25/11/13
INHOUD
2
B ORSTVOEDING : PROBLEMEN BIJ HET AANHAPPEN , GEVOLGEN EN BEHANDELING
Joke Muyldermans Vroedvrouw MSc, lactatiekundige IBCLC Vzw De Bakermat
¥
Inleiding
¥
Basisprincipes van het drinken aan de borst
¥
Preventie en behandeling
¥
Conclusie
¥
Vragen?
1
4
1. PROBLEEMSTELLING ¥
INLEIDING 1.
Probleemstelling
2.
Mogelijke oorzaken?
Mechanische pijn of pijn door trauma ¤
Kan zeer snel optreden, al na eerste voeding
¤
Moeilijk te onderscheiden van normale rekpijn
¤
Indien tepel na de voeding afgevlakt, rood, gebarsten, lichter van kleur of beschadigd is
3
1
25/11/13
5
2. MOGELIJKE OORZAKEN
6
2. MOGELIJKE OORZAKEN
GEEN verband met tepelproblemen:
¥
¥
Huidskleur, haarkleur, prenatale voorbereiding van de tepel
¥
NIET aangewezen:
¥
¤
Beperken voedingsduur en/of –frequentie
Grootste oorzaak: incorrecte positie en aanhappen
¥
¤
94% van de moeders met BV problemen (Righard, 1998)
¤
Aanleren van goede positionering = adequate preventie.
Andere oorzaken: ¤
Spruw
¤
Te kort frenulum
¤
Anatomische problemen bij de moeder/baby
¤
…
1. ORALE REFLEXEN
8
BASISPRINCIPES VAN HET DRINKEN AAN DE BORST 1.
Orale reflexen
2.
Aanhappen van de baby
3.
Positionering
4.
Zuigpatronen
¥
Zoekreflex
¥
Zuigreflex
¥
Slikreflex
¥
Orale reflexen spelen een essentiële rol bij het drinken aan de borst ¤
¥
Staan in voor adequaat zuigen
Bij adequate stimulatie worden deze reflexen ook al eerder vastgesteld à huid-op-huidcontact - Kangoeroeën
7
2
25/11/13
9
2. AANHAPPEN VAN DE BABY ¥
Basis tepel bevindt zich tussen de bovenste tandenboog en tong
¤
Tong wordt door de kaak naar boven gebracht en drukt areola tegen bovenste tandenboog
¤
Lippen, bovenste tandenboog en tong zorgen voor vacuüm
¤
Tong maakt golvende bewegingen: ¢
Kaak en achterste deel van de tong dalen
¢
Negatieve druk in de mond van de baby
¢
Melkkanalen worden geopend
¢
Melkt vloeit vanuit de tepel naar de pharynx.
2. AANHAPPEN VAN DE BABY
11
¥
¥
Belangrijk voor drinken aan de borst ¤
Volgende punten wijzen erop dat de baby correct is aangelegd: ¤
¤
Het mondje is wijd opengesperd en de lippen zijn naar buiten gekruld De onderlip ligt verder van de basis van de tepel dan de bovenlip (asymmetrie)
¤
De kin ligt dicht tegen de borst aan
¤
Het neusje raakt de borst maar is vrij om te ademen
¤
2. AANHAPPEN VAN DE BABY
10
Volgende punten wijzen erop dat de baby goed is aangelegd: ¤
Baby neemt tepel, tepelhof en borstweefsel in de mond
¤
Topje van de tong reikt tot over de onderste tandenboog
¤
Baby houdt de borst stevig vast en deze beweegt niet in en uit het mondje
¤
Tepel reikt tot aan de overgang van het zachte en harde gehemelte
¤
Tong is trechtervormig en omvat de borst
3. POSITIONERING
12
¥
Eerste vereiste om goed aan te leggen is goed positioneren: ¤
Moeder moet gesteund en comfortabel zitten
¤
Baby dicht tegen de moeder aan
¤
Baby kan hoofdje en nek vrij bewegen
¤
Nooit baby vasthouden ter hoogte van achterhoofd: ¢
Gaat in tegen natuurlijke reflexen
¢
Is beangstigend voor de baby
¢
Kan tot borstweigering leiden
Hoofdje en lichaam liggen op één lijn
3
25/11/13
3. POSITIONERING
13
¥ ¥
¥
3. POSITIONERING
14
Doel = faciliteren van de aangeboren orale reflexen
¥
Zittend voeden of madonna-houding
Zintuiglijke input, kalmeert en activeert zoekreflex
¥
Doorgeschoven in zittende houding voeden
¥
Zittend voeden met baby onder de arm (baker- of rugbyhouding)
¥
Liggend op de zij voeden
¥
Voeden met baby in verticale positie
¥
Liggend op de rug voeden
¤
Moedermelk op tepel(hof) aanbrengen (geur)
¤
Baby dicht tegen zich houden (huid-op-huid, geur)
Stabiele positie ¤
¤
Stabiele basis: rug steunen (handpalmen tussen schouders) Hoofdje en nek op één lijn, gesteund door pols/voorarm van de moeder
4. ZUIGPATRONEN
15
¥
¥
Stimulatie-zuigpatroon: ¤
Bij begin van de voeding, voor de toeschietreflex
¤
Korte, snelle zuigbewegingen
PREVENTIE EN BEHANDELING
Nutritief zuigen: ¤
Wanneer melk aanwezig is
¤
Ongeveer een keer per seconde zuigen
¤
Tijdens toeschietreflex ononderbroken zuigen, later met pauzes
1.
Preventie
2.
Behandeling
16
4
25/11/13
1. PREVENTIE
17
¥
1. PREVENTIE
18
Voeden op vraag à Hongersignalen !
¥
Aanleren van goede positionering = adequate preventie.
¥
Gebruik huid-op-huidcontact à> Faciliteren van de orale reflexen !
¥
Beperken voedingsduur en/of –frequentie is niet aangewezen
1. sabbelen en niet-nutritief zuigen 2. subtiele lichaamsbewegingen, onrust 3. handjes naar mond brengen en eventueel zuigen 4. zoeken, zuigen op wat in de buurt van mondje komt
¤
Is geen oorzaak voor tepelproblemen
¤
Baby krijgt hierdoor mogelijk te weinig melk en productie daalt
¤
Baby van de borst halen voor hij zelf loslaat -> bruusk verbreken van vacuüm, kan tepel beschadigen
5. oudere baby: naar de borst draaien 6. huilen
2. BEHANDELING
19
¥
Oorzaak opsporen en gericht aanpakken à OBSERVEREN!
2. BEHANDELING
20
¥
OBSERVEER ¤
Gedrag baby voor en tijdens de voeding
¤
Zuigpatroon
¤
Niet correct aanleggen
¤
Anatomische kenmerken van baby/moeder die adequaat zuigen belemmeren
¤
Aanhappen en positionering
¤
Niet correct gebruiken van hulpmiddelen
¤
Tepel voor en na de voeding
5
25/11/13
2. BEHANDELING
21
¥
Door niet correct aanleggen: ¤
Zorgverlener dient voeding te observeren en aanleggen te corrigeren
¤
Plaats of wijze waarop tepel of borst beschadigd is, kan aanwijzingen geven over de oorzaak
¤
¥
Oorzaak van borstvoedingsprobleem diagnosticeren ¤
Aanhappen en positie à moeder correct aanleren
¤
Orale reflexen à stimuleren ¢
Mogelijk belemmering van de melktransfer ¢
2. BEHANDELING
22
¥
! Gebruik huid-op-huid contact
ORGANISEER FOLLOW-UP ZORG
controleren of de baby voldoende melk krijgt
CONCLUSIE
24
CONCLUSIE
¥
Borstvoeding is een normaal fysiologisch proces voor moeder en kind
¥
Borstvoedingsproblemen kunnen vaak voorkomen worden door ¤
Moeders uitleg te geven over deze natuurlijke processen
¤
Faciliteren van de orale reflexen
¤
Observeren van aanleggen en positionering
¤
Corrigeren waar nodig
¢
Gebruik huid-op-huidcontact
23
6
25/11/13
CONCLUSIE
25
¥
Goed aanhappen is absoluut afhankelijk van een correcte positionering
¥
Een goed aangelegde baby en een mama die de hongersignalen van haar baby begrijpt, is de sleutel tot succes
VRAGEN?
KENNIS VAN AANHAPPEN, POSITIONERING, NEONATALE REFLEXEN ZIJN ESSENTIEEL VOOR DE BEOORDELING EN CORRIGEREN VAN EEN VOEDING. ALLE PROFESSIONELEN DIE MOEDER EN KIND BEGELEIDEN MOETEN DEZE KENNIS BEZITTEN, COMPETENT ZIJN IN DEZE VAARDIGHEDEN EN MOEDERS BEGELEIDEN EN ONDERSTEUNEN VOOR EN TIJDENS HUN BORSTVOEDING! 26
R EFERENTIES
27
¥
Righard L. (1998). Are breastfeeding problems related to incorrect breastfeeding technique and the use of pacifiers and bottles? Birth; 25(1), p 40-44
¥
Wilson-Clay B. & Hoover K. (2005). The Breastfeeding Atlas, Third Edition
7