Muzenstraat 61 Postbus 16107 2500 80 DenHaag
PROVSNCIALE STATEN, lax (070) 888 12 80 VAN
C| -CV :.^
Reg.nr.
P. ,-. <
Aan de voorzitter en leden van de vaste commiss oruv.: voor Volkshuisvesting, Ruimteiijke Ordening en Milieubeheer van de Tweede Karner der Staten-Generaal Routing Postbus 20018 2500 EA 'S-GRAVENHAGB
-J
ff.
16 JAN 200B Bijl.:
inc i
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
datum
ROW 01570/2007
31 oktober 2007
onderwerp
Provincies maken werk van Mooi Nederland!
Geachte dames en heren, Het Interprovjnciaai Overleg (IPO) biedt u van harte de uitgave "Provincies maken werk van Mooi Nederiand!' aan, De notitie beschrijft op hoofdhjnen de aanpak door de provincies van de verrommeiing, ondersteund met goede voorbeeiden uit de praktijk. De gezamenltjke provincies doen in de notitie een concreet aanbod voor samenwerking met rijk en gemeenten, gericht op het gewenste resultaat: een Mooi Nederland! Op 19 juli heeft de minister van VROM een brief aan de Tweede Kamer gezonden, waarin ze haar visie op de sturingsfilosofie voor de uitvoering van de Nota Ruimte uiteenzet De discussie met de Tweede Kamer hierover heeft geleid tot de aanvaarding van de motie-Duyvendak (29.435, nr. 195), die de regering verzoekt nog voor de behandeling van de VROM-begroting met voorstelien voor nadere regels te komen orn verdere verrommeiing van het landschap te voorkomen, De minister heeft aangegeven dat te willen doen na overieg met IPO en VNG. De provincies zijn met voorbeelden en acties gekomen, waaruit de bereidheid en de ambitie van de provincies blijkt om de verrommeiing aan te pakken. Daarbij zijn vijf thema's gekozen: bedrijventerreinen, nationale landschappen, open landschap, verstedelijking en windenergie. IPO en VNG hebben op 29 oktober met de minister van VROM afgesproken om samen te gaan werken aan het behoud en het versterken van de kwaiiteit van de ruimte. De minister heeft positief gereageerd op de notitie van de provincies en haar instemrning verwoord in de brief aan de Tweede Kamer over de aanpak van de verrommeiing.
inlichtingen bij Doorkiesnummer Bijtagen
: A.G.G. Heeren : (070) 888 12 95 : 1
- 2-
Mooi Nederland moet! De acties en voorbeelden uit de notitie met bijlage illustreren dat. De provincies gaan deze ambities reaiiseren, inhoudeiijk en financieeK Het provinciale beleid gaat gepaard met uitvoenngsprogramma's waarin alle relevante partijen worden betrokken, De provincies bieden aan hun tnzet en voortgang met de meest betrokken ministenes te delen en te werken aan een gezameniijke intensivenng van de beieidsagenda, met bijbehorende gezameniijke programmerings- en uitvoeringsafspraken. Om tot realisatie van gedeeide ambities te komen, is een heldere verdeling van verantwoordelijkheden essentieel Duidelijk moet zijn wie wat wanneer doet. De provincies onderschrijven nog steeds het adagium van dit kabinet: 'decentraal wat kan, centraal wat moet', ook in die volgorde, De uitvoering van het huidige beleid volgens de Nota Ruimte staat voorop, De provincies widen vanuit hun rol en verantwoordelijkheid de Nota Ruimte uitvoeren om verrommeiing tegen te gaan. Vooral de ruimte voor de eigen rol - een van de wezenskenmerken van de nieuwe Wro - kan niet genoeg worden benadrukt. De omslag in de ruimtelijke ordening naar 'decentraal wat kan, centraal wat moet', en dus een nieuwe grotere verantwoordelijkheid voor gemeenten en provincies, Is van recente datum. Vanuit hun nieuwe rol bieden de provincies het rijk om samen aan de slag te gaan, om de condities voor de uitvoering te verbeteren en daardoor de uitvoering te bespoedigen. In dit perspectief vragen de provincies het rijk om terughoudend te zijn met nieuwe regels en nieuw beieid.
Kitty Rooze'mond directeur
la r p r o ¥ hn e ia a j O v e r l e g
^-f/|
r Provincies maken werk van Mooi Nederland! Ruimtelijke kwaiiteit van stad en land
Een beeld van acties en voorbeelden uit de provinciate praktijk
Den Haag, 29 oktober 2007
Inter pro vinciaa! O v e r l e g
B| «*/
V Deze notitie geeft de beieidsinzet op hoofditjnen van de provincies voor de aanpak van de venrommeling, ontfersteund met goede voorbeelden uit de praktijk. Een volledigere 'tour d'horizoti' van de acties en maatregeien van de provincies is verzameld in de bijlage. De notitie rondt af met een concreet aanbod voor samenwerkingsafsprakeo met rijk en gemeertten, gericht op het gewenste resuttaat: een Mooi Nederlandl Vooraf De minister van VROM werkt momenteel aan de invulling van het programma voor de duurzame ruimtelijke inrichting van Nederland. AIs belangrijkste prioriteiten geiden het tegengaan van de verrommeiing van het landschap en het reatiseren van een kiimaatbestendige inrichting van Nederland. Voor de uitvoering hanteert het rijk de Nota Ruimte a!s uitgangspunt, waarbij het kabinet at in het coalitieakkoord heeft aangegeven dat op onderdelen de rijksregie en betrokkenheid bij de ruimtelijke inrichting van Nederland versterkt moet worden fcentraai wat moet'). Op 19 juli jl. heeft de minister van VROM een brief aan de Tweede Kamer gezonden waarin ze haar visie op de sturingsfilosofie voor de uitvoering van de Nota Ruimte uiteenzet. De discussie met de Tweede Kamer hierover heeft geieid tot de aanvaarding van de motie-Duyvendak (29,435, nr, 195 ), waarin de regering wordt verzocht nog voor de behandeling van de VROM-begroting met voorstellen voor nadere regels te komen om verdere verrommeiing van het landschap te voorkomen. De minister wil dat doen na overleg met IPO en VNG. Om de minister te ondersteunen kornen de provincies met voorbeelden en acties waaruit de bereidheid en de ambitie van de provincies blijkt om de verrornmeling aan te pakken. Daarbjj zijn vijf thema's gekozen: bedrijventerreinen, nationale landschappen, open landschap, verstedelijking en windenergie.
1. De verrommeiing van nil; percepties en kentering Percepties Zowel bij de landetijke politiek ats in de maatschappij heerst een breed gedragen perceptie dat het landschap verrommelt Dit brede begrip koppelt tal van klachten over de beleving en de matige kwaiiteit van het landschap en de stedelijke omgeving aan allerlei fysieke veranderingen zoals verstoring, verstening, vergtazing, versnippering. De klachten manifesteren zich op allerlei schaalniveaus. Het ervaren van verrommeiing varieert van grote logistieke bedrijventerreinen ('dozen langs de snetweg') en geluidsschermen langs wegen en spoorwegen als gevoig van de Geluidshinderwet tot kleinere maar storende elementen als reclamemasten, stallen in open gebied en autobanden die een boer op de kuilbult legt Zaken die we allemaal nodig hebben, maar die we niet zo mooi vinden als ze er eenmaal staan. De ruime variatie in aard en schaal van de klachten en de hoge verwachting van de intervenierende rol van de overheid om de verrommeiing aan te pakken, legt de lat voor alle overheidslagen hoog en vraagt om keuzes en prioriteitstelling in de aanpak. De provincies zien en beleven de verrornmeling ook, maar opteren voor een rationele benadering, In de beeldvorming van verrommeiing spelen iconen, schaalniveau van de vraagstukken en dilemma's in het ruimteiijke beleid door elkaar heen.
Voorts overheerst in de publieke opinie sterk het gevoel dat de verrommeiing een rechtstreeks gevolg zou zijn van de decentralisatie in de Nota Ruimte, Gemeenten en provincies zouden er een romrneltje van maken, en daarom zou het rijk de teugels weer moeten aanhalem De werkelijkheid is genuanceerder, De verrommeiing van nu weerspiegelt het ruimtelijk beleid dat rijk, provincies en gemeenten de afgelopen 5 tot 15 jaar hebben bedacht en uitgevoerd. In deze pehode werd, naast de kwaiiteit voor de leefomgeving, ook een zwaar gewicht toegekend aan ruimte voor economische ontwikkeling. Het gaat om goedgekeurde plannen die zijn uitgevoerd binnen de bestaande bestemmingsplannen. Met de projecten die al in de pijplijn zitten, zal dit zelfs nog wel vijf jaar kunnen doorwerken, Ondanks het tegemoetkomen aan de economische ruimtebehoefte heeft het beleid ook veel verrommeiing voorkornen in gebieden die specifiek waren beschermd. Ook hebben provincies de afgelopen jaren al actief gewerkt aan herstructurering, roodvoor-groenregelingen en reconstructie van landelijk gebied. Een belangrijke perceptie in de beleving van de verrommeting is die van de tegenstrijdigheid tussen de opgave voor wonen en werken waar grote delen van het land nog steeds voor worden gesteld en de aantasting van het nu nog waardevolle landschap die hiervoor nodig is. Zuinig ruimtegebruik voor wonen en werken door binnenstedelijke vernieuwing en herstructurering, en beschermen en versterken van de kwaiiteit van het (open) landschap, is werken aan twee kanten van dezelfde medaille en vraagt om integrale, afgestemde keuzes van rijk en provincies. De kentering Net als het rijk en vele maatschappelijke organisaties hebben ook de provincies het probleem van de verrommeiing herkend en onderkend. De nieuwe collegeprogramma's laten zien dat de provincies net zo scherp zijn als rijk en gemeenten op de keuzes die nodig zijn voor het plannen van nieuwe ruimte voor bedrijvigheid, wonen, infrastructuur, enz , Provincies evalueren samen en leren daardoor van elkaars ervaringen en van de keuze uit het verleden. Dit moet de basis zijn voor herijking. De provincies letten vooral op de knelpunten bij de complexere ruimtelijke vraagstukken. De oplossingen liggen in de regio, want de regio kan het best de omgevingskwaliteiten benutten orn verrommeiing tegen te gaan, De behoefte aan ruimte vraagt om afweging en afstemming van belangen op het regionale schaalniveau, De kwaliteiten van de omgeving en zuinig ruimtegebruik zijn kernpunten als we keuzes maken voor tocaties en hun inrichting.
2. Hoej pakken de provincies de verrommeiing aan? De provincies benoemen de gebiedskwafiteiten die ze wil beschermen, versterken of ontwikkpien en stelt deze vast. Provincies doen dat in streekplannen of uitwerkingen daarvan, integrale actieprogramma's en beleidskaders om richting te geven aan hun eigen handelen en aan gemeenten ten behoeve van de opstelling van landschapsplannen, beeldkwaliteitplannen en bestemmingsplannen voor het buitengebied. De nieuw vastgestelde streekptannen zijn Nota-Ruimteproof gemaakt en bevonden, Provincies vinden de afstemming op het regionale schaalniveau tntergemeentelijke samenwerking als een voorwaarde. Voor ruimtelijke keuzes over wonen, werken, water en recreatie gebeurt dat steeds vaker door of onder regie van de provincie, samen met de gemeenten, Provincies gaan uit van zuinig ruimtegebruik. Het beleid is om de ruimtevraag eerst via intensivenng en herstructurering binnen bestaand stedelijk gebied te vervullen en daarna pas naar uitbreiding te kijken. In het buitengebied worden zoveel mogelijk kansen benut om de ruimtedruk te beperken door functieverandering van vrijkomende bebouwing. Tegeiijkertijd werken de provincies integraal: het beschermen en ontwikkelen van kwaiiteit heeft niet alleen betrekking op de ruimtelijke ontwikkeling als zodanig, maar ook op water, natuur, cultuurhistorie, architectuur, kunst.
Om deze boodschap uit te dragen heeft het IPO de publicatie 'Provincies maken het verschil, Op weg naar een mooier Nederland' uitgegeven. Hierin laten de provincies met inspirerende voorbeelden zien dat zij al bezig zijn Nederland mooier te maken. Niet als een eenmalige actie of hype, maar als een vast onderdeel van het provinciale takenpakket Provincies zorgen ervoor dat landschap, monumenten en archeologie inspiratiebron zijn voor ruimtelijke ontwikkeling. Provincies versterken de kwaiiteit van ontwerp door samenwerking tussen planologen, architecten, kunstenaars en vormgevers te stimuleren. Dit gebeurt in ontwerpateliers en kwaliteitsteams, of met een provinciaie bouwmeester. De aanpak van provincies is integraal, gebiedsgericht, samen met andere partijen in de regio. Op deze manier ontwikkelen en versterken provincies de identiteit en de kwaiiteit van de ruimte. In verschillende rollen en met diverse instrumenten, Maar met hetzelfde doel: een mooier Nederland! De aanpak van de provincies loopt langs twee lijnen: • de preventieve aanpak voorkomt verrommeiing door provinciale structuurvisies en de instrumentenkoffer van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening en door gebiedsontwikkeling, die de kwaliteitsambitie in de realisatie van ruimtelijke opgave als uitgangspunt meeneernt; * de curatieve aanpak saneert ongewenste bouwwerken, gaat ongewenste bestemmingen in bestaande plannen tegen en herstelt waar mogelijk de gebiedseigen kwaliteiten. Het doel van de provincies is hierrnee snel het tij te keren en de verrommeiing een halt toe te roepen. Hierna geven we per thema een aantal voorbeelden van beide aanpakken, met toelichting. De bijlage geeft meer voorbeelden van acties en maatregelen. Bedriiven terreinen In de sfeer van aanscherping en heroverweging van het ruimtelijke beleid spreken de voorbeelden van Utrecht en Noord-Brabant aan. De provincie Utrecht heeft de totaal berekende behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen in het streekplan met 15 procent verminderd. In het bestuursakkoord van de provincie Noord-Brabant is een project opgenomen dat een koppeling gaat leggen tussen nieuwe bedrijventerreinen en bestaande terreinen: elke Brabantse gemeente voert alleen een plan voor een nieuw bedrijventerrein uit, als de gemeente ook een plan heeft voor de bestaande terreinen. Dit uitgangspunt wordt vastgelegd binnen het instrumentarium van de nieuwe Wro. Doel is: afname ruimtebeslag nieuwe bedrijventerreinen, zorgvuldige uitgifte nieuw bedrijventerrein, verrnindering herstructureringsopgave en verbetertng zuinig ruimtegebruik. In de s'feer van kwaliteitsverbetering en zuinig ruimtegebruik vormen Zuid-Holland en Limburg goede voorbeelden. De gemeenten in de Albtasserwaard en Vijfheerenlanden zijn voornemens om gezarnenlijk een samenwerkingsovereenkomst aan te gaan met het Qntwikkelings- en Partidpatiebedrijf Publieke sector B.V. (OPP) ten behoeve van het ontwikkelen van transport- en logistiek centrum Scheltuinen-West, het realiseren en exploiteren van een aantal regionale vrachtwagenparkeerplaatsen en het herontwikkelen van de vertreklocaties. Invoering van Parkmanagement op nieuw aan te leggen bedrijventerreinen in Limburg voorkomt op termijn kostbare revatiliseringstrajecten. Als goed voorbeeld dient hier bedrijventerrein Holtum-Noord 2 in Born. De provincies stimuleren gemeenten tot het invoeren van een parkmanagementbijdrage bij aanleg van nieuwe bedrijventerreinen met een kettingbeding in koopcontracten. Nationale landschapoen De uitwerking van het ruimtelijke beleid voor de Nationaie landschappen in begrenzing, kernkwaliteiten en uitvoeringsacties is in vrijwel alle betrokken provincies in nauw overleg met en gedragen door de maatschappelijke partijen in de gebieden vastgelegd in ruimtelijke plannen. De geprograrnmeerde uitvoering is in voile gang. Goede voorbeelden
van een succesvolle uitvoering zijn de Nationale Landschappen de Noordelijke Wouden in Fryslan, IJsseldelta in Overijssel en Zuidwest Zeeland, Bijzonder in het Nationale Landschapw de Noordelijke wouden" is dat de vereniging de Noardlike Fryske Walden (NFW) een belangrijke partij is in de gehele organisatie van de uitvoering ook een belangrijke voortrekkersroi wil (blijven) hebben in dit geheel. Ook met betrekking tot de cornmunicatte wil zij een prominente rol vervullen. Oorspronkelijk is de vereniging NFW een cooperatief samenwerkingsverband van boeren, andere landgebruikers en burgers in het gebied. Inmiddels is het accent verschoven naar een breed maatschappelijk orienterende organisatie, De agrariers van de NFW zijn een belangrijke speler op het gebied van landschapsbeheer, milieu en water maar kunnen en widen dat niet alleen doen. Ze beseffen dat dit een GEZAMENLIJK belang is! In januari 2006 is het ontwikkelingsperspectief en de begrenzing vastgesteld van het Nationaal Landschap IJsseldelta in de Raden, de Staten en het Algemeen Bestuur van het waterschap Salland, met instemming van de ministers VROM en LNV. Bij deze begrenzing zijn harde beperkingen opgelegd aan de VINEX-locatie Stadshagen om aantasting van het waardevolle landschap te voorkomen. In juli 2006 is het uitvoeringsprogramma vastgesteld. De uitvoering hiervan is op dit moment in voile gang. De projecten worden opgesteld en uitgevoerd voigens drie ontwikkelingslijnen: 'Qude kavels en nieuwe kreken', 'Van melk tapijt en tornaten en "Dwalen door de delta'. Deze ontwikkelingslijnen garanderen een integrale aanpak van de ruimtelijke, landschappelijke en aspecten. Hierdoor wordt een sterke impuls gegeven om bestaande rode gebieden (woon- en werkgebieden, infrastructuur en glastuinbouw) te revitaliseren en te herstructureren. Een ander voorbeeld van een integraal project in een Nationaal Landschap is het project Staats-Spaanse Linies in het Nationale Landschap. Dankzij subsidiering vanuit het rijk, provincie en Interreg is het project de laatste jaren urtgegroeid tot een voorbeeldproject van internationaal niveau. Herstel van forten en liniedijken wordt gecombineerd met natuurontwikkeling, waterberging en recreatief medegebruik aan beide zijden van de grens. In IJzendijke is een museum ingericht over de 80-jarige oorlog van waaruit de het verhaal bij de linies wordt verteid. Open landschap Goede voorbeelden van nadere ruimtelijke spelregels om verrommeiing in het open landschap te voorkomen is de opstelling van provinciale beeldkwaliteitsplannen door Noord-Holland en de borging door Zuid Holland van de provinciale Cultuurhistorische Hoofdstructuur. Op initiatief van de provincie Noord-Holland wordt het provinciale beeldkwaliteitsplan voor de Stelling van Amsterdam opgesteld, de voormalige verdedigingslinie rond de hoofdstad die is opgenomen op de Werelderfgoedlijst van de Unesco:. In maart 2007 is de geactualiseerde digitate kaart van Cuituurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland door Gedeputeerde Staten vastgesteld, samen met de 'Handreiking toepassing Cultuurhistorische Hoofdstructuur in ruimtelijke plannen'. Een voorbeeld van een integrale aanpak is het prograrnma Al-zone, een initiatief van de provincie Overijssel. Dit programme heeft tot doel de ontwikkelkansen van de Al te benutten en de kwaliteiten te behouden en verder te versterken, om zo de zone tot een visitekaartje van Oost-Nederland te maken. Het programma heeft de ambitie om de vele (lopende) projecten en programma's bijeen te brengen en om sarnen met de betrokken partijen in een Werkplaatssetting een Agenda en in een later stadium een Visie/ Ontwerp en een Programma voor de Al-zone te ontwikkelen, Een van de belangrijke opgaven binnen het programma is de verbeelding van het visitekaartje, de zichtbare kant van de identiteit van het gebied. Langs de Al vindt men een grote diversiteit aan panorama's. Hierbij kan een indeling gemaakt worden naar functionaliteit. Te denken valt aan stadspanorarna's, iandgoederen, werklandschappen, landefijk gebied, Cultuurhistorische elementen, enz. De snelweg Al en de spoorlijn doorsnijden deze gebieden en maken het mogelijk om de diversiteit van dit landschap te beleven, De diversiteit aan landschap biedt mogelijkheden voor recreatie Voor deze opgave levert het Steunpunt
Routeontwerp (samen met RWS-Oost) een bijdrage en wordt er samengewerkt met VROM in het kader van de Structuurvisie panorama's en de Snelwegzone. Verstedelijking Provincies zien verstedelijking niet alleen als verdichtingsopgave (speelplaatsjes volbouwen), maar vooral ook als opgave voor transformatie en herstructurering en het aanjagen van de woningbouwproductie. Hiervoor kennen provincies speciale aanjaagteams en investeren provincies in concrete binnenstedelijke herstructureringslocaties. Provincies vinden de stedelijke opgave belangrijk en nodig om te voorkomen dat ze nog meer de groenblauwe ruimte in moeten met de toenernende verstedelijking, Provincies constateren een spanningsveld met de nationale kwantitatieve bouwopgave (80.000-100.000 woningen per jaar) en de gewenste plancapaciteit (130 procent. De (kwalitatieve) binnenstedelijke opgave en het (kwantitatieve) beslag op de groenblauwe ruimte zijn twee kanten van dezelfde medailte. Voorbeelden van gebiedsgerichte aanpak waarin meer dan alleen de opgave voor wonen speelt, zijn de Kanaalzone in Apeldoorn en de Noord-Brabantse pilot 'Bouwen binnen strakke contouren'. In de Kanaalzone-noord gaat het om een ingrijpende herstructurering van een oud en verouderd bedrijventerrein ten gunste van de bouw van 2500 woningen en 60.000 m2 bvo kantoren. Het terrein doorsnijdt de gehele stad in noord-zuid richting. Niet doorgaan van dit project heeft twee consequenties: het stedelijke gebied zou een verknipt geheel blijven (dus geen kwaliteitsverbetering) en er dient ten oosten van de A50 een open gebied van bijna 200 ha opgeofferd te worden om het noodzakelijke programma voor wonen en werken te realiseren. In het project wordt een efficient en optimaal gebruik van al aanwezige voorzieningen in de directe omgeving bereikt. Het project maakt het bovendien mogeiijk een koppeling aan te brengen tussen twee kleine parken aan weerszijden van het kanaal en de Grift, waardoor er een robuuste binnenstedelijke groenvoorziening ontstaat In combinatie met het water van het kanaal en de Grift ontstaat een zeer hoogwaardig woonmilieu. In mei 2003 is de pilot "Bouwen binnen strakke contouren' begonnen. Zeven gemeenten hebben de vrijheid gekregen om binnen de grenzen van hun stedetijk gebied zonder beperkingen woningen te bouwen. Deze pilot eindigt na vijf jaar, in mei 2008; eind dit jaar begint de evaluatie van de pilot, Belangrijke onderdelen daarvan zijn de kwalitatieve effecten van het (veel) binnenstedelijk bouwen; het gaat hierbij dan over de beeldkwaliteit, de inpassing in de omgeving, het (overblijvend) openbaar groen, enz. Vragen die hierbij spelen zijn bijvoorbeeld of de gerealiseerde en geplande woningbouwprojecten (stedenbouwkundig en architectonisch) passen bij de karakteristiek van de kernen en of de intensiveringslag die gemaakt is en wordt de beeldkwaliteit verhoogd en de ruimtelijke structuur versterkt, Windenergie De provincies hebben recent in een brief aan minister Cramer hun steun uitgesproken aan het initiatief van de landelijke verkenning Windenergie en willen hieraan van harte rneewerken. De provincies doen concrete suggesties voor de aanpak van de verkenning, Z!j zijn nog niet toe aan een nieuwe overkoepelende resultaatgerichte afspraak over wind op land ,en gaan ook niet uit van nieuwe taakstellingen voor wind op land per provincie. Nieuwe afspraken over Windenergie moeten volgens de provincies deel uitmaken van bestuurlijke afspraken over de uitvoering (samen met de VNG) van zowel het VROMprogramma Schoon en Zuinig als het programma Mooi Nederland. Voorbeelden van provinciale initiatieven om bij te dragen in de nationale ambities zijn het energieakkoord Noord-Nederland en de aanscherping van de ambitie door de provincie Fievoland. Het energieakkoord Noord Nederland dat wordt/is gesloten door de ministers Cramer en Van der Hoeven en door (bestuurders van) de provincies Groningen, Fryslan, Drenthe en Noord-Holland geeft o.a. de ambities van Noord-Nederland voor Windenergie aan, Met name is Noord-Nederland bereid een aanzienlijk deel van de ambities voor de uitbreiding
van het windenergievermogen on- en offshore uit Schoon en Zuinig (2000 MW, respectievelijk 450 MW) voor zijn rekening te nemen, waarbij het accent ligt op de provincies Groningen en Noord-Holland, Voor wind op land bekijkt Noord-Nederland actief de mogelijkheden in de eigen regio, die kunnen worden meegenomen in de Landeiijke Uitwerking Windenergie. De provincie Groningen koerst op intensivering van bestaande windenergiegebieden. Op grond van het collegeakkoord heeft de provincie Flevoland de doelstelling om in 2020 50% van haar energiebehoefte duurzaam op te wekken verhoogd naar 60% in 2013. Ingezet wordt op Windenergie, bio-energie en gebouwde omgeving. Windenergie zorgt daarbij voor 90% in het behalen van de doelstelling. Enerzijds gebeurt dit met het project NOP, waarmee in bijna een derde van de rijksdoelstelling Windenergie kan worden voorzien. En verder door opschalen en saneren van bestaande projecten, om tot een ruimtelijke en landschappelijke verbetering te komen en met minder molens meer energie op te wekken, Hiervoor zijn al twee voorbeeldprojecten uitgewerkt. Het project voor 70 windmolens is aangepast in een plan voor 36 grotere moiens»,Het andere project voorziet in 9 grote moiens in plaats van 18 kleinere. De landschappelijke aspecten hebben een betangrijke rol gespeeld bij de keuze van het ontwerp. Daarbij is voortgeborduurd op de studie 'Met windmolens maak je landschap', waarin vier plaatsingsstrategieen, afgestemd op het bestaande landschap, zijn uitgewerkt. Op grond van het eind 2006 nieuw vastgestelde windenergiebeleid dienen nieuwe opstellingen ten minste te bestaan uit 12 rnolens van 3 MW en wordt gevraagd de landschappelijke effecten hiervan aan te geven voor een gebied van ten minste 8 km rondom de geplande opstelling. 3. Wat widen de provincies nog meer doen? Op korte termijn leiden maatregelen en acties tot verbetering.. Deze acties kunnen soms lopende trajecten nog bijsturen, maar zullen vooral een waarborg moeten zijn om toekomstige verrommeiing te voorkomen, Focus bepalen De kwaliteitsbeleving van verrommeiing op concreet lokaal niveau vraagt vooral om stimuleren van ruimtelijke kwaiiteit in het ontwerp- en inrichtingsproces, Vooral gemeenten en provincies zijn hier aan zet. Het voorkomen van verrommeiing in samenhang met het inpassen van (boven)regionale en nationale ruimtelijke opgaven vergt een kritische analyse van de aard en noodzakelijke omvang van deze ruimtelijke opgaven in verhoudtng tot de omgevingskwaliteiten die we willen beschermen. In deze sfeer gaat het vooral om opgave voor bedrijvigheid, glastuinbouw en infrastructuur. Betere onderbouwing van rulmtevragen Allereetst zullen rijk, provincies en gemeenten samen in beeld moeten brengen waar hun keuzes in het ruimtelijke beleid in het verleden hebben geleid tot de ongewenste bijwerking van verrommeiing en aantasting van gebiedskwaliteiten. Met dit beeld moeten zij in het kader van de uitvoering van de Nota Ruimte bepalen of landelijke criteria nodig zijn om de ruimtevragen scherper en realistischer te ramen. Hierbij blijft een goede regionale afstemming van ruimtevraag en aanbod absolute randvoorwaarde bij de realisatie van deze behoefte. Wat betreft de raming van de ruimtebehoefte voor bijvoorbeeld bedrijventerreinen moet meer aandacht zijn voor het type bedrijvigheid waarvoor de vragen bestaan en zullen waarborgen moeten komen voor het toekomstige beheer (bijv. parkmanagement bij bedrijventerreinen). Dit kan leiden tot een bijstelling van de reserveringen of verwachtingen van nog niet vastgestelde plannen. Bestaande ruimte beter benutten Sterker inzetten op herstructurering en intensivering van bestaande stedelijke gebieden voorkomt verrommeiing, Het advies Werklandschappen van de VROM-raad heeft de
provincies een extra stimulans gegeven om voorstellen voor een betere benutting van ruimte voor werken (functiemenging) uit te werken. Stimuleren condities uitvoering Op basis van eerste ervaringen in de praktijk en verwachtingen moeten de overheden gezamenlijk analyseren in welke mate de nieuwe wettelijk instrumenten adequaat zijn voor provincies en gemeenten om bovenstaande acties ook echt te kunnen doorzetten. Daarbij is complementaire werking van het instrurnentarium van de verschillende overheden uitgangspunt voor de sturing van de uitvoering. Daarnaast moet geraamd worden welke financiele inzet nodig is, vooral om de noodzakelijke herstructurering en sanering van bedrijventerreinen uit te voeren en om verrommeiing door opschoningsacties in het buitengebied terug te dringen. Dit is de aanzet voor een stimuieringsprogramma voor ruimtelijk kwalitettsdenken in ontwerp en inrichting op gebteds- en projectniveau van overheden en bedrijf.
4, Samenwerking rijk-provincies Mooi Nederland moet! Dit vindt het rijk en dit vinden de provincies. De bijlage met acties en voorbeelden illustreert dat. De provincies gaan deze ambities reaiiseren, inhoudelijk en financieeL Het provinciaai beleid gaat gepaard met uitvoeringsprogramma's waarin alle relevante partijen worden betrokken. De provincies bieden aan hun inzet en voortgang met de meest betrokken ministeries te delen en te werken aan een gezameniijke intensivering van de beleidsagenda met bijbehorende gezamentijke programmerings- en uitvoertngsafspraken, Om tot realisatie van gedeelde ambities te komen, is een heldere verdeling van verantwoordelijkheden essentieel. Duidelijk rnoet zijn wie wat wanneer doet. De provincies onderschrijven nog steeds het adagium van dit kabinet; "decentraal wat kan, centraal wat moet', ook in die volgorde. De provincies widen vanuit hun rol en verantwoordelijkheid met het rijk de dialoog aangaan op welke wijze de uitvoering van het ruimtelijke beleid om verrornmeling tegen te gaan het beste gestalte kan krijgen. Vooral de ruimte voor de eigen rol - een van de wezenskenmerken van de nieuwe Wro - kan niet genoeg worden benadrukt, De omslag in de ruimtelijke ordening naar 'decentraal wat kan, centraal wat moet' en dus een nieuwe grotere verantwoordelijkheid voor gemeenten en provincies is van recente datum. De uitvoering van het huidige beleid volgens de Nota Ruimte staat voorop, De provincies roepen de minister van VROM op eerst samen te werken met provincies en gemeenten aan het behoud en het versterken van de kwaiiteit en terughoudend te zijn met nieuwe regels en nieuw beleid, voordat de provincies hebben laten zien wat ze kunneri. De provincies gaan de uitdaging aan om zich in hun nieuwe rol te bewijzen, Vanuit dit nieuw rolperspectief bieden de provincies het rijk aan om samen een agenda op te stellen voor samenwerking, orn de condities voor de uitvoering te verbeteren en daardoor de uitvoering te bespoedigen. Belangrijk is dat rijk en provincies elkaar vinden in de noties van een meer kwalitatieve benadering van de planning van de ruimte voor wonen en werken en een zorgvuldig ruimtegebruik bij de realisatie van de opgave en dat het rijk leert van ervaringen en voorbeelden die de provincies vanuit de praktijk kunnen aanreiken. De samenwerkingsagenda zal ten aanzien van de aangegeven ruimtelijke therna's ondermeer de volgende afspraken en acties kunnen bevatten, waarvan de uitwerking en planning in nader overleg moet worden bepaald: 1. Rijk en provincies gaan na hoe de doorwerking van de Nota ruimte en streekplannen na de inwerkingtreding van de nieuwe Wro kan worden gewaarborgd. 2. Rijk formuleert in overleg met de betrokken provincies de ruimtelijke visie op de verstedelijkingsopgave voor de langere termijn in en buiten de Randstad in relatie
tot de binnenstedelijke bebouwingsopgave, de bescherming en ontwikkeling van het landschap en de (transformatie)opgave voor de overgangsgebieden en stedelijke rafelranden (urban wastelands). 3. Provincies doen een voorstel voor de beoordeling van de uitvoering van het beleid voor nationale landschappen, zoals geformuleerd in de meest recente streekplannen, op hun ongewenste verstedelijkingseffecten en betrekken daarbij de opgaven voor wonen en werken voor de verdere uitvoeringsperiode van de Nota Ruimte. 4. Provincies inventariseren en schrappen waar mogelijk onnodige plancapaciteit voor de reservering van ruimte voor bedrijvigheid en andere ongewenste ontwikkelingen in het buitengebied in bestaande ruimtelijke plannen, 5. Provincies brengen in beeld welke stimulering van rijk, provincies en gemeenten aanvullend op al door provincies gemitieerde vereveningswerkwijzen - wenselijk is voor de sanering van al geeffectueerde, ongewenste bestemmingen. 6. Provincies operationaliseren aan de hand van voorbeeldsituaties in overleg met rijk en VNG de SER~!adder voor het regionale en lokale schaalniveau. 7. Rijk onderzoekt via de door het Rijk voorgestelde Taskforce met de provincies en VNG de mogelijke vormen van financiering van herstructurering van bedrijventerreinen en mogelijkheden voor koppeling van herstructurering en transformatie van bestaand gebied aan de realisatie van uitleglocaties. 8. Rijk, provincies en VNG bezien de mogelijkheid van een gezamenlijk platform voor uitwisseling en stimulering van goede voorbeelden en oplossingen voor ruimtelijke kwaiiteit en afstemming van programme's op dat terrein. 9. Provincies stellen samen met het rijk een programma op ter versterking van de ruimteirjke kwaiiteit op het snijvlak van cultuur en ruimte, 10. Rijk, provincies en VNG analyseren en beoordeien de effecten van de uitvoering van het ruimtelijke beleid voor de aanpak van verrommeiing en betrekken daarbij de aansturing van onderzoeksprogramma's van de planbureaus, 11. Provincies zorgen voor het landschapsontwerp voor de opgaven van saneren en opschalen van Windenergie op land. In aanvuliing op deze samenwerkingsagenda rekenen de provincies erop dat het rijk op essentiele ruimtelijke vraagstukken knopen doorhakt Zo is een uitspraak over de schaalsprong Almere van cruciaal belang voor de ruimteiijke opgave en behoud van ruimtelijke kwalfteiten in de provincie Utrecht. Rekening houdend met de contramal van de verstedelijking, verwachten de provincies ook een scherpere eigen analyse van het rijk over het aan te houden referentieniveau van de ruimtelijke dynamiek in Nederland, waaraan het met succes terugdringen van de verrommeting dient te worden afgemeten. De conclusies in onder andere de jaarlijkse Natuurbalans en andere ruimtelijke monitorrapportages dienen op dit referentieniveau te worden geent
BIJtAGE:
Overzicht van acties en voorbeelden per thema.
I n l e r p r o v i n c i a a ! O v e r Ie g
Provincies maken werk van Mooi Nederland! Voorbeeldenbijlage
Den Haag, 29 oktober 2007
I nter pro v i n c i a a l O v e r l e g
"I -f/%
r Deze bijlage geeft voorbeeiden van acties en projecten uit de provinciate praktijk over de aanpak van de verrommeiing. Het gaat om lopende en voorgenomen projecten. Het ovemcht is het resuitaat van een snetie inventarisatie onder alle provincies, De volgende vijf thema's komen aan de orde: Bedrijventerreinen Nationale landschappen Open landschap Verstedelijking Windenergie Enkele provincies hebben de afgelopen periode bij het werkbezoek van de minister van VROM een uitgave van de provincie over de kwaliteiten van het landschap en de aanpak van de verrommeiing aangeboden, Meer informatie over de uitgave "Provincies maken werk van Mooi Nederland!" kunt u krijgen bij: A.G.G, Heeren Adviseur Ruimtelijke ontwikkeling Interprovinciaal Overleg (IPO) Postbus 16107 2500 BC DEN HAAG
T (070) 88 81 295 M (06);28 90 12 94 E theeren@ipo,nl W www.tpo.nl
Voorbeeidenbijlage bij "Provincies maken werk van Mooi Nederiamf!", 29 oktober 2007
Voorbeeidenbijlage bij "Provfncies maken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2007
BEDRIJVENTERREINEN Analyse De bijdragen illustreren dat er veel beweging is bij de provincies om, samen met onder meer gemeenten, verrommeiing tegen te gaan, en herstructurering en revitalisering goed aan te pakken, met als uitgangspunt zuinig ruimtegebruik en kwaliteitsverbetering, Daaryoor stellen provincies ook subsidies beschikbaar (Gelderland, Noord-Brabant). Sommige provincies (onder andere Utrecht) beseffen dat de behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen terugtoopt, een reden te meer om de aandacht te richten op herstructurering en revitalisering en zuinig ruimtegebruik te laten prevaleren. Verschiilende provincies bedden hun acties op het tegengaan van verrommeiing en het vergroten van de ruimtelijke kwaiiteit in integrale gebiedsgerichte projecten (ZuidHotland, Limburg). Noord-Brabant heeft een speciale Herstructureringsmaatschappij opgericht om verouderde bedrijventerreinen te verbeteren. Aansprekend is het project van Noord-Brabant om elke gemeente bij een plan voor een nieuw bedrijventerreinen te verpHchten een plan voor de bestaande bedrijventerreinen te rnaken. De provincies initieren en regisseren veelal zelf de acties om met meer partijen de ruimtelijke kwaiiteit te verbeteren en verrommeiing tegen te gaan, Belahgrijk onderdee! daarvan vormen de bestuursovereenkomsten, de energieconvenanten en de manifesten ruimtelijke kwaliteit die momenteel worden of zijn gesloten, die zich specifiek op de ruimtelijke kwaiiteit en zuinig ruimtegebruik richten, Met nog bestaande ptanologie (bijvoorbeeld streekpfanherziening bedrijventerreinen Gelderland, regulier restrictief beleid Groningen en Fryslan) en met de nieuwe mogetijkheden (komende Verordening provincie Groningen, beleidskader Mooi Brabant, kwalitettsnota Limburg) wordt het tegengaan van verrommeling en intensiever ruimtegebruik aangepakt Zuid-Holland heeft een speciale aanpak om verspreid glas te saneren, De aandacht van de provincies spitst zich juist dit jaar toe op nieuwe initiatieven om zuinig ruimtegebruik en een verbeterde ruimtelijke kwaiiteit voor bedrijventerreinen gerealiseerd te krijgen. Provincies sturen steeds meer en sterker op deze onderdelen. Projectenoverzicht Gelderland Gelderland bereidt een gedeeltelijke streekptanherziening bedrijventerreinen voor, Aanleiding is de geconstateerde verrommeting en de wens tot intensiever ruimtegebruik. De nadruk ligt op herstructurering van bestaande terreinen, Jaarlijks is er 2,5 miijoen euro subsidie beschikbaar voor de uitvoering van herstructureringsprojecten, Onderzoek is gaande naar de mogelijkheid van de oprichting van een herstructureringsmaatschappij gekoppeld aan een herstructureringsfonds, Begin december 2007 organiseert de provincie een symposium over werklandschappen. Voorbeelden van inpassing/kwaliteitsverbetering: 9 Koningsplein, Arnhem; bedrijventerreinenproject van innovatie, duurzaamheid en procestechnologie * Businesspark, Arnhem: parkachtig bedrijventerrein (voormalig KEMA-terrein) * Usseloord Arnhem: goede beeldkwaliteit » De Wiideman, Zaltbommei: goede bedrijventerreminrichting * Hattem-Heerde-Oldebroek; nieuw gezamenlijk bedrijventerrein, met de opbrengst waarvan herstructureringsprojecten in de kernen worden aangepakt
Voorbeeidenbijlage bij "Provincies maken werk van Nooi Nederland!", 29 oktober 2007
Fryslan Beoordeling bestemmingsplannen: naar aard en schaal passend bij de kern, Bij nieuwe locaties moeten omvang en uitstraling passen bij de betreffende kern, Maatvoeringen in het streekplan om hierop te sturen, met afwljkingsmogelijkheid. Ondertekening manifest ruimte voor kwaiiteit: verpticht de gemeenten tot een ruimtelijke kwaliteitsparagraaf bij nieuwe bestemmingsplannen. Revitalisering tal van terreinen met behulp van subsidie, waardoor terreinen onder meer beter passen in het landschap, Voorbeelden: Quatrebras bij Burgum Ges~! bij Sneek De Skou te Heeg De Hemmen te Sneek De Ekers bij Joure Lemrnerpoort Groningen Het Energieconvenant tussen de provincie Groningen en VNO-NCW Noord van 25 September 2007. Dit convenant verplicht de partners tot een efftcienter ruimtegebruik, een betere landschappeiijke inpassing en een op de markt afgestemd kwaliteitsniveau. Het concentratiebeleid POP-Groningen, waarmee expliciete concentratie van bovenregionale bedrijven in selecte economische kernzones succesvo! is. Herstructurering/revitalisering programma Dideldom, Stadskanaal (60 ha), Farmsumerpoort, Delfzijl (90 ha) en Groningen Zuidoost (Winschoterdiep). Noord-Brabant Noord-Brabant heeft een herstructureringsmaatschappij (BHB) opgericht om verouderde bedrijventerreinen een kwaliteitsverbetering te geven. BHB is ondergebracht in de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM). De provincie heeft het participatiefonds BHB met circa € 40 miljoen gevuld en het doel is om in 2011 1000 ha bedrijventerrein te hebben geherstructureerd. BHB participeert momenteel in 16 projecten (3200 ha), vooral als regisseur van het proces, Voorts bestaat er een plan van aanpak voor Nimby-bedrijven (onder andere afval- en recyclirjgbedrijven) bij verplaatsing en uitbreiding van deze bedrijven, Dit moet uitmonden in regionale afspraken (bijvoorbeeld via een bestuursconvenant) over vestiging en eventueel nieuwe locaties. De provincie wi! het ruimtegebruik op dergelijke locaties zuinig houden, zodat de beschikbare fysieke en milieuruimte optimaal kan worden benut. Het bestuursakkoord van Noord-Brabant bevat een project dat een koppeling gaat leggen tussen nieuwe en bestaande bedrijventerreinen: elke Brabantse gemeente voert alleen een plan voor een nieuw bedrijventerrein uit, als de gemeente ook een plan heeft voor de bestaande terreinen, Dit uitgangspunt wordt vastgelegd in het instrumentarium van de nieuwe Wro. Doel is: afname ruimtebeslag nieuwe bedrijventerreinen, zorgvuldige uitgifte nieuw bedrijventerrein, vermindering herstructureringsopgave en verbetering zuinig ruimtegebruik. Daarnaast heeft de provincie een stimuleringsprogramma Kwaiiteit Bedrijventerreinen, die gemeenten en ondernerners subsidie verstrekt als zij de kwaiiteit van een bedrijventerrein willen verbeteren. Ten slotte bestaat het voornemen om een visie
Voorbeeidenbijlage bij "Provirtcies maken werk van Mooi Nederlandi", 29 oktober 2007
werklocaties en een uitvoeringsstrategie op te stellen om in te spelen op nieuwe ontwikkelingen (contrasten in het landschap, samenhang oude en nieuwe bedrijventerreinen). Voorbeelden: Agro- en Foodcluster West-Brabant (AFC) Ontwikkeling projectvestigingsbeleid voor glastuinbouw (250-300 ha), in combinatie met agro-industrieel complex Dinteioord (AICD). AICD omvat ongeveer 120 ha bruto nieuw bedrijventerrein. Doelstelling: symbiose glastuinbouw met suikerindustriegerelateerde bedrijven. De provinciale inzet is van inhoudelijke, procesmatige en organisatorische aard (regisseur). Duurzaam Industr/epark Cranendonck Herstructurering en herontwikkeling 109 ha bestaande bedrijventerrein en voorrnalige stortplaats Budel (zwaardere en grootschalige bedrijven). Doel; milieuwinst, versterking robuuste natuurstructuren in en tussen Natura 2000gebieden en aandacht voor natuurcompensatie. Logistiek Park Moerdijk (LMP), 150 ha in oksel A16 en A17. De provincie kiest nadrukkelijk voor concentrate van bedrijvigheid op een locatie, in plaats van verspreid over West-Brabant. Provincie is initiatiefnemer, regisseur en (mede)dntwikkelaar. ZuidhHoHand Zuid-Hollands beleid tegen verrommeiing beperkt zich generiek tot het tegengaan van versnipperd en verspreid glas en het instandhouden en/of het verkrijgen van (snelweg)panorama's, Er wordt een apart Actieprogramma Zuid Holland opgesteld, Ruimtelijke kwaiiteit wordt daarbij mede bereikt als resultaat van opschaling van de intersectorale afstemming naar integrale gebiedsontwikkeling. Projectvoorbeeiden: Oude Rijnzone (inclusief Venster Bodegraven-Woerden) Het gaat hier mede om herstructurering en transformatie van bedrijfsterreinen/ruimtes en aanleg en opwaardering infrastructuur. Beoogd wordt uiteraard de verbetering van de ruimtelijke kwaiiteit en daarnaast versterking van de economische functie, onder meer via betere bereikbaarheid. De zogenoemde Transformatievisie vormt de basis voor uitvoeringsorganisatie en regionale samenwerking. Zuidplaspolder Integrale gebiedsontwikkeling met name voor wonen (tot 10,000 woningen), werken (150-300 ha bedrijventerrein, 280 ha netto glas), natuur en waterberging. Dit jaar wordt een Regionale Ontwikkelingsorganisatie Zuidplas ingesteld met provincie, gemeenten, hoogheemraadschap en stadsregio Rotterdam, Noord-Holland De provincie Noord-Holland beschikt over een Task Force Ruimtewinst (TFR). Deze assisteert in concrete situaties en in kortlopende projecten, doorgaans in bestaand stedelijk gebied, om samen met gemeenten en professionals te komen tot oplossingen vanuit intensief en meervoudig ruimtegebruik. TFR heeft voor Bloemenveiling Aalsmeer aangegeven hoe de uitbreidingswensen kunnen worden gerealiseerd door de hoogte te benutten, Verder verleent de provincie op basis van de Regeling Herstructurering en Innovatief Ruimtegebruik op Bedrijventerreinen (HIRB) subsidie voor het herstructureren van
Voorbeeidenbijiage bij "Provincies maken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2007
verouderde bedrijventerreinen, met aandacht voor ruirntebesparing en innovatief ruimtegebruik, Utrecht De provincie Utrecht heeft een grote inzet, ook financieel, op herstructurering van bedrijventerreinen. De berekende behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen is in het streekplan met 15 procent verlaagd. Doel Is dit percentage te halen door een herstructureringsopgave. Volgens de laatste prognose daalt de behoefte aan nieuwe bedrijventerreinen, Overijssel Herstructurering De beleidsvoorbereiding vindt plaats in het project Vitale Bedrijventerreinen. De aanpak van de herstructurering van de bedrijventerreinen heeft als nieuwe werktite! 'Vitale bedrijventerreinen' meegekregen, vanwege de noodzakelijke aandacht voor evenwicht van herstructurering en nieuwe bedrijventerreinen. Begin 2007 is in een plan van aanpak le fase een setectie gemaakt van aanjaagprojecten voor de herstructurering, en zijn de aandachtspunten voor het plan van aanpak 2e fase vastgesteid. De aanjaagprojecten zijn zo gekozen dat er op verschillende aandachtsgebieden (geluidsproblematiek, projectmanagement, financieringsconstructies op gemeentelijk niveau, kwaiiteit en duurzaamheid, en bedrijfsuitptaatsingen) ervaring kon worden opgedaan en deze projecten in een versnelling konden worden gebracht. Aanjaagprojecten als start van de integrate aanpak De integrale aanpak van de herstructurering bedrijventerreinen in Overijssel is gebaseerd op doen en leren van de praktijk, In de eerste fase wordt, samen met zeven gemeenten, in vijf aanjaagprojecten ervaring opgedaan met diverse aspecten van de opgave een forse kwaliteitsslag te maken op bestaande bedrijventerreinen, Op basis van deze ervaringen zal structureel beleid vorm krijgen in de omgevingsvisie. De vijf aanjaagprojecten zijn: • Enschede (Haven)/Kampen (Haatland) voor het aspect gemeentelijke herstructureringsmaatschappij • Almelo (Dollegoor) voor het aspect procesmanagement • Hardenberg (Bruchterweg)/Zwolle (Voorst) voor het aspect geluidszonering • Ommen (De Strangen) voor het aspect duurzaamheid en kwaiiteit • Zwartewatertand (Hasselt) voor het aspect bedrijfsverplaatsing en procesmanagement Per aarijaaggemeente zijn prestatieafspraken gemaakt. Voor elk aanjaagproject stelt de provincie € 30.000 beschikbaar. Alle gemeenten hebben ook een eigen bedrag ingebracht voor in totaal € 65.000. In het plan van aanpak 2e fase wordt verslag gedaan van de opgedane ervaringen, Ten behoeve van het plan van aanpak 2e fase zijn de volgende acties en onderzoeken gestart: 1, een verdiepingsslag bij de inventarisatie van de herstructureringsopgave: inventarisatie per gemeente (bijna afgerond); 2, inventarisatie van concrete en voorgenomen plannen van gemeenten voor bedrijventerreinen; 3, onderzoek naar financieringsinstrumentarium, onder andere mogelijkheden voor een herstructureringsmaatschappij (rapport gereed). De komende maanden wordt een ondernemingsplan opgestefd, als hulpmiddel voor de beslissing of Overijssei al dan niet tot instelling van een herstructureringsmaatschappij overgaat (misschien met Gelderland).
Voorbeeldenbijiage bij "Provincies maken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2007
4, een kwaliteitsscoresysteem voor bedrijventerreinen als hulpmidde! voor de herstructureringsopgave en uit te breiden tot alle bedrijventerreinen. Een pilot in de komende maanden op vier terreinen test de bruikbaarheid van het systeem. Het is de bedoeling dat het plan van aanpak eind 2008 zal uitmonden in een Meerjarenprogramma Vitale Bedrijvigheid. Evenwicht herstructurering en nieuwe bedrijventerreinen De hrervQor genoemde inventarisatie van concrete en voorgenomen plannen voor nieuw bedrijventerrein wordt mede benut om in het kader van de voorbereiding van de Omgevingsvisie Overijssel beleidsvoorstellen voor de lange termijn te ontwikkelen. De toepassing van de SER-ladder rnaakt hiervan onderdeel uit, Overige acties op het gebied van ruimtelijke kwaiiteit Ais voorbeelden kunnen de volgende zaken worden genoemd: « XL Business Park Twente: de provincie heeft samen met de andere initiatiefnemers het ontwikketen van ruimtelijke kwaiiteit bij dit project vee! gewicht gegeven. Dit komt tot uiting in het beeldkwaiiteitplan, veel aandacht voor inpassing van bestaande iandschapselementen en cultuurhistorisch waardevolle erven in het plangebied, veel zorg voor de overgang naar het landelijke gebied via een versterkte ecologische verbindingszone aan de zuidkant (de Doorbraak); • atelier Overijsset: project Werken aan het landschap, waarin vernieuwende concepten voor bedrijfslocaties worden ontwikkeld. Limburg Revitalisering Limburg heeft in de afgelopen jaren (2000-2007) een programma van revitalisering van bijna 700 ha bestaand terrein afgerond. Aan die revitalisering is gekoppeld het installeren van parkmanagement op terreinniveau en waar haaibaar op regionaal niveau. Momenteel loopt een inventarisatie welke terreinen hierna aan bod kunnen komen. De discussie over nieuwe revitaliseringopgaven worden per regio onderdeel van het nieuwe Programma Werklocaties Limburg 2020. Hierin worden via een integrale afweging revitalisering- en planningsopgaven gebundeld in een proces samen met gemeenten in zo'n regio. Dit proces verloopt bottom-up om regionale afstemming en samenwerking op de regionale bedrijfsruimtemarkten in Limburg te bewerkstelligen, Ruimtelijke kwaiiteit is daarbij een van de sturingsprincipes. Enkele voorbeelden van grotere revitaliseringprojecten; • Venlo - Veegtes » Gennep - diverse bedrijventerreinen • Weert - Kanaalzone I en II • 'Roermond - diverse bedrijventerreinen » Sittard-Geleen - Borrekuil + Chemelot-site (meer fases, juist ook om de ongebruikte ruimte op deze site weer beschikbaar te krijgen) • Parkstad (Heerlen e.o.) - diverse bedrijventerreinen • Maastricht - Beatrixhaven • Regionale insteek voor parkmanagement van terreinen: Venlo e.o., Roermond e.o, en Parkstad Limburg (aparte organisatie). Parkmanagement Op bestaande bedrijventerreinen is het invoeren van parkmanagement lastigerdan bij nieuwe bedrijventerreinen. Het rijk zoekt momenteel naar instrumentarium om alle ondernemers binnen een bepaald gebied te verptichten om aan parkmanagement deel te nemen: de Bedrijfsgerichte Gebieds Verbetering (BGV), De komende jaren zal de haalbaarheid duidelijk worden. Tot die tijd blijft parkmanagement op bestaande bedrijventerreinen niet te verpHchten. Parkmanagementorganisaties op bestaande bedrijventerreinen hebben atieen
Voorbeeidenbijlage bij "Provincies maken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2007
een bestaansrecht wanneer ze een goede mix van revitalisering- en beheerprojecten en (duurzame) collectieve projecten tot uitvoering brengen, waaraan zowe! ondernemers als overheid behoefte hebben. Goede voorbeelden van zo'n parkmanagementorganisatie is 'Bedrijventerreinmanagement (BTM) Parkstad Limburg1. Deze organisatie brengt de kwaiiteit van de 34 bedrijventerreinen in die regio op peil. BTM werkt via een driesporenaanpak van revitalisering, structureel beheer en collectieve services. In nauwe samenwerking tussen de overheden (ambtetijk en bestuurlijk) en de gevestigde ondernemers worden concrete successen geboekt, met BTH als een spin in het web. De provincie Limburg stimuleert het opzetten van dit soort parkmanagementorganisaties binnen elke regio.
Voorbeeidenbijlage bij "Provincies maken werk van Hoof Nederland!", 29 oktober 2007
NATIONALE LANDSCHAPPEN Analyse De provincies werken volop aan de invulling en de uitwerking van het beleid voor de Nationale Landschappen. Voor de Nationale landschappen geldt ten minste het aigemene landschapsbeleid van de provincie. Het in het overzicht van voorbeelden onder het therna Open landschap geschetste beleid is voor een groot deel ook voor de Nationale Landschappen relevant, Draagvlak De meeste provincies hebben het beleid, de begrenzing en de uitvoeringsacties vastgelegd in Omgevingsplannen, Streekplannen of andere provinciale ruimtelijke beleidsdocurnenten, in samenspraak met de betreffende gebieden en beiangengroepen, Er is dus draagvlak voor de uitvoering van het beleid, wat zeer belangrijk is om de gestelde kwaliteitsdoelen te verwezenlijken. Kwaliteit/mooie Nationale Landschappen De provincies zorgen voor kwaiiteit in de Nationale Landschappen. Er zijn of worden kwaliteitsteams ingezet. Behoud en versterking van de kernkwaliteiten, daar gaat het om, Dit betekent in de meest Nationale Landschappen een terughoudend of soms zeer terughoudend verstedelijkingsbeleid (ja rnits, in een enkel geval nee tenzij). Dit hangt nauw samen met de verstedelijkingsdruk, die bijvoorbeeld op de Utrechtse Heuvelrug anders is dan in de Noordelijke Wouden in Fryslan. Het gaat dus om maatwerk, een specifieke gebiedsgerichte aanpak en een integrale benadering waarbij rood, groen en blauw in samenhang moeten worden bekeken. Alleen dan is ruimtelijke kwaiiteit duurzaam gewaarborgd, En hler wordt onder leiding van de provincies volop aan gewerkt (zie bijlage met voorbeelden). Projectenoverzicht Geiderland De Graafschap Een van de uitvoeringsprojecten in Gelderland speelt in de Graafschap. Daar is het waterschap bezig in het stelsel van de Baakse Beek verdroging tegen te gaan en extra ruimte voor waterberging te vinden. Met het geld uit het Nationaal Landschap krijgt cultuurhistorie extra aandacht. Typerende zaken als watermotenplaatsen, rabattenbossen (met bomen op walietjes tussen watergangen) en vloeivelden worden in ere hersteld. Ook kcpmt er weer voldoende water in de grachten van kastelen en landhuizen, Niet aileen goed voor landschap en cultuurhistorie, maar ook voor natuur, waterberging en recreatie, De Veluwe De provincie faciliteert bij het opzetten van een Veluwebreed koepelproject onder de werknaam Levend Landschap, dat de Stichting Landschapsbeheer Gelderland uitwerkt. Het project is een gebiedsgericht concept voor landschapsversterking door de streek, geent op regionale identiteit, die zichtbaar en beleefbaar is en bijdraagt aan de soortenrijkdom van flora en fauna. Het streven is tien gebiedsgerichte landschapsversterkingsplannen, te ontwikkelen en uit te voeren in nauwe samenwerking, dus van onderop, met bewonersgroepen, grondeigenaren- en gebruikers, scholen en gemeenten. Zo wil Gelderland burgers meer betrekken bij het Nationaal Landschap. Een overkoepelende aanpak heeft ook voordelen voor de zichtbaarheid van maatregelen en de effectieve inzet van rniddelen. Onderwijsinstellingen kunnen worden betrokken bij de monitoring en evaluatie en uitwerking van specifieke onderzoekvragen. Een eerste fase wordt in de vorm van een prijsvraag opgepakt
Voorbeeidenbijlage bij ^Provincies maken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2007
Fryslan Noordelijke Wouden Voor het Nationale Landschap de Noordelijke Wouden is een uitvoeringsprograrnrna opgesteld, met een ontwikkelingsvisie en een actieprogramrna. Bijzonder in dit gebied is dat de vereniging de Noardlike Fryske Walden (NFW) een belangrijke partij is in de gehele organisatie van de Noordelijke Wouden, Ze wil ook een voortrekkersrol (blijven) hebbenl, Oorspronkelijk is de vereniging NFW een cooperatief samenwerkingsverband van boeren, andere landgebruikers en burgers in het gebied. Inmiddeis is het accent verschoven naar een maatschappelijke organisatie die zich breed orienteert. De vereniging heeft haar vensters geopend en draagt haar gedachtegoed uit. De agrariers van de NFW zijn belangrijke spelers op het gebied van landschapsbeheer, milieu en water, maar kunnen en widen dat niet alleen doen. Ze beseffen dat dit een gezamenlijk belang is, De vereniging NFW wil via (de organisatie van) het Nationaal Landschap de Noordelijke Wouden samenwerken met andere maatschappelijke organisaties, (semi)overheden en het bedrijfsleven (MKB, Kamers van Koophandel) om het unieke landschap te behouden en de economic en de vitaliteit van het gebied te versterken. Noord-Hoilartd De provincie kent het instrument Bouwen met identiteit. Nieuwe ontwikkelingen buiten de bebouwde kom (wonen, werken, infra, water, groen, enz.) laten aansluiten bij landschap en cultuurhistorie ('de identiteit'). Verplicht instrument in Noord-Holland-Noord en Laag Holland, straks voor heel Noord-Holland. Voor Laag Holland wordt gewerkt aan een aanpak met een gebiedsdekkend beeidkwaiiteitplan, dat wordt uitgewerkt voor alle afzonderlijke gemeenten; dit onder aansturing van een Kwaliteitsteam en een Supervisor (nog op te zetten structuur) Voor de Stelling van Amsterdam wordt gewerkt aan een Provinciaal Beeldkwaliteitsplan. Drenthe Drentsche Aa De Landschapsvisie voor het Nationate Landschap Drentsche Aa benoemt de landschappelijke en Cultuurhistorische waarden van het gebied. Met die waarden als vertrekpunt geeft de visie een beeld van de gewenste ontwikkeling van het landschap, Een mooi uitvoeringsvoorbeeld is het Beheer- en inrichtingsplan voor De StrubbenKniphorstbosch. De Strubben-Kniphorstbosch is een prachtig stuk natuur en landschap tussen Schipborg, Anloo en Annen, onderdeel van Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa, De Strubben-Kniphorstbosch is het enige archeologische reservaat van Nederland. Het gebied was jarenlang in gebruik bij Defensie. Inmiddels is het - net als het Balloerveld - overgedragen aan Staatsbosbeheer. Staatsbosbeheer maakt een nieuw plan voor de inrichting en het toekomstige beheer. Utrecht Utrechtse Heuvelrug Op de Heuvelrug wordt gewerkt aan 'Hart van de Heuvelrug'. In dit gebied zitten nogal wat militaire complexen en (geestelijke) gezondheidsinstellingen. Een deel hiervan zal de Heuveirug vertaten, waaronder de vtiegfunctie van Soesterberg. Bekeken wordt hoe delen kunnen worden teruggeven aan de natuur, vooral door herschikking en verplaatsing van functies. Toch worden op sommige plaatsen, waar dat kan, rode functies toegevoegd in het kader van rood voor groen. Zeeland Zuidwest Zeeland
Voorbeefdenbijlage bij "Provtncies maken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2007
]Q
Een goed voorbeeld van een integraal project in een Nationaal Landschap is het project Staats-Spaanse Linies. Dankzij subsidising van het rijk, provincie en Interreg is het project de laatste jaren uitgegroeid tot een voorbeeldproject van internationaal niveau. Herstel van forten en liniedijken wordt gecornbineerd met natuurontwikkeling, waterberging en recreatief medegebruik aan beide zijden van de grens, In Dzendijke is een museum ingericht over de 80-jarige oorlog dat het verhaal bij de linies vertelt, ZtJid-Holland Hoeksche Waard Uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap Hoeksche Waard, waarin projecten zijn opgenomen die de kernkwaliteiten van de Hoeksche Waard versterken en borgen. Naast de landbouwkundige opgave (verbreding, schaalvergroting) speelt het verbeteren en instandhouden van de landschapskwaliteit hierin een cruciale roL De Cultuurhistorische kwatiteiten, maken hier onlosmakelijk deel vanuit. De inzet vanuit cultuurhistorie is daarbij gericht op het behouden en versterken van de (historische) identiteit, met toepassing van de Belvederebenadering (behoud door ontwikkeling). Noord-Brabant Het Groene Woud Ruim voordat Het Groene Woud als nationaal landschap in de Nota Ruimte werd benoemd, is er op initiatief van de provincie Noord-Brabant in een gebiedsgericht proces sterk gewerkt aan de ruimtelijke kwaliteiten van het gebied, gelegen in het hart van het netwerk BrabantStad. In eerst instantie lag het accent op het aspect natuur, al snel is dat verbreed naar een integrale benadering (water, landbouw, recreatie en toerisme, iandschap en relatie met de steden). Aansprekend en majeur landschappelijk project is Banisveld (sanering van een voormalige stortpiaats en intensieve landbouwbedrijven ten faveure van landschap, natuur, water en recreatie). Limburg Zuid-Limburg Voor het Nationaal Landschap Zuid-Limburg heeft de provincie de afgelopen jaren studies laten verrichten om de kwaliteiten van het landschap beter in beeld te brengen* Het gaat dan orn het geheel van bestaande, te behouden en te ontwikkelen kwaliteiten in het landelijke gebied. Vanuit de verrichte analyses is voor het gebied een visie gegeven op de toekomstige ontwikkeling van het landschap. Deze visie vormt een belangrijke basis voor gerichtie investeringen in landschapsontwikkeling en tegeiijk, samen met onder andere $e Cultuurhistorische waardenkaart, een regionaal inspiratie- en toetsingskader voor nieuwe plannen, Limburg heeft ook een eigen instrurnentenkoffer ontwikkeld (waaronder het instrument Ruimte voor Ruimte Zuid-Limburg en Bouwkavel op Maat-pius). In het rapport 'Om de kwaiiteit van het landschap' (September 2007) zijn veel voorbeelden opgenomen (met foto's), Overijssel Noordoost- Twente De provincie Overijssel heeft in nauwe samenwerking met gemeenten en het waterschap een meerjarige gebiedsprogrammering 2008-2013 voor het Nationaai Landschap Noordoost-Twente opgesteld, De investeringen bedragen voorlopig € 135 miljoen, Hiervan moet € 30 tot € 35 miljoen als cofinanciering uit de gemeenten en het waterschap komen, de rest van de provincie. Het gebiedsprogramma wordt gerealiseerd langs zes programmalijnen en is vooral gericht is op uitvoering, Zo zijn de opgaven vanuit het Nationaal Landschap en het Leader-f programma voor Noordoost-Twente
Voorbeeidenbijlage bij "Provincies maken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2007
|]
integraal opgenomen in het gebiedsprogramma, evenals de nieuwe integrate tnrichtingsplannen en gebiedsuitwerkingen, De ruimtelijke basiskwaliteit is de basis voor het gebiedsprogramma, Een programma op doelrealisatie vervangt de prestatieafspraken op jaarbasis, De gebiedspartners beogen hiermee een meer dynamische aansturing en flexibiliteit in het gebiedsgericht werken, GS van Overijssel stellen het gebiedsprogramma in decernber 2007 vast, daarna komen de convenanten tussen provincie, gemeenten en waterschap. IJsseldelta Het Nationaa! Landschap IJsseldelta beslaat het noordelijke deei van de IJsseldelta. In het nationaal landschap gaat het om het behoud en versterking van de ruimtelijke kwaiiteit in relatie met de sociale economische ontwikkeling, terwijl IJsseldelta Zuid het gebied is met onder andere de plannen voor de bypass van de Dssel, de Hanzelijn en woningbouw. Het nationaai landschap wordt onder andere gekenmerkt door haar weidsheid, de Dssellopen, de kreken, het verkavelingspatroon, de dijken en de terpen. Samen met de partners (overheden, bewoners, ondernemers en organlsaties) is gewerkt aan een ontwikkelingsprograrnma. In januari 2006 is het ontwikkelingsperspektief en de begrenzing vastgesteld in de Raden en de Staten en het AB van het waterschap en met instemming van de ministers VROM en LNV. Brj deze begrenzing zijn harde beperkingen opgelegd aan de VINEX-locatie Stadschagen om aantasting van het waardevolle landschap te voorkomen. In juli 2006 is het uitvoeringsprogramma vastgesteid, De uitvoering hiervan is op dit moment in voile gang. De projecten worden opgesteld en uitgevoerd volgens drie ontwikkelingslijnen; 'Oude kavels en nieuwe kreken', "Van melk tapijt en tomaten en "Dwalen door de delta'. Deze ontwikkelingslijnen garanderen een integrale aanpak van de ruimtelijke, landschappelijke en aspecten, Hierdoor wordt een sterke impuis gegeven om bestaande rode gebieden (woon- en werkgebieden, infrastructuur en glastuinbouw) te revitaliseren en te herstructureren.
Voorbeeldenbijiage bij "Provincies maken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2007
12
OPEN LANDSCHAP
Analyse Provincies beschermen en herstellen waardevol landschap De provincies spelen een belangrijke rol in het landelijke gebied, Functies van een verkeerde schaal op de verkeerde locatie met verkeerd ontwerp veroorzaken verrommeiing. Dit kan worden tegengegaan door het voorkomen van incidenten door bescherming van waardevolle landschappen, sturing en goede benutting van gemeentelijke plannen en het stellen van eisen aan de locatie en ruimtetijke kwaiiteit van nieuwe ontwikkelingen. Beschermen Ruimtelijke kwaiiteit is een speerpunt in de Nota Ruimte en in de provinciale omgevingsen streekplannen. Waardevolle landschappen zijn aangewezen en bescherrnd, In een aantal provincies is dit vertaald in een provinciebreed contourenbeleid (Gelderland, Limburg, Overijsse!) met de afweging nee tenzij. Andere provincies hanteren dit regime voor een selectie van gebieden zoals EHS, Natura2000 en waardevolle landschappen. Voorbeelden: 9 Open landschappen zijn specifiek benoemd en beschermd in o.a. het POP Groningen 9 Groen-blauw raamwerk in streekplan Gelderland geeft harde contouren aan • In Brabant zijn Landschaps Ecologische zones aangewezen, waar beschermend beleid tegen verstedelijking van kracht is Sturen Het sturen van economische ontwikkelingen voorkomt aantasting van open landschap, Uitbreiding en aanleg van bedrijventerreinen, plaatsing van windmolens, woningbouw, glastuinbouw en infrastructuur zijn ontwikkelingen waarop provincies actief beleid voeren, De provincie stelt kaders en koppelt nieuwe ontwikkelingen aan versterking van de ruimtetijke kwaiiteit. Provinciale landschapsverordeningen voorkomen verrommeiing langs wegen door reclame-uitingen te beperken. Nieuwe bebouwing moet voldoen aan hoge kwaliteitseisen en draagt, waar mogelijk, bij aan het oplossen van bestaande knelpunten (ruimte-voor-ruimte/verevening). Voldoende ruimte voor maatwerk en goede afspraken met gemeenten en marktpartijen zijn hierbij van essentieel belang, Daarnaast bieden provincies informatie, deskundigheid en financiele ondersteuning aan met name gemeenten voor het bevorderen van de ruimtelijke kwaiiteit. Voorbeelden: 9 Provinciale landschapsverordening reguleert plaatsing borden, spandoeken en vlaggen in buitengebied (o.a. Flevoland, Zeeland); • Provinciaal Bouwheerschap Groningen, Landschapsboek Geiderland, Kwaliteitsteam Zeeland, Werkatelier Friesland, Adviesteam Zuid-Holland, Kwaliteitscommissie Limburg, Adviseur landschap/ruimtelijke kwaiiteit (Flevoland), enz.; • Actieve bijdrage in gebiedsprojecten, zoats terpenplan Overdiepse Polder (Ruimte voor de rivier), Oude Rijnzone, Regiopark Groningen-Assen, Logistiek park Moerdijk, Hart van de Heuvelrug; • Routeontwerp auto(snel)wegen wordt integraal opgezet, studies lopen voor o.a, A6, A15, A58, N62. « In kaart brengen 'Dorps-DNA' in Fryslan om daaruit toekomstige ontwikkeling te plannen die past bij de ontstaansgeschiedenis. Herstellen Het herste! van verloren gegane iandschapselernenten en het opruimen van ongewenste functies in het buitengebied krijgen veei aandacht. Financiering loopt meestal via ILG en
Voorbeefdenbijlage bij "Provincies maken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2.007
13
POP, maar ook vanuit vereveningsbijdragen, Vooral sanering van ongewenste functies brengt hoge kosten met zich mee en wordt daarom gericht toegepast op een beperkt aantal functies, zoals intensieve veehouderij, glastuinbouw of IMationale Landschappen. Met behulp van aanvullende fondsen, zoals reconstructiegelden, kunnen forse resultaten worden geboekt. Voorbeelden: 9 Ruimte-voor-ruimte Noord- en Midden Limburg; le tranche 237 woningen gebouwd, 224,000 m 2 stallen gesloopt; 2e tranche momenteel 503 woningen, 368.701 m2 stallen gesloopt; * Verplichting vereveningsbijdrage bij alle rode ontwikkelingen in buitengebied van Zeeland; tegenprestatie is maatwerk; * Stimufering hervestiging glastuinbouw in clusters en concentratiegebieden (Gelderland). Projectenlijst Zeeland * 9 * * * 9 *
Omgevingsplan Zeeland 2006-2012 gericht op ruimtelijke kwaiiteit Bebouwingspercentages: woningbouw afgestemd per regio Bundelingspercentages (50 procent binnen bebouwd gebied) Landschapsverordening voorkomt plaatsing (reclame)borden Afwegingskader met aandacht voor wenselijkheid, locatiekeuze, beeldkwaliteit, verevening Kwaliteitstearn adviseert bij projecten Routeontwerp voor belangrijke verkeersaders opgesteid
Groningen * * 9 *
Open landschappen benoemd op POP-kaart Restrictief beleid in Noord- en Oost-Groningen Provinciaal bouwheerschap voor bewaken ruimtelijke kwaiiteit Nieuw POP ziet intensieve veehouderij als landschappeljjk niet-passend
Noord-Holland * In het Beleidskader Landschap en Cultuurhistorie is aangegeven waar openheid kenmerkend is voor landschappen; * In het Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland-Noord zijn uitsluitingsgebieden aangegeven, In het streekplan Noord-Holiand-Noord zijn contouren rond bebouwing aangegeven; * Toepassing Ruimte voor ruimteregeling voor Ruimtelijke kwaiiteit in het landschap. Sloop van storende bebouwing in het landelijke gebied financieren door elders woningbouw mogelijk te maken. Gelderland * * » *
Streekplan Gelderland 2005 bevat een groen-blauw raamwerk, Voor waardevolle open gebieden geldt: nee, tenzij. In 2006 zijn kernkwaliteiten voor alle waardevolle landschappen vastgelegd in een streekplanuitwerking; Landschapsboek met inspirerende voorbeelden in 2006; Actieplan Ruimtelijke Kwaiiteit in voorbereiding, waarin snelwegpanorama A15 en andere vormen van behoud en versterking van de kwatiteit van het open landschap; Verkenning van samenwerking met gemeenten voor inventariseren en saneren ongewenste bebouwing,
Voorbeeldenbtjiage bij "Provincies maken werk van Hooi NedeHand!", 29 oktober 2007
J4
Fryslait * 9 9 * 9 9 •
* * •
•
Streekplan 2007 biedt kader voor ruimteiijke kwaiiteit; Verfijning van landschapsbeschrijvingen ('werkplan landschap1); Plan voor karakteristieke bebouwing wordt opgesteld en uitgevoerd; Inventarisatie van Friese boerderijen "Pas op de Pleats' (april 2007) geeft beeld achterstand in onderhoud en biedt subsidiekader; Werkatelier ruimtelijke kwaiiteit begint in 2008. Extern en onafhanketijk atelier verstrekt gevraagd en ongevraagd advies aan provincie, gemeenten en andere partijen over concrete onderwerpen en projecten rond ruimtelijke kwaiiteit; Aanvullend beleid voor zichtzones langs snelwegen, inclusief sanering en 'makeovers'; Beleid voor ruimtelijke kwaiiteit langs het water. In het Friese Meren Project staat ruimteiijke kwaiiteit centraal: verbetering van de toeristische belevings- en gebruikswaarde van de watersportdorpen en verhoging van de ruimtelijke kwaiiteit bij de overgangen van water naar land. Masterplannen Ruimtelijke Kwaiiteit voor een aantal watersportkernen (onder andere Harlingen en Leeuwarden); Verhogen van het zomerwaterpeil in het veenweidegebied om de verzakking van de bodem te vertragen, verdroging van natuurgebieden te bestrijden en bij te dragen aan de beteefbaarheid van water en de karakteristieke openheid; Fryske Dike yn 't grien: visie op de (cultuur)landschappelijke aspecten van de provinciale wegen. Te gebruiken door provincie, gemeenten en bureaus bij het ontwerpen van wegen; Dorps DNA. Provincie is actief betrokken geweest bij de ontwikkeling van een methodiek om het dorps-DNA te ontrafelen (landschappelijke, stedenbouwkundige kenmerken/structuren). Dit DNA moet aan de basis staan van eventuele nieuwe ontwikkelingen in een dorp. Deze methode wordt voor diverse Friese dorpen toegepast; De Friese terpen - ook de beschermde - gaan gestaag in kwaiiteit achteruit door bijvoorbeeld uitdroging en ploegen. In 2004 en 2005 is een pilotstudie verricht naar de kwaiiteit van terpen. Uit deze studie kwam naar voren, dat archeologievriendelijk telen op basis van vrijwiliigheid alleen niet genoeg is, In opdracht van de provincie heeft de Dienst LandbouwVoorlichting bestudeerd wat de mogelijkheden zijn voor een duurzaam beheer op waardevolle terpen. Verschillende opties zijn naar voren gebracht, zodat de waarde van de terpen niet of substantieel minder wordt aangetast. In voorbereiding is een agrarische beheersregeling voor archeotogisch waardevolle terreinen,
Noord-Brabant 9 * •
•
Nieuwe Interim Structuurvisie (ontwerp 2007); In het bestuursakkoord 'Vertrouwen in Brabant' (2007) zijn zesl bestuurlijke programma's gedefinieerd, waaronder het programma 'Mooi Brabant'; Een goed voorbeeld hoe ruimtelijke ontwikkeling kan samengaan met respect voor de openheid, de cultuurhistorie en functionele eisen vanuit bijvoorbeeld waterberging, is het project Overdiepse Polder, De Overdiepse Polder (ca 550 ha) ten zuiden van de Bergsche Maas is in de PKB "Ruimte voor de rivier' aangewezen voor rivierverruiming. Een bijzonder project, dat bekend staat als het terpenplan Overdiepse Polder. Door de primaire waterkering te verleggen naar het Oude Maasje, terpen aan te leggen voor de agrarische bedrijven die in de polder blijven, alle bestaande opstallen te slopen en de huidige primaire waterkering te verlagen, krijgt de polder een waterafvoerende functie, met behoud van het agrarische gebruik; De open gebieden van Noord-Brabant zijn de zeekleigebieden in het westen en de rivierkleigebieden langs de Maas. Deze gebieden zijn aangeduid als open gebied
Voorbeeidenbijlage bij "Provincies maken werk van Hoot Nederland!", 29 oktober 2007
]5
op kaart van de Interirnstructuurvisie. Ruimtelijke ontwikkelingen moeten rekening houden met de openheid; Bij grootschalige ruimtelijke ontwikkelingen in deze gebieden die een provinciaal belang dienen, zoals Logistiek Park Moerdijk en Agro en Food Cluster WestBrabant, stimuleert en faciliteert de provincie de landschappelijke inpassing; Voor de stedetijke regie's geldt dat de cruciale open gebieden tussen steden en dorpen zijn aangewezen als Landschaps Ecologische Zones. Hier is een beschermend beleid tegen verstedelijking van kracht. Tevens maakt de provincie zich sterk voor een actieve landschappelijke ontwikkeling van deze zones, door subsidiering van de planvorming en stimulering van de uitvoering in het kader van de reconstructie van het buitengebied. Zuid-Holiand Opstellen van een actieprogramma Mooi Zuid-Holland, gericht op resuitaten op de korte termijn (vier jaar) met daarin: Landschappetijke kwaiiteit/ ruimtelijke kwaiiteit (wat vindt de provincie, inzet van provinciale instrumenten, inzet van adviseur/ adviesteam ruimtelijke kwaiiteit); Tegengaan van verrommeiing (versnipperd en verspreid glas, snelwegpanorama's); -' Stad-land overgangen (kwaiiteit en toegankelijkheid); Ruimtelijke kwaiiteit van bedrijventerreinen/wegen (samenloop met herstructureringsopgaaf); Opstellen van de nieuwe Provinciale Structuurvisie, met integratie van Actieprogramma Klimaat en Ruimte en Waterplan (doorkijk naar 2040, lange termijn); De ILG-opgave is uitgewerkt in drie deelprogramma's, gericht op de realisatie van o.m. Ecologische Hoofdstructuur, Recreatie om de stad (Zuidvieugel Zichtbaar Groener), Vitaal Platteland, Nationale Landschappen; De uitvoering van Integrale Regionale Projecten (Oude Rijnzone, Zuidplaspolder, Merwedezone); Verder uitwerken van culturele planologie; de Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Holland als kennisbank en inspiratiebron, om bij ruimtelijke keuzen en inrichtingsmaatregelen de cuttuurhistorische waarden op tijd te herkennen en benutten; Oude Rijnzone: integrale gebiedsontwikkeling. Project Ruimtelijke kwaiiteit Oude Rijnzone, die aangeeft hoe in de uitvoerende fase kwaiiteit te reatiseren; jVeenweidepact Krimpenerwaard; Bij ontwikkeling Inrichtingsvisie natuurgebieden Krimpenerwaard (vaststelling eind 2007) zijn thema's landschap en cultuurhistorie nadrukkelijk vanaf eerste planvorming betrokken als factor bij ontwikkeling woorkeursvariant. Dit op basis van eerder Belvedereproject rond dit thema; Uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap Hoeksche Waard, waarin projecten ziJn opgenomen die de kernkwaliteiten van de Hoeksche Waard versterken en borgen; Naar een kwaliteitsatlas voor het Groene Hart, als onderdeel van het Uitvoeringsprogramma Nationaal Landschap Groene Hart; De Cultuurhistorische Hoofdstructuur gedigitaliseerd; in maart 2007 is de geactualiseerde digitale kaart van Cultuurhistorische Hoofdstructuur Zuid-Hoiland door GS vastgesteld, sarnen met de "Handreiking toepassing CHS in ruimtelijke plannen'. Flevoiand In Omgevingsplan (OPF) wordt onderscheid gemaakt tussen landschappelijke en cuituurhistorische kernkwaliteiten en basiskwaliteiten:
Voorbeeidenbijlage bij "Provincies maken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2007
J6
9 9 *
* « 9 * *
kernkwaliteiten: bepalend voor het karakter van Ftevoland (polderconcept), Behoud en versterking staan centraal. Provincie vervult hierin een actieve rol; basiskwaliteiten; onder andere verkavelingstructuur, erfbeplanting en openheid, Geen directe provinciale verantwoordeiijkheid, wel dialoog met de gebiedspartners over behoud en ontwikkeling mitieren en faciliteren; De provincie zet onder andere in op het aanbieden/ontwtkkelen van geoloket, communicatie, voorbeeldprojecten, provinciaal adviseur landschap/ruimtelijke kwaiiteit, kennisnetwerk; Kleinschalige ontwikkeiingen op (voormalige) agrarische bouwpercelen zijn rnogelijk als kwaliteiten niet worden aangetast en er geen ongewenste verkeersen concurrentie-effecten zijn; In speerpunt Markermeer/Dmeer wordt momenteel een studie verricht naar de ruimteiijke kwaliteiten en belevingswaarde van het gebied. Bijzondere aandacht gaat uit naar de integrale benadering van bodemwaarden (aardkunde, archeologie, cultuurhistorie) en landschap. Doel is om in een vroegtijdig stadium van planvorming een meerwaarde te bieden voor het ontwerp; Speerpunt Oostvaarderswold: landschap, cultuurhistorie en ruimtelijke kwaiiteit integraal meegenomen bij planvorming en ontwerp; In de Verordening voor de fysieke leefomgeving wordt onder andere geregeld wanneer (reciame)borden mogen worden geplaatst; Actieve participate in de routevisie A6 (trekker RWS); Toetsing van gemeentelijke plannen voor gebieden met karakteristieke openheid bekijkt of een aanlegvergunningenstelsel hoogopgaande houtige teelten in die gebieden moet tegengaan; Het herstel van erfbeplanting is opgenomen in het jaarprogramma 2007 van pMJP. De aanvraag heeft betrekking op het herstellen van de singelbepianting van 400 erven door heel Flevoland.
Utrecht * *
Voor vijf Nationale Landschappen wordt terughoudend beleid opgesteld, afgestemd op grote verstedelijkingsdruk; Gebiedsgericht project Hart van de Heuvelrug vormt herinrichting van onder andere vliegbasis Soesterberg. Nieuwe invulling is een combinatie van rood en groen,
Limburg De provincie Limburg hanteert een aantal nieuwe instrumenten om de kwaiiteit van het landschap te verbeteren, Het gaat daarbij onder meer om: 9 ]Ruimte voor Ruimte ("ontstening' door statlensloop, gefinancierd door woningbouw bij een kern onder strikte voorwaarden); * Rood voor Groen projecten (nieuwe landgoederen, zoals De Widdonk bij Meijel); * Bouwkavel op Maat (BOM+): agrarische bedrijfsontwikkeling koppelen aan verbetering omgevingskwaliteit; * VORm (verhandelbare ontwikkelingsrechten-methode): rode ontwikkelingen in het buitengebied mogelijk maken met als tegenprestatie dat de kwaiiteit ter plekke en in breder verband verbetert De brochure ('Om de kwaiiteit van het landschap') licht deze instrumenten toe met voorbeelden uit de praktijk. Deze brochure is de minister van VROM onlangs aangeboden tijdens een werkbezoek.
Voorbeeidenbijlage bij ^Provincies maken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2007
17
Overijssel De Omgevingsvisie van de provincie Overijssel, eind 2008 in concept gereed, zal nieuwe accenten leggen in het beleid voor de fysieke leefomgeving. Essentieel is het gelijktijdig ontwikkelen en realiseren van kwaliteitsambities en de sectorale opgaven op het gebied van ruimte, infra, water landbouw en milieu, Verder heeft Overijssel een onafhankelijk atelier Ruimtelijke kwaiiteit ingesteld, dat adviseert over opgaven en kansen, Ons Al-zoneprograrnma is een goed voorbeetd van de aanpak die wij voorstaan: * Rond de autosnelweg Al in Oost-Nederland en de parailelle spoorlijn spelen veel initiatieven, De toenemende ruimtedruk vanuit de Randstad, het actuele debat over verrommeiing, het verdwijnen van kwaliteiten en het toenemende transitverkeer maken van de Al in Oost-Nederland een hot topic. Rijk, provincies, regie's en belangenorganisaties zien kansen en opgaven voor de weg en de parailelle spoorlijn. In verschillende plannen spelen de Al en zijn omgeving een prorninente rol. Op initiatief van de provincie is het Programma Al-zone in gang gezetpgestart. Het programma heeft tot doel de ontwikkelkansen van de Al te benutten en de kwaliteiten te behouden en verder te versterken, om zo de zone tot een visitekaartje van Oost-Nederland te maken. Het programma heeft de ambitie om de vele (lopende) projecten en programma's bijeen te brengen en om samen met de betrokken partijen in een Werkplaatssetting een Agenda en in een later stadium een Visie/ Ontwerp en een Programma voor de Al-zone te ontwikkelen, Een van de belangrijke opgaven is de verbeelding van het visitekaartje, de zichtbare kant van de identiteit van het gebied. Langs de Al vindt men een grote diversiteit aan panorama's. Hierbij kan een indeling gemaakt worden naar functionaliteit, Te denken valt aan stadspanorama's, landgoederen, werklandschappen, landeiijk gebied, Cultuurhistorische elementen, enz. De autosnelweg Al en de spoorlijn doorsnijden deze gebieden en maken het mogelijk om de diversiteit van dit landschap te beleven, Ook in het kader van recreatie biedt de diversiteit aan landschappen mogelijkheden. Voor deze opgave (evert het Steunpunt Routeontwerp (samen met RWS-O) een bijdrage en wordt er samengewerkt met VROM in het kader van de Structuurvisie panorama's en de Snelwegzone.
Voorbeeidenbijlage bij "Provincies maken werk van Mooi Nederland I", 29 oktober 2007
VERSTEDELIJKING Prrjjecterttijst Flevoland De provincie heeft voor de gemeentelijke invulling contouren en kaders rneegegeven in het Omgevingsplan Flevoland. In ket kader van het speerpunt de ontwikkeling van Almere levert de provincie een extra bijdrage aan de stedelijke ontwikkeling van Atmere. Hiervoor is spectfiek budget vrijgemaakt, In het Omgevingsbeleid is het woonbeleid, sociaal- , economisctv, ruimtelijk-, milieu-, water- en verkeer- en vervoersbeleid in sarnenhang geformuieerd. De stedelijke gebieden zijn in het Omgevingsplan zodanig begrensd, dat deze voldoende ruimte bieden om risico's in de uitvoering op te vangen en een evenwichtige ontwikkeling van het stedelijke gebied mogelijk te maken, Verder is in het Omgevingsplan Flevoland neergelegd dat de gemeenten een visie moeten opsteilen voor de ontwikkeling van de verschillende kernen, rekening houdend met de rnogelijkheden die een kern kan hebben vanwege zijn figging in rode, blauwe en groente structuren en zijn Hgging ten opzichte van infrastructuur. In het Omgevingsplan is ook Net bundelingsbeleid van de provincie opgenomen. In het kader van het woonbeleid zijn de woonmilieus van A8F nader vertaald naar Flevolandse woonmilieus, Hoofdpunten van het woonbeleid zijn geformuieerd. leder jaar stelt de provincie een Woonmonitor Flevoland op, waarin zij de ontwikkelingen volgt. Verder worden de planningen van de gemeenten naast elkaar gezet. De woonmonitor en het planningsoverzicht worden met de gemeenten besproken, zonodig ook de ontwikkelingen in de woningmarkt. De gemeenten wisselen hun kennis en ervaringen uit tijdens deze bijeenkomsten. Bijvoorbeeld over de nieuwe woonvisies waar bijna iedere gemeente in Flevoiand nu mee bezig is. Minimaa! twee keer per jaar overleggen de gemeenten in Flevoland ambtelijk, een keer per jaar bestuurlijk. Dan vindt ook de eventueel benodigde bijstelling van beleid plaats. Fryslan In het nieuwe streekplan Fryslan 2007 zijn streefcijfers opgenomen voor het aandeel van woningbouw (inclusief herstructurering) in bestaand bebouwd gebied, rekening houdend met ruimtelijke kwaliteiten en milieukwaliteiten; herstructurering/inbreiding gaat voor uitbreiding, zowel bij wonen als bij werkfuncties. Tevens legt het nieuwe streekplan een accentverschuiving van kwantiteit naar kwaiiteit. De noodzakelijke veranderingen in de samenstelling van de woningvoorraad moeten in belangrijke mate tot stand komen door aanpassing en herstructurering van de bestaande woningvoorraad, De transformatieopgave hierbij is aanzienlijk en vergt forse inpassingen en aaripassingen (de veranderende bouwopgave). Vanwege dit toenemende belang van herstructurering en vernieuwing van het bestaande bebouwde gebied, ondersteunt de provincie bij herstructurerings- en vernieuwingsprojecten van strategisch belang voor de kern en met een bijzondere en vernieuwende betekenis. Een nog op te stellen Werkplan bestaand bebouwd gebied vult deze provinciale rol verder in, als aanvuliing op de rol van de overige hierbij betrokken partners (zoals gemeenten, corporaties, ontwikkelaars), De provincie denkt rnee bij de ontwikkeling en beoordeltng van ruimtelijke plannen en verleent ondersteuning voor kansrijke benutting van bestaand bebouwd gebied en kwaliteitsverbeteringen. In het kader van ISV zijn provinciale middelen beschikbaar voor verbetering van de kwaiiteit van woon- en leefomgeving; daarbij wordt ook gelet op zorgvuldig ruimtegebruik/ benutting van bestaand bebouwd gebied als een van de prestatievelden van ISV;
Voorbeeidenbijlage bij nProvincies maken werk van Hoot Nederland!", 29 oktober 2007
19
Verder wordt gewerkt aan een provinciaal visiedocurnent voor duurzame energie, Een belangrijk onderdeel daarvan vormt het energieakkoord dat de drie noordelijke provincies met het rijk willen afsluiten. Met herstructurering en transformatie van de bestaande woningvoorraad kan een grote energiewinst worden bereikt. Hiervoor zijn/konnen dan ook subsidieringsmiddelen en kennisondersteunende/faciliterende middelen beschikbaar. Voorbeeld Een aansprekend voorbeeid is het Drachtstervaartproject te Drachten, waarbij een voormalige vuilstortlocatie is gesaneerd en vervolgens benut voor woningbouw en waar de Drachtstervaart weer wordt uitgegraven en een recreatieve bestemming krijgt (z/e; www.drachtstervaart.nl); andere voorbeelden zijn herstructurering Vegelinsbuurt in Leeuwarden en Watertorenbuurt in Dokkum; herstructurering/transformatie centrum Grou. Noord-Holland De provincie Noord-Holland beschikt over een Task Force Ruimtewinst (TFR), Deze assisteert in concrete situaties en in kortlopende projecten, doorgaans in bestaand stedelijk gebied, orn samen met gemeenten en professionals te komen tot oplossingen vanuit intensief en meervoudig ruimtegebruik, TFR heeft geadviseerd over realisering van een waterrijke, duurzame en innovatieve stadswijk op het terrein van de RWZI in Alkmaar. Gelderiand Bundelingsbeleid is een centraal uitgangspunt voor de wijze waarop in het Gelders ruimtelijk beleid wordt omgegaan met verstedelijking. Het beleid maakt onderscheid tussen 'bestaand bebouwd gebied' en stedelijke uitbreiding. Het accent van de provinciale beleidsambities ligt op de vernieuwing en het beheer en onderhoud van bestaand bebouwd gebied. Gelderland stimuleert stedelijke verdichting langs verschillende wegen. In het kader van de streekplanuitwerking Zoekzones stedelijke functies en landschappelijke versterking zijn met de regio's afspraken gemaakt over bundeiing in centrumkernen en over inbreiding. Afhankelijk van de mogelijkheden varieert het inbreidingspercentage per regio van 30 tot 70 procent In acht sleutelprojecten voor binnenstedeiijk bouwen staat kwaliteitsverhoging centraal naast het bereiken van andere doelen waarin de provincie finandeel participeert. Het gaat bij deze projecten om grote aantallen woningen. Verder is er een subsidieregeling voor ondergronds bouwen/meervoudig ruimtegebruik en periodi^k een Gelderse prijsvraag onn gerealiseerde projecten te iaten scoren op ruimtelijke kwaiiteit. Voorbeelden Kana&lzone Ape/doom In de Kanaalzone-noord gaat het om een ingrijpende herstructurering van een oud en verouderd bedrijventerrein ten gunste van de bouw van 2500 woningen en 60.000 m 2 bvo kantoren. Het terrein doorsnijdt de hele stad in noord-zuidrichting. Niet doorgaan van dit project heeft twee consequenties: het stedeiijke gebied zou een verknipt geheel biijven (dus geen kwaliteitsverbetering) en er dtent ten oosten van de A50 een open gebied van bijna 200 ha te worden opgeofferd orn het noodzakelijke programma voor wonen en werken te realiseren. Het project bereikt een efficient en optimaal gebruik van de aanwezige voorzieningen in de directe omgeving. Het project maakt het bovendien mogelijk een koppeling aan te brengen tussen twee kleine parken aan weerszijden van het kanaal en de Grift, waardoor er een robuuste binnenstedelijke groenvoorziening ontstaat. In combinatie met het water van het kanaal en de Grift ontstaat een hoogwaardig woonmilieu.
Voorbeeldenbijiage bij "Provincies maken werk van Mooi Nederlandl", 29 oktober 2007
20
Dit sieutelproject is een van de zeventien projecten die in het kader van de FES-middelen van VROM voor ruimtelijke kwaiiteit zijn geselecteerd, Koers-west Nijmegen In het project Koers-west gaat het ook om een ingrijpende herstructurering van een oud en verouderd bedrijventerrein, Het accent Hgt op het opheffen van de milieuproblematiek, het ruimte bieden voor een nieuwe stadsbrug over de Waal en het creeren van een aantrekkelijk Waalfront naar het nieuwe stadsdeel dat ten noorden van de Waal wordt gerealiseerd (Waalsprong, 6500 woningen en alle bijbehorende voorzieningen). Hoofddoel is het verbeteren en verhogen van de ruimteiijke kwaiiteit voor zowel het gedeelte dat bedrijventerrein blijft, als het nieuw te ontwikkelen gebied in relatie tot de aanliggende oudere woonwijken. In de projectaanpak is tevens veel ruimte besteed aan het zichtbaar maken van de cultuurhistorie (Romeinse tijd, middeleeuwen). Het project zal naar schatting ruimte bieden voor 2650 woningen. Ook dit sieutelproject behoort tot de 17 projecten die in het kader van de FES-middelen van VROM voor ruimtelijke kwaiiteit zijn geselecteerd. Ede~oost Het project Ede-oost bestaat uit drie pijlers: de herontwikkeling van de vrijkornende militaire terreinen, de herontwikkeling van het ENKA-terrein en de ontwikkeling van de stationslokatie en houdt met de monumentale waarde van verschillende gebouwen, Het programma betreft 4500 woningen en 100.000 m2 bvo kantoren. De ligging van dit (binnen)stedetijke gebied, direct aan de rand van het Veluws natuurgebied, maakt een hoogwaardig woon-werkmilieu mogeiijk. De ligging direct tegen de stationslokatie (ICstation, knooppunt met Valteilijn en HOV) is bovendien gunstig voor de modal split (lopen/fietsen/OV), Andere sleutelprojecten die werken aan verhoging van de ruimteiijke kwaiiteit in binnenstedelijk gebied: Rijnboog in Arnhem, Waterfront in Harderwijk en De Schi! in Doetinchem. Groningen Aangaande verstedelijking gaat de provincie Groningen de verrornmeling tegen door bundeling en concentratie binnen de selecte kernzones, door in te zetten op herstructurering, inbreiding en revitalisering. Bij dat proces is het Kwaliteitsteam Regio Groningen Assen ingezet voor de ruimtelijke kwaiiteit in het regiogebied en speelt in de rest van Groningen de taak van het provinciale bouwheerschap, die de ruimtelijke kwaiiteit bewaakt. Van belang is in het gebied Groningen-Assen tevens het Regiopark, waarbij partners gezamenlijk investeren in de ruimtelijke kwaiiteit. Noord-Brabant Het ruimtelijke beleid van de Provincie Noord-Brabant is gericht op zuinig ruimtegebruik en concentratie van verstedelijking. We zijn ons ervan bewust dat dit niet ten koste moet gaan van de kwaiiteit van het stedelijke gebied. Mede daarom is de afgelopen jaren geexperimenteerd met de pilot "Bouwen binnen strakke contouren'. Voorbeelden Pilot 'Bouwen binnen strakke contouren' In mei 2003 is de pilot'Bouwen binnen strakke contouren' begonnen. Zeven gemeenten hebben de vrijheid gekregen om binnen de grenzen van hun stedelijk gebied zonder beperkingen woningen te bouwen. Deze pilot eindigt na vijf jaar, in mei 2008; eind dit jaar begint de evaluatie van de pilot. Belangrijke onderdelen hiervan zijn de kwalitatieve effecten van het (vee!) binnenstedelijk bouwen; het gaat dan over de beeldkwaliteit, de inpassing in de omgeving, het (overblijvend) openbaar groen, enz. Vragen die spelen zijn bijvoorbeeld of de gerealiseerde en geplande woningbouwprojecten (stedenbouwkundig
Voorbeeldenbijiage bij "Provincies maken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2007
21
en architectonisch) passen bij de karakteristiek van de kernen en of de intensiveringslag die gemaakt is en wordt de beeldkwaliteit verhoogd en de ruimtelijke structuur versterkt Overig beleid en acties 9 De provincie stimuleert in het kader van de samenwerking in BrabantStad en het programma Mooi Brabant de ontwikkeling van stedeiijke zones. Daaronder vallen stationszones van de vijf grote steden, Bergen op Zoom en Roosendaal. Het kan gaan om opheffen van knelpunten of om specifieke elementen uit deze transities, De provincie helpt zo de uitvoering te versnelien. * De provincie stimuleert stedelijke vernieuwing conform het beleidskader Stedelijke vernieuwing 'Sarnen vernieuwend verder' en verstrekt de nietrechtstreekse gemeenten (programma en projectgemeenten) ISV-2 budget. In totaal gaat het om ongeveer 55 miljoen euro voor de periode tot 2010. Daarnaast bereidt de provincie zich voor op de toekomst van de stedelijke vernieuwing (vanaf 2010), waarbij zij een sterkere inhoudelijke betrokkenheid ambieert. Overijssel Overijssel voert al sinds jaren een krachtig verstedelijkingsbeleid, gericht op concentratie, bundeling, contrast en ontwikkeling, Overijssel werkt aan een hoogwaardig woon- en werkklimaat in de stad en op het platteland. In de afgelopen jaren is een omsiag gemaakt naar een vernieuwend provinciaal woonbeleid, waarin sturing op kwaiiteit is gekoppeld aan stimuiering van de woningbouwproductie en verhoging van de kwaiiteit van de woningvoorraad en de leeforngeving. Van belang daarbij is ook het aanjagen van de aanpak van inbreidingslocattes, door onder andere extra middelen en het wegnemen van obstakels in proces, procedures en regelgeving. De nieuwe Omgevingsvisie zal deze koers versterken en naast een beleidskader een krachtig Uitvoeringsprogramma omvatten, dat de positie van de provincie als gebiedsregisseur verder versterkt. Dit maakt realisatie van de ambitie 'Onweerstaanbaar Overijssel' mogelijk, met in de aanpak nog meer integratie van met name RO, economie, mobiliteit, duurzaamheid en klimaat. In dit kader ondersteunt de provincie het Kabinet om het MIT te ontwikkelen tot een MIRT. Conform het Coalitieakkoord zetten we in op integrale gebiedsontwikkeling, waarin ruimtelijke kwaiiteit economische ontwikkeling en duurzaamheid centraal staan en waar de provincie, zo nodig, de regie voert. Voorbeelden Voorbeelden van deze aanpak zijn Hart van Zuid, de ontwikkeling van het Business XL park, de aanpak van de Overijsselse stationsomgevingen, de herontwikkeling van de luchthaven Twente, het initieren van inhoudetijke en bestuurlijke netwerkvorming in Twente, Zwolle/Kampen en de Stedendriehoek en de gebiedsontwikkeling Nijverdal/Koninklijke Ten Gate. Utrecht Verstedelijking in de provincie Utrecht betreft vooral transformatie en herstructurering en het aanjagen van de woningbouwproductie, Er is een speciaal aanjaagteam ingesteld. Ook investeert de provincie in concrete binnenstedelijke herstructureringslokaties en stelt ze, naast het aanjaagteam, capaciteit beschikbaar om knelpunten op te lossen. De provincie vindt de stedelijke opgave belangrijk orn nog meer verstedelijking in de groenblauwe ruimte te voorkomen. De binnenstedelijke opgave en de discussie over de groenblauwe ruimte zijn twee kanten van dezelfde medaille. Zeeland De provincie Zeeland heeft beleid en uitvoeringsacties vastgelegd in het Omgevingsplan Zeeland 2006-2012 (vastgesteld 30 juni 2006). Ruimtelijke kwaiiteit is hierin
Voorbeeldenbijiage bij "Provincies maken werk van Hoot Nederlandl", 29 oktober 2007
22
gelijkwaardig aan economische ontwikkeling. De provincie ziet rust en ruimte als kernkwaliteiten voor het landelijke gebied en als economised belangrijke waarden van Zeeland. Bescherming van de ruimtelijke kwaiiteit komt onder andere tot uiting in concrete maatregeten, zoals de verplichting voor gemeenten minirnaai 50 procent van de nieuwe woningbouw binnen bestaand bebouwd gebied te realiseren. Zorgvuldig ruimtegebruik wordt hiermee gestimuleerd en verrommeiing voorkomen. Concentratie van woningbouw is in de steden Middelburg, Vlissingen, Goes en Terneuzen. Ruimte voor woningbouw in overige kernen is daaraan gekoppeld, zodat de verdeling tussen landelijk en stedelijk gebied in evenwicht blijft. De woningbouwprogramma's worden gemonitord en zonodig bijgesteld. De hoge ambitie voor woningbouw in bestaand bebouwd gebied vraagt onder andere om stedelijke herstructurering. Momenteel zijn vier grote transformatieprojecten in ontwikkeling; Scheldekwartier in Vlissingen, Waterstad in Goes, Ramsburg Arnestein in Middelburg, Axelse Dam in Terneuzen en twee kleinere stedelijke verdichtingsprojecten; Tholen Noord en de Nieuwe Bierkaai in Hulst. De provincie ondersteunt deze projecten en draagt financieel bij, in aanvuliing op ISV-gelden. Ook het detailhandelsbeleid is gericht op concentratie in de centra van steden en grote kernen. Vestiging van een aantal grotere vormen van detailhandel kan onder voorwaarden aansluitend aan de steden en grote kernen. Limburg De provincie Limburg realiseert, zo blijkt uit onderzoek van het Ruimtelijk Planbureau, 66 procent van de nieuwe woningen binnen de grenzen van bestaand stedelijk gebied. Limburg scoort hiermee van alle provincies het hoogst op de intensiveringdoelstelling die in de Nota Ruimte op een streefpercentage van 40 procent is gesteld. De krimp waarmee met name het zuidelijk deel van Limburg wordt geconfronteerd, vormt een speciale uitdaging voor het verstedelijkingsbeleid, met een bijzondere nadruk op de sloopopgave. Samen met de betrokken regie's ontwikkelt de provincie een visie (de Demografische Voorsprong) met bijbehorend programma van aanpak, om het verstedelijkingsbeleid af te stemmen op de krimp en de gevolgen van de grensligging. De volgende projecten verdienen speciale vermelding: het stedelijk herstructureringsproject Belvedere te Maastricht, het Maankwartier (stationsomgeving) te Heerlen, Zitterd-Revisited (Sittard-Gefeen) en het project Klavertje-Vier, onderdeel van de Greenport Vento.
Voorbeefdenbijiage bij "Provincies nnaken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2007
23
WINDENERGIE Analyse In het algemeen besteden de provincies in de nieuwe collegeakkoorden structureel aandacht aan de doelstellingen voor klimaat en in het bijzonder duurzame energie. Daarbij tekent zich een ontwikkeling af waarbij de windrijke provincies voor het bereiken van deze doeistelling een belangrijk aandeel zien weggelegd voor Windenergie, aangevuld met andere vormen van duurzame energie zoals biomassa, gebouwde omgeving, enz. In de minder windrijke provincies zien we een andere ontwikkeling, die voor het realiseren van de doelstelling duurzame energie het accent eerder op andere vormen van duurzame energie legt dan op Windenergie, Een andere belangrijke beleidsdoelstelling die zich aftekent, is de sterk toegenomen aandacht voor de landschappelijke aspecten van windmolens, rnede door de enorme schaalvergroting, Het opschalen, clusteren en ontwerpen van nieuwe landschappen staat daarin centraal. Dat betekent dat het vinden van nieuwe locaties voor Windenergie samen dient te gaan met een duidelijke landschappelijke verbetering van de bestaande opstellingen. Zo krijg je voldoende draagvlak voor het bereiken van de landelijke doelsteliing. Projectenlijst Noord-Nederland (hier: Groningen, Fryslan, Drenthe en Noord-Holland) Het energieakkoord Noord-Nederland dat wordt/is gesloten door de ministers Cramer en Van der Hoeven en door (bestuurders van) de provincies Groningen, Fryslan, Drenthe en Moord-Holland geeft de ambities van Noord-Nederland met Windenergie aan. Met name is (Moord-fMederland bereid een aanzientijk deel van de ambities voor de uitbreiding van het windenergievermogen on- en offshore uit Schoon en Zuinig (2000 MW, respectievelijk 450 MW) voor zijn rekening te nemen, waarbij het accent !igt op de provincies Groningen en Noord-Holland. Voor wind op land bekijkt Noord-Nederland actief de mogelijkheden in de eigen regio, die kunnen worden meegenomen in de Landelijke Uitwerking Windenergie. De provincie Groningen koerst qua locatie op intensivering van bestaande windenergiegebieden. Groningen Zeer dgidelijk zet de provincie Groningen al jaren in op het tegengaan van verrommeiing in verb£nd met Windenergie. Daartoe is en wordt succesvoi beleid gevoerd door windenergieparken op een selectief aantal locaties toe te staan, te bundelen en verder door in het landelijke gebied grote solitaire windmolens te verbieden> Met dit beleid is in het verleden de sprawl van windmolenparkjes over vrijwel alle landschappen voorkomen en verrommeiing op dit punt succesvoi tegengegaan. Een goed voorbeeld van de huidige inzet ep kwaiiteit is het vervangen en opschalen van het bestaande park bij de Eemshaven, Bij de toekomstige nieuwe opgave voor Windenergie kan ook als uitgangspunt gelden dat wel markering van het landschap (met name door bundeling) aan de orde kan zijn, maar geen dominante aanwezigheid van verspreide windmolens overat in het landschap, Dit voorkomt toekomstige verrommeiing en 'desidentificatie' van het landschap. Fryslan • *
Solitaire turbines dragen bij aan de verrommeiing van het landschap; Om verdere verrommeiing van het landschap tegen te gaan staat het provinciale beleid geen solitaire windturbines meer toe. De gemeenten hebben hun bestemmingsplannen aangepast;
Voorbeeidenbijlage bij "Provincies maken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2007
24
* * 9
*
Om de verrommeiing door bestaande solitaire turbines ongedaan te maken, richt het beleid zich op de vorming van zogenoemde opschalingsclusters en de gelijktijdige sanering van solitaire turbines; De vorming van opschalingsclusters komt langzaam maar zeker op gang; in de gemeente Wunseradiel is een bestaande cluster bij Tjerkwerd conform het provinciale beleid uitgebreid en opgeschaald. Hierbij zijn 4 solitaire turbines gesaneerd, waarvan 3 in de directe nabijheid van het park. Hierbij is een verbetering van het rommelige omgevingsbeeld bereikt; Voor de nabije toekomst staat de realisatie van meer opschalingsclusters gepland.
Overijssel Overijssel is een provincie met een rijke schakering aan landschappen. Het in stand houden van deze kwaiiteit is richtinggevend geweest voor het windenergiebeleid dat Provinciale Staten in 2005 hebben vastgesteld. Belangrijke natuur- en iandschapsgebieden, waaronder de nationale landschappen, zijn uitgesloten voor Windenergie. De overige gebieden zijn benoemd als zoekgebieden. Gemeenten is gevraagd in deze gebieden de mogelijkheden voor Windenergie nader te verkennen en te benutten. Het streekplan en het bijbehorende uitvoeringskader geven de gemeenten richtlijnen om Windenergie in te passen met behoud van ruimtelijke kwaiiteit. De belangrijkste zijn; * windturbines in het buitengebied worden geplaatst in clusters of lijnen van ten minste 10 MW; dit betekent dat hier geen solitaire turbines voorkomen, maar parken met minimaal 4 of 5 windturbines; 9 daarnaast worden windturbines alleen toegestaan op de grotere bedrijventerreinen (groter dan 40 ha); * uitgangspunt voor alle opstellingen van windturbines is een goed landschappelijk ontwerp; rekening houden met wegen, vaarwegen, spoorlijnen, hoogspanningslijnen etc.; 9 voor de beeldkwaliteit zijn aandachtspunten gegeven, zoals aansiuiten op structuren in het landschap, strakke lijnvoering, alleen driewiekers, eenheid van type, kleurstelling aanpassen aan de landschappelijke context, enz. Met dit beleid streeft de provincie naar een goede combinatie van ruimtelijke kwaiiteit en duurzame energie, De doelstelling voor Overijssel is ten minste 30 MW. Op basis van de ptannen die in ontwikkeling zijn, mag worden verwacht dat dit ruirnschoots haalbaar is. Met name langs auto(snel)wegen (soms gecombineerd met spoorwegen) zijn enkele kansrijke plannen in ontwikkeling. Voorbeelden hiervan zijn initiatieven langs de N50 en de A28. De eerste windturbines in Overijssel (6 MW) zijn bij Staphorst geplaatst langs de spoorlijn en de A28. De provincie ondersteunt de gemeenten bij de uitvoering en bevordert zonodig de afstemming en de sturing van de ontwikkeling van de plannen. Gelderiand In de sfeer van beleid is in het streekplan Gelderiand 2005 vastgelegd het streven naar het in 2010 planologisch vastgelegd hebben van 100 MW-vermogen aan Windenergie in de provincie (het BLOW-akkoord spreekt van een taakstelling van 60 MW voor Gelderland, maar Provinciale Staten heeft in de Energienota deze doelstelling zelfstandig opgehoogd tot 100 MW). Dat moet gebeuren in de vorm van windturbineparken (met minimaal 4 stuks), dus geen solitaire turbines; er bestaat wel zoiets als een indicatieve verdeling van de taakstelling over de (zes) regio's in Gelderland, maar die is niet hard. In het streekplan zijn de - op grond van een aantal uitsluitende criteria geselecteerde zoekzones voor windturbineparken aangewezen; de provincie faciliteert gemeenten/regio's bij hun zoektocht naar de concrete geschikte locaties. Als gemeenten/regio's er desondanks niet in slagen deze planologisch verankerd te krijgen, overweegt de provincie zelf tot aanwijzing over te gaan. Deze beleidsdoelstellingen en -
Voorbeeidenbijlage bij "Provincies maken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2007
25
overwegingen zijn min of meer herhaald in het Coalitieakkoord van GS van april 2007 (inclusief een verwijzing naar de rnogelijke inzet van het nieuwe Wro-instrumentarium). Overigens besteedt dit Coalitieakkoord veel aandacht aan het actuele onderwerp klimaat en energie. Op dit moment is nog rnaar een beperkt deel van de beoogde 100 MW operationeel (er zijn turbines geplaatst in o,m. Zutphen en Culemborg). Er zijn wel veel plannen/projecten in procedure (in enkele gevallen is de bouwvergunning ook al verleend) of in (wisselend stadium van) voorbereiding. Vooral in de regie's Rivierenland, Achterhoek en in de stadsregio Arnhem-Nijmegen verwacht de provincie dat lopende plannen en projecten er samen toe zullen leiden dat de realisatie van de doelstelling daadwerkelijk kan worden gehaald, De verwachtingen voor de Veluwe en de Valiei zijn bescheiden.
Utrecht Het nieuwe college in Utrecht staat volmondig achter duurzame energieopwekking. Het halen van de BLOW-taakstelling zat echter een enorme klus zijn. Er zijn niet zoveel plekken geschikt voor de grootschalige opwekking van Windenergie. In die zin ondersteunt de provincie maatwerk en differentiate. Ook wordt gekeken naar andere groene energiebronnen. Flevoland Op grond van het coliegeakkoord heeft de provincie Flevoland de doelstelling om in 2020 50% van haar energiebehoefte duurzaam op te wekken, verhoogd naar 60% in 2013, De inzet: Windenergie, bio-energie en gebouwde omgeving, Windenergie zorgt voor 90 procent in het behalen van de doelstelling. Enerzijds gebeurt dit met het project NOP, waarmee in bijna een derde van de rijksdoelstelling Windenergie kan worden voorzien, En verder door opschalen en saneren van bestaande projecten, om tot een ruimtelijke en landschappelijke verbetering te komen en met minder molens meer energie op te wekken. Hiervoor zijn twee voorbeeldprojecten uitgewerkt. Een project met oorspronkelijk 70 windmolens, is omgezet in een plan van 36 grotere molens, Het andere project voorziet in 9 grote molens tegen eerder 18, De landschappeiijke aspecten hebben een belangrijke rol gespeeld voor de keuze van het ontwerp. Hierbij is voortgeborduurd op de studie 'Met windmolens maak je landschap, waarin vier plaatsingsstrategieen, afgestemd op het bestaande landschap, zijn uitgewerkt. Op grond van het eind 2006 nieuw vastgestetde windenergiebeleid dienen nieuwe opstellingen ten minste te bestaan uit 12 molen van 3 MW en wordt gevraagd de landschappelijke effecten hiervan aan te geven voor een gebied van ten minste 8 km rondom de geplande opstelling, Voor h^t NOP-project, dat een lichte RPP volgt, is steun van het rijk nodig om het project kwaiitatief en landschappelijk binnen redelijke termijn te realiseren. Voor het opschalen en saneren heeft Flevoland zich bij VROM aangemeid als pilot voor de iandelljke uitwerking Windenergie door de rijksadviseur van het landschap. Moord Holland Zie tekst Noord Nederland Voorts beschrijft het Beleidskader Landschap en Cultuurhistorie de kwaliteiten van alle Noord-Hollandse tandschappen; er wordt nagedacht of dit mede uitgangspunt kan zijn voor een provinciale BKP windmolens, Er is in het beleid al gekozen voor zoveel mogelijk plaatsing in parken en langs grootschalige inbrak en niet voor solitaire windmolens. Ten siotte kent Noord-Holland een Windkansenkaart (windenergiebeleid)
Voorbeelden bijlage bij "Provincies maken werk van Mooi Nederland I", 29 oktober 2007
26
Zeeland Provincie Zeeland heeft beleid en uitvoeringsacties vastgelegd in het Omgevingsplan Zeeland 2006-2012 (vastgesteld 30 juni 2006). Ruimtelijke kwaiiteit is hierin gelijkwaardig aan economische ontwikkeling. Rust en ruimte zijn kernkwaliteiten voor het landelijke gebied en ook economisch belangrijke waarden van Zeeland. Bescherming van de ruimtelijke kwaiiteit komt onder andere tot uiting in het beteid voor duurzame energie. De potentiele landschappelijke impact van windmolens is de afgelopen jaren aanzienlijk toegenomen door de komst van grotere, hogere windmolens met een groter vermogen. Het provinciale beteid is aangepast orn te voorkomen dat het plaatsen van windmoiens het landschap te veei aantast. Het aantal windmolenlocaties is teruggebracht tot vier: Oosterscheldekering, Kreekraksluizen, Sloegebied en Kanaalzone. Deze locaties zijn mede vanuit landschappelijk oogpunt gekozen. De eerste twee zijn lijnvormige landschapsstructuren, waarvoor een landschappelijk optimaal ontwerp is gemaakt voor een groot aantal windmolens. De laatste twee locaties zijn bestaande haven/industriegebieden, waar de windmotens qua landschappelijke omgeving het beste passen. Naast deze grote locaties zijn enkele kleinere parken in ontwikkeiing waarvan de planvorming bij het vaststellen van het orngevingsplan zover was gevorderd, dat deze ontwikkelingen niet konden worden tegengegaan, Uitbreiding of opschaling van bestaande locaties is niet mogetijk. De taakstelling voor 2010 (BLOW) voor de provincie wordt met de huidige projectlocaties ruim gehaald, Als in de toekomst meer capaciteit moet worden gevonden, zal vanwege landschappelijke overwegingen worden bezien of projectlocaties in zee kunnen worden ontwikkeld.
Noord-Brabant Op dit moment is er in Noord-Brabant voor ongeveer 36 MW aan Windenergie gerealiseerd, voornamelijk door solitaire molens en kleine projecten. De grootste opstelling staat op de grens van Brabant en Zeeland, bij de Volkeraksluizen, Een voorbeeld van kwaliteitsverbetering/versterking betreft het Eco-park bij Waalwijk, globaal tussen de A59 en de Maas, ten oosten van het bedrijventerrein. Daar bevindt zich naast een RWZI een vuilstort die stortgas wint voor energieopwekking. Tevens staan daar zonnecellen opgesteld en zijn er vijf windturbines geplaatst. Op dit moment staat het ruimtelijk beleid voor Windenergie binnen de provincie NoordBrabant ter discussie. Het huidige beleid gaat uit van een aantal beleidsmatige randvoorwaarden (uitsluitingsregirne), waarbinnen opstellingen gereatiseerd kunnen worden. Dit beleid uit het streekplan 2002 is gebaseerd op de toenmalige gangbare hoogten van turbines van rond de 60m en gaat uit van landschappelijke inpassing. Dit, samen met de kleinschalige initiatieven die grotendeels in West-Brabant zijn geconcentreerd, kan tot een ongewenste verrommeiing van het landschap leiden. Uitgaande van de huidige generatie turbines met een ashoogte van 100 a 120m, wil GS een discussie over een aanpassing van het ruimtelijk beleid voor windturbines, met als mogeljjke insteek een concentratie van initiatieven op 2 of 3 grote locaties, De insteek is dan ook veel meer een duidelijk ontworpen, eigenstandige opstelling. Deze discussie is nu in voorbereiding en zal in het najaar van 2007 plaatsvinden, Limburg
De provincie Limburg zet in de uitwerking van het Coalitieakkoord in op vermindering van het energieverbruik en intensivering van het opwekken en benutten van duurzame energie (Programma Duurzaam en Bereikbaar Limburg). Zij richt zich hoofdzakelijk op kansrijke maatschappelijke initiatieven voor benutting van zonne-energie en energie uit biomassa en koude warmteopslag. Verder zoekt men partners op om gezamenlijk de toepassing van energiebesparingsmaatregelen door burgers en bedrijven vanzelfsprekend te maken. Voor Windenergie heeft de betrokken gedeputeerde de BLOW-
Voorbeeidenbijlage bij "Provtncies maken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2007
27
taaksteiling overgenomen (continutteit), maar handelt pragmatisch; het windaanbod in Limburg is minder goed, er is niet veel ruimte en de gemeenten zijn afwachtend. Het provinciaal omgevingsplan (POL) onderscheidt voorkeursgebieden en uitgesloten gebieden voor Windenergie (kwaliteitsprofiel regionaal landschap), Er wordt gestreefd naar clusters met een minimale omvang van drie turbines. Het windenergiebeleid wordt verder uitgewerkt via een regionale aanpak en intentieverklaringen. De regionale aanpak pakt niet overal goed uit, omdat gemeenten zich sterk laten leiden door wat de burgers willen en draagvlak. Dat is voor Windenergie niet gunstig. Daardoor gaan gemeenten er niet etht voor, en worden initiatiefnemers aan het lijntje gehouden. De provincie steekt derhalve in op een pragmatische aanpak: - afronden regionale plaatsingsvisies Parkstad en Midden-Limburg (alleen aanwijzen zoeklocaties) actualiseren kaartbeelden faciliteren van concrete initiatieven In Limburg ligt voor 100 MW aan initiatieven; toch kost het veel moeite om 30 MW (BLOW-afspraak) daadwerkelijk gerealiseerd te krijgen.
Voorbeeldenbijiage bij "Provincies maken werk van Mooi Nederland!", 29 oktober 2007
28