Op 22 april 2004 heeft de Inspectie van het Onderwijs Basisschool Het Anker bezocht in het kader van jaarlijks onderzoek. Bij jaarlijks onderzoek vormt de inspectie zich een oordeel over: • De wijze waarop de school werkt aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. Het gaat daarbij om de schoolontwikkeling na het vorige inspectiebezoek. • De onderwijsresultaten. Het gaat om genormeerde prestaties van leerlingen, zowel aan het einde van de schoolperiode als gedurende de schoolperiode. • De ontwikkeling van de leerlingen. Daarbij gaat het om de versnelde en vertraagde schoolloopbaan van leerlingen, de uitstroom naar speciaal basisonderwijs en de individuele leerlingenzorg. De inspectie gaat met de school ook na of er ontwikkelingen zijn die invloed hebben op het onderwijs.
De inspectie gaat zo mogelijk uit van gegevens die de school door zelfevaluatie heeft verkregen. Zo sluit de inspectie aan bij de specifieke situatie van de school en wordt de school niet onnodig belast. Uw directie heeft documenten ingestuurd die betrekking hebben op de schoolontwikkeling, namelijk: - Schoolplan 2003-2007 - Schoolgids 2003-2007 - ICT-beleidsplan 2003-2007 - Nascholingsplan 2003-2004
In deze brief noemt de inspectie allereerst ontwikkelingen die van invloed zijn op het onderwijs (1). Daarna spreekt de inspectie een oordeel uit over de verbeteractiviteiten van de school (2) en over de onderwijsresultaten (3). Zij vermeldt vervolgens gegevens over de ontwikkeling van de leerlingen (4). De bijlage geeft hierop een toelichting. In het toezichtarrangement geeft de inspectie aan hoe het toezicht voor deze school wordt voortgezet.
1
Ontwikkelingen die van invloed zijn op de kwaliteit van het onderwijs.
De school noemt geen specifieke ontwikkelingen die de kwaliteit van het onderwijs beïnvloeden. Wel ervaart de school belemmeringen bij het verkrijgen van subsidie voor leerlingen met een leerlinggebonden budget. De normen voor het verkrijgen van de subsidie zijn aangescherpt. Hierdoor is het moeilijker dan voorheen is om de subsidie te behouden voor leerlingen die een positieve ontwikkeling vertonen. Op basis van het gesprek met de schoolleiding beschouwt de inspectie de context waarin de school haar onderwijs realiseert als overwegend gunstig.
2
De school werkt in voldoende mate gericht aan de verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs.
De inspectie is van mening dat er herkenbaar wordt gewerkt aan kwaliteitsverbetering. De wijze waarop de school invulling geeft aan het realiseren van de verbeteractiviteiten is planmatig. De inspectie beoordeelt dit onderdeel daarom als voldoende. Het vorige inspectiebezoek (RST, november 2002) heeft geleid tot diverse verbeteringsactiviteiten. Basisschool Het Anker heeft op basis van een schoolanalyse, waarbij gebruik is gemaakt van het RST-verslag van november 2002, een zelfevaluatie en een ouderenquête uitgevoerd. De uitkomsten hiervan zijn benut voor het vaststellen van verbeterpunten voor het schoolplan 2003-2007. Zowel in het schoolplan en aanvullende documenten als in de praktijk geeft de school uitwerking aan kwaliteitszorg. De afgelopen periode is onder meer gewerkt aan leerlingenzorg en kwaliteitszorg. Met behulp van een programma van Voor - en Vroegschoolse Educatie (VVE) is het zelfstandig werken en zelf beslissingen nemen van leerlingen gestimuleerd, evenals de ouderbetrokkenheid. Uit de documenten en het gesprek met de schoolleiding blijkt dat basisschool Het Anker werkt aan schoolverbetering, onder andere door het zelfstandig werken verder gestalte te geven. In het kader van een meerjarig schoolontwikkelingstraject staan dit jaar het opstarten van het tutorlezen, leerstrategieën en het werken met een kwaliteitszorginstrument centraal, waardoor het totale kwaliteitszorgsysteem van de school planmatig uitgevoerd, gevolgd en geborgd kan worden. Hiermee heeft de school haar prioriteiten voor het komend schooljaar vastgelegd en haar verbeteractiviteiten gepland. De school werkt planmatig aan het realiseren van kwaliteitsverbetering. Een aandachtspunt voor de school is het inzichtelijk maken van de plannen voor alle belanghebbenden. Dit zou kunnen in de vorm van een plan van aanpak waarin de verbeteractiviteiten nader geconcretiseerd worden.
3
De resultaten liggen op het niveau dat verwacht mag worden.
Voor het bepalen van de opbrengsten aan het eind van de basisschool maakt de inspectie gebruik van de gegevens van een door de school gebruikte landelijk genormeerde eindtoets van de laatste drie jaar. De resultaten geven per jaar een wisselend beeld te zien. In 2002 scoorde de school onder het gemiddelde van de schoolgroep waartoe de school behoort. In 2003 en 2004 scoorde de school boven het gemiddelde. Op basis van de resultaten concludeert de inspectie dat de opbrengsten op het niveau liggen, dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De directeur geeft als verklaring voor de wisselende scores dat de deelname van zorgleerlingen aan de eindtoets de scores beïnvloedt. De hoge score van 2003 wordt verklaard door de deelname van drie leerlingen die boven het niveau van groep 8 zaten. Voor het waarderen van de opbrengsten gedurende de schoolperiode maakt de inspectie gebruik van landelijk genormeerde toetsen voor technisch lezen in de groepen 3 en 4, voor begrijpend lezen in groep 6 en voor rekenen en wiskunde in de groepen 4 en 6. De inspectie stelt vast dat de resultaten op het te verwachten niveau liggen.
2
Wel heeft de inspectie opgemerkt, dat de resultaten van het technisch lezen in groep 3 en 4, rekenen/wiskunde en begrijpend lezen in de groepen 4 en 6 aandacht vragen, aangezien er veel leerlingen zijn met leerachterstanden. De school geeft als oorzaak aan dat het om zorgleerlingen gaat die met veel extra aandacht op school worden gehouden. Momenteel heeft de school 125 leerlingen, waarvan vijf met een leerlinggebonden budget. De directeur verklaart dat de school heeft gewerkt aan het protocol dyslexie, zodat leerkrachten de leerlingen beter kunnen volgen en bijsturen in hun leesontwikkeling (interveniëren). De school geeft verder aan diverse aanvullende materialen en extra begeleiding in te zetten om de leesprestatie van de leerlingen die uitvallen te verbeteren. Er zijn diverse leerlingen die op hun eigen niveau werken, zowel boven als beneden het gemiddelde. 4
Leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting.
Op dit moment is de inspectie nog niet in staat om een geobjectiveerd oordeel te geven over deze indicator. Daarom waardeert zij deze indicator thans nog niet. De inspectie neemt momenteel alleen kennis van het aantal leerlingen met versnelde of vertraagde schoolloopbaan en van het aantal leerlingen dat verwezen is naar het speciaal basisonderwijs. Ook gaat de inspectie het rendement na van individuele handelingsplannen en van individuele leerwegen. De wetgever gaat ervan uit dat leerlingen binnen een periode van acht aaneensluitende jaren het primair onderwijs doorlopen. Op grond hiervan wordt gekeken naar het aantal leerlingen dat de afgelopen twee schooljaren een ononderbroken ontwikkelingsleerlijn heeft doorgemaakt. Het percentage zittenblijvers in groep 3 tot en met 8 ligt in de afgelopen twee jaar ligt iets boven het landelijk gemiddelde. De school geeft aan zorgleerlingen zolang mogelijk op school te houden. Het beleid met de daarbij behorende criteria ten aanzien van zittenblijven en kleuterschoolverlenging ligt vast. De school heeft de afgelopen twee jaar twee leerlingen doorverwezen naar het speciaal basisonderwijs.
Toezichtarrangement:
De school wordt opgenomen in de reguliere planning voor vervolgtoezicht.
3
Bijlage Ontwikkelingen die van invloed zijn op de kwaliteit van het onderwijs. Toelichting: De kwaliteit van het onderwijs op een school kan niet los worden gezien van de context van de school. Voorbeelden van contextfactoren zijn: wijzigingen in de samenstelling van de leerlingenpopulatie, veranderingen in het lerarenteam, directiewisselingen, bestuursfusie(s) of scholenfusie(s). Indicator 1: De school werkt gericht aan verbetering van de kwaliteit van haar onderwijs. Toelichting op de indicator: Bij deze indicator staan concrete verbeteractiviteiten centraal. De school bepaalt met behulp van een 'sterkte-zwakte-analyse op schoolniveau' in hoeverre de eigen doelstellingen worden gerealiseerd. Op basis van die analyse stelt de school een kwaliteitsprofiel op met sterke en zwakke punten. In een verbeterplan voor vier jaar (schoolplan) legt de school vervolgens prioriteiten voor verbetering vast. De verbeteractiviteiten hebben betrekking op kwaliteitsaspecten van 'onderwijs en leren' of van 'zorg en begeleiding'. De activiteiten zijn geformuleerd in meetbare termen en beoogde effecten. Het team evalueert de verbeteractiviteiten jaarlijks en stelt het verbeterplan zo nodig bij. De directie houdt rekening met de verandercapaciteit. De school bepaalt de effecten van de verbeteractiviteiten door vormen van interne of externe evaluatie, zoals enquêtes, klassenconsultaties of visitaties. Bij deze indicator gaat de inspectie ook na op welke wijze de school gevolg heeft gegeven aan de afspraken met de inspectie die naar aanleiding van het vorige inspectiebezoek zijn vastgelegd.
5
Indicator 2: De resultaten liggen ten minste op het niveau dat mag worden verwacht. Toelichting op de indicator: De inspectie beoordeelt bij deze indicator zowel de resultaten van leerlingen aan het einde van de schoolperiode als de resultaten van leerlingen gedurende de schoolperiode. Het oordeel over de resultaten aan het einde van de schoolperiode baseert de inspectie op gegevens over landelijk genormeerde (eind)toetsen van de afgelopen drie schooljaren. De inspectie zet voor de toetsen waar dat mogelijk is deze gegevens af tegen gegevens van scholen met een vergelijkbare leerlingenpopulatie. Het oordeel over de resultaten gedurende de schoolperiode baseert de inspectie op gegevens over genormeerde toetsen voor technisch lezen (in groep 3 en 4), rekenen en wiskunde (in groep 4 en 6) en begrijpend lezen (in groep 6). Uitgangspunt voor de beoordeling vormt het aantal leerlingen op D- en Eniveau en de gemiddelde vaardigheidsscores, of het aantal leerlingen met een beduidende onderwijsachterstand in DLE-termen. Indicator 3: Leerlingen ontwikkelen zich naar verwachting. Toelichting op de indicator: De inspectie neemt bij deze indicator kennis van het aantal leerlingen met versnelde of vertraagde schoolloopbaan en van het aantal leerlingen dat naar speciaal basisonderwijs is verwezen. Ook gaat de inspectie het rendement na van individuele handelingsplannen en van individuele leerwegen voor leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften.
6