26-06 > 28-09 2014 din - zon
10:30>18:00
BRUSSELS Unlimited Collection Contretype
PHOTOGRAPHERS
Isabelle ARTHUIS / Hicham BENOHOUD / Marie-Noëlle BOUTIN / Elina BROTHERUS / Sébastien CAMBOULIVE /
André CEPEDA / Vicente de MELLO / Daniel DESMEDT / Sári EMBER / JH ENGSTRÖM / François GOFFIN /
István HALAS / Isabelle HAYEUR / Philippe HERBET / Barbara & Michael LEISGEN / Chantal MAES / Angel MARCOS /
Alain PAIEMENT / Bernard PLOSSU / Sébastien REUZÉ / Satoru TOMA / Erika VANCOUVER / Andreas WEINAND / © Sébastien Reuzé - collection Contretype
persdossier PERSBEZOEK
24-06 2014 // 11:30
PERSDIENST BE CULTURE (SPCC) T. +32 (0)2 644 61 91 E.
[email protected] - Web www.beculture.be General Manager Séverine Provost
VERNISSAGE
25-06 2014 // 18:00
pERS Login www.centrale-art.be unlimited
Project Coordinators Pauline Bertholet –
[email protected] +32 (0)473 40 05 41 Sanne De Troyer –
[email protected] +32 (0)493 16 01 86
Brussels Unlimited Onder aegis van het Schepenambt van Cultuur van de Stad Brussel
Our heritage is priceless. Preserving it is an art.
2
Inhoud Introductie van Karine LALIEUX, Schepen van Cultuur van de Stad Brussel Eerbetoon, Pascale SALESSE - Directrice van de CENTRALE
4 5
Een fotografische zomer met verschillende identiteiten, Carine FOL - Artistiek Directrice van de CENTRALE 6 Persbericht 8 brussels Unlimited | collection Contretype, Danielle LEENAERTS - curator 9 Fotografen te gast 9 De 6 thema’s van de tentoonstelling 9 >>> een blik binnenin 9 >>> flaneren door de stad 10 >>> ruimte/Landschap 10 >>> verval / De tand des tijds 12 >>> ontmoetingen 13 >>> autobiografie 14 De curator & de kunstenaars 16 Lijst van de werken 24 Dubbeltentoonstelling Centrale & Contretype 27 Presentatie van het boek, Bruxelles à l'infini - brussels Unlimited 28 Summer of Photography 29 C-box @ centrale for contemporary art 30 What's next ? 32 centrale for contemporary art 33 Op het programma 34 Praktische info 35
3
Als Schepen van Cultuur ben ik bijzonder vereerd deze zomer in de CENTRALE for contemporary art de collectie van de kunstenaars in residentie van het Espace photographique Contretype voor te stellen. Deze originele samenwerking tussen twee Brusselse culturele instellingen biedt de mogelijkheid het werk dat in Brussel gerealiseerd werd door de 23 internationale fotografen, voor het eerst integraal te presenteren aan het publiek. De CENTRALE for contemporary art staat ook op het programma van de internationale biënnale Summer of Photography met 2 gratis tentoonstellingen in de C-BOX. Ik twijfel er niet aan dat deze ambitieuze samenwerking zal bijdragen tot een betere kennis én van de CENTRALE én van deze fotografen.
Karine LALIEUX Schepen van Cultuur van de Stad Brussel
4
EERBETOON Deze tentoonstelling is zonder twijfel gewijd aan Jean-Louis Godefroid (1978-2013), stichter en directeur van Contretype. Als fotograaf verdedigde Jean-Louis 35 jaar lang de 'photographie d'auteur'; zijn pioniersrol in de evolutie van de opvattingen over fotografie in België is onbetwistbaar. Reeds in 2011, samen met Philippe Degouis, kwam het idee ter sprake van een retrospectieve tentoonstelling in de CENTRALE for contemporary art, want, net als elke gepassioneerde, wou Jean-Louis de collectie en het werk vereeuwigen die met veel humanisme en generositeit tot stand werden gebracht. Het hoogtepunt van zijn inzet concretiseert zich vandaag in een dubbele tentoonstelling in de CENTRALE en bij Contretype en ook in een uitstekende publicatie: een retrospectieve van de ateliers van de Belgische en internationale kunstenaars, resultaat van de steeds aanwezige waardering van drie even volhardende als enthousiaste partners: CFC Editions, Arp2 en Contretype natuurlijk.
Pascale SALESSE Directrice van de CENTRALE for contemporary art
5
Een fotografische zomer met verschillende identiteiten Voor de tweede keer sinds ik artistiek directrice ben, neemt de CENTRALE deel aan het festival Summer of photography. Dit festival, dat gewijd is aan de fotografie, wordt georganiseerd op verschillende plaatsen in Brussel. Naar het voorbeeld van Mindscapes (2012) groepeert deze tentoonstelling heel wat Belgische en internationale kunstenaars, die een heel persoonlijke fotografische visie brengen van de wereld die hen omringt. Deze 34 kunstenaars werden uitgenodigd door Jean-Louis Godefroid, die sinds 1997 bij Contretype residenties organiseert voor fotografen. Ze doorkruisten en reproduceerden niet enkel een stad, maar een heel gebied. Dit project wordt georganiseerd in nauwe samenwerking met Contretype, dat al meer dan 25 jaar een vaste waarde is binnen de wereld van de fotografie. Het is ook een eerbetoon aan Jean-Louis Godefroid, die een vurig verdediger was van de fotografische kunst en van wie we veel te vroeg afscheid hebben moeten nemen. Vanaf 1978 organiseerde hij (in een appartement in de Spanjestraat) tentoonstellingen van internationaal niveau, eerder gericht op de beeldende trend dan op de reportagefotografie. Het Hotel Hannon in Sint-Gillis, dat sinds 1988 de thuishaven is van heel wat fotografen, wordt de ‘place-to-be’ van de Brusselse fotografie, samen met de musea van Charleroi en Antwerpen. De tentoonstelling Brussels Unlimited weerspiegelt de programmatie en de benadering van Godefroid: de kunstenaars krijgen de mogelijkheid om hun tijd te nemen en na te denken over hun werk, maar ook over de stad die hen ontvangt. Dankzij de verschillende residenties tekent zich op de achtergrond een portret af van de stad. Aan de hand van de hoofdstukken die ze voor dit project ontwierp, heeft Danielle Leenaerts de heel persoonlijke visies van de kunstenaars op een schitterende manier in beeld gebracht. Het gaat om gevoelige thema’s die leiden tot een subjectieve lectuur van de stad, waarbij het belang wordt benadrukt van de mens die de stad vorm geeft op het ritme van zijn indrukken. Tussen interieurs en autobiografieën variëren de werken van zelfonderzoek en de ontmoeting van de ander tot het verstrijken van de tijd. Bij C-Box zullen twee tentoonstellingen georganiseerd worden die aansluiten bij de thematiek van Summer of Photography: gender relations – het vraagstuk rond het geslacht, op een aparte manier in de kijker gezet door Mehdi-Georges Lahlou, Ria Pacquée en Emiline De Mooij. Mehdi-Georges Lahlou, een Franse kunstenaar met een Marokkaanse vader en een Spaanse moeder, woont sinds 2007 in Brussel. Het surrealistische verleden van de stad past bij zijn scherpe zin voor het absurde waarin hij Arabische moslimculturen in dialoog laat treden met Joods-Christelijke culturen. Met een transgressieve ironie mengt hij de religieuze en esthetische codes van zijn dubbele identiteit om zo de stereotypen rond lichaam, seksualiteit en geaardheid beter uit te spelen. De tentoonstelling van Lahlou, gecureerd door Abdelkader Damani, brengt een zo goed als eindeloze ontleding van een iconisch beeld om het zo in het centrum van onze perceptie te plaatsen. Deze benadering sluit perfect aan bij “zijn halsstarrigheid om de meest gekke uitdagingen aan te gaan (…).” Met een aan brutaliteit grenzende ernst probeert hij tegelijk de meest netelige vraagstukken die aan bod komen in zijn werk te dedramatiseren, maar ook te verplaatsen (…) naar de voorgrond: stereotypen gekoppeld aan de moslimvrouw, naaktheid, het geslacht in de spiritualiteit, … allemaal 6
uiterst delicate maar essentiële onderwerpen, die maar zelden met een dergelijke strengheid worden behandeld. Achter de onvermijdelijke provocatie zit in het hart immers het strikte karakter van het engagement.” Marie Moignard Het engagement zou dus het sleutelwoord van deze twee tentoonstellingen kunnen zijn. Ria Pacquée en Emiline De Mooij, twee kunstenaressen van verschillende generaties, hebben samengewerkt aan een project dat de thematiek van het festival op een subtiele manier in vraag stelt. Emiline de Mooij probeert de originele staat van het wezen af te bakenen: “door maskers te dragen, heb ik geprobeerd om mijn ego te bevrijden en toegang te krijgen tot het collectieve onderbewustzijn. Het is als het ware een reactie op de westerse stedelijke maatschappij, die zich wentelt in een nostalgisch concept van de natuur, ervan overtuigd dat ze in staat is te komen tot een zuivere en natuurlijke staat”. Ria Pacquée, die zelf vaak een centrale plaats inneemt in haar werk, via performance, fotografie of film, onderstreept dat onze westerse perceptie van de werkelijkheid (en van de vrouw) tot op zekere hoogte nog altijd imaginair is. Al deze projecten zorgen voor een zomer vol fotografie met verschillende identiteiten. Ze brengen uiteenlopende beelden van de mens en van de stad in al evenveel gevoelige visies op het individu in onze samenleving.
Carine FOL Artistiek Directrice van de CENTRALE for contemporary art
7
PERSBERICHT
BRUSSELS Unlimited Collection Contretype
tentoonstelling
26-06 > 28-09 2014
VERNISSAGE
persvoorstelling
25-06 2014 // 18:00
24-06 2014 // 11:30
© Sébastien Reuzé - collection Contretype
Isabelle ARTHUIS / Hicham BENOHOUD / Marie-Noëlle BOUTIN / Elina BROTHERUS / Sébastien CAMBOULIVE / André CEPEDA / Vicente de MELLO / Daniel DESMEDT / Sári EMBER / JH ENGSTRÖM / François GOFFIN / Istvan HALAS / Isabelle HAYEUR / Philippe HERBET / Barbara & Michael LEISGEN / Chantal MAES / Angel MARCOS / curator Alain PAIEMENT / Bernard PLOSSU / Sébastien REUZÉ / Satoru TOMA / Erika VANCOUVER / Andreas WEINAND
Danielle Leenaerts, professor Geschiedenis van de Fotografie aan de Université Libre de Bruxelles, in samenwerking met Carine Fol, artistiek directrice van de CENTRALE.
Al meer dan vijfendertig jaar ijvert L’Espace photographique Contretype in Brussel voor het ondersteunen van de creatieve fotografie. Aan de organisatie van tentoonstellingen, conferenties en uitgeversprojecten werd in 1997 het project “artists in residence” toegevoegd. Het is aan de hand van het werk dat ze tijdens hun verblijf in Brussel maakten dat de collectie van de vereniging werd samengesteld. Voor het eerst wordt deze collectie van meer dan 150 werken van 23 internationale kunstenaars integraal gepresenteerd aan het publiek. De beelden plaatsen zich op het kruispunt van een eigen artistiek onderzoek en de ontmoeting met een stad en haar inwoners. De confrontatie en dialoog tussen de werken werden onderverdeeld in de volgende thema’s: territorium en landschap; ondergang en het verstrijken van de tijd; flaneren; ontmoeting met de andere; interieurs; autobiografie. Naast deze groepstentoonstelling wordt tevens in L’Espace photographique Contretype, het werk van de vrouwelijke fotografen in residentie gefocust met een set van aanvullende en aparte werken, die niet in de tentoonstelling in de CENTRALE werden opgenomen. Tijdens de tentoonstelling Brussels Unlimited past ook het programma van de C-Box, de ruimte van de CENTRALE voor jonge kunstenaars, in de thematiek van het festival Summer of photography: Gender relations
26-6 > 3-8 13-8 > 28-9
Mehdi-Georges Lahlou / Paradis incertain Ria Pacquée & Emiline de Mooij
Een initiatief van Karine LALIEUX, Schepen van Cultuur van de Stad Brussel. PERSDIENST BE CULTURE (SPCC)
General Manager Séverine Provost Project Coordinators Pauline Bertholet -
[email protected] +32 (0)473 40 05 41 Sanne De Troyer -
[email protected] +32 (0)493 16 01 86 T. +32 (0)2 644 61 91 - E.
[email protected] Web www.beculture.be
CENTRALE for contemporary art Sint-Katelijneplein 44 - 1000 Brussel INFO T. +32 2 279 64 44/52 -
[email protected] www.centrale-art.be OPEN din > zon Gesloten op feestdagen
10:30 > 18:00
BRUSSELS UNLIMITED Collection Contretype Danielle Leenaerts Curator van de tentoonstelling Brussels Unlimited
Fotografen te gast
Door alle fotografische producties die uit de residenties voortkwamen samen te brengen, komt het unieke karakter en de esthetiek van elk project naar boven. Het unieke karakter vormt zonder twijfel de rijkdom van deze plastische formuleringen van het stedelijke, maar het biedt ook ruimte voor dialoog en verzoening. Dat is wat we aan de hand van deze zes thema’s proberen te bereiken. Soms komen deze apart aan bod en soms komen verschillende thema's in één en dezelfde productie voor. De thema's omschrijven een aantal benaderingen van de stad. De werken treden met elkaar in dialoog en wijzen op het onbuigzame standpunt van de kunstenaars.
DE 6 THEMA’S VAN DE TENTOONSTELLING Een blik binnenin De stad kan worden beschouwd als een uitgestrekt parcours, maar kan tegelijk erg klein lijken, alsof deze zich terugtrekt in een afgesloten ruimte, binnenin … te beginnen met de plek waar de artiesten zelf verbleven. Velen onder hen plaatsten deze plek centraal in hun beelden. Zo ook Elina Brotherus. Ze is een van de weinige kunstenaars die de leefruimte van de bewoners een plaats heeft gegeven in haar beelden. Ze heeft van deze plek zelfs een volwaardig personage gemaakt, een acteur die voor haar heeft gespeeld tijdens haar verblijf en waarmee ze zich lijkt te hebben versmolten door er letterlijk in te gaan wonen. István Halas en François Goffin maken dankbaar gebruik van het raam als frame voor hun beelden, als een scherm dat de binnenkant scheidt van de buitenkant, gezien vanuit het perspectief van iemand die zich terugtrekt. Deze waarneming wordt nog verder doorgetrokken door de beschouwing van de interieurelementen bij Engström en Cepeda, terwijl het een anker biedt voor scènes die Angel Marcos zich inbeeldt om invulling te geven aan zijn ficties over de relatie tussen een koppel.
Angel MARCOS La Chute, 2000 Courtesy of the artist & Espace photographique Contretype
Licht is het instrument dat Vicente de Mello kiest om binnen en buiten met elkaar te laten communiceren, hetzij door de aanwezigheid van ramen, weerspiegelingen of schaduwen. Daarom dat hij in zijn werk de plek heeft getekend met het aanwezige licht, gemarkeerd door een beperkt spectrum van kleuren: zwart, wit en grijs. Door de plek op deze manier los te koppelen van de werkelijkheid ontstaan vibraties die kunnen worden verklaard door de gehechtheid die De Mello koestert voor muzikaliteit. De dematerialisatie van oppervlakken door middel van licht gaat gepaard met een verschuiving van het perspectief – vaak het kikvorsperspectief – dat ook de algemene perceptie verstoort. 9
flaneren door de stad Het merendeel van de gastfotografen komt uit het buitenland en ontdekt Brussel voor de eerste keer. Sommigen zijn met een duidelijk plan naar Brussel afgezakt, anderen hebben ervoor gekozen om de dingen de vrije loop te laten nemen tijdens hun ontdekkingstocht door Brussel. Uiteraard trekken ze door Brussel met hun zintuigen op scherp en geven ze zich over aan wat zich door het oog laat ontdekken, ver van de platgetreden paden. De gast heeft de vrijheid om rond te flaneren door de stad zonder zich te hoeven houden aan de beperkingen die gelden voor de inwoners. Wonen in een stad, zegt Marcel Roncayolo, dat is door het dagelijkse komen en gaan een wirwar van paden creëren die is opgebouwd rond een rond een aantal assen ... waaraan de stadswandelaar kan ontsnappen. De wandelaar die zich overgeeft aan de stad is de rode draad in het werk van Bernard Plossu, een bekende naam in de wereld van de reisfotografie. Zijn beelden, in kleur of zwart-wit, zijn meestal een momentopname van een Brussel in beweging: door de ogen van de reiziger, van de onzichtbare maar daarom niet minder oplettende voorbijganger. De strakke framing isoleert het fragment dat alleen het beeld – bij afwezigheid van het oog – kan vastleggen.
André CEPEDA Anachronia, 1999-2000 Courtesy of the artist & Espace photographique Contretype
Andere routes, andere ogen. Istvan Halas ging op zoek naar het mysterieuze, dat ontstaat uit de kleuren van de nacht en het verdwijnen van elke menselijke aanwezigheid. Anderzijds, en geheel onverwacht, kiest hij in zijn dagbeelden voor zwart en wit, waarbij hij vaak het stadsgebeuren vanop een relatieve afstand waarneemt, soms door het gordijn van een raam. De toeschouwer wordt dus de status van ‘voyeur’ aangemeten.
Sommige fotografen hebben er ook voor gekozen om deze stadswandeling preciezer in te vullen door zichzelf op voorhand een thema of opdracht op te leggen. Isabelle Arthuis heeft ervoor gekozen om, stap voor stap, een film te maken door een man te volgen in Brussel. Philippe Herbet speelt de rol van de reiziger in de buurt van de Europese instellingen als een apart gebied, als een soort stad in een stad. En tot slot is het de zoektocht naar braakliggende terreinen en ongebruikte ruimtes die de stadswandeling van Andre Cepeda heeft bepaald. Maar bij hem vinden we ook, ondanks de hardheid en het koude karakter van het stedelijke landschap, een soort geruststelling en warmte in de aanwezigheid van de mens.
Ruimte/Landschap Een van de eerste manieren om de stad te benaderen is als een afgebakend territorium dat geografisch en administratief is ingedijkt. Deze realiteit is vooral veelzeggend in Brussel, dat naast de hoofdstad van België en Europa ook een autonome regio is die geprangd zit tussen het Vlaamse en het Waalse 10
Gewest. Brussel is politiek gezien een complex gegeven, en de omvang van het grondgebied wordt enigszins gecompenseerd door de enorm sterke band met zowel de gewesten als met de bevolking in de omliggende gebieden, zoals blijkt uit de dagelijkse reis die tienduizenden pendelaars maken. Vanuit dit oogpunt lijken de grenzen van Brussel erg poreus. Deze toegangskanalen hebben Elina Brotherus er bijvoorbeeld toe aangezet buiten Brussel op pad te gaan, op zoek naar meer open horizonten: de luchthaven, het Park van Tervuren en de Noordzee. Door er zo ver op uit te trekken wordt het Brusselse grondgebied echter uitgerekt in een plastische zoektocht die begint in de stad, maar die zich wel moest lostrekken van de stad, zoals reeds werd gepoogd met het intramurale Broken Horizon. Het gebied buiten de stad trekt het perspectief open, door het uit te breiden in de diepte, met als resultaat de serie Perspective. De perspectivische constructie van het landschap, van de omheiningen aan de landingsbanen, over de vijvers van Tervuren tot golfbrekers – patronen die bij heel wat Brusselaars bekend zijn – benadrukt echter ook het kunstmatige karakter van deze luchthavenarchitectuur, de tuin of het beheer van zeestromen. Brotherus brengt deze ervaring door te werken met licht, vooral 's nachts, en het kleurenspel van lichtvariaties, wat zo essentieel is voor de fotografische expressie. Het overschrijden van grenzen is ook een thema dat terugkeert in het werk van Satoru Toma, BruxellesJH Engström Je suis où (La Résidence), 2003 Limites. Hij is systematisch aan de rand van Brussel Courtesy of the artist & Espace photographique Contretype gaan fotograferen om de wazige contouren ervan te beschrijven. Soms lijkt de stad deze plekken, die de transitoire grenzen van de verstedelijking vormen, te vervuilen. Soms lijken deze woestenijen ongerepte plekken, uitgestrekte vlaktes die Toma aanlegt en landschappen die zowel krachtig als fragiel zijn. Hun onzekere status – hoe lang zullen ze overleven? – gaat hand in hand met het verrassingseffect dat wordt veroorzaakt door hun ontdekking. Niemand vermoedde dat hier imkers waren, of speeltuinen of geïmproviseerde schuilplaatsen. Tussen de grenzen van deze gebieden wordt door Augustinus Berque benadrukt dat de steden, ook al zijn ze door de mens gebouwd, nooit helemaal kunstmatig zijn. De resterende natuur aan de rand van de stad vertoont andere accenten in het midden van het stedelijke gebied. Daar is de natuur getemd en ingedijkt, zoals Chantal Maes ons kon laten zien. De natuur vervult de functies die haar worden opgedragen: groene ontspanningszone of speeltuin, een groene rand of de achtergrond waartegen de stad zich vormt en die niets of heel weinig aan de verbeelding overlaat. Op heel uiteenlopende manieren, voornamelijk door het reconstrueren van de kleuren bij het afdrukken, en soms ook bij de montage, doet Sébastien Reuzé het beeld van Brussel overhellen naar de wereld van de fictie. Met een overwicht van roze en blauw lijkt de kleurrijke sfeer die hij creëert een kunstmatige stad tot leven te brengen, met overdreven kleuren, dreigende hemels en zwevende personages. 11
Kleur domineert ook het corpus van beelden die zijn gemaakt door Bernard Plossu, en die zijn afgedrukt op Fresson. Dit proces, waarbij kleurbeelden worden afgedrukt op carbonpapier, is in de ogen van Plossu het enige proces in de kleurenfotografie waarmee dezelfde sfeer als in zwart-wit behouden kan blijven. En men kan inderdaad praten over zijn beelden met kleurrijke taferelen, waarin de stad met al haar specifieke kenmerken wordt beschreven. Kleur lijkt bepalend te zijn voor fotografische expressie, maar Leisgen herleidt dit tot de essentie: licht. Door te kiezen voor lange sluitertijden creëert hij beelden met lichtsporen, waarmee hij al etsend het stedelijke landschap lijkt te hertekenen.
Verval / De tand des tijds De ruimtelijke ervaring van de stad is onlosmakelijk verbonden met een bepaalde vorm van vergankelijkheid, waarbij de tijdelijkheid die de stad heeft gecumuleerd sinds het verleden en waarvan zij bepaalde sporen draagt, met het huidige bestaan in verband wordt gebracht. Deze tijdelijke lagen vinden in het medium van de fotografie een manier van uitdrukken die zelf wordt bepaald door de tijd. De fotografie legt namelijk het beeld vast dat zich voor het toestel bevindt en maakt het mogelijk dat het in het visuele geheugen van de referenten bewaard blijft. De geheugenwaarde van het fotografische spoor is een centraal onderdeel van heel wat residentenprojecten, te beginnen met dat van Alain Paiement, de eerste fotograaf die aan het programma heeft deelgenomen. Hij heeft Brussel gebruikt als grondstof door de architectuur visueel te herschikken en zich te focussen op afval en verlaten plekken. Paiement wilde naar eigen zeggen een fotografisch antwoord bieden op het verval waar Brussel vooral in de late jaren 90 het slachtoffer van was. Aan de ruïnevorming wordt op kunstmatige manier een halt toegeroepen met montages waarin hen nieuw leven wordt ingeblazen door middel van een nieuwe vorm. Tien jaar later staat ook de stadsruïne centraal in het werk van Isabelle Hayeur, die het bespreekt als symptoom van de tand des tijds, maar ook van het herdefiniëren van het aangezicht van Brussel, dat is Alain PAIEMENT overgeleverd aan de genade van vastgoedprojecten Place des Martyrs, 1997 Courtesy of the artist & Espace photographique Contretype die elkaar hebben opgevolgd, met het risico het gezicht van Brussel te ontsieren. Hayeur is getroffen door een soort van onteigening van de stad die de Brusselaars ondergingen, vooral om plaats te ruimen voor de Europese instellingen. Daarom maakt ze de verschillende verschijningsvormen van de ruïne tot monumenten: afbladerende muren, grind en ander bouwafval. De invloed van de bouwpromotoren op de stad doet ook dienst als thema in de fotoreeks van Daniel Desmedt. Met indrukwekkende regelmaat fotografeerde hij het Tillens Blok, een onbebouwd stuk grond met individuele perceeltjes voor volkstuiniers, die geregeld de hete adem van vastgoedontwikkelaars 12
in hun nek voelen. Desmedt steunde het verzet van de burgers. Zo is een deel van de percelen gespaard gebleven van de herontwikkeling van het terrein. De beelden van Desmedt vertellen de kroniek van het leven van deze plek door middel van de landschappen die de vele portretten vormen. Ze maken zich ook vrij van hun verankering om echte symbolen van de vergankelijkheid te worden. Ze onderzoeken de juistheid van deze waarneming van Alain Mons, volgens dewelke de stad elke dag continue verandert (...). De stedelijke realiteit is een vluchtig object met dagelijks veranderende percepties en gewoonten. Wat zich binnenin deze zogenaamd natuurlijke ruimtes afspeelt, blijft daar tijdelijk bewaard. Deze vlucht uit de stad en de tijd blijft stilstaan doordat het op beeld wordt vastgelegd. Men zou het medium van de fotografie bijna dankbaar zijn dat deze kunstgreep mogelijk wordt, kernachtig uitgedrukt met een vierluik van Vicente de Mello, dat een horloge toont op een donkere achtergrond. Het fixeren van de tijd door het moment vast te leggen op de gevoelige plaat helpt ons de tijd voor te stellen en in ons geheugen te verankeren.
Ontmoetingen Hun verblijf in Brussel was voor een aantal residenten de kans om zich beter bewust te worden van de menselijke component in de stad. Ook hier met heel verschillende methoden. Allemaal beseffen ze dat de stad zich definieert als zowel een ruimtelijke als menselijke entiteit. Voor J.H. Engström was de eerste ervaring er een van eenzaamheid, een sterk gevoel in een stad waar zijn ontmoetingen niet tot meer interacties hebben geleid. Ook brengt hij met zijn beelden een existentiële eenzaamheid tot uitdrukking die inherent is aan de menselijke conditie in zijn eigen unieke manier van zijn. Met een soort van duisternis, soms wreedheid, klaagt Engström in zijn omzwervingen deze eenzaamheid aan met een esthetiek die tegelijk hard en innemend is, vooral aan de hand van nachtopnames. Met een voortzetting van de traditie van het sociale document door het bijzondere genre van het straatportret, heeft Andreas Weinand voorbijgangers gefotografeerd nadat hij hen had gevraagd om even te blijven stilstaan voor een portret. Dit moment van verpozing komt tot uiting in het beeld, dat de stadsbewoner letterlijk in het middelpunt van het beeld zet, in het hart van zijn stedelijke omgeving. De intensiteit van hun aanwezigheid verwijst naar het feit dat hun blik de blik van de fotograaf ondersteunt en dus die van de kijker.
Marie-Noëlle BOUTIN Territoires de jeunesse Bruxelles, 2011-2012 Courtesy of the artist & Espace photographique Contretype
13
Het is ook de ontmoeting met de ander die de leidraad vormde voor het fotografische werk van Sári Ember, zij het volgens een heel ander stramien. Bij haar past het portret in een breed spectrum van gebeurtenissen, waaronder een deel van de mensen met wie ze vriendschap had gesloten, wat een invloed had op de betrokkenheid van de fotografe. De compositie van deze portretten is steeds verbonden met een plek, en een bijzondere, lichte en kleurrijke, vaak nachtelijke omgeving. In tegenstelling tot het face-to-face-effect van Weinand, maken de mensen die Ember heeft gefotografeerd telkens deel uit van een plek, waar ze een handeling uitbeelden voor een geselecteerd decor dat ons een aspect van hun individualiteit kan onthullen. Zo wordt de omgeving gepersonaliseerd, wat het unieke karakter van iedereen en daardoor van elke ontmoeting benadrukt. De sociologie van de grote steden onthult op die manier een hele reeks verschillen, maar kan ook zien wat de mensen verbindt. Door te focussen op de adolescentie onthult Marie-Noëlle Boutin door middel van een leeftijdsgroep, een samenlevingsvorm met zijn eigen rituelen, esthetische codes en manier van leven in de stad. Als we ons hetzelfde voorstellen met andere leeftijdsgroepen, kan het bijzondere spagaat van de adolescentie, een bepalende en transitoire periode van het leven, samen worden getoond met het leven in de stad of elke stedelijke entiteit, die voortdurend in wording is, vluchtig en nooit af. Dat mensen in dezelfde stad wonen, betekent nog niet dat ze elkaar zullen ontmoeten. De stedelijke dichtheid bevordert namelijk de anonimiteit, maar zorgt er ook voor dat de meest diverse ontmoetingen mogelijk worden. Maar, als de stadsbewoner de vrijheid heeft om geen relatie te smeden met de ander, wordt het dan weer onmogelijk om niet in contact te komen. Dit feit wordt tastbaar gemaakt in het werk van Sebastian Camboulive. Het concept van de menigte lijkt nog compacter te zijn doordat de fotograaf het herwerkt in een hele reeks stedelijke choreografieën. Het anders zijn neemt bij Chantal Maes de vorm van tropisme aan. De niet-waarneembare bewegingen waaraan deze wezens ontsnappen maar die hen toch leiden in hun acties relateren de kwestie van het anders zijn niet meer aan de ander, maar aan het moeilijk grijpbare gedeelte van de ander in elk individu.
Autobiografie In feite weerspiegelt elk van de residenties een soort autobiografie, aangezien deze beelden het resultaat zijn van een bepaalde periode in het leven voor deze artiesten waarin ze worden geconfronteerd met een nieuwe ervaring. In een aantal beelden komt dit heel sterk tot uiting, zoals in de beelden van Elina Brotherus, die haar werk voedt met het feit dat ze daar aanwezig is, tot op het punt dat ze één wordt met de omgeving, alsof ze als een geest rondwaart op de plek die ze bezoekt. Of is het net andersom? Haar eigen verhaal is de rode draad door het werk van deze artieste, die op dezelfde manier met het fototoestel omgaat als met de gebeurtenissen en de fases van haar bestaan.
Hicham BENOHOUD Version soft, 2004 Courtesy of the artist & Espace photographique Contretype
14
Het bijzondere karakter van de fotografie in vergelijking met bijvoorbeeld de literaire autobiografie, is dat ze alles op het moment zelf kan vastleggen in plaats van het achteraf te reconstrueren. Philippe Lejeune heeft daardoor de autobiografie gedefinieerd als retrospectieve proza die een echte persoon vertelt over zijn eigen bestaan, waarbij deze persoon zich richt op zijn persoonlijke leven, in het bijzonder het verhaal van zijn persoonlijkheid. De fotografische autobiografie heeft doorgaans geen retrospectief karakter, maar beantwoordt ook niet noodzakelijk aan een meer zuivere vorm van spontaniteit. Ten eerste omdat er ten aanzien van de camera een zelfbewustzijn speelt, maar ook omdat het toelaat de compositie van het beeld te bepalen, zoals blijkt uit de precieze framekeuzes die Brotherus maakt als hij zijn ruimtes op de gevoelige plaat vastlegt.
Distant Proximity
De ruimte van het beeld met autobiografisch gehalte is ook een ruimte waar men zichzelf kan heruitvinden, zoals wordt geïllustreerd in de zoektocht van Erika Vancouver naar sporen langs dewelke ze haar verleden fotografisch construeert door terug te keren naar de plekken uit haar jeugd. Haar werk getuigt ervan hoe rijk de stad is aan menselijke trajecten, unieke verhalen die deel uitmaken van het stedelijke geheugen, door middel van persoonlijke herinneringen en collectieve herinneringen die gewoon wachten om te worden geactiveerd. Want de stad, zegt Alain Mons, met zijn levend en tastbaar weefsel, is als een gigantische opslagplaats van beelden, vaak verloren beelden die behoren tot het geheugen van het vergankelijke en die stagneren, wachten, als een reserve dat wordt geactiveerd door wie er langs loopt. Elke stad is als een herinnering aan zichzelf die zich overgeeft aan potentiële indringers en in het geheugen sijpelt van de persoon die erdoorheen loopt. De ruimte van het beeld kan uiteindelijk te groot worden voor het verhaal van een individu, zodat ruimte ontstaat voor andere levens. Het persoonlijke verhaal komt samen met het verhaal van het collectief. Dat is wat naar voren komt in het werk van Hicham Benohoud en de variaties van zijn zelfportret. Hij vertrekt vanuit een kritische waarneming die hij formuleert, namelijk dat in de islamitische cultuur geen plaats is voor het individu. Dat taboe probeert hij te doorbreken door zichzelf in beeld te brengen. De naaktheid van zijn torso, die getemperd wordt door het gebruik van accessoires die hij zelf gemaakt heeft, gaat in tegen een ander verbod dat eigen is aan zijn cultuur: het tonen van de huid. De fotograaf stelt zich hiermee in zekere zin bloot aan geweld, door zichzelf op deze manier te fotograferen en door ervoor te kiezen de eigenheden van zijn cultuur aan de kaak te stellen en hun gegrondheid in twijfel te trekken. Dit alles terwijl hij zich onderdompelt in de westerse cultuur tijdens zijn fotografische residentie. Dat is ook waar socioloog Max Weber naar verwees, naar hetgeen er gebeurt als de mens ineens toegang krijgt tot de vrijheid: de stadslucht maakt je vrij.
Danielle LEENAERTS Curator van de tentoonstelling
15
DE CURATOR & DE KUNSTENAARS Danielle Leenaerts Curator PhD in de Kunstgeschiedenis. Lerares aan de Université Libre de Bruxelles. Spreekster aan de l’Académie Royale des Beaux-Arts en ENSAV La Cambre. Onafhankelijk curator. Auteur van het boek Petite histoire du magazine Vu (1928-1940). Entre photographie d’art et photographie d’information (P.I.E. Peter Lang, 2010) en L’image de la ville. Bruxelles et ses photographes des années 1850 à nos jours (CFC Éditions, 2009). Auteur van talrijke artikelen over fotografie en hedendaagse kunst, met name over de kwestie van narrativiteit van het fotografische beeld, stedelijke voorstelling en de materialiteit van het fotografische beeld. Isabelle ARTHUIS 1969 Le Mans, Frankrijk Woont en werkt in Frankrijk en België Residentiejaar 2000 “Haar reiservaringen […] en ontmoetingen brengen haar ertoe om verschillende media (foto-installaties, video’s …) en manieren van werken te verkennen. […] zwart-wit of kleur, formaten die variëren van een postkaart tot een reclamebord, [haar foto’s] zijn qua vorm geïnspireerd op zowel film als schilderkunst.” (zie www.galeriepoggi.com) Isabelle Arthuis “wil geen verslag uitbrengen van een objectieve realiteit. Integendeel, ze wil net haar subjectieve relatie tot de wereld laten zien […]. Zee- of stadsgezichten, […] bewegende lichamen, foto’s van schilderijen […]: Het is “de relatie tot de wereld, meer dan de wereld op zich […]” die zich laat raden in de behandeling die ze haar opnames geeft voor ze in publicaties of tentoonstellingen worden weergegeven.” (Jean-Marc Huitorel) Hicham BENOHOUD 1968 Marrakech, Marokko Woont en werkt in Casablanca, Marokko en Parijs, Frankrijk Residentiejaar 2003 Hicham Benohoud, beeldend kunstenaar en fotograaf, was al meermaals kunstenaar-in-residentie: in Frankrijk, aan de Ecole Supérieure des Beaux-Arts de Marseille in 1999, aan La Saline Royale in Arc-etSenans in 2001, aan de Ecole Supérieure d’Art de Lorient in 2002, en in België, bij Contretype in Brussel in 2003. “Of hij nu schildert, video’s of installaties maakt, [Hicham Benohoud] stelt altijd de identiteit in vraag, te beginnen met zijn eigen identiteit. Hij inspireert zich voor zijn werk in de crisis van zijn Marokkaanse cultuur, van het gezin, van religie, van de hiërarchische structuur. De fotografie heeft vanzelf en op een unieke manier een plaats gevonden in zijn werk, dat zich in visueel opvallende en onmiskenbaar vernuftige reeksen ontwikkelt.” (Christian Caujolle, in Photo Poche nr.107, Actes Sud, 2006.)
16
Marie-Noëlle BOUTIN 1971 Sainte-Catherine, Frankrijk Woont en werkt in Brussel, België Residentiejaar 2011-2012 Centraal in het werk van Marie-Noëlle Boutin staat de menselijke aanwezigheid en de manier om een bepaald territorium te bewonen. Ze ontwikkelt haar project in verschillende omgevingen en interesseert zich daarbij voor gelijkenissen, voor raakpunten tussen landen en culturen, zowel binnen de stedelijke ruimte als wat de leefwijze van de bewoners betreft. Sinds 2011 werkt ze aan een project met als titel “Territoires de jeunesse”. Daarbij maakt ze portretten van adolescenten, telkens in een andere geografische context. Het werk dat ze tijdens haar residentie deed voor Contretype zit vervat in dit project: “Gedurende meer dan een jaar kwam ik geregeld naar Hotel Hannon. Op die manier kon ik me […] verdiepen in de stad en leerde ik jongeren kennen in wijkcentra, verenigingen en scholen. Ik vond het belangrijk om voldoende tijd uit te trekken voor echte ontmoetingen.” (Marie-Noëlle Boutin) Elina BROTHERUS 1972 Helsinki, Finland Woont en werkt in Helsinki, Finland en Avallon, Frankrijk Residentiejaar 2001 – 2002/2010 “De reeks The New Painting […] snijdt de esthetiek en de onderwerpen van de klassieke figuratieve schilderkunst aan. Met haar fototoestel probeert Elina Brotherus de problemen en moeilijkheden te begrijpen waarmee schilders al eeuwenlang worden geconfronteerd: licht, kleur, compositie, figuren in de ruimte, het weergeven van een driedimensionale wereld in twee dimensies, fundamentele kwesties bij alle visuele kunsten. Het is een omvangrijk thema, waarvan ze nog niet alle facetten heeft uitgeput. Het leek haar logisch dit werk voort te zetten tijdens haar residentie in Brussel, temeer omdat de originele “inrichting” van het Hotel Hannon het interieur een bijzonder, onbestemd karakter geeft”. “Ik heb het interieur van het Hotel Hannon altijd perfect gevonden voor wat ik wil doen.” (Elina Brotherus) Sébastien CAMBOULIVE 1972 Parijs, Frankrijk Woont en werkt in Parijs en Clermont-Ferrand, Frankrijk Residentiejaar 2005 De persoonlijke foto’s van Sébastien Camboulive verraden zijn belangstelling voor topografie, chronologie en begrippen als traject, asymmetrie, lichte raakpunten, kruisbestuivingen, beslotenheid, vermijding, opeenstapeling … “Dankzij de absolute vrijheid tijdens mijn verblijf in Brussel […] kon ik experimenteren in alle mogelijke richtingen en met alle mogelijke vormen en objecten […]. Op die manier kreeg mijn werkmethode stilaan vorm […].” (Sébastien Camboulive) “Camboulive is oorspronkelijk architectuurfotograaf en blijft dan ook gevoelig voor de geconstrueerde omgeving, zowel in haar menselijke als haar visuele implicaties. […] Camboulive biedt een uitgesproken persoonlijke kijk op fotografie, die hij opvat als een vorm van beeldcreatie.” (Danielle Leenaerts, La ville en ses matériaux mêmes). 17
André CEPEDA 1976 Coimbra, Portugal Woont en werkt in Porto, Portugal Residentiejaar 1999 - 2000 “Cepeda slenterde door Brussel […]; Hij wilde foto’s maken die als het ware de culturele identiteit van de stad weerspiegelen of die identiteit op zijn minst op een pertinente manier in vraag stellen. Dat impliceert dat de kunstenaar niet de gebruikelijke toeristische trekpleisters wilde fotograferen, noch de onmiskenbaar aanwezige “officiële” tekenen van de bureaucratische macht in de “politieke” architectuur van de hoofdstad van de Europese Unie. Integendeel, André Cepeda koos ervoor zijn aandacht te focussen op het vluchtige leven in de straten van de stad en op enkele “niet-plaatsen”; Brussel kent bijzonder veel van die plaatsen die zo banaal zijn dat niemand ze opmerkt, laat staan fotografeert.” (Frits Gierstberg) Vicente de MELLO 1967 Sao Paulo, Brazilië Woont en werkt in Sao Paulo, Brazilië Residentiejaar 2012 [Tijdens mijn residentie] “werd ik geraakt door een specifiek cultureel gegeven: de stilte die er heerst [in Brussel], een enorm contrast met de altijd zo lawaaierige Braziliaanse steden. […] Het is die stilte die ik als zo sterk aanwezig en zo expressief heb ervaren, die ik heb proberen te vertalen in de fotoreeks […] Silent City. Al mijn foto’s dragen een titel die verwijst naar het uitspreekbare en het zichtbare, als een inkijk in hun ‘picturale ziel’. […] Ik wilde daarbij mysterieuze beelden maken en plekken belichten die de inwoners van Brussel meestal niet opmerken. Want je kunt wel degelijk de realiteit gebruiken om de mensen binnen te leiden in een bevreemdende wereld. […] Waar ik naar streef, is dat de mensen denken: zo heb ik de dingen nog nooit bekeken.” (Vicente de Mello) Daniel DESMEDT 1975 Brussel, België Woont en werkt in Brussel, België Residentiejaar 2009 “Als residentie koos Daniel Desmedt voor ‘Carré Tillens’ in het Brusselse Ukkel, een ‘groene woestenij’ met moestuinen in het hart van de stad […]. Dit terrein […] werd lange tijd gekraakt door tuiniers uit alle windstreken. Ondertussen is het, met medewerking van de bewoners en de overheid, heraangelegd en uitgegroeid tot een sociale experimenteerruimte die in het teken staat van de uitwisselingen tussen de generaties en de overdracht van knowhow inzake groenteteelt. Daniel Desmedt was altijd al geboeid door de sporen van de mens in het landschap, en fotografeert al 15 jaar de ingrijpende veranderingen in ‘Carré Tillens’. Op die manier wordt er een parallellisme zichtbaar tussen de evolutie van de tuin en de aanpak van de auteur. […] Wat hem zo bij die moestuinen fascineerde, was de ontmoeting tussen natuur en stad.” (Uit een interview door Jean-Louis Godefroid, archief Contretype)
18
Sári EMBER 1985 Sao Paulo, Brazilië Woont en werkt in Budapest, Hongarije en Sao Paulo, Brazilië Residentiejaar 2011 “Tijdens mijn tweemaandelijks verblijf in Brussel had ik heel wat verrassende ontmoetingen: vrienden, vrienden van vrienden, onbekenden … We hadden altijd dingen gemeen, al gingen onze gesprekken vaak over ongewone onderwerpen. Als twee vreemden elkaar ontmoeten, doen ze altijd afstand van een stuk van hun persoonlijkheid om dichter bij de ander te staan. De ontmoeting gebeurt op een ‘ander’ terrein dat tegelijk bevreemdend en fascinerend is voor beide gesprekspartners. De foto’s die ik hier toon, zijn reflecties over de context van die ontmoetingen en over de inhoud van die gesprekken …” (Sári Ember, juni 2012) JH ENGSTRÖM 1969 Karlstad, Zweden Woont en werkt in Stockholm, Zweden Residentiejaar 2003 “[…] Ik vind Brussel een bizarre stad. Haar identiteit was me niet duidelijk. En dan zijn er altijd die persoonlijke vragen: wat betekent het leven, waarom ben ik hier? Niets is evident, in Stockholm wonen is ook niet evident. In de foto’s die ik over Brussel maak, is vaak sprake van eenzaamheid. In de vreemde situatie waarin ik mij bevond – twee maanden in residentie – ben ik vaak alleen geweest, en dat is goed; ik heb mensen ontmoet, maar ik heb met niemand echt kennisgemaakt. Ook de eenzaamheid van anderen interesseert me mateloos. In het drama van elk leven wordt de mens door eenzaamheid gedreven om keuzes te maken om te overleven.” (Interview door Jean-Louis Godefroid, augustus 2003.) François GOFFIN 1979 Wanzoule, België Woont en werkt in Clavier, België Residentiejaar 2005 François Goffin’s photographic art—whether everyday images, landscapes, portraits, urban landscapes, views of interiors or exteriors via the interface of a window—, ‘lies at an equidistant point between the eternal and the incomplete, between mastery and randomness, and a quest (for the right form) and the rejection (of obvious images). There is no quest to capture instantaneous drama, or a desire to create spectacularly picturesque or slick pictures. […] At the same time, there is no pursuit of the banal, glorification of nothingness, or rumination over the infra-ordinary; the focus is more on distinguishing the unusual from eye-catching images, and avoiding clichés while conveying beauty.’ (see François Goffin, Les choses simples, Editions Yellow Now, 2009.)
19
István HALAS 1954 Budapest, Hangarije Woont en werkt in Budapest, Hongarije Residentiejaar 2001 István Halas experimenteert graag. Hij maakt films, tekeningen en foto’s. Hij creëert en organiseert en is een belangrijke persoonlijkheid in de hedendaagse Hongaarse fotografie. In 1999 won hij de André Kertész-prijs, en in 2001 de Rudolf Balogh-prijs. Vandaag creëert István Halas beelden als leermeester én leerling. Zijn residentie bij Contretype in Brussel in 2001 leidde tot de foto’s die in 2004 werden voorgesteld op de tentoonstelling PAIR IMPAIR. “In het project ABR/after Bruxelles heb ik als kunstenaarin-residentie geprobeerd analoge met digitale beelden te combineren.” (István Halas) Isabelle HAYEUR 1969 Montréal, Canada Woont en werkt Montréal, Canada Residentiejaar 2008-2009 “Tijdens mijn verblijf […] kreeg ik de kans om Europese territoria te verkennen […]. Ik wandelde rond in de straten van Brussel en ontdekte onbekende plekken met complexe historische lagen. Op die manier kon ik een corpus samenstellen over een thema dat ik nog nooit eerder had behandeld: publieke beeldhouwkunst. Dankzij die fotografiereeks kon ik me nadien duidelijker intellectueel positioneren op politiek vlak.” (Isabelle Hayeur) Isabelle Hayeur beschrijft haar project Bruxelles Active (Actief Brussel) als “een vorm van fictie zonder geschiedenis, […] een film die zich afspeelt in Brussel en waarbij een mannelijk personage scène per scène […] vorm krijgt; een personage dat uiteindelijk de rode draad van een abstract scenario wordt. Het personage kuiert rond tussen de architectuur, mengt zich in de massa en neemt deel aan de tijd, de ruimte en de acties die hem omringen.” Philippe HERBET 1964 België Woont en werkt in Luik, België Residentiejaar 2002-2003 Fictie speelt een fundamentele rol in de foto ‘s van Philippe Herbet. Reizen, ontmoetingen en de werkelijkheid ontvluchten: dat alles beantwoordt aan zijn diepe behoefte aan een “elders”. “In het kader van zijn kunstenaarsresidentie in Brussel koos Philippe Herbet de Europese wijk als werkruimte. Toch wel een verrassende keuze voor deze fotograaf, die eigenlijk liever treinreizen maakt naar het Oosten, en met elkaar gelinkte ontmoetingen bedenkt die zich als een rizoom (Rhizome, Philippe Herbet, uitgeverij Yellow Now, 2000) vertakken en zich ontwikkelen. Tijdens zijn verkennende wandelingen door Brussel raakte hij gefascineerd door de bijzondere sfeer in de Schuman-wijk. Hij voelde er een soort euforie: alles lijkt er goed te gaan, en de mensen leven er als het ware op hun eigen wolk, beschermd tegen de smeltkroes van de stad.
20
Barbara & Michael LEISGEN 1940 Gengenbach, Duitsland / 1944 Spital am Pyhrn, Oostenrijk Wonen en werken in Aachen, Duitsland en Parijs, Frankrijk Residentiejaar 1999 Barbara & Michael Leisgen kijken kritisch naar de natuur en het landschap. Met hun in de jaren 1970 begonnen reeks Sonnenzeichnungen (Zonnetekeningen, Écritures de soleil) creëert het duo tekens en ideogrammen die vaker terugkeren in hun werk, door de zon te fotograferen en daarbij de camera te verplaatsen. “Vanuit de wil […] om niet meer van buitenaf naar het landschap te kijken, maar in het landschap zelf plaats te nemen en het landschap te verplichten zichzelf te schrijven, ontstond de nood aan een nieuwe taal. De natuur is geen neutrale drager, een alibi van waaruit ze een zicht zouden kunnen construeren. De zon die alles laat bestaan (net als de fotografie), is het beeld, zijn voorwaarde en zijn doel. [Ze] dwingen de zon zichzelf te (be)schrijven, haar eigen taal, haar eigen alfabet te produceren.” (Alexandre Vanautgaerden) Chantal MAES 1965 Brussel, België Woont en werkt in Brussel, België Residentiejaar 2008 Tijdens haar residentie werkt Chantal Maes aan haar serie Voyage Out, die “duidelijk maakt dat er af en toe iets vaags van de ander kan doorschemeren in het beeld, iets dat meestal verborgen of ontoegankelijk blijft”. (Danielle Leenaerts). “Chantal Maes probeert een geestelijke zwerftocht zichtbaar te maken, als verwijzing naar Tropismes van Nathalie Sarraute. De close-upbeelden suggereren een subtiele wisselwerking tussen in zichzelf gekeerd zijn en openstaan voor externe gebeurtenissen.” (Catherine Mayeur) “Deze serie verkent kleine veranderingen van ons gedrag of onze houding als gevolg van een externe prikkel, en de manier waarop die beweging onze kijk op de dingen verandert. […] Op die manier kon ik mijn onderzoek naar de materialisatie van de ruimte van het denken en van de taal verder uitdiepen.” (Chantal Maes) Angel MARCOS 1955 Medina del Campo, Spanje Woont en werkt in Madrid en Valladolid, Spanje Residentiejaar 1999 Hier zal het gaan om de “man-vrouwrelatie”, de “verwijdering” en de “ontevredenheid” die daaruit voortvloeit, om de “heersende complexe sociaal-culturele context, waarin elke sekse onafhankelijk van de ander op zoek is naar de eigen identiteit”. Maar ook om de “menselijke drang te vluchten voor eenzaamheid, een drang die ons afhankelijk maakt van anderen. De aanpassing aan de ander zorgt soms voor onverdraagzame reacties, die in de loop van de relatie tot overdreven agressie kunnen leiden. Het is niet mijn bedoeling een psychologisch of antropologisch onderzoek te voeren naar de relaties tussen de seksen, maar enige opheldering te brengen […]: onze ideeën zijn bijna altijd gekleurd door emotionele perceptie en zijn een constante verwijzing naar de praktijk van een artistiek project.” (Angel Marcos) 21
Alain PAIEMENT 1960 Montréal, Canada Woont en werkt in Montréal, Canada Residentiejaar 1997 Alain Paiement kwam voor het eerst naar België in 1984 en werkte er aan projecten waarin hij vertrok van de geografie en de meteorologie van het land, en waarin hij schilderkunst, fotografie en beeldhouwkunst verbond met architectuur. Zijn fotosculpturen van de volgende jaren vervormden de monumentale plaatsen die ze voorstelden. Sindsdien maakt hij steeds meer gebruik van digitale technieken om zijn beelden vorm te geven, maar tegelijk ook van traditionele fotografie. Hoewel zijn foto’s betrekking hebben op grondplannen, zijn ze opnieuw tweedimensionaal geworden. Met een bijzondere interesse keert hij terug naar Brussel voor deze allereerste residentie van Contretype, in een vertrouwde stad die men steeds opnieuw kan blijven ontdekken dankzij de voortdurende veranderingen van de stad en haar architectuur. Bernard PLOSSU 1945 Dalat, Viêtnam Woont en werkt in La Ciotat, Frankrijk Residentiejaar1998 “Als we het over fotografie hebben, spreken we vaak over kinderlijke verwondering en spontaan kijken, en in het geval van Bernard Plossu is dat geen loos cliché. Het fonkelende oog is steeds beschikbaar voor het “te maken beeld”. [Hij] heeft zich aan de stad gehecht, hij wil de sfeer ervan grijpen en het onvertaalbare vertalen in zijn foto’s: de klanken en de geuren. De om en bij de honderd geselecteerde foto’s worden niet voorzien van een bijschrift, noch van enige indicatie over de plaats waar ze genomen zijn; de afwezigheid van commentaar maakt de beelden universeler. De magie in het werk van Bernard Plossu ligt in de anekdote die overgaat in de taal van de fotografie.” (Jean-Louis Godefroid) Sébastien REUZÉ 1970 Neuilly-sur-Seine, Frankrijk Woont en werkt in Brussel, België Residentiejaar 2002 “Sébastien Reuzé heeft bijzondere aandacht en veel gevoel voor schijnbaar banale stedelijke bouwwerken […] om mogelijke schitteringen uit de ruimte op de gevoelige plaat vast te leggen […]. De kunstenaar fotografeert op alledaagse plaatsen en slaagt er tegelijk in om heldere beelden te maken die de toeschouwer meenemen naar een andere ruimte, een zwevende, dromerige en poëtische ‘nietplaats’.” (Larys Frogier, in Constellations, La Lettre volée / Contretype, Brussel, 2002) “Met talent, humor en een vleugje spot ondermijnt Sébastien Reuzé de manier waarop wij gewoonlijk naar de stad kijken. Hij neemt ons mee in zijn fictie via een soort virtuele wandeling door Brussel, waar maar heel weinig nodig is om realiteit naar verbeelding te laten omslaan […].” (Jean-Louis Godefroid)
22
Satoru TOMA 1976 Arrondissement Gunma, Japan Woont en werkt in Brussel, België Residentiejaar 2009-2010 Satoru Toma woonde tot zijn 25e in zijn geboorteland: “Ik groeide op aan de rand van de stad Takasaki […]. De herinneringen uit mijn kindertijd vormen de inspiratie voor mijn fotografie. Of liever: de fotografie heeft me geleerd hoe de omgeving waarin ik ben opgegroeid, mijn blik en mijn gevoeligheid heeft bepaald. Ik wandel en zwerf als het ware door tijd en ruimte. Op die manier maak ik een reis langs al die verschillende bezienswaardigheden. Een reis die bezaaid is met ontmoetingen en herinneringen …” “Akichi” betekent in het Japans: braakliggend, onbezet terrein. […] Het marginale landschap, […] als keerzijde van het decor, legt via allerlei veelzeggende details de politieke, sociale en poëtische dimensie ervan bloot […]. Deze landschappen springen niet in het oog, maar ik probeer ze via mijn werk te doorgronden.” (Satoru Toma in Chemins de lecture, nr. 91, Brussel, 2014) Erika VANCOUVER 1974 Verviers, België Woont en werkt in Brussel, België Residentiejaar 2001-2002/2010 Vanaf 2005 […] begon Erika Vancouver een soort persoonlijke inventaris te maken. Ze beoefent een ‘spontane’ vorm van fotografie, zowel in haar dagelijks leven als tijdens haar buitenlandse reizen. […] Na deze ‘intuïtieve fase’ voert ze een grondige selectie door, om fictiespelen te organiseren via beeldassociaties […]. “Mijn residentie bij Contretype was een gedroomde kans om het fotografieen beeldhouwkundig project voort te zetten dat ik was begonnen over het huis van mijn ouders in Molenbeek.” (Erika Vancouver) “Het huis, dat vandaag gedeeltelijk leegstaat, herbergde indertijd een zadelmakerij, een familiebedrijfje dat intussen niet meer bestaat. Tijdens haar verblijf verdiepte Erika zich in de restanten van dit tegelijk verre en nabije universum. Ze wilde iets vastleggen uit dit verleden.” Andreas WEINAND 1958 Rheine, Duitsland Woont en werkt in Berlijn, Duitsland Residentiejaar 2007 Centraal in de fotografie van Andreas Weinand staat het zoeken naar zijn persoonlijke identiteit. “Mijn basisinteresse voor het portret, de menselijke figuur en expressieveranderingen tijdens uitwisselingen met de ander, zit diep verankerd in de ervaringen die ik heb opgedaan tijdens mijn verblijf hier […]. Ik hield ervan om rond te wandelen in de straten van Brussel en mensen te ontmoeten die mijn aandacht trokken en mijn empathie opwekten.” (Andreas Weinand) Andreas Weinand studeerde af aan de Folkwang-Schule in Essen en behoort tot de Duitse documentaire school. Tijdens zijn stadswandelingen streeft hij telkens naar een ontmoeting met “een onbekende die ik toevallig kruis. Ik zie het dan als een uitdaging om een foto te maken in die bijzondere context en een instant portret te creëren […].” (Andreas Weinand, interview door Jean-Louis Godefroid) 23
LIJST VAN DE WERKEN Werken volgens thema
Een blik binnenin 27 foto’s ; 6 lichtbakken BROTHERUS Elina, Femme à la fresque (The New painting), 2001 (80x62cm) ; Annonciation 4 (Artist and her Model), 2010 (30x45) ; Nu descendant un escalier (Artist and her Model), 2010 (60x90) ; Reflection (Artist and her Model), 2010 (40x56cm) ; Nu bruxellois (Artist and her Model), 2010 (80x53cm) - C print monté sur aluminium ; tirage couleur inkjet sur papier baryté CEPEDA André, Anachronia, série de 4 clichés, 1999-200 (70x70cm) - C print DE MELLO Vincente, Silent City, série de 7 clichés, 2012 (60x60cm ; 120x120cm ; 60x60cm ; 120x120cm ; 120x120cm ; 120x120cm ; 120x120cm) - tirage digital N/B ENGSTRÖM JH, Je suis où (La Résidence), 2003, 1 triptyque, 1 cliché , 2003 (2x 3x; 26,5x18,2cm ; 26,5x20cm) - C print GOFFIN François, Projet Bruxelles, série de 3 clichés, 2005 (80x80cm ; 80x80cm ; 60x60cm) - tirage jet d’encre HALAS István, Pair/Impair, série de 4 clichés, 2001 (29x32cm) - tirage couleur inkjet ; tirage N/B inkjet MARCOS Angel, La Chute, série de 6 caissons lumineux, 2000 (51,93x70cm) - Duratrans adhésif sur plexiglass
flaneren door de stad
25 foto’s, 1 installatie; 2 video's
ARTHUIS Isabelle, Bruxelles active, installation - table, photocopies, 2 vidéos CEPEDA André, Anachronia, série de 3 clichés, 1999-200 (70x70cm) - C Print ENGSTRÖM JH, Je suis où (La Résidence), 2003, série de 5 clichés, 2003 (90x120cm ; 90x120cm ; 90x120cm ; 26,5x20cm ; 26,5x20cm) - C Print HALAS István, Pair/Impair, série de 3 diptyques , 2001 (23x75cm ; 32x73cm ; 32x71cm) - tirage couleur inkjet HERBET Philippe, Bruxelles-Europe, série de 5 clichés, 2002-2003 - C Print PLOSSU Bernard, En ville, série de 6 clichés, 1998 (50x60cm) - tirage sur papier baryté NB 24
Ruimte / Landschap 51 foto’s BROTHERUS Elina, Perspective 5 (The New Painting), 2002 (105x133cm) ; Perspective 1 (série The New Painting), 2001 (105x133cm) ; Horizon 10 (série The New Painting), 2001 (80x93cm) ; Broken Horizon 2 (série The New Painting), 2001 (80x101cm) - C print monté sur aluminium DE MELLO Vincente, Silent City, série de 2 clichés, 2012 (60x60cm ; 120x120cm) - tirage digital N/B ENGSTRÖM JH, Je suis où (La Résidence), 2003, (90x120cm) - C print GOFFIN François, Projet Bruxelles, 2005 (60x60cm) - tirage jet d’encre HALAS István, Pair/Impair, série de 3 clichés, 2001 (29x32cm) - tirage couleur inkjet LEISGEN BARBARA & MICHAËL, Écritures du soleil, quadriptyque ; triptyque, 1999 (4x64x80cm ; 3x 64x80cm ; 3x 71x101cm) - tirage C print monté sous diasec MAES Chantal, Tropismes, série de 2 clichés 2008 (2x 148,30x178,30cm) PLOSSU Bernard, Couleurs Fresson, série de 6 clichés, 2005 (25,5x18,5cm ; 18,5x25,5cm ; 18,5x25,5cm ; 25,5x18cm ; 25,5x18,5cm ; 25,5x18,5cm) - tirage couleur procédé Fresson REUZÉ Sébastien, Constellations, série de 15 clichés, 2002 (22x33cm) - tirage couleur sous diasec TOMA Satoru, Bruxelles-Limites, série de 10 clichés, 2009-2010 (65x79cm) - tirage digital à encres pigmentaires
Verval / De tand des tijds
22 foto's
DESMEDT Daniel, Le dernier carré, série de 10 clichés, 1997-2008 (60x70cm) - tirage chromogénique DE MELLO Vincente, Silent City, quadriptyque, 2012 (4x 60x60cm ) - tirage digital N/B HAYEUR Isabelle, Le Congo reconnaissant I ; Monument aux Bâtisseurs de Villes II ; Monument aux Hommes des Carrières I ; Monument aux Hommes des Carrières III (série Formes de monuments), 2009 (103x159cm ; 52x78cm ; 52x78cm ; 52x78cm ; 52x78cm) - tirage couleur inkjet PAIEMENT Alain, Téléscope 32-99, 1999 ; Calendes ; Place des Martyrs, 1997 ; Carré fin de siècle 19961997 ; Constellation (squat), 1996 (115x115cm ; 180x18cm ; 110x180cm ; 120x120cm ; 120x107,5cm) épreuve numérique ; épreuve à développement chromogène 25
Ontmoetingen 29 foto's BOUTIN Marie-Noëlle : Territoires de jeunesse Bruxelles, 2011-2012, série de 4 clichés (84x100cm) tirage C print monté sur aluminium CAMBOULIVE Sébastien : Limite pluie-neige, 2005, série de 5 clichés (90x110cm) - tirage couleur inkjet EMBER Sári, Conversations, série de 4 clichés, 2011 (70x86cm ; 70x46cm ; 70x46cm ; 70x56cm) - tirage couleur inkjet ENGSTRÖM JH, Je suis où (La Résidence), 2003, 2 triptyques , 2003 (2x 3x; 26,5x18,2cm) - C print MAES Chantal, Tropismes, série de 4 images, 2008 (118x163cm; diptyque 2x 108x161cm ; 60x90cm) tirage digital à encres pigmentaires ; tirage baryté ; tirage digital à encres pigmentaires WEINAND Andreas, Les yeux dans les yeux, Bruxelles, série de 7 clichés), 2007 (70x60cm) - tirage C print monté sur aluminium
Autobiografie 16 foto’s; 1 video Benohoud Hicham, Version soft, série de 6 clichés (81x122cm) - tirage N/B monté sur aluminium BROTHERUS Elina, La famille d’Arlequin 1 (The New Painting), 2001 (70x54cm) ; La famille d’Arlequin 1 (The New Painting),2001 (70x54cm) ; Le femme trompée (The New Painting), 2001 (80x62cm) ; La mangeuse de figues (The New Painting), 2001 (70x82 cm) ; L’artiste et son modèle (The New Painting), 2001 (105x111cm) ; Fille aux fleurs(The New Painting), 2001 (80x101cm) - C print monté sur aluminium + 1 vidéo VANCOUVER Erika, Maison du commerce, série de 4 clichés, 2012 (60x60cm) -tirage couleur inkjet
26
Dubbeltentoonstelling Centrale & Contretype
BRUSSELS Unlimited
7 vrouwen in residentie 25-06 > 28-09 2014 De collectie van de fototentoonstellingsruimte Contretype is aangelegd tijdens een programma waarvoor sinds 1997 een reeks artiesten in Brussel te gast waren. Het is het resultaat van de zoektocht van 29 fotografen naar beelden, waarbij Brussel als thema of context voor hun werk diende. Deze collectie wordt voor het eerst aan het Brusselse publiek getoond met een dubbele tentoonstelling: één in de Centrale, waar alle gastfotografen aan bod komen, en de andere bij Contreype, waar de vrouwelijke fotografes die aan het programma hebben deelgenomen in de kijker worden gezet. De volgende vrouwen worden dus dubbel geëerd: Isabelle Arthuis (Fr) Elina Brotherus (Finl) Marie-Noëlle Boutin (Fr) Sári Ember (Hon) Isabelle Hayeur (Ca) Chantal Maes (Be) Erika Vancouver (Be)
27
Bruxelles à l’infini. Photographes en Résidence. Collection Contretype. Brussels Unlimited. Photographers in Residence. Contretype’s Collection.
Teksten van Danielle Leenaerts en Emmanuel d’Autreppe. Voorwoord van Michel Poivert. Collectie : regards sur la ville 208 pagina's. Tweetalig FR – EN Coeditie CFC-Éditions, Contretype en ARP2 ISBN 978-2-87572-008-5 Prijs : 39,00 €
28
De vijfde editie van de internationale biënnale “Summer of Photography” focust op gender relations met het feminisme als uitgangspunt. Op meer dan 20 plaatsen in Brussel tonen 85 kunstenaars hun visie op het brede debat. De hoofdtentoonstelling WOMAN. The Feminist Avant-Garde of the 1970s vindt plaats in het Paleis voor Schone Kunsten. www.summerofphotography.be Om de twee jaar organiseert BOZAR EXPO samen met een 35-tal partnerinstellingen de Summer of Photography, een internationale biënnale voor fotografie en aanverwante media. Doorheen een gevarieerd tentoonstellingsparcours en een divers randprogramma met film, literatuur en een symposium (17.06) bieden curatoren, fotografen en aanverwante specialisten hun visie. Op deze manier creëert de Summer of Photography op diverse locaties in Brussel een levendig forum voor kenners, liefhebbers en een breder publiek met interesse voor fotografie. Door het bundelen van krachten met artistieke partners vergroot deze biënnale de internationale reputatie van de Belgische fotografiewereld. Het kloppende hart en “hub” van de Summer of Photography 2014 is de tentoonstelling WOMAN. The Feminist Avant-Garde of the 1970s. Works from the SAMMLUNG VERBUND, Vienna. De tentoonstelling verzamelt 450 werken van 29 vrouwelijke fotografen, het kruim van de feministische avantgardekunst. Geïnspireerd door de centrale groepstentoonstelling, stellen de partners diverse monografische tentoonstellingen voor, van zowel jong talent als gevestigde waarden. Zo stippelt zich door Brussel een parcours uit, dat via diverse invalshoeken een genuanceerde en hedendaagse blik biedt op het thema van genderrelaties. Doorheen de Summer of Photography 2014 komen meer dan 85 fotografen aan bod. Met hun werk bevragen zij de bestaande rolpatronen en stimuleren zij een maatschappij in permanente ontwikkeling. De samenwerking met socio-culturele partners zoals het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen en VZW Rosa zorgt er bovendien voor dat de stem van kunstenaars een plaats krijgt in een ruimer maatschappelijk debat. Rode draad doorheen de Summer of Photography in 2014 is het thema “genderrelaties”. Vanaf de jaren 60 verbreedden vrouwen het feministische debat naar seksualiteit, familie, werk en juridische of politieke rechten met krachtige acties en tot de verbeelding sprekende leuzen als ‘baas in eigen buik’. Ook vandaag halen provocerende acties van activistische bewegingen het wereldnieuws, zoals de Russische punkrockband Pussy Riot of de internationale FEMEN-beweging. Nieuwe onderwerpen in het genderdebat dienen zich aan: de manier waarop vrouwen op het internet afgebeeld worden, de rechten van lesbische vrouwen om kinderen te hebben, de rechten van de vrouw in andere culturen, het glazen plafond, het hoofddoekendebat ... De verschillende tentoonstellingen van de Summer of Photography tonen het perspectief van de kunstenaars en curatoren op deze hedendaagse vragen en vertellen een breder verhaal van emancipatie en mensenrechten. Partners: Alliance Française de Bruxelles Europe • Balassi Institute • Botanique • BOZAR - Paleis voor Schone Kunsten, Brussel | Palais des Beaux-Arts, Bruxelles | Centre for Fine Arts, Brussels • B-Gallery • Centre culturel Jacques Franck • Centrum voor Beeldexpressie • Contraste • Contretype • Cultural Service of the Spanish Embassy • Cultuurcentrum Strombeek-Grimbergen • CENTRALE for contemporary art • De Markten • Embassy of Austria • Embassy of Latvia • Fondation A Stichting • Fotofestival Knokke • FotoMuseum Antwerpen • Goethe-Institut Brüssels • Hotel Bloom! • Ikono • InBetween • Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen | Institut pour l’Egalité des Femmes et des Hommes • JAP • Joods Museum van België | Musée Juif de Belgique • Kulturforum • Koninklijk Museum voor Midden-Afrika | Musée royal de l’Afrique centrale • La Bellone • Librairie Quartiers Latins • Mai Manó House • Piazza dell’Arte • Pools Instituut | Institut polonais | Polish Institute • Provincie Antwerpen • Recyclart • R¡ga 2014 • Romanian Cultural Institute • RoSa • Sammlung Verbund • SintPietersabdij • The Word • Tsjechisch Centrum | Centre tchèque • Wiels Sponsors: Nikon Belux, Milo Profi Fotografie, ABN AMRO PERS CONTACT ||| Leen Daems - Press officer BOZAR EXPO -
[email protected] – 0032 479 98 66 07
29
box
@ IN HET KADER VAN SUMMER OF PHOTOGRAPHY paradis incertain Mehdi-Georges Lahlou
Paradis incertain, 2013 © Galerie Transit, Mechelen (BE) et de l’artiste
CURATOR Abdelkader Damani
26-06 > 03-08 2014
Er bestaat zoiets als een paradijselijke wereld, een paradijselijke handel, een paradijselijke droom, en zelfs een paradijselijke marketingcampagne. Iedereen probeert het op de één of andere manier te bereiken. Sommigen sluiten zich af van de wereld en worden kluizenaar, alsof ze het langverwachte paradijs kunnen bereiken door zich van deze aardse wereld te onttrekken. Anderen verwoesten de wereld, alsof het paradijs schuilt in ruïnes, in wat overblijft na catastrofes of grote rampen … En zo kunnen we nog eindeloos doorgaan, want deze droom duikt op in alle verhalen en mythes, en niet in het minst in de kunstgeschiedenis. We kunnen nochtans niet om de waarheid heen: het Paradijs bestaat niet! Niet omdat het er niet is, maar omdat het alomtegenwoordig is in onze fantasie. Het is die alomtegenwoordigheid die MehdiGeorges Lahlou met zijn tentoonstelling Paradis Incertain in de C-Box onder de loep neemt. De kunstenaar trekt zich niet terug uit de wereld of verwoest ze niet, maar herinnert ons er met zijn werk aan dat we net toenadering moeten zoeken tot de wereld om te hopen op een echt paradijs: dat van de materie, van geluiden en geuren, dat van geanimeerde gesprekken, van de oneindige dans van ontmoetingen over de hele geglobaliseerde wereld. Om dat te doen, moeten we beelden opnieuw in vraag stellen en hen dwingen om de ideale wereld de rug toe te keren. Met deze tentoonstelling neemt de kunstenaar een dubbel risico. Eerst en vooral is er sprake van één enkel werk in de letterlijke zin van het woord. Het wordt nooit genoeg gezegd, maar artiesten maken slechts één werk dat ze hun hele leven lang blijven hergebruiken. Toen Mehdi-Georges Lahlou me vroeg om zijn tentoonstelling te cureren, stelde ik hem voor om slechts één van zijn realisaties tentoon te stellen: een foto met de titel Paradis Incertain, 2013. Naast de ‘schoonheid’ van de extreme precisie van dit werk is het ook het enige waarbij hij zelf de wereld de rug toekeert – de kunstenaar staat altijd model voor zijn eigen werk. De figuur zweeft in het donker en kijkt
30
@
box
– of dat vermoeden we toch – in de diepste diepten van het niets, zonder aanstalten te maken om te tonen wat hij ziet. Het paradijs is even onzeker als verborgen. Vervolgens is er sprake van een werk op het moment van zijn « technische reproduceerbaarheid »1. Zodra de foto centraal in de ruimte wordt geplaatst, zal hij zich reproduceren tot alle blikken verzadigd zijn. Een verlies van zijn uitstraling? Zeker niet. Door het werk en de reproducties ervan in dezelfde ruimte te plaatsen, wil de kunstenaar de uitstraling van het werk herstellen. In se is het de bedoeling om de meerduidigheid ervan te ontvouwen, en te bevestigen – of toch minstens te onderstrepen – dat de droom van het uniek-zijn op het punt staat te verdwijnen. In een regie van de kunstenaar biedt de tentoonstelling ons een kijk op het beeld van een mensheid die wacht op het paradijs. Wezens die de wereld of hun fantasieën de rug toekeren, maar die allemaal deze langverwachte afwezige droom nastaren. We verwachten misschien dat ze zich zullen omdraaien, maar net daar stopt het werk en begint de realiteit; 1 Walter Benjamin, L’œuvre d’art à l’époque de sa reproductibilité technique, in Œuvre III, Parijs, Folio essais, 2000 [Het kunstwerk in het tijdperk van zijn technische reproduceerbaarheid]
CURATOR Abdelkader Damani
Ria Pacquée & Emiline de Mooij © Ria PACQUEE
13-08 > 28-09 2014
Men kan zich gemakkelijk voorstellen dat het werk van de twee kunstenaars Ria PACQUÉE en Emiline DE MOOIJ inhoudelijk goed bij elkaar passen, ze verstrengelen en verbinden elkaar. Ter gelegenheid van de Summer of Photography 2014, presenteren de twee kunstenaars hun nieuwe werken in samenwerking met de CENTRALE for contemporary art van de Stad Brussel. Wanneer Pacquée en de Mooij het concept van vrouwelijkheid overwegen, isoleren ze hun onderwerp niet van zijn omgeving, ze creëren geen symbolisch figuur dat eenvoudig te begrijpen is, maar ze fotograferen beide een subtiel onderwerp in een complexe omgeving. Hun kunst reageert tegen de kunstmatige en illusionaire zekerheid die wordt aangeboden door onze cultuur die verzadigd is met informatie en waarin elke betekenis moet geleverd en opgenomen worden met een knipoog. Stilll Gallery, Borgerhout
31
What's next ?
10e verjaardag
ART' Contest
09-10 > 09-11 2014
Deze wedstrijd voor jonge kunstenaars tot 35 jaar werd tien jaar geleden in het leven geroepen door Valérie BOUCHER en groeide uit tot een belangrijk gegeven in de Brusselse kunstwereld. Deze verjaardagseditie gaat gepaard met een tentoonstelling in de Markten en misschien nog op andere locaties.
Emilio Lopez-Menchero / Esther Ferrer 04-12 2014 > 29-03 2015 Emilio LOPEZ-MENCHERO - © Dirk Pauwels
Dit is de eerste tentoonstelling gewijd aan een Brusselse kunstenaar, een van de hoofdlijnen die de CENTRALE for contemporary art ontwikkeld.
Hoewel Emilio LOPEZ-MENCHERO sedert jaar en dag een internationale reputatie geniet wordt dit de eerste overzichtstentoonstelling van zijn werk. Hij is een veelzijdig kunstenaar (architect, fotograaf, schilder, performer) en tevens symbool van de dynamiek van de hedendaagse kunst in Brussel door zijn performances en stedelijke interventies. Zijn opleiding als architect brengt hem er toe de openbare en stedelijke ruimte als een kritische ruimte te beschouwen waarin hij regelmatig tijdelijk of permanent ingrijpt. Hij houdt ervan Hans HOLLEIN en in het © Esther FERRER bijzonder Manifest van 1968 te citeren: “Alles ist Architektur “ ; alles is architectuur, de constructie van het zelf inbegrepen. Om dit project in een internationaal perspectief te plaatsen, vroegen we Emilio LOPEZ-MENCHERO een gastartiest(e) uit te nodigen. Zijn keuze viel op Esther FERRER, een baanbrekend kunstenaar uit de performance kunst waaraan het MACVAL (Parijs) een grote monografische tentoonstelling wijdt tot en met 13 juli 2014. Naast hun Spaanse oorsprong hebben ook hun benaderingswijzen raakpunten door thema’s zoals ‘identiteit’ en ‘lichamelijkheid‘. Zij geloven dat kunst politiek is, en wel in de zin dat het de plaats van de bevestiging en de constructie van het subject is, de plaats van de vrijheid tegenover dictaten allerhande. Video’s, foto’s, installaties, schilderijen en tekeningen wisselen elkaar af en onthullen de centrale punten van het werk van LOPEZ MENCHERO: het gestandaardiseerde lichaam, het opgewonden lichaam, het geïdentificeerde lichaam, het fantasmagorische lichaam. 32
CENTRALE for contemporary art Het centrum voor hedendaagse kunst van de Stad Brussel (oorspronkelijk De Elektriciteitscentrale - een verwijzing naar de vroegere functie van het half-industriële gebouw waarin het centrum is ondergebracht) wil de link tussen kunst en samenleving in de kijker plaatsen. Het centrum wil enerzijds een heel andere kijk bieden op moderne kunst, maar anderzijds ook een aanvulling vormen op de bestaande Brusselse locaties waar kunst te zien is. In de eerste plaats wil het centrum de creatie van hedendaagse kunst op het Brusselse grondgebied mee helpen ontwikkelen, in vraag stellen en ondersteunen vanuit een internationaal perspectief. De CENTRALE bepaalt dus als het ware de rol van een centrum voor hedendaagse kunst in een multiculturele stad. Op het programma staan vooral visuele kunsten, waarmee de CENTRALE cultuur toegankelijk wil maken voor het grote publiek en het elitaire imago van hedendaagse kunst wil doorbreken. Door ook artiesten van buiten het officiële kunstcircuit in huis te halen, de deuren te openen voor culturele minderheden en werken tentoon te stellen die de grenzen van de kunst aftasten in plaats van een enkele visie op de creatie op te dringen, slaagt het centrum erin zijn doelstellingen te realiseren. De CENTRALE geniet van een unieke ligging in het hart van de stad, in een kosmopolitische buurt die de nieuwe trends en diversiteit van culturen weerspiegelt: een centrale plaats dus waar de culturele en economische polen van Brussel elkaar ontmoeten. Een levendige plaats die openstaat voor de buurt, de stad, Europa en de wereld, en die zo een antwoord biedt op de typisch Brusselse demografische verscheidenheid en culturele rijkdom. Een plaats op mensenmaat, die uitnodigt tot samenwerking en dialoog en die verankerd is in de Brusselse culturele dynamiek. In 2006, toen de CENTRALE voor het eerst de deuren opende, werd resoluut gekozen voor een nauwe samenwerking met instellingen, galerieën en andere multidisciplinaire plekken die hedendaagse kunst voor het voetlicht brengen en met grote evenementen die leven brengen in de hoofdstad, zoals Europalia, Performatik, Summer of Photography, Art Brussels of Nuit Blanche. Met het brede aanbod aan mogelijkheden spreekt de CENTRALE een breed publiek persoonlijk aan, ongeacht hun interesse of persoonlijke doelstellingen. Ook kinderen komen er aan hun trekken dankzij de ruimte CENTRALE/KIDS.
© Stad Brussel
33
Op het programma Een gratis activiteitenboekje voor de kinderen. Rondleidingen, interactieve bezoeken en workshops op maat voor groepen, scholen en kwetsbaar publiek. EVENEMENTEN - ontmoetingen - performances 1ste zondag van de maand 06-07, 03-08 & 07-09 2014 - 11:30 Een gratis rondleiding met Danielle LEENAERTS, curator van de tentoonstelling of met Carine FOL, Artistiek Directrice van de CENTRALE, inbegrepen in het ticket voor de tentoonstelling. Een workshop-bezoek voor kinderen van 5 tot 12 jaar (5€) Chantiers philosophiques / Nadine Monteyne & Corinne Vida 29-06 2014 - 14:00 > 16:00 Ter gelegenheid van de tentoonstelling van Mehdi-Georges Lahlou in de C-Box (in het Frans) Performance Ria PACQUÉE
10-09 2014- 18:30
Rondetafelgesprek 17-09 2014- 19:00 Rondetafelgesprek met Danielle Leenaerts, curator van de tentoonstelling en de kunstenaars Philippe Herbet, Sébastien Reuzé & Alain Paiement. Finissage 28-09 2014 11:00 & 15:00 Atelierbezoek met het gezin of met vrienden 11:30 Een gratis rondleiding met Danielle LEENAERTS, curator van de tentoonstelling of met Carine FOL, Artistiek Directrice van de CENTRALE, inbegrepen in het ticket voor de tentoonstelling 14:00 > 16:00 Chantiers philosophiques / Nadine Monteyne & Corinne Vida Een activiteitenboekje voor kinderen (gratis aan het onthaal) . Bezoek-atelier voor kinderen tussen 5 en 12 jaar (5€) de eerste zondagen van de maand en gedurende de finissage De Schatten van Vlieg Speel mee in de CENTRALE
29-06 > 01-09 2013
Info & reservatie www.centrale-art.be - +32 (0)2 279 64 44 -
[email protected]
© Stad Brussel
34
26-06 > 28-09 2014 mar - dim
10:30>18:00
BRUSSELS Unlimited Collection Contretype
© Sébastien Reuzé - collection Contretype
Onder aegis van het Schepenambt van Cultuur van de Stad Brussel. Een productie van de CENTRALE for contemporary art & de vzw Brussel-Musea-Tentoonstellingen in samenwerking met het Espace photographique Contretype. CURATOR VAN DE TENTOONSTELLING Danielle LEENAERTS ORGANISATIE & COORDINATIE Dienst Cultuur van de Stad Brussel – CENTRALE for contemporary art / vzw Brussel-Musea-Tentoonstellingen Pascale Salesse, Directrice Carine Fol, Artistiek Directrice Joan Vandenberghe, Adjunct van de Artistiek Directrice Anouchka RAUZER, Publieksonthaal inkom CENTRALE for contemporary art 7,00 € Gecombineerd ticket met de tentoonstelling bij CONTRETYPE // 5,00 € // 4,00 € € > 60+; Groep (min. 10 pers.); Studentenkaart volwassene // 2,50 € > > Studentenkaart (18-26 jaar); Werkzoekende (attest); Lerarenkaart // 1,25€ > Carte jeune; Art. 27 // Gratis > -18 jaar ; Groepsbegeleider ; ICOM ; AICA Sodexo Cheques aangevaard. boek bRUXELLES Á l'infini / Brussels unlimited
39,00 €
TOEGANG
METRO Sint-Katelijne / Beurs / De Brouckère TREIN Centraal Station INFORMATIE DIENST CULTUUR VAN DE STAD BRUSSEL T. + 32 (0)2 279 64 35/52 -
[email protected] - www.centrale-art.be PERSDIENST // BE CULTURE (SPCC) Login presse unlimited General Manager Project Coordinators Séverine Provost Pauline Bertholet –
[email protected] +32 (0)473 40 05 41 Sanne De Troyer –
[email protected] +32 (0)493 16 01 86 T. +32 (0)2 644 61 91 - E.
[email protected] - Web www.beculture.be
35
NOTA'S
36