Liturgisch bloemstuk bij de 40 dagen tijd en Pasen 2015 Elke week wordt één kaars gedoofd, van de kandelaar met 8 kaarsen. Er is elke week een boog bekleed met klimop, als beeld van het verbond van God met de aarde en Zijn trouw aan ons. Thema: “Ik ben…..” 15 februari: Ik ben het brood dat leven geeft (Johannes 6:32-40)
Brood, als je aan brood denkt, denk je aan eten. Eten dat we elke dag nodig hebben, want zonder eten kunnen we niet leven. Zo gaat het ook met de mensen die komen om te luisteren naar wat Jezus vertelt, ze krijgen honger! En Jezus? Hij zorgt dat ze allemaal te eten krijgen, van vijf broden en twee vissen deelt Hij uit en geeft hen meer dan genoeg. De volgende dag komen de mensen weer, want ze willen meer! Maar Jezus zegt dan dat ze niet moeten zoeken naar gewoon brood, maar naar brood dat leven geeft, ander brood dat God hun geeft. Want dat is brood dat niet alleen maar je buik vult, maar heel je leven. Dat brood is de Here Jezus, Hij is onmisbaar voor een leven met God. Denk maar aan het laatste avondmaal, waarin het brood dat Jezus breekt en de wijn die Hij schenkt, tekenen zijn van wat Hij voor ons deed. Hij verbindt ons weer met God de Vader. En door met elkaar brood en wijn te delen zijn wij verbonden met Hem, met Gods liefde en trouw voor ons. Er branden 7 kaarsen. De boog met klimop als teken van ontmoeting en trouw. Voor Jezus een witte bloem en voor de 12 discipelen andere bloemen. Glas rode wijn en gebroken brood. 22 februari: Ik ben het levende water (Johannes 4:1-30)
Water, elke dag hebben we het nodig. Niemand kan zonder water. Ook de vrouw die vandaag bij de waterput Jezus ontmoet, weet dat. Jezus vraagt haar, een vrouw waar niemand mee te maken wil hebben, om drinken. Dat verbaast haar; weet Hij dan niet wie zij is? Maar Jezus weet wie zij is. Hij
weet van haar leven en haar dorst naar geluk. Juist daarom vertelt Hij haar over het levende water waar je nooit meer dorst van krijgt. Dat maakt haar zo blij, dat ze iedereen bij Hem brengt en velen tot geloof komen. Jezus is de bron van het levende water en Hij wil dat ook voor ons zijn. Met Hem ontdek je wat belangrijk is in je leven. Hij maakt ons tot een fontein van het goede, levende water, dat opborrelt in je leven. Twee schalen zijn met elkaar verbonden door zuidenwindlelies. Deze takken kruisen en ontmoeten elkaar. Dit verbeeldt de ontmoeting die centraal staat. Jezus wordt gesymboliseerd door een witte roos. De andere bloem symboliseert de Samaritaanse vrouw. Met de kruik werd water geput uit de bron 1 maart: Ik ben het licht voor de wereld (Johannes 8:12-20)
Licht, wat is het fijn als we dat kunnen zien. Het helpt ons elkaar te zien en alle dingen om ons heen. Dat willen de twee blinde mannen die Jezus zoeken ook graag, ze geloven vast dat Hij hen kan laten zien. Wat zijn ze blij als Jezus hun ogen opent en het licht laat zien. Ze kunnen er niet over zwijgen en moeten het aan anderen vertellen. Jezus zelf getuigt dat Hij het licht voor de hele wereld is. Net zoals het licht in de tempel altijd brandt als teken van Gods aanwezigheid, is Jezus er voor ons. Hij is Gods licht in de wereld. Hij wijst ons de weg. Hij helpt kiezen en laat ons zien wat we kunnen doen als we het niet weten. En als het donker om ons heen zegt Hij: 'Kijk maar naar mijn licht, Ik help je erdoorheen. Laat Mij jouw licht zijn... Er branden nu nog 5 kaarsen. Twee schalen zijn met elkaar verbonden door zuidenwindlelies. Onder de boog een witte kaars als teken van het licht, deze takken kruisen en ontmoeten elkaar. Dit verbeeldt de ontmoeting die centraal staat. Jezus wordt gesymboliseerd door een witte roos. In de andere schaal een dichte en een open knop - de blinde wordt ziende 8 maart: Ik ben de Goede Herder (Johannes 10:11-21)
Het beeld van een herder, dat kennen de mensen in de tijd van Jezus wel. Ja, de mensen snappen heel goed dat een herder een gevaarlijk beroep heeft. Zo'n herder is altijd op weg om voedsel voor zijn schapen te zoeken en onderweg zijn er allerlei gevaren; de schapen kunnen gewond raken of
verdwalen. En er zijn wilde dieren die de schapen kwaad willen doen. Maar de herder uit dit verhaal heeft er alles voor over, geen schaap wil hij verliezen. Waarom Jezus dit verhaal vertelt? Hij wil dat de mensen begrijpen dat Hij, net als die goede herder, voor de mensen wil zorgen, zelfs al kost het Hem zijn leven. Hij weet wat wij nodig hebben, Hij komt naar je toe, Hij zorgt voor je en beschermt je met zijn leven. Want iedereen telt bij Jezus. De goede herder waarover Jezus vertelt is een bijzondere herder. De schapen horen bij hem, hij kent ze en houdt van ieder van hen. Hij doet er alles aan om zijn schapen te verzorgen en beschermen. Er branden 4 kaarsen. Een witte bloem voor Jezus. Er is een schaal met wat mos als gras voor de schapen en daarop kleine witte bloemen met witte schapen. Een staf maakt alles compleet. 15 maart: Ik ben de ware wijnstok (Johannes 15:1-8)
Druiven, lusten jullie die? En waar komen ze vandaan? Ja, inderdaad van een wijnrank. Zo'n rank is een tak aan de stam van een wijnstok. De rank heeft de wijnstok nodig om te kunnen groeien en vrucht dragen. Want zonder wijnstok krijgt de rank geen voeding en kan hij niet leven. De Here Jezus vertelt ook over een wijnstok. Hij zegt erover: 'Ik ben de ware wijnstok en jullie zijn de ranken'. Hij bedoelt dat wij net als die ranken, niet kunnen groeien, sterk worden en vrucht dragen zonder de voeding die Hij geeft. Dat kan alleen als we net als die ranken verbonden blijven met de stam. Nou wij zijn natuurlijk geen ranken die vastzitten aan een stam. Maar we kunnen wel dicht bij God blijven door te luisteren naar zijn woorden, zodat we gevoed worden met zijn liefde. En met zijn boodschap in je hart kun je groeien, word je sterk en heb je de kracht om op Hem te lijken in je leven. Dan zul je zijn liefde terugzien net als druiven aan de ranken. Er branden 3 kaarsen. Een witte bloem voor Jezus. Een wijnrank en een snoeischaar beelden het snoeien uit. 22 maart: Ik ben de weg, de waarheid en het leven (Joh 14:1-13)
Jezus wil de weg wijzen naar God, naar een gelukkig leven. Hij vertelt erover en legt uit wat er in de Schriften staat geschreven. Hij laat ook zien dat God mensen het goede wil geven door de wonderen die Hij doet. Jezus is gekomen om Gods plan uit te voeren. Hij heeft er alles voor over om te luisteren naar zijn Vader, zelfs als Hij daarvoor de weg naar het kruis moet gaan. Zo kan Hij de mensen op
aarde redden. Jezus weet dat God het allerbeste voor ons wil en daarom gehoorzaamt Hij zijn Vader. Als Jezus de discipelen vertelt dat Hij terug zal gaan naar zijn Vader, schrikken ze. Ze willen dichtbij Hem blijven. Maar Jezus vertelt hun dat God zijn werk door Hem zal doen. Hij stelt hen gerust: zij mogen Hem volgen en thuis zijn bij God. Hoe ze dat kunnen doen? Door naar Hem te kijken, want Jezus is de weg naar het leven. En net als de discipelen mogen wij erop vertrouwen dat het waar is wat Hij zegt. Geloof in Hem en volg zijn weg en je zult uitkomen bij het leven. Er branden 2 kaarsen. De weg beelden we uit door een lange lap. De Bijbel geeft de waarheid weer en voor het leven hebben we een schaal met uitlopende bollen en ontluikende takken. 1 witte roos symboliseert Jezus. 29 maart: Ik ben de opstanding en het leven (Johannes 11)
De liturgische kleur is vandaag wit Jezus krijgt een boodschap van Marta en Maria, de zusters van Lazarus: Heer, uw vriend is ziek. Jezus houdt veel van Lazarus, maar toch gaat Hij niet meteen op weg om zijn vriend te genezen. Nee, Jezus zegt zelfs dat de ziekte niet zal uitkomen op de dood, maar op de grootheid van God en zijn Zoon. Pas na twee dagen gaat Hij op weg, maar als Hij aankomt is Lazarus al gestorven. En zijn zussen zeggen; 'U bent te laat'. Maar Jezus is niet te laat, want Hij is sterker dan de dood. Hij roept Lazarus uit het graf, uit de dood. En zo mogen de mensen zien en geloven dat Jezus het leven is en mag geven. Lazarus is daar een bewijs van, want Hij leeft weer. Jezus wijst alvast vooruit naar Pasen, als de dood geen macht meer heeft, niet over Hem en niet over wie in Hem gelooft. Jezus reikt je de hand en verbindt je in geloof met God, voor altijd. Er brandt 1 kaars. Twee schalen zijn met elkaar verbonden door zuidenwindlelies. Deze takken kruisen en ontmoeten elkaar. Dit verbeeldt de ontmoeting die centraal staat. Jezus wordt gesymboliseerd door een witte roos. In de andere schaal symboliseren de rechtop staande witte bloemen het opnieuw mogen leven. De doeken als teken van het opstaan uit de doden.
5 april: Pasen: Jezus is nieuw leven (Johannes 20:1-23) Maria en de discipelen zijn verdrietig en zonder hoop omdat Jezus is gestorven. Maar, als vroeg in de morgen Maria van Magdala naar het graf gaat, ontdekt ze daar dat de steen is weggerold en het graf leeg is. Jezus ligt er niet meer! Ze haalt Simon Petrus en Johannes erbij en ook zij zien het lege graf. Johannes gaat geloven wat er is gebeurd, maar begrijpen doen ze het nog niet en ze gaan terug naar huis. Maria blijft verdrietig achter. En dan, dan komt Jezus bij haar en noemt haar bij haar naam. Dan herkent ze Hem, wat een vreugde en vrede is dat. Jezus is gestorven maar ook weer opgestaan. En weer gaat Maria op weg om dit geweldig goede nieuws te vertellen aan de discipelen. ’s Avonds verschijnt Jezus ook aan Petrus en de anderen. Ook daar brengt Hij vreugde en vrede. Ook zij
herkennen Hem nu. Alles wat Hij over zichzelf heeft gezegd en van God de Vader heeft laten zien, is waar gebleken. Door Jezus wordt alles anders. Wat een belofte van God zien we in de levende Here Jezus; ook jij mag leven door Mij. De tuin waarin Jezus wandelt. er branden weer 8 kaarsen