8
11 december 2014 | jaargang 57
@tuecursor
Tweewekelijks blad van de Technische Universiteit Eindhoven Voor het laatste nieuws: www.cursor.tue.nl en volg tuecursor op
en
12 | Onder druk We moeten met minder medewerkers steeds méér doen. Hoe voorkomt de universiteit dat de werkdruk te hoog wordt en hoeveel werkstress ondervinden medewerkers überhaupt?
6 Aanschuiven aan de kloostertafel
Studenten ‘op stand’ in de Poeijersstraat
9 Sagrada Familia van ijs
Studenten Bouwkunde ondernemen nieuwe recordpoging: een kerk van ijs
18 Kleppen dicht
Nieuwe manier van anticonceptie, met hulp van de TU/e
Check out our English section on pages 22-32
2 | Vooraf
11 december 2014
Onderwijsmodel ID gaat in pas lopen met Bachelor College 10 december - De faculteit Industrial Design zal per 1 september 2015 haar onderwijsmodel zodanig hebben aangepast dat het meer in pas loopt met het Bachelor College. Volgens decaan Aarnout Brombacher is dit een beweging die al gaande was en die ook noodzakelijk is om de begroting sluitend te krijgen. Daarop dreigde een tekort van anderhalf miljoen te ontstaan. Een groep van vijftig freelancers die momenteel bijdragen leveren aan het onderwijs van ID, wordt in de loop van 2015 volledig afgebouwd.
CURTOON
Op het gebied van het onderzoek komt de focus op acht kerngebieden te liggen en worden vijf universitair docenten aangesteld. Die zijn mede bedoeld om de leerstoelhouders meer mogelijkheden te bieden om extra middelen te vergaren binnen de derde geldstroom. Tachtig procent van alle studentenprojecten moet voortaan in lijn zijn met de onderzoeks focus van de faculteit of van de universiteit. In het reorganisatieplan wordt uitgegaan van een financiële voorziening van 585.000 euro om de aangekondigde wijzigingen te kunnen doorvoeren. Het CvB onderzoekt of dat mogelijk is, aldus Brombacher. Voor vier OBP’ers wordt binnen de universiteit naar een nieuwe positie gezocht.
ESR snoept Groep-één een zetel af 4 december - De twee studentenfracties die zitting hebben in de universiteitsraad (UR) zijn door de verkiezingen dichter naar elkaar gegroeid. Groep-één verloor een zetel en vaardigt komend jaar vijf leden aan de UR af, terwijl de Eindhovense Studentenraad (ESR) er juist een zetel bijkreeg en uitkwam op vier. De opkomst van 40,5 procent was de laagste sinds de invoering van het digitaal stemmen. Traditioneel werd er ook gekozen voor de verschillende faculteitsraden. Daar lag de opkomst nog wat lager. Alleen Scheikundige Technologie scoorde met een opkomst van 63 procent uitzonderlijk hoog.
Zie het onderzoeksverhaal op pagina 18.
Hoofdredacteur Han Konings
Eindredacteur Brigit Span
Redactie Judith van Gaal Tom Jeltes | Wetenschap Norbine Schalij San van Suchtelen Monique van de Ven
Medewerkers
Fotografie Rien Meulman Bart van Overbeeke
Coverbeeld Bart van Overbeeke
Opmaak Natasha Franc
Vertalingen Annemarie van Limpt (p.20,21,23,26,27) Benjamin Ruijsenaars (p.28-31)
Aangesloten bij Hoger Onderwijs Persbureau
Redactieraad prof.dr. Cees Midden (voorzitter) prof.dr. Marco de Baar Angela Stevens- van Gennip Thomas Reijnaerts (studentlid) Arold Roestenburg Anneliese Vermeulen-Adolfs (secretaris)
Redactieadres TU/e, Matrix 1.90 5600 MB Eindhoven tel. 040 - 2474020 e-mail:
[email protected]
Cursor online www.cursor.tue.nl
Druk Janssen/Pers, Gennep
Advertenties Bureau Van Vliet BV tel. 023 - 5714745
Poll Topdrukte in alle kantines. Studenten en medewerkers zitten hutjemutje op elkaar. 169 mensen lieten ons weten of daar nu wel of niet snel een oplossing voor gevonden moet worden. Driekwart van hen vindt van wel.
Han Koning s
lezen van de commentaren van de faculteitsraden op de faculteitsbegrotingen voor 2015. Door de gestaag teruglopende eerste geldstroom zitten enkele faculteiten in zwaar weer en daardoor wordt het binnenhalen van extra middelen uit de tweede en derde geldstroom een cruciale financiële factor. Is dat realistisch en is dat wenselijk? De groeiende werkdruk wordt ook in bijna elk commentaar aangestipt. Er staan in het nieuwe jaar dus links en rechts heel wat zure appels klaar om doorheen te bijten. Ik wens iedereen daar veel wijsheid en succes bij.
Terugkoppeling Waarom wij niet bij evenement a waren en niet over activiteit b hebben geschreven? Geregeld krijgen we zo’n vraag op ons bordje. Hoe graag we ook alles willen bijwonen, haalbaar is het niet. Ga maar eens na hoeveel activiteiten/prijswinnaars/ evenementen alleen je eigen dienst of faculteit al heeft. Neemt niet weg dat wij wel graag van alles op de hoogte worden gebracht. Want hoe zonde is het als we belangrijk nieuws totaal missen. De mails van enkele tipgevers waren onlangs aan onze aandacht ontsnapt en ze hadden geen terugkoppeling gekregen. Dat ook onze werkdruk toeneemt (zie artikel pagina’s 12-16) en wij
Zeker, want drukte zorgt voor vertraging en kost me tijd
39.6%
Dacht het wel, want bovenop elkaar zitten schept irritatie
23.7%
Ja, want ik zit nu meestal aan mijn bureau te eten
n Gaal
5.3% 13.6% 4.7%
EENS
Angela Daley Nicole Testerink Enith Vlooswijk
Wellicht is 11 december wat vroeg voor een terugblik, maar dit is nu eenmaal de laatste papieren Cursor van 2014. Er zijn veel mooie dingen om op terug te kijken. ’s Werelds grootste ijskoepel gebouwd in Finland. Nieuwe collegevoorzitter binnengehaald, die ook nog columns kan schrijven, en alvast een nieuwe rector gevonden. De NVAO gaf definitief het groene licht voor de toets van onze toko. Wederom stroomden meer eerstejaars binnen en er waren weer topnoteringen in Elsevier en de Keuzegids. Twee succesvolle MOOC’s gestart. Daarnaast nog de oplevering van Flux, een KNAW-oeuvreprijs voor Bert Meijer en een High Tech Systems Center voor Maarten Steinbuch. En vergeet het goud niet voor onze robotjes in het voetbalgekke Brazilië. Toch speelde bij mij even het bekende ‘na het zuur komt het zoet’ van oud-premier Balkenende door het hoofd. Maar dan in omgekeerde vorm. Dat gebeurde na het
NIET EENS
Colofon
Over ‘t zoet en ‘t zuur
13%
Nee hoor, zo ontmoet je nog eens onverwacht een ander Welnee, valt mee als je maar op het juiste tijdstip gaat Onzin, straks met de kantines in Flux en Laplace is het opgelost
Judith va
steeds selectiever moeten zijn, wil niet zeggen dat we niet de moeite willen en moeten nemen om op alle mails beargumenteerd te reageren. Ons voornemen voor 2015: daar nog alerter op zijn. Dus, blijf vooral tippen!
Nu vragen we op www.cursor.tue.nl De komende weken even geen poll op de site in verband met de feestdagen. Begin 2015 komt er weer een online.
Nieuws | 3
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Flux klaar voor bewoning 28 november - TU/e’s nieuwste vlaggenschip Flux is 28 november door bouwbedrijf BAM opgeleverd. Tussen 1 december en maart volgend jaar zullen de nieuwe bewoners naar hun nieuwe onderkomen verhuizen. De eersten die Flux vanaf 1 december betreden, zijn kwartiermakers die de inhuizing van de rest voorbereiden. Daarna volgt de vakgroep Video Coding and Architecture van Electrical Engineering uit Laplace, de onderdelen van Technische Natuurkunde en de ontwerpers opleiding uit het Fontys-gebouw (per 15 december), de onderwijs- en faculteitsbureaus en vanaf volgend jaar de EE’ers en TN’ers uit het TNOgebouw en de mensen die vanuit Potentiaal, Impuls en Corona overkomen.
DNA-boek TU/e verschenen 2 december - Er bestaat zoiets als een eigen DNA van deze universiteit; een gezamenlijke identiteit, die de medewerkers en studenten van de TU/e delen. Vorige week verscheen er een boek, dat die gemeenschappelijke deler blootlegt. ‘Een basisverhaal’, zo lichtte bestuursvoorzitter Jan Mengelers toe, ‘dat recht doet aan de identiteit van deze organisatie. Het laat zien waar de passie en bevlogenheid zit en biedt een doorkijk naar een toekomst waarin technologie oplossingen aanreikt voor maatschappelijke vraagstukken.’ Alle medewerkers ontvangen het Engelstalige boek. Naast interviews en foto’s is er via augmented reality op verschillende plaatsen in het boek extra digitale content toegevoegd. Op een smartphone zijn via de app TU/e AR filmpjes en 3D-animaties te bekijken. Naast het boek is er ook een website gelanceerd (www.tue.nl/stories) waarop alle 21 verhalen zijn terug te lezen. Dit verhalenweb wordt in de loop van de tijd aangevuld met actuele verhalen van TU/e-studenten en -medewerkers.
uws van de ie n e n li n o t e h g Een greep uit ee weken. Kijk voor nol tw afgelopen s op www.cursor.tue.n meer nieuw
NWO-subsidie voor TU/e-onderzoek Van der Hofstad 3 december - TU/e-hoogleraar Remco van der Hofstad (Wiskunde & Informatica) heeft voor zijn onderzoek naar de verspreiding van informatie via ‘toevallige’ netwerken een NWO-subsidie gekregen. Van der Hofstad gaat de ruim 450.000 euro onder meer besteden aan een postdoc voor twee jaar en twee promovendi. Van der Hofstad over het beloonde onderzoek: “Miljarden mensen over de hele wereld wisselen informatie uit via internet, bijvoorbeeld via netwerken als Facebook, terwijl computers en virussen de verbindingen in deze netwerken met dramatische gevolgen misbruiken. In ons onderzoek gaan we na wat de belangrijkste parameters zijn bij die informatieverspreiding. Als we dat begrijpen, zijn we ook beter in staat om dat gedrag te voorspellen.”
Thor’s mega-Tetris in ‘Guinness’ na tweede poging 1 december - Met een raamwerk van 3.200 ledjes, evenzoveel halve pingpongballetjes als lampenkapjes (om het licht te spreiden), 400 meter pvc-buis en ruim 3 kilometer aan stroomkabel heeft studievereniging Thor het wereldrecord Tetris binnengehaald. Thor (Electrical Engineering) reserveerde de obstakelvrije en weerbestendige markthal voor de recordpoging en stelde het moment uit waarop ook het publiek van de mega-Tetris kan meegenieten. Dat gaat volgende week gebeuren als Thor het led-raamwerk per hijskraan tegen gebouw Potentiaal laat ophangen. Tussen 15 en 19 december is er een kleine ‘playground’ op het parkeerterrein naast Potentiaal, van waaruit de zakkende blokjes met een joystick te besturen zijn.
inig e w l e e i c n t fina TU/e merk e wetenschapsvisie universitaire van nieuw iering van de nc na fi e d om , heeft voor
t n het kabine ie’ te verlagen ovendi”, e plannen va romotieprem D ‘p r e prom d be m en ve en 28 no op het aantal te herzi geen invloed in Nederland ft p ee ha h sc et en “H et w nties. nig conseque de TU/e wei eten. w am H verhogen of Jo van laat CvB-lid e factor in het d en id le het en TU/e ge termijn pakt en is voor de Op de korte . as w ed am ie H go n e em si Va pr vi t enschaps endi, stel De promotie ijn is de wet ntal promov aa rm te et h e n er va ng verlagen aar op de la utraal uit, m n Ham. tbudgettair ne teit, aldus Va uï in nt co n de universi le ië sbijdrage aa jk ’) ri voor de financ et n vo va g te in as l (de ‘v de verdel aande sleute , komt door st ft st . ee va h et n vo en ee e lg a st va ordt vi g gevo ocent van die jksbijdrage w Dat het weini circa zeven pr t deel van de ri t ijg oo kr gr /e n TU Ee eiten. rdeeld. De ersiteiten ve over de univ
Meegroeiende kunstmatige hartklep dichterbij 8 december - Xeltis, het Zwitserse bedrijf waarin TU/e-spinoff QTIS/e is opgegaan, heeft een bedrag van 27 miljoen euro opgehaald bij investeerders. Met dit geld kunnen de meegroeiende kunstmatige hartkleppen, ontwikkeld door de nog altijd op het TU/e-terrein gevestigde onderzoeksafdeling van het bedrijf, in de praktijk worden getest. De medische oplossingen van Xeltis zijn gebaseerd op het principe van ‘endogene weefselgroei’. Hierbij wordt een bio-afbreekbare mal geïmplanteerd in de vorm van bijvoorbeeld een hartklep, waarin zich lichaamseigen cellen nestelen. De volledige R&D-afdeling van Xeltis van circa vijftien personen is op het TU/e-terrein gehuisvest, in gebouw Catalyst. Deze onderzoeksafdeling is voortgekomen uit de TU/e-spinoff QTIS/e, in 2007 vanuit de groep Soft Tissue Biomechanics & Tissue Engineering opgericht door promovendi Mirjam Rubbens en Martijn Cox. Laatstgenoemde is nu ‘Chief Technology Officer’ van Xeltis.
4 | Gelinkt
11 december 2014
Gelinkt | 5
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Van argeloze toeristen naar geroutineerde globetrotters De TU/e: dagelijks het tweede thuis van zo’n tienduizend studenten en medewerkers. Een relatief kleine gemeenschap, met ontelbare banden tussen de leden - zakelijk en/of privé. In ‘Gelinkt’ laten we steeds twee van hen aan het woord over hun relatie met elkaar en de universiteit.
‘Word je achtervolgd, steek dan schuin over.’ ‘Altijd een pen bij je hebben.’ ‘Kleingeld in je broekzak en de rest in je backpack.’ Rogier Beckers (21) en Bart van Eijden (27) zijn inmiddels doorgewinterde reizigers, die geen moment onbenut laten om op het vliegtuig te stappen. Daarbij fotograferen de fanatieke reizigers graag en studeren ze allebei bij IE&IS.
Hoewel ze bij dezelfde faculteit rondlopen (Rogier laatste jaar bachelor en Bart laatste jaar master), hebben ze elkaar voor het interview nooit eerder gesproken. Maar ze hebben genoeg om over te
praten: anekdotes en tips worden in hoog tempo en met veel enthousiasme uitgewisseld. Eerst maar eens de ‘harde cijfers’: hoeveel landen hebben ze al bezocht? Die cijfers blijken
allesbehalve hard te zijn, want wanneer bezoek je een land? Rogier: “De landen waar ik alleen een overstap heb gehad, reken ik niet mee. Ik moet er in elk geval een nacht hebben geslapen. Alhoewel ik in België nooit heb overnacht, haha. Maar daar ben ik vaak genoeg geweest!” De 21-jarige student komt zo uit op dertig landen. “Welke telling hanteer jij?”, wil hij van Bart weten. Die hanteert eenzelfde definitie, maar hij vindt het om andere redenen lastig om een exact aantal aan te geven. “Sommige gebieden worden niet overal als land erkend. Denk aan Kosovo. Hetzelfde geldt voor Transnistrië, een van Moldavië afgesplitste post-Sovjetstaat. Ik zeg zelf dat ik in 58+2 landen ben geweest.”
Rogier lacht. “En nu ken je je paspoortnummer uit je hoofd en vul je dat formulier zo in. Trouwens erg handig om dat al tijdens de vlucht in te vullen. Scheelt een hoop tijd bij de douane.” Rogiers eerste verre reis was in 2009 naar New York. In 2010 bezocht hij Indonesië en in 2012 ging hij voor het eerst alleen naar een verre bestemming, namelijk naar Vietnam. Zijn bezoek aan Azië smaakte naar meer. “Toen is het heel snel gegaan. Het is geweldig om dat gevoel van echte vrijheid te ervaren!”
Bij zowel Bart als Rogier is de ‘reisverslaving’ iets van de laatste jaren. Bart: “Tot 2009 had ik nooit gereisd. Ik ging met mijn ouders op vakantie naar bijvoorbeeld Mallorca en Frankrijk en later als tiener naar onder meer Chersonissos en Lloret de Mar om te feesten. Ik vond het tijd om eens wat verder te gaan en verschillende vrienden van de middelbare school waren naar Australië geweest. Dat leek me ook wel iets. In iets meer dan zes maanden heb ik Australië, Thailand, Maleisië en Singapore bezocht. Ik wist nog helemaal niks; ik had geen idee wat ik moest met het papiertje dat ze in het vliegtuig uitdeelden, wat een immigratie formulier bleek te zijn.”
Inmiddels hebben Rogier en Bart heel wat van de wereld gezien en zijn ze behoorlijk wat ervaringen rijker. Ze weten donders goed waar ze op moeten letten en zijn allang geen argeloze reizigers meer. “Ze proberen je overal te beduvelen”, constateert Bart. Rogier: “Dan is een weg zogenaamd ineens een tolweg. Of je moet veel betalen om de grens over te mogen. Wat ze vaak als tactiek gebruiken, is dat je goedkoop of zelfs gratis vervoer hebt, maar dan wel bij allerlei plekken stopt waar mensen je iets willen verkopen. De kunst is om het spelletje dan mee te spelen, zonder te hoeven betalen.” Hij vertelt over zijn ervaringen in het Indiase Jaipur, waar voortdurend showtjes worden opgevoerd. Bart heeft daar dezelfde ervaringen gehad. “Ik ben heel goedkoop per tuktuk door de stad gereisd”, grijnst hij. Waar het bij Rogier bij onschuldige onderhandelspelletjes is gebleven, heeft Bart ook al pogingen tot afpersing en zelfs bedreigingen meegemaakt. Zo is hij door de KGB opgepakt in Transnistrië omdat hij - zonder er erg in te hebben - foto’s had gemaakt van een Russische legerbasis. Na urenlang ondervragen hebben ze hem vrijgelaten. In Mozambique zag hij een Kalasjnikov op zich gericht,
Bart van Eijden
Opgepakt door de KGB in Transnistrië
toen een militair meende dat er geld te halen viel bij de westerling. Ook dat liep met een sisser af. Uitgebreid doet hij de verhalen uit de doeken en het woord ‘angst’ komt daarin niet voor. “Bang zijn levert niets op”, luidt zijn nuchtere conclusie. De twee studenten hebben zo hun tactieken om hun (potentiële) belagers te slim af te zijn. Rogier: “Als ik het gevoel heb dat ik word achtervolgd, steek ik schuin over en let ik op of de ander dat ook doet.” Bart: “Ik draai zelf dan soms een rondje terwijl ik loop (doet het ter plekke even voor). En je moet nooit reageren als iemand je roept.” De reislustige studenten zorgen ervoor dat ze meerdere pasfoto’s, paspoortkopieën en kopieën van andere belangrijke paperassen bij zich hebben, voor het geval ze een nieuw document moeten aanvragen. En nog een handige tip van Bart: “Als je met iemand in gesprek bent, vraag naar iemands baan. Als ze duidelijk iets verzinnen, is de kans groot dat ze leven van het aftroggelen van geld van reizigers.” De twee gaan nooit met teveel geld op pad en spreiden hun geld.
De minder toegankelijke gebieden wachten Gelukkig komen ze ook genoeg vriendelijke en gastvrije mensen tegen op hun reizen. Rogier: “Zoveel mensen willen je helpen. Ik heb bijvoorbeeld in Vietnam gehad dat een hoop mensen naar de naderende trein wezen om duidelijk te maken dat ik die moest hebben. En we hadden het vaak gezellig met iedereen in het treinstel.” Een vergelijkbaar enthousiasme komt bij Bart boven als hij het over Iran heeft: “Een te gek land, de inwoners zijn enorm gastvrij en aardig.” Waar Rogier ook de toeristische plekken langsgaat en zich
permitteert om nu en dan wat sneller vervoer te hebben, maakt Bart het zich meestal zo moeilijk mogelijk. Hij bezoekt bij voorkeur onherbergzame gebieden, gaat naar landen die in oorlog zijn geweest of waar een ‘bevroren conflict’ is en wil zo min mogelijk uitgeven. “Als ik de keus heb tussen een busreis van vier uur voor omgerekend tachtig eurocent of van acht uur voor veertig eurocent kies ik voor de laatste optie. Ik heb er een hekel aan om passief te zijn. Als je alleen maar bezienswaardigheden afgaat, kom je ook niet gemakkelijk met bewoners in contact.” Rogier zoekt zowel de typische toeristenplekjes op als de minder druk bezochte gebieden. Hij verwacht in de toekomst nog wel in de minder toegankelijke gebieden uit te komen die Bart hoofdzakelijk bezoekt. “Ik heb nu het grootste gedeelte van de bezienswaardigheden die ik wilde zien gehad. Ik denk dat ik nog maar eens bij Bart tips moet vragen als ik de lastigere gebieden inga.”
Bart werkt als geluidstechnicus en fotograaf. Rogier fotografeert vooral hobbymatig en verdient zijn geld bij Vodafone. Hoewel ze beiden graag improviseren en de kosten proberen te drukken, kan dat niet altijd en overal. Bart: “Als je naar Canada wilt, moet je echt wel van tevoren uitzoeken waar de goedkoopste hostels zitten. Een local op straat stuurt je anders naar een hotel.” Ze reizen soms met een of meerdere vrienden, maar het liefst alleen, juist ‘omdat je dan wat gemakkelijker contact legt en je eigen plan kunt trekken’. Op de vraag of een relatie goed zou passen bij het reizen, volgt aarzeling. Rogier: “Ik vraag
De meest bijzondere locaties op aarde zijn volgens de twee globetrotters de grensovergangen. Ze - en dan met name Bart - maken er een sport van om ‘lastige’ grenzen over te komen zonder daar al te veel geld aan kwijt te zijn. Bovendien genieten ze van de chaos die er vaak overdag heerst en de spanning die ’s nachts hoogtij viert. Het grootste gedeelte van hun verdiende geld gaat op aan reizen.
Rogier Beckers
me af of ze het tof zou vinden als ik veel en lang weg ben.” Bart: “Tsja, ze zou wel tegen mijn manier van reizen moeten kunnen.” Maar de brui geven aan het reizen? Geen sprake van!
Tekst | Judith van Gaal Foto | Bart van Overbeeke Zowel Bart als Rogier houdt een reisblog bij. Barts belevenissen zijn te volgen via www.offbeattravelling.com/ en die van Rogier via www.notjustablog.com
6 | Student
Clmn
11 december 2014
Middenin de wijk Doornakkers, aan de Poeijersstraat 71-79, staat een voormalig klooster. Na een halve eeuw onderdak te hebben geboden aan zusters Franciscanessen en minderbroeders Kapucijnen, wonen er sinds tien jaar studenten. Een deel van de dertig bewoners vormt een hechte club die regelmatig samen op stap gaat en legendarische huisfeesten organiseert. Hoewel het samen eten de laatste tijd een beetje verwaterd is ‘druk met studie en verenigingsleven’ - kookt Joost van der Woerd (Automotive) vanavond voor negen man.
Aanschuiven bij
Linzencurry met kip en naanbrood Benodigdheden (8 personen) 1,2 kg linzen uit blik 400 ml kokosmelk 400 gram roomkaas 1 kg kipfilet 700 gram spinazieblokjes 2 bakjes boemboe groene curry 16 naanbroodjes 1 komkommer
Alain Starke bijna-alumnus Innovation Scien ces
Het zit er bijna op Een half uur voor de spiegel staan, tegen jezelf zwetsen en kijken hoe je erbij staat. Welke egocentrische, megalomane maniak doet dat nou?
Snijd de kipfilet in blokjes en snipper de uien. Breng de linzen, kokosmelk en roomkaas tegen de kook aan, voeg de spinazieblokjes en groene curry toe. Laat het geheel indikken. Bak in een andere pan de kip en uien op middelhoog vuur en voeg deze toe aan de saus. Serveer de curry met warme naanbroodjes en plakjes komkommer.
Zo dacht ik tot deze week over het oefenen van presentaties. Meestal maakte ik gewoon een gezapige PowerPoint met veel plaatjes, zorgde dat ik minstens een kilometer aflegde tijdens de presentatie voor de dynamiek, en leerde er gruwelijke grapjes bij (Bijvoorbeeld: er lopen twee x² over straat. Loopt er plots één weg en komt een ‘2x’ terug. X² tegen 2x: “Hey waar was je?” 2x: “Oh sorry, ik was even afgeleid!”). Deze week is het echter andere roze koek. Niet alleen zit het jaar er bijna op, mijn studietijd ook. Ik ga a.s. vrijdag afstuderen: een half uur lang vriend en vijand entertainen in een poging om toch nog een Hollandse meester te worden, ondanks de visie van mijn tekenlerares: “Kijk Alain, ik zie dat je je best hebt gedaan op deze tekening, maar mijn neefje van vijf beheerste het pointillisme al beter dan jij. Een 7.” Dan maar een meester van de wetenschap.
TU es
Wat doe je het liefst in je vrije tijd? Als ik vrije tijd heb - met de studie Bouwkunde een zeldzaamheid -, ga ik graag met vrienden wat drinken, het liefste lekker speciaalbier bij De Baron op de Kleine Berg. Wat had je van tevoren niet verwacht van Eindhoven? Ik ben geboren en getogen in Eindhoven en ken vooral het noordelijke deel van Eindhoven - Woensel - op m’n duimpje. Ook het centrum en Stratumseind zijn voor mij geen onbekend terrein. Wel moet ik zeggen dat ik tijdens de introductieweek Eindhoven anders ben gaan zien. Voorheen was mijn huis het ‘middelpunt’ van Eindhoven; nu kom ik veel vaker dan voorheen in het centrum. Als je iets aan de TU/e zou mogen veranderen, wat zou dat dan zijn? Een fatsoenlijke plek om je fiets neer te zetten. Ik weet niet hoe dat op de rest van de campus is, maar bij Vertigo is dat een crime. Als je jezelf terug in de tijd kon verplaatsen, waar zou de reis dan naartoe gaan en waarom? Als ik een tijdmachine zou hebben om echt ver terug in de tijd te kunnen, zou ik graag in het oude Rome willen wonen, toen het Forum Romanum meer was dan een aantal zuilen en vervallen tempels. Als ik mijn eigen leven zou kunnen terugdraaien, zou ik terugspoelen naar de tijd dat ik nog opa’s en oma’s had en hen nog meer gaan waarderen dan ik toen gedaan heb.
Plots neem ik mezelf heel serieus omdat het er bijna op zit en wil ik het onderste uit de kan halen. Daarom presenteerde ik deze week voor het eerst in mijn leven voor de spiegel. Met een onuitgeslapen bakkes, paarse IKEA-pantoffels dragend, lezend vanaf mijn telefoon als een rapper die een Willeke Alberti-nummer moet coveren.
Op www.cursor.tue.nl vind je meer columns. De volgens de redactie beste column plaatsen we hier.
Gaat het er vroom aan toe? De kapel, met metershoge glas-in-loodramen, doet tegenwoordig dienst als woonkamer en keuken. Qua interieur herinnert alleen een serie tableaus met daarop de kruisgang van Jezus Christus nog aan de vorige bewoners, de rest van de kapel is gevuld met bierkratten, vlaggetjes en posters van lingeriemodellen. Wel is er de Kloosterdrank; het befaamde huisdrankje naar geheim recept waarmee onder meer de besturen van Thor en Doppio geconstitueerd zijn. Waarvoor dient het koord door het raam van Thomas’ kamer? Letterlijk hoogtepunt van het gebouw is het klokkentorentje, net boven de zolderkamer van Thomas Wamsteker (Industrial Design). De klok is door middel van een koord te bedienen en heeft genoeg volume om de hele buurt wakker te maken. “Gewoonlijk luiden we ‘m maar drie of vier keer per jaar met het oog op de bewoners uit het bejaardentehuis hiernaast. Tijdens nieuwjaar hebben we ‘m eens zestig keer geluid, met vijf man, ieder twaalf keer.”
Twilight en Nick en Simon. “Vijf rollen inpakpapier en tien rollen aluminiumfolie hadden we daarvoor nodig”, vertelt Janneke van Gorp (Industrial Design) die als bewijs de foto’s laat zien. Wat doen de portretten van Lenin en Stalin aan de muur? Dat zijn overblijfselen van een huisfeest in communistische stijl. Inmiddels staat ook een ingelijst portret van Sinterklaas klaar ter ere van de Absintparty deze vrijdag. Iets met het feit dat Sinterklaas weer voorbij is en absint. De messen in de muur herinneren aan de Justin Bieberposter die er tot voor kort hing. Chris Steenhuis (Architecture, Building en Planning): “Alleen de scherpe blijven zitten, dus jammer genoeg hebben we niet meer zoveel fatsoenlijke messen om te eten.” Kunnen ze een beetje overweg met hun buurtgenoten? ‘Ons Klooster’ staat in een, eufemistisch gezegd, levendige wijk. Zijn het niet de koperen regenpijpen die van het gebouw gestolen worden, dan is het wel de ex-gedetineerde overbuurman die dreigend aan de deur komt. Tijdens het vorige huisfeest kregen ze een zwerver op bezoek. Karsten Miermans: “Iemand gaf hem bier waarna hij niet meer weg wilde gaan. Uiteindelijk heeft de politie hem opgehaald.” Janneke relativeert: “Het is een criminele buurt, maar wij doen net zo hard mee.”
Waarom worden er geen sleutels meer uitgewisseld? Karsten Miermans (Applied Physics) leende ooit zijn kamersleutel uit zodat iemand zijn plantjes water zou geven. Bij terugkomst trof hij een compleet ingepakte kamer aan. Plus een plafond bedekt met posters van
Mijn afstudeerverslag (à 60 pagina’s) samenvatten in een half uur is een hele klus. Mij bekruipt het gevoel dat die tijd geen recht doet aan het lange traject van een afstudeerder. Ik ben sinds februari in de weer geweest met het ontleden van boekwerken, het corrigeren van passieve zinsconstructies, en programmeren in JQuery, Javascript en RSI. Dit alles samenvatten in een half uur voelt alsof je een deel weggooit.
Nu nog een grapje over ex verzinnen. Tot vrijdag, burgerleven.
Student | 7
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Waar in Eindhoven kan een student lekker en goedkoop uit eten? Lekker: de Burger in de Kerkstraat. Goedkoop: Happy Italy.
Sven van der Hulst (20 jaar) Derdejaars Bouwkunde
Foto | Bart van Overbeeke
Wat doe je op je eerste vrije dag na een drukke tentamenperiode? Lekker lang uitslapen en de hele dag op de bank hangen, ’s avonds gezellig op stap of een terrasje pikken met vrienden. Wat is het meest opmerkelijke dat je ooit hebt aangetroffen in je kamer na een avond stappen? Een speelgoedzwaard - met carnaval onbewust afgepakt van een piraat!
De vraag ‘Wat had je van tevoren n iet verwa cht van Eindhove n?’ betreft uit mag wat Sven de rubrie k. In plaats da arvan wil hij graag van zijn o pvo ‘Welke sta lger(s) weten: dz volgens jo ou elke student u minima al één keer in z’n le moeten h ven bezocht ebben en waarom? (MvdV) ’.
Tekst | Freke Sens Foto’s | Bart van Overbeeke
Wil jij ook met je culinaire huisgenoten in deze rubriek? Mail dan naar
[email protected]
En hoe is het in Calgary? Studenten van de TU/e gaan steeds vaker voor hun studie naar het buitenland. Voor stage of voor het verrichten van onderzoek, omdat het verplicht is of omdat ze het leuk vinden. Cursorlezers kunnen iedere twee weken over de schouder van een TU/e-student in het buitenland meekijken.
Aan de voet van de Canadese Rocky Mountains liggen de planes die zich uitstrekken tot de Atlantische oceaan, en waar weer en wind heersen. Aan het begin van die ongerepte vlakte ligt Calgary. Dit koos ik als bestemming voor mijn externe stage. Een bruisende stad met uitzicht op de Rockies en overgeleverd aan moeder natuur en de Canadese multiculturele gastvrijheid. Ik loop stage bij het Bone Imaging Lab van de Universty of Calgary, een vooruitstrevende groep op het gebied van bot-imaging. Mijn project bestaat uit het bepalen van de botsterkte vanuit CT-scans met de eindige-elementenmethode. Canada is een outdoorland bij uitstek, en in Calgary met zijn ligging dichtbij de bergen zijn veel mensen die graag voor een wandeling of kampeeravontuur een uurtje naar het westen rijden. Maar ook de stad heeft heel veel mogelijkheden voor outdooractiviteiten. Zeker de eerste maanden was ik tijdens mijn weekenden vaak te vinden in de bergen of in een van de mooie parken in de stad. Momenteel is de winter begonnen, wat de uitdaging van leven bij -20 geeft. Denk niet dat dat verschrikkelijk is: er lopen allemaal Michelinmensjes over straat, het zonnetje schijnt, in de bergen kun je skiën en de hele stad is voorbereid op deze temperaturen. Naast een stad met veel outdoormogelijkheden zou ik Calgary als multicultureel omschrijven. Dé Canadees bestaat niet; als je iemand vraagt waar die vandaan komt, krijg je niet de woonplaats, maar de originele afkomst. Eten is beschikbaar uit de keukens van Azië, Afrika, Zuid-Amerika en Europa en je hoort verschillende Engelse accenten. Het is een stad waar iedereen een vriendelijk kletspraatje houdt, hartelijk welkom geheten wordt en zich snel thuis kan voelen.
Nik mastietra Kruis, Medica student l Engi neerieng Vind jij het ook leuk om een bijdrage te leveren aan deze rubriek en ben jij dit collegejaar in het buitenland? Stuur dan een mailtje naar
[email protected].
Lees alle buitenlandervaringen online op www.cursor.tue.nl
8 | Student
11 december 2014
Student | 9
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
“IJskoepel was een jongensdroom, Sagrada Familia is een project”
Kracht/en/veld E.S.T. Suca: Cheerleading
Tekst | Judith van Gaal
Facts and figures
Grote plastic ‘ballonnen’ maken, touwen knopen, ankers slaan in Finland. Vijftien TU/e-studenten Bouwkunde en universitair docent Arno Pronk zijn volop bezig met de voorbereidingen voor de bouw van de Sagrada Familia van ijs die deze maand van start gaat in Finland. In onderstaande tijdslijn schetsen we wat al gedaan is en welke uitdagingen de groep nog te wachten staan.
Opgericht in: 2012 Aantal leden: 7 vrouwen, 2 mannen (cheerleading is onderdeel van turnvereniging E.S.T.Suca. Suca heeft 45 leden). Beste prestatie: support geven bij het GNSK 2012 in Eindhoven. Doel: deelnemen aan NK-wedstrijden vanaf februari. Trainer: Amber van Es (woont in Eindhoven, studeert bewegingswetenschappen aan de VU in Amsterdam). Training: woensdag 17:30 - 19:00 u. suca.nstb.nl
Wat is het grootste misverstand over cheerleading? “Dat we tuttig met pompoms zwaaien en yellen in glitterpakjes en navelpiercings!”, zeggen Oriane Dierikx (zevendejaars Werktuigbouwkunde) en Mylene Frankfort (derdejaars Biomedische Technologie) meteen. “Maar: we stunten meer dan we dansen. Blauwe plekken zijn geen uitzondering, je moet tegen een stootje kunnen. Piercings zijn verboden, net als lange nagels. Sieraden moeten af of je moet ze wegtapen. En we schreeuwen nooit.”
18 januari
Gaan die vooroordelen over highschool cheerleading?
Bouwkundestudenten Teun Verberne en Jordy Kern vieren mee dat de bouw van de ijskoepel in het Finse Juuka geslaagd is. Ze werken samen aan paviljoentjes bij de koepel en merken dat de samenwerking vlot verloopt. Ze willen graag het volledige traject organiseren en werpen zich op als kartrekkers van het nieuwe project en maken er hun afstudeerproject van.
“Ja. En wij doen aan all star cheerleaden. Wij moedigen niet andere clubs aan, wij zijn een sport op zich. We maken routines van enkele minuten waarvoor we stunts combineren met dans en tumbling, de turnoefeningen op de vloer. Daarvoor hebben we een speciale training op vrijdag. Bij ons vliegen de mensen door de lucht.”
Daniëlle Boek is de nieuwste aanwinst van Suca. Waarom ben je lid geworden? “Tijdens de sportmarkt in de introweek werd mijn groepje van BMT door Suca aangespoord een stunt te doen. Ik was de lichtste van de groep en werd door twee mannen uit mijn groepje op handen omhooggeduwd. Mijn voeten kwamen tot hun borst en dat voelde heel hoog. Geweldig! Sinds ik lid ben, leer ik elke week meer, heb ook telkens spierpijn na de training. Ik krijg er echt een rush van.”
Er zijn vier basisposities: flyer, base, third en spot. Wie doet wat? Een flyer staat bovenop, een base zorgt voor het tilwerk, een third coördineert de stunt en een spot doet dienst als menselijke valmat. Trainster Amber is graag base. Ze vindt vliegen erg spannend en heeft kracht genoeg om te gooien en te vangen: “Mensen in de lucht gooien vind ik leuk”. Mylene begon als flyer, maar traint nu ook voor third. “Want dan oefen je veel controle uit over de stunt en dat past wel bij mij qua karakter, haha.” Oriane vliegt graag. “Als flyer krijg ik een adrenalinekick. Het is wel spannend, maar ik weet dat het altijd goed gaat. Ik vertrouw op het team.”
1 maart
Waar doe je het voor? Oriane: “Ik word er echt gelukkig van. Voor mij komt een kleine-meisjesdroom uit.” Mylene houdt van turnen en van sporten in teamverband, voor haar is dit de ideale combinatie. En Amber kan niet meer turnen vanwege een kniebandblessure die ze daarbij opliep. “Maar ik kan wel cheerleaden en er training in geven.” Alle leden hebben trouwens een trainersfunctie omdat ze elkaar telkens feedback geven. Ook Amber krijgt dat. “Ik krijg vaak te horen dat ik mijn rug recht moet houden.”
Hello... world?
Comic | Elles Raaijmakers Inkleuren | Minke Nijenhuis
2014
Tekst | Norbine Schalij Foto’s | Bart van Overbeeke
Het project gaat van start. Al brainstormend ontstaat het idee om de beroemde basiliek van Antoni Gaudí na te bootsen. Arno Pronk: “We wilden graag iets elegants maken, de meeste ijsprojecten zijn vrij lomp en pompeus. Ook wilden we onze grenzen verleggen. Vorig jaar was het een jongensdroom die we gerealiseerd hadden, nu wordt het een grondig voorbereid project.”
7-11 mei Enkele Finnen uit Juuka bezoeken de TU/e en Nederland. In deze plaats in het zuidoosten van Finland met om en nabij de vijfduizend inwoners was vorig jaar ook de IceDome gebouwd. De Finnen zijn onder meer benieuwd hoe ze in Nederland toerisme aanpakken. Een bezoek aan de Keukenhof en Zaanse Schans mag dan ook niet ontbreken.
Mei Teun, Jordy en Arno gaan studenten warm maken voor hun project. Uiteindelijk komen ze tot een kernteam van vijftien personen, hoofdzakelijk Bouwkundestudenten. Ook worden sponsoren geworven, waarvan de meesten in het materiaal gaan investeren.
1-5 april Teun Verberne en Jordy Kern gaan naar de Sagrada Familia in Barcelona om een indruk te krijgen van de bouwstijl en -technieken. Ze ontmoeten daar Jordi FaulÍ, technisch directeur van de basiliek. Teun: “We probeerden al weken met hem in contact te komen. Ter plekke probeerden we het door aan te bellen en voor we het wisten stonden we in zijn kamer. Hij was erg enthousiast over ons plan.”
Juni - oktober Aan de slag met het ontwerp. Uiteindelijk kiest het team ervoor om niet een schaal van 1:4 aan te houden, maar van 1:5. In totaal komen er vijf torens, waarbij de hoogste toren 30 meter hoog is, twee torens 21 meter hoog zijn en twee andere torens 18 meter.
Verder komt er een middenschip dat wordt gemaakt van tentdoeken en touwen - een opstelling die in theorie goed zou moeten werken, maar die de makers in de praktijk moeten testen. De studenten gaan opnieuw aan de slag met pykrete, het mengsel van zaagsel en ijs dat ook voor de IceDome is gebruikt, en ze maken gebruik van sneeuw. Arno Pronk: “Het wordt uiteindelijk een heel erge lookalike van de Sagrada Familia. Het moet wel aansluiten bij de realiteit, maar je moet ook realistisch zijn over wat haalbaar is.”
September De taken worden verdeeld. Studenten uitvoeringstechniek Leen Moerland, Joris Borsboom, Yaron Moonen, Sven de Loijer, Martin Drijvers en Dennis van der Steen richten zich op de realisatie en kijken naar de veiligheid. Studenten bouwtechniek (BT) Roel Koekkoek en Lars van Beers zijn verantwoordelijk voor de entree, BT’er Thijs van de Nieuwenhof voor de ballonnen en BT-studenten Glenn Pennings en Loes Mulders voor het schip. Lieneke van der Molen en Miranda Kamphuis, beiden student Structural Design, houden zich onder leiding van universitair docent Arjan Habraken bezig met het rekenwerk. Teun en Jordy springen overal bij en bewaken met Arno Pronk de gehele voortgang.
17 - 22 november De studenten maken de ballonnen bij het bedrijf Polyned. Het doek voor de hoogste toren weegt zo’n 800 kilo.
19-24 december Al het materiaal gaat met een schip van Antwerpen naar Finland.
2015 28 december - 24 januari
Opnames voor het BNN-programma Proefkonijnen. Het tv-team gaat in de Skidôme in Rucphen testen hoe lang een iglo het houdt als er verwarming in staat. Buiten de aandacht is het een mooie gelegenheid voor het TU/e-team om hun ballon te testen. De verwachte uitzenddatum is in het voorjaar.
Het TU/e-team gaat bouwen in Finland op het terrein van het bedrijf Tulikivi - waar ze onder meer testfaciliteiten hebben - en krijgt daarbij hulp van medestudenten en familie. Uiteindelijk gaan er zo’n tachtig personen vanuit Nederland naartoe. Verder worden enkele studenten van de ETH in Zürich verwacht, komt er een groep studenten van de KU Leuven en Universiteit Gent om een paviljoen te bouwen en wordt er nog een groep studenten van de Aalto University uit Helsinki verwacht. Tenslotte zou dit project niet mogelijk zijn geweest zonder de hulp van de bewoners van het Finse Juuka.
12-18 december
17 januari
Het touwennet voor het middenstuk wordt geknoopt.
Het team hoopt te kunnen vieren dat het hoogste punt is bereikt. Het is de bedoeling dat er een aangelicht kruis op komt. Met het bereiken van een hoogte van dertig meter zouden ze de hoogste ijskoepel ter wereld hebben gebouwd.
26 november - 3 december Jordy en Teun zijn in Finland om 53 ankers te boren. Met deze ankers worden later de ballonnen aan de grond vastgemaakt.
11 december
24 januari Officiële opening. De Finnen regelen verschillende acts waarmee - hopelijk - het welslagen van het project kan worden gevierd. www.structuralice.com/
10 | Universiteitsberichten
ALGEMEEN Cursor | Laatste Cursor van dit jaar Deze Cursor is de laatste van 2014. Op donderdag 8 januari verschijnt Cursor 9. Tussendoor zijn we online actief (www.cursor.tue.nl), zij het minder dan normaal vanwege de vakantieperiode. We wensen iedereen een fijne vakantie en graag tot ziens in 2015! Last Cursor This is the last Cursor in 2014. The next paper Cursor will be published on January 8th. Meanwhile you can still visit us on cursor.tue.nl/en for the latest news, although we won’t be very active because of the holiday season. We hope you all have a great holiday season and hope to see you again in 2015. SAI | Invitation diploma award ceremony SAI 3TU.School for Technological Design, Stan Ackermans Institute (SAI) invites you to the diploma award ceremony on Thursday 11 December 2014. During this ceremony the SAI design engineers will receive their diploma, a Professional Doctorate in Engineering (PDEng) degree. The festive presentation of diplomas will take place in the Blauwe Zaal in the Auditorium at Eindhoven University of Technology at 15:00 hrs. The presentation will conclude with a reception.
11 december 2014
Titel proefschrift: “Standard Cell Library Design for Sub-threshold Operation”
adsorbate interactions on catalytic reactivity: Elementary surface reactions on rhodium and cobalt”
Donderdag 11 december, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. B. Asare-Bediako (EE) Promotoren: prof.ir. W.L. Kling en prof.dr.ir. J.F.G. Cobben Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “SMART Energy Homes and the Smart Grid A Framework for Intelligent Energy Management Systems for Residential Customers”
Woensdag 17 december, 14:00 uur, CZ5: promotie C.L. Altan MSc (ST) Promotor: prof.dr. G. de With Voorzitter: prof.dr.ir. R.A.J. Janssen Titel proefschrift: “Biomimetic synthesis, magnetic properties and applications of magnetite nanoparticles”
Maandag 15 december, 14:00 uur, CZ4: promotie E.A. Novikova MSc (TN) Promotoren: prof.dr. M.A.J. Michels Voorzitter: prof.dr.ir. G.M.W. Kroesen Titel proefschrift: “Modeling Cell Interaction with the Stiffness of the Extracellular Matrix” Maandag 15 december, 16:00 uur, CZ4: promotie B. Takac MSc (ID) Promotoren: prof.dr. A. Català en prof.dr. G.W.M. Rauterberg Voorzitter: prof.dr.ir. A.C. Brombacher Titel proefschrift: “Context-aware Home Monitoring System for Parkinson’s Disease Patients Ambient and Wearable Sensing for Freezing of Gait Detection” Maandag 15 december, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. M.J.H. Loomans (EE) Promotor(en): prof.dr.ir. P.H.N. de With Voorzitter: prof.dr.ir. A.C.P.M. Backx Titel proefschrift: “Real-time Scalable Video Coding for Surveillance Applications on Embedded
UNIVERSITEITSBERICHTEN
Woensdag 17 december, 16:00 uur, CZ4: promotie B. Çaglar MSc (ST) Promotor: prof.dr. J.W. Niemantsverdriet Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: “Bond activation process of biomass-derived molecules” Donderdag 18 december, 16:00 uur, CZ4: promotie L.W.E. Starmans MSc (BMT) Promotor: prof.dr. H. Grüll Voorzitter: prof.dr. K. Nicolay Titel proefschrift: “Development and Preclinical Validation of Molecular and Nanoparticulate Probes for Imaging of Fibrin” Donderdag 18 december, 16:00 uur, CZ5: promotie ir. J.M. Davila Delgado (B) Promotoren: prof.dr.ir. J.G.M. Kerstens en prof.dr.ir. B. de Vries Voorzitter: prof.ir. E.S.M. Nelissen Titel proefschrift: “Building Structural Design Generation and Optimisation including Spatial Modification” Woensdag 7 januari, 16:00 uur, CZ4: promotie ir. H.P. Hamers (ST) Promotor(en): prof.dr.ir. M. van Sint Annaland Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: “Packed bed chemical-looping combustion experimental demonstration and energy analysis” Intreerede Vrijdag 19 december, 16.00 uur, BZ: intreerede prof.dr.ir. H.J. Visser (EE) - dhl Voorzitter: prof.dr.ir. C.J. van Duijn Titel: “Energie uit de lucht gegrepen”
En ik vind De gapende kloof tussen student en beleidsmakers Tijdens de verkiezingsstrijd voor de universiteitsraad sprak een kandidaat van de Eindhovense Studenten Raad mij aan. Na zijn vurige betoog over dat ik toch echt op hem moest stemmen, stelde ik hem de simpele vraag wat ze nou eigenlijk bereikt hadden. Enthousiast begon hij te vertellen over de nieuwe magnetron in het MetaForum, waar ze zo hard voor gestreden hadden. Ik was niet onder de indruk. Vanaf dat moment begon ik me af te vragen hoeveel de student op de TU in Eindhoven eigenlijk te zeggen heeft. Het antwoord hierop blijkt dat de invloed van de student tot een microscopische hoeveelheid beperkt blijft.
MENS Bureau voor Promoties en Plechtigheden | Promoties Donderdag 11 december, 16:00 uur, CZ5: promotie B. Liu MSc (EE) Promotoren: prof.dr. J. Pineda de Gyvez en prof.dr. K.G.W. Goossens Voorzitter: prof.dr. A.G. Tijhuis
Architectures” Dinsdag 16 december, 16:00 uur, CZ4: promotie D. Abdurrachim MSc (BMT) Promotor: prof.dr. K. Nicolay Voorzitter: prof.dr. P.A.J. Hilbers Titel proefschrift: “The role of altered fatty acid metabolism in cardiomyopathy and heart failure An in vivo magnetic resonance imaging and spectroscopy approach”
Om de student meer macht te geven en de kloof tussen de student en de beleidsmaker te verkleinen, is volgens mij een creatieve oplossing nodig. We kiezen niet een universiteitsraad, maar de leden van het College van Bestuur! Door de kandidaten van het College zelf campagne te laten voeren, kan de student kiezen voor de visie die het beste voor het onderwijs en de universiteit is. Het lijkt mij erg inspirerend om direct in contact te komen met het College van Bestuur. Stelt u zich eens voor dat de nieuwe rector Frank Baaijens langskomt met een kopje koffie en vraagt of u even tijd heeft om naar zijn visie te luisteren. De kloof tussen de student en het College zal snel vervagen. Daarnaast kun je er meteen van uitgaan dat alles wat hij wil bewerkstelligen ook een grote kans van slagen heeft. Hij zou beloftes kunnen doen die vrijwel meteen uitgevoerd kunnen worden. Maar misschien is dit wel heel idealistisch, en kunnen we maar beter stemmen op de partij die ons volgend jaar naast een magnetron een tosti-ijzer wil beloven.
Dinsdag 16 december, 16:00 uur, CZ5: promotie R.A.F. Sumo MSc (IE & IS) Promotoren: prof.dr. A.J. van Weele en prof.dr. G.M. Duysters Voorzitter: prof.dr. I.E.J. Heynderickx Titel proefschrift: “Fostering Innovation through Contracting in Inter-Organizational Relationships” Woensdag 17 december, 14:00 uur, CZ4: promotie A.C. Kizilkaya MSc (ST) Promotor: prof.dr. J.W. Niemantsverdriet Voorzitter: prof.dr.ir. J.C. Schouten Titel proefschrift: “Effect of
STUDENT Studenten Sportcentrum | ESSF Van Lint Studentensportweek 2014 De ideale voorbereiding op een inactieve en relaxte kerstvakantie is de jaarlijks terugkerende Van Lint Studentensportweek. Dit jaar vindt de ESSF Van Lint Studentensportweek (LSSW) plaats van maandag 15 t/m donderdag 18 december 2014 op het Studentensportcentrum Eindhoven (SSC). De sportweek wordt georganiseerd door de Eindhovense Studenten Sport federatie (ESSF), samen met de studentensportverenigingen die ieder een eigen sportonderdeel organiseren. Er worden toernooitjes gehouden in 18 verschillende sporten, van korfbal tot twister en van kanopolo tot knotsbal! Dit jaar staat de Van Lint Studentensportweek in het teken van het thema ‘Men vs Women’. De teams worden uitgedaagd om zo creatief mogelijk om te gaan met de slogan: ‘Put your gender in the blender’. Inschrijven kan vanaf 24 november via
TUssen de oren In Cursor worden iedere twee weken studenten, docenten, labs, technische artefacten, de werkomgeving, het wetenschappelijk bedrijf, de campus, het onderwijs en websites onder een psychologische loep gelegd door de medewerkers van TU/e-opleiding Psychology & Technology.
Faal!
Ik ben me gaan verdiepen in de taken van het bestuur van de TU/e en de invloed van de studenten op het beleid hiervan. Ik was vooral onder de indruk van artikel 2 lid 2f van het reglement van het College van Bestuur: ‘Het College is onder andere belast met de vaststelling van het reglement universiteitsraad’. Dit komt erop neer dat het College van Bestuur mag kiezen waarop de universiteitsraad inspraak heeft. Ik ben dan ook heel blij dat ze meteen de belangrijkste keuzes aan de universiteitsraad voorleggen, zoals het hebben van een magnetron in de bibliotheek. Met de innige hoop dat de universiteitsraad toch een reële invloed heeft op de beleidsvorming ben ik gaan praten met twee heren van Groep-één. Hieruit kwam een iets genuanceerder beeld naar voren. De universiteitsraad kan weliswaar grote bezwaren maken tegen het beleid van de universiteit, maar dit gebeurt meestal niet. Doordat ze zoveel contact hebben met het College van Bestuur, worden de kritieken van de universiteitsraad al meegenomen vóór er om goedkeuring gevraagd wordt. Later in het gesprek bleek dat ze voor de rechter uitleg moeten geven als ze er over een kwestie niet uitkomen met het CvB. Dit schrikt natuurlijk behoorlijk af om tegen de plannen van het CvB in te gaan en beperkt de invloed van de student.
Karel Moeskops | student Werktuigbouwkunde
Uitnodiging diploma-uitreiking SAI 3TU.School for Technological Design, Stan Ackermans Institute (SAI) nodigt u uit voor de diplomauitreiking op donderdag 11 december 2014. Tijdens de uitreiking ontvangen de Technologische ontwerpers van het SAI hun diploma en de graad Professional Doctorate in Engineering (PDEng). De feestelijke presentatie van de diploma’s vindt plaats in de Blauwe Zaal in het Auditorium van de Technische Universiteit Eindhoven vanaf 15:00 uur. De diploma-uitreiking wordt afgesloten met een receptie.
Mens & Mening | 11
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
www.essf.nl Na afloop van iedere sportavond is iedereen welkom in de kantine van het SSC, voor een spetterend feest dat ook geheel in het thema ‘Put your gender in the blender’ past. E.S.C., Industria en Simon Stevin | Schrijf je in voor Convent 2015 Wil je erachter komen of strategie consultancy iets voor jou is en kennismaken met de high-end bedrijven in deze business? Schrijf je dan nu in voor Convent 2015! Convent is hét Eindhovens
consultancy-evenement dat om het jaar georganiseerd wordt voor derdejaars bachelor- en master studenten en zal plaatsvinden op 11/12/13 maart 2015. Door bezoeken aan vijf bedrijven in drie dagen krijg je een veel beter beeld van deze wereld en de bedrijven zelf. Ga naar www.convent-tue.nl voor meer informatie over Convent, de deelnemende bedrijven en inschrijven. Inschrijven is nog mogelijk tot en met 31 december.
Ook een bericht plaatsen op deze pagina? Mail het bericht (maximaal 100 woorden) dan naar
[email protected].
Illustratie | Sandor Paulus
In het universitaire leven zijn we erop op gebrand om maximale prestaties te leveren. We werken met een oog op goede visitatiescores, studentenevaluaties, tentamenresultaten. Publicaties in journals met veel impact. Een hoge h-index. Publish or perish. We zijn trots wanneer onze universiteit bovenaan de lijstjes prijkt - beste universiteit van Nederland, meeste publicaties samen met de industrie, en meer van zulks moois. De waardering voor deze prestaties ligt besloten in promoties, periodieken, predicaten, en prijzen. Loon naar werken. In zo’n cultuur is fouten maken of falen niet echt een aantrekkelijke optie. De druk om te presteren is voelbaar, en fouten worden vaak als een teken van incompetentie beschouwd - iets om je voor te schamen, te ontkennen, en weg te moffelen. Uit angst voor de sociale variant van pek en veren. Maar in ieder afgewezen onderzoeksvoorstel, mislukt experiment, en verprutst tentamen schuilt een gelegenheid om te leren. Psycholoog Arjan van Dam schrijft in zijn populair wetenschappelijke boek ‘De kunst van het falen’ over de averechtse effecten van een sterke prestatie-focus op scholen, in teams, of in organisaties. Wanneer er een nadruk ligt op prestatiedoelen - op het verkrijgen van een positieve beoordeling van je competenties, dan wel het vermijden van een negatieve beoordeling - raken mensen eerder gestressed, angstig, moedeloos en depressief. Ligt de nadruk daarentegen op leerdoelen - de mogelijkheden om je competenties te vergroten,
UR-podium Studenten hebben altijd wat te klagen. Soms onzin, maar vaak ook gegronde klachten. Variërend van klachten over de inhoud van een vak of over een tentamen, over fietsenstallingen, catering, roosters, clickers, videocolleges, tussentoetsen en ga zo maar door. Een willekeurige student weet alleen vaak niet wat hij of zij met die klacht kan doen. Per faculteit zijn er verschillende instanties waar de klacht terecht zou moeten komen en daar is geen eenduidig beleid in. Tevens heeft de komst van de centraal geregelde vakken zoals USE ervoor gezorgd dat studenten niet meer naar de
om te leren -, dan worden creativiteit en innovatie geprikkeld. Paradoxaal genoeg blijkt het stellen van leerdoelen tot betere prestaties te leiden dan prestatiedoelen. Het maken van fouten is een essentieel onderdeel van het leerproces, en dat houdt niet op na het afstuderen, de promotie, of de inauguratie. De kunst van het falen is om fouten te maken zonder dat dit je vertrouwen in eigen kunnen of je motivatie aantast. Angst om te falen is een slechte raadgever. Omarm je fouten, eigen ze toe, houd ze op alle mogelijke manieren tegen het licht, en ga gewapend met die frisse, nieuwe inzichten weer onverdroten verder. Vergeet ook vooral niet je faalervaringen te delen met anderen. Geloof me, niemand maakt sneller vrienden dan degene die zijn foutjes in geuren en kleuren uit de doeken doet. En, om met Salvador Dali te spreken: ‘Heb geen angst voor perfectie. Dat zul je nooit bereiken’. Dat vind ik dan wel weer een geruststellende gedachte.
“Omarm je fouten, eigen ze toe”
Wijnand IJsselsteijn | hoogleraar Cognition and Affect in Human-Technology Interaction
Het klachtenkompas
onderwijsadministratie van hun eigen faculteit kunnen gaan met klachten. Zoeken op de TU/e-site levert ook nagenoeg geen resultaten op. Studenten met relevante klachten kunnen dus erg moeilijk vinden waar ze terecht kunnen. Met als resultaat dat er ontevreden studenten zijn die zich niet gehoord voelen en er veel dingen fout gaan die niet worden opgemerkt door de diensten van de TU/e, terwijl deze vaak gemakkelijk op te lossen zijn. Groep-één wil ervoor gaan zorgen dat de studenten weten waar ze met hun klachten terecht kunnen, door een site te ontwikkelen waar
je kunt vinden wie je kunt benaderen met je klacht. Elke student, ongeacht faculteit of studiefase, kan daarin vinden bij wie hij of zij moet zijn. Hierdoor zullen de diensten van de TU/e bij herhaalde klachten eerder kunnen ingrijpen. Via het klachtenkompas, dat binnenkort online gaat, kun je vinden waar je jouw klacht kwijt kunt. Het werkt heel simpel: zoek jouw klacht op en volg het doorlinkmenu. Na verschillende keuzes kom je uit bij een mailadres waar jij jouw klacht naartoe kunt sturen. Klik op het mailadres en stuur direct een mailtje naar degene die jouw klacht kan
behandelen. Als je klacht niet in het overzichtsmenu staat, kun je een mailtje sturen naar Groep-één en dan gaan wij je verder helpen. Wij hopen dat er hierdoor meer duidelijkheid komt voor de studenten met betrekking tot het afhandelen van klachten. En natuurlijk is het klachtenkompas niet alleen voor klachten! Ook vragen, feedback en opmerkingen kunnen via het kompas hun bestemming vinden.
Jard van de r Lugt, studentenf ractie Groep
-één
12 | Werkdruk-special
11 december 2014
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
De dreiging van de druk Tekst | Judith van Gaal, Han Konings en Monique van de Ven Foto’s | Bart van Overbeeke De TU/e boekt mooie resultaten. Door onder meer de invoering van het Bachelor College weten steeds meer studenten de weg naar de universiteit te vinden. Maar er is ook een keerzijde: we moeten met minder medewerkers méér doen. Hoe voorkomt de universiteit dat de werkdruk te hoog wordt en hoeveel werkstress ondervinden medewerkers überhaupt? Cursor stak de werkdrukmeter in de organisatie.
Honderd opdrachten van studenten doornemen binnen twee dagen. Cursussen volgen over nieuwe lesmethoden. Voor steeds meer studenten een passend rooster maken. Je presentatie voor je verdediging op tijd af hebben. De meeste TU/e-medewerkers hebben meer dan genoeg op hun bordje. Een tendens die het College van Bestuur (CvB) niet ontgaat. “Het wordt toch geen tobberig stuk zo voor de kerst?”, vraagt CvB-lid Jo van Ham zich wel af, voorafgaand aan het interview. Van Ham somt aansluitend moeiteloos alle zaken op die goed gaan aan de TU/e: de opbouw en verdere uitrol van het Bachelor College, de grote belangstelling en waardering voor het onderwijs, de groei van de instroom, het succesvol binnenhalen van nationale en Europese subsidies, de uitstekende relaties met het bedrijfsleven, een campus die straks volledig is opgeknapt. Hij wil maar zeggen; er is zoveel om trots op te zijn. Dat al die mooie resultaten ook extra werkdruk opleveren, ontkent hij niet. “We vragen veel van onze mensen. Wetenschappers moeten steeds vaker op zoek naar funding en binnen onze ondersteunende diensten gaat de komende periode veel veranderen. Daarbij zit je in een omgeving waar mensen het beste willen bereiken.” In mei en juni van dit jaar reageerden de bestuursleden al op signalen die ze ontvingen vanuit de faculteiten met hoge studenteninstroom. Van Ham: “Er dreigde een tekort aan docenten te ontstaan en met een extra 25 fte hebben we dat proberen op te vangen. Want studenten moeten niet gaan klagen over grootschaligheid die nadelig uitpakt voor het onderwijs. Die kritiek moet je voor zijn.”
“We vragen om realistische tijdspaden” Over maatregelen om de druk van de ketel te halen, heeft het CvB inmiddels goed nagedacht. Van Ham: “Om te beginnen willen we
scherper prioriteiten gaan stellen. In het verlengde daarvan ligt de keuze om zaken waar nodig gefaseerd aan te pakken. We hebben al snel de neiging om alles direct te willen doen, maar faseren kan soms beter zijn. Medewerkers moeten ook niet bang zijn om met ons om tafel te gaan als bepaalde mijlpalen niet gehaald worden. Daar rekenen we ze niet op af. We vragen nadrukkelijk om realistische tijdspaden. We hebben liever dat mensen zaken wat ruimer inschatten, dan dat ze er met een onrealistische planning op dood lopen. Daarnaast willen we waar nodig en waar mogelijk ruimte bieden, de organisatie lucht geven. Welke oplossingen dan per individuele faculteit of dienst mogelijk zijn, wordt in een bilateraal overleg met decanen en diensthoofden eerlijk en openhartig besproken.” Zo hebben de diensten op dit moment extra aandacht van het CvB. Van Ham: “We merken dat onze diensten de afgelopen jaren niet in vergelijkbare mate met de faculteiten zijn meegegroeid. Daar plegen we nu dan ook extra investeringen, bijvoorbeeld bij DPO en STU. STU moet al enige tijd veel extra werk verzetten door de komst van het Bachelor College en de groeiende instroom. En we gaan aan de slag met de ontwikkeling van een nieuw Studenten Informatie Systeem (SIS). De aanbestedingsprocedure daarvoor gaat binnenkort van start.” Of de werkdruk over drie à vijf jaar minder is dan nu, waagt Van Ham sterk te betwijfelen. “Ik denk dat het onrealistisch is om dat te veronderstellen. Dat zeg ik niet zozeer bekeken vanuit onze eigen instelling, maar meer met het oog op de steeds complexer wordende maatschappij waarin we opereren. Maar daar staan we niet alleen in. Kijk maar eens wat er op dit moment voor een veranderingen afkomen op de gemeenten en de zorginstellingen. En ook in het bedrijfsleven staan medewerkers continu onder grotere druk. Dat onze werkdruk groot is, heeft vooral ook te maken met onze ambitie om er het beste uit te willen halen.”
De Dienst Personeel en Organisatie is de afdeling bij uitstek die de voelsprieten uitsteekt binnen de gemeenschap. En die voelsprieten zeggen enerzijds dat de werkdruk hoog is, maar tegelijkertijd dat dit niet wil zeggen dat de werkstréss toeneemt. Nicole van der Wolk, directeur DPO: “Werkdruk wil zeggen dat je meer werkt hebt dan je binnen de tijd aan kunt. Dat kan komen door verschillende zaken, bijvoorbeeld onvoldoende hulpmiddelen, de manier waarop zaken georganiseerd zijn, werkzaamheden verdeeld zijn, en prioriteiten gesteld worden. Ook ervaring en persoonlijke beleving kunnen een rol spelen. Enige werkdruk is juist goed. Je kunt naar huis gaan met idee dat je je werk niet af hebt, maar toch tevreden zijn omdat je een zinvolle bijdrage hebt geleverd. Het is hoe dan ook een probleem dat we serieus nemen. Bij werkstress ervaar je - het woord zegt het al - te lang, te veel druk. En die signalen hebben we op dit moment niet. Het ziekteverzuim en de redenen van ziekte zijn daarvoor bijvoorbeeld een van de indicatoren, en dat is vrij laag. Veranderingen in je werk en de organisatie kunnen leiden tot spanningen of onzekerheid, zeker als ze moeilijk te voorspellen zijn. Een voorbeeld daarvan zie je terug bij de invoering en verdere ontwikke ling van het Bachelor College. Dat heeft in verschillende fases voor veel betrokkenen meer en ander werk met zich meegebracht. Belangrijk is dat we bij veranderingen en toenemende hoeveelheid werk niet zo zeer de oplossing zoeken in harder lopen, maar vooral in slimmer gaan werken. Bijvoorbeeld meer geautomatiseerd waar dat kan en meer flexibel qua tijd en plaats. De rol van DPO is een signaalfunctie, we monitoren diverse signalen en waar knelpunten dreigen te ontstaan adviseren en ondersteunen we ten behoeve van een goede probleem analyse en verbeteraanpak.” De bonden monitoren het onderwerp werkdruk vooral het afgelopen half jaar wat actiever. Gerard Verhoogt, vakbondsfunctionaris van de
Abvakabo FNV, namens de bonden: “Bij Abvakabo FNV krijgen we er aardig wat klachten over. We zijn daarom met een werkgroep gestart en we hebben een peiling gedaan binnen onze vakbond, waarop meer dan vijftig medewerkers hebben gereageerd en meer dan driekwart nam de moeite hun bevindingen uitgebreid toe te lichten.” Daaruit bleek onder meer dat 35 medewerkers vinden dat de werkdruk de afgelopen vier jaren is toegenomen en dat 10 medewerkers zelfs vinden dat de werkdruk niet meer werkbaar is. 6 personen vinden het ‘drukker dan hoort in mijn functie’ en slechts drie medewerkers ervaren amper werkdruk. Als oorzaken worden genoemd reorganisaties, meer werk met minder mensen, invoering van het Bachelor College, bureaucratie en ict-problemen - of een combinatie hiervan. Het onderwerp wordt begin volgend jaar waarschijnlijk besproken op een studiedag van de bonden.
en ST, een initiatief van de groep Arbo, Milieu, Veiligheid, Stralingsbescherming (AMVS) afgelopen jaar. Daarin zijn ook vragen opgenomen over werkdruk en arbeidsomstandigheden. Het is de bedoeling dat deze vragenlijst om de vier jaar wordt voorgelegd. Een TU/e-breed satisfactieonderzoek is allang niet meer gehouden. Tiny Verbruggen, hoofd AMVS: “Uit die grote bulk aan informatie kun je vrij weinig halen. Je kunt het beter per faculteit of dienst uitvoeren, zoals we nu gaan doen. Door dezelfde vragen aan te houden, kun je bovendien iedere vier jaar opnieuw dezelfde lijst voorleggen en vergelijken.” AMVS houdt vooral de lichamelijke gezondheid van de medewerkers in de gaten. Daarbij kun je denken aan rsi-preventie, een goed werkklimaat en erop toezien dat aan veiligheids- en milieueisen wordt voldaan.
“Het is vooral een onderbuikgevoel dat zegt dat de werkdruk toeneemt”
Ga je kijken naar het welbevinden van medewerkers op individueel niveau, dan kom je al snel uit bij de bedrijfsarts en bedrijfsmaat schappelijk werker. De TU/e heeft twee bedrijfsartsen en een bedrijfsmaatschappelijk werker die sinds 2009 vanuit de Arbo Unie op de TU/e werken. Volgens hen is de afgelopen jaren het aantal ‘cliënten’ dat ze zien langskomen niet toegenomen. Ook heeft de TU/e een relatief laag ziekteverzuim. In de zogeheten Management Letter van de Arbo Unie worden jaarlijks de TU/e-cijfers bijgehouden. Daaruit blijkt dat het verzuim zelfs is gedaald: van 2,6% in 2009 naar 2,3% in 2013. De ziekmeldings frequentie bleef stabiel op gemiddeld 0,9 meldingen per medewerker per jaar. Bij de universiteiten in Nederland (cijfers VSNU) is het verzuim in die periode gemiddeld van 3,1% naar 2,9% gedaald. In Nederland gemiddeld (CBS cijfers) van 4,4% naar 4,0%. Bedrijfsarts Marjon van Woudenberg over de laag uitvallende cijfers op de TU/e: “Het is bekend dat hogeropgeleiden in het algemeen minder snel uitvallen. Met name het wetenschappelijk personeel heeft meer regelmogelijkheden
Ook de personeelsfractie (PUR) houdt in de gaten of de werkdruk toeneemt. Voorzitter Rianne van Eerd: “We krijgen hier en daar wel wat signalen binnen, onder meer via de faculteitsraden als het over het begrotingsadvies gaat en we zien de cijfers van het ziekteverzuim. Die cijfers zijn laag, het is vooral een onderbuikgevoel dat zegt dat de werkdruk toeneemt. Wij kunnen er alleen wat mee als het concreet is. We houden onze oren open en als er duidelijke signalen zijn, kaarten we dat echt aan bij het College van Bestuur. Wie weet komt een en ander naar voren uit de Risico Inventarisatie Analyse bij verschillende faculteiten waarbij de werkdruk wordt meegenomen.” Ze duidt daarbij op een enquête die volgend jaar in elk geval wordt gebruikt bij de Risico Inventarisatie Analyse bij de faculteiten BMT, TN
dan het ondersteunend- en beheers personeel. Verder zie je dat vrouwen meer verzuimen dan mannen. Dat er relatief veel mannen aan de universiteit werken, kan er dan ook mee te maken hebben.” Verder valt op dat het verzuim bij de diensten ongeveer twee keer zo hoog is als bij de faculteiten. “Dat komt onder meer door verschil in regelmoge lijkheden, leeftijdsopbouw en de man-/vrouwverhouding”, verklaart Van Woudenberg. Bij de TU/e’ers die tussen 2009 en 2013 bij de bedrijfsarts verschenen, was bij zo’n 3% van de ziekmeldingen en bij 25% tot 30% van het aantal verzuimdagen sprake van psychische problemen. Bij 1% van de meldingen en 9% van het aantal verzuimdagen had dit te maken met psychosociale problemen in het werk, zoals werkdruk. Volgens Van Woudenberg is dat niet bijzonder hoog of laag in vergelijking tot andere organisaties met relatief veel hoogopgeleiden.
“Ik hoop maar dat het geen stilte voor de storm is” De TU/e gaat hierbij tegen de landelijke trend in. Het programma EenVandaag meldde twee weken geleden nog dat één op de vijf werknemers in Nederland last heeft van psychische klachten, zoals stress, burn-out of depressie en dat het gevolg is dat veel werknemers ziek thuis zitten. Marjon van Woudenberg: “Het gevoel is er wel dat de werkdruk aan de TU/e is toegenomen, maar dat zien we niet terug in onze bedrijfsartsenpraktijk. Hierbij moet wel worden opgemerkt dat wij een selecte groep mede werkers zien. Niet iedereen met klachten meldt zich ziek of komt bij ons. Ik hoop maar dat het geen stilte voor de storm is.” Bij de bedrijfsarts komen diegenen die langdurig of vaak ziek zijn en/of medische klachten hebben. Medewerkers die meer dan vijf dagen ziek zijn, kunnen een telefoontje verwachten van de
verzuimconsulent van de Arbo Unie, die hen vraagt wat ze hebben en wanneer ze herstel verwachten. Ben je langer dan vier weken ziek thuis, dan word je opgeroepen bij de bedrijfsarts. Ook kunnen hr-adviseurs en leidinggevenden doorverwijzen en medewerkers kunnen op eigen initiatief komen. Het kan zijn dat zij klachten hebben, maar zich niet ziek hebben gemeld. De bedrijfsarts zal eerst een ‘diagnose’ stellen aan de hand van het verhaal van de medewerker. Van Woudenberg: “Maar de precieze diagnose is minder belangrijk, we moeten vooral kijken hoe iemand beter kan worden.” Bij stressklachten kijkt Van Woudenberg altijd hoe erg het is. Welke vervolgstappen volgen hangt met de oorzaak samen. “Bij overspanning kan ik bijvoorbeeld tips en een folder geven. Ik kan ze doorsturen naar de bedrijfsmaatschappelijk werker of als ze psychisch echt vastzitten naar een psycholoog.” De bedrijfsarts heeft het over drie fases die cliënten doorlopen. “De eerste paar weken moet iemand accepteren dat hij of zij overspannen is geraakt. Vervolgens kan iemand gaan opknappen en naar de mogelijke oorzaken zoeken. Tenslotte bekijken we wat er moet veranderen en hoe iemand weer aan het werk kan.” Volgens de deskundige duurt het bij overspannen universitaire medewerkers zo’n drie tot zes maanden voor ze weer aan het werk kunnen - langer dan gemiddeld. “Het heeft vaak langer geduurd voor ze zich ziek melden en ze moeten fitter zijn voor ze hun werk oppakken. Je kunt bijvoorbeeld sneller weer de post rondbrengen dan een college geven.” Hoe lang mensen thuis zitten en wanneer ze weer voor hoeveel uur aan het werk kunnen, verschilt van persoon tot persoon. “Dat is maatwerk. Meestal laat ik ze eerst iets oppakken wat al langer op de plank ligt, daar ligt minder druk op.”
Streamer
De hr-adviseur, bedrijfsarts of leidinggevende kan doorverwijzen
Werkdruk-special | 13
14 | Werkdruk-special
naar de bedrijfsmaatschappelijk werker. Marijk van Lieshout werkt nu vijf jaar in die functie aan de TU/e, wat wil zeggen dat ze er is voor ‘medewerkers met psycho sociale problemen die een relatie hebben met het werk’. Van Lieshout: “Dat kan heel breed zijn. Van mensen met privéproblemen die daardoor niet optimaal functioneren tot medewerkers die problemen hebben met hun leidinggevende.” Ze werkt 400 uur op jaarbasis voor de TU/e en ziet in die periode
“Mensen moeten vaak teveel van zichzelf” tussen de 60 en 70 ‘cliënten’. Van Lieshout: “Degenen met werkstress zijn in het algemeen mensen die zich erg verantwoorde lijk voelen en loyaal zijn. Als ze dan niet goed hun grenzen bewaken, leidt dat geregeld tot onduidelijk heid naar anderen. Vaak betreft het de perfectionisten. Ze zijn vaak moe, slapen slecht, verzuimen frequent en hebben geregeld lichamelijke en/of psychische klachten. Als ze echt een burn-out oplopen, is hun energiepeil zover gedaald, dat ze het idee hebben alleen nog te overleven. Ze zijn net in staat alles routinematig te doen. Er hoeft maar iets kleins te gebeuren of zij raken geëmotioneerd.” De bedrijfsmaatschappelijk werker ziet medewerkers in allerlei functies langskomen, maar merkt op dat ze vaak promovendi ziet. “Iedere beroepsgroep heeft specifieke problemen. Bij veel promovendi zie je dat ze eigenlijk nooit grote tegenslagen in hun studieloopbaan hebben gehad. Ze behoorden daarvoor altijd tot de beste studenten. Buitenlandse promovendi moeten soms ook nog aan de cultuur wennen en tijdens de gesprekken kijken we wat ze nodig hebben om hun spanningsklachten te verminderen. UD’s en UHD’s zien veel op zich afkomen en moeten de opbouw van hun carrière vaak met een jong gezin combineren.” Van Lieshout gaat in de eerste plaats met medewerkers in gesprek. “Het kan al een hoop helpen als ze hun verhaal kwijt kunnen en merken dat ze serieus worden genomen. Medewerkers blijven zelf verantwoordelijk voor
het oplossen van hun probleem. Ik kan cliënten aanhoren, ze met hun gedrag en de consequenties confronteren en tips en adviezen geven om zaken te verbeteren. We bekijken wat de medewerker als probleem ervaart en stellen een doel. Het is vooral belangrijk dat we kijken hoe een medewerker zijn of haar energie terugkrijgt en de regie op het leven kan terugnemen. Ik adviseer verder iedereen om meer te gaan bewegen, dat zorgt ervoor dat mensen zich minder opgefokt voelen. ‘Ga uit je huis, maar ook uit je hoofd: probeer niet te piekeren tijdens het bewegen’.” Verder adviseert ze medewerkers om thuis en op het werk te kijken hoe zij met een verminderde inspanning zaken alsnog gedaan kunnen krijgen. “Mensen moeten vaak teveel van zichzelf.” Naast het verkrijgen van meer energie, wordt er gekeken naar vervolgstappen. Dit gebeurt in een aantal vervolg gesprekken, of indien nodig, komt er een doorverwijzing naar bijvoorbeeld GGZ. In ieder geval komt er een duidelijk plan van aanpak. Als de cliënt dat ook wil, gaat ze met medewerker en leidinggevende in gesprek. “Leidinggevenden staan daar vaak voor open. Medewerkers moeten vaak leren meer te delegeren, betere planningen te maken en duidelijker te zijn naar anderen. Zij moeten leren ‘nee’ zeggen en keuzes maken.” Een ander advies: “Leer je lichamelijke signalen te herkennen. Als je te ver over je grenzen gaat, legt je lichaam je functioneren stil. Mijn boodschap aan iedereen: wacht niet te lang met hulp zoeken als je problemen ervaart.”
11 december 2014
of haar gegevens in het systeem komen dat gedeeld wordt door de bedrijfsarts en bedrijfsmaatschappelijk werker. Bedrijfsartsen, bedrijfsmaat schappelijk werker, dienst-
en faculteitshoofden en hr-functionarissen werken volop samen. Als de werkstress/ werkdruk tot verzuim leidt, komen de signalen bij de verzuimconsu lenten en bedrijfsarts/bedrijfsmaatschappelijk werker terecht.
Vandaar lopen lijnen naar management: iedere zes weken is er overleg tussen directeuren van diensten of faculteiten, bedrijfsarts en HR-adviseur en ook iedere zes weken tussen het hoofd AMVS en de bedrijfsarts.
Wat is burn-out? Waar hebben we het nu precies over bij de term burn-out? Evangelia Demerouti, hoogleraar bij Human Performance Management (IE&IS) is op dit onderwerp gepromoveerd. “Begin jaren negentig werd gedacht dat dit iets typisch was voor mensen die werken binnen de human services, denk aan de gezondheidszorg en docenten. Uit mijn promotie-onderzoek is gebleken dat het voor iedere beroepsgroep opgaat.” Volgens haar spreek je van een burn-out als ‘mensen niet meer kunnen en willen’. “Je bent voortdurend moe en je gaat met tegenzin naar je werk.” Uit haar onderzoek blijkt dat een combinatie van twee werkomstandigheden een burn-out kan veroorzaken. Enerzijds zijn dat de taakeisen (job demands). Hierbij kun je denken aan de moeilijkheidsgraad, de bureaucratie, aanslag op je fysiek gestel, de werktijden. “Dat kan zijn dat iemand meer werk heeft dan hij of zij aan kan binnen een bepaalde tijd, maar ook dat iemand te weinig uitdaging heeft. Is er iets bij een of meerdere van die onderdelen niet in orde, dan kan het gevolg zijn dat het energiepeil
omlaag gaat en het gevoel van uitputting toeneemt”, doceert Demerouti. De tweede bepalende groep ingrediënten zijn de werkhulpbronnen (job resources). Hier vallen onder meer onder de mate van afwisseling, de autonomie, ontwikkelingsmogelijkheden, feedback, verantwoordelijkheid en erkenning. Zit het goed met deze ‘bronnen’, dan zal de motivatie en betrokkenheid van de werknemer hoog zijn. Zijn er te weinig van die mogelijkheden, dan zal de werknemer zich minder betrokken voelen en zelfs met tegenzin naar het werk gaan. Zijn de taakeisen te hoog en de hulpbronnen te laag, dan kan dat tot een burn-out leiden. Demerouti benadrukt dat het altijd om een combinatie van die twee gaat. Het door haar ontwikkelde Job Demand-Resources Model is inmiddels op veel plekken wereldwijd overgenomen. In Nederland maakt onder meer Rijksoverheid.nl er gebruik van.
Werkdruk-special | 15
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
“Groei moet niet ten koste gaan van het personeel” Zo’n vijftig uur per week is hij aanwezig op de campus, net als veel collega’s. En hij probeert “uit alle macht” in de weekenden en ’s avonds níet thuis te werken. Maar dat lukt Boudewijn van Dongen, universitair docent Architecture of Information Systems, bepaald niet altijd. De reden daarvan is volgens hem niet eenvoudig. Hij wijst op zijn formele aanstelling, die is opgesplitst in (per jaar) 830 uur voor onderzoek en 830 uur voor onderwijs en management. Zijn effectíeve aanstelling komt volgens Van Dongen echter neer op 1.100 uur onderwijs en management “en de rest onderzoek”. En in het goed invullen van dat laatste schuilt volgens de UD het probleem. “Voor goed functioneren op het gebied van onderwijs en management word je aan deze instelling niet beloond. Alleen onderzoek telt en dat moet je liefst ook nog zelfstandig en in het buitenland doen.” Van Dongen spreekt van een “totaal gebrek aan waardering voor onderwijs en management. […] Je vraagt je steeds vaker af: ‘Behalve voor de studenten, waar doe ik het voor?’”. De werkdruk aan de TU/e is de laatste jaren in zijn ogen dan ook “exponentieel” toegenomen. Voornaamste oorzaak ziet de docent in “een onophoudelijke stroom beslissingen van het College van Bestuur die op geen enkele manier rekening houden met het weten-
schappelijk personeel”. Als voorbeeld noemt hij de invoering van het Bachelor College, waardoor veel docenten hun vakken hebben moeten herstructureren. “Dit kost veel tijd, maar die tijd was er niet. Al dat werk is dus in de avonduren verzet.”
Steeds meer toetsen. Die moeten wél nagekeken worden Ook wijst Van Dongen op de volgens hem “enorme hoeveelheid verplichtingen” voor docenten die het Bachelor College met zich heeft meegebracht, zoals het invoeren van meerdere toetsmomenten: “Toetsen die allemaal moeten worden nagekeken”. Niet alles is een slechte zaak, benadrukt hij, “maar het kost wel tijd - en die tijd is niet of nauwelijks gecompenseerd”. De invoering van de nieuwe Graduate School veroorzaakt volgens hem “precies dezelfde problemen, bij precies dezelfde
Boudewijn van Dongen
mensen. Er zijn nu wellicht nog geen concrete plannen, maar er wordt wel degelijk naartoe gestuurd”. En dan zijn daar volgens Van Dongen nog de interne verhuizingen, waarbij veel personeel kamers moet gaan delen. De beschikbaarheid van vergaderruimtes, waarvan veel partijen gebruikmaken, komt daarmee volgens hem onder druk te staan. “De tijd die het simpelweg
kost om voor een gesprek met een afstudeerder uit te wijken naar een aparte ruimte, leidt ook weer tot meer werkdruk.” Daarnaast stipt de docent de verruiming van de werktijden regeling aan, die volgens hem neerkomt op “nieuwe verplichtingen voor docenten om ’s avonds en in het weekend naar het werk te komen voor colleges of tentamens.
Tijden waarop veel wetenschappe lijk personeel tóch al werkte - maar dan thuis - aan onderzoek, worden zich dus door de TU/e toegeëigend”. Van Dongen zegt te begrijpen dat het aantrekken van meer studenten essentieel is voor de TU/e, “maar die groei moet niet ten koste gaan van het personeel. Steek eens wat meer geld in je medewerkers in plaats van in je campus”.
“In de moppermodus blijven helpt niemand” Zo’n zeventig werkuren per week. Honderdvijftig mails per dag. Zestig afstudeerders binnen zijn groep. Een paar cijfers die aangeven: Maarten Steinbuch heeft genoeg omhanden. Toch lijkt de hoogleraar van Werktuigbouwkunde zijn werkweken prima onder controle te hebben. De truc? Focus op wat je energie geeft, vier successen en wees minder zuinig met schouder klopjes.
Als de bedrijfsartsen en de bedrijfsmaatschappelijk werker merken dat ze van een bepaalde dienst, faculteit of onderzoeksgroep wel erg veel cliënten zien, is er een grote kans dat zij aan de bel trekken. Dat loopt dan meestal via de HR-functionarissen. Zowel de bedrijfsarts als de bedrijfsmaatschappelijk werker zijn gebonden aan hun beroepsgeheim en zullen daardoor nooit aan leidinggevenden of HR-functio narissen informatie over het ziektebeeld geven. Over schending van privacy hoeven de cliënten zich dus geen zorgen te maken. Om die reden wordt ook altijd gevraagd of een cliënt het goed vindt dat zijn
Nog geen etmaal zit er tussen Cursors mailverzoek en het interview. Ook een mazzeltje, hoor: “Volgens mij is er een afspraak uitgevallen”. Maar het proces lijkt exemplarisch
Evangelia Demerouti constateert dat de werkdruk aan de TU/e de afgelopen jaren flink is toegenomen. “Vooral sinds de komst van het Bachelor College heb ik het stukken drukker. Ik geef extra colleges en ben meer gebonden aan een vast stramien waardoor mijn vrijheid wordt beperkt. Het is bureaucratischer geworden. En daar staan nauwelijks hulpbronnen tegenover. Het is niet zo dat ik meer beslissings vrijheid en steun krijg of meer tijd om mijn werk uit te voeren. Zelf laat ik dingen vallen. Ik leuk mijn colleges bijvoorbeeld niet meer zo op. Het kost me veel tijd om cartoons of andere grapjes te zoeken en ben nu eigenlijk al blij als ik überhaupt een goede presentatie heb.
voor hoe efficiënt Steinbuch met zijn zaken dealt. Voor Cursor praten over werkdruk? ‘Lijkt me leuk. Effe een afspraak?’ Al snel gevolgd door een bericht aan zijn secretaresse: ‘Kijk jij even wat kan? 30 min.’. Hij vindt het belangrijk om bereikbaar te zijn, vertelt hij later, en om snel te reageren. “Dat kost uiteinde lijk de minste tijd.” Discipline is key - sowieso werkt hij elke avond zijn inbox bij tot deze leeg is. Gemiddeld honderdvijftig nieuwe berichten vallen er dagelijks op de digitale deurmat, dus als hij die een keer negeert, “heb ik er de avond erop driehonderd. Nou, dan ben je
verkocht”. Hij heeft zo ook zijn trucjes om ruimte te houden in zijn agenda: “Als iemand een afspraak wil over twee weken, dan probeer ik die afspraak altijd nét iets verder in de tijd te zetten, over drie weken. Als je zo alles ‘keer anderhalf’ doet, win je weer wat ruimte”. Vooruit, hij krijgt op het moment wat hulp - van een externe coach, die hem helpt beter met zijn tijd om te gaan. Want Steinbuch voelt het haarfijn aan wanneer ‘druk’ omslaat in ‘té druk’. Bijvoorbeeld aan hoe hij, sinds pakweg een jaar, opziet tegen de eerste werkdag na zijn vakanties. “Ik ben erover gaan
Als leidinggevende probeer ik feedback en erkenning te geven en het goede voorbeeld te geven. Ik verwacht bijvoorbeeld niet dat de medewerkers in het weekend nog werken en ik vind het belangrijk dat ze hun vakantiedagen opmaken. Het is aan een organisatie om het takenpakket zo te ontwerpen dat mensen het aankunnen en voor hulpbronnen te zorgen. Denk aan een cursus om hun kennis op te vijzelen. Werknemers kunnen hun werk versimpelen of uitdagender maken en feedback vragen aan hun leidinggevende.”
nadenken: hoe kómt dat nou? Want eigenlijk vind ik mijn werk keileuk.” Zijn conclusie: een té volgeplande agenda. “Dat beklemt.” Om daar vanaf te komen, stapt hij momenteel uit een aantal van de besturen waarin hij in de loop der jaren is beland, waaronder bij Studium Generale en Stichting Techniekpromotie. Ook beraadt hij zich op een efficiëntere, meer “geclusterde” begeleiding van studenten en promovendi.
“Ik moet vaker ‘nee’ leren zeggen” En verder moet hij broodnodig vaker ‘nee’ leren zeggen, beseft de hoogleraar. Maar niet tegen dit gesprek, dat hij ziet als kans om een signaal af te geven. Want ja, de werkdruk aan de TU/e is “enorm toegenomen”, stelt ook Steinbuch, maar dat geldt volgens hem evengoed voor “de nieuwe energie die door onze vaten stroomt. Ik vind het ongelofelijk leuk hoe krachtig we zijn geworden in onze uitstraling naar buiten, hoeveel nieuwe studenten we trekken, welke goede resultaten ze boeken”.
Maarten Steinbuch
Daar zouden ook medewerkers meer bij moeten stilstaan, vindt Steinbuch. Veranderingen als de invoering van het Bachelor College vragen veel van het personeel, erkent hij. “De crux is om te
ontdekken hoe je energie krijgt van de dingen die je doet, die je met z’n állen doet. En om te genieten van de successen in je werk en die van de universiteit. Dan kun je ook veel meer opbrengen”. En: geef elkaar eens een schouderklopje. “Die cultuur hebben we hier aan de TU niet zo, maar ik vind dat we dat veel meer moeten doen.” En dat probeert hij ook in zijn eigen groep nadrukkelijk uit te dragen. “We hebben het allemaal ontzettend druk, lopen continu tegen onze grenzen aan. Het is zorgvuldig spelen met die grenzen. En ook: tijdig op de rem stappen, aandacht houden voor elkaar, eventuele alternatieven binnen het team bespreken.” Steinbuch vervolgt: “Ik denk dat vooral veel docenten op dit moment zo heftig belast worden, dat ze zich geen owner meer voelen van hun tijdsindeling. Maar ik denk dat iedereen er zelf verantwoordelijk voor is om daar paal en perk aan te stellen. En om, in overleg met collega’s en je leidinggevende, te kijken: hoe kan ik de werkdruk die ik voel, compatible maken met mijn werkkrácht? Probeer niet in de moppermodus te blijven, zeker niet over dingen die je toch niet kunt veranderen - want dat helpt niemand. Maar als er dingen dwarszitten waarop je misschien wél invloed hebt, neem dan ook je verantwoordelijkheid en gebruik je beïnvloeding om die dingen te verbeteren.”
16 | Werkdruk-special
11 december 2014
Anas ontvluchtte de oorlog in Syrië. In Nederland wil hij graag weer aan de slag. Met steun van het UAF bouwt hij aan een nieuwe toekomst.
“TU/e gaat onverantwoordelijk met haar mensen om” Voor de duidelijkheid: maak je over hoogleraar Ton de Kok (Industrial Engineering & Innovation Sciences) geen zorgen. Die houdt zijn hoofd, mede dankzij een fikse dosis energie en stressbestendigheid, wel boven water. Maar om zich heen ziet hij medewerkers meer en meer op hun tenen lopen. “Ik vind het ongepast dat niemand vooraf even nagaat wat onderwijsvernieuwingen betekenen voor de organisatie.”
Maar eerst blikt De Kok terug op wat langer geleden: op de transitie van een nadrukkelijke onderwijsfaculteit naar een onderzoeksfaculteit, die IE&IS rond de millenniumwisseling maakte. De vraag naar onderwijs bleef, vooral de eerste jaren, echter onverminderd groot; het personeels bestand nagenoeg gelijk. Aan de theoretische ‘vijftig procent onderzoekstijd’ kwam - en komt nog altijd - bijna niemand toe. Dit niet in de laatste plaats vanwege verschillende onderwijsvernieuwingen, zoals de in 2002 ingevoerde bachelor-/masterstructuur. De introductie van het major-minorstelsel een jaar later. Of, recenter, “het Bachelor College dat zegt: ‘Gij zult twee toetsen afnemen. En gij zult niet alleen toetsen afnemen, gij zult ook STU informeren over de cijfers’. Gij zult dit, gij zult dat.
www.uaf.nl/anas
Maar wat daarop níet volgt, is: ‘Wij weten dat u nu meer moet doen, dat dit ongeveer zoveel tijd kost en daarom zijn er meer mensen nodig’. Dan kun je vanaf de kansel roepen dat het de komende jaren even geen onderzoekstijd is, maar leg dat maar eens uit aan bijvoorbeeld onze tenure-trackers”. ‘Waarom?’ En: ‘Wat is het probleem nu eigenlijk?’. Het zijn vragen die je volgens De Kok “eigenlijk niet mag stellen, want dan vinden bestuurders je maar lastig”. Neem het Bachelor College. “Onnodige hassle”, in de ogen van de hoogleraar. “Qua marketing snap ik de keuze; ik snap het probleem van onvoldoende instroom en onvoldoende breedte in wat je aflevert. Maar dat was níet het probleem van onze faculteit of onze opleiding.”
Een medewerkster sliep in één week amper 15 uur Maar de gevolgen van die universi teitsbrede hassle ziet hij wél alle dagen terug in het Paviljoen. Hij vertelt over een medewerkster die een paper moest afronden en in een zekere week opgeteld amper vijftien uur sliep. “Mensen blijven lang aan het werk. Maar op een gegeven moment zie je mensen ook ziek worden en snéller ziek worden. Dan moet je ingrijpen.”
foto: Aleksandra Mihajlovic
Regelmatig stapt hij om zeven uur ’s ochtends zijn kantoor al binnen. ’s Avonds thuis nog even iets doen: meer regel dan uitzondering. Gemiddeld 65 tot 70 uur per week maakt hij “en daar zit nog geen glaasje wijn bij - ik ben geen receptiebezoeker, geen netwerker”. Desondanks gaat De Kok graag over de werkdruk aan de TU/e in gesprek. Want, zo vat de hoogleraar Quantitative Analysis of Operational Processes samen: de universiteit gaat, vooral de laatste jaren, “tamelijk onverantwoordelijk” met haar medewerkers om. “Top-down, met te weinig respect voor de mensen in het algemeen.”
Ton de Kok
En desnoods toch maar ‘lastig’ zijn: De Kok weet onder anderen rector Hans van Duijn op gezette tijden wel te vinden met zijn bedenkingen en kritiek. “Want ik vind het ongepast dat je onderwijsvernieuwingen laat plaatsvinden en dat níemand even nagaat wat die betekenen voor de organisatie.” Terwijl het volgens hem simpel is om die gevolgen te becijferen. Normen en formules voor werklast hanteren ze bij IE&IS al jaren, stelt hij; de staatjes en analyses liggen voor het grijpen. Hij zegt te snappen dat de universi teit te maken heeft met een overheid en met Haagse besluitvorming die er bijvoorbeeld toe leidt dat er steeds minder geld is voor het universitair onderwijs. “Maar moeten we bijvoorbeeld wel zoveel nieuwe aio’s opleiden? En gaat er niet veel teveel geld op aan strategieën en nieuwe structuren?”
En daarmee volgt meteen nóg een suggestie aan het College van Bestuur. En dat is: “Rigoureus snijden in wat ‘beleidsmakers’ zijn. Als ze dat dan op het ministerie ook eens doen… Het onderwijs is namelijk helemaal niet zo’n spannend proces. In de Verenigde Staten hebben ze al die veranderingen niet, daar werken ze al decennialang binnen hetzelfde systeem.” Medewerkers roeien onderwijl met de -steeds breekbaardere- riemen die ze hebben, stelt de hoogleraar. Stapelen de klussen steeds verder op, berustend in een berg werk die ze eigenlijk niet kunnen handelen. En werken meer en meer thuis. “Veel mensen hebben het gevoel dat, als ze hier niet één dag in de week wég zijn, ze gewoon nergens aan toekomen.”
Zelf kwam de hoogleraar éven op adem bij ASML, waar hij in 2012 een half jaar een sabbatical deed. “Het was héérlijk; ik heb mezelf daar, op mijn 54ste, op allerlei fronten weer kunnen ontwikkelen. Ik bleek bijvoorbeeld een partij creativitéit in huis te hebben - maar aan de TU/e kom ik aan ‘creatief zijn’ niet eens toe.” Demotiverend vindt De Kok dat niet - drive genóeg. “Je kunt overal energie uit zuigen. Bijvoorbeeld uit de behoefte om het hier te veranderen. Ik ben een typische Don Quichot en ik vind het niet eens erg. Of die drive altijd verantwoord is geweest naar mijn gezin toe, daar kun je best vragen bij stellen; daarin heb ik zeker fouten gemaakt. Maar ik zet me honderd procent in voor deze tent en ga voor onze medewerkers door het vuur.”
“Ik dacht, dat trek ik nog wel” Heel lang dacht Tiny Verbruggen: ‘dat trek ik nog wel.’ Tot eind 2011 de werkdruk bij de toenmalige directeur bedrijfsvoering van Technische Natuurkunde wel erg hoog opliep en hij thuis kwam te zitten.
In 2011 was Verbruggen directeur bedrijfsvoering bij Technische Natuurkunde en had er erg veel op
Tiny Verbruggen
zijn bord: de faculteit moest worden gerund onder lastige omstandig heden (in de min), de nieuwbouw (Flux) en verbouwing (Cascade) vroegen veel aandacht en tegelijkertijd moest worden begonnen met de voorbereidingen voor de verhuizing van faculteitsmedewerkers. Toen ook nog eens de ondersteuning gedeeltelijk wegviel, werd de werkdruk wel erg hoog. Té hoog. “Ik had totaal geen energie meer en mijn luchtwegen en holtes zaten binnen de kortste keren vol. Dat is mijn zwakke plek als ik over mijn grenzen ben gegaan. Toch had ik het niet zien aankomen en dacht ik dat ik het wel zou redden. Ik wist dat we moesten bezuinigen en wilde geen extra kracht aannemen, omdat ik vond dat ik het goede voorbeeld diende te geven. Ik kwam thuis te zitten, de ontstekingen van mijn luchtwegen en holtes waren niet onder controle te krijgen en het heeft ruim drie maanden geduurd voor ik weer min of meer de oude was. Mijn omgeving accepteerde het wel, maar het begrijpen is weer iets anders. Als je zoiets niet zelf
hebt meegemaakt, kun je het je moeilijk voorstellen. Ik ben naar de huisarts gegaan en de bedrijfsarts. Bij mij hielp het vooral om veel rust te houden.”
“Je bent uiteindelijk zelf verantwoordelijk” “Ik was er ook al snel uit dat ik minder uren wilde werken. Dat betekende dat ik niet in dezelfde functie aan de slag zou kunnen gaan, waar meer dan 100% gevraagd wordt. De positie van hoofd van Arbo, Milieu, Veiligheid en Stralingsbescherming (AMVS) kwam vrij en gelukkig kon ik daarin in deeltijd aan de slag. Achteraf gezien was het beter geweest als ik toch extra ondersteuning had ingehuurd. Dat ik het te druk had, verwijt ik niemand, daar ben je uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor.”
Anas, gevlucht uit Syrië:
‘In Syrië was ik kaakchirurg en had ik twee masterdiploma’s. In Nederland heb ik niets meer.’ Geeft u vluchtelingstudenten ook een toekomst? Rekening NL41 INGB 00000 76300 UAF-Cursor-266x390mm_2.indd 1
04-12-14 16:39
18 | Onderzoek
11 december 2014
Onderzoek | 19
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Kleppen dicht tegen ongewenste zwangerschap Met een mechanische anticonceptiesluis kunnen vrouwen zichzelf wellicht ooit beschermen tegen een ongewenste zwangerschap zonder hormonen, zonder operaties, zonder gehannes tijdens de seks. De uitvinding, Choice, is bedacht door ir. Peter van de Graaf en wordt ontwikkeld met hulp van de TU/e. ‘Kleppen dicht’ krijgt in de toekomst misschien wel een heel andere betekenis. De kleppen in het anticonceptiesysteem Choice maken namelijk het verschil tussen wél of níet zwanger kunnen raken. Het werkingsprincipe van Choice is eenvoudig: in de eileiders van
de vrouw wordt een ‘sluis’ geplaatst, een plastic buisje van anderhalve centimeter lang en twee millimeter doorsnede. In dat buisje zitten klepjes van roestvrij staal die van buitenaf, draadloos, te bedienen zijn. Zijn de kleppen gesloten, dan kan eventueel sperma de eicellen
van de vrouw niet bereiken. De eicellen lossen dan op in de eileider. Als de vrouw zwanger wil worden, dan hoeft ze haar kleppen maar open te laten zetten met behulp van een antenne op haar buik. Deze zorgt ervoor dat een ultradunne supercondensator, die als een schroef om het buisje is gewikkeld, zich oplaadt. De energie gaat vervolgens naar een draadje van geheugenmetaal, dat opwarmt en korter wordt. De klep in het buisje, verbonden aan het draadje, klapt daardoor dicht. Openen gaat op dezelfde manier, alleen wordt
dan een tegenovergesteld draadje korter. De publiciteit die hij de afgelopen weken kreeg van verschillende Nederlandse en Belgische media, leverde Van de Graaf vooral positieve reacties op. “Verschillende vrouwen lieten bijvoorbeeld weten graag proefkonijn voor het systeem te willen zijn”, vertelt de ontwerper. “Natuurlijk waren er ook lacherige reacties, vooral van mensen die dachten dat een man de kleppen van zijn vrouw ook stiekem met de afstandsbediening zou kunnen openen. In werkelijkheid is dat onmogelijk: de antenne moet dicht tegen de buik liggen en heeft een halfuur nodig om op te laden.” Het idee voor de uitvinding ontstond al eind jaren tachtig, toen Van de Graaf op vakantie was in een natuurgebied. “Ik hou van wilder nissen, maar zag dat overbevolking ervoor zorgt dat steeds meer natuur verdwijnt. Mensen hebben die ruimte nodig om voedsel te verbouwen voor hun families. Ik heb heel lang rondgelopen met het idee om iets tegen de overbevolking te doen.” Ongeveer tien jaren lang liet hij de basisprincipes voor zijn uitvinding rijpen in zijn hoofd, tot hij in 2008 als freelance coach ging werken voor studenten Industrial Design van de TU/e. Daar vond hij de technische omgeving om zijn idee eindelijk uit te werken. In 2012, toen hij inmiddels een tweedaagse aanstelling had, sleepte hij hiervoor de benodigde subsidie binnen. “Ik werk samen met het Equipment en Prototype Center, vooral met Erwin Dekkers, en kreeg veel hulp van verschillende hoogleraren: Peter Baltus, Bart Smolders,
Carlijn Bouten. Ze gaven me advies, steun en ik kreeg hulp van bachelorals masterstudenten. Het Innovation Lab hielp met netwerken en advies over financiering. Inmiddels ben ik niet meer in dienst en huur ik onderzoeksuren in, maar deze omgeving was echt noodzakelijk om zo ver te komen als ik nu ben.”
Over vijf jaar is Choice op de markt
Sluitstuk
ingrepen. Dat soort circumstantial evidence wijst erop dat we optimis tisch kunnen zijn.” Petra Sutter, hoogleraar Gynae cologie aan de Universiteit van Gent, vindt Choice geen slecht idee. In het Vlaamse dagblad De Morgen zegt zij vijf jaar echter te optimistisch te vinden. “Gaan de sluisjes de eileiders niet doen ontsteken en zo voor onvruchtbaarheid zorgen? Zullen ze niet voor littekenweefsel zorgen en het risico op een buitenbaarmoederlijke zwanger schap vergroten? De gevolgen moeten ook op lange termijn in kaart gebracht worden. Dat neemt veel meer tijd in beslag, denk ik.”
Het wordt nog spannend wie er gelijk gaat krijgen, maar het enthousiasme over Choice is bij de meeste mensen groot. Nooit meer hoeven denken aan de pil, of zoeken naar een condoom dat ergens tussen de lakens slingert. “Wat ik aan de reacties merk, is dat vrouwen hormonen echt moe zijn”, zegt Van de Graaf. “Ik ben uit idealisme aan Choice begonnen, maar het is ook een behoorlijk goede business case.”
In de rubriek Sluitstuk vertellen afstudeerders over hun afstudeeronderzoek. Wil je ook in deze rubriek, mail dan naar
[email protected].
Op je tenen voor een spierbundelmeting
Tekst | Enith Vlooswijk Illustraties | Peter van de Graaf
Toch duurt het nog wel een aantal jaren voordat de anti-conceptiesluis de wereld verovert. Binnenkort start LifeTec, een spin-off van de TU/e, met de eerste experimenten op levend weefsel. Als die zijn afgerond, volgen dierproeven en klinisch onderzoek. Van de Graaf schat dat het nog vijf jaar duurt voordat het systeem marktklaar is. Dat is te overzien. “Een geneesmiddel moet eindeloos getest worden, voordat het op de markt wordt toegelaten. Met een implantaat kan het sneller gaan, wanneer de materialen zich in het verleden al bewezen hebben.” Het sluisje is gemaakt van polyetheretherketon (PEEK), een kunststof die vaker wordt gebruikt voor implantaten. Ook als er lange tijd kracht op wordt uitgeoefend, vervormt het niet. Verder is er al heel veel kennis over vergelijkbare ingrepen, zoals stentoperaties (dotteren). Die kennis kan volgens Van de Graaf goed worden gebruikt bij de ontwikkeling van Choice. “We zijn in staat allerlei systemen in te bouwen in harten en aders. Dat zijn veel actievere systemen dan de eileider en dus complexere
Voor het vaststellen van bepaalde spierziektes bij kinderen moeten nu vervelende spierbiopten worden genomen. Maar niet lang meer, als het aan BMT-masterstudent Benjamin Tchang ligt. Tijdens zijn afstudeerstage bij de vakgroep Vasculaire Biomechanica ontwikkelde hij een diagnostische techniek waarbij je met geluidsgolven diep in een been kunt kijken. Compleet met witte jas liep hij als dokter Benjamin enkele dagen mee op de spierpoli in het Utrechtse Wilhelmina Kinderziekenhuis. Het is confronterend, vertelt hij, maar ook motiverend. Want toen een moeder aan de kinderarts vroeg hoe de toekomst van haar kind eruit zou zien, kon deze alleen maar zeggen dat dat onbekend was. De arts wees naar BMT-student Benjamin Tchang: “Over een aantal jaar kan deze dokter daar misschien een duidelijker antwoord op geven.” Sindsdien werkt hij nog harder aan het optimaliseren van Power Doppler (PD)-echografie zodat deze zo snel mogelijk in de kliniek gebruikt kan gaan worden. De Doppler techniek is vooral bekend van de zwangerschapsecho’s; de Power-variant wordt medisch nog nauwelijks toegepast, maar heeft volgens Benjamin veel potentie. “Waar je met Doppler voornamelijk naar stromingssnelheid of -richting in grote vaten kijkt, kijk je met PD juist naar kleine volumeveranderingen van bloed in weefsel. Hierdoor is het een veel sensitievere methode met minder ruisartefacten.” Een eerdere studie liet al zien dat PD geschikt zou kunnen zijn voor spieronderzoek. Benjamin keek specifiek naar PD-gebruik bij de diagnose van juveniele dermatomyositis, een aandoening bij kinderen waarbij eerst de spier wordt aangetast en daarna bloedvaten kunnen afsterven. “We hebben een methode ontwikkeld waarbij we gebruikmaken van de bloedvatconditie in de spier. In een normale situatie zie je een mooi piekenpatroon na een spiersamentrekking. Bij een beginnende ontsteking staan de bloedvaten wijd open en stroomt er veel meer bloed doorheen, wat je terugziet in dat piekenpatroon. Een chronische spierziekte kenmerkt zich door een veel lager signaal omdat bloedvaten zijn afgestorven en vervangen door littekenweefsel.” Ook moest bekeken worden welke spieroefening - makkelijk uit te voeren door kinderen met spierproblemen resulteert in een zo optimaal mogelijke meting. Benjamin onderwierp studiegenoten en vrienden aan allerlei squats, bicepsstrekkingen en beenbuigingen. Maar er kwam een volgend probleem kijken: tijdens de oefening moet de Doppler-probe stil op de spierbundel gehouden worden, erg lastig als je in beweging bent. “Ik vind problemen oplossen nogal leuk, dus ben daar samen met een huisgenoot die Bouwkunde studeert ingedoken. In de werkplaats hebben we het een en ander geprobeerd en uiteindelijk hebben we met hulp van enkele ID-vrienden een 3D-geprinte PD-houder gemaakt. Dat werkt ideaal. Een beetje gel op de probe, in de houder plaatsen die om je been gegespt zit en de meting kan beginnen.” Over enkele weken komen de eerste patiënten naar Eindhoven om hun benen te buigen en op hun tenen te staan voor een PD-meting. “Spannend. In gezonde proefpersonen hebben we al mooie resultaten, maar het gaat natuurlijk om de metingen in een zieke spier. Ik ga er vanuit dat onze hypotheses zullen kloppen en we een afwijkende piekenpatroon gaan zien.” Artsen zijn niet alleen enthousiast over de PD-methode, ook is er interesse in de door Benjamin ontworpen houder. “Misschien kunnen we een patent aanvragen. Maar ik richt me nu eerst op de techniek zelf en hoop dat we die zo snel mogelijk het ziekenhuis in krijgen. Zodat we inderdaad een betere diagnose en mogelijk ook prognose aan ouders kunnen meegeven. Want daar doe je het uiteindelijk allemaal voor.” Tekst | Nicole Testerink Foto | Rien Meulman
Vrouwen bepalen zelf hun vruchtbaarheid met Choice. Peter van de Graaf met, tussen duim en wijsvinger, zijn vinding. Foto | Hogeschoolkrant win’ Windesheim
De werking van Choice.
20 | Onderzoek
11 december 2014
4 brandende vragen
Onderzoek | 21
Kijk voor nieuws op www.cursor.tue.nl
Ali Can Kizilkaya | Scheikundige Technologie
Desiree Abdurrachim | Biomedische Technologie
Invloed van oppervlakken op katalyse
Vetzuren in een ziek hart 1 | cover Op de omslag staat een afbeelding van een muizenhart, gemaakt met magnetic resonance imaging (MRI). De afbeelding is op zijn beurt een mozaïek van diverse plaatjes van muizenharten die ik tijdens mijn project heb verzameld.
1
2 | feestjes
op Wa er van v o c de hrift? c s f e je pro
Hartfalen is wereldwijd de voornaamste doodsoorzaak. Het hart heeft brandstof nodig om zijn functie als bloedpomp uit te oefenen. In een gezond hart bestaat die brandstof voor het grootste deel uit vetzuren, en in mindere mate uit glucose. In mijn promotieonderzoek heb ik het effect onderzocht van veranderingen in de verbranding van vetzuren op het functioneren van het hart. Door diabetes aangetaste harten, bijvoorbeeld, zijn vrijwel volledig afhankelijk van vetzuren, en dat hangt samen met een verhoogd risico op hartfalen. Ik heb MRI-en MRS (magnetic resonance spectroscopy)-technieken ontwikkeld om de hartfunctie en de stofwisseling in levende muizen te kunnen meten. Die technieken zijn vervolgens gebruikt om muizen te onderzoeken met een aangepaste vetzuurstofwisseling.
we t zien
3 | onmisbaar
2
De MRI- en MRS-technieken waren onmisbaar. Omdat deze technieken niet-invasief zijn, kun je meerdere keren metingen doen aan dezelfde dieren, bijvoorbeeld in verschillende stadia van de ziekte of van de behandeling. Dat is in veel biomedisch onderzoek, waarin met meestal afhankelijk is van ‘ex vivo’-technieken, altijd een moeilijke opgave geweest. Daarnaast is in een dergelijk complex project samenwerking met andere onderzoekers a ltijd waardevol.
Ho op f e leg j waa eestj e e r je ond s uit e ove r ga rzoek at?
4 | samenleving
1 | cover
3 Welke persoon, techniek of apparaat is onmisbaar geweest voor je onderzoek?
Op de cover zien we een symbolische weergave van de titel van mijn proefschrift. Onderin staat een afbeelding op atomaire schaal van een getrapt metaaloppervlak. De vis die aan dit oppervlak is gehecht (‘geadsorbeerd’) symboliseert zowel de chemische stof (de ‘adsorbate’) als de spectro scopische methode. Deze specifieke vis, de pauw lipvis, vertoont bijna alle kleuren uit het zichtbare spectrum. Zoals dat lichtspectrum ons helpt om de vissoort vast te stellen, zo zijn er andere gebieden van het elektromagnetische spectrum die ons helpen om adsorbates en hun wisselwerking nabij een oppervlak te identificeren.
2 | feestjes Ons onderzoek draagt bij aan het fundamentele begrip, op atomair niveau, van metaaloppervlakken en adsorbates, zodat we betere heterogene kataly satoren (vaste stoffen die chemische reacties in gassen of vloeistoffen bevorderen, red.) kunnen ontwikkelen voor de industrie.
3 | onmisbaar
4 eft
e Wat h
ing
lev men
de sa uw werk? aan jo
(Onder redactie van Tom Jeltes) Foto’s | Bart van Overbeeke
Temperature Programmed Desorption (TPD) was essentieel voor ons onderzoek, omdat deze techniek waardevolle informatie leverde voor het identificeren van de adsorbates en hun interacties.
4 | samenleving Het fundamentele begrip dat voorkomt uit ons onderzoek zal naar verwachting het ontwerp bevor deren van efficiëntere katalysatoren. Als we het hebben over bijvoorbeeld katalysatoren voor autouitlaten, of Fischer-Tropsch Synthese, dan levert dit hopelijk nieuwe methoden op om beter giftige gassen te verwijderen uit de uitlaat van je auto, of zorgt het voor zuinigere en milieuvriendelijke manieren om synthetische brandstoffen te maken.
Mijn proefschrift is een basis voor het ‘in vivo’ karakteriseren van veranderingen in stofwisse ling en het functioneren van een falend hart. Het kan daarmee bijdragen aan een beter begrip en effectievere behandeling van hartfalen.
Sandip Pawar | Scheikundige Technologie
Sproeidrogen 1 | cover Op de omslag zien we hoe het complexe sproeidroogproces kan worden geanalyseerd door verschillende modelleertechnieken te combineren.
2 | feestjes Sproeidrogen is belangrijk voor de chemische, farmaceutische en voedselindustrie. Het is een methode om poeder te maken uit een vloeibare suspensie. Voor een goed eindresultaat is het van belang om de verdeling van de korrelgrootte van het poeder te kunnen bepalen en het aankoeken van de wanden te voorkomen. Computational Fluid Dynamics (CFD) is een krachtig en veelzijdig gereedschap om het optimale ontwerp, opereren en opschalen van dergelijke processen te bestuderen. In mijn project hebben we een multiscale modelleer strategie gebruikt om transportfenomenen in het sproeidroogproces te modelleren - waaronder processen als het botsen, samensmelten, opbreken, drogen en opeenhopen van de deeltjes. Om het model op een systematische manier op te bouwen, hebben we het opgesplitst in vier verschillende stappen: stroming, botsingsdetectie, de uitkomst van botsingen, en het droogproces.
3 | onmisbaar Voor de botsingsdetectie hebben we een belangrijke techniek uit de moleculaire gas dynamica aangepast: Direct Simulation Monte Carlo. Hierdoor konden we met botsingen tussen miljarden deeltjes en druppels aan.
4 | samenleving Met de ontwikkelde numerieke modellen kan de industrie de bestaande sproeidroogtechnologie aanpassen, en zo het proces optimaliseren en tot een beter eindproduct te komen.
8
Biweekly magazine of the Eindhoven University of Technology
11 December 2014 | year 57
For the latest news: www.cursor.tue.nl/en and follow @TUeCursor_news on
and tuecursor on
Lighting up Eindhoven with Diwali
Thor’s Mega Tetris makes Guinness Book 1 December - It took a day of shivering in an ice cold MetaForum market hall, but after that study association Thor had completed what they’d been aspiring to do for two years: creating the largest game of Tetris ever. Study association Thor of Electrical Engineering used the obstacle-free and weatherresistant market hall for the record attempt, and postponed the moment the audience can enjoy Mega Tetris to two weeks from now, when Thor will suspend the LED grid from Potentiaal using a crane. From December 15-19, Thor will set up a playground at the parking next to Potentiaal, from which the dropping blocks may be controlled with a joystick.
TU/e’s new flag ready for occupship Flux ancy 28
November - TU/e’s new flagship Flux was completed of Construction comp ficially on Friday No any BAM transferre vember 28th. d the building to had been signed. TU/e after the tra nsfer documents Between Decemb er 1 and March ne xt year, the new re home. The first to sidents will move move into Flux fro into their new m December 1 are the moving in for the pioneers who’l the rest. After them l be preparing , it’s the Video Codi ng and Architectu re group of Electrica l Engineering at La place, the branches of Ap plied Physics and the designer prog ram located at Fo ntys (From December 15 ), educational and departmental offic es, and from next year those from Electr ical Engineering an d Applied Physics fro m the TNO buildin g, as well as the peop le from Potentiaa l, Impuls, and Coro na.
Clmn
People | 23
See for more news www.cursor.tue.nl/en
1 December - Indian students from the TU/e held a celebration for Diwali on 30 November at the Hub Eindhoven for Expats. Over 200 people attended the event and included a mish-mash of Indian, other internationals and local Dutch folks. In a culture packed with monthly celebrations, Diwali is one of the most important. This five-day Indian festival represents the start of the Hindu New Year and is commonly known as the ‘Festival of Lights’ for the fireworks, small clay lamps, and candles that are lit during the celebrations. These lights are said to represent the victory of good over evil, and light over darkness.
Cultural exchange at third Asian Dinner 27 November - A student chapel full of dragon-like decorations, more nationalities than the eye can see, and an authentic Asian three-course dinner: All this set the scene for the third annual Asia dinner, organized by the Tint foundation. The gastronomical dinner served more purposes than stimulating taste buds. The night was also a cultural exchange between different international communities in Eindhoven. Tint’s Elizabeth Fricker explains this purpose: “This night is not only an expression of hospitality, but is also a possibility to share experiences in an informal, egalitarian way.”
And how are things in Milan? More and more TU/e students go abroad for their studies to follow courses, internships or a doctorate path. What is it like to find your way in a new country? Students tell their stories.
My choice for Italy was a simple one: food and culture. Since September, I’ve been studying at the best university of Italy: Bocconi. I’m staying in the city center of Milan, my housemates give me cooking lessons, and clubs are close. Still, being able to enjoy La Bella Italia to the fullest required a crash course in naturalization on my part. Please consider the tips below. Lesson 1: In Italy, ordering un caffé won’t get you a Dutch cup of coffee, but an espresso. Should you enjoy your cappuccinos: note that in Italy it’s not done to order cappuccinos after lunch time. Lesson 2: Learn Italian. I take Italian classes twice a week, as un Italiano vero (a real Italian) does not speak English. Because of the language issues I’ve ordered the opposite of what I had in mind more than once, which is understandable if you know Italians have dozens of different names for pasta: Trofi (my favorite), spaghetti (eleven different kinds!), lasagna, penne, et cetera. Lesson 3: Eat pasta every day (and make sure it’s al dente). Italians have a saying that goes ‘I haven’t had my pasta today’, a phrase widely used in the heuristic decision-making process for dinner (alternatives being risotto or pizza). Lesson 4: Gelato is not ice cream – it’s a craft, and a work of art. Don’t feel like cooking? No problem. In Milan, aperitivo is a tradition that I like just as much. When ordering a cocktail or a delicious glass of Italian wine, you receive ‘free’ food (a drink will set you back ten euros). Navigli is a popular neighborhood known for its aperitivos, where you’ll find me after class regularly. Besides this social cultural tradition, Milan is the best city to go out. It offers the best museums, theaters (Scala), and clubs. Weekends are the perfect time to explore the picturesque villages and scenic surroundings of Milan.
Take this case: the Dutch tourists look tired, so the Malaysian fellow will tell them what they want to hear: “Oh no sir, it’s not far”. An answer with no reference to reality. It’s only related to the situation at that moment between the 2 locutors, it is all about face saving and wishful thinking. Incidentally, the concept of distance is also quite cultural: while Americans tend to drive to go a few blocks away, other people would walk long distances and not find this far. So always double check that concept anyway!
Life after TU/e
In my previous column I started to tackle the issue of the relationship between text & context in oral or written communication across cultures.
Name: Ekaterina Sabelnikova Place of Birth: Moscow, Russia Date of Birth: July 2, 1989 At TU/e: S eptember 2012 - August 2014, Master Business Information Systems Current position: Service Developer at Océ What is your job description? I work at Océ as a Service Developer. In business services we define docume nt-intensive business processes to provide customers with relevant document process outsour cing services through expertise, advanced technology, and industry documents & process knowled ge. Most of my daily activities are related to discovering business processes and the IT solution s that enable them. Within service development I face a broad range of other topics, too, such as developing sales and marketing tools, defining implementation approaches, and designin g and constructing execution approaches.
More news on www.cursor.tue.nl/en
How did you obtain your current position? It was definitely not an easy task to find a job. I believed that the knowled ge I acquired during my master‘s would be perfect for a career in IT consulting, but all consulti ng positions turn out to require command of the Dutch language. For me, that was a serious bottleneck during my job search, so I had to look for other options as well. I expanded my search to include Germany as well, since many large enterprises are located there. Eventually, I was offered three positions, and was lucky to choose the one closest to my heart.
The critical incident (what does the question Don’t you think it’s hot here in the room? mean to you?) I described was interesting, but it had no hard consequences for further communication. In the case above it does have serious consequences: here trust is at stake. By not recognizing the importance of the context in Malaysia, the Dutch tourists got into some serious misunderstanding that can possibly lead to losing trust in the local population. So how can you clarify this situation? By simply keeping asking and primarily using open questions (not close ones like in the example), and by not taking too much for granted, as if Yes = Yes and No = No everywhere. I beg those Dutch tourists now: know what to expect out there. Finally, take written communication. I recently got an email from an Indian student starting with: Respected Sir, have a nice day, I hope you will be good. I am Master degree student and I (…) And finishing with: I will be highly obliged. Thanking you, etc. Recognizable? A first (ethnocentric) spontaneous reaction would be to view this kind of prose as “too polite to be honest” and wondering what this student really wants from you. Understandable, but once you’ve recognized the importance of the context, things become clear. Text & context will match, just like yin & yang, but this is another story.
Would you also like to write an article about your time abroad? Please send an email to
[email protected].
Read more stories online: www.cursor.tue.nl/en
Is Lumpur far from here?
A group of Dutch tourists asks a Malaysian if Lumpur is far from where they are. Seeing they look tired, he sympathizes and replies: “Oh no, sir, it’s not far!”. After 2 hours of walking, they still haven’t reached Lumpur. Their reaction full of frustration: “See, you can’t trust those Malaysians, you asked them a simple question and they just give you a fuzzy answer!” This was again the encounter of a high context culture (Malaysia) with a low context culture (Holland). A Yes or a No don’t mean the same thing. Oral and written communication will be interpreted differently. While in Holland and a few more Anglo-Saxon/ Germanic cultures Yes means Yes and No is just No, it is very different in high context cultures like most of Asia, the Arabic world, South-America, etc. where the context will play an important role.
Tim M uts Innovstudent aoefrs, ation S ciences
Why did you choose to go to TU/e and how do you reflect on your time at university? I have attended several guest lectures of TU/e professors in Moscow , and was truly attracted by the international appeal and high quality education of the universi ty, and it has great career prospects for graduates. There are not too many countries where internat ional students can get around with English only. Last but not least, I received an ALSP scholars hip from TU/e, which has obviously been important in the decision-making process. During my studies, working on my projects until the break of dawn without sleep I thought it was a nightmare, but now I consider it the best time of my life: I met so many new people, and gained knowledge and life experience.
Vincent M internationaerk, advisor l commun ity
What happens to international students after they graduate from TU/e? Do they go job hunting in the Netherlands, pack their bags and explore the world, or return to their home countries? International TU/e graduates talk about their lives after TU/e.
What are your plans for the (near) future? My number one priority now is learning Dutch. I plan to stay in the Netherla nds for three to five more years at least. I’m not sure about what will happen after that. Océ is a part of Canon Group, and their offices are located all over the world. It all depends on my career ambitions and the areas I would like to specialize in, but if opportunities arise elsewhere I am ready to relocate. What advice would you give to current students? First of all, it is all about networking - attend as many events, in-hous e days, meet ups as you can. It is your opportunity to meet managers and HR personnel, gain insights in the recruitment process and get familiar with companies. And be persistent in your job searching process, there are positions in the market but the competition is also very high. Do not pick ANY job, find the one which fits to your interests -you will work it for the nearest yearsso it is better to enjoy it!
24 | Zoom in
11 December 2014
Zoom in | 25
See for more news www.cursor.tue.nl/en
More than Sombreros and Sunshine: A look at TU/e’s Mexican Community “It’s particularly nice being a Mexican in Holland because it’s exotic for European people. They see us as an interesting people”, explains Sergio Garcia (25), a master’s student in the Mechanical Engineering Department. He continues: “What I like about Dutch people is that they are open-minded. They are interested and want to know from the source what life is like in Mexico. They ask: What is it like to live there? How do you make your life there?” Continuing with our series profiling the university’s various international communities, we’ll try to answer those questions a bit by taking a closer look at the Mexican community, a group of about 50 strong who call TU/e their academic home.
Ruben Guerra (24), hails from Tijuana, a northern Mexican city directly across the border from the American city of San Diego. He’s in his first year of a master’s program in the Computer Science and Engineering Department and says he’s happy to be in Eindhoven. “I really wanted to come to Europe for my master’s. I started looking for universities that had the master’s I wanted and then I met a guy who had come to TU/e and he told me about the university. I thought it was really cool.” Although a leap over the border to the USA might be an obvious move for many students, more and more Mexicans like Ruben are looking to Europe as their first choice for higher education, particularly for master’s programs. According to Nuffic, a Dutch organization for professionals in international education, a recent study reveals a strong interest among Mexican students in various Dutch master’s programs, but particularly in engineering - a possible boon to technical universities like TU/e that hope to draw foreign students. In addition, the Netherlands makes the option of studying here more attractive by offering Mexican students financial aid in the form of the Orange Tulip Scholarship program. Launched in 2010, the scholarship is now in its 5th cycle and includes 25 participating Dutch institutions, including TU/e.
Mexico is a bit of a mystery Unlike countries closer to our borders or more widely covered by the Dutch press (think the USA or China, for example), Mexico is a bit of a mystery for many students on campus - both Dutch and other
Maria Frias with her home made piñata. Photo | Bart van Overbeeke
internationals. However, clichés do exist and some, of course, are based on fact. “People always ask if Mexico is super dangerous”, says Maria Frias (28), who just obtained her master’s degree from the Biomedical Engineering Department. “I really hate that question. It sucks that they ask me that because it is a reality - the drug cartels and all these things. It’s really affecting people’s perspective of my country. It’s sad that people think that my country is such a dangerous place.” Unfortunately, Mexico’s brutal drug war has made the country a riskier place to live. According to CNN, 90% of the cocaine that enters the US passes through Mexico and the country is also a major supplier of marijuana and methamphetamines in the United States. Since the demise of the Columbian cartels in the 1990s, Mexico’s drug cartels have filled the void and become much more powerful. The Mexican government has been vigorously fighting drug traffickers since 2006 while the drug cartels themselves fight each other to control territory. According to a report published by Human Rights Watch on February 21, 2013, an estimated 60,000 people were killed in drug-related violence from 2006 to 2012. Sergio Garcia says that most people do question him about Mexico’s safety. “I tell them that it isn’t as bad as the media shows. For the regular people, we have normal lives. We don’t get in contact with drugs or the mafia. That just happens outside of us.” While this perception of their country is a frustration for TU/e’s Mexican community, they find that they’re warmly received in Holland. Nuria Barriga (28), is from San Luis Potosi, a city in the middle of Mexico, which is about 6 hours by car from Mexico City. She’s working on her second bachelor’s degree
in the Industrial Engineering & Innovation Sciences Department and says she really enjoys the positive feedback she gets. “Dutch people are really happy about Mexicans. Every time I say I’m from Mexico, they’re surprised. What? Why are you here? Your weather is so nice. There’s an interest to find out more about Mexico. And I have really good experiences with old people. If I’m speaking Spanish in the street, they’ll stop me and ask where I’m from.” Of course, there’s more to Mexico than sunshine and danger. Here are some tidbits you may not know about the world’s largest Spanishspeaking country. Think of these as conversation starters the next time you encounter a Mexican student: •M exico has the largest number of UNESCO World Heritage Sites of any country in the Americas and the sixth most in the world. These include anything from an archeological site for an ancient Mayan city to The Monarch Butterfly Biosphere Reserve where millions of the species come each year to spend the winter. •M exico introduced chocolate (hoorah!), corn and chilies to the world. • The red poinsettia (which are in Dutch stores now for Christmas) originated in Mexico and is named after Joel Roberts Poinsett, the first United States ambassador to Mexico in the 1820s. And let’s talk about tequila - but with a technical-university twist: • I n 2008, Mexican scientists discovered a method to produce tiny, synthetic diamonds from 80-proof tequila. The diamonds are cheap to produce but far too small to be used for jewelry. The results are hoped to have numerous commercial and industrial applications such
as in computer chips or cutting instruments. Gracias, agave plant!
The love goes both ways So, the Dutch seem to be enamored of Mexican culture and its perceived exoticness. But how do Mexicans feel about living in Eindhoven? It seems that despite the lack of sunshine and good Mexican food, the city and its culture are a good fit for most students. “I looked at TU/e and Delft,” says Maria Frias, “but I liked it better here because of the whole program. And I like my lifestyle. It’s really relaxed. Coming from Mexico City, it seemed like it might be boring but now I really like it. I don’t worry about being out at 4am and I’ve made really good friends. I’m happy.” For many internationals living in the Netherlands, the ‘agenda habit’ - scheduling both personal and professional appointments far in advance - is often perceived as too tightly structured and indicative of a lack of spontaneity. However, Nuria Barringa sees it as a caring gesture. “I like that they find the time for you. In Mexico, we talk a lot and we say ‘Oh yes, yes, we’ll call you.’ But then a lot of times it doesn’t happen.”
Christmas is the most important holiday for mexicans “At first, Dutch people seem a little cold but once they’re your friend, they’re really good friends to you”, explains Ruben Guerra of his first
months in Eindhoven. “Last summer, I stayed here and I was afraid that I was going to be bored. But I had Dutch friends call me every two or three days and ask if I wanted to have dinner with them and their family. I really like living here.” At this time of year, no look at the university’s Mexican community would be complete without talking about Christmas. Spanish colonists brought Catholicism to Mexico in the 1500s and, the religion took root and flourished - today, approximately 80% of the population counts itself as Catholic. For many Mexicans, Christmas is the most important holiday of the year, for both religious and personal reasons. Las Posadas, which translates to ‘the inns’ is a series of parties commencing on 16 December and ending on Christmas Eve, 24 December, and forms the backbone of the Mexican Christmas tradition. “In the time of Jesus, there were no hotels, only inns”, says Ruben Guerra explaining the custom. “Mary and Joseph went looking for a place to stay so she could give birth to Jesus. Finally, they were allowed into an inn. The parties we have at this time of year are to celebrate the expectation of Jesus being born.” Many of the Mexican students will soon hold their own posada and in addition to lots of traditional foods, they’ll also enjoy one other key ingredient for a successful preChristmas party - a handmade piñata. Maria Frias is currently making it in her spare time but there’s one thing she’s still unsure of: “The tricky part is figuring out where to break it. I don’t think Dutch people will like a bunch screaming Mexicans in the street, trying to break this piñata”.
Tekst | Angela Daley
26 | Research
11 December 2014
4 burning questions
Research | 27
See for more news www.cursor.tue.nl/en
Ali Can Kizilkaya | Chemical Engineering
Desiree Abdurrachim | Biomedical Engineering
Effect of surface reactions on catalysis
Fatty acids in diseased hearts 1 | cover My thesis cover shows an image of a mouse heart, rendered by magnetic resonanceimaging (MRI). The cover is also a mosaic of various mouse heart images that I’ve collected for my project.
1
2 | parties
’s on What f your o r e ov the c rtation? disse
Heart failure is the leading cause of death worldwide. The heart needs fuel to maintain its pump function. In the healthy heart, the fuel largely comes from fatty acids, and to a lesser extent glucose. During my PhD research I studied the effects of alterations in fatty acid metabolism on the heart function. For example, the diabetic heart relies almost exclusively on fatty acids and has an increased risk of heart failure. To this end, I developed MRI and magnetic resonance spectroscopy (MRS) techniques to measure the heart function and metabolism in living mice. The techniques were then used in mice with an altered fatty acid metabolism.
3 | essential
2
The MRI/MRS techniques have been indispensable. The techniques are non-invasive, and therefore enable measurements of the same animals at different points in time as a disease progresses or during treatment. This has been challenging in many biomedical studies, as these generally depend on ex-vivo techniques. Furthermore, in such a complex project, collaborations with other researchers have been invaluable.
Wh a peo t do y ou t ple a t par ell whe n t abo ut y they a ies our s rese k arch ?
4 | society benefit My thesis provides a platform for a characterization of functional and metabolic changes in the failing heart in-vivo, which may contribute to better understanding and more effective treatment of heart failure.
1 | cover
3 What person, technology, or device has been essential for your research?
The cover is a symbolic representation of my thesis title. The illustration below is a stepped metal surface at the atomic level. The fish that is adsorbed (attached) to the surface symbolizes both chemical species (adsorbates) and spectroscopy. This specific fish, ornate wrasse, contains almost all colors of the visible light spectrum. Just as the visible spectrum helps to identify the fish species, there are other regions of the electromagnetic spectrum that help us identify adsorbates and their interactions on a surface.
2 | parties Our research project contributes to a fundamental understanding of metal surfaces and adsorbates at an atomic level to help designing better heterogeneous catalysts that are of use to the industry.
4
does w o H efit n e b ty socie our work? y from
(edited by Tom Jeltes) Photos | Bart van Overbeeke
Sandip Pawar | Chemical Engineering
Spray drying 1 | cover The thesis cover shows how the complex process of spray drying is investigated by bringing together different modeling techniques.
2 | parties
Temperature Programmed Desorption (TPD) has been a key technique in our research project as it has provided valuable information both in terms of identifying the adsorbates, and their interactions.
Spray drying is important in the chemical, pharmaceutical, food, and dairy industry for making powders from liquid slurry. For the final quality of the product it is important to control the powder size distribution and to limit wall fouling. Computational Fluid Dynamics (CFD) is a very powerful and versatile tool to study optimal design, operation and scale-up of the processes. In my project, a multi-scale modelling strategy was adopted to model transport phenomena in spray drying processes, including collision, coalescence, breakup, drying and agglomeration events. To systematically build up this model, we split the modelling process into four different steps: gas and particle flow modeling, collision detection modeling, collision outcome modeling, and drying kinetics modeling.
4 | society benefit
3 | essential
The fundamental understanding our study has generated is expected to benefit the design of more efficient catalysts, including automotive exhaust catalysis and Fischer-Tropsch Synthesis,. Hopefully, it will provide us with new and improved ways of removing toxic gases from your car exhaust, or to find more energy efficient and environmentally friendly ways of producing synthetic fuels.
For the collision detection we adapted a key technique used in molecular gas dynamics, called Direct Simulation Monte Carlo. This enabled us to efficiently handle collisions between billions of droplets and particles.
3 | essential
4 | society benefit The developed numerical model enables the industry to improve the current spray drying technology, to optimize the process and quality of the products.
28 | Special
11 December 2014
See for more news www.cursor.tue.nl/en
The threat of pressure Text | Judith van Gaal, Han Konings en Monique van de Ven Photo | Bart van Overbeeke TU/e is achieving good results. The introduction of the Bachelor College is one reason why more and more students find their way to the university. However, there is a downside as well: we need to do more with fewer employees. How does the university prevent the workload from becoming too high and how much stress does work cause among employees anyway? Cursor tried to gauge the workload throughout the organization.
Going through hundreds of student assignments within two days. Attending courses about new teaching methods. Drawing up a fitting timetable for increasing numbers of students. Finishing your presentation for the defense of your doctoral thesis. Most TU/e employees have more than enough tasks on their plates. This trend is not missed by the Executive Board (CvB). “It’s not going to be a worrisome piece with Christmas on the way, is it?”, CvB member Jo van Ham wonders, prior to the interview. Van Ham immediately goes on by effortlessly enumerating all the things that are going well at TU/e: the setup and further rollout of the Bachelor College, the strong interest in and keen appreciation for the education, the increase in the number of students enrolling, the success in landing national and European subsidies, the excellent relations with the business community, a campus that will be entirely renewed within a number of years. He is just saying; there is so much to be proud of. He does not deny that all those fine results also generate extra work pressure. “We are asking a lot from our workforce. More and more often, scientists have to try and find funding and the coming period will see a great many changes within our administrative staff. Moreover, you’re in an environment where people raise the bar very high indeed.”
“We ask for realistic time schedules”
Even in May and June of this year board members reacted to signals they received from the departments with a high student intake. Van Ham: “There was an impending shortage of teachers, which we tried to absorb by an additional 25 FTEs. For you don’t want to have students complain about the large scale being detrimental to education. You do need to prevent that kind of criticism.” Meanwhile the Executive Board has thought hard about measures to relieve the pressure. Van Ham: “First of all, we want to set clearer priorities. In line with that a choice has been made to tackle matters in stages wherever necessary. Although we are inclined to want to do everything at once, it’s sometimes better to take a stepby-step approach. Employees should not be afraid to discuss things with us if it turns out that it takes longer to reach certain milestones. We’re not going to hold that against them. We emphatically ask for realistic time schedules. We would prefer people to assess matters amply rather than driving themselves too hard due to an unrealistic planning. In addition, wherever necessary and possible we want to leave some space and allow the organization some leeway. What solutions may then be possible per individual department or service will be discussed honestly and candidly in bilateral consultations with deans and Directors.” Thus, at present the services are getting extra attention from the CvB. Van Ham: “We’ve become aware that over the past few years our services have not developed in scope at a comparable pace with the departments, so we are making extra investments there, for
instance at DPO and STU. For some time now, STU has had to shoulder a lot of extra work in connection with the advent of the Bachelor College and the growing intake. And we are also looking at the development of a new Student Information System (SIS). The tendering procedure for that will be started soon.” Whether the work pressure will be lower than now in three to five years, is a question on which Van Ham has strong doubts. “I think it would be unrealistic to assume that. I’m not saying this with our own institution in mind, but more with a view to the increasing complexity of the society in which we operate. We’re not alone in that, though. Just consider the changes for municipalities and healthcare institutions looming ever closer. In the business community, too, workers are continuously subjected to greater pressure. That our work pressure is high has everything to do with our ambition to make the very best of things.” Personnel and Organization is the pre-eminent service to put out its feelers within the community. And while on the one hand those feelers say that the work pressure is high, this does not automatically imply that the stress of work is on the increase. Nicole van der Wolk, Director at DPO: “Work pressure means that you have more work than you can handle within the time allotted. It may be due to insufficient resources and is partly a matter of experience and perception as well. A certain degree of work pressure is a good thing. You can go home thinking that you have not finished your work, but still feel satisfied because it was useful. At any rate it
is a problem that we take seriously. Stress of work - as the term indicates - means you experience too much pressure. And we are not getting those signals. For one, absenteeism due to illness is low. The Bachelor College has brought about a heavier workload for some employees for a while. A change in your environment that is difficult to predict is always difficult. It started on paper and we’ll have to find out in practice how it works out for the organization. More than anything, we need to work in smarter ways, for example at other hours. The role of DPO is to pick up signals.” The trade unions have monitored the subject of work pressure more actively in the past six months in particular. Gerard Verhoogt, trade union official of the Abvakabo FNV, on behalf of the unions: “At Abvakabo FNV we are getting our fair share of complaints about that. That’s why we have started a working party and we have conducted a survey within our union, to which more than fifty employees responded and more than three-quarters took the trouble to explain their findings in more detail.” It showed that 35 employees think that the pressure of work has increased over the past four years, with 10 employees even saying that they cannot manage that pressure anymore. Six persons find it ‘busier than it should be in my job’ and only three employees experience hardly any work pressure. Causes that are mentioned include reorganizations, more work for fewer people, introduction of the Bachelor College, bureaucracy and ICT problems - or combinations of these. The subject will probably be discussed during a workshop of the unions early next year.
“It is mostly a gut feeling that the work pressure is increasing” The personnel party (PUR) monitors whether the work pressure increases. Chairwoman Rianne van Eerd: “We are getting some signals here and there, via the Departmental Councils, among others, concerning the budget advice and we see the absenteeism figures. Those figures are low, it is mostly a gut feeling that the work pressure is increasing. We can only act on it when things are concrete. We have a ready ear for signals, and when they are clear, we do raise the matter with the Executive Board. Who knows whether certain things may emerge from the Risk Assessment Analysis at various departments where the work pressure is included.” By this she means a survey that will be used in any case next year during the Risk Assessment Analysis at the Departments of BMT, TN and ST, an initiative of the group Arbo, Milieu, Veiligheid, Stralingsbescherming (Working Conditions, Environment, Health, Radiation Protection; AMVS) last year. The survey includes questions about work pressure and working conditions. The idea is that this questionnaire will be presented every four years. A TU/e-wide satisfaction survey has not been held for a long time anymore. Tiny Verbruggen, head of AMVS: “That big bulk of information does not really give us much to go by. It’s better to do it per department or
service, as we are going to do now. By keeping the same questions, you can present the same list again every four years and compare things.” AMVS is especially monitoring the physical health of employees. You may think of RSI prevention, a good work climate and due adherence to safety and environmental requirements. If you want to look at the well-being of individual employees, this will soon take you to the medical officer and the company social worker. TU/e has two medical officers and one company social worker who have worked at TU/e since 2009 seconded by the Arbo Unie. In their opinion, the number of ‘clients’ coming to see them has not increased in the past few years. In addition, TU/e has a relatively low rate of absenteeism. In the so-called Management Letter of the Arbo Unie the TU/e figures are recorded annually. Indeed, they show that absenteeism due to illness has dropped: from 2.6% in 2009 to 2.3% in 2013. The frequency of employees reporting sick remained stable at an average of 0.9 reports per employee per year. At the universities in the Netherlands (figures VSNU) absenteeism during that period dropped on average from 3.1% to 2.9%. In the Netherlands the average (CBS figures) decreased from 4.4% to 4.0%. Medical officer Marjon van Woudenberg about the low rate of absenteeism at TU/e: “It is known that employees who are more highly educated tend to drop out less easily. Scientific staff in particular have more options for arranging their everyday activities than administrative and support staff. Also, you see that absenteeism among women is higher than among
men. That the university employs a relatively high number of male employees may be a factor as well.” Further, it is noticed that absenteeism within the services is about twice as high as within the departments. “This is due among other things to the difference in arrangement options, age structure and the male/ female ratio”, Van Woudenberg explains. Out of the TU/e employees consulting the medical officer between 2009 and 2013, some 3% of the sick reports and some 25% to 30% of the number of days of absenteeism involved mental problems. In 1% of the reports and 9% of the number of days of absenteeism this was to do with psychosocial problems connected with work, such as work pressure. According to Van Woudenberg that is not especially high or low in comparison with other organizations with a relatively high number of more highly educated people.
“I just hope it isn’t the calm before the storm” In this respect TU/e is at odds with the national trend. Two weeks ago the program EenVandaag reported that one in five employees in the Netherlands is troubled by psychological complaints, such as stress, burnout or depression and that employees are at home, sick. Marjon van Woudenberg: “Although there is a feeling that the work pressure at TU/e has increased, we do not see that reflected in our medical officer data. It should be noted that we see a select group
Streamer
Special | 29
30 | Special
of employees. Not everybody who has complaints reports sick or consults us. I just hope it isn’t the calm before the storm.” The medical officer is consulted by those employees who are ill for a longer period or more frequently and/or who have medical complaints. Employees who are absent for more than five days can expect to be called by the absenteeism consultant of the Arbo Unie, who asks them what is wrong with them and when they expect that they will have recovered. If you are ill at home for more than four weeks, you are called to appear before the medical officer. HR consultants and executives can refer employees as well, and employees can also come on their own initiative. They may have
11 December 2014
complaints without having reported sick. The medical officer will first make a ‘diagnosis’ on the basis of the employee’s story. Van Woudenberg: “The exact diagnosis is less important really, for we need to focus especially on how someone can get better.” In case of complaints related to stress Van Woudenberg always checks how bad it is. The follow-up steps depend on the underlying cause. “In case of over-exertion I can give tips and a folder, for instance. I can refer them to the company social worker or to a psychologist when they really have psychological issues.” The medical officer distinguishes between three stages that clients go through. “The first few weeks somebody
has to accept that he or she has got burnt out. Subsequently someone can get better and look for the potential causes. Finally we try to find out what needs to be changed and how somebody can get back to work again.” The expert explains that with burnt-out university employees it takes some three to six months before they can resume their work again - longer than average. “In many cases it has taken them longer to report sick and they need to be fitter before they can pick up their work. For instance, it will take shorter before a burnt-out postman can deliver his letters again than for a university employee to present a lecture.” How long people are at home and when they can resume their work and for how
many hours is different for each person. “That’s a tailor-made decision. Usually I first ask them to pick up something that has been shelved a bit longer, as that mostly involves less pressure.”
“People often tax themselves to the limit” The HR consultant, medical officer or executive can refer employees to the company social worker. Marijk van Lieshout has now worked in that position at TU/e for five years, which means that she is available for ‘employees with psychosocial problems that are related to their
jobs’. Van Lieshout: “That can be very broad, ranging from employees with personal problems that impede them from functioning optimally to employees who have problems with their superiors.” She works 400 hours on an annual basis for TU/e and in that period she sees between 60 to 70 ‘clients’. Van Lieshout: “Those with work stress are generally people who feel very responsible and are loyal. If they don’t watch their limits carefully, this regularly leads to a lack of clarity towards other people. In many cases they are perfectionists. They are often tired, sleep badly, are frequently absent and regularly suffer from physical and/ or psychological complaints. When they really experience burnout, their energy level has dropped to such an extent that they feel as if they are merely surviving. They are just barely capable of
Special | 31
See for more news www.cursor.tue.nl/en
doing everything in a routine manner. It only takes a very small event to set them off emotionally.” The company social worker sees employees from every level pass by, but does note that she often sees PhD candidates. “Every occupational group comes with its own specific problems. With many PhD candidates you see that they have never really had to contend with any major setbacks in their academic careers. Before starting on their PhD they were always among the best students. Occasionally foreign PhD candidates need to get used to the Dutch culture and during our discussions we try to find out what they need to relieve their complaints of stress. Assistant and associate professors see a lot of things coming their way and often need to combine the buildup of their career with a young family.” Firstly, Van Lieshout opens a discussion with her clients. “It may already be a great help when they can tell me their story and feel that their problems are being taken seriously. Employees continue to be responsible themselves for solving their problems. I can listen to clients, confront them with their behavior and the consequences and give them some tips and advice for improving matters. We examine what the employee finds to be a problem and set a goal. It is important first and foremost to see how employees can get their energy back and take control of their lives again. I also advise everybody to exercise more, which helps people to feel less worked up. ‘Get out of your house, but also get out of your head: try not to worry while you are exercising.” In addition, she advises employees to try and find out how they can get things done at home and at work if they reduce their efforts. “People often tax themselves to the limit.” Apart from getting more energy, follow-up steps are considered as well. This is done in a number of follow-up talks, or if necessary they are referred to the municipal
public health services. In any case a clear action plan is set up. If clients also want this, she discusses matters with the employees and their executives. “Executives are often open to this. Employees often have to learn to delegate more, to make a better planning and to give clearer signals to others. They need to learn to say ‘no’ and make choices.” Another recommendation: “Find out how to recognize your physical signs. If you exceed your limits too far, your body will stop you short. My message to everybody would be: don’t wait too long to find help if you experience problems.” If the medical officers and the company social workers notice that they are seeing rather many clients coming from a specific service, department or research group of, there is a good chance that they will raise the alarm. This usually runs via the HR officers. Both the medical officer and the company social worker are bound to professional secrecy and will consequently never give executives or HR officers information about the clinical picture. So clients do not need to worry about any violation of privacy. That is precisely why clients are always asked whether they agree to their data being entered into the system that is shared by the medical officer and the company social worker.
What is burnout? What exactly do we mean when we use the term burnout? Evangelia Demerouti, Professor of Human Performance Management (IE&IS) has taken a PhD on this subject. “In the early 1990s it was assumed that burnout was typical of people working within the human services, think of healthcare workers and teachers. My doctoral research showed that it applies to every occupational group.” She explains that you speak of burnout when ‘people cannot and will not go on anymore’. “You are tired all the time and you go to work reluctantly.” Her research has proved that a combination of two working conditions can cause burnout. On the one hand you have the job demands. These may involve the degree of complexity, the bureaucracy, demands on your constitution, the working hours. “You may have a situation when somebody has more work than they can cope with within a specific period, but also when the job is not challenging enough. If anything
is wrong in one or more of these items, the result may be that the energy level drops and the feeling of exhaustion increases”, Demerouti explains.
Evangelia Demerouti establishes that the pressure of work at TU/e has increased significantly over the past few years. “Especially since the advent of the Bachelor College I’ve had a much busier agenda. I give extra lectures and am bound more to a set structure that limits my freedom. Things have become more bureaucratic, and this is hardly counterbalanced by work resources. I am not getting more support or freedom to make decisions or more time to do my job. I myself have given up doing certain things. I no longer pimp my lectures the way I used to, for example. It takes too much time to find cartoons or other jokes
and now I am pleased already when I have a good presentation in any case. As executive I try to give feedback and recognition and set a good example. For instance, I don’t expect employees to work over the weekend and I find it important that they should use up their holidays. It is up to an organization to structure the range of duties in such a way that people can cope with them and to provide work resources. Think of a course to refresh and expand their knowledge. Employees can make their jobs simpler or more challenging and ask their superiors for feedback.”
The second decisive ingredient is formed by the job resources. These include the degree of variety, the autonomy, development opportunities, feedback, responsibility and recognition. If these ‘resources’ are in order, the employee’s motivation and commitment will be high. If there are too few of these resources, employees will feel less committed and may even go to work unwillingly. If the job demands are too high and the work resources too low, this can lead to a burnout. Demerouti emphasizes that it is always a combination of those two. The Job Demand-Resources Model she has developed has meanwhile been taken over in many places across the globe. In the Netherlands it is used among others by the Rijksoverheid.nl.
Medical officers, company social workers, Directors of services or departments and HR officers cooperate fully. If the work stress/ work pressure leads to absenteeism due to illness, these signals end up at the absenteeism consultants and the medical officer/ company social worker. From there there are lines running to the management: every six weeks consultations take place between Directors of services or departments, the medical officer and the HR consultant and similarly every six weeks between the head of AMVS and the medical officer.
Thursday
11
TU/e lab, campus b a G , h 0 :2 0 December, 2
Eindhoven
a Pecha Kuch
#15
dium for is an open po12 speakers It ’. at ch t hi ‘c term for seconds. utes and 40 is a Japanish by delirious Pecha Kucha s that takes exactly 6 min Come and be surprised at make you . th on es s ti ag ta gn im si 20 e de presen y by showing ty and admir tell their stor se yourself in pure beau er ideas, imm jealous. Entrance fee:
none
don’t TU/e and Eindhoven so you Cursor collects all events at , and nts eve ic athletic and academ have to. Symposiums, films, notify can You nl. ue. or.t urs w.c at ww to parties: you can find them all ail em an d sen website, please e us of new events through our her will ine gaz Ma sor Cur do so.
[email protected] if you want to ing happenings. publish a selection of upcom
Maand a en woe g , nsdag dinsdag 20:00 dec -2 De Zw 1:40h, filmh ember, arte uis Aanm Doos, TU/ecampu odder s fak
15 17
16
ker
17
Aanm tot keuodderfakker Neder zes komt in gaat over e bestemlandse filmf zijn leven. en klaplope ‘one o pelde regisestival de b De film won r die maar n e f the 1 iet 0 direcseur Ten Ho langrijkste op het afgelo kalver rn als tors to p Voerta e n w . Varie en atch’. ty Entree al: Nederlan kosten d : s tude s n andere ten 3,50 eu ro n 7,50 euro /
r, ecembe d g a Woensd 00 uur, 3: 2 , 20:30 ldeman i W e D café oven 0, Eindh 1 t k r a M
17
& schap n e t e W ie Quiz g o l o n Tech
Wedne sd 12:40-1 ay 3:35 uu December, r, Auditor ium, TU Blauwe Zaal, / e-camp Islami us c Sta
15
Monday , Tuesd , Wednesda and Thursda ay y y December, from 17.30h , Sportcentr e TU/e ESSF Va
18
16
n Lint Stud ents sportweek 2 0 14 The ye
arly S When you retudens sportweek is ab anymore, b ad this, you can not su out to happen! party afterwut you can always come bmit a team and watch an Every day te ards! d am s co m p ete in all kin Thinks footb d al o l, f vo sp lle o rts. yball, twiste ‘knotbal’. r, kano-polo The slogan and th is year is ‘Men there will be vs W o m a party in th en Centre. is theme in ’. Every night the Sport www.essf.n l
cience! er van stuurlijk d a k t e h a nen. eman in erland n De Wild stad van Ned n 2 tot 5 perso fé a c in a fd v o emaquiznologische ho ld voor teams ciale th e Een spe die in de tech e quiz is bedo uizmasters. Een quizg ontbreken. D avond bij de Q niet ma ven kan op de Inschrij 0.nl ds ederlan bquiz04 www.pul evenement: Np.p. Voertaa osten: 3 euro Entreek
17
te, th m in th e debate e Neth The con erland izing D flict on Islam s utc in on Isla
the Mid and un h Muslims dle expert ity of our socieare alleged th East and rad d ty r. of the c Jan Jaap de . Islam and reats to the s icala onflict and cur Ruiter discus Arabic culture fety s r e e n s t th societa Event la l issues e background Entranc nguage: Eng . lish e fee: n one
17
Wednesday December, 2 Gaslab, TU/ 0:00-23:30h e campus , D
e Kleine P
rijs van Ne
der
land First round Technical Unof THE one and only ban and We are iversity. This evening dcompetition of the Ei for you an o miles ahead. Completeamongst others Manat ndhoven room left fo pportunity to discover with judges, decibel-dee Madness r acts, so ge n ev t in contact ew musical heroes. We ices and with us: d.a Entrance fee: .c.ernst@tu still got e.nl none
0 uur, ber, 19:30-22:3 m ce e d n g Zonda t 10, Eindhove rk a M , n a m e d Café De Wil
28
iz
TOP2000 Qu
dio, muziek en en, met veel aueen combinatie ag Vr 80 r! be muziekliefheb op de avond, of De quiz voor detop2000. Aanmelden kan Wildeman. De de j er bi rveerd foto’s, ov worden gerese met diner kan 040.nl www.pubquiz 3,00 euro Entreekosten: