150 jaar Diergaarde Blijdorp 3/2007
e
v
e
n
b
i
j
p
r
a
t
e
n
Beste Vriendinnen en Vrienden,
Bijeneter in Blijdorp - foto: Peter van Norde
Dat was schrikken! Wie had gedacht dat er ooit een volwassen gorilla vrij in Blijdorp zou rondwandelen… U heeft alle commotie ongetwijfeld via de media gevolgd. Wat ook de oorzaak geweest moge zijn, duidelijk is dat zoiets nooit meer mag gebeuren! Blijdorp is dan ook druk bezig om het gorilla-verblijf, een geschenk van de Vrienden, Bokito-proof te maken. Dat heeft echter consequenties voor de rest van het bouwprogramma. Alles schuift een beetje op. Jammer, maar begrijpelijk.
i
n
h
o
u
In dit nummer blikken we weer terug en vooruit. We staan onder meer stil bij de wetenswaardigheden van de afgelopen maanden, het ontstaan van het Blijdorp-logo en de geslaagde Vriendenreizen. We kijken vooruit naar de educatieve omlijsting van ons jubileumgeschenk. Maar natuurlijk worden ook de groene vingers niet vergeten. Veel leesplezier!
d
Vrienden nieuws 3/2007
2
Maar niet getreurd. Op zaterdag 20 oktober openen we de nieuwe verblijven voor servals, poedoe’s en wilde cavia’s! U wordt om 15.00 uur verwacht bij de Lotus Serre. Samen met Blijdorp zullen we zorg dragen voor een leuke omlijsting. Het lukt niet om nog dit jaar het ijsberenverblijf te openen, maar u bent wel van harte welkom voor een ‘preview’ op 11 november. Na afloop van de winterlezing van Martin van Wees over het nieuwe ijsberenverblijf gaan we onder begeleiding een bezoekje brengen aan het verblijf in wording. Een speciale rondleiding voor u!
Marcel Kreuger, Hoofdredacteur.
Even bijpraten
2
Nieuws uit Blijdorp Alle hoop gevestigd op Bogan en Cleopatra
3 8
Botanisch Blijdorp: Bestrijden van plaagdieren
10
Baardagamen, geïntegreerde Australiërs
12
Groeten uit Sjanghai
14
Verslag voorjaarsreis naar Zoo Wuppertal
15
Zoo’n Boek: Dieren in het wild
14
Het Blijdorp logo: Giraffen en ‘Eusie’
16
Educatief Arctica
18
Verslag meerdaagse reis naar Engeland en Ierland
20
Lijn 13: Nandoe. Doe er wat an!
20
Mutaties in de Diergaarde
23
Agenda
24
Colofon
24
Heeft u nog guldens
24
SPECIALE IJSBERENRONDLEIDING
Na de winterlezing van zondag 11 november 2007 door Martin van Wees kunnen de aanwezigen onder begeleiding een bezoekje brengen aan het ijsberenverblijf in wording!
Blijdorp
n
i
e
u
w
s
Tsavo - foto: Peter van Norde
Hoewel het nieuws in de kranten vooral overheerst werd door de ongelukkige ontsnapping van Bokito, gebeurde er veel in de afgelopen maanden dat niet de voorpagina’s haalde. Bent u daar ook nieuwsgierig naar? Dan leest u deze rubriek met veel belangstelling. Immers, in ieder jaargetijde komen dieren uit andere zoo’s over, zijn er geboortes en helaas gaan er ook dieren dood. Mocht u een verhaaltje over dier x of y missen, dan kunt u natuurlijk ook een vraag stellen via
[email protected] of via een briefje aan Goudsesingel 235d, 3031 EL Rotterdam. Dan sporen wij het antwoord voor u op. Na het vertrek van twee mannetjes kamelen die retour moesten naar Amersfoort, dreigde het stil te worden op de steppe. Maar diezelfde dag begin mei arriveerden er drie nieuwe kamelen. De drie vrouwtjes komen uit Arnhem en zijn eigenlijk op doorreis naar een Engelse dierentuin. In verband met de uitbraak van de blauwtongziekte mogen ze een tijdje bij ons blijven. We boffen dubbel, want twee van de dames zijn hier bevallen. Mareille is op 6 mei geboren en op 24 mei Neel. Het groepje deelt de Mongoolse steppe met de onagers. Al hoewel delen…. Delen werd een jonge kameel een tijd geleden noodlottig. Nu krijgen overdag de onagers de steppe tot hun beschikking en ’s avonds is de
beurt aan de kamelen. U kunt ze echter wel vanuit de verte zien. De jonge kamelen zien er in hun wittige vacht zeer aaibaar uit. Niet doen want dat vinden de moeders maar niks. Het blijft nog even gissen. Heeft moeder Malou een tweeling op de wereld gezet of is er één panda geboren? De geoefende oren van enkele vrijwilligers menen verschillende ‘stemmetjes’ te onderscheiden. Vader Rex luiert iedere dag in een van de bomen voor de Rivièrahal, maar Malou houdt haar kroost liever op een veilig plekje waar wij ze niet kunnen zien. Pas na circa 12 weken kunnen we op kraamvisite. Het nieuwe paar waarover u in het vorige
Tekst: Gerda Nijssen Met dank aan: Lex Noordermeer (Diergaarde Blijdorp) en de redactie van de Vrijwilligers Nieuwsbrief van Blijdorp
Vriendennieuws las, doet het dus uitstekend. Begin mei overlijdt een voor mij onbekend dier, een girelle. Dat blijkt een regenbooglipvis te zijn. Lengte circa 30 cm. Leeft in wateren van 18 tot 22 º dicht aan kustgebieden. Een girelle is mooi van kleur: groenblauw met een oranje gekartelde streep over het hele lijf en een witte buik. Giraffenmoeder Anne brengt op 27 mei haar eerste kind ter wereld. Op 1e pinksterdag staat de groep in het buitenperk. Een oplettende verzorger ziet ineens een pootje uitsteken bij Anne. Snel wordt de groep naar binnen geloodst. Zoon Tsavo 3
s w u
wordt midden in de groep geboren. Vader Fehari keek toe, hoe hij na een kwartiertje al op zijn wankele pootjes stond. Kunnen netgiraffen glunderen? Bij Fehari leek het er veel op.
e
Kemphaantje - foto: Peter van Norde
Vader Billy heeft weer flink zijn best gedaan. Ondanks de anticonceptie maatregelen bevalt op 8 juni moeder Toos van Troy en op 19 juni moeder Eline van Dayenne. De geboorte van deze Californische zeeleeuwen betekent voor de jongen van vorig jaar dat ze gespeend moeten worden. Ze gaan namelijk niet vanzelf hun vissen verorberen. Liever blijven ze bij moeders om eten bedelen. De oppassers krijgen de schone taak les in viseten te geven aan Toska, Michele en Joeke. Joeke is winnaar van dit groepje. Hij had binnen een week door hoe hij twee makrelen, weliswaar in kleine hapjes, naar binnen moest krijgen. Kampioen leren viseten, blijft Yumni die het na een nacht voor elkaar had. Joeke blijft trouwens jaloers op zijn zusje Dayenne. Regelmatig probeert hij moeder Toos te verleiden hem toch nog lekkere hapjes te geven. Tante Saar is door deze puber al een keer gedekt. Of daar wat van gekomen is, weten we volgend jaar. Toska is eigenzinnig en de hardleerste
n
i
Eind mei ging het nieuwe weidevogelgebied open voor publiek. De vogels hebben ondertussen niet stil gezeten. Alle vogelsoorten hebben jongen voortgebracht. De kemphanen en kluten in groten getale. De hop blijft overdag in het binnenverblijf achter de rode ibissen. In de avonduren schijnt hij/zij (?) wel naar buiten te komen. In het achterste gedeelte doen de bijeneters hun best. Maar liefst 40 gaten telde ik in de berg. De jonge vaders en moeders vliegen in en uit met lekkere hapjes in de bek. In ieder vlieggat staat een stokje om de aanvliegroute te vergemakkelijken. Bovenop de berg nestelen zwarte ibissen. Vanuit de kijkhut zittend op het bankje zie je nog net de wiebelige nekjes van de jongen. Hoeveel jonge bijeneters geboren zijn, weet volgens mij niemand precies of het moet de onderzoekster zijn die met haar verrekijker op de uitkijk staat. Eerder deed zij onderzoek naar de voortplanting van de flamingo’s, maar 4
die vertikken het om eieren te leggen op hun heuveltjes. De lepelaars zijn uitgebreid met een Europese lepelaar die gewond binnengebracht is bij een vogelasiel in Den Haag.
van het stel. Het liefst eet ze haar makreel, haring keurt ze af, in muizenhapjes vanuit het binnenverblijf uit de hand van de verzorgers. Helaas is vader Pleun op 4 juli gestorven. Moeder en dochter poedoe wachten nu samen op hun nieuwe verblijf in het ZuidAmerika deel. Bij de bizons is moeder Demi bevallen van dochter Gozewina. Vader Clint vindt dat maar heel gewoon. Bass rock begint lekker vol te raken. De zeekoeten en drieteenmeeuwen doen het zoals ieder jaar prima. De papagaaiduikers zijn wat zuiniger. Zij hebben enkele jongen voortgebracht. De nieuwelingen zijn wat ondernemender dan de oudjes. Die blijven toch veel boven op hun rotskant (linkerzijde) plakken. De jongen zwemmen vrolijk tussen de zeekoeten. Dit jaar hebben de verzorgers een plan gesmeed om de eidereenden te gerieven. Achter een uitstekende rots kregen zij een eigen plek om een nest te bouwen. Dat heeft ertoe geleid dat er nu 4 jonge eidereenden rond zwemmen. We moeten even afwachten of het mannetjes of vrouwtjes zijn. De mannetjes worden in de winter spierwit van boven en zwart van onder. In deze zomertijd overheerst de zwarte kleur op de veren. De vrouwtjes zijn mooi gespikkeld >
Jonge zeeleeuw Troy - foto’s Joost Hubeek 5
n
i
e
u
w
s Jonge bizon - foto: Joost Hubeek
bruin. De zeebaarzen die nogal door de zeekoeten gepest werden en daardoor in een hoekje bleven hangen, veroveren meer ruimte. Nu behoort de hele rechtkant tot hun territorium.
??????_ foto: Aart Pijl
Zaterdag 20 oktober 2007: Opening verblijven voor servals, poedoe’s en cavia’s. Verzamelen om 15.00 uur bij de Lotus Serre.
Komt allen! 6
Eindelijk is het sepia aquarium weer gerepareerd. Het had wat voeten in de aarde om het lekke bassin potdicht te krijgen. Nu kunnen de sepia’s en zeenaalden die achter de schermen wachten op hun eigen stekkie spoedig genieten van het ruime sop. Hopelijk gaat dat goed. De vorige poging was niet erg succesvol. U vindt dit sepia paradijs bij de ingang van het Oceanium. In het volgende aquarium doen de eetbare zeeappels het erg goed. Ik telde er zo’n stuk of tien. Het lijkt wel of er sneeuw in dat aquarium ligt, merkte een jongetje op. Dat komt door uitbundige groei van zeeanjelieren. In de Gibraltar bak, even verderop, lichten de zeewaaiers als witte doorzichtige vlaggen op. Kijkt u ook even in het koudwater koraal aquarium? U weet wel daar waar eerst die grote kreeft zat. Goed opletten, want er zit in dat bassin naast het koraal allerlei klein spul dat beweegt. Ik geloofde het niet. Het bordje was ondertussen al maanden weg. Maar ze zitten er echt! De pinché aapjes in de ruimte achter de dikke piranha’s en dwergkaaimannen. Eindelijk op een maandag rond vier uur, blijkbaar etenstijd, stond er één op de uitkijk. Nieuwsgierig bekeken we elkaar vanachter een pilaar. In mei kregen zij twee jongen. Die laten zich hopelijk wat vaker
bewonderen in hun verblijf tussen die grote planten en bomen. Toen ik daar zo stond hoorde ik ook vogelgeluiden. Vliegen er ook vogels los in de Caribische hoek? Nee, dat gekwetter bleek uit het verblijf van de Cubaanse hutia’s te komen. Die zaten ook te roepen om een lekker maaltje. Het aantal koningspinguïns zit al een tijdje op 23 exemplaren. Dat is inclusief het jong van augustus 2006. Die zwemt na een verblijf van circa 11 maanden op het droge, sinds een poosje met de rest mee. Nu is de puber nog te onderscheiden van de volwassen vogels door het diepzwarte van de rug en het ontbreken van oranje vlekken op snavel en kop. Door de herinrichting van het verblijf zijn de pinguïns nog beter in het water en op hun rotsstrandje te zien. Op 13 juni worden 20 korenwolven geboren. Een mooi resultaat voor deze met uitsterven bedreigde dieren die allemaal weer in het wild uitgezet worden. Jammer dat wij, gewone bezoekers ze nooit te zien krijgen. Het schijnt dat ze in de stal bij de koedoes zitten? In de Rivièrahal staan de couveuses voor de eieren die bij de ouders gevaar lopen. Achter het glas staan altijd wel een paar jonge kuikens onder de warme lampen. Tevens wordt daar een aantal vogels handmatig gevoerd. Onder andere twee toco toekans. Twee klein bolletjes met een hele grote snavel die snel van bolletjes uitgroeien tot ze lijken op hun fraai gekleurde ouders. >
Vrijwilligers gezocht! Alweer ruim twintig jaar zorgen de Vriendenwinkels, onder de bezielende leiding van Greet en Henk Gerritse, voor veel inkomsten voor onze Vereniging. Met een jaaromzet van zo’n € 150.000,- zijn het de winkels die de Vrienden-projecten in belangrijke mate mogelijk maken. Ook zijn zij vaak het eerste aanspreekpunt voor geïnteresseerde bezoekers. Menigeen werd lid van de Vrienden via de winkels.
Jonge kameel - foto: Joost Hubeek
Naast de toekans is de uilnachtzwaluw aldaar groot gebracht. Het lijkt wel een warrige bol met een en al kop zonder nek en grote grijze wenkbrauwen. Tegenover de vogelkweek ligt de reptielenkweek. Daar zijn weer de nodige schildpadden, agames, slangen en varanen uit het ei gekropen. Zoals 10 Californische lintslangen en een Filippijnse watervaraan. Maar liefst twee zebra’s zagen in de maand juli het levenslicht. Op 8 juli kwam Elena ter wereld. Pa Loro en ma Erika behoren tot de chapman zebra’s. Deze soort heeft een mooi patroon van licht bruine strepen afgewisseld met donker bruine. Net of iedere donkere streep een schaduw op de huid werpt. Nog geen tien dagen later kruipt een tweede jong uit haar moeders schoot. De naam moet ik u nog even schuldig blijven. De twee dartelen samen vrolijk tussen het harem van Loro en de medebewoners van de savanne, de struisvogels. Dat wat nog in de toekomst ligt en waar ik benieuwd naar ben: het geheimzinnige nieuwe verblijf naast de zeeleeuwen, hoe vergaat het Bokito als ze met z’n allen op het nieuw ingerichte gorilla eiland aankomen, willen de sepia’s groot groeien, is het vrouwtje van de renkoekoek weer achter de schermen verdwenen om de lieve vrede te herstellen?
In 1983 begonnen Henk en Greet in de oude Vriendenkiosk bij de flamingo’s. Greet Gerritse: “Bij de flamingo’s stond de Vriendenkiosk. Die hebben we schoongemaakt en weer ingericht als winkel. Alle spullen er opnieuw ingezet, maar nu op plankjes en in kastjes. En natuurlijk een koffiezetapparaat. Alles in dat hokje. Je kon je kont niet meer keren. Knettergek werden we er. We hadden er ook een heliumfles staan, op de knakendag knoopten we dan gemiddeld zo’n 1700 ballonnen, dan liepen we minstens drie weken met zeer gevoelige vingertoppen rond. Maar het was een grote sprong voorwaarts. We hebben daar heel veel mensen lid gemaakt van de Vereniging. Op een Algemene Ledenvergadering werd er nog speciaal stil gestaan bij het feit dat we soms op één dag een omzet haalden van fl. 2000,-.” Daarna ging het snel. Op aanraden van Jacques Radder van de Diergaarde kwam er een nieuwe winkel tegenover het oude tijgerterras (waar nu de hyena’s lopen). Daar waren immers altijd mensen. Henk Gerritse: “Wij kwamen met het plan om een soort tuinhuis te laten neerzetten van vier bij vijf meter, met veel glas en schuiframen. Dat zou een enorme verbetering zijn ten opzichte van de kiosk. Dorresteyn vond het geen probleem en stelde een budget beschikbaar. Toen hadden we even spijt dat we niet zes bij acht meter hadden gezegd…” Later volgde nog een tweede winkel bij de tunnel naar het Oceanium. Maar weinig mensen realiseren zich hoeveel werk er gaat zitten in het runnen van de winkels. Op mijn verzoek gaven Greet en Henk een overzicht. “Het nieuwe seizoen begint in november. Dan gaan we een hele dag naar onze leverancier van
Wie? komt ons
promotieteam versterken?
klein spul. De hele dag ben je aan het kijken en kiezen en aan het onderhandelen over de prijs. s Avonds om negen uur ben je dan thuis en heb je voor zo’n € 50.000,- aan kleine dingetjes ingekocht. De bestelling wordt afgeleverd in maart. Dan heb je zo’n 12.000 artikelen in je handen. Alles moet worden uitgepakt, geprijsd, gecontroleerd en weggezet.” Elke twee maanden worden er verschillende leveranciers bezocht. Daar wordt het mooie pluche ingeslagen. Het enthousiasme is overslagen. Een leverancier in Zevenbergen is zelfs lid geworden van de Vrienden en heeft ook zijn bedrijf lid gemaakt. Greet: “Het is er soms beregezellig. Dan worden we weer gebeld door een leverancier met de mededeling ‘ik heb wat leuks voor jullie, kom maar langs, maar je moet wel gebak meenemen’. Dan zit je daar dus de hele dag, maar je merkt dat je een goede relatie hebt opgebouwd. Die mensen zoeken echt naar leuke dingen voor ons.” Om al dat promotiewerk te kunnen doen heb je een flink team nodig. Greet: “Het promotieteam bestaat uit ruim veertig mensen. Sommige mensen kennen we al jaren. Daar kunnen we altijd van op aan. En het is allemaal vrijwilligerswerk in de vrije tijd. Die mensen zijn goud waard voor de Vereniging.” Het promotieteam kan een paar extra handen gebruiken. Heeft u vrije tijd en wilt u deel uitmaken van deze gezellige familie, neem dan contact op met Greet Gerritse: 010-4663682. Wij kunnen uw hulp goed gebruiken! Tekst: Marcel Kreuger 7
Alle hoop gevestigd op Bogan en Cleopatra Tekst: Trix Vermeulen Met dank aan Martin van Wees (Diergaarde Blijdorp) Fotografie: Peter van Norde
Blijdorp heeft drie Amoerpanters, de twee mannetjes Bogan en Abu en het vrouwtje Cleopatra. De Amoerpanter is zeer bedreigd, zowel in het wild als in gevangenschap. In het wild leven er nog zo’n 40. In gevangenschap zijn het er ongeveer 130, waarvan slechts enkele raszuiver zijn. Alle aandacht is daarom gericht op het behoud van deze prachtige panter.
veranderen in nagenoeg boomloze weilanden, wat het gebied geheel ongeschikt maakt voor de panters. Door een lange strook grond te voorzien van grote bomen die het vuur kunnen doorstaan, zorgt de stichting Tigris ervoor dat het leefgebied van de panters beschermd wordt.
De Amoerpanter is een van de acht ondersoorten van de panter. Hij is vernoemd naar de Amoerrivier die voor een groot deel de grens vormt tussen Rusland en China. De Amoerpanter leeft in Khasan, tussen Vladivostok in Rusland en de grens met China. In de jaren zestig en zeventig was het aantal Amoerpanters nog aanzienlijk groter dan de veertig van nu. Door jarenlange jacht en stroperij om zijn vacht en botten is hij uit het grootste deel van zijn leefgebied verdwenen. Ontginning, bosbranden en aanleg van oliepijpleidingen tasten zijn leefgebied steeds verder aan.
Soms wordt een Amoerpanter door een boer gedood als hij een bezoek aan een boerderij brengt en een van de dieren doodt. Het gaat vaak om hertenboerderijen. Elk hert dat gedood wordt is een groot financieel verlies voor een boer. Daarom compenseert de stichting ieder boerderijdier dat gedood is door een Amoerpanter. Zo wordt voorkomen dat de boeren de panters doden.
Verschillende organisaties doen er alles aan om de Amoerpanter te beschermen. Zo hebben WWF, Greenpeace en het International Fund for Animal Welfare (IFAW) met succes gelobbyd tegen de bouw van een oliedistributiestation en de aanleg van een oliepijplijn, beide middenin het leefgebied van de Amoerpanter. Het Russische oliebedrijf koos door de lobby een andere locatie voor hun station en president Poetin besliste dat de pijplijn op een voor het milieu gunstiger locatie moest komen. Een andere belangrijke organisatie is de Stichting Tigris. Deze stichting heeft een zeer uitgebreid programma voor het 8
behoud van de Amoerpanter. De stichting steunt verschillende anti-stroperijteams. Deze teams zoeken naar wapens en gestroopte dieren, sinds kort ook met Duitse herders. De honden kunnen met hun reukvermogen sporen volgen die voor de mensen onzichtbaar zijn. De teams hebben een netwerk opgebouwd van infiltranten die hen van informatie voorzien. Een ander onderdeel van het programma is het tegengaan van bosbranden. De lokale bevolking verbrandt de bosvegetatie om de groei van varens te stimuleren, die in Rusland en China vaak als voedsel gebruikt worden. Met deze branden worden de jonge bomen gedood en blijven uiteindelijk alleen de volwassen eiken over. De bossen
Educatie en bewustwording zijn misschien wel de belangrijkste activiteiten van de stichting. Veel mensen weten amper van het bestaan van de Amoerpanter af. Een groot deel van de activiteiten is gericht op schoolkinderen. Door de jeugd bewust te maken zullen er in de toekomst hopelijk minder stropers en bosbranden zijn. Blijdorp steunt de stichting Tigris met donaties en helpt haar het uiteindelijke doel te bereiken: het uitzetten van Amoerpanters in hun natuurlijke leefgebied. Hiervoor is het noodzakelijk dat de panters van Blijdorp zich voortplanten. Maar dit is veel makkelijker gezegd dan gedaan. In 1993 wordt het door de Vrienden gesponsorde verblijf van de Amoerpanters > geopend. Tien jaar later wordt in het
Vriendennieuws op de eerste jaren teruggeblikt. Toen, in 2003, woonden er twee Amoerpanters in Blijdorp, Bogan en Nouschka. Bogan was toen vier jaar. Hij is een van de weinige nog raszuivere Amoerpanters in gevangenschap. In het verleden is er nogal eens gefokt met Amoerpanters en Chinese panters. Dit heeft ertoe geleid dat de meeste Amoerpanters niet raszuiver zijn. Voor het fokprogramma is besloten dat alleen raszuivere en hybride panters, die niet meer dan 12,5% van de Chinese panter in de bloedlijn hebben, mee mogen doen. Nouschka is zo’n hybride die aan het fokprogramma mag deelnemen. Nouschka kwam vanuit Leipzig naar Blijdorp in de hoop dat zij met Bogan voor nageslacht kon zorgen. Het eerste contact tussen Bogan en Nouschka verliep niet vriendelijk, de dieren reageerden agressief op elkaar. Als de dieren zo agressief naar elkaar bleven reageren, zouden er andere oplossingen bedacht moeten worden, bijvoorbeeld het omwisselen van het vrouwtje of kunstmatige inseminatie. Nu, in de zomer van 2007 spreek ik met Martin van Wees om te horen hoe het de Amoerpanters sinds 2003 vergaan is. Met Bogan en Nouschka is het helaas niet goed afgelopen. Zoals al een beetje verwacht, bleef het contact zeer agressief. Nouschka is tweemaal kunstmatig geïnsemineerd. Blijdorp is er zo goed als zeker van dat de eerste keer inderdaad tot jongen heeft geleid. De camera’s in het verblijf lieten het afweten, waardoor er geen bewijs is. De jongen, als ze er waren, hebben het spijtig genoeg niet overleefd.
Een jaar later is Nouschka opnieuw geïnsemineerd, maar ze is niet drachtig geworden. Nouschka kreeg verschillende fysieke complicaties waaraan ze eind 2004 is overleden. Bogan bleef alleen over. In de zomer van 2006 zijn er twee dieren uit Engeland gekomen, Abu (man) en zijn zus. Beide dieren waren niet raszuiver, maar hybriden die deel mochten uitmaken van het fokprogramma. Het vrouwtje ging de zomer lang aan de pil met het idee om haar in het vroege voorjaar te insemineren. Het publiek kon zo in ieder geval de hele zomer van twee Amoerpanters genieten. Op 1 september van dat jaar gebeurde er iets vreselijks. Terwijl het vrouwtje lag te slapen, viel Abu haar zomaar uit het niets aan en doodde haar. En wat nu? Het fokprogramma pakte niet uit zoals gewenst, dat was duidelijk. Er is overwogen om dan maar met een ondersoort te fokken. De stamboekhouder van de Amoerpanter wilde Blijdorp echter nog een kans geven, omdat Bogan erg belangrijk is vanwege zijn raszuiverheid. Naast Bogan leven er in gevangenschap slechts twee andere raszuivere Amoerpanters, de broer en zus van Bogan. Gelukkig kreeg het fokprogramma in Blijdorp in november 2006 een nieuwe kans met de komst van Cleopatra uit Kopenhagen. Om de kans van slagen van de kunstmatige inseminatie zo groot mogelijk te maken, moet de cyclus van het vrouwtje inzichtelijk zijn. Daarom wordt
iedere dag op basis van de urine de hormoonspiegel bepaald. Het insemineren moet vlak voor de eisprong gebeuren. Door urineonderzoek is dit moment nauwkeurig te bepalen. Bovendien wordt er gekeken naar de gedragingen van het dier. Specifieke krolse gedragingen zijn rollen, sproeien en bepaalde geluiden maken, die we van onze vertrouwde huispoes zo goed kennen! Dit gedrag wordt door middel van camera’s gevolgd. Met al deze informatie kan precies bepaald worden wanneer Cleopatra het beste geïnsemineerd kan worden om bevrucht te raken. Het insemineren wordt ruim van te voren gepland, want het vergt enige organisatie. Zo moeten er mensen uit Berlijn komen van het IZW, een organisatie die gespecialiseerd is in het insemineren. Ook moet er iemand van de Erasmus Universiteit zijn, die zorgt dat de ingevroren sperma van Bogan voorhanden is. Waarschijnlijk zal Cleopatra in het voorjaar van 2008 (februari - maart) voor het eerst geïnsemineerd worden. Het tweede mannetje in Blijdorp, Abu, staat op een zijspoor. Het is een erg mooie panter, maar wat genetisch materiaal betreft niet zo belangrijk als Bogan. Voor Abu zal een plaats in een andere dierentuin gezocht worden, waar bezoekers deze prachtige panter kunnen bewonderen. In Blijdorp is alle hoop gevestigd op Bogan en Cleopatra. Hopelijk zorgen zij voor zoveel nageslacht dat er in de toekomst Amoerpanters in het wild uitgezet kunnen worden en hun aantallen zullen toenemen. 9
Bestrijding van plaagdieren Tot voor kort had ik er nauwelijks last van. Meewarig bekeek ik de haveloze planten bij andere tuinliefhebbers en was stiekem trots op mijn gave hosta’s. Ze stonden er fier bij; geen gaatje te bekennen. Dit voorjaar was het anders…
Ze kwamen met honderden. Al snel was er geen enkel blad meer heel. Elke avond ging ik met een zaklamp door de tuin om ze te vangen. Een smerig werkje, want ze verstopten zich graag in de steelaanzet. Vroeg in de ochtend kon ik hele colonnes betrappen op het tuinpad. Eén plant was duidelijk favoriet, van de grote bladeren restte slechts een raamwerk van nerven. Toen ik op een ochtend van een aantal zorgvuldig opgekweekte zaailingen slechts de steeltjes aantrof was de maat vol. Ik verklaarde de oorlog aan de slakken en ging korrels kopen.
Plaagdieren Als u in juni de Victoriaserre hebt bezocht is het u waarschijnlijk opgevallen; de statige bladeren van de reuzenwaterlelie (Victoria Amazonica), die normaal een frisgroene kleur hebben, waren bruingeel en de
bloemknoppen kwamen niet uit, ondanks het hete weer. De plant werd belaagd door trips. Dit zijn kleine insecten die het sap uit de bladeren zuigen waardoor deze verkleuren. Insecten die plantendelen eten of het sap uit de bladeren zuigen zijn er in vele soorten. Zolang ze met niet teveel zijn is het geen probleem. Maar zodra hun aantal hoog oploopt worden planten zichtbaar aangetast en kunnen uiteindelijk afsterven. Deze belagers worden plaagdieren genoemd. In Blijdorp worden plaagdieren al jarenlang op biologische wijze bestreden door een gespecialiseerd bedrijf. Onlangs liep ik mee met Jeroen van Schaik van Entocare om meer over biologische bestrijding te weten te komen. Gewapend met een loepje en een koffertje vol geheimzinnige buisjes en zakjes bekijkt hij de toestand van de planten in de kassen en in de overdekte publieksruimtes.
b
b
o
t
a
n
i
s
c
h
l
i
j
d
o
r
Tekst en foto’s: Monique van Leeuwen- Maat Met dank aan: Jeroen van Schaik (Entocare), Martin de Zeeuw en Juul van Dam (Diergaarde Blijdorp)
Bestrijding Vroeger werden de plaagdieren bestreden met giftige rook. In de kassen werden rookpotten gezet. De rook zorgde ervoor dat dieren als bladluizen en witte vlieg het loodje legden. Een biologe van de Hortus in Leiden startte als eerste met de biologische aanpak van plaagdieren. Dat was begin jaren ‘80. De plaagdieren hebben namelijk natuurlijke vijanden. Bladluizen bij voorbeeld worden gegeten door de larven van lieveheersbeestjes. Als je genoeg lieveheersbeestjes op de planten weet te krijgen, zullen die de luizen bestrijden. Je krijgt de plaagdieren nooit helemaal weg, maar het streven is om een natuurlijk evenwicht te krijgen. Ook vroeger met de rookpotten waren er altijd wel dieren die het overleefden en speelde de plaag na enkele maanden weer op. Omdat de proef in de Hortus in Leiden succesvol was, volgden meer botanische
p
Ruimen aangetaste bladeren Victoria - foto: Monique van Leeuwen 10
p r o d j i l b
tuinen. De vraag naar biologische bestrijding werd zo groot, dat begin jaren ‘90 Entocare werd opgericht. Het bedrijf is gevestigd in Wageningen. In grote kassen worden daar dieren gekweekt die ingezet worden voor biologische bestrijding van diverse plaagdieren. Maar om die dieren te kweken heb je plaagdieren nodig, dus ook die worden daar gekweekt. Het is zeer specifiek werk, dat veel kennis over plaagdieren en hun bestrijders vergt. Zes keer per jaar komt Jeroen naar Blijdorp om de toestand van de planten in de kassen te bekijken en waar nodig insecten uit te zetten. Daarbij zijn de aanwijzingen van de kasmedewerkers belangrijk. Zij zien de planten immers iedere dag en herkennen direct wanneer planten door plaagdieren geteisterd worden.
Bestrijders loslaten - foto: Monique van Leeuwen
b
o
t
a
n
i
s
c
h
Jeroen van Schaik, Entocare foto: Monique van Leeuwen
Als er tussentijds een explosieve groei is van plaagdieren melden zij dit bij Entocare en de benodigde bestrijders worden opgestuurd. Niet alleen botanische tuinen maken gebruik van biologische bestrijding. Ook in de tuinbouw heeft het gebruik van agressieve middelen steeds meer plaats gemaakt voor biologische bestrijding. Bij de tomatenteelt in Holland wordt zelfs alleen nog maar volgens de biologische aanpak gewerkt.
Klein maar gevaarlijk In de orchideeënkas treffen we Martin de Zeeuw aan. Hij is bezig minuscule witte beestjes op te vissen uit een van de waterbakken. Op het eerste gezicht lijken het wolluizen. Maar schijn bedriegt. “Ik ben bezig met een reddingsoperatie van mijn vriendjes”, legt Martin uit. De diertjes zijn larven van het Australisch lieveheersbeestje. Deze bestrijden een bepaalde luizensoort. Omdat het een exotische luizensoort is, heb je een exotisch lieveheersbeestje nodig voor de bestrijding ervan. Met je neus ongeveer boven op het beestje zie je het verschil tussen de larve en de wolluis. Behoedzaam zet Martin de larven tussen zijn geliefde orchideeën. “Zo, die kunnen aan het werk.” Lieveheersbeestjes zijn niet heel erg kieskeurig; zij eten meerdere soorten luizen. Dat geldt niet voor andere bestrijders. Sluipwespen zijn heel specifiek. In de Blijdorpse kassen komen vier soorten wolluis voor. Er worden meerdere soorten sluipwespen ingezet om onder andere de citruswolluis en de langstaartwolluis te bestrijden. Bij het woord sluipwesp denk ik aan een groot insect, een soort ME-er die wordt ingezet als de boel echt uit de hand dreigt te lopen. Het tegendeel blijkt waar. Ze zijn juist erg klein, de kleinste sluipwespensoort is slechts 0,2 millimeter! Een sluipwesp boort een gaatje en legt zijn eitje in een luis. Deze wordt dan van binnenuit opgegeten. Met een loepje staat Jeroen voorovergebogen een plant te bestuderen die vol zit met dopluis. Door het loepje kan hij zien of er een klein gaatje in de dopluis zit. Zo weet hij of de luis geparasiteerd is door een sluipwesp. Het werken met deze insecten is dus echt millimeterwerk!
Plagen en geplaagd worden Tussen de planten in de kassen hangen kleine zakjes waar bepaalde bestrijders uit kruipen. En in het koffertje van Jeroen zitten buisjes en potjes met diverse soorten bestrijders. Tussen de planten staan ook potjes met een deksel met kleine gaatjes. Hierin zit Borax, om de mieren te bestrijden. Mieren tasten zelf de planten niet aan, maar hinderen de sluipwespen in hun werk. Ze beschermen de luizen tegen de sluipwespen en jagen deze steeds weg zodat die letterlijk hun ei niet kwijt kunnen. Mieren zijn namelijk dol op honingdauw. Deze kleverige vloeistof scheiden de luizen uit. De mieren verzamelen de honingdauw en geven het aan hun larven. Datzelfde doen ze met Borax. Alleen kunnen de larven dan niet verder vervellen en deze zullen niet uitgroeien tot mieren. De trips die de waterlelie in de Victoriaserre teisterde werd bestreden met een rooftrips. Deze rooftripsen eten de bladzuigende tripsen. De aangetaste bladeren werden afgesneden en weggehaald, in de hoop dat zich weer nieuwe bladeren en knoppen zouden vormen. Toch was er eind juli geen blad meer te zien in de ronde vijver van de Victoriaserre. Het sombere weer in juli, in combinatie met de aantasting door trips, heeft de plant ernstig verzwakt. De rooftripsen die waren uitgezet konden de vijand niet de baas. Bij het weghalen van de bladeren werden ook nog sporen van vraat gevonden. Helaas konden we in het jubileumjaar niet genieten van de koningin onder de waterlelies. En wat betreft de planten in mijn eigen tuin: de slakkenkorrels hebben hun werk gedaan. Een heleboel slakken zijn gesneuveld. Hoewel de korrels volgens het etiket niet schadelijk zijn voor andere dieren, heb ik de dode slakken zoveel mogelijk verwijderd. Tijdens het Verborgen Tuinen weekend van begin juni kreeg ik advies van een vrouw met een schitterende verzameling hosta’s en een berg ervaring. Als je vóór 21 juni de hosta afsnijdt tot op de grond, komt deze daarna weer helemaal gaaf op. Het vergde wel wat moed. Met een groot keukenmes maakte ik met bloedend hart de plant met de grond gelijk…. Het gaf een akelig gat in de beplanting. Maar al na enkele dagen begonnen er puntjes uit de afgesneden stomp te groeien. En nu staat er weer een schitterende hosta. Nog niet zo groot als hij eerst was, maar de bladeren zijn puntgaaf!
Voor meer informatie over biologische bestrijding: www.entocare.nl 11
Zonnen onder de UV-lamp - foto: Jan Breedijk
k
o
u
d
b
l
o
e
d
Geïntegreerde Australiërs
Baardagamen ‘Mijn spreekbeurt gaat over baardagamen. Ik heb dit onderwerp gekozen, omdat ik van dieren hou en mijn vader baardagamen heeft dus leek het me wel een leuk onderwerp.’ Zo begon een half jaar geleden de spreekbeurt van mijn zoon, Jari. Powerpoint erbij, nog wat mooie geprinte foto’s om op te hangen en natuurlijk moest papa naar school komen om het voedsel en een echte baardagame te laten zien. Beoordeling; Goed. ‘Zo papa, nu kun je hier wel een artikel over schrijven.’ En dat heb ik nu inderdaad gedaan.
Wat is een agame? Baardagamen zijn hagedissen. Baardagamen horen bij de leguanen familie. Hun Latijnse naam is Pogona vitticeps. Ze zijn van de onderfamiliesoort agamen, zoals: wateragamen, kolonistenagamen, doornstaartagamen. Er zijn 300 soorten agamen, verdeeld over 30 geslachten. Veel agamen lijken op één of andere leguaan als je oppervlakkig kijkt. Maar agamen hebben een acrodont (de tanden staan op de kaak) en leguanen een pleurodont gebit (de tanden staan 12
naast de kaak). Agamen hebben een grote, driehoekige kop met een stompe snuit. Ze zijn krachtig. Hebben vaak lange poten en een staart die even lang of langer is dan de rest van het lichaam. Ze hebben huidplooien, stekels en kammen. Meestal zijn ze bij de mannetjes groter dan bij de vrouwtjes. In bomen levende agamen, zoals de wateragame, hebben een zijdelings afgeplat lichaam. Bodembewoners zoals de baardagame zijn horizontaal afgeplat.
Tekst en foto’s: Jan Breedijk Met dank aan: Henk Zwartepoorte (Diergaarde Blijdorp) en Jari
Hoe ziet de baardagame er uit? Bij een baardagame zit de kam van stekels niet op zijn rug, maar aan de zijkant van zijn lichaam en vooral onder zijn kop. Vandaar de naam baardagame. De stekels zien er enger en scherper uit dan dat ze zijn. Een boze baardagame zet zijn keel op, zodat alle stekels rechtop gaan staan. Als hij rustig is dan zitten ze plat tegen zijn kop. Een baardagame is meestal lichtbruin tot grijs, maar ze zijn er ook in de kleuren roodbruin, geel, goud en geelgoud. De baard van een boos of opgewonden mannetje wordt zwart. Baardagamen hebben sterke poten met scherpe klauwen waarmee ze goed kunnen graven en klimmen. De staart van een baardagame is de helft van zijn lichaam. Een baardagame heeft aan beide kanten van zijn kop hele goede ogen zitten, zodat hij naar voren, naar achteren en opzij kan kijken of hij voedsel of gevaar ziet. Hij heeft een grote bek vol met kleine, scherpe tandjes. Daarboven zitten twee kleine gaatjes; dat is zijn neus. Zijn oren zijn twee grote gaten, >
Nieuwsgierig
afgedekt met een duidelijk zichtbaar trommelvlies aan de achterkant van zijn kop. Een mannetje kan ongeveer 50 cm worden en een vrouwtje 60 cm. Baardagamen kunnen 8 tot 15 jaar oud worden.
Waar komen ze vandaan? Baardagamen komen uit Australië. Ze wonen in halfwoestijnen, savannes, en droge open bossen. In principe is de baardagame een grondbewoner, maar hij kan ook erg goed klimmen. Bijna alle baardagamen die je kunt krijgen in Nederland zijn gekweekt en zijn dus nooit in Australië geweest. De baardagame is niet bepaald een bedreigde diersoort. De hagedissen komen ook in de natuur nog veel voor.
Verzorgen Baardagamen worden gehouden in een horizontaal terrarium. Voor 1 baardagame moet het terrarium minimaal 150x50x50 cm groot zijn. Het is beter om 1 mannetje te hebben met 2 vrouwtjes en dan moet het terrarium natuurlijk nog wat groter zijn. Het terrarium moet van voren geopend kunnen worden. In de natuur komen vijanden van baardagamen, zoals roofvogels vanuit de lucht, dus als er een hand vanaf boven in de bak wordt gestoken, voelt het dier zich bedreigd. In een terrarium moeten stenen of droog hout aanwezig zijn als inrichting. Dat is zowel voor zonneplekjes als verstop- en schaduwplekjes. Ook moet er nog genoeg plek zijn om lekker rond te lopen. Er moeten minstens twee lampen in, waarvan er 1 warmer is dan de ander. De warmste moet ultraviolet licht geven. Daarvan maakt een baardagame vitamine D. Op de warmste plek zonnen ze tussen de 45 en 50 graden. In de hoeken hoeft het maar 32 graden te zijn. ’s Nachts mag de temperatuur zakken tot 15 à 17 graden. Op de bodem ligt calciumzand. Dat is zand met kalk. Als de baardagame per ongeluk het zand mee opeet is dat goed voor zijn botten (gebruik geen gewoon zand, want dat
Stekels duidelijk zichtbaar
gaat erg stinken). Baardagamen eten vooral kleine beestjes zoals krekels, sprinkhanen, spinnen, moriowormen en regenwormen, maar ook groente, fruit en bloemen. Probeer dit te geven in een verhouding van 75% dierlijk en 25% plantaardig voedsel. Vooral paardenbloemen vinden ze erg lekker. Een bakje met vers drinkwater is ook noodzakelijk, ook al halen ze vrij veel vocht uit hun voedsel. Over het eten moeten regelmatig vitamines en mineralen gestrooid worden. Als dat niet gebeurt, kunnen ze ziek worden, kleiner blijven of vergroeiingen krijgen.
Jonge baardagamen Baardagamen houden een winterrust. Na de winterrust gaan ze paren. Als een mannetje een vrouwtje ziet gaat hij knikken met zijn kop en hij zet zijn baard op als hij wil paren. Het mannetje bijt het vrouwtje dan in haar nek en daarna paren ze. Het vrouwtje wordt na een paar weken dik en je ziet bulten in haar buik. Het vrouwtje zoekt een vochtig, warm plekje en graaft daar een holletje. Daarin legt ze 10 tot 30 eieren. Het vrouwtje maakt het hol weer dicht en stampt het aan. Als je echt wilt dat de eieren uitkomen moeten ze eruit gehaald worden en in een broedstoof worden gedaan. Een broedstoof is een bak met een laagje warm water bijna helemaal afgedekt met een glasplaat. De eieren doe je in een vochtig substraat (bv een zand/turf mengsel of vermiculite) vlak boven het water in afgesloten bakjes om te voorkomen dat de jonge dieren vlak na het uitkomen verdrinken. Het moet in de broedstoof 28 tot 32 graden zijn. De eieren van een hagedis kunnen niet breken. Hagedissen hebben een ei met een leren buitenkant. Er kunnen zelfs deukjes in zitten. Na 55 tot 75 dagen komen de eieren uit. Als het iets te koud was, komen er alleen maar vrouwtjes uit. Als het iets te warm was, alleen maar mannetjes. De kleintjes eten al snel groenvoer. De bak moet elke dag besproeid worden, want ze drinken dan nog erg veel. Ze hebben veel vitaminen en
mineralen nodig. Al snel eten ze ook kleine krekeltjes. Na 1 tot 2 jaar zijn ze volwassen. Doe ze voor die tijd niet bij hun ouders, want die eten ze op. Als ze volwassen zijn mogen de mannetjes niet meer bij elkaar, want anders gaan ze vechten.
In Blijdorp In Blijdorp zijn de baardagamen te vinden in de Rivièrahal. Staand voor het oude komodovaranenverblijf zijn ze te vinden in een terrarium dat zich aan de linkerkant om de hoek bevindt. Blijdorp telt de laatste 2 à 3 jaar twee mannelijke baardagamen. Doorgaans zitten ze beide in de collectie. Eén dier heeft een tijdje terug wat verwondingen aan zijn baard opgelopen door vechten. Toen is een stuk huid daarvan operatief verwijderd en tegelijk het botje dat de baard opzet weggehaald. Hij zit nu achter de schermen te herstellen en dat gaat goed. In de jaren ’70 is er geprobeerd te kweken met deze diersoort in Blijdorp. Er zijn jongen geweest, maar die werden niet groot. Doordat er door particulieren nu erg veel wordt gekweekt ziet de Diergaarde het nut er niet van in om dit zelf ook weer te gaan doen. In de jaren ’80 en ’90 zijn er ook nog baardagamen geweest in Blijdorp. Dat was vaak geen succes omdat het doorgaans afdankertjes waren. Dat Blijdorp, ondanks het veel voorkomen van deze hagedissensoort in particuliere terraria, toch baardagamen in de collectie heeft is op verzoek van de educatieve dienst. Ze worden gebruikt voor blindenrondleidingen. De reptielenpost plaatst een dier een uurtje voor de rondleiding in een bak bij de rondleidingsslangen. Na de excursie gaat het dier weer terug in zijn eigen bak. De dieren hebben er geen last van. Een van de redenen dat deze diersoort zo populair is bij terrariumhouders is dat ze nieuwsgierig en erg tam zijn. Ze schijnen de aandacht bijna op te zoeken. Zo heeft de baardagame op zijn tijd ook zijn uitje. Voor hem is zo’n hand van 37 graden een lekker warm plekje om even te genieten.
13
Groeten uit Sjanghai Dankzij de familie Rademakers blijven we op de hoogte van het wel en wee van ‘onze’ gorilla’s Dango, Quenta en Astra in Sjanghai: “Begin 2007 hebben we de Zoo in Sjanghai bezocht. We waren uiteraard heel benieuwd naar de leefomstandigheden van het gorillatrio. Het was erg fijn te zien dat hun onderkomen er prachtig uit ziet en ze hebben het er kennelijk goed naar hun zin. Het buitenverblijf is ook mooi en heel ruim opgezet.” Gorilla’s Shanghai - foto’s; Wim Rademakers
ZOO’N BOEK
DIEREN IN HET WILD
In zoo’n boek deze keer niet een boek, maar een serie boeken. ‘Dieren in het wild’ omvat tot nu toe boeken over pinguïns, beren en panda’s, olifanten, apen, walvissen en dolfijnen en wolven. De delen over de eerste vijf diersoorten hebben wij bekeken. Het boek over wolven is niet in ons bezit gekomen. De boeken zijn zo geschreven dat kinderen vanaf 10 jaar er goed mee uit de voeten kunnen. Maar ook voor volwassenen die geïnteresseerd zijn in niet al te diepgaande, maar wel zinvolle informatie is de serie de moeite waard. Omdat de boeken bedoeld zijn voor kinderen heb ik ze voor de beoordeling de boeken eerst eens voorgelegd aan een aantal leerlingen uit mijn groep 8 op een Rotterdamse basisschool. Ik heb hen gevraagd ieder een verslagje te maken over een deel van de serie. Per slot van rekening zijn zij de eerste doelgroep van de auteurs van deze serie. Paul (pinguïns), Carlo (apen), Hanneke (olifanten), Thomas (walvissen en dolfijnen) en Jeremy (beren en panda’s) kwamen tot vrij eensluidende conclusies. De eerste indruk was bij alle leerlingen positief. De tekst was voor alle kinderen duidelijk te volgen en moeilijke woorden worden aan het einde ook nog uitgelegd. De foto’s zijn mooi, zinvol en informatief en de boeken zijn zeer toegankelijk door een goede inhoudsopgave en een duidelijk register. Niet alleen willen de leerlingen deze boeken graag lezen, ook zijn ze goed te gebruiken voor het maken van een werkstuk of het houden van een spreekbeurt. Verdere reacties waren: “Leuk dat er ‘wist je datjes’ in staan” (Hanneke), “Ik vind het boeiend met mooie plaatjes” (Thomas), “Dit is gewoon een heel mooi boek” (Carlo), “Als er een moeilijk woord staat, wordt het direct uitgelegd” (Paul), “Er zijn ook nog feiten en informatie over andere dieren” (Jeremy).
14
Als leerkracht vind ik de mening van kinderen erg belangrijk als het gaat om een boek. Of het nu gaat om een leermethode, een leesboek of een informatief boek, zij moeten ermee werken. Boeit het boek een kind niet, dan neemt dat kind de informatie minder goed op. Is het boek pakkend, dan zullen zij het met plezier lezen en de informatie dus beter onthouden. De conclusie van bovenstaande kinderen dat de serie boeiend en informatief is kan ik dan ook helemaal beamen. Voor volwassenen kan de serie ook zeer aantrekkelijk zijn. De informatie in de boeken gaat echter niet zeer diep. Iemand die al veel weet over bijvoorbeeld olifanten zal niet bijleren uit deze boeken. Vooral voor mensen die een leuke serie boeken over dieren op de plank willen hebben met nuttige informatie over het leven van die verschillende diersoorten kan deze serie in een behoefte voorzien. De foto’s zijn inderdaad mooi. De informatie gaat net even verder dan ‘wat eet het dier?’ en ‘waar leeft hij?’. Mooie boeken om iets in op te zoeken of om gewoon op een regenachtige herfstavond eens lekker in te bladeren. De boeken zijn van uitgeverij de Lantaarn/Ruitenbergboek en via de boekhandel of bol.com verkrijgbaar voor € 9,95. Alle delen tellen 64 pagina’s. Pinguïns (Barbara Taylor) ISBN; 978-90-5426-406-4 Beren en Panda’s (Michael Bright) ISBN; 978-90-5426-023-8 Olifanten (Barbara Taylor) ISBN; 978-90-5426-021-9 Apen (Tom Jackson) ISBN; 978-90-5426-211-4 Walvissen en dolfijnen ISBN; 978-90-5426-017-2 Wolven ISBN; 978-90-5426-090-5 Tekst: Jan Breedijk Met dank aan: Paul Visser, Carlo Maier, Hanneke Geleijnse, Thomas Gollin en Jeremy Stork
v
r
i
e
n
d
e
n
Verslag voorjaarsreis
Zoo Wuppertal binnenverblijf. De apen zijn door het glas goed te zien in hun betonnen verblijf. Daarentegen hebben de gorilla’s en de orangs de beschikking over fraaie buitenverblijven. De dieren zijn daar goed te zien in een voor hen afwisselend verblijf. Een cynicus zou kunnen zeggen dat de orangs wel veel grond ter beschikking hebben voor in bomen levende apen!
Op 21 april om acht uur ’s morgens stonden twee bussen klaar op het Willemsplein om de meer dan 70 deelnemers aan de Vriendenreis te vervoeren. De weersvoorspellingen waren redelijk en pakten in de loop van de dag zelfs zeer goed uit. Na een tussenstop kwamen de bussen uiteindelijk in Wuppertal aan. In de Zoo was voor de Vrienden een ontvangst met lunch geregeld in het binnenverblijf van de olifanten. Wuppertal heeft Afrikaanse olifanten met momenteel enkele jongen. Dit alles was goed verzorgd. Na het maken van een groepsfoto op het buitenterrein van de olifanten (inderdaad vlak naast de Afrikaanse olifanten!), kon men facultatief deelnemen aan een excursie naar de nog niet geopende uitbreiding van de Zoo. Deze uitbreiding is ongeveer vijf hectare groot en zal alleen bewoond worden door Siberische tijgers en leeuwen. Wij kregen uitgebreid de gelegenheid om voor en achter de schermen het geheel te bekijken. Ook was het mogelijk in de binnenverblijven van de leeuwen te komen. Alhoewel het geheel fraai oogt, vroeg ik mij wel af of niet beter andere dieren (bv olifanten) dit grote terrein tot hun beschikking konden krijgen. Leeuwen slapen toch 20 uur per dag en zullen (tenzij een zeer grote groep
wordt gehouden) de ruimte niet benutten. Na de rondleiding was het prettig om door het fraaie park rond te lopen. Het park in Wuppertal is door zijn fraaie parkaanleg met gazons, bloemen en bomen uitermate geschikt om op een warme dag in rond te wandelen. Natuurlijk was er ook aandacht voor de dierencollectie. Er was veel te zien en enkele opvallende zaken zullen genoemd worden. Het logo van Wuppertal bestaat uit koningspinguïns, helaas zijn deze nog steeds te zien in een soort gekoeld aquarium. Daartegenover staat het verblijf voor de zwartvoetpinguïns. Dit is geheel nieuw en bestaat uit een waterdeel met daaraan zandstrand met rotsen, sterk gelijkend op de situatie in Zuid Afrika. Ook de mensapen zijn aanwezig. Wuppertal heeft gorilla’s, orangs, chimpansees en bonobo’s in de collectie. De chimps (twee stuks) en de bonobo’s hebben alleen een
Wat betreft vogels heeft Wuppertal een grote collectie. Naast watervogels in en om de grote vijver zijn er vele bijzondere of interessante soorten te zien. Te noemen zijn: de kagu, de schoenbekooievaar, lelkraanvogel, ibissen, roofvogels en de darwinnandoe. Het speciale vogelhuis bestaat uit een klassiek deel met aparte verblijven en een vrijevluchtdeel, waarin je rond kan lopen. Enkele opvallende bewoners zijn hier o.a. de kolibri’s, de rode rotshaan en de edelpapegaai. Het aquarium en het reptielenhuis is leuk voor de echte liefhebber. Bijzondere soorten zijn de Nieuw Guinea krokodil en de krokodilstaarthagedis. Tenslotte moeten kort genoemd worden okapi’s, cheetah’s (1 koningscheetah), geelrugduikers, Kodiakberen, Middenamerikaanse tapirs en Andesflamingo’s. Terugkijkend op deze fraaie dag zou ik Wuppertal willen omschrijven als een fraai aangelegd klassiek park waar duidelijk ontwikkeling in de verblijven is te zien. Er is nog geen duidelijke visie te ontdekken waar deze tuin naar toe wil in zijn geheel. Deze tuin is een aanrader vanwege de bijzondere collectie, het is echter geen topzoo. Tekst: Gerhard Tijssen Foto’s: Fred van Tiel
15
Masai-giraffe ‘Eusie’ in Blijdorp. Let op de vorm van de vlekken. De verzorgers hebben dit dier door de hongerwinter weten te loodsen. In een onverwarmd verblijf! Foto: Emmy van der Graaf
Masaigiraffe in de Serengetti in Tanzania, december 2006. Foto: Gerard Ouweneel
Het Blijdorp-logo: Giraffen en ‘Eusie’ Blijdorp heeft iets met giraffen. Dat blijkt uit het logo en de diverse ornamenten die in de tuin zijn terug te vinden. Gerard Ouweneel ging op onderzoek uit en groef in het verleden. Daarvoor raadpleegde hij ‘Het Nieuwe Diergaarde Boek’, een royaal uitgevoerde en geïllustreerde bundel met informatie over de oude Rotterdamse Diergaarde aan de Kruiskade dat dateert van kort na de voltooiing en openstelling van Blijdorp. Hij sprak met Gerrit van der Graaf, dierverzorger van 1943 tot 1987, en dook in zijn eigen geheugen. Tekst: Gerard Ouweneel
Dit boek bevatte beelden over de aanloop naar en bouw van het nieuwe Blijdorp en hoe de tuin er de eerste jaren uitzag. Deze foto’s konden echter niet allemaal in de oude Diergaarde of in Blijdorp gemaakt zijn. Zo stond op een ervan een reuzenpanda. Gerard weet vrijwel zeker dat in de oude of nieuwe Rotterdamse Diergaarde nooit een reuzenpanda was te zien. Daarom boeide ook een van de andere foto’s
16
hem. De bewuste prent toont twee koppen en een deel van de nekken van giraffen. De dieren staan tegenover elkaar en kijken links en rechts het beeld uit. Bij de foto staat vermeld dat deze inspireerde tot het alom bekende Blijdorp-vignet. Gerrit van der Graaf twijfelde direct of het om Blijdorpgiraffen ging. Uit het vlekkenpatroon blijkt dat het geen netgiraffen waren,
de ondersoort die Blijdorp al ruim een halve eeuw houdt. “En het zijn ook geen Masaigiraffen. Kijk maar, die vlekken hebben niet de vorm van een wijnblad,” ging Van der Graaf verder. “Toen ik in 1943 in Blijdorp kwam werken, was er maar een wijnblad. Dat was Eusie. Kijk dit is Eusie…! Let op de vorm van de vlekken: als de vorm van een blad van een druivenrank…”. En Gerrit haalde een schitterende foto van een Masaigiraf voor de dag, lang geleden genomen in Blijdorp.
Ondersoorten Om het mysterie rond de foto met de twee giraffenkoppen te ontrafelen, ontkomen wij niet aan wat systematiek. Een halve eeuw geleden onderscheidde men al acht ondersoorten. Maar in de ‘African Antilope Database 1998’ waarin ook de giraffen de revue passeren, voert de IUCN dertien ondersoorten op, verdeeld over zes hoofdgroepen. Waar de verspreidingsgebieden van de ondersoorten elkaar overlappen, komen ook mengvormen voor. Er is een ‘westelijke’ groep, met drie ondersoorten, waaronder de Nigeriaanse giraffe en de Kordofangiraffe. Deze westelijke groep leeft, of leefde, in de Sahelgordel. Aan het eind van de vorige eeuw waren er minder dan 3500 dieren over. De Nubische/Rothschild’sGiraffen, die voorkomen vanaf Zuid-Sudan tot in Kenia staan er niet veel beter voor. Maar getuige recente waarnemingen van piloten van de Verenigde Naties, zou het kunnen dat er in Zuidoost-Sudan nog aardig wat rondlopen. Kenia heeft nog eens twee ondersoorten binnen de grenzen: de netgiraffen en de Masai-giraffen. Met in totaal 46.000 exemplaren verspreid over het zuiden van Kenia en Tanzania is de laatste de talrijkste ondersoort. De giraffen die men ziet in de fameuze Serengetti zijn Masai’s. Daar nam als gevolg van stroperij en een ziekte tussen 1990 en 1996 de populatie af van 8830 naar 6170 individuen. In Zuidelijk Afrika leven nog eens zes ondersoorten, waarvan de Thornicroft’s giraffe die alleen voorkomt in de Luangwa Valley in Zambia er een is. Aan het eind van de vorige eeuw schatte de IUCN dat er in Afrika ruim 140.000 giraffen zijn. >
3: Netgiraffe in de oude Rotterdamse diergaarde met verzorger Goedemans. (Het Nieuwe Diergaardeboek)
is, zijn er buiten Bazel thans in geen enkele Europese dierentuin Masai-giraffen te zien, maar uitsluitend netgiraffen of Rothschildt’s. In de Verenigde Staten houdt men wel veel Masai’s. Nog een tip van Lex Noordermeer: in Antwerpen zouden nog een paar Kordofan-giraffen te zien zijn. Deze zijn in hun Afrikaanse woongebied minstens zo zeldzaam als de Nigeriaanse. Op hun excursies langs zoo’s in en buiten Europa zouden de ‘Vrienden’ eens extra op de ondersoorten van giraffen kunnen letten.
Blijdorp-logo Lex Noordermeer van Blijdorp schudde de oplossing van het mysterie uit zijn mouw. De foto die model stond voor het logo werd niet gemaakt in Rotterdam maar in het Parc Zoologique de Vincennes in Parijs. Deze zoo heeft sinds mensenheugenis een grote fokgroep Nigeriaanse giraffen. Met minder dan 1500 dieren in het oorspronkelijke leefgebied, is deze groep een kostbaar
bezit. Enkele kleinere Franse dierentuinen bezitten wat nakomelingen, maar verder is deze ondersoort nergens anders in dierentuinen te bewonderen. Ook al afgaand op het vlekkenpatroon vermoedt Noordermeer dat de Nigeriaanse giraffen bijna 70 jaar geleden in Parijs ‘poseerden’ voor het Blijdorp-logo. In ieder geval was het niet Eusie want het waren geen Masai-giraffen. Voorzover het Lex Noordermeer bekend
Deze foto gemaakt in de Parijse zoo van Nigeriaanse giraffen stond model voor het Blijdorp-logo.(Het Nieuwe Diergaardeboek)
Alle vragen rond Eusie zijn nog niet opgelost want Gerrit van der Graaf haalde voor Gerard Ouweneel nog een tweede giraffefoto voor de dag, genomen in de oude Rotterdamse Diergaarde. Achterop die foto staat ook ‘Eusie’ geschreven. Maar deze foto stelt geen Masai-giraffe voor maar een netgiraffe. Dat zou betekenen dat de Rotterdamse diergaarde aan twee ‘Eusies’ onderdak heeft geboden? Een klein mysterie dus.
Het eerst Blijdorp-logo. In dit eerste model komt de zwierigheid van de neobarokke architectuur van Van Ravesteyn terug. (Het Nieuwe Diergaardeboek)
17
Impressie publieksruimte - illustratie: Diergaarde Blijdorp
Educatief Arctica Wereldwijd komt er steeds meer besef dat de activiteiten van de mens ingrijpende gevolgen hebben voor de natuur en het klimaat. Het bekende broeikaseffect is daar een voorbeeld van. Door het gebruik van fossiele brandstoffen zoals olie en kolen warmt de aarde op, met alle (bekende en nog onbekende) gevolgen van dien. Met het maken van de plannen voor Arctica, het nieuwe werelddeel in de Diergaarde, zag Blijdorp z’n kans schoon om aandacht te besteden aan het opwarmen van de aarde. Immers, in Arctica komen allerlei dieren uit het noordpoolgebied en juist op de polen zijn de gevolgen van het opwarmen van de aarde het meest zichtbaar. De ijskappen worden namelijk in rap tempo kleiner en het is de vraag of de ijsbeer over enkele decennia nog wel kan rondlopen op het ijs. Maar hoe breng je in Arctica zo’n ‘zware boodschap’ onder de aandacht van het publiek?
De boodschap… Van oudsher is educatie aan bezoekers één van de doelstellingen van dierentuinen. In het verleden beperkte deze educatie zich tot een soortbord bij het verblijf waarop stond welke diersoort achter het hek zat. Vaak stond er ook vermeld waar de soort in het wild voorkwam, hoe oud ‘ie kon worden, wat er werd gegeten en hoeveel jongen er geboren konden worden. Het idee was om de bezoeker slechts een beperkte hoeveelheid informatie te geven want het voornaamste doel van het publiek bij een dierentuinbezoek was immers een leuk dagje uit! Maar met de veranderende rol van dierentuinen in het speelveld van 18
natuurbehoud veranderde ook de boodschap. Er werd aandacht besteed aan de bedreigingen van het natuurlijk leefgebied van vele soorten. Daarbij werd uiteraard ook de rol van dierentuinen belicht. In Diergaarde Blijdorp wordt bij diverse soorten uitleg geven over de deelname aan fokprogramma’s zoals de EEP. Ook aan in situ beschermingsprogramma’s besteedt de Diergaarde aandacht. Zo zijn er onder andere informatieborden in de maak over het project ter bescherming van Afrikaanse wilde honden en over de verhuizing van in de Blijdorp geboren dieren naar het wild om maar een paar voorbeelden te noemen.
Tekst: Angeline Peters Met dank aan: Robert van Herk (Educatieve Dienst Diergaarde Blijdorp)
…in Arctica Uiteraard wordt ook in Arctica veel informatie gegeven. Bij binnenkomst in dit werelddeel staat een grote platte wereldbol waarop aan de ene zijde de Noordpool staat en aan de andere zijde de Zuidpool. Hierop wordt aangegeven hoe snel de ijskappen kleiner worden door het smelten van zee-ijs en hoe de oppervlakte aan toendragebied verandert. Verderop in het gebied komen informatieborden over de bijzondere flora van het toendragebied die ’s zomers in bloei staat en in de winter bedekt is met een dikke laag sneeuw. Uiteraard ontbreken ook de soortinformatieborden van de ijsbeer, sneeuwuil, lemming en poolvos niet. Ook is er een themapaneel waarop aandacht besteed wordt aan de manier waarop de dieren die in het toendragebied leven, hun ‘jas’ aanpassen aan die afwisselend witte en bruine/groene wereld. Als de bezoeker verder Arctica in loopt staat hij opeens oog in oog met het ijsbeervrouwtje. Omdat ijsberen voornamelijk solitair leven, worden in Arctica het mannetje en het vrouwtje in aparte verblijven >
gehuisvest. Op het soortbord bij het vrouwtje staat met name informatie over de voortplanting. Bij het mannetje staat voornamelijk informatie over de jachttechnieken van een ijsbeer. Via een sneeuwdecor met ijshol loopt de bezoeker de publieksruimte van het ijsberenverblijf in. Al snel waant de bezoeker zich onder water met drijfijs, schotsen en een heus wak boven zijn hoofd. Wat je te zien krijgt als je je hoofd door het wak naar boven steekt, houden we nog even geheim. Spannend zal het is ieder geval wel worden! Uiteraard kunnen de bezoekers het ijsberenvrouwtje via grote ramen ook onder water bewonderen. Smeltend ijs Zoals gezegd wil Diergaarde Blijdorp in Arctica niet alleen informatie geven over de dieren en het natuurlijk leefgebied, maar het publiek ook bewuster maken van de gevolgen van het gedrag van mensen op het klimaat op aarde. Overigens wordt niet alleen de ‘bijdrage’ van de mens belicht, maar ook natuurlijke schommelingen in het klimaat door bijvoorbeeld uitbarstingen van vulkanen. In de publieksruimte van het ijsberenverblijf wordt uitgelegd wat de gevolgen van klimaatverandering zijn voor ijsberen. Door de temperatuurstijging bevriest het water rondom de poolkap later in het seizoen en smelt weer eerder. Hierdoor wordt de periode dat de ijsbeer op zeehonden kan jagen korter en in de (nabije) toekomst te kort. Door het eerder smelten van het ijs raken ijsberen geïsoleerd op eilandjes, waardoor ze geen partner kunnen vinden. De afstand tussen de eilandjes en het vaste land wordt te groot zodat ijsberen verdrinken als ze proberen de afstand te overbruggen. De gevolgen van de klimaatveranderingen gaan natuurlijk verder dan de Noordpool, zij hebben een wereldwijd effect. De ijsbeer wordt als het ware als ambassadeur gebruikt om de ingrijpende effecten van het opwarmen van de aarde te laten zien.
Voor het te laat is! Met diverse informatiepanelen en videowanden in de publieksruimte worden veranderingen in het klimaat en de gevolgen daarvan aanschouwelijk gemaakt. De lijst voorbeelden is indrukwekkend: Q het poolijs op zowel de Noordpool als Zuidpool smelt en brokkelt af; Q gletsjers in alle delen van de wereld worden jaar na jaar kleiner; Q de eeuwig bevroren toendra’s beginnen te ontdooien waardoor ze veranderen in ontoegankelijke moerassen; Q het zeeniveau stijgt, waardoor eilanden zoals de Salomonseilanden onder de zeespiegel verdwijnen. Ook een groot deel van ons eigen Nederland loopt gevaar; Q woestijnen breiden uit en andere gebieden kampen met teveel neerslag. Met andere woorden, klimaatzones schuiven op, zelfs in Nederland is dit te merken doordat steeds meer ZuidEuropese flora en fauna in ons kikkerlandje kunnen overleven; Q meren zoals het Tsjaad-meer drogen langzaam in. Door gebruik te maken van animaties, kaarten, satellietfoto’s, grafieken, cartoons, foto’s en doe-dingen wordt geprobeerd de ‘zware’ boodschap op een ‘lichte’ manier over te brengen op het publiek. We zijn erg benieuwd hoe het er straks uit komt te zien. Zelf doen De boodschap is duidelijk: de mens moet nu echt zijn gedrag aan gaan passen. Daarvoor is bewustwording natuurlijk de eerste stap en uiteraard zorgen dat men de intentie krijgt om er nu werkelijk iets aan te doen. Soms kunnen kleine dingen al grote gevolgen hebben. Daarom komt er in Arctica informatie met tips voor bezoekers om energie te besparen en milieubewuster te leven. Voorbeelden zijn: de verwarming graadje lager, elektrische apparaten zoals TV, computer en beeldscherm niet standby laten staan, wasgoed aan de waslijn drogen, douchen met een waterbesparen-
Impressie ijsberenverblijf - illustratie: Diergaarde Blijdorp
de douchekop, consuminder (vervang spullen als ze kapot zijn en niet omdat het model niet meer in de mode is) en eet minder vlees (veehouderij veroorzaakt ontbossing en een grote CO2-productie). Dit lijstje zal in Arctica nog een stuk langer zijn om het tot de bezoekers te laten doordringen dat ze ook zelf iets aan de opwarming van de aarde kunnen doen. Tot slot is aan het einde van Arctica een evaluatiepaneel gepland. Hoeveel zijn de bezoekers te weten gekomen over ijsberen en klimaatverandering? Dit is de ultieme test voor de educator: is de boodschap overgekomen en blijft er iets hangen in onze grijze massa? Diergaarde Blijdorp wil natuurlijk zelf het goede voorbeeld geven. Er is een Greenteam opgericht dat Blijdorp ‘groener’ moet maken. Overal in de Diergaarde zijn of worden maatregelen genomen om het energieverbruik omlaag te krijgen. Ook produceert de Diergaarde zijn eigen groene stroom met de zonnecellen op het dak van het Oceanium en zijn er warmtepompen die bij warm weer koud water oppompen om ruimtes te koelen en het zo opgewarmde water opslaan om bij kouder weer te gebruiken voor verwarming. Een windmolen behoort in de toekomst wellicht tot de mogelijkheden. Uiteraard is Diergaarde Blijdorp niet als enige bezig met het milieu en opwarming van de aarde. De Diergaarde werkt ondermeer samen met organisaties als het Wereld Natuur Fonds, Natuur en Milieu en Hier om gezamenlijk mee te werken aan een beter milieu. En gaat ook u uw steentje bijdragen?
Jachtgedrag - illustratie: Diergaarde Blijdorp 19
v
Nandoe - foto: Yvonne Raaijmakers
Nandoe. Doe er wat an! Mooi weer. Met mijn vrouw net de tuin ingekomen en het Oceanium gepasseerd. We zien onze nandoe lopen tussen de vicuna’s. “Ach, ze loopt nog steeds alleen. Er waren er eerst toch twee?” “Ja, maar dat was voor de kerst,” probeer ik leuk te zijn. “In het vorige Blijdorpblad stond er toch iets over? Men wilde eigenlijk het eenzame vrouwtje in een andere tuin onderbrengen, maar dat kon niet vanwege haar vogelgriepinenting.” “Kunnen ze dan geen andere krijgen?” Goeie vraag!
r
i
e
n
d
e
n
“Vrienden, Bernhardine en haar baby verwachten u. Komt u mee?”
Meerdaagse Vriendenreis naar Engeland en Ierland
Blijdorp wil liever de bedreigde Darwinnandoe’s hebben. Maar import is heel lastig omdat handel en grensoverschrijdend verkeer van bedreigde dieren aan strenge regels is gebonden. Dus zullen we nog wel even op de Darwinnandoes moeten wachten. Deze regels zijn nog wel te begrijpen. Maar waarom zou je dan onze nandoe niet alvast naar een andere dierentuin kunnen sturen? Vrouwtjes zijn in principe niet zo moeilijk plaatsbaar. Mannetjes hebben vaak een groep vrouwtjes om zich heen. Nee, dan komt de vogelgriep om de hoek. Onze nandoe is ingeënt, dus er zitten stoffen in haar bloed die wijzen op vogelgriep. Dan vraag ik me toch af of er geen dierentuin binnen onze landsgrens is. Artis bijvoorbeeld is heel actief met nandoes. Maar ja, daar zal natuurlijk wel navraag naar gedaan zijn. Wat me nog het meest dwars zit is het volgende. De regels voor het grensverkeer zijn binnen de Europese Unie hetzelfde. Deze regels staan beschreven in o.a. een wetgeving die in gedrukte vorm 24 boekwerken in beslag neemt. Ongeveer tweederde hiervan bestaat uit uitzonderingen. Maar het schijnt niet mogelijk te zijn om die wetten voor dierentuindieren een beetje dichter bij de praktijk te brengen. Zeg nou zelf, of een vogel ziek is kun je toch ook op andere manieren constateren dan door bloedproeven? Ik heb begrepen dat een vogel met vogelgriep binnen een paar dagen dood is. Nog nooit van quarantaine gehoord? Dan roept er weer iemand dat een virusdrager zelf niet ziek hoeft te zijn en je door de injectie dit niet meer kunt vaststellen. Als ze alle dierentuinvogels zouden vaccineren dan was dit probleem ook opgelost. Maar ja… Onze nandoe loopt nog steeds in haar uppie. Nu moeten we dit niet overdrijven want nandoes zijn niet echt groepsdieren en kunnen goed solitair leven. Wist u dat het nandoemannetje het nest bouwt en dat hij daarna het vrouwtje uitnodigt om daar een ei in te leggen? Daarna broedt hij het ei uit en zorgt voor het kuiken! Daar loopt hij dan mee op zijn rug om het tussen zijn vleugels warm te houden. Nu begrijp ik waarom nandoemannetjes zo weinig kans op een carrière hebben!
20
Op 14 mei vertrokken 32 Vrienden met de bus vanuit Rotterdam om de oversteek naar Harwich te maken. Van daaruit ging het de volgende morgen richting NoordWales om in Llandudno het traditionele, maar goed verzorgde hotel Dunoon te betrekken. Met traditioneel bedoelen we bediening in kostuum, zilveren bestek op tafel en ’s avonds een pianist in de lounge! De reis verliep zo voorspoedig, dat er voor de liefhebbers tijd beschikbaar bleef om de nabijgelegen Welsh Mountain Zoo te bezoeken. Een kleine dierentuin, mooi gelegen op een heuvel, met als middelpunt een mooie tuin met onder andere palmbomen. Daar omheen volières en verblijfjes voor bijvoorbeeld gibbons, margaykatten, condors, kleine panda’s en bruine beren. Op de helling ruime, eenvoudige velden voor przewalskipaarden, struisvogels en damherten en er bovenop als blikvanger de ‘Chimpansee Encounter’. Een soort jungle- >
toneel als binnenverblijf, tribunes voor de bezoekers en een ruim, ommuurd buitengedeelte met kijkposten. De bezoekers kunnen ook van bovenop het gebouw de chimpansees bekijken. Vanaf het restaurant had je goed zicht op de lager gelegen vallei met Sumatraanse tijgers.
Vol verwachting vertrokken wij de volgende dag richting Dublin Zoo, met een oversteek van de Ierse Zee. Ondanks het vroege vertrekuur (6.45 uur) bleek de reis meer tijd te nemen dan vooraf ingeschat. Na een rit door Dublin City kwamen we pas om 12.00 uur bij de Zoo in Phoenix Park aan. Na een welkomstwoordje van de Nederlandse directeur Leo Oosterweghel gingen we eerst het nieuwe olifantengebouw bezoeken. Hoofd olifantenverzorger Gerry Craighton jr. en zijn team hadden een heel programma voor de Vrienden samengesteld. Zo was er ondermeer uitleg over de indeling en de vele faciliteiten voor de dieren, waarbij Gerry het niet naliet te benadrukken hoe goed de Rotterdamse olifanten zich hier voelen. Daarna werden we naar de bezoekersbox geleid en konden we zien hoe Yasmin, Anak en Bernhardine (in Dublin Dina genoemd) met haar pas een week oude jong binnenkwamen. U kunt begrijpen dat dit het hart van menig Blijdorpvriend sneller deed kloppen, helemaal toen we in kleine groepjes in de verzorgersgang werden gelaten om nog mooiere foto’s te kunnen maken. De zeer ruime buitenperken, waaraan nog met man en macht werd gewerkt om ze in juni in gebruik te kunnen nemen, werden niet vergeten. Het voert te ver om dat hier te beschrijven, maar neemt u van mij aan dat het er bijzonder goed uitzag en onze olifanten hier een prima plek hebben. Als klap op de vuurpijl was het mogelijk DVD’s van de aankomst van de olifanten in Dublin en de geboorte te bekijken.
Behalve het olifantenverblijf is ook de rest van de tuin de moeite waard. De dierentuin is grotendeels rondom 2 meren gelegen. Deze worden deels gebruikt als apeneilanden. Rondom het meer liggen ruime, glooiende verblijven voor onder andere tijgers, wolven, jaguars en sneeuwluipaarden. Iets meer naar binnen een traditioneel terras voor orang oetans en een met glasvensters ommuurd verblijf voor een groep gorilla’s. Ook de binnenverblijfjes van ondermeer de siamangs, diverse lemurensoorten, colobus- en slingerapen liggen hier. Om het 2e meer is in 2000 een gebied aangelegd van 13 ha. met de veelbelovende naam: ‘The African Plains’. Hier liggen de met stevig gaas omrasterde ruime verblijven van bongo’s, penseelzwijnen en wilde honden en de stallen met kijkvensters van de witte neushoorns en nijlpaarden en een restaurant in Afrikaanse stijl met aan de rechterzijde een omheinde savanne met giraffen, zebra’s, algazellen en struisvogels.
Het beeld werd enigszins ontsierd door de loodsen welke als stallen dienst deden. Aan het eind van de rondgang wachtte een lichte teleurstelling in de overigens rijk gesorteerde souvenirshop: geen zoogids of postkaarten van de Zoo verkrijgbaar! Donderdag 17 mei stond Blackpool Zoo op het programma. Hier werden we ontvangen door de Head Zookeeper Peter Dillingham, die ons mee nam voor een rondleiding van 3 uur! De tuin ligt in een parklandschap even buiten Blackpool. Voorheen was er in de 2e wereldoorlog een trainingscentrum van de >
21
gebruiken. Een voor velen onbekende, maar verrassende tuin.
RAF. Verschillende gebouwen of restanten daarvan bestaan nog steeds. In 1962 ontstonden er plannen om hier een dierentuin te maken, die in juli 1972 werd geopend. Inmiddels is de tuin een volwassen geworden met meer dan 1500 dieren van circa 400 soorten en ruim 300.000 bezoekers. Men werkt er aan een masterplan en het wordt steeds meer een moderne Zoo met een mooi bestand aan dieren. Bijvoorbeeld de gorilla’s, die zijn gehuisvest op een eiland, genaamd ‘Gorilla Mountain’. Ze hebben veel ruimte en begroeiing en de dieren kunnen klimmen en klauteren, maar zich ook verstoppen. Er waren dieren van alle continenten, zoals 4 olifanten: wat oudere dames die goed met elkaar kunnen leven. Wij mochten met 2 oude circus olifanten en hun begeleiders meelopen naar een weiland en hen een appeltje geven. Een gek gevoel zo’n warme gladde tong. Blackpool Zoo is zeker geslaagd, maar soms wat sobertjes. Ruim, groen en schoon, maar wat meer geld kunnen ze zeker nog wel
Vrijdag 18 mei bezochten we Chester Zoo. Het was niet mogelijk een rondleiding voor de Vrienden te regelen en zo kon iedereen zijn eigen weg gaan. Een echt grote, maar wel overzichtelijke, tuin met heel veel dieren, goed verzorgd en ruim gehuisvest. The winning zoo van onze reis. Dat de Engelsen extra trots op de Chester Zoo zijn, kan ik me wel indenken. Ik wil nog wel een paar hoogtepunten noemen: Q Spirit of the Jaguar: een zeer goot binnenverblijf met heel veel tropische planten. Een enorme zwarte jaguar liep vlak langs het glas en liet zich goed bekijken. In de centrale hal vóór het gaas was een groot terrarium vol bladsnijdersmieren. In het buitenverblijf lagen 2 gewone jaguars boven op een circa 7 meter hoge heuvel. Q In Komodo dragon talk, het tweelingverblijf, waar de enorme Komodovaranen beurtelings in één van de verblijven mocht. In een ander verblijf zaten circa 8 jonge Komodovaraantjes, die zich snel heen en weer bewogen. Q Elephants of the Asian Forests. Een prachtig verblijf, waar de olifantenkudde veel bewegingsvrijheid heeft en de luxe van een enorme douche. Q In Tropical Realm, met reptielen en vogels, was ondermeer het verblijf van een 8-tal Tuatara’s, uit Nieuw-Zeeland afkomstige hagedissen. Het zijn een soort mini-dinosaurussen, van 50 cm lang. Inmiddels was de laatste dag van onze dierentuinreis aangebroken en ging de reis naar de Twycross Zoo, die we nog bezochten alvorens we de terugreis zouden aanvaarden. De mensen van Twycross Zoo
hadden zich zeer ingespannen om het ons naar de zin te maken: ontvangst door de voorzitter van de Twycross Vrienden met coffee and cakes; een rondleiding in het kleine Tropical House met een interessant verhaal over het leven in het regenwoud en een uitgebreid lunchbuffet. Hoogste tijd om ‘The World of Primate Centre’ in te gaan. Deze naam was zeker van toepassing toen wij 35 soorten apen en lemuren telden, van dwergzijdeaapje tot gorilla. Niet altijd even fraai gehuisvest, over het algemeen wel ruime buitenverblijven, maar bij de chimpansees binnen bekroop mij een gevoel van een gevangenis. Enige bijzondere soorten: Kroonlemur, Allen’s swamp monkey, Brillangoer, Phayre’s langoer (enige buiten Vietnam) en Agile gibbon. Voor de gorillaen chimpanseecollectie waren meerdere gebouwen, dat moet ook wel als je over ongeveer 50 chimpansees beschikt. Een modern olifantenhuis met ook hier weer ruime buitenperken, een nieuw complex met volières voor voornamelijk Zuid-Amerikaanse vogelsoorten en papagaaien, giraffen, dhole’s en levendige Amoerpanters completeren deze tuin. Twycross Zoo is een niet zo bekend park, dat je als liefhebber echter beslist niet mag overslaan als je in midden- Engeland vertoeft. Uit bovenstaand enthousiast verhaal hebt u inmiddels begrepen dat de Vrienden een mooie meerdaagse reis achter de rug hebben en het klaterende applaus tijdens de terugreis was zeker op zijn plaats voor organisator Peter Biesta. Opmerking: Bovenstaand artikel is een combinatie van de reisverslagen die door de heren Balk en James zijn opgesteld en is geredigeerd door de redactie. Tekst: Arnold J. Balk en J.E. James Foto’s: Marc Douven
v
22
r
i
e
n
d
e
n
26 april 2007 - 24 juli 2007
m
u
t
a
t
i
e
s
Jonge Visaya - foto: Joost Hubeek
In deze rubriek vindt u delen van de mutatielijst van de Diergaarde. Voor deze lijst is gebruik gemaakt van diverse (interne) Blijdorp-uitgaven. Er kan dus tussentijds het een en ander zijn veranderd. Ook kunnen dieren zich (niet zichtbaar voor publiek) achter de schermen bevinden. De meest actuele lijst vindt u op het mededelingenbord op het voorplein tegenover de flamingo’s. Op verzoek geven we met ingang van dit nummer aan of het een mannetje (het eerste cijfer) of een vrouwtje (het tweede cijfer) betreft, of dat het geslacht nog niet bekend is (het derde cijfer). Voorbeeld: 1.1.0 Leeuw = Twee leeuwen, één mannetje en één vrouwtje. Geboren Geboren 23-07/0.0.? vosmangoest, 22-07/1.0.0 Indische antiloop, 21-07/0.0.1 hyacintara, 19-07/0.0.1 wilde cavia, 18-07/0.1.0 Chapmanzebra (Loena, vader Loro, moeder Eva), 13-07/ 0.0.1 rode reuzenkangoeroe, 13-07/ 0.0.2 zandwallaby, 06-07/0.1.0 Chapmanzebra (Elena, vader Loro, moeder Erika), 05-07/0.1.0 bizon (Gozewina, vader Clint, moeder Demi), 21-06/0.0.2 kleine panda, 19-06/0.1.0 Californische zeeleeuw (Dayenne, moeder Eline, vader Billy), 18-06/0.0.1 prairiehondje (in totaal nu 21), 17-06/0.0.1 papegaaiduiker, 1306/0.0.20 korenwolf, 08-06/1.0.0 Californische zeeleeuw (Troy, moeder Toos, vader Billy), 01-06/0.1.0 Indische antilope, 30-05/0.0.2 Visaya-wrattenzwijn, 29-05/0.0.2 pinché, 27-05/1.0.0 netgiraffe (Tsavo, moeder Anne, vader Fehari), 24-05/1.0.0 kameel (Nelis, moeder Hirsi), 24-05/0.0.2 Filippijnse zeilhagedis, 23-05/1.0.0 Prins-Alfredhert (Alfredo, vader Chico, moeder Althea), 22-05/0.0.4 Visaya-wrattenzwijn (van 2 verschillende ouderstellen), 21-05/0.0.2 wilde cavia, 06-05/0.1.0 kameel (Mareille), 27-04/1.0.0 addax Jonge prairiehondjes - foto: Joost Hubeek
Gestorven Gestorven 20-07/0.1.0 olifantspitsmuis, 14-07/1.0.0 Europese lepelaar, 07-07/0.1.0 manoel, 04-07/0.1.0 rotseekhoorn, 04-07/1.0.0 poedoe (Pleun), 20-06/1.0.0 Mhorrgazelle, 09-06/0.1.0 manoel, 04-06/0.1.0 Kirks dik-dik (Nenzi), 31-05/1.0.0 Mhorr-gazelle, 27-05/1.0.0 Laplanduil, 27-05/1.0.0 kemphaan, 22-05/1.0.0 Europese flamingo, 22-05/1.0.0 Aziatische grottenslang, 04-05/1.0.0 Braziliaanse tangara, 28-04/0.1.0 Maleise civetkat Gearriveerd Gearriveerd 18-07/0.1.0 sperweruil, 14-07/1.0.1 blauwe ekster (uit Bristol, Engeland), 11-07/0.0.1 Europese lepelaar (vogelasiel in Den Haag), 11-07/1.0.0 groene wateragame, 10-07/0.0.4 clown-modderkruiper (Botia macracanthus), 09-07/0.0.? Europees kortsnuitzeepaardje, 01-07/0.1.0 zwartmaskergaailijster, 28-06/0.2.0 olifantspitsmuis (uit Augsburg, Duitsland), 27-06/1.0.0 Europese hamster (uit GaiaPark, Kerkrade), 16-06/0.0.1 langstaartschorpioen, 14-06/0.0.1 pad uit Thailand (Bufo melanostictus), 11-06/0.0.2 steltkluut, 11-06/0.0.1 Guirakoekoek, 08-06/0.1.0 knobbelzwijn (uit Berlijn), 03-06/0.0.1 vierstreepslang, 31-05/0.0.1 maisslang, 20-05/0.2.0 onager (uit Montpellier, Frankrijk), 18-05/0.1.0 Mantsjoerijse kraanvogel, 16-05/1.0.0 grote koedoe (uit Tallinn, Estland), 16-05/1.1.0 klipdas (uit Riga, Letland), 08-05/0.0.2 Timorpython, 05-05/0.0.1 maisslang, 01-05/0.3.0 kameel (uit Arnhem), 28-04/0.0.1 gopherslang Verzonden Verzonden 16-07/0.2.0 roestkat (naar Parc des felins, Frankrijk), 13-07/0.0.11 Europese hamster (uitgezet in Puth en Wittem), 12-07/0.0.19 lipvis (naar Leipzig, Duitsland), 27-06/0.1.0 Europese hamster (naar GaiaPark, Kerkrade), 15-06/0.0.15 korenwolf (uitgezet in Bestem, België), 07-06/1.0.0 vosmangoest, 07-06/0.0.2 geelkoplandschildpad, 31-05/0.0.16 korenwolf (uitgezet), 29-05/0.1.0 Madagaskar-stralenschildpad (naar Artis), 23-05/1.0.0 Francoislangoer (naar Engeland), 23-05/1.1.0 wilde cavia (naar Helsinki, Finland), 22-05/0.1.0 driestreepdoosschildpad (naar Londen), 22-05/0.1.0 driestreepdoosschildpad (naar Londen), 17-05/0.2.0 grote witneusmeerkat (naar Wroclaw, Polen), 17-05/1.3.0 wilde cavia (naar Wroclaw, Polen), 16-05/0.1.0 Braziliaanse tangara (naar Montpellier, Frankrijk), 08-05/0.0.2 Gilamonster, 05-05/0.0.2 geelkoplandschildpad, 01-05/2.0.0 kameel (retour naar Amersfoort)
23
c
o
l
o
f
o
n
29e jaargang, nummer 3, oplage: 6750
Heeft u nog oude briefjes van vijf, tien, vijfentwintig of meer gulden? Investeer het in een nieuw ijsberenverblijf! U kunt al uw oude geld inleveren bij de Vriendenwinkels. Zij zullen het omwisselen in Euro’s voor ons jubileumgeschenk ter gelegenheid van 150 jaar Diergaarde Blijdorp: een prachtig ijsberenverblijf.
Rectificatie De foto’s van het bezoek van Koningin Beatrix aan Blijdorp op pagina 9 van Vriendennieuws 2007-2 zijn gemaakt door Emmy Goossen en niet door Jeanne van Langeveld. Onze excuses.
Agenda 22 september 2007 - Najaarsexcursie naar Zoo Parc Overloon 20 oktober 2007 – Opening verblijven voor servals, poedoe’s en cavia’s. Verzamelen om 1500 uur bij de Lotusserre. Zondag 11 november 2007, 11.00-12.30 uur - Winterlezing Martin van Wees (Curator voor o.a. de roofdieren): De ijsberen en hun nieuwe verblijf. Let op: Na afloop kunnen de aanwezigen onder begeleiding een bezoekje brengen aan het ijsberenverblijf in wording! Zondag 9 december 2007, 11.00-12.30 uur - Winterlezing Janno Weerman (Hoofd Dierverzorging): Nieuwe onderkomens voor poedoe’s, wilde cavia’s, franjeapen en servals. Zondag 13 januari 2008, 11.00-12.30 uur: Nieuwjaarslezing Blijdorp-Directeur Ton Dorresteijn. De lezingen worden gehouden in het Eauditorium in het Oceanium. Vrienden hebben op de genoemde data tot aanvang van de bijeenkomst, en op vertoon van hun lidmaatschapskaart voor het betreffende jaar, gratis toegang tot de Diergaarde. Er is niet meer dan één introducé per lid toegestaan. U kunt bij de koffie-balie van de Vrienden in het Eauditorium uitrijkaarten kopen. Zaal open om 10.30 uur.
Vereniging Vrienden van Blijdorp Sonoystraat 6a, 3039 ZT Rotterdam Vriendennieuws is een uitgave van de Vereniging Vrienden van Blijdorp en verschijnt vier maal per jaar. De Vereniging Vrienden van Blijdorp stelt zich ten doel: “Het in zo breed mogelijke zin ondersteunen van Diergaarde Blijdorp”. De jaarlijkse minimale contributie bedraagt € 33,-, waarvoor de leden 4 keer per jaar het verenigingsorgaan Vriendennieuws ontvangen, alsmede 2 gratis toegangsbewijzen voor Diergaarde Blijdorp in Rotterdam. Bovendien worden de leden in staat gesteld deel te nemen aan diverse activiteiten, die speciaal voor hen georganiseerd worden, zoals excursies en lezingen. Secretariaat: K. van Leeuwen, Sonoystraat 6a, 3039 ZT Rotterdam Vriendenfoon: 010 - 467 66 37 Vriendenfax: 010 - 467 66 37 Email:
[email protected] Postbank: 13 57 803 IBAN: NL88 PSTB 0001 3578 03 BIC: PSTBNL21 Bank: Fortis bank nr: 98.55.33.099 Reizen: P. Biesta, Vroesenlaan 28A, 3039 DV Rotterdam Telefoon: 010-4664998 (vanaf 18.00 uur) Email:
[email protected] Promotieteam: Fam. H. Gerritse, Sourystraat 1d, 3039 SR Rotterdam Telefoon: 010 - 466 36 82 Telefoon Vriendenwinkel: 010 - 4431431 tst 220 (oude winkel) en 250 (nieuwe winkel) Mobiel: 06-40323077 Postbank: 62 17 917 Redactie-adres Vriendennieuws: M. Kreuger, hoofdredacteur Goudsesingel 235d, 3031 EL Rotterdam Email:
[email protected] Redactie-medewerkers: J. Breedijk, M. van Leeuwen-Maat, A. Peters, A. Schouten, G. Nijssen T. van de Velde, T. Vermeulen Vormgeving en druk: Argus, Rotterdam Vrienden van Blijdorp op Internet: Website: http://www.vriendenvanblijdorp.nl Redactie Website: A. Gelderblom Samenstelling Verenigingsbestuur: Voorzitter C.M. Groenhorst Vice-voorzitter M. Kreuger Secretaris K. van Leeuwen Tweede secretaris S. Noordijk Penningmeester A.M. Bos Leden H. Gerritse - Promotie P. Biesta - Reizen ISSN: 1568-3400
Adresgegevens Blijdorp Diergaarde Blijdorp, Abraham van Stolkweg, Rotterdam Bezoekersinformatie: 010-4431495 Postadres: Postbus 532, 3000 AM Rotterdam Openingstijden: Het gehele jaar, iedere dag geopend! Wintertijd: 09.00 tot 17.00 uur. Zomertijd: 09.00 tot 18.00 uur
Artikelen geschreven door derden vertegenwoordigen de mening van de auteur en niet noodzakelijkerwijs die van de redactie. De redactie behoudt zich het recht voor artikelen in te korten of te weigeren. Toegezonden foto’s kunnen met vermelding van de naam van de fotograaf rechtenvrij gebruikt worden ten behoeve van activiteiten zonder winstoogmerk van de Vereniging Vrienden van Blijdorp. Tenzij schriftelijk anders wordt aangegeven worden toegezonden foto’s opgenomen in het fotoarchief van de Vereniging Vrienden van Blijdorp en aldus niet geretourneerd.