Jaarverslag 2013 PAWEX Korte Elisabethstraat 6 3511 JG Utrecht www.pawex.nl
PAWEX Jaarverslag 2013
1/12
Inhoudsopgave
1.
Inleiding .......................................................................................................................................... 3
2.
Bestuur ........................................................................................................................................... 4
3.
Activiteiten en dossiers ................................................................................................................. 5
4.
De Vereniging ................................................................................................................................. 9
5.
Vooruitblik 2014 ............................................................................................................................ 9
6.
Bijlage: taakomschrijving PAWEX .............................................................................................. 11
De foto op pagina 1 is van Arie de Lint en windcoöperatie Deltawind.
PAWEX Jaarverslag 2013
2/12
1. Inleiding Voor u ligt het jaarverslag van 2013. In het najaar van 2013 sloten meer dan veertig organisaties het Energieakkoord voor duurzame groei. Het akkoord is gesloten in de hoop en met de verwachting dat zij tot een stabiel investeringsklimaat voor duurzame energie gaat leiden. De doelstelling van 6.000 MW aan windenergie op land in 2020 is gehandhaafd en zal voortvarend ingevuld worden. Het jaar 2013 was dus een goed ‘windjaar’! Tegelijkertijd moeten abstracte doelstellingen vergezeld gaan van concrete maatregelen en robuust beleid. PAWEX vertegenwoordigde daarom ook in 2013 haar leden in de verschillende overleggen met Netbeheer Nederland, Energie Nederland, de Autoriteit Consument en Markt (hierna: ACM) en het Rijk. Ook reageerde PAWEX op wetsvoorstellen en codewijzigingsvoorstellen en voerde overleg met andere representatieve organisaties. Wanneer overleg niet tot een bevredigende oplossing leidde, schroomde PAWEX niet een procedure te starten of in beroep te gaan bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven. In dit jaarverslag doen we verslag van onze inspanningen. In tegenstelling tot voorgaande jaren zullen we in dit jaarverslag niet uitgebreid stilstaan bij het takenpakket van PAWEX. Welke formele en informele rol PAWEX vervult binnen de belangenbehartiging voor windenergie in Nederland beschrijven we in een bijlage bij dit jaarverslag. Daarnaast hebben we dit jaarverslag beknopt gehouden, zodat het leesbaar blijft. Veel leesplezier! Het Bestuur Utrecht, september 2014
PAWEX Jaarverslag 2013
3/12
2. Bestuur Samenstelling In 2013 bestond het bestuur uit de volgende personen:
Marnix Scholten, voorzitter; Yme Hempenius, penningmeester; Kasper Paardekooper, bestuurslid;
Het bestuur werd ook dit jaar bijgestaan door haar vaste juridisch adviseur (voor juridische vraagstukken en procedures over de Codebesluiten) mr. M.R. het Lam, van Het Lam Advocaten te Den Haag. Sinds 2013 is Henri Bontenbal als beleidsmedewerker verbonden aan PAWEX en heeft met name hij namens PAWEX deelgenomen aan de diverse overleggen binnen het GEN en daarbuiten. De secretariële ondersteuning werd verzorgd door Marije Arah. Namens PAWEX nam voorzitter Marnix Scholten zitting in het Algemeen Bestuur van NWEA. Vergaderingen Het bestuur heeft in het verslagjaar vier keer fysiek vergaderd1 en voorts diverse malen telefonisch. Op 16 april 2013 vond de algemene ledenvergadering plaats in De Meerpaal te Dronten. Voorafgaande aan de ALV hield mr. Het Lam een presentatie over het onderwerp ‘Tarieven’. Windnieuws Gedurende het verslagjaar zijn de leden door middel van artikelen in elke uitgave van Windnieuws op de hoogte gehouden van de activiteiten van PAWEX. De artikelen die verschenen zijn, zullen binnenkort op de website worden geplaatst. Website De leden worden ook via de website geïnformeerd over de activiteiten van PAWEX. Daarnaast bevat de website ook informatie over de lopende kwesties.
1
30 januari, 3 juli, 3 september, 3 december
PAWEX Jaarverslag 2013
4/12
3. Activiteiten en dossiers In dit hoofdstuk laten we een aantal activiteiten en lopende dossiers de revue passeren die in 2013 onze aandacht hebben gevraagd (niet in chronologische volgorde). U leest hieronder over de procedures die PAWEX in 2013 heeft gevoerd en welke dossiers zij heeft gevolgd. Dubbele EAN-code Een aantal leden van PAWEX is aangesloten op het elektriciteitsnet van Liander. Via deze aansluiting voedden zij elektriciteit in op het net en onttrokken zij elektriciteit. Liander stelde daarvoor twee EAN-codes ter beschikking: één voor levering aan het net en één voor de afname van het net. Daardoor was het mogelijk om verschillende leveranciers te contracteren voor levering respectievelijk invoeding van elektriciteit. Deze leden kregen echter te horen dat per 1 augustus 2013 deze mogelijkheid werd stopgezet, in verband met de introductie van het nieuwe leveranciersmodel. Op 19 juli 2013 heeft PAWEX bij de ACM een verzoek neergelegd om een bindende aanwijzing aan Liander op te leggen wegens het niet naleven van de Elektriciteitswet. PAWEX bracht in dat deze wijziging inbreuk maakt op het recht van keuzevrijheid van leveranciers voor producenten, zoals dat is vastgelegd in artikel 86g, eerste lid, van de Elektriciteitswet. De ACM heeft om een reactie van Liander gevraagd en PAWEX de gelegenheid gegeven haar standpunt toe te lichten. Op 14 augustus 2014 heeft de ACM een besluit genomen over het verzoek van PAWEX. De ACM oordeelde in haar uitspraak dat “noch uit de wetstekst noch uit de wetsgeschiedenis blijkt dat een producent (of verbruiker) dit recht op één aansluiting moet kunnen uitvoeren. Gelet hierop stelt ACM vast dat afnemers weliswaar recht hebben op vrije leverancierskeuze, maar dat een netbeheerder niet wettelijk verplicht is om de keuze voor meerdere leveranciers op één aansluiting te faciliteren.” De ACM wees het verzoek van PAWEX dus af, maar doet vervolgens een belangrijke uitspraak, waardoor PAWEX juridisch geen gelijk krijgt, maar de facto wel. De ACM schrijft namelijk dat zij het wenselijk acht dat, gezien de huidige marktsituatie en de duurzaamheidsdoelstellingen, netbeheerders meerdere energieleveranciers op één aansluiting wel mogelijk gaan maken. Deze aanpassing dient dan sectorbreed te worden gemaakt. De ACM zal daarom de gezamenlijke netbeheerders respectievelijk de Vereniging Nederlandse EnergieData Uitwisseling (NEDU) vragen “een wijzigingsvoorstel in te dienen voor de relevante codes en hun processen zodanig aan te passen dat het mogelijk is om meerdere leveranciers op één aansluiting te kunnen contracteren.” PAWEX beschouwt deze uitspraak als een belangrijke stap vooruit. Exploitanten van windenergie krijgen, als de codewijzigingen gestalte hebben gekregen, de flexibiliteit om meerdere energieleveranciers op één aansluiting te contracteren en daardoor de beste voorwaarden te organiseren. Maar de reikwijdte van deze codewijziging gaat verder: alle vormen van duurzame decentrale elektriciteitsproductie kunnen baat hebben bij dit besluit. PAWEX zal bekijken hoe zij in samenspraak met andere partijen deze nieuwe ontwikkeling kan meehelpen vormgeven.
PAWEX Jaarverslag 2013
5/12
Congestiemanagement en ‘voorrang voor duurzaam’ In een bepaald gebied kan er op bepaalde momenten sprake zijn van te weinig netcapaciteit om alle elektriciteit te transporteren die op dat moment geproduceerd zou kunnen worden. Dan is er sprake van congestie en moet deze capaciteit op een of andere manier verdeeld worden (‘congestiemanagement’). In 2012 is daarnaast ook het principe ‘voorrang voor duurzaam’ in werking getreden. Dat betekent dat als er door congestie capaciteit afgeschakeld moet worden, fossiele capaciteit en wkk’s eerder worden afgeschakeld dan duurzame elektriciteitsproductie. Voor PAWEX ging deze maatregel echter niet ver genoeg. Zij was van mening dat elektriciteit opgewekt uit hernieuwbare energiebronnen te allen tijde recht heeft op een aansluiting en transport, conform het Europees recht. In diverse overleggen en inspraakrondes heeft PAWEX haar mening kenbaar gemaakt. Daarnaast heeft PAWEX bezwaar gemaakt tegen onderdelen van de ‘Regeling betere benutting netcapaciteit’, die de NMa in 2010 heeft uitgebracht. Hierin was onder meer opgenomen dat alle aansluitingen, ongeacht de datum van aansluiting, een gelijk recht hebben op transport. Met deze redenering dat afnemers met reeds gecontracteerde (bestaande) transportrechten in het kader van de toedeling van congestiemanagement gelijk moeten worden behandeld als afnemers die nog transportrechten willen contracteren ging de NMa naar het oordeel van PAWEX voorbij aan het discriminatieverbod en wordt hiermee inbreuk gemaakt op bestaande rechten. De door PAWEX opgebrachte bezwaren zijn bij besluit van 27 mei 2011 door de Raad verworpen. De zaak is ingebracht bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven. Op 17 mei 2013 oordeelde het College van Beroep voor het Bedrijfsleven dat het beroep van PAWEX ongegrond was. De discussie omtrent congestiemanagement en ‘voorrang voor duurzaam’ zijn momenteel geen individuele, op zichzelf staande onderwerpen meer, maar maken een integraal onderdeel uit van het zogenaamde STROOM-project (waarover hierna meer). Vrije aansluiting Op 22 maart 2013 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven uitspraak gedaan in een tweetal procedures die PAWEX hadden aangespannen over de voorwaarden met betrekking tot de zogenaamde ‘vrije aansluitingen’. Ondanks dat de gronden van PAWEX en VEMW niet zijn gehonoreerd, leert een nadere bestudering van de uitspraken dat PAWEX toch tevreden kan zijn met de uitkomst. In juli 2005 hebben de gezamenlijke netbeheerders bij de NMa een voorstel ingediend tot wijziging van de Netcode. Het voorstel zag op het toevoegen van een paragraaf aan de Netcode waarin aanvullende voorwaarden worden gesteld voor aansluitingswerkzaamheden die, na openbare aanbesteding daarvan, door derden worden uitgevoerd. Bij aansluitingen groter dan 10 MVA is het namelijk op grond van de Elektriciteitswet 1998 en de Codes niet een exclusieve bevoegdheid van de netbeheerder om een aansluiting te verzorgen. Een ieder die een aansluiting wenst op het net kan de aansluitingswerkzaamheden alsdan aanbesteden, waardoor deze werkzaamheden door derden – niet zijnde de netbeheerder – kunnen worden uitgevoerd. De netbeheerder dient echter wel instemming te verlenen. Dit is de vrije aanbesteding. Het voorstel tot wijziging van de Netcode was naar de mening van PAWEX dusdanig geformuleerd dat het in de praktijk onmogelijk zou zijn om tot daadwerkelijke vrije aanbesteding over te kunnen gaan. Er werden veel beperkingen en aanvullende voorwaarden gesteld en de vrees was dat de netbeheerders geen instemming zouden gaan verlenen in
PAWEX Jaarverslag 2013
6/12
voorkomend geval. Dit terwijl het juist de bedoeling zou moeten zijn om een monopoliepositie te voorkomen. PAWEX heeft zich dan ook van meet af aan verzet tegen voornoemd voorstel. Naar aanleiding van een overleg dat de netbeheerders met een aantal representatieve organisaties hebben gevoerd, waaronder PAWEX, zijn al diverse artikelen uit het voorstel geschrapt. Echter, PAWEX was van mening dat het voorstel nog altijd te beperkend was. Zo werden er bijvoorbeeld voorwaarden gesteld over de toegang tot de terreinen en de gebouwen van de netbeheerders. De NMa heeft hierop in bezwaar geoordeeld dat de netbeheerders slechts beperkende voorwaarden mogen stellen aan de vrije aanbesteding, voor zover deze noodzakelijk zijn om de betrouwbaarheid en veiligheid van het net te waarborgen. Gestelde voorwaarden en beperkingen op andere gronden zijn wettelijk niet toegestaan, aldus de NMa. Tegen de uitspraak van de NMa zijn zowel de netbeheerders als PAWEX in beroep gegaan bij het CBb. Ondanks dat al diverse artikelen uit het oorspronkelijke voorstel waren verwijderd, vond PAWEX het voorstel nog altijd te beperkend. Het CBb heeft uiteindelijk echter alle beroepen ongegrond verklaard. Wél heeft het CBb uitdrukkelijk bevestigd dat het hiervoor ingenomen standpunt van de NMa juist is. Met andere woorden, netbeheerders mogen alleen beperkingen stellen aan de vrije aanbesteding indien de betrouwbaarheid en veiligheid van het net in het geding is. Gelet op de uitkomst van deze uitspraken is PAWEX daarom tevreden met deze uitspraak. Het CBb heeft namelijk uitdrukkelijk aangegeven onder welke voorwaarden netbeheerders beperkingen mogen stellen. Zodoende hoeft de vrije aanbesteding niet alleen een mogelijkheid op papier te zijn, maar kan dit ook daadwerkelijk in de praktijk ten uitvoer worden gebracht. Van een monopoliepositie van de netbeheerders hoeft dan ook geen sprake te zijn. Al met al: een mooi resultaat. 10 MVA-grens Een belangrijk dossier dat door PAWEX intensief gevolgd is, is de kwestie van de 10 MVA-grens. Hoewel PAWEX zelf geen procedures heeft gevoerd over dit onderwerp in 2013, is toch een belangrijke uitspraak gedaan, die helderheid geeft over de status van de 10 MVA-grens in de wet. Een windmolen of windpark heeft een aansluiting op het elektriciteitsnetwerk nodig om de stroom kwijt te kunnen. Afhankelijk van de grootte van de productie-installatie is een bepaalde capaciteit van de aansluiting nodig. Tot een capaciteit van 10 MVA is de netbeheerder verantwoordelijk voor de realisatie van de aansluiting. Boven de 10 MVA mag de initiatiefnemer de aanleg van de aansluiting zelf aanbesteden. Tot de 10 MVA is de netbeheerder verplicht een elektriciteitsproducent aan te sluiten. De tarieven die in rekening mogen worden gebracht, vallen onder het gereguleerde domein. De ACM ziet daar namens de overheid op toe. Het aansluittarief die de netbeheerder in rekening mag brengen, worden door de ACM gereguleerd, evenals de periodieke aansluittarieven. Het eenmalige aansluittarief bestaat uit een bedrag dat gebaseerd is op de capaciteit van de aansluiting, en een meerlengteprijs voor elke meter elektriciteitskabel boven de 25 meter. Op welke manier netbeheerders hun tarieven in rekening brengen, is beschreven in de Tarievencode Elektriciteit. Deze Tarievencode is een document van de ACM waarin de netbeheerders in samenspraak met representatieve organisaties de Elektriciteitswet heeft uitgewerkt en vertaald in concrete afspraken. De Elektriciteitswet (met name Artikel 27 is op dit punt relevant) blijft echter leidend; de Tarievencode – en dat geld voor alle codes – mag niet in tegenspraak zijn met de Elektriciteitswet.
PAWEX Jaarverslag 2013
7/12
Een belangrijk artikel uit de Elektriciteitswet, dat vaak ter sprake komt, is artikel 27, tweede lid, onder d, dat luidt: “… iedere afnemer recht heeft te worden aangesloten op het dichtstbijzijnde punt in het net met een bij zijn aansluiting behorend spanningsniveau, met dien verstande dat een afnemer die een aansluiting op het net wenst met een aansluitwaarde groter dan 10 MVA, wordt aangesloten op het dichtstbijzijnde punt in het net waar voldoende netcapaciteit beschikbaar is.” Voor alle aansluitingen onder de 10 MVA betekent dit dat alleen het spanningsniveau relevant is, maar niet of er op het dichtstbijzijnde punt in het net ook daadwerkelijk voldoende netcapaciteit beschikbaar is. Is deze capaciteit op dit dichtstbijzijnde punt niet beschikbaar (het net is ‘vol’), dan kan de netbeheerder op een verder gelegen punt in het net aansluiten waar wel voldoende capaciteit beschikbaar is, of het net verzwaren. Deze extra kosten mogen echter niet doorberekend worden aan de aangeslotene. De rekening is gebaseerd op de aansluiting op het dichtstbijzijnde punt met een bij de aansluiting behorend spanningsniveau. De extra kosten die de netbeheerder moet maken, worden ‘gesocialiseerd’. Boven de 10 MVA geldt dat de netbeheerder wel op zoek mag gaan naar het dichtstbijzijnde punt in het net waar voldoende capaciteit beschikbaar is en de kosten van de aansluiting op dit punt volledig mag doorberekenen. Overigens betekent het dichtstbijzijnde punt niet simpelweg het dichtstbijzijnde stukje elektriciteitskabel met het geschikte spanningsniveau. Daarover heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven een belangrijke uitspraak gedaan op 25 januari 2013. De uitkomst is dat het ‘dichtstbijzijnde punt’ opgevat moet worden als het ‘dichtstbijzijnde gestandaardiseerde aansluitpunt’. Het elektriciteitsnet is niet geschikt om op elk willekeurig punt een aansluiting te maken en de tarievensystematiek die de netbeheerders gebruiken, is gebaseerd op de aansluiting op deze gestandaardiseerde aansluitpunten. Het hanteren van een standaardaansluiting kan betekenen dat in een gebied waar het elektriciteitsnet onvoldoende capaciteit heeft, het realiseren van een nieuwe aansluiting flinke diepe aansluitkosten in het net vereist, waarvan de netbeheerder de kosten draagt. Om te voorkomen dat exploitanten grote windparken in stukjes van < 10 MVA knippen om in aanmerking te blijven komen voor standaardaansluitingen en de kosten worden afgewenteld op de netbeheerder, is bepaald dat windturbines die onderlinge technische, organisatorische of functionele bindingen hebben en in elkaars nabijheid staan, worden geacht te beschikken over één aansluiting. Wetsvoorstel STROOM Het Ministerie van Economische Zaken is sinds 2011 druk bezig met het Wetsvoorstel STROOM. De wetgevingsagenda STROOM is bedoeld om de Gaswet en de Elektriciteitswet samen te voegen en te komen tot duidelijker en eenvoudiger wetgeving (stroomlijnen, optimaliseren en moderniseren). De beoogde wetgeving geeft uitvoering aan het Energierapport 2011 en het Regeerakkoord Rutte II. De algehele herziening en samenvoeging van de Gaswet en Elektriciteitswet zal moeten leiden tot één nieuwe wet: de Gas- en Elektriciteitswet 2015. Deze wet zal duidelijker en eenvoudiger moeten worden , met minder regeldruk voor bedrijven en minder lasten voor de overheid. PAWEX volgt deze ontwikkeling nauwlettend en is, als representatieve organisatie, al in een vroeg stadium betrokken bij het totstandkomingsproces. Door middel van de deelname aan consultatierondes en andere vormen van formele of informele overleggen levert PAWEX een actieve bijdrage.
PAWEX Jaarverslag 2013
8/12
Andere activiteiten PAWEX is in 2013, naast bovenstaande dossiers, op verschillende manieren actief geweest. Hierbij valt onder meer te denken aan:
Inbreng in formele en informele GEN-overleggen over diverse voorstellen voor codewijzigingen; Overleg met de ACM, netbeheerders en overige representatieve organisaties over diverse onderwerpen; Overleg en samenwerking met NWEA; Wetgevingsagenda STROOM.
4. De Vereniging Opgesteld vermogen In 2013 is de productie van windenergie op land opnieuw gestegen. Het opgestelde vermogen is (netto) met 274 MW gestegen tot bijna 2.500 MW aan het eind van 2013. Tegelijkertijd is de elektriciteitsproductie met 15% gestegen. elektriciteitsproductie opgesteld vermogen (mln kWh) (MW)
aantal turbines
2012
4.193
2.205
1.882
2013
4.832
2.479
1.975
PAWEX heeft iets meer dan 300 leden die bij elkaar ongeveer 40% van deze capaciteit in bezit hebben. De leden van PAWEX hebben dus circa 630.000 Nederlandse huishoudens van windstroom voorzien.
5. Vooruitblik 2014 In 2014 zal PAWEX zich blijven inzetten voor een aantal onderwerpen die steeds onze aandacht blijven vragen, zoals:
Aansluitvoorwaarden en –tarieven; Wetgevingsagenda STROOM; Congestiemanagement;
Daarnaast zullen we ons gaan bezighouden met een aantal andere zaken, zoals:
Opschaling van windenergie op land, inclusief participatie; Inpassing van windparken in het elektriciteitsnet; Het toekomstige marktmodel; De ontwikkeling van slimme netten; Meerdere energieleveranciers op één aansluiting; De markt voor Garanties van Oorsprong.
PAWEX Jaarverslag 2013
9/12
Uiteraard zullen we ons ook bezighouden met andere kwesties waarmee onze leden geconfronteerd worden en die zich lenen voor een branchebrede aanpak. Ook zal PAWEX doorgaan op de ingeslagen weg naar professionalisering (uitbreiding van het bureau) en zich nog nadrukkelijker positioneren om de belangen van haar leden nog beter te kunnen behartigen.
PAWEX Jaarverslag 2013
10/12
6. Bijlage: taakomschrijving PAWEX Als vereniging behartigt PAWEX de belangen van particuliere windturbine-exploitanten. Eén van de bestaansredenen van PAWEX als zelfstandige vereniging is dat zij een ‘representatieve organisatie’ is zoals genoemd in Gaswet en de Elektriciteitswet 1998. Van een ‘representatieve organisatie’ is sprake als een organisatie voorziet in een specifieke belangenbehartiging, een groep van behoorlijke omvang vertegenwoordigt en landelijk opereert. Voorbeelden van representatieve organisaties zijn VEMW, Energie Nederland, COGEN en dus ook PAWEX. De gezamenlijke netbeheerders zijn op grond van artikel 33 van de Elektriciteitswet verplicht met PAWEX en de andere representatieve organisaties te overleggen over voorstellen die tot doel hebben de voorwaarden en tarieven die de netbeheerders hanteren voor gebruikers van de elektriciteitsnetten, te wijzigen. Ook worden PAWEX en de andere representatieve organisaties geconsulteerd door de toezichthouder ACM over de methode en rekenfactoren voor de tariefsregulering. Daarnaast staat voor PAWEX als representatieve organisatie altijd bezwaar en beroep open tegen alle besluiten van de ACM. PAWEX kan dan naar het College van beroep voor het bedrijfsleven (CBB) stappen. De voorstellen van netbeheerders, de ACM of andere partijen worden besproken in het Gebruikersplatform Elektriciteits- en Gastransportnetten (GEN). Het GEN komt een aantal keer per jaar bijeen en tijdens dit overleg worden concrete voorstellen besproken. Het gaat dan om aanpassingen in de verschillende codes, zoals de ‘Informatiecode elektriciteit en gas’, de ‘Technische codes elektriciteit’ of de ‘Tarievencode elektriciteit’. De Informatiecode beschrijft de rollen en verantwoordelijkheden van marktpartijen bij het vastleggen, uitwisselen, gebruiken of bewaren van administratieve gegevens. De Technische Codes beschrijven hoe netbeheerders zich tegenover hun aangeslotenen moeten gedragen, bijvoorbeeld als het gaat over de werking van de netten en de technische voorwaarden waaraan installaties moeten voldoen. In de Tarievencode is vastgelegd hoe de kosten van het elektriciteitsnetwerk worden verdeeld over de tarieven voor de afnemers. Bij de beoordeling van de voorstellen kijkt PAWEX naar de consequenties daarvan voor haar leden. In sommige gevallen komt PAWEX er met de ACM of netbeheerders niet uit en dan kan PAWEX naar het College van beroep voor het bedrijfsleven (CBB) stappen. Als representatieve organisatie: neemt PAWEX deel aan het wettelijk overleg met de gezamenlijke netbeheerders (verenigd in Netbeheer Nederland) en een representatief deel van de ondernemingen, die zich bezighouden met het transporteren, leveren of meten van energie (verenigd in NEDU). Dit overleg is gestructureerd in het Gebruikersplatform Elektriciteit- en Gastransportnetten (GEN). Dit overleg gaat over de (wijziging van) voorwaarden en tariefstructuren, die netbeheerders hanteren jegens aangeslotenen op de door hen beheerde netten. wordt PAWEX geconsulteerd door de toezichthouder ACM over voorgenomen wijzigingen van de voorwaarden en tariefstructuren, die netbeheerders hanteren jegens de aangeslotenen op de door hen beheerde netten; wordt PAWEX geconsulteerd door de toezichthouder ACM over de methode en rekenfactoren voor de tariefregulering; voert PAWEX, indien daar goede argumenten voor zijn, bezwaar- en beroepsprocedures tegen besluiten van de ACM, die ongunstig zijn voor windturbine-exploitanten; overlegt PAWEX met de Minister van Economische Zaken over voorgenomen wijzigingen van de voor de gebruikers van de elektriciteitsnetten relevante wet- en regelgeving;
PAWEX Jaarverslag 2013
11/12
brengt PAWEX haar standpunt ten aanzien van de tweejaarlijks door de netbeheerders op te stellen en door de ACM goed te keuren Kwaliteits- en Capaciteitsplannen naar voren.
Daarnaast neemt PAWEX ook deel aan het overleg betreffende de (grensoverschrijdende) handel in certificaten (RECS) en volgt PAWEX de ontwikkelingen op het gebied van Intelligente Netten.
PAWEX Jaarverslag 2013
12/12