StadsOntwikkeling
Projectmanagementbureau
Postadres Postbus 8406, 3503 RK Utrecht
Telefoon 030 - 286 49 44 Fax 030 - 286 49 47 www.utrecht.nl
Vergaderverslag Bijeenkomst
Informatieavond renovatie
Datum
15 maart 2012
Plaats
Utrecht
Tijdstip
Stadsschouwburg Utrecht
Verslag door
E. Goes
(Kassing Notuleerservice)
20.00 – 22.15 uur
Agendapunten
1. Opening en welkom 2. Korte toelichting op de plannen door mevrouw Claus en de heren Kuiper, Bakker, Horst en Van den Brink 3. Vragen en reacties 4. Vervolgtraject Deelnemers Gemeente Utrecht: mevrouw E. Leicher (wijkmanager Binnenstad), de heren H. Baartman (gespreksleider), F. Van den Brink (senior boomtechnisch adviseur), W. Horst (beheerder Zochterpark), R. Roos (bouwmanager), A. Schut (hoofd Stedenbouw en Monumenten), F. Velthuijs (hoofd Vastgoedbedrijf Stadsontwikkeling) Stadsschouwburg Utrecht: mevrouw L. Claus (directeur) Van Hoogevest Architecten: de heren R. Kuiper en M. Bakker Circa 50 omwonenden/belangstellenden Verslag 1. Opening en welkom De heer Baartman opent de bijeenkomst om 20.00 uur. Het college van B&W heeft kennis genomen van de renovatieplannen van de Stadschouwburg Utrecht en heeft op 29 februari jl. het principebesluit genomen deze aan de gemeenteraad voor te leggen, na horing van de belangengroepen/reacties omwonenden. Deze eerste informatieavond beoogt te informeren en consulteren. Mevrouw Leicher, wijkmanager Binnenstad, benadrukt desgevraagd dat het geen inspraakavond betreft. Formele inspraak volgt na het definitieve besluit van het college. 2.
Korte toelichting op de plannen door mevrouw Claus, de heren Kuiper, Bakker, Horst en Van den Brink
Mevrouw Claus licht de achtergrond van de renovatieplannen toe. De schouwburg opende in 1941, een ontwerp van Dudok. In de loop der jaren hebben meerdere verbouwingen plaatsgevonden, ingegeven door de veranderende eisen aan de presentatie van de voorstellingen of aan de publieksontvangst. De Actie Tomaat in 1969 luidde het begin in van een omvangrijke herziening in de presentatie van het theater. Naast het klassieke lijsttheater ontstonden landelijk steeds meer vlakke vloertheaters (publiek maakt onderdeel uit van het theater, geen scheiding tussen toneel en zaal) zoals Kikker (1972) en ’T Hoogt (1973). Grote verbouwing van de schouwburg vond plaats in 1976 (ombouw Feestzaal tot Blauwe Zaal, creatie decorlift) en in 1995 (aanpassing toneel Grote Zaal, zodat grote voorstellingen goed konden worden gefaciliteerd). Vanaf 2008 is gestart met verbeterplannen voor de Blauwe Zaal, die inmiddels te klein en ondiep was geworden. Van Hoogevest Architecten zijn na aanbesteding aangewezen voor deze verbouwing. Naast de mogelijkheid de huidige plek te renoveren en opnieuw in te delen stelden zij een variant onder de grond voor, wat de volgende voordelen biedt:
Verslag
StadsOntwikkeling
Projectmanagementbureau
Ruimtelijk, met een capaciteit van 285 stoelen in plaats van de 180 die maximaal te realiseren zijn op de huidige locatie. • Een zaal met bijna 300 stoelen is een belangrijke toevoeging aan de culturele infrastructuur in de stad Utrecht. • De Blauwe Zaal wordt weer een feestzaal, wat de oorspronkelijke functie was van dat gedeelte van de schouwburg die inmiddels de status heeft van rijksmonument. Dit geeft opnieuw de oude allure en biedt de schouwburg ruimere mogelijkheden als cultureel ondernemer. Conclusie: de renovatie van de Blauwe Zaal op de huidige locatie is een goede oplossing, een ondergrondse theaterzaal is een nog betere optie. •
De heer Kuiper informeert dat Van Hoogevest veel ervaring heeft met het werken ondergronds (zoals bij het Koninklijk Huisarchief) en met Dudokgebouwen (zoals het raadhuis in Hilversum). De opdracht voor de Stadschouwburg Utrecht omvat: • Het verbeteren van de routing van publiek en logistiek • Het centraliseren van de kantoren • De herinrichting van restaurant Zindering • De herindeling van de Blauwe Zaal • Het verbeteren van het energielabel (verduurzamen van het gebouw). De heer Kuiper toont aan de hand van tekeningen onder andere de verplaatsing van werkplekken, herindeling van het entreegebied en de garderobe en een transparantere verbinding tussen interieur en park. Daarnaast wordt de loading dock vergroot zodat vrachtwagencombinaties weer kunnen laden en lossen bij het achtertoneel met gesloten deuren. Die moeten nu vaak open blijven staan omdat de lengte van trailers door de jaren heen is toegenomen. Het souterrain is opgesplitst in twee delen, ten behoeve van het herinrichten van de kantoren en de opslag/bevoorrading van de horeca. Er komt een ruimer restaurant, met nog meer uitzicht over het Zocherpark en de Dom. De tribune van de Blauwe Zaal wordt 90 graden gedraaid en het podium wordt vergroot. Het is essentieel dit alles installatietechnisch minutieus in te passen om zo min mogelijk de belijningen van Dudok aan te passen, een dakophoging is daarom niet aan de orde. Voordelen van een ondergrondse theaterzaal zijn: • Duurzame monumentenzorg • Het Dudokconcept wordt verbeterd • Blackbox optimaal onder de grond • De Feestzaal wordt in de oude luister hersteld, met minder constructieve aanpassingen. De enige uiterlijke gevolgen voor het Zocherpark zijn een insneding in de bestrating voor de lift voor laden en lossen. Vluchtroutes en installaties lopen via de bestaande schouwburg. De heer Bakker schetst de planning: 2012: Uitwerking van het ontwerp en de omgevingsvergunning (monumenten) 2013: Aanbesteding en gunning Juli 2013: Start bouw renovatie; met de bouwtijd is circa achttien maanden gemoeid. De voorstellingen in de Grote Zaal gaan gedurende deze periode gewoon door terwijl de Blauwe Zaal, het restaurant en de entree worden gerenoveerd. De bouwplaatsinrichting vindt plaats met pontons in het water. Deze versmalling in de vaarroute levert geen hinder op voor rondvaartboten. Als bouwmethodiek voor de nieuwbouw van de ondergrondse zaal wordt een afzinkkelder gebruikt. Bouw vindt plaats middels prefab kelderwanden op het maaiveld. Uitgraven kelder geschiedt door het afzinken in het terrein, het grondwater blijft daarbij in de bouwput aanwezig. De heer Horst schetst de historie van het Lucasbolwerk. In de afgelopen drie jaar is het originele ontwerp van Zocher in de oude staat hersteld van rond 1870. Ook het bomenbestand dateert grotendeels uit die periode en is aangevuld met nieuwe bomen. Uitgangspunt na de renovatie is dat van de zaal in het park niets te zien zal zijn.
2/5
StadsOntwikkeling
Projectmanagementbureau
De heer Van den Brink vult aan dat twee bomen kritisch zijn (een Metasequioa en een jonge Libanonceder). Er wordt een BEA (bomeneffectenanalyse) uitgevoerd naar onder andere de kwaliteit en levensverwachting van bomen, daarnaast wordt de soort, conditie, stam- en kroondoornsnede bekeken en een bodem- en bewortelingsonderzoek uitgevoerd. Vervolgens wordt een bomenbeschermingsplan opgesteld met de eisen voor de bescherming van bomen, de routing van de bouwweg en de eisen voor opslag van materialen. Met deze maatregelen blijft het behoud van de bomen gewaarborgd. 3. Vragen en reacties Mevrouw Van Winter, historica, vraagt zich af hoe de bouwhistorische resten van het Lucasbolwerk worden beschermd. De heer Bakker antwoordt dat uit archeolgisch bodemonderzoek voor dit gebied is gebleken dat het altijd een aarden wal is geweest. Destijds zijn resten gevonden van een tegelbakkerij. Er wordt met de eerder geschetste bouwmethode aanvullend onderzoek gedaan gedurende de graafwerkzaamheden. Het grondwater staat tot circa drie meter, de meeste vondsten zullen in de eerste laag te vinden zijn. De heer Schut vult aan dat er een vergunning komt die afgestemd is op archeologisch onderzoek, deels vooraf en grotendeels parallel aan de bouw. Mevrouw De Kleij, buurtbewoonster, vraagt zich af hoeveel grond wordt verwijderd en hoe dit wordt afgevoerd. Hoeveel vrachtwagens en hoeveel verkeersbeweging betekent dit? De heer Bakker antwoordt dat er 4.000–5.000 m3 grond uit het gebied zal worden verwijderd. Mogelijk wordt dit opgeslagen in een depot of ter plaatse. Mogelijk wordt de grond met aken via de singels afgevoerd. De plannen hierover zijn nog niet duidelijk. Als alle grond met vrachtwagens moet worden afgevoerd betekent dat gedurende een korte periode intensief vrachtverkeer zal plaatsvinden van circa 180 vrachtwagens. Mevrouw Van den Brink, buurtbewoonster, vraagt naar het kostenaspect. Is er voldoende dekking in deze economische recessie? Valt deze methode niet veel duurder uit? De heer Velthuijs benadrukt dat als randvoorwaarde voor deze ondergrondse zaal is gesteld de realiseerbaarheid binnen het budget. De bouw blijft binnen de financiële kaders zo blijft het dak intact en kunnen de daarvoor bestemde middelen anders aangewend worden. Daarnaast kan de schouwburg meer inkomsten genereren door de exploitatie van de Feestzaal en de meeropbrengst van de theaterzaal en vervolgens meer huur betalen aan de eigenaar, de gemeente Utrecht. Er worden geen exacte bedragen genoemd aangezien men nog bezig moet met de aanbesteding.
De heer Bosgra vraagt naar deze raming. Welke kosten zijn meegenomen, alleen de verbouwing of ook zaken als planschade en het afvoeren van grond? De heer Velthuijs antwoordt dat alle activiteiten zijn meegeraamd in de planning, waarbij een risicopercentage op de geschatte bouwkosten is ingecalculeerd. Er moeten nog uitwerkingen van de schattingen plaatsvinden die kunnen leiden tot een aanpassing van de kosten. De heer Verheugen vraagt of bij het afzinken gebruik wordt gemaakt van de methode bentoniet (grondvervanger om te zorgen dat een put niet ineenstort). De heer Bakker licht het proces van afgraven toe, waarbij gebruik wordt gemaakt van prefab kelderelementen. Mevrouw Leicher stelt dat algemeen bekend is dat voor de goedlopende schouwburg al langere tijd wordt gezocht naar een derde, middelgrote zaal met 200-300 stoelen. Waarom deze plek, wat zijn de voor- en de nadelen? En is er een oplossing voor het fietsenprobleem? Mevrouw Claus stelt dat er geen sprake is van een derde theaterzaal, de Blauwe Zaal wordt gerenoveerd en een multifunctionele feestzaal keert terug op de oude plek. Het fietsparkeren is een apart project, mogelijk wordt ook een ondergrondse fietsenstalling gerealiseerd met 500 plaatsen. De heer Donkersloot, bezoeker, onderscheidt Plan A en Plan B, een theaterzaal op de huidige plek en een ondergrondse zaal, beide binnen hetzelfde budget. Klopt dit? Mevrouw Claus bevestigt dit.
3/5
StadsOntwikkeling
Projectmanagementbureau
De heer Wichern, omwonende, spreekt als vakgenoot zijn waardering uit voor het plan. Na eerdere gesprekken over een fietstransferium zou het prettig zijn als dit gerealiseerd wordt. Hij vraagt uitleg over een kelder die hij gesitueerd ziet voor de loading dock. De heer Kuiper toont de ondergrondse oplossing voor opslag/archief en een fietsenstalling voor het personeel. In het programma van eisen ging men ervan uit dat de hele loading dock onderkelderd zou moeten worden hiervoor. Dit is een veel eenvoudiger en goedkopere oplossing. De logistiek voor het transport voor de bevoorrading van de Grote Zaal moet gewaarborgd zijn. De heer Verheul, namens studentenvereniging Unitas S.R., gevestigd aan het Lucasbolwerk, meent Het plan nu voornamelijk spreekt vanuit de bedrijfsvoering van de Stadsschouwburg. Daarnaast betreurt hij dat de informatie die hier vanavond wordt gepresenteerd niet eerder beschikbaar was. De gewijzigde verkeerssituatie raakt ook hun bedrijfsvoering, met het oog op evenementen als het UIT-feest. Mevrouw Claus benadrukt dat bewust gekozen is om alle belanghebbenden tegelijk te informeren. De belangen van Unitas en de schouwburg liggen in elkaars verlengde ook de schouwburg moet goed bereikbaar blijven. Als goede buren verwacht ze niet anders dan in het verleden dat bij mogelijke problemen overleg gevoerd wordt en gezocht wordt naar een oplossing. De heer Verheul beaamt dat dit in het verleden altijd goed is verlopen. De heer Schut benadrukt dat het continueren van het culturele leven een belangrijk agendapunt is voor de raad, vandaar deze informatievoorziening in een vroeg stadium. Mevrouw Marsman vraagt of bekend is hoe lang het proces gaat duren. Er is nu al sprake van een capaciteitsprobleem voor het parkeren/stallen van auto’s en fietsen. Op welke termijn worden de fietsplekken gerealiseerd? De heer Bakker antwoordt dat de realisatie van de kelderbak mede afhankelijk is van archeologisch onderzoek. Binnen een half jaar is deze afgezonken en afgewerkt, het andere jaar is intern nodig voor de renovatie, waarbij de schouwburg moet doordraaien. Er is sprake van een normaal bouwtraject. De heer Schut benadrukt dat het verbeteren van fietsparkeren in de binnenstad de volle aandacht heeft van het gemeentebestuur. De spanning voor het autoverkeer is nu eenmaal onvermijdbaar in de stad, er zal geen aparte garage gecreëerd worden. De heer Hafmans vraagt naar de risico’s die zich gaande het bouwtraject voordoen. Het budget is taakstellend, dus dan zijn er geen extra middelen. De heer Bakker heeft veel expertise in moeilijke situaties als kelders en maakt tevoren een inventarisering van de risico’s. De heer Velthuijs vult aan dat de bouwrisico’s zoveel mogelijk worden beperkt. Daarnaast is het financiële kader zeer strict en controleert de afdeling Toezicht en Handhaving de bouw. De heer Van Lasten geeft aan dat in Leidsche Rijn nog geen voorziening is en oppert dit te combineren om zo tot besparingen te komen. Mevrouw Claus antwoordt dat in Leidsche Rijn al een aanbod is van kleinere theaters (Cultuurcampus Vleuterweide, theater ’t Zandt). De plannen voor Castellum Hoge Woerd bevinden zich in een vergevorderd stadium. Deze voorzieningen hebben een belangrijke functie voor de wijk en vormen een aanvulling en zijn geen concurrentie voor de schouwburg. Mevrouw Van Winter refereert aan 2013 als Jaar van de Vrede van Utrecht, conflicteert dit niet met de bouwplannen? Mevrouw Claus antwoordt dat dit niet het geval is. De festiviteiten rond de Vrede van Utrecht concentreren zich in april, juni en september 2013. In juni vindt veel daarvan plaats in de schouwburg, ook in april zal een belangrijk evenement in de schouwburg plaatsvinden, in september vindt veel buiten en buiten de stad plaats (onder andere op vliegbasis Soesterberg), wat qua planning goed aansluit bij de bouwplannen. De heer Bosgra heeft bij eerdere bouwplannen voor een garage gaten in de raming van het financiële kader geconstateerd, onder andere ontbrekende stelposten in de begroting, en ziet het project daarom niet met vertrouwen tegemoet, ook omdat de informatievoorziening naar zijn mening tekortschiet, daar waar de raad al meer informatie heeft ontvangen. Benadrukt wordt dat dit laatste openbare informatie betreft die ook via Utrecht.nl opvraagbaar is. http://www.utrecht.nl/smartsite.dws?id=196954&commnr=17013&gid=371487
4/5
StadsOntwikkeling
Projectmanagementbureau
De heer Velthuijs benadrukt dat nu sprake is van een wezenlijk ander plan, dat overigens ook losstaat van een eventuele fietskelder. Een oudmedewerkster en buurtbewoonster, vraagt of nu de feestzaal wordt gereconstrueerd ook de trap naast de entree wordt hersteld. Mevrouw Claus antwoordt dat dit helaas niet het geval is. De decorlift die op die plaats gesitueerd is, blijft nodig. De heer Verheugen geeft aan dat in 2007 al een plan is gepresenteerd met drie varianten voor wijziging van de Blauwe Zaal, onder andere een zaal onder de grond. Dit plan is dus niet nieuw. Mevrouw Claus bevestigt dit. De heer Kuiper was niet op de hoogte van dit plan en heeft zonder die voorkennis deze variant voorgelegd. De heer Wagenaar Hunnink bepleit het kinderdagverblijf goed bereikbaar te laten blijven tijdens het laden en lossen. De heer Bakker onderschrijft dit, dit zijn harde eisen bij de uitvoering. De heer Fransen vraagt waarom de financiële kaders van de raad niet openbaar zijn? De heer Velthuijs antwoordt dat er bandbreedtes voor de budgetten zijn. Dit is anders dan het noemen van een eindbedrag, de jaarlasten zijn afgedekt door de raad. Er is geen budget specifiek voor de ondergrondse zaal maar wel voor de renovatie van Stadsschouwburg Utrecht. Dit plan kan, zoals al aangegeven, binnen de budgettaire kaders uitgevoerd worden. Mevrouw Marsman heeft uit de krant vernomen dat de ondergrondse zaal slechts 3,5 miljoen euro duurder is dan de optimalisatie van de zaal, klopt dit? De heer Velthuijs antwoordt dat het uiteindelijke voorstel dat het college aan de raad voorlegt binnen de budgettaire kaders zal zijn. De meerkosten worden onder meer terugverdiend in de exploitatie. De heer Donkersloot vraagt of alleen plan B wordt voorgelegd aan de Raad. De heer Velthuijs legt uit dat het college de keuze heeft plan A, plan B of beide plannen voor te leggen aan de raad. De heer Van Loenen, lid Klankbordgroep Zocherplantsoen, vraagt naar de plek van de lift, in de bak of in de garage? Mevrouw Claus duidt dit aan. Mevrouw Claus benadrukt dat de lift op de plek is gekomen van de trap naar het restaurant aan de voorzijde van de schouwburg en niet bij de toneeltoren Vervolgens vraagt de heer Van Loenen of er sprake is van eerherstel aan Zocher/Dudok?. De heer Kuiper geeft aan dat het eerherstel bestaat uit het terugbrengen van (subtiele) uiterlijke elementen van Dudok, zoals een welving in het plafond. De heer Schut vult aan dat dit onder andere ook bestaat door het herstel van een foyer die weer uitkijkt op het park, een ontvangshal van waaruit je na het afgeven van je jas weer kan uitkijken naar je vrienden die door het park komen aanlopen en een feestzaal die, met de open ontvangsthal, weer uitstraalt dat cultuur in Utrecht een feest is, geheel volgens de inzet van Dudok. Hoe wordt het energieverbruik gereduceerd? De heer Bakker antwoordt dat de beglazing wordt vervangen door zogenaamd monumentenglas dat niet alleen de warmte maar ook het geluid beter isoleert, met behoud van de monumentale uitstraling. 4. Uiteenzetting vervolgtraject De heer Velthuijs licht toe de uitkomsten uit de discussie van vanavond te zullen terugkoppelen aan het college. Het college besluit vervolgens over de voortgang en maakt een keuze voor Plan A of B of beiden. Intussen wordt verder gewerkt aan de uitwerking van de plannen samen met een voorstel voor een kredietaanvraag richting college. Het college doet vervolgens een voorstel aan de raad. De formele inspraak vindt plaats op het moment dat de omgevingsvergunning wordt aangevraagd. Bewoners worden regelmatig op de hoogte gehouden van de ontwikkelingen, bijvoorbeeld middels informatieavonden. Mevrouw Claus dankt de gespreksleider en allen voor de aanwezigheid en bijdrage en sluit de bijeenkomst om 22.10 uur. 5/5