2. De veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
Beleidsplan 2009-2012 Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
voor elkaar!
mr. G.H. Faber, voorzitter Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland ing. G.J.M. Ruijs, directeur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
3
Inhoudsopgave 1. Inleiding
4
1.1 Aanleiding
4
1.2 Doel van de notitie
4
1.3 Opbouw van de notitie
4
1.4 Besluitvorming en afstemming
4
2. Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
5
2.1 Samenwerkingsverband en gemeenschappelijke regeling
5
2.2 Sturing en verantwoording
5
2.3 Beleidsvoornemens 2009-2012
5
3. Missie en visie 2013-2016
6
4. Regionaal risicoprofiel
7
4.1 Wat heeft het Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland opgeleverd?
7
4.2 Aanbevelingen
7
4.3 Risicoprofiel als basis voor het meerjarenbeleidsplan
8
4.4 Totstandkoming strategische posities
8
4.5 Strategische posities en maatregelen
9
4.6 Vooruitblik naar het Beleidsplan veiligheidsregio 2013-2016: trends en ontwikkelingen
11
5. Regionaal dekkingsplan brandweer
16
5.1 Wettelijk kader
16
5.2 Stand van zaken in de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
16
5.3 Bestaande situatie verbeteren en toewerken naar regionaal dekkingsplan
16
6. Vervolg
18
BIJLAGE 1
19
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
4 1. Inleiding 1.1 Aanleiding
De herijking van de missie en visie staat centraal in het tweede deel van de notitie.
Het beleidsplan is een wettelijk verplichte planfiguur op basis
Het derde deel betreft het regionale risicoprofiel dat op 30 maart
van de Wet veiligheidsregio’s. Voor veiligheidsregio Zaanstreek-
2011 is vastgesteld. Het risicoprofiel geeft een nieuwe impuls aan
Waterland is het beleidsplan een instrument om de bestuurlijke
de beleidsagenda van de regio. Het risicoprofiel biedt namelijk niet
verantwoordelijkheden en ambities te kunnen vertalen naar
alleen inzicht in het soort risico’s in deze regio maar levert aan de
strategie en uitvoering.
hand van een risicoanalyse ook aanbevelingen op voor het nemen van beleidsmaatregelen.
Op het moment bevindt veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
In het vierde deel van de notitie gaat het specifiek over het regio-
zich nog middenin de lopende beleidsperiode (2009 t/m 2012). De
naal dekkingsplan brandweer.
focus in de jaren 2011 en 2012 ligt vooral op afronden, implemen-
Het afsluitende hoofdstuk beschrijft ten slotte het vervolg: hoe ziet
teren en borgen van eerder geplande en in gang gezette beleids-
het proces eruit na bestuurlijke vaststelling van deze notitie.
voornemens. Daarnaast vragen kwesties als de opkomstnormen en dekking van de brandweer, de toekomst van de meldkamer, de veranderingen bij de politie, de financiële situatie van de gemeen-
1.4 Besluitvorming en afstemming
ten en de vraag of de brandweer moet worden geregionaliseerd de nodige bestuurlijke aandacht. Voor de voorzitter was dit aanleiding
Met het ministerie is afgesproken om de notitie in 2011 op te
om in het voortgangsgesprek met het ministerie van Veiligheid en
leveren. De notitie is in de vergadering van 15 december 2011
Justitie aan te geven dat het opstellen van een nieuw beleidsplan
door het Algemeen Bestuur vastgesteld. Buiten afstemming met
niet past in de huidige ontwikkeling van de regio. Afgesproken is
de vier partners in de Veiligheidsdirectie heeft er geen consultatie
om in plaats daarvan een aanvullende notitie te schrijven op het
plaatsgevonden met andere partijen. Het is de bedoeling om de
bestaande beleidsplan en daarmee voor 2011 te voldoen aan de
crisispartners te betrekken bij het opstellen van het nieuwe
wettelijke eis. Een volledig nieuw beleidsplan wordt in 2012 opgele-
beleidsplan en in 2012 met de belangrijkste partners in gesprek te
verd voor de periode 2013-2016.
gaan over risicobeheersing, incidentbestrijding en herstel.
1.2 Doel van de notitie Doel van deze notitie is het vastleggen van de missie en visie voor de periode 2013-2016 en om daarmee richtinggevend te zijn voor het bepalen c.q. herijken van de beleidsprioriteiten en -uitgangspunten. Daarnaast wordt beoogd een indruk te geven van wat er op het strategische, beleidsmatige niveau momenteel aan de orde is in de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland en haar omgeving. Hierin staat het regionale risicoprofiel centraal omdat dit de belangrijkste bouwsteen is voor het toekomstige beleid.
1.3 Opbouw van de notitie In het eerste deel van deze notitie wordt kort beschreven wat de veiligheidsregio is en doet. Vervolgens wordt daarin de stand van zaken opgemaakt ten aanzien van het huidige beleidsplan. Op hoofdlijnen wordt aangegeven hoe de veiligheidsregio ervoor staat: welke beleidsvoornemens zijn gerealiseerd, waar wordt nog aan gewerkt en wat bestuurlijk is uitgesteld.
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
5 2. Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2.1 Samenwerkingsverband en gemeenschappelijke regeling
VrZW en afdelingen VrZW. In deze A3’en zijn missie, visie en succesbepalende factoren voor de langere termijn beschreven, die het uitgangspunt vormen voor de activiteiten van de veiligheidsregio
In de regio Zaanstreek-Waterland werken brandweer, politie,
(de VrZW en de partners voor hun bijdrage aan de multidiscipli-
gemeenten en GHOR samen aan de multidisciplinaire voorberei-
naire producten) in een bepaald jaar in de betreffende beleidspe-
ding op en bestrijding van crises en rampen. Per 1 januari 2008 is
riode. Aan de hand hiervan kan door de leidinggevenden worden
door de gemeenten in deze regio als rechtsopvolger van de
gestuurd op de gewenste resultaten. Tevens zijn de A3’en de basis
Regionale Brandweer Zaanstreek-Waterland (RBZW) een gemeen-
voor de verantwoording aan de directeur, de Veiligheidsdirectie en
schappelijke regeling ingesteld, de Veiligheidsregio Zaanstreek-
het Algemeen Bestuur (in managementgesprekken, burap I, burap
Waterland (VrZW). VrZW faciliteert de samenwerking tussen de
II en het jaarverslag).
kolommen. VrZW is verantwoordelijk voor: • de regionale brandweertaken (mono- en multidisciplinair);
2.3 Beleidsvoornemens 2009-2012
• de GHOR-taken; • ondersteuning van de gemeentelijke rampbestrijdingsprocessen;
Het huidige beleid is beschreven in het beleidsplan Veiligheids-
• coördinatie en beheer van de multidisciplinaire taken (veiligheids-
regio Zaanstreek-Waterland 2009-2012 ‘Voor elkaar!’. Alvorens de
bureau en ten aanzien van gemeenschappelijke meldkamer).
beleidsperiode 2013-2016 in te gaan, is het noodzakelijk het huidige beleid te evalueren. De evaluatie zou in ieder geval het volgende
Het Algemeen Bestuur van VrZW wordt gevormd door de burge-
moeten opleveren:
meesters van de negen gemeenten: Beemster, Edam-Volendam,
1. Inzicht in wat er aan beleidsvoornemens is gerealiseerd, wat er
Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zaanstad en Zeevang. Er is tevens een Dagelijks Bestuur, Veiligheidsbestuur genoemd, dat bestaat uit dezelfde leden.
nog loopt, wat er is uitgesteld en wat daarvan mogelijk op een later tijdstip moet worden opgepakt. 2. Antwoord op de vraag of het gevoerde beleid het gewenste effect heeft gesorteerd.
Ten behoeve van de aansturing en afstemming van de multidisciplinaire voorbereiding en bestrijding van crises en rampen is
Ten aanzien van het eerste is er een concepttabel gemaakt met de
een Veiligheidsdirectie opgericht. Hierin zitten namens VrZW en
stand van zaken van alle beleidsvoornemens en activiteiten uit het
de brandweer, de directeur VrZW/ regionaal commandant, de
beleidsplan 2009-2012 (zie bijlage 1). Voor wat betreft het tweede,
korpschef namens de politie, de directeur publieke gezondheid
de effectmeting, is een diepergaande analyse nodig en zouden ook
(DPG) namens de GHOR en namens de gemeenten de coördi-
een klanttevredenheidsonderzoek en een partnertevredenheids-
nerend gemeentesecretaris. Zij zijn tevens de vaste adviseurs van
onderzoek moeten worden uitgevoerd. De kern van deze analyse
het Algemeen en Dagelijks Bestuur.
bestaat in ieder geval uit de volgende probleemvragen: • In hoeverre heeft de realisatie van de multidisciplinaire beleids-
2.2 Sturing en verantwoording
voornemens geleid tot het behalen van de ambities? • In de visie op de regionale brandweer zijn twee sporen en vier onderliggende hoofddoelstellingen benoemd, in hoeverre is de
In de vergadering van 11 februari 2011 heeft het Veiligheidsbestuur de organisatie-A3 van VrZW voor 2011 vastgesteld, als onderdeel
regio erin geslaagd deze te bereiken? • Zijn de doelen van de GHOR behaald?
van de beleids- en P&C cyclus. De invoering van de A3 methodiek maakt onderdeel uit van het streven van VrZW om eind 2011 over
Kortom, met de concepttabel in bijlage 1 is een eerste, kleine,
een volledig operationeel kwaliteitsmanagementsysteem (KMS) te
aanzet gedaan om inzicht te geven in hoeverre het beleidsplan is
beschikken , opgebouwd conform het INK-managementmodel.
gerealiseerd. In 2012 dient hieraan een vervolg te worden gegeven.
De kern van het A3-jaarplan is in één A3 (papierformaat) te vangen
Overigens gaat de wetgever in 2012 ook een evaluatie uitvoeren,
wat de beoogde resultaten zijn in het betreffende jaar, volgend uit
namelijk van de Wet veiligheidsregio’s en de bijbehorende beslui-
missie, visie en succesbepalende factoren en uitgewerkt in con-
ten (Besluit veiligheidsregio’s en Besluit personeel veiligheids-
crete acties. Hiermee wordt het INK-managementmodel als bestu-
regio’s). Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland ziet uit naar het
ringsmodel vertaald in een voor iedereen leesbaar, begrijpbaar en
evaluatierapport; bevindingen en gevolgtrekkingen kunnen wellicht
overzichtelijk document, op A3-papierformaat. Dit wordt opgesteld
door de regio worden betrokken in het opstellen van het nieuwe
op drie niveaus: Veiligheidsdirectie, directeur/ managementteam
beleidsplan.
1
1) Elke veiligheidsregio heeft de wettelijke verplichting om een kwaliteitszorgsysteem te hebben (Wet veiligheidsregio’s, art. 23).
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
6 3. Missie en visie 2013-2016 In het beleidsplan 2009-2012 hebben het Algemeen Bestuur en de
Met het vaststellen van deze notitie onderschrijft het bestuur
Veiligheidsdirectie de missie en visie op veiligheid, samenwerking
deze missie, visie en succesbepalende factoren. In het beleidsplan
en kwaliteit vastgelegd. Bij rampen en crises moeten de burgers
2013-2016 zal hier in een nadere uitwerking verder betekenis aan
op de overheid kunnen rekenen. De veiligheidsregio streeft daarom
worden gegeven.
naar een hoogwaardig kwaliteitsniveau van de crisisbeheersing en rampenbestrijding. Dat wordt enerzijds gerealiseerd door zo goed als mogelijk invulling te geven aan de wettelijke taken en anderzijds door binnen de beleidsruimte die de wet- en regelgeving laat, in te spelen op de specifieke behoeften in de regio. Op 27 oktober 2011 heeft de Veiligheidsdirectie in het kader van het opstellen van de A3 voor 2012 een missie en visie bepaald voor de beleidsperiode 2013-2016. Deze herijking vond plaats aan de hand van de huidige missie en visie, de situatie waarin de veiligheidsregio zich nu bevindt en het toekomstbeeld van de Veiligheidsdirectie. Aan de nieuwe missie en visie zijn succesbepalende factoren2 gekoppeld. Missie, visie en succesbepalende factoren voor de jaren 2013 tot en met 2016 zijn als volgt geformuleerd: Missie De partners in de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland gaan ‘arm in arm voor veiligheid’ om het samenwerkingsverband te bestendigen en uit te bouwen. Dit samenwerkingsverband helpt maatschappelijke verstoringen voorkomen of beperken in het belang van en samen met de burgers. Visie • Wij werken adequaat en effectief samen op het gebied van integrale veiligheid. • Wij treden adequaat en snel op bij rampen en crises. • Wij gaan in onze organisatievorming mee in de ontwikkelingen rond bestuurlijke schaalvergroting. • Wij hebben wederzijds werkbare afspraken met de nieuwe politieregio. • Wij werken actief samen met de burger opdat deze bewust en zelfredzaam handelt. Succesbepalende factoren • Een activerende benadering naar de klant. • Bestendiging huidige niveau van samenwerken (inclusief eenheid van beleid en aansturing). • Heldere afspraken met naastgelegen veiligheidsregio’s en andere relevante partijen. • Adequate risico- en crisiscommunicatie.
2) Succesbepalende factoren zijn zaken die, binnen de invloedssfeer van de veiligheidsregio, bepalend worden geacht voor het behalen van de missie en visie.
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
7 4. Regionaal risicoprofiel Het Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland,
Inhoudelijke opbrengsten:
vastgesteld op 30 maart 2011, bestaat uit een overzicht van grote
• Een belangrijke ontwikkelstap is gezet naar ‘all hazard’
branden, rampen of crises die deze regio kunnen treffen en een analyse van de risico’s. Op basis hiervan kunnen door VrZW, de gemeenten, de hulpverleningsdiensten en andere relevante partijen, bepaalde voorzieningen of voorbereidingen worden getroffen
risicogericht veiligheidsbeleid. • Risicoanalyse heeft plaatsgevonden op basis van brede impact criteria (territoriale, ecologische, fysieke, sociale, economische veiligheid en bescherming cultureel erfgoed).
voor het geval zich een dergelijke ramp of crisis voordoet.
• Een herkenbaar risicodiagram is ontwikkeld voor
Het risicoprofiel bestaat uit drie onderdelen: de risico-inventarisa-
• Inzicht is verkregen in aanvullende beïnvloedingsmaatregelen
Zaanstreek-Waterland. tie, de risicoanalyse en de beïnvloedingsmogelijkheden. De risicoinventarisatie brengt in beeld wat de risicovolle situaties in de regio
en het benodigde netwerk. • Het project risicoprofiel heeft ertoe geleid dat de risico-inschat-
zijn. De risicoanalyse geeft een inschatting van de mate/ omvang
ting op basis van het ‘professioneel onderbuikgevoel’ nu ook
van de risico’s (hoe ‘erg’ het is). In het onderdeel beïnvloedings-
onderbouwd is. Lopende en nieuwe maatregelen kunnen
mogelijkheden wordt een overzicht gegeven van aanvullende maat-
hieraan gekoppeld worden.
regelen die genomen kunnen worden om de risico’s te beperken. Dat houdt in dat aangegeven wordt hoe de waarschijnlijkheid en/ of
Procesmatige opbrengsten:
de impact gereduceerd kunnen worden.
• Constructieve multidisciplinaire samenwerking gedurende de
Het risicoprofiel wordt in de Wet veiligheidsregio’s gepositioneerd
• Gezamenlijke multidisciplinaire scenario-ontwikkeling en
gehele looptijd van het project (van projectplan tot eindrapport). als een basis voor het meerjarenbeleidsplan van de regio. Het risicoprofiel is er dan ook op gericht om het bestuur van Veiligheids-
risicoanalyse. • Nauwe relaties zijn aangegaan/ onderhouden met externe
regio Zaanstreek-Waterland in staat te stellen gerichte keuzes te
partijen, die een belangrijke rol in de risico- en crisisbeheersing
maken voor het beleid van de regio in de komende vier jaren. Deze
(kunnen) spelen.
keuzes zullen uiteindelijk worden vastgelegd in het meerjaren-
• Samenwerking met omliggende regio’s en provincie.
beleidsplan.
• Dit als opmaat voor een blijvend netwerk.
In deze notitie wordt beschreven hoe het regionale risicoprofiel is
Formele opbrengsten:
opgebouwd en wat het heeft opgeleverd. Ook worden de aan-
• Voldaan aan wettelijke verplichting tot opstellen van
bevelingen benoemd. Twee aanbevelingen hebben betrekking op
Regionaal Risicoprofiel (Wet veiligheidsregio’s).
de relatie met het beleidsplan van de veiligheidsregio. Hier wordt nader op ingegaan. Het betreft de vijf strategische posities die zijn beschreven als inbreng vanuit het risicoprofiel voor het toekom-
4.2 Aanbevelingen
stige beleid. Ten slotte wordt met een weergave van enkele actuele ontwikkelingen een overbrugging gemaakt van het risicoprofiel
De regionale projectgroep heeft het risicoprofiel van de regio
naar het proces van totstandkoming van nieuw beleid om te
Zaanstreek-Waterland opgesteld in opdracht van het Veiligheids-
zorgen dat het risicoprofiel onder de aandacht blijft en zijn waarde
bestuur. Als uitkomst van dit traject beveelt de projectgroep het
behoudt.
volgende aan:
4.1 Wat heeft het Regionaal Risicoprofiel Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland opgeleverd?
Risicoprofiel als basis voor het meerjarenbeleidsplan • Gebruik dit risicoprofiel bij het opstellen van het strategisch meerjarenbeleidsplan. • Geef opdracht aan de opstellers van het meerjarenbeleidsplan om de vijf benoemde strategische posities nader uit te
Brandweer, politie, GHOR en gemeenten in de veiligheidsregio
werken wat betreft de gevolgen voor onder meer de impact,
Zaanstreek-Waterland hebben gedurende de looptijd van het
de waarschijnlijkheid en de financiële middelen.
project stevig geïnvesteerd in het Regionaal Risicoprofiel. Het resultaat van deze investering is:
Borging van het risicoprofiel • Houd het profiel op de agenda in de regio door jaarlijks3 een
3) Op 8 december 2011 heeft deze bijeenkomst plaatsgevonden. Hiermee heeft VrZW voldaan aan de wettelijke verplichting in artikel 15, lid 5 van de Wet veiligheidsregio’s.
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
8
bijeenkomst te beleggen met het netwerk rondom het risico-
4.4 Totstandkoming strategische posities
profiel, waarin wordt besproken: - De implicaties voor het risicoprofiel van de ontwikkelingen
Op basis van de risicoanalyse is gekomen tot de zeven meest
uit de ‘toekomstverkenning’.
urgente scenario’s. Deze scenario’s hebben een centrale positie in
- Nieuwe ontwikkelingen die van invloed zijn op het risicoprofiel;
het risicodiagram van de regio en verdienen volgens de regionale
- Keuze voor een nieuw uit te werken scenario in multi-
experts bestuurlijke aandacht.
disciplinair verband. • Laat de uitkomsten van deze bijeenkomsten terugkoppelen in het Veiligheidsbestuur van Zaanstreek-Waterland.
Het betreft: • dijkdoorbraak laaggelegen polder • incident stationaire inrichting • brand cacao-opslag
4.3 Risicoprofiel als basis voor het meerjarenbeleidsplan
• uitval energievoorziening • treinincident • ordeverstoring en Paniek in menigte
Het risicoprofiel vormt de belangrijkste bouwsteen voor het toe-
• buurtonrust
komstige beleid. De strategische posities (aanbevelingen) die uit het risicoprofiel voortvloeien dienen te worden bekeken in het licht
Voor elk scenario is een knelpuntenanalyse verricht aan de
van bestaand beleid en gewenst beleid. Dat kan dus ook beteke-
hand waarvan maatregelen zijn benoemd om de knelpunten weg
nen dat bestuurlijk wordt vastgesteld dat voor bepaalde crisistypen
te nemen.
al afdoende maatregelen zijn genomen en dat er geen behoefte is aan aanvullende acties.
De voorgestelde maatregelen zijn vervolgens geclusterd in vijf
De strategische keuzes die worden vastgelegd in het beleidsplan
strategische posities. Een strategische positie is in dit verband een
van de veiligheidsregio, worden vervolgens verder uitgewerkt
cluster van samenhangende maatregelen die de veiligheidsregio
in andere plannen, zoals: beleidsplan multidisciplinair opleiden,
kan nemen op basis van de missie en visie en op basis van de
trainen en oefenen, de beleidsplannen van de kolommen en het
urgentie van de gesignaleerde risico’s. De strategische posities
Regionaal Crisisplan.
verschillen in de manier waarop de veiligheidsregio invulling geeft aan haar rol in het maatschappelijk speelveld. Er is bijvoorbeeld de
In het figuur hieronder is dit beleidsproces weergegeven:
keuze voor de veiligheidsregio om al dan niet sterk samen te wer-
Figuur 1. Schema beleidsproces
Regionaal Risicoprofiel
Rampenbestrijdingsplannen
Voorbereid zijn op regiospecifieke rampen en crises Basisvereisten crisismanagement
Voldoen aan basisprocessen crisismanagement
Crisisplan
Oefenbeleidsplan
Beleidsplannen kolommen
Leveren van dagelijkse zorg Doelstellingen politie, GHOR en gemeenten
Vormgeven informatiemanagement
Jaarplannen
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
9
beeld door uitval telecom, uitval stroom, overstroming).
ken met andere ketenpartijen (netwerkregie), de burger (inzetten op zelfredzaamheid) en het bedrijfsleven (streven naar een juiste
• Specifiek wordt aandacht gevraagd voor het crisistype stroomuitval. De experts stellen voor dit crisistype en het bijbehorende
verantwoordelijkheidstoedeling).
draaiboek de komende beleidsperiode (dus de komende 4 jaar) minimaal eenmaal te gaan oefenen.
De verschillende strategische posities die voortkomen uit het risicoprofiel zijn niet limitatief en sluiten elkaar ook niet uit. Uiteindelijk
- Liander heeft aangegeven dat opnieuw diepgravend
zal het bestuur bij het vaststellen van het strategische beleidsplan
onderzoek gedaan zou moeten worden naar de (keten)effecten
voor de periode 2013-2016 tot een keuze moeten komen om focus
van langdurige stroomuitval (zoals eerder gedaan is in het
aan te brengen in de hierna genoemde posities en bijbehorende
kader van het boek ‘Stroomloos’). Dit is naar het inzicht van de
maatregelen.
projectgroep een initiatief dat op landelijk niveau, door bijvoorbeeld het Veiligheidsberaad, zou moeten worden
4.5 Strategische posities en maatregelen
ondersteund. 4.6.2 Positie 2: Netwerkregie op maatschappelijke
Hieronder worden de vijf strategische posities en voorgestelde
acties weergegeven.
Voor wat betreft de crisistypen in het thema sociaal-maatschap-
ordeverstoringen
pelijk is ook aandacht gevraagd voor de samenwerking met 4.6.1 Positie 1: Netwerkregie op maatschappelijke
netwerkpartners. De komende jaren zullen naar verwachting de
sociale tegenstellingen toenemen, waardoor onrust in wijken en
discontinuïteit
In het risicoprofiel is extra aandacht voor de ‘nieuwe’ crisistypen
andere vormen van grootschalige ordeverstoringen – ook ten tijde
met betrekking tot de zekerheid van vitale infrastructuren. Dit
van evenementen – in potentie vaker plaats zullen kunnen vinden.
betekent nieuwe taken voor de veiligheidsregio ten opzichte van
Op basis van de uitkomsten van de risicoanalyse en de sessie beïn-
het handelingsperspectief bij de klassieke rampenbestrijding. Het
vloedingsmaatregelen, stellen de experts voor om de komende
draait in dit verband om: netwerkregie binnen de risico- en crisis-
jaren te focussen op de volgende acties:
beheersing, multidisciplinaire afstemming met alle publieke en
• Vanuit de veiligheidsregio aansluiting zoeken bij de bestaande
private diensten over de inrichting van een generieke, koppelbare
netwerken opdat onrust vroegtijdig wordt gesignaleerd en op
crisisorganisatie4 en bijstandsafspraken en waakvlamovereenkom-
een juiste manier kan worden gekeerd. Een eerste stap zou
sten/ convenanten.
kunnen zijn dat de bestaande netwerken voor jeugdhulpverlening voor de veiligheidsregio in kaart worden gebracht.
Op basis van de uitkomsten van de risicoanalyse en de sessie
• De multidisciplinaire afstemming over evenementen krijgt sinds
beïnvloedingsmaatregelen stellen de experts voor om de komende
enige tijd vorm en hier is een doorontwikkeling in de samen-
jaren te focussen op de volgende acties:
werking zichtbaar (positief). Een verfijning van deze afstemming
• Het organiseren van bestuurlijke workshops waar, in samenwer-
na analyse van de bekende evenementen en een bestuurlijk
king met partners, de taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden van partners (Prorail, Defensie, Waterschap, Liander, KPN
advies hieromtrent is wenselijk. • Advies over hoe om te gaan met het wettelijke vergunning-
etcetera) worden toegelicht. Hierdoor zal meer begrip ontstaan
verleningtraject dat zich negatief verhoudt ten opzichte van
over de mogelijke bijdragen die de partners kunnen leveren in de
benodigde operationele voorbereidingstijd voor grootschalige
risico- en crisisbeheersing, maar ook in de (on)mogelijkheden. Hierdoor worden de verwachtingen over en weer helder.
evenementen. • Betere risicoanalyses – in samenwerking met partners – zijn
- In dit verband biedt Liander aan om een cursus te geven
gewenst, voor bestaande en nieuwe evenementen, waarbij
aan het veiligheidsbureau van de VrZW.
rekening wordt gehouden met de mogelijkheid van grootschalige
- Het is nuttig om in de workshops aandacht te schenken aan
ordeverstoringen.
het Convenant financiering in het kader van militaire onder steuning en bijstand (FNIK), afgesloten in juni 20105. • Verbreden van het huidige continuïteitsplan van de veiligheids-
4.6.3 Positie 3: De verantwoordelijke burger De afgelopen jaren is steeds meer aandacht gekomen voor zelf-
regio, dat in het kader van griep is opgesteld, naar een algemeen
redzaamheid en burgerparticipatie. Ook is er opnieuw aandacht
plan dat zich richt op het omgaan met discontinuïteit (bijvoor-
voor een juiste verantwoordelijkheidstoedeling tussen bedrijven
4) Koppelbaar: eenvoudige aansluiting met andere regio’s, landelijke structuren en de structuren van de netwerkpartners. 5) Voluit: Convenant tussen het ministerie van Defensie en het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en het ministerie van Justitie inzake de financiering Nationale Inzet Krijgsmacht.
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
10
en overheid. Bij deze strategische positie staat het bevorderen van
komende jaren te focussen op de volgende acties:
de zelfredzaamheid en burgerparticipatie centraal. Op basis van de
• Inzetten op de multidisciplinaire samenwerking en
uitkomsten van de risicoanalyse en de sessie beïnvloedingsmaatregelen stellen de experts voor om de komende jaren te focussen op de volgende acties: • De veiligheidsregio moet een visie ontwikkelen op het gebied van burgerparticipatie en zelfredzaamheid en concrete speerpunten benoemen voor de komende jaren. • De GHOR heeft een project lopen genaamd ‘zorgcontinuïteit’; hierbij wordt onder meer in kaart gebracht hoe lang zorg-
informatiemanagement. - Vormgeven van een frontoffice-backoffice systeem op de meldkamer, waarbij de samenwerking tussen de diensten blauw, wit, rood en oranje steviger vorm zal krijgen. - Invoeren netcentrisch werken met behulp van het Landelijk Crisismanagement Systeem (LCMS). Dit vraagt onder meer integratie van systemen en het opleiden en trainen van medewerkers.
instellingen zichzelf kunnen redden en hoe de hulpdiensten het
- Stroomlijnen van het informatiemanagement tijdens de eerste
beste hierop in kunnen spelen. Dit project moet gecontinueerd
15 minuten, zeker met het oog op incidenten met gevaarlijke
worden.
stoffen. Dit houdt in dat het zo spoedig mogelijk voor alle
• Binnen bovengenoemd project moet spoedig aandacht komen voor, en een overzicht van, de verminderd zelfredzamen die aan huis gebonden zijn (via WMO/ gemeenten). • Ook moet het project uitgebreid worden naar andere locaties en instellingen met verminderd zelfredzamen zoals scholen en kinderdagverblijven. • In de voorbereiding op rampen en crises en tijdens de bestrijding ervan moet sterk ingezet worden op het gebruik van nieuwe media c.q. sociale media om burgers beter te bereiken via
betrokkenen duidelijk moet zijn om welke stoffen het gaat, waar de wolk zich bevindt, waar hij heen gaat en welke kwetsbaarheden zich in het effectgebied bevinden. • Het vergroten van de zichtbaarheid van de Geneeskundig Adviseur Gevaarlijke Stoffen door hiermee meer te oefenen, op operationeel en op BT niveau. • Het vergroten van kennis van gevaarlijke stoffen voor de medewerkers van alle crisisdiensten. • Onderzoek doen naar de mogelijkheden om innovatief om
risico- en crisiscommunicatie. Dit staat reeds op de agenda bij
te gaan met de inzet van (multidisciplinaire) eenheden, opdat
het Platform Crisiscommunicatie van de regio en zal ook een
deze snel ter plaatse kunnen zijn, ook in moeilijk bereikbare en
belangrijk onderwerp moeten worden voor het (nieuw op te
doordringbare gebieden. Enerzijds met het oog op gewelds-
zetten) Platform Risicocommunicatie.
beheersing c.q. het waarborgen van de veiligheid van het eigen
• In geval van zeer grootschalige incidenten (denk aan over-
personeel. Anderzijds met het oog op het waarborgen van de
stroming) of incidenten in het landelijk gebied (veenweide
fysieke veiligheid bij incidenten met gevaarlijke stoffen.
gebied) zal het materieel van de hulpdiensten veelal tekort
• Onderzoek naar de mogelijkheden om cacaobranden te
schieten dan wel niet gebruikt kunnen worden. Onderzocht moet
beperken, met:
worden of het nuttig is om op voorhand in kaart te brengen wat
- aandacht voor preventie;
voor materieel geleend kan worden bij boeren en andere private
- aandacht voor innovatieve blusmogelijkheden;
ondernemingen. (Denk bijvoorbeeld aan de ramp met Turkish
- stimuleren verbeterprogramma’s bedrijfshulpverlening
Airlines of een ontsporing van een trein in landelijk gebied).
en bedrijfsbrandweren; - aandacht voor het beperken van gevolgschades
4.6.4 Positie 4: Verbeteren van kerntaken op het gebied
(voor milieu etc.).
van crisisbeheersing
De basisprocessen crisismanagement staan bij dit thema
4.6.4 Positie 5: Bovenregionale samenwerking
centraal. Vanuit het risicoprofiel wordt vooral aandacht gevraagd
De nadruk wordt bij deze strategische positie gelegd op efficiency-
voor de incidenten waarbij de eerste 15 minuten cruciaal zijn. In
winst door goede bovenregionale samenwerking. De veilig-
het risicoprofiel van Zaanstreek-Waterland hebben incidenten
heidsregio’s zorgen voor optimale afstemming, zowel in de
binnen het thema ‘Technologische omgeving’ een prominente
risicobeheersing als in de crisisbeheersing. Het risicoprofiel van
plaats. Dat wil zeggen dat de regio voorbereid moet zijn op
Zaanstreek-Waterland wordt in hoge mate gekleurd door de risico’s
incidenten met gevaarlijke stoffen en grote incidenten zoals bij de
die hun oorsprong hebben in de omliggende regio’s Amsterdam-
cacao-opslag. Dat betekent dat voor deze regio de basisprocessen
Amstelland en Kennemerland. Op basis van de uitkomsten van
hier ook goed op afgestemd moeten zijn.
de risicoanalyse en de sessie beïnvloedingsmaatregelen stellen
Op basis van de uitkomsten van de risicoanalyse en de sessie
de experts daarom voor om de komende jaren te focussen op de
beïnvloedingsmaatregelen stellen de experts daarom voor om de
volgende acties:
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
11
omgeving en de problematiek rondom gevaarlijke stoffen en
• Het maken van betere bestuurlijke afspraken op het gebied van risicobeheersing, vooral rond het Noordzeekanaal en Westelijk
cacao. Geborgd moet worden dat het informatiemanagement
Havengebied.
ook interregionaal goed is vorm gegeven.
• Het maken van betere bestuurlijke en operationele afspraken In onderstaande figuur zijn de strategische posities van de
op het gebied van crisisbeheersing. • Ook hier is aandacht gevraagd voor het thema technologische
veiligheidsregio geplaatst in het maatschappelijk speelveld:
Figuur 2. Strategische posities veiligheidsregio in het maatschappelijk speelveld Burgers
Positie 3: inzetten op de verantwoordelijke en zelfredzame burger
Positie 5: inzetten op interregionale samenwerking
Buurregio’s
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Positie 4: verbeter de kerntaken crisisbeheersing
Positie 2: netwerkregie op maatschappelijke orderverstoringen
Positie 1: netwerkregie op maatschappelijke discontinuïteit
Kolommen veiligheidsregio
Overige partners in crisisbeheersing; netbeheerders
4.7 Vooruitblik naar het Beleidsplan veiligheidsregio 2013-2016: trends en ontwikkelingen
Het denken over veiligheid is fundamenteel anders dan een aantal jaar geleden. Het gaat steeds meer over mogelijke dreigingen en de rol van (nieuwe) media bij crises en inci-
In het risicoprofiel is aangegeven dat voor het opstellen van het
denten. Maar vooral over de impact die crises en dreigingen
meerjarenbeleidsplan de vijf benoemde strategische posities
hebben op onze maatschappij (bron: NCC).
nader moeten worden uitgewerkt in gevolgen voor onder meer de impact, de waarschijnlijkheid en de financiële middelen. Die uitwerking moet nog plaatsvinden. Ondertussen staat de tijd niet
4.7.1 Netwerkregie op maatschappelijke discontinuïteit
stil. Na de vaststelling van het risicoprofiel hebben zich nieuwe
ontwikkelingen voorgedaan. Het gevaar bestaat dat we ons laten
In de huidige dynamische maatschappij stellen burgers steeds
leiden door actuele gebeurtenissen en het risicoprofiel en het
meer eisen aan de overheid, ook op het gebied van veiligheid. Dat
‘risicodenken’ ter zijde schuiven. In deze paragraaf is een beknopte
uit zich specifiek bij incidenten en verstoringen van het maatschap-
analyse te lezen van de trends van het afgelopen jaar die van
pelijke leven. Ogenschijnlijk kleine gebeurtenissen kunnen leiden
belang worden geacht voor het toekomstige beleid. Hierin is zoveel
tot ernstige verstoringen, bijvoorbeeld in de energie-, voedsel-, ICT-
mogelijk de relatie gelegd met de strategische posities van het
en gezondheidsketen. De gevolgen van veiligheidsinbreuken wor-
risicoprofiel.
den minder geaccepteerd, waardoor de incidenten en verstoringen
en op maatschappelijke ordeverstoringen
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
12
ook vaker het onderwerp van het publieke debat en verontwaardi-
kapitalisme te bestrijden’. Dat heeft hier (nog) niet tot ongeregeld-
ging zijn. Ook de veiligheidsregio’s hebben hier het afgelopen jaar
heden geleid, maar is wel een reëel risico.
mee van doen gehad. Enkele voorbeelden van verstoringen van de vitale infrastructuur:
Het ligt in de lijn van de missie en visie, het regionale risicoprofiel
• 09 mei 2011. De SP wil van minister Edith Schippers
en de landelijke ontwikkelingen om vanuit de veiligheidsregio
(Gezondheidszorg) weten hoe het kon gebeuren dat de nood-
maatregelen te gaan treffen ten aanzien van netwerkregie op
voorziening van het ziekenhuis ZGT Hengelo niet werkte toen de
maatschappelijke discontinuïteit en op maatschappelijke orde-
stoomvoorziening afgelopen zondagochtend uitviel
verstoringen. Dit vraagt om nadere uitwerking ten behoeve van
(www.binnenlandsbestuur.nl).
het beleidsplan 2013-2016 van de veiligheidsregio. De actualiteit
• 15 juli 2011. Tijdens een brand stortte het metalen gedeelte van
van deze thema’s betekent ook dat we niet kunnen wachten tot
de tv-toren in Hoogersmilde naar beneden. Eerder die dag werd
2013 om tot actie over te gaan. Bekeken moet worden of we (elke
ook al de zendmast van Lopik uitgeschakeld, eveneens naar
partner in dit samenwerkingsverband) in 2012 al initiatieven kunnen
aanleiding van een brand (www.ncc.nl).
nemen. Bijvoorbeeld het verbreden van het huidige continuïteits-
• 26-27 juli. Afgelopen nacht kregen drie veiligheidsregio’s in ons
plan van de veiligheidsregio, dat in 2009 naar aanleiding van de
land te maken met uitval van communicatiesystemen. Telefoon,
dreigende grieppandemie is opgesteld, naar een algemeen plan
C2000 en P2000 onder andere. Niet eventjes, maar een hele
dat zich richt op het omgaan met discontinuïteit (bijvoorbeeld door
nacht, van 01.00 tot zeker 07.30 uur. Essentiële techniek, van
uitval telecom, uitval stroom, overstroming). Bij het opstellen van
belang voor iedere burger en zelfs cruciaal voor de hulpdiensten.
de jaarplannen 2012 moet hier rekening mee worden gehouden.
Hoe ernstig was het, wat was de oorzaak, de impact en is het risico op uitval acceptabel (www.ncc.nl)? • 13 oktober 2011. Vanavond debatteert de Tweede Kamer over
‘Ik zeg het maar direct: dit is mijn coming out. Als burger ben
de DigiNotar-affaire. Een maand of twee geleden zou niemand
ik eigenlijk een regelrechte ramp: ben zeer eigenwijs, weet
dat nog iets gezegd hebben. Maar de beveiliging van overheids-
goed wat ik wil en denk daar ook naar te handelen. En ver-
sites staat inmiddels hoog op de politieke agenda. De affaire
moedelijk ben ik hierin niet de enige. Maar, als er wat is, wil
heeft de discussie over de beveiliging van (overheids-)websites
ik wel direct weten van de overheid wat er moet gebeuren en
doen oplaaien. Technologiewebsite Webwereld heeft oktober
wat ik moet doen.’ Dagvoorzitter Erik den Hoedt,
uitgeroepen tot ‘lektober’, de maand van het privacylek, en wil
directeur Communicatie en Informatie bij het ministerie van
iedere werkdag een lek in een overheidssite of bedrijfsnetwerk
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK), zat meteen
blootleggen (www.volkskrant.nl).
met deze uitspraak op de goede golflengte met de zaal. Want inderdaad: hoe bereik je dat burgers bij een crisis of ramp de
Onderbrekingen in de vitale infrastructuur zijn reële dreigingen
dingen doen die je vanuit jouw overheidsfunctie communi-
waar ook een veiligheidsregio zich op dient voor te bereiden. Dat is
ceert? (bron: Verslag Expertmeeting Risico- en Crisiscommuni-
in 2008 voorzien in onze visie op veiligheid . Waar echter voor-
catie, bureau Veiligheidsberaad, 17 maart 2010)
heen de voorbereiding vooral plaatsvond op het nationale niveau, worden nu eveneens inspanningen verwacht en verricht op het regionale niveau. De convenanten die door de veiligheidsregio’s
4.7.2 De verantwoordelijke burger
met diverse vitale partners worden afgesloten zijn daarvan een
Al enige tijd is bij de overheid een verschuiving gaande van ‘alles
voorbeeld. Vanuit het risicoprofiel wordt erop aangedrongen om
willen regelen voor de burger’ naar het bevorderen van zelfred-
maatregelen te treffen ten aanzien van het crisistype stroomuitval.
zaamheid en burgerparticipatie. Op het gebied van rampenbestrijding en crisisbestrijding worden hiervoor onder andere risico- en
Maatschappelijke ordeverstoringen behoren ook tot de mogelijke
crisiscommunicatie ingezet. Dat deze middelen nog niet optimaal
dreigingen en kunnen langdurige crises tot gevolg hebben. Recent
werken, is begin dit jaar gebleken uit onderzoek naar het verloop
voorbeeld zijn de hevige rellen in Londen waarbij massaal geplun-
en de afhandeling van de grote brand in Moerdijk.
derd werd en mensen bang waren de straat op te gaan. Inmiddels
De minister schreef in augustus 2011 in zijn beleidsreactie op de
heeft de financiële crisis ook geleid tot rellen. Dit naar aanleiding
gepubliceerde onderzoeksresultaten dat goede crisiscommunica-
van de zogenaamde ‘Occupy protesten’ die in verschillende steden
tie van groot belang is omdat dit de schade van de crisis helpt te
in de westerse wereld gehouden werden. Ook in Nederland
beperken en daarmee gebouwd wordt aan het vertrouwen in de
protesteerden mensen tegen de ‘macht van banken, de inhaligheid
overheid. Daartoe is het nodig dat alle betrokken partijen een een-
van bedrijven en de onmacht van politici om de uitwassen van het
duidige gezamenlijke communicatieboodschap hanteren. De minis-
6) Zie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012 ‘Voor elkaar!’, paragraaf 3.2.1.
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
13
ter heeft aangegeven maatregelen te zullen nemen. In de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland doen we er verstandig aan deze
Tools have been built, for example, that match people’s needs
ontwikkelingen op de voet te volgen en er vanuit de eigen visie op
with other’s desire to help. In the process, they take govern-
risico- en crisiscommunicatie op in te spelen. De gemeentelijke
ment out of the equation. [..] Essentially, the organizers of the
kolom heeft reeds initiatieven genomen om de crisis- en risicocom-
site built it to fill a void. They provided a place for the public to
municatie te verbeteren; dat moet in de komende beleidsperiode
find ‘trusted resources and dependable information.’
een vervolg en structurele inbedding krijgen.
(bron: http://idisaster.wordpress.com/2011/09/13/social-mediaand-disasters-current-uses-future-options-and-policy-considerations/)
Het Nationaal Coördinatiecentrum (NCC) signaleert een toenemende rol van sociale media tijdens en na crises: ‘Deze zomer hebben we heel wat crises gezien. Opmerkelijk is de
Landelijk wordt sinds dit jaar het gebruik van sociale media gesti-
steeds grotere rol die social media spelen tijdens en na deze
muleerd door het NCC, bijvoorbeeld om Twitter actief in te zetten
crises. De rellen in Londen toonden aan dat social media kun-
tijdens een crisis. In april 2011 heeft het NCC hiervoor concrete en
nen worden gebruikt voor ordehandhaving, maar dat dit niet
praktische tips gepubliceerd. In Zaanstreek-Waterland zijn we
richting censuur moet gaan. Orkaan Irene veroorzaakte in de
gebaat bij goede operationele afspraken tussen de gemeenten
Verenigde Staten een grote inzet van nieuwe media voor infor-
en de hulpverleningsorganisaties, zodat de veiligheidsregio in
matie en aanzetten tot voorbereidingen. Daarnaast bood social
crisistijd als vanzelfsprekend de nieuwe middelen inzet om burgers
media uitkomst toen lokale websites de bezoekers niet aan
te informeren. De gemeentelijke kolom en VrZW treffen eind
konden. Het drama op Pukkelpop in België toonde de kracht
2011 al voorbereidingen. Daarnaast zou de veiligheidsregio, zoals
van het middel voor het krijgen van contact met vermisten en
voorgesteld in het risicoprofiel, een visie moeten ontwikkelen op
het bieden van hulp.’
het gebied van burgerparticipatie en zelfredzaamheid en concrete speerpunten benoemen voor de komende jaren.
4.7.3 Het gebruik van sociale media
4.7.4 Verbeteren van kerntaken
Een ontwikkeling die al enige tijd gaande was maar steeds zicht-
Zowel uit het risicoprofiel als uit de missie en visie van de veilig-
baarder wordt, is het gebruik van sociale media door burgers. Met
heidsregio Zaanstreek-Waterland volgt dat de basisprocessen op
een enorme dichtheid van smartphones en tablets in Nederland
orde moeten zijn. De door de projectgroep voorgestelde actie
zijn sociale media namelijk niet weg te denken. Voor veel mensen
‘inzetten op de multidisciplinaire samenwerking en informatie-
maakt het gebruik van sociale media deel uit van hun dagelijkse
management’ sluit wat dat betreft goed aan bij het streven van
leven. Dat geldt dus ook voor het nadenken over de eigen veilig-
directie en bestuur om adequaat en snel op te treden bij crises en
heid (vaak in reactie op incidenten die hebben plaatsgevonden) en
rampen.
het handelen tijdens incidenten, rampen en crises. Burgers stellen
Dat kan de veiligheidsregio echter alleen waarmaken als alle
steeds meer vertrouwen in sociale media, mobiele technieken en
partijen hieraan hun bijdrage (kunnen blijven) leveren. Gemeen-
online nieuws in tijden van rampen en crises. De veiligheidsregio
ten, brandweer, politie en GHOR moeten erop zijn toegerust om
zou sociale media dan ook moeten beschouwen als belangrijke
monodisciplinair en multidisciplinair te kunnen optreden. Deze
communicatiemiddelen in de risico- en crisiscommunicatie en
vanzelfsprekendheid staat momenteel onder druk door een aantal
moeten onderzoeken hoe deze middelen effectiever ingezet
onzekerheden en ontwikkelingen, namelijk:
kunnen worden.
• de financiële zorgen bij de gemeenten;
Anderzijds is er ook een ontwikkeling zichtbaar van burgers die
• de beperkt beschikbare capaciteit voor de uitvoering van de
door middel van sociale media zélf zorgen voor hun eigen veiligheid en nazorg. Dit past in de lijn van de veiligheidsregio om meer ver-
‘koude’ kerntaken (veel éénpitters maakt kwetsbaar); • de beperkt beschikbare capaciteit voor het invullen van sleutel-
antwoordelijkheid bij de burger neer te leggen. De mogelijkheden
posities voor de ‘warme’ kerntaken en het werken met het vrije
van de nieuwe technologieën zijn groot. In de Verenigde Staten
instroomprofiel voor een aantal van deze sleutelfuncties;
zijn er al voorbeelden van mensen die zich groeperen via sociale
• het besef dat deze kleine regio effectiever en efficiënter zou kun-
netwerken om hulpbehoevende mensen in contact te brengen
nen zijn als er meer met andere regio’s wordt samengewerkt of
met mensen die slachtoffers willen helpen.
daarmee (op onderdelen) wordt samengegaan; • het als gevolg hiervan kiezen voor een tijdsinvestering in structuurvraagstukken (onderzoek en discussies schaalgrootte);
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
14
• aankomende verplichte (organisatie)veranderingen in de kolommen die tijd vergen, zoals regionalisering brandweer en
wordt samengewerkt of wordt gefuseerd met de andere veiligheidsregio’s aan het Noordzeekanaal.
reorganisatie politie; • de invoering van de Wet Publieke Gezondheid, die een verschuiving van taken voor GHOR en GGD gaat betekenen; • de onduidelijkheid over de invulling van de multidisciplinaire rol van de politie in het nieuwe politiebestel.
Om een antwoord te kunnen geven op de vraag hoe de bestaande (veiligheidsregio overschrijdende) veiligheidsrisico’s het meest efficiënt en effectief kunnen worden beheerst, heeft het bestuur samen met de Veiligheidsregio’s Amsterdam-Amstelland en Kennemerland een Haalbaarheidsstudie Schaalvergroting Veiligheidsregio’s Zaanstreek-Waterland, Kennemerland en
‘Voor zover het nieuwe regionale niveau zeggingskracht krijgt,
Amsterdam-Amstelland laten uitvoeren.
ontstaat er een nieuw ‘democratisch gat’. Het lokale gezag blijft in de wet genoemd, doch de context verschuift aanzienlijk en dat beïnvloedt het gezag. Het is niet duidelijk met welke
‘Als bestuur hebben we de ambitie om de veiligheidstaken in
instrumenten het overleg van burgemeesters het nakomen
onze regio krachtig te organiseren. [..] Maar op eigen kracht
van het regionaal beleidsplan door de politie kan bevorderen of
lukt ons dat niet. Zaanstreek-Waterland is een kleine regio
afdwingen. Er is geen concurrentie meer tussen landelijke en
en de kosten voor de noodzakelijke investeringen in kwaliteit
plaatselijke prioriteiten en de sterkteverdeling geschiedt eenzij-
en capaciteit moeten door slechts 350.000 inwoners worden
dig top-down.’ (bron: meningsvormende notitie NVBR ‘Analyse
gedragen. Dat is geen haalbare kaart.’ (Bestuursvoorzitter mw.
Nationale Politiewet’, augustus 2011)
Faber in De Veiligheidsregio, nr. 10, oktober 2011)
4.7.5 Bovenregionale samenwerking
In deze haalbaarheidsstudie werd onder andere geconcludeerd
Zaanstreek-Waterland kan zich in de voorbereiding op en bestrij-
dat een fusie tussen de drie regio’s op dat moment niet haalbaar
ding van incidenten, rampen en crises niet beperken tot de risico’s
was maar dat er bij de drie deelnemende regio’s wel bestuurlijk
in de eigen regio. Gebeurtenissen in de omliggende regio’s kunnen
commitment bestond voor het realiseren van een Interregionaal
namelijk ook tot risico’s voor onze regio leiden. Ten opzichte van de
Veiligheidscentrum (IVC). Daarbij is tevens geconcludeerd dat het
huidige situatie zou er door goede bovenregionale samenwerking
relevant is om mogelijke tussenstappen in de vorming van een
in de toekomst effectiever en efficiënter kunnen worden gewerkt.
IVC te onderzoeken. Het bestuurlijk commitment voor het vormen
In april 2009 heeft een delegatie van het dagelijks bestuur van de
van een IVC is vastgelegd in een intentieverklaring tussen de
Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland (hierna ‘het bestuur’) ori-
drie regio’s.
ënterende gesprekken gevoerd over (verregaande) samenwerking met de veiligheidsregio’s Amsterdam-Amstelland, Kennemerland
Op basis van de intentieverklaring is vervolgonderzoek uitgevoerd
en Noord-Holland Noord. Daarbij stond de vraag centraal of de
waarbij werd geconcludeerd dat het IVC in een minimale
huidige schaalgrootte van de Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
variant zou moeten worden opgezet. Dit betreft de interregionale
voldoende is om de bestaande (veiligheidsregio overschrijdende)
meld-kamerfunctie voor brandweer-, politie- en ambulancezorg,
veiligheidsrisico’s op een efficiënte en effectieve manier te kunnen
de meldkamerfunctie voor rampen en crises, een locatie voor het
beheersen.
operationeel team (OT) en het beleidsteam (BT), overige interregionale faciliteiten, werkplekken partners, persruimte, catering en
Ten aanzien van de efficiëntie heeft het bestuur toen geconsta-
ICT-beheer. In een later stadium zou het IVC kunnen worden
teerd dat het voor deze regio vrijwel onbetaalbaar wordt om aan
uitgebreid met een multidisciplinair opleidings- en oefencentrum,
alle (nieuwe) kwaliteitseisen te voldoen. Een kleine regio als
gegevens- en informatiecentrum en toegang tot camerabeelden.
Zaanstreek-Waterland is hierbij in het nadeel ten opzichte van een
Het bestuur van deze veiligheidsregio heeft de wens voor een
grotere regio omdat de vaste kosten over een kleiner aantal
IVC in zijn minimale variant bevestigd in de vergadering van
inwoners moeten worden verdeeld.
7 oktober 2011.
Ten aanzien van de effectiviteit meent het bestuur dat de veilig-
4.7.6 Integrale veiligheid
heidsrisico’s als gevolg van de veiligheidsregio overschrijdende
De Tweede Kamer heeft momenteel een wetsvoorstel in behande-
(industriële) activiteiten in en rondom het Noordzeekanaal en
ling dat als doel heeft de regierol van gemeenten op het terrein van
Schiphol effectiever kunnen worden bestreden wanneer nauwer
de lokale veiligheid te verbeteren. Met dit voorstel wordt de ge-
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
15
meenteraad verplicht (minimaal) eens in de vier jaar een integraal
Verbreding naar integrale veiligheid
veiligheidsplan vast te stellen.
De huidige praktijk van de veiligheidsregio en het opstellen van
De burgemeester krijgt een inspanningsverplichting (zorgplicht) om
het regionale risicoprofiel zijn aanleiding om als veiligheidsregio na
alles te doen wat nuttig en nodig is om de veiligheid te bevorderen.
te denken over de verbreding van fysieke veiligheid naar integrale
In het integraal veiligheidsplan komt te staan welke inspanningen
veiligheid. In de nieuwe missie en visie komt dit ook tot uitdruk-
de gemeente levert voor het verbeteren van de sociale veiligheid
king. Maatschappelijke ordeverstoringen kunnen in ieder geval als
op lokaal niveau. Ook wordt daarin beschreven welke inspanningen
belangrijkste raakvlak tussen fysieke en sociale veiligheid genoemd
worden verlangd van andere organisaties en instellingen. Gedacht
worden. In het risicoprofiel wordt bijvoorbeeld voorgesteld om als
kan worden aan samenwerking met gemeentelijke diensten, poli-
veiligheidsregio aansluiting te zoeken bij de bestaande netwerken
tie, Openbaar Ministerie, Bureau Halt, reclassering, welzijnswerk,
(o.a. jeugdhulpverlening) opdat onrust vroegtijdig wordt gesigna-
jongerenwerk, bureau jeugdzorg, GGD, (geestelijke) gezondheids-
leerd en op een juiste manier kan worden gekeerd. Ook zijn betere
instellingen, onderwijsinstellingen, woningcorporaties, horeca,
risicoanalyses – in samenwerking met partners – gewenst, voor
bedrijfsleven en bewoners. Het college van burgemeester en wet-
bestaande en nieuwe evenementen, waarbij rekening wordt ge-
houders moet vervolgens afspraken maken met deze organisaties
houden met de mogelijkheid van grootschalige ordeverstoringen.
en instellingen over de bijdrage die zij moeten leveren7.
Advies over hoe om te gaan met het wettelijke vergunningverleningtraject dat zich negatief verhoudt ten opzichte van benodigde
Aanleiding voor dit wetsvoorstel was een onderzoek dat aantoonde
operationele voorbereidingstijd voor grootschalige evenementen is
dat gemeenten moeite hebben met het nemen van de regie. Ook
eveneens zeer wenselijk.
kwamen onder meer de volgende knelpunten naar voren: • het ontbreken van een systematische aanpak,
Om de inhoudelijke afstemming op de genoemde – en mogelijk
• onvoldoende benutten van bestaande sturingsmechanismen,
andere – raakvlakken te borgen, ligt het voor de hand dat het
• gebrek aan informatieanalyse, en
veiligheidsbureau van de VrZW namens de veiligheidsregio betrok-
• een gebrek aan integraliteit.
ken wordt bij de totstandkoming van de gemeentelijke integrale
Verder leeft er onvrede bij buurgemeenten die wel een integraal
veiligheidsplannen. Met het oog op de planning van de werkzaam-
veiligheidsplan hebben. Zij hebben er last van dat de veiligheids-
heden van het veiligheidsbureau zal contact op worden genomen
situatie bij anderen niet verbetert. Ten slotte geven ook politie en
met de gemeenten om te informeren hoe en wanneer men van
andere partners aan dat gemeenten nog sterker de regie kunnen
plan is een (nieuw) integraal veiligheidsplan op te stellen.
nemen over integrale veiligheid. Bestuurlijk overleg De inhoud van het integrale veiligheidsplan zal gebaseerd moeten
In Zaanstreek-Waterland zal bestuurlijk beoordeeld moeten worden
zijn op een analyse van de lokale veiligheidssituatie. In zijn alge-
waar de regionale afstemming over fysieke én sociale veiligheid
meenheid zal het veiligheidsplan thema’s bevatten als de aanpak
plaatsvindt vanaf het moment dat het Regionale College van
van overlast, alcohol- en drugsproblematiek, coffeeshops, crimina-
Politie ophoudt te bestaan. De burgemeesters hebben de optie
liteit, polarisatie en radicalisering, huiselijk geweld en uitgaans- en
besproken om dit onder te brengen bij het bestuur van de veilig-
horecaproblemen. Ook het verbeteren van veiligheidsgevoelens en
heidsregio.
leefbaarheid, en het ontwikkelen van beleid gericht op specifieke
In een brief van het Veiligheidsberaad van 1 november 2011 aan
doelgroepen (zoals veelplegers, hangjongeren en verslaafden) en
de minister van Veiligheid en Justitie stelt het Veiligheidsberaad
beleid inzake de handhaving van de Algemeen Plaatselijke Verorde-
het volgende:
ning kunnen deel zijn van het veiligheidsplan.
‘dat in de wet wordt vastgelegd dat de burgemeesters van de gemeenten op het niveau van de veiligheidsregio:
Het integraal veiligheidsplan is een lokaal plan dat door de gemeen-
• de bestuurlijke afstemming tussen politie en veiligheidsregio
teraad wordt vastgesteld. Afstemming van het beleidsplan van de
kunnen bewerkstelligen, waar het de multidisciplinaire samen-
regio en de gemeentelijke veiligheidsplannen wordt niet verplicht
werking, beleidsplannen, het regionaal risicoprofiel, convenanten
gesteld. De plannen kunnen wel raakvlakken hebben, waardoor
politie – veiligheidsregio, de regionale meldkamer betreft
afstemming wenselijk kan worden geacht.
• hun integrale veiligheidsplannen kunnen afstemmen • kunnen overleggen over de in artikel 398 bedoelde aangelegenheden’.
7) http://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/32459_verbetering_regierol 8) Er wordt gedoeld op artikel 39 Politiewet (voorstel van wet / 30 880 Vaststelling van een nieuwe Politiewet).
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
16 5. Regionaal dekkingsplan brandweer Het afgelopen jaar is er veel aandacht geweest voor de brandweer in de politiek en de media. Inhoudelijke onderwerpen zoals
5.2 Stand van zaken in de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
opkomsttijden, dekking, variabele voertuigbezetting, brandveilig leven en duiken worden afgewisseld en in verband gebracht met
In de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland wordt momenteel
discussies over de beschikbare financiën en de organisatie van de
gewerkt aan een regionaal dekkingsplan. Enkele hulpmiddelen
brandweer. Deze notitie beperkt zich tot het beschrijven van de
zijn echter nog niet beschikbaar. Hierover zijn landelijke afspraken
stand van zaken van het dekkingsplan. Dat vormt namelijk de basis
gemaakt. De regio is in afwachting van onder andere implemen-
voor een groot aantal andere inhoudelijke onderwerpen, ligt op
tatiemodellen een analysesystematiek voor brandrisico’s die door
het politiek-bestuurlijke niveau en is bij de inwerkingtreding van de
een landelijke projectgroep worden opgeleverd. De minister van
Wet veiligheidsregio’s een verplicht onderdeel van het beleidsplan
Veiligheid en Justitie heeft de veiligheidsregio’s gevraagd, om
geworden.
vooruitlopend op het opstellen van het dekkingsplan, de bestaande situatie (de status quo) vast te stellen.
Snel bij een brand of een incident komen en de brand
In de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland is in 2010 een
bestrijden of hulp verlenen, dat is in essentie de taak van de
dekkingsonderzoek uitgevoerd. Dit heeft geleid tot een rapport
brandweer. Burgers ontlenen hun gevoel van (brand)veiligheid
met de status quo die op 8 juli 2011 is vastgesteld. De beschrijving
aan de wetenschap dat de brandweer snel aanwezig is als dat
van de bestaande situatie omvat de volgende onderdelen:
nodig is. Deze ‘opkomsttijd’ van de brandweer is daarmee een
• materieel per post (overzicht welke voertuigen op welke locatie
belangrijke indicator voor het niveau van de brandweerzorg in een gebied. (bron: Onderzoek opkomsttijden brandweer, plan van aanpak, ministerie van Veiligheid en Justitie, september 2011)
binnen onze regio staan); • uitruktijden per post (overzicht binnen welke tijd een post uitrukt); • huidige berekende opkomsttijden; • overschrijdingen opkomsttijd op gebouwniveau op basis van de Wet veiligheidsregio’s
5.1 Wettelijk kader
Naast deze status quo kent de regio een Regeling opkomsttijden brandweer, waarin de opkomstnormen zijn vastgelegd per
In de Wet veiligheidsregio’s wordt aan de besturen van de veilig-
gemeente. Deze regeling is op 1 oktober 2010 vastgesteld ter
heidsregio’s de verantwoordelijkheid opgedragen om een regionaal
overbrugging van de periode tot het vaststellen van een regionaal
dekkingsplan voor de basis¬brandweerzorg vast te stellen, als
dekkingsplan.
onderdeel van het beleidsplan veiligheidregio. In het bijbehorende Besluit Veiligheidsregio’s zijn de opkomsttijden van de eerste basisbrandweereenheid, de eerste ‘ondersteuningseenheid voor redden en blussen op hoogte’ en de eerste ‘ondersteuningseenheid voor hulpverlening’ genormeerd. Het besluit biedt de besturen
5.3 Bestaande situatie verbeteren en toewerken naar regionaal dekkingsplan
de mogelijkheid van deze normtijden beargumenteerd af te wijken (tot maximaal 18 minuten), bijvoorbeeld door preventieve voor-
Bij het vastleggen van de bestaande situatie werd duidelijk dat het
zieningen te treffen of gerichte risicocommunicatie in te zetten.
wenselijk is reeds nu een tweetal verbeteracties in gang te zet-
Doelstelling van de wetgever is om hiermee het lokale bestuur
ten. Ten eerste bleek uit het dekkingsonderzoek dat in een aantal
aan te zetten tot een bewuste afweging van brandveiligheid,
gebieden de opkomsttijden kunnen verbeteren door inzet van een
waarbij risicobeheersing en preparatie/ repressie integraal worden
post uit een andere gemeente. Om de bestuurlijke, financiële
beschouwd op basis van een risicoanalyse. Dit sluit aan bij de
en personele consequenties van deze verbeteroptie duidelijk te
aanbevelingen die de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid
krijgen is vervolgonderzoek nodig. Ten tweede registreert de meld-
de afgelopen jaren heeft gedaan over het versterken van de
kamer brandweer de meldingen, maar zijn er nog geen afspraken
bestuurlijke aansturing van de brandweer.
gemaakt over een analysesystematiek en methode van rapportage van gerealiseerde opkomsttijden zoals wettelijk verplicht is gesteld. Op 8 juli 2011 heeft het Algemeen Bestuur Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland besloten om de directeur opdracht te geven deze verbeteracties op te pakken.
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
17
Als vervolg op het dekkingsonderzoek worden bestuurlijke en strategische keuzes voorbereid met betrekking tot het vaststellen van het dekkingsplan voor de regio Zaanstreek-Waterland. Dat zal leiden tot voorstellen voor de vast te stellen normtijden, waar nodig met gebruikmaking van de bestuurlijke ruimte die het Besluit veiligheidsregio’s biedt om van de normtijden die in het besluit genoemd worden gemotiveerd af te wijken. Afwijkingen zijn toegestaan mits deze expliciet en gemotiveerd in het dekkingsplan worden opgenomen. Het dekkingsonderzoek biedt daarvoor samen met het nog op te stellen regionaal brandrisicoprofiel de basis. Uiteindelijk moet dit leiden tot een inrichting van de brandweerorganisatie die wordt verwoord in een materieelspreidingsplan/ dekkingsplan als onderdeel van het regionale beleidsplan. Hierbij vormt het in ontwikkeling zijnde landelijke model voor beargumenteerd afwijken een belangrijk instrument. Tegelijk wordt er gekeken naar de mogelijkheden ten aanzien van variabele voertuigbezetting en tweezijdig uitrukken. De verschillende mogelijkheden op preventief gebied worden uiteraard ook betrokken in de toekomstige manier van werken (strategische reis brandweer). Hierbij dient opgemerkt te worden dat de regio Zaanstreek-Waterland (nog) geen geregionaliseerde brandweer heeft. Veel zaken zijn nog lokaal georganiseerd en vallen dus niet onder het primaat van het Veiligheidsbestuur/ de regionaal commandant.
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
18 6. Vervolg Deze notitie geeft een indruk van de stand van zaken in de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland op hoofdlijnen. In de opmaat naar het opstellen van een nieuw beleidsplan veiligheidsregio biedt het een handvat voor de voorbereidingen: er dient een evaluatie van het huidige beleidsplan plaats te vinden, er zijn inhoudelijke aandachtspunten genoemd die verder onderzoek behoeven, er dient met partners gesproken te worden, enzovoort. De verwachting is dat het in 2012 een flinke inspanning zal vergen om tot een gedegen en gedragen plan te komen. Een realistische planning en capaciteitsraming zijn voorwaardelijk om dit proces met elkaar te kunnen ingaan. Daar zal dan ook de komende periode aan gewerkt gaan worden onder leiding van de Veiligheidsdirectie.
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
19 Bijlage 1 Waar in het plan? Nr.
Hoofdstuk/ pagina
Beleidsvoornemen en/ of wettelijke eis
Stand van zaken
1
Hoofdstuk 1, pag. 5
GMK waarbinnen de drie hulpverleningsdiensten op één locatie zijn gehuisvest en met elkaar samenwerken in multidisciplinaire situaties
Wordt niet reëel geacht op de schaal Zaanstreek-Waterland.
2
Hoofdstuk 1, pag. 5
Visie op regionalisering van de brandweer.
Vanaf begin 2009 loopt een traject om te onderzoeken wat regionalisering van de brandweer voor deze regio betekent en wat randvoorwaarden en inrichtingskaders voor een regionalisering zouden zijn. Oktober 2011 is het bestuurlijk procesvoorstel goedgekeurd.
3
Hoofdstuk 1, pag. 6
In 2010 overstap naar een beleidsplan 2011-2014
Uitgesteld.
4
Hoofdstuk 3, pag. 12
Voldoen aan (nieuwe) wettelijke eisen en oppakken verbeterpunten Algemene Doorlichting Rampenbestrijding (ADR)
Gerealiseerd, met uitzondering van de multidisciplinaire calamiteitencoördinator.
5
Hoofdstuk 3, pag. 12, links onder
Hoge bereidheid om te leren van (bijna) incidenten en klachten en de opgedane kennis wordt structureel ingebed in een systeem van kennismanagement en kwaliteitsontwikkeling.
Loopt/ in ontwikkeling (leerarena).
6
Hoofdstuk 3, pag. 12, rechts boven
Professionele organisatie die de gekozen weg ook daadwerkelijk realiseert en hierover verantwoording kan afleggen. Er wordt nadrukkelijk gestuurd op efficiëntie en effectiviteit.
Loopt/ in ontwikkeling.
7
Hoofdstuk 3, pag. 12
Proactief communiceren met burgers over activiteiten en over wat mensen zelf kunnen doen ter voorbereiding op crises en rampen.
Loopt/ in ontwikkeling.
8
Hoofdstuk 4, tabel 2
Kwaliteitsverbetering GRIP (V1a)
Gerealiseerd.
9
Hoofdstuk 4, tabel 2
Regionaal Coördinatie Centrum: beheer en realisatie adequate voorzieningen (V1b)
Gerealiseerd, beheer continu proces.
10
Hoofdstuk 4, tabel 2
Opstellen en beheren Regionaal Crisisplan (V2)
Plan (deel I) vastgesteld, deel II is in ontwikkeling, beheer is continu proces.
11
Hoofdstuk 4, tabel 2
Faciliteren RADAR (V3)
Gerealiseerd.
12
Hoofdstuk 4, tabel 2
Taskforce Management Overstromingen (TMO): evaluatie oefenweek en implementatie uitkomsten (V4)
Gerealiseerd.
13
Hoofdstuk 4, tabel 2
Informatiemanagement (V5)
Gerealiseerd, met uitzondering van de multidisciplinaire calamiteitencoördinator.
14
Hoofdstuk 4, tabel 2
Continuïteit organisaties/ continuïteitsmanagement (V6)
Deels gerealiseerd (continuïteitsplan voor personeelsuitval door grieppandemie), deels nog in ontwikkeling (uitval elektriciteit en ICT etc.)
15
Hoofdstuk 4, tabel 2
Opstellen (geactualiseerd) risicoprofiel (V7)
Gerealiseerd.
16
Hoofdstuk 4, tabel 2
Opstellen Beleidsplan veiligheidsregio 2011-2014 (V8)
Uitgesteld.
17
Hoofdstuk 4, tabel 2
Uitvoering regionale werkzaamheden risicocommunicatie (V9)
Loopt/ in ontwikkeling.
18
Hoofdstuk 4, tabel 2
Zelfredzaamheid (V10)
Uitgesteld.
19
Hoofdstuk 4, tabel 2
Multidisciplinair inzichtelijk maken materieel/ materiaal (V11)
Uitgesteld.
20
Hoofdstuk 4, tabel 2
Beheer Multidisciplinair Beleidsplan Opleiden, Trainen, Oefenen (V12)
Gerealiseerd, beheer continu.
21
Hoofdstuk 4, tabel 2
Risicoanalyses en advisering evenementen (V13a)
Gerealiseerd, beheer continu
22
Hoofdstuk 4, tabel 2
Beheer evenementenkalender (V13b)
Kalender opgesteld, beheer is continu proces.
23
Hoofdstuk 4, tabel 2
Kwaliteitsimpuls rampbestrijdingspotentieel (V14)
Uitgesteld.
24
Hoofdstuk 5, pag. 30-31
Samenwerking RBZW met partners intensiveren
Loopt/ in ontwikkeling.
25
Hoofdstuk 5, pag. 31
Doorontwikkeling monodisciplinair normenstelsel brandweer (lokaal en regionaal)
Loopt/ in ontwikkeling.
26
Hoofdstuk 5, tabel 4
Beleidsplan risicobeheersing, regie- en vraagbaakfunctie (B1)
Visie op risicobeheersing opgesteld, moet nog een vervolg op komen.
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
20 Bijlage 1 (vervolg) Waar in het plan? Nr.
Hoofdstuk/ pagina
Beleidsvoornemen en/ of wettelijke eis
Stand van zaken
27
Hoofdstuk 5, tabel 4
PUEV (B2)
Continu (in ieder geval tot 2013).
28
Hoofdstuk 5, tabel 4
Regionaal dekkingsplan (B3)
Status quo vastgesteld. Vervolgstappen in gang gezet.
29
Hoofdstuk 5, tabel 4
Regionaal materieelspreidingsplan (B4)
Volgt t.z.t. uit regionaal dekkingsplan.
30
Hoofdstuk 5, tabel 4
Doorontwikkeling operationele leiding (B5)
Loopt.
31
Hoofdstuk 5, tabel 4
Inhaalslag planvorming, procedures en protocollen (B6)
Loopt.
32
Hoofdstuk 5, tabel 4
Monodisciplinaire verbeterpunten ADR (B7)
Gerealiseerd.
33
Hoofdstuk 5, tabel 4
Project omnummering voertuigen, mobilofoons, portofoons etc. (B7b)
Gerealiseerd.
34
Hoofdstuk 5, tabel 4
Implementatie competentiegericht opleiden (B8)
Gerealiseerd.
35
Hoofdstuk 5, tabel 4
Bijscholingen structureel inbedden (B9)
Loopt/ in ontwikkeling.
36
Hoofdstuk 5, tabel 4
Regionaal oefenbeleidsplan 2009-2012, Oefenplannen (B10)
Gerealiseerd.
37
Hoofdstuk 5, tabel 4
PvA Realistisch oefenen (B11)
Wordt opgepakt in project onderzoek regionalisering.
38
Hoofdstuk 5, tabel 4
Samenwerkingsvoorstellen coördinatie oefenen (B12)
Loopt/ in ontwikkeling.
39
Hoofdstuk 5, tabel 4
Ondersteuning opleiden, trainen en oefenen: Veiligheidspaspoort (B13)
Gerealiseerd.
40
Hoofdstuk 5, tabel 4
Vrijwilligersbeleid (visie en voorstel) (B14)
Uitgesteld.
41
Hoofdstuk 5, tabel 4
RMD/ loopbaanontwikkeling (B15)
Gerealiseerd. RMD traject is ontwikkeld en in uitvoering gebracht (loopt).
42
Hoofdstuk 5, tabel 4
Evaluatie brandweeroptreden (PvA) (B16)
Uitgesteld.
43
Hoofdstuk 5, tabel 4
Specialistische taken (B17)
Loopt en wordt betrokken in project onderzoek regionalisering.
44
Hoofdstuk 5, tabel 4
Regionale aanpak OGS/ WVD (B18)
Loopt/ in ontwikkeling.
45
Hoofdstuk 5, tabel 4
Regionale aanpak waterongevallen (B19)
Nog niet gestart.
46
Hoofdstuk 5, tabel 4
Nazorg: regionale coördinatie, opleiding etc. (B20)
Een aantal eenmalige zaken gerealiseerd, verder continu proces.
47
Hoofdstuk 5, tabel 4
Kwaliteitsfoto: regionale ondersteuning gemeentelijke verantwoordelijkheden (B21a)
Loopt/ in ontwikkeling.
48
Hoofdstuk 5, tabel 4
Afstemming gemeentelijke en regionale proactie (B21b)
Continu proces.
49
Hoofdstuk 5, tabel 4
Preventieve voorlichtingsactiviteiten (B21c)
Uitgesteld.
50
Hoofdstuk 5, tabel 4
Beleid bedrijfsbrandweren (B21d)
Gerealiseerd.
51
Hoofdstuk 5, tabel 4
Regionale kwaliteitsnorm afspreken t.a.v. realistisch oefenen (B21e)
Uitgesteld. Wordt opgepakt in project onderzoek regionalisering.
52
Hoofdstuk 5, tabel 4
Regionaal standpunt opkomsttijden (B21f)
Uitgesteld (gelijk op laten lopen met opstellen regionaal dekkingsplan).
53
Hoofdstuk 5, tabel 4
Samenhang vr. 49 Kwaliteitsfoto (B21g)
Gerealiseerd (in beleidsplan MMOTO).
54
Hoofdstuk 5, tabel 4
Regionaal standpunt bezetting tankautospuit (B21h)
Uitgesteld (gelijk op laten lopen met opstellen regionaal dekkingsplan).
55
Hoofdstuk 5, tabel 4
Nazorgprocedure BOT (B21i)
Gerealiseerd.
56
Hoofdstuk 5, tabel 4
Regionaal model/ procedure/ richtlijnen evaluatie uitruk (B21j)
Uitgesteld.
57
Hoofdstuk 5, tabel 4
Ervaring grootschalig optreden en rampen elders meenemen in regionaal beleid (B21k)
Loopt/ in ontwikkeling (lessons learned).
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
21 Bijlage 1 (vervolg) Waar in het plan? Nr.
Hoofdstuk/ pagina
Beleidsvoornemen en/ of wettelijke eis
Stand van zaken
58
Hoofdstuk 5, tabel 4
Kwaliteitsfoto: oppakken van (inter)gemeentelijke verantwoordelijkheden zoals procedure voor rapportage na incidenten (B22)
Uitgesteld.
59
Hoofdstuk 6, pag. 44
Opbouwen van een netwerk met de spelers in het zorgveld die een bijdrage leveren aan de taakstelling van de GHOR
Loopt/ in ontwikkeling.
60
Hoofdstuk 6, pag. 44
Actief relatiemanagement: onderlinge diensten, inzet en verwachtingen worden vastgelegd in convenanten
Loopt/ in ontwikkeling.
61
Hoofdstuk 6, pag. 44
Verder ontwikkelen en implementeren van een generiek crisisbestrijdingsplan grootschalige infectieziekten
Gerealiseerd (generiek draaiboek infectieziektenbestrijding). Nadere uitwerking volgt uit invoering Wet Publieke Gezondheid.
62
Hoofdstuk 6, tabel 5
Basisdienstverlening GHOR (GH1)
Continu proces.
63
Hoofdstuk 6, pag. 44
Systematische beoordeling van de kwaliteit en kwantiteit van de dienstverlening GHOR tijdens de looptijd van het bestuurlijk convenant
Gerealiseerd.
64
Hoofdstuk 6, pag. 44/ tabel 5
Onderzoek naar de realisering van een meldkamer ambulancezorg in de regio als onderdeel van de gemeenschappelijke meldkamer (GH2)
Gerealiseerd.
65
Hoofdstuk 6, tabel 5
Onderzoek naar de positionering van de GHOR voor afloop van het bestuurlijk convenant (GH3)
Gerealiseerd.
66
Hoofdstuk 6, pag. 45
Voortzetting en verdieping van de uitvoering van de basistaken van de GHOR, zowel in mono- als in multidisciplinair verband.
Continu proces.
67
Hoofdstuk 7, tabel 7
Doorontwikkeling GMK: verbeterplan ADR, incl. informatiemanagement
Deels gerealiseerd, deels nog niet. Doorontwikkeling is ook continu proces.
68
Hoofdstuk 8, pag. 55
Convenant AB veiligheidsregio en RC politie
Uitgesteld.
69
Hoofdstuk 9, tabel 8
Ondersteuning gemeenten en coördinerend gemeentesecretaris (G1)
Gerealiseerd (en wordt uitgevoerd als continu proces).
70
Hoofdstuk 9, tabel 8
Beheertaken voor de sectie gemeenten (G2)
Continu proces.
71
Hoofdstuk 9, tabel 8
Bijdragen aan de bestuurlijke oefeningen en operationele inzet ROT-ondersteuning (G3)
Continu proces.
72
Hoofdstuk 9, tabel 8
Consequenties Wet veiligheidsregio’s in beeld brengen en implementeren (G4)
Gerealiseerd. Fase I is inmiddels geïmplementeerd. Implementatie fase II loopt nog.
73
Hoofdstuk 9, tabel 8
Monodisciplinair meerjarenbeleidsplan opleiden, trainen, oefenen en de uitvoering daarvan (G5)
Gerealiseerd. Uitvoering plan is continu proces gedurende de beleidsperiode.
74
Hoofdstuk 9, tabel 8
Beschrijven taken gemeentelijke functies in GRIP (G6)
Gerealiseerd.
75
Hoofdstuk 9, tabel 8
Coördineren en faciliteren werkgroepen gemeentelijke processen (G7)
Gerealiseerd (en wordt uitgevoerd als continu proces).
76
Hoofdstuk 9, tabel 8
Bijdragen aan uitvoering multidisciplinair werkprogramma (G8)
Continu proces.
77
Hoofdstuk 9, pag. 60
Medio 2010 in overleg met de gemeenten het programma voor 2011 en 2012 bepalen
Gerealiseerd.
78
Hoofdstuk 10, tabel 9
Opstellen organisatieplan veiligheidsregio (Bv1a)
In concept gereed.
79
Hoofdstuk 10, tabel 9
Versterking juridische ondersteuning (Bv1b)
Gerealiseerd.
80
Hoofdstuk 10, tabel 9
P&O formatie-uitbreiding (Bv2a)
Gerealiseerd.
81
Hoofdstuk 10, tabel 9
Beschrijving functies RBZW, repressief en niet-repressief en TBV’en (Bv2b)
Loopt/ in ontwikkeling.
82
Hoofdstuk 10, tabel 9
Beschrijving alle gemeentelijke brandweerfuncties, repressief en niet-repressief en TBV’en (Bv2c)
Uitgesteld.
83
Hoofdstuk 10, tabel 9
Managementrapportages structureel binnen P&C cyclus, implementatie Aristoteles (Bv3)
Loopt/ in ontwikkeling.
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
22 Bijlage 1 (vervolg) Waar in het plan? Nr.
Hoofdstuk/ pagina
Beleidsvoornemen en/ of wettelijke eis
Stand van zaken
84
Hoofdstuk 10, tabel 9
ICT, diagnose- en beheertools (investering en onderhoud) (Bv4a)
Gerealiseerd (in de basis). Vervolg is nodig en dient nog plaats te vinden.
85
Hoofdstuk 10, tabel 9
ICT formatie-uitbreiding (Bv4b)
Gerealiseerd.
86
Hoofdstuk 10, tabel 9
ICT, open standaarden (investering en onderhoud) (Bv4c)
Gerealiseerd (onderzoek uitgevoerd).
87
Hoofdstuk 10, tabel 9
ICT, aanschaf MIT Office (investering en onderhoud) (Bv4d)
Loopt/ in ontwikkeling (aanschaf plaatsgevonden, maar uitrol moet nog gebeuren).
88
Hoofdstuk 10, tabel 9
ICT, security eigen netwerk (investering en onderhoud) (Bv4e)
Loopt/ in ontwikkeling.
89
Hoofdstuk 10, tabel 9
Facilitair (huisvestings)plan (Bv5)
Loopt/ in ontwikkeling.
90
Hoofdstuk 10, tabel 9
Opzetten en implementeren kwaliteitszorgsysteem, incl. herhaling kwaliteitsfoto en profchecks (Bv6)
Loopt/ in ontwikkeling.
91
Hoofdstuk 10, tabel 9
Differentiatie ongevallenverzekering regionaal regelen voor RBZW en alle korpsen (Bv7)
Gerealiseerd.
92
Hoofdstuk 10, tabel 9
PvA RI&E vaststellen en realiseren (Bv8)
Loopt/ in ontwikkeling.
93
Hoofdstuk 10, tabel 9
Werkinstructies, richtlijnen etc. (Bv9)
Loopt/ in ontwikkeling.
94
Hoofdstuk 10, tabel 9
Realiseren afspraken/ eisen convenant en project regionalisering (Bv10)
Loopt/ in ontwikkeling.
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
23
Aanvullende notitie Beleidsplan Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland 2009-2012
24
Colofon Dit is een uitgave van: Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland December 2011 Bezoekadres Veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland Prins Bernhardplein 112 1508 XB Zaandam Postadres Postbus 150 1500 ED Zaandam Telefoon (075) 681 18 11 Fax (075) 617 41 41 E-mail
[email protected] Internet www.vrzw.nl Vormgeving en productie NH Vormgevers, Zaandam
1. Inleiding 1.1 Aanleiding
2011 is vastgesteld. Het risicoprofiel geeft een nieuwe impuls aan de beleidsagenda van de regio. Het risicoprofiel biedt namelijk niet
Het beleidsplan is een wettelijk verplichte planfiguur op basis van
alleen inzicht in het soort risico’s in deze regio maar levert aan de
de Wet veiligheidsregio’s. Voor de veiligheidsregio Zaanstreek-
hand van een risicoanalyse ook aanbevelingen op voor het nemen
Waterland is het beleidsplan een instrument om de bestuurlijke
van beleidsmaatregelen.
verantwoordelijkheden en ambities te kunnen vertalen naar strate-
In het vierde deel van de notitie gaat het specifiek over het regio-
gie en uitvoering.
naal dekkingsplan brandweer. Het afsluitende hoofdstuk beschrijft ten slotte het vervolg: hoe ziet
Op het moment bevindt de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland
het proces eruit na bestuurlijke vaststelling van deze notitie.
zich nog middenin de lopende beleidsperiode (2009 t/m 2012). De focus in de jaren 2011 en 2012 ligt vooral op afronden, implementeren en borgen van eerder geplande en in gang gezette beleids-
1.4 Besluitvorming en afstemming
voornemens. Daarnaast vragen kwesties als de opkomstnormen en dekking van de brandweer, de toekomst van de meldkamer, de
Met het ministerie is afgesproken om de notitie in 2011 op te
veranderingen bij de politie, de financiële situatie van de gemeen-
leveren. De notitie wordt uiterlijk in de vergadering van december
ten en de vraag of de brandweer moet worden geregionaliseerd de
voor instemming aan het Algemeen Bestuur voorgelegd. Buiten
nodige bestuurlijke aandacht. Voor de voorzitter was dit aanleiding
afstemming met de vier partners in de Veiligheidsdirectie zal er
om in het voortgangsgesprek met het ministerie van Veiligheid en
geen consultatie plaatsvinden van andere partijen; enerzijds omdat
Justitie aan te geven dat het opstellen van een nieuw beleidsplan
de tijd dit niet toe laat. Het is de bedoeling om de crisispartners te
niet past in de huidige ontwikkeling van de regio. Afgesproken is
betrekken bij het opstellen van het nieuwe beleidsplan en in 2012
om in plaats daarvan een aanvullende notitie te schrijven op het
met de belangrijkste partners in gesprek te gaan over risicobeheer-
bestaande beleidsplan en daarmee voor 2011 te voldoen aan de
sing, incidentbestrijding en herstel.
wettelijke eis. Een volledig nieuw beleidsplan wordt in 2012 opgeleverd voor de periode 2013-2016.
1.2 Doel van de notitie Doel van deze notitie is het vastleggen van de missie en visie voor de periode 2013-2016 en om daarmee richtinggevend te zijn voor het bepalen c.q. herijken van de beleidsprioriteiten en -uitgangspunten. Daarnaast wordt beoogd een indruk te geven van wat er op het strategische, beleidsmatige niveau momenteel aan de orde is in de veiligheidsregio Zaanstreek-Waterland en haar omgeving. Hierin staat het regionale risicoprofiel centraal omdat dit de belangrijkste bouwsteen is voor het toekomstige beleid.
1.3 Opbouw van de notitie In het eerste deel van deze notitie wordt kort beschreven wat de veiligheidsregio is en doet. Vervolgens wordt daarin de stand van zaken opgemaakt ten aanzien van het huidige beleidsplan. Op hoofdlijnen wordt aangegeven hoe de veiligheidsregio ervoor staat: welke beleidsvoornemens zijn gerealiseerd, waar wordt nog aan gewerkt en wat bestuurlijk is uitgesteld. De herijking van de missie en visie staat centraal in het tweede deel van de notitie. Het derde deel betreft het regionale risicoprofiel dat op 30 maart