2
Hulp bieden bij opname van voeding en vocht
2.1 Inleiding De eerste belangrijke stap bij het helpen van de zorgvrager bij de opname van voeding en vocht is het verzamelen van gegevens. Observeren is hierbij van groot belang. Je verzamelt gegevens omtrent personalia, voedingstoestand, dagelijkse gewoonten, voedingsbehoefte, reactie op voeding, emotionele reacties, bijzondere omstandigheden en de aanwezigheid van hulp van partner, familie en/of buren (mantelzorg). In een anamnesegesprek kun je informatie vragen aan de zorgvrager of diens familie. De verzamelde gegevens leg je zoals gebruikelijk vast in het zorgleefplan. Een specifiek registratiemiddel is de vochtbalans. Deze leg je aan bij een aantal gezondheidsbehoeften waarbij je nauwkeurig noteert hoeveel vocht een zorgvrager tot zich neemt en hoeveel hij uitscheidt. Een zorgvrager bijvoorbeeld met hoge koorts en diarree verliest veel vocht. Registratie is dan van belang, omdat door veel vochtverlies en te geringe opname van vocht de kans op uitdroging aanwezig is. Vanuit deze gegevens bekijk je in hoeverre de zorgvrager ondersteuning nodig heeft, bijvoorbeeld bij het hulp bieden bij eten en drinken. Eten is een persoonlijk gebeuren en daarom dien je als verzorgende de wensen van de zorgvrager als leidraad te gebruiken voor je handelen.
2.2 Beginvereisten en voorkennistoets beginvereisten
Voor het goed kunnen begrijpen en juist kunnen uitvoeren van de vaardigheden die in dit cahier centraal staan, is het van belang dat je enige voorkennis hebt over: . de anatomie en fysiologie van het spijsverteringskanaal; . essentie ¨le voedingsstoffen die noodzakelijk zijn voor een optimale voedingstoestand. Maak de voorkennistoets om te controleren of je over de vereiste kennis beschikt. voorkennistoets
Deze toets bestaat uit twee delen: Deel 1: een afbeelding waarin de onderdelen van het spijsverteringskanaal benoemd moeten worden. Deel 2: tien waar/niet waar-vragen.
12
voeding
Deel 1
In de volgende afbeelding ontbreken de namen van de delen/organen 1 t/m 19 van het spijsverteringskanaal. Vul de namen in.
1 2 3 4
2
13
hulp bieden bij opname van voeding en vocht
5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Deel 2
Dit gedeelte bestaat uit tien waar/niet waar-vragen. Kruis aan of de uitspraak waar of niet waar is. Bewering
waar
niet waar
1
Het strottenklepje sluit tijdens het slikken de slokdarm af.
&
&
2
In de borstholte loopt de slokdarm achter de luchtpijp.
&
&
3
In het speeksel zitten enzymen die nodig zijn voor de vertering van
&
&
&
&
het voedsel. 4
Rachitis (of Engelse ziekte) is een gevolg van een tekort aan vitamine C.
5
Calcium speelt een rol bij het samentrekken van de hartspier.
&
&
6
Vitamine C speelt een rol bij wondgenezing.
&
&
7
In de lever vindt de vorming van gal plaats.
&
&
8
Een slecht zittende gebitsprothese kan spijsverteringsproblemen
&
&
&
&
&
&
tot gevolg hebben. 9
Een taak van de dunne darm is het onttrekken van water aan de onverteerbare voedingsresten.
10
De pylorus is de sluitspier tussen de slokdarm en de maag.
14
voeding
In hoofdstuk 9 staan de antwoorden. Ga na welke vragen je goed of fout hebt beantwoord. Lees van de foutief gegeven antwoorden de betreffende leerstof nog eens door.
2.3 Casus
Casus
2
hulp bieden bij opname van voeding en vocht
15
Mevrouw Bakker is 84 jaar en woont met haar man in het verzorgingshuis De Zomertuin. Mevrouw Bakker heeft reuma en is erg mager. Ze heeft een lengte van 1.70 meter en weegt 50 kilo. Door haar reuma kan zij niet zo goed voor zichzelf zorgen en heeft hierbij hulp nodig. Deze hulp bestaat uit ondersteuning bij de ADL. De geestelijke vermogens van mevrouw Bakker zijn nog prima; zij komt goed voor zichzelf op en als ze iets wil dan zal dat gebeuren ook. Ze eet en drinkt zelfstandig, alleen niet echt veel. Sinds twee dagen voelt mevrouw Bakker zich niet zo goed, ze heeft wat verhoging en hoest. Ze wil vandaag in bed blijven om genoeg energie te hebben voor morgen. Morgen is het zondag en ze heeft nog geen zondag over geslagen om naar de kerk te gaan.
2.4 Studieactiviteiten Met behulp van de volgende studieactiviteiten kun je inzicht verwerven in achtergronden en uitvoeringsvoorwaarden van de beoogde vaardigheden. 2.4.1 Verzamelen en rapporteren van gegevens
Maak de in dit hoofdstuk geformuleerde studieactiviteiten. Maak deze zo veel mogelijk met een of meer medeleerlingen. Raadpleeg de website Voeding en ook e´e´n of meerdere handboeken verpleegkunde om verschillen, overeenkomsten, tegenstrijdigheden en dergelijke te bespreken. Vergeet niet om de vragen en discussiepunten te noteren die je aan de begeleidend docent wilt stellen. Bewaar eventueel vragen voor de gezamenlijke bijeenkomsten. wetgeving studietaak
1 De zus van mevrouw Bakker komt regelmatig op bezoek om met haar zus koffie te drinken. Ze verzorgt het haar van mevrouw Bakker. Deze mantelzorg wordt door mevrouw Bakker zeer op prijs gesteld. De zus van mevrouw Bakker gaat ook altijd bij het kantoor van de verzorgenden langs. De laatste keer dat zij langs kwam wilde zij in het zorgleefplan kijken van haar zuster. Dit werd door het hoofd niet toegestaan in verband met de Wet bescherming persoonsgegevens. Deze wet heeft een belangrijke functie bij het verzamelen en doorspelen van gegevens van de zorgvrager. Ga na wat deze wet inhoudt en wat belangrijk is voor jou als verzorgende met betrekking tot het verzamelen en doorspelen van gegevens. Noteer in het kort wat je hebt gevonden. anamnese
studie-/ toepassingstaak
2 De eerste fase van het zorgproces bestaat uit het verzamelen van gegevens. Bij de opname van het echtpaar Bakker twee jaar geleden zijn er ook gegevens verzameld. Specifiek ten aanzien van de opname van voeding en vocht worden gegevens verzameld en vastgelegd omtrent de volgende aandachtspunten: a persoonlijke gegevens; b voedingstoestand; c dagelijkse gewoonten; d voedingsbehoefte;
16
voeding
e reactie op voeding; f emotionele reacties; g bijzondere omstandigheden; h hulp van partner, familie en/of buren (mantelzorg). Ga van ieder aandachtspunt na wat je vraagt en vastlegt en waarom dat van belang is. voedingstoestand orie¨nterings-/probleemtaak
3 Ons lichaam spreekt boekdelen. Je kunt aan mevrouw Bakker zien hoe haar voedingstoestand is (zie studieactiviteit 2b). Doordat je dagelijks de zorg voor mevrouw Bakker hebt, kun je haar voedingstoestand goed observeren. Tijdens dat observeren let je op volgende aspecten. Orgaan
Voedingstoestand
Lichaamsdeel/lichaamsstelsel
goed
slecht
haren
&
&
gezicht
&
&
ogen
&
&
lippen
&
&
tong
&
&
hart- en bloedvaten
&
&
zenuwstelsel
&
&
tanden
&
&
tandvlees
&
&
huid
&
&
nagels
&
&
halsklieren
&
&
Bepaal van deze aspecten wat en hoe het eruit ziet om tot de conclusie te komen of een zorgvrager in een goede dan wel een slechte voedingstoestand verkeert. eigen gewicht orie¨nteringstaak
4 Het lichaamsgewicht is een veel gehanteerde aanwijzing voor het bepalen van iemands voedingstoestand. Je hebt vast wel eens je eigen gewicht bepaald. Hoe heb je dat gedaan?
2
17
hulp bieden bij opname van voeding en vocht
ideale figuur discussietaak
5 Het ‘ideale’ figuur bestaat niet. Persoonlijke opvattingen spelen bij de bepaling daarvan een belangrijke rol. Over het ‘ideale’ gewicht komen regelmatig nieuwe tabellen in de publiciteit. Er zijn verschillende methoden mogelijk om het ideale gewicht vast te stellen. Een voorbeeld hiervan is het bepalen van de Body Mass Index (BMI). a Op grond van welke gegevens en methode trek jij de conclusie dat een zorgvrager een ideaal gewicht, een overgewicht of ondergewicht heeft? Motiveer je antwoord. Ideaal gewicht
Overgewicht
Ondergewicht
b Zoek op internet een site over de Body Mass Index (BMI). Bereken jouw BMI. Deze methode geeft een indicatie van jouw gewicht in verhouding tot jouw lengte. Bespreek de inhoud van het artikel met je medeleerlingen. c Welke conclusies kun je trekken uit de berekening tot jouw BMI? d Bespreek de gegevens met jouw medeleerlingen. Wat betekent dit voor jou zelf indien de resultaten klassikaal besproken worden?
gewichtscontrole studietaak
6 Gewichtscontrole is bij sommige zorgvragers een onderdeel van de behandeling. In de ouderenzorg bijvoorbeeld is het belangrijk om de vochtopname in de gaten te houden in verband met uitdrogingsgevaar. Regelmatig en nauwkeurig wegen is van groot belang. Kun je nog andere groepen zorgvragers noemen bij wie gewichtscontrole een belangrijk onderdeel van de verzorging is? Je kunt hierbij denken aan de thuiszorg of instellingen voor zorgvragers met een verstandelijke beperking. Motiveer je antwoord.
18
voeding
verzamelen van gegevens toepassings-/ studietaak
7 Mevrouw Bakker heeft waarschijnlijk een te laag lichaamsgewicht. a Hoe zou je bij mevrouw Bakker het lichaamsgewicht kunnen bepalen? Maak hierbij gebruik van de inhoudelijke analyse: het bepalen van het lichaamsgewicht. Bekijk op de website het videofragment over het bepalen van lichaamsgewicht.
b Belangrijk is om naast het gewicht ook de lengte te weten van de zorgvrager. Maak gebruik van de inhoudelijke analyse en observatie- en oefenlijst met betrekking tot deze vaardigheid. Welke aandachtspunten vereisen extra aandacht in de situatie van mevrouw Bakker indien bij haar de lengte gemeten zou moeten worden omdat dit gegeven niet bekend is. Maak hierbij gebruik van verzorgende handboeken en de website over Voeding. Bij mevrouw Bakker bereken je haar BMI met de gegevens die in de casus vermeld staan. Welke conclusies trek jij hieruit?
c Welke acties worden er door jou ondernomen?
koorts probleemtaak
8 Nu mevrouw Bakker zich niet lekker voelt, heeft ze geen trek in eten en drinken. Haar keel doet pijn. Ze geeft aan wel weer te willen eten en drinken als zij zich beter voelt. Voor de zekerheid meet je om drie uur ’s middags haar temperatuur. Het blijkt dat mevrouw Bakker 39,3 8C koorts heeft. Is het nu belangrijk dat mevrouw gaat drinken en eten of kan deze temperatuur niet zoveel kwaad? Motiveer je antwoord.
2
hulp bieden bij opname van voeding en vocht
19
welvaartsziekten probleemtaak
9 Mensen ontwikkelen gewoonten (voedingspatroon) als het gaat om wat, wanneer, hoe en met wie ze willen eten en drinken. Zo ook meneer Bakker. Hij heeft jarenlang in een banketbakkerij gewerkt en snoepte flink mee van wat hij maakte en verkocht. Daarnaast rookte hij e´e´n pakje sigaretten per dag. Dit had tot gevolg dat hij tien jaar geleden een hartinfarct kreeg. Sindsdien is hij hartpatie¨nt. Hart- en vaatziekte is een voorbeeld van de welvaartsziekten die je tegenwoordig ziet. Andere welvaartsziekten zijn overgewicht en suikerziekte (diabetes) Verklaar hoe deze ziekten en aandoeningen zich ontwikkeld hebben als je kijkt naar de huidige voedingspatronen.
vochtverlies studie-/probleemtaak
10 Vochtverlies geschiedt door de longen (400/500 ml), de huid (600/700 ml), feces (100/200 ml) en urine (1000/1500 ml). Totaal wordt per etmaal 2000/2900 ml vocht uitgescheiden. Via drank (1000/1500 ml), voedsel (900/1000 ml) en verbranding (200/ 400 ml) wordt per etmaal 2100/2900 ml opgenomen. De vochtbalans van de mens is in evenwicht wanneer de opname van vocht ongeveer gelijk is aan de uitscheiding. Noem drie redenen waarbij de vochtbalans niet in evenwicht is. Motiveer je antwoord.
vochtbalans toepassingstaak
11 De vochtbalans van mevrouw Bakker is niet in evenwicht. Zij drinkt slecht en daarom wordt er een vochtbalans bijgehouden. De verzorgende noteert hierop hoeveel vocht mevrouw Bakker via drinken en eten binnen krijgt. Doordat mevrouw Bakker nu koorts heeft, verliest zij meer vocht dan normaal. Het is dus van belang om de hoeveelheid vocht die zij opneemt en uitscheidt nauwkeurig bij te houden. De verzorgende noteert dit op een vochtbalans. Zoek in een handboek voor verpleegkunde of op een website een formulier op voor een vochtlijst en vochtbalans. Vergelijk deze met elkaar. Noteer de volgende gegevens van mevrouw Bakker op de vochtbalans.
20
voeding
8.00 u:
kopje thee
6.00 u:
250 ml urine
10.00 u:
glaasje appelsap
8.00 u:
250 ml urine
12.00 u:
bouillon
15.00 u:
kopje thee
13.00 u:
300 ml urine
17.00 u:
kopje thee
20.00 u:
glaasje appelsap
18.00 u:
250 ml urine
22.00 u:
beker warme melk
20.00 u:
200 ml urine
a Zou mevrouw Bakker voldoende hebben gedronken? Ga dit na aan de hand van een vochtbalans en geef je conclusie hierover.
b Houd komende 24 uur van jezelf een vochtbalans bij. Maak een schatting van de uitscheiding van vocht met behulp van de gegevens in opdracht 11.
complicaties studietaak
12 Uit de vorige opdracht blijkt dat mevrouw Bakker een negatieve vochtbalans heeft. Dat wil zeggen dat zij minder vocht opneemt dan uitscheidt. Er kan dan een aantal problemen ontstaan. Binnen je werkveld kun je verschillende termen tegenkomen die te maken hebben met voeding en uitscheiding. Zoek de onderstaande termen op en omschrijf ze. Dehydratie
Overhydratie
Huidturgor
2
hulp bieden bij opname van voeding en vocht
21
2.4.2 Hulp bieden bij eten en drinken
De studieactiviteiten die je in de volgende hoofdstukken aantreft, besteden aandacht aan de aspecten met betrekking tot hulp bieden bij eten en drinken. dagelijkse activiteiten toepassings-/ inlevingstaak
1 Om in de behoefte aan voeding te voorzien, ontplooit ieder mens een aantal activiteiten. Dagelijks terugkerende activiteiten zijn: . kiezen van het voedsel - zoeken - bewaren – bereiden; . keuze eetplaats; . keuze van de tijd om te eten; . hoeveelheid voeding - happen; . kauwen - slikken. Wanneer je gezond bent, denk je nauwelijks na over deze dagelijks terugkerende activiteiten. Als iemand niet weet wat hij vandaag weer moet koken, is het kiezen de moeilijkheid. Als iemand uit eten gaat, dan laat hij het kiezen, zoeken, bewaren en bereiden aan de kok van het restaurant over. Hierna is een aantal verpleegsituaties weergegeven waarbij je per stap een vraag krijgt voorgelegd. a Kiezen De buurvrouw van mevrouw Bakker, mevrouw Jacobse (62 jaar) heeft een natriumbeperkt dieet. Ze is gek op zure haring. Iedere vrijdag gaat ze naar de markt om groente, fruit en lekkere zure haring te kopen. Volgens haar is een zure haring immers niet zout! Mensen hebben vaak onjuiste informatie of ideee¨n, waardoor het kiezen van de juiste voedingsmiddelen een probleem is. Noem zelf nog een voorbeeld.
b Zoeken De zoon van mevrouw Bakker, Paul, woont in een instelling voor zorgvragers met een verstandelijke beperking. Haar zoon is vijftig jaar en heeft een lichte verstandelijke handicap. Op de woongroep waar Paul woont, doen ze zelf de boodschappen voor de warme maaltijd. De verzorgende ondersteunt het groepje met kiezen van de maaltijd. Ze raadt het groepje aan naar de buurtwinkel te gaan, ze kunnen dan het briefje geven waar alles op staat. Geef een voorbeeld hoe jij als verzorgende het groepje concreet ondersteuning geeft bij de voorbereidingen van de maaltijd.
22
voeding
c Bewaren In de koelkast van mevrouw Bakker liggen vleeswaren. Mevrouw Bakker stelt voor dat jij de leverworst uit de koelkast meeneemt en vanavond aan de andere bewoners uitdeelt. Als je aan mevrouw Bakker vraagt hoe lang ze deze leverworst heeft, blijkt de worst al tien dagen geopend in de koelkast te liggen. Wat vind je hiervan en wat zeg je tegen mevrouw Bakker?
d Bereiden Aangezien meneer Bakker hartpatie¨nt is, gebruikt hij een cholesterolbeperkt dieet. Dit eten wordt in de keuken van het verzorgingshuis klaargemaakt. Als jij hem om twaalf uur ’s middags de maaltijd brengt, geeft hij aan dat hij die ‘troep’ niet eet en dat je het weer mee terug kunt nemen. Hij zegt dat hij zelf nog wel iets te eten heeft liggen in de koelkast. Hoe had een dergelijke situatie voorkomen kunnen worden? Schrijf op hoe jij omgaat met deze situatie en welke stappen je hierin onderneemt.
e Keuze van de plaats waar gegeten wordt Mevrouw Bakker en haar man eten gezamenlijk met de andere zorgvragers in het restaurant van het verzorgingshuis. Ee´n van de regels is dat de maaltijden gezamenlijk gebruikt worden. Er zijn dagen dat mevrouw Bakker behoefte heeft om samen met haar man op hun eigen kamer te eten. Zij vraagt of er een uitzondering gemaakt kan worden. Wat zou jouw antwoord zijn? Waarom?
f Hoeveelheid voeding In het restaurant van het verzorgingshuis werd het warme eten in schalen opgediend. Zorgvragers schepten zelf hun eten op en bepaalden zelf de hoeveelheid die ze wilden eten. Twee maanden geleden is hier wegens hygie¨nische en praktische redenen verandering in gekomen. Nu krijgen de zorgvragers het eten afgemeten per persoon als een individuele maaltijd geserveerd. Van welk systeem ben jij een voorstander en waarom? Wissel hierover van gedachten met je medeleerlingen.
2
hulp bieden bij opname van voeding en vocht
23
g Keuze van tijd om te eten Meneer Bakker komt om negen uur ’s avonds bij je en vraagt of hij nog iets te eten kan krijgen. Hij vertelt dat hij altijd ’s avonds rond deze tijd honger heeft en dat hij thuis meestal een gebakje of roombroodje at. Verder zegt hij dat hij maar niet kan wennen aan het vroege tijdstip van de avondmaaltijd, vijf uur ’s middags. Hij heeft daardoor om negen uur ’s avonds nog meer trek dan vroeger. Aangezien hij een cholesterolbeperkt dieet heeft, is het eten van gebak een probleem. Hoe zou je reageren? Welk advies geef je hem? Wissel hierover van gedachten met je medeleerlingen.
h Happen Met een loszittend gebit is het slecht happen in een appel. Te hoge temperatuur van het eten of het drinken hindert de zorgvrager eveneens bij het happen. Bedenk zelf nog twee oorzaken waardoor iemand moeilijk kan happen.
i Kauwen Meneer Alberts (93 jaar) verblijft op een afdeling van een psychogeriatrisch verpleeghuis. Hij heeft een goed passende gebitsprothese. Net voor het eten pakt hij zelf al het gebit uit de mond. Zonder gebit echter kan hij niet kauwen en om die reden krijgt hij gemalen voeding. Wat is jouw mening hierover? Wissel deze uit met je medeleerlingen.
j Slikken Iedereen heeft wel eens keelpijn, waardoor het slikken moeilijk gaat. Wat vind jij dan zelf prettig om te drinken en te eten?
24
voeding
sfeer inlevingstaak
2 Sommige mensen vinden het prettig om te eten aan een sfeervol gedekte tafel. De tafel is versierd met een bloemetje en kaarsen. De maaltijd is voor hen een belangrijk sociaal gebeuren. Anderen scheppen het eten op bij het aanrecht, nemen het bord op schoot en nuttigen de maaltijd voor de tv. In het laatste geval lijkt het eten alleen functioneel te zijn. a Welke gewoonten houd jij erop na en met welke factoren heeft dat te maken?
b Meneer Bakker eet graag veel en houdt ervan om mensen uit te nodigen bij de maaltijd of voor de koffie met een lekkere taart (ondanks zijn dieet). Voor meneer Bakker is het dan echt gezellig. Daarnaast houdt hij van een borrel bij het eten, maar dat wordt niet altijd toegestaan in het verzorgingshuis. Zonder deze zaken vindt meneer Bakker er niks aan en eet hij niet lekker. Wat is jouw mening hierover, motiveer je antwoord.
zingeving studie-/inlevingstaak
3 Belangrijk voor gelovige zorgvragers is het bidden voor het eten. a Als je gelovig bent, welke rituelen gebruik jij met betrekking tot je geloof bij de maaltijd? Als je niet-gelovig bent, gebruik jij dan ook rituelen bij de maaltijd?
b Ga na welke godsdienstige gebruiken zorgvragers met het protestantse geloof, het rooms-katholieke geloof en de islam hebben met betrekking tot het gebruik van de maaltijd.
2
hulp bieden bij opname van voeding en vocht
25
c Vlak voor het eten in een gemeenschappelijke ruimte is het vaak erg druk en rumoerig. Hoe besteed jij als verzorgende aandacht aan het bidden?
d Zou jij een stuk uit de Bijbel kunnen of willen voorlezen ter afsluiting van de maaltijd bij een groep zorgvragers? Motiveer je antwoord.
eetgewoonten studietaak
4 Zoek in een handboek op welke factoren van invloed zijn op eetgewoonten.
hulpmiddelen studietaak
5 Op de groep bij Paul verblijven nog negen andere zorgvragers met een verstandelijke beperking waarvan er drie een matige verstandelijke handicap hebben. Het team heeft in overleg met de ouders van deze drie zorgvragers afgesproken dat de zorgvragers geleerd zal worden zelfstandiger te eten. Er zullen zeker hulpmiddelen nodig zijn, want Bert, Atie en Jan hebben hier veel moeite mee. Ga eens op zoek naar hulpmiddelen bij het eten en ga na waarvoor deze dienen.
26
voeding
systemen toepassingstaak
6 Is jouw taak ten aanzien van het serveren van de maaltijd aan de zorgvrager hetzelfde in een centraal gekoppeld systeem als in een decentraal gekoppeld systeem? Zoek in verpleegkundige handboeken op wat deze systemen betekenen en geef daarna het antwoord op de vraag. Motiveer je antwoord.
eetlustbevorderend studietaak
7 Noem vier factoren die eetlust bevorderend werken bij zorgvragers die weinig eetlust hebben.
eetlustremmend studietaak
8 Noem vier factoren die eetlustremmend werken.
serveren van de maaltijd studietaak
9 ‘Het serveren van de maaltijd op bed’ is intramuraal een activiteit die vaak door een verzorgende wordt uitgevoerd. Lees aandachtig hierover passages in handboeken en vergelijk verkregen inzichten met de analyse uit hoofdstuk 2.5.3. Noteer eventuele vragen.
2
hulp bieden bij opname van voeding en vocht
27
specifieke voedingspatronen studietaak
10 In Nederland wonen vele groepen migranten met ieder hun eigen gewoonten ten aanzien van eten en drinken. Ga in een handboek of website na wat de specifieke gewoonten zijn in de voedingspatronen van Islamieten, Hindoestanen, Turken, Marokkanen, Surinamers en Joden. Noteer opvallende punten.
alternatieve voedingspatronen studietaak
11 In Nederland raken steeds meer mensen ervan overtuigd dat biologisch geteelde voedingsmiddelen beter zijn voor de gezondheid. Vlees van ‘scharreldieren’ heeft bij velen de voorkeur. Noem twee ‘alternatieve’ voedingspatronen en omschrijf wat deze inhouden.
2.4.3 Het assisteren bij de maaltijd ongemakken bij het eten orie¨nteringstaak
1 Als verzorgende zul je vaak merken dat zorgvragers ongemak ervaren bij het eten. Een zorgvrager klaagt bijvoorbeeld over een pijnlijke mond of heeft de hik. Noem nog twee ongemakken die een zorgvrager kan ervaren bij het eten en drinken en omschrijf wat je er aan doet.
28
voeding
geen trek in eten orie¨nteringstaak
2 Zorgvragers kunnen soms het eten aan de kant schuiven en blijk geven van afschuw over het eten. Ee´n van de oorzaken kunnen gevoelens van heimwee zijn. Noem nog twee van dergelijke oorzaken.
aangepaste voeding toepassingstaak
3 Een zorgvrager kan zich onprettig voelen en behoefte hebben aan aangepaste voeding. Er kan sprake zijn van misselijkheid en braken. Noem drie redenen waarom een zorgvrager gebaat is bij een wijziging in zijn eten en/of drinken.
instructies strategie-/ toepassingstaak
4 Mevrouw Bakker is ziek en wordt door de verzorgende geholpen met het eten. Meneer Bakker kan dit eigenlijk ook wel overnemen, maar hij weet niet goed hoe. Jij moet meneer Bakker voorlichting en instructie geven ten aanzien van het assisteren bij de maaltijd. a Welke instructies geef je aan meneer Bakker?
b Noem drie zorgsituaties waarin de ondersteuning bij het eten bestaat uit het volledig overnemen van de activiteiten van de zorgvrager (de zorgvrager kan wel kauwen en slikken).
2
hulp bieden bij opname van voeding en vocht
29
samen eten toepassingstaak
5 Op de woongroep waar Paul leeft is het de gewoonte dat de zorgvragers de maaltijden gezamenlijk gebruiken. Als verzorgende heb je de taak tijdens de maaltijd aanwezig te zijn. Je moet, zoals dat genoemd wordt, ‘pedagogisch mee-eten’. Wat zijn volgens jouw observatiepunten voor de verzorgende?
volledige ondersteuning toepassingstaak
6 Een zorgvrager moet volledig ondersteund worden bij het eten en drinken. Waar let je op tijdens het assisteren bij de maaltijd? Ga na of de door jou genoemde punten in de inhoudelijke analyse ‘Het serveren van en het assisteren bij de maaltijd op bed’ (hoofdstuk. 2.5.3) bij het helpen bij de maaltijd naar voren komen. Bestudeer deze analyse en noteer eventuele vragen. ‘je eet wat je bent’
discussietaak
7 Een uitspraak is ‘Je eet wat je bent’. Eetgewoonten maken deel uit van een levensstijl. a Marijke is kraamverzorgster en moet deze week werken bij een moeder van negentien jaar. Het is het tweede kindje van deze moeder. Als Marijke met de moeder gaat bespreken wat zij wil eten deze week, zegt de moeder: ‘Nou we halen wel wat bij de snackbar en verder wat brood met jam.’ Dit zijn de gewone voedingspatronen in dit gezin. Wat doe je?
b Aan de eettafel zitten zes zorgvragers. Je helpt meneer Paulussen met de broodmaaltijd en ondertussen zie je dat e´e´n zorgvrager met een vork eet, anderen eten met de handen en de laatste schenkt de koffie in een schoteltje en doopt het brood erin. Besluit je wel iets te zeggen of niet? Motiveer je antwoord.
30
voeding
c Mevrouw Adriaans is opgenomen en heeft een netvlies(oog)operatie ondergaan. Ze moet plat liggen en haar ogen zijn afgedekt. Zij wil graag eerst het vlees eten en daarna pas de aardappelen afgewisseld met de groente. Ze wil tijdens het eten af en toe een slokje water. Dit lees je in de rapportage. Wat is jouw reactie wanneer je hoort dat ze tijdens het eten wil drinken?
d Meneer Gijsberts (89 jaar) krijgt vandaag nasi goreng. Hij heeft dit nog nooit gehad en zegt het niet te willen eten. Wat doe je?
e ’s Avonds rond een uur of acht vraagt een zorgvrager om een Hollandse nieuwe (haring). De winkels zijn tot negen uur open en er is een vishandel in de buurt. Deze zorgvrager heeft over het algemeen een slechte eetlust. Wat doe je?
ergernissen inlevings-/ discussietaak
8 Wat zou je in de volgende situaties doen en waarom? a Situatie 1 In het restaurant van het verzorgingshuis wordt gezamenlijk gegeten. Mevrouw Dekker komt naar je toe en klaagt over meneer Boorsma en meneer Pleiter. Zij vindt dat deze twee heren erg onsmakelijk eten. Ze eten met open mond en meneer Pleiter boert regelmatig.
2
hulp bieden bij opname van voeding en vocht
31
b Situatie 2 Het is erg druk op de afdeling. Je helpt meneer Paulussen. Het is belangrijk dat hij goed eet. Hij eet echter langzaam en je weet dat er nog andere werkzaamheden te doen zijn, zoals rapportages schrijven en controles uitvoeren van vitale functies.
stelling discussietaak
9 ‘Ik heb er bezwaar tegen dat de familie van een zorgvrager meehelpt bij het geven van de maaltijd.’ Ik ben het eens/oneens met de stelling omdat
32
voeding
2.5 Inhoudelijke analyses 2.5.1 Het bepalen van het lichaamsgewicht Procedure
Werkwijze
Toelichting
Aandachtspunten/ kritieke punten/ observatie
´o ´r Vo Zorgvrager 1
Raadpleeg het zorg-
Ga na:
Om continuı¨teit van de
Het lichaamsgewicht kan
dossier.
– doel van de weging
zorg te waarborgen.
worden bepaald om na te
– gewicht bij eerdere
gaan of er sprake is een
wegingen
gezond gewicht, overge-
– tijdstip van weging
wicht dan wel onderge-
– type weegschaal
wicht. Een andere reden
– kledingkeuze
kan zijn om te bepalen
– evt. gebruik diuretica
wat de effecten van een
– veranderde lichamelij-
dieet of behandeling zijn.
ke activiteit/voedings-
Weeg zo veel mogelijk op
gewoonten
hetzelfde tijdstip van dag
– de belevingen van de
– bij voorkeur in de och-
zorgvrager
tend – omdat het gewicht op e´e´n dag tot wel 2 kilo
– mobiliteit zorgvrager.
kan schelen. Afhankelijk van de mobiliteit van de zorgvrager kan voor verschillende weegtoestellen worden gekozen zoals: opstapweegschaal, weegstoel of -platform voor rolstoel/bed. Ook kan bij immobiele zorgvragers een passieve tillift met weegelement gebruikt worden. Wees erop attent dat de zorgvrager kleding draagt van (ongeveer) hetzelfde gewicht als bij de vorige weging. 2
Bereid de zorgvrager voor op activiteit.
Vraag om toestemming.
De zorgvrager heeft beschikkingsrecht over het eigen lichaam.
2
33
hulp bieden bij opname van voeding en vocht Procedure
Werkwijze
Toelichting
Aandachtspunten/ kritieke punten/ observatie
Leg de zorgvrager uit
Bevordert het meewer-
waarom er wordt gewo-
ken.
gen. Laat de zorgvrager vo´o´r
Zorg dat eventuele kathe-
Zorgvragers die vocht af-
het wegen urineren.
ter, drain- en stomazakjes
drijvende medicijnen
vooraf worden geleegd of
(diuretica) gebruiken,
niet worden meegewo-
moeten altijd op het
gen.
zelfde tijdstip gewogen worden, om de invloed van de diuretica op het gewicht uit te sluiten.
Ga na of de omstandighe-
Voor een nauwkeurige
den, waaronder gewogen
gewichtsbepaling.
wordt dezelfde zijn als bij de vorige weging. Omgeving 3
Breng de omgeving in
Zet het sein aan.
orde.
Om de privacy te waar-
Zorg ervoor dat je onge-
borgen.
stoord kunt werken, door in een aparte ruimte het gewicht op te nemen.
Sluit ramen en deuren.
Om afkoeling te voorkomen.
Controleer de kamertemperatuur. Techniek 4
Desinfecteer de han-
Volgens standaardproce-
Ter voorkoming van het
den.
dure.
overdragen van micro-
De handen voelen droog
organismen.
aan. 5
Verzamel en controleer
Pak pen en papier.
Werkt efficie¨nt.
Controleer of (evt.) batte-
Om een correcte uitslag
rijen van het weegtoestel
te krijgen, dient het
opgeladen zijn. Ga na of
weegtoestel steeds op
het weegtoestel stabiel
dezelfde manier gereed
(waterpas) op een vlakke
gemaakt te worden.
de benodigdheden.
ondergrond staat en rondom niets raakt. Zet de digitale weeg-
Wacht – na het activeren
schaal aan of zet de me-
van de digitale weeg-
chanische weegschaal op
schaal – tot de cijfers 0,0
0
in het display zichtbaar zijn.
Leg een afdekpapiertje
Voorkomt kruisinfecties
midden op het weegvlak.
bij de voeten.
34
voeding
Procedure
Werkwijze
Toelichting
Aandachtspunten/ kritieke punten/ observatie
Tijdens Zorgvrager 6
Begeleid de zorgvrager
Ondersteun – indien no-
Om de zorgvrager de hulp
Als de zorgvrager een py-
naar de plaats van de
dig – de zorgvrager bij het
te bieden die nodig is.
jama draagt en voor het
meting.
lopen.
Altijd wegen met gelijk-
wegen naar een andere
Zorg ervoor dat de zorg-
soortige kleding.
ruimte moet lopen, vraag
vrager zo min mogelijk
hem dan een kamerjas en
kleding draagt (kamerjas
schoeisel aan te doen.
uitdoen). Laat de zorgvrager het schoeisel en sokken uitdoen. Omgeving Geen bijzonderheden Techniek 7
Vraag/help de zorgvra-
Vraag/help de zorgvrager
Voor een correcte ge-
Zorg ervoor dat de zorg-
ger op de weegschaal
de voeten op het midden
wichtsbepaling.
vrager stabiel staat.
te gaan staan.
van het weegvlak te zetten. Informeer de zorgvrager
Ondersteun de zorgvrager
tijdens het wegen ner-
hier zelf niet bij, omdat
gens op te leunen en de
dit het gewicht beı¨nvloed.
grond of een wand niet
Let er bij een digitale
aan te raken.
weegstoel op, dat de voeten van de zorgvrager op de voetensteun rusten.
8
Bepaal het gewicht van
Lees het gewicht af en
Let op dat de zorgvrager
de zorgvrager.
geef dit aan de zorgvrager
nergens op leunt tijdens
door.
het wegen en blijf controleren of de zorgvrager in het midden van de weegschaal staat.
9
Vraag/help de zorgvra-
Help de zorgvrager – zo
Om de zorgvrager de hulp
Vergeet niet de zorgvrager
ger van de weegschaal
nodig – bij het afstappen.
te bieden die nodig is.
eventueel te helpen bij het
af.
aantrekken van ochtendjas en schoeisel en te ondersteunen bij het lopen.
Na Zorgvrager 10
Maak een kladnotitie.
Schrijf het gemeten ge-
Om te voorkomen dat je
wicht op.
dit vergeet
2
35
hulp bieden bij opname van voeding en vocht Procedure
Werkwijze
Toelichting
Aandachtspunten/ kritieke punten/ observatie
11
Bespreek het gemeten
Vertel de zorgvrager het
Zo kun je ingaan op mo-
gewicht met de zorg-
gewicht, bespreek zijn re-
gelijke behoefte aan on-
vrager.
acties en:
dersteuning.
– ga bij sterke gewichtsverandering met de zorgvrager desgewenst mogelijke oorzaken na – overleg over de eventuele consequenties. 12
Rapporteer.
Noteer het gewicht op het
Mogelijk moet snel ge-
Overmatig vochtverlies en
afgesproken formulier in
handeld worden en die-
het vasthouden van vocht
het zorgdossier.
nen andere hulpverleners
kunnen een behoorlijke
ingeschakeld te worden.
schommeling in het gewicht tot gevolg hebben.
13
Begeleid de zorgvrager
Open de gordijnen.
terug naar de plaats
Plaats materiaal binnen
waar deze vandaan
handbereik.
kwam. Omgeving 14
Breng de omgeving in
Doe het papier in de af-
orde.
valemmer en zet sein uit.
Werkt hygie¨nisch.
Techniek 15
Ruim de materialen op.
Maak de weegschaal
Laat de weegapparatuur
schoon.
periodiek, bijv. 1 x per
Laadt de batterij op.
jaar, kalibreren (afstellen
Ruim de weegschaal op.
met behulp van geijkte gewichten, zodat eventuele afwijkingen verholpen worden).
16
Desinfecteer de han-
Volgens standaardproce-
Ter voorkoming van het
den.
dure.
overdragen van micro-
De handen voelen droog
organismen.
aan.
36
voeding
2.5.2 Het meten van de lichaamslengte
In deze inhoudsanalyse van het bepalen van de lengte van een zorgvrager wordt uitgegaan van een aan de muur bevestigde meetlat. Procedure
Werkwijze
Toelichting
Aandachtspunten/ kritieke punten/ observaties
´o ´r Vo Zorgvrager 1
Raadpleeg het dossier.
Om continuı¨teit van de
Bij de meeste mensen
zorg te waarborgen.
neemt de lichaamslengte bij het ouder worden af. Bij vrouwelijke zorgvragers na de menopauze, kan dit een symptoom van botontkalking (osteoporose) zijn. Hierdoor kunnen o.a. wervelverzakkingen ontstaan waardoor de lichaamslengte met enkele centimeters kan afnemen.
2
Bereid de zorgvrager
Vraag om toestemming.
voor op de activiteit.
De zorgvrager heeft beschikkingsrecht over het eigen lichaam.
Vertel de zorgvrager het
Bevordert het meewer-
doel van de meting.
ken.
Breng de omgeving in
Zet het sein aan.
Om de privacy te waar-
Zorg ervoor dat je onge-
orde.
Sluit ramen en deuren.
borgen en afkoeling te
stoord kunt werken, door
Controleer de kamertem-
voorkomen.
in een aparte ruimte te
Omgeving 3
peratuur.
meten.
Techniek 4
Desinfecteer de han-
Volgens standaardproce-
Ter voorkoming van het
den.
dure.
overdragen van micro-
De handen voelen droog
organismen.
aan.
2
37
hulp bieden bij opname van voeding en vocht Procedure
Werkwijze
Toelichting
Aandachtspunten/ kritieke punten/ observaties
5
Verzamel en controleer
Pak pen en papier
Ga na hoe de meetlat
de benodigdheden.
Controleer of de schuiflat
werkt. (sommige meetlat-
werkt.
ten geven de lichaamslengte halverwege de schuiflat aan in plaats van bovenop).
Controleer of er een scho-
Om kruisinfecties te
ne papieren onderlegger
voorkomen.
op de grond ligt. Tijdens Zorgvrager 6
Begeleid de zorgvrager
Ondersteun – zo nodig –
Om de zorgvrager de hulp
Als de zorgvrager een
naar de plaats van de
de zorgvrager bij het lo-
te bieden die nodig is.
pyama draagt en naar een
meting.
pen.
andere ruimte moet, vraag hem dan een ochtendjas en schoeisel aan te doen.
Omgeving Geen bijzonderheden Techniek 7
Meet de lengte van de
Vraag de zorgvrager de
Schoenen aanhouden
Controleer of de zorgvra-
zorgvrager.
schoenen uit te doen en
geeft een onjuiste me-
ger tijdens de meting met
met de rug naar de meet-
ting.
de hielen tegen de muur
lat te gaan staan.
blijft staan, voor zich uit blijft kijken en met een gestrekt lichaam (dus niet in elkaar gezakt) onder de meetlat blijft staan.
Breng de schuiflat ruim boven het hoofd van de zorgvrager. Vraag de zorgvrager met
Als de zorgvrager niet
hielen, billen en achter-
recht tegen de muur kan
kant van het hoofd tegen
staan, is de meting niet
de muur te gaan staan.
zorgvuldig.
Vraag de zorgvrager recht voor zich uit te kijken. Schuif de lat naar beneden tot deze de boven op het hoofd van de zorgvrager rust. Lees de lengte op de meetlat in centimeters af. 8
Schrijf de waargeno-
Maak een kladnotitie van
Om te voorkomen dat je
men lengte op.
de lichaamslengte.
het vergeet.
38
voeding
Procedure
Werkwijze
Toelichting
Aandachtspunten/ kritieke punten/ observaties
9
Bespreek de uitslag
Vertel de zorgvrager de
met de zorgvrager.
genoteerde lengte en bespreek zijn reacties.
Na Zorgvrager 10
Ondersteun de zorg-
Vraag/help de zorgvrager
Vergeet niet de zorgvrager
vrager zo nodig.
bij het aantrekken van de
eventueel te helpen bij het
schoenen en bij het te-
aantrekken van kamerjas
ruggaan naar de kamer
en schoeisel en – indien
en/of het bed.
nodig – te ondersteunen bij het lopen.
11
Rapporteer.
Noteer de lengte in het
I.v.m. continuı¨teit van
zorgdossier.
zorg.
Omgeving 12
Breng de omgeving in
Open de gordijnen.
orde.
Plaats materiaal binnen handbereik van de zorgvrager.
Techniek 13
Ruim de materialen op.
Deponeer het papier in de
Werkt hygie¨nisch.
afvalemmer en zet het sein uit. 14
Desinfecteer de han-
Volgens standaardproce-
Preventie overdracht mi-
den.
dure.
cro-organismen.
De handen voelen droog aan.
2
39
hulp bieden bij opname van voeding en vocht
2.5.3 Het serveren van en assisteren bij de maaltijd op bed Procedure
Werkwijze
Toelichting
Aandachtspunten/ kritieke punten/ observaties
´o ´r Vo Zorgvrager 1
Raadpleeg het dossier.
Ga na:
Om continuı¨teit van de
Vergeet niet na te gaan
– de eetgewoonten (bijv.
zorg te waarborgen.
welke afspraken met de
gebed, eerst vlees,
familie zijn gemaakt.
enz.)
Pijnverlichting in de vorm
– het eventuele dieet
` van medicatie moet 20 a
– de eethouding van de
30 minuten vo´o´r de maal-
zorgvrager
tijd worden gegeven.
– de zelfzorg-mogelijkheden van de zorgvrager (eventueel aangepast bestek/drinkgerei) – eventuele pijnbestrijding – eventuele medicatie – of er een vochtbalans/ voedingslijst bijgehouden wordt. 2
Bereid de zorgvrager
Vraag of de zorgvrager
Met een volle blaas en/of
Laat de zorgvrager vlak
voor op de maaltijd.
naar het toilet wil en help
darmen kan men minder
voor (of na) de maaltijd
hem zo nodig.
voeding en vocht opne-
geen belastende hande-
men.
lingen doen of ondergaan. Observeer (en bespreek) mogelijke psychische en lichamelijke onlustgevoelens en pas evt. het eten en drinken aan.
Geef de gelegenheid tot
Voor de persoonlijke hy-
Gebruik geen tandpasta
handen wassen en even-
gie¨ne.
e.d. bij de mondverzor-
tuele mondverzorging.
ging, omdat dit de smaak.
Zorg ervoor dat de kleding
Stimuleert het welbevin-
comfortabel zit en niet
den.
knelt. 3
Help/vraag de zorgvra-
Vraag/help de zorgvrager
Een (half)zittende hou-
Ondersteun de zorgvrager
ger in de gewenste
in een (half)zittende hou-
ding vergemakkelijkt het
met kussens en vermijd
houding.
ding.
slikken en voorkomt aspi-
overrekking van de nek-
Schud de kussens op.
ratie (inademen) van voe-
spieren.
Ondersteun de zorgvrager
ding.
Bepaal, indien de zorgvra-
als deze niet kan zitten,
ger in buik- of rugligging
bij het aannemen van zij-,
moet blijven, de juiste
rug- of buikligging en het
hulpmiddelen en/of ondersteuning.
40
voeding
Procedure
Werkwijze
Toelichting
Aandachtspunten/ kritieke punten/ observaties
opzij draaien van het hoofd. Als eetlustopwekker kan 30 minuten voor de maaltijd bouillon gegeven worden. Omgeving 4
Maak de kamer in orde
Verwijder onplezierige
Ter bevordering van de
voor de maaltijd.
zaken en geuren zoals:
eetlust, concentratie op
verwelkte bloemen, uri-
het eten en hygie¨ne en
nalen enz.
het voorkomen van mis-
Ventileer zo nodig.
selijkheid.
Regel de geluidssterkte van de radio/tv naar wensen van de zorgvrager. 5
Maak de omgeving in
Zet het bedtafeltje of het
Het dienblad moet zo
Plaats een stoel naast het
orde voor de maaltijd.
zwenktafeltje klaar en leg
staan dat de zorgvrager
bed als je de zorgvrager
een servet binnen hand-
het eten kan zien en com-
gaat helpen met eten en
bereik.
fortabel kan eten.
drinken en stel de hoogte van het bed zo in, dat je op ooghoogte van de zorgvrager zit of staat.
Techniek 6
Desinfecteer je handen
Volgens standaardproce-
Preventie overdracht
en controleer je eigen
dure.
micro-organismen.
kleding.
De handen voelen droog aan. Controleer of je eigen kle-
Bevordert de eetlust van
ding er schoon en ver-
de zorgvrager.
zorgd uitziet. 7
Verzamel en controleer
Pak het dienblad en con-
Werkt efficie¨nt als de be-
de benodigdheden.
troleer:
nodigdheden in e´e´n keer
– de naam van de zorg-
in orde zijn.
vrager
Om te kunnen bepalen
– de juiste voeding
wat de zorgvrager gege-
– het etensblad op volle-
ten heeft en of dit over-
digheid – de aangeboden hoe-
eenstemt met de afspraken.
veelheid. Ga nauwkeurig de zelf-
Om niet meer hulp te bie-
zorgmogelijkheden van
den dan gewenst en
de zorgvrager na.
noodzakelijk is.
Let op de visuele capaci-
Om aangepaste begelei-
teiten van de zorgvrager.
ding te kunnen geven.
2
41
hulp bieden bij opname van voeding en vocht Procedure
Werkwijze
Toelichting
Aandachtspunten/ kritieke punten/ observaties
Plaats een stoel naast het
Om zelf op te kunnen zit-
bed.
ten tijdens het geven van de voeding.
Ga na of op het dienblad,
Weglopen tijdens de
indien gewenst, aange-
maaltijd versterkt het af-
paste middelen (ander
hankelijkheidsgevoel en
bestek e.d.) aanwezig
geeft een onrustige sfeer.
zijn. Maak anderen duidelijk dat je enige tijd bij de zorgvrager blijft en niet gestoord kunt worden. Tijdens Zorgvrager 8
Geef de zorgvrager de
Praat, indien gewenst,
Om een ontspannen sfeer
Praat zo min mogelijk
hulp die hij nodig
tegen de zorgvrager,
te cree¨ren, maar de zorg-
over emotionerende on-
heeft.
maar voorkom dat hij tij-
vrager moet zich niet
derwerpen.
dens het eten en drinken
verslikken.
antwoord moet geven. 9
Observeer de zorgvra-
Observeer hoe de zorg-
ger
vrager eet en drinkt:
Om de zorg bij te stellen.
Instrueer zo nodig sliktechnieken.
– tempo – wijze van kauwen, zuigen en slikken. Omgeving 10
Ga in een comfortabele
Ga zo zitten dat je ge-
Stel de (werk)hoogte van
Soms is het gemakkelijker
houding zitten.
makkelijk bij het eten en
het bed zo in dat je je arm
te staan. Als je langer dan
bij de zorgvrager kunt.
niet te veel hoeft te strek-
1 minuut in een bepaalde
ken en dat je je rug niet te
houding staat (statische
veel buigt.
belasting) wordt geadviseerd om een zit/stasteun te gebruiken.
11
Handhaaf rust.
Wanneer iemand komt
Rust ontspant de zorg-
storen, vraag of deze wil
vrager en bevordert de
wachten. Tref maatrege-
concentratie op de maal-
len indien de omgeving te
tijd.
onrustig wordt. Techniek 12
Serveer het eten en
Plaats het dienblad op het
Vooraf een paar stukjes
Indien mogelijk geef je de
maak het eten klaar.
tafeltje en snijd het brood
snijden vergemakkelijkt
zorgvrager zicht op het
of vlees volgens de wen-
het eten geven.
eten.
sen van de zorgvrager.
Vergeet niet de tempera-
Vraag of de zorgvrager wil
tuur van het eten te con-
bidden voor de maaltijd.
troleren. Mocht je twijfelen of de
42
voeding
Procedure
Werkwijze
Toelichting
Aandachtspunten/ kritieke punten/ observaties zorgvrager goed kan slikken, geef hem dan eerst een slokje water. Voorkom dat de zorgvrager (te) veel drinkt voor en tijdens de maaltijd. Dit vermindert de eetlust.
13
Help de zorgvrager bij
Geef kleine hapjes.
het eten.
Kleine porties voorkomt
Als de zorgvrager zelf de
verslikken.
lepel of vork kan vasthouden, stuur dan alleen zijn hand. Voorkom dat je met het bestek de tanden van de zorgvrager hard aantikt. Let erop dat je je eigen mond dichthoudt als je de lepel of vork naar de mond van de zorgvrager brengt.
Pas de volgorde van de onderdelen van de maaltijd aan de wensen van de zorgvrager aan. Geef zo mogelijk eerst een
Aantrekkelijk voedsel sti-
hapje dat lekker ruikt, er
muleert de eetlust en
aantrekkelijk uitziet en
zacht voedsel eet makke-
zacht is (bijv. puree of
lijk.
zachte groente). Breng lepel of vork via de
Bestek via ooghoogte
Breng – als de zorgvrager
kin naar de mond van de
naar de mond brengen
plat op bed ligt en het
zorgvrager.
zorgt voor het strekken
hoofd opzij gedraaid heeft
van de nek, wat een min-
– het voedsel en drinken
der gemakkelijke houding
via de wangzak, die op het
is.
kussen rust, in de mond. Gebruik zo nodig een rietje. Raak bij blinde zorgvragers met de lepel of vork zachtjes de onderlip aan.
Let steeds op de tempera-
Te koude voeding veroor-
tuur van het eten.
zaakt prikkeling van de maag- en darmwand. Te warme voeding geeft kans op verbranding.
2
43
hulp bieden bij opname van voeding en vocht Procedure
Werkwijze
Toelichting
Aandachtspunten/ kritieke punten/ observaties
14
Neem pauzes tussen de
Wacht tot de zorgvrager
happen door.
de mond leeg heeft, schep
niet te moe wordt. Pau-
dan pas een nieuwe hap
zeer dan wat langer en
van het bord en breng
warm het eten evt. op of
deze in de mond.
gebruik een warmwater-
Bevordert het rustig eten.
Let er op dat de zorgvrager
bord. Veeg bij morsen de kin af met een servet. 15
Geef desgewenst tus-
Breng de beker eerst te-
Als de zorgvrager te wei-
Gebruik een transparante
sendoor wat te drin-
gen de onderkin.
nig speekselvocht heeft,
beker of schuitje, zodat je
ken.
Ondersteun het hoofd en
kun je evt. een klein slokje
kunt zien wanneer de
geef eerst een klein slokje,
drinken geven.
vloeistof de mond van de
door voorzichtig de tuit
zorgvrager bereikt heeft.
van de beker richting
Pas desgewenst andere
mond van de zorgvrager
technieken toe om de
te kantelen
zorgvrager zo goed moge-
Wacht even en vraag of de
lijk te laten kauwen, zui-
zorgvrager nog een slokje
gen en slikken.
wil. Na Zorgvrager 16
Rond de maaltijd met
Bespreek de maaltijd met
Om de zorg bij te kunnen
de zorgvrager af.
de zorgvrager op hoeveel-
stellen.
heid, soort, smaak e.d. Geef desgewenst gelegenheid tot een dankgebed en het lezen van de Bijbel. 17
Draag zorg voor de hy-
Geef de zorgvrager gele-
Stimuleert het welbevin-
Let op speciale afspraken
gie¨ne van de zorgvra-
genheid tot mondhygie¨ne
den van de zorgvrager en
met betrekking tot de
ger.
en handen wassen.
werkt hygie¨nisch.
mondverzorging. Om carie¨s te voorkomen, is gebitsverzorging gedurende de eerste 20 min. na de maaltijd het meest effectief.
18
Draag zorg voor rust na
Vraag/help de zorgvrager
Rust na het eten bevor-
Als de zorgvrager over
de maaltijd.
in een comfortabele hou-
dert spijsvertering, voor-
misselijkheid klaagt of
ding.
komt misselijkheid en
zegt het gevoel te hebben
braken.
te moeten braken zet dan een bekkentje, tissues, glas water en handdoek bij de zorgvrager neer.
44
voeding
Procedure
Werkwijze
Toelichting
Aandachtspunten/ kritieke punten/ observaties
19
Rapporteer.
Rapporteer veranderin-
Om continuı¨teit van de
Let eventueel op vocht- en
gen in het eetpatroon e.d.
zorg te waarborgen.
voedingslijsten die bijgehouden moeten worden en geef bevindingen zonodig door aan die¨tiste of voedingsdienst.
Omgeving 20
Breng de omgeving in
Verwijder het tafeltje op/
Stimuleert het welbevin-
Controleer of linnengoed
orde.
boven het bed.
den van de zorgvrager.
en kleding van de zorg-
Ventileer eventueel de ka-
vrager nog schoon zijn.
mer.
Verwijder evt. kruimels
Plaats het bedkastje en
uit het bed.
andere spullen (bijv. oproepsysteem). 21
Ruim de materialen op.
Ruim de gebruikte mate-
Werkt hygie¨nisch.
rialen en het bestek op volgens de afdelingsafspraken en zet het sein uit. 22
Desinfecteer de han-
Volgens afdelingsproce-
Preventie overdracht
den.
dure.
micro-organismen.
De handen voelen droog aan.
2
hulp bieden bij opname van voeding en vocht
45
2.6 Leerresultaten Controleer en vul onderstaande leerresultaten aan met eigen, meer specifieke leerervaringen.
Ik kan: 1 gegevens verzamelen ten aanzien van personalia, voedingstoestand, dagelijkse gewoonten, voedingsbehoefte, reactie op voeding, emotionele reacties, bijzondere omstandigheden en hulp van partner, familie en/of buren (mantelzorg). 2 aangeven hoe met deze gegevens omgegaan moet worden in het kader van de Wet bescherming persoonsgegevens. 3 vertellen wanneer er sprake is van een ideaal-, over- of ondergewicht. 4 gewicht in relatie brengen met lengte, geslacht en bouw van het lichaam. 5 vertellen en toelichten hoe gewicht en lengte worden gemeten. 6 drie gezondheidsproblemen noemen waarbij gewichtscontrole van belang is. 7 vertellen hoe voedingspatronen bijdragen aan gezonde/ongezonde voedingstoestand. 8 uitleggen wat een vochtbalans inhoudt en wat genoteerd moet worden. 9 drie gezondheidsproblemen noemen waarbij een vochtbalans moet worden bijgehouden. 10 de begrippen dehydratie, overhydratie en huidturgor omschrijven. 11 de activiteiten noemen om in de behoefte aan voeding te voorzien. 12 voorbeelden van problemen geven die zich in elke fase van deze activiteiten kunnen voordoen. 13 het belang verwoorden en toelichten van het onderkennen van eigen en andermans gewoonten met betrekking tot eten en drinken. 14 de meest voorkomende hulpmiddelen die men gebruikt noemen en toelichten. 15 omschrijven wat een centraal gekoppeld en decentraal gekoppeld voedselverdeelsysteem inhouden. 16 consequenties toelichten van beide systemen voor de taakopvatting van de verzorgende. 17 vertellen welke factoren eetlustremmend en welke eetlust bevorderend werken. 18 verschillende voedings- en eetpatronen vanuit andere culturen noemen en toelichten. 19 vertellen en toelichten hoe eten en drinken geserveerd moet worden. 20 vertellen en toelichten hoe je de zorgvrager kunt ondersteunen bij het eten en drinken. 21 voorbeelden geven van veel voorkomende belevingen bij de zorgvragers die geholpen worden bij het eten en drinken. 22 23 24