Toespraak van de Commissiaris van de Koningin bij gelegenheid van het 25 jarig bestaan van het Communicatie Netwerk Limburg Vrijdag 2 november 2012, 13.30 uur.
U bestaat dit jaar 25 jaar, aanvankelijk als het genootschap voor Public Relations Maastricht en Omgeving. Die term Genootschap had iets mystieks, net zoals 25 jaar geleden het PR-vak zelf. Het is er wel maar je kunt het niet goed vastpakken. U gaat mee in de vaart der volkeren en met alle disciplines in uw brede vakgebied bent u geëvolueerd naar een meer dan volwassen gezelschap dat nu de leeftijd van 25 jaar heeft bereikt. Proficiat met dat zilver. Spreken is zilver. Is dat niet precies wat u in uw vakgebied doet: spreken, uitleggen, toelichten, be good and tell it. Ik kom daar straks nog op terug. Allereerst wens ik de leden van uw netwerk en uw bestuur geluk met deze mijlpaal. Ik heb het tijdens mijn Limburgtour aan het begin van mijn werk als gouverneur al vaak gezegd: ik ontmoet in de samenleving veel energie, veel daadkracht, creativiteit en veel saamhorigheidsgevoel.Dat vertaalt zich vaak in burgerschap, Límburgerschap, meedoen in de samenleving, in verenigingen en
2
in andere verbanden. Je gaat er zo makkelijk aan voorbij, maar ook uw eigen netwerk bestaat alleen maar dankzij een bestuur van nog actievere netwerkers die samen programma’s maken, onderwerpen voor lezingen bedenken en die vervolgens organiseren en uitvoeren. Chapeau! Uw thema voor vandaag is; beïnvloeding. Daar raakt u een gevoelige snaar, ook bij de Provincie, ook bij mij. Ik was immers ooit lid van de campagnestaf van het CDA Ik vertaal dat in voor mij hanteerbare termen als reputatiemanagement. Limburg wil zich graag van zijn beste kant zien, we halen het beste uit onszelf. Maar als we de media moeten geloven, quod non, dan lijkt het dat er een self fulfilling prophecy van negativisme is. Maar diezelfde media kleuren wel beeld dat de goegemeente van ons heeft. We zijn soms te bescheiden. Een paar voorbeelden: Limburg heeft de snelst dalende werkloosheid van het land, ondernemers doen het goed, er wordt nog steeds goed geld verdiend, innovatie werkt. We zijn met onze vooruitstrevende aanpak de krimp eigenlijk al voorbij. Er komen op jaarbasis meer mensen in Limburg bij dan er vertrekken. De campusformule begint op stoom te komen, Nedcar maakt een formidabele doorstart, het APG in Heerlen slankt weliswaar af maar maakt zich op om in Parkstad en voor Limburg,een nog steviger en 2
3
betere financiële dienstverlener voor de pensioensector te zijn. De Floriade was een nationaal succes, het WK Wielrennen heeft Limburg geweldig veel publiciteit gebracht, vooral positieve. We gaven ons visitekaartje daarmee af voor de Olympische Spelen, dat die niet in Nederland zullen komen doen aan onze naam op wielergebied gelukkig niets af. Cultureel staan we er prima voor, geen bezuinigingen. Met euregionale steun maken we straks onze ambities voor Culturele Hoofdstad waar.
Maar dan komt het probleem, we zien dat ons economisch imago niet in overeenstemming is met de werkelijkheid die ik u zojuist schetste. Daar moeten we aan werken met reputatiemanagement. Dat is geen gemakkelijke opgave. Ik herhaal wat ik in het begin zei, de basisgedachte van pr: be good and tell it. Daarvoor hebben we de combinatie van Limburg branding en Limburg marketing, goed warmgedraaid met Zuid Limburg als werkgebied en nu toe aan een uitbreiding naar de hele provincie. En als bestuurders moeten we zelf ook aan de bak. Met onze blogs, met twitter, met toespraken, columns, gedragingen. We moeten uiteraard zeer selectief zijn in wat we wel of niet doen aan openbare optredens. Maar ik leg graag een accent op de dingen die wel goed gaan en werk intussen óók aan zaken die verbetering behoeven. Twitter, als je het spelt op je pc dan schiet de woordcorrectie in de stress. Hij kent dat woord niet. 3
4
Tweet evenmin maar het zijn intussen niet meer weg te denken begrippen uit de communicatie. Toen 4 jaar geleden Obama er in zijn campagne lustig op los twitterde, een voor Amerikanen en ons een heel nieuw fenomeen, toen dachten veel van zijn aanhangers nog dat ze allemaal een persoonlijke boodschap van hun kandidaat kregen. Het zou mooi zijn maar de werkelijkheid is anders. Hoewel, mijn tweets zijn wel steeds van mijzelf. Het is een perfecte mogelijkheid om snel gedachten te delen, een proefballonnetje op te laten of gewoon, ergens iets van te vinden. En daarbij accenten te leggen op de vele mooie en goede dingen die ik iedere dag opnieuw in Limburg tegenkom. Ik kan zo ook makkelijk media uitdagen met een vraag te komen. Een tweet is dan een lichter middel dan een wat zwaarwichtige persmededeling. En we moeten wel want de reguliere media staan steeds verder onder druk. Ik kom net uit een vergadering van provinciale staten van Limburg. Met recht tegenover mij in de statenzaal de perstribune waar altijd wel verslaggevers zijn te vinden van L1 en de kranten. Voor ons een relatief luxe situatie, even los van wat er over ons bericht wordt maar er wórdt in ieder geval bericht. Dat geldt ook in enkele ander perifere provincies met een sterk eigen profiel. Maar in Randstadprovincies is de statenverslaggever een uitgestorven soort. Dat dreigt ook te gebeuren met de traditionele raadsverslaggever. Ook die 4
5
waakhond van de lokale democratie dreigt te verdwijnen. Overheden moeten het voor hun profilering in toenemende mate doen met lokale en regionale bladen, lokale sites en van lokale omroepen. Die brengen de overheidsboodschap tot in de huiskamer, een boodschap waar in redelijke mate aan te sturen is. Maar daarnaast zijn uiteraard de eigen uitingen, nu vooral de social media die bestuurders zelf beheren, veel authentiekere manieren om de reputatie te behartigen. Het is zorgelijk dat de regionale kranten in zwaar weer zitten. Bij een democratie als de onze hoort een goed werkende en goed gefaciliteerde vrije pers. Van oudsher zat dat wel goed met sterke regionale kranten. Kranten die met een sterke editionering tot in de haarvaten van de samenleving kwamen. Er zijn in Limburg nog maar twee titels over, zonder onderlinge concurrentie. Redacties krimpen steeds verder, lezers haken af, de advertentiemarkt wordt steeds moeilijke. Kortom een neerwaartse spiraal die extra nadelig uitpakt nu de eigenaar zijn kranten weer in de verkoop heeft gezet. Dat baart zorgen, ook in Brabant en Zeeland. Tegelijk weet ik dat wij als overheden geen kranten in de lucht kunnen houden. Een dilemma dus, want bij een sterk geprononceerde provincie als de onze hoort een krant die de taal de bevolking spreekt. We zijn in Zuid Nederlands verband in gesprek om te kijken wat wij vanuit onze helaas beperkte rol en positie kunnen doen. 5
6
Zuid Nederland, is dat de schaal waarop we moeten werken? Als het aan Rutte II ligt wel. In 2025 zou dat landsdeel een feit moeten zijn. Ik moet het nog zien. Niet alleen is er de vraag of de schaalgrootte de letterlijke maat der dingen zou moeten zijn. Maar wat zou dat betekenen voor Limburg, voor onze positie en voor onze identiteit. Juist dat Limburggevoel, dat gevoel dat bindt, dat leidt tot burgerschap, tot Limburgerschap, tot een samenleving waar dat burgerschap meerwaarde heeft. We gaan over dat en over andere punten uit het regeerakkoord de discussie aan met Den Haag. We gaan, ik blijf bij uw thema van vandaag, beïnvloeden. Daarvoor hebben we net zoals voor Brussel en Europa, lobbyisten in dienst die voor ons het Haagse speelveld verkennen, de posities in beeld brengen en de weg effenen voor ons als bestuurders om onze belangen te behartigen. Daarvoor gebruiken we onze netwerken. Hoe dat werkt hebt u vanochtend gehoord van specialisten uit de politiek en de wetenschap. Of we succesvol zijn? Ik kom dat graag toelichten in 2025, als gouverneur van Limburg en niet als landsdeelvoorzitter Zuid Nederland. Graag wens ik u nog een vruchtbare middag toe.
6
7
7