Notitie
Aan
e-nose board
Kopie aan
Datum
Documentnummer
14 mei 2013
21570666
Project
e-nose programma
Auteur
Dr. J.B. Milan
Onderwerp
activiteit A: Operationeel gebruik van het e-nose dashboard door de meldkamer (2010-2012) Inleiding Binnen het e-nose programma wordt onderzocht of een vast e-nose netwerk een toegevoegde waarde heeft voor zowel geur als veiligheid. Hiervoor zijn gedurende een periode van ruim 2 jaar (medio 2010-december 2012) in totaal 45 vaste e-noses in het Rijnmond gebied geplaatst. Vervolgens zijn er data-analyse studies verricht op de vaste e-nose meetgegevens. Deze dataanalyse studies waren bedoeld om de relatie tussen e-noses en hinder/veiligheid te onderzoeken en dus te onderzoeken of de e-noses adequaat reageren op veranderingen in de omgevingslucht die gerelateerd kunnen worden aan geuroverlast en/of incidenten. De uitkomsten waren positief (zie o.a. rapporten 21475021 en 21556783). Deze analyses zijn achteraf uitgevoerd en dus gebaseerd op historische data. Het is echter de bedoeling om de enose technologie in te zetten als real-time geur- en veiligheidsmanagementinstrument voor het verstrekken van informatie over de opkomst en verspreiding van gasvormige emissies. Hiervoor is het nodig dat de meldkamer van de DCMR beschikt over en reageert op de realtime time e-nose gegevens. Deze notitie schetst kort het e-nose dashboard en de ervaringen in het operationeel gebruik van het e-nose dashboard door de meldkamer. De notie is hoofdzakelijk gebaseerd op vier rapporten (21288130, 21441665, 21526984 en 21441736), allen zijn opgenomen in de bijlagen. E-nose dashboard Om de e-nose technologie in te kunnen zetten als real-time geur- en veiligheidsinstrument is het essentieel dat de meldkamer beschikt over een e-nose dashboard met alarmeringen. Met andere woorden: het is in operationele zin noodzakelijk dat de data van de e-noses real-time worden geïnterpreteerd door speciale software. Elke eNose waarneming wordt daarmee realtime getoetst op meerdere parameters. Wanneer aan een bepaalde combinatie van voorwaarden wordt voldaan, neemt het systeem automatisch actie. Eén van de mogelijkheden is het activeren van een akoestisch en/of optisch alarmsignaal op een dashboardsysteem. Sinds medio 2010 is het ontwikkelde dashboardsysteem ‘live’ gegaan in de meldkamer van de DCMR. De instellingen van alarmgrenzen waarbij de eNoses de meldkamer van de DCMR waarschuwen dat er mogelijk sprake is van een situatie met een verhoogde concentratie van gasvormige stoffen in de omgevingslucht, waren aanvankelijk gebaseerd op het voorkómen van geurhinder. Voor de e-noses opgesteld in de woonomgeving was dat afdoende. Voor de e-noses op het industriegebied bleken deze instellingen te gevoelig. Het systeem ging in alarm terwijl er alleen sprake was van een industriële huisgeur in de nabijheid van de betreffende enose. Via stapsgewijze verfijning van de instellingen is gedurende het e-nose programma het e-nose dashboardsysteem verder doorontwikkeld. Voor de e-noses opgesteld in het industriegebied is zodoende een andere alarminstelling op het dashboard ingesteld dan voor
Blad 1 van 1
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
de e-nose in de woonomgeving. Het resultaat is dat medio 2012 de e-noses in het industriegebied een zogenaamde “veiligheidsalarmering” bezitten t.b.v. het detecteren van de opkomst en verspreiding van gasvormige emissies met een veiligheidsrisico Operationeel gebruik van het e-nose dashboard door de meldkamer Om de e-nose technologie in te kunnen zetten als real-time geur- en veiligheidsinstrument is het tevens essentieel dat de meldkamer afdoende reageert op de real-time e-nose alarmeringen. De meldkamer is daarom gedurende een aantal periodes binnen de looptijd van het e-nose programma gevraagd om het e-nose dashboard te gebruiken bij hun reguliere operationele taken. Zo werd in het begin van het e-nose programma (in het kader van activiteit A: e-nose Safety) aan de meldkamer gevraagd de e-nose alarmeringen in het industriegebied van de Vondelingenplaat te onderzoeken. Omdat de alarmgrenzen van deze industrie e-noses toen nog te laag waren ingesteld, ging de uitrukdienst meerdere keren vergeefs op pad. Vaak werd bij een vermeend alarm vastgesteld dat er sprake was van de aanwezigheid van een industriële ‘huisgeur’ nabij de betreffende e-nose, maar werd met overige meetapparatuur die de uitrukdienst hanteert geen indicatie gevonden die een veiligheidsincident impliceerde. Dientengevolge werd vrij snel na de start van het huidige netwerk in 2010, een eerste aanpassing van het dashboard doorgevoerd door hogere waarden van grensoverschrijding voor de industrieneuzen te implementeren. In 2011 is de meldkamer niet meer gevraagd om actief op pad te gaan n.a.v. alarmeringen maar “slechts” het dashboard actief te raadplegen gedurende voorvallen. Dit mede vanwege de werkdruk bij de meldkamer maar zeker ook omdat het dashboard in een testfase zat, er steeds verbeteringen werden doorgevoerd, en omdat de uitkomsten van de verschillende dataanalyses studies gaande waren (zie boven). Uit een rapportage (21288130) blijkt dat toen de attentiewaarde voor het gebruik van het e-nose dashboard door de medewerkers niet hoog was. De hindernis die men ondervond met opstarten of het vergeten van het bestaan van het dashboard was lastig te ondervangen. Belangrijk was dat de medewerkers zich bewust moesten worden van de waarde die het e-nose dashboard kan hebben in hun dagelijkse werk. Om de attentiewaarde structureel te verbeteren is er toen een vast scherm op de meldkamer geïntroduceerd. Medio 2012 is de huidige e-nose voor geur en veiligheid geïmplementeerd in het e-nose dashboardsysteem dat bij de meldkamer 24/7 draait. De meldkamer is vanaf toen weer gevraagd de alarmeringen actiever te testen (voor zover andere werkzaamheden dat toelieten). Uit twee rapportages (21441665 en 21526984) komt duidelijk het beeld naar voren dat de integratie van het e-nose dashboardsysteem in de meldkamer is verbeterd (men maakt steeds meer gebruik van het e-nose dashboard). Dit mede door de verfijning van de alarmeringinstellingen (waardoor er minder onnodige alarmeringen werden gegeven) en de grotere bewustwording bij de mensen van het nut van het e-nose dashboard. De huidige stand van zaken t.a.v. het gebruik van het e-nose dashboard door de meldkamer kan als volgt worden getypeerd: • De attentiewaarde is nog wel persoonsafhankelijk • er wordt met name gekeken of het e-nose netwerk alarmeert op het moment dat er klachten binnenkomen en of dit klopt met de windrichting (dit werkt uiteindelijk bevorderend in het sneller en effectiever opsporen van bronnen) • er wordt zo nu en dan naar de netwerkwaarden gerefereerd indien een bedrijf wordt gebeld om door te geven dat er stankklachten binnenkomen, maar de uitrukdienst niet direct beschikbaar was voor onderzoek ter plaatse. • de meldkamer gebruikt het netwerk vaker proactief door bv. een bedrijf op te bellen met het verzoek om nadere informatie(s) n.a.v. een e-nose alarmering terwijl er (nog) geen klacht binnen is. • De gegevens van de stationaire e-nose zijn waardevol in het onderbouwen van de klachtentoewijzing (achteraf). Het geeft nl een bevestiging van de waarnemingen van de uitrukdienst en het vermoeden wat bestaat op basis van een klachtenplot en aard van de klachten. Deze geconstateerde typeringen wijzen sterk in de richting dat de toegevoegde waarde als odour-management instrument voor de meldkamer is aangetoond. Namelijk de mogelijkheid
Blad 2 van 2
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
om sneller en efficiënter een actuele overlast gevend bedrijf op te sporen om zo de geuroverlast te kunnen beperken en proactief te kunnen reageren om vermeende geurbronnen om zo geuroverlast te voorkomen. Aanbevelingen Indien in de nabije toekomst wordt besloten tot het invoeren van een regionaal dekkend e-nose netwerk in Rijnmond zijn de volgende aanbevelingen van kracht t.a.v. het e-nose dashboard en het gebruik daarvan. Ten eerste wordt aanbevolen door te gaan met de verdere verfijning van de alarmsetting van het e-nose dashboard (bv. naast alarmering om e-nose niveau uitbreiding naar netwerkniveau). Ten tweede wordt aanbevolen om te werken aan een nog betere integratie van het e-nose dashboard in de meldkamer. Te denken valt aan om de attentiewaarde minder persoongebonden te maken door het dashboard-gebruik in de werkprocedure op te nemen en de medewerkers verder te trainen.
Blad 3 van 3
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Blad 4 van 4
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
BIJLAGEN
Blad 5 van 5
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Blad 6 van 6
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Notitie
Aan
Bianca Milan Kopie aan
Datum
Documentnummer
23-11-2011
21288130
Project
E-nose programma
Auteur
Ruben Hoogland
Onderwerp
Gebruik van de e-nose door de meldkamer
Inleiding Op de meldkamer wordt sinds 2010 de mobiele e-nose getest en het dashboard met de vaste enoses rondom Pernis gemonitord. De ervaringen en metingen met de e-nose bij meldkamer onderzoeken zijn geëvalueerd en op bruikbaarheid getoetst. Er zijn tussen 01-06-2010 en 3110-2011 door de meldkamermedewerkers 34 onderzoeken met de e-nose gerapporteerd. De resultaten zijn in deze notitie weergegeven. In de periode zijn al diverse technische en praktische problemen gedetecteerd en grotendeels opgelost of worden in een toekomstige versie van de e-nose opgenomen.
Overall conclusie Ondanks dat de integratie van de e-nose in de meldkamer-werkzaamheden langzaam verloopt en dat er technische en praktische problemen zijn/waren, is het bewezen dat deze tool een goede aanvulling kan zijn op de werkzaamheden van de meldkamer.
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
1
Samenvatting en conclusies Enquête Er zijn een aantal stellingen voorgelegd aan de meldkamermedewerkers. Van de 14 medewerkers hebben 10 de enquête ingevuld. De uitkomst is weergegeven in onderstaande conclusies.
Meldkamergebruik Er is een tweedeling in de medewerkers op de meldkamer qua attentiewaarde voor wat betreft het dashboard en het volgen van de uitrukdienst bij een onderzoek met de e-nose. Het dashboard op de meldkamer met het overzicht van de e-noses rond Pernis en naast Vopak Europoort wordt niet direct opgestart door de medewerkers aan het begin van de dienst. Het opstarten en standaard op een werkscherm zetten van het dashboard zit niet in het vaste patroon van de medewerkers. De medewerkers denken er niet aan of vinden het opstarten te lastig. Indien er stankklachten binnen komen denkt ongeveer de helft van de geënquêteerden om het dashboard te bekijken, of start deze alsnog op. Bij uitrukonderzoeken van de uitrukdienst met de e-nose op het dak, wordt er niet vaak “live” meegekeken, of het is nog niet voorgekomen dat tijdens een dienst een medewerker hier mee te maken kreeg. Conclusie De attentiewaarde voor de e-nose van de medewerkers is niet hoog. De hindernis die men ondervindt met opstarten of het vergeten van het bestaan van het dashboard is lastig te ondervangen. Het gaat om bewustwording van de waarde die de e-nose kan hebben voor de medewerkers in hun dagelijkse werk. Voor een structurele verbetering in de toekomst zou er een vast scherm moeten komen waarop standaard het e-nose dashboard te zien is, gelijk aan het meteoscherm. De attentiewaarde zal hierdoor verhoogd worden.
Uitrukdienst gebruik In het verleden gebeurde het te vaak dat de batterij van de e-nose leeg was. Dit kwam door de laadstekker die losschoot of slecht contact maakte. De e-nose stond door het verbreken van deze verbinding onnodig aan en liep hierdoor leeg. Sinds de plaatsing van de flightcases in de uitrukvoertuigen is dit probleem grotendeels ondervangen. Op de vraag of medewerkers bij aanvang van hun dienst checken of de e-nose wordt opgeladen werd bijna unaniem geantwoord dat dit niet wordt gedaan. Het gebruik van de e-nose door de uitrukdienst wordt nog wel eens vergeten. Dit heeft puur te maken met het niet denken aan het bestaan er van. De attentiewaarde is dus lager dan gewenst is. De tijd die het kost om de e-nose op het dak van de auto te zetten is voor 80% geen reden om deze niet te gebruiken. Bij een klachtengolf waar haast geboden is bij het doen van waarnemingen kan het stoppen om de e-nose op het dak te zetten een belemmering opleveren.
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
2
Conclusie Net als bij het gebruik op de meldkamer, is het lastig om medewerkers er aan te laten herinneren dat de e-nose gebruikt kan worden bij geuronderzoek. Door resultaten te laten zien van succesvolle onderzoeken zou de motivatie om aan de e-nose te denken vergroot kunnen worden. In de toekomst zou een permanente e-nose op het dak van de auto geplaatst kunnen worden. Momenteel gaat de logfrequentie automatisch omhoog als de e-nose van de lader wordt gehaald. Om de logfrequentie van een vaste e-nose op het dak te verhogen, zou er een drukknop op het dashboard van de auto geplaatst kunnen worden die de logfrequentie verhoogt of verlaagt. De attentiewaarde en het gebruiksgemak worden hierdoor verhoogd.
Uitrukdienst werkwijze Bij het uitvoeren van een onderzoek is voor een goede e-nose meting langzaam door de geurbaan rijden en een “schonelucht meting” nodig om achteraf iets te kunnen concluderen over de metingen. Bij niet alle meldkamermedewerkers is dit bekend of wordt het te vluchtig uitgevoerd. Het doorgeven van waarnemingen met de invoermodule wordt niet altijd gedaan, omdat een aantal medewerkers dit niet goed in de vingers hebben of vergeten. Bij een logfrequentie van 10 seconde zou een minuut in de geurbaan stilstaan al een 6-tal bruikbare waarnemingen op kunnen leveren.. Een waarneming loggen is in dat geval essentieel. conclusie Om het doorgeven van waarnemingen in de toekomst te vereenvoudigen zou ook een drukknop op het dashboard hiervoor wenselijk zijn.
Verwerking resultaten Het terugzoeken van de resultaten na een meting wordt door sommigen als lastig ervaren. De routine in het gebruik van de Comon-Invent site is bij het merendeel niet aanwezig, omdat er niet iedere week of zelfs maand door een enkele medewerker met een e-nose daadwerkelijk onderzoek wordt verricht. Dit is en blijft afhankelijk of er tijdens een uitrukdienst stankklachten binnenkomen. Met een op de meldkamer aanwezige handleiding is hier wel uit te komen. Het terugzoeken van waarden en de interpretatie hiervan is overigens geen belemmering voor het inzetten van de e-nose bij een onderzoek. De ruwe data kan worden opgezocht en worden weergegeven afhankelijk van hoe de offset is ingesteld. Het zogenaamde “nullen” van deze offset, kan een medewerker zelf niet en deze wordt hierdoor niet veel wijs uit de meting. De in het onderzoeksverslag weergegeven afbeelding van de meetwaarden, is dan slecht interpreteerbaar. Omdat het “nullen” van de metingen met enig beleid dient te gebeuren, zal dit gedaan moeten blijven worden door de medewerker van de meldkamer die in het e-nose programmateam zit. Conclusie Het achteraf terugzoeken van meetwaarden is geen probleem op de meldkamer en als hier een probleem mee is, dan wordt er hulp gevraagd aan de meldkamermedewerker die in het E-nose programmateam zit.
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
3
Verbeterpunten voor de e-nose •
•
•
•
•
• •
•
In een afgesloten ruimte, bijvoorbeeld een kelderbox op de begane grond, is de e-nose niet in staat meetwaarden door te zenden. Hierom wordt er in de toekomstige e-noses een intern geheugen ingebouwd, zodat bij communicatieproblemen geen waardevolle meetwaarden verloren gaan. Bij een meting met de e-nose op het dak van de auto is het noodzakelijk langzaam zo niet stapvoets door de geurbaan te rijden. Alleen op deze wijze kan er een bruikbaar resultaat worden behaald. De logfrequentie staat op 10 seconde. Er zal bekeken moeten worden of een logfrequentie van 3 seconde een meerwaarde heeft. De mobiele e-noses kunnen worden gevolgd op het dashboard. De GPS-locatie wordt iedere minuut ververst. In de praktijk blijkt dat dit voor de beeldvorming vanaf de meldkamer niet snel genoeg is om adequaat aanwijzingen te kunnen geven. De GPS logfrequentie is aangepast naar een hogere frequentie. De GPS-locaties kloppen op sommige plaatsen niet door slechte ontvangst. De laatst gelogde locatie wordt aangehouden, zodat bij achteraf terugkijken in de Google Earth applicatie er een onduidelijk beeld ontstaat van de metingen ten opzichte van de locaties. Er blijkt een verstoring te zijn van grondbakens ten opzichte van de satelliet. Een oplossing voor dit probleem is nog niet in zicht. De e-nose heeft na het loskoppelen vanuit de flightcase 2 a 3 minuten nodig om te acclimatiseren aan de buitenlucht. De waarden van de e-nose in rust in de flightcase zijn altijd hoger dan de meetwaarden buiten. Het viel bij een onderzoek op dat de Google Earth visualisatie van de 8 sensoren niet overeenkwam met de waarden in de grafiek. Er is een aantal keer geconstateerd dat de invoermodule aangeeft dat de batterij van de e-nose leeg is, terwijl de e-nose zelf op dat moment aangeeft vol te zijn en metingen doorzend naar Comon-Invent. Er zitten zo nu en dan gaps in de metingen, soms oplopend tot 2 minuten. Een intern geheugen zal dit ondervangen.
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
4
Meldkamer verslagen De e-nose is frequent ingezet bij onderzoeken naar geuroverlast, maar niet alle inzetten zijn bruikbaar. Tussen 01-06-2010 en 31-10-2011 zijn er 34 e-nose onderzoeken gerapporteerd. In deze periode zijn er meer inzetten met de e-nose geweest, maar niet gerapporteerd vanwege technische problemen als een lege batterij. Uit de gerapporteerde onderzoeken is een selectie gemaakt van bruikbare resultaten, waarvan er zeven hieronder besproken worden. De meetresultaten van deze onderzoeken zijn opgenomen in bijlagen I t/m VII (pag 8 t/m 14). In bijlage VIII (pag. 15 t/m 20) zijn alleen de meetresultaten van niet besproken onderzoeken opgenomen. In Bijlage IX (pagina 21 t/m 23) zijn een vijftal nog uit te werken onderzoeken weergegeven, die zeer waarschijnlijk bruikbare resultaten opleveren.
Spil Burger Warehousing Spijkenisse 01-06-2010 Bij het bedrijf Burger Warehousing in Spijkenisse was 01-06-2010 een 200 liter drum met Quinoline lekgestoken en de vloeistof had zich over de vloer van de bedrijfshal verspreid. De uitrukdienst was ter plaatse en heeft de e-nose naast een overall gehouden van een werknemer die nabij de lekkage was geweest. Vervolgens is de e-nose in de bedrijfshal geplaatst. In bijlage I is het resultaat van de metingen weergegeven. Rond 20:30 is de eerste verhoging te zien van de meting bij de overall. Rond 21:40 is de meting in de bedrijfshal te zien. Er is een duidelijk verschil te zien tussen wel en geen geur. Tevens is het verschil in intensiteit (dB) te zien tussen de twee metingen. De uitrukdienst heeft een tweetal waarnemingen doorgestuurd. De tijdstippen van deze waarnemingen kwamen niet overeen met de tijden van de twee pieken in de grafiek. Deze afwijking is inmiddels verholpen. Conclusie: Bruikbaar voor aantonen wel/geen geur en indien het één stof betreft de mate van geur ten opzichte van de bron bepalen.
Stankklachtenonderzoek Gistlucht Maasluis 29-08-2011 De gist/alcohol geur van Abengoa Bioenergy was waarneembaar in Maassluis. De uitrukdienst heeft naast deze geur ook KPE en Vopak waar kunnen nemen, zij het dat dit gescheiden geurbanen waren. Op de Noordzeeweg was de gistlucht goed waarneembaar, maar met vlagen kwam hier een benzinegeur tussendoor. De gistlucht is op het terrein van Abengoa benedenwinds van de fermentatietanks waargenomen. De metingen zijn opgenomen in bijlage II. In Maassluis en op de Noordzeeweg zijn de uitslagen van de sensoren redelijk vergelijkbaar, waarbij de Noordzeewegmeting tussen 13:45 tot 13:50 de hoogste intensiteit geeft. Op het terrein van Abengoa was de gistlucht nabij de fermentatietanks waarneembaar, maar in de grafiek is te zien dat hier een lagere intensiteit is gemeten. Dit komt waarschijnlijk doordat de fermentatietanks op grote hoogte geur emitteren, of omdat de meting op de Noordzeeweg sterk is beïnvloed door de aanwezige benzinegeur. Deze benzinegeur was waarschijnlijk afkomstig van een tankerschip dat in de geurbaan lag. Conclusie: Bruikbaar bij uitsluitingsonderzoek om achteraf aan te tonen waar een geurbaan liep en wat de bron op het terrein van de veroorzaker was.
Stankklachtenonderzoek Provimi Rotterdam 16-03-2011
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
5
Provimi is een bedrijf dat een bekende zoete/weeïge huisgeur verspreidt in de woonomgeving van het bedrijf. Er werd na binnengekomen stankklachten onderzocht of de bron op het dak lag, alwaar de uitlaat van de gaswasser zich bevindt. De meetresultaten zijn weergegeven in Bijlage III. De e-nose is buiten het gebouw ingeschakeld en de loop door het gebouw is goed te volgen. Buiten was de geur waarneembaar en tussen 11:11 en 11:18 is gewacht in de redelijk geurloze receptie. Vanaf 11:19 t/m 11:22 is door de fabriek gelopen richting de lift, waarna het dak werd bereikt. Vanaf het moment dat de productiehal ingegaan werd, gaven de sensoren een lichte verhoging weer. Op het moment dat er naar buiten het dak op wordt gelopen (11:22) zakt de intensiteit en stijgt wanneer de e-nose boven de uitlaat van de gaswasser wordt gehouden. De chloorcomponent die daar waargenomen wordt is goed weergegeven door de groene sensor. Naast de chloorcomponent is dezelfde soort stijging als in de fabriek te zien, wat aangeeft dat er uit de gaswasser waarschijnlijk ook de huisgeur van Provimi emitteert. De terugweg van gaswasser door de fabriek naar de controlekamer is tussen 11:25 en 11:30 te zien. Conclusie: De menselijke neus neemt bij dit onderzoek alleen de sterkst waarneembare geur, in dit geval chloor, waar. De e-nose toont aan dat er ook huisgeur vrijkomt, wat bruikbaar is in onderzoeken naar geuremissies bij bedrijven.
Carboleumgeur na spill op wegdek in Europoort 06-09-2011 Naar aanleiding van een stankmelding vanuit een portiersloge van een bedrijf in Europoort is de uitrukdienst ter plaatse waarnemingen gaan doen. De geur bleek veroorzaakt te worden door een spill op het wegdek van een onbekende stof die de geur van carboleum had. De auto stond naast de spill en de e-nose is op het dak gezet. In bijlage IV is te zien dat de groene sensor een verhoging geeft. Na het onderzoek is de auto een paar honderd meter verplaatst en hier werd de e-nose van het dak gehaald. Tussen 15:54 en 16:00 is er op deze plaats stilgestaan en meet de e-nose andere geuren dan direct naast de spill. Conclusie: Bruikbaar voor het aantonen wel/geen stof aanwezig, als bij Burger Warehousing.
Crude met toevoeging van Scavenger bij Vopak Europoort 16-09-2011 Op de meldkamer was bekend dat Vopak een aantal dagen crude zou beladen en hieraan een scavenger zou toevoegen om de zwavelverbindingen te binden en geuroverlast te beperken. Naar aanleiding van een stankklacht is er onderzoek gedaan benedenwinds van Vopak. In bijlage V is de meting opgenomen. Er is te zien dat tussen 11:40 en 11:50 langzamer dan tussen 11:10 en 11:35 langs Vopak werd gereden over de Moezelweg en hier een aantal sensoren verhoging geven. Hier is een sterke olielucht met een zwavelcomponent waargenomen. Omstreeks 12:00 is er bij de locatie waar de klacht vandaan kwam langere tijd stilgestaan, wat ook te zien is aan de verhoging van dezelfde sensoren. De twee locaties waar een verhoogde waarde is gemeten liggen hemelsbreed niet ver uit elkaar. Er ligt echter wel een vierbaans snelweg tussen, wat te zien is aan de groene sensor die rond 12:00 een stuk hoger uitslaat. Deze e-nose meting moet nog worden vergeleken met de resultaten van het Vopak sample, wat in een afgesloten ruimte is gemeten door Ray Desmidt. Conclusie: Bruikbaar voor uitsluitingsonderzoek en opsporen van een geurbaan.
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
6
Bodemverontreiniging Merseyweg Rozenburg 15-09-2011 Aan de Merseyweg werd door de Gasunie een nieuwe leiding ingegraven. De bodem werd hiervoor op sommige stukken 4 meter uitgegraven. Bij de graafwerkzaamheden roken werknemers een vreemde geur en werden onwel. Om duidelijk te krijgen welke geur het betrof werd er wederom bodem omgeschept op een diepte van 2,5 m. Er kwam hierbij een vreemde geur vrij, die niet direct te plaatsen was. De geur zat tussen olie en amine in. De enose werd met een PID-meter direct naast de omgeschepte bodem gehouden en gaf duidelijk verhoging. Het resultaat is te zien in Bijlage VI. Een bodemmonster werd meegenomen. In de glovebox werd de e-nose naast dit monster geplaatst. De component die was waargenomen aan de Merseyweg was aanwezig in het bodemmonster alleen in zeer geringe mate. De stof die aan de Merseyweg direct naast de graafwerkzaamheden waargenomen is, was vluchtig en is hierna niet meer waargenomen. Conclusie: e-nose inzet bij een vreemde niet te plaatsen geur is bruikbaar, zij het dat deze direct naast de bron gemeten wordt en er met de gegevens bepaald kan worden wat voor soort stof het is. Om dicht bij een verontreiniging aan te duiden of er een koolwaterstof aanwezig is, voldoet de PID meter.
ETBE emissie bij Vopak Europoort, locatie Neckarhaven 11-03-2011 Naar aanleiding van stankklachten uit Rozenburg werd er onderzoek gedaan naar een benzineachtige geur. De bron bleek te liggen bij een defect detonatiefilter bij de lichterverlading van Vopak aan de Neckarhaven. De stof die vrijkwam betrof ETBE (ethyl tbutyl ether) wat een toevoeging voor benzines is. De e-nose is op twee momenten die avond ingezet. Rond 20:00 is nabij Rozenburg een benzinegeur waargenomen en met de e-nose gemeten. Rond 23:00 werd de geur zeer duidelijk waargenomen. In de overzichten van de metingen in bijlage VII is te zien dat er nabij Rozenburg door de e-nose al enige geur werd geregistreerd. Langs het hek van Vopak Neckarhaven werd met de PID-meter 3,9 ppm gemeten. Dichterbij de steiger waar de verlading plaatsvond werd 6,9 ppm waargenomen. De 3 momenten van meten komen qua waarden overeen. De waarneming nabij Rozenburg geeft een verhoging waarbij de groene en rode sensor minder meten. De afstand tussen deze meting en het emissiepunt is 2 km, waarbij de geurbaan deels over tanks van Vopak ging. Conclusie: De waarden die de e-nose aangeeft worden bevestigd door de medewerker die puur op geur het uitsluitingsonderzoek heeft verricht.
Eindconclusie meldkameronderzoeken De e-nose is een goede aanvulling bij stankklachtenonderzoek, indien deze op juiste wijze gebruikt wordt. De meetwaarden kunnen ter plaatse worden gebruikt om geur aan te tonen, een bron op te sporen of een geurbaan in kaart te brengen. Na een onderzoek kunnen de enose gegevens bevestigen wat de meldkamermedewerker heeft geconcludeerd met betrekking tot de veroorzaker van stankklachten, met dien verstande dat toewijzing op basis van e-nose gegevens nog niet is toegestaan.
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
7
Bijlage I: Meting Burger Warehouse Spijkenisse
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
8
Bijlage II: Stankklachten onderzoek Abengoa Bioenergy
12:51u: Waarneming + invoermodule (Anders A) Nobeldreef, Maassluis 13:42u: Waarneming + invoermodule (Anders A) Noordzeeweg 13:48u: Waarneming Noordzeeweg (met benzineachtige geur) 14:14u: Benedenwinds fermentatietanks 14:16u: Benedenwinds opslag veevoerproducten 14:17u: Benedenwinds drogers 14:19u: Benedenwinds destillatie 14:28u: Benedenwinds fermentatietanks
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
9
Bijlage III: meting bij Provimi
11:10; voorterrein Provimi, lichte “zuurtjes”-lucht. 11:11 tot 11:18; wachten in receptie 11:19 tot 11:22; lopen door fabriek en met lift naar boven 11:24; E-nose bij uitlaat gaswasser gehouden (chloor-achtige lucht) 11:25 tot 11:30 uur; van bovenverdieping naar controlekamer.
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
10
Bijlage IV: Spil met carboleumachtige geur
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
11
Bijlage V: Crude met scavenger toevoeging Vopak Europoort
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
12
Bijlage VI: Metingen aan de Merseyweg met UD42 e-nose en meting bodemmonster in glovebox met kantoor e-nose.
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
13
Bijlage VII: Metingen tbv stankklachten onderzoek Vopak Neckarhaven
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
14
Bijlage VIII: Resultaten van niet besproken onderzoeken
1: Oliegeur in Vlaardingen. Waarnemingen in Vlaardingen Centrum.
2: Asfalt/creosoot/carboleumgeur in Pernis. Waarnemingen rondom Tank Service Pernis.
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
15
3: Diverse geurwaarnemingen op de Noordzeeweg bij zuidelijke windrichting.
Ingevoerde geurdata voor mobiele neus 10363: 2011-02-24 2011-02-24 2011-02-24 2011-02-24 2011-02-24 2011-02-24 2011-02-24
09:37:23, 09:40:54, 09:44:12, 09:46:36, 09:48:27, 09:49:36, 09:52:24,
Zwakke geur, Ongedefinieerd Duidelijke geur, Ethylmercaptaan Zwakke geur, Ongedefinieerd Zwakke geur, Xyleen Duidelijke geur, Ongedefinieerd Zwakke geur, Butylacetaat Zwakke geur, Stookolie soort
4: Brand bij Jewo-metaal. In kaart brengen van effectgebied m.b.t. CO-waarden.
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
16
5: Oliegeur in Maassluis, waarnemingen op de Noorzeeweg.
6: Waarnemingen in Europoort n.a.v. stankklachten uit Oostvoorne.
Ingevoerde geurdata voor mobiele neus 10365: 2011-03-28 2011-03-28 2011-03-28 2011-03-28 2011-03-28 2011-03-28 2011-03-28
12:25:44, 12:35:36, 12:53:28, 13:54:33, 14:00:29, 14:00:45, 14:01:27,
Zwakke geur, Ongedefinieerd Duidelijke geur, Ongedefinieerd Duidelijke geur, Ongedefinieerd Duidelijke geur, Ongedefinieerd Duidelijke geur, Ongedefinieerd Zeer sterke geur, Ongedefinieerd Zeer sterke geur, Ongedefinieerd
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
17
7: Composteringsgeur. Meting op de Noordzeeweg.
8: Amine-geur afkomstig van Shell. Metingen naast de bron (olie met scavenger in tank).
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
18
9: Mestgeur in Hellevoetsluis.
10: Geur van ADM Europoort op de Noordzeeweg.
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
19
11: Stapvoets rijdend over Noordzeeweg langs tankopslag Vopak Europoort (geen klachten).
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
20
Bijlage IX: Nog uit te werken onderzoeken, die zeer waarschijnlijk bruikbare resultaten op leveren.
1: MTBE emissie vanuit een schip na openscheuren tank. Meting aan boord van het schip.
2: Stankklachten onderzoek n.a.v.olie met lichte H2S geur vanuit een tank bij Argos Terminal Vondelingenplaat. Metingen in Vlaardingen en op het terrein van Argos.
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
21
3: Uitsluitingsonderzoek oliegeur in Brielle. Veroorzaker Vopak Europoort.
4: Oliestank in Maassluis. Waarnemingen op Noorzeeweg en in Maasluis.
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
22
5: H2S geur nabij poort van Tronox Pigments
DM nr. 21288130 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
23
Verslag
Notitie
Aan
E-nose board
Kopie aan
Marcel Koeleman
Datum
Documentnummer
19 september 2012
21441665
Project
E-nose programma
Auteur
Dr. J.B. Milan
Onderwerp
act. A: live testen van E-nose alarmeringsysteem
Inleiding Medio juli 2012 is de huidige e-nose alarmering voor geur en veiligheid geïmplementeerd in het enose dashboard systeem dat bij de meldkamer 24/7 draait. Medio augustus 2012 is dit systeem gepresenteerd bij de meldkamer en is de meldkamer gevraagd de alarmering te testen (voor zover andere werkzaamheden dat toelaten). Huidige stand van zaken live testing (september 2012) • Attentiewaarde is persoonsafhankelijk. • Nadat er klachten binnenkomen wordt meestal gekeken wat het e-nose netwerk gezien heeft. • 3 goede voorbeelden beschikbaar hoe de meldkamer het netwerk proactief gebruikt (zie blauw gemarkeerd) Goede voorbeelden tot op heden (september 2012) 1. Voorvalnummer 10189715 • Gesprek tussen DCMR meldkamer en Shell meldkamer n.a.v. verhoging e-nose + klacht. Meldkamer verzoekt vervolgens Shell waarneming te doen ter plekke 2. Voorval 10192473 • Gesprek tussen DCMR meldkamer en Vopak wachtchef n.a.v. verhoging e-nose + klachten (NB: Vopak en de DCMR hebben samen de e-noses bekeken). Vervolgens gaat Vopak voor zekerheid een activiteit stoppen. Gevolgd door een gesprek tussen DCMR meldkamer en MET wachtchef. 3. Onderzoek naar 12 klachten uit Maassluis (DMS 2134899) • Tussen 06:52 en 08:58 komen er op de meldkamer 12 stankklachten uit Maassluis binnen. Gelijktijdig met de klachten is er sprake van een benzeenpiek op de meetopstelling in Maassluis. aan de Kwartellaan. Na later onderzoek is te zien dat voordat de klachten uit Maassluis binnenkomen de e-nose bij het EIC al een alarmering heeft gegeven. Hierna heeft de e-nose op de Kwartellaan een alarmering gegeven waarna ook het benzeengehalte, gemeten op het luchtmeetnet, is opgelopen. Na de EIC alarmering en ongeveer gelijktijdig met de alarmering van de Kwartellaan zijn de klachten uit Maassluis op de meldkamer binnengekomen.
van 11 Printdatum Het : 16-05-13 Blad 1 te is slechts toegestaan informatie uit dit rapport gebruiken onder bronvermelding
Voorvalnummer 10189715 Algemeen Veroorzaker
:
Adres Oorzaak Voorvalprocedure
: : :
Pernis Oost Shell Nederland Raffinaderij (v/h SNC) BV , Onbekend VO-07 loopt inderdaad op!
Afhandeling Onderzocht door Verantwoordelijke Terugkoppeling gewenst Verslagnummer Status Opmerking Handhaving
: : : : : :
Evaluatie Omschrijving Resultaat Zwaarte
: : :
Gekoppeld Aantal klachten Aantal incidenten Aantal meldingen Aantal gesprekken
: : : :
1 0 0 2
Klachtnummer Datum overlast Aard overlast Toelichting
: : : :
Meteo
:
10263102 24-Jul-2012.23:01 Stank; Algemeen; Algemeen Van de gezam. brandweer. Bij de afslag Gadering (vanaf de Benelux richting Hoogvliet. 5 min geleden stookolie lucht. 350° en 2 m/s
Klager Naam Adres Telefoon Terugkoppeling Gewenst DD Tekst
: : : : : : :
Gespreknummer Datum gesprek Inkomend/uitgaand? Gesprek met Gesprek door Instantie Samenvatting
: : : : : : :
52430 25-07-2012 00:28 U Robert Jan Broek (Shell meldkamer) Anne Kegge
Gespreknummer Datum gesprek Inkomend/uitgaand? Gesprek met Gesprek door Instantie Samenvatting
: : : : : : :
52431 25-07-2012 01:07 U Meldkamer Shell Anne Kegge
Toezicht en handhaving industrie 0 Teruggekoppeld
: 0
Status Optreden bedrijf
: :
Aantal waarnemingen Aantal uitrukken Aantal verslagen Aantal voorvalfaxen
: : : :
0 0 0 0
3194TB HOOGVLIET ROTTERDAM N
Teruggekoppeld door
: :
Uitleg situatie gegeven (klacht/e-nose). Verzoek om waarneming te doen op weg 119 tussen weg 112 en 116 (ROM) Gaan snuffelen. Bellen terug.
Niets meer te ruiken. E-nose geeft geen verhoging meer. Stuur print screen naar meldkamer Shell.
Blad 2 te van 11 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport gebruiken onder bronvermelding
Voorvalnummer 10192473 Algemeen Veroorzaker
:
Adres Oorzaak Voorvalprocedure
: : :
Europoort Oost Maatschap Europoort Terminal , Onbekend Kwartellaan geeft crude aan : 73. Plot geeft MET aan, maar wind is gaan draaien van Z naar ZW.
Afhandeling Onderzocht door Verantwoordelijke Terugkoppeling gewenst Verslagnummer Status Opmerking Handhaving
: : : : : :
Evaluatie Omschrijving Resultaat Zwaarte
: : :
Gekoppeld Aantal klachten Aantal incidenten Aantal meldingen Aantal gesprekken
: : : :
2 0 0 2
Klachtnummer Datum overlast Aard overlast Toelichting Meteo
: : : : :
10266842 10-Sep-2012.00:00 Stank; Olie; Stookolie Olie sinds 30 minuten. 232° en 6 m/s
Klager Naam Adres Telefoon Terugkoppeling Gewenst DD Tekst
: : : : : : :
Klachtnummer Datum overlast Aard overlast Toelichting Meteo
: : : : :
Klager Naam Adres Telefoon Terugkoppeling Gewenst DD Tekst
: : : : : : :
Gespreknummer Datum gesprek Inkomend/uitgaand?
: : :
Toezicht en handhaving industrie 0 Teruggekoppeld
: 0
Status Optreden bedrijf
: :
Aantal waarnemingen Aantal uitrukken Aantal verslagen Aantal voorvalfaxen
: : : :
0 0 0 0
3146CG MAASSLUIS N
Teruggekoppeld door
: :
10266843 10-Sep-2012.00:09 Stank; Olie; Algemeen 232° en 6 m/s
3145WL MAASSLUIS N
Teruggekoppeld door
: :
53637 10-09-2012 00:24 U
Blad 3 te van 11 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport gebruiken onder bronvermelding
Gesprek met Gesprek door Instantie Samenvatting
: : : :
Gespreknummer Datum gesprek Inkomend/uitgaand? Gesprek met Gesprek door Instantie Samenvatting
: : : : : : :
Vopak wachtchef Anne Kegge Met zuidenwind Vopak nu met ZW mogelijk MET. Samen e-noses bekeken. Piek te zien even voor 00:00, gaat voor de zekerheid het homogeniseren van T1034 stoppen. Aangegeven dat ik ook contact ga opnemen met de MET. 53636 10-09-2012 00:34 U MET wachtchef Anne Kegge Zijn een schip aan het lossen met Crude. Pompsnelheid is 8000 m3 per uur. Is vanaf 09:30 vanochtend bezig. Uitslag e-nose besproken. Gaat voor de zekerheid iemand naar het schip sturen. Aangegeven dat ik ook contact heb gehad met Vopak Europoort.
Verslag Aan
Kopie aan
Fout! De documentvariabele ontbreekt.
Fout! De documentvariabele ontbreekt.
Datum
Kenmerk
Auteur
Fout! De documentvaria bele ontbreekt.
Fout! De documentvaria bele ontbreekt. 21441665
Fout! De documentvariabele ontbreekt.
Onderwerp
act. A: live testen van E-nose alarmeringsysteem
Locatie Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt.
Naam Adres
: :
Plaatsbepaling Activiteit (sub) Locatiesoort Status
: : : :
Verslag
: Fout! De documentvariabele ontbreekt.
Verslagdatum Rapporteur Gesproken met Verslagsoort
: : : :
I.o.v. bureau Participant BGO / BGA Nacontrole van nav beschikking
: : : : :
Onderdelen
:
Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt. Fout! De documentvariabele ontbreekt.
Blad 4 te van 11 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport gebruiken onder bronvermelding
Regelgeving
:
(x = gecontroleerd) WVO Algemeen Scheepsafvalstoffenbesluit Registratiebesluit rampen en zware ongevallen Regeling op-, overslag en distributie benzine milieubeheer Besluit risico's zware ongevallen '99 Besluit externe veiligheid inrichtingen Besluit bodemkwaliteit Artikel 8.1 Wm (vergunningplicht voor oprichten, in werking hebben of veranderen van de inrichting) Artikel 39 Wbb (saneren met beschikking instemming Sp) Activiteitenbesluit type C
Bevindingen Typering van de overtreder: Fout! De documentvariabele ontbreekt. Lucht Geuremissie Na uitsluitingsonderzoek zijn de klachten toegewezen aan Vopak Europoort Overtreding: Ernst: +/- X: +/- Y: Nee
Correspondentie
Briefdatum
Verslag
Opsteller
Termijn
AMK
Voorvallen en klachten Veroorzaker Voorvalnummer Aantal klachten Terugkoppeling gevraagd Terugkoppeling door
: : : : :
Vopak Terminal Europoort B.V.
10192082 12 0
Datum Onderzocht door Teruggekoppeld
04-09-2012 06:52 AMK 0
Terugkoppeling op
Blad 5 te van 11 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport gebruiken onder bronvermelding
Streefdatu m
Klachtnr 10266320 10266323 10266327 10266328 10266329 10266330 10266331 10266335 10266337 10266334 10266332 10266333
Datum/tijd 04-09-2012 06:52 04-09-2012 07:34 04-09-2012 08:09 04-09-2012 08:02 04-09-2012 08:11 04-09-2012 08:12 04-09-2012 08:13 04-09-2012 08:41 04-09-2012 08:58 04-09-2012 08:10 04-09-2012 08:15 04-09-2012 08:22
Postcode 3145SZ 3146CS 3146BM 3146AE 3146CH 3146AE 3146CR 3146AM 3146VH 3145GL 3145WL 3146BR
Plaats MAASSLUIS MAASSLUIS MAASSLUIS MAASSLUIS MAASSLUIS MAASSLUIS MAASSLUIS MAASSLUIS MAASSLUIS MAASSLUIS MAASSLUIS MAASSLUIS
Aard van de klacht Stank Olie Stank Algemeen Stank Olie Stank Olie Stank Olie Stank Olie Stank Olie Stank Olie Stank Olie Stank Olie Stank Olie Stank Olie
Blad 6 te van 11 Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport gebruiken onder bronvermelding
Onderzoeksverslag Meldkamer Vertrouwelijk Tijdstip ter plaatse
: 08:48
Overlast geconstateerd
:Ja
Overtreding BARIM
: Barim is nvt
Gebruikte meetapparatuur
: PID meter en e-nose
Foto's / Aantal
: Geen
Aantal monsters / Soort
: Geen
Aantal bijlagen
: plot en uitdraai e-nose
Meteo Rozenburg
Windrichting (°) 194-217
Windsnelheid (m/s) 2-3
Atmosfeeropbouw: In de voorgaandwe nacht geleidelijk stabiel in de onderste 300 meter, daarboven tot 700 meter een onstabiele laag en daarboven weer stabiel. In de loop van de ochtend geleidelijk onstabiel tot 800 meter, daarboven stabiel tot 1100 meter daarboven potentieel onstabiel. Kleurcode oranje, AVA 56. Inleiding: Tussen 06:52 en 08:58 komen er op de meldkamer 12 stankklachten uit Maassluis binnen. Gelijktijdig met de klachten is er sprake van een benzeenpiek op de meetopstelling in Maassluis. aan de Kwartellaan. Gezien de klachtenplot ligt de bron van de overlast zeer waarschijnlijk in het Europoort Oost gebied. Na later onderzoek is te zien dat voordat de klachten uit Maassluis binnenkomen de e-nose bij het EIC al een alarmering heeft gegeven. Hierna heeft de e-nose op de Kwartellaan een alarmering gegeven waarna ook het benzeengehalte, gemeten op het luchtmeetnet, is opgelopen. Na de EIC alarmering en ongeveer gelijktijdig met de alarmering van de Kwartellaan zijn de klachten uit Maassluis op de meldkamer binnengekomen. Gevolgen in de (woon)omgeving: Tijdens het aanrijden naar Maassluis ruik ik op de A20 al een stookolielucht. Om 08:48 rij ik over de Albert Schweizerdreef richting de Merellaan waar ik een duidelijke stookolie lucht waarneem. Om 08:57 ruik ik bij de meetopstelling aan de Kwartellaan, dat onderdeel uitmaakt van het luchtmeetnet, niets. Ook metingen met de PID meter zijn negatief. Net ten westen hiervan t/m de Zeemansdreef ruik ik duidelijk de stookolielucht. Ook de e-nose heeft een duidelijke verhoging aan. Na later onderzoek op de meldkamer blijkt dat de fingerprint van de EIC-, de Kwartellaan en de mobiele e-nose de zelfde fingerprint hebben waargenomen. De meteo-omstandigen zijn slecht, nauwelijks wind, een inversielaag en in de Westwijk van Maassluis waar de klachten vandaan komen is het nog mistig. In de tussentijd heeft de meldkamer van de DCMR contact opgenomen met Vopak Europoort en hun geïnformeerd over
Blad 7 van 1
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
de binnengekomen klachten. Wanneer ik weg rij uit Maassluis is de mist bijna opgetrokken uit de Westwijk van Maassluis. Op de A20 ruik ik geen stookolielucht meer. Om 09:30 ben ik aanwezig op de Moezelweg (bovenwinds van Vopak Europoort) waar ik geen stookolielucht waarneem. Omdat ik de wachtchef niet telefonisch kan bereiken besluit ik om bij Vopak naar binnen te gaan. In de controlekamer van Vopak heb ik gesproken met de dhr M. van Dijk (wachtchef) Samen met de heer van Dijk hebben we kort de werkzaamheden doorgesproken: er vinden diverse verpompingen van stookolie plaats. De verpompingen waren door Vopak qua pompsnelheid al verlaagd. Omdat dit toch nog overlast geeft wordt er besloten om ook te stoppen met het homogeniseren van een tank. Hierna heb ik met de wachtchef de meteo-omstandigheden besproken. Hierin heb ik aangegeven dat bij mist de meteo helemaal ongunstig is. Gevolgen: Stankoverlast (olielucht) in Maassluis Getroffen maatregelen: Vopak Europoort had de pompsnelheden nav de meteo gegevens al teruggenomen. Tevens heeft een operator van Vopak stankrondes gemaakt en heeft deze ronde ook in Maassluis gereden. De operator heeft aangegeven daar ook stank te hebben waargenomen. Tijdens het onderzoek is Vopak ook gestopt met het homogeniseren van een tank. Gemaakte afspraken: Geen Conclusies: De overlast in Maassluis is geconstateerd, Het uitsluitingsonderzoek en onderzoek bij Vopak zelf hebben uitgewezen dat Vopak Europoort de veroorzaker van de overlast is.
Blad 8 van 2
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Blad 9 van 3
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Blad 10 van 4
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Blad 11 van 5
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Notitie
Aan
Bianca Milan
Kopie aan
Datum
Documentnummer
11 februari 2013
21526984
Project
F: Safety
Auteur
R.M. Hoogland BASc.
Onderwerp
Gebruik e-nose dashboard op de meldkamer
Gebruik van het e-nose dashboard op de meldkamer Het gebruik van het dashboard is in 2012 toegenomen, door een vast scherm op de meldkamer te gebruiken waarop het dashboard weergegeven wordt. De alarmeringen met akoestisch signaal waren in eerste instantie te licht ingesteld, waardoor deze te vaak afgingen. Dit resulteerde in het permanent uitschakelen van het geluid door de meldkamermedewerkers, om van de irritante alarmeringen verlost te zijn. De alarmeringsgrens is gaandeweg aangepast, waardoor een alarmering bij hogere niveaus optreedt en het voor de meldkamermedewerkers een signaal is dat er klachten kunnen volgen. Doordat het dashboard in de testfase zat en er steeds verbeteringen zijn doorgevoerd is het een beter systeem geworden. Er is wat aversie opgetreden, omdat er vaak op alarmeringen werd gereageerd waar later niets aan de hand bleek te zijn of dat er continu een e-nose in alarm ging die van de nul waarde afgelopen was. Het in één keer implementeren van een uitontwikkelt systeem zou een groter succes zijn geweest, maar omdat het hier om een testproject ging zijn dit de consequenties die dit met zich meebrengt. Het gebruik van het dashboard heeft voordelen bij het meldkamerwerk en het lijkt er op dat de meldkamermedewerkers, nu er verbeteringen zijn doorgevoerd, steeds meer gebruik gaan maken van het dashboard. Er wordt zo nu en dan naar e-nose waarden gerefereerd indien er een bedrijf als Vopak Europoort wordt gebeld om door te geven dat er stankklachten binnen komen, maar de UD niet direct beschikbaar is om onderzoek te doen. In dit rapport worden onder andere een drietal voorvallen weergegeven waarbij Vopak Europoort de veroorzaker van de klachten bleek te zijn. Door een rondvraag te doen onder de meldkamermedewerkers die tijdens deze klachtengolven op de meldkamer aan het werk waren, kwam naar voren dat het dashboard in zo’n situatie actief wordt gebruikt. Er wordt met name gekeken of de e-noses ook een verhoging geven op het moment dat er klachten binnen komen en of dit klopt met de windrichting. De waarden van de stationaire e-noses zijn waardevol in het onderbouwen van klachtentoewijzing. Ook al mag er niet op basis van e-nose waarden een bedrijf worden aangewezen als veroorzaker, geeft het wel een bevestiging van de waarnemingen van de UD en het vermoeden wat bestaat op basis van een klachtenplot en aard van de klachten.
Blad 1 van 1
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
WIJ DMS 21457430; vv 10193930; 05-10-2012 Stankklachten uit Pernis om 15:10 en 16:00 betreffende een zwavelgeur. De mobiele e-nose is niet ingezet. Op de Butaanweg is wel een rottingsgeur waargenomen rond 15:30. Op vaste enose BU-03 is een verhoging te zien (fig. 1), waarbij rond 15:15 de blauwe sensor verhoging geeft, wat duidt op zwavel. De veroorzaker is niet vastgesteld, omdat ten tijde van het onderzoek de geur verdween. Conclusie: UD heeft geen e-nose ingezet, maar er is wel gebruik gemaakt van het vaste netwerk om bron opsoring te doen en klachten te verifieren.
Fig. 1: Vaste e-nose gebruikt in onderzoek van UD
AMK DMS 21493200; vv 10196597; 30-11-2012 Onderzoek naar stankklachten veroorzaakt door Vopak Europoort. Een verlading van olie vanuit MS Minerva naar een landtank was de oorzaak van de klachten. De UD heeft onderzoek gedaan bij het bedrijf, waar uiteindelijk 72 klachten aan toegeschreven zijn. De UD42 grafiek (fig. 2) geeft met name verhogingen weer op de groene sensor, wanneer er op de Noordzeeweg en Isarweg door de geurbaan wordt gereden. De pieken waarbij alle sensoren verhoging geven, zijn waarnemingen die niet in de geurbaan lagen. Mogelijk is dit bij het stilstaan en keren veroorzaakt door de uitlaatgassen van de auto. De pieken van de blauwe, oranje en rode sensor komen niet overeen met de meetwaarden van de vaste neuzen (fig. 3 t/m 9), die de geuremissie hebben geregistreerd. Ten tijde van het UD onderzoek, was er bij het EIC geen geur waar te nemen. Dit komt overeen met de waarden van de vaste e-nose aldaar die op dat moment geen verhoging geeft. Met behulp van de vaste e-noses is de geurbaan in kaart te brengen. De wind waaide gedurende de tijd van overlast niet continu uit de zelfde richting. Er zat een spreiding in, waardoor er een brede geurbaan (afb. 10) voor klachten zorgde in heel Maassluis en het westelijke deel van Rozenburg. Dit verklaart ook dat alle Noordzeeweg en Maassluis e-noses verhoogde waarden hebben gemeten gedurende de nacht en ochtend. De geur was ook in Delft, Den Haag en Lansingerland waarneembaar. De vaste neuzen aan de Noordzeeweg hebben gedurende de dag alarmeringen gegeven. Conclusie: Zowel de metingen van de UD als van het vaste netwerk zijn goed bruikbaar bij de bronopsporing.
Blad 2 van 2
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Fig. 2: Metingen mobiele e-nose op Noordzeeweg en Isarweg.
Fig. 3: Meting vaste e-nose NZ-01 op de landtong.
Fig. 4: Metingen vaste e-nose NZ-02 waarop te zien is dat er rond 7:00 een andere windrichting heerste.
Blad 3 van 3
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Fig. 5: Meting vaste e-nose NZ-03 op de landtong. Tijdens de gehele periode van de klachtengolf is de verhoging te zien.
Fig. 6: Meting van vaste e-nose NZ-04 op de Noordzeeweg t.h.v. Rozenburg. Tijdens de gehele periode van de klachtengolf is verhoging te zien.
Fig. 7: Meting vaste e-nose NZ-05 op de Noordzeeweg t.h.v. Rozenburg. Tijdens de gehele periode van de klachtengolf is verhoging te zien.
Blad 4 van 4
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Fig. 8: Metingen vaste e-nose MSL-01.
Fig. 9: Metingen vaste e-nose in Maassluis Oost.
Fig 10: klachtenplot
Blad 5 van 5
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
CPG DMS 21496848; vv 10196885; 05-12-2012 Dit voorval betrof stankklachten uit Brielle, Maassluis en Rozenburg. De uitrukdienst heeft stapvoets op de Noordzeeweg gereden en hier aardgascondensaat en stookolie waargenomen. De bronnen zijn nagenoeg vastgesteld bij Vopak Europoort B.V. Er is in Maassluis op het luchtmeetnet (MSL-01) een benzeenpiek waargenomen die mogelijk veroorzaakt is door de aardgascondensaat verlading naar een landtank. De benzeenpiek gaf om 14:00 de hoogste waarde en liep op vanaf 12:00. De e-noses MSL-01 en NZ-02 geven een duidelijke verhoging weer in dit tijdsbestek. De vaste E-noses op de Noordzeeweg en in Maassluis hebben verhoogde waarden gegeven gedurende de dag, zie fig 11 t/m 16. De NZ-01 heeft als eerste een verhoging geregistreerd. De wind was vanaf de ochtend aan het ruimen van oostelijk naar zuid-westelijk, waarbij de geurbaan voorbij deze e-nose draaide in een richting dat de baan over MSL-01 en NZ-02 lag tussen 12:00 en 15:00. De wind is gedurende de middag verder gedraaid naar het westen, waarna de baan over NZ-03, NZ-04 en NZ-05 kwam te liggen. De klachten verplaatsten dan ook van Brielle via Maassluis naar Rozenburg.
e
Fig. 11: 1 e-nose die geurbaan oppikt, bij ruimende wind.
e
Fig. 12: 2 e-nose die geurbaan oppikt, bij ruimende wind.
Blad 6 van 6
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
e
Fig. 13: 3 e-nose die geurbaan oppikt, bij ruimende wind.
e
Fig. 14: 4 e-nose die geurbaan oppikt, bij ruimende wind.
e
Fig. 15: 5 e-nose die geurbaan oppikt, bij ruimende wind.
Blad 7 van 7
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
e
Fig. 16: 6 e-nose die geurbaan oppikt, bij ruimende wind.
Onderzoek naar stankklachten op 21-12-2012 betreffende een oliegeur afkomstig van Vopak Europoort door Frank Heusdens m.b.v. het vaste netwerk. De UD had een onderzoek gedaan naar binnengekomen klachten, maar kon de veroorzaker niet aanwijzen vanwege het feit dat er meerdere mogelijke bronnen aanwezig waren. Op basis van de stationaire e-noses is er uitsluitsel gegeven over de bron die de klachten veroorzaakte. In onderstaande figuren zijn de e-nose waarnemingen weergegeven ten tijde van de klachtengolf. De scherpe pieken van MSL-01 (fig. 19) om ca. 8.00 en 12.00 uur komen overeen met de tijdstippen dat er klachten binnenkwamen. Deze pieken zijn teven zichtbaar op NZ-02 (fig. 18). Bij de heersende windrichting lagen deze e-noses in één lijn met Vopak Europoort. Een ruwe olie spil op het water was ook een mogelijk bron, maar deze had westelijker plaats gevonden bij de ETT. De andere e-noses (fig. 17, 20, 21 en 22) geven geen significante verhoging ten opzichte van MSL-01 en NZ-02 ten tijde van de klachten en ook niet ten tijde van de ruwe olie spil. De finger print van de pieken op de MSL-01 en NZ-02 e-noses komen niet overeen met stookolie en moet er eerder aan een lichtere stof worden gedacht. Conclusie: Het vaste netwerk lost hier een probleemstelling op waar de UD niet direct een oplossing voor kon vinden door uitsluitingsonderzoek.
Fig. 17: NZ-01
Blad 8 van 8
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Fig. 18: NZ-02
Fig. 19: MSL-01
Fig. 20: NZ-03
Blad 9 van 9
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Fig. 21: NZ-04
Fig. 22: NZ-05 Kopie verstuurd aan:
Blad 10 van 10
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Notitie
Aan
Kopie aan
Datum
Documentnummer
19 september 2012
21441736
Project
Auteur
Dr. J.B. Milan
Onderwerp
Activiteit D ,: E-nose alarmering t.b.v. Veiligheid
Inleiding Binnen het E-nose programma, specifiek voor activiteit A, E-nose Safety deel A (Vast Netwerk Pernis) wordt onderzocht of een e-nose netwerk een kansrijk hulpmiddel biedt om sneller en gerichter veiligheidsinformatie te verzamelen en te presenteren op basis waarvan beslissingen, zoals alarmering, opschaling, ontalarmering en inzetten en aansturen van meetploegen kunnen worden genomen. Hiervoor is een adequate alarmering voor veiligheid een vereiste (activiteit D, Automatische alarmering t.b.v. Veiligheid). In de bijlage van deze notitie is een rapport getiteld “E-nose alarmering t.b.v. Veiligheid” toegevoegd over dit onderwerp. Een korte samenvatting inclusief de vervolgstappen van het rapport staat hieronder beschreven. Samenvatting Het netwerk van het eNose programma van de DCMR staat deels opgesteld in het industriegebied op de Vondelingenstraat en deels in de bebouwde omgeving van de deelgemeenten rondom dit industriegebied. De instellingen van alarmgrenzen waarbij de eNoses de meldkamer van de DCMR waarschuwen dat er mogelijk sprake is van een situatie met een verhoogde concentratie van gasvormige stoffen in de omgevingslucht, waren aanvankelijk gebaseerd op het voorkomen van geurhinder. In de afgelopen tijd zijn de mogelijkheden onderzocht om een differentiëring in de veiligheidsalarminstellingen te bereiken. Het resultaat is dat er een systeem is ontwikkeld waarbij de eNoses dusdanig kunnen worden ingesteld dat eNoses kruisbeïnvloeding door lokale bronnen (huisgeuren+ hoogte) kunnen negeren. Ook is voor verdere differentiëring van de veiligheidsalarmering een tijdsafhankelijkheid ingebouwd. De eNose moet nl. een verhoging gedurende enige tijd waarnemen om een alarm te genereren. Vervolgstappen Bovenstaande aanpassingen van de alarmeringsystemen voor veiligheidrelevante parameters is medio juli 2012 geïmplementeerd en wordt tot eind 2012 beproefd door de meldkamer van de DCMR. Gedurende deze testfase kunnen de bevindingen van de meldkamerdienst gebruikt worden voor het bijstellen en aanpassen van de instellingen om de alarmering van de eNoses zo adequaat mogelijk te krijgen. Daarnaast wordt in het najaar van 2012 met deze instellingen een analyse verricht op de dataset die vanaf april 2010 is opgebouwd.
Blad 1 van 1
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
E-nose alarmering t.b.v. Veiligheid Ontwerp en instellingen van eNoses op Vondelingenplaat
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
E-nose alarmering t.b.v. Veiligheid Ontwerp en instellingen van eNoses op Vondelingenplaat
Auteurs :
S.K. Bootsma, R. van Nellestijn en Bianca Milan
Datum :
juli 2012
Comon Invent Postbus 39 2600 AA Delft www.comon-invent.com
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Inhoud
Inleiding
4
Bijlage A: Instellingen
6
Bijlage B: Fingerprints van huisgeuren
9
-3Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
E-nose alarmering voor veiligheid Een elektronische neus, of kortweg eNose, is een instrument waarin een aantal gassensoren is verwerkt. De uitgangssignalen van de gassensoren worden tegelijkertijd uitgelezen, De eNoses staan via een online verbinding in contact met een centrale database voor opslag van de ruwe sensordata. eNoses reageren op veranderingen van de luchtsamenstelling. De reactie van alle sensoren samen vormt een bepaald patroon. Wanneer de eNose gericht wordt blootgesteld aan een bepaald gasmengsel, dan wordt het patroon beschouwd als de fingerprint van het betreffende gas. Door het vastleggen van fingerprints ontstaat een database met referentiepatronen. Als op een ander tijdstip een patroon wordt waargenomen dat lijkt op een van de referentiepatronen, dan is er mogelijk sprake van een situatie waarbij de eNose hetzelfde gas ‘ruikt’ als op het moment dat het referentiepatroon werd bepaald. Patroongeneratie en -herkenning in ruwe sensordata vormt de basis van de eNose technologie. Het netwerk van het eNose programma van de DCMR staat sinds 2010 deels opgesteld in het industriegebied op de Vondelingenplaat en deels in de bebouwde omgeving van de deelgemeenten rondom dit industriegebied. De instellingen van alarmgrenzen, waarbij de eNoses de meldkamer van de DCMR waarschuwen dat er mogelijk sprake is van een situatie met een verhoogde concentratie van gasvormige stoffen in de omgevingslucht, waren aanvankelijk gebaseerd op de ervaringen van een eerder project met eNoses in de regio Rijnmond. Hierbij stonden de eNoses opgesteld in de woonwijken. De gebruikte instellingen zijn daarom vooral representatief voor alarmering van een verhoging van de zogenaamde geurrelevante parameters. Het betreft hier concentraties van stoffen in de lucht waarbij een verhoogde kans op het ontstaan van geurhinder aannemelijk is. De instellingen zijn gebaseerd op data-analyses waarbij de eNose data zijn vergeleken met geurhinderklachten. Voor geuralarmering wordt momenteel naast alarmering op signaalhoogte (anomaliedetectie) ook gewerkt aan een verfijning van de geuralarmering gebaseerd op patroonherkenning (geurklachten vingerprint). Het e-nose programma is niet alleen gericht op het detecteren van geurrelevante emissies, maar ook op het voorkomen van concentraties die mogelijk een veiligheidsrisico met zich meebrengen. Uit de resultaten van de eerste fase van het onderzoek met de eNoses in het industriegebied bleek dat de alarminstellingen niet representatief zijn voor de situatie in het industriegebied waarbij de focus meer is gericht op het detecteren van veiligheidrelevante parameters. Het betreft hier concentraties van gasvormige stoffen in de lucht die mogelijk een indicatie zijn van een emissie met een verhoogde kans op een incident. Omdat de alarmgrenzen waren gebaseerd op de resultaten van de vergelijking tussen geurhinder en eNose data, bleek dat de eNoses op het industriegebied veel te ‘gevoelig’ stonden ingesteld. Hierdoor ging de uitrukdienst teveel vergeefs op pad. Vaak werd bij een vermeend alarm vastgesteld dat er sprake was van de aanwezigheid van een industriële ‘huisgeur’ nabij de betreffende eNoses, maar werd met de overige meetapparatuur die de uitrukdienst hanteert geen indicatie gevonden die een veiligheidsincident impliceerde. In de afgelopen tijd zijn de mogelijkheden onderzocht om een differentiering in de veiligheidsalarminstellingen te bereiken. In bijlage A staat de aangepaste alarminstelling beschreven. Het resultaat is dat er een systeem is ontwikkeld waarbij de eNoses dusdanig kunnen worden ingesteld dat eNoses kruisbeïnvloeding door lokale bronnen (huisgeuren+ hoogte) kunnen negeren. In bijlage B is een lijst opgenomen van lokale bronnen die bij specifieke windrichtingen nabijgelegen eNoses beïnvloeden met hun huisgeur. Indien een specifieke eNose benedenwinds deze lokale bron staat dan zal het alarmeringsysteem de huisgeur van deze bron negeren totdat deze over zijn specifieke threshold gaat. Ook is voor verdere differentiëring van de veiligheidsalarmering een tijdsafhankelijkheid ingebouwd. De eNose moet nl. een verhoging gedurende enige tijd waarnemen om een alarm te genereren. Dit is feitelijk een geavanceerd algoritme voor ‘peak shaving’ Bovenstaande aanpassingen van de alarmeringsystemen voor veiligheidrelevante parameters is medio juli 2012 geïmplementeerd en wordt tot eind 2012 beproefd door de meldkamer van de DCMR. Gedurende deze testfase kunnen de bevindingen van de meldkamerdienst gebruikt worden voor het bijstellen en aanpassen van de instellingen om de alarmering van de eNoses zo adequaat mogelijk te Comon Invent Postbus 39 2600 AA Delft www.comon-invent.com
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
krijgen. Daarnaast wordt in het najaar van 2012 met deze instellingen een analyse verricht op de dataset die vanaf april 2010 is opgebouwd.
-5Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Bijlage A: Instellingen De alarmen op het dashboard zijn door middel van instellingen afhankelijk te maken van: 1. Wind [richting] 2. Patroon [L-factor] 3. Concentratie [aantal dB’s] De concentratie was altijd erg belangrijk in vorige versies. Dit was de eerste stap waarin het dashboard op werd gefilterd. Dit is nu veranderd. De volgorde van events detecteren gaat nu naar aanleiding van bovenstaande lijst en volgorde.
1. Wind De eerste stap is het controleren op de windrichting. In de virtual device list hebben we hier drie variabelen voor, [wind_device], [wind_ok_left], [wind_ok_right]. Met [wind_device] geef je aan van welk (virtual) device je de wind data wilt gebruiken. Tevens enable je hier de wind gevoeligheid mee, staat [wind_device] op 0 dan zal er niet gecontroleerd en gefilterd worden op wind gevoeligheid. De variabelen [wind_ok_left] en [wind_ok_right] geven aan welke hoek wel mee telt en welke hoek niet mee telt. Dit geef je aan in gehele graden met noord is 0 graden. Je kunt eventueel meerdere hoeken aangeven door de verschillende graden met een puntkomma te scheiden. Valt een bepaald event op een bepaald moment binnen de geselecteerde hoeken ga je verder met dit event, ook als de wind gevoeligheid met [wind_device] = 0 gedisabled is ga je verder met dit event. Klopt de windrichting niet stopt het proces hier.
2. Patroon Als het event de windgevoeligheid door gekomen is ga je deze controleren op patroon. Hiervoor hebben we binnen de virtual device list wederom drie variabelen, [pattern], [pattern_level], [pattern_factor], [wind_left], [wind_right]. De [wind_left] en [wind_right] werkt net als stap 1. Verschil is wel dat als de wind nu niet binnen de grenzen zit de sensor waardes wel worden gezien als legitiem. Het enige gevold is dat er verder niet gecontroleerd wordt op patroon. Een negatief wind resultaat laat de op dat moment geselecteerde waarde de patroon herkenning dus overslaan en doorgaan naar stap 3. Klopt de wind wel of staat de wind variabele uitgeschakeld maakt hij de rest van stap 2 wel af. Met [pattern] geef je aan om welk patroon het uit de patronen lijst gaat. Te vinden in de kolom dashboard.patterns.id. Met [pattern_level] geef je aan wat het resultaat van de vergelijking met dit patroon moet zijn, 0 is identiek, oneindig is heel erg verschillend. Je moet hier dus een grens aangeven wanneer je het patroon nog wel genoeg gelijkenis vind vertonen en wanneer niet meer. De laatste variabele [pattern_factor] is een vermenigvuldigingsfactor. De som van de 4 sensoren wordt vermenigvuldigt met dit getal. Wil je dit patroon dus wegfilteren vul je 0 in. Levert dit patroon 10 keer meer last op dan een doorsnee stof vul je 10 in.
Comon Invent Postbus 39 2600 AA Delft www.comon-invent.com
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Net als met de windgevoeligheid enable je bovenstaande controles door “iets” in te vullen in de velden. Zijn ze gewoon 0 is ook de patroon gevoeligheid gedisabled en gaat het event door met factor 1 naar de laatste check om puur en alleen op concentratie beoordeeld te worden.
3. Concentratie Dit is de laatste stap. Zijn er geen controles ingesteld op wind gevoeligheid of valt hij binnen de grenzen hiervan komt het event hier bij de laatste controle binnen. De concentratie wordt aangegeven in vier groepen, wit, geel, oranje en rood. Bij wit is er niks aan de hand, dit is een eNose in “rust”. Bij geel is er iets aan de hand wat bij meer risico oploopt naar oranje tot uiteindelijk rood. Om een event in te delen in één van de vier categorieën worden er 3 grenzen ingesteld. Dit wordt gedaan in de velden [alarm_level_1], [alarm_level_2] en [alarm_level_3]. Voordat je gaat vergelijken met de ingestelde grenzen vermenigvuldig je de waarde van de 4 bij elkaar opgetelde sensoren met de factor die meegestuurd is bij het patroon gedeelte. Is de patroon gevoeligheid gedisabled wordt er een 1 meegestuurd. Dit houdt dus in dat de waarde origineel blijft (een vermenigvuldiging met 1 heeft namelijk geen effect). Is de patroon gevoeligheid wel enabled kan deze waarde verschillen van 0 tot 100 of eventueel nog meer. Stuur je 0 zal het resultaat altijd 0 zijn en filter je het bewuste patroon weg. Is deze 10 versterk je juist het patroon en zal er sneller een hoger alarm level zijn. Dit uiteindelijke getal na vermenigvuldiging vergelijk je met de 3 alarm levels. Blijft hij onder de eerste is er niks aan de hand en blijft het “alarm” wit. Komt hij boven de eerste uit maar niet boven de tweede wordt hij geel. Komt hij ook boven de twee uit maar niet boven de derde wordt hij oranje. Alle overige gevallen, dus hoger dan [alarm_level_3], worden rood weergegeven.
4. Weergave van een alarmmelding op het dashboard Er is een register met 5 posities. Een soort round-robin. Je hebt het vak "huidig", "1 minuut geleden", "2 minuten geleden", "3 minuten geleden", "4 minuten geleden". Elke minuut wordt de nieuwste alarm status, 0 = okay, 1 = geel, 2 = oranje, 3 = rood (afhankelijk van de alarm level instellingen) op de plaats van “huidig” geschoven, alles schuift dan een plaats op naar rechts, het laatste alarm van "4 minuten geleden" valt er dan als het ware uit en verdwijnt. Een paar voorbeelden van deze 5 laatst gemeten waarden: Huidig 3 2 0 1 2
Min 1 minuut 0 0 3 0 0
Min 2 minuten 0 1 1 0 0
Min 3 minuten 0 0 2 1 0
Min 4 minuten 0 1 0 1 0
Totaal 3 4 6 3 2
Alarm 3 2 0 1 0
De grens is afhankelijk van de kolommen “Huidig” en “Totaal”. In de eerst plaats wordt er gekeken naar de huidige waarde, deze is bepalend voor de kleur van het alarm. Vervolgens wordt er gekeken naar het totaal. Deze staat hier nu op een grens van 3 ingesteld. Is het totaal groter of gelijk aan 3 volgt er een alarm. Is dit niet het geval dan is er geen toestemming om in alarm te gaan. We zullen de rijen nu van boven naar beneden analyseren.
-7Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
1. 2. 3. 4. 5.
Het alarm is rood en het totaal groter dan 2, er volgt dus een rood alarm Het alarm is oranje en het totaal groter dan 2, er volgt dus een oranje alarm Het alarm is wit en ongeacht het totaal zal er om deze reden nooit een alarm komen Het alarm is geel en het totaal is groter dan 2, dus een geel alarm Het alarm is oranje, maar het totaal red de 3 niet, dus geen alarm
Zouden we de grens van 3 verhogen naar een totaal van minimaal 4 dan zou er maar één alarm zijn. Alleen de tweede en derde rij zijn 4 of groter, alleen de rij van 6 als totaal heeft een huidig wit alarm en zal dus nooit een alarm genereren. Het enige alarm zou dus rij 2 zijn met een oranje alarm. Aan bovenstaande alarmen zit ook nog een geluidssignaal gekoppeld. Deze gaat af bij een uiteindelijk alarm (de meest rechtse kolom met als naam “Alarm”) van minimaal oranje. Blijft het alarm van kracht zal het geluid elke 5 minuten herhaald worden. Indien er een nieuw alarm is zal het alarm wel binnen 5 minuten nog een keer kunnen klinken. De grens van 5 minuten is dus per eNose en niet voor het gehele dashboard.
Comon Invent Postbus 39 2600 AA Delft www.comon-invent.com
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding
Begin wind- Eind % uit Hoogte eNose Periode richting windrichti Patroon s1 Patroon s2 Patroon s3 Patroon s4 analyser totaal (dB) Potentiele bron AR-01 juni t/m aug 165 315 1.48859 0.220613 0.109 0.213407 27.59 16.04 SNR; Koole; SNC, Argos; Rijnmond Energie; BP raffinaderij; Krone; Chevron; Shin Etsu; Unilever; Kreber, Vopak AR-01 april t/m mei 273 344 0.55577 0.814113 0.206389 0.890681 13.04 21.57 Kreber; Vopak AR-01 april t/m mei 273 344 0.998465 0.404131 0.271642 0.326831 13.04 19.39 Kreber; Vopak AR-01 juni 126 196 1.167925 0.396728 0.119262 0.389415 20 14.09 A4; Benelux-tunnel;Exxon Mobill; SNC; Kraton Polymers; SNR; Argos AR-01 juni 126 196 0.258472 1.200787 0.51 0.998859 20 10.69 A4; Benelux-tunnel;Exxon Mobill; SNC; SNR; Argos BU-01 april t/m aug 286 344 0.125495 0.70479 0.536524 0.741017 3.85 27.53 RBT BU-01 juni t/m juli 135 242 0.224901 1.012589 0.394 0.886789 30.77 8.28 Exxon Mobill; SNC;Kraton Ploymers; SNR; Argos; Rijnmond Energie; BP raffinaderij BU-01 juni t/m juli 135 242 3.175961 -0.059558 1.715748 0.104716 23.08 12.81 Exxon Mobill; SNC;Kraton Ploymers; SNR; Argos; Rijnmond Energie; BP raffinaderij BU-02 april 314 355 0.366863 0.718539 0.423758 0.679373 41.91 27.57 A4; Benelux-tunnel; RBT BU-02 april 314 355 1.559572 0.229082 0.108019 0.215586 23.53 26.93 A4; Benelux-tunnel; RBT BU-03 april 333 344 0.958584 0.809399 0.292866 0.633179 40 26.96 A4; Exxon Mobil BU-03 april 333 344 0.383557 0.736465 0.222756 0.79288 25 17.77 A4; Exxon Mobil BU-04 april t/m juli 315 355 1.107295 0.524417 0.067046 0.49828 53.57 14.43 A4; Exxon Mobil BU-04 april t/m juli 262 295 0.594108 0.688645 0.073919 0.658543 11.54 11.42 A4; SNC BU-04 april t/m juli 262 295 1.216604 0.424486 0.068777 0.303524 11.54 29.53 A4; SNC OM-01 april t/m juli 315 355 1.106194 0.489023 0.075469 0.369266 31.37 15.08 Geulhaven; Odfjell; LBC; Cetem OM-01 april t/m juli 315 355 0.396736 0.831808 0.392439 0.763949 19.72 23.16 Geulhaven; Odfjell; LBC; Cetem PE-02 april t/m juni 285 320 0.072068 0.857449 0.184087 0.903438 7.69 10.07 Shin Etsu; SNC; SNR PE-02 april t/m juni 325 345 0.330913 0.734199 0.337567 0.604052 1.23 10.07 Rijnmond energie; BP raffinaderij; Chevron V0-01 april 275 355 0.079075 0.842757 0.520275 0.638465 7.41 19.41 Air products; van Bentum; Arkema; Wilmar V0-01 juni t/m aug 275 355 0.079123 0.861622 0.241745 0.859863 14.71 29.91 Air products; van Bentum; Arkema; Wilmar V0-01 mei t/m aug 22 195 0.145768 0.76886 0.774346 1.098515 34.67 13.91 Koole, SNR V0-01 mei t/m aug 22 195 1.416561 0.303677 0.063542 0.257796 18.67 10.81 Koole, SNR V0-01 mei t/m aug 22 195 0.496865 1.093233 0.092582 1.003638 12 15.80 Koole, SNR V0-01 mei t/m aug 22 195 0.245068 1.784296 0.576891 1.518129 12 21.09 Koole, SNR V0-02 april t/m aug 294 355 0.080201 0.784074 0.377453 0.775229 19.51 37.80 Air Products; Van Bentum V0-02 april 224 275 0.06586 0.85722 0.485585 0.83621 15.97 31.82 Cetem; Odfjell; LBC Tank Terminal V0-02 april 224 275 0.4443 0.627878 0.336761 0.708817 11.11 19.21 Cetem; Odfjell; LBC Tank Terminal V0-02 juni t/m aug 224 275 0.135575 0.912707 0.308732 0.8503 16.89 23.91 Cetem; Odfjell; LBC Tank Terminal V0-02 juni t/m aug 224 275 0.627702 0.71714 0.256773 0.586763 16.89 19.44 Cetem; Odfjell; LBC Tank Terminal V0-02 april 22 66 0.160565 0.840025 0.410507 0.734817 89.47 29.52 Arkema; Koole; SNR; Wilmar V0-02 juni 22 66 0.099241 0.925443 0.25096 0.860953 83.59 31.81 Arkema; Koole; SNR; Wilmar V0-02 juni 22 66 2.165515 0.544507 0.078536 0.360007 10.45 21.53 Arkema; Koole; SNR; Wilmar V0-02 aug 22 66 0.150307 0.895722 0.279449 0.828605 80 26.81 Arkema; Koole; SNR; Wilmar V0-04 april t/m aug 34 138 1.635375 0.305127 0.257647 0.169757 12.5 9.11 SNC; SNR V0-06 april 185 225 0.010131 0.919359 0 0.849441 22.22 5.02 A15; kruispunt Petroliumweg en Vondelingenweg V0-06 april 185 225 -0.263002 2.080033 0.597003 0.370079 22.22 7.88 A15; kruispunt Petroliumweg en Vondelingenweg V0-06 april 304 334 1.13716 0.506475 0.258343 0.485886 28.57 8.42 SNC; SNR TH-01 april t/m juli 295 345 0.183744 0.724221 0.449345 0.663122 34.62 20.94 Mostert; Verwo; Unilever TH-01 april t/m juli 295 345 0.734124 0.498569 0.350689 0.472363 16.35 5.97 Mostert; Verwo; Unilever TH-01 april t/m juli 80 255 0.853154 0.572214 0.215744 0.480696 40.74 7.42 Shin Etsu; Arkema; Wilmar; Air products; Arkema; Koole; SNC; SNR TH-01 april t/m juli 80 255 1.591997 0.175031 0.128129 0.115212 11.11 20.32 Shin Etsu; Arkema; Wilmar; Air products; Arkema; Koole; SNC; SNR
Bijlage B: Fingerprints van huisgeuren
Comon Invent
Postbus 39
2600 AA Delft
www.comon-invent.com
Het is slechts toegestaan informatie uit dit rapport te gebruiken onder bronvermelding