijven is alleen toegestaan bij investeringen in de openbare buitenruimte met een maatschappelijk nut of als er bij investeringen met een economisch nut sprake is van duurzame waardevermindering van het activum of als het activum buitengebruik wordt gesteld. Afwaardering moet dan plaats vinden op het moment van buitengebruikstelling en is resultaatonafhankelijk. Een duurzame waardevermindering kan zich voordoen omdat er ten opzichte van de boekwaarde sprake is van: - een lagere (gebruiks)waarde bijvoorbeeld als gevolg van een bestemmingswijziging of buitengebruikstelling; - een lagere marktwaarde van objecten (op grond van een uitgevoerde taxatie) die niet voor de openbare dienst zijn bestemd (b.v. verhuur aan derden van gebouwen en verpachting van gronden); - een boekwaarde van nog uit te geven gronden die uitgaat boven een verwachte opbrengst Een uitzondering is derhalve gemaakt voor investeringen in de openbare buitenruimte met een maatschappelijk nut, daar kan resultaatafhankelijk extra op worden afgeschreven, mits duidelijk zichtbaar en verwerkt via het resultaat van de rekening en de resultaatbestemming. 5.4. Restwaarde en boekwinst/verlies Restwaarde Het is bij gemeenten niet gebruikelijk om bij het bepalen van de afschrijving rekening te houden met een restwaarde aan het eind van de gebruiksduur van het actief. Ongeacht de methode wordt bij het bepalen van het afschrijvingsbedrag dus geen rekening gehouden met restwaarde. Indien een object met een bepaalde restwaarde wordt afgestoten, dient afboeking van de restwaarde (sanering verlies opde boekwaarde) plaats te vinden. Indien bij het afstoten een boekwinst wordt gerealiseerd, dient deze boekwinst na overdracht te worden verwerkt als incidentele bate in de jaarrekening. De opbrengst mag niet direct met de aanschafwaarde van het eventuele vervangingsobject worden verrekend. Beleidslijn Alkmaar: Zowel op investeringen met economisch nut als op investeringen met een maatschappelijk nut wordt afgeschreven volgens de methode van lineair afschrijven. De afschrijvingstermijnen zijn opgenomen in de bijlage van deze nota. De annuïtaire methode wordt uitsluitend toegepast indien er sprake is van gelijkmatige spreiding van de lasten gedurende de exploitatieduur (i.v.m. doorberekening in tarieven en interne doorberekeningen). Ongeacht de methode wordt met een eventuele restwaarde geen rekening gehouden.
Kadernota Waardering en afschrijving
11
geactualiseerd november 2007
Afhankelijk van het exploitatieresultaat wordt in het kader van de resultaatbestemming afzonderlijk afgewogen of er op de investeringen met een maatschappelijk nut in de openbare buitenruimte extra wordt afgeschreven. Op grond wordt niet afgeschreven, zolang de (verkoop)waarde maar structureel boven de boekwaarde ligt. Als ingangsdatum van de afschrijving geldt als uitgangspunt het jaar volgend op het jaar, waarin de investering wordt gedaan. De afschrijving vindt over een vol jaar plaats uitgaande van het geïnvesteerde bedrag op 1 januari van het betreffende jaar. Voor de ingangsdatum van afschrijving bij grote projecten geldt een afwijkende regel (zie 7.1).
6 Rentemethodiek De rentelasten worden berekend over de boekwaarde per 1 januari van het betreffende boekjaar. Dit betekent dat in het jaar van aanschaf geen rente wordt berekend over de investering. Pas in het tweede jaar is sprake van een boekwaarde per 1 januari en wordt rente toegerekend. Hiervoor wordt het renteomslagpercentage toegepast. Het beleid voor het berekenen van het renteomslagpercentage is gebaseerd op basis van de Nota Reserves en Voorzieningen. Beleidslijn Alkmaar: Als ingangsdatum van de rentetoerekening geldt als uitgangspunt het jaar volgend op het jaar, waarin de investering wordt gedaan. De rente vindt over een vol jaar plaats uitgaande van het geïnvesteerde bedrag op 1 januari van het betreffende jaar.
Kadernota Waardering en afschrijving
12
geactualiseerd november 2007
7. Specifiek materiële vaste activa 7.1 Grote investeringen De afschrijving wordt bij grote investeringen (> € 5.000.000) in het eerste jaar van exploitatie berekend vanaf de periode (maanden) dat het object in gebruik is genomen (in plaats van ingangsdatum het jaar volgend op het jaar, waarin de investering wordt gedaan). Bij grote investeringen waar de investering over meerdere jaren loopt moet rekening gehouden worden met de zogenaamde "rente tijdens de bouw". Dit houdt in dat tot het moment van de ingebruikneming van het object de rentelasten als vermeerdering op de investering worden bijgeschreven. Geactiveerde rente moet gemeld worden in de toelichting van de balans. Beleidslijn Alkmaar: Bij investeringen groter dan € 5.000.000 wordt de afschrijving in het eerste jaar van exploitatie berekend vanaf de periode (maanden) dat het object in gebruik is genomen. Tot het moment van ingebruikneming wordt de rente tijdens de bouw bijgeschreven op de boekwaarde, met andere woorden wordt geactiveerd. 7.2 Grond Waarderen Voor de onderhanden werken (als onderdeel van de categorie gronden en terreinen van de voorraden) in de grondexploitatie / stadsuitlegplannen waarvoor een exploitatieberekening is opgesteld en verdichtingslokaties wordt de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs gevormd door de kosten van grondverwerving, bouw- en woonrijpmaken en rentebijschrijving. De opbrengsten van de grondverkopen en de ontvangen bijdragen zijn hierop in mindering gebracht. Voor de stadsuitlegplannen waarvoor nog geen exploitatieberekening (A-complexen) is opgesteld vindt waardering plaats tegen de verwervingsprijs vermeerderd met de jaarlijkse exploitatiekosten. Voorbereidingskosten grondexploitaties stadsuitlegplannen Een A-complex is een verzamelingspost na aankoop, waar kosten die betrekking hebben op aankoop (rente over de boekwaarde) en tijdelijk beheer worden geboekt tot het moment waarop een grondexploitatie is vastgesteld. Op een A-complex of op basis van een aankoopbesluit kunnen derhalve geen kosten worden geboekt die te maken hebben met herontwikkeling, immers er is geen door de raad vastgestelde grondexploitatie. De gedragslijn bij het ten laste brengen en accepteren van kosten op grondexploitaties luidt als volgt: - er moet een door de raad vastgestelde grondexploitatieopzet zijn waarbij gelijktijdig een kredietaanvraag is gedaan; - de kosten moeten betrekking hebben op het plangebied en dienstig zijn aan het transformatieproces van de grondexploitatie (noodzakelijk, onvermijdelijk en urgent); - de zogenaamde voorplanse kosten (gemaakte voorbereidingskosten voordat de grondexploitatie is vastgesteld en er nog geen bestuurlijke besluitvorming is) worden niet als kostenelement in de grondexploitatie meegenomen en zullen dus buiten de grondexploitatie om gedekt moeten worden. Afschrijven op grond Grond heeft in principe een onbeperkte levensduur. Hierop kan de afschrijving achterwege blijven, zolang de waarde in de markt (WOZ waarde) maar boven de boekwaarde ligt. Beleidslijn Alkmaar Voor de onderhanden werken (als onderdeel van de categorie gronden en terreinen van de materiële vaste activa) inzake de grondexploitatie / stadsuitlegplannen waarvoor een exploitatieberekening is opgesteld (B-complexen) en verdichtingslokaties wordt de verkrijgings- c.q. vervaardigingsprijs gevormd door de kosten van grondverwerving, bouw-en woonrijpmaken en rentebijschrijving. De opbrengsten van de grondverkopen en de ontvangen bijdragen zijn hierop in mindering gebracht. Voor de gronden waarvoor nog geen exploitatieberekening (A-complexen) is opgesteld vindt waardering plaats tegen de verwervingsprijs vermeerd met de jaarlijkse exploitatiekosten.
Kadernota Waardering en afschrijving
13
geactualiseerd november 2007
De terreinen in uitgenomen bestemmingsplannen worden gewaardeerd tegen de actuele waarde. Op grond wordt niet afgeschreven, zolang de waarde in de markt (WOZ waarde) boven de boekwaarde ligt. De waardedaling wordt als verlies genomen. De gedragslijn bij het ten laste brengen en accepteren van (voorbereidings) kosten op grondexploitaties luidt als volgt: - er moet een door de raad vastgestelde grondexploitatieopzet zijn, waarbij gelijktijdig een kredietaanvraag is gedaan; - de kosten moeten betrekking hebben op het plangebied en dienstig zijn aan het transformatieproces van de grondexploitatie (noodzakelijk, onvermijdelijk en urgent); - de zogenaamde voorplanse kosten (gemaakte voorbereidingskosten voordat de grondexploitatie is vastgesteld en er nog geen bestuurlijke besluitvorming is) worden niet als kostenelement in de grondexploitatie meegenomen en zullen dus buiten de grondexploitatie om gedekt moeten worden.
7.3 Erfpacht Van de materiële vaste activa wordt aangegeven welke activa in erfpacht zijn uitgegeven. Waarderen Voor de in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van de eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen de registratiewaarde. Beleidslijn Alkmaar De erfpachtsterreinen zijn gewaardeerd tegen een aan de grond toegekende waarde op het moment van inbreng in de administratie van het erfpachtscomplex (de uitgifteprijs van de eerste uitgifte). Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen de registratiewaarde. Afschrijvingen zijn niet van toepassing. 7.4 Beheercomplex panden en gronden Beleidslijn Alkmaar Waarderen De gronden en panden ingebracht in het beheercomplex zijn (grotendeels) gewaardeerd tegen aankoop(taxatie)- c.q. rendabele waarde op het moment van inbreng in het beheercomplex. Op de tijdelijk in beheer genomen panden worden de exploitatiekosten bijgeboekt op de boekwaarde tot het moment dat de uiteindelijke bestemming bekend is. Afschrijven Op de boekwaarde van de gronden wordt niet afgeschreven. Op de bedrijfsmatig geëxploiteerde in beheer te houden panden wordt afgeschreven. Op de vermoedelijk af te stoten panden wordt niet afgeschreven. De afschrijving op een vastgoedobject kan worden uitgesteld tot het moment waarop sprake is van een definitieve bestemming. Dit kan zich voordoen wanneer bij de aankoop nog niet vaststaat wat de bestemming c.q. het gebruik zal zijn. De afschrijving op een vastgoedobject wordt beëindigd indien het object wordt onttrokken aan de functies van de gemeentelijke taakgebieden. Indien sprake is van marktconforme verhuur van objecten aan derden, dan vindt afschrijving plaats conform de regels voor de objecten van de openbare dienst. Regelmatig wordt nagegaan of er bij de bedrijfsmatig geëxploiteerde panden (en gronden) sprake is van duurzame waardedaling van de objecten, en of de betreffende investering nog nut afwerpt en wat de restant levensduur van de investering is. Deze toetsing kan leiden tot extra afschrijving op bepaalde objecten.
Kadernota Waardering en afschrijving
14
geactualiseerd november 2007
8. Specifiek immateriële vaste activa In de balans worden onder de immateriële vaste activa afzonderlijk opgenomen: a. de kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio b. de kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief. 8.1.Kosten van onderzoek en ontwikkeling Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief kunnen worden geactiveerd indien: a. het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen b. de technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien vaststaat c. het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut zal genereren en d. de uitgaven die aan het actief zijn toe te rekenen betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. 8.2 Voorbereidingskrediet In geval van meer complexe investeringsvraagstukken kan het noodzakelijk zijn om een voorbereidingskrediet te vragen aan de raad. Een voorbereidingskrediet moet gezien worden als voorschot op het uitvoeringskrediet. Onder een voorbereidingskrediet mogen alleen die kosten vallen, die nodig zijn om de (technische) voorbereiding te kunnen uitvoeren, zoals het maken van een bestek, tekeningen, grondverwerving, subsidieaanvraag en kostenraming. Juist deze zaken zijn nodig om het uiteindelijke uitvoeringskrediet (inclusief de gemaakte voorbereidingskosten) te kunnen bepalen. Voor alle duidelijkheid gaat het om kosten die rechtstreeks in verband staan met de investering. Dit betekent dat kosten voor (algemeen verkennend) onderzoek geen onderdeel mogen uitmaken van een voorbereidingskrediet. Dit zijn immers kosten die gezien moeten worden als immateriële activa, die in een periode van maximaal 5 jaar moeten worden afgeschreven. Bij de aanvraag van het voorbereidingskrediet wordt de financiële dekking vaak nog niet formeel geregeld. Wel dient naar college en raad aangegeven te worden aan welke dekkingsmogelijkheden wordt gedacht, ook als deze nog onzeker zijn. Te denken valt aan subsidies of bijdragen van derden waarvan de hoogte gedurende het voorbereidingstraject nog moeten worden bepaald. Indien het voorbereidingskrediet niet leidt tot een definitief krediet dient de budgethouder dekking aan te geven voor de op het voorbereidingskrediet geboekte uitgaven. Uitvoeringskrediet Bij aanvraag van het uitvoeringskrediet worden de gemaakte voorbereidingskosten integraal meegenomen in de totale kredietaanvraag. In het raadsvoorstel wordt in ieder geval duidelijk gemaakt wat de financiële consequenties inclusief een voorstel van dekking zijn Afschrijven Op de kosten van geldleningen en het saldo van agio en disagio is een afschrijvingstermijn van toepassing die maximaal gelijk is aan de looptijd van de lening. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden afgeschreven in maximaal vijf jaar. Beleidslijn Alkmaar: De kosten voor het afsluiten van geldleningen worden onderscheiden in bemiddelingskosten en de kosten welke direct verband houden met de rentekosten (zoals premie voor een roll-over lening). De bemiddelingskosten worden direct ten laste van de exploitatie gebracht. De kosten welke direct verband houden met de rentekosten van een lening (premie/ cap) worden geactiveerd en worden afgeschreven met een termijn gelijk aan de looptijd van de geldlening. Bij de aanvraag van een uitvoeringskrediet worden de gemaakte voorbereidingskosten integraal meegenomen in de totale kredietaanvraag. De kosten van (algemeen) onderzoek en ontwikkeling worden afgeschreven in maximaal vijf jaar.
Kadernota Waardering en afschrijving
15
geactualiseerd november 2007
9. Specifiek financiële vaste activa De financiële vaste activa zijn te onderscheiden in leningen aan woningbouwverenigingen, overige langlopende geldleningen aan derden, bijdragen aan activa in eigendom aan derden en deelnemingen. De financiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. 9.1 Bijdragen aan activa in eigendom van derden Deze kunnen worden geactiveerd indien er wordt voldaan aan de volgende voorwaarden: a. er sprake is van een investering door een derde; b. de investering draagt bij aan de publieke taak; c. de derde zich heeft verplicht tot het daadwerkelijk investeren, op een wijze zoals overeengekomen d. en de bijdrage kan worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering. De gemeente activeert in de regel geen activa in eigendom van derden. Slechts in het geval van bijzondere projecten met grote bedragen kan hierbij in de vorm van een raadsvoorstel worden afgeweken. 9.2 Deelnemingen Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Gelet op de wet FIDO zijn deelnemingen alleen toegestaan vanwege het publiekbelang. Activering van tekorten Overeenkomstig art. 364 BW2 is het niet toegestaan om tekorten te activeren. Verliezen worden niet vooruitgeschoven, maar worden genomen als ze zich voordoen. Winsten worden eerst verantwoord als ze zijn gerealiseerd. Het voorzichtigheidsbeginsel levert een zo zuiver mogelijke vermogenspositie. Beleidslijn Alkmaar: Een bijdrage aan activa in eigendom van derden komt in de regel ten laste van de exploitatie, slechts in het geval van bijzondere projecten met grote bedragen kan hierbij in de vorm van een raadsvoorstel worden afgeweken. De financiële activa zijn gewaardeerd tegen nominale waarde. Deelnemingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs of duurzaam lagere waarde en zijn alleen toegestaan vanwege het publiekbelang.
Kadernota Waardering en afschrijving
16
geactualiseerd november 2007
10. Besluitvorming over investeringen Indien aanmelding en vaststelling van een investering bij de Perspectiefnota niet mogelijk is, wordt er een afzonderlijk collegevoorstel en eventueel een raadsvoorstel gemaakt. Dit geldt uitsluitend voor investeringen in de loop van het jaar waarvan het zicht op de uitvoeringskosten ten tijde van de Perspectiefnota nog niet bekend was. In het college danwel raadsvoorstel wordt duidelijk gemaakt wat de financiële consequenties zijn inclusief een voorstel van dekking. De volgende regels zijn van toepassing op het verschuiven van restantkredieten: - de portefeuillehouder geeft in het BVO zijn of haar goedkeuring; - de kapitaallasten van beide kredieten vallen binnen hetzelfde programma; - de kredieten waren oorspronkelijk bedoeld voor hetzelfde doel - de begrotingswijziging wordt akkoord bevonden door het college. 10.1 Termijn beschikbaarheid kredieten Het toekennen van een maximale geldigheidsduur voorkomt een stuwmeer aan kredieten voor lopende dan wel niet opgestarte investeringswerken. Beschikbaar gestelde kredieten worden zo snel mogelijk afgesloten. Indien een beschikbaar gesteld krediet na maximaal 2 jaar niet (volledig) is benut, valt het restantkrediet vrij. Een krediet kan alleen langer open blijven indien de noodzaak daartoe voldoende en tijdig in een advies aan het college wordt aangetoond. Screening van investeringen bij de jaarrekening Het screenen van de kredieten vindt plaats bij het opmaken van de jaarrekening. Kredieten ouder dan 2 jaar worden aan de sectoren / bedrijven voorgelegd, met het verzoek de noodzaak aan te tonen waarom deze kredieten open moeten blijven staan. Deze lijst wordt afzonderlijk bij het aanbieden van de jaarrekening aan het college ter besluitvorming voorgelegd. Bij instemming van het college wordt het krediet meegenomen naar het volgende jaar. Beleidslijn Alkmaar: Kredieten worden zo snel mogelijk afgesloten. Indien een beschikbaar gesteld krediet na maximaal 2 jaar niet (volledig) is benut, valt het restantkrediet vrij. Een krediet kan alleen langer open blijven staan indien de noodzaak daartoe voldoende en tijdig aan het college wordt aangetoond.
Kadernota Waardering en afschrijving
17
geactualiseerd november 2007
Bijlage I: diverse artikelen Besluit Begroting en verantwoording (BBV) Met ingang van 1 januari 2004 is het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) van kracht. In het BBV zijn veel richtlijnen gegeven omtrent de waardering van vaste activa. De belangrijkste worden onderstaand uitgelicht: Paragraaf 4.5.3 Vaste activa Artikel 33 Onder de vaste activa worden afzonderlijk opgenomen de immateriële, de materiële en de financiële vaste activa. Artikel 34 In de balans worden onder de immateriële vaste activa afzonderlijk opgenomen: a. kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio; b. kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief. Artikel 35 1. In de balans worden onder de materiële vaste activa afzonderlijk opgenomen: a. investeringen met een economisch nut; b. investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. 2. Van de materiële vaste activa wordt aangegeven welke in erfpacht zijn uitgegeven. Artikel 36 In de balans worden onder de financiële vaste activa afzonderlijk opgenomen: a. kapitaalverstrekkingen aan: 1. deelnemingen; 2. gemeenschappelijke regelingen; 3. overige verbonden partijen; b. leningen aan: 1. woningbouwcorporaties; 2. deelnemingen; 3. overige verbonden partijen; c. overige langlopende leningen; d. overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer; e. bijdragen aan activa in eigendom van derden. Artikel 51 In de toelichting op de balans wordt aangegeven volgens welke methoden de afschrijvingen worden berekend. Ook wordt aangegeven welke investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut worden geactiveerd, welke afschrijvingstermijn hiervoor wordt voorzien en welke reserves hiervoor naar verwachting beschikbaar zullen zijn. Artikel 52 1. In de toelichting op de balans worden onder de materiële vaste activa afzonderlijk opgenomen: a. gronden en terreinen; b. woonruimten; c. bedrijfsgebouwen; d. grond-, weg- en waterbouwkundige werken; e. vervoermiddelen; f. machines, apparaten en installaties; g. overige materiële vaste activa. 2. In de toelichting op de balans wordt het verloop van de activa, als bedoeld in het eerste lid, gedurende het begrotingsjaar, in een sluitend overzicht weergegeven. Daaruit blijken, voor zover van toepassing: a. de boekwaarde aan het begin van het begrotingsjaar; b. de investeringen of desinvesteringen; c. de afschrijvingen; d. bijdragen van derden direct gerelateerd aan een actief; e. afwaarderingen wegens duurzame waardeverminderingen; f. de boekwaarde aan het einde van het begrotingsjaar.
Kadernota Waardering en afschrijving
18
geactualiseerd november 2007
HOOFDSTUK V WAARDERING, ACTIVEREN EN AFSCHRIJVEN Artikel 59 1. Alle investeringen met een economisch nut worden geactiveerd. 2. Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. 3. In afwijking van het eerste lid worden kunstvoorwerpen met een cultuur-historische waarde niet geactiveerd. 4. Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut kunnen worden geactiveerd. Artikel 60 Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief kunnen worden geactiveerd indien: a. het voornemen bestaat het actief te gebruiken of te verkopen; b. de technische uitvoerbaarheid om het actief te voltooien vaststaat; c. het actief in de toekomst economisch of maatschappelijk nut zal genereren en; d. de uitgaven die aan het actief zijn toe te rekenen betrouwbaar kunnen worden vastgesteld. Artikel 61 Bijdragen aan activa in eigendom van derden kunnen worden geactiveerd, indien: a. er sprake is van een investering door een derde; b. de investering bijdraagt aan de publieke taak; c. de derde zich heeft verplicht tot het daadwerkelijk investeren, op een wijze zoals is overeengekomen en; d. de bijdrage kan worden teruggevorderd, indien de derde in gebreke blijft of de provincie onderscheidenlijk gemeente anders recht kan doen gelden op de activa die samenhangen met de investering. Artikel 62 1. Alle vaste activa worden voor het bedrag van de investering geactiveerd. 2. In afwijking van het eerste lid mogen bijdragen van derden die in directe relatie staan met een actief op de waardering daarvan in mindering worden gebracht. 3. In afwijking van het eerste lid mogen reserves in mindering worden gebracht op investeringen, als bedoeld in artikel 59, het vierde lid. Artikel 63 1. Activa worden gewaardeerd op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. 2. De verkrijgingsprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. 3. De vervaardigingsprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten, welke rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. In de vervaardigingsprijs kunnen voorts worden opgenomen een redelijk deel van de indirecte kosten en de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend; in dat geval vermeldt de toelichting dat deze rente is geactiveerd. 4. Voor in erfpacht uitgegeven gronden geldt de uitgifteprijs van eerste uitgifte als verkrijgingsprijs. Gronden in eeuwigdurende erfpacht worden gewaardeerd tegen registratiewaarde. 5. Van activa waarvan de bestemming verandert, wordt de actuele waarde van de nieuwe bestemming in de toelichting op de balans opgenomen. 6. In afwijking van het eerste lid is waardering tegen actuele waarde toegestaan voor de activa van de Nazorgfondsen bedoeld in artikel 15.47 van de Wet milieubeheer. 7. Passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde, met uitzondering van voorzieningen die tegen contante waarde zijn gewaardeerd. 8. Eventuele voorzieningen wegens oninbaarheid worden met de nominale waarde van leningen en vorderingen verrekend. Artikel 64 1. De afschrijvingen geschieden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar. 2. Slechts om gegronde redenen mogen de afschrijvingen geschieden op andere grondslagen dan die welke in het voorafgaande begrotingsjaar zijn toegepast. De reden van de verandering wordt in de toelichting op de balans uiteengezet. Tevens wordt inzicht gegeven in haar betekenis voor de
Kadernota Waardering en afschrijving
19
geactualiseerd november 2007
3. 4. 5. 6.
financiële positie en voor de baten en de lasten aan de hand van aangepaste cijfers voor het begrotingsjaar of voor het voorafgaande begrotingsjaar. Op vaste activa met een beperkte gebruiksduur wordt jaarlijks afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur. In afwijking van het eerste en het derde lid kan er op de activa, bedoeld in artikel 59, vierde lid, extra worden afgeschreven. In afwijking van het derde lid is de afschrijvingsduur voor de immateriële vaste activa, bedoeld in artikel 34 onder a, maximaal gelijk aan de looptijd van de lening. In afwijking van het derde lid is de afschrijvingsduur voor de immateriële vaste activa, bedoeld in artikel 34 onder b, ten hoogste vijf jaar.
Artikel 65 1. Naar verwachting duurzame waardeverminderingen van vaste activa worden onafhankelijk van het resultaat van het boekjaar in aanmerking genomen. 2. Voorraden en deelnemingen worden tegen de marktwaarde gewaardeerd indien de marktwaarde lager is dan de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. 3. Een actief dat buiten gebruik wordt gesteld wordt afgewaardeerd op het moment van buitengebruikstelling, indien de restwaarde lager is dan de boekwaarde.
Kadernota Waardering en afschrijving
20
geactualiseerd november 2007
Bijlage II: Tabel afschrijvingstermijnen Er kunnen zich omstandigheden voordoen die aanleiding geven tot afwijkende termijnen (o.a. te verwachten levens- c.q. gebruiksduur, grootte van het geïnvesteerde bedrag etc.). In het Raadsvoorstel dient dan aangegeven te worden waarom van de standaard afschrijvingstermijn wordt afgeweken. Omschrijving van de investering
afschrijvingstermijn
Afvalbakken en containers Arbeids- en milieuveiligheid brandweer Automatisering: actieve componenten netwerk centrale systemen (voorz.) grote systemen (hardware) interdienstnetwerk kantoorautomatisering programmatuur vervanging p.c.'s en printers Bedrijfsmiddelen (machines/gereedschappen) Begraafplaatsen Beleidsplannen Bewegwijzering Brandweer: voertuigen verbindingsmiddelen blus/reddingsmiddelen Bruggen (herstel en reparatie) Bruggen (bouw) Bruggen (vernieuwen) Carillons (herstelwerkzaamheden) Energiebeperkende maatregelen Fiets- en voetgangerstunnels Gebouwen: aankoop alarminstallaties brandveiligheidsvoorzieningen c.v.-installaties (groot) wijziging c.q. verbetering c.v.-installaties grote installaties inventaris (o.a. meubilair) inrichting renovatie gebouwen stichting (steen) stichting semi-permanent gebouwen (o.a. wijkposten) stichting noodgebouwen uitbreiding gebouwen vloerbedekking voorzieningen (algemeen) voorzieningen ter beperking van het energieverbruik zonwering Geluidsschermen Gemalen bouwkundig Gemalen techniek Groenvoorzieningen reconstructie Groenvoorzieningen: sanering bomenbestand Grondkosten Huurwoonwagen Kunstgrasvelden Kosten geldlening (geen rente) Monumenten (restauratie)
Kadernota Waardering en afschrijving
21
10 10 5 5 5 5 5 5/7 5 5/10 40 5 15 15 5 5 10 40 30 15/25 15 40 40 10 10 20 10 20 10/15 15 25 40 15 15 30 10 10 10 10 15 40 15 20 20 nihil 25 ann 15 5 25
geactualiseerd november 2007
Meubilair vervanging Milieustraatjes Openbare verlichting (vervanging en vernieuwing) Parkeerautomaten Parkeergarages: - gebouwen - impregneren Parkeervoorzieningen Persoonlijke beschermingsmiddelen brandweer Programma huisvesting onderwijs Recreatievoorzieningen/groengebieden Rioleringen (sanering) Rioolgemalen (installaties) Rioolgemalen (gebouw) Rolemmers Rollend materieel Sportvoorzieningen: renovatie sportvelden/tennisbanen verlichtingsinstallaties grote renovaties beregeningsinstallaties Speelvelden (renovatie) Speelvelden (aanleg) Speelwerktuigen Strooiunits/sneeuwploeg Telefooninstallaties Verbindingsmiddelen brandweer Verkeersmaatregelen Verkeersregelinstallaties Vernieuwen hekwerken Volkstuinencomplexen Vuilniskisten Walmuren (renovatie) Werkplaatsapparatuur brandweer Wijkposten (gebouw) Wijkposten (inrichting) Wegen, straten en pleinen (reconstructie/verbetering) Woonwagenlokaties Zoutsilo's
Kadernota Waardering en afschrijving
22
10 10 30 10 30/50 ann 20 10 5 15 40 50 15 40 10 8 10 15 25 10 10 15 10 10 5 5 10 15 10 30 10 30 10 15 10 30 25 25
geactualiseerd november 2007