voor de aankoop van een van de beste buitenboordmotoren op de markt. U hebt verstandig in vaarplezier geïnvesteerd. Uw buitenboordmotor is vervaardigd door Mercury Marine, een wereldleider op het gebied van scheepstechnologie en fabricage van buitenboordmotoren sinds 1939. We hebben deze jarenlange ervaring altijd ingezet bij ons streven om de beste kwaliteitsproducten te produceren. Dit heeft uitgemond in de reputatie van Mercury Marine voor strenge kwaliteitsbeheersing, uitmuntendheid, lange levensduur, duurzame prestaties en het leveren van de beste ondersteuning na verkoop. Lees deze handleiding aandachtig door voordat u de buitenboordmotor gebruikt. Deze handleiding is samengesteld om u bij te staan bij het bedienen, veilig gebruiken en onderhouden van de buitenboordmotor.
90-8M0057860 311
Dank u
Wij bij Mercury Marine hebben uw buitenboordmotor met groot genoegen gebouwd en wensen u vele gelukkige en veilige jaren vaarplezier. Nogmaals, hartelijk dank voor uw vertrouwen in Mercury Marine.
Over buitenboordmotoren die in de Verenigde Staten door Mercury Marine worden verkocht, is officieel aan de Environmental Protection Agency (EPA) in de Verenigde Staten verklaard dat deze voldoen aan de vereisten voor de beperking van luchtvervuiling door nieuwe buitenboordmotoren. Een voorwaarde voor deze verklaring is dat bepaalde afstellingen op de fabrieksnormen zijn afgestemd. Daarom moet de fabrieksprocedure voor onderhoud aan het product nauwkeurig worden opgevolgd en moet het product, waar mogelijk, tot de oorspronkelijke bedoeling van het ontwerp worden teruggebracht. Onderhoud, vervanging of reparatie van voorzieningen en systemen voor emissieregeling horen te worden uitgevoerd door een werkplaats/persoon werkzaam in scheepsmotorreparaties. De motoren hebben een Emission Control Information-sticker als permanent bewijs van certificatie door de EPA.
!
WAARSCHUWING
De uitlaatgassen van dit product bevatten chemische stoffen waarvan door de staat Californië is vastgesteld dat deze kanker, geboorteafwijkingen of andere schade aan de voortplantingsfuncties veroorzaken.
75/90/115/125 OptiMax
Emissievoorschriften volgens EPA
Informatie over garantie
De beschrijving en specificaties in deze handleiding waren van kracht tijdens het ter perse gaan van deze handleiding. Mercury Marine streeft naar constante verbetering en behoudt zich daarom het recht voor om de productie van bepaalde modellen te staken en om specificaties, ontwerpen, methodes of procedures zonder voorafgaande kennisgeving en zonder verdere verplichtingen te wijzigen. Mercury Marine, Fond du Lac, Wisconsin, VS Litho in de VS. © 2010, Mercury Marine Mercury, Mercury Marine, MerCruiser, Mercury MerCruiser, Mercury Racing, Mercury Precision Parts, Mercury Propellers, Mariner, Quicksilver, #1 On The Water, Alpha, Bravo, Pro Max, OptiMax, SportJet, K-Planes, MerCathode, RideGuide, SmartCraft, Zero Effort, de Mercury-logo's en het SmartCraftlogo zijn gedeponeerde handelsmerken van de Brunswick Corporation. Het Mercury Product Protection-logo is een gedeponeerd servicemerk van de Brunswick Corporation.
nld
i
© 2011 Mercury Marine
Voor het door u aangeschafte product geldt een beperkte garantie van Mercury Marine. De voorwaarden van de garantie staan vermeld in de paragraaf Informatie over garantie in deze handleiding. De informatie over de garantie beschrijft wat de garantie wel en niet dekt, hoe lang de garantie geldt, hoe u garantiedekking verkrijgt, belangrijke afwijzingen en beperkingen en andere relevante informatie. U wordt verzocht deze belangrijke informatie door te lezen.
Mercury Premier Service Mercury beoordeelt de dienstverlening door haar dealers en verleent het predicaat "Mercury Premier" aan dealers die blijk hebben gegeven van hun inzet voor service van topklasse. Als een dealer het predicaat Mercury Premier Service verkrijgt, betekent dit dat de dealer: •
volgens de CSI (Customer Satisfaction Index) gedurende 12 maanden hoog gescoord heeft voor garantieservice;
•
beschikt over alle vereiste servicegereedschap, testuitrusting, handleidingen en onderdelencatalogi;
•
ten minste één Certified- of Master-monteur in dienst heeft;
•
alle klanten van Mercury Marine tijdig service verleent;
•
langer dan gebruikelijk open is en, waar gepast, op locatie service verleent;
•
een voldoende inventaris van originele Mercury Precision Parts gebruikt, uitstalt en in voorraad houdt;
•
een schone en nette werkplaats heeft, met goed geordend gereedschap en servicedocumentatie.
Verklaring van Overeenstemming voor OptiMax - voor voortstuwingsmotoren op pleziervaartuigen, naar de eisen van Richtlijn 94/25/EC, aangevuld met 2003/44/EC Naam motorfabrikant: Mercury Marine Adres: W6250 Pioneer Road P.O. Box 1939 Plaats: Fond du Lac, WI
Postcode: 54936-1939
Land: VS
Naam van erkend vertegenwoordiger: Brunswick Marine in EMEA Inc. Adres: Parc Industriel de Petit-Rechain Plaats: Verviers
Postcode: 4800
Land: België
Naam van aangemelde instantie voor beoordeling van uitlaatgasemissie: Det Norske Veritas AS Adres: Veritasveien 1 Plaats: Hovik
Postcode: 1322
Land: Noorwegen
ID-nummer: 0575
Naam van aangemelde instantie voor beoordeling van geluidsemissie: Det Norske Veritas AS Adres: Veritasveien 1 Plaats: Hovik
Postcode: 1322
Land: Noorwegen
ID-nummer: 0575
Ter beoordeling van overeenstemming uitlaatgas‐ emissie gebruikte module:
☐ B+C
☐ B+D
☐ B+E
☐ B+F
Gebruikte module ter beoordeling van overeen‐ stemming geluidsemissie:
☐A
☐ Aa
☐G
☒H
☐G
☒H
Andere toegepaste EC-richtlijnen: Richtlijn veiligheid van machines 98/37/EC; Richtlijn elektromagnetische compatibiliteit 2004/108/EC Beschrijving van motoren en essentiële eisen Motortype
Brandstoftype
Verbrandingsmotor
☒ Buitenboordmotor
☒ Benzine
☒ Tweetakt
ii
nld
Identificatie van motoren waarvoor deze Verklaring van Overeenstemming geldt Naam motorklasse
Uniek motoridentificatienummer: Beginnend serienummer
Nummer EC Module H certificaat
1.5L OptiMax 75, 80, 90, 115, 125 hp
1B227000
RCD-H-2
2.5L OptiMax 135, 150, 175 hp
1B227000
RCD-H-2
3.0L OptiMax 200, 225 hp
1B227000
RCD-H-2
Normen
Ander(e) methode/ document voor harmonisatie
Technisch be‐ stand
B.1 Motoridentificatie
☐
☐
☒
B.2 Vereisten uitlaatgasemissie
☒*
☐
☐
B.3 Duurzaamheid
☐
☐
☒
B.4 Gebruikershandleiding
☒
☐
☐
ISO 8665: 1995
C.1 Geluidsemissieniveaus
☒*
☐
☐
EN ISO 14509
C.2 Gebruikershandleiding
☐
☒
☐
Gebruikershandleiding
Essentiële eisen
Nadere specificatie (* = verplichte norm)
Bijlage 1.B – Uitlaatgasemissie * EN ISO 8178-1:1996
Bijlage 1.C—Geluidsemissie
Deze verklaring van overeenstemming wordt afgegeven onder de exclusieve verantwoordelijkheid van de fabrikant. Ik verklaar uit naam van de motorfabrikant dat de hierboven vermelde motoren op de gespecificeerde wijze voldoen aan alle geldende essentiële vereisten. Naam/functie: Mark D. Schwabero, President, Mercury Outboard Datum en plaats van uitgifte: 24 juli 2008 Fond du Lac, Wisconsin, VS
nld
iii
iv
nld
INFORMATIE OVER DE GARANTIE Garantieregistratie.............................................................................................................................................. 1 Overdracht van garantie..................................................................................................................................... 1 Overdracht van Mercury Product Protection‑garantie (uitbreiding servicedekking) – Verenigde Staten en Canada............................................................................................................................................................... 2 Beperkte garantie voor buitenboordmotoren...................................................................................................... 2 Beperkte garantie van 3 jaar tegen corrosie....................................................................................................... 4 Garantiedekking en uitsluitingen......................................................................................................................... 5 Beperkte emissiegarantie volgens Amerikaanse EPA........................................................................................ 6 Onderdelen van emissieregelsysteem................................................................................................................ 7 Beperkte garantie emissies Californië................................................................................................................ 7 Uitleg over uw California Emission Control‑garantieverklaring van de California Air Resources Board............. 9 Ster‑emissiecertificatielabel.............................................................................................................................. 10
Algemene informatie Verantwoordelijkheid van de bestuurder........................................................................................................... 11 Vóór het bedienen van de buitenboordmotor.................................................................................................... 11 Vermogen van de boot...................................................................................................................................... 11 Gebruik van race‑ en speedboten..................................................................................................................... 12 Schroef selecteren............................................................................................................................................ 12 Buitenboordmodellen met afstandsbediening .................................................................................................. 14 Kennisgeving over afstandsbesturing............................................................................................................... 14 Dodemansschakelaar....................................................................................................................................... 15 Mensen in het water beschermen..................................................................................................................... 16 Mededeling over veiligheid van passagiers – ponton‑ en dekboten................................................................. 17 Over golven en kielwater springen.................................................................................................................... 18 Impact with Underwater Hazards...................................................................................................................... 18 Uitlaatgasemissie.............................................................................................................................................. 19 Accessoires voor uw buitenboordmotor selecteren.......................................................................................... 21 Suggesties voor veilig varen............................................................................................................................. 21 Noteren van het serienummer.......................................................................................................................... 22 Technische gegevens....................................................................................................................................... 22 Identificatie van componenten.......................................................................................................................... 23
Vervoer De boot/buitenboordmotor op een trailer vervoeren ........................................................................................ 24
nld
v
Brandstof en olie Aanbevelingen voor brandstof.......................................................................................................................... 25 Brandstofvereisten............................................................................................................................................ 26 Brandstoftoevoegingen..................................................................................................................................... 26 Voorkom brandstofstroomrestrictie................................................................................................................... 26 Vereiste beperkt doorlatende brandstofslang .................................................................................................. 26 EPA‑eisen voor onder druk staande losse brandstoftanks............................................................................... 26 Eis voor brandstofvraagklep (fuel demand valve; FDV).................................................................................... 26 De onder druk staande draagbare brandstoftank van Mercury Marine............................................................ 27 Olieaanbeveling................................................................................................................................................ 28 Olie‑injectiesysteem vullen............................................................................................................................... 28 Vullen van de brandstoftank............................................................................................................................. 30
Functies en bedieningsorganen Functies van de afstandsbediening.................................................................................................................. 31 Waarschuwingssysteem................................................................................................................................... 32 Trim‑ en opklapbekrachtiging............................................................................................................................ 34 INSTELLEN VAN de trimvin............................................................................................................................. 37
Bediening Controlelijst vóór het starten............................................................................................................................. 38 Varen bij temperaturen onder het vriespunt...................................................................................................... 38 Varen in zout of vervuild water.......................................................................................................................... 38 Gebruik op grote hoogte................................................................................................................................... 38 Instellen van de trimhoek bij stationair lopende motor ..................................................................................... 39 Engine Break‑In Procedure............................................................................................................................... 39 De motor starten............................................................................................................................................... 40 Schakelen......................................................................................................................................................... 42 De motor afzetten............................................................................................................................................. 43
vi
nld
Onderhoud Onderhoud van de buitenboordmotor............................................................................................................... 44 Emissievoorschriften volgens EPA................................................................................................................... 44 Inspectie‑ en onderhoudsschema..................................................................................................................... 45 Uitspoelen van het koelsysteem....................................................................................................................... 46 Verwijdering en installatie motorkap................................................................................................................. 47 Onderhoud van motorkap................................................................................................................................. 47 Vliegwieldeksel verwijderen en installeren........................................................................................................ 48 Zijpaneel verwijderen en installeren.................................................................................................................. 48 Brandstofsysteem............................................................................................................................................. 49 Stuurstangbevestigers...................................................................................................................................... 51 Zekering vervangen.......................................................................................................................................... 52 Anti‑corrosieanode............................................................................................................................................ 53 Accu inspecteren ............................................................................................................................................. 54 Informatie over de accu.................................................................................................................................... 54 Schroeven......................................................................................................................................................... 55 Bougie inspecteren en vervangen.................................................................................................................... 58 Luchtinlaatfilter compressor.............................................................................................................................. 59 Dynamoriem inspecteren.................................................................................................................................. 59 Smeerpunten.................................................................................................................................................... 60 Trimbekrachtigingsvloeistof controleren........................................................................................................... 62 Onderwaterhuis smeren.................................................................................................................................... 62
Opslag Voorbereiding op opslag................................................................................................................................... 65 Brandstofsysteem............................................................................................................................................. 65 Bescherming inwendige motoronderdelen........................................................................................................ 66 Bescherming van externe buitenboordmotoronderdelen.................................................................................. 67 Onderwaterhuis................................................................................................................................................. 67 Buitenboordmotor plaatsen voor opslag........................................................................................................... 67 Accu‑opslag...................................................................................................................................................... 67
Opsporen van storingen Startmotor laat de motor niet aanslaan............................................................................................................. 68 Motor start niet.................................................................................................................................................. 68 Motor slaat over of draait onregelmatig............................................................................................................ 68 Prestatieverlies................................................................................................................................................. 69 Accu kan lading niet houden............................................................................................................................. 69
Servicebijstand voor de eigenaar Plaatselijke reparatieservice ............................................................................................................................ 70 Service onderweg............................................................................................................................................. 70 Inlichtingen over onderdelen en accessoires.................................................................................................... 70 Servicebijstand.................................................................................................................................................. 70 Mercury Marine‑servicekantoren...................................................................................................................... 70
nld
vii
Buitenboordmotorinstallatie Belangrijke informatie....................................................................................................................................... 72 Vermogen van de boot...................................................................................................................................... 72 Bescherming tegen ingeschakeld starten......................................................................................................... 72 Accessoires voor uw buitenboordmotor selecteren.......................................................................................... 72 Brandstofsysteem............................................................................................................................................. 73 Installatiespecificaties....................................................................................................................................... 74 Buitenboordmotor ophijsen............................................................................................................................... 74 Stuurkabel ‑ Langs stuurboord gelegde kabel.................................................................................................. 75 Aanbevolen montagehoogte voor de buitenboordmotor bepalen..................................................................... 77 Montagegaten voor buitenboordmotor boren.................................................................................................... 78 Bevestigen van de buitenboordmotor op de spiegel......................................................................................... 79 Elektra, brandstofslang, spoelslang en bedieningskabels................................................................................ 81 Olie‑injectie instellen......................................................................................................................................... 93 Pen voor in‑trimmen.......................................................................................................................................... 95
Onderhoudslogboek Onderhoudslogboek.......................................................................................................................................... 96
viii
nld
INFORMATIE OVER DE GARANTIE Garantieregistratie VERENIGDE STATEN EN CANADA Om voor garantiedekking in aanmerking te komen moet het product bij Mercury Marine geregistreerd zijn. Bij de verkoop hoort de verkopende dealer het garantieregistratieformulier in te vullen en onmiddellijk aan Mercury Marine te zenden via MercNET, e-mail of per post. Na ontvangst van dit garantieregistratieformulier legt Mercury Marine de registratie vast. De verkopend dealer dient u een kopie van de garantieregistratie te verstrekken.
NB: Mercury Marine en alle leveranciers van scheepvaartproducten die in de Verenigde Staten verkocht worden, moeten registratielijsten bijhouden ingeval een terugroeping vanwege veiligheidsoverwegingen conform de Federal Safety Act dient te worden gemeld. U kunt uw adres te allen tijde veranderen, ook wanneer u een garantieclaim indient, door Mercury Marine op te bellen of een brief of fax met uw naam, oude adres, nieuwe adres en het serienummer van de motor aan de afdeling Garantieregistratie van Mercury Marine te sturen. Ook uw dealer kan deze gegevenswijziging verwerken. Mercury Marine Attn: Warranty Registration Department W6250 W. Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54936-1939 920-929-5054 fax +1 920 929 5893
BUITEN DE VERENIGDE STATEN EN CANADA Voor producten die buiten de VS of Canada aangeschaft zijn, kunt u contact opnemen met de leverancier in uw land of met het dichtstbijzijnde Marine Power Service Center.
Overdracht van garantie VERENIGDE STATEN EN CANADA De beperkte garantie kan aan een volgende koper worden overgedragen maar alleen voor de resterende, ongebruikte termijn van de beperkte garantie. Dit is niet van toepassing op producten die voor commerciële toepassingen worden gebruikt. Als u de garantie aan de volgende eigenaar wilt overdragen, stuurt u een kopie van de eigendomsoverdracht of verkoopovereenkomst met de naam en het adres van de nieuwe eigenaar en het serienummer van de motor per post of fax naar de afdeling Garantieregistratie van Mercury Marine. Stuur deze in de Verenigde Staten en Canada naar: Mercury Marine Attn: Warranty Registration Department W6250 W. Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54936-1939 920-929-5054 fax +1 920 929 5893 Na verwerking van de garantieoverdracht registreert Mercury Marine de informatie van de nieuwe eigenaar. Er zijn aan deze service geen kosten verbonden.
BUITEN DE VERENIGDE STATEN EN CANADA Voor producten die buiten de VS of Canada aangeschaft zijn, kunt u contact opnemen met de leverancier in uw land of met het dichtstbijzijnde Marine Power Service Center.
nld
1
INFORMATIE OVER DE GARANTIE Overdracht van Mercury Product Protection-garantie (uitbreiding servicedekking) – Verenigde Staten en Canada De resterende dekkingstermijn van de Product Protection-garantie kan aan een volgende koper van de motor worden overgedragen binnen dertig (30) dagen na de verkoopdatum. Contracten die niet binnen dertig (30) dagen na de volgende aankoop worden overgedragen komen te vervallen, waarna het product niet langer in aanmerking komt voor dekking volgens de contractvoorwaarden. Neem om de garantie aan de volgende eigenaar over te dragen contact op met Mercury Product Protection of een erkend leverancier om een overdrachtformulier aan te vragen. U dient hiervoor Mercury Product Protection een aankoopbewijs, het ingevulde overdrachtformulier en een cheque ten gunste van Mercury Marine voor US$ 50,00 (per motor) voor de overdrachtskosten te doen toekomen. De garantiedekking is niet overdraagbaar op producten of toepassingen die hiervoor niet in aanmerking komen. De garantie voor "Certified Pre-Owned" motoren is niet overdraagbaar. Neem voor hulp of assistentie contact op met de afdeling Mercury Product Protection op het nummer +1 (888) 427 5373 van 07:30 tot 16:30 CST, maandag t/m vrijdag, of stuur een e-mail aan
[email protected].
Beperkte garantie voor buitenboordmotoren VERENIGDE STATEN, CANADA, EUROPA, MIDDEN-OOSTEN EN AFRIKA EN DE FEDERATIE VAN ONAFHANKELIJKE STATEN WAT DEKT DEZE GARANTIE: Mercury Marine garandeert dat haar nieuwe producten vrij zijn van materiaalen fabricagefouten tijdens de hieronder beschreven termijn. DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte garantie biedt dekking gedurende drie (3) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst is verkocht aan een koper die de boot als pleziervaartuig gebruikt, ofwel vanaf de datum waarop het product voor het eerst in bedrijf is gesteld, wat zich het eerste voordoet. Commerciële gebruikers van deze producten ontvangen garantiedekking voor één (1) jaar vanaf de datum van de eerste verkoop of voor één (1) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst in bedrijf is genomen, wat zich het eerste voordoet. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, ook als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt. Reparatie of vervanging van onderdelen en onderhoudswerkzaamheden onder deze garantie leiden niet tot verlenging van de geldigheidstermijn van deze garantie tot na de oorspronkelijke datum. Eventueel resterende dekkingstijd kan van de ene klant die de boot als pleziervaartuig gebruikt worden overgedragen op de volgende klant die er hetzelfde gebruik van maakt, nadat het product naar behoren opnieuw is geregistreerd. Eventueel resterende dekkingstijd kan niet aan of door een commerciële gebruiker worden overgedragen. De garantiedekking kan beëindigd worden voor gebruikte teruggenomen producten, of voor producten die zijn aangeschaft op een veiling, van een sloperij of van een verzekeringsmaatschappij. VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen van een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt, en dan uitsluitend nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. De garantiedekking wordt geldig nadat het product door de erkende dealer op de juiste wijze is geregistreerd. Verkeerde garantieregistratie-informatie met betrekking tot gebruik als pleziervaartuig of een latere wijziging van recreatief naar commercieel gebruik (tenzij naar behoren opnieuw geregistreerd) kan, uitsluitend naar goeddunken van Mercury Marine, de garantie ongeldig maken. Regelmatig onderhoud zoals beschreven in de ‘Handleiding voor gebruik en onderhoud’ moet op tijd worden uitgevoerd om garantiedekking te behouden. Mercury Marine behoudt zich het recht voor om garantiedekking afhankelijk te maken van bewijs van correct onderhoud.
2
nld
INFORMATIE OVER DE GARANTIE WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury’s enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het, naar eigen beoordeling, repareren van een defect onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen, of het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury-product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen, zonder verplicht te zijn om eerder vervaardigde producten te wijzigen. HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury-dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder garantie regelen. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als het geleverde onderhoud niet onder deze garantie valt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij het onderhoud horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. Teneinde dekking te verkrijgen moet een bewijs van geregistreerd eigendom aan de dealer worden overlegd zodra om service uit hoofde van garantie wordt verzocht. WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen regelmatig onderhoud, afstellingen, bijstellingen, normale slijtage, schade die veroorzaakt wordt door misbruik, verkeerd gebruik, gebruik van een schroef of tandwieloverbrenging waardoor de motor niet binnen het aanbevolen toerentalgebied bij volgas kan lopen (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), het gebruik van het product op een manier die niet overeenstemt met het hoofdstuk over aanbevolen bedrijf/werkcyclus in de Handleiding voor gebruik en onderhoud, verzuim, ongelukken, onder water raken, verkeerde installatie (de specificaties en technieken voor de juiste installatie worden uiteengezet in de installatie-instructies voor het product), verkeerde service, gebruik van een accessoire of onderdeel dat niet door ons is verkocht, jetpompimpellers en voeringen, varen met brandstoffen, oliën of smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met het product (zie de Handleiding voor gebruik en onderhoud), wijzigen of verwijderen van onderdelen, water dat de motor door de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem binnenkomt, of schade aan het product als gevolg van onvoldoende koelwater veroorzaakt door verstopping van het koelsysteem door vreemd materiaal, laten lopen van de motor terwijl hij uit het water is, te hoog monteren van de motor op de spiegel of varen met de boot terwijl de motor te ver naar buiten is getrimd. Gebruik van het product voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met een onderwaterhuis dat bedoeld is voor racen, wanneer ook en ook door een eerdere eigenaar van het product, maakt de garantie ongeldig. Onkosten in verband met uit het water halen, te water laten, slepen, opslag, telefoon, huur, ongemak, ligplaatskosten, verzekeringsdekking, betalingen voor leningen, tijdsverlies, verlies van inkomsten en alle andere vormen van incidentele of gevolgschade worden niet door deze garantie gedekt. Bovendien dekt deze garantie niet de extra kosten als het ontwerp van de boot het verwijderen en/of vervangen van bootschotten of materiaal noodzakelijk maakt om toegang te krijgen tot het product. Geen enkele persoon of rechtspersoon, erkende Mercury Marine-dealers evenmin, is door Mercury Marine gemachtigd om enige bevestiging, verklaring of garantie met betrekking tot het product te verstrekken behalve die welke in deze beperkte garantie staan; indien dit toch is gebeurd zijn deze niet jegens Mercury Marine afdwingbaar. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de "Handleiding voor gebruik en onderhoud" raadplegen, dat middels verwijzingen deel uitmaakt van deze garantie.
nld
3
INFORMATIE OVER DE GARANTIE AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN: IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. BIJKOMENDE SCHADE EN GEVOLGSCHADE ZIJN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFWIJZINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN; U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN, DIE PER STAAT EN PER LAND KUNNEN VERSCHILLEN.
Beperkte garantie van 3 jaar tegen corrosie WAT DEKT DEZE GARANTIE: Mercury Marine garandeert dat een nieuwe Mercury, Mariner, Mercury Racing, Sport Jet, M2 Jet Drive, Tracker van Mercury Marine Outboard, Mercury MerCruiser binnenboord- of hekaandrijvingsmotor (het "product") niet binnen de hieronder beschreven termijn buiten werking zal raken direct ten gevolge van corrosie.
DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte corrosiegarantie biedt dekking gedurende drie (3) jaar vanaf de datum waarop het product voor het eerst is verkocht of de datum waarop het product voor het eerst in bedrijf is gesteld, wat zich het eerste voordoet. De reparatie of vervanging van onderdelen of het leveren van service onder deze garantie verlengt de levensduur van deze garantie niet tot na de oorspronkelijke vervaldatum. Nog niet verlopen garantiedekking kan aan een volgende (niet commerciële) koper worden overgedragen mits het product naar behoren opnieuw wordt geregistreerd. VOORWAARDEN WAARAAN MOET WORDEN VOLDAAN OM GARANTIEDEKKING TE VERKRIJGEN: Garantiedekking kan alleen worden verkregen door klanten die kopen bij een dealer die door Mercury Marine gemachtigd is om het product te distribueren in het land waar de verkoop plaatsvindt en dan alleen nadat de door Mercury Marine voorgeschreven inspectie vóór aflevering is uitgevoerd en gedocumenteerd. Garantiedekking is verkrijgbaar nadat het product door de erkende dealer op de juiste wijze is geregistreerd. Inrichtingen die corrosie tegengaan en die in de Handleiding voor gebruik en onderhoud worden opgegeven, moeten op de boot worden gebruikt, en regelmatig onderhoud dat in de Handleiding voor gebruik en onderhoud wordt beschreven, moet op tijd worden uitgevoerd (met inbegrip van, zonder enige beperking, het vervangen van zelfopofferende anodes, het gebruik van opgegeven smeermiddelen en het bijwerken van beschadigingen en krasjes) om garantiedekking te behouden. Mercury Marine behoudt zich het recht voor om garantiedekking afhankelijk te maken van bewijs van correct onderhoud. WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury’s enige verplichting onder deze garantie is, naar ons goeddunken, beperkt tot het repareren van een gecorrodeerd onderdeel, het vervangen van een dergelijk onderdeel of dergelijke onderdelen door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen of het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen zonder de verplichting om eerder vervaardigde producten te wijzigen. HOE VERKRIJGT U GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury-dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar een dergelijke dealer kan brengen, dient Mercury schriftelijk op de hoogte te worden gesteld. Wij zullen dan de inspectie en eventuele reparaties onder de garantie regelen. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als de geboden service niet door deze garantie wordt gedekt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij de service horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury, mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. Teneinde dekking te verkrijgen moet bewijs van geregistreerd eigendom aan de dealer worden overlegd op het moment dat om de service uit hoofde van de garantie wordt verzocht.
4
nld
INFORMATIE OVER DE GARANTIE WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen corrosie van het elektrisch systeem; corrosie als gevolg van schade, corrosie die uitsluitend cosmetische schade veroorzaakt; misbruik of verkeerde service; corrosie van accessoires, instrumenten, stuursystemen; corrosie van door de fabriek geïnstalleerde jetaandrijving, schade als gevolg van scheepsaangroeiing; product dat verkocht is met een beperkte productgarantie van minder dan één jaar; vervangingsonderdelen (onderdelen die door de klant zijn gekocht); producten die voor commerciële doeleinden worden gebruikt. Commercieel gebruik wordt omschreven als gebruik van het product voor werk of tewerkstelling of enig gebruik van het product dat inkomsten oplevert, gedurende welk deel van de garantietermijn dan ook, zelfs als het product alleen af en toe voor dergelijke doeleinden wordt gebruikt. Corrosieschade veroorzaakt door zwerfstroom (elektrische stroomaansluiting op de vaste wal, boten in de buurt, metaal onder water) wordt niet door deze corrosiegarantie gedekt en bescherming daartegen moet worden geboden door het gebruik van een corrosiewerend systeem zoals bijvoorbeeld de Mercury Precision onderdelen of het Quicksilver MerCathode systeem en/of Galvanic Isolator (galvanische isolatiering). Corrosieschade die door verkeerde toepassing van anti-fouling verf op basis van koper wordt veroorzaakt, wordt ook niet gedekt door deze beperkte garantie. Als anti-fouling bescherming nodig is, wordt anti-fouling verf op basis van Tri-Butyl-Tin-Adipaat (TBTA) aanbevolen voor MerCruiser toepassingen. In gebieden waar verf op basis van TBTA bij de wet verboden is, kan verf op basis van koper op de romp en de spiegel worden gebruikt. Breng geen verf aan op de buitenboordmotor of het MerCruiser product. Bovendien moet opgelet worden dat geen elektrische verbinding tussen het gegarandeerde product en de verf ontstaat. Bij MerCruiser-producten moet een ongelakte ruimte van minstens38 mm (1.5 in.) worden gelaten rondom de spiegelconstructie. Raadpleeg de Handleiding voor gebruik en onderhoud voor verdere bijzonderheden. Voor meer informatie over gebeurtenissen en omstandigheden die wel of niet door deze garantie worden gedekt, kunt u het hoofdstuk Garantiedekking in de 'Handleiding voor gebruik en onderhoud' raadplegen, dat middels verwijzingen deel uitmaakt van deze garantie. AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN: IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. BIJKOMENDE EN GEVOLGSCHADE WORDEN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFSTANDSVERKLARINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN EN U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN, DIE VAN STAAT TOT STAAT EN VAN LAND TOT LAND VERSCHILLEN.
Garantiedekking en uitsluitingen Dit hoofdstuk is bedoeld om enkele van de algemene misvattingen m.b.t. garantiedekking uit de wereld te helpen. In de volgende informatie worden enkele soorten service uitgelegd die niet door de garantie worden gedekt. De hieronder uiteengezette voorwaarden zijn ter referentie in de Beperkte garantie van drie jaar tegen defecten als gevolg van corrosie, de Internationale beperkte garantie voor buitenboordmotoren en de Beperkte garantie voor buitenboordmotoren voor de Verenigde Staten en Canada opgenomen. Bedenk wel dat garantie reparaties dekt die binnen de garantietermijn nodig zijn vanwege gebreken in materiaal en afwerking. Verkeerde installatie, ongelukken, normale slijtage en allerlei andere oorzaken die op het product van invloed zijn, worden niet gedekt. De garantie is beperkt tot gebreken in materiaal of afwerking, maar alleen wanneer het product is verkocht in het land waarin distributie door ons is goedgekeurd. Voor eventuele vragen over garantiedekking kunt u contact met uw erkende dealer opnemen. De dealer zal graag al uw vragen beantwoorden.
ALGEMENE UITSLUITINGEN VAN DE GARANTIE 1.
nld
Kleine bij- en afstellingen, waaronder het controleren, reinigen of afstellen van bougies, onderdelen van de ontsteking, carburateurinstellingen, filters, riemen, bedieningsorganen en het controleren van smeermiddelen, uitgevoerd tijdens normale service.
5
INFORMATIE OVER DE GARANTIE 2.
In de fabriek geïnstalleerde jetaandrijvingen - Specifieke onderdelen die van de garantie zijn uitgesloten, zijn: door schok of slijtage beschadigde impeller van de jetaandrijving en de jetpompvoering en door water beschadigde aandrijfaslagers als gevolg van verkeerd onderhoud.
3.
Schade veroorzaakt door verzuim, gebrek aan onderhoud, ongelukken, abnormaal gebruik of verkeerde installatie of service.
4.
Kosten voor het uit het water halen, te water laten en slepen, vanwege het bootontwerp te verwijderen en/of te vervangen bootschotten of materiaal voor noodzakelijke toegang tot het product, alle bijbehorende transportkosten en/of reistijd enz. Er moet redelijke toegang tot het product worden verschaft voor service onder de garantie. De klant moet het product bij een erkende dealer afleveren.
5.
Andere, door de klant verzochte service dan hetgeen noodzakelijk is om aan de garantieverplichting te voldoen.
6.
Arbeidskosten voor werk dat niet door een erkende dealer is uitgevoerd wordt wellicht alleen onder de volgende omstandigheden gedekt: Wanneer het werk in noodgevallen is uitgevoerd (mits er geen erkende dealers in de buurt zijn die het vereiste werk kunnen uitvoeren of de dealers geen faciliteiten hebben voor uit het water halen enz. en voorafgaand door de fabriek toestemming is verleend om het werk bij deze faciliteit te laten uitvoeren).
7.
De eigenaar is verantwoordelijk voor alle incidentele en/of gevolgschade (opslagkosten, alle telefoonof huurkosten, ongemak of verlies van tijd of inkomsten).
8.
Gebruik van andere dan Mercury Precision of Quicksilver onderdelen bij het uitvoeren van reparaties tijdens de garantieperiode.
9.
De klant is verantwoordelijk voor olieën, smeermiddelen of vloeistoffen die ververst zijn als onderdeel van normaal onderhoud tenzij verlies of verontreiniging hiervan door een defect van het product is veroorzaakt dat voor garantie in aanmerking komt.
10. Deelname aan of voorbereiding voor wedstrijden of andere wedstrijdactiviteiten of varen met een voor racen bedoeld onderwaterhuis. 11. Motorlawaai duidt niet noodzakelijkerwijs op een ernstig motorprobleem. Als de diagnose een ernstig probleem in de motor aangeeft, dat tot een storing kan leiden, moet de oorzaak van het lawaai onder de garantie worden verholpen. 12. Schade aan het onderwaterhuis en/of de schroef, veroorzaakt door het raken van een voorwerp onder water, wordt als een gevaar van het varen beschouwd. 13. Water dat de motor via de brandstofinlaat, luchtinlaat of het uitlaatsysteem binnenkomt of onderdompeling. 14. Storing van onderdelen veroorzaakt door gebrek aan koelwater, wat het gevolg is van het starten van een motor die niet in het water is, vreemd materiaal dat de inlaatopeningen verstopt, een te hoog gemonteerde of te ver naar buiten getrimde motor. 15. Gebruik van brandstoffen en smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met of op het product. Raadpleeg het hoofdstuk Onderhoud. 16. Onze beperkte garantie is niet van toepassing op productschade veroorzaakt door de installatie of het gebruik van onderdelen en accessoires die niet door ons worden geproduceerd of verkocht. Storingen die geen verband houden met het gebruik van die onderdelen of accessoires worden onder de garantie gedekt als ze aan de voorwaarden van de beperkte garantie van dat product voldoen.
Beperkte emissiegarantie volgens Amerikaanse EPA Overeenkomstig de verplichtingen voortvloeiend uit 40 CFR deel 1045, subdeel M, verleent Mercury Marine de koper een emissiegarantie van vijf jaar of 175 motorbedrijfsuren (wat het eerst komt), inhoudend dat de motor zodanig is ontworpen, gebouwd en uitgerust dat deze bij verkoop aan de geldende voorschriften volgens hoofdstuk 213 van de Clean Air Act voldoet en dat de motor vrij is van materiaalgebreken en fabricagefouten waardoor de motor niet meer aan de geldende voorschriften zou voldoen. Deze emissiegarantie geldt voor alle componenten die vermeld staan in de lijst Onderdelen van emissieregelsysteem.
6
nld
INFORMATIE OVER DE GARANTIE Onderdelen van emissieregelsysteem De emissiegarantie volgens de EPA en voor Californië geldt voor alle componenten die vermeld staan in de volgende lijst:
ONDERDELEN VAN HET EMISSIEREGELSYSTEEM: 1.
Brandstofdoseersysteem a. Carburateur en inwendige onderdelen (en/of drukregelaar of brandstofinjectiesysteem) b. Verrijkingssysteem voor koude start c. Inlaatkleppen
2.
Luchtaanzuigsysteem a. Inlaatspruitstuk b. Turbolader- of superchargersysteem (waar van toepassing)
3.
Ontstekingssysteem a. Bougies b. Magnetisch of elektronisch ontstekingssysteem c. Systeem voor vonkvervroeging-/vertraging d. Bobine en/of ontstekingsmodule e. Bedrading ontstekingssysteem
4.
Smeersysteem (behalve viertaktmotoren) a. Oliepomp en inwendige onderdelen b. Olie-injectors c. Oliemeter
5.
Uitlaatsysteem a. Uitlaatspruitstuk b. Uitlaatkleppen
6.
Diverse onderdelen gebruikt in bovenstaande systemen a. Slangen, klemmen, aansluitingen, buizen, afdichtpakkingen of -voorzieningen en bevestigingsmaterialen b. Poelies, riemen en spanrollen c. Vacuüm-, temperatuur- en terugslagkleppen en -schakelaars, eventueel tijdgeschakeld d. Elektronische bedieningselementen
De garantie op het emissiesysteem geldt alleen voor onderdelen die bij een defect de motoremissie van onder de bepaling vallende verontreinigende stoffen zouden verhogen.
Beperkte garantie emissies Californië De California Air Resources Board heeft emissievoorschriften uitgevaardigd voor buitenboordmotoren. De voorschriften gelden voor alle buitenboordmotoren verkocht aan kopers in Californië en vervaardigd in modeljaar 2001 en later. In navolging van deze regelgeving biedt Mercury Marine deze beperkte garantie voor het emissieregelsysteem (zie de componenten die vermeld staan onder Onderdelen van emissieregelsysteem) en garandeert het tevens dat de buitenboordmotor is ontworpen, gebouwd en uitgerust conform alle geldende voorschriften uitgevaardigd door de California Air Resources Board overeenkomstig de bevoegdheden volgens hoofdstukken 1 en 2, deel 5, divisie 26 van de Health and Safety Code. Zie voor informatie betreffende de beperkte garantie voor andere onderdelen van de buitenboordmotor de verklaring van beperkte garantie voor uw buitenboordmotor.
nld
7
INFORMATIE OVER DE GARANTIE WAT DEKT DEZE GARANTIE: Mercury Marine garandeert dat de componenten van de emissieregelsystemen (zie de lijst met componenten onder Onderdelen van emissieregelsysteem) van de nieuwe buitenboordmotoren vervaardigd in modeljaar 2001 (en later), verkocht door dealers in Californië aan kopers woonachtig in Californië, vrij zijn van materiaalgebreken of fabricagefouten die het uitvallen van gegarandeerde onderdelen veroorzaken, in alle materiële aspecten identiek zijn aan de onderdelen zoals beschreven in de aanvraag voor certificering van Mercury Marine door de California Air Resources Board, voor de hieronder gespecificeerde tijdsduur en voorwaarden. De kosten voor vaststelling van een defect dat onder de garantie valt, worden gedekt door de garantie (als de garantieclaim wordt toegewezen). Van schade aan andere motoronderdelen veroorzaakt door defecten aan een onderdeel dat onder de garantie valt, zijn de reparatiekosten ook gedekt door deze garantie. DEKKINGSTERMIJN: Deze beperkte garantie dekt de onderdelen van het emissieregelsysteem van nieuwe buitenboordmotoren uit modeljaar 2001 (en later) die zijn verkocht aan kopers in Californië. De garantie geldt voor een periode van vier (4) jaar vanaf de datum dat het product is verkocht, voor het eerst in bedrijf is gesteld (wat zich het eerst voordoet) of tot een totaal van 250 motorbedrijfsuren (zoals vastgesteld door de urenteller van de motor, indien van toepassing). Normale onderhoudspunten die samenhangen met emissie zoals bougies en filters, vermeld op de lijst van onderdelen onder garantie, zijn uitsluitend gedekt tot het eerste onderhoudsinterval. Zie Onderdelen van emissieregelsysteem en Onderhoudsschema. Reparatie of vervanging van onderdelen en onderhoudswerkzaamheden onder deze garantie leiden niet tot verlenging van de geldigheidstermijn van deze garantie tot na de oorspronkelijke datum. Resterende garantiedekking kan worden overgedragen aan de volgende koper. (Zie de instructies betreffende het overdragen van de garantie.) VERKRIJGEN VAN GARANTIEDEKKING: De klant moet Mercury redelijkerwijs in de gelegenheid stellen om de reparatie uit te voeren en toegang tot het product geven voor service uit hoofde van de garantie. Garantieclaims dienen te worden ingediend door het product ter inspectie naar een Mercury-dealer te brengen die gemachtigd is om onderhoud of reparaties aan het product uit te voeren. Als de koper het product niet naar zo'n dealer kan brengen, dient hij contact op te nemen met Mercury Marine en Mercury zal dan de inspectie en eventuele reparaties onder de garantie organiseren. De koper betaalt in dat geval voor alle met vervoer verband houdende kosten en/of reistijd. Als het geleverde onderhoud niet onder deze garantie valt, betaalt de koper alle arbeids- en materiaalkosten en alle andere kosten die bij het onderhoud horen. Tenzij daartoe verzocht door Mercury mag de koper het product of onderdelen van het product niet rechtstreeks naar Mercury zenden. WAT MERCURY ZAL DOEN: Mercury Marine’s enige verplichting onder deze garantie is beperkt tot het, naar eigen inzicht en op eigen kosten, repareren van een defect onderdeel of vervangen van een dergelijk onderdeel(-delen) door nieuwe of door Mercury Marine gecertificeerde, gereviseerde onderdelen dan wel het terugbetalen van de aankoopprijs van het Mercury-product. Mercury behoudt zich het recht voor om producten van tijd tot tijd te verbeteren of te wijzigen, zonder verplicht te zijn om eerder vervaardigde producten te wijzigen. WAT NIET WORDT GEDEKT: Deze beperkte garantie dekt geen regelmatig onderhoud, afstellingen, bijstellingen, normale slijtage en schade die veroorzaakt worden door misbruik, verkeerd gebruik, gebruik van een schroef of tandwieloverbrenging waardoor de motor bij volgas niet kan draaien binnen de aanbevolen toerentalzone (zie Algemene informatie - specificaties), het gebruik van het product op een manier die niet overeenstemt met de aanbevolen gebruiksprocedures, verzuim, ongelukken, onder water raken, verkeerde installatie (de specificaties en technieken voor de juiste installatie worden uiteengezet in de installatieinstructies voor het product), verkeerde service, jetpompimpellers en voeringen, varen met brandstof, olie of smeermiddelen die niet geschikt zijn voor gebruik met het product (zie Brandstof en olie), wijzigingen aan of verwijdering van onderdelen. Onkosten in verband met uit het water halen, te water laten, slepen, opslag, telefoon, huur, ongemak, ligplaatskosten, verzekeringsdekking, betalingen voor leningen, tijdsverlies, verlies van inkomsten en alle andere soorten incidentele of gevolgschade worden niet door deze garantie gedekt. Bovendien dekt deze garantie niet de extra kosten als het ontwerp van de boot het verwijderen en/of vervangen van bootschotten of materiaal noodzakelijk maakt om toegang te krijgen tot het product.
8
nld
INFORMATIE OVER DE GARANTIE Onderhoud, vervanging of reparatie van voorzieningen en systemen voor emissieregeling die niet onder de garantie vallen, kunnen worden uitgevoerd door een willekeurige werkplaats of monteur gespecialiseerd in scheepsmotorreparatie. Bij gebruik van onderdelen die niet afkomstig zijn van Mercury voor niet onder de garantie vallende(e) onderhoud of reparatie, behoudt u uw recht op andere werkzaamheden onder garantie. Het gebruik van toegevoegde (zoals gedefinieerd in paragraaf 1900 (b)(1) en (b)(10) van Titelblad 13 van de California Code of Regulations) of gewijzigde onderdelen die niet zijn ontheven door de California Air Resources Board, kan tot gevolg hebben dat naar het oordeel van Mercury Marine een garantieclaim wordt afgewezen. Onderdelen die onder de garantie vallen en die een defect hebben als gevolg van het gebruik van een niet-ontheven toegevoegd of gewijzigd onderdeel, zijn niet gedekt. AFWIJZINGEN EN BEPERKINGEN IMPLICIETE GARANTIES VAN VERKOOPBAARHEID EN GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL WORDEN UITDRUKKELIJK AFGEWEZEN. IN ZOVERRE DEZE NIET KUNNEN WORDEN AFGEWEZEN, ZIJN IMPLICIETE GARANTIES BEPERKT TOT DE TERMIJN VAN DE EXPLICIETE GARANTIE. BIJKOMENDE SCHADE EN GEVOLGSCHADE ZIJN NIET DOOR DEZE GARANTIE GEDEKT. SOMMIGE STATEN/LANDEN STAAN DE HIERBOVEN VERMELDE AFWIJZINGEN, BEPERKINGEN EN UITSLUITINGEN NIET TOE; DAAROM GELDEN ZE MISSCHIEN NIET VOOR U. DEZE GARANTIE GEEFT SPECIFIEKE WETTELIJKE RECHTEN; U KUNT OOK ANDERE RECHTEN HEBBEN, DIE PER STAAT EN PER LAND KUNNEN VERSCHILLEN. Heeft u vragen over uw rechten en verantwoordelijkheden met betrekking tot de garantie, neem dan contact op met Mercury Marine op 1-920-929-5040.
Uitleg over uw California Emission Control-garantieverklaring van de California Air Resources Board UW RECHTEN EN PLICHTEN ONDER DEZE GARANTIE: De California Air Resources Board legt u graag de garantievoorwaarden uit voor het emissieregelsysteem voor uw buitenboordmotor uit modeljaar 2001 of later. In Californië moeten nieuwe buitenboordmotoren zo worden ontworpen, gebouwd en uitgerust dat ze voldoen aan de strenge anti-smogvoorschriften die in deze staat gelden. Mercury Marine moet het emissieregelsysteem op uw buitenboordmotor garantiedekking geven voor de hieronder vermelde tijdsduur, op voorwaarde dat er geen sprake is van misbruik, verzuim of verkeerd onderhoud met betrekking tot uw buitenboordmotor. Uw emissieregelsysteem kan de volgende onderdelen bevatten: carburateur of brandstofinjectiesysteem, ontstekingssysteem en katalysator. Het systeem kan eveneens slangen, riemen, connectors en andere met emissie verband houdende onderdelen bevatten. Als het defect onder de garantie valt, repareert Mercury uw buitenboordmotor zonder kosten voor u, inclusief diagnose, onderdelen en arbeidsloon. GARANTIEDEKKING FABRIKANT: Voor bepaalde onderdelen voor emissieregeling van buitenboordmotoren uit modeljaar 2001 en later geldt de garantiedekking vier (4) jaar of 250 bedrijfsuren, wat zich het eerste voordoet. Garantiedekking gebaseerd op het aantal uren is echter alleen toegestaan voor buitenboordmotoren en kleine vaartuigen die zijn uitgerust met geschikte urentellers of gelijkwaardige meters. Als een met emissie verband houdend onderdeel van uw motor defect raakt onder de garantie, zal Mercury Marine dit onderdeel repareren of vervangen. GARANTIE-VERANTWOORDELIJKHEDEN EIGENAAR: De eigenaar van de buitenboordmotor is verantwoordelijk voor de uitvoering van het vereiste onderhoud zoals beschreven in de lijst in het hoofdstuk Onderhoud. Mercury Marine raadt u aan alle kwitanties m.b.t onderhoud van uw buitenboordmotor te bewaren, maar Mercury Marine kan de garantie niet afwijzen uitsluitend vanwege het ontbreken van kwitanties of omdat u niet alle geplande onderhoudswerkzaamheden hebt uitgevoerd. Als eigenaar van de buitenboordmotor hoort u zich er altijd van bewust te zijn dat Mercury Marine de garantiedekking kan afwijzen als uw buitenboordmotor of een onderdeel een defect heeft opgelopen door misbruik, nalatigheid, verkeerd onderhoud of niet-geautoriseerde wijzigingen. Het is uw verantwoordelijkheid de buitenboordmotor voor onderhoud naar een hiervoor geautoriseerde Mercury-dealer te brengen zodra zich een probleem voordoet. De reparaties die onder de garantie vallen worden uitgevoerd binnen een redelijke tijdsduur, tot maximaal 30 dagen.
nld
9
INFORMATIE OVER DE GARANTIE Heeft u vragen over uw rechten en verantwoordelijkheden met betrekking tot de garantie, neem dan contact op met Mercury Marine op 1-920-929-5040.
Ster-emissiecertificatielabel Buitenboordmotoren hebben een van de volgende ster-labels op de motorkap. Het symbool voor een schonere scheepsmotor betekent: Schonere lucht en schoner water - voor een gezondere levensstijl en natuur. Lager brandstofverbruik - verbruikt tot 30–40 procent minder gas en olie dan conventionele tweetaktmotoren met carburateur, waardoor u geld en energie bespaart. Langer geldende garantie op de emissie - beschermt de gebruiker en staat garant voor zorgeloos gebruik. Eén ster - lage emissie Het label met één ster wordt aangebracht op motoren die voldoen aan de uitlaatemissienormen van 2001 van de Air Resources Board. Bij motoren die aan deze normen voldoen, is de uitlaatemissie 75% lager dan bij conventionele tweetaktmotoren met een carburateur. Deze 22531 motoren voldoen aan de normen voor scheepsmotoren van 2006 van de Amerikaanse EPA. Twee sterren - zeer lage emissie
42537
Het label met twee sterren wordt aangebracht op motoren die voldoen aan de uitlaatemissienormen van 2004 voor kleine vaartuigen en buitenboordmotoren van de Air Resources Board. Bij motoren die aan deze normen voldoen, is de uitlaatemissie 20% lager dan bij motoren met het label "één ster - lage emissie". Drie sterren - ultralage emissie
42538
Het label met drie sterren wordt aangebracht op motoren die voldoen aan de uitlaatemissienormen van 2008 voor kleine vaartuigen en buitenboordmotoren of de uitlaatemissienormen van 2003/2008 voor scheepsmotoren (binnenboord- en hekaandrijving) van de Air Resources Board. Bij motoren die aan deze normen voldoen, is de uitlaatemissie 65% lager dan bij motoren met het label "één ster - lage emissie". Vier sterren - superlage emissie
42539
Het label met vier sterren wordt aangebracht op motoren die voldoen aan de uitlaatemissienormen van 2009 voor scheepsmotoren (binnenboord en hekaandrijving) van de Air Resources Board. Kleine vaartuigen en buitenboordmotoren voldoen soms ook aan deze normen. Bij motoren die aan deze normen voldoen is de uitlaatemissie 90% lager dan die van motoren met het label "één ster - lage emissie".
10
nld
ALGEMENE INFORMATIE Verantwoordelijkheid van de bestuurder De bestuurder is verantwoordelijk voor de juiste en veilige bediening van de boot en de veiligheid van de medeopvarenden en het grote publiek. Er wordt ten sterkste aangeraden dat elke bestuurder deze gehele handleiding doorleest, voordat hij de buitenboordmotor gebruikt. Zorg ervoor dat er minstens één andere persoon aan boord is die geleerd heeft de buitenboordmotor te starten en te bedienen en die de boot kan besturen in geval de bestuurder niet in staat is om dit te doen.
Vóór het bedienen van de buitenboordmotor Lees deze handleiding aandachtig. Leer hoe u de buitenboordmotor op de juiste wijze bedient. Voor eventuele vragen kunt u contact met uw dealer opnemen. Het in acht nemen van de veiligheids- en bedieningsinformatie en gezond verstand kunnen samen dit risico van letsel en beschadiging van het product helpen voorkomen. In deze handleiding en op de veiligheidslabels op de buitenboordmotor worden de volgende veiligheidswaarschuwingen gebruikt om uw aandacht op speciale veiligheidsaanwijzingen te vestigen die gevolgd moeten worden.
!
GEVAAR
Duidt op een gevaarlijke situatie die tot ernstig of dodelijk letsel zal leiden als hij niet wordt vermeden.
!
WAARSCHUWING
Duidt op een gevaarlijke situatie die tot ernstig of dodelijk letsel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.
!
OPGELET
Duidt op een gevaarlijke situatie die tot licht of matig letsel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.
KENNISGEVING Duidt op een situatie die tot uitval van de motor of een belangrijk onderdeel zou kunnen leiden als hij niet wordt vermeden.
Vermogen van de boot !
WAARSCHUWING
Als een buitenboordmotor gebruikt wordt die de maximale vermogensgrens van een boot overschrijdt, kan: 1. de boot onbestuurbaar worden 2. te veel gewicht bij de spiegel geplaatst worden waardoor het drijfvermogen van de boot gewijzigd wordt of 3. de boot kapot gaan, vooral in de buurt van de spiegel. Het gebruik van een buitenboordmotor met een te groot vermogen kan leiden tot letsel, dodelijke ongelukken of schade aan de boot.
nld
11
ALGEMENE INFORMATIE Gebruik geen buitenboordmotor op uw boot met een te groot vermogen en overbelast uw boot niet. De meeste boten hebben een vereist vermogensplaatje dat het maximaal toegestane vermogen en de maximaal toegestane belasting aangeeft die door de fabrikant zijn vastgesteld aan de hand van bepaalde overheidsrichtlijnen. Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant van de boot.
U.S. COAST GUARD CAP ACITY MAXIMUM HORSEPOWER XXX MAXIMUM PERSON CAPACITY (POUNDS)
XXX
MAXIMUM WEIGHT CAPACITY
XXX 26777
Gebruik van race- en speedboten Als uw buitenboordmotor gebruikt zal worden op een speed- of raceboot waarmee u niet vertrouwd bent, raden wij aan dat u er pas snel mee vaart na een eerste kennismakingsdemonstratie door uw dealer of een bestuurder die ervaring heeft met deze combinatie van vaartuig en buitenboordmotor. Vraag voor nadere informatie een exemplaar aan van de brochure Gebruik van race- en speedbotenbij uw dealer, leverancier of bij Mercury Marine.
Schroef selecteren De schroef op uw buitenboordmotor is één van de belangrijkste onderdelen van het voorstuwingssysteem. Een verkeerd gekozen schroef kan de prestatie van uw boot aanzienlijk beïnvloeden en mogelijk resulteren in beschadiging van de buitenboordmotor. Voor de schroef kunt u kiezen uit een compleet assortiment aluminium en roestvrijstalen schroeven van Mercury Marine, die speciaal zijn ontworpen voor uw buitenboordmotor. Ga voor een overzicht van het complete productassortiment en voor het vinden van de optimale schroef voor uw toepassing naar www.mercmarinepropellers.com of raadpleeg de plaatselijke erkende Mercury-dealer.
DE JUISTE SCHROEF KIEZEN Bij het kiezen van de juiste schroef is gebruik van een nauwkeurige toerenteller voor het meten van het motortoerental zeer belangrijk. Kies voor uw vaartoepassing een schroef waarmee de motor binnen het gespecificeerde bedrijfsbereik voor volgas kan draaien. Bij gebruik van de boot met volgas en normale belasting hoort het motortoerental zich in de bovenste helft van het aanbevolen toerentalbereik voor volgas te bevinden. Zie Technische gegevens. Als het motortoerental boven dit bereik valt, kiest u een schroef met grotere spoed om het motortoerental te verlagen. Als het motortoerental onder dit bereik valt, kiest u een schroef met kleinere spoed om het motortoerental te verhogen. BELANGRIJK: Voor een goede passing en prestatie beveelt Mercury Marine gebruik aan van schroeven en bevestigingsmateriaal van de merken Mercury of Quicksilver.
12
nld
ALGEMENE INFORMATIE De schroeven worden aangeduid op basis van diameter, spoed, het aantal bladen en het materiaal. De diameter en spoed zijn in de zijkant of op het uiteinde van de schroefnaaf gestanst (gegoten). Het eerste cijfer geeft de diameter van de schroef aan en het tweede de spoed. Zo staat '14x19' voor een schroef met diameter van 14 in. en een spoed van 19 in.
a
22669
b ab-
Diameter Spoed - afgelegde afstand na één rotatie
Hieronder volgt elementaire informatie over schroeven die u zal helpen de juiste schroef voor uw vaartoepassing te kiezen. Diameter - De diameter is de diameter van de denkbeeldige cirkel die wordt gevormd wanneer de schroef draait. De juiste diameter van elke schroef wordt door het ontwerp van uw buitenboordmotor bepaald. Als er voor dezelfde spoed echter meerdere diameters beschikbaar zijn, gebruikt u een grotere diameter voor toepassingen met zware belasting en een kleinere diameter voor lichtere toepassingen. Spoed - De spoed is de theoretische afstand in inches die de schroef tijdens één slag in het water in voorwaartse richting aflegt. U kunt de spoed vergelijken met de versnelling in een auto. Met een kleinere versnelling accelereert de auto sneller maar is de uiteindelijke topsnelheid lager. Op dezelfde manier accelereert ook een schroef met kleine spoed snel maar is de uiteindelijke topsnelheid lager. Naarmate de spoed groter wordt, vaart de boot sneller; de acceleratiesnelheid neemt echter af. Bepalen van de juiste spoed - Bepaal eerst het toerental bij volgas onder normale belasting. Als het toerental bij volgas binnen het aanbevolen bereik valt, selecteert u een vervangende of betere schroef met dezelfde spoed als de huidige schroef. •
Als u de spoed met 1 in. vergroot, neemt het toerental bij volgas met 150 tot 200 omw/min af.
•
Als u de spoed met 1 in. verkleint, neemt het toerental bij volgas met 150 tot 200 omw/min toe.
•
Stapt u over van een schroef met 3 bladen naar een schroef met 4 bladen dan neemt het toerental bij volgas doorgaans met 50 tot 100 omw/min af.
BELANGRIJK: Voorkom motorschade. Gebruik nooit een schroef waarmee de motor bij normaal varen met volgas het aanbevolen toerentalbereik voor volgas overschrijdt.
SCHROEFMATERIAAL De meeste door Mercury Marine vervaardigde schroeven zijn van aluminium of van roestvrij staal. Aluminium is geschikt voor algemene toepassingen en is op veel nieuwe boten de standaardkeuze. Roestvrij staal gaat vijf keer zo lang mee als aluminium en verbetert doorgaans de prestaties qua acceleratie en topsnelheid dankzij een efficiënter ontwerp. Roestvrijstalen schroeven zijn tevens in meer maten en uitvoeringen verkrijgbaar, waardoor u de ultieme prestatie van uw boot kunt bewerkstelligen.
nld
13
ALGEMENE INFORMATIE DRIE BLADEN OF VIER BLADEN Schroeven met drie en met vier bladen zijn verkrijgbaar in vele maten, zowel in aluminium als in roestvrij staal, en hebben unieke prestatiekarakteristieken. Algemeen kan worden gesteld dat schroeven met drie bladen een goede algemene prestatie leveren, met een topsnelheid die hoger ligt dan die van schroeven met vier bladen. Maar met een schroef met vier bladen planeert u sneller en is de efficiëntie op kruissnelheid groter, hoewel de topsnelheid lager ligt dan die van een schroef met drie bladen.
Buitenboordmodellen met afstandsbediening De afstandsbediening die is aangesloten op de buitenboordmotor moet een beveiliging hebben die uitsluitend starten in neutraal toelaat. Hierdoor wordt voorkomen dat de motor start wanneer de overbrenging in een andere stand dan neutraal is geschakeld.
!
WAARSCHUWING
Starten van de motor terwijl de aandrijving is ingeschakeld kan ernstig of dodelijk letsel veroorzaken. Gebruik nooit boten die niet zijn voorzien van een beveiliging die uitsluitend starten in neutraal toelaat.
26779
Kennisgeving over afstandsbesturing De stuurstang waarmee de stuurkabel aan de motor is bevestigd moet worden vastgezet met zelfborgende moeren. Deze zelfborgende moeren mogen nooit door gewone (niet borgende) moeren worden vervangen omdat deze zich loswerken en van de machine af trillen, waardoor de stang losraakt.
!
WAARSCHUWING
Een ontkoppelde stuurstang kan ertoe leiden dat de boot onverwacht een volledige, scherpe bocht maakt. Deze mogelijk heftige beweging kan ertoe leiden dat medepassagiers overboord worden geslingerd en ernstig, zelfs fataal, letsel oplopen.
a-
a
a
Zelfborgende moeren
27740
14
nld
ALGEMENE INFORMATIE Dodemansschakelaar De dodemansschakelaar dient om de motor uit te zetten wanneer de bestuurder zo ver van de bestuurdersplaats verwijderd raakt (zoals wanneer hij uit de stoel wordt geslingerd) dat de schakelaar geactiveerd wordt. Buitenboordmotoren met stuurknuppel en sommige afstandsbedieningen zijn uitgerust met een dodemansschakelaar. Een schakelaar met dodemanskoord kan als optie worden geïnstalleerd gewoonlijk op het dashboard of aan de zijkant naast de plaats van de bestuurder. Het dodemanskoord is gewoonlijk 122–152 cm (4-5 feet) lang wanneer het uitgetrokken wordt, met een element aan het ene uiteinde dat in de schakelaar wordt gestoken en een drukker aan het andere uiteinde dat aan de bestuurder wordt bevestigd. Het dodemanskoord is spiraalvormig opgewonden, zodat het zo kort mogelijk is wanneer er niet aan wordt getrokken en de kans dat het in voorwerpen verstrikt raakt zo klein mogelijk blijft. De lengte in uitgetrokken toestand is zodanig dat de kans op per ongeluk activeren minimaal is, mocht de bestuurder zich nabij zijn stoel bewegen. Als een korter dodemanskoord wenselijk is, wikkelt u het koord rond de pols of het been van de bestuurder of legt u een knoop in het koord.
b
a
21629
ab-
dodemanskoord dodemansschakelaar
Lees de onderstaande veiligheidsinformatie voordat u verdergaat. Belangrijke veiligheidsinformatie: De dodemansschakelaar dient de motor af te zetten als de bestuurder zich zo ver van de bestuurdersplaats verwijdert dat de schakelaar geactiveerd wordt. Dit is het geval als de bestuurder per ongeluk overboord valt of zich binnen de boot te ver van de bestuurdersplaats verwijdert. Overboord vallen of uit de stoel geslingerd worden komt eerder voor bij bepaalde boottypen zoals opblaasboten met lage zijkanten, sportvisboten, speedboten en lichte vissersboten met een gevoelige helmstokbesturing. Overboord vallen of uit de stoel worden gestoten komt ook eerder voor bij onjuist gebruik, bijvoorbeeld op de rugleuning van de stoel zitten of op het gangboord bij planeesnelheden, staan bij planeesnelheden, op het verhoogde dek van een vissersboot zitten, met planeesnelheid varen in ondiep water of water met veel obstakels, een naar een kant trekkend stuurwiel of dito stuurknuppel loslaten, het gebruik van alcohol of verdovende middelen en gewaagde bootmanoeuvres bij hoge snelheid. Hoewel de motor bij activering van de dodemansschakelaar onmiddellijk wordt afgezet, blijft de boot doorvaren afhankelijk van de snelheid en de scherpte van de bocht op het moment dat de motor werd afgezet. De boot zal echter geen volledige cirkel maken. Terwijl de boot doorvaart, is de kans op ernstig letsel voor personen in het vaartraject van de boot hetzelfde als wanneer de motor draait. Wij raden ten sterkste aan om medeopvarenden de start- en bedieningsprocedures te leren ingeval ze de motor in een noodgeval moeten bedienen (bv. als de bestuurder per ongeluk uit de boot wordt geworpen).
!
WAARSCHUWING
Als de bestuurder overboord valt, zet de motor dan onmiddellijk af om de kans te verkleinen dat de boot de bestuurder raakt, met mogelijk ernstig of dodelijk letsel als gevolg. Zorg er altijd voor dat de bestuurder goed via een koord met de dodemansschakelaar is verbonden.
nld
15
ALGEMENE INFORMATIE !
WAARSCHUWING
Vermijd ernstig en dodelijk letsel door sterke remkrachten als gevolg van het per ongeluk of onbedoeld activeren van de dodemansschakelaar. De bestuurder van de boot mag nooit de bestuurdersplaats verlaten zonder eerst het dodemansschakelaarkoord van zijn lichaam los te halen. Per ongeluk of onbedoeld activeren van de dodemansschakelaar kan ook tijdens normaal bedrijf gebeuren. Dit kan één of meer van de volgende mogelijk gevaarlijke situaties veroorzaken: •
Opvarenden kunnen naar voren worden geslingerd bij onverwacht stoppen; dit is vooral een probleem voor passagiers voorin de boot; deze kunnen over de boeg slaan en door het onderwaterhuis of de schroef geraakt worden.
•
Verlies van vermogen en de macht over het stuur in ruwe zee, sterke stroming of harde wind.
•
Verlies van de macht over het stuur tijdens het aanleggen.
ZORG DAT DE DODEMANSSCHAKELAAR EN HET KOORD ALTIJD IN GOEDE WERKENDE STAAT VERKEREN. Controleer vóór elk gebruik de werking van de dodemansschakelaar. Start de motor en stop hem door aan het dodemanskoord te trekken. Als de motor niet stopt, moet de schakelaar gerepareerd worden voordat u de boot gebruikt. Inspecteer het dodemanskoord altijd voor gebruik om te zien of het in goede staat verkeert en niet is gebroken, ingesneden of versleten. Controleer of de clips op de uiteinden van het dodemanskoord in goede staat verkeren. Vervang dodemanskoorden die beschadigd of versleten zijn.
Mensen in het water beschermen TERWIJL U VAART Voor personen, die zich staand of drijvend in het water bevinden, is het zeer moeilijk snel uit de weg te gaan, wanneer een motorboot, zelfs met een lage snelheid, in hun richting vaart.
21604
Minder altijd snelheid en wees zeer voorzichtig wanneer uw boot zich in de nabijheid van badende mensen bevindt. Wanneer een boot vaart (zonder aangedreven te worden) en de schakeling van de buitenboordmotor in de neutraalstand staat, oefent het water voldoende kracht uit op de schroef om de schroef te doen draaien. Dit vrij ronddraaien van de schroef kan ernstig letsel veroorzaken.
TERWIJL DE BOOT STILLIGT !
WAARSCHUWING
Stop uw motor onmiddellijk wanneer iemand zich in de buurt van uw boot in het water bevindt. De persoon in het water kan ernstig gewond raken als hij door een draaiende schroef, varende boot, onderwaterhuis of door permanent aan de boot of het onderwaterhuis gemonteerde accessoires wordt geraakt. Schakel de motor in de neutraalstand en zet de motor uit alvorens mensen in de buurt van uw boot te laten zwemmen of waden.
16
nld
ALGEMENE INFORMATIE Mededeling over veiligheid van passagiers – ponton- en dekboten Houd tijdens het varen altijd in het oog waar alle passagiers zich bevinden. Sta niet toe dat passagiers staan of andere stoelen gebruiken dan de stoelen die bedoeld zijn voor sneller varen dan met stationair toerental. Een plotselinge afname in de vaarsnelheid, zoals wanneer de boot in een grote golf of in kielzog duikt, plotseling minder gas geven of een scherpe richtingsverandering van de boot kan hen van de voorkant van de boot slingeren. Als ze over de voorkant van de boot tussen de twee pontons vallen, kunnen zij door de buitenboordmotor overvaren worden.
BOTEN MET EEN OPEN VOORDEK Niemand mag zich ooit vóór het hekje op het dek bevinden terwijl de boot vaart. Houd alle passagiers achter het hekje of de afzetting. Mensen op het voordek kunnen gemakkelijk overboord worden geslingerd en benen die over de voorrand bengelen, kunnen door een golf worden gegrepen zodat de mensen in het water worden getrokken.
26782
!
WAARSCHUWING
Voorkom ernstige of dodelijke ongelukken door overboord slaan over de voorkant van een ponton of dekboot en overvaren. Blijf bij de voorkant van het dek vandaan en blijf zitten terwijl de boot vaart.
BOTEN MET VOOROP GEMONTEERDE HOGE VISSTOELEN OP VOETSTUK Hoge visstoelen zijn niet bedoeld voor gebruik als de boot sneller vaart dan met stationair toerental of op sleepsnelheid. Ga alleen op stoelen zitten die bedoeld zijn voor varen met hogere snelheid. Een onverwachte, plotselinge afname in de snelheid van de boot kan tot gevolg hebben dat de passagier die hoog zit over de voorkant uit de boot valt.
26783
nld
17
ALGEMENE INFORMATIE Over golven en kielwater springen Het varen over golven en kielwater met plezierboten maakt van nature deel uit van varen. Maar wanneer dit zo snel wordt gedaan dat het onderwaterschip geheel of gedeeltelijk uit het water wordt getild, ontstaan bepaalde gevaarlijke situaties, vooral wanneer de boot weer in het water terechtkomt.
26784
Het grootste probleem is dat de boot van richting kan veranderen terwijl hij over een golf of kielwater springt. In dat geval kan de boot plotseling van koers veranderen wanneer hij weer in het water terechtkomt. Een dergelijke scherpe verandering van richting kan ertoe leiden dat de opvarenden uit hun stoel of uit de boot worden gestoten.
!
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van in of uit de boot gestoten worden wanneer de boot neerkomt na over een golf of kielwater te zijn gesprongen. Vermijd zo veel mogelijk over golven en kielwater te springen. Instrueer alle opvarenden omlaag te duiken en zich aan een handgreep van de boot vast te houden als de boot over golven of kielwater springt. Een minder vaak voorkomende, maar gevaarlijke situatie kan ontstaan als u de boot over een golf of kielwater laat springen. Als de boeg van de boot in de lucht ver genoeg omlaag duikt, kan hij bij het neerkomen onder het wateroppervlak komen en gedurende een ogenblik geheel onder water zijn. Hierdoor komt de boot ogenblikkelijk tot stilstand en kunnen de opvarenden naar voren vliegen. De boot kan bovendien scherp naar één kant trekken.
Impact with Underwater Hazards Reduce speed and proceed with caution whenever you drive a boat in shallow water areas, or in areas where you suspect underwater obstacles may exist which could be struck by the outboard or the boat bottom. The most important thing you can do to help reduce injury or impact damage from striking a floating or underwater object is to control the boat speed. Under these conditions, boat speed should be kept to a minimum planing speed of 24 to 40 km/h (15 to 25 MPH).
26785
18
nld
ALGEMENE INFORMATIE Striking a floating or underwater object could result in an infinite number of situations. Some of these situations could result in the following: •
Part of the outboard or the entire outboard could break loose and fly into the boat.
•
The boat could move suddenly in a new direction. Such a sharp change in direction can cause occupants to be thrown out of their seats or out of the boat.
•
A rapid reduction in speed. This will cause occupants to be thrown forward, or even out of the boat.
•
Impact damage to the outboard and/or boat.
Keep in mind, the most important thing you can do to help reduce injury or impact damage during an impact is control the boat speed. Boat speed should be kept to a minimum planing speed when driving in waters known to have underwater obstacles. After striking a submerged object, stop the engine as soon as possible and inspect it for any broken or loose parts. If damage is present or suspected, the outboard should be taken to an authorized dealer for a thorough inspection and necessary repair. The boat should also be checked for any hull fractures, transom fractures, or water leaks. Operating a damaged outboard could cause additional damage to other parts of the outboard, or could affect control of the boat. If continued running is necessary, do so at greatly reduced speeds.
!
WAARSCHUWING
Operating a boat or engine with impact damage can result in product damage, serious injury, or death. If the vessel experiences any form of impact, have an authorized Mercury Marine dealer inspect and repair the vessel or power package.
Uitlaatgasemissie WEES ALERT OP KOOLMONOXIDEVERGIFTIGING Koolmonoxide (CO) is een dodelijk gas dat aanwezig is in de uitlaatgassen van alle motoren met inwendige verbranding, dus ook bij motoren voor bootvoortstuwing en stroomaggregaten voor bootaccessoires. CO op zich is geur-, kleur- en smaakloos, maar als u uitlaatgassen ruikt of proeft betekent dit dat u CO inademt. Vroege symptomen van koolmonoxidevergiftiging, vergelijkbaar met die van zeeziekte en dronkenschap, zijn hoofdpijn, duizeligheid, slaperigheid en misselijkheid.
!
WAARSCHUWING
Inademen van uitlaatgassen kan resulteren in koolmonoxidevergiftiging. Dat bewusteloosheid, hersenletsel of de dood. Vermijd blootstelling aan koolmonoxide.
kan
leiden
tot
Blijf uit de buurt van uitlaten wanneer de motor draait. Zorg dat de boot altijd goed geventileerd is, of hij nu stilligt of vaart.
BLIJF UIT DE BUURT VAN UITLAATZONES
41127
nld
19
ALGEMENE INFORMATIE De motoruitlaatgassen bevatten schadelijk koolmonoxide. Vermijd plaatsen met hoge concentraties aan motoruitlaatgassen. Houd zwemmers uit de buurt van de boot terwijl motoren draaien en ga niet op zwemplatforms of opstapladders zitten, liggen of staan. Sta tijdens het varen niet toe dat opvarenden zich direct achter de boot bevinden (slepen van een vlot, surfen). Met deze gevaarlijke gewoonte komen personen op een plek waar de motoruitlaatgassen sterk geconcentreerd zijn en stelt ze bovendien bloot aan het risico van letsel door de schroef.
GOEDE VENTILATIE Ventileer de passagiersruimte, open de zijgordijnen of voorste luiken om dampen te verwijderen. Voorbeeld van goede luchtstroming door de boot:
21622
SLECHTE VENTILATIE Onder bepaalde vaar- en/of windomstandigheden kan koolmonoxide in permanent omsloten of met zeildoek omsloten cabines of kajuiten met onvoldoende ventilatie worden aangezogen. Installeer een of meer koolmonoxidemelders in uw boot. Hoewel het niet vaak voorkomt, kunnen op een zeer windstille dag zwemmers en passagiers in de open ruimte van een stilliggende boot met of vlakbij een draaiende motor aan een gevaarlijk niveau van koolmonoxide worden blootgesteld. 1.
Voorbeelden van slechte ventilatie terwijl de boot stilligt:
a
b
21626 ab-
een motor die loopt terwijl de boot in een afgesloten ruimte is afgemeerd afmeren dichtbij een andere boot met draaiende motor
20
nld
ALGEMENE INFORMATIE 2.
Voorbeelden van slechte ventilatie terwijl de boot vaart:
a
b
21628
ab-
gebruik van de boot met te hoge trimhoek van de boeg gebruik van de boot terwijl er geen luiken aan de voorkant open zijn (stationwagon-effect)
Accessoires voor uw buitenboordmotor selecteren De originele Mercury Precision- en Quicksilver-accessoires zijn speciaal voor uw buitenboordmotor ontworpen en getest. Deze accessoires zijn verkrijgbaar bij Mercury Marine dealers. BELANGRIJK: Raadpleeg uw dealer voordat u accessoires installeert. Door onjuist gebruik van goedgekeurde accessoires of het gebruik van niet-goedgekeurde accessoires kan het product beschadigd raken. Sommige accessoires die niet door Mercury Marine worden geproduceerd of verkocht, zijn er niet op ontworpen om veilig met uw buitenboordmotor of het bedieningssysteem ervan te worden gebruikt. Zorg dat u de installatie-, bedienings- en onderhoudshandleidingen voor alle geselecteerde accessoires bezit en leest.
Suggesties voor veilig varen Teneinde van de waterwegen te genieten, moet u zich op de hoogte stellen van plaatselijke en andere overheidsvaarvoorschriften en -beperkingen en de volgende suggesties in acht nemen. Gebruik drijfmiddelen. Zorg dat u voor elke passagier gemakkelijk bereikbaar een reddingsvest van de juiste maat aan boord hebt. Overbelast uw boot niet. De meeste boten hebben een plaatje waarop de maximale belasting (gewicht) staat (raadpleeg het typeplaatje op uw boot). Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant van de boot. Voer veiligheidscontroles en het vereiste onderhoud uit. Houd u aan een vast schema en zorg dat alle reparaties naar behoren worden uitgevoerd. Zorg dat u alle vaarregels en wetten van de waterwegen kent en die opvolgt. Bestuurders van boten dienen een vaarveiligheidscursus te volgen. Verzeker u ervan dat iedereen in de boot goed zit. Laat niemand op een deel van de boot zitten dat niet daarvoor bedoeld is, zoals rugleuningen, gangboorden, spiegel, boeg, dekken, hoge visstoelen, draaibare visstoelen; overal waar een persoon overboord of in de boot kan worden gestoten als gevolg van onverwacht, plotseling optrekken, plotseling stoppen, onverwacht besturingsverlies of plotselinge bewegingen van de boot. Zorg dat u tijdens het varen nooit onder de invloed van alcohol of medicijnen bent. Hierdoor wordt uw beoordelingsvermogen slechter en uw vermogen om snel te reageren ten zeerste verminderd. Bereid andere bestuurders van de boot voor. Breng tenminste één persoon aan boord op de hoogte van de elementaire werkwijzen voor het starten en bedienen van de buitenboordmotor en het besturen van de boot in geval de bestuurder daartoe niet in staat is of overboord valt. Aan boord gaan van passagiers. Stop de motor altijd wanneer passagiers aan boord komen, van boord gaan of zich bij de achterkant (steven) van de boot bevinden. Alleen de boot in de neutraalstand schakelen is niet voldoende. Pas goed op. De bestuurder van de boot draagt de verantwoordelijkheid om goed uit te kijken en te luisteren. De bestuurder moet een onbelemmerd uitzicht hebben, vooral naar voren. Passagiers, vracht of visstoelen mogen het uitzicht van de bestuurder niet belemmeren wanneer de boot sneller dan met stationair toerental vaart.
nld
21
ALGEMENE INFORMATIE Vaar met uw boot nooit vlak achter een waterskiër in geval de skiër valt. Bijvoorbeeld: als uw boot 40 km/u (25 mijl/u) vaart, haalt u een gevallen skiër die zich 61 m (200 ft) vóór u bevindt, in 5 seconden in. Pas op voor gevallen skiërs. Wanneer u uw boot voor waterskiën of dergelijke activiteiten gebruikt, dient u een gevallen of zich in het water bevindende skiër altijd aan de bestuurderskant van de boot te houden terwijl u naar de skiër terug vaart om hem te helpen. De bestuurder moet de zich in het water bevindende skiër altijd in het zicht hebben en mag nooit achteruit naar de skiër of iemand anders in het water toe varen. Meld ongelukken. Meld ongelukken bij de desbetreffende, plaatselijke instanties.
Noteren van het serienummer Het is belangrijk dat u dit nummer voor later gebruik noteert. Het serienummer bevindt zich op de buitenboordmotor, zoals afgebeeld.
a
Serial Number
XXXXXXXX
b
XXXX H P L B
MAX RP M K W K G
c
d XX
abcd-
23884
serienummer modelaanduiding bouwjaar CE-merk (indien van toepassing)
Technische gegevens Modellen Vermogen (HP) kW
75
90
115/115 Pro XS
75
90
115
125
55,2
66,2
84,6
91,3
Toerentalbereik volgas
5000–5750 omw/min
Stationair toerental met motor in vooruit geschakeld
625-675 omw/min
Aantal cilinders
3
Cilinderinhoud
1523,5 cc (92.9 in³)
Cilinderboring
92,11 mm (3.63 in.)
Zuigerslag
76,2 mm (3.0 in.)
Aanbevolen bougie
IZFR5J
Elektrodenafstand
0,80 mm (0.030 in.)
Tandwielverhouding
125
2,33:1
Aanbevolen benzine
2,07:1 Zie Brandstof en olie
22
nld
ALGEMENE INFORMATIE Modellen
75
90
115/115 Pro XS
Aanbevolen olie
Zie Brandstof en olie
Inhoud olietank
4,72 liter (5 US qt)
Smeermiddelinhoud onderwater‐ huis
665 ml (22.5 fl oz) 1000 scheepsstartampèrage (MCA) of 800 koudstartampèrage (CCA)
Accucapaciteit Uitgangsvermogen laadsysteem
60 A
Emissieregelsysteem
Elektronische motorbesturing (EC)
Geluid bij oor bestuurder (ICOMIA 39-94) dBA
82,0
Identificatie van componenten
b
a
abcdefghij-
j
i h
c
g
d f
e 29461
nld
125
23
motorkap extra opklapschakelaar spiegelklemmen onderwaterhuis koelwaterinlaatopeningen trimvin antiventilatieplaat aandrijfhuis waterpomp-indicatieopening onderbak
VERVOER De boot/buitenboordmotor op een trailer vervoeren Zet de boot op de trailer met de buitenboordmotor naar beneden gekanteld in verticale bedrijfsstand. Als meer afstand tot de grond vereist is, moet de buitenboordmotor opgeklapt worden waarbij een als accessoire verkrijgbare buitenboordmotorondersteuning moet worden gebruikt. Raadpleeg uw plaatselijke dealer voor advies. Meer afstand kan nodig zijn voor spoorwegovergangen, opritten en het op en neer springen van de trailer.
28419 BELANGRIJK: Vertrouw niet op het trim/opklapbekrachtigingssysteem of de opklapgeleidehendel om de juiste afstand tot de grond te behouden tijdens vervoer op een trailer. De opklapgeleidehendel van de buitenboordmotor is niet bedoeld om de buitenboordmotor te ondersteunen tijdens vervoer op een trailer. Schakel de buitenboordmotor in vooruit. Dit voorkomt dat de schroef vrij gaat ronddraaien.
24
nld
BRANDSTOF EN OLIE Aanbevelingen voor brandstof BELANGRIJK: Gebruik van verkeerde benzine kan schade aan de motor veroorzaken. Motorschade als gevolg van het gebruik van de verkeerde benzine wordt als onjuist gebruik van de motor beschouwd en daardoor veroorzaakte schade wordt niet door de beperkte garantie gedekt.
BRANDSTOFSPECIFICATIES Mercury Marine motoren werken naar behoren wanneer een betrouwbaar merk loodvrije benzine wordt gebruikt, die aan de volgende specificaties voldoet: VS en Canada - een nominaal octaangetal van ten minste 87 (R+M)/2 zoals vermeld bij de pomp. Ook super [octaangehalte 92 (R+M)/2] is aanvaardbaar. GEEN loodhoudende benzine gebruiken. Buiten de VS en Canada - een nominaal octaangetal van ten minste RON 90 zoals vermeld bij de pomp. Ook super [RON 98] is aanvaardbaar. Als er geen loodvrije benzine beschikbaar is, moet u loodhoudende benzine van een betrouwbaar merk gebruiken.
GEBRUIK VAN (GE-OXYGENEERDE) BENZINE MET NIEUWE FORMULE (ALLEEN VS) Dit type benzine is in sommige gebieden van de VS vereist. De 2 typen oxigenaten die in deze brandstoffen worden gebruikt, zijn alcohol (ethanol) en ether (MTBE of ETBE). Als ethanol het oxigenaat is dat in uw gebied in de benzine wordt gebruikt, raadpleeg dan Alcoholhoudende benzines. Deze benzine "met nieuwe formule" mag in uw Mercury Marine motor gebruikt worden.
BENZINE DIE ALCOHOL BEVAT Als de benzine in uw regio methanol (methylalcohol) of ethanol (ethylalcohol) bevat, dient u zich bewust te zijn van nadelige effecten die deze stoffen kunnen veroorzaken. Deze nadelige effecten zijn met name voor methanol aanzienlijk. Een toename van het alcoholpercentage in de benzine kan er toe leiden dat de nadelige effecten verergeren. Sommige van deze nadelige effecten ontstaan doordat de alcohol in de benzine vocht uit de lucht opneemt, waardoor water en alcohol in de brandstoftank zich van de benzine scheiden. De onderdelen van het brandstofsysteem van uw Mercury Marine motor zijn bestand tegen benzine met een alcoholgehalte van ten hoogste 10%. Wij weten niet tegen welk alcoholpercentage het brandstofsysteem van uw boot bestand is. Neem contact op met de scheepsbouwer voor specifieke aanbevelingen aangaande de onderdelen van het brandstofsysteem in de boot (brandstoftanks, brandstofleidingen en -fittingen). Bedenk dat alcoholhoudende benzine kan resulteren in een toename van: •
corrosie van metalen onderdelen;
•
beschadiging van rubber en kunststof onderdelen;
•
brandstoflekkage door rubber brandstofslangen;
•
problemen bij starten en bedrijf.
!
WAARSCHUWING
GEVAAR VOOR BRAND EN EXPLOSIE: Brandstoflekkage uit een onderdeel van het brandstofsysteem kan gevaar opleveren van brand en explosie, die ernstig of dodelijk letsel kunnen veroorzaken. Zorgvuldige inspectie van het gehele brandstofsysteem is verplicht, vooral na opslag. Alle brandstofsysteemonderdelen moeten op lekkage, zacht of hard worden, zwelling en corrosie worden geïnspecteerd. Bij tekenen van lekkage of beschadiging moeten de onderdelen worden vervangen voordat de motor weer wordt gebruikt. Vanwege de mogelijke nadelige effecten van alcohol in benzine wordt aanbevolen om zo mogelijk uitsluitend alcoholvrije benzine te gebruiken. Als er uitsluitend alcoholhoudende benzine beschikbaar is of als niet bekend is of de benzine alcohol bevat, dient u controles op lekkage en afwijkingen vaker uit te voeren.
nld
25
BRANDSTOF EN OLIE BELANGRIJK: Bij gebruik van een Mercury Marine met alcoholhoudende benzine moet langdurige opslag van de benzine in de brandstoftank vermeden worden. Lange opslagperioden (gebruikelijk voor boten) veroorzaken specifieke problemen. In auto’s wordt alcoholhoudende benzine doorgaans opgebruikt voordat deze voldoende vocht absorbeert om problemen te veroorzaken; boten daarentegen worden dikwijls zo lang niet gebruikt dat er fasescheiding kan plaatsvinden. Ook kan er zich tijdens opslag inwendige corrosie voordoen als de alcohol de beschermende olielaag van de interne onderdelen heeft verwijderd.
Brandstofvereisten Gebruik geen voorgemengde benzine en olie in deze motor. De mortor krijgt automatisch extra olie tijdens het inlopen van de motor. Gebruik verse, aanbevolen benzine tijdens en na de inloopperiode van de motor.
Brandstoftoevoegingen Om koolafzetting in de motor tot een minimum te beperken raden wij aan om steeds wanneer u tijdens het vaarseizoen tankt, Mercury of Quicksilver Quickleen Engine Treatment (motorbehandeling) aan de brandstof van de motor toe te voegen. Gebruik de toevoeging volgens de aanwijzingen op de verpakking.
Voorkom brandstofstroomrestrictie BELANGRIJK: Het toevoegen van componenten aan het brandstoftoevoersysteem (filters, kleppen, fittingen, enz.), kan de brandstofstroom belemmeren. Hierdoor kan de motor bij lage snelheid afslaan en/of kan het brandstofmengsel bij een hoge tpm te arm zijn, waardoor motorschade veroorzaakt kan worden.
Vereiste beperkt doorlatende brandstofslang Vereist voor buitenboordmotoren die in de Verenigde Staten te koop of verkocht zijn of ter verkoop worden aangeboden. •
De Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) vereist voor alle buitenboordmotoren die na 1 januari 2009 zijn vervaardigd een beperkt doorlatende slang als primaire brandstofslang tussen de brandstoftank en de buitenboordmotor.
•
Een beperkt doorlatende brandstofslang heeft de classificatie USCG Type B1-15 of Type A1-15. Deze is gedefinieerd als niet meer dan 15/gm²/24 h van CE 10 brandstof doorlatend bij een temperatuur van 23 °C conform de specificatie in SAE J 1527 - Marine Fuel Hose (brandstofslangen scheepsvaart).
EPA-eisen voor onder druk staande losse brandstoftanks De Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) vereist dat draagbare brandstofsystemen die na 1 januari 2011 worden geproduceerd voor gebruik met buitenboordmotoren, geheel afgedicht (onder druk) blijven tot 34,4 kPa (5,0 psi). Deze tanks kunnen het volgende bevatten: •
Een luchtinlaatopening waardoor lucht kan binnenstromen wanneer de brandstof uit de tank wordt opgezogen.
•
Een luchtafvoeropening die naar de atmosfeer afblaast als de druk meer bedraagt dan 34,4 kPa (5,0 psi).
Eis voor brandstofvraagklep (fuel demand valve; FDV) Bij gebruik van een onder druk staande brandstoftank moet altijd een brandstofvraagklep worden geïnstalleerd in de brandstofslang tussen de brandstoftank en de pompbal. De brandstofvraagklep voorkomt dat brandstof onder druk in de motor belandt en het brandstofsysteem verzuipt of dat er brandstof wordt gemorst.
26
nld
BRANDSTOF EN OLIE De brandstofvraagklep heeft een handbediende opheffunctie. De handbediende opheffunctie kan worden gebruikt (ingedrukt) om de klep te openen (bypass) als er een brandstofverstopping in de klep ontstaat.
b
a-
a
bc-
c
brandstofvraagklep - geïnstalleerd in de brandstofslang tussen de brandstoftank en pompbal handbediende opheffunctie wateraftapopeningen
46273
De onder druk staande draagbare brandstoftank van Mercury Marine Mercury Marine heeft een nieuwe, onder druk staande draagbare brandstoftank ontwikkeld die aan de bovenstaande EPA-eisen voldoet. Deze brandstoftanks zijn als accessoire verkrijgbaar en worden met bepaalde modellen draagbare buitenboordmotoren meegeleverd.
SPECIALE KENMERKEN VAN DE DRAAGBARE BRANDSTOFTANK •
De brandstoftank heeft een tweerichtingsklep waardoor lucht in de tank kan stromen als de brandstof naar de motor wordt gezogen, en die zich tevens naar de atmosfeer opent als de druk in de tank meer bedraagt dan 34,4 kPa (5,0 psi). Als de tank naar de atmosfeer afblaast, kunt u een sissend geluid horen. Dit is normaal.
•
De brandstoftank heeft een brandstofvraagklep die voorkomt dat brandstof onder druk in de motor belandt en het brandstofsysteem verzuipt of dat er brandstof wordt gemorst.
•
Draai de dop van de brandstoftank bij het aanbrengen rechtsom totdat u een klik hoort. Dat geeft aan dat de brandstofdop goed is geïnstalleerd. Er is een ingebouwde voorziening die voorkomt dat de dop te vast wordt aangedraaid.
•
De brandstoftank heeft een met de hand te bedienen ontluchtingsschroef die tijdens transport moet worden aangedraaid en bij gebruik en het verwijderen van de dop wordt losgedraaid.
Omdat afgedichte tanks niet gewoon worden ontlucht, krimpen ze en zetten ze uit met het uitzetten en krimpen van de brandstof tijdens uitwendige temperatuurveranderingen. Dit is normaal.
BRANDSTOFDOP VERWIJDEREN
b
abc-
a
brandstofdop handbediende ontluchtingsschroef borglip
c 46290 BELANGRIJK: De inhoud kan onder druk staan. Draai de brandstofdop een kwartslag om de druk van de tank af te nemen voordat u hem opent.
nld
1.
Open de handbediende ontluchtingsschroef boven op de brandstofdop.
2.
Draai de brandstofdop totdat hij de borglip raakt.
3.
Druk de borglip omlaag. Draai de brandstofdop een kwartslag om de druk van de tank af te nemen.
4.
Druk de borglip opnieuw omlaag en verwijder de dop.
27
BRANDSTOF EN OLIE AANWIJZINGEN VOOR GEBRUIK VAN DE ONDER DRUK STAANDE DRAAGBARE BRANDSTOFTANK 1.
Draai de dop van de brandstoftank bij het aanbrengen rechtsom totdat u een klik hoort. Dat geeft aan dat de brandstofdop goed is geïnstalleerd. Er is een ingebouwde voorziening die voorkomt dat de dop te vast wordt aangedraaid.
2.
Open de handmatige ontluchtingsschroef boven op de brandstofdop tijdens gebruik en om de dop te verwijderen. Sluit de handbediende ontluchtingsschroef tijdens transport.
3.
Koppel bij brandstofslangen met snelkoppeling de brandstofslang los van de motor of brandstoftank wanneer deze niet wordt gebruikt.
4.
Volg de aanwijzingen onder Vullen van de brandstoftank voor het tanken.
Olieaanbeveling Aanbevolen olie
MercuryOptimax/DFI of Quicksilver DFI 2-takt motorolie
Mercury Optimax/DFI of Quicksilver DFI 2–takt motorolie wordt aanbevolen voor uw motor. Als er geen Mercury Optimax/DFI of Quicksilver 2-takt motorolie verkrijgbaar is, bevelen we het gebruik van Mercury of Quicksilver TC-W3 Premium Plus 2-takt olie aan. Gebruik van olie van slechte kwaliteit kan ernstige motorschade veroorzaken.
Olie-injectiesysteem vullen 1.
Plaats de buitenboordmotor in een verticale bedrijfsstand.
2.
Verwijder de kap.
3.
Verwijder de olievuldop.
a
b ab-
37147
Kap Olievuldop
28
nld
BRANDSTOF EN OLIE 4.
Olievuldoppen met peilstok - Controleer het oliepeil op de peilstok. Het eerste stel gaten geeft aan dat het oliepeil 0,94 liter (1 US qt) te laag is. Het tweede stel gaten geeft aan dat het oliepeil 1,89 liter (2 US qt) te laag is. Het derde stel gaten geeft aan dat het oliepeil 2,83 liter (3 US qt) te laag is. ab-
a
c-
b c 5.
Voeg olie toe: 0,94 liter (1 US qt) Voeg olie toe: 1,89 liter (2 US qt) Voeg olie toe: 2,83 liter (3 US qt)
37143
Olievuldoppen met ketting - Controleer het oliepeil op de ketting. De eerste kogelmarkering geeft aan dat het oliepeil 0,94 liter (1 US qt) te laag is. De tweede kogelmarkering geeft aan dat het oliepeil 1,89 liter (2 US qt) te laag is. ab-
a
Voeg olie toe: 0,94 liter (1 US qt) Voeg olie toe: 1,89 liter (2 US qt)
b 37146
6.
Vul de olietank langzaam met de gespecificeerde olie. Niet overvullen. Voeg net genoeg olie toe zodat het peil tot de onderkant van de vulhals reikt.
Olietank
Inhoud
Type vloeistof
4,72 liter (5 US qt)
OptiMax/DFI 2-takt motorolie
29465
nld
29
BRANDSTOF EN OLIE 7.
Installeer de olievuldop en draai hem goed aan. Installeer de kap.
29466
Vullen van de brandstoftank !
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van benzinebrand of explosie. Stop de motor altijd, rook niet en zorg dat er geen open vlammen of vonken in de ruimte aanwezig zijn terwijl u de brandstoftanks vult. Vul brandstoftanks in de buitenlucht uit de buurt van warmte, vonken en open vuur. Haal losse brandstoftanks van de boot als u ze vult. Stop de motor altijd voordat u de tanks gaat vullen. Maak de brandstoftanks nooit helemaal vol. Laat ongeveer 10% van het tankvolume leeg. Brandstof zet uit naarmate de temperatuur ervan stijgt en kan onder druk gaan lekken als de tank helemaal vol is.
30
nld
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Functies van de afstandsbediening De boot kan met een van de afgebeelde Mercury Precision of Quicksilver afstandsbedieningen zijn uitgerust. Als dat niet het geval is, raadpleeg dan uw dealer voor een beschrijving van de functies en werking van de afstandsbediening.
c
c
c a b
h
f
a
b
g
i i
a d e abcdefghi-
nld
g
d
f
f 26800
e
Regelhendel – vooruit, neutraal, achteruit. Neutraalontgrendelhendel. Trim/opklapschakelaar (indien aanwezig). - Raadpleeg Functies & bediening - Trim- en opklapbe‐ krachtiging. Uittrekstopschakelaar - Zie Algemene informatie - Uittrekstopschakelaar. Uittrekkoord - Zie Algemene informatie - UIttrekstopschakelaar. Afstelling gashendelfrictie – Verwijder het deksel om de bedieningsorganen op de console bij te stellen. Contactschakelaar - "OFF," "ON," START." Hendel voor snel stationair - Zie Bediening - De motor starten. Knop Alleen gas - Zie Bediening - De motor starten.
31
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Waarschuwingssysteem Het waarschuwingssysteem van de buitenboordmotor heeft een waarschuwingshoorn binnen in de boot. De waarschuwingshoorn bevindt zich binnen in de afstandsbediening of hij is aangesloten op het contactslot.
b a ab-
27755
hoorn binnen in afstandsbediening hoorn aangesloten op contactslot
SIGNALEN WAARSCHUWINGSHOORN Als de contactsleutel op ON (AAN) staat, klinkt de hoorn heel even als test om aan te tonen dat hij werkt. De waarschuwingshoorn laat een continu signaal of afwisselende korte signalen horen. Hierdoor wordt de gebruiker gewaarschuwd en kunnen de volgende situaties worden geïdentificeerd. Raadpleeg voor visuele weergave van de specifieke motorfuncties en voor extra motorgegevens de volgendeSmartCraft-product informatie. Waarschuwingshoorn Functie
Geluid
Beschrijving
Starten
Eén signaal
Normale systeemtest
Oliepeil laag
Vier signalen per 2 minuten
Het oliepeil in de olietank is laag. Vul de olietank bij. Zie hoofdstukBrandstof en olie.
Water in brandstof
Vier signalen per 2 minuten
Het water in het waterscheidende brandstoffilter heeft het volpeil bereikt. Het water kan uit de kamer verwijderd worden. Zie hoofdstukOnderhoud - Brandstofsysteem voor informatie over het aftappen van water.
Probleem met koelsysteem
Continu
Het Engine Guardian-systeem is geactiveerd. De vermogensbegrenzing varieert afhankelijk van de mate van oververhitting. Schakel de buitenboordmotor in neutraal en controleer of er een ononderbroken straal water uit de waterpomp-indicatieopening komt. Als er geen of een onderbroken straal water uit de waterpomp-indicatieopening komt, zet u de motor af en controleert u of de waterinlaatopeningen verstopt zijn.
Oliepeil is gevaarlijk laag
Continu
Het Engine Guardian-systeem is geactiveerd. De vermogenslimiet laat versneld stationair toerental toe. Het oliepeil in de olietank is zeer laag. Vul de olietank bij. Zie hoofdstukBrandstof en olie.
32
nld
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Waarschuwingshoorn Functie
Geluid
Beschrijving
Oliepomp is defect
Continu
Het Engine Guardian-systeem is geactiveerd. De vermogenslimiet laat versneld stationair toerental toe. De waarschuwingshoorn wordt geactiveerd als de elektrische functie van de oliepomp niet meer werkt. Er wordt geen smeerolie aan de motor geleverd.
Motorovertoeren
Continu
De waarschuwingshoorn wordt altijd geactiveerd als het motortoerental het maximaal toelaatbare toerental overschrijdt. Het systeem houdt het motortoerental binnen het toegestane bereik. Een te hoog toerental geeft een toestand aan die gecorrigeerd moet worden. Een te hoog toerental kan veroorzaakt worden door onjuiste schroefspoed, motorhoogte, trimhoek, enz.
Sensor buiten bereik
Continu
Het Engine Guardian-systeem is geactiveerd. De vermogenslimiet kan bij vol gas worden geactiveerd.
Afwisselende korte signalen
Het Engine Guardian-systeem is geactiveerd. De vermogenslimiet zal het motortoerental eventueel tot stationair beperken.
Eén signaal
De motor warmt niet op tot de juiste temperatuur bij bedrijf onder 1000 omw/min. Laat uw dealer de motor nakijken.
Motor draait koud bij laag toerental
ENGINE GUARDIAN SYSTEM Het Engine Guardian System bewaakt de uiterst belangrijke sensoren op de motor voor vroege aanwijzingen van problemen. Het systeem reageert op een probleem door een continu signaal te laten horen en/of het vermogen van de motor te verminderen ter bescherming van de motor. Neem gas terug als het Guardian System wordt geactiveerd. De hoorn gaat uit als het toerental weer onder de toegestane limiet valt. Raadpleeg uw dealer voor nadere informatie.
SMARTCRAFT-PRODUCT Er is een Mercury SmartCraft-systeem instrumentenset verkrijgbaar voor deze buitenboordmotor. Enkele van de op de instrumentenset vermelde functies zijn motortoerental, koelvloeistoftemperatuur, accuspanning, brandstofverbruik en bedrijfsuren van de motor. De SmartCraft-instrumentenset helpt ook bij de diagnostiek van het motorbewakingssysteem. De SmartCraftinstrumentenset geeft uiterst belangrijke alarmgegevens voor de motor en mogelijke problemen weer.
nld
33
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Trim- en opklapbekrachtiging De buitenboordmotor heeft een trim/opklapregeling die "trimbekrachtiging" heet. Deze stelt de bestuurder in staat om de stand van de buitenboordmotor eenvoudig bij te stellen door de trimschakelaar in te drukken. Het dichter naar de bootspiegel brengen van de buitenboordmotor heet in- of omlaagtrimmen. Het verder van de bootspiegel vandaan brengen van de buitenboordmotor heet uit- of omhoogtrimmen. De term "trimmen" verwijst in het algemeen naar de afstelling van de buitenboordmotor binnen de eerste 20° waarover de motor versteld kan worden. Dit is het bereik dat u gebruikt als u de boot in planee gebruikt. De term "opklappen" wordt gewoonlijk gebruikt bij het verwijzen naar het verder omhoog, uit het water bijstellen van de buitenboordmotor. Terwijl de motor uitgeschakeld is, kan de buitenboordmotor uit het water worden opgeklapt. In laag stationair kan de buitenboord ook voorbij het trimbereik worden omhooggeklapt om bijvoorbeeld gebruik in ondiep water mogelijk te maken.
a
abc-
trimschakelaar opklaptraject trimtraject
b c
27761
WERKING VAN TRIMBEKRACHTIGING NB: Wanneer u met een laag toerental vaart, kan het motortoerental soms langzaam dalen wanneer u de trimbekrachtiging inschakelt. Dit is normaal en heeft geen negatieve invloed op de buitenboordmotor. Bij de meeste boten geeft gebruik met het midden van het trimbereik bevredigende resultaten. Om echter de trimcapaciteit volledig te benutten kunt u er soms voor kiezen om uw buitenboordmotor helemaal naar binnen of naar buiten te trimmen. Naast een verbetering in sommige prestatie-aspecten levert dit ook een grote verantwoordelijkheid voor de bestuurder op omdat deze zich bewust moet zijn van enkele potentiële besturingsrisico's. Het belangrijkste besturingsrisico is een trekken of torsie die aan het stuurwiel of de stuurknuppel gevoeld kan worden. Deze torsie op het stuur is het gevolg van het feit dat de boot niet zo getrimd is dat de schroefas parallel aan het wateroppervlak is.
!
WAARSCHUWING
Vermijd mogelijk ernstig of dodelijk letsel. Als de buitenboordmotor binnen of buiten een neutrale besturingsconditie wordt getrimd, kan een trekken of torsie op het stuurwiel of de stuurknuppel naar links of rechts het gevolg zijn. Als u bij deze conditie het stuurwiel of de stuurknuppel niet stevig vasthoudt kan dit leiden tot verlies van de macht over het stuur omdat de buitenboordmotor dan vrij kan ronddraaien. De boot kan nu gaan draaien of in een zeer strakke maximale bocht gaan waardoor, als dit onverwacht gebeurt, de passagiers in de cabine kunnen vallen of uit de boot geslingerd worden. Bekijk de volgende lijst aandachtig. 1.
Naar binnen of omlaag trimmen kan: •
De boeg verlagen;
•
Resulteren in sneller uitplaneren, vooral bij een zware lading of een boot met zware achtersteven;
•
De boot in het algemeen rustiger doen varen in ruw water;
•
Het stuurkoppel verhogen of de boot naar rechts doen trekken (bij schroef met normale rotatie rechtsom);
34
nld
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN •
Wanneer overmatig, de boeg van sommige boten zo ver omlaag brengen dat ze met de boeg in het water beginnen te "ploegen" tijdens planee. Dit kan een onverwachte koersafwijking naar links of rechts (boegsturen of oversturen genoemd) tot gevolg hebben als er een bocht wordt gemaakt of als er een hoge golf is.
!
WAARSCHUWING
Vermijd mogelijk ernstig of dodelijk letsel. Stel de buitenboordmotor op een tussentrimstand af zodra de boot in planee is om te voorkomen dat iemand overboord wordt geslingerd vanwege het verliezen van de grip in het water. Tracht de boot niet te draaien terwijl deze in planee is als de buitenboordmotor erg ver naar binnen of omlaag getrimd en het stuurwiel of de stuurknuppel opzij trekt. •
2.
In zeldzame gevallen kan de eigenaar besluiten de trimruimte omlaag te begrenzen. Hiervoor kunt u bij uw dealer een roestvrij-stalen opklap-pen bestellen, die u in het gewenste afstelgat in de spiegelklemmen steekt. De meegeleverde bout, die niet van roestvrij staal is, mag u hiervoor niet gebruiken.
Naar binnen of omhoog trimmen kan: •
De boeg hoger uit het water tillen;
•
De topsnelheid over het algemeen verhogen;
•
De afstand tot voorwerpen onder water of een ondiepe bodem doen toenemen;
•
Het stuurkoppel verhogen of de boot naar links doen trekken bij normale installatiehoogte (bij schroef met normale rotatie rechtsom);
•
Wanneer overmatig, stampen van de boot of luchthappen van de schroef veroorzaken;
•
Leiden tot oververhitting van de motor als de koelwaterinlaatopeningen zich eventueel boven de waterlijn bevinden.
GEBRUIK OPKLAPFUNCTIE Als u de buitenboordmotor wilt opklappen, schakelt u de motor uit en drukt u de trim/opklapschakelaar of de extra opklapschakelaar omhoog. De buitenboordmotor wordt opgeklapt totdat de schakelaar wordt losgelaten of de buitenboordmotor de maximale opklapstand bereikt. 1.
Schakel de opklapgeleidehendel in door de knop te draaien om de geleidehendel omhoog te brengen.
2.
Laat de buitenboordmotor zakken tot hij op de opklapgeleidehendel rust.
3.
Schakel de opklapgeleidehendel uit door de buitenboordmotor van de geleidehendel af omhoog te brengen en de hendel naar beneden te draaien. Laat de buitenboordmotor zakken. ab-
opklapgeleidehendel knop
a b 27778
MANUAL TILTING If the outboard cannot be tilted using the power trim/tilt switch, the outboard can be manually tilted.
NB: The manual tilt release valve must be tightened before operating the outboard to prevent the outboard from tilting up during reverse operation.
nld
35
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN Turn out the manual tilt release valve three turns counterclockwise. This allows manual tilting of the outboard. Tilt the outboard to the desired position and tighten the manual tilt release valve.
22362
GEBRUIK IN ONDIEP WATER Als u de boot in ondiep water gebruikt, kunt u de buitenboordmotor hoger dan het hoogste trimbereik opklappen om te zorgen dat u niet de bodem raakt. 1.
Breng het toerental terug naar onder de 2000 tpm.
2.
Kantel de buitenboordmotor omhoog. Zorg ervoor dat de waterinlaatopeningen te allen tijde onder de waterspiegel blijven.
3.
Gebruik de motor alleen bij laag toerental. Als het motortoerental boven de 2000 tpm komt te liggen, zakt de buitenboordmotor automatisch terug naar het hoogste trimbereik.
EXTRA OPKLAPSCHAKELAAR De extra opklapschakelaar kan worden gebruikt om de buitenboordmotor met het trimbekrachtigingssysteem omhoog of omlaag te kantelen. a-
a
extra opklapschakelaar
27779
36
nld
FUNCTIES EN BEDIENINGSORGANEN INSTELLEN VAN de trimvin De torsie van de schroef zorgt ervoor dat uw boot naar één kant gaat trekken. Deze stuurtorsie is normaal en treedt op als uw buitenboordmotor niet getrimd is zodat de schroefas parallel met het wateroppervlak loopt. De trimvin kan in veel gevallen deze stuurtorsie compenseren en kan (binnen bepaalde grenzen) ingesteld worden om ongelijke kracht op het stuur te verminderen.
26816
NB: Aanpassen van de trimvin zal weinig resultaat hebben in het reduceren van stuurtorsie als de buitenboordmotor is uitgerust met een anti-ventilatieplaat die ongeveer 50 mm (2 inch) of meer boven de bodem van de boot zit. Vaar met uw boot met normale kruissnelheid en met de motor in de gewenste trimstand, door de opklap-pen in het juiste gat te plaatsen. Stuur naar links en naar rechts en kijk naar welke kant de boot gemakkelijker draait. Als aanpassing nodig blijkt, draai dan de moer van de trimvin los en maak kleine, geleidelijke aanpassingen. Als de boot gemakkelijker naar links draait, beweeg dan de achterkant van de trimvin ook naar links. Als de boot gemakkelijker naar rechts draait, beweeg dan de achterkant van de trimvin ook naar rechts. Draai de moer weer vast en test opnieuw.
nld
37
BEDIENING Controlelijst vóór het starten •
De gebruiker is op de hoogte van veilige navigatie-, vaar- en bedieningsprocedures.
•
Er is voor elke persoon aan boord een passend reddingsvest aan boord en gemakkelijk toegankelijk (wettelijk verplicht).
•
Er is een reddingsboei of een drijvend kussen aan boord om toe te kunnen werpen aan iemand die overboord slaat.
•
Wees op de hoogte van het maximale laadvermogen van de boot. Kijk op het capaciteitsplaatje op de boot.
•
Brandstoftoevoer in orde.
•
Olietoevoer (olie-injectie) in orde.
•
Schik de passagiers en de lading zo in de boot dat het gewicht gelijkmatig verdeeld is en dat iedereen op een goede stoel zit.
•
Vertel aan iemand waar u heengaat en wanneer u verwacht terug te zijn.
•
Het is verboden om een boot te besturen onder invloed van alcohol of drugs.
•
Zorg dat u het water en het gebied waar u gaat varen kent: getijden, stromingen, zandbanken, rotsen en andere gevaren.
•
Voer de inspecties uit die staan opgenoemd in Onderhoud - Inspectie- en onderhoudsschema.
Varen bij temperaturen onder het vriespunt Wanneer u de buitenboordmotor gebruikt of hem hebt afgemeerd bij temperaturen onder of nabij het vriespunt, moet de buitenboordmotor te allen tijde omlaag staan zodat het onderwaterhuis onder water is. Hierdoor kan in het onderwaterhuis achtergebleven water niet bevriezen en mogelijkerwijs schade aan de waterpomp en andere onderdelen veroorzaken. Als er een kans bestaat dat zich ijs op het water vormt, moet de buitenboordmotor verwijderd worden en moet u al het water eruit laten lopen. Als zich ijs vormt op het water in het aandrijfhuis van de buitenboordmotor, blokkeert het de stroom water naar de motor waardoor schade veroorzaakt kan worden.
Varen in zout of vervuild water Wij raden aan om de inwendige koelwaterkanalen van uw buitenboordmotor elke keer met zoet water door te spoelen als u in zout of vervuild water hebt gevaren. Hierdoor voorkomt u dat opgehoopte aanslag de koelwaterkanalen verstopt. Raadpleeg Onderhoud - Koelsysteem doorspoelen. Als u uw boot in het water afgemeerd houdt, moet u de buitenboordmotor altijd zo opklappen dat het onderwaterhuis geheel uit het water komt (behalve bij temperaturen onder het vriespunt), wanneer hij niet gebruikt wordt. Steeds na het gebruik moet de buitenkant van de buitenboordmotor afgespoeld en de uitlaat van de schroef en het onderwaterhuis met zoet water doorgespoeld worden. Spuit elke maand Mercury Precision of Quicksilver Corrosion Guard (corrosiebescherming) op uitwendige metalen oppervlakken. Spuit niet op anticorrosie anodes omdat daardoor de anodes minder goed zullen werken.
Gebruik op grote hoogte Uw motor compenseert automatisch voor veranderingen op grote hoogte. Een andere spoedschroef kan helpen bij het beperken van het normale prestatieverlies dat door het lagere zuurstofgehalte van de lucht wordt veroorzaakt. Neem contact op met uw dealer.
38
nld
BEDIENING Instellen van de trimhoek bij stationair lopende motor De uitlaatontlastingsopening op de buitenboordmotor kan onder water raken als de buitenboordmotor maximaal wordt getrimd terwijl hij stationair loopt. Dit veroorzaakt uitlaatverstopping, onregelmatig stationair toerental, overmatige rookproductie en vervuiling van de bougies. Als dit het geval is, trimt u de buitenboordmotor omhoog tot de uitlaatontlastingsopening weer boven water is. De buitenboordmotor moet omlaag gebracht worden voor snelheidsvermeerdering na een staande start of vanuit stationaire snelheid.
28423
Engine Break-In Procedure BELANGRIJK: Als de inloopprocedures voor de motor niet in acht worden genomen, kan de motor slechter presteren gedurende zijn gehele levensduur en kan er motorschade ontstaan. Volg altijd de inloopprocedures.
GASOLINE/OIL BREAK-IN MIXTURE NB: Do not use premixed gas and oil during break-in. Use straight gasoline during engine break-in and after engine break-in. The engine break-in procedure for an OptiMax outboard is important to ensure proper performance and maximum life from the engine. The following break-in procedure allows the internal engine parts to wear-in evenly. Incorrect engine break-in can shorten the engine life. The engine automatically receives extra oil during the first hours of operation. For most boaters this extra oil mode will be complete in about ten hours.
BREAK-IN PROCEDURE 1.
For the first hour of operation, allow the engine to warm up for 30–60 seconds. a. Run the engine at varied throttle settings, the majority of the time between 3000 and 4500 RPM or three-quarter throttle. b. Change engine speed approximately every two minutes, and avoid continuous operation at idle speed for more than ten minutes. Short bursts of full throttle for periods up to ten seconds are acceptable. c. Avoid trimming the outboard out (up) beyond a vertical trim position during operation.
NB: It is the driver's responsibility to always drive in a safe manner. Improper trim angle of the outboard when driving at high speed can be difficult and dangerous. The purpose of specifying trim angle is to help guide the operator in determining how to put the proper load on the engine. They are intended to be guidelines and do not suggest or require unsafe boat operation. 2.
nld
For the next three hours of operation, change engine speed every ten minutes.
39
BEDIENING De motor starten Lees voordat u de motor start de 'Controlelijst vóór het starten', de 'Speciale bedieningsinstructies' en de 'Procedure voor het inlopen van de motor' in het hoofdstuk Bediening.
!
OPGELET
Start of gebruik de buitenboordmotor nooit (zelfs niet kortstondig) zonder dat er via alle koelwaterinlaatopeningen water in het onderwaterhuis circuleert, om schade aan de waterpomp (droog lopen) of oververhitting van de motor te voorkomen. 1.
Laat de buitenboordmotor zakken tot de verticale bedrijfsstand. Controleer eerst of alle koelwaterinlaatopeningen onder water zijn.
26837
2.
Open de ontluchtingsschroef van de brandstoftank (in de vuldop) op brandstoftanks met handbediende ontluchting.
19748
3.
Plaats de benzinepompbal in de brandstofleiding met de pijl op de zijkant omhoog gericht. Knijp enkele keren in de benzinepompbal totdat deze hard aanvoelt.
27348
40
nld
BEDIENING 4.
Zet de noodstopschakelaar op RUN (LOPEN). Zie Algemene informatie – Noodstopschakelaar.
19791
5.
Zet de buitenboordmotor in de neutraalstand ('N').
N
26838
6.
Vul het brandstofsysteem als volgt als een nieuwe motor voor de eerste maal wordt gestart, als een motor zonder brandstof heeft gelopen of als de brandstof is afgetapt: a. Knijp in de pompbal totdat deze hard aanvoelt. b. Draai het contactslot drie seconden naar de stand ON (AAN). Hierdoor wordt de elektrische brandstofpomp in werking gesteld. c. Draai het contactslot terug naar de stand OFF (UIT) en knijp weer in de pompbal totdat deze hard aanvoelt. Draai het contactslot weer drie seconden naar de stand ON (AAN). Herhaal deze procedure totdat de benzinepompbal hard blijft.
7.
Gebruik de functie voor snel stationair in neutraal op de afstandsbediening niet voor het starten van de motor.
27242
8.
Draai de contactsleutel naar de stand START. Laat de contactsleutel los zodra de motor begint te draaien. Als de motor niet binnen 10 seconden aanslaat, draait u de sleutel naar de stand OFF (UIT), wacht u 30 seconden en probeert u het nogmaals.
19804
nld
41
BEDIENING NB: Het elektronisch startsysteem zorgt voor de voorinspuiting (choke) van de motor en voert het stationaire toerental op. 9. Controleer of er een ononderbroken straal water uit de indicatie-opening van de waterpomp komt. BELANGRIJK: Als er geen water uit de waterpomp-indicatieopening komt, stopt u de motor en controleert u of de koelwaterinlaatopeningen verstopt zijn. Als er geen verstopping is, kan dit betekenen dat de waterpomp defect is of dat het koelsysteem verstopt is. Dit heeft oververhitting van de motor tot gevolg. Laat de buitenboordmotor door uw dealer nakijken. Als de motor in oververhitte toestand wordt gebruikt, loopt hij schade op.
19805
Schakelen BELANGRIJK: Neem de volgende voorschriften in acht: •
Schakel de buitenboordmotor nooit in versnelling als het motortoerental niet in stationair is.
•
Schakel de buitenboordmotor niet in achteruit als de motor niet draait.
•
De buitenboordmotor heeft drie schakelstanden voor bedrijf: Vooruit (F), Neutraal (N) en Achteruit (R).
•
Stop bij schakelen altijd terug naar de stationaire stand en laat de motor naar stationair toerental terugkeren.
•
Schakel de buitenboordmotor altijd met een snelle beweging in versnelling.
•
Nadat de buitenboordmotor in versnelling is geschakeld, duwt u de hendel naar voren om de snelheid op te voeren.
F
N
R
27237
42
nld
BEDIENING De motor afzetten Verminder het motortoerental en schakel de buitenboordmotor in de neutrale stand. Draai de contactsleutel naar de stand "OFF" (UIT).
26843
nld
43
ONDERHOUD Onderhoud van de buitenboordmotor Om uw buitenboordmotor in optimale bedrijfsconditie te houden, is het belangrijk dat voor de buitenboordmotor de periodieke inspecties en onderhoudsprocedures worden uitgevoerd die vermeld staan in het Inspectie- en onderhoudsschema. Wij dringen er bij u op aan om de motor naar behoren te laten onderhouden, teneinde de veiligheid van uzelf en uw passagiers zeker te stellen en tevens de betrouwbaarheid ervan in stand te houden. Houd de verrichte onderhoudswerkzaamheden bij in het Onderhoudslogboek achterin deze handleiding. Bewaar alle werkopdrachten en ontvangstbewijzen.
VERVANGINGSONDERDELEN VOOR UW BUITENBOORDMOTOR KIEZEN Wij bevelen het gebruik aan van oorspronkelijke Mercury Precision of Quicksilver vervangingsonderdelen en smeermiddelen.
Emissievoorschriften volgens EPA Van alle nieuwe buitenboordmotoren die Mercury Marine produceert, wordt officieel aan de Environmental Protection Agency (EPA) van de Verenigde Staten verklaard dat deze voldoen aan de vereisten voor de bestrijding van luchtvervuiling die gelden voor nieuwe buitenboordmotoren. Een voorwaarde voor deze verklaring is dat bepaalde afstellingen op de fabrieksnormen zijn afgestemd. Daarom moet de fabrieksprocedure voor onderhoud aan het product nauwkeurig worden opgevolgd en moet het product, waar mogelijk, tot de oorspronkelijke bedoeling van het ontwerp worden teruggebracht. Onderhoud, vervanging of reparatie van voorzieningen en systemen voor emissieregeling horen te worden uitgevoerd door een werkplaats/persoon werkzaam in de reparatie van scheepsmotoren met bougie-ontsteking.
EMISSIECERTIFICATIESTICKER Een emissiecertificatie-sticker, met vermelding van emissieniveaus en motorspecificaties die rechtstreeks in verband staan met emissies, wordt ten tijde van de fabricage op de motor aangebracht. EMISSION CONTROL INFORMATION
a
CALIFORNIA AND U.S. EPA THIS ENGINE CONFORMS TO EMISSION REGULATIONS FOR SPARK IGNITION MARINE ENGINES REFER TO OWNERS MANUAL FOR REQUIRED MAINTENANCE, SPECIFICATIONS, AND ADJUSTMENTS
b c
FAMILY:
IDLE SPEED (in gear):
d e abcdefghij-
hp kw
L
HC+NOx:FEL:
g/kWh
CO FEL:
g/kWh
SPARK PLUG: GAP:
LOW PERM/HIGH PERM:
f g h i j
43210
stationair toerental motorvermogen cilinderinhoud motorvermogen - kilowatt fabricagedatum serienummer gereguleerde emissiegrens voor de motorklasse gereguleerde emissiegrens voor de motorklasse aanbevolen bougie en elektrodenafstand doorlatingspercentage brandstofslangen
VERANTWOORDELIJKHEID VAN DE EIGENAAR De eigenaar/gebruiker moet regelmatig onderhoud aan de motor laten uitvoeren om de emissieniveaus binnen de voorgeschreven certificatienormen te houden.
44
nld
ONDERHOUD De eigenaar/gebruiker mag de motor niet zodanig wijzigen dat het vermogen verandert of de emissieniveaus de vastgelegde fabrieksspecificaties zullen overschrijden.
Inspectie- en onderhoudsschema VOORAFGAAND AAN ELK GEBRUIK •
Controleer of de dodemansschakelaar de motor uitschakelt.
•
Inspecteer het brandstofsysteem visueel op beschadigingen en lekkage.
•
Controleer of de buitenboordmotor stevig op de spiegel van de boot is gemonteerd. Als de buitenboordmotor of het bevestigingsmateriaal ervan los zit, haal het bevestigingsmateriaal van de buitenboordmotor dan aan met het voorgeschreven aanhaalmoment. Let bij controle op loszittend materiaal ook op verdwenen materiaal of verf van de spiegelklemmen van de buitenboordmotor, veroorzaakt door de onderlinge beweging van het bevestigingsmateriaal van de buitenboordmotor en de spiegelklemmen van de buitenboordmotor. Let verder op tekenen van beweging tussen de spiegelklemmen van de buitenboordmotor en de bootspiegel (hefplaat/verspringingsbeugel). Beschrijving
Nm
Borgmoeren en bouten voor montage buitenboordmotor - standaard spiegel
75
55
Borgmoeren en bouten voor montage buitenboordmotor - metalen hefplaten en verspringingsbeugels
122
90
•
Controleer het stuursysteem op stroef bewegende en losse onderdelen.
•
Controleer visueel of de bevestigers van de stuurstang goed vast zitten. Zie onder Stuurstangbevestigers.
•
Inspecteer de schroefbladen op schade.
lb-in.
lb-ft
NA ELK GEBRUIK •
Spoel het koelsysteem van de buitenboordmotor door als u de motor in zout of vervuild water hebt gebruikt. Zie onder Koelsysteem doorspoelen.
•
Was alle zoutaanslag af en spoel de uitlaatdoorgang van de schroef en het onderwaterhuis door met zoet water als u de motor in zout water hebt gebruikt.
OM DE 100 BEDRIJFSUREN OF EENMAAL PER JAAR, WAT ZICH HET EERSTE VOORDOET •
Smeer alle smeerpunten. Smeer vaker bij gebruik in zout water. Zie onder Smeerpunten.
•
Vervang de bougies na de eerste 100 uur of na het eerste jaar. Controleer daarna de bougies elke 100 uur of eenmaal per jaar. Vervang de bougies wanneer nodig. Zie onder Bougies inspecteren en vervangen.
•
Vervang het brandstoffilter. Zie onder Brandstofsysteem.
•
Vervang het luchtinlaatfilter van de compressor. Zie onder Luchtinlaatfilter compressor.
•
Inspecteer de dynamoriem. Zie onder Dynamoriem inspecteren.
•
Haal de bevestigingen van de buitenboordmotor aan de bootspiegel opnieuw aan. Haal het bevestigingsmateriaal met het voorgeschreven aanhaalmoment aan.1.
1. nld
Beschrijving
Nm
Borgmoeren en bouten voor montage buitenboordmotor - standaard spiegel
75
55
Borgmoeren en bouten voor montage buitenboordmotor - metalen hefplaten en verspringingsbeugels
122
90
Deze onderdelen moeten door een erkende dealer worden onderhouden.
45
lb-in.
lb-ft
ONDERHOUD •
Controleer de anti-corrosieanodes. Controleer vaker bij gebruik in zout water. Zie onder Anticorrosieanode.
•
Tap de olie af uit het onderwaterhuis en ververs deze. Zie onder Onderwaterhuis smeren.
•
Controleer de trimbekrachtigingsvloeistof. Zie onder Trimbekrachtigingsvloeistof controleren.
•
Inspecteer de accu. Zie onder Accu inspecteren.
•
Controleer de afstellingen van de bedieningskabel.1.
•
Smeer de spiebanen op de aandrijfas en schakelas.1.
•
Controleer of alle bouten, moeren en andere bevestigers goed aangehaald zijn.
•
Controleer of de motorkapafdichtingen intact en onbeschadigd zijn.
•
Controleer de inwendige motorkapgeluidsisolatie (indien aanwezig) en kijk of het schuimrubber intact en onbeschadigd is.
•
Controleer of de inlaatdemper (indien aanwezig) op zijn plaats zit.
•
Controleer of de stationairuitlaatdemper (indien aanwezig) op zijn plaats zit.
•
Controleer de luchtinlaat op losse slangklemmen en losse rubber hoezen (indien aanwezig).
OM DE 300 DRAAIUREN OF DRIE JAAR •
Vervang de waterpompwaaier (doe dit vaker als er oververhitting optreedt of als u een lagere waterdruk constateert).1.
•
Vervang het oliefilter in de olieslang tussen de olietank en de olie-injectiepomp.1.
VOORAFGAAND AAN OPSLAG •
Raadpleeg de opslagprocedure. Zie onder Opslag.
Uitspoelen van het koelsysteem Spoel de inwendige koelwaterkanalen van de buitenboordmotor met zoet water door na elk gebruik in zout, vervuild of modderig water. Hierdoor wordt voorkomen dat een ophoping van afzettingen de inwendige koelwaterkanalen verstopt.
NB: De motor kan afgezet worden of stationair lopen in de stand neutraal terwijl u het koelsysteem doorspoelt. Spoel de motor niet door met behulp van een waterbron met een hogere druk dan310 kPa (45 psi). 1.
Schroef de kap van het uiteinde van de slangadapter.
2.
Sluit een waterslang aan op de slangadapter.
3. Draai de kraan open en spoel het koelsysteem minimaal 3 minuten door. BELANGRIJK: Laat tijdens het doorspoelen de motor niet sneller dan met stationair toerental lopen.
46
nld
ONDERHOUD 4.
Draai de waterkraan dicht en koppel de waterslang los van de slangadapter. Plaats de kap weer terug in de slangadapter.
a
b
c abc-
22703
slangadapter afdichtring kap
Verwijdering en installatie motorkap VERWIJDERING 1.
Ontgrendel de achterste sluiting door de hendel omhoog te duwen.
2.
Til de achterkant van de motorkap op en haal de haak op de voorkant los.
29468
INSTALLATIE 1.
Zet de haak op de voorkant vast en duw de kap terug over de kapafdichting.
2.
Duw de kap omlaag en druk de achterste sluithendel omlaag om hem te vergrendelen.
Onderhoud van motorkap BELANGRIJK: "Droogvegen" (het kunststof oppervlak afvegen wanneer het droog is) heeft kleine krasjes op het oppervlak tot gevolg. Maak het oppervlak altijd nat voordat u het schoonmaakt. Volg de procedure voor reinigen en in de was zetten.
PROCEDURE VOOR REINIGEN EN IN DE WAS ZETTEN
nld
1.
Spoel de motorkap alvorens hem te wassen eerst met schoon water af om vuil en stof te verwijderen die krassen op het oppervlak kunnen veroorzaken.
2.
Was de motorkap met schoon water en een zachte, niet-schurende zeep. Gebruik een zachte, schone doek bij het wassen.
3.
Droog hem grondig met een zachte, schone doek. 47
ONDERHOUD 4.
Zet het oppervlak in de was met een niet-schurende automobielwas (speciale was voor blanke laklaag). Verwijder de aangebrachte was met de hand met een schone, zachte doek.
Vliegwieldeksel verwijderen en installeren VERWIJDEREN Til het deksel van de drie montagepennen.
INSTALLEREN Plaats het deksel op de drie montagepennen. Steek de lippen in de sleuven in het zijpaneel en druk het deksel op de montagepennen.
a b
c abc-
23754
vliegwieldeksel montagepennen lippen
Zijpaneel verwijderen en installeren VERWIJDEREN Trek het zijpaneel van de drie montagepennen.
48
nld
ONDERHOUD INSTALLEREN Plaats het zijpaneel op de drie montagepennen. Steek de lippen op het vliegwieldeksel in de bovenste sleuven en druk het zijpaneel op de montagepennen.
b c
a
23765 abc-
zijpaneel bovenste sleuven montagepennen
Brandstofsysteem !
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van benzinebrand of explosie. Volg alle onderhoudsinstructies voor het brandstofsysteem nauwkeurig op. Stop de motor altijd, rook NIET en zorg dat er GEEN open vlammen of vonken in de ruimte aanwezig zijn terwijl u onderhoud aan een onderdeel van het brandstofsysteem uitvoert. Voordat u onderhoud aan een onderdeel van het brandstofsysteem uitvoert, moet u de motor stoppen en de accu loskoppelen. Leeg het brandstofsysteem helemaal. Gebruik een goedgekeurde container om brandstof in op te vangen en op te slaan. Neem eventueel gemorste brandstof onmiddellijk op. Het materiaal dat u hebt gebruikt om de gemorste brandstof in op te nemen, moet in een goedgekeurde container worden geworpen. Al het onderhoud aan het brandstofsysteem moet in een goed geventileerde ruimte worden verricht. Controleer steeds op brandstoflekken na het voltooien van onderhoudswerkzaamheden.
BRANDSTOFLEIDING INSPECTEREN Inspecteer de brandstofleiding en pompbal visueel op scheuren, zwelling, lekken, hardheid of andere tekenen van beschadiging. Als u een van deze toestanden aantreft, moet de brandstofslang of pompbal worden vervangen.
nld
49
ONDERHOUD BRANDSTOFFILTER VERVANGEN Verwijderen 1.
Gebruik brandstoffiltergereedschap 91-896661 of gebruik de schacht van een schroevendraaier tussen de nokken op de filterdop en schroef het filter los.
a b
29594
ab-
filter O-ringen
Installeren 1.
Smeer de O-ringafdichtingen met olie.
2. Installeer het brandstoffilter en draai het stevig aan. BELANGRIJK: Voer een visuele inspectie uit op brandstoflekkage in het filter door in de pompbal te knijpen tot deze hard aanvoelt en er brandstof in het filter wordt gestuwd.
WATER AFTAPPEN UIT BRANDSTOFFILTERKAMER NB: Als er zich voldoende water in de brandstoffilterkamer heeft verzameld, wordt het waarschuwingssysteem ingeschakeld. Het water moet uit de brandstoffilterkamer worden afgetapt. 1.
Trek de aftapslang van de fitting aan de rechterkant. Houd het open uiteinde van de slang boven een container.
50
nld
ONDERHOUD 2.
Draai de aftapschroef met een steeksleutel (1/8 in.) los en laat de brandstoffilterkamer leeglopen.
b
c
a
23743
abc-
aftapslang fitting rechterkant aftapschroef
3. Draai de aftapschroef weer aan en bevestig de slang. BELANGRIJK: Voer een visuele inspectie uit op brandstoflekkage via de aftapschroef door in de pompbal te knijpen tot deze hard aanvoelt en er brandstof in de kamer wordt geperst.
Stuurstangbevestigers BELANGRIJK: De stuurstang die de stuurkabel met de motor verbindt, moet met de speciale sluitringkopbout ("a" - onderdeelnummer 10-849838) en zelfborgende borgmoeren met nylon inzetstuk ("c" en "d" onderdeelnummer 11-826709113) worden bevestigd. Deze borgmoeren mogen nooit door gewone (niet borgende) moeren worden vervangen omdat deze zich loswerken en van de machine af trillen, waardoor de stang vrijkomt en ontkoppeld wordt.
nld
51
ONDERHOUD !
WAARSCHUWING
Een ontkoppelde stuurstang kan ertoe leiden dat de boot onverwacht een volledige, scherpe bocht maakt. Deze mogelijk agressieve beweging kan ertoe leiden dat passagiers overboord worden geslingerd en ernstig, zelfs fataal, letsel oplopen.
a b c
27843
d abcd-
speciale ringkopbout (10-849838) vlakke ring (2) borgmoer met nylon inzetstuk (11-826709113) borgmoer met nylon inzetstuk (11-826709113)
Beschrijving
Nm
Speciale ringkopbout
27
20
Borgmoer met nylon inzetstuk "d"
27
20
Borgmoer met nylon inzetstuk "c"
lb. in.
lb. ft.
Draai aan tot hij volledig zit en draai hem dan een kwartslag terug.
Bevestig de stuurstang aan de stuurkabel met twee vlakke ringen en een zelfborgende borgmoer met nylon inzetstuk. Draai de borgmoer volledig aan en draai hem vervolgens een kwartslag terug. Bevestig de stuurstang aan de stuurkabel met de speciale ringkopbout en een zelfborgende borgmoer met nylon inzetstuk. Haal eerst de bout en vervolgens de borgmoer aan volgens de specificaties.
Zekering vervangen BELANGRIJK: Zorg dat u altijd reservezekeringen van 5 en 20 A bij u hebt. De elektrische circuits op de buitenboordmotor worden door zekeringen in de bedrading tegen overbelasting beschermd. Probeer, als er een zekering is doorgebrand, de oorzaak van de overbelasting op te sporen en te verhelpen. Als de oorzaak niet wordt verholpen, kan de zekering nogmaals doorslaan.
52
nld
ONDERHOUD Open de zekeringhouder en kijk naar de zilverkleurige band binnenin de zekering. Als de band gebroken is, vervangt u de zekering. Vervang de zekering door een nieuwe van dezelfde stroomsterkte.
a
b c 20
h
20
20
d
g f
15
2 5
e 23793
abcdefgh-
goede zekering doorgeslagen zekering veertienpolige afstandsbedieningsdraadboom/motorkaptrimschakelaar/hoofdstroomrelais - 15A-ze‐ kering ontstekingsspoelcircuit - 20A-zekering SmartCraft gegevensbuscircuit - 5A-zekering diagnostiekpool - 2A-zekering reservezekering - 20A-zekering brandstofinjectors/directe inspuiters/oliepomp/PCM - 20A-zekering
Anti-corrosieanode Uw buitenboordmotor is op verschillende plaatsen voorzien van anti-corrosieanodes. Een anode helpt de buitenboordmotor beschermen tegen corrosie door haar metaal geleidelijk op te offeren ten bate van het metaal van de buitenboordmotor. Elke anode moet regelmatig geïnspecteerd worden, met name bij gebruik in zout water, dat de erosie sneller doet verlopen. Om deze corrosiebescherming te behouden, moet u de anode altijd vervangen voordat hij volledig is weggevreten. Verf de anode nooit en breng er geen beschermlaag op aan omdat de anode daardoor minder goed werkt.
nld
53
ONDERHOUD Het onderwaterhuis heeft twee anti-corrosieanodes, één aan elke kant. Een derde anode is geïnstalleerd op de onderkant van de spiegelklemconstructie.
a
ab-
b
anode (2) aan weerskanten van on‐ derwaterhuis anode op spiegelklemconstructie
27844
Accu inspecteren De accu moet periodiek worden geïnspecteerd om te waarborgen dat de motor kan starten. BELANGRIJK: Lees de met de accu meegeleverde veiligheids- en onderhoudsinstructies. 1.
Zet de motor af voordat u onderhoud aan de accu verricht.
2.
Controleer of de accu tegen beweging is geborgd.
3.
De accukabelpolen moeten schoon, goed aangedraaid en juist aangebracht zijn. Plus op plus en min op min.
4.
Controleer of de accu van een niet-geleidend scherm is voorzien die voorkomt dat de accupolen per ongeluk worden kortgesloten.
Informatie over de accu !
OPGELET
De accukabels moeten met zeskantmoeren worden vastgezet op de accupolen, om stroomuitval te voorkomen. •
Gebruik geen "deep cycle"-accu's. Motoren moeten een startaccu voor boten hebben met 1000 MCA, 800 CCA of 180 Ah.
•
Gebruik bij het aansluiten van de motoraccu zeskantmoeren om de accukabels aan de accupolen te bevestigen. Haal de moeren aan volgens de specificaties. Beschrijving
Nm
lb. in.
Zeskantmoeren
13,5
120
54
lb. ft.
nld
ONDERHOUD De sticker dient op of bij de accukast te worden aangebracht ter informatie bij later onderhoud. Eén zeskantmoer van5/16 in. en een zeskantmoer van3/8 in. meegeleverd ter vervanging van de vleugelmoeren. Er worden geen metrische zeskantmoeren geleverd.
NOTICE - DTS & OptiMax Engines DO NOT USE DEEP CYCLE BATTERIES!
DTS (Digital Throttle and Shift) applications and OptiMax engines must use a marine starting battery with 1000 MCA, 800 CCA, or 180 Ah. rating. 13.5Nm (120 lbs. in.)
DO NOT USE WING NUTS
IMPORTANT:
Battery cable size and length is critical. Refer to engine installation manual for size requirements. 37-895387
Place decal on or near battery box for future service reference. 5/16” and 3/8” hex nuts supplied for wing nut replacement. Metric hex nuts not supplied.
3486
Schroeven VERWIJDEREN BELANGRIJK: Voor de op dit product gebruikte schroeven is de Mercury Marine Flo-Torq III type naaf of een vergelijkbaar product vereist.
!
WAARSCHUWING
Als de schroefas wordt gedraaid terwijl de motor ingeschakeld staat, kan de motor tornen en aanslaan. Om per ongeluk starten van de motor en mogelijk ernstig letsel door contact met de draaiende schroef te voorkomen, dient u de motor altijd naar neutraal te schakelen en de bougiekabels te verwijderen wanneer u onderhoud aan de schroef uitvoert. 1.
Schakel de buitenboordmotor in de stand neutraal (N).
N
26838
BELANGRIJK: Raadpleeg de paragraaf Bougies inspecteren en vervangen voor het verwijderen van de bougiekabels.
nld
55
ONDERHOUD 2.
Verwijder de bougiekabels om te voorkomen dat de motor start.
26899
3.
Buig de gebogen lippen op de schroefmoerborgring recht.
26900 4.
Plaats een blok hout tussen het onderwaterhuis en de schroef en verwijder de schroefmoer.
26901 5.
Trek de schroef recht van de as. Als de schroef op de as is vastgelopen en niet verwijderd kan worden, laat hem dan door een erkende dealer verwijderen.
INSTALLEREN BELANGRIJK: Om corrosie aan de schroefnaaf en vastlopen van de naaf op de schroefas te voorkomen (met name in zout water), moet u altijd een laagje van het aanbevolen smeermiddel aanbrengen op de gehele schroefas tijdens de aanbevolen onderhoudsbeurten en ook telkens als de schroef wordt verwijderd.
56
nld
ONDERHOUD 1.
Breng Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Anti-Corrosion Grease (anticorrosievet) of 2-4-C met Teflon op de schroefas aan.
26902
Ref.-nr. tube
Beschrijving
Gebruikt in
Onderdeelnr.
94
Anti-Corrosion Grease (anticorrosievet)
Schroefas
92-802867 Q1
95
2-4-C met Teflon
Schroefas
92-802859Q 1
NB: De Flo-Torq lll naven zijn zo ontworpen dat er bij installatie een geringe speling is. Met deze speling kan de schroef vrij heen en weer schuiven op de achterste draagring [maximaal 3,17 mm (1/8 in.)] en maximaal 10 graden draaien. 2.
Schroeven met Flo-Torq III naaf – Installeer de voorste draagring, vervangbare staartstukbus, schroef, draagring, schroefmoerborgring en schroefmoer op de as.
a
b abcdef-
3.
nld
c
d
e
f
3223
schroefmoer schroefmoerborgring achterste draagring schroef vervangbare staartstukbus voorste draagring
Plaats een blok hout tussen het onderwaterhuis en de schroef. Haal de schroefmoer aan volgens de specificatie.
Beschrijving
Nm
Schroefmoer
75
57
lb. in.
lb. ft. 55
ONDERHOUD 4.
Zet de schroefmoer vast door drie van de lippen in de draagringgroeven te buigen.
26945
Bougie inspecteren en vervangen !
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel als gevolg van brand of ontploffing door beschadigde bougiedoppen. Beschadigde bougiedoppen kunnen vonken afgeven. Vonken kunnen brandstofdampen onder de motorkap doen ontploffen. Voorkom schade aan bougiedoppen: gebruik geen scherp voorwerp of metalen gereedschap zoals een tang, schroevendraaier enz. om bougiedoppen te verwijderen. 1.
Verwijder de bougiekabels. Draai de rubber manchetten enigszins en trek ze eraf.
26899
2.
Verwijder de bougies om ze te inspecteren. Vervang de bougie als de elektrode versleten is of de isolator ruw, gebarsten, gebroken of vervuild is of blaren vertoont.
26946 3.
Stel de vonkbrug af volgens de specificaties.
26947
58
nld
ONDERHOUD Bougie Vonkbrug 4.
0,80 mm (0.030 in.)
Veeg vuil van de bougiezittingen weg voordat u de bougies installeert. Installeer de bougies handvast en haal ze vervolgens aan tot de gespecificeerde momentwaarde.
Beschrijving
Nm
bougie
27
lb. in.
lb. ft. 20
Luchtinlaatfilter compressor Het filter moet om de 100 bedrijfsuren of elk seizoen worden vervangen. BELANGRIJK: Laat de motor nooit zonder luchtfilter draaien.
VERWIJDERING 1.
Verwijder de drie schroeven en het filterdeksel van de motor.
2.
Verwijder het filter van het deksel. ab-
deksel filter
b a 29476
INSTALLATIE 1.
Installeer het filter in het deksel.
2.
Zet het filterdeksel met de drie schroeven vast.
Dynamoriem inspecteren !
WAARSCHUWING
Vermijd mogelijk ernstig letsel. Verzeker u ervan dat de motor afgezet is en de contactsleutel verwijderd is voordat u de riem inspecteert. 1.
Inspecteer de dynamoriem en laat hem door een erkende dealer vervangen als een van de volgende condities wordt gevonden. a. Barsten of beschadiging in het rubberen gedeelte van de riem. b. Ruw of ongelijk riemoppervlak.
nld
59
ONDERHOUD c. Tekenen van slijtage aan de randen of buitenoppervlakken van de riem.
29477
Smeerpunten 1.
Smeer de volgende onderdelen met Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Anti-Corrosion Grease (anti-corrosievet) of 2-4-C met Teflon. Ref.-nr. tube
Beschrijving
Gebruikt in
Onderdeelnr.
94
Anti-Corrosion Grease (anticorrosievet)
Schroefas
92-802867 Q1
95
2-4-C met Teflon
Schroefas
92-802859Q 1
•
Schroefas - Zie Schroef vervangen voor het verwijderen en installeren van de schroef. Breng op de gehele schroefas een laagje smeermiddel aan om te voorkomen dat de schroefnaaf corrodeert of op de as vast komt te zitten.
26902
2.
Smeer de volgende onderdelen met Quicksilver of Mercury Precision Lubricants 2-4-C with Teflon (smeermiddel met Teflon) of Special Lubricant 101 (speciaal smeermiddel). Ref.-nr. tube
34
Beschrijving
Gebruikt in
Onderdeelnr.
Special Lubricant 101 (speciaal smeermiddel)
Stuurkolom, opklapgeleidehendel, kantelbuis, smeernippel stuurkabel
92-802865Q02
60
nld
ONDERHOUD Ref.-nr. tube
95
Beschrijving 2-4-C met Teflon
Gebruikt in
Onderdeelnr.
Stuurkolom, opklapgeleidehendel, kantelbuis, smeernippel stuurkabel
92-802859Q 1
•
Stuurkolom – Smeren via de smeernippel.
•
Opklapgeleidehendel – Smeren via de smeernippel. ab-
Stuurkolom Opklapgeleidehendel
a b 27873
•
Kantelbuis – Smeren via de smeernippel.
29478
•
Stuurkabelsmeernippel (indien aanwezig) – Draai het stuur om het uiteinde van de stuurkabel geheel in de kantelbuis van de buitenboordmotor te trekken. Smeren via de smeernippel.
!
WAARSCHUWING
Het uiteinde van de stuurkabel moet volledig in de opklapbuis van de buitenboordmotor zijn getrokken voordat smeermiddel wordt aangebracht. Als er smeermiddel op een volledig uitgestoken stuurkabel wordt aangebracht, kan de stuurkabel hydraulisch geblokkeerd raken. Een hydraulisch geblokkeerde stuurkabel zal verlies van de beheersing over de besturing veroorzaken, wat ernstig of dodelijk letsel tot gevolg kan hebben.
a
b
ab-
smeernippel stuurkabeluiteinde
29479
3.
nld
Smeer de volgende punten met lichte olie.
61
ONDERHOUD •
Draaipunten van stuurverbindingsstang – Draaipunten smeren.
29480
Trimbekrachtigingsvloeistof controleren 1.
Klap de buitenboordmotor naar de hoogste stand en schakel de opklapgeleidehendel in.
27877 2.
Verwijder de vuldop en controleer het vloeistofpeil. Het vloeistofpeil hoort ter hoogte van de onderkant van de vulopening te staan. Voeg Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Power Trim & Steering Fluid (trim- en stuurbekrachtigingsvloeistof) toe. Gebruik indien dit niet verkrijgbaar is automatischetransmissievloeistof voor auto's (ATF).
27884
Onderwaterhuis smeren ONDERWATERHUISSMERING Bij het toevoegen of verversen van onderwaterhuissmeermiddel dient u het smeermiddel op de aanwezigheid van water te onderzoeken. Als er water aanwezig is, kan dit naar beneden zijn gezakt en zal het vóór het smeermiddel worden afgetapt, of kan het met het smeermiddel vermengd zijn waardoor het smeermiddel een melkkleurig uiterlijk krijgt. Als u water ziet, moet u het onderwaterhuis door uw dealer laten controleren. Water in het smeermiddel kan leiden tot vroegtijdig falen van lagers of kan bij koud weer bevriezen en schade aan het onderwaterhuis veroorzaken.
62
nld
ONDERHOUD Onderzoek het afgetapte onderwaterhuissmeermiddel op metaaldeeltjes. Een kleine hoeveelheid metaaldeeltjes wijst op normale slijtage van de tandwielen. Een buitensporige hoeveelheid metaalvijlsels of grotere deeltjes (stukjes) kunnen op abnormale tandwielslijtage wijzen en dit moet door een erkende dealer worden gecontroleerd.
SMEERMIDDEL UIT ONDERWATERHUIS AFTAPPEN 1.
Plaats de buitenboordmotor in een verticale bedrijfsstand.
2.
Plaats een aftapverzamelbak onder de buitenboordmotor.
3.
Verwijder de ontluchtingspluggen en de vul/aftapplug en tap het smeermiddel af. ab-
ontluchtingspluggen vul-/aftapplug
a b 26977
SMEERMIDDELINHOUD ONDERWATERHUIS De smeermiddelinhoud van het onderwaterhuis bedraagt ongeveer666 ml (22.5 fl. oz.).
AANBEVOLEN ONDERWATERHUISSMEERMIDDEL Mercury of Quicksilver Premium of High Performance Gear Lubricant (tandwielolie).
PEIL SMEERMIDDEL CONTROLEREN EN ONDERWATERHUIS VULLEN
nld
1.
Plaats de buitenboordmotor in een verticale bedrijfsstand.
2.
Verwijder de voorste ontluchtingsplug en achterste ontluchtingsplug.
3.
Verwijder de vul/aftapplug. Steek de tube smeermiddel in de vul/aftapplugopening en voeg smeermiddel toe tot het smeermiddel bij de voorste ontluchtingsopening verschijnt. Installeer nu de voorste ontluchtingsplug en afdichtring.
4.
Blijf smeermiddel toevoegen tot het bij de achterste ontluchtingsopening verschijnt.
5.
Stop met toevoegen van smeermiddel. Installeer de achterste ontluchtingsplug en afdichtring voordat u de tube smeermiddel verwijdert.
63
ONDERHOUD 6.
Verwijder de tube smeermiddel en breng de vul-/aftapplug en de afdichtring weer aan.
c b
a
d
27001
abcde-
e
voorste ontluchtingsplug voorste ontluchtingsopening achterste ontluchtingsopening achterste ontluchtingsplug vul-/aftapplug
ONDER WATER GERAAKTE BUITENBOORDMOTOR Een buitenboordmotor die onder water is geraakt, heeft binnen enkele uren nadat hij uit het water is gehaald, onderhoud nodig bij een erkende dealer. Prompt onderhoud bij een dealer is noodzakelijk als de motor eenmaal aan de atmosfeer is blootgesteld om inwendige corrosieschade aan de motor tot een minimum te beperken.
64
nld
OPSLAG Voorbereiding op opslag Bij de voorbereiding van de buitenboordmotor op de opslag is bescherming tegen roest, corrosie en beschadiging door bevriezing van ingesloten water het belangrijkste. De volgende opslagprocedures moeten worden gevolgd om uw buitenboordmotor op seizoensopslag of langdurige opslag (twee maanden of langer) voor te bereiden.
!
OPGELET
Start of gebruik de buitenboordmotor nooit (zelfs niet kortstondig) zonder dat er via alle koelwaterinlaatopeningen water in het onderwaterhuis circuleert, om schade aan de waterpomp (droog lopen) of oververhitting van de motor te voorkomen.
Brandstofsysteem BELANGRIJK: Alcoholhoudende benzine (ethanol of methanol) kan tijdens de opslag zuren vormen en schade aan het brandstofsysteem toebrengen. Indien de gebruikte benzine alcohol bevat, is het raadzaam om zoveel mogelijk van de resterende benzine uit de brandstoftank, de brandstofslang en het brandstofsysteem van de motor af te tappen. De beste voorbereiding voor opslag bestaat uit het toevoegen aan de brandstoftank van de aanbevolen hoeveelheid van de producten Mercury Precision Fuel Stabilizer en Mercury Precision Quickleen (brandstofstabiliserings- en reinigingsmiddel), zoals beschreven op de verpakking, voordat de boot voor het laatst wordt gebruikt. Toevoegen van brandstofstabiliseringsmiddel helpt om vernis- en gomvorming in de benzine te voorkomen. Mercury Precision Quickleen helpt om de brandstofinjectors te reinigen en smeren. 1.
Losse brandstoftank – Giet de vereiste hoeveelheid benzinestabiliseringsmiddel en Quickleen (volg de aanwijzingen op de verpakking) in de brandstoftank. Kantel de brandstoftank heen en weer om het stabiliseringsmiddel en Quickleen met de brandstof te mengen.
2.
Vaste brandstoftank - Giet de vereiste hoeveelheid benzinestabiliseringsmiddel en Quickleen (volg de aanwijzingen op de verpakking) in een aparte container en meng dit met ongeveer1 liter (1 qt.) benzine. Giet dit mengsel in de brandstoftank.
3.
Trek de aftapslang van de fitting aan de rechterkant. Houd het open uiteinde van de slang boven een container.
4.
Draai de aftapschroef los en laat de brandstoffilterkamer leeglopen. abc-
a
aftapschroef aftapslang fitting rechterkant
c b 23751
nld
5.
Draai de aftapschroef weer aan en bevestig de slang.
6.
Trek de aftapslang van de fitting aan de linkerkant. Houd het open uiteinde van de slang boven een container.
65
OPSLAG 7.
Draai de aftapschroef los en laat de vlotterkamer leeglopen. abc-
a
fitting linkerkant aftapschroef aftapslang
b c 23752
8.
Draai de aftapschroef weer aan en bevestig de slang.
9.
Meng het volgende in een container: a. 8 cc (0.27 oz.) of twee theelepels Mercury Precision Quickleen smeermiddel. b. 8 cc (0.27 oz.) of twee theelepels Mercury Precision Fuel Stabilizer.
10. Verwijder het brandstoffilter. Zie Onderhoud - Brandstofsysteem voor de procedure. 11. Giet dit mengsel in de brandstoffilteropening. Breng het brandstoffilter weer aan. 12. Vul het brandstofsysteem met brandstof . Zie Bediening - Motor starten. 13. Plaats de buitenboordmotor in het water of gebruik de doorspoelslang of doorspoeladapter zodat het koelwater kan circuleren. Start de motor en laat hem vijf minuten met stationair toerental draaien zodat de behandelde brandstof het brandstofsysteem kan vullen. Doorspoeladapter
91-44357Q 2
Wordt op de waterinlaten bevestigd, zorgt voor een zoetwaterverbinding bij het doorspoelen van het koelsysteem of het gebruik van de motor.
9192
Bescherming inwendige motoronderdelen NB: Controleer eerst of het brandstofsysteem op opslag is voorbereid. Zie Brandstofsysteem, hiervoor. BELANGRIJK: Zie Bougies inspecteren en vervangen voor de juiste procedure voor het verwijderen van de bougiekabels. 1.
Verwijder de bougies. Giet ongeveer 30 ml (1 oz.) motorolie, of spuit vijf seconden lang corrosiewerend middel, in elke bougieopening.
2.
Draai het vliegwiel enige malen met de hand rond om de olie of de Storage Seal (corrosiewerend middel) over de cilinders te verdelen.
3.
Breng de bougies weer aan. 66
nld
OPSLAG Bescherming van externe buitenboordmotoronderdelen •
Smeer alle buitenboordmotoronderdelen die staan vermeld bij Onderhoud - Inspectie- en onderhoudsschema.
•
Werk beschadigde verf bij. Neem contact op met uw dealer voor de te gebruiken lak.
•
Spuit Quicksilver of Mercury Precision Lubricants Corrosion Guard (corrosiebescherming) op metalen buitenoppervlakken (behalve anti-corrosie anodes). Ref.-nr. tube
120
Beschrijving
Gebruikt in
Onderdeelnr.
Corrosion Guard (corrosiebescherming )
Externe metalen oppervlakken
92-802878Q55
Onderwaterhuis •
Tap de tandwielolie uit het onderwaterhuis af en vul het weer (raadpleeg Onderhoud – Onderwaterhuis smeren).
Buitenboordmotor plaatsen voor opslag Sla de buitenboordmotor in een rechtopstaande (verticale) positie op om water uit de motor te laten lopen.
KENNISGEVING Als de buitenboordmotor in opgeklapte toestand wordt opgeslagen, kan hij beschadigd raken. Er kan dan water bevriezen dat is ingesloten in de koelkanalen, of regenwater dat zich ophoopt in de schroefuitlaat in het onderwaterhuis. Sla de buitenboordmotor op in de stand volledig omlaag.
Accu-opslag
nld
•
Volg de instructies van de fabrikant voor opslag en het laden van de accu.
•
Verwijder de accu van de boot en controleer het waterpeil. Zo nodig opnieuw opladen.
•
Bewaar de accu op een koele, droge plaats.
•
Controleer tijdens de opslagperiode het waterpeil regelmatig en laad de accu regelmatig op.
67
OPSPOREN VAN STORINGEN Startmotor laat de motor niet aanslaan MOGELIJKE OORZAKEN •
Doorgeslagen 20A-zekering in het startcircuit. RaadpleegOnderhoud.
•
De buitenboordmotor is niet in neutraal geschakeld.
•
Zwakke accu, of de accuverbindingen zitten los of zijn gecorrodeerd.
•
Defecte contactschakelaar.
•
Bedrading of elektrische verbinding defect.
•
Defect startrelais- of slave-solenoïde.
Motor start niet MOGELIJKE OORZAKEN •
Noodstopschakelaar niet in de stand RUN (draaien).
•
Accu niet volledig geladen.
•
Onjuiste startprocedure. Zie hoofdstukBediening .
•
Oude of verontreinigde benzine.
•
Brandstof bereikt de motor niet. •
Brandstoftank is leeg.
•
Ontluchtingsopening van brandstoftank dicht of verstopt.
•
Brandstofslang is losgekoppeld of geknikt.
•
Pompbal niet ingeknepen.
•
Keerklep van pompbal is defect.
•
Brandstoffilter is verstopt. Zie hoofdstukOnderhoud .
•
Brandstofpomp defect.
•
Brandstoftankfilter verstopt.
•
20A-zekering doorgeslagen. Controleer zekering; zie hoofdstuk Onderhoud .
•
Schroefdraadverbinding van luchtslang is los.
•
Component van ontstekingssysteem defect.
•
Bougies vuil of defect. Zie hoofdstuk Onderhoud .
Motor slaat over of draait onregelmatig MOGELIJKE OORZAAK •
Bougies zijn vuil of defect. Raadpleeg Onderhoud hoofdstuk.
•
Verkeerde instelling en afstellingen.
•
Er wordt niet genoeg brandstof aan de motor afgegeven. a. Het brandstoffilter van de motor zit verstopt. Raadpleeg Onderhoud hoofdstuk. b. Brandstoftankfilter zit verstopt. c. Vastzittende anti-sifonklep op ingebouwde brandstoftank. d. Brandstofleiding is geknikt of dichtgeknepen. e. De injector is verstopt.
•
De schroefdraadaansluiting van een luchtslang zit los.
•
Defecte brandstofpomp.
•
Defect in contactcircuit.
68
nld
OPSPOREN VAN STORINGEN Prestatieverlies MOGELIJKE OORZAKEN •
Gashendel niet volledig open.
•
Schroef beschadigd of schroef van verkeerde grootte.
•
Boot overbelast of lading niet goed verdeeld.
•
Overmatig veel water in motorruim.
•
Bodem van boot is vuil of beschadigd.
Accu kan lading niet houden MOGELIJKE OORZAKEN
nld
•
Accuverbindingen zijn los of aangetast.
•
Laag elektrolytpeil in accu.
•
Versleten of niet-effectieve accu.
•
Overmatig gebruik van elektrische accessoires.
•
Defecte gelijkrichter, dynamo of spanningsregelaar.
•
Onderbroken circuit in de uitgangsdraad van de dynamo (verbinding met zekering).
69
SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAAR Plaatselijke reparatieservice Breng uw buitenboordmotor altijd naar uw plaatselijke erkende dealer terug, als service nodig mocht zijn. Alleen hij heeft de door de gediplomeerde monteurs, de kennis, het speciale gereedschap, de apparatuur en de originele onderdelen en accessoires om op de juiste wijze onderhoud aan uw motor uit te kunnen voeren als dat nodig mocht zijn. Hij kent uw motor het beste.
Service onderweg Als u zich niet in de buurt van uw plaatselijke dealer bevindt en service nodig hebt, neem dan contact op met de dichtstbijzijnde erkende dealer. Raadpleeg de Gouden Gids. Als u om welke reden dan ook geen service kunt krijgen, neem dan contact op met het dichtstbijzijnde Mercury Marine servicekantoor.
Inlichtingen over onderdelen en accessoires Over originele vervangingsonderdelen en accessoires kan uw plaatselijke erkende dealer u informeren. De dealer heeft de benodigde informatie om onderdelen en accessoires voor u te bestellen. Wanneer u naar onderdelen en accessoires informeert, heeft de dealer het model- en serienummer nodig om de juiste onderdelen te kunnen bestellen.
Servicebijstand Het is voor uw dealer en voor ons uiterst belangrijk dat u tevreden bent met uw buitenboordmotor. Als u een probleem met of vraag over de buitenboordmotor hebt, neem dan contact op met uw dealer of een erkend Mercury Marine dealerschap. Als u meer hulp nodig hebt, doe dan het volgende. 1.
Spreek met de verkoop- of servicemanager van het dealerschap. Als u dit reeds gedaan hebt, neem dan contact op met de eigenaar van het dealerschap.
2.
Als u een vraag of probleem hebt dat niet door het dealerschap kan worden opgelost, vraag het Mercury Marine servicekantoor dan om hulp. Mercury Marine zal samen met u en uw dealerschap alle problemen oplossen.
Het servicekantoor heeft de volgende informatie nodig: •
Uw naam en adres
•
Telefoonnummer waar u overdag bereikbaar bent
•
Model en serienummer van de buitenboordmotor
•
De naam en het adres van uw dealerschap
•
Aard van het probleem
Mercury Marine-servicekantoren Als u hulp nodig hebt, kunt u bellen, faxen of schrijven. Verstrek een telefoonnummer waar u overdag te bereiken bent als u een brief of fax stuurt. Verenigde Staten, Canada Telefoon
Engels - (920) 929-5040 Frans - (905) 636-4751
Fax
Engels - (920) 929-5893 Frans - (905) 636-1704
Website
www.mercurymarine.com
Mercury Marine W6250 W. Pioneer Road P.O. Box 1939 Fond du Lac, WI 54936-1939
Australië, Pacific Telefoon
(61) (3) 9791-5822
Fax
(61) (3) 9706-7228
Brunswick Asia Pacific Group 41–71 Bessemer Drive Dandenong South, Victoria 3175 Australië
70
nld
SERVICEBIJSTAND VOOR DE EIGENAAR Europa, Midden-Oosten, Afrika Telefoon
(32) (87) 32 • 32 • 11
Fax
(32) (87) 31 • 19 • 65
Brunswick Marine Europe Parc Industriel de Petit-Rechain B-4800 Verviers, België
Mexico, Midden-Amerika, Zuid-Amerika, Caraïbisch gebied Telefoon
(954) 744-3500
Fax
(954) 744-3535
Mercury Marine 11650 Interchange Circle North Miramar, FL 33025 VS
Japan Telefoon
072-233-8888
Fax
072-233-8833
Kisaka Co., Ltd. 4-130 Kannabe-cho Sakai-shi Sakai-ku 5900984 Osaka, Japan
Azië, Singapore
nld
Telefoon
(65) 65466160
Fax
(65) 65467789
Brunswick Asia Pacific Group T/A Mercury Marine Singapore Pte Ltd 29 Loyang Drive Singapore, 508944
71
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE Belangrijke informatie Het uitrusten van schepen inclusief correcte motorinstallatie wordt steeds gecompliceerder. Daarom bevelen wij aan motoren uitsluitend te laten installeren door daartoe door Mercury bevoegd verklaarde dealers. Als u deze aanbeveling wenst te negeren en de motor zelf wilt installeren, wordt u verzocht deze aanwijzingen te lezen en te volgen. Het niet navolgen van deze installatie-instructies kan resulteren in ernstig of dodelijk letsel.
Vermogen van de boot !
WAARSCHUWING
Als een buitenboordmotor gebruikt wordt die de maximale vermogensgrens van een boot overschrijdt, kan: 1. de boot onbestuurbaar worden 2. te veel gewicht bij de spiegel geplaatst worden waardoor het drijfvermogen van de boot gewijzigd wordt of 3. de boot kapot gaan, vooral in de buurt van de spiegel. Het gebruik van een buitenboordmotor met een te groot vermogen kan leiden tot letsel, dodelijke ongelukken of schade aan de boot. Gebruik geen buitenboordmotor op uw boot met een te groot vermogen en overbelast uw boot niet. De meeste boten hebben een vereist vermogensplaatje dat het maximaal toegestane vermogen en de maximaal toegestane belasting aangeeft die door de fabrikant zijn vastgesteld aan de hand van bepaalde overheidsrichtlijnen. Neem in geval van twijfel contact op met uw dealer of de fabrikant van de boot.
U.S. COAST GUARD CAP ACITY MAXIMUM HORSEPOWER XXX MAXIMUM PERSON CAPACITY (POUNDS)
XXX
MAXIMUM WEIGHT CAPACITY
XXX 26777
Bescherming tegen ingeschakeld starten !
WAARSCHUWING
Vermijd ernstig of dodelijk letsel als gevolg van plotselinge, onverwachte acceleratie wanneer u de motor start. Vanwege het ontwerp van deze buitenboordmotor moet de erbij gebruikte afstandsbediening een ingebouwde beveiliging hebben die uitsluitend starten in neutraal toelaat. De afstandsbediening die is aangesloten op de buitenboordmotor moet een beveiliging hebben die uitsluitend starten in neutraal toelaat. Dit voorkomt dat de motor start vanuit een versnelling.
Accessoires voor uw buitenboordmotor selecteren De originele Mercury Precision- en Quicksilver-accessoires zijn speciaal voor deze buitenboordmotor ontworpen en getest. Sommige accessoires die niet door Mercury Marine worden geproduceerd of verkocht, zijn niet ontworpen om veilig met deze buitenboordmotor of het bedieningssysteem te worden gebruikt. Lees de handleidingen voor installatie, bediening en onderhoud voor alle door u gekozen accessoires.
72
nld
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE Brandstofsysteem VOORKOM BRANDSTOFSTROOMRESTRICTIE BELANGRIJK: Het toevoegen van componenten aan het brandstoftoevoersysteem (filters, kleppen, fittingen, enz.), kan de brandstofstroom belemmeren. Hierdoor kan de motor bij lage snelheid afslaan en/of kan het brandstofmengsel bij een hoge tpm te arm zijn, waardoor motorschade veroorzaakt kan worden.
ELEKTRISCHE BRANDSTOFPOMP De brandstofdruk mag niet hoger zijn dan 28 kPa (4 psi). Installeer zo nodig een drukregelaar.
VEREISTE BEPERKT DOORLATENDE BRANDSTOFSLANG Vereist voor buitenboordmotoren die in de Verenigde Staten te koop of verkocht zijn of ter verkoop worden aangeboden. •
De Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) vereist voor alle buitenboordmotoren die na 1 januari 2009 zijn vervaardigd een beperkt doorlatende slang als primaire brandstofslang tussen de brandstoftank en de buitenboordmotor.
•
Een beperkt doorlatende brandstofslang heeft de classificatie USCG Type B1-15 of Type A1-15. Deze is gedefinieerd als niet meer dan 15/gm²/24 h van CE 10 brandstof doorlatend bij een temperatuur van 23 °C conform de specificatie in SAE J 1527 - Marine Fuel Hose (brandstofslangen scheepsvaart).
EPA-EISEN VOOR ONDER DRUK STAANDE LOSSE BRANDSTOFTANKS De Amerikaanse Environmental Protection Agency (EPA) vereist dat draagbare brandstofsystemen die na 1 januari 2011 worden geproduceerd voor gebruik met buitenboordmotoren, geheel afgedicht (onder druk) blijven tot 34,4 kPa (5,0 psi). Deze tanks kunnen het volgende bevatten: •
Een luchtinlaatopening waardoor lucht kan binnenstromen wanneer de brandstof uit de tank wordt opgezogen.
•
Een luchtafvoeropening die naar de atmosfeer afblaast als de druk meer bedraagt dan 34,4 kPa (5,0 psi).
EIS VOOR BRANDSTOFVRAAGKLEP (FUEL DEMAND VALVE; FDV) Bij gebruik van een onder druk staande brandstoftank moet altijd een brandstofvraagklep worden geïnstalleerd in de brandstofslang tussen de brandstoftank en de pompbal. De brandstofvraagklep voorkomt dat brandstof onder druk in de motor belandt en het brandstofsysteem verzuipt of dat er brandstof wordt gemorst. De brandstofvraagklep heeft een handbediende opheffunctie. De handbediende opheffunctie kan worden gebruikt (ingedrukt) om de klep te openen (bypass) als er een brandstofverstopping in de klep ontstaat.
b
a-
a
bc-
c
brandstofvraagklep - geïnstalleerd in de brandstofslang tussen de brandstoftank en pompbal handbediende opheffunctie wateraftapopeningen
46273
BRANDSTOFTANKS Losse brandstoftank Kies een geschikte plaats in de boot, zodat de motorbrandstofslang kan worden aangesloten, en zet de tank vast.
nld
73
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE Vaste brandstoftank Vaste brandstoftanks moeten worden geïnstalleerd in overeenstemming met de veiligheidsnormen voor industrie en overheid die aanbevelingen bevatten voor aarden, beveiliging tegen hevelen, ventilatie enz.
HET BRANDSTOFSYSTEEM VULLEN Als u de motor voor de eerste keer start of een drooggelopen of afgetapte motor opnieuw start, dient u het brandstofsysteem te vullen en te ontluchten. Brandstofsysteem vullen en ontluchten: 1.
Knijp in de benzinepompbal totdat deze hard aanvoelt.
2.
Draai het contactslot drie seconden lang naar de stand ON (aan). Hierdoor wordt de elektrische brandstofpomp in werking gesteld.
3.
Draai het contactslot terug naar de stand OFF (uit) en knijp weer in de pompbal totdat deze hard aanvoelt.
4.
Draai het contactslot opnieuw drie seconden naar de stand ON (aan).
5.
Herhaal deze procedure totdat de benzinepompbal hard blijft.
Installatiespecificaties a a
b
18552
ab-
Minimale spiegelopening Centerlijn motor voor twee motoren - 66,0 cm (26 in.)
Minimale spiegelopening Enkele motor
84,2 cm (33 in.)
Twee motoren
149,9 cm (59 in.)
Buitenboordmotor ophijsen !
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel. Voordat u de buitenboordmotor ophijst, controleert u of de hijsring ten minste vijf slagen in het vliegwiel is geschroefd en of de takel het juiste draagvermogen heeft voor het motorgewicht. Om de buitenboordmotor op te hijsen: 1.
Neem de motorkap van de buitenboordmotor af. 74
nld
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE 2.
Schroef het hijsoog ten minste vijf slagen in de vliegwielnaaf.
15363
Hijsoog
91-90455--1 Wordt in het vliegwiel geschroefd om de motorblokinstallatie van de drijfasbehuizing te verwijderen of om de gehele motor voor verwijderen/installatie op te hijsen.
2756
3.
Sluit een takel aan op het hijsoog.
4.
Hijs de buitenboordmotor op en plaats hem op de spiegel.
Stuurkabel - Langs stuurboord gelegde kabel 1.
Smeer de O-ringafdichting en het gehele kabeluiteinde.
95
3724
Ref.-nr. tube
95
nld
Beschrijving
Gebruikt in
Onderdeelnr.
2-4-C Marine Lubricant with Teflon (smeermiddel met teflon)
O-ringafdichting en het gehele kabeluiteinde
92-802859Q 1
75
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE 2.
Steek de stuurkabel in de kantelbuis.
3725
3.
Haal de moer aan volgens de specificatie.
3727
Beschrijving
Nm
Moer
47,5
lb. in.
lb. ft. 35
76
nld
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE Aanbevolen montagehoogte voor de buitenboordmotor bepalen 63.5 cm (25 in.)
e
60.9 cm (24 in.)
b
c
58.4 cm (23 in.) 56.0 cm (22 in.)
a
53.3 cm (21 in.) 50.8 cm (20 in.)
e
d
48.2 cm (19 in.)
10
20
30
40
50
f abcdef-
60
70
80
18562
Aanbevolen wordt de ononderbroken lijn aan te houden bij het bepalen van de montagehoogte voor de buitenboordmotor. De stippellijnen vertegenwoordigen de uiterste waarden van de bekende beproefde montagehoog‐ ten voor buitenboordmotoren. Als maximale snelheid de enige doelstelling is, kan deze lijn gebruikt worden voor het bepalen van de montagehoogte van de buitenboordmotor. Voor installatie van twee buitenboordmotoren verdient gebruik van deze lijn de voorkeur voor het bepalen van de montagehoogte van de buitenboordmotoren. Montagehoogte buitenboordmotor (hoogte montagebeugels buitenboordmotor vanaf de onderkant van de bootspiegel). Voor een hoogte van meer dan56,0 cm (22 in.)wordt meestal de voorkeur ge‐ geven aan een schroef die is ontworpen voor oppervlaktegebruik. Verwachte maximale vaarsnelheid (mph). KENNISGEVING
1.
De buitenboordmotor moet zo hoog op de spiegel worden gemonteerd dat de uitlaatontlastingsopening ten minste25,4 mm (1 in.) boven de waterlijn blijft als de motor met stationair toerental draait. Als de uitlaatontlastingsopening boven de waterlijn blijft, voorkomt dat verstopping van de uitlaat. Blokkering van de uitlaat resulteert in slechte prestaties bij stationair draaien.
2.
Voeg voor XL-modellen12,7 cm (5 in.) toe bij de vermelde montagehoogte voor de buitenboordmotor.
3.
De buitenboordmotor mag niet hoger worden gemonteerd dan63,5 cm (25 in.) bij L-modellen,76 cm (30 in.) bij XL-modellen. Als u de buitenboordmotor hoger monteert, kan dat schade aan de onderdelen van het onderwaterhuis veroorzaken.
Door een grotere montagehoogte zal over het algemeen:
nld
•
de torsie op het stuur afnemen;
•
de maximumsnelheid toenemen;
•
de stabiliteit van de boot toenemen;
77
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE •
Ook kan een grotere hoogte ertoe leiden dat de schroef losbreekt tijdens planeren.
Montagegaten voor buitenboordmotor boren BELANGRIJK: Lees, voordat u montagegaten gaat boren, zorgvuldig Aanbevolen montagehoogte voor de buitenboordmotor bepalen en installeer de buitenboordmotor zo dicht mogelijk bij de aanbevolen montagehoogte. 1.
Markeer vier montagegaten op de spiegel met behulp van de spiegelboormal.
b
abc-
Boorgeleidegaten Spiegelboormal Middellijn spiegel
a
a
c
2757
Spiegelboormal
91-98234A2
Hulpmiddel bij de installatie van de motor dat als sjabloon dient voor de motormontagegaten.
5489
2.
Boor vier montagegaten van13,5 mm (17/32 in.).
3973
78
nld
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE Bevestigen van de buitenboordmotor op de spiegel MONTAGEBOUTEN Montagemateriaal buitenboordmotorspiegel - meegeleverd met de buitenboordmotor Onderdeelnummer
Naam onderdeel
10-67755-1
Bevestigingsbout buitenboordmotor
Beschrijving
11-826711-17
Borgmoer met nylon inlegring
12-28421
Platte sluitring
diameter 1-1/2 in.
12-54012
Platte sluitring
diameter 7/8 in.
½-20 x 4.50 in. lang (2.25 in. schroefdraad) ½-20
Leverbare bevestigingsbouten buitenboordmotor Onderdeelnummer
Beschrijving
10-67755005
½-20 x 2.50 in. lang (1.25 in. schroefdraad)
10-67755006
½-20 x 3.50 in. lang (1.25 in. schroefdraad)
10-814259
½-20 x 4.00 in. lang (2.25 in. schroefdraad)
10-67755-1
½-20 x 4.50 in. lang (2.25 in. schroefdraad)
10-8M0033366
½-20 x 5.00 in. lang (3.25 in. schroefdraad)
10-67755-003
½-20 x 5.50 in. lang (3.25 in. schroefdraad)
10-67755-2
½-20 x 6.50 in. lang (2.75 in. schroefdraad)
10-8M0028080
½-20 x 7.50 in. lang (2.75 in. schroefdraad)
10-8M0032860
½-20 x 8.00 in. lang (2.75 in. schroefdraad)
CONTROLEREN VAN DE SPIEGELCONSTRUCTIE BELANGRIJK: Bepaal of de spiegel sterk genoeg is. De borgmoeren en bouten voor montage van de buitenboordmotor horen tot 75 Nm (55 lb-ft) aangehaald te kunnen worden zonder dat de spiegel meegeeft of scheurt. Als de spiegel bij deze momentwaarde meegeeft of scheurt, is de spiegelconstructie mogelijk niet sterk genoeg. De spiegel moet dan versterkt of het lastdragende oppervlak vergroot worden.
b a ab-
nld
spiegel geeft mee bij aanhalen bout spiegel scheurt bij aanhalen bout
79
18961
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE Gebruik een momentsleutel met wijzerschaal om de sterkte van de spiegel te bepalen. Als bij het aandraaien van de bout of moer de momentwaarde op de schaal niet toeneemt, betekent dit dat de spiegel meegeeft. U kunt het lastdragende oppervlak vergroten met een grotere onderlegring of een spiegelverstevigingsplaat.
a b
33962 ab1.
grote onderlegring voor spiegel spiegelverstevigingsplaat
Breng een maritiem afdichtmiddel aan op de boutschachten, niet op de schroefdraad.
2.
Monteer de buitenboordmotor met het juiste montagemateriaal. Haal de borgmoeren aan met het voorgeschreven aanhaalmoment. BELANGRIJK: Zorg dat er na het aanhalen ten minste twee volledige draadgangen van de bevestigingsbouten voorbij de borgmoer uitsteken. De borgmoer moet na strak aandraaien nog aangrijpen op de boutschroefdraad, hij mag de boutschacht niet raken.
80
nld
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE NB: Voor een nauwkeuriger momentwaarde wordt aanbevolen om niet de bevestigingsbouten van de buitenboordmotor maar de borgmoeren aan te halen.
d c
a
e
b c a
d
40952 abcde-
bevestigingsbout buitenboordmotor met diameter van 1/2 in. (4) platte ring van 7/8 in. (4) borgmoer met nylon inlegring (4) platte ring van 1-1/2 in. (4) maritiem afdichtmiddel - aanbrengen aan op boutschachten, niet op schroefdraad.
Beschrijving
Nm
lb-in.
lb-ft
Borgmoeren en bouten voor montage buitenboordmotor - standaard spiegel
75
55
Borgmoeren en bouten voor montage buitenboordmotor - metalen hefplaten en verspringingsbeugels
122
90
Elektra, brandstofslang, spoelslang en bedieningskabels MOTORKAPDOORVOERTULE AAN DE VOORKANT NB: Er moet voldoende speling zijn in de draadbomen, accukabels en slangen die tussen de rubberen doorvoertule en de motorbevestigingspunten lopen om de spanning te ontlasten en te voorkomen dat de slangen geknikt of bekneld raken.
nld
81
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE 1.
Trek de kapafdichting omhoog. Verwijder het toegangspaneel van de onderbak.
b
a
23714 ab-
toegangspaneel bouten
2.
Steek de onderste uitlijnpen in de doorvoertule in het gat in de onderbak. Zorg dat de kant van de doorvoertule met de letters naar buiten wijst.
3.
Leid de slangen, bedrading en kabels door de juiste opening in de doorvoertule zoals afgebeeld.
82
nld
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE 4.
Installeer de spoelslang nadat u de uitbreekplaatjes verwijderd hebt. Zie Ligging van de spoelslang.
a
e
h
F TH SH
d
i
B
j
W
c abcdefghijk5.
nld
b
g
f
k
23638
spoelslang doorvoertule draadboom afstandsbediening schakelkabel gaskabel brandstofslang bovenste uitlijnpen opening SmartCraft-draadboom of andere draadboom waterdrukbuis accukabels onderste uitlijnpen
Installeer het toegangsdeksel met twee bouten. Bevestig de kapafdichting weer op zijn plaats.
83
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE 6.
Breng twee tie-rips aan om de buis van de doorvoertule.
a 23639 a-
tie-rip
LIGGING VAN DE SPOELSLANG De spoelslang kan desgewenst buiten de motorkap om geleid worden: 1.
Breek de halfronde uitbreekplaatjes in het toegangspaneel en de onderbak af met een punttang. Maak de randen van de opening met schuurpapier of een mesje glad.
2.
Leg de spoelslang door deze opening.
a b
23642
ab-
uitbreekplaatje spoelslang
84
nld
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE DRAADBOOM AFSTANDSBEDIENING Leg de afstandsbedieningsdraadboom door de doorvoertule. Sluit de afstandbedieningsdraadboom aan op de veertienpolige connector op de motordraadboom.
a
a-
veertienpolige afstandsbe‐ dieningsdraadboom
23699
INFORMATIE OVER DE ACCU !
OPGELET
De accukabels moeten met behulp van zeskantmoeren worden vastgezet op de accupolen, om stroomuitval te voorkomen. •
Gebruik geen "deep cycle"-accu's. Motoren moeten een startaccu voor boten hebben met 1000 MCA, 800 CCA of 180 Ah.
•
Gebruik bij het aansluiten van de motoraccu zeskantmoeren om de accukabels aan de accupolen te bevestigen. Haal de moeren aan volgens de specificaties. Beschrijving
Nm
lb. in.
Zeskantmoeren
13,5
120
BELANGRIJK: De doorsnee en lengte van de accukabel zijn van groot belang. Raadpleeg de installatiehandleiding van de motor voor de maatvereisten.
nld
85
lb. ft.
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE De sticker dient op of nabij de accukast te worden aangebracht ter informatie bij latere service. Eén 5/16 in. en één 3/8 in. zeskantmoer worden meegeleverd bij elke accu ter vervanging van de vleugelmoeren. Er worden geen metrische zeskantmoeren geleverd.
NOTICE - DTS & OptiMax Engines DO NOT USE DEEP CYCLE BATTERIES!
DTS (Digital Throttle and Shift) applications and OptiMax engines must use a marine starting battery with 1000 MCA, 800 CCA, or 180 Ah. rating. 13.5Nm (120 lbs. in.)
DO NOT USE WING NUTS
IMPORTANT:
Battery cable size and length is critical. Refer to engine installation manual for size requirements. 37-895387
Place decal on or near battery box for future service reference. 5/16” and 3/8” hex nuts supplied for wing nut replacement. Metric hex nuts not supplied.
3486
ACCUKABELAANSLUITINGEN Enkele buitenboordmotor
a
abc-
rode huls - positief (+) zwarte huls - negatief (–) startaccu
(+)
b
c
(-)
15496
86
nld
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE Twee buitenboordmotoren Sluit een gedeelde massadraad (met dezelfde draadmaat als de accukabels van motor) aan tussen de negatieve polen (–) op de startaccu’s.
a
b a
b
c
(-)
(-)
d
d 15497
abcd-
nld
rode huls - positief (+) zwarte huls - negatief (–) massakabel startaccu
87
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE AANSLUITING SMARTCRAFT-DRAADBOOM Als er SmartCraft-meters voor de buitenboordmotor gebruikt worden, legt u de SmartCraft-draadboom door de doorvoertule en sluit u hem aan op de SmartCraft-draadboomconnector op de motor.
a
23700 a-
SmartCraft-draadboomconnector
AANSLUITEN WATERDRUKBUIS Als er een waterverbinding naar de motor vereist is voor een waterdrukmeter, maakt u deze aansluiting als volgt:
88
nld
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE 1.
De waterdrukbuis is opgerold en op de zijkant van de motor bevestigd. Knip de tie-rip door en leid de waterdrukbuis via de doorvoertule naar buiten.
a
23702 a2.
waterdrukbuis
Verwijder de plug uit het koppelstuk en maak de verbinding. U kunt een geribbelde fitting (22-859731) installeren voor aansluiting van een slang met een grotere diameter.
a b
c abc-
nld
23708
plug koppelstuk geribbelde fitting (22-859731)
89
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE BRANDSTOFSLANGAANSLUITING Maat externe brandstofslang De minimale binnendiameter van de brandstofslang bedraagt 8 mm (5/16 in) met afzonderlijke brandstofslang/brandstoftankaanzuigbuis voor elke motor.
Brandstofslangaansluiting Zet de externe brandstofslang met de slangklem op de fitting vast. ab-
a
slangklem brandstofslang losse tank
b
23709
SCHAKELKABEL INSTALLEREN NB: Installeer de schakelkabel als eerste op de motor. De schakelkabel is de eerste kabel die beweegt wanneer de afstandsbedieningshendel uit neutraal wordt gehaald. Installeer de kabels in de afstandsbediening aan de hand van de bij de afstandsbediening geleverde aanwijzingen. 1.
Zet de afstandsbediening in neutraal.
N
26838
2.
Schakel de buitenboordmotor in neutraal.
90
nld
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE 3.
Meet de afstand tussen de pen en het midden van de tonuitsparing. a-
a
bc-
c
b
F N R 4.
23720
Druk het schakelkabeleinde naar binnen totdat u weerstand voelt. Stel de kabelton bij tot u de afstand verkrijgt die u in stap 3 hebt gemeten.
b
a
23721 ab-
nld
afstand tussen pen en mid‐ den onderste gat. pen tonuitsparing
uiteinde schakelkabel kabelton
91
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE 5.
Plaats de kabelton in de uitsparing. Zet de kabel met de borgmoer en de vlakke ring vast.
b
c
a
7736
abc6.
kabelton borgmoer platte sluitring
Controleer de schakelkabelafstelling als volgt: a. Schakel de afstandsbediening in de vooruit. De schroefas hoort ingeschakeld te worden. Als dat niet het geval is, plaats dan de ton dichter bij het kabeleinde. b. Zet de afstandsbediening in neutraal. De schroefas hoort vrij, zonder weerstand, te draaien. Als dat niet het geval is, plaatst u de ton verder bij het kabeleinde vandaan. Herhaal stappen a en b. c. Schakel de afstandsbediening in de achteruit terwijl u de schroef draait. De schroefas hoort ingeschakeld te worden. Als dat niet het geval is, plaatst u de ton verder bij het kabeleinde vandaan. Herhaal stappen a t/m c. d. Schakel de afstandsbediening terug naar neutraal. De schroefas hoort vrij, zonder weerstand, te draaien. Als dat niet het geval is, plaats dan de ton dichter bij het kabeleinde. Herhaal stappen a t/m d.
GASKABEL INSTALLEREN Installeer de kabels in de afstandsbediening aan de hand van de bij de afstandsbediening geleverde aanwijzingen. 1.
Zet de afstandsbediening in neutraal.
N
26838
2.
Installeer de gaskabel op de gasarm met de ring en borgmoer. Draai de borgmoer helemaal aan en vervolgens een kwartslag terug.
3.
Stel de kabelton zo af dat de geïnstalleerde gaskabel de gasarm tegen de stationairstop aanhoudt.
4.
Plaats de kabelton in de tonklem.
92
nld
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE 5.
Zet de beugel en de kabels met de kabelsluiting vast.
c
d a
b
e
15317
abcde-
platte sluitring borgmoer tonklem kabelton kabelsluiting
Olie-injectie instellen OLIE-INJECTIESYSTEEM VULLEN 1.
Vul de olietank met de gespecificeerde olie. Zie Olie-injectiesysteem vullen Voeg net genoeg olie toe zodat het peil tot de onderkant van de vulhals reikt.
29465 Alle modellen Olietank
nld
Inhoud
Type vloeistof
4,72 liter (5 qt.)
Optimax/DFI tweetakt motorolie
93
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE OLIE-INJECTIEPOMP ONTLUCHTEN Voordat u de motor voor de eerste keer start, moet u de olie-injectiepomp voorvullen. Door voor te vullen verwijdert u de lucht die zich in de pomp, olietoevoerslang of inwendige kanalen kan bevinden. ab-
olie-injectiepomp olietoevoerslang
a b
7912 BELANGRIJK: Vul het brandstofsysteem van de motor met brandstof voordat u de olie-injectiepomp voorvult. Anders loopt de brandstofpomp tijdens het ontluchten zonder brandstof en kan hij beschadigd raken.
Ontlucht de olie-injectiepomp als volgt: 1.
Vul de brandstoftank van de motor met brandstof.
NB: Gebruik de pompbal op de brandstofslang naar de motor om brandstof uit de tank te pompen en zo het brandstofsysteem van de motor te vullen. 2.
Plaats de benzinepompbal in de brandstofslang met de pijl op de zijkant omhoog gericht. Knijp in de pompbal totdat deze hard aanvoelt.
27348
3.
Draai het contactslot naar de stand "ON" (AAN).
26846 4.
Binnen de eerste 10 seconden nadat de contactsleutel naar aan is gedraaid, zet u de afstandsbedieningshendel 3 tot 5 keer vanuit neutraal in vooruit. Hierdoor wordt het voorvullen automatisch gestart.
94
nld
BUITENBOORDMOTORINSTALLATIE NB: Het kan enkele minuten duren voordat de pomp klaar is met ontluchten/voorvullen.
Pen voor in-trimmen !
WAARSCHUWING
Voorkom ernstig of dodelijk letsel. Stel de buitenboordmotor op een tussengelegen trimstand af zodra de boot in planee is om te voorkomen dat iemand overboord wordt geslingerd vanwege het verliezen van de grip in het water. Probeer de boot niet te draaien terwijl deze in planee is als de buitenboordmotor erg ver naar binnen of omlaag getrimd is en trekkracht uitoefent op het stuur. Sommige boten, in het bijzonder sommige "bass" boten, worden met een grotere dan normale spiegelhoek geleverd, waardoor de buitenboordmotor verder in of omlaag kan worden getrimd. Deze mogelijkheid tot grotere trim naar beneden is wenselijk om de acceleratie te verbeteren, de trimhoek kleiner te maken en te zorgen dat u minder tijd doorbrengt met de boeg omhoog tijdens het uit planee komen, en is in sommige gevallen noodzakelijk om een boot met achterste visbunnen uit planee te doen komen, gezien de verscheidenheid aan beschikbare schroeven en de hoogte-afstelling van de motorinstallatie. Als de boot eenmaal in planee is, moet de motor echter in een tussengelegen stand worden getrimd om te voorkomen dat de boot al planerend met de boeg omlaag door het water 'ploegt'. Door dit 'ploegen' kan er een koersafwijking of oversturen ontstaan en wordt het vermogen inefficiënt gebruikt. a-
Opklap-pen (niet meegeleverd met motor)
a
2688
Roestvrijstalen opklap-pen
17-49930A 1 Begrenst de trimhoek omlaag van met trimbekrachtiging uitgeruste motoren of helpt bij het bepalen van de uit-trimhoek bij motoren zonder trimbekrachtiging. 2749
De eigenaar kan besluiten het in-trimmen te begrenzen. Hiervoor kunt u bij uw dealer een roestvrijstalen opklap-pen bestellen, die u in het gewenste afstelgat in de spiegelklemmen steekt. Een met de boot meegeleverde bout, niet van roestvrij staal, mag in deze toepassing alleen tijdelijk worden gebruikt.
nld
95
ONDERHOUDSLOGBOEK Onderhoudslogboek Noteer hier het onderhoud dat aan uw buitenboordmotor is uitgevoerd. Denk eraan dat u alle werkopdrachten en ontvangstbewijzen bewaart. Datum
Uitgevoerd onderhoud
Draaiuren
96
nld