15 mei 2013
Vaste koers Het Regio College in 2012
Inhoudsopgave bestuursverslag 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11
Bericht van het College van Bestuur 1.1 Hoofdpunten in 2012 1.2 Vooruitblik 2013-2014 Karakteristiek van het Regio College Resultaten beroepsonderwijs Regio College totaal 3.1 Aantallen deelnemers en rendement 3.2 Tevredenheid deelnemers en werkgevers Resultaten en ontwikkelingen onderwijsafdelingen 4.1 Afdeling Bouw & Infra 4.2 Afdeling Economie, ICT & VAVO 4.3 Afdeling MBO Purmerend 4.4 Afdeling Productie, Onderhoud & Logistiek 4.5 Afdeling Regio Entree 4.6 Afdeling Vrije tijd & Ondernemen 4.7 Afdeling Zorg & Welzijn Overige ontwikkelingen beroepsonderwijs 5.1 Focus op Vakmanschap 5.2 Portfolio en (macro)doelmatigheid 5.3 Taal en rekenen 5.4 Begeleiding deelnemers 5.5 Kwaliteitszorg onderwijs 5.6 Resultaten toezicht Inspectie van het Onderwijs Educatie Het Regio College als partner in de regio 7.1 Samenwerking met het vmbo en hbo 7.2 Samenwerking met werkgevers en gemeenten 7.3 Dialoog met belanghebbenden Personeel en organisatie 8.1 Professionalisering 8.2 Leerkracht van Nederland: de salarismix 8.3 Organisatie 8.4 Omvang en samenstelling personeelsformatie 8.5 Mobiliteit 8.6 Arbeidsomstandigheden Toezicht, bestuur en ombudsman en vertrouwenspersoon 9.1 Naleving Code goed bestuur 9.2 Verslag van de Raad van Toezicht 9.3 College van Bestuur 9.4 Ombudsman en vertrouwenspersoon Medezeggenschap 10.1 Structuur van de medezeggenschap 10.2 Deelnemersraad 10.3 Ondernemingsraad Financiële informatie omtrent de instelling 11.1 Ontwikkeling kengetallen 11.2 Balans 11.3 Toelichting op het resultaat 11.4 Investeringsbeleid 11.5 Treasury 11.6 Segmentatie publiek-privaat 11.7 Vergelijking begroting 2013 en begroting/realisatie 2012 11.8 Risicoparagraaf
2
5 8 9 11 13 15 16 17 18 19 20 20 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 34 35 36 37 37 39 39 41 41 42 44 45 45 47 47 48 48 50
Inhoudsopgave bestuursverslag (vervolg)
Bijlagen bij bestuursverslag 1 2 3 4 5 6 7
Organogram Regio College Verslag taal en rekenen 2012 Overzicht werkgevers waarvoor het Regio College maatwerk heeft uitgevoerd Overzicht zittingstermijnen en relevante (neven)functies leden Raad van Toezicht Overzicht nevenfuncties leden College van Bestuur Verantwoording Notitie Helderheid Verklaring afkortingen
53 54 57 58 60 61 63
Vooraf Dit is een verkorte versie van het officiële jaarverslag 2012 van de Stichting Regio College voor Beroepsonderwijs en Educatie Zaanstreek-Waterland. Het officiële verslag, inclusief jaarrekening, is op te vragen bij het Regio College.
4
1 Bericht van het College van Bestuur 1.1
Hoofdpunten in 2012 Het middelbaar beroepsonderwijs was in 2012 regelmatig onderwerp van maatschappelijk en politiek debat naar aanleiding van gebeurtenissen bij enkele onderwijsinstellingen. De kwaliteit van bestuur en toezicht was daarbij een belangrijk thema. Het College van Bestuur (CvB) van het Regio College is over dit thema het gesprek aangegaan met Raad van Toezicht, Ondernemingsraad en Deelnemersraad. Het CvB komt mede op basis van deze gesprekken tot de conclusie dat de structuur en aansturing, maar ook de cultuur van het Regio College zodanig zijn dat er voldoende (zelf)corrigerend vermogen aanwezig is. Belangrijke elementen zijn de kleinschaligheid van de organisatie, de korte lijnen tussen CvB, management, docenten en andere medewerkers, en de stevige invulling van medezeggenschap en toezicht. Dit neemt niet weg dat er nog enkele verbeterpunten zijn, zoals onder meer is gebleken uit de samen met de Raad van Toezicht uitgevoerde evaluatie van de code ‘Goed bestuur in de bvesector’. Zo zal er in 2013 een integriteitscode worden vastgesteld en zal de toegankelijkheid van de klachtenregelingen worden verbeterd. Het CvB heeft in 2012 het aanbod van opleidingen, het portfolio, van het Regio College tegen het licht gehouden. Belangrijk aspect is de zogenaamde macrodoelmatigheid. Het gaat daarbij om de vraag of het aanbod voldoende aansluit op de vraag van werkgevers op de (regionale) arbeidsmarkt en of er voldoende perspectief op werk is voor gediplomeerde deelnemers. De minister
5
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) verwacht dat Regionale Opleidingen Centra (roc’s) ook gezamenlijk naar de doelmatigheid van het aanbod kijken: bieden naburige roc’s niet te veel van hetzelfde aan, kunnen opleidingen met kleine aantallen deelnemers of met dure voorzieningen door samenwerking tussen roc’s in de lucht worden gehouden? Naar aanleiding van de uitkomsten van de portfolio-analyse ontwikkelt het Regio College plannen voor een beperkt aantal nieuwe opleidingen, die aansluiten op het bestaande aanbod en op de (te verwachten) vraag op de arbeidsmarkt. Een voorbeeld van een dergelijk initiatief is het opzetten, in samenwerking met werkgevers uit de regio, van de opleiding procesoperator food. Daarnaast is het CvB naar aanleiding van de portfolio-analyse in gesprek gegaan met de besturen van de omliggende roc’s. Met het Horizon College is een verkenning gestart naar een mogelijke gezamenlijke huisvesting van de opleidingen die Horizon College en Regio College in Purmerend aanbieden. Daarbij wordt ook gekeken naar de afstemming van het aanbod tussen beide roc’s. Bij de gesprekken over de toekomst van het beroepsonderwijs in Purmerend zijn ook de Purmerendse Scholengroep (PSG), die voortgezet onderwijs verzorgt, en de gemeente betrokken. PSG en Regio College hebben hun samenwerking geëvalueerd. Conclusie is dat de samenwerking en de gemeenschappelijke huisvesting in de Spinnekop voor beide partijen in onvoldoende mate aan de verwachtingen hebben voldaan en te weinig concrete resultaten hebben opgeleverd. Inzet van PSG en Regio College is wel dat de scholen zich blijven inzetten voor een goede aansluiting tussen vmbo en mbo. De samenwerking met het voortgezet onderwijs in de Zaanstreek, in het kader van het Zaans Verbond, is in 2012 met kracht voortgezet. Het CvB zoekt niet alleen met werkgevers en voortgezet onderwijs actief de dialoog op, dit geldt ook voor de andere groepen belanghebbenden. Met de deelnemers en de medewerkers van het Regio College vindt deze dialoog vooral plaats via de medezeggenschapsorganen (resp. deelnemersraad en ondernemingsraad). Met gemeenten, onderwijsinstellingen en ondernemersorganisaties bespreekt het CvB het beleid en de strategie van het Regio College. Het aantal deelnemers dat is ingeschreven bij het Regio College is in 2012 met ruim 2% gedaald, dit nadat er in 2011 nog sprake was van een lichte stijging. De daling wordt veroorzaakt door een sterke teruggang van het aantal deelnemers in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). De economische crisis waarin Nederland zich bevindt, doet zich hier nog steeds gelden, bijvoorbeeld bij de opleidingen die het Regio College verzorgt in de bouw en de handel. Het aantal nieuw ingeschreven deelnemers, zowel in de BBL als in de beroeps opleidende leerweg (BOL), is ten opzichte van 2011 stabiel. Het diplomaresultaat en het jaarresultaat van het Regio College liggen wederom ruim boven het gemiddelde van de sector, maar zijn in het schooljaar 2011-2012 wel licht gedaald. De inspanningen gericht op het verder terugdringen van het voortijdig schoolverlaten hebben helaas beperkt effect gehad: het percentage voortijdig schoolverlaters is in het schooljaar 2011-2012 slechts marginaal gedaald. Het Regio College zal zich ervoor inzetten dat de streefcijfers zoals opgenomen in het nieuwe convenant voortijdig schoolverlaten ook daadwerkelijk worden gehaald. De resultaten van de JOB-Monitor 2012, een enquête onder deelnemers van alle mbo-instellingen in Nederland, laten zien dat het Regio College in het algemeen een voldoende scoort bij zijn deelnemers. Tegelijk moet worden geconstateerd dat er bij enkele afdelingen of teams op een aantal aspecten onvoldoendes worden uitgedeeld en dat het Regio College in vergelijking met omliggende roc’s niet als beste uit de bus komt, hoewel de verschillen klein zijn. De uitkomsten van de JOB-Monitor zijn besproken met de Deelnemersraad, met groepen deelnemers per afdeling en met de afdelingsmanagers. Aan de afdelingsmanagers is gevraagd om in de werkplannen voor 20132014 aan te geven welke acties binnen de afdelingen worden uitgevoerd om tot een hogere deelnemerstevredenheid te komen.
6
In 2012 is opnieuw een enquête gehouden onder werkgevers waar deelnemers van het Regio College beroepspraktijkvorming (bpv) volgen. Het blijkt dat ongeveer 90% van de respondenten de wijze waarop het Regio College de bpv uitvoert als voldoende of goed beoordeelt; een mooie score en een verdere verbetering ten opzichte van de enquête uit 2010. Het Regio College is in 2012 begonnen met de voorbereidingen voor de invoering van Focus op Vakmanschap, de beleidsagenda van de minister van OCW. Er staat een aantal ingrijpende wijzigingen van het middelbaar beroepsonderwijs op stapel. Hoofdlijn van Focus op Vakmanschap is het intensiveren van het beroepsonderwijs: voor alle opleidingen gaat het minimum aantal onderwijsuren per jaar fors omhoog, vooral waar het gaat om de uren lestijd op school (begeleide onderwijstijd). De bedoeling is dat het onderwijs al met ingang van het schooljaar 2014-2015 volgens Focus op Vakmanschap is ingericht. De opleidingen in de beroepsbegeleidende leerweg moeten met ingang van het schooljaar 2013-2014 al aan de nieuwe urennorm van Focus op Vakmanschap voldoen: minimaal 200 uur begeleide onderwijstijd per schooljaar. Er zijn nog veel onzekerheden: onduidelijk is wat precies onder begeleide onderwijstijd mag worden verstaan, het is niet zeker of de nieuwe kwalificatiedossiers, waarin wordt vastgelegd wat een deelnemer aan het eind van zijn opleiding moet kennen en kunnen, op tijd klaar zijn en de financiële uitwerking van Focus op Vakmanschap (gevolgen voor de bekostiging) moet nog plaatsvinden. Het is de kunst om gegeven deze onzekerheden toch tijdig te beginnen met het aanpassen van de onderwijsprogramma’s. Het CvB heeft op alle onderwijsafdelingen en diensten een presentatie gegeven over de gevolgen van Focus op Vakmanschap en heeft een programma management ingesteld. Belangrijkste activiteit van dit programma management in 2012 was het maken van een voorstel voor de nieuwe ontwerpeisen beroepsonderwijs. Dit voorstel is besproken met de medezeggenschapsorganen, in de onderwijsteams en tijdens een werkconferentie met docenten. Begin 2013 heeft het CvB de nieuwe ontwerpeisen vastgesteld. De bestaande instrumenten voor kwaliteitszorg in het onderwijs zijn geëvalueerd en aangepast. Er is hiermee een systeem van kwaliteitszorg ontwikkeld, dat aansluit bij het waarderingskader van de onderwijsinspectie. Belangrijk onderdeel van de kwaliteitszorg is de zelf evaluatie die onderwijsteams jaarlijks voor opleidingen of clusters van opleidingen uitvoeren. Begin 2013 wordt voor het eerst met de nieuwe systematiek gewerkt. Met ingang van schooljaar 2012-2013 is gestart met de digitale Aan- en Afwezigheidsregistratie (AAR) van leerlingen via het kernregistratiesysteem deelnemers. Met AAR wordt de verzuimregistratie verbeterd en kunnen sneller maatregelen worden getroffen bij dreigende schooluitval. Professionalisering van het onderwijzend personeel en de andere medewerkers is en blijft een belangrijk thema voor het Regio College. De minister van OCW heeft hiervoor ook extra middelen beschikbaar gesteld. In het Plan van Aanpak Professionalisering heeft het CvB vastgelegd hoe het Regio College in de jaren 2012-2014 invulling geeft aan de verdere professionalisering van docenten en overig onderwijspersoneel, het verhogen van de bekwaamheid van het management en het geven van extra impulsen aan personeelsbeleid. De professionaliserings activiteiten zijn voor een belangrijk deel gericht op het versterken van de competenties die nodig zijn om de doelstellingen van Focus op Vakmanschap te realiseren. Het werken met resultaatverantwoordelijke teams (rvt’s) is geëvalueerd middels het uitvoeren van een enquête onder het onderwijzend personeel en het bespreken van de uitkomsten van die enquête tijdens een werkconferentie. Uit de evaluatie is gebleken dat het werken in en met rvt’s in het algemeen als waardevol en als een sterk punt van het Regio College wordt ervaren. Er is dan ook veel draagvlak om door te gaan met de rvt’s. Docenten hebben wel aangegeven dat het gewenst is de wijze waarop de teams werken en worden gefaciliteerd op een aantal punten te verbeteren. Het gaat hierbij onder meer om het versterken van de plando-check-act cyclus en het opstellen van een jaarkalender met daarin opgenomen de jaarlijks terugkerende momenten waarop iets moet worden aangeleverd, gecontroleerd of vastgesteld. De aanbevelingen zijn grotendeels door het CvB overgenomen en inmiddels in uitvoering gebracht. In 2012 is er het nodige tot stand gebracht op het gebied van de ondersteunende systemen. Deelnemers en medewerkers zijn begin dit jaar overgegaan naar de nieuwe ICT-omgeving en de daarbij horende digitale leer en werkomgeving (DLWo). De gebruikers van de DLWo hebben op ieder moment, op iedere plek en met ieder ‘device’ toegang tot dit systeem en de daarin opgenomen informatie. Het Regio College behoort op dit gebied tot de voorhoede in
7
de sector. Er is een nieuw kernregistratiesysteem deelnemers (KRD) ingevoerd en er zijn nieuwe systemen voor de personeels- en salarisadministratie en de financiële administratie operationeel geworden. Bij de start van het studiejaar 2012-2013 is de gerenoveerde B-vleugel van het gebouw Cypressehout 99 in Zaandam in gebruik genomen. Hiermee is de renovatie van de gebouwen in Zaandam afgerond. Het pand Cypressehout 100 is bij de start van het schooljaar 2012-2013 uit exploitatie genomen. De voorbereidingen zijn in gang gezet voor de bouw van een nieuwe gymzaal, zwevend boven het parkeerterrein tussen de panden Cypressehout 97 en 99. De gymzaal wordt bij de start van het schooljaar 2014-2015 in gebruik genomen. Het financieel resultaat over 2012 € 778.620 positief, terwijl in de begroting 2012 een negatief resultaat van € 1.387.091 was opgenomen. In het jaarresultaat is een aantal bijzondere baten verwerkt. Hiertoe behoren de verkoop van het pand Cypressehout 100 in Zaandam (netto boekresultaat van € 1.316.971) en het saldo van nog te ontvangen dan wel terug te betalen educatiegelden over de periode 2005-2010 ter grootte van € 416.962. Daarnaast is er nog een aantal andere bijzondere baten en lasten. Exclusief bijzondere baten en lasten is het resultaat € 1.041.032 negatief. De solvabiliteit van het Regio College was in 2012 met 0,55 op vrijwel hetzelfde niveau als in 2011 en bevond zich daarmee ruim boven de signaleringswaarde van 0,30.
1.2
Vooruitblik 2013-2014 Het CvB heeft met de Raad van Toezicht van gedachten gewisseld over het langetermijn perspectief van het Regio College, mede in relatie tot de financiële positie van de instelling. Invoering van Focus op Vakmanschap met ingang van het schooljaar 2014-2015 is nog steeds het perspectief waar het CvB rekening mee dient te houden, ook al zijn er nog tal van onzekerheden – zie de vorige paragraaf. Dit maakt het noodzakelijk dat vanuit het programmamanagement Focus op Vakmanschap wordt gezorgd voor een goede planning, voortgangsbewaking en signalering van risico’s. In de eerste helft van 2013 wordt door werkgroepen een aantal thema’s uit de nieuwe ontwerpeisen beroepsonderwijs van het Regio College nader onderzocht en uitgewerkt. Daarnaast worden handboeken en servicedocumenten aangepast. Een en ander moet er toe leiden dat de onderwijsteams vanaf 2013 voldoende richtlijnen en hulpmiddelen tot hun beschikking hebben om de onderwijsprogramma’s aan te passen. Daarnaast zal het nieuwe kwaliteitszorgsysteem van het Regio College verder worden ingevoerd. Het ziet er niet naar uit dat het economisch klimaat op korte termijn zal verbeteren. Hoewel het beroepsonderwijs bij de bezuinigingen vooralsnog vrijwel buiten schot blijft, zal het Regio College zeker last blijven hebben van de slechte economische situatie: minder budget bij werkgevers voor scholing en BBL-trajecten, minder stageplaatsen, een slechter arbeidsmarktperspectief voor deelnemers en tot slot lastenstijgingen voor het Regio College die niet via de rijksbijdrage worden gecompenseerd. Aan de andere kant wordt er een beroep gedaan op het Regio College om bij te dragen aan de bestrijding van de jeugdwerkloosheid en worden er hiervoor ook, zij het in beperkte mate, extra middelen beschikbaar gesteld.
8
2 Karakteristiek van het Regio College Het Regio College is een kleinschalig roc met als primair werk- en wervingsgebied de regio Zaanstreek-Waterland. Door de kleine schaal kan het Regio College slagvaardig en flexibel opereren en is het onderwijs georganiseerd op een schaal die voor deelnemers en docenten overzichtelijk en aantrekkelijk is. De organisatie is plat en de lijnen zijn kort. Een organogram van het Regio College is bijgevoegd als bijlage 1. Het beroepsonderwijs bij het Regio College is georganiseerd in zeven afdelingen: • de afdeling Bouw & Infra; • de afdeling Economie, ICT & VAVO; • de afdeling MBO Purmerend; • de afdeling Productie, Onderhoud & Logistiek; • de afdeling Regio Entree; • de afdeling Vrije tijd & Ondernemen; • de afdeling Zorg & Welzijn. In de afdeling Regio Entree is het merendeel van de niveau 1 opleidingen gebundeld; in deze afdeling zijn tevens het Servicecentrum (informatie- en adviescentrum voor deelnemers, Zorgen Advies Team), de Plusvoorziening (opvang overbelaste jongeren) en de activiteiten op het gebied van educatie ondergebracht. Het volwassenenonderwijs (VAVO) wordt uitgevoerd door een team dat deel uitmaakt van de afdeling Economie, ICT & VAVO. De onderwijsafdelingen staan onder leiding van een afdelingsmanager, die rechtstreeks valt onder het CvB. De afdelingen bestaan uit resultaatverantwoordelijke onderwijsteams. Deze teams kennen geen
9
teamleider, maar wel regisseurs die kennishouder en coördinator zijn op een bepaald thema (bijv. examinering, team & organisatie en beroepspraktijkvorming). Het Regio College kent vijf ondersteunende diensten: de diensten Administraties, Onderwijs, Personeel & Kwaliteit, Communicatie & Werving, Planning & Control en het Facilitair Bedrijf. De hoofden van de diensten van het Regio College rapporteren eveneens rechtstreeks aan het CvB. Zoals in het medezeggenschapsstatuut is vastgelegd, is er een Ondernemingsraad en een Deelnemersraad. De hoofdvestiging van het Regio College is in Zaandam, vlakbij station Zaandam. Daarnaast is er in Purmerend een vestiging waar voor ruim 700 deelnemers opleidingen op het gebied van zorg en welzijn, economie en ICT worden gegeven. De opleidingen op het gebied van bouw en infratechniek worden uitgevoerd in nauwe samenwerking met de betreffende branches: met het Samenwerkingsverband Praktijkopleiding Bouw in Zaandam en met het Samenwerkingsverband Praktijkopleidingen Grond-, Water-, Wegenbouw in Heerhugowaard. In Waterland zijn de bouwopleidingen gehuisvest bij de scholengemeenschap Triade in Edam. De opleidingen metaaltechniek vinden plaats bij Tetrix Bedrijfsopleidingen in Zaandam. Bij de opleidingen elektro- en installatietechniek wordt samengewerkt met Installatiewerk Noord-Holland, waarvan de praktijkvoorziening bij het Regio College in Zaandam is gehuisvest.
10
3. Resultaten totaal beroepsonderwijs Regio College 3.1
Aantallen deelnemers en rendement Deelnemers en diploma’s beroepsonderwijs (meetmoment: 1 oktober van genoemd studiejaar)
2009/2010
2010/2011
2011/2012
2012/2013
Streefcijfer Regio College 2012/20133
Aantal deelnemers BOL
3.018
2.920
3.028
3.148
3.120
Aantal deelnemers BBL/deeltijd BOL
2.752
2.486
2.421
2.168
2.400
Aantal deelnemers totaal
5.770
5.406
5.449
5.316
5.520
Aantal gewogen deelnemers1
4.904
4.634
4.744
4.823
Aantal diploma’s2
2.051
2.054
1.984
2.072
» waarvan bekostigd » waarvan onbekostigd
1.978
2.001
1.965
2.052
73
53
19
20
Bron: 1-cijferbestand Regio College 1
gewogen naar deeltijdfactor (BOL-BBL)
2
aantal diploma’s gemeten per kalenderjaar van het eerstgenoemde jaar in de kolom
3
streefcijfer uit activiteitenplan 2012
11
De stijging van het deelnemersaantal die in 2011 heeft plaatsgevonden, heeft zich in 2012 niet doorgezet. De streefcijfers uit het activiteitenplan zijn daarmee ook niet gehaald. De cijfers in de bovenstaande tabel maken duidelijk dat de daling wordt veroorzaakt door een forse terugloop van het aantal deelnemers in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL). Dit heeft alles te maken met de slechte economische situatie in Nederland en in de regio: werkgevers bieden minder leer-werkplaatsen aan. Positief is wel dat het aantal nieuw ingeschreven deelnemers in 2012 vrijwel stabiel is gebleven, dit geldt zowel voor de beroepsopleidende leerweg (BOL) als voor de BBL. Wat betreft het rendement van het beroepsonderwijs hebben Ministerie van OC&W, onderwijsinspectie en MBO Raad met elkaar afgesproken dat vanaf 2009 zal worden uitgegaan van de volgende indicatoren: • het jaarresultaat, kortweg het percentage gediplomeerde deelnemers ten opzichte van alle deelnemers die in het verslagjaar de instelling verlaten óf met een diploma doorstromen; • het diplomaresultaat, kortweg het percentage deelnemers dat met een diploma de instelling verlaat ten opzichte van alle deelnemers die in het verslagjaar de instelling verlaten. In onderstaande tabel wordt de ontwikkeling van deze indicatoren weergegeven. Jaarresultaat en diplomaresultaat Regio College
2009/2010
2010/2011
2011/2012
2011/2012 alle roc’s
Streefcijfer Regio College 2011/2012
Jaarresultaat
67,1%
71,4%
70,5%
64,5%
69,1%
Diplomaresultaat
66,7%
72,4%
70,7%
62,2%
70,0%
Bron: DUO, Overzicht indicatoren per instelling.
Jaar- en diplomaresultaat van het Regio College zijn ten opzichte van het schooljaar 2010-2011 gedaald. Daar staat tegenover dat het Regio College op beide indicatoren nog steeds aanmerkelijk beter scoort dan alle roc’s gemiddeld. Ook liggen de resultaten nog net boven de streefcijfers die het Regio College hanteert. Deze streefcijfers zijn gebaseerd op het gemiddelde jaar- en diplomaresultaat van de naburige, met het Regio College vergelijkbare roc’s. Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) heeft zich de afgelopen jaren als volgt ontwikkeld. Ontwikkeling nieuwe voortijdig schoolverlaters Regio College Aantal vsv’ers
Streefcijfer Regio College
% vsv’ers gemiddelde alle roc’s % vsv’ers1
2005-2006
553
12,7%
10,5%
2006-2007
498
11,3%
10,2%
2007-2008
553
12,0%
9,6%
2008-2009
473
10,7%
9,3%
2009-2010
410
9,7%
8,8%
2010-2011
364
385
9,2%
8,6%
2011-2012
361
320
9,1%
7,9%
2
Bron: DUO/CFI 1
% t.o.v. totaal aantal deelnemers Regio College
2
voorlopige cijfers
12
Na de goede resultaten in de jaren daarvoor, is het in het schooljaar 2011-2012 niet gelukt het aantal vsv’ers verder terug te dringen. De doelstellingen zijn niet gehaald en het verschil met het landelijk gemiddelde is groter geworden. Wellicht speelt hier een rol dat een aantal vertrokken deelnemers ten onrechte door het ministerie van OCW als vsv’er is aangemerkt. Een nadere analyse van de bestanden moet uitwijzen of dit inderdaad het geval is. De nieuwe meetsystematiek die de partijen van het vsv-convenant hebben afgesproken, helpt om hierin duidelijkheid te brengen. Hoe dan ook staat vast dat het Regio College de inzet die nu al wordt gepleegd om uitval tegen te gaan, moet voortzetten teneinde de doelstellingen van het convenant te halen. In paragraaf 5.4 wordt hier nader op ingegaan.
3.2
Tevredenheid deelnemers en werkgevers Het Regio College meet de tevredenheid van deelnemers door drie soorten onderzoeken. • Een enquête onder alle ingeschreven deelnemers. In het schooljaar 2011-2012 heeft het Regio College meegedaan aan de landelijke JOB-Monitor 2012. Voorheen voerde het Regio College een eigen doorstroomonderzoek uit. • Een enquête onder deelnemers in het eerste leerjaar die voor het eerst staan ingeschreven bij het Regio College, het zogenaamde instroomonderzoek. • Een enquête onder afgestudeerde deelnemers ongeveer een half jaar nadat zij de opleiding met een diploma hebben verlaten, de MBO-Kaart. In het onderstaand overzicht zijn de rapportcijfers voor de school en de opleiding opgenomen, zoals naar voren gekomen uit de verschillende tevredenheidsonderzoeken die de afgelopen jaren zijn uitgevoerd. Resultaten tevredenheidsonderzoeken deelnemers Doorstroomonderzoek
Instroomonderzoek
MBO-Kaart (uitstroomonderzoek)
JOB-Monitor Regio College
JOB-Monitor Gemiddeld naburige roc’s
Streefcijfer Regio College
2009-2010
2010-2011
2011
2012
2012
2012
Rapportcijfer opleiding
6,6
7,0
6,7
6,7
6,8
7,0
Rapportcijfer school
6,0
6,6
6,0
6,0
6,2
7,0
De tevredenheid van de deelnemers over opleiding en school, zoals gemeten in de JOB-Monitor 2012, is ten opzichte van het doorstroomonderzoek 2009-2010 vrijwel gelijk gebleven. Opnieuw scoort de eigen opleiding aanmerkelijk beter dan de school, dit is ook bij andere roc’s het geval. Hoewel de verschillen klein zijn, scoort het Regio College iets lager dan de omliggende roc’s. De rapportcijfers uit de JOB-Monitor per onderwijsafdeling komen in het volgende hoofdstuk aan de orde. De afdelingen beschikken ook over de cijfers per onderwijsteam. De afdelingsmanagers hebben de resultaten van de JOB-Monitor besproken met de onderwijsteams en met deelnemers van hun afdeling. De JOB-Monitor is vanzelfsprekend ook besproken met de Deelnemersraad. De raad heeft hierover ook advies uitgebracht aan het CvB. Verbeteracties worden opgenomen in de werkplannen van de afdelingen en teams voor het schooljaar 20132014, voor zover deze acties niet reeds in gang zijn gezet. In het schooljaar 2011-2012 is de tweejaarlijkse enquête uitgevoerd onder werkgevers waar deelnemers van het Regio College beroepspraktijkvorming (bpv) volgen, de bpv-enquête. Bijna 800 respondenten hebben de enquête ingevuld. De belangrijkste resultaten zijn in onderstaande tabel opgenomen.
13
Resultaten bpv-enquête 2010 en 2012: % respondenten per antwoordcategorie Goed of voldoende (%)
Onvoldoende (%)
Slecht (%)
2010
2012
2010
2012
2010
2012
Informatie over bpv vanuit opleiding
81,2
90,5
16,3
8,1
2,5
1,4
Begeleiding deelnemer tijdens bpv vanuit opleiding
86,2
90,4
12,4
8,3
1,4
1,3
Aansluiting onderwijs op beroepspraktijk
81,9
88,7
15,5
11,0
2,6
0,3
Wijze van beoordeling bpv
91,5
95,7
7,9
3,9
0,6
0,4
Veel of voldoende vertrouwen (%) Vertrouwen in examinering (inclusief bpv)
92,5
97,0
Onvoldoende vertrouwen (%) 7,3
3,0
Geen vertrouwen (%) 0,2
0,0
Bron: bpv-enquête Regio College; respondenten: werkgevers/praktijkbegeleiders
Uit de enquête blijkt dat het overgrote deel van de werkgevers de uitvoering van de bpv door het Regio College als goed of voldoende beoordeelt. Ten opzichte van 2010 is het totaal van de percentages goed en voldoende ook verder toegenomen.
14
4 Resultaten en ontwikkelingen onderwijsafdelingen 4.1
Afdeling Bouw & Infra Titel tabel? BOL
Aantal deelnemers per 1 oktober
BBL
2011-2012
2012-2013
2011-2012
2012-2013
2011-2012
2012-2013
119
111
568
450
687
561
JOB-Monitor 2012 (tevredenheid deelnemers afdeling)
1
Totaal
Resultaten bpv-enquête (tevredenheid werkgevers)1
Cijfer opleiding
Cijfer school
Informatie bpv goed/voldoende
Begeleiding deelnemers goed/voldoende
Aansluiting op praktijk goed/voldoende
Vertrouwen in examinering veel/voldoende
6,8
6,4
96,1%
98,1%
92,3%
99%
% werkgevers dat aspect als goed of voldoende dan wel als veel of voldoende beoordeelt.
15
Het aantal deelnemers is in 2012 fors gedaald, zowel bij de bouw- als bij de infra-opleidingen. Het aantal BOL-deelnemers is vrijwel stabiel gebleven, de klappen zijn gevallen bij de BBL. Dit heeft alles te maken met de crisis waarin de bouwsector verkeert. Het is heel moeilijk om BBL-deelnemers aan het werk te hebben en te houden. Het Regio College werkt bij de uitvoering en invulling van het onderwijs intensief samen met de werkgevers in de bouw en infra. De cijfers uit de bpv-enquête laten ook een ruime mate van tevredenheid over de uitvoering van de bpv zien. De bouwopleidingen zijn gehuisvest bij het Samenwerkingsverband Praktijkopleiding Bouw (SPB) in Zaandam; daarnaast worden er nog bouwopleidingen verzorgd op de locatie van de scholengemeenschap Triade in Edam. De opleidingen infra vinden plaats bij het Samenwerkingsverband Praktijkopleidingen Grond-, Water-, Wegenbouw (SPG) in Heerhugowaard. Door de samenwerking met SPB en SPG kunnen ondanks de crisis in de branches toch nog leer-werkplekken voor deelnemers worden geregeld. Op de werkvloer is veelvuldig contact tussen de leermeesters en instructeurs van de samenwerkingsverbanden enerzijds en de docenten van het Regio College anderzijds. Het Regio College is betrokken bij de Zaanse Hout Akademie, een initiatief van de gemeente Zaandam gericht op het behouden en ontwikkelen van kennis op het gebied van houtbouw. Dit initiatief moet in 2013 verder vorm krijgen in afstemming met het Hout- en Meubileringscollege. Het Regio College is samen met andere onderwijsinstellingen, gemeenten en bedrijven participant van de Stichting Infra Bindt, die ten doel heeft het infratechniek onderwijs in Noord-Holland te versterken en ideeën uit te wisselen over de inrichting van het onderwijs.
4.2
Afdeling Economie, ICT & VAVO Titel tabel? BOL
Aantal deelnemers per 1 oktober
BBL
Totaal beroepsonderwijs
VAVO1
20112012
20122013
20112012
20122013
20112012
20122013
20112012
20122013
793
836
0
49
793
885
261
299
JOB-Monitor 2012 (tevredenheid deelnemers afdeling)2
Resultaten bpv-enquête (tevredenheid werkgevers)3
Cijfer opleiding
Cijfer school
Informatie bpv goed/voldoende
Begeleiding deelnemers goed/voldoende
Aansluiting op praktijk goed/voldoende
Vertrouwen in examinering veel/voldoende
7,0
6,3
100%
98,7%
94,9
100%
1
zowel deelnemers VAVO Web als Rutte-leerlingen (toelichting hieronder)
2
exclusief deelnemers VAVO
3
% werkgevers dat aspect als goed of voldoende dan wel als veel of voldoende beoordeelt.
Met ingang van het schooljaar 2012-2013 wordt het volwassenenonderwijs (VAVO) uitgevoerd door een team dat deel uitmaakt van de afdeling Economie, ICT & VAVO. Tot dat moment was er een aparte afdeling VAVO, die te klein was om als zelfstandige afdeling te kunnen blijven functioneren. Het aantal teams beroepsonderwijs is teruggebracht van vijf naar vier. Door herschikking zijn er de nieuwe teams Administratie/Juridisch en Brede kantoor opleiding (BKO)/Secretarieel ontstaan. Het team BKO/Secretarieel heeft naar aanleiding van de uitkomsten van een onderzoek van de Onderwijsinspectie de examinering bij de opleiding Managementassistent verbeterd. Met succes, want de inspectie heeft bij het vervolgonderzoek de examinering als voldoende beoordeeld.
16
Het aantal deelnemers beroepsonderwijs is over vrijwel de hele linie toegenomen. Een belangrijke bijdrage aan de groei is geleverd door het binnenhalen van een opdracht voor de Belastingdienst door het team Administratie/Juridisch. In september 2012 start een groep van bijna 50 BBL-deelnemers met hun opleiding Bedrijfsadministrateur niveau 4. In januari 2013 start de tweede groep. Het team Commercieel heeft met het aanbieden van de opleiding Junior Salesmanager voor een opleving in de aanmeldingen op niveau 3 gezorgd. Hiermee heeft dit team een ruim aanbod aan (versnelde) opleidingen in huis. Met InHolland heeft het team ICT een pilot Pre-Bachelor opgezet. Hierbij is het studieprogramma op onderdelen aangepast, zodat de deelnemers het eerste jaar van de hbo-opleiding kunnen overslaan. De deelnemers gaan daarvoor in het laatste studiejaar elke vrijdag college volgen bij InHolland. Op deze wijze worden ze inhoudelijk én op het gebied van studievaardigheden op het hbo voorbereid. Ter vergelijking: havisten moeten wel het hele hbo-programma doorlopen, want zij missen de ICT-kennis. Bij het VAVO is het aantal deelnemers dat een VAVO-traject volgt via de WEB-gelden van de gemeenten gedaald. Overigens maakt VAVO vanaf 2013 geen onderdeel meer uit van de gemeentelijke WEB, maar wordt dit direct via het ministerie van OCW gefinancierd. Steeds vaker volgen deelnemers de route via de zogenaamde Rutteregeling, waarbij leerlingen staan ingeschreven bij een school voor voortgezet onderwijs en een aantal vakken VAVO volgen bij het Regio College. In nauwe samenwerking met het voortgezet onderwijs in Zaanstad is het team VAVO een pilot gestart waarbij aan leerlingen die zijn gezakt voor hun diploma vmbo theoretische leerweg, de gelegenheid wordt geboden het vmbo tl-diploma in een jaar alsnog te behalen. Dat doen deze deelnemers naast hun mbo niveau 3 opleiding. In april 2013 zal deze pilot worden geëvalueerd en wordt een besluit genomen over het al dan niet voortzetten van dit traject in het schooljaar 2013-2014. Wat betreft het overleg met het werkveld is het probleem bij deze afdeling dat in veel gevallen de betreffende sector zeer breed is samengesteld en lastig is af te bakenen. Administratieve functies zijn te vinden bij alle bedrijven en organisaties. Bij het team Commercieel is een overleg opgestart waarbij met stagebiedende bedrijven wordt gesproken over het gezamenlijk vormgeven van het onderwijs. Voor het team Administratie/Juridisch is een dergelijk overleg in voorbereiding.
4.3
Afdeling MBO Purmerend BOL
Aantal deelnemers per 1 oktober
BBL
2011-2012
2012-2013
2011-2012
2012-2013
2011-2012
2012-2013
481
478
200
245
681
723
JOB-Monitor 2012 (tevredenheid deelnemers afdeling)
1
Totaal
Resultaten bpv-enquête (tevredenheid werkgevers)1
Cijfer opleiding
Cijfer school
Informatie bpv goed/voldoende
Begeleiding deelnemers goed/voldoende
Aansluiting op praktijk goed/voldoende
Vertrouwen in examinering veel/voldoende
6,8
6,2
91,5%
83,9%
82,5%
94%
% werkgevers dat aspect als goed of voldoende dan wel als veel of voldoende beoordeelt.
In deze afdeling zijn de opleidingen ondergebracht die het Regio College in Purmerend aanbiedt: gezondheidszorg, agogische beroepen, economie, ICT en outdoor & adventure. De opleidingen techniek in Purmerend vallen onder de afdeling Productie, Onderhoud & Logistiek. Voor het eerst in twee jaar kwam het aantal ingeschreven deelnemers in Purmerend weer boven de 700. Deze stijging komt vooral door de toename van het aantal BBL-deelnemers bij de opleidingen Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg en Medewerker maatschappelijke
17
zorg en door de start van een nieuwe eerstejaars groep voor de opleiding Outdoor & adventure. Uit onderzoek naar de tevredenheid van de deelnemers op de locatie Purmerend blijkt dat zij in vergelijking met 2009-2010 meer tevreden zijn over hun onderwijs, over hun opleiding, over de begeleiding en over de bpv. Ook de school als geheel komt er beter uit dan in het vorige onderzoek. In Purmerend is in de loop der jaren een aantal extra onderwijsactiviteiten ontwikkeld. Ieder jaar is er een themadag voor deelnemers en docenten met workshops, creatieve werkplaatsen, theater en muziek. In 2012 was het thema ‘de crisis’. In het kader van ‘NL doet’ is door het team Economie een goede doelen dag ontwikkeld en door het team Gezondheidszorg een dag voor senioren onder de titel 64ever young. Het team Agogische Beroepen organiseert jaarlijks in de maand juni de Buitenspeeldag op de Koemarkt in Purmerend. Een grote happening voor alle kinderen uit Purmerend die onder begeleiding van de deelnemers van de opleiding Pedagogisch werk net zo lang kunnen spelen als ze willen. Jaarlijks organiseert de afdeling in december een dictee, waarmee extra aandacht wordt gevraagd voor de Nederlandse taal. In het voorjaar van 2012 is de samenwerking tussen het Regio College en de Purmerendse Scholengroep (PSG) geëvalueerd. Het Regio College en de PSG hebben in 2008 een convenant gesloten over samenwerking en afstemming op onderwijsgebied. Sinds het schooljaar 2009-2010 hebben de beide onderwijsinstellingen een gemeenschappelijke onderwijslocatie, de Spinnekop. Uit de evaluatie is voor beide partijen het beeld naar voren gekomen dat de samenwerking niet in voldoende mate aan de verwachtingen heeft voldaan en dat er te grote verschillen zijn tussen vmbo-leerlingen en mbo-deelnemers om het samenleven van deze twee groepen in één gebouw tot een succes te maken. Regio College en PSG hebben tevens vastgesteld dat een goede aansluiting en samenwerking tussen vmbo en mbo van belang blijven. De ervaringen van de afgelopen jaren worden vertaald in een nieuw convenant waarbij ook het Horizon College partij zal zijn. Met het Horizon College is een verkenning gestart naar een mogelijk gezamenlijk huisvesting van de opleidingen die Horizon College en Regio College in Purmerend aanbieden. Daarbij wordt ook gekeken naar de afstemming van het aanbod van beide roc’s.
4.4
Afdeling Productie, Onderhoud & Logistiek (POL) Titel tabel? BOL
Aantal deelnemers per 1 oktober
BBL
Totaal
2011-2012
2012-2013
2011-2012
2012-2013
2011-2012
2012-2013
184
194
1.026
916
1.210
1.110
JOB-Monitor 2012 (tevredenheid deelnemers afdeling)
Resultaten bpv-enquête (tevredenheid werkgevers)1
Cijfer opleiding
Cijfer school
Informatie bpv goed/voldoende
Begeleiding deelnemers goed/voldoende
Aansluiting op praktijk goed/voldoende
Vertrouwen in examinering veel/voldoende
6,8
5,9
88,7%
94,4%
92,6%
98%
1
% werkgevers dat aspect als goed of voldoende dan wel als veel of voldoende beoordeelt.
Net als bij de afdeling Bouw & Infra, de andere techniekafdeling, is het aantal deelnemers per 1 oktober sterk afgenomen, met name bij de BBL-opleidingen procestechniek en metaal-, elektro- en installatietechniek. Daar staat tegenover dat het aantal nieuwe inschrijvingen is gegroeid en dat er nieuwe maatwerktrajecten zijn gestart bij Dutch Cocoa, Sonneborn, Covidien, Sanquin, Cooksons, Forbo Flooring en Wild Juice. De afdeling POL werkt nauw samen met Tetrix Bedrijfsopleidingen (metaal) en Installatiewerk Noord-Holland, waarvan de praktijkvoorziening bij het Regio College in Zaandam is gevestigd. Het Regio College heeft met deze
18
twee organisaties, de andere Noord-Hollandse roc’s en de brancheorganisaties een convenant ondertekend waarin afspraken zijn vastgelegd over het verder verbeteren van de kwaliteit van de metaal-, elektro- en installatietechnische opleidingen in Noord-Holland. Met bedrijven uit de Zaanse foodsector zijn de voorbereidingen in gang gezet voor het starten van een opleiding Procesoperator food (niveau 2) in het schooljaar 2013-2014, waarbij er door het bedrijfsleven een praktijkvoorziening wordt gerealiseerd. Met de Zaanse vmbo-scholen worden doorlopende leerlijnen ontwikkeld, gericht op het verbeteren van de aansluiting tussen vmbo en mbo, het verhogen van de instroom in de techniekopleidingen en het verkorten van de studieduur voor deelnemers.
4.5
Afdeling Regio Entree Titel tabel? BOL
Aantal deelnemers per 1 oktober
BBL
2011-2012
2012-2013
2011-2012
2012-2013
2011-2012
2012-2013
103
115
0
0
103
115
JOB-Monitor 2012 (tevredenheid deelnemers afdeling)1
1
Totaal
Resultaten bpv-enquête (tevredenheid werkgevers)2
Cijfer opleiding
Cijfer school
Informatie bpv goed/voldoende
Begeleiding deelnemers goed/voldoende
Aansluiting op praktijk goed/voldoende
Vertrouwen in examinering veel/voldoende
6,1
5,9
100%
100%
95,8%
96%
betreft alleen deelnemers team AanZ!
2
% werkgevers dat aspect als goed of voldoende dan wel als veel of voldoende beoordeelt.
Het team AanZ! van de afdeling Regio Entree verzorgt binnen het Regio College de brede opleidingen Arbeidsmarkt Gekwalificeerd Assistent (AKA) op niveau 1. AanZ! is het onderwijsjaar 2012-2013 begonnen op een nieuwe locatie, in de B-vleugel van het gebouw Cypressehout 99. De afdeling Regio Entree bestaat verder uit het Servicecentrum, het informatie- en advies centrum voor deelnemers en docenten, en X-tra, de plusvoorziening voor overbelaste jongeren. Daarnaast zijn vanaf 2013 de educatietrajecten bij Regio Entree ondergebracht. Op deze onderdelen en activiteiten wordt elders in het bestuursverslag ingegaan. In Focus op Vakmanschap heeft de minister van OCW de lijn uitgezet dat alle mboopleidingen op niveau 1 worden gebundeld tot Entreeopleidingen. Behalve de brede AKAopleidingen, gaat het hier om de smalle opleidingen niveau 1 bij de afdelingen Productie, Onderhoud & Logistiek en Vrije tijd & Ondernemen. In 2013 zal worden besloten of ook deze smalle opleidingen al dan niet bij Regio Entree worden ondergebracht. Een diploma van de Entreeopleiding geeft toegang tot een beroepsopleiding op niveau 2. Indien dat niet haalbaar of wenselijk is, bereidt de opleiding deelnemers voor op de arbeidsmarkt. Nieuw is dat de school na vier maanden bij elke deelnemer een bindend studieadvies moet geven. Indien een deelnemer onder de maat presteert, kan deze gedwongen worden de opleiding te verlaten en aan het werk te gaan, of elders verder te leren. AanZ! is begonnen met de voorbereiding op deze nieuwe situatie die vanaf 2014 van kracht zal zijn. Het Regio College verzorgt in opdracht van de gemeente Zaanstad en het Saenredam College ook onderwijs Nederlands als tweede taal (NT2) aan jongeren van 16 jaar en ouder die geschakeld moeten worden naar het reguliere onderwijs, de internationale schakelklas (ISK). In 2012 zijn er 30 leerlingen gestart. Hiervan zijn er inmiddels 6 doorgestroomd naar AanZ!
19
4.6
Afdeling Vrije tijd & Ondernemen (VTO) BOL
Aantal deelnemers per 1 oktober
BBL
Totaal
2011-2012
2012-2013
2011-2012
2012-2013
2011-2012
2012-2013
673
712
343
193
1.016
905
JOB-Monitor 2012 (tevredenheid deelnemers afdeling)
Resultaten bpv-enquête (tevredenheid werkgevers)1
Cijfer opleiding
Cijfer school
Informatie bpv goed/voldoende
Begeleiding deelnemers goed/voldoende
Aansluiting op praktijk goed/voldoende
Vertrouwen in examinering veel/voldoende
6,4
5,7
80,9%
84,8%
88,8%
94%
1
% werkgevers dat aspect als goed of voldoende dan wel als veel of voldoende beoordeelt.
Het aantal deelnemers is flink gedaald. Oorzaak hiervan is de terugloop in de BBL-maatwerktrajecten handel. Er wordt gewerkt aan het starten van nieuwe bedrijfsgroepen, onder meer in samenwerking met Retail School, waarmee een convenant is afgesloten. Nieuw is de opleiding verkoper parfumerie/drogisterij. Bij de opleidingen toerisme, recreatie en sport en bewegen is een programma ontwikkeld voor uitblinkers/versnellers die sneller willen doorstromen naar niveau 4 en vervolgens naar het hoger beroepsonderwijs. Met InHolland zijn besprekingen gaande over het mbo-hbo-traject in samenwerking met de Kamer van Koophandel Amsterdam. Het Regio College is een van de zes mbo-instellingen in Nederland die een opleiding optiek aanbiedt, en de vierde instelling met de opleiding contactlenzen; bij deze opleidingen wordt nauw samengewerkt met optiek-ketens. Bij de verschillende (clusters van) opleidingen komt twee keer per jaar een Bedrijfsadviescommissie bijeen, waarin een brede vertegenwoordiging van het werkveld zit. In deze commissie worden externe partners geraadpleegd over het onderwijs- en examineringsprogramma. Werkgevers zoals Transavia, SpecSavers en Vacanceselect zitten aan tafel. Bij examinering wordt gebruik gemaakt van assessoren uit het werkveld. Sinds september 2012 wordt bij Toerisme-Luchtvaart gewerkt met het officiële boekingssysteem van KLM; docenten zijn gecertificeerd.
4.7
Afdeling Zorg & Welzijn Titel tabel? BOL
Aantal deelnemers per 1 oktober
BBL
Totaal
2011-2012
2012-2013
2011-2012
2012-2013
2011-2012
2012-2013
675
702
284
315
959
1.017
JOB-Monitor 2012 (tevredenheid deelnemers afdeling)
Resultaten bpv-enquête (tevredenheid werkgevers)1
Cijfer opleiding
Cijfer school
Informatie bpv goed/voldoende
Begeleiding deelnemers goed/voldoende
Aansluiting op praktijk goed/voldoende
Vertrouwen in examinering veel/voldoende
6,6
5,8
91,6%
93,6%
88,0%
98%
1
% werkgevers dat aspect als goed of voldoende dan wel als veel of voldoende beoordeelt.
20
Over het geheel van de afdeling genomen is de ontwikkeling van het aantal deelnemers positief. De zorgopleidingen groeien. In september is begonnen met het opleiden voor een nieuwe klant, Osira Amstelring. De eerste groep bestond uit 30 BBL-deelnemers. Voor een andere organisatie is een maatwerktraject Facilitair medewerker gestart. De werkgelegenheid voor de opleiding Pedagogisch medewerker in de kinderopvang neemt sterk af. Dit leidt ook tot minder instroom in september 2012, drie groepen in plaats van vier. In het schooljaar 2012-2013 is gestart met een turboroute Zorg & Welzijn, een versnelde opleiding op niveau 4 waarmee deelnemers al beginnen in het vierde leerjaar van het vmbo. De afdeling Zorg en Welzijn is van vijf naar vier resultaatverantwoordelijk teams gegaan. De teams Helpende zorg en welzijn en Verpleging en Verzorging zijn samen gevoegd tot het nieuwe team Zorg en Dienstverlening. In april is gestart met een pilot draadloos ICT-netwerk voor deelnemers en docenten. Na wat opstartproblemen zijn zowel deelnemers als de docenten enthousiast. Ambitie is om het draadloos werken in 2013 uit te breiden naar de andere opleidingen. De afdeling is bij een team ook gestart met een proef stageconsulent, een medewerker die de werving verzorgt van de stageplaatsen en de deelnemers op hun stageadres bezoekt. De eerste ervaringen zijn positief. De planning van bezoeken gaat efficiënter en docenten ervaren minder werkdruk als het gaat om het plannen en bezoeken van de stage. Werkgevers in de kinderopvang, gemeenten en onderwijsinstellingen in de regio Amsterdam en in overig Noord-Holland hebben overeenkomsten ondertekend over de kwaliteit van het onderwijs en de beroepspraktijkvorming in de sector. Ook het Regio College heeft deze overeenkomsten ondertekend.
21
5 Overige ontwikkelingen beroepsonderwijs 5.1
Focus op Vakmanschap Het Regio College onderschrijft de ambitie van Focus op Vakmanschap, ‘de basis op orde en de lat omhoog’. Verschillende van de flankerende activiteiten (taal en rekenen, centrale examinering, professionalisering) die onder de noemer van het actieplan Focus op Vakmanschap zijn gebracht, zijn al in ontwikkeling bij de onderwijsteams. De afgelopen jaren zijn de meeste vierjarige opleidingen al verkort tot drie jaar, komend jaar zullen nog drie opleidingen worden verkort. Alles bij elkaar is het intensiveren van de opleidingen voor het Regio College de grootste uitdaging. De nieuwe urennorm, waarbij het minimum aantal uren op school (de begeleide onderwijstijd) fors omhoog gaat, is des te meer uitdagend omdat sommige competentiegerichte opleidingen in nauwe samenwerking met het beroepenveld zodanig zijn ingericht dat er relatief veel aan beroepspraktijkvorming wordt gedaan. Er zal een nieuwe balans moeten worden gevonden tussen de begeleide onderwijstijd op school en de beroepspraktijkvorming. Vertrekpunt voor de implementatie van de maatregelen Focus op Vakmanschap is dat het Regio College met behoud van het goede de intensivering tot stand brengt. Gestart wordt met het analyseren wat er nodig is om de opleidingen ‘Focus op Vakmanschap-proof ’ te maken en wat efficiënter kan, zodat er ruimte wordt gemaakt voor de intensivering. De teams worden daarbij gefaciliteerd met duidelijke richtlijnen en onderwijskundige kaders. Het Regio College heeft een programmamanagement ingesteld dat het proces regisseert en monitort, zodat de
22
onderwijsteams met ingang van het schooljaar 2014-2015 alle opleidingen hebben heringericht conform Focus op Vakmanschap. Belangrijke uitgangspunten voor dat proces zijn: • afdelingsmanagers zijn verantwoordelijk voor intensivering van de opleidingen binnen hun afdelingen; • de onderwijsteams worden door de managers in de ‘lead’ gebracht bij het herontwerpen van de opleidingen, met inachtneming van de maatregelen die al eerder in gang zijn gezet bijvoorbeeld op het gebied van taal en rekenen, examinering en loopbaan en burgerschap; • bij het zoeken naar mogelijkheden voor intensiveren wordt zoveel mogelijk gebruikt gemaakt van voorbeelden van andere roc’s en worden zo veel mogelijk intern ervaringen uitgewisseld; • de nieuw vast te stellen kwalificatiedossiers zijn de basis voor de nieuwe opleidingsprogramma’s; • de medezeggenschapsorganen (Ondernemingsraad en Deelnemersraad) en Raad van Toezicht worden betrokken bij relevante beslismomenten. De eerste stap in 2012 was het actualiseren van de ‘Ontwerpeisen competentiegericht onderwijs’ uit 2009. Docenten en onderwijsteams waren hierbij betrokken, onder meer door middel van een werkconferentie in het najaar van 2012. Het Regio College heeft hierbij gebruik gemaakt van de middelen die het landelijk programmamanagement MBO15 ter beschikking heeft gesteld om de implementatie van Focus op Vakmanschap te ondersteunen. De nieuwe ‘Ontwerpeisen voor het beroepsonderwijs 2012-2015’, die het CvB begin 2013 heeft vastgesteld, bevatten de kaders en richtlijnen waarmee teams het beroepsonderwijs zo in kunnen richten dat deelnemers via de kortst haalbare en bij hun mogelijkheden passende route naar een diploma worden begeleid. Tegelijk moeten de ontwerpeisen het mogelijk maken dat het onderwijs voor het Regio College betaalbaar blijft onder de nieuwe bekostiging. Vervolgstap is dat een aantal thema’s nader wordt onderzocht op hun bruikbaarheid voor intensivering van de opleidingen. Dit gebeurt door werkgroepen waarin docenten uit verschillende opleidingen deelnemen. Daarna worden de richtlijnen uit de ontwerpeisen in 2013 in diverse handboeken en servicedocumenten uitgewerkt. Het betreft onder andere: • het handboek Examinering; • het handboek deelnemersbegeleiding; • de servicedocumenten Taal (Nederlands en Engels) en Rekenen en centrale examinering; • de kadernotitie Loopbaan & Burgerschap.
5.2
Portfolio en (macro)doelmatigheid Het CvB heeft in 2012 het aanbod van opleidingen, het portfolio, van het Regio College tegen het licht gehouden. Bij deze analyse is gekeken naar de instroom vanuit het vmbo, het arbeidsmarktperspectief van de verschillende opleidingen, de aantallen leerlingen per opleiding en de positie van het Regio College ten opzichte van de omliggende roc’s. Het gaat hier om aspecten die vallen onder het begrip doelmatigheid: sluit het aanbod van opleidingen voldoende aan op de vraag van werkgevers op de (regionale) arbeidsmarkt, is er voldoende perspectief op werk voor deelnemers met een mbo-diploma op zak? De minister van OCW verwacht dat roc’s ook gezamenlijk naar de doelmatigheid van het aanbod kijken: bieden naburige roc’s niet te veel van hetzelfde aan, kunnen opleidingen met kleine aantallen deelnemers of met dure voorzieningen door samenwerking tussen roc’s in de lucht worden gehouden? Uit de portfolioanalyse is naar voren gekomen dat het Regio College voor de gemeenten Zaanstad, Purmerend en de direct omliggende kernen de belangrijkste opleider is. In een aantal sectoren is de concurrentie wel toegenomen, waarmee het marktaandeel van het Regio College onder druk staat. Het Regio College heeft op alle niveaus en sectoren een ‘werken en leren’-profiel (BBL) en is daarnaast sterk in het realiseren van doorstroom van niveau 4 naar het hbo. Er is een kernassortiment van 35 opleidingen, waarin 75% van de deelnemers zitten. Opleidingen die buiten het kernassortiment vallen en kleinere aantallen deelnemers bevatten, zijn wel degelijk doelmatig omdat ze inspelen op de behoefte van regionale werkgevers.
23
De uitkomsten van de portfolio-analyse waren voor het CvB aanleiding om een aantal acties in gang te zetten. Er wordt een beperkt aantal nieuwe opleidingen ontwikkeld, die aansluiten op het bestaande aanbod en op de (te verwachten) vraag op de arbeidsmarkt. Een voorbeeld van een dergelijk initiatief is het opzetten, in samenwerking met werkgevers uit de regio, van de opleiding procesoperator food. De opleidingen met kleine aantallen deel nemers worden onder de loep genomen. Daarnaast is het CvB naar aanleiding van de portfolioanalyse in gesprek gegaan met de besturen van de omliggende roc’s. Met het Horizon College is een verkenning gestart naar een mogelijk gezamenlijke huisvesting van de opleidingen die Horizon College en Regio College in Purmerend aanbieden. Daarbij wordt ook gekeken naar de afstemming van het aanbod van beide roc’s.
5.3
Taal en rekenen In 2012 is de wijze aangepast waarop het taal- en rekenonderwijs bij het Regio College is georganiseerd. De aansturing van de activiteiten rond taal en rekenen gebeurt nu per afdeling door de afdelingsmanager, in plaats van door een centrale projectleiding. De plannen voor taal en rekenen worden opgenomen in het afdelingswerkplan. Op die manier wordt geborgd dat de activiteiten voor taal en rekenen steeds meer ingebed zijn in de bestaande structuur. Zo zal ook de organisatie van de nulmeting (het meten van het taal- en rekenniveau van nieuwe deelnemers) met ingang van het schooljaar 2013-2014 onder de verantwoordelijkheid van de afdeling vallen. In de afgelopen jaren is de methode Taal- en Rekenblokken als standaard gehanteerd; alle taal- en rekendocenten hebben de afgelopen jaren het onderwijs vorm gegeven m.b.v. deze methode. Op basis van de uitkomsten van een evaluatie onder de docenten, zal in 2013 een besluit worden genomen over het al dan niet continueren van Taal- en Rekenblokken als voorgeschreven methode. Voor taal en rekenen wordt de komende jaren centrale examinering ingevoerd. Omdat uit pilots gebleken is dat dit de nodige voorbereidingen vergt en dat veel deelnemers in het mbo nog niet voldoen aan de vastgestelde referentieniveaus, heeft de minister van OCW besloten de invoering van de centrale examinering te verschuiven naar een later tijdstip. Voor Nederlands is invoering nu gepland in de schooljaren 2014-2015 (niveau 4) en 2015-2016 (niveau 2 en 3), voor rekenen in 2015-2016 (niveau 4) en 2016-2017 (niveau 2 en 3). In 2012 zijn er op het Regio College twee pilots centrale examinering taal en rekenen uit gevoerd. Aan de eerste pilot hebben 65 deelnemers meegedaan, aan de tweede 260 deelnemers. Het ging hierbij uitsluitend om deelnemers op niveau 4. Gemiddelde cijfers pilots centrale examinering 2012 Gemiddelde cijfer 1e pilot
Gemiddelde cijfer 2e pilot
BOL
BBL
BOL
BBL
Nederlands
5,5
-
5,8
5,6
Rekenen
3,4
6,4
3,9
4,0
Het landelijk beeld wordt door deze cijfers bevestigd: het taal- en rekenniveau van de gemiddelde deelnemer voldoet nog niet aan de referentieniveaus die gaan worden gehanteerd bij de centrale examinering. Voor het Regio College betekent dit dat de inspanningen gecontinueerd worden om ervoor te zorgen dat deelnemers die in 2014-2015 een centraal examen moeten doen, voldoende zijn toegerust om dat examen met goed gevolg af te leggen. Het accent zal in 2013 liggen op het verder ontwikkelen van de curricula taal en rekenen en op de professionalisering van docenten. Afdelingen zullen in hun scholingsplannen taal en rekenen als speerpunt opnemen. Te ontplooien activiteiten zullen per afdeling geformuleerd worden en gebaseerd zijn op een analyse van de stand van zaken op de afdeling. De resultaten uit de nulmeting en de resultaten uit de pilots centrale examinering dienen daarvoor als basis. In bijlage 2 wordt meer in detail verslag gedaan van de activiteiten op het gebied van taal en rekenen.
24
5.4
Begeleiding deelnemers Aanpak verzuim In 2012 hebben het ministerie van OCW, gemeenten, het Regio College en andere onderwijs instellingen in de regio Amsterdam een nieuw convenant inzake het terugdringen van het aantal voortijdige schoolverlaters (vsv’ers) afgesloten. In dit convenant maken genoemde partijen afspraken over de samenwerking en hun inzet in de periode 2012-2015. In paragraaf 3.1 is reeds geconstateerd dat in het schooljaar 2011-2012 het vsv-percentage bij het Regio College niet verder is afgenomen. De nieuwe meetsystematiek die in het kader van de tweede convenantperiode in werking is getreden, zal duidelijk moeten maken of er deel nemers ten onrechte als vsv’er worden geteld. De samenwerking in de regio met het voortgezet onderwijs en met de gemeenten alsmede de inzet van de regisseurs deelnemersbegeleiding, de loopbaancoaches en het Servicecentrum wordt voortgezet. Door de betere inzet van Leerplicht en Regionaal Meld- en Coördinatiepunt (RMC), is een korte lijn tussen gemeenten en Regio College ontstaan. De implementatie per schooljaar 2012-2013 van de digitale aan- en afwezigheidsregistratie (AAR) heeft het aantal meldingen van ongeoorloofd verzuim aan het landelijk loket met bijna 100% verhoogd. Hierdoor wordt sneller duidelijk welke deelnemers dreigen uit te vallen en is proactief handelen beter mogelijk. Voor vrijwel alle vsv’ers in 2012 geldt dat zij al bekend waren bij het Servicecentrum van het Regio College. Loopbaancoaches blijken de weg naar het Servicecentrum steeds beter en tijdiger te vinden. Het aantal deelnemers dat wordt aangemeld voor X-tra, de plusvoorziening voor overbelaste jongeren, blijft stabiel. Een nieuw initiatief om onnodige schooluitval te voorkomen is de leerwerkmakelaar. Vanaf april 2012 wordt deze makelaar ingezet voor deelnemers die vanwege het niet kunnen behouden van hun stage-of leerwerkplek dreigen uit te vallen of al zijn uitgevallen. Eind 2012 is een tweede leerwerkmakelaar aangesteld, die vooral wordt ingezet op de begeleiding naar arbeidsmarkt of vervolgopleiding van deelnemers met een diploma niveau 1. Beide functionarissen worden betaald uit de vsv-gelden van de RMC-regio. Er zijn 105 deelnemers gesproken en begeleid, waarvan er 15 niet bemiddelbaar zijn gebleken. Daarnaast zijn er uit dezelfde vsv-gelden middelen beschikbaar gekomen voor het inzetten van een GGD-arts bij ziekteverzuim van deelnemers en voor het professionaliseren van de intakers van het Regio College. Dit laatste houdt in dat een aantal docenten opnieuw getraind is om te werken met de AMN-test, de digitale test die het Regio College al vele jaren gebruikt om vast te stellen of de leerling het niveau en de motivatie heeft voor de gekozen opleiding en welke begeleidingsvraagstukken er wellicht liggen. Met het Zaanse vmbo is als speerpunt het meelopen op mbo-opleidingen benoemd. De verwachting is dat vmbo-leerlingen beter en gerichter kiezen nadat ze hebben meegelopen. Servicecentrum Het Servicecentrum speelt een grote rol in de informatievoorziening naar leerlingen die een opleiding bij het Regio College willen gaan volgen en naar hun ouders. Ook deelnemers die al op school zitten en docenten kunnen er terecht voor advies en ondersteuning. Dagelijks geven informatiemedewerkers informatie over de opleidingen die het Regio College aanbiedt. In totaal zijn er 6.251 informatievragen verwerkt. Daarnaast is er voorlichting gegeven op de beroepenmarkten van de vmbo-scholen in de regio en op de eigen open avonden. De presentatie voor ouders van vmbo-leerlingen die is ontwikkeld door het Servicecentrum, is erg succesvol en is in 2012 overgedragen aan de contactpersonen voor het vmbo. Ruim 1.000 deelnemers van het Regio College hebben in 2012 gebruik gemaakt van de dienstverlening van het Servicecentrum. Dit betreft voornamelijk deelnemers die extra ondersteuning nodig hebben om succesvol te zijn op school. Het Servicecentrum heeft een team van specialisten in dienst, die in overleg met de loopbaancoach van de opleiding deze ondersteuning op maat bieden. Bij de studie- en loopbaanadviseurs kunnen deelnemers terecht die moeite hebben met het kiezen van een passende opleiding, hetzij vóór inschrijving hetzij wanneer ze al aan een opleiding zijn begonnen. Daarnaast zijn deze adviseurs gespecialiseerd in het afnemen van testen op het gebied van beroepskeuze, capaciteiten en leerproblemen. In totaal hebben 802 deelnemers gebruik gemaakt van de dienstverlening van de studie- en loopbaanadviseur. Bij het zorgteam kunnen deelnemers terecht die door overbelasting of privéproblemen extra begeleiding nodig hebben bij de voortgang van hun studie. Het zorgteam heeft in totaal 405 deelnemers gesproken en begeleid. Deelnemers met een rugzak (Leerling Gebonden
25
Financiering) kunnen bij het interne zorgteam terecht. In schooljaar 2011-2012 ging het om 83 deelnemers. Behalve voor de deelnemers met een rugzak coördineren de zorgadviseurs de extra begeleiding voor deelnemers die overbelast zijn en extra begeleiding krijgen in de plusvoorziening X-tra. Er is een samenwerking gestart met Lucertis, een instelling in de geestelijke gezondheidszorg, om de begeleiding van deelnemers met psychiatrische problematiek te verbeteren. Met de gemeente Zaanstad, woningbouwcorporatie Parteon, Straathoekwerk en de regionale instelling voor beschermd wonen (RIBW) is het project Kamers met Kansen opgezet om over belaste deelnemers huisvesting met begeleiding te kunnen bieden. Plusvoorziening X-tra Met behulp van de zogenaamde Plusmiddelen van de RMC-regio Amsterdam heeft het Regio College de Plusvoorziening X-tra ingericht, bedoeld voor overbelaste jongeren tot 23 jaar, die ingeschreven staan bij een opleiding en die door allerlei problemen moeite hebben om hun opleiding succesvol af te ronden. Zij kunnen via het Servicecentrum aangemeld worden voor extra ondersteuning in de breedste zin, mits in een directe relatie tot de opleidingseisen. X-tra is iedere schooldag van 8.30 tot 17.00 uur geopend, er zijn vier coaches werkzaam. In 2012 hebben 240 deelnemers, verspreid over alle opleidingen, gebruik gemaakt van deze voorziening. 143 deelnemers hebben het traject bij X-tra succesvol beëindigd, wat wil zeggen dat zij hun opleiding konden vervolgen, een diploma hebben behaald of zijn begeleid naar werk. 83 deelnemers maken begin 2013 nog gebruik van de voorziening. De Plusmiddelen zijn ook ingezet voor directe begeleiding van overbelaste jongeren in de niveau 1-opleidingen van AanZ! In 2013 wordt onderzocht in hoeverre X-tra meer geïntegreerd kan gaan worden in het zorgaanbod van het Servicecentrum.
5.5
Kwaliteitszorg onderwijs Eind 2012 heeft het CvB de Kadernotitie Kwaliteitszorg met bijbehorende instrumenten (standaarden, format zelfevaluatie, format teamwerkplan) en het bijbehorend implementatieplan vastgesteld. Het vernieuwde kwaliteitszorgsysteem is volledig gebaseerd op het Toezichtkader BVE 2012 van de inspectie, gecombineerd met de eigen standaarden van het Regio College. Het systeem gaat uit van een kwaliteitscyclus die er als volgt uitziet. Jaarlijks wordt een instellingswerkplan opgesteld en vastgesteld door het CvB. Op basis hiervan stellen de afdelingsmanagers een werkplan voor de onderwijsafdelingen op. Jaarlijks voert elk onderwijsteam een systematische zelfevaluatie uit met behulp van de standaarden, die waar nodig geactualiseerd worden. Bij elk team wordt één keer in de drie jaar een audit uitgevoerd. De eerste audits vinden in maart 2013 plaats. Op basis van de verbeterpunten uit de zelfevaluatie en (indien voorhanden) de uitkomsten van de audit en met het werkplan van de afdeling als kader, wordt een teamwerkplan opgesteld voor het nieuwe schooljaar. Jaarlijks is er vervolgens een zelfevaluatie op instellingsniveau, waarbij gebruik wordt gemaakt van de resultaten van de audits en die uit tevredenheidsonderzoeken. Eens in de vier jaar maakt het CvB een strategiedocument. Naar aanleiding van de resultaten uit het verbetertraject examinering 2011 is het handboek examinering vernieuwd en is er een commissie examenkwaliteit ingesteld, die toezicht houdt op de kwaliteit van examinering. De commissie rapporteert over de algemene bevindingen met betrekking tot de kwaliteit van examinering aan het CvB en adviseert over beleid. De commissie heeft een functioneel ontwerp gemaakt voor een digitale examenbank, waarin alle exameninstrumenten worden opgeslagen. In 2012 zijn alle examenbundels van de cohorten 2011 verzameld en is een systematiek ontwikkeld voor het steekproefsgewijs screenen van examen bundels. Aan de hand van een vastgesteld format met checklist zijn de eerste screenings uitgevoerd. De betreffende examencommissies worden geïnformeerd over de resultaten van de screening, zodat zij gericht verbeteracties kunnen inzetten.
26
5.6
Resultaten toezicht Inspectie van het Onderwijs De Inspectie van het Onderwijs heeft eind schooljaar 2011-2012 een onderzoek verricht naar de programmering en realisatie van de onderwijstijd bij de opleiding Sport- en bewegingsbegeleider. In eerste instantie heeft de inspectie aangegeven dat de opleiding in het eerste leerjaar een onvoldoende aantal uren heeft geprogrammeerd en gerealiseerd. In een vervolgonderzoek is vastgesteld dat alsnog aan de normen wordt voldaan en heeft de opleiding in het definitieve rapport een voldoende gekregen. In het najaar heeft bij drie opleidingen een heronderzoek plaatsgevonden op grond van eerder geconstateerde onvoldoende kwaliteit op het gebied van resp. examinering, tijdig onder tekenen praktijkovereenkomsten en opbrengsten. De inspectie heeft eind 2012 geconcludeerd dat de tekortkomingen op het gebied van examinering en ondertekening praktijkovereen komsten zijn weggewerkt en dat er bij de betreffende twee opleidingen derhalve geen vervolgtoezicht komt. De opbrengsten bij de opleiding Kapper laten een stijgende lijn zien, maar zijn nog onvoldoende. In mei 2013 worden de opbrengsten van dit crebo opnieuw bekeken.
27
6 Educatie In 2012 werden de activiteiten op het gebied van educatie nog uitgevoerd door een aparte afdeling Plaveia. Per 1 januari 2013 is de afdeling opgeheven en is de uitvoering van werkzaamheden op het gebied van educatie ondergebracht bij de afdeling Regio Entree. Deze reorganisatie was noodzakelijk als gevolg van de sterke krimp van de budgetten voor educatie en het onduidelijk overheidsbeleid met betrekking tot de toekomstige positionering van educatie. In 2013 zal het kabinet besluiten of educatie definitief bij de roc’s zal worden belegd dan wel dat het budget naar de gemeente gaat zonder de verplichting het bij een roc te besteden. Het Regio College ziet de educatie-activiteiten als tijdelijke werkzaamheden die op projectbasis worden uit gevoerd en waarop alleen tijdelijk personeel wordt ingezet. Wat betreft het aantal deelnemers in educatietrajecten heeft de dalende trend van voorgaande jaren zich ook in 2012 doorgezet. De ontwikkelingen op het gebied van het volwassenenonderwijs (VAVO) zijn in paragraaf 4.2 reeds toegelicht. Aantal deelnemers in WEB-trajecten 2010-2012, exclusief VAVO
Deelnemers 2010
Deelnemers 2011
Deelnemers 2012
Breed maatschappelijk functioneren
1.231
954
672
Sociale redzaamheid
1.018
409
283
NT2
610
245
230
Taalcoaching voor vrijwilligers
133
98
80
0
33
0
2.992
1.739
1.265
Overig Totaal deelnemers in trajecten
In 2013 en 2014 zal er in elk geval nog sprake zijn van volwasseneneducatie bij het Regio College. Dit zal zich volledig toespitsen op de bestrijding van laaggeletterdheid voor iedereen die de Nederlandse taal niet of onvoldoende beheerst.
28
7 Het Regio College als partner in de regio 7.1
Samenwerking met vmbo en hbo Het Regio College werkt al vele jaren intensief samen met het vmbo. In de Zaanstreek werken Regio College en voortgezet onderwijs samen in het Zaans Verbond, in Waterland is er eveneens intensief contact met de verschillende scholen. De samenwerking met het vmbo richt zich vooral op het voor deelnemers zo goed mogelijk laten verlopen van de overgang vmbo-mbo en het aanbieden van aantrekkelijke, doorgaande leerroutes. In het kader van het Zaans Verbond heeft het Regio College voor iedere vmbo-school en de daar werkzame mentoren en decanen een contactpersoon (een docent) aangesteld die als eerste aanspreekpunt fungeert en ervoor zorgt dat de contacten tussen mbo en vmbo soepel verlopen. Op deze manier kan het Regio College beter inspelen op de vragen, behoeften en problemen zoals die binnen het vmbo leven en worden ervaren. Ook in Purmerend heeft het Regio College een docent die optreedt als contactpersoon voor het vmbo. In 2012 is een begin gemaakt met overleg met havo-decanen en met het informeren van leerlingen uit havo 4 en hun ouders. Voor leerlingen die de havo niet af kunnen maken, biedt het middelbaar beroepsonderwijs immers een aantrekkelijke route naar hbo of arbeidsmarkt. Al sinds enige tijd kent het Regio College een succesvolle turboroute vmbo-mbo economie, die in samenwerking met het vmbo wordt uitgevoerd. Het gaat hier om een versnelde opleiding op niveau 4, waarbij leerlingen in het laatste leerjaar van het vmbo al onderdelen van het mbo-programma volgen. Met ingang van het schooljaar 2012-2013 is ook een turboroute zorg &
29
welzijn van start gegaan. Vanuit de verschillende onderwijsafdelingen worden er allerlei initiatieven ontwikkeld om de aansluiting tussen vmbo en mbo te verbeteren; hiervan wordt verslag gedaan in hoofdstuk 4. Belangrijke thema’s bij de samenwerking met het vmbo zijn verder het verbeteren van de overdracht van leerlingen met een zorgprofiel, het onderhouden en optimaliseren van het elektronisch loket kernprocedure en keuzegids (ELKK) waardoor zoveel mogelijk vmbo-gediplomeerden naadloos doorstromen naar het mbo, en het verbeteren en afstemmen van het taal- en rekenonderwijs in vo en mbo. Het Regio College behoort tot de top vijf van de bve-instellingen in Nederland waar het gaat om de doorstroom van deelnemers met een diploma op niveau 4 naar het hoger beroepsonderwijs. Ruim 50% van de niveau 4 deelnemers gaat een vervolgopleiding binnen het hbo doen. Dit cijfer geeft aan dat Regio College en hogescholen elkaar waar nodig weten te vinden en dat deelnemers goed worden voorgelicht over het vervolgonderwijs. Het Regio College participeert in het bestuurlijk overleg tussen de roc’s en hogescholen in Noord-Holland.
7.2
Samenwerking met werkgevers en gemeenten Aan het afstemmen van de opleidingen op de behoeften en wensen van werkgevers is in 2012 opnieuw veel aandacht gegeven door per opleiding regelmatig en structureel contact met de vraagzijde van de arbeidsmarkt te houden. Binnen de onderwijsteams zijn docenten (regisseurs) aangewezen, die de beroepspraktijkvorming (bpv) en het onderhouden van relaties met werkgevers coördineren. Over de mate waarin werkgevers tevreden zijn over de uitvoering van de bpv door het Regio College, is in de hoofdstukken 3 en 4 gerapporteerd. In hoofdstuk 4 is ook beschreven hoe bij de onderwijsafdelingen de contacten en het overleg met de werk gevers zijn georganiseerd. Het Regio College voert op verzoek van en in samenwerking met werkgevers diplomagerichte opleidingstrajecten uit die zijn toegesneden op de wensen van de werkgever. Een overzicht van de werkgevers waarvoor deze trajecten in 2011 zijn uitgevoerd, is als bijlage 3 bij dit verslag gevoegd. Het gaat hier om twee soorten bekostigd onderwijs. Maatwerktrajecten zijn reguliere BBL-opleidingen waarbij een derde - een externe organisatie of bedrijf - een bijdrage betaalt voor een stukje maatwerk, bijvoorbeeld het op de bedrijfslocatie of buiten reguliere schooltijden aanbieden van de opleiding. De opleiding wordt bekostigd door het ministerie van OCW en de externe opdrachtgever betaalt daarnaast een kostendekkende bijdrage voor het geleverde maatwerk. Daarnaast zijn er opleidingen waarbij groepskosten in rekening worden gebracht, in het geval een derde - een externe organisatie of bedrijf - een reguliere BBLopleiding wil laten verzorgen voor een groep werknemers die te klein is om kostendekkend te zijn (bijvoorbeeld uit concurrentieoverwegingen). Groepskosten hebben dus altijd betrekking op bekostigd onderwijs en vormen een aanvulling op de bekostiging van het ministerie van OCW: het ‘ontbrekende’ stuk OCW-bekostiging wordt betaald door de externe partij. Het Regio College participeert in een aantal regionale samenwerkingsverbanden en projecten, waarbij met gemeenten en bedrijfsleven wordt samengewerkt. De samenwerking met de gemeente Zaanstad, Clusius College, bedrijfsleven en Syntens in de Stichting First in Food heeft voor de betrokken partijen niet de gewenste resultaten opgeleverd. De werkzaamheden van de stichting in de oude opzet zijn dan ook beëindigd, gewerkt wordt aan een doorstart. Het Regio College blijft actief in en voor de regionale foodsector: met bedrijven uit deze sector zijn de voorbereidingen in gang gezet voor het starten van een opleiding procesoperator food (niveau 2) en het inrichten van een praktijkruimte voor deze opleiding. Het Regio College participeert in: • de Zaanse Economische Raad, waarin gemeente, bedrijfsleven en onderwijs het sociaal-economische beleid voor de gemeente bespreken en ontwikkelen; • het Zaans Ondernemers Netwerk (ZON); • de ondernemersvereniging Purmerendse Regio Ondernemers; • de werkgroep onderwijs-arbeidsmarkt van de Amsterdam Economic Board. Daarnaast zijn de onderwijsafdelingen betrokken bij en vertegenwoordigd in overlegorganen en samenwerkingsverbanden.
30
De gemeente Zaanstad heeft het Regio College gevraagd om met ingang van het schooljaar 2012-2013 een rol te spelen in de brede schoolvorming in Zaanstad. Het betreft de inkoop en inzet van naschoolse activiteiten op het terrein van sport, cultuur en creatieve vorming. In totaal is er voor Zaanstad ruim € 8 ton beschikbaar die zo goed mogelijk moet worden ingezet. Het Regio College heeft deze taak op zich genomen omdat dit past bij de maatschappelijke rol van de instelling en bij de aanwezige expertise op het terrein van inkoop van scholing. De eerste resultaten zijn zeer positief.
7.3
Dialoog met belanghebbenden Voor het Regio College zijn de belangrijkste groepen belanghebbenden (in willekeurige volgorde): • deelnemers en hun ouders; • de medewerkers van het Regio College; • het toeleverend onderwijs (vmbo) en het vervolgonderwijs (hbo); • organisaties waarmee het Regio College samenwerkt bij de uitvoering van het onderwijs en de begeleiding van deelnemers; • de werkgevers; • de gemeenten in de regio; • de rijksoverheid, en dan vooral het ministerie van OCW. Op de dialoog met de eerste twee groepen interne belanghebbenden wordt ingegaan in het hoofdstuk over medezeggenschap. Het ministerie van OCW, als belangrijkste financier van het Regio College en als extern toezichthouder (Inspectie van het Onderwijs), neemt een bijzondere positie in. In paragraaf 5.5 is gerapporteerd over de resultaten van het externe toezicht. In de eerste twee paragrafen van dit hoofdstuk en in de hoofdstukken 4 en 5 is aangegeven dat het Regio College op allerlei niveaus en op allerlei manieren overleg voert, de dialoog aangaat en samenwerkt met de andere groepen belanghebbenden zoals hierboven genoemd. Op bestuurlijk niveau wordt over de hoofdlijnen van het beleid en over de visie en strategie van het Regio College gesproken met ondernemersorganisaties, wethouders en bestuurders van andere onderwijsinstellingen in de regio. De managers van de onderwijsafdelingen hebben op landelijk en regionaal niveau contact met de relevante organisaties van het bedrijfsleven en met grote werkgevers in hun sector, de onderwijsteams hebben vooral in het kader van de beroepspraktijkvorming goede banden met de werkgevers in de regio.
31
8 Personeel en organisatie 8.1
Professionalisering Het CvB heeft in het voorjaar van 2012 de notitie ‘Plan van Aanpak Professionalisering op weg naar 2015’ vastgesteld, waarin wordt beschreven op welke wijze het Regio College de komende jaren uitvoering gaat geven aan het bestuursakkoord dat de MBO Raad en de staatssecretaris van OCW in 2011 hebben afgesloten. Het Regio College hanteert hierbij drie uitgangspunten: • de professionalisering van docenten is gericht op onderwijskundig vakmanschap en mondt op termijn uit in systematisch werken aan het jaarlijkse onderhoud van dat wat nodig is om aan de eisen van het beroep te voldoen; • beroepsgericht onderwijs vereist samenwerking in (resultaatverantwoordelijke) teams, waarbij docenten als professionals eigenaar zijn van het primair proces en de regie op verschillende aandachtsgebieden onderling verdelen; • investeren in professionalisering van docenten, teams en managers en in de kwaliteit van het human resources (HR) beleid heeft uiteindelijk tot doel het deelnemerssucces te vergroten. Belangrijk gegeven bij het uitvoeren van het beleid op het gebied van professionalisering is vanzelfsprekend de invoering van Focus op Vakmanschap. In 2012 is in het kader van het Plan van Aanpak Professionalisering een start gemaakt met de invoering van een digitale competentiescan in de elektronische leeromgeving N@tschool en van een digitaal portfolio voor docenten. Met deze hulpmiddelen wordt de HR-gesprekscyclus en de professionalisering van docenten ondersteund. Bij twee afdelingen zijn pilots uitgevoerd, waarbij de digitale scan is geïntegreerd in de resultaatgesprekken. In 2013 wordt de digitale scan door alle afdelingen toegepast en wordt het digitaal portfolio verder ingericht. In 2012 is gestart met het
32
ontwikkelen van een scholingsplan examineringscompetenties en een certificeringstraject. Docenten die hun portfolio examinering blijven vullen en dat jaarlijks laten beoordelen door een externe assessor, onderhouden zo hun certificering op het gebied van examineren. Het streven is in het schooljaar 2013-2014 met dit traject te starten. Een ander belangrijk onderdeel van het Plan van Aanpak Professionalisering is het begeleiden en inwerken van nieuwe docenten en het ondersteunen van docenten die op de een of andere manier dreigen vast te lopen. Het Regio College heeft hiervoor een docent-coach in dienst. Afdelingsmanager, docent en docent-coach bepalen gezamenlijk de vraagstelling en het traject, zo nodig verwijst de docent-coach door naar een externe coach of supervisor. Ook wordt de uitkomst van de begeleiding gezamenlijk geëvalueerd. De begeleiding van zijinstromers is gekoppeld aan de didactische cursus BVE; de begeleiding van leerlingen in opleiding en andere studenten van de lerarenopleiding vindt plaats in nauwe samenwerking met de Hogeschool van Amsterdam, waarvoor het Regio College opleidingsschool is. In schooljaar 2011-2012 werd voor de vijfde keer de werkplaats ‘Regisseren kun je leren’ aangeboden. De werkplaats bestaat uit acht maandelijkse bijeenkomsten, waarin regisseurs leren hun regierol voor een bepaald aandachtsgebied goed te vervullen. In het verslagjaar hebben negen docenten de werkplaats met goed gevolg afgerond. In het schooljaar 2012-2013 is een nieuwe groep van tien docenten gestart met de werkplaats. In 2012 zijn bij twee onderwijsteams en bij het Facilitair Bedrijf bij wijze van pilot trainingen ‘omgaan met grensoverschrijdend gedrag’ van start gegaan. Agressief en ander grensoverschrijdend gedrag is een verschijnsel dat zich overal in de maatschappij voordoet, en dus ook binnen de muren en op de terreinen van het Regio College. Het is van belang dat de medewerkers van het Regio College voldoende zijn toegerust om met dit soort gedrag van deelnemers om te kunnen gaan. Op basis van de uitkomsten van de pilots zal worden besloten of en hoe de trainingen verder worden uitgerold binnen het Regio College.
8.2
Leerkracht van Nederland: de salarismix Vanaf 2010 is voor het Regio College jaarlijks een budget van ruim € 600.000 beschikbaar voor het verbeteren van de salarismix. Met behulp van deze middelen zijn de verhoudingen in het functiegebouw en de daarmee corresponderende salarismix aanzienlijk veranderd. Ontwikkeling salarismix 2008-2012
Schaal
2008
2011
2012
Nulmeting
Realisatie op 1 oktober 2011
Realisatie op 31 december 2012
LB LC LD LE
fte 146 82 10 1
% 61,1 34,3 4,2 0,4
fte 85 110 18 0
% 40,0 51,6 8,4 0
fte 89 106 16 0
% 42,0 50,4 7,6 0
Totaal
239
100
213
100
211
100
Het resultaat van de inspanningen is vrijwel conform de doelstelling die het Regio College in 2010 formuleerde. Het streven was destijds in 2012 42 fte promotie naar LC te hebben gerealiseerd en 10 fte naar LD. Feitelijk heeft het Regio College de afgelopen jaren 45,2 fte promoties van LB naar LC en bijna 9 fte promoties naar LD gerealiseerd. In totaal betrof het 67 docenten die naar een hoger salaris, c.q. hogere functie zijn gegaan. De informatie over en de sturing op de realisatie van de streefcijfers worden gecompliceerd door het feit dat door in- en uitstroom van personeel de formatie en daarmee ook de salarismix continu verandert. Het Regio College slaagt er tot nu toe in om de nieuwe verhoudingen in het functiegebouw vrijwel te handhaven; bij vertrek van een seniordocent (LC) dan wel een roc-docent (LD) wordt een interne vacature gesteld op hetzelfde functieniveau en kunnen docenten solliciteren naar een zwaardere functie. Het ministerie heeft, naar aanleiding van de realisatie van de Regeling Salarismix, in 2012 besloten het budget voor de regeling vanaf 2013 te verruimen en heeft de roc’s gevraagd in een
33
aanvullend plan van aanpak te beschrijven hoe zij uitvoering gaan geven aan deze tweede tranche van de Regeling Versterking Salarismix. Het Regio College heeft inmiddels in het voorjaar van 2013 een plan van aanpak voor deze tweede tranche ingediend.
8.3
Organisatie In 2012 is bij het Regio College een nieuwe functie adjunct-afdelingsmanager geïntroduceerd. Deze functie wordt niet zonder meer bij alle onderwijsafdelingen ingevoerd. Het CvB besluit per geval, waarbij er wordt gekeken of er extra managementcapaciteit nodig is vanwege omvang en complexiteit van de afdeling. Eind 2012 werden bij drie afdelingen vacatures voor adjunct-afdelingsmanagers gesteld, die begin 2013 hebben geleid tot even zovele benoemingen. Met de functie adjunct-afdelingsmanager is een tweede loopbaanpad voor docenten gecreëerd, naast de mogelijkheid door te groeien naar de functie roc-docent. Met ingang van het schooljaar 2012-2013 wordt het volwassenonderwijs (VAVO) uitgevoerd door een team dat onderdeel is van de afdeling Economie, ICT & VAVO. Op deze afdeling heeft ook een herschikking van enkele teams beroepsonderwijs plaatsgevonden. De reorganisatie van de afdeling Plaveia is eind 2012 afgerond.
8.4
Omvang en samenstelling personeelsformatie De personeelsformatie, verdeeld over afdelingen en diensten en verdeeld naar onderwijzend personeel (OP) en ondersteunend personeel (OBP), was in 2012 als volgt. Aantal fte’s Regio College gemiddeld hele jaar
Fte onderwijs- OBP
Fte OP 2011
2012
2011
2012
Fte onderwijs Totaal 2011
2012
Fte OBP ondersteunend 2011
2012
Totaal
2011
2012
Afdeling Bouw & Infra
23,2
3,5
26,7
0,9
27,6
Afdeling Economie, ICT & VAVO
45,4
2,1
47,5
2,0
49,5
Afdeling MBO Purmerend
25,8
2,5
28,3
1,0
29,3
Afdeling POL
35,9
2,7
38,6
0,9
39,5
17,1
20,8
37,9
2,0
39,9
Afdeling Vrije tijd & Ondernemen
38,1
5,5
43,6
1,0
44,6
Afdeling Zorg & Welzijn
44,1
3,2
47,3
1,0
48,3
Afdeling Regio Entree (incl. educatie)
Gemeenschappelijke diensten Bureau Onderwijs Ondersteuning (BOO) Totaal
233,9
229,7
31,1
40,2
265,0
269,9
108,6
90,9
108,6
90,9
25,6
24,7
25,6
24,7
144,4
124,5
409,4
394,3
Doordat in de vorige jaarverslagen bij de formatieoverzichten een aantal afdelingen steeds is samengevoegd en er in 2012 is overgegaan op een ander systeem voor de personeelsadministratie, zijn er voor 2011 geen gespecificeerde cijfers voor de onderwijs afdelingen beschikbaar. Uit de tabel blijkt dat de gemiddelde formatie ten opzichte van 2011 is gedaald met bijna 4,0%.
34
De daling heeft plaatsgevonden bij het ondersteunend OBP en is het gevolg van de in 2010 ingezette bezuiniging op de ondersteunende diensten. Naast de medewerkers die op basis van een arbeidsovereenkomst werkzaam zijn bij het Regio College, werkte in 2012 gedurende kortere of langere tijd een aantal medewerkers op contract- of uitzendbasis bij de instelling. In totaal ging het om 24,2 fte (2011: 18,5 fte), ruim 6% van het totaal aantal fte. Eind 2012 waren er in totaal 487 medewerkers in dienst bij het Regio College (eind 2011: 505), waarvan 37% man en 63% vrouw. De verdeling naar leeftijdscategorie per ultimo 2012 geeft het volgende beeld: Leeftijdsklasse
Aantal medewerkers
Percentage van totaal
2011
2012
2011
2012
18-30
37
34
7,3%
7,0%
31-40
55
56
10,9%
11,5%
41-50
124
119
24,6%
24,4%
51-60
238
219
47,1%
45,0%
61- 65
50
56
9,9%
11,5%
> 65
1
3
0,2%
0,6%
Totaal
505
487
100%
100%
Het overgrote deel van de medewerkers van het Regio College bevindt zich nog steeds in de leeftijdscategorie 51 tot 60 jaar, er is wel een lichte verschuiving naar de categorie 61-65 jaar. Medewerkers van 54 jaar en ouder kunnen gebruik maken van de zogenaamde BAPO-regeling. Als alle medewerkers die daartoe recht hebben ook daadwerkelijk gebruik zouden maken van de BAPO-regeling, zou in 2012 het totale verlies aan arbeidscapaciteit 23 fte bedragen. In 2012 was de daadwerkelijke omvang van de BAPO 15 fte. Het blijkt dus dat lang niet alle oudere werknemers gebruik maken van de BAPO-voorziening.
8.5
Mobiliteit De reductie van de formatie in 2012 is voor een deel gerealiseerd doordat medewerkers een baan elders hebben gevonden en hun vacature niet is opgevuld. Voor het overige werd de reductie gerealiseerd door tijdelijke arbeidsovereenkomsten niet te verlengen. Als eigenrisicodrager voor de WW draagt het Regio College het risico voor de werkloosheid van medewerkers. De P&O-adviseurs vervullen een actieve rol in de begeleiding van deze medewerkers en ook kan beroep worden gedaan op ondersteuning door externe loopbaanspecialisten. Als een dienstverband eindigt en de medewerker heeft nog geen ander werk gevonden, loopt de begeleiding door het Regio College door totdat een nieuwe baan gevonden is en de WW-uitkering eindigt. In 2012 heeft het Regio College in totaal 23 ex-medewerkers begeleid in hun zoektocht naar nieuw werk. Het ging om 11 medewerkers die WW hebben aangevraagd in 2012 en om 12 medewerkers die reeds eerder een uitkering hadden aangevraagd. In 2012 is het 12 WW’ers gelukt ander werk te vinden. In 2012 is door het UWV ruim € 250.000 aan kosten voor WW-uitkeringen van ex-medewerkers in rekening gebracht. Aan externe begeleiding is € 10.000 uitgegeven. Per 1 januari 2013 is de afdeling Plaveia opgeheven. Het Sociaal Plan dat ten behoeve van deze reorganisatie is opgezet, had een looptijd van twee jaar en faciliteerde de boventallige medewerkers om zich te oriënteren op ander werk en om zich zo nodig om te scholen. Onder begeleiding van en met ondersteuning door het Regio College hebben alle boventallig verklaarde medewerkers zich actief ingespannen om hun loopbaan een wending te geven. Het Regio College is erin geslaagd de boventalligheid geheel op te lossen; de reorganisatie van Plaveia heeft niet tot gedwongen ontslagen geleid. In totaal zijn 12 medewerkers herplaatst op
35
ander werk binnen het Regio College en met 12 medewerkers zijn afspraken gemaakt over het beëindigen van het dienstverband. In 2012 is in het kader van de reorganisatie bijna € 300.000 uitgegeven aan kosten voor scholing, coaching, suppleties en loonkosten, samenhangend met allerlei mobiliteitsactiviteiten.
8.6
Arbeidsomstandigheden In 2012 bedroeg het verzuimpercentage 4,8%, een lichte stijging ten opzichte van 2011 (4,71%). Het verzuimpercentage bij het Regio College bevindt zich onder de norm voor de BVE-sector (5%). De meldingsfrequentie was 1,01, tegen 1,29 in 2011. De meldingsfrequentie bij het Regio College bevindt zich onder de norm voor de BVE-sector (1,3). De verzuimcijfers (verzuimpercentage, meldingsfrequentie en gemiddelde verzuimduur) worden per afdeling en dienst besproken met de leidinggevenden. Daarnaast wordt elk kwartaal tussen de leidinggevende, de bedrijfsarts en P&O in het zogenaamde SMT de stand van zaken wat betreft het ziekteverzuim besproken. De afgelopen jaren heeft het Regio College vrijwel alle gebouwonderdelen een facelift gegeven, waarbij ook een aantal arbo-vraagstukken is aangepakt, met name de klimaatbeheersing. Tot eind 2013 worden in alle gebouwen risico-inventarisaties en -evaluaties (RI&E’s) uitgevoerd. In het voorjaar van 2012 is gestart met de locatie Purmerend en in het najaar van 2012 zijn de voorbereidingen voor de RI&E in het gebouw Cypressehout 99 in Zaandam getroffen. In de eerste helft van 2013 wordt gebouw C99 onderzocht, waarna de overige gebouwen in Zaandam zullen worden onderzocht. Bij de uitvoering van deze RI&E’s maakt het Regio College gebruik van de RI&E-Manager die voor het mbo is ontwikkeld.
36
9 Toezicht, bestuur en ombudsman en vertrouwenspersoon 9.1
Naleving Code goed bestuur De Raad van Toezicht en het College van Bestuur van het Regio College leven de ‘Code goed bestuur in de bve-sector’ na. Eén element uit genoemde code ontbreekt: het Regio College beschikt nog niet over een integriteitscode. In 2013 zal een integriteitscode worden vastgesteld.
9.2
Verslag van de Raad van Toezicht Het verslag van de Raad van Toezicht over 2012 is vastgesteld in de vergadering van de Raad van Toezicht op 15 april 2013. Samenstelling en honorering De samenstelling van de Raad van Toezicht in het verslagjaar was als volgt: • dhr. drs. H. Dijksma, voorzitter; • mevr. drs. J. van Antwerpen, secretaris en vice-voorzitter; • mevr. prof. dr. G.T.M. ten Dam; • dhr. J.W. Pasdeloup MMO; • mevr. M.A.C. van Dijk MBA, tot 1 september 2012; • dhr. E. Kalbfleisch RA.
37
Mevrouw Van Dijk is teruggetreden als lid Raad van Toezicht omdat zij haar werkzaamheden als algemeen directeur van Duyvis Wiener niet langer kon combineren met het lidmaatschap van de Raad. Nadat er door het terugtreden van mevrouw Van Dijk een vacature was ontstaan, is met de ondernemingsraad van het Regio College afgesproken dat de OR gebruik maakt van het recht om een bindende voordracht te doen voor benoeming van een lid van de Raad van Toezicht. De vacature is openbaar gemaakt. De procedure heeft ertoe geleid dat de Raad op voordracht van de OR de heer G. Klein Bennink per 1 februari 2013 heeft benoemd als lid Raad van Toezicht. Mevrouw Ten Dam is in maart benoemd voor een tweede termijn. In bijlage 4 is een overzicht opgenomen van de zittingstermijnen en van de relevante (neven)functies van de leden van de Raad. De honorering, inclusief onkostenvergoeding, van de voorzitter en de leden van de Raad van Toezicht bedroeg in 2012 net als in het voorgaande jaar € 6.700 respectievelijk € 4.300 (bedragen op jaarbasis). Deze honorering is conform de honoreringsregeling bve-sector. Werkwijze Raad van Toezicht Bij de uitvoering van zijn toezichttaak heeft de Raad van Toezicht de Code ‘Goed bestuur in de bve-sector’ gehanteerd. De Raad heeft zich rekenschap gegeven van de politieke en maatschappelijke discussie over toezicht en bestuur in de mbo-sector. Deze discussie is pregnanter geworden naar aanleiding van incidenten bij andere onderwijsinstellingen. De Raad heeft gekeken naar mogelijke risico’s bij het Regio College. Naar het oordeel van de Raad van Toezicht bieden de wijze waarop het toezicht en het bestuur bij het Regio College zijn georganiseerd en de cultuur die van oudsher bij het Regio College heerst, voldoende waar borgen voor ‘good governance’. Dat neemt niet weg dat er nog enkele verbeterpunten zijn, die in 2013 tot uitvoering zullen worden gebracht. In 2012 zijn er vijf vergaderingen geweest van de Raad van Toezicht met het College van Bestuur. Ook buiten deze vergaderingen om is er contact geweest tussen voorzitter en leden van de Raad onderling en tussen de leden van de Raad en het College van Bestuur. De voor zitter van de Raad heeft periodiek overleg met de voorzitter College van Bestuur. De Raad kent de volgende commissies: • een auditcommissie, bestaande uit de heren Kalbfleisch en Pasdeloup. Deze commissie heeft in 2012 vijf keer vergaderd in aanwezigheid van de voorzitter College van Bestuur en de controller van het Regio College; • een remuneratiecommissie, bestaande uit mevrouw Van Antwerpen en de heer Dijksma. Deze commissie is bijeen geweest in het kader van de evaluatie van de leden van het CvB; • een onderwijscommissie, bestaande uit de dames Ten Dam en Van Dijk (tot 1 september 2012). Deze commissie is in 2012 één keer bijeengekomen. De Raad heeft in november een zelfevaluatie uitgevoerd. De nieuwe werkwijze van de Raad, het werken met commissies, wordt positief geëvalueerd. Met name het functioneren van de auditcommissie draagt bij aan een beter inzicht in de financiële situatie van de organisatie. De Raad concludeert dat meer aandacht gewenst is voor de strategie-discussie; in dat kader zal o.a. regelmatig een inhoudelijk dagdeel worden gepland met CvB en management. Besloten wordt tot een actieve deelname aan het Platform Raden van Toezicht MBO Raad. De remuneratiecommissie heeft het functioneren van de leden van het College van Bestuur geëvalueerd. Zoals gebruikelijk, heeft de commissie daarbij gesproken met twee afdelings managers, een hoofd van een dienst en met leden van de ondernemingsraad. De Raad heeft zijn waardering uitgesproken over de wijze waarop de voorzitter zijn nieuwe rol in het CvB heeft opgepakt, ook tijdens de periode waarin de tweede CvB-positie vacant was. Ook de aansturing van het veranderingsproces dat de organisatie doormaakt wordt positief geëvalueerd. Er zijn afspraken gemaakt over de wijze waarop de Raad een bijdrage kan leveren aan de strategiediscussie. Met het (nieuwe) lid van het CvB is in september slechts een oriënterend evaluatiegesprek gevoerd gelet op het feit dat dit lid CvB toen pas een half jaar in dienst was. Behandelde onderwerpen en genomen besluiten Macrodoelmatigheid is een belangrijk thema in de bve-sector geworden. Het gaat daarbij om de vraag hoe het aanbod van opleidingen van het Regio College zich verhoudt tot de vraag op de arbeidsmarkt en tot het aanbod van omliggende roc’s. De minister van OCW vindt het belangrijk dat de roc’s gezamenlijk en in overleg met werkgevers tot een doelmatig aanbod in de regio komen. Dit thema, dat van strategisch belang is voor het Regio College, is in 2012
38
regelmatig in de Raad van Toezicht aan de orde geweest. De Raad heeft in dit verband groen licht gegeven aan het College van Bestuur om met het Horizon College een verkenning uit te voeren naar een gezamenlijke huisvesting van de opleidingen die beide roc’s in Purmerend verzorgen en naar het realiseren van een doelmatig aanbod op die locatie. De Raad heeft met het College van Bestuur van gedachten gewisseld over het langetermijnperspectief van het Regio College, mede in relatie tot de financiële positie van de instelling. Een belangrijk onderwijsthema is de invoering van Focus op Vakmanschap, het actieplan van de minister van OCW voor het middelbaar beroepsonderwijs. De onderwijscommissie is geïnformeerd over de inhoud van het actieplan, de gevolgen voor het Regio College en de wijze waarop binnen het Regio College voorbereidingen worden getroffen voor invoering van Focus op Vakmanschap. De commissie heeft geconcludeerd dat het College van Bestuur de werkzaamheden die moeten worden uitgevoerd en de risico’s goed in beeld heeft. De Raad van Toezicht heeft de volgende door het College van Bestuur opgestelde documenten goedgekeurd: • het jaarverslag 2011; • de begroting 2013; • het instellingswerkplan 2013. Het jaarverslag en de begroting zijn eerst besproken in de auditcommissie. Deze commissie heeft voorts de tussentijdse financiële triaalrapportages en de management letter van de accountant besproken. Geconstateerd is dat de kwaliteit van de rapportages is verbeterd. De Raad heeft in het voorjaar van 2012 besloten om met ingang van de controle over het boekjaar 2012 een nieuwe accountant aan te wijzen. Na een aanbestedingsprocedure is KPMG aangewezen als accountant van het Regio College. Middels de voortgangsrapportages van het CvB is de Raad van Toezicht geïnformeerd over: • de uitkomsten van het tevredenheidsonderzoek onder de deelnemers van het Regio College (de zogenaamde JOB-Monitor) en de acties die het College van Bestuur vervolgens heeft uitgezet; • de uitkomsten van de onderzoeken die de Onderwijsinspectie in 2012 bij het Regio College heeft uitgevoerd; • de uitkomsten van de evaluatie van het functioneren van de resultaatverantwoordelijke teams; • de ontwikkelingen en knelpunten op het gebied van ICT.
9.3
College van Bestuur Het CvB had in 2012 de volgende samenstelling: • dhr. dr.ir. P.W. van Amersfoort, voorzitter; • mevr. drs. D. Nelisse, lid, vanaf 15 maart 2012. De arbeidsvoorwaarden voor het CvB zijn gebaseerd op de cao bve. De inschaling van de voorzitter CvB was in 2012 schaal 18 van bovengenoemde cao, van het lid CvB schaal 16. De honorering van de leden CvB voldoet daarmee aan de vanaf 2013 geldende wetgeving (Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semi-publieke sector). In bijlage 5 is een overzicht opgenomen van de relevante (neven)functies van de leden van het College van Bestuur.
9.4
Ombudsman en vertrouwenspersoon Het Regio College kent al sinds enige tijd de functies van ombudsman en vertrouwenspersoon. Deze functionarissen zijn in dienst van het Regio College, maar zijn volstrekt onafhankelijk en oefenen ook geen andere taken uit. Daarnaast is het Regio College aangesloten bij de externe Landelijke Klachtencommissie BVE, waar deelnemers en hun ouders, al dan niet na raadpleging van ombudsman of vertrouwenspersoon, een klacht tegen het Regio College kunnen indienen.
39
Externe partijen (andere belanghebbenden dan deelnemers, ouders van deelnemers en medewerkers) kunnen ook met hun klachten bij de ombudsman terecht. In 2012 hebben 50 deelnemers een beroep gedaan op de ombudsman. De meeste klachten of meldingen hadden betrekking op de uitvoering van het onderwijsproces en de communicatie van het Regio College met deelnemers of hun ouders. Geen enkele procedure heeft geleid tot een klacht bij de Landelijke Klachtencommissie. In een aantal zaken is een advocaat betrokken geweest. Ook personeel kan zich wenden tot de ombudsman: in 2012 hebben 22 medewerkers zich tot de ombudsman gewend, in acht gevallen betrof het een verzoek om advies. Zeven klachten c.q. meldingen hadden betrekking op procedures en eveneens zeven op omgangs vormen en communicatie. De vertrouwenspersoon komt in beeld bij situaties waar sprake is van ongewenste omgangsvormen. Tot de taken van de vertrouwenspersoon behoren onder andere opvang, begeleiding en nazorg bij grensoverschrijdend gedrag. Ook preventie en voorlichting horen hierbij. Daarnaast wordt de vertrouwenspersoon ook benaderd door deelnemers en medewerkers met vragen die niet direct in de sfeer van ongewenste omgangsvormen liggen of die niet direct aan het Regio College zijn gerelateerd. In totaal zijn er 2012 31 deelnemers geweest die contact hebben gezocht met de vertrouwenspersoon. Bij 12 van de contacten met deelnemers had de melding te maken met ongewenste omgangsvormen. De vertrouwenspersoon heeft samen met het schoolmaatschappelijk werk een workshop ter preventie van pestgedrag ontwikkeld. Deze workshop is in 2012 in 16 klassen gehouden. 29 medewerkers hebben een beroep gedaan op de vertrouwenspersoon. Bij 26 van de contacten met medewerkers heeft de melding te maken gehad met ongewenste omgangsvormen. Bezwaar en beroep op het gebied van examinering zijn geregeld in het Examenreglement van het Regio College, dat ieder schooljaar wordt vastgesteld. Een deelnemer kan bezwaar aantekenen tegen een beslissing van de examencommissie of van een beoordelaar bij de betreffende examencommissie. Daarna kan nog beroep worden aangetekend bij de Commissie van Beroep voor de examens.
40
10 Medezeggenschap 10.1
Structuur van de medezeggenschap In het medezeggenschapsstatuut van het Regio College is vastgelegd dat er twee medezeggenschapsorganen zijn: • een deelnemersraad; • een ondernemingsraad. Gelet op de omvang en structuur van het Regio College zijn er geen deelraden. Verder is in het statuut vastgelegd dat er alleen een ouderraad wordt ingesteld indien ten minste 25 ouders hiertoe verzoeken. Het CvB heeft ervoor gekozen de positie van ouders niet via een ouderraad te formaliseren, omdat de positie van ouders in het middelbaar beroepsonderwijs anders is dan in het voortgezet onderwijs mede gelet op leeftijd en levensfase van de deelnemers.
10.2 Deelnemersraad De tekst van deze paragraaf is vastgesteld door de deelnemersraad. Het Regio College kent sinds 2011 een deelnemersraad (DR). In 2012 was de samenstelling van de DR als volgt: • Emiel Feld, voorzitter, afdeling Economie, ICT & VAVO; • Angela Jongens, vice-voorzitter, afdeling MBO Purmerend; • Stefan van Weerden, secretaris, afdeling Economie, ICT & VAVO; • Remco Kuiper, afdeling MBO Purmerend; • Sonny van Bergen, afdeling Economie, ICT & VAVO; • Melissa Daas, afdeling Vrije tijd & Ondernemen.
41
De DR beschikt over een eigen kantoor en wordt ondersteund door een docent. De DR heeft in 2012 vier keer met het CvB overlegd. Met het CvB is uitgebreid gesproken over de uitkomsten van de JOB-Monitor, de DR heeft ook advies uitgebracht over de vervolgacties naar aanleiding van deze uitkomsten. Leden van de DR hebben de gesprekken bijgewoond die de afdelingsmanagers hebben gehouden met deelnemers over de JOB-Monitor. De DR is door het CvB geïnformeerd over de gevolgen van Focus op Vakmanschap voor het onderwijs. Er is advies uitgebracht aan het CvB over de nieuwe ontwerpeisen voor het beroepsonderwijs. De DR heeft verder ingestemd met het privacyreglement van het Regio College en met een (kleine) aanpassing van de voorwaarden van de onderwijsovereenkomst die deelnemers en Regio College afsluiten.
10.3 Ondernemingsraad De tekst van deze paragraaf is vastgesteld door de ondernemingsraad. De OR bestond in 2012 uit elf leden: • Dhr. J. Willemsen, voorzitter, afdeling VAVO; • Dhr. P. Kroes, plaatsvervangend voorzitter en secretaris, afdeling Bouw & Infra; • Dhr. J. Holtrust, Facilitair Bedrijf; • Dhr. M. Hos, afdeling Productie, Onderhoud en Logistiek; • Mevr. E.M. Joor-Dekker, afdeling Agogische Beroepen; • Dhr. A.A. Keur, afdeling Economie & ICT; • Mevr. J. Looman, Bureau Onderwijsondersteuning; • Dhr. A.E.M. Stegers, afdeling Zorg & Welzijn; • Mevr. M.H.J. Trienekens, Centrale Diensten; • Dhr. J. van der Veer, afdeling MBO Purmerend; • Mevr. H. van Vulpen, afdeling Vrije tijd & Ondernemen. De OR van het Regio College behartigt de belangen van de medewerkers en de gehele organisatie. De OR heeft instemmingsrecht, adviesrecht en informatierecht. Deze rechten zijn vastgelegd in de Wet op de ondernemingsraden (WOR); daarnaast bevat het Professioneel Statuut, dat vakbonden en MBO Raad hebben afgesloten, nog enkele aanvullende rechten. De OR fungeert daarnaast als klankbord voor het College van Bestuur. Wanneer bij het CvB ideeën bestaan over bepaalde actuele onderwerpen, kunnen deze aan de OR worden voor gelegd. Bij belangrijke zaken kan de OR in het voortraject worden betrokken. Op deze manier kan het CvB polsen hoe de medewerkers op een bepaald onderwerp zullen reageren. De OR vergadert in de regel twee keer per maand. Daarnaast is er minstens een keer per twee maanden een overleg van de voltallige OR met het College van Bestuur, de overlegvergadering. Het dagelijks bestuur van de OR bereidt de agenda van de vergaderingen voor; in samenspraak met de secretaris van het CvB wordt de agenda van de overlegvergadering voorbereid. In het voorjaar van ieder schooljaar organiseert de OR hoorzittingen in Zaandam en Purmerend. Tijdens deze hoorzittingen worden alle personeelsleden in de gelegenheid gesteld vragen te stellen, om uitleg te vragen of kritische kanttekeningen te plaatsen bij medezeggenschapsaangelegenheden, of over andere onderwerpen die onze schoolorganisatie betreffen in gesprek met de OR te gaan. Medewerkers nemen ook direct contact op met een OR-lid. De vastgestelde verslagen van de vergaderingen zijn via de digitale leer- en werkomgeving voor de medewerkers van het Regio College toegankelijk. Incidentele overleggen zijn er met de leden van vertegenwoordigers van de vakbonden. Het dagelijks bestuur vertegenwoordigt verder de OR in het zogenaamde MR-platform, het landelijke forum voor alle OR’en van BVE-instellingen. In 2012 heeft de OR zich beziggehouden met de volgende thema’s en onderwerpen: • Organisatie Regio College: de herschikking van teams bij de afdeling Economie & ICT, de herpositionering van VAVO, het instellen van de functie adjunct-afdelingsmanagers, het functioneren van de afdeling Vrije Tijd & Ondernemen. • Personeelsbeleid: het protocol beoordelingsgesprekken, de evaluatie resultaatverantwoordelijke teams, het Plan van Aanpak Professionalisering.
42
• Onderwijs: Focus op Vakmanschap, ontwerpeisen beroepsonderwijs, examenreglementen beroepsonderwijs en VAVO, ontwikkelingen in Purmerend. • Ondersteunende systemen: invoering KRD, ontwikkelingen N@tschool. • Jaarlijkse plannen en verslagen Regio College: begroting en instellingswerkplan 2013, jaarverslag 2011. Waar van toepassing heeft de OR over deze onderwerpen advies uitgebracht aan het CvB dan wel instemming verleend met het voorgenomen besluit van het CvB. Bespreking met de OR heeft een aantal keren geleid tot aanpassing van het voorgenomen besluit door het CvB. De inbreng van de OR bij deze onderwerpen is genoteerd in de openbare verslagen van de vergaderingen. In 2012 zijn de voorbereiding van de OR-verkiezingen, te houden in februari 2013, in gang gezet. De OR heeft een voordracht voor een benoeming lid Raad van Toezicht gedaan; deze voordracht is door de Raad van Toezicht overgenomen.
43
11 Financiële informatie over de instelling 11.1
Ontwikkeling kengetallen De ontwikkeling van de financiële kengetallen gedurende de afgelopen drie jaar is als volgt.
2010
2011
2012
Solvabiliteit 1
0,55
0,54
0,55
Solvabiliteit 2
0,58
0,57
0,58
Liquiditeit
132
59
51
Rentabiliteit
2%
-3%
2%
Met Solvabiliteit 1 wordt bedoeld het Eigen Vermogen ten opzichte van het balanstotaal. Bij Solvabiliteit 2 wordt het Eigen Vermogen plus de voorzieningen afgezet tegen het balanstotaal. De liquiditeit is in 2012 verder afgenomen, maar neemt vanaf begin 2013 weer toe.
44
11.2
Balans 2011 k€
2012 k€
2011 k€
2012 k€
Immateriële vaste activa
124
721
Eigen vermogen
15.458
16.237
Materiële vaste activa
24.064
20.251
Voorzieningen
901
1.009
Financiële vaste activa
0
4.650
Langlopende schulden
4.798
4.479
Totaal vaste activa
24.188
25.622
Kortlopende schulden
7.412
7.879
Vorderingen
1.208
2.964
Liquide middelen
3.173
1.018
Totaal vlottende activa
4.381
3.982
Totaal activa
28.569
29.604
Totaal passiva
28.569
29.604
Het eigen vermogen neemt toe doordat het positieve resultaat 2012 is toegevoegd. Het Regio College heeft eind 2011 het perceel Cypressehout 100 verkocht. De aanschafwaarde en de afschrijvingen op het pand (inclusief de grond) zijn gedesinvesteerd. Hierdoor verschuift de balanspost materiële vaste activa naar financiële vaste activa. De verkoop van pand (inclusief de grond) C100 is als vordering opgenomen bij de post financiële vaste activa. De daling van de post liquide middelen wordt deels veroorzaakt door de uitgestelde facturering per ultimo 2012, waardoor de post vorderingen weer hoger is. Daarnaast zorgen investeringen in materiële vaste activa voor een afname van de liquide middelen.
11.3 Toelichting op het resultaat Het financieel resultaat over 2012 bedraagt € 778.620, terwijl in de begroting 2012 een negatief resultaat van € 1.387.091 was opgenomen. In het jaarresultaat is een aantal bijzondere baten verwerkt. Hiertoe behoren de verkoop van het pand Cypressehout 100 in Zaandam (netto boekresultaat van € 1.316.971) en het positieve saldo van nog te ontvangen dan wel terug te betalen educatiegelden over de periode 2005-2010 ter grootte van € 416.962. Daarnaast is er nog een aantal andere bijzondere baten en lasten. Exclusief bijzondere baten en lasten is het resultaat € 1.041.032 negatief.
45
Baten De baten waren in 2012 ruim € 4 miljoen hoger dan begroot. In onderstaande tabel staat het totaaloverzicht van de baten. Realisatie 2011 (in K€) Totaal rijksbijdragen
Realisatie 2012 (in K€)
Begroting 2012 (in K€)
35.391
33.893
32.431
Totaal gemeentelijke bijdragen en subsidies
2.073
2.197
1.643
College-, cursus-, les- en examengeld
1.406
1.460
1.543
Baten werk in opdracht derden
1.363
1.398
1.042
628
2.463
497
40.861
41.411
37.156
Overige baten Totale baten
De posten worden in de volgende tabellen nader gespecificeerd. De rijksbijdragen vielen € 1,5 miljoen hoger uit dan was voorzien. In de post niet geoormerkte OCW-subsidies is de bijdrage salarismix opgenomen. Betreft: • Extra OCW-subsidie: € 585k • Geoormerkte subsidie: Taal en rekenen € 626k Extra lerarenbeurs € 35k • Niet geoormerkte subsidie: Professionalisering € 225k ONO food € 93k Realisatie 2011 (in K€) Rijksbijdrage OCW 1e geldstroom
Realisatie 2012 (in K€)
Begroting 2012 (in K€)
31.288
29.800
29.215
Rijksbijdrage wachtgeld
1.195
1.111
1.172
Geoormerkte projectsubsidies
1.918
1.349
738
Niet geoormerkte OCW-subsidies
990
1.633
1.305
35.391
33.893
32.431
Totaal rijksbijdragen
Uit de volgende tabel blijkt dat de bijdragen van gemeenten in 2012 opnieuw lager waren dan het voorgaande jaar. De bijdragen educatie zijn bijna € 3 ton lager. Realisatie 2011 (in K€) Bijdragen gemeenten educatie Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies Totaal gemeentelijke bijdragen en subsidies
Realisatie 2012 (in K€)
Begroting 2012 (in K€)
1.951
1.723
1.643
122
474
0
2.073
2.197
1.643
De baten werk in opdracht van derden heeft zich als volgt ontwikkeld. Realisatie 2011 (in K€) Contractonderwijs
Realisatie 2012 (in K€)
Begroting 2012 (in K€)
1.232
1.398
1.042
Overig baten werk in opdracht van derden
131
0
0
Totaal baten werk in opdracht van derden
1.363
1.398
1.042
46
De realisatie ‘contractonderwijs’ in 2012 kent de volgende specificatie: • inkomsten/subsidies projecten (o.m. Bruggen Bouwen, Plusvoorziening): € 983.062; • contractactiviteiten (cursussen zonder overheidsbijdrage): € 200.328; • maatwerktrajecten (reguliere BBL-opleidingen, zie par. 7.2): € 79.451; • trajecten met groepskosten (zie eveneens par. 7.2): € 134.914. Lasten De totale lasten (exclusief het saldo financiële baten en lasten) bedroegen in 2012 € 40.219.014 en vielen daarmee bijna € 2,09 miljoen hoger uit dan was begroot. Realisatie 2011 (in K€) Personeelslasten
Realisatie 2012 (in K€)
Begroting 2012 (in K€)
27.767
27.168
25.700
Afschrijvingslasten
1.972
2.139
2.513
Huisvestingslasten
4.211
3.825
3.460
Overige lasten
7.891
7.306
6.675
41.841
40.438
38.349
Totaal lasten
De verdeling van de lasten over personeel in loondienst en personeel niet in loondienst is als volgt:
Lonen en salarissen personeel in dienst Personeel niet in loondienst
Realisatie 2011 (in K€)
Realisatie 2012 (in K€)
Begroting 2012 (in K€)
24.706
23.466
22.782
3.117
2.533
1.484
De huisvestingslasten zijn ten opzichte van 2011 met bijna € 0,4 miljoen gedaald, voornamelijk door besparingen bij de inkoop van energie (collectieve inkoop). Zoals eerder opgemerkt zijn het pand en de grond Cypressehout 100 verkocht.
11.4 Investeringsbeleid Ten aanzien van de investeringen is het gevoerde beleid, dat de gelden die vrijkomen uit de afschrijvingen beschikbaar komen voor het doen van vervangingsinvesteringen.
11.5 Treasury Het College van Bestuur heeft in 2009 een Treasury Statuut vastgesteld waarin de bevoegd heden met betrekking tot het verrichten van betalingen, het afsluiten van geldleningen en het uitzetten van liquide middelen nader is geregeld. Voor wat betreft het uitzetten van overtollige liquide middelen wordt door de instelling uitsluitend gebruik gemaakt van kortlopende deposito’s. In april 2011 heeft het CvB een nieuw Treasury Statuut vastgesteld, waarbij het statuut is aangepast aan de veranderde organisatiestructuur van het Regio College. Daarnaast hanteert het Regio College de regeling FVE2001/57965N van 25 juli 2001 van het Ministerie van OCW. In deze regeling is aangegeven dat de instellingen publieke middelen, alsmede de overtollige middelen voor zover deze niet afgescheiden zijn van de publieke middelen, risicomijdend dienen te beleggen en belenen. Het Regio College heeft in 2011 geen beleggingen en beleningen uitstaan.
47
11.6 Segmentatie publiek-privaat Het College van Bestuur heeft, na goedkeuring door de Raad van Toezicht, in 2009 besloten om geen segmentatie tussen publiek en privaat vermogen aan te brengen en het eigen vermogen volledig als publiek aan te merken. Het Regio College ontplooit nagenoeg geen activiteiten die privaat vermogen genereren.
11.7
Vergelijking begroting 2013 en begroting/realisatie 2012 In onderstaande tabel wordt de begroting van het Regio College voor 2013 vergeleken met de begroting voor 2012 en de realisatie 2012. Aan de batenkant is de rijksbijdrage OCW voor 2013 hoger begroot dan zowel begroting als realisatie 2012. Dit heeft te maken met de groei van het deelnemersaantal in 2011 (t-2 financiering) en met een aantal rijksbijdragen die in 2012 nog niet in de begroting waren opgenomen. In de post gemeentelijke bijdragen zijn in de begroting 2013 onder meer de bijdrage van de gemeente Zaanstad voor de combinatiefunctionaris (zie par. 7.2) en baten internationale schakelklas en leerwerkmakelaar opgenomen.
48
Begroting 2013 (in K€)
Begroting 2012 (in K€)
Realisatie 2012 (in K€)
30.200
29.215
29.800
Overige overheidsbijdragen
2.181
2.043
2.982
Rijksbijdragen wachtgeld
1.032
1.172
1.111
33.414
32.430
33.893
3.438
2.388
1.723
Overige gemeentelijke bijdragen en subsidies
0
0
474
Totaal overige overheidsbijdragen
3.438
2.388
2.197
2.088
2.337
5.321
38.939
37.155
41.411
22.977
22.782
23.466
1.671
1.484
2.533
2.232
1.434
1.169
26.880
25.700
27.168
2.355
2.513
2.139
Huur
1.903
1.885
1.984
Overige huisvestingslasten
1.433
1.575
1.841
Totaal huisvestingslasten
3.336
3.460
3.825
Overige instellingslasten
6.916
6.675
7.306
39.486
38.349
40.438
-547
-1.193
973
Financiële baten en lasten
-192
-194
-195
Resultaat
-739
-1.387
778
Baten Rijksbijdragen OC&W Rijksbijdrage OC&W
Totaal rijksbijdragen Overige overheidsbijdragen Gemeentelijke bijdragen educatie
Overige baten Totaal overige baten Totale baten Lasten Personele lasten Personeel in loondienst Personeel niet in loondienst Overige personele lasten, inclusief dotaties personele voorzieningen Totaal personele lasten Afschrijvingen Huisvestingslasten
Totale exploitatielasten Saldo baten en lasten
49
11.8
Risicoparagraaf Het Regio College voert een risicoanalyse uit voor interne risicobeheersing. Streven is het veiligstellen van de organisatiedoelstellingen door risico’s expliciet te maken en te beheersen. Procesbeschrijvingen worden op een eenduidige manier in het systeem MAVIM vastgelegd, waarbij expliciet de risico’s worden benoemd. Hieronder volgt een opsomming van de belangrijkste risico’s voor het Regio College. Focus op Vakmanschap De volgende beleidsmaatregelen uit Focus op Vakmanschap brengen risico’s met zich mee: • verhoging onderwijstijd naar minimaal 1.000 uur; • verkorten opleidingen van vier naar drie jaar; • invoering cascadestelsel bekostiging; • macrodoelmatigheid. Het afschaffen van de bekostiging van deelnemers ouder dan 30 jaar is van de baan. De overige maatregelen zijn een jaar uitgesteld, waardoor er iets meer lucht komt om de benodigde maatregelen uit te werken. Beheersmaatregel: in het kader van de meerjarenprognose 2014-2018 vindt er een impactanalyse plaats van het nieuwe beleid, met name van de verhoging van de onderwijstijd, en er is een programmamanagement Focus op Vakmanschap gestart om het traject in goede banen te leiden. Dit programmamanagement werkt intensief samen met het onderwijs. In 2013 verkennen afdelingsmanagers en teams wat de Focus op Vakmanschap maatregelen (en dan vooral de intensivering van de opleidingen) betekenen voor de opleidingen en of de bijgestelde ontwerpeisen beroepsonderwijs voldoende richting geven. Voor de uitwerking van de ontwerpeisen is een negental werkgroepen gestart (zie ook paragraaf 5.1). Personele frictie Er is in binnen verschillende afdelingen personele frictie, bestaande uit medewerkers die om de een of andere reden boventallig zijn. Naarmate er meer op de handhaving van scherpe normen voor de formatie gestuurd wordt, komen dit soort gevallen ook eerder naar voren. Beheersmaatregel: bij het begrotingsproces voor 2013 is een inventarisatie gemaakt van deze frictie. Onder aansturing van het CvB is er een personeelsadviseur ingezet om samen met de verantwoordelijke manager tot oplossingen te komen. Intensieve begeleiding en scholing wordt verzorgd om medewerkers een nieuw carrièreperspectief te bieden, binnen of buiten het Regio College (zie ook paragraaf 8.5). Bezuinigingen door de rijksoverheid Het Regio College wordt met de volgende ontwikkelingen geconfronteerd: • prijs- en looncompensatie wordt niet verstrekt en de cao loopt af in maart 2012; • stijging van pensioenpremies worden niet vergoed (2% per 1 april 2012 effect ongeveer € 150k per jaar); • verhoging BTW van 19% naar 21% (effect ongeveer € 80k per jaar); • mogelijke aanvullende bezuinigingen. Beheersmaatregel: waar mogelijk wordt efficiënter en effectiever gewerkt. Voor een betere beheersing van kosten wordt de managementinformatie verbeterd. Een nieuw management informatiesysteem zal nog voor de zomervakantie het management toegang geven tot de financiële stand van zaken inclusief alle onderliggende details. Voor eventuele aanvullende bezuinigingen zal nog een dekking moeten worden gezocht. Minder deelnemers Door concurrentie van andere mbo-instellingen en door bovengenoemde maatregelen uit Focus op Vakmanschap kan het aantal deelnemers teruglopen. Het is gezien de veelal vaste formatie en huisvesting moeilijk om hier op bij te sturen. Beheersmaatregel: er is een portfolioanalyse uitgevoerd om tot een zo goed mogelijk aanbod te komen (zie paragraaf 5.2). Wat betreft de personeelsformatie zijn maatregelen genomen om de flexibele schil te vergroten.
50
Continuïteit Hoewel het Regio College een behoorlijk eigen vermogen heeft, kan de continuïteit bij aanhoudende verliezen in gevaar komen. Beheersmaatregel: er wordt door middel van een meerjarenprognose gestuurd op een sluitende exploitatie. Waar mogelijk wordt bezuinigd en investeringsplannen zijn tot een minimum teruggebracht. Bovendien wordt er op strategisch niveau naar het toekomstperspectief gekeken. Kwaliteit Een strak formatiebeleid, noodzakelijk om bovenstaande risico’s te beheersen, brengt het gevaar met zich mee dat de kwaliteit van het onderwijs onder druk komt te staan. Ook neemt de werkdruk toe hetgeen kan lijden tot ziekteverzuim en een nog grotere kwetsbaarheid. Beheersmaatregelen: er wordt een impuls gegeven aan de professionalisering van het personeel en er zijn middelen beschikbaar voor werkdrukvermindering uit de regeling salarismix. Er wordt een nieuw systeem kwaliteitszorg ingevoerd. Nieuwe applicaties en een verbeterde informatievoorziening moeten leiden tot een betere sturing en beheersing.
51
Bijlagen
52
Bijlage 1
Organogram Regio College
Raad van Toezicht
College van Bestuur
Vertrouwenspersoon Ombudsman
Ondernemingsraad
Deelnemersraad
Bestuurs secretariaat
Dienst Communicatie & Werving
Dienst Onderwijs, Personeel & Kwaliteit
• PR & Communicatie • Bedrijfsopleidingen
Planning en Control
• P&O • OOK
Dienst Administraties
Dienst Facilitair Bedrijf
• Deelnemers- administratie • Financiële administratie • Personeels- en salarisadministratie
• Facilitaire Dienst • Huisvesting & Middelen • Informatie Centrum Automatisering (ICA)
Bureau Onderwijsondersteuning
Afdeling
Afdeling
Regio Entree
Bouw & Infra
Afdeling
Afdeling
Vrije tijd & Ondernemen
MBO Purmerend
Team
Team
Team
Team
• AanZ! • X-tra • Servicecentrum
• Bouw • Infra
• Handel & Optiek • Uiterlijk Verzorging • Toerisme • Recreatie & Sport
• Gezondheidszorg • Agogische Beroepen • Economie • ict • Vrije tijd & Ondernemen
Afdeling
Afdeling
Productie, Onderhoud & Logistiek
Zorg & Welzijn
Afdeling
Economie, ICT & Vavo
Team
Team
Team
• Procestechniek • Metaal-, Elektro- en Installatietechniek • Motorvoertuigen- techniek,Transport & Logistiek
• Pedagogisch werk • bbl / Onderwijs- assistent / Persoonlijk begeleider • Zorg en dienstverlening • Assistenten in de Gezondheidszorg
• • • • •
53
Administratie / Juridisch Brede kantoor- opleiding / Secretarieel Commercieel ict Vavo
Bijlage 2 Verslag taal en rekenen 2012 Onderdeel 1 Ondernomen activiteiten, bestede middelen en bereikte deelnemers en personeelsleden * Taal (T) of rekenen (R)
Activiteiten
T/R*
Aantal bereikte deelnemers
Aantal betrokken medewerkers
A. Aanpassingen in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op intensivering van het taal- en rekenonderwijs 1. Intensiveren taalonderwijs
T
alle deelnemers
2. Intensiveren rekenonderwijs
R
alle deelnemers
B. Toetsing van deelnemers 1. Nulmeting cohort 2012
T+R
1.800
2. Voortgangsmeting, toetsontwikkeling, beheer en actualisering toetsmateriaal
T+R
3.380
3. Centrale examinering (voorbereiding en uitvoering pilots)
T+R
325
C. Extra onderwijstijd (activiteiten buiten reguliere lesprogramma) 1. Uitbreiding lessentabel
T
2.900
R
2.900
T
480
R
120
Niet bekend
1.900
1. Professionalisering taal
T
70 docenten
2. Professionalisering rekenen
R
70 docenten
3. Scholing Rekenblokken
R
10 rekendocenten
2 projectleiders
6 taalregisseurs
2. Extra taal en rekenen op de afdeling 3. Dyslexiebeleid en -begeleiding D. Nieuwe of aangepaste faciliteiten 1. Computerfaciliteiten E. Professionalisering van docenten
4. Deelname MBO taalcoachacademie ITTA
Totaal besteed in 2012 uit middelen taal en rekenen, inclusief coördinatie en projectleiding centrale examinering: € 790.179.
54
Bijlage 2 (vervolg) Verslag taal en rekenen 2011 Onderdeel 2 Inhoudelijk
A. Aanpassingen in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op intensivering van het taal- en rekenonderwijs Activiteiten taal en rekenen
De activiteiten hebben zich in 2012 toegespitst op het tot stand brengen van een curriculum taal op basis van de drieslag taal (taalontwikkeling in vaklessen en op stage, ondersteunend taalonderwijs en persoonlijke oefening en remediëring), en op het ontwikkelen van een rekencurriculum, met nadruk op het generieke rekenen. Hierbij is ook aandacht voor de professionalisering van docenten.
B. Toetsing van deelnemers Nulmeting cohort 2012
Met de centraal georganiseerde nulmeting zijn voor de start van het schooljaar 1800 deelnemers bereikt. Per afdeling worden de resultaten in kaart gebracht zodat de nodige actie kan worden ondernomen om eventuele achterstanden weg te werken.
Voortgangsmeting cohort 2012
De voortgangsmeting is door de afdelingen zelf georganiseerd. Monitoring van het niveau van deelnemers gebeurt per afdeling.
Centrale examinering
In het kader van het project Centrale Examinering Nederlands en Rekenen zijn er in 2012 twee pilots uitgevoerd. De eerste pilot (pilot 1.2, 3F) heeft plaats gevonden in juni, hieraan hebben ongeveer 65 deelnemers meegedaan. Het betrof examens voor niveau 4. De deelnemers waren over drie afdelingen verspreid, voornamelijk BOL-deelnemers. De tweede (pilot 2, 3F) was in november 2012. Het aantal deelnemers aan de pilot is toen opgeschaald naar 260 en alle afdelingen m.u.v. Purmerend hebben meegedaan. Het betrof ook hier examens voor niveau 4.
Gemiddeld cijfer pilot 1.2 3F
Gemiddeld cijfer pilot 2 3F
BOL
BBL
BOL
BBL
Nederlands
5,5
-
5,8
5,6
Rekenen
3,4
6,4
3,9
4
De resultaten wijken over het algemeen niet ver af van het landelijk gemiddelde.
C. Extra onderwijstijd Uitbreiding lessentabel en extra ondersteuning bij achterstanden
Afhankelijk van de resultaten bij de nulmeting organiseren de afdelingen hun extra taal- en rekenondersteuning en/of uitbreiding van het aantal lessen Nederlands op het rooster. Deelnemers met een dyslexieverklaring komen in aanmerking voor extra begeleiding door een speciaal hiervoor aangetrokken medewerker van het Servicecentrum. Deze medewerker ondersteunt ook docenten in de begeleiding van dyslectische deelnemers en geeft input voor beleid op dit punt.
D. Nieuwe of aangepaste faciliteiten Computerplekken
T.b.v. toetsing en onderwijs is het aantal computerplekken in 2012 uitgebreid.
55
E. Professionalisering van docenten In het kader van de methode Taalblokken en Rekenblokken worden er Regio College brede trainingen aangeboden. Ook in 2012 zijn de taalregisseurs (taalcoaches) begeleid door het ITTA in het werken volgens de drieslag taal. Op afdelingsniveau wordt in toenemende mate werk gemaakt van de professionalisering van de taal- en rekendocenten. Zo hebben assessoren trainingen voor vak- en taaldocenten verzorgd en is er een training geweest voor het leren werken met leerlijnen rekenen. Daarnaast zijn er Regio College brede kenniskringen taal en rekenen waar docenten ervaringen en kennis delen.
Een reflectie op de behaalde resultaten in relatie tot de beoogde effecten op taal- en rekenprestaties van deelnemer In lijn met de landelijke ontwikkelingen zijn de resultaten van deelnemers op de pilots van de landelijke examens Nederlands en rekenen nog niet op het gewenste niveau. Ook voor het Regio College betekent dit dat de inspanningen gecontinueerd worden om ervoor te zorgen dat deelnemers die in 2014/2015 geconfronteerd worden met een landelijk examen, voldoende zijn toegerust om dat examen met goed gevolg af te leggen. Conclusies op basis van deze reflectie m.b.t. eventuele bijstelling van het implementatieplan Het accent zal in 2013 liggen op het verder ontwikkelen van de curricula taal en rekenen en op de professionalisering van docenten. Afdelingen zullen in hun scholingsplannen taal en rekenen als speerpunt opnemen. Te ontplooien activiteiten zullen per afdeling geformuleerd worden en gebaseerd zijn op een analyse van de stand van zaken op de afdeling. De resultaten uit de nulmeting en de resultaten op de pilot centrale examinering, die gecontinueerd zullen worden tot het moment van de centrale examinering, zullen daarvoor als basis dienen.
56
Bijlage 3 Overzicht werkgevers Overzicht van werkgevers waarvoor Regio College in 2012 maatwerktrajecten en trajecten met groepskosten (bekostigd onderwijs) heeft uitgevoerd. • Albert van Zoonen • Alpha-Fry Cookson • Altra College • Belastingdienst Amsterdam • Bladergroen • Mallinckroth Medical Covidien • Dutch Cacao • Edilon Sedra • Evean • Forbo Flooring • Groenhorst • Infraned BV • Martin Schilder • St. Meevaart Ontwikkelgroep • Mennistenerf • Opleidingscentrum Nederland • Osira Amstelring • Pearle Benelux • PPG Coatings Nederland BV • Praktijkschool WF • Sanquin Bloedvoorziening • Sonneborn • SPG • Start People • Sun Chemical BV • Tata Steel/Technicom • Waternet • Welsaen • Wild Juice BV • Zaan Primair • Zorgcirkel
57
Bijlage 4 Overzicht zittingstermijnen en relevante (neven)functies leden Raad van Toezicht Zittingstermijnen De leden van de Raad van Toezicht van het Regio College hebben zitting voor een tijdvak van vier jaren en zijn eenmaal herbenoembaar. In bijzondere gevallen kan de Raad besluiten tot een extra herbenoemingstermijn, waarbij de duur van die termijn expliciet wordt vastgesteld.
Datum aantreden
Eind 1e termijn/ herbenoeming
Eind 2e termijn
Functie
Mei 2011
Mei 2015
Mei 2019
Voorzitter
Oktober 2006
Oktober 2010
Oktober 2014
Secretaris en vicevoorzitter
G.T.M. ten Dam
Maart 2008
Maart 2012
Maart 2016
Lid
J.W. Pasdeloup
Juli 2010
Juli 2014
Juli 2018
Lid
M.A.C. van Dijk
Juni 2011
Afgetreden per 1-9-2012
E. Kalbfleisch
Juni 2011
Juni 2015
Juni 2019
Lid
Februari 2013
Februari 2017
Februari 2021
Lid, op voordracht OR
Naam H. Dijksma J. van Antwerpen
G. Klein Bennink
Lid
(Neven)functies in 2012 Dhr. Drs. H. Dijksma: • lid Raad van Commissarissen Afvalzorg NV te Nauerna, Assendelft en lid Audit commissie; • lid Raad van Commissarissen Beheer Flevoland Participaties BV; • lid Raad van Toezicht OMALA (Ontwikkelingsmaatschappij Almere Lelystad Airport); • lid van de Raad van Commissarissen van Medrie, Zwolle; • lid Raad van Toezicht Omroep Flevoland, Lelystad; • vice Chairman of the Board of the Supervisory Council of the Foundation Wetlands International (honorary); • voorzitter van de Raad van Toezicht van de stichting Het Flevo-landschap; • vicevoorzitter Prins Bernhard Cultuurfonds Flevoland; • secretaris van het bestuur van De12Landschappen; • treasurer Association Wetlands International (honorary); • penningmeester Stichting RDIJ-Award, Almere; • penningmeester Corrosia! Expo en Theater de Roestbak, Almere Haven; • vicevoorzitter VVD Kamercentrale Flevoland; • lid comité van aanbeveling La Mascotte, opera- en operettevereniging Emmeloord. Mevr. drs. J. van Antwerpen: • directeur Amsterdamse Innovatie Motor; • lid Raad van Toezicht Welzijnsstichting Kern 8 te Alkmaar.
58
Mevr. prof.dr. G.T.M. ten Dam: • hoogleraar Onderwijskunde in het bijzonder Individuele en Sociaal-culturele verschillen in leren en instructie, Universiteit van Amsterdam; • voorzitter Onderwijsraad; • lid Raad van Toezicht Nationaal Onderwijsmuseum; • voorzitter jury Nationale Alfabetiseringsprijzen; • voorzitter Stichting Max Goote Bijzondere Leerstoelen; • lid Comité van Aanbeveling van de Nationale Onderwijsprijs. Dhr. J.W. Pasdeloup MMO: • zelfstandig ondernemer (ZZP-er); • voorzitter Raad van Commissarissen van de Stichting Landzijde (AWBZ Zorg boerderijen in Noord Holland); • penningmeester dagelijks bestuur van de Ledenvereniging Evean/Icare; • lid Raad van Toezicht van de stichting Primo Noord-Holland (in liquidatie) te Purmerend; • Voorzitter WonenPlus Noord Holland; • Lid van de Raad van Beheer van het Sportfondsenbad te Monnickendam. Mevr. M.A.C. van Dijk MBA: • algemeen directeur Royal Duyvis Wiener BV, Koog aan de Zaan; • bestuurslid Fenedex; • voorzitter bestuur Nederlands Instituut voor Lastechniek. Dhr. E. Kalbfleisch RA: • directeur Finance4Care, Zaandam; • directeur FIZr, Alkmaar; • penningmeester Kinderhospice Lancelot.
59
Bijlage 5 Overzicht nevenfuncties leden College van Bestuur Dhr. dr. ir. P.W. van Amersfoort: • lid Stuurgroep Platform Arbeidsmarkt en Onderwijs Zaanstreek-Waterland; • lid Zaanse Economische Raad.
Mevr. drs. D. Nelisse (vanaf 15 maart 2012): • Lid jury Vrijwilligersprijs Zaanstad.
60
Bijlage 6 Verantwoording notitie Helderheid In deze bijlage wordt verantwoording afgelegd over de thema’s die zijn benoemd in de notitie Helderheid van het ministerie van OCW uit 2004 en de daarop volgende aanvullingen.
Thema 1: uitbesteding Het Regio College heeft in 2012 geen onderwijs uitbesteed in de zin van de notitie Helderheid.
Thema 2: investeren van publieke middelen in private activiteiten Het Regio College heeft in 2012 geen publieke middelen in private activiteiten geïnvesteerd.
Thema 3: het verlenen van vrijstellingen Er worden binnen het Regio College vrijstellingen aan deelnemers verleend. De examencommissie van de onderwijsafdeling toetst deze vrijstellingen. Waar het gaat om bekostigde deelnemers worden daarbij de voorwaarden in acht genomen zoals opgenomen in de wet- en regelgeving en in de notitie Helderheid. Het Regio College brengt geen diploma’s voor outputbekostiging in aanmerking van deelnemers die voorafgaand aan het examen geen beroepsopleiding hebben gevolgd.
Thema 4: les- en cursusgeld niet betaald door deelnemers zelf Het Regio College heeft in 2012 geen publieke middelen gebruikt om les- en cursusgeld van deelnemers te betalen en heeft ook geen fonds gevormd om dit mogelijk te maken.
Thema 5: in- en uitschrijving en inschrijving van deelnemers in meer dan één opleiding tegelijk In de periode van 1 oktober 2012 tot en met 31 december 2012 hebben 294 deelnemers het Regio College verlaten, waarvan 176 met bekostigd diploma en 118 zonder bekostigd diploma. Nader gespecificeerd naar tijdstip: 48 in de maand oktober (waarvan 24 met diploma), 113 in de maand november (waarvan 65 met diploma) en 133 in de maand december (waarvan 87 met diploma). Begin 2012 zijn de laatste geïntegreerde trajecten beroepsonderwijs-educatie (de zogenaamde BBL+-trajecten) afgerond. Het gaat om een klein aantal deelnemers die voor 2012 zijn gestart; bij deze trajecten wordt voldaan aan de voorwaarden die zijn geformuleerd in de notitie Helderheid. In 2012 zijn geen nieuwe BBL+-trajecten gestart. In het schooljaar 2012-2013 is het Regio College op verzoek van het voortgezet onderwijs gestart met een traject VAVO vmbo theoretische leerweg/mbo niveau 3, waarbij leerlingen die zijn gezakt voor hun vmbo-diploma de gelegenheid wordt geboden het diploma alsnog te behalen en tegelijk te starten met hun mbo-opleiding. Bij dit traject wordt voldaan aan de voorwaarden van de notitie Helderheid.
Thema 6: de deelnemer volgt een andere opleiding/leerweg dan waarvoor hij ingeschreven is In 2012 (peildatum 1 oktober 2012) waren er ten opzichte van 2011 (peildatum eveneens 1 oktober) 729 deelnemers van crebo veranderd en 119 van leerweg. Administratieve verwerking van deze mutaties geschiedt volgens de uitgangspunten in de notitie Helderheid.
61
Van de 2.081 deelnemers die in 2012 een bekostigd diploma hebben ontvangen, hebben 466 deelnemers in de jaren 2008 tot en met 2011 al eerder een ander, bekostigd diploma bij het Regio College gehaald. Het Regio College ziet er daarbij op toe dat er geen sprake is van een oneigenlijke stapeling van diploma’s in de zin van de notitie Helderheid.
Thema 7: bekostiging van maatwerktrajecten ten behoeve van bedrijven In bijlage 3 bij het bestuursverslag is een overzicht opgenomen van de organisaties waarvoor het Regio College in 2012 maatwerktrajecten en trajecten met groepskosten heeft uitgevoerd. Het gaat hier om bekostigd onderwijs, waarbij zo nodig met de betreffende werkgevers extra kosten in verband met resp. door de werkgever gewenst maatwerk en afwijkende groepsgrootte worden verrekend. Zie ook paragraaf 7.2 van het bestuursverslag. Bij de uitvoering van deze trajecten worden de voorwaarden in acht genomen zoals geformuleerd in de notitie Helderheid. Daarnaast heeft het Regio College in 2012 op beperkte schaal niet bekostigd contractonderwijs uitgevoerd. Het ging hierbij om een bedrag van € 200.328, wat neerkomt op iets minder dan 0,6% van de totale baten die het Regio College in 2012 heeft ontvangen.
Thema 8: buitenlandse deelnemers en onderwijs in het buitenland Het Regio College heeft in 2012 slechts deelnemers die rechtmatig in Nederland verblijven voor bekostiging in aanmerking gebracht. Het Regio College biedt geen onderwijs in het buitenland aan.
62
Bijlage 7 Verklaring afkortingen Omschrijving BAPO-regeling
Bevordering Arbeidsparticipatie Ouderen
BBL
Beroepsbegeleidende leerweg
BOL
Beroepsopleidende leerweg
Bpv
Beroepspraktijkvorming
BRON
Basisregistratie onderwijsnummer
Bve
Beroepsonderwijs en volwasseneducatie
Cao
Collectieve arbeidsovereenkomst
CvB
College van Bestuur
DR
Deelnemersraad
DUO
Dienst Uitvoering Onderwijs
FPU-regeling
Flexibele Pensioen Uitkering
GGD
Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst
Havo
Hoger algemeen voortgezet onderwijs
Hbo
Hoger beroepsonderwijs
KRD
Kernregistratie Deelnemers
LGF
Leerling Gebonden Financiering
Mbo
Middelbaar beroepsonderwijs
Ministerie van OCW
Ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap
OBP
Ondersteunend en Beheer Personeel
Dienst OPK
Dienst Onderwijs, Personeel & Kwaliteit
OR
Ondernemingsraad
RI&E’s
Risico Inventarisaties & Evaluaties
RMC
Regionaal Meld- en Coördinatiepunt
SMT
Sociaal Medisch Team
Vavo
Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs
Vmbo
Voorbereidend middelbaar beroeps onderwijs
Vo
Voortgezet onderwijs
Vsv
Voortijdig schoolverlaters
WEB
Wet Educatie en Beroepsonderwijs
ZAT
Zorg Advies Team
ZON
Zaans Ondernemers Netwerk
63
Zaandam Cypressehout 95-97-99 1507 EK Zaandam (075) 681 90 01
Metaal (Tetrix) Jonkerplantsoen 2c 1508 EE Zaandam (075) 616 55 79
Purmerend Spinnekop 1 1444 GN Purmerend (0299) 41 82 22
Infra (spg) Bevelandseweg 200 1703 AX Heerhugowaard (072) 572 66 25
Edam Nijverheidsstraat 2 1135 GE Edam (0299) 48 00 90
[email protected] www.regiocollege.nl
Bouw (spb) Jufferstraat 3 1508 GE Zaandam (075) 616 34 93
WIJZIGINGEN VOORBEHOUDEN / Tekst: REGIO COLLEGE / Vormgeving: Studio Lieke Weenink / FOTOGRAFIE: mike bink, MARCEL DE CNOCK, jolanda hoogendoorn, PAUL MOESTER, mayke swemle, istockphoto / Druk: ‘T VENHUIS COMMUNICATIEPRODUCTIES, HEM / © Regio College, afdeling Communicatie & Werving / JULI 2013