NOTULEN van de openbare vergadering van de Commissie Sociaal van de gemeente Berkelland, gehouden op 14 februari 2012, aansluitend aan de Commissie Bestuur, om 20.30 uur bij H.C.R. Prinsen te Haarlo. Aanwezig:
de heer M.T.J.M. Bouwmeesters (CDA), (voorzitter), de heer W. Kok, commissiegriffier, mevrouw H.J. Bosman (Gemeentebelangen), mevrouw U. Drexhage (Gemeentebelangen), de heer J.R. Jonk (CDA), de heer M.C. Ligtenbarg (CDA), de heer D. Meijerink (PvdA), de heer B.H.J.M. Morsink (Ondernemend Berkelland), de heer H.A.N. Nijhof (D66), de heer S. Nijhuis (GroenLinks), de heer E.M.M. Roosenboom (Ondernemend Berkelland), de heer H.M. Sieben (GroenLinks), de heer G.J. Teselink (VVD), de heer H.C. Timmer (VVD), de heer G.A. Westra (D66), mevrouw W.A. Wormgoor (PvdA).
Voorts aanwezig:
de heer H.L.M. Bloemen, burgemeester, mevrouw J. Harmsen – loco-secretaris, de heer J.B. Boer, wethouder (D66), de heer F.H.C. Mulkens, wethouder (VVD), diverse raadsleden, diverse overige belangstellenden.
Afwezig:
mevrouw J.G. Bent (Ondernemend Berkelland), mevrouw A.G.M. Bolster-ter Woerds (CDA), mevrouw J. Kuipers-Berfelo D66), de heer J.J.W. Zappeij (PvdA).
1. Opening De voorzitter opent de vergadering en heet iedereen hartelijk welkom. Mevrouw Bent is afwezig en wordt vervangen door de heer Morsink. Mevrouw Bolster wordt vervangen door de heer Jonk. 2. Spreekgelegenheid voor het publiek De voorzitter concludeert dat niemand gebruik wil maken van de spreekgelegenheid voor het publiek. 3. Vaststellen agenda De voorzitter meldt dat de heer Westra een mededeling wil doen. De heer Westra zegt dat het nu lijkt alsof zijn opmerking een voorzetje is. Op 8 februari jongstleden ontvingen we van het college een mededeling aangaande de decentralisatie van de Wet Werken Naar Vermogen, jeugdzorgstructuur en de AWBZ. Hij had dat graag vanavond willen bespreken. Spreker hoopt dat er ook andere partijen zullen zijn die het vanavond willen bespreken, omdat er dingen in staan waarvan men zich kan afvragen of dat de juiste weg is om te bewandelen. Bijvoorbeeld om het nu al te delegeren naar de regio.
1
De voorzitter meldt dat hij in een voorafje met de heer Westra heeft gezegd dat een dergelijk punt vanavond niet besproken kan worden, omdat de andere commissieleden het niet hebben kunnen voorbereiden. Hij heeft de heer Westra geadviseerd om het via het presidium op de agenda van de volgende commissie Sociaal te plaatsen. De voorzitter adviseert hetzelfde aan de leden van de commissie. De heer Jonk vindt dit soort structuurvragen altijd zeer ingewikkeld. Hij zou hier graag over na willen denken en er met mensen over willen praten die er verstand van hebben, om te bekijken hoe dit varkentje gewassen moet worden. De heer Roosenboom vindt dat het eerst via de geëigende weg, via het presidium, op de agenda gezet moet worden. Hij is er geen voorstander van om het nu ad hoc te bespreken. Mevrouw Drexhage vindt het uiterst belangrijk, zij vindt het ook goed dat de heer Westra het nu aanhaalt. Ze heeft er eerder ook vragen over gesteld. Ze zou graag meer uitleg willen hebben voordat het op de agenda wordt gezet, want het is zeer ingewikkelde materie. Het is niet iets wat je zomaar even bespreekt. De heer Westra geeft aan dat hij dit vanavond had willen uiteenzetten, zodat erover gediscussieerd kon worden. De voorzitter constateert dat het via het presidium zal lopen. In een volgende commissievergadering komt het dan terug. De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld. 4. Vaststelling notulen van 10 januari 2012 De voorzitter merkt op dat bij de dagtekening 16 februari is vermeld, maar dat moet 14 februari zijn. De notulen worden met inbegrip van deze wijziging vastgesteld. 5. Toezeggingenlijst De voorzitter constateert dat er geen op- of aanmerkingen op de toezeggingenlijst zijn. 6. Voorbereiding en rapportage vanuit de gemeenschappelijke regelingen De voorzitter constateert dat de commissie en het college geen opmerkingen hebben. 7. Mededelingen van het college in het kader van de actieve informatieplicht De voorzitter meldt dat wethouder Scharenborg eventuele mededelingen via de mail zal verspreiden. Het college en de commissieleden hebben geen opmerkingen. VOORSTEL BESPREEKSTUKKEN 8. Aanvraag Meerjarige Aanvullende Uitkering 2012 - 2014 Mevrouw Drexhage meldt dat het verbeterplan veel discussie oproept. Met dank aan D66 die er veel vragen over gesteld heeft. Die vragen zijn inmiddels beantwoord, maar spreekster heeft ze nog niet kunnen bestuderen want ze zijn net binnen. Hoe reëel zijn de uitstroomcijfers voor 2012 gezien de economische situatie? Spreekster geeft aan dat ze hierover al een antwoord heeft gekregen, want ze had gevraagd of de uitkering terugbetaald zou moeten worden als niet aan de doelstelling zou worden voldaan. In het antwoord werd echter aangegeven dat het erom gaat of het verwijtbaar is. Maar als wordt ingezet op een uitstroom van 347 mensen, in het verbeterplan is dat zelfs nog hoger, kan ons dan verweten worden dat we niet reëel zijn geweest gezien de economische situatie? Met betrekking tot de inzet op meer betrokkenheid van werkgevers werd in een voorlichting van SDOA gemeld dat dit niet nieuw is. Daarnaast zijn er veel werkgevers die de tering naar de nering moeten zetten om hun hoofd boven water te houden. Bovendien stond vandaag in de krant dat er zelfs geen stageplaatsen zijn.
2
In het raadsbesluit opteert men voor alternatief 1: personeelskosten opnieuw uit het participatiebudget. In 2011 ging het om 8,4 fte, en in 2012 om 15,4 fte. Dit, zodat het niet door de gemeente betaald hoefde te worden. Spreekster vindt het heel belangrijk om hierover met haar collega's te spreken. Alles wat naar het personeel gaat, kan niet op een andere manier ingezet worden. Eerder is dus al extra personeel ingezet gericht op de verbetering van de uitstroom, maar het is niet duidelijk of de kosten tegen de baten hebben opgewogen. In alternatief 2 wordt gekozen voor uitbesteding. In het stuk wordt gesteld dat dit duurder is, maar dat de SDOA niet meer kan sturen op klantniveau maar nog wel op contractniveau. Daarbij wordt de regie bemoeilijkt doordat er een informatieachterstand is. Voor Gemeentebelangen is deze materie geen dagelijkse kost, ook niet voor spreekster. Maar spreekster denkt dat via prestatieafspraken veel zaken kunnen worden vastgelegd, zeker als het gaat om cherry picking en over informatie. Scherp aanbesteden in deze tijd is wel mogelijk, en wellicht dat hierbij kan worden samengewerkt met andere gemeenten. Spreekster is er nog niet van overtuigd dat uitbesteden inderdaad duurder is. De raad heeft besloten om in te zetten op doelgroepen 1 en 2. Spreekster vraagt zich wel af, na het lezen van het verbeterplan, hoe in het kader van de Wet Werken Naar Vermogen aan de wettelijke taak wordt voldaan als het om de doelgroepen 3 en 4 gaat. Het opheffen van bijvoorbeeld een doe-team, waarvoor SDOA eerder geld vroeg omdat het zo goed werkte, verbaasde de spreekster zeer. Spreekster zou graag op korte termijn een visie van het college willen over hoe om te gaan met doelgroepen 3 en 4. De heer Nijhuis constateert dat het besluit uiteenvalt in twee punten. Enerzijds het aanvragen van een Meerjarige Aanvullende Uitkering. Daarop kan weinig tegen zijn. Het is bittere noodzaak om dit aan te vragen, omdat het anders ook niet mogelijk is. Daarnaast wordt gevraagd om in te stemmen met alternatief 1 van het businessplan voor de SDOA. Toen spreker het plan gelezen had, vroeg hij zich af of het geniaal in zijn eenvoud was door te opperen dat er een inkomensdeel is waarvan 984 uitkeringen betaald kunnen worden. Meer mogen er niet zijn, dus de rest stroomt uit. Spreker vraagt zich af of het zo mooi zal zijn, ook omdat er niet meer gemeenten op zijn gekomen. Inmiddels zijn er meer gemeenten opgekomen dat ze het ideaal ook moeten nastreven. De uitstroom van de rest is iets waarvoor nogal wat actie moet worden ondernomen. In de aanvraag van de MAU voor de gemeente Oost Gelre staat dat zij verwachten dat in de komende jaren de arbeidsmarktprognose niet beter wordt en de baanontwikkeling in de Achterhoek tussen 2012 en 2015 gemiddeld lager zal scoren dan het Nederlandse gemiddelde. Het UWV verwacht dat het aantal WW-uitkeringen zal stijgen. Spreker vraagt zich af waar het vandaan wordt gehaald dat er zoveel mensen kunnen uitstromen, ook nog mensen die in een categorie zitten die wat moeilijker bemiddelbaar is. Is alternatief 1 het beste alternatief? Misschien als het wordt afgewogen tegenover de andere twee mogelijkheden die worden aangeboden, dan is alternatief 1 misschien inderdaad de minst slechte oplossing. Maar spreker vindt dat het niet uitvoerbaar is. Hij denkt dat het niet mogelijk is om zoveel mensen uit te laten stromen in een markt zoals die er op dit moment bij ligt. Daarbij wordt vanavond gevraagd om alternatief 1 vast te stellen, maar in het plan wordt ook aangegeven dat men er al mee bezig is. Volgens spreker borduurt het voorstel verder op de MAU-aanvragen van Oost Gelre en Winterswijk. In dat geval is het niet relevant om te vragen om instemming, want 1 januari 2012 zou de organisatie al moeten werken conform dit plan. Spreker is benieuwd of dit inderdaad zo is. Op pagina 36 wordt ook een set prestatie-indicatoren genoemd. Spreker haalt de vier K’s aan. Blijkbaar worden die nu uitgewerkt. Spreker zou graag een kopietje van de uitwerking willen ontvangen. Spreker meldt dat hij moeite heeft met het voorstel dat vanavond voorligt, gezien de inhoud van het plan en de manier waarop het aangeboden wordt. Met betrekking tot de alternatieven had de spreker in eerste instantie ‘onzinnig’ opgeschreven, maar uiteindelijk heeft hij er ‘oppervlakkig’ bijgeschreven. Zijn het inderdaad alternatieven? Een mogelijk alternatief zou ook zijn om meer te investeren in mensen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt, zodat ze ook sneller uit kunnen stromen als het straks beter gaat op de arbeidsmarkt.
3
Spreker vindt dat ook een reëel alternatief. Dan wordt er gezegd dat er geen geld is, maar dat is er sowieso niet. In dat geval zou je verder kunnen kijken dan je neus lang is. Spreker vindt dat het college daarin gefaald heeft. Hoe gaat de wethouder dit verbeteren? De heer Teselink meldt dat de VVD kan instemmen met de aanvraag MAU. Niet aanvragen zou heel onverstandig zijn. Bij het advies staat ook een tweede aandachtspunt, en dat betreft het vaststellen van het businessplan. Daarover heeft de VVD nog wel vragen. Vorige week is de bestuursrapportage vastgesteld waarin ook werd verwezen naar alternatief 1. Nu zien we alternatief 1 en een paar andere alternatieven. Waarom is gekozen voor alternatief 1? De heer Nijhof meldt dat de bestuursrapportage eind vorig jaar is goedgekeurd. Daarmee is het verbeterplan feitelijk impliciet ook vastgesteld, want dat stond erin vermeld. Het verbeterplan kon destijds niet worden ingezien, maar het is ongeveer tien dagen geleden ter beschikking gesteld. Spreker is blij dat het alsnog op de agenda staat. De aanvraag voor de MAU zal D66 zeker niet blokkeren, want dat lijkt erg onhandig. Spreker heeft wel wat vragen over het verbeterplan. Onderweg naar deze commissievergadering heeft spreker een sms'je ontvangen waarin werd gemeld dat zijn vragen beantwoord waren. Hij heeft geprobeerd om de antwoorden te lezen, maar vanwege gesprekken met commissieleden is dat niet gelukt. Toch wil spreker zijn vraag over aantallen ook hier voorleggen. ‘Samen Anders’ gaat uit van een terugtredende overheid die initiatieven van burgers en de markt stimuleert. Het lijkt erop dat dit gedachtegoed in dit verbeterplan voor SDOA wat wordt losgelaten, want SDOA neemt hierin juist de hoofdrol door meer ambtenaren in te zetten. Is naar de mening van het college voldoende gekeken naar alternatieven die de ‘Samen anders’-uitgangspunten meer recht doen? In de komende twee jaar worden extra ambtenaren ingezet. Spreker heeft het getal 15,2 fte langs horen komen, en daar komen nog twee ambtenaren bij om het proces te versnellen. Deze extra ambtenaren worden ingezet om mensen uit de Wwb aan betaald werk te helpen. Daarvoor wordt ruim 2 miljoen euro aan het participatiebudget onttrokken. SDOA en zijn bestuur veronderstellen dat deze aanpak zal resulteren in een fors hogere uitstroom uit de Wwb. Daarmee zou een aflopend kostenschema voor de uitkering van de Wwb gerealiseerd worden. Daarnaast moet het verbeterplan leiden tot een compensatie van het Rijk inzake de MAU. Spreker is er nog niet zo van overtuigd dat de voorgestelde aanpak zo succesvol zal zijn en dat de voorgestelde aantallen gehaald zullen worden, omdat het niet een wezenlijk andere aanpak is dan die in het verleden is ingezet. Welke rol neemt het college aan binnen deze gemeenschappelijke regeling als het beoogde resultaat uitblijft? Welk minimaal uitstroompercentage is voor het college acceptabel? Naar aanleiding van de bestuursrapportage heeft spreker een aantal vragen gesteld. De totale uitstroomdoelstelling voor 2012 bleek 586 mensen te zijn. Daarvan is er een autonome uitstroom van 239 en 347 op basis van beleid. In het verbeterplan wordt echter aangegeven dat 475 mensen zullen uitstromen op basis van beleid. Uit het antwoord dat naar spreker gestuurd is, zou blijken dat dit aantal niet correct is. Maar in het rapport staat op allerlei plekken het aantal 475 vermeld. Opgeteld met de 239 mensen vanwege autonome uitstroom komt dat op een totale uitstroom van 714 mensen voor dit jaar. Het verschil tussen beide waarden voor de totale uitstroom is 125. De gemiddelde uitkering is 13.300 euro per jaar. Het gaat om een totaalbedrag van 1,6 of 1,7 miljoen euro. Spreker wil graag van het college horen welke van deze twee uitgangspunten gehanteerd wordt? Gaat het om een uitstroom van 586 of 714 mensen? De heer Ligtenbarg vindt de aanvraag voor de MAU ook niet meer dan logisch. Wat betreft de alternatieven onderschrijft spreker de vragen van de heer Nijhof. Is alternatief 1 wel een goed alternatief? Mevrouw Wormgoor meldt dat het voor de PvdA ook duidelijk is. De meerjarige aanvullende uitkering moet er gewoon komen. Het is al erg genoeg dat er een groot tekort is. De PvdA kijkt ook naar de economische prognoses, maar vindt die niet echt terug in de prognose van de SDOA. Het lijkt er allemaal wat rooskleuriger uit te zien. Spreekster houdt haar hart vast, dat geldt voor meer dingen.
4
Ze is erg blij met de technische vragen van de heer Nijhof. Zij heeft de antwoorden nog niet door kunnen nemen, dus wellicht komt ze er op een later tijdstip op terug. Er wordt geopteerd voor alternatief 1. Deze keuze lijkt inderdaad eenvoudig, maar ook rigoureus. Zeker als er een vergelijk wordt gemaakt met het verbeterplan zoals dat er aanvankelijk lag. Aan de hand daarvan zijn alternatieven opgesteld, omdat de gemeente zich er niet in kon vinden. Alternatief 1 betekent concreet dat meer dan de helft van het klantenbestand van de SDOA losgelaten wordt. Die mensen krijgen dus geen ondersteuning meer. Dat betekent dus ook dat deze groep buiten de radar gaat vallen. In het verbeterplan staat expliciet de waarschuwing van de SDOA dat signalen vanuit deze groep niet meer zullen worden opgevangen. Dat betekent dus ook dat er allerlei problemen zullen ontstaan die niet meer kenbaar zullen worden via de sociale dienst. In de praktijk wordt er niet meer toegewerkt naar vier groepen, maar naar drie groepen. Groep 3 kan nu voor een deel werken met soms intensieve ondersteuning, maar deze groep dreigt terug te zakken naar een situatie waarin arbeid niet meer mogelijk is. De SDOA merkt ook op dat deze groep in het verleden wellicht ten onrechte uit het participatiebudget is betaald voor dagbesteding en maatschappelijke activering, terwijl dit normaal gesproken eerder onder de Wmo zou vallen. In de praktijk betekent dit voor de Wmo, waar ook bezuinigd zal moeten worden, dat er extra kosten zullen komen omdat er een grote groep mensen bijkomt die geen ondersteuning krijgt vanuit de sociale dienst. Welke vorm van ondersteuning en welk vangnet kan de gemeente dan nog voor meer dan de helft van het klantenbestand bieden? Nu lijkt het erop alsof deze mensen gewoon worden losgelaten. Alternatief 1 lijkt misschien beter omdat die minder duur is voor de gemeente, maar wat is de doorwerking van die keuze op andere terreinen? Bijvoorbeeld voor een toekomstige MAU-aanvraag of voor de Wmo, waar ook bezuinigd zal moeten worden. Deze mensen verdwijnen niet en ze mogen ook niet uit het oog verloren worden. Volgens spreekster is dat het laatste dat we zouden moeten willen. Het lijkt wellicht alsof de kosten gebypassed zijn, maar zij vreest dat deze kosten er zullen blijven, maar dan in een ander gebied. In hoeverre is de keuze ook voor die terreinen gemaakt? In hoeverre is er inzicht in deze kosten? Kiezen voor alternatief 1 is zeer rigoureus. Hoe komt iemand die ogenschijnlijk moeilijk bemiddelbaar is, maar die zich toch ten dele kan en wil ontwikkelen, toch in aanmerking voor maatwerk? In een vorige vergadering heeft wethouder Boer verteld over de werkgeversbenadering en het nieuwe aspect daarvan, met name de focus op het midden- en kleinbedrijf waar meer mensen aan het werk zouden kunnen. Zijn er al resultaten of successen te melden in Berkelland? Wethouder Boer constateert dat een aantal commissieleden opmerkingen heeft gemaakt over de manier van aanbieden en de manier waarop deze gegevens tot hen zijn gekomen. In het verbeterplan staat inderdaad 11 september vermeld. Het plan wordt gemaakt in een Wgrsituatie samen met Winterswijk en Oost Gelre. Die twee gemeenten hebben zich eerder in het traject beziggehouden met het aanvragen van de MAU. Daarom moest het verbeterplan ook eerder klaar zijn. Eigenlijk is pas in de vorige raadsvergadering besloten om de MAU aan te vragen. Daardoor is er ook een misverstand ontstaan over de uitvoering van beleid. Bij de meeste gemeenten kwam het in een normale situatie ook niet in de commissie en in de raad. Het ministerie heeft moeite met de status van de sociale dienst binnen een gemeenschappelijke regeling. Zij schakelen het eigenlijk gelijk aan een instantie zoals Hameland. Zij geven aan dat wij geen sociale dienst hebben zoals negen van de tien gemeenten die hebben. We hebben dat in een Wgr-verband opgezet met andere gemeenten. Zij hechten eraan dat het verbeterplan voor de zekerheid ook aan de raad wordt voorgelegd, zoals dat ook gebeurt in de gemeenschappelijke regeling Hameland. In de oude situatie voor de Wgr sociale dienst was dat niet het geval geweest. Als het college eerder de indruk had gehad dat het verplicht was, dan had het college het verbeterplan voorgelegd. Maar nu komt het eigenlijk op speciaal verzoek alsnog naar de raad toe. In het vervolg zal dat altijd sneller kunnen.
5
Interruptie door de heer Timmer. Bij de behandeling van de bestuursrapportage werd ook steeds verwezen naar alternatieven. De vraag is waarom het verbeterplan toen niet is verstrekt? Wethouder Boer beaamt dat er in de bestuursrapportage inderdaad naar werd verwezen. Hetzelfde geldt voor de najaarsnota. Voor zover het voor de besluitvorming op dat moment van toepassing was, is verwezen naar de onderhavige onderdelen van het verbeterplan. Het verbeterplan is toen niet in zijn geheel verstrekt, maar er wordt ook wel eens verwezen naar een citaat in een encyclopedie terwijl de encyclopedie er zelf niet bijzit. In dat licht moet het bezien worden. De betreffende passages zijn wel toegevoegd bij de behandeling van de bestuursrapportage in de najaarsnota. In het vervolg zal het verbeterplan als dat nodig is eerder worden toegezonden. Alle commissieleden vragen zich af hoe reëel de uitstroomcijfers zijn en wat de juiste uitstroomcijfers zijn. De heer Nijhuis had het over 475 mensen, dat bij een aftreksom precies uitkomt op het aantal dat je mag hebben voor een uitkering. De heer Nijhof had het over verschillende aantallen. Het aantal is met name gebaseerd op het geld dat beschikbaar is voor bemiddeling. In het verbeterplan stond nog een bedrag van 3,8 miljoen euro aan participatiebudget. Daarin werd voor meer onderdelen en meer groepen geld ingezet. In die zin is er dus al een ander alternatief op tafel geweest en onderzocht. Dat zou aangeduid kunnen worden als de meest verregaande vorm, waarin ook het meeste geld omgaat, namelijk 3,8 miljoen euro. Vervolgens is vooral met het oog op financiën, veroorzaakt door de korting van het Rijk op het participatiebudget, uiteindelijk gekozen voor alternatief 1. Maar zelfs dat alternatief is niet meer reëel, want voor alternatief 1 wordt gesproken over 2,8 miljoen euro aan participatiebudget, maar in werkelijkheid is er nog een korting overheen gekomen vanuit de overheid. Het budget is nu teruggezakt naar 2,4 miljoen euro. Daarmee is ook het aantal dat met dat geld kan uitstromen lager. Dat is het verschil dat de heer Nijhof aanduidde. Het aantal is nu bijgesteld van 475 naar 347, omdat het college het ook niet reëel vindt om met 400.000 euro minder toch 475 mensen te laten uitstromen. Interruptie door de heer Nijhof. Wat doen wij met een verbeterplan waarin 475 mensen genoemd zijn, terwijl dat inmiddels zwaar achterhaald is? Wethouder Boer vindt niet dat het zwaar achterhaald is. Het is namelijk zo dat we niet gekozen hebben voor het verbeterplan, maar voor alternatief 1. In de vraagstelling wordt vaak gerefereerd aan het verbeterplan, maar dat is niet het onderwerp waarvoor gekozen is. In de beantwoording van de vragen komt dat ook terug. De actuele situatie is dat er nog een korting overheen is gekomen van 400.000 euro. Interruptie door de heer Nijhuis. Hij constateert dat de wethouder praat over het aantal mensen dat met een bepaald bedrag kan uitstromen. Het zou mooi zijn om zwart-op-wit te hebben dat met 1 miljoen euro een vast aantal mensen kan uitstromen, maar zo werkt het niet. Hoe legitiem is het plan dan nog? Ook als gekeken wordt naar de economische situatie zoals die in het plan wordt beschreven in vergelijking met de huidige situatie. Het zou dan aardig zijn dat de raad, als laatste in de besluitvorming, een actueel verbeterplan met reële uitgangspunten en doelen zou ontvangen. Wethouder Boer geeft aan dat de antwoorden in de beantwoording op de vragen van de heer Nijhof zijn verwerkt. Hoe reëel zijn de cijfers? In de eerste 10 maanden van 2011 deed de gemeente Berkelland het als een SDOA-gemeente beter dan de landelijke trend. Maar in november en december is dat heel snel in negatieve zin ingelopen. Nu zit de gemeente Berkelland ongeveer op de landelijke lijn. Als alles in ogenschouw wordt genomen, zoals nieuwe bedrijven en autonome uitstroom, dan ligt de gemeente Berkelland aan het begin van 2012 nog op koers. De zekerheid strekt echter niet verder dan een paar maanden. Het kan zo uitpakken dat het beoogde uitstroomcijfer bij lange na niet wordt gehaald, omdat de economische situatie heel onzeker is. Hoe erg is dat dan, welke risico's lopen we dan?
6
Zodra het niet behalen van de uitstroom verwijtbaar is en het ministerie aantoonbaar heeft gemaakt dat de werkloosheid meer oploopt dan dat de bedoeling was, dan kunnen we een aanwijzing krijgen en dan wordt de uitkering onder druk gezet. Met verwijtbaar wordt bedoeld dat maatregelen niet conform het verbeterplan zijn uitgevoerd. Maar als het verbeterplan netjes en correct wordt uitgevoerd en al het mogelijke is gedaan maar er toch belangrijke werkgevers omvallen, dan is dat niet verwijtbaar en wordt dus gewoon de aanvullende uitkering uitgekeerd. De heer Nijhof vindt dat de ‘Samen Anders’-gedachte wordt losgelaten omdat er 15 extra ambtenaren worden ingevlogen. Er is echter geen keus. De gemeente moet het participatiebudget volledig benutten. Het zijn gelden die verplicht gespendeerd moeten worden, op een goede manier zoals dat door het ministerie is goed bevonden. Als de gemeente dat niet doet dan komt de meerjarige aanvullende uitkering onder druk te staan. Dat risico is vele malen groter. De gemeente wordt eigenlijk gedwongen om deze maatregelen op deze manier te doen. Er kan wel over gediscussieerd worden of het geld in de markt gezet moet worden of dat er tijdelijk mensen op de loonlijst van de SDOA worden gezet. Het college heeft ervoor gekozen om het zelf te doen. Landelijk zijn er incidenteel best een aantal goede projecten aan te wijzen, maar door de bank genomen wordt er landelijk ongeveer 2 miljard euro uitbesteed aan allerlei bureaus. Maar per saldo komt men dan 0,2 procentpunt beter uit in vergelijking met als men het zelf doet. Ook werd gevraagd waarom er zoveel vertrouwen is dat de uitstroom toch wordt gehaald omdat het geen wezenlijk andere aanpak zou zijn. Spreker is het daar echter niet mee eens, omdat het nu specifiek anders is om zich te richten op één groep. Dat is wezenlijk anders in de aanpak en het is ook de meest kansrijke groep. In een jaar wordt geprobeerd met heel veel stoom en kokend water om 347 mensen aan een baan te helpen. Het college vindt deze aanpak gerechtvaardigd, omdat er vanuit financieel oogpunt druk op gezet moet worden. Het college zou het niet sociaal vinden om het altijd zo te blijven doen. Deze situatie geldt voor 2012. In het voorjaar van dit jaar komt het college met een collegebesluit over hoe wij de Wet Werken Naar Vermogen gaan inrichten. Spreker gaat ervan uit dat dit voor de zomer ook aan de raad kan worden meegegeven. Daarin worden voor alle groepen de middelen verdeeld, omdat we deze mensen niet langer dan een jaar aan hun lot willen overlaten. Op dat moment wordt de keuze gemaakt hoe de middelen verdeeld zullen worden over de verschillende doelgroepen. Mevrouw Wormgoor vroeg of voor bepaalde groepen nog maatwerk mogelijk is. De Wet Werken Naar Vermogen is bedoeld als maatwerk. Met de loonwaarde van een werknemer en met een scan moet gekeken kunnen worden welk maatwerk aan hem geboden kan worden. Het college heeft er vertrouwen in dat dit kan lukken, want er is best veel geloof in de Wet Werken Naar Vermogen. De korting die men er oplegt, is echter wel onredelijk. Als onze gemeente conform de Wet Werken Naar Vermogen zou werken met het oude budget, dan zou een veel grotere slag mogelijk zijn. Ergens is er ook een punt dat als het zeer succesvol is je hier nog meer geld in zou willen stoppen. Om een aantal redenen is dat heel moeilijk. Ten eerste is de capaciteit met veel pijn en moeite bij elkaar te schrapen. Deze mensen moeten over specifieke kwaliteiten beschikken. Daarnaast zitten er ook nog een aantal misfits tussen de opleiding en het gevraagde. Dan heb je niet meer zoveel aan extra mensen, maar moet er aan scholing gedacht worden. Dan over de Wmo en het schuiven met mensen en budgetten. Mevrouw Wormgoor gaf aan dat er bezuinigd wordt op de Wmo. Spreker weet niet of dat bezuinigingen in een tegenbegroting zijn of landelijke bezuinigingen, of een combinatie van beide. Bezuinigingen op de Wmo zitten er inderdaad aan te komen. Het gaat dan bijvoorbeeld om het Wsw-gedeelte, de transitie van de AWBZ en het hele verhaal van de dagbesteding en ‘beschut binnen’ van de Wsw. Daarvoor zou deels met budgetten de zaak ontschot kunnen worden om tot nieuwe keuzes te kunnen komen. Dat is inherent aan het voorstel dat rond de zomervakantie verspreid zal worden. Interruptie door de heer Nijhuis. Hij vindt de doorkijk naar de toekomst prettig, maar spreker roept op om het betoog te beperken tot wat de commissieleden op dit moment bezighoudt. Wat is de haalbaarheid van het voorliggende plan? Daarover hebben de meeste commissieleden twijfels en daarop is nog geen antwoord gegeven.
7
Wethouder Boer kan geen garantie geven dat het aantal van 347 mensen gehaald zal worden. Enerzijds omdat er dingen kunnen gebeuren buiten de maatregelen die in het verbeterplan staan. Spreker denkt echter dat met de maatregelen die in het verbeterplan zijn beschreven inderdaad 347 mensen kunnen uitstromen, maar dan wordt er ingezet op de meest kansrijke groep. Dat geeft een extra versnelling. Daarnaast wordt extra personeel ingezet. We gaan van 7 fte naar 13,89 fte voor de bemiddeling naar werk. Daarnaast wordt ook aandacht besteed aan de werkgeversbenadering, maar dat is in de presentatie van de heer Jonker al toegelicht. Mevrouw Wormgoor vroeg of er al successen te melden zijn. Spreker geeft aan dat hij dat nog niet kan, omdat hij daar nog niet naar gevraagd heeft. Het proces is nu zes weken onderweg. De werkgeversaanpak is een besluit dat voor komt te liggen te zijner tijd in de Wet Werken Naar Vermogen. Dat zal wellicht een verdere versnelling teweegbrengen als het om alternatief 1 gaat. Door de nieuwe werkgeversaanpak erbij in te vliegen wordt een extra stimulans gegeven om de 347 mensen uitstroom te kunnen halen. Mevrouw Drexhage vraagt waarover beslist moet worden als het proces toch al in werking is gezet. Wat is de status? De wethouder had het ook over haalbaarheid. Zou er niet lager ingezet kunnen worden, zodat de doelstelling wel gehaald kan worden? De wethouder gaf aan dat er een stuk zal komen in het kader van de Wet Werken Naar Vermogen met betrekking tot groepen 3 en 4. Maar ze worden nu losgelaten, terwijl er geld aan is uitgegeven voor het doe-team, dat eerder de hemel werd in geprezen. Nu is er geen geld meer voor. Spreekster vraagt zich af of er in het kader van de Wmo en de kanteling beleid met elkaar verbonden kan worden. Zij pleit ervoor om dingen die nu functioneren en die mensen in beweging brengen te blijven ondersteunen, want anders komen deze mensen gewoon thuis. Het gaat dan niet om het granieten bestand, maar om het bestand dat daarboven zit. Wellicht is het toch handig om daarin te blijven investeren. De heer Nijhuis constateert dat mevrouw Drexhage vraagt of de doelstelling wellicht naar beneden bijgesteld kan worden, maar spreker is het met de wethouder eens dat er wel ambitie moet zijn. Het is op zich logisch dat er wordt aangesloten bij het geld dat er is. Zoveel geld is er om uitkeringen te verstrekken. Maar daarbij moet het allemaal wel reëel blijven. De heer Nijhof sloeg in de eerste termijn de spijker op zijn kop door te zeggen dat dit plan eigenlijk niet wezenlijk anders is dan wat we nu doen. Het is een soort herbevestiging van de taken die we hebben en van wat we willen bereiken, namelijk mensen een plaats in de maatschappij bieden. Het liefst met een betaalde baan. Hoe gaat het nu met de nieuwe aanpak? Er zijn meer poppetjes en er wordt getracht de werkgeversaanpak goed op te zetten. Spreker heeft zijn twijfels over het plan als dit inderdaad alles is. Het college heeft besloten om het zelf te doen. Maar als nu nog begonnen moet worden om het van de grond af op te bouwen, dan zet de spreker daar wel wat vraagtekens bij. Er zijn nog 20 maanden om het hele verhaal aan elkaar te breien. Als het nu allemaal nog in de kinderschoenen staat, dan getuigt dat niet van realiteitszin. Spreker weet ook niet hoe het allemaal opgelost moet worden. Daarvoor is het ook erg ingewikkeld, ook omdat de gemeente in de gemeenschappelijke regeling zit. Maar we zullen iets anders of meer moeten doen dan nu in het verbeterplan staat. De heer Teselink vindt dat de wethouder een vurig betoog heeft gehouden. Op 1 januari is hiermee begonnen, maar welke invloed kan er nog worden uitgeoefend als het gaat om alternatief 1 of alternatief 2? Garanties geven kan niemand, maar hoe realistisch zijn de ambities die zijn verwoord in het plan? Zeker als we een risico lopen om gelden mis te lopen als we de ambities niet halen. De wethouder houdt opnieuw een vurig betoog over jobcoaching en de werkgeversaanpak, maar hiermee was het Werkplein toch ook al bezig? De heer Nijhof beaamt dat bij alternatief 1 inderdaad een uitstroom van 347 mensen is vermeld. Samen met de autonome uitstroom resulteert dat in een totale uitstroom van 586.
8
De portefeuillehouder had het over stoom en kokend water. Alternatief 1 lijkt van wezenlijk belang voor de gemeentelijke begroting, maar het gaat ook om mensen die veelal niet op eigen kracht een baan kunnen vinden en die ondersteuning goed kunnen gebruiken. Maar het gaat ook om het maatschappelijk welzijn, de leefbaarheid en de lokale economie. Als er in toenemende mate mensen in de bijstand zouden komen, dan heeft dat effect op het uitgavenpatroon. Spreker vindt dat het daarom een hoge prioriteit zou moeten hebben, ergens in de top 3. De wethouder gaf aan dat hij nog niet heeft gevraagd naar de resultaten. Dit verbeterplan loopt vanaf 1 januari 2012. Het is inmiddels 14 februari 2012 en we hebben een periode van twee jaar om dit te doen. Op dit moment zijn er 32 werkdagen verlopen, gemakshalve zes weken. Spreker is benieuwd of de portefeuillehouder of SDOA weet hoeveel mensen er tot nu toe zijn uitgestroomd. Het moet niet zo zijn dat we er over een half jaar achterkomen dat we vreselijk van de doelstelling afwijken. Spreker denkt dat het per dag bijgehouden kan worden. Spreker is er niet van overtuigd dat de doelstelling gehaald zal worden, maar hij hoopt het van harte. De heer Ligtenbarg zet wat vraagtekens bij de hoge ambities. Het halen van de doelstellingen is ook afhankelijk van de economie, dat is op dit moment een bijzonder onzekere factor. Spreker wil graag weten of de portefeuillehouder zelf vertrouwen heeft in het voorliggende plan. Mevrouw Wormgoor constateert dat de portefeuillehouder aan de ene kant ontzettend zeker lijkt met dit plan een zuivere koers in handen te hebben. Op basis van het plan zullen de gemeente en anderen afgerekend worden door het Rijk en door de mensen die straks gaan uitstromen. Maar aan de andere kant geeft de portefeuillehouder ook aan dat alles onzeker is. Dat betekent dat de vinger aan de pols gehouden moet worden. Spreekster vindt het vervelend dat in die onzekerheid er ook nog onzekerheid is over wanneer de raad mag beslissen over zaken, wanneer er een uitwerking van een actueel plan zal komen en wanneer we terugvallen op een begroting, een tegenbegroting of een bezuiniging. Iedereen probeert de eindjes aan elkaar te knopen. Het is dan aan de ene kant lastig om vast te houden aan de cijfers die in de plannen genoemd worden, aan de andere kant alles als onzeker te betitelen. Spreekster vraagt zich af of het voor het Rijk en de gemeente verwijtbaar is als nu wordt voorgespiegeld dat 347 mensen zullen uitstromen, maar dat het straks niet of bij lange na niet gehaald wordt. Zij roept op om niet uit het oog te verliezen dat het hier om mensen gaat, en niet om cijfertjes of proefballonnetjes omdat we geen geld hebben. Als iets geld waard is, dan is het wel de mensheid. De Wet Werken Naar Vermogen zal inzetten op groep 3 en mensen hun eigen kracht laten gebruiken om zoveel mogelijk te bereiken. Alternatief 1 houdt in dat 55% van het SDOA-bestand wordt losgelaten en in een zwart gat terecht zal komen gedurende een bepaalde tijd. In die tijd, die voor ons kort kan lijken of overbrugbaar, kunnen mensen volledig aan lager wal raken. Niet alleen in financiële zin, maar ook in mentale zin. Spreekster roept op om dat voor ogen te houden als over dit soort zaken gesproken wordt. Zij geeft aan daarbij zeker geen behoefte te hebben aan grapjes over een tegenbegroting. Als het gaat om de Wmo en bezuinigingen die opdoemen vanwege de Wet Werken Naar Vermogen en het voorgestelde alternatief 1, is het belangrijk dat er gekeken wordt naar de kosten die in het vervolg terecht zullen komen. Hoe kunnen we deze mensen blijven volgen? Het is in feite een gemeentelijke taak. Maar uiteindelijk zitten we met de ambitieuze doelstelling van 347 mensen uitstroom, waarvan spreekster ook betwijfelt of deze doelstelling gehaald zal worden. Dit is een ernstige zaak. Monitoren is uitermate belangrijk. Er is niets op tegen om te zeggen dat de situatie onzeker is, maar het is wel nodig om reëel te blijven en het voor deze mensen te doen. De heer Nijhof. Welke rol neemt de gemeente in de gemeenschappelijke regeling als het beoogde resultaat uitblijft? Welk uitstroompercentage is voor het college minimaal acceptabel?
9
Wethouder Boer meldt dat het college iedere twee maanden cijfers aangeleverd krijgt. Daarnaast neemt de wethouder aan dat SDOA het beraad bijeen roept als dingen ernstig dreigen te ontsporen, zodat er eerder geschakeld kan worden. Hij vindt dat niet meer dan normaal. Op het moment dat dingen ontsporen, dan is de reactie aan de ene kant afhankelijk van de oorzaak, bijvoorbeeld als er maar twee bemiddelaars van de zeven benoemd kunnen worden en de rest om welke reden dan ook niet beschikbaar is. Dan zouden de uitvoering en de uitkering onder druk komen te staan. Het college zal dan een andere rol aannemen, dan wanneer het om een incident gaat, bijvoorbeeld een belangrijke werkgever die wegvalt. Als er iets gebeurt met een relatief grote impact, dan is het wellicht nodig om eigen middelen bovenop het participatiebudget te doen om toch een bepaalde uitstroom te krijgen. Dat is een mogelijke reactie. Spreker heeft er niet over nagedacht bij welk percentage het college aan de noodrem zou moeten trekken. Het voorliggende plan geeft de richting aan. Als er van de doelstelling wordt afgeweken, dan wordt altijd gekeken naar mogelijke bijstellingen. Het is niet zo dat pas over bijstellen wordt nagedacht als er bijvoorbeeld 10% of 20% wordt afgeweken. De wethouder zou daaraan geen percentage willen hangen. Interruptie door de heer Nijhof. Spreker vindt dit billijk, omdat het in de eerste plaats een verantwoordelijkheid van het bestuur is. Spreker redeneert dat als iedere twee maanden cijfers worden aangeleverd, het in de praktijk drie maanden duurt voordat de cijfers zijn doorgenomen en besproken. Per dag zullen er gemiddeld 2,6 mensen moeten uitstromen. Spreker adviseert om iedere week te monitoren en ook iedere week bij het bestuur te informeren. 90 dagen maal 2,6 mensen betreft heel veel fte die eventueel gemist zouden kunnen worden. Spreker pleit voor een strakkere monitoring. Interruptie van de heer Nijhuis. Wat als de organisatie niet rondkomt? In het plan staat dat op 1 januari 2012 de organisatie moest staan conform het verbeterplan. Loopt de organisatie nu al volgens plan? Spreker gaat ervan uit dat als de organisatie conform plan loopt, alle inhuur en extra's op hun plek zijn en dat het allemaal werkt. Wethouder Boer geeft aan dat hij niet voor alle 15,4 fte kan zeggen of dat het geval is. Kort nadat dit verhaal voor Oost Gelre en Winterswijk is gaan lopen in september zijn er al contacten gelegd met gemeenten en Hameland om te kijken of er mensen beschikbaar waren. De wethouder is het ermee eens dat het monitoren nauwkeurig moet gebeuren. Hij is ervan overtuigd dat SDOA goede monitoring doet van dag tot dag en van week tot week. Bestuurders staan er iets verder vanaf. Cijfers worden iedere twee maanden aangeleverd. De wethouder vertrouwt erop dat SDOA, als er aanleiding toe is, de betrokkenen zal informeren. In de bestuursrapportages van de SDOA wordt met name aan alternatief 1 extra aandacht besteed, zodat daarmee een goede indruk kan worden verkregen. In de tekst in de najaarsnota die betrekking had op het verbeterplan stond dat het verbeterplan in 2011 en 2012 uitgevoerd zou worden, want met de Wet Werken Naar Vermogen wordt deze situatie feitelijk al ingehaald. De Wet Werken Naar Vermogen gaat in op 1 januari 2013, terwijl verbeterplannen in het verleden een langere doorkijk hadden dan 2012. In de beleving van spreker wordt er voor het zomerreces een besluit genomen over hoe de Wet Werken Naar Vermogen per 1 januari 2013 in de gemeente Berkelland moet werken. In 2012 zal daar waarschijnlijk ook al deels naar gehandeld worden. De wethouder denkt dat gaandeweg het jaar dingen anders gedaan zullen worden en gedaan kunnen worden. Dat kan betekenen dat er extra sturing komt voor bepaalde groepen. Interruptie door de heer Nijhuis. Spreker vindt dat er geen smoesjes verzonnen moeten worden. De Wet Werken Naar Vermogen komt eraan, maar de tijd loopt. Als de wethouder nu niet aan kan geven dat de organisatie staat, dan baart dat spreker zorgen. Wethouder Boer geeft aan dat de organisatie staat. Na zes weken liggen we nog op koers. Waarschijnlijk wordt deze situatie echter halverwege dit jaar, of in maand zeven of acht, ingehaald omdat de gemeente op moet schakelen naar de situatie per 1 januari 2013.
10
Dan ontstaat er waarschijnlijk een nieuwe situatie die hier en daar nieuwe mogelijkheden kan geven. Bijvoorbeeld voor groepen waarvoor nu besloten wordt om de ondersteuning te reduceren. Overigens wordt er nog steeds ondersteuning gegeven aan onderdelen voor groepen 3 en 4. Zo worden bijvoorbeeld een aantal ID-banen doorgestart. Voor een groot deel van deze mensen zal er echter gedurende 2012 geen ondersteuning meer zijn. De focus komt te liggen op de meest kansrijke groep om een hoge uitstroom te realiseren. Maar in de beleving van de wethouder zal in 2012 een besluit worden genomen over de uitvoering van de Wet Werken Naar Vrmogen, wat wellicht zal betekenen dat op een aantal terreinen een nieuwe manier gebruikt zal worden. Mogelijk is dat ook het geval voor de mensen die nu buiten de boot vallen. Interruptie door mevrouw Wormgoor. Spreekster waardeert het antwoord van de wethouder, maar het gaat nog steeds over een jaar ook al wordt er vooruitgelopen op de Wet Werken Naar Vermogen. Zij betreurt het dat niet kan worden aangegeven hoe deze mensen toch geholpen kunnen worden. Het gaat om mensen, 52% van het bestand, die nu voor een jaar buiten de boot vallen. Wethouder Boer vindt niet dat er helemaal niets meer gebeurt. Op dit moment wordt er al minder ingezet op deze groepen omdat het participatiebudget afgeroomd wordt. Het is een keuze. Als we de uitstroom realiseren aan de ene kant, dan kan het participatiebudget ook weer anders aangewend worden. Het is een keuze voor een periode van 10 maanden, die waarschijnlijk in het komende jaar ingehaald wordt door de Wet Werken Naar Vermogen. De wethouder geeft een voorbeeld. Bij de SDOA waren er nog 33 ID-banen. Van 3 banen is gezegd dat die tot de pensioengerechtigde leeftijd door zullen lopen. Van 7 banen wordt getracht om ze onder te brengen bij een gesubsidieerde instelling. Voor al die andere banen organiseert de SDOA gesprekken met de werkgevers, waarbij getracht wordt om de werkgever te bewegen de persoon in dienst te nemen, omdat het nooit de bedoeling was om deze mensen 7 of 8 jaar in een gesponsorde baan te houden. Het feit dat men er soms al 12 jaar werkt, geeft al aan dat ze heel goed werk doen en ook prima bevallen bij de werkgever. Dat zijn acties die wel degelijk nog steeds voor deze groep worden uitgevoerd. Het is niet zo dat er helemaal niets meer gebeurt. Nu is ervoor gekozen om de komende 10 maanden in te zetten op een specifieke groep. De andere groepen staan niet in de kou, want die krijgen een passend stukje maatwerk voor bemiddeling naar betaald of vrijwilligerswerk. De wethouder betreurt dat mevrouw Wormgoor zijn opmerking over een tegenbegroting als een grapje heeft ervaren. Het was bedoeld om aan te geven dat het om een budget gaat waar bijna geen cent meer vanaf kan, terwijl een steeds grotere groep eruit moet putten. De heer Teselink vroeg of het Werkplein het niet goed deed. Spreker geeft aan dat het Werkplein het inderdaad verkeerd deed als het gaat om de werkgeversbenadering. Op zich heeft het Werkplein een aantal dingen ook goed gedaan, maar als het om de werkgeversbenadering gaat dan redeneerde men met name vanuit het eigen aanbod en niet vanuit de vraag. Zolang de economie oplopend is, kan dat lang worden volgehouden. Want dan is alles wat aangeboden wordt al snel goed. Maar als de economie aflopend is, dan werkt een dergelijke werkgeversbenadering niet. Dat wordt nu bijgesteld. Het college vertrouwt erop dat met dit verbeterplan de verwachte uitstroom gerealiseerd zal worden. Als dat niet zo zal zijn, dan zal het college er alles aan doen. Spreker geeft echter aan dat hij niet in de toekomst kan kijken, want het zijn enorm onzekere tijden. Het voorstel zal als bespreekstuk worden geagendeerd voor de aanstaande raadsvergadering.
11
9. Rondvraag De voorzitter geeft aan dat er geen behoefte voor een rondvraag is aangegeven. 10. Sluiting Niets meer aan de orde zijnde sluit de voorzitter om 21.40 uur de vergadering.
Aldus vastgesteld in de vergadering van 28 maart 2012 de griffier,
de voorzitter,
12