1.1. 1.2. 1.3.
1.4. 1.5. 1.6.
WaaromiJbq? Waarom uitbreiding in het U m e d Waaromccaph~de#rsîcfascvpUburg? Wat is de functie van het bestemnllngspb7 Wasrom een globaal bestemmingspllan? Het ontwerp-bestemmingsplan in relatie tot milieu-effecten en het milieu-effcwmppmt @@LR).
2.1. 2.2.
2.3.
Alganene Qeistellingm. Uitgangspunten ontwikkeling IJburg. Bcstcmmingsplanv~m.
3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5.
Het Z c e b u r ~ a n d . De ~1CWRiñ~weg en aansluiting op & U-boulevard D e rioolwatadv~gsinrichtinaOost. DC U N A d ~ i & ( v m PEN-trale). ~ Vearwegen rond hst gebied.
3.6. Diemm-Noord. 3.7. ROM Urneer.
4.1. De begmahg van het plangebid 4.1.1. Beschrijving van hei piangebicd 4.1.4. Bestaande ~ n b o u w h i n d i g eregetingen. 4.1.5. Eigendoms- en beherrsverhoudiagen. 4.2. 4.2.1. 4.2.2. 4.2.3. 4.24. 4.2.5.
Voorgeschitdeais ai ruimer planologisch kader. P1anvodng tot nu tae. Overzicht relevante pmducten Stmctuurplan Amstadam. Milieu-effectrapport (MER) Nieuw-Oosf eerste fase, delen I en 11. Verwei3ciag resultaten van het MER in het bestemmhgsplaa.
4.3. Bes?cmmingen en functies. 4.3.1. Toelichting op dc onderscheiden bestemmingen. 4.3.1.1.Uit te werken stedeli& gebied 1 WSW 1).
Nr. 397
4.3.1.2. 4.3.1.3. 4.3.1.4. 4.3.1.5.
Uit te werken &lijk gebicd (US). Uit te werken stedelijk gebied 2 (USW2). Park (Rp). Water WW).
Functies. Wonen.
Voorzieningw. Rccieatievoorzieningen en watersport, Kantoren en bedrijven. Psrkrreh V ~ m d i n g ~verkcer n, en vrnar. Aansluiting op het omiiggde stedelijk gebied Ontsluiting b i i n het plaagebicd Kabels en leidingen
Inleiding Waterkwaliteit en w ~ u i s h o u d i n g Riolering LuchNmnWging Ecologie en landschap Energie Geluidsbindcr Duumam bouwen Diememdijk AanlegverguMingmstekl De hiddijkbeid van bedrijven. De Staat van Inrichtingen De indeling vm bedrijven in categorieën. Uitwerking van het milieubeleid. Bedrijven met extrcrne geluidshinder
In 1991 is een concept-ontwespbest~gspImopgestsld voor de eerste fase van Nieuw-Oost(Gemeenteblad afd. l. nr. 713). Onder die naam is kt plan in hei overleg gebracht. Inmiddels heeft de Gcmee~~tuìwi besloten. de naam Nieuw-Oost te vervangen door f i g . Nu wordt dan ook gesproken van het bestemmingsplan Ilbufg. eeiste fase.
I
Gemoenteblad afd. 1
m
Op het grondgebied van de gemeente Amsterdani zullen in de @ode tot het jaar 2005 circa 36.000 nieuwe woningen moeien worden gebouwd. In de ngio Amsterdam zijn dat er 100.000. Die woningen zijn nodig om de toen~mmde vraag op te vangen, Die vraag naar woningen ontstaat niet alleen dom de bevoilllrigsgroei, maar voorai door & gmei vau htt aantal huishoudms en de individuele &behaftc. Concentratie mad de sCcdcn is het uitgangspunt bij het zoeken naar &we woongebisden. Wonen dichter bij de stad vetkort de reisafstanden naar het W& en opent de mogelijkheid het woon-wherkeg, met name dat op de weg. te beperken door goed openbaar vervoer aan b b i k De stad dimt de mogelijkheid te biaden voor veel huishoudens om in Amtenhm te blijven wonen en weken. Ook forensen moeten hmncn terugkeren naar de stad. Bouwen aan of bij de stad hecft dus de v o o ~ . Hoewel in Amstehm v a l kkinerc bwwlocaties met n i e u w b o u w w o ~ ~ n worden gcreauseerdl, blijít forse stadsuitbreiding nodig om aan dc woninte voldoen. Het gaat ahter met aüem om wooïngbotnv. Met Uburg wadt een campiete stadswijk aan de stad toegevoegd, inclusief werkgelegenheid, voorzieningen. recreatie- en naiuurgebiedcn. D d j staat & aandacht voor het miiïeu vomop.
Uit regionaie m e s en vezkenningen ten behoeve van het SueekpIanlSûuctuurplan blijkt dat van de mogelijke locatia rond Amatwdam Ilburg de beste mogelijkbeid biedt om de benodigde nieuwe woningen die niet binnen het bestaande stedelijke gebied kunnen worden gebouwd, te realiseren. D e nimte rond de stad is beperlh Aan & westzijde be* zich de luchthaven Schiphol en het westelijk havengebied Het groengebied Anistclland heeft een grote natuurlijke. recreatieve en dhucle waarde. Waterland is als veenweidegebicd in cuitunet, ruimtelijk mvooral in scolegisch opzicht van zeer betekenis. Dit is de &n dat ra#is g e d m tijd studie6 zijn v d h t aaar mogelijke bouw in het U w . Dit is echter eveneens cen kwetsbaar gebied. Tegelijk met de aanleg van Ut>urg woreit aan aahiurontwikkeiing gedaan warnumee de negatieve eRtctm van de aaaleg van ITburg mvcel mugeiijk worden ondervangen. Ubwg is weliswaar & grootste, doch lang niet de enige bouwlocatie in de regio Amsteniam. Ubutg bevat in de uiteindelijke omvang ongeveer de helft van de 36.000 woningen die Amsterdam moet bouwen. In de regio vormt Uburg met 18.000 woningui slechB 18%van de gewaagde wonhgpductie in de naaste toekomst. Andere l d w zijn te vinden in & H~~~Iemmermeet, h in& in Zaanstad. in Amstelveen en Uithoorn. Daarnaast wordt in Almere fors gebouwd in dezelfde periode. l . wamm een pbn vmr rb U&
&a
iiw Ilby*~?
Reeds geruime tijd is er ovemens~mmingop alle bestuurUjke niveaus over de omvang van IJburg.
Nr. 397
~
Aanvankelijk betrof dit 23.000 woningen, maar uit nadere studie bleek dat op het grondgebied binnen de gemeentegrens niet veel meer dan 18.000 woningen kunnen worden gebouwd. 18.000 woningen is dan ook de maximale omvang, waarvan minimaal 8500 woningen v66r het jaar 2005 moeten w o d n gebouwd. Het is de bedoeling, IJburg in fasen aan te leggen. De eerste fase bestaat uit een zone langs de Diernaeedijk, waar een aantal van ten minste 8500 woningen wordt nagestreefd. Voor dit deel, inclusief de aangrenzende Diemeneedijk, is dit bestemmingsplan gemaakt Voor de tweede fase van Uburg zal te zijner tijd eveneens een bestemmingsplan worden opgesteld. 1.4. Wal u de /unctie wn A d beskAningsph?
m
%n bestemmingsplan schept het juridisch kader voor een te ontwikkelen gebied. Kort samengevat komt het erop neer dat in een bestemmingsplan wordt vastgelegd hoe zo'n gebied eruit zou moeten zien. Het bevat regels voor diverse bestemmingen, waarin functies, mals wonen, recreatie, werken en natuur. kunnen worden gerealiseerd. Die regels kunnen verder betrekking hebben op bijvoorbeeld de bouwhoogten. Het bestemmingsplan is niet alleen een beleidsinsuurneot van het gemeentebestuur. Ook biedt het burgers & mogelijkheid in een vroegtijdig stadium invloed uit te oefenen op de toekomst van hun leefomgeving. Dit is van belang voor degenen die straks in het bestemmingsplangebied willen gaan wonen of werken of voor degenen wier woonomgeving door het in het plan bepaalde wordt veranderd.
Bestemmingsplannen kunnen zeer globaal of vrij gedetailleerd zijn. In dit geval is om een aantal redenen gekozen voor een globaal plan. In de eerste plaats is het bestemmingsplan vooral gericht op het kunnen maken van land. De inrichting van het land is echter nog niet tot in de details bekend. Aangezien de termijn waarop het plan wordt gerealiseerd. vrij lang is, dient er voldoende marge aanwezig te zijn om het globale plan gedetailleerd te kunnen uitwerken. In dit globale bestemmingsplan is dan ook voor de meeste bestemmingen een uitwerkingsverplichting opgenomen. 1.6. Het ontwrrp-beskmwùngsplon in rrhlir tot &u-effcc&n eflecbqpport (MERJ.
en hel n&u=
Paralkel aan de procedure tot vaststelling van het bestemmingsplan is tevens het aanvullend Milreu-effectrapport IJburg (MER)in procedure gebracht, waarin de milieu-effecten zijn beschreven, alsmede voorstellen zijn gedaan voor aanvullende maatregelen. Het MER IJburg dient ter ondersteuning van de besluitvorming over het bestemmingsplan. In de afweging, of en in welke mate tand moet worden gemaakt en er moet worden gebouwd. spelen de milieueffecten een zeer belangrijke rol. Belangrijk is dat het MER zelf ook onderwerp van inspraak is geweest. De Commissie voor de milieu-effectrapportage heefl op 13 januari 1595 een positief taetsingsadvies afgegeven en komt daarin tot de
Oemeemieblad afd. 1
wnclwie dat bet MER Uburg voldoende inzicht gaefi in de milieuconsepuenties van Liburg om ecn besluit over het kstemmingqlan te kunnen nemen. Na vnsbîeliing van het besturimingspian door de Gemeenteraad eindigt de M.ER-
.&P
Ten khocve vim bct maken van meuw land voor I J b w zal padiel aan de vsststelling van dit bestemmingsplan door de Gemean& e& comeasiem m voor de Igodaanwinninn worden ingediend bij de minister voor Verkeer
m
*
Ilburg is de belangdjhe grote l d e binnen dc regio Amsterdam waar na 1999 woningen kunnen worden g t h u w 4 en wam ook &, voor de wstad vitale functies aïs werkgelegenhad m m m t i e ccn plaats huuicn vindca Ilburg moet in de ppiode tot het jaar UWIS samen met em groot m t a l binnenstedeiijkc locaties de 36.000 woningen op hd Amsterdamse grondgebied gaan opleveren, die nodig zijn wi de tmaemcnde stedelijb bevoiking te huisvestea. Daatmse levut bmstudsm zijn aandeel in de totaal 100.009 woningen die op het gron@ibied van & regio Amstcdm mMen motten worden g e r a b e d in diezelfde @ode. SWhts met die wordngaautalh kan het risico van forec hetnieuw& woningnood worden gclrceïd Ilburg moet eai nieuwe, voiwnantigc stadsmjk in bet Umef wordea, die van Zuidoost en Dicmn is gcscBcidcn donr een te ontwikkelen groengebied waarvan de Diemazeedijk, het FEN-eiland en het polduiand rond de Diem- en de Gemeamchapspolder deel uit maken. Op het gebied van watmwmtie kan LTburg een belangijke plaats innemen op regionaal niveau. Met een asintai nieuwe jachthavens is het gebied een meuw vaamhei in het Umeer m ten etot de stad vanaf het water. Voor is bet de nicuwe oever aan bet -/Ussc-. Euigrootstrand.waermccindetw~fascrckcningw~~oudcn.ende gevarieerde kustlijn bieden velt mogelijkheden vaar oeve. De ligging van de locatie in bet Umeer moet eea uniek watanjk woonmilieu aan de stad boevoegui. Binaen het wooamiuw moet variatie en differentiatie worden geòoden. Dammee wordt ingespeeld op de behoefte van bewm uit de stad aan ten woning binnen Amskdam en op een toenemende vraag van buiten de stad wonende mcnscn die in Amstadam werken en daar een woning zoeken. Forensisme, met die bijbehaende miktschade en tijdverlies voor de reizigers. hd&lmleewordenbeperlt In Llburg wordt beoogd, de mtomhüiteit te beteugelen ten gumte van het
o p b a a r vervoer. Haogwaardlge en beirouwbare vervuersverbindiogen met stedelijke werk- en v o o r P & ~ n t r a en een directe aansluiting zowel het stedelijke als regionale openk-vgvoersvsteem Pin darvoor een vmiste. S& meer &l rekening moeten worden gehouden met eisen die vanuit een verantwoord milieubeheer worden gesteld. De benadeLing daarvan moet integraai en op d e schaalniveaus geschieden. Daarbij moet rekening worden gehouden met bestaande ecologische en liaudsc~lijkcwaarden. terwijl & schadelijke effeaen van de d e g voor het milieu maien worden ge . . l'seerd De ontwikkeüng van Uburg moet hierop inspelen.
6
Nr.397
Voor & pbmmvkkcling v m IJburg geiden de volgende uitgpnlF8punttn: - eerafarc: 8856 t@ 115a) w o n t i p Voordegcheleuit4miding~âiimtte~~vrinccn ~caw;aagvrni18.Q00nrwlqgca,weawaua8500moabenwuden gaealidv&hecjas12005.Desctsufa~e~misallsmngkEadt~an . . gebied w&, bhincn dc te d e n mimeiijka kwalkmmm, w d gwctnefdntattwmiasteBJOOwwingenLHet~~ttrealisarcn woningen badrauyt 11.MD. Om dczs eerste f s e mdgelijk ie ma ka^, is dit
-
-lmltJpjpMd;
inreamlcbtmddn~.
~ i w o r a t g e b a u w d i n w n ~ ~ t i s n ~ - v 8 n ~ ~ w i o r
e n @ ~ , ~ ' ~ v s a h a f ~ c n ~ u m d i t i r e ~ a a bet~vavoer.VQOrhet~Iopcabaiirwmiain6.~
kaaewordtgesmefdnaareenrcgnltartvan~vombetwooa-
~ . D i r p m a î a p E a l ~ ~ & W 8 t a a d ~ g o h o p p c l d a a n hctrngauramdc~~eidcnteacmrpmaatrtgdmeldaSinde Bhl.
OBkdeimiclitmgvsn&wijkzal~msdcmoeteawordentrf~ ndlwrfiindlingni t4madam--
s-m.
Tradsvcnir~jkemJnwsl~via&FistHEin~imophet Ccatraal Station a i v i a mbmg ofbimitl overofondcrkt Amstdam-
Ia~op&w&Kjkemeaoringen/~debartnaadcrall~~via WemsnIlMrhttCai~S~ h her plan wondesr twee t q m b a a c - - a t a 1 ~
op nil moslijk gem9sldûpditmomentwonat~~vsn~trnmïgnBchtingCtiitrail S~m,öIchet~ast~suigtleg6~jaren~wordt~ -r da metdi# Irngs Diemen-Nwrd naar de smgcltgd, Hat~zaibiiiliemdewljklupisiagsvbjwoldcn~oerd.Etwomü w~eni&~geninIJborgm#azovmcgm~gelijk@um op k t &&lijk raihid aan te siuiten; op de Al en AlO. Voor hwegvakm wo& de nieuwe mdd-ding naugesi0f.n op zowel hdLnaoppuatZeabmgbijdcAlOalslopdeA1. Voor de aamluithg op ùe A l zijn drie & m a t i c m bcsmbnk - Euigs I ) l ; r p s ~ - N d - bugs de UNA-cnitrala Diwnen op de G a a s s w e g , - -1 de üNA-cemak Diema richthg Mmdm. I n W e f ov&g heeft plam~wndpiova & gewenst@llamhiiting op de Al. D it heeft mtaindclijk gelcid tM ahijhg daot Dimiea van de varbinding bij Di~inaen-No~~& door Miiiden ven de aamiuitiiig bil de W x i s tm bereidheid bij de Rijkswstnstaat om de iugcnaew m v a s t c v d u r wiw een d u i t & òij de G w p d m m u w e g e g Diemen) ~ nsder te besruderen. Be8~1-g van de verschuleode varkmen van &ring op &
~~
Gemeenteblad afd. 1
a
•
Al heeft inmiddels tot een gezamenlijke voorleur geleid voor een ~ s 1 u i t i n g op of nabij het knooppunt Diemen. Dit traot is opgenomen in de in pmcedure zijnde @Ele herziening vsn het streelrplan AmsterdamN o o ~ ~ g e b i eDe d. vorm van de aaneluiting op de knoop is verder afhmkelijk van de wijze waarop het hooppunt Diemwi wordt g e r a c o ~ t n i dHierbij wordt aaageslotcn bij de vwrsklien die worden ontwikkeld in het kader van in de zogenaamde CRAAG-sindie, waarin naar verbetering van de vcrleemelaties tussen Amsterdam. Almen en het Gooi wordt g d t . In een btssenfase kan hd mmddïelijk zijn. een tijdelijke vabiiding over het UNA turein richting Maxis san te leggen. Voor de aansluiting op de Al geldt dat daaraan geen onthefnngsprocedun in het kader van de Wet gelriidhhk wordt vabondtn m dat derhalve via maattegeten aan de bron afdoende gcluidbq.mkeode maairegelen motten w o h getroffen. Om die &n m in vaband met de veidere d d e r i n g van het trad is de wegverbinding indicatief als nadere aanduiding op de kaarî aangegeven, uidat de prdeze ligging mede door geluidshinderbeperkingen kan wonlcn beïnvloed. Bovendien dient de aansiuiting in naastgelegen ~ g s p op het ~ padgebied n van de gemeente Diemen in door deze gemeente op te stellen bestemmingsplannen geregeld ie wordcn; - onr~[uirUrglangzaam verkeer en fits. De locatie zal voor langzaam verleer in de richtingen Amsen Diemen op het ontwerp goed en veilig worden ontsloten. Indicatief zijn de beste-lan aangegeven. De vabirilding parallel aan de Wemmedijk en het h k d m - R i j n k a n a a i is een beimgrijke mute in de richting van het landelijke gebied en in de richting van Muiden en W-; - 704b rmrrktscctor - 30% gesirbsidieerd Voor de woningbouw wordt uitgegaan van bet realiseren van een hoog aandeel in de marltsector. vooialsnog 7û% niet-wubsidieerd, en 30% in de gesubsidieerde sector. in de vmmhrif&en is hieromtrent geen hpaiiag opgeao-n; - int#graal watcrbehecr. In het Lader van de reorganisatie van het waterbeheer in tiet zuidoosîen van de provimie Nd-Holland wondt g w f d naar integml wateikheer in de regio. Hierbij zijn ook de Amsterdamse waterbeheerstaken betrokken,. Ubutg zal een nieuw stuk stedelijk water bevatten binnen de gemeente Amsterdam. Uitgangspunt is dat het wgd-i beheer van IJburg op dwlfde wijze wordt geregeld als voor de overige wateten binnen de gemeente Amsterdam het geval is;
-
waterberging en wafchvditeit.
Ten aanzien van de wntehuishoiiding wordt uitgegaan van het m p e dat het water in het gebied zelf zo min mogelijk wo& v d d en dat bovendien moet worden voorkomen dat de omgeving met vervuild water w d belast. Dit betekent dat het probleem van de vavuiling binnen Ilburg moet worden opgelost. Uitwiswling tussen stadswata en het U m a t e r mag alleen plaatsvinden als kan worden aangetoond dat het IJmwr niet extra wordt blast met verontreiniging vanuit IJburg. in overleg met Rijkswaterstaat zal worden bezien hoe bij de verdere planuitwerking deze randvoonvde kan worden vormgegeven;
Nr. 39ï
smering en stankowrlast. De sanering vm de grofvuil- en chemisch efvalstoirpIaats op de Dieinerneedijk zal zodanig w d n uitgevoad dat gem vervuiling van het oppmhktewater op& cn dat M gebied veilig km w d m ingericht met sportvelden. bovenwijlis park- en of nat~urgebied.In ieder geval zal op M moment van verkoop van de eustc w van Ilburg voldcmode zekerheid moeten bestaan omtrent de voortgang van de smering. Gedmcfd wordt naar isolatie van het vcrvuïlde gebied op M uioment van oplevering. E v c m d e n voor die tijd maatregelen aan de fioolwa€erzuivetingsMchtingOoa zijn getroffen ter voorkoming van mogelijke stankoverlast; - kambnwi1~11'ng. Uitgaande van de start van de woningbcxw in 1999f2ûOû zal medio 1998 worden gestart met de dehitiewe ophoging. De start van de woningbouw is mede a€lwnkelijk van & d @ j d welke wor& bepaald door de methade van Land malten. Om deze te ùdudem, is een zogenaaak proefl-winning uitgevoed. Dc d t a t e n van de proef, die sinds de tmisieleggiug van dit ontwap butemmingsplan zijn verhegen. kbben niaiw inzicht in de te gebniilcn -eken geboden in rclaîic tot de verschrllende mdpgrondea in het gebied Zij vonnen de basis voor de fasering van de aanleg van de emte fase van Uburg; - somenhang met Zeeburg. Voor het westelijke deel van het Zecbwgedland i s een studie gaande naar de t o e l i o ~ g bestcnrming. e De dennitieve besluihrorming over de ontwikkeling ia gekoppeld aan bi f~&&gbesluitvan LTburg. Voor het oostclijle deel WO& voaralsnog u i t g ~ g mvan cai gemeagd gebicd met kantoren, bedrijven m d e v e v d c n i n g c n . -
Als meest geì5gende planvorm is gekozen voor een globaal b s l e ~ g s p l a n met u i ~ g s v u p l i c h t i n gvoor delen vao het plan. Het plan legt de hoofdcontom en hoofdlijnen met beaeldring tot de to&omt& btemming m inrichting vast, alsmede de richtlijnen wamaan een verdere uitwerking moet voldoen. Het ontwerp-bestemmingsplan bcoogî niet mccr vast te Iegeoa dan waar uit oogpunt van stedenbouwkundige p l m o n t w i ~ gop dit moment zekerheid over bestaat. Het moet een voldoede plnnologisch kader bieden voor de uitv&g van de landaanwinning weke veel eerder dan de d8ering van de bebouwing
moet starten.
e
Het bestemmingsplan is g e b a s e d op een aantal Whnische studies en ~ntw~verkennin~en. Voor de meer gedetailleerde nadere s t e d e n b o u w ~ g invulling e rest nog een ruime periode voor overleg met derden. De resultaten daarvan d l e n in &n of meer uitwekiegen worden vastgesteld volgens de daarvoor gelden& eichtüjnen en procedures. weergegeven in afl. 12 van de voomhrifien van dit ontwerpbestemmingsplan.
l
Gemeenteblad afd. l
L het plangebied üie van invloed zijn op de eerste fase van IJburg zoals vastgelegd in het kort wordt ingegaan op een aantal ontwikkelingen in de omgeviog
L
'
in dit ontwerp-bestemmingsplan.
l
w
Ten noordwesten van het plangebied ligt het Momentael is dit eiland gmmdeels in gebruik als industrieiadn. Zowel de op het e i W -
@
gevestigde betonmortelcenbale als de riwlwaterzuiveringMchhing Ooat zijn bedrijven als bedoeld in art. 2.4 van het Iorichtingen- en Vergunniageabtsluit (voorheen A-inrichtingen). Het te onlwikkelen plangebied ITburg is gedecltetijk binnen de daarop van toepassing zijn& geluidshindcnone gelegen. Door het geresdkomen van de Zeeburgertunnel en Zeeburgerbrug is het eiland m g a a i a op de A l m g w e g . Vanaf 1998 zal het eiland een belangfijke schakel vormen in de D-boulevard die via h a in aanbouw zijnde knooppunt bij de A10 en via de Piet Heultmud door het Spoorwegbaasin, de Ringweg en Uburg met het stadsomtrum achter het Centraal Station verbindt. Het Zeeburgereiland wordt hiermee feitelijk de oostelijke stadsentree voor de U-boulevard. Parallel aan dit tracé wonit tevens mlmte gereserveerd vom de railverbiuding met Zlburg, Het eiland is door deze belangrijke verkecrshcties tevens de poort tot murg. Als knooppunt voor zowel wegvervoer als o p b a a r v u v o a biedt het Zeeb@land in de naaste toekomst tal van o n ~ h g s r n o g e l i j k h e d e ndie in een stedelijke context bekeken dienen te worden. Als deel van de ontwurkeling van LTburg moet de toekomsaige herbestemming w inrichting van dit eiland nudrukkelijk een positieve bijdrage voor de ontwikkeling van deze stadsuitbreiding vormen. Vais het handhaven m v& uitbreiden van de rioolwaterpiiveringainrichting een gegeven, wearbij maafregelen worden getroffen voor het drastisch inperken van de milieulast (geurhinder). Op dit moment is een studie gaande naar de bestcmming van het westelijke deel van het Zeeburgereiland Zowel een invuliing van dit deel met woningen als met bedrijven wordt bestudeerd. V w r het W l i j k e deel wo& uitgegaan van een ontwikkeling met een meer of minder intensieve kantoren- en bedrijvenbestemming, al of niet in combinatie met stedelijke en d e v e ontwikkelingen.
In 1990 is met de realisering van de Zaburgertunnel en de Z e e b u r g h g de ontbrekende schakel in de Ringweg rond Amsterdam aangebracht. Ondg mcer door de hoge ligging boven het wata zijn de geluidshindenones aanzienlijk. Ook zal de aansluiting van de U-boulevard op de A10 en de sansluithg b r n a op Uburg een toename van de vakeersintensiteiten en daarmee een verhoging van de geluidshinder voor de omgeving met zich meebrengen. In een verbreding van de A10 met een uitvoegstrook wordt vooden. Dit betekent dat maatregelen aan de weg alleen niet voldoende zullen zijn en dat in het meest westelijke decl
J
Nr. 397
van Uburg de grenswaarde wordt overschreden. Een daarm& rekening houdende bestemming en aanpassing van de radbebouwing in Uburg zal een oplossing moeten brengen. Vooris wordt hiervoor verwezen naar het bijgaand akoestisch o n d e m k in het kader van de Wet geluidhindet.
Voor de rioolwatemuiveringsi~chtingOost (&&Oost) gelden zowel hindenones in het kader van de Wet milieubeheer als in het kader van de Wet geluidbhier. De zone voor het geluid is wettelijk vastgesteld op 50-&(A)ernaalwaarde binnen een straal van 5ûû meter vanaf een centraal punt op het tenein. Voor de geurhinder is een contour vastgesteld die is gekoppeld aan de in uitvoering zijnde smeringsmaalregelen, die nergens verder dan 90 m bui- de terreingram is gelegen. Voor LTburg betekent dit dat de geluidshinder te verwadozen is en ook de g e d e r niet tot problemen zal leiden. In de planontwikkeling voor de RI-Oost zal tevens worden gezorgd voor een landschappelijk verantwoorde inpassing.
De NV EnergieprodWebedfijf W A . zijnde het p t o S u c t i e ~ j fvoar elektriciteit en warmte voor de provincies Utrecht en Noord-Holland (met Amsterdam als mede-aandecihouàer). exploiteert & voorheen zogenoemde PENcentrale. Deze UNA-ccntrnie bestaat naast een oud geùeelte, dat naar verwachting b i e n niet al te lange tijd definitief buiten gebruik zal worden gesteld, ook uit een nieuwe modeme zogenaamde STEG-eenheid (adgasgestookte w door stoom en hete gapsen aangeflreven hoogrendabele emiwbn), die naast ellmiciteit ook wamte levert aan Amsterdam-Zuidooa Naar verwachting zal buinenkoxt ook aan Amsterdam-Buitenve~derten Amstc1vcen warmte gaan warden geleverd. Door toenemende waag naar warmte, medc door de komst van ITburg, zal de capaciteit van de centrale uitgeórcid moeten worden met een volgende STEG-eaheid. De UNA-cenaale beschikt thans over een vergunning die in het jaar 2000 verloopt. Daarna zal opnieuw vergunning worden verleend op basis van de nieuwe situatie, waarbij de uitbrtiding van het vermogen en de aanleg van Liburg van belang zijn. De verwachting is dat de milieubelasting van de STEG-eenheden dusdanig beperkt is dat de eerste fase van Uburg volgens de huidige plannen, dus inclusief vorenvennelde uitbreiding met een extra STEG-eenheid,geen hinder van de UNAcentrale zal ondervinden. De definitieve beslissing over de uitbreiding van de centrale wordt genomen in het overleg tussen de Samenwerkende Energie Producenten en de regering. Er wordt van uitgegaan daî de UNA-centrale ook aan IJburg warmte levert. De geluidshindenone vm & UNA-centrale. een bedrijf als bedoeld in art. 2 4 van het Inrichtingen- en Vergumingenbesluit (voorheen A-inrichting). ligt voor een klein deel binnen het bestemmings~l~ngebied~ Voor de overschciidine van de voorkeurswaarde van 50 &(A) is de-inth~ffingsprocedm gestart, &&j aan Gedeputede Staten vaa Noord-Holland wordt gevraagd, een hogere waarde vast te stellen.
Gemeenteblad afd. I
3.5. V-egen
mnd hd gebied
Het plangebied wordt omgeven door belangrijke nautische routes. die de verbinding vormen tussen het Noordzeekanaalgebied en de rest van Nederland voor de grootste scheepsklassen uit de binnenvaart en binnen korte tijd ook voor de vierbaks duwvaart. Ook de verbinding tussen het Rijnmondgebied en het noordoosten van het land Ligt langs het plangebied. Het gevolg is dat het plangebied slechts via pontveren of bmggen op Rijnvaarthoogte of mmels op &nvaaridiepte kan worden benaderd. hetgeen met name voor fietsers een handicap is. Anderzijds geven bruggen de gelegenheid om van prachtige vergezichten te genieten. - Het Amsterdam-Rijnkanaal {ARK) is grotendeels verbreed en verdiept ten behoeve van de vierbaks duwvaart en andere schepen met een diepgang van 4 m. EI resteert nog een aantal knelpunten, en wel bij de schutsluis en de primaire waterkering ter hoogte van het Nieuwe Diep. Ter hoogte van hei Zeeburgereiland is de aanpassing van de oeverlijn ten behoeve van de nieuwe oranjesluizen en vertireding van het ARK reeds uitgevoerd. Het scheepvaartverkeer op het ARK levert potentieel risico op voor de omgeving ten gevolge van .t vervoer van gevaarlijke stoffen. Het plangebied Ligt echter buiten de risicozone. - In het Buiten-U Ligt een vaargeul die door een strekdam vanaf het Zeeburgereiland wordt begeleid. De vaargeul wordt vooral in de zomer zeer druk bevaren door de intensieve recreatievaart op het Usselmeer/Markemeer en de randmeren. Het Umeer en het Buiten-U zijn zo ondiep dat grotere beroeps- en recreatieschepen niet van de vaargeul kunnen afwijken. De jachthaven van Durgerdam is bereikbaar via een eigen toegangsgeul. - Tot voor kort was de capaciteit van de Oranjesluizen te klein om het grote aanbod van schepen met name in het zomerseizeen te verwerken. Om de sluizen geschikt te maken voor vierbaks duweenheden, is een nieuwe sluiskolk ten zuiden van de bestaande koken gebouwd. Deze is begin 1995 in gebmik genomen. - De Schellingwouderbmg wardt hierbij als vermeldenswaard beschouwd, omdat de vaargeulen in het U en in het Urneer deel uitmaken van de staandematroute en daarom geschikt moeten zijn voor zogenaamde hoge transporten. In verband hiermee is de brug voorzien van een beweegbaar gedeelte ten noorden van de hoofdoverspanning. die op Rijnvaarthoogte Ligt. 3.6. Riemen-Noord.
De gemeente Diemen grenst met de nieuwe woonwijk Diemen-Noord ten noorden van de A l aan op het plangebied. Tussen deze locatie (2600 woningen) en de Diem is ten behoeve van de oniwakkeling van Ihurg een mogelijk tracé voorzien voor een metroverbrnding die aantakt op het metrotracé in AmsterdamZuidoost. Met een eventueel metrostation ter plaatse van Diemen-Noord kan deze woonwijk per openbaar vervoer op rail worden ontsloten. Aangezien de omgeving van de Diem als recreatieve uitloop moet functioneren en overlast voor de geplande woningbouw moet worden voorkomen. is de gemeente Diemen geen voorstander van een door Amsterdam voorgestelde wegvariant waarbij de aansluiting op de Al via dit gebied loopt. In november 1990 heeft de Kroon het bestemmingsplan Diemen-Noord integraal goedgekeurd onder de vermelding dat
Nr. 397
de door Amsterdam gewenste infmslmtctuur niet onomkee&aar onmogelijk wordt gemaabt en dat m e r i n g e n als door Amsterdam gewenst nog niet opportuun waren zolang onzekerheid bestaat over de realisatie van Ilburg. Overleg tussen Rijkswaterstaat, de provincie Nood-Holland, de gemeenten Diemen. Muiden en Amsüdam heeft inmiddels geleid tot een gezamenlijke voorkeur voor aansluiting op de A l bij het knooppunt Diemen. (Gaasperdammetweg).
Teneinde de effecten van verschillende ingrepen in het Umeer op te sporen en aanbevelingen te doen of sturing aan te brengen ten behoeve van een duurzame ontwikkeling van het Umeer, is voor het Urneer een Ruimtelijke-ordening- en milieuproject (ROM-project) gestrut. De provincie is de trekker van dit project. Aan het proja nemen de betrokken overheden van zowel njks-, provinciaal ais gemeentelijk niveau deel. Het ROM-project heeft inmiddels geresulteerd in een doot Pronncialc Staten vastgestelde Voorlopige Visie en een P b van Aanpak, derde concept. van februari 1995. Het Plan van Aanpak bestaat uit een gezamenlijke en i n t e H e visie op de meest wenselijk ontwikkelingen van het Urn= en een pslket van luitvoerhgsgerichte maatriegelen. Due maatregelen hebben betrekking op de periode van 1995 tot 2005. Het bestemmingsplan LIburg, eerste fase, past binnen de vastgestelde Voorlopige Visie. h de ontwikkeling van het Urneer is Ilburg een belangrijke ingreep. Voor de beschrijving van & effecten van de aanleg van de woonwijk is in het kPder van in het het MER veel onderzoek verricht. De resultaten van dit onderzoek w& ROM-project gebruikt. maar hebben ook bij de opsteilhg van dit bestemniingsplan een rol gespeeld Het P b van Aanpak bevat voor Uburg ten aantal concrete aanbevelingen waarmee een zo goed mogelijke inpassing van de nieuwe woonwijk w& beoogd. Hierin wordui eisen aan de stedelijke ontwikkeling in dit gebied gesteld ter bescherming vao he&belangrijke zoctwatcrbekken UmeerlMarkermw. Het aanbrengen van onderwaterdammen tegen golfslag voor de WatCrlamise hst, waarbij het doorzicht en de kwaliteit van het water wordt vedxterd. is een van de maatregelen die het verlies aan natuwwade als gevolg van & aanleg van Uburg kunnen ondervangen. Bij de uitwerking van dit bestemmingsplan en bij het maken van plannen voor de tweede fase zullen de aanbevelingen uit het ROM-project temgkomen. 4. BwchriJvlng w het p h in hmûbkca
4.1.1. Beschrijving vm het plangebicd
Het Buiten-U is een uitloper van het Umccr. Het Umeer tussen Amsterdam en Alutere markeert de overgang tussen het Ussel-Markenneer en de mgenaamde randmeren van zuidelijk Revoland. Het Buiten-IJ stand oorspronkelijk in open verbinding met hei U, Door de aanleg van het N o o h m in de negentiende
I)
eeuw is daar een einde aan gekomen. U en Buiten-U weden van ellaar gescheiden dwir een zeewering met daarin opgenomen de Oranjealuizen voor & vtnistc scheepvaartverbinding. Tevens w d een gcdecIte van h a Buiten-U afpcheiden door lagcre dijken, waarbima baggaspecie uit & a d e g van de oostelijke havens en de vaannute in het Buiten-U w e d gestart 2% onmad het ~ e e b u r ~ i l a met n d in het v e r l e daarvan een g e b o b streltdam ter begeleiding van de vaimoute. tevens dc uitmondhg van het v o o ~ g c Sadaiwl. Uniek voor het gebied is de nllmtewerling van bet Buiten-IT en het Umea als grote open ruimte ui dicht bij het stedelijk gebied Voorts is het gebied eni grote ondiepe zodwataplas mci aanliggende oevergebitden en h m v w d voor w ~ o g e i van s belnag. Voor meer gederaiUendt gegevens omtrent nutuurwamiea in het gebied worat vawczen naar het bijgaande MBR Een d d van de omkgnmd in het plangebied btstaat uit weinig dmagknxhtige ZaYldlde mgenaamde U-oerged Het wcsteiijk~deeE van het gebied wordt gtdomheerd door stedelijke grootschalige ~ c t u u ~ . Het in 1893 gerealkerde Amstgdam-RijnLanaal vormt een scheiding Rissen het plangebied en ha ingepolderde vaste land Over het gebied lopen 380kV- en 150kV-hoogspmingstijnen die on-1 zijn van respectievelijk ha landclijk koppelnet en het rc@omdd i s ~ b u t iZe ~. zijn verbonden met & dominant aanwezige UNA-ccntrale in Diemen. Via het getrimd als westelijke deel van het gebied is een -eiding onderdeel van het landeiijk aardgas?mqmtnct. in de jaren tachtig ïs over de oostpunt van Zeeburg de Ringweg mnd Amsterdam (AIO) doorgetrokken, het Buiten-U lnuisend door middel van een lange bnig (de Zeeburgerb~g)en een îunnel ter plaatse van de vaarroute (de Zeebuqemmel). Aan de noordzijde wordt het Buiten-U be;grrnsd door het nationaal i a n d s c m waberiand met h g s de d & het in het Iradn van de Monumentenwet bcschtrmde darpsgezicht van Durgerdam. Ten oosten van Durgerdam ligt het beschermde natuurgebied van de polder Udoom. Belangrijk onderdeel van het gebied is de M m i k . Wata'staatkdig is deze dijk van belang als primaire w%terkhg. C u l t u ~ s t o r i s c his dew als oude zuidelijke zeedijk van belaag met ekmenten ais het Oemeenlaadshuis. & Ipeaslotcrsluis m de Diemerdammersluis. In dit kader zijn ook de vestingwcrictn langs het Buiten-U. zoals het Vuurtoreneiland en het Blauwe Hoofd en de Batterij. vermeldenswaard. Aan het gebmik als stortplaats voor verontreinigd puin en vuil ui de dasnuui verbonden zwaar verontreinigde brandplaats voor chemisch afval ontleent de Diememdijk zijn negatieve betekenis. Jmenlange isolatie van dit gebied bleek wel gunstige voorwaarden te scheppen voor het ontstaan van een unieke flora en fauna zo dicht bij de stad Aan de midoostliaat wordt het g e b i gemarkeerd door het aan de Diemeneedijk gelegen buitendijkse PEN-eiland Dit s c h i d h d , ontstaan door het aanplempen van grond, die was weggegraven voor de bouw van de UNAcentrale. heeft de laatste decennia een bijzondere w a d als nahiurgebied verworven.
Nr. 397
De begrenzing voor het ontwerpbetttemmingsplan is als volgt gekozen. Aan de nm-t valt de plangrens gedeelteiijk s m e n met de grens ven het stadsdeel Amsterdam-Noord, die p a d e l loopt aan de vaargeul in het Buiîen-U op 10 m uit de oever vm het Z e e h p e i i a n d en de strekdam. Aan de noordwestlaat is de grens gelegen lang de Nicîmver van het Zeebwrgereiland. Deze grens valt samen met die van het bestemmingsplan Zeeau@ Scheliingwoude en is tevens de grens van het bij rsadstiesllet van 20 oktobct 1993, nr. 592, genomen voorbmidingsbesluit voor het Zeeburgereiland. Het verdere verloop van deze grens is zodanig dat deze parallel aan de Zeeburgerbrug sansluit bij de p n s van het bestemmingsplan Scheihgwmde. in het zuidwestelijke d 4 woadt de p s ven het
Uitbreidingsplan Nieuwe Diep aangehouden. Fbdlel aau het AmsterdamRijnkanad valt & gemeentegnns tussen Amsterdam en Diemen samen met de grens van het plangebied. Deze vormt de midwestelijlre plangrens. Vervolgens volgt de plangrens aan de oostkant de gemeentein de fiem en door het Umeer (langs het PEN-eiland) tot aangesloten wordt op de noo-lijke begrenzing bij de slxekdam langs de vaargeul in het Buiten-U, ongeveer evenwijdig aan de Diemeneedijk van het PEN-eilmd tot het Zeeburgereiland
Door de provincie is een wijziging van de gemeentegrenzeo voorbereid in het
Lader van de toewijzing van delen van het Urneer. Fkr 1 januari 1995 is de gemeeutegrens in oostelijke richtleg opgeschoven en ais zadanig op áe kaart aangegeven. 4.1.4.
Bcsraonrlr stc&nbouwWge regelingen.
Het plangebied valt voor het grootste deel binnen het Algemeen ~ibrei-din88planvan 1938. op &&nd waarvan de bestemhg Water van Lracht is. Uitzonddan druuos> vormt het noordwcstehike ndcelte. waar sprale is van w veeteelt en voor & Gtocfeninp -an v&* de b e s t c m m i n ~ ~ a n d b ken gebouwen, waarbien ingevolge een op de kaart gegeven aanduiding de d e g . voor het zuidvan invliegveld voor watervliegtuigen mogelijk i ~ Uitsluitend oostelijke deel van het plangebied i s het bestunmingsplan Natuurgebieden uit hebben daarin de bestemmhg 1970 van kracht. De desbetreffende
Natuwgebied. Met het onherroepelijk worden van het bestemmingsplan komen de vigaende mgelingen te vervallen. Orenzend aan het noordwestelijke gedeelte van het ontwerp-bc8&gsplan Uburg, eerste fase, vigeert het bestemmingsplan Zeeburg(Schellingwou&, vastgesteld in 1978 (Gemeenteblad 1978, afd. 1. nr. 504). en opgesteld ten behoeve van het nieuwe tracd van de U-Bo~tlevarden de rijksweg Alo, alsmede met het oog op de riooEw~veringsinrichtlngop het Zeeburgereiland. Ter hoogte van het Nieuwe Diep vigeert het bestemmingsplan Nieuwe Diep. Noordelijk en noordoosteiíjk wordt het plan begrensd d m het Algemen Uitbreidingsplan (Am), met als bestemming Water,terwijl verder noordelijk, op het vasteland, de bestemmingsplannen Waterland (vastgesteld in 1980) en
GwKcnteblad afd. 1
Beschermd Dorpsgezicht Durgerdam genoemd kunnen wonien. Ten zuidoostea gsplan Natuurgebieden en is bet vigeert het reeds eerdcr genoemde l x bestemmingsplan Diemen-Noord recentelijk goedgekeud Dit bestemmingsplan voomiet in de bouw van 2600 woningen, waarvan de laatste woningen op dit 81OnieN WO&Q gtb0lIwd. '
De grond ten noorden van de Diememçdijk is grotendeels in eigendom van de gemeente Anisterdam Kleinere delen, met name ten zuiden vao & dijk, zijn eigendom van het Hoogheemraadschap Amstelland en van Rijkswaterstaat. Het M u i t e n gelegen water van het Umeer is in eigendom hij Rijksdozneinen. Over de voorwaarden voor eigendomsoverdracht naar de gemeente van dit gebied vindt overleg plaats. Het waterbeheer ten noorden van de Diemcneedijk is in handen van Rijkswalmtaat, dimde Flevoland. ten &den daarvan is dit behea gelegd bij het Hoogheemraadschap Amstcl en Vecht en wat betreft het Amstcrdarn-Rijnkanaal bij Rijkswaterstaat. directie Utrecht. Over t o e k m g e wijziging van de waterhuishouding binnen het gebied vindt overleg plaats met de waterbhct?*. waarbij sprake zal zijn van fusie van de huidige waterschappen in een nieuw te vormen waterschap. Via het gebied loopt een aantal nutsverbindingen. waarvoor bepalingen van zakelijk recht gelden en dientengevolge een aantal g e b d c s b e ~ g e n .
Genoemd h e n worden: - de 150kV- en 380kV-hooppamhgslijn. waarvoor de UNA als beheerder verantwoordclijk is. Aangezien sprake zal zijn van een aanpassing van &ze lijnen ten b e b v e van de planontwikkeling, vindt overleg mei belrokkenen plaats; - het FTï-Telecom-stmdpad geeft geca bepakingen in bouwhoogte aan binnen het straaipad te r e a l i s m objecten. f i r n o o r geldt een maximumhouwhoogte van 37 m, hetgeen &n meter meer is dan Incidenteel - en met aamelijk vrijstelling - volgens de voorschriften mogelijk is; deze bed* 36 m; - de dgastransporileiding van de NV Nederlandse Gasunie is gedeeltelijk verlegd ten behoeve van de aanleg van de vetkeersknoop AIO.
4.2.1. Planvonning tot nu toe. Sedert 1965 is voortdurend, zowel op gemeentelijk als op provinciaal en rijksniveau, alsmede door derden gestudeerd op een stadsuitbreiding van Amsterdam in het Urneer. Aan dit ontwerpbestemmingsplan voor de eerste fase van Ilburg ligt dan ook een groot aantal technische en ontwerpverkenningen ten grondslag. Nadat reeds eerder overeenstemming was bereikt over een pkanologische reservering ten behoeve van Liburg, is in februari 1994 in het kader van de Vierde nota over de ruirnteiijke ordening extra (Vinex) tevens een investeringsakkoord bereikt tussen het Regionaal orgaan Amsterdam (ROA) en het rijk over
Nr. 397
de bouw van 12.000 woningen tot 2005. Inmiddels is in het in juni 1995 gesloten uitvoeringsconvenant met het rijk dit woningaantal vastgesteld op ten minste 8500 voor genoemde periode. Ook over de financiering van de sanering van de Diememdijk en de aanleg van de raiünfrastructuur zijn afspaken gemaakt met het rijk. 4.2.2. Overzicht relevnnte productem.
Het hierna volgende ovemcht geeft een beeld van de pianologisch-jwidische en stedenbouwkundige producten die van belang zijn om de plek van dit bestemmingsplan te kunnen bepalen 1. Vinex. Basis voor de ontwikkeling van iJburg is de Vinex van het rijk, waarin concentratie van & nieuwbouw rond de steden wordt bepleit. 2. Voorlopige visie ROM Urneer. in de voorlopige visie ROM-Umeer (1993) is door rijk, de betrokken provincies, de gemmten en Rijkswaterstaat de hoofdlijn van ontwikkeling in het Umter vastgelegd Inmiddels is ook een plan van aanpak opgesteld, waarin verschillende asties en financiering b a n benoemd zijn. 3. Smma -4an Amsterdam 1991. De ontwikkeling van Ilburg is opgenomen in het vigerende Stnrctuurpl~n Amsterdam 1991 en het ontwerp voor de aanpassing hiervan (1995). 4. Uitwerking LTburg in stnictuurplan, gelijk aan partiele herziening streekplan. In een uitwerkhg van een deel van het structuurplan is de ontwikkeling van Ilburg in gmve belijning vastgelegd Het ùefnfi vooral de -ctuur en een zogenaamd mekgebied voor het wonen. Due uitwerking is tevens een partiale h h e n i n g van het streekplan. 5. MER, eerste fase. en geluidahik-R. AM dit ontwerp-bestemmingsplan zijn verbonden het MER voor de eerste fase en het g e l u i d s h i n d e ~ r t Bei& . hebben een parallelle pmcdure gevolgd. 6. Concessie-aanvraag. ûp het niveau vao de uitvaering is op dit moment de c~ncessie-aanvraaghet belangrijltste planproduct. Dit maakt het ophogen van land binnen het bestemmingsplangebied mogelijk 7. MER. tweede fase. Bij due stnictuurplanuitwerkingípmtiEleM e n i n g streekplan is een milieueffectrapport gemaalt voor de ontwikkeling va0 de tweede fase van Ubwg. 8. Nota van Uitgangspunten Ontwerp voor 1Sbrrrg. Het plan voor geheel LTburg met 18.000 woningen is verder uitgewerlct in het Ontweip voor ilburg. de nota van uitgangspunten. Dit plan is de basis voor de verdere planvorming. 9. Stedenbouwkundig Programma van Eisen, eerste deel: het Haveneiland. Voor het Efavenuland, het e m t aan te leggen eiland. is gelijktijdig een eisen gem& in ov&leg cuet ccn zogenaamd stedenbauwkundig programma aantal conaortia die moneliik bij de realiserha worden betrokken. 10. ~ t e d e n b o u w k u n & ~ P van r o ~k is en, Diemeneedijk. Voor de Diemerzeeòijk is een vergelijkbaar product (SPvE)gemaakt ten behoeve van de sanering en de inrichting daarna
Gememteblad afd 1
11. Bestemmingsplan b g , eerste fase. Dan is er dit globale bestemmingsplan dat de ontwikkelingen zoals beschreven in de punten 7 tot en met 10 in juridisch-planologisch opzicht binnen het k t e r van de Wet op de Ruimtelijke Ordening mogelijk maakt. 12. Uitwerkingen van dit bestcmmingsplrin. Zowel het voorstel voor het Haveneiland als dat nw>r & Diememdijk is een stap in de richting van verdere uitwerkingen van dit bestemmingsplan voor & eerste fase. 13. Diverse onderliggende rapporten. De hiervoor genoemde planproducten zijn vanzelfsprekend gebasead op een groot aantal deelstudies en deeirapponen over zeer uiteenlopende onderwerpm.
in het vigerende Structuurplan Amsterdam 1991 (vastgesteld bij &besluit van 13 november 1991, N. 882) is IJburg gedeeltelijk buiten de gemeentegrens (van voor I januari 1995) in een omvang van maximaal 23.000 woningen opgenomen. Op grond van dichtbeidstudies is dit aantal naderhand teruggebracht tot 18.000 binnen hetzelfde gebid. Rekening is gehouden met het resmeren van een railverbinding naar Almere. Voor het openbaar vervoer zijn vabindingen op rail met hel Centraal Station en Amsterdam-Zuidoost voorzien. Voor de auto werden aansluitlligen op de A10 en op de Al voonien. Inmiddels is het ontwerpShuchiq1m Amsterdam 19W opgesteld en in procedure gebracht. In dit saictuurplan is de vigerende stnictuur van IYburg opgenomen. echter nu geheel binnen de meuwe gemeentegrens. Bovwdien is in het stn~ctuiprpiíinvoor het gebied Zeeburg. Diemenccdijk Uburg, Urneer en WaterIandse kust een uitwerkingsverplichting opgenomen. Dit is v o d van belang voor de ontwikkeling van de tweede fane van Ilburg. De structuurplanuitwerking voor ITburg, tweede fase, alsmede & partiele M e n i n g van het shwkplan zijn inmiddels in procedure gebracht. Aan deze uitwerking is ook een milieu-effechqpr@e verbonden. Op die wijze kan het beste de x.latie. mwel inboudeïjk als met bctrekLing tot besluitvorming, tussen de verschillende planniveaus worden aangebracht. In allc genoemde plannen is de eerste fase van LTburg. waarop dit bestemmingsplan betrekking heeft, een constante. 4.2.4.
MER
Nieuw-Oost. eerste fase, delen I en
[I,
in 1988 is parallel aan een inmiddels achterhaalde nota van uitgangspunten een MER Nieuw-Oost gereed gekomen. Aan het MER heeft de Nationale Commissie voor de milieu-effectrapportage (Cmer) het advies verbonden dat voor het nemen van een besluit over het bestemmingsplan de concessieaanvraag ten behoeve van de landaanwinning en de vergumhg vwr & berging van te ontgraven slib aanvullende gegevens zouden moeten worden geleverd. Amsterdam heeft dit advies overgenomen. Ten behoeve van de besluihronning over de eerste fase van IJburg zijn daaum inmiddels het MER Nieuw-Oost, eerste fase, deel I (algemeen), deel I1 @stemmingsplan) en ilI @rajectnota) opgesteld. Het gaat om de volgende MER-plichtige besluiten:
Nr. 397
-
de eanleg van een jachthaven met meer dan 500 ligpiaasen; - ûe bouw van meer dan 4000 woningen in verstedelijkt gebied. Voor het maken vao m e a dsn 200 hectare land is een concessie-aanvraag ingediead en een apart MI?R, de projumota. opgesteid. Met betrekking tot het zogerumde MER-slib, eveneens gekoppeld aan de concessie-aanvraag voor bet l d maken is inmiddels gebleken dat vanwege de overweg^ goede hvaiiteit vim het siib geen MER nodig is. Desondanks bestsat het voornemen het in productie zijnde MER-slib af te maken en. m n a , h proceduie te brengen. Sin& de temisielegging van dit ontwerpbesîetnmingsplan is de stmctuuxphuiiwerking voor IJburg, tweede fase - &mede dc heaziening van het streekplan Amsterdam-Nooh&md@ied - in procedure gebracht en heeh de Commissie voor & milieu-effectrapportage,inmiddels het MER voor de tweede fase goedgekeurd. 4.2.5.
Venvenking nsuhten van het MER in het omrp-Sr-stemmingspCan.
Qm een juiste beoordeling van de milieucffecten te kunnen maken. is het globale bestemmingsplan onvoldoen&. Om die reden zijn aanvubde technische en o n t w v d i e s v h c h t die als basis hebben gediend voor het bepalen vim & milieu-effecten in het MER. Het MER beschrijft twee o n ~ i i n g s a l t e m a t i e v e mvaar de eerste fase van murg: - een plakaltcfuatief; - een milieu-alteniatief. Voor cen bcscfuijving van de inppem van de beide a l ~ e v uwo irdt verwczcn naar het bijgaand MER. deel I1 (bestenmingspliïri). D e d t a t e n van de studie8 in het kader van de planvorming en het MER hebhen geleid tor een aanpassing van het p h - a l t m a i e f in de richting v a het milieu-altematief. h deel ïï, blz. 58 van het M i j overgelegde MER, zijn & meest markaute verschillen tussen bei& ontwerpen opgesomd. De volgende elementen uit het milieu-altmalief zijn in dit globale plan opgenomen: - h# nmúelijke dijvolgt het w e l van de U-oergeui en sluit ten oosten van de Ipmslotensluia aan op de Dieme&$. H i h r w& het winnen en opspuiten van zand beperkt en komt het verb'mdingskaud op het Zeeòurgdand dat nodig was om water uit het Umeer te kunnen voor doorspoeling van de Amsterdamse grachten te vervallen. Deze inlaat is en blijft ten miden van het Zeeburgereiland pesi~iead; - om landschappelijke. cultuurhistorische en ecologische e n e n is de oude oeverïjn van de buitendijkse DiemerzeedijLu,ne gehandhaafd; - in het overgangsgebied naar de Diememdijk is een zonering met een extensief bebouwd gebied aangehouden; - er wondt een zo hoog mogelijk aandeel in de verplaatsingen van zowel het openbaar w o e r als van het langzaam verkeer nagestreefd, waarvoor ook de voorgestelde extra langzaam-verlreerroutes zijn opgenomen; - een open Umeer-optie is in dit oniwerpbmmingsplan ook mogeïjk gemaald. Op deze wijze wordt minder gebied onmkken aan het Umeersysteem. hetgeen (gekoppeld aan het niet belasten van het Umccr met vervuild water) in algemene zin als gunstiger wordt beoordeeld dan &
~~
Gemeentebiad afd. 1
-
-
afgesloten variant met een grote waterberging. Deze variant gebruikt meer ruimte in het Umeer. Daar bij de niet gesloten variant de stroming in het water sterker is. is het risico van thermische vervuiling van het water in het zuidoostelijke deel van het bestemmingsplangebied aks gevolg van het koelwater van de m A centrale beperkt; de aanvankelijk langs Diemen-Noord geprojecteerde wegontsluiting is met name onder invloed van milieu-overwegingen meer In oostelijke richting opgeschoven via het PEN-eiland; ten tijde van het opstellen van het MER werd uitgegaan van een centrale ligging van de grote jachthaven in het gebied. Met het oog op het verminderen van verstoring van fouragerende watervogels en een gunstiger spreiding van toenemende recreatieve druk in het gebied werd aanbevolen. de jachthaven in noordwestelijke richting te verschuiven. Dit is overgenomen. De grote jachthaven is nu gepmjwteerd in het meest noordoostelijke deel van het bestemmingsplangebied, nabij de verbinding A10 - Ilburg, de A10 en de midoever van Zeeburg.
4.3.1.
Toelichting o p de onderscheiden besremmingen.
Het planconcept wordt in grote mate bepaald door een aantal civiel-technische uitgangspunten welke direct samenhangen met de waterstaatkundige situatie en de ondergrond van het gebied en met het streven om het water optimaal in het woonmilieu te integreren. Het patroon van de U-oergeul bepaalt het noordoostelijke deel van het plangebied. Bebouwing in dit gebied zal in de vorm van drijvende of geheide constructies in het water kunnen plaatsvinden. Deze woningen zullen om redenen van veiligheid ten minste op hjkniveau zijn gelegen. Het sterk fluctuerende niveau van het Buiten-UiIJmeer maakt de aanleg van een waterkering om nieuw aan te leggen land noodzakelijk. De kaart geeft een waterkerende dijk om de gebieden US en WSW2 weer. Deze dijk is indicatief aangegeven. Ook een uitwerking zonder zo'n gesloten waterkering is binnen het Gestemmingsplan mogelijk. Dat wil zeggen, dat de aan te leggen stukken land niet binnen kkn omvattende waterkenng gelegen zijn die het gebied afschermt van het IJmeer. maar elk een eigen waterkering kennen. Op basis van de in het ontwerp-bestemmingsplan gekozen begrenzingen van de uit te werken gebieden ontstaat een parallel aan de Diemeneedijk gelegen woongebied met in hoofdlijnen een zonering in dne typen stedehjke milieus, een zone met de bestemming Park en de bestemming Water. In de volgende beschrijving wordt de visie gegeven die aan de voorschriften ten grondslag ligt. Deze visie sluit aan bij de Noia van Uitgangspunten Ontwerp voor Ilburg en de stedenbouwkundige uitwerking voor het eerste deel, het Stedenbouwkundig Rogramma van Eisen voor het Haveneiland en de Rietlanden. R e m a volgt de beschrijving per uit te werken gebied, te weten: USWl. US, USW2 en Rp. IR de volgende paragraaf wordt ingegaan op de functies die in het gebied gerealiseerd kunnen worden.
Nr. 397
4.3.1.1.
Uit te werken stedelijk gebied 1 (USWI).
DezR waagt een specifiek daarop gerichte bebouwingstypologie, alsmede een speciale inrichting van de openbare ruimte: dijkbebouwing of bebwwing in de v o m van in het water gelegen constructies als p l a d ~ m pontons ~. enlof piem. Variatie in programma zorgt voor een differentiatie binnen dit waterrijke stedelijke milieu. Elementen daarin zijn de aanleg van een grote jachthaven (maximaal 950 ligplaatsen gezamenlijk voor US en USW1). w o o ~ m e n t e a , gecombineerd met kleinschalige voorzieningen, kantoren en bedrijven en faciliteiten voor vaartuigen en oevemmxtÎe. De bebouwing in dit milieu is hoofdzakelijk gestapeld in vier tot zes bouwlagen. Het ontwerpbestcmmhgsplan kent overigens een maximum van echt bouwlagen en WW dit om stedenbouwkundige redenen gewenst is. ter markering van zichtafsen of zichtlijnen of bijzondere plekken in het gebied, zijn incidenteel gro(ere h w h o o g k n toegeaam tot een mmhum van twarilf lagen en 36 m. Openheid en visueel contact iaet het buitengelegen water zijn van essentieel belang. Het thema van bebouwing op constnictie naagt een daarop geïnspireerde eigen architectuur. 4.3.1.2.
Uit te werken stedelijk gebied (US).
Het gaat hier om een compacter woonmilieu waarbij differentiatie op wijkniveau wordt Wikt door de gestapelde bebouwing voor woningbouw en vooipeninpn vooral rond de stations van het openbw vervoer en langs de belangcijkste ontsluitingswegen te concentreren. Een kzmtomn- respcctievelijk bedrijvenconcentratie wordt gedacht nabij de toegang van het gebied vanaf het Zeeburgereilancl Door de vmr de waterhuishouding noodzakelijke watcdopen en waterpartijen wordt de totale lengte van oevers opgevoerd De mogelijkheid wordt gereserveerd voor & aanzet van een staddeelcentrum langs de gcprojedeade openbaar-vervo~wtsluitingrichting tweede fase. De bouwhoogte in dit gebied varieert van twee rot zes lagea. Ook hier geldt een maximum van acht bouwlagen en. waar dit om stcdenbouwhmdige redenen gewenst is. ter markering van zichtassen of zichtüjnen of bijmudere plekken in hei gebied, zijn incidenteel grotere bouwhoogten tocgestaao tot een maximum van twaalf iagen en 36 m. Een verdere variatie in het woonmilieu zal vooral op het v a k a v e l i a ~ v e a u w& bmild mct een diversiteit in w o n i a ~ l o g i e ë r aIn . aansluiting op het tiiavoren beschreven waterrijke stedelijke gebied is aan de westzijde van het d 950 ligplaatsen gezamenlijk voor US en gebied een grote jachthaven ( USW1) mogelijk. Eldas in het gebid wordt in aansluiting op het waterrijke woonmilieu een kleine jachthaven niet uitgeslotem In aansluiting op k t geprojcctccrde hoofdcentmmgebicd dat voor een deel b i i n dit bestemmingsplangebied V S ) valt, is een aanloophaven gepland waarin naast een aantal ligplaatsen voor passanten mogelijk een vaste ligplaatsaccommodatie voor de zogenaamde Bruine Vloot wordt gaealiseerd. 4.3.1.3.
Uit te werken stedelijk gebied 2 (USWZ).
In de binnendijkse overgangsme (USW2) wordt gesneefd naiar een watenijk recreatief en woonmilieu met het accent op wonen in laagbouw. De gemiddelde
bouwhoogte varieert van twee tot vier iagen. Hier geldt een mnaximum van zes bouwlagen en waar dit om stedenbouwkundige redenen gewenst is, ter markering van zichtaasen of zichtlijna of bijamdere plekken ia bet gebied, zijn incidenteel grotere bouwhoogten toegestaani tot een nmxhnurn van twaalf lagen en 36 m. Karakteristiek voor dit milieu is een bebouwing op landtongen enfof eilanden dan wel steigerconstmcties. Siniering van woonarken en -schepen in dit gebied behoort tot de mogeiijkheden. Dit gebied kan. indien voor de van het Urnter afgesloten variant wordt gekozen. tevens als waterboezem dienen voor het gehele binnendijks gelegen woongebicd dat via een afsluitbare watakering afwatert op het Amsterdam-Rijnkanaal. Tussen de bebouwing en het Diemenetdijkgebied wordt een strook open water gereserveerd welke vrij bevaarbaar i s voer de kleinere watersport.
m
4.3.1.4.
Park (Rp).
Buiten de hiervoren beschreven stedelijke woonmiliws is het als bovenwijks parkgebiad in te richten gebied van de Diemeneedijk en het a r d a m Rijdanaal in het p k een kenmerkend element. De Diernuzesdijk wordt na sanering van het verwilde deel ingaicht tot bovenwijks parkgebied. h de voorstelpen die sinds de tenisielegging van dit ontwerp-bestemmlligsplan zijn ontwucke1d, wordt uitgegaan van een geleding van het gebied Ui globaal drie delen. Voor het meest noordwestelijke deel wordt een sperttcrrein v d e n . Het middengebied krijgt een parkachtige invulling en het meest zuidelijke deel zal het meest natuurlijke Larakttr kdjgen. zoveel mogelijk gelijkend op de huidige karaiaeristielc. û e Diememedijk is 01uie~ke1van de gmene scheg die het oostelijke deel van de stad met het buitengebied verbindt. Zowel voor & bewoners van Diemen als Uburg zal dit gebicd een tecreatieve functie hebben. Bij de wcring moet rekening wordcn gehouden met & idchtingsmogetijkheden van het park en met de vegetatie die gaëigend wordt geacht voor deze omgeving. Hetzelfde geldt voor de dit gebied doomnijdende infrastructuur. Bestaande landschappelijke. ecologische en cultuurhistorische waarden m e n worden gerespecteerd. De primaire functie va0 het AmsWtdam-RijnLaasal is &ie van vaamater voor de beroepsvaart. In zeer beperkte mate is ruimte voor mmatiewatmport aanwezig. Vwr de inrichting van de zone langs het kanaal geldt dat de kmaktcristieke cultuur-historische. technische en landschappelijke vormgeving moet worden gecontinueerd Het inspectiepad langs het Amsterdam-Rijnkanaal blijft gehandhaafd. Met beneWUng wt de bestaande woningen in dit gebied is het ontwerg bestemmingsplan naar aanleiding van ingediende zienswijzen aangepast, in die zin dat de bestaande woningen zijn opgenomen. Dit betekent dat deze w o d g e n in de huidige omvang kunnen worden gehandhaafd en desgewenst worden herbouwd. In dit laatste geval gelden de stedenbouwkundige uitgangspunten zoals deze in het bestenÜningsplm zijn verwood Deze uitgangspunten komen voort uit de specifieke gebidkenmerken van het park. 4.3.1.5.
Water (Vw).
De bestemming Weber wordt grotendeels bepaald door het AmsterdamRijnkanaal. Dit is een druk bevaren route voor & binnenscheepvaah De in de
Nr. 397
derde Diem liggende woonboten zullen in het kader van de natuurontwikkeling van dit deel vm het plangebid worden verplaatst naar een locatie voor woonboten elders binnen het stsdsdeel Zeeburg. 4.3.2. Functies. 4.3.2.1.
Wonen.
Het ontwerp-bestemmingsplan maakt de realisering van maximaal 11.500 woningen mogelijk b i i n de uitwerkiags~oorscluiften~ De m a c h t h g is e c h ~ daî circa 8500 woningen kunnen worden gebouwd Enige uitmssehg tussen de drie woongebidn is mogelijk gemaakt. Het maximaal te resliseren aantal van 11.S00 kan echter niet worden overschreden. Daartiij wordt uitgegaan van een nettodichtheid op buurtniveau van circa 60 woningen per ha. Naar verwachting zal de gemiddelde woningbezetting voor ITburg zich stabiliseren tussen de 2.0 en 2.5. Voor 8500 woningen worden dcrhalve 17.0902 1.o610 inwoners verwacht Door de beperlllig van de financiële middelen van de rijksoverheid voor de sociale sector zal circa 70% van de wonhgbouw in de marlbsector worden gerealiseerd en de overige 30% in de gesubsidieerde sector. Dit uitgangspunt heeft gevolgen voor de aard en inhoud van het stedenbouwkundig plan, de woningtypologie en hei ruimtegebmik. Om te voorkomen dat het woningaantal door een te ruim opgezet mimtegebnii per woning door marktinvloeden bij de uitwerking onder een kritische grens zakt, is het percentage gestapelde bouw van het totaal aantal te realiseren woningen aan een minimum gebonden van U)%. Met bet mg op de resultaten van de laatste ontwerpstudies. waarin wadt uitgegaan van vrij campacte eilanden. lijkt het echter aannemelijk dat een aanzienlijk hoger percentage stapeiing zal warden gerealiseerd. De gewenste rniliwgexichte opzet van de wijk vereist een reductie van hei ruimte- en enefgieg&n& een maximalisering van het transport per openbaar vervoer en - met name binnen Uburg - vervoer per fiets. Een middel daartoe is een compacte stedelijke bebouwing in een relatief hoge dichthad, met naree rond de stations en halten v m het openbaar vervoer. Ook werkgelegenheid en voonidngen moeten aansluiten op deze wensen. Een nadm differentiatie naar finmcieringswijze. grootte en huisvestingevom zal moeten worden opgesteld nadat het profiel van de doe1groqm is bepaald, waarop Uburg zich rond het jaar 2000 moet richten. Hoewel vaststaat dei er vooral mime,kwalitatief hoogwaardige woningen in deze wijk zuilen w& gebouwd, zuilen nadere specificaties ten aanzien van de typologie en de kwaliteit worden geformuleerd Eveneens zullen daarbij richtlijnai w a k aangegeven met betrekking tot de energiebesparing. 4.3.2.2,
Voorzieningen.
Algemeen. Het gebied zal voor de dagelijkse levensbehoeften in ieder geval zelfvoorzienend moeten zijn Het winkelcentmm voor de eerste fase is in de planvorming gedacht in het eerst te ontwikkelen gebied mbij de eerst functionerende halte van het openbaar
Gemeentebiad afd 1
vervoer. Op deze manier kan aan de bewoners w vroeg mogeiijk een pakket van voorzieningen worden aangeboden. Et w d t van uitgegaau dat bet hoofdcenbnun voor Llburg voor een groot deel wordt opgenomen in de eerste fase. De verwachting is dat daarin ook de wijkvoorzieningen van & dete fase wordtn opgenomen. Deze opzet geldt zowel voor de commercië.le als de nietc o m m d ~ l ve d e n i n g e n . H a programma voor welzijnsvoorzieningen en onderwijs is gesteld op max*maal 100.000 m' bmtovloemppe~~lak. De behoefte aan deze v-eningen, waaronder medische en sociaal-culturele voorzieningen. is voor het groatdc deel aíbkelijk van h a inwonertal en daamiee van het aantal en type woningen (fimncieringswijzt. grooite en vonn). De mogelijkheden binnen b& bestemmingsplan met betrekking tot het santal en type te realiscrm woningen zijn nrim als gevolg van & termijn vsn ontwikkeling van het plan en & n w d z d c om in te spelen op de dan geldende marktsituatie. Wannat het maximale woningaantal wordt gehaald, zijn da gnw>emdt vloeioppervlakten voldande om in de behoefte te voonien. Het mengen van ninctïes op buurt- en wijkniveau wordt met hei wg op een efficiënt 6ndgebmik. de leebarheid en de verkorting van l&s&n nmestreefd. Plexibiliserinastendensenvan het werken, zoals telewerken en het w&ken ia deeltijd. leiden k t nieuwe eisen met ruimtelijk consequenties, In dit globale ontwerpbestemmingsplan wordt hierop k m ingespeeld Zo wordt ervan uitgegaan dat boven een aantal voorzieningen wo& gewoond of gewerkt. In latere planstadia zal ook het expiiciei mogelijk maken van het werken aan huis worden overwogen. Vooxzieningen die om functionele of bouwtechnische redenen niet onder woningen kunnen of die p a in een later stadium kunnen waden geFealid. worden in de vetdere phvonning in het ruimtegebfuik afionderlijk behandeld. Dit geldt voor commerciele en niet-comrnerci~lefuncties. Het Zeeburgereiland. waar volgem een stedenbouwhuidige verkenning ruimte is voor circa 2000 woningen en maximal4000 arbeidsphtsen, wordt vooralsnog als draagviak voor de voorzieningen niet meegendtead. Verwacht wordt dat Bit gebied Pch meer zal dinteren op het oostelijk havengebied, Noord en de Indische buurt. Een goede kdcbaarheid van de voorzieningen voor het langzaam verleer en voor hei openbaar vervoer is een belangijkc voorwaarde. Voorzieningen zuilen daarom wveel mogelijk worden gesitueerd ia de gebieden waar de hoogste woningdichtheid voorkomt. Nabij de stations zal ook aandacht worden beateed aan goede. korte, veilige en eomforfabelc routes naar dit o p b a a r vervoel. De voonieningen zijn wat betreft situering niet vastgelegd. In de vwrschrifken wordt uitgegaan van een nader te bepalen situering in de uit te werken bestemming US. Voor de winkel- en balievoorzieningen ligt de prioriteit rond de halten en stations van het openbaar vervoer in het uit te werken stedelijke middengebied US. Het hoofdcentmm, voor een deel opgenomen in de bestemming US. zal zodanig worden gesitueerd dar hot bij aanleg van de tweede fase daarop aansluitend kan uitgroeien tot een versterkt cenfrum voor geheel Uburg. Voor het totale voorzieningenprogramma voor het bestedngsplangebied zijn de volgende maximale vloeroppervlakten aangegeven: circa 100.000 m ' brutovloeroppervlak welzijnsvoortieningen en onderwijs; circa 25.000 m2brutovloeroppervlak winkels;
Nr. 397
circa 10.000 m' brutovloemppervl& hotels; circa 5000 m' brutovtocroppervlak horeca
Hierna volgt een nadefe toelichting per onderdeel. W i l s en horeca.
Het winkelapparaat (25.000 mZ)zal in Ilburg. eerste fase. wat ktreft de dagelijkse goederen en dc meer duurzame goederen en overige gebmiksgoedcren in hoofdzaak worden geconcentread in het winkelcenüum nabij & eerste halte of het station van het openbaar vervoer en het gedeeltelijk in de tweede fase te realiseren hoofdcentnim, dat kan uitgroeien tot een versterkt wijkcentnun. Bij & maikring van Ilburg, tweede fase. zal het winlelaanbod meer daa recht evenredig toenemen. Deze meer dan recht evenredige groei wordt verwnaakt door de grotere koophachtb'inding aan Uburg voor de goaderen in de niet dagelijkse sfeer. Een grotere kocrpkrachtbinditlg mag worden verwacht. omdat bij een groter inwonertal een diverser m -C aantrekkeiijker aanbod van niet dagelijkse goederen wordt bereik De horeca maakt 15% - 20% uit van het totaal benodigde m2bruto~loero~lak. De horeca wordt in drie categorieën onderverdeekd, te weten: - horeca I: fastfood (automatiek snackbar, loketverkoop en fastfoodrestauRlnts); - h m a U. nachuaken (dancings, discotheken en sociëteiten); - h o m ïD: overige horeca (restaurants, cafés. coffeeshops. lunchrooms en ijssalons). Alle drie & catcgorieën zijn in de ùestemmingen US. USW1 en USW2 toegestaan, en in de bestemming Park d e e n de categoridn I en III.
Gezien de geografische ligging van Ilburg mag worden venvacht dat voor het basisonderwijs oiet veel overloop van en naar Amsterdam en Diemen zal plaatsvinden. De typering, omvang en locaties van basis~ndcmijsvoonieningen worden later bepaald, waarbij factoren ais draagvlak, f i i i a n c i e f i n g s m o g e l i ~ n en ibeshiursvonnen een rol spelen. ALS uitgangspunt voor de siîmdng geldt in ieder geval dat de schooiroutes m kort mogelijk, verkeersveilig en sociaal veilig zijn. In de eerste fase wordt geen rekening gehouden met voortgezet onderwijs. Bij het realiseren van de tweede fase d voldoende draagvlak bestaan voor vestiging een brede scholengemeenschap. Medische en sociaal-medische voorzieningen. Deze voorzieninm w d n om en nabii winkelconcentraties. aan dc doorgaande langzaam verkeenoutes enlof -&enbaar vervoer stations gesiuieed Zwaartepunten voor deze voorneningen liggen tij de gmotste bevolkings-concentraties.
De eerstelijnsgezondheidszorg streeft naar integratie van de v a h u l e n d e
disciplines, waarbij ook gezamenlijke huisvesting mogelijk is in zogenaamde dienstencentra Siniehg nabij bulut- en wjjkeenûa is daarom gewenst Sociaal-medische en-&id-culturele v d e n i n g e n worden, daar waar mogelijk, gespreid ter verkleining van de afmndm. Soeiaal-culhirtIe voorzieningen.
De sociaal-cuitumIe accomm&es vallen in het algemeen &de dam de gemeente te subsidieren burutgerichte welzijnsvoorzieningen en omvatten onder meer kinderdagverblijven. peuterspeelzalen, naschoolse opvmg, een buurthuis,
de sociaal raadsman.ion~erenvooczieningen,een speelniin, een bibliotheek/n r t ~ ~ t h e e ~ s ~ i - o - t h&n & k muziekschoÖl. , religie& ruimten en een wijkpost voor ouderen. Een cenaale, ovenichtelijke ligging in & wijk of in de buurt, afbankeiijk van het benodigde draagvlak van de desbetrrffeade vmziening. in niimteïjke samenhang met andere vaomieringen wordt nagestreefd. 4.3.23.
Recnahievoonieningen en watersport.
De aanleg van Il'burg biedt bij uitstek de mogelijkheid voor voonimingea op
het gebied van water- en oevemcrealie. Er moet ruimte zijn voor
m kleine, open zeilboten, voor roeien en surfen, v
jachten
m zwemmen en visscsi,
schaatsen, een wandehg langs de sînkdam. rusten aan een stil strandje of salamanders d e n in cca poel. Aan dit soort van recreatiemogelijkh& in de dinac woonomgeving zal deze nieuwe wijk een deel van zijn aantrekkelijlrheid ontlenen. -vers en het water zullen daarop moeten worden ingericht. Soms met behulp van kostbilre oevervoorzieningen als kademuren of s t e i ~ n s l r u c t i c s soms , op een informele, meer natuurlijke wijm. Gerekend moet worden op mes bruggen dan in wijken op het land gebruklijk is. Bovendien worden aan de bruggen nadere eisen gesteld ten d e n van doowaarbasrheid m d o o r s c h m e i d . Bij de uitgifte van oevers in @culiere handcn d e n regels worden opgesteld met betrekking tot oevervoorzieningen en het onderhoud Het gebied van de Diemewdijk. het PEN-eilmd en de Gemeenschapspolder vormt een deel van de groene scheg tussen ZuidoostlDiemen en Zee-wg. Het gebied heeft een bovenwijkse recreatieve betekenis als uitloopgebied voor de omringende stadswijken. in die zin is .ook een bepekte horecavoorziening in de vomi van snackbar, c d 6 d o f restawant door middel van een vrijstellingsbevoegdheid toegestaan. Rekening moet worden gehouden met een m e r i n g voor sporhcwmrnodaties. In de geprojecteerde bestemming wordt slechts rekening gehouden met bestamde woningen, Nieuwe woningen zijn in het gebied uitgesloten. in verband met de betekenis voor murg is in het Vinex-akkoord een financiële reservering getroffen voor de inrichtingskosten van de Diemerxaüjk. Een deel van de inrichtingskosten zal echter uit andere b ~ e verkregen n moeten worden. in een eventuele vervolgfase kan ITbwg worden uitgebreid met stadsdeel en regionaal gerichte recreatie, zoals een stnrnd en een wijkpcpark, te situeren buiten de eerste fase.
Nr. 397
Ook op het gebied van de sportbeoefening zal Zlburg gmtendeels zelfvoorzienend zijn. Met betrekkin8 tot de benodigde sportvelden zal onderzocht worden in hoeverre gebruik kan worden gemsalt van de spomomplexen in de omgeving. zoals Diemen, Watergmafsmeer en AmsterdamNoord. Vooralsnog wordt rekening gehouden met een reservering binnen het bestemmingsplangebied. Waar mogelijk, worden sporhrwnieningen in het woongebied, zo dicht mogelijk bij woning. aangeboden. De grotere. moeilijker in het woongebied te combineren sportvelden (mals voetbal en hockey) worden up de D i e m d j k gepland.
v-
voor de wiitersport
De aanleg van jachthavens in of nabij het gebied voorziet in een behoefte en kan bijdragen tot versterking van de identiteit van de wijk Aan de andere kant moet door een juist gekozen simering en het stellen van eisen aan de omvaog en d van de voorziening overlast vmr de omgeving worden vonkomen. In & ontwerpv0o'~~~hriften worden ten aanzien van Ligplaatsen (al dan niet voor de watersport) vier typen vmnieningen ondeacheiden. Voor de duidelijkheid worden die hier op een rijtje gezet: 1. er zijn in bet plangebied twee "gewone" jachthavens voarzien. w m a n de grootste tot een omvang van 950 Ligplaatsen hu i t m i e n . Deze haven kan meerden exploitanten enlof vaenigingen herkgen; 2. onder vooxzieningen voor de waterspon worden ligplaatsen bij woningen verstaan. zoals een steiger voor of achtex de woning of een Hein aanlal geclusterde ligplaatsen voor recreatieve schepen in een buurt; 3, ook vailcn onder voonicningen voor de watersport de aanloophavens die (nagenoeg) geen bijzondere voorzieningen op land vereisen. De belan&jkste aanloopbven is de haven nabij het hoofhntnun in gebied; 4. ten slotte worden vermeld de ligplaatsea voor wwnschepcn, w o o n d e n en becinjfsschepen. Onder de laatste worden onder andere de charterschepen van de zogenaamde bruine vloot v e r s m .
4.3.2.4.
Kantoren en bedrijven.
Behalve aan het wonen zal Ilburg ook plaats bieden aan wedduwíies. Gezien de situering bij de aansluiting van de U-boulevard en de Ringweg en de goede ontsluiting per openbaar vervoer biedt het gebied daarvoor gunstige condities. Het gemeentelijk beleid. zoals neergelegd in het ontwelpStructuurplan Amsterdam 1994. is erop gericht de arbeids- en ~ L e r s i n t e n s i c v eactiviteiten zoveel mogelijk op gocd per openbaar vervoer bereikbare locaties te projecteren. Er wordt in het ontwerpbestemmingsplan Llburg. eerste fase, m k t c geboden voor het realiseren van 12 ha vloemppemlak voor kantoren en bedrijven. Hier kunnen circa 4000 arbeidsplaatsen in kantoren en bedrijven warden gerealiseerd. Voor de welzijnsvoorzieningen en in het onderwijs wordt met maximaal 10 ha vloeroppe~vlaken circa 1200 arbeidsplaatsen rekening gehouden. Het totaal aantal arbeidsplaatsen komt daarmee op circa 5200. Daarbij komen nog de arbeidsplaatsen in winkels. horeca en dergelijke.
GemeentcbIad afd. 1
VAnllmten in wmnbtbouwing scheppen mogelijkheden om bi op buurt- en wijkniveau mengen van functies mogelijk te m a b . Het v m t & levendigheid, doorbreekt het monofuactionele karalder van woonwijken en v d e t in een groeiende behoefte om dichter bij de woning te w e k m Verhuurhe &ten kunnen plaats biedw. aan kleinschalige activiteiten Ui de dienstverlening en ambachtelijke sfeer. (cciHlmerci#le) welpjnsvoorzieningen en beoefenaren van vrije berocpcn. Naar scbaning is voor de eerste fase circa 5000 - 10.000 m' brutovlomoppervlak mogelijk. Bij de l d e s van deze Mmten wordt aanshilthg gezocht bij de belangrijkste verkeer- en vmoersmutes op Utnirg.
g tot parkeren wordt de norm van #n parkeerplaats p a woning Met a m g e h Z $ Y a n tieze piceqIaatsen w& 50% op eigen temin Indien tijdens of na de planvo&ng/mering van delen van IJburg blijkt dat de maatregelen die & automobiliteit moeten taugrkingen, niet leiden tot een afname van het autobezit. kan de Gemeentemad door middel van een vrijsteüings-bevoegdheidd 1omi verhogen tot w maximom van 1,25 parkeesplaats per woning. Deze 25% extra wordt op eigen tmein gerealiseerd. D e vrijstelling wordt slecbts verleend iadien het hanteren van de narm van 1,O tot aantoonbare problemen in bet gebruik van de openbare ruimte leidt Voor kantoren wondt een p a r k m m van &n pakcaplaats per 125 mZ vloeroppervlak gehanteerd. kt is o v d o n x 3 t i g hct l&tbcleid. Verondersteld wordt dat Ubwg voldoet aan de B-locatie norm. waarbij een goede bereikbaarheid per vervoer en een goede b e r e i k b d d per auto - openbaar . ieldt. Voor winkels geldt een norm van één parkeerpIaats per H) ma winkel-
m -
4.3.3.
4.3.3.1.
Verbindingen, verkeer en vervoer.
Aansluiting op het omliggende stedelijk gebied.
LTburg vormt zowel een meuwe uitbreiding van hct oostelijke c t 1 als een vooruettllig ven de Amsterdamse U-asin oostelijke richting. Zowel voor de auto ais voor het openbaar vervoer krijgt de wijk een snelle rachtstnxkse verbindhg met de b i i n s t a d ia de vorm van de U-huievard en IJ-rail Duc tweanaal tweestrooksautoweg en de tram of meao d e n het Amsmdm-Rijnkanaal kruisen door middel van de Piet Heintunnel. De U-boulevard wordt op dit moment ter plaatse van het Zeeburgereiland aangesloten op de Ringweg. Gezien de verwachte verkeenproductie m het isolement bij calamiteiten is bij een wijk van deze omvang een tweede auto-aansluiting onontbeerlijk Deze zal! zich aan de zuidoostzijde bevinden. Na afweging van verschillende varianten is een principekeuze gemaakt voor ontsluiting via het terrein van de UNAentrale. Dese ontsluiting zal aansluiting geven op de rijksweg A l AmsterdamAmersfoort op of nabij het knooppunt Diemen. De uitwerking van de onntsluitinp zal in nauw overleg plaatsvinden met de gemeente Diemen die bevoegd gezag is voor het ontwerp-bestemmingsplan waarbinnen de weg wordt opgenomen en de UNA ais eigenaar van het temzin bij de centrale.
Nr. 397
In het bestemmingsplan is volstaan met een indicatieve aanduiding voor beide aansluitingen. Voor de metro (in zuideiiJke richting) is een aansiuitllig op de ringiijn lm@ Amsterdam-Zuidoosi voorzien. Op een later tijdstip wordt bepaald of deze verbinding wordt doorgetrokken richting Almere. Daarbij wordt uitgegaan van een tra2 waarbij zo weinig mogelijk woningen schade ondervinden en het landschap m veel mageiijk wordt onii!.ien. Aangezien het tracé nog niet vastligt, is de infrastructuur indicatief op de kaatt aangegeven. Ter bcprrkink van de automobiliteit zal de wijk optimaal ontsloten moeten wordca voor de @rom)fietser als alternatief voor het openbaar vervoet. Dit geschiedt via bruggen, pontveren en door middel van vwrzieningen in de tram edof metro. B i m m het gebied zijn de afstanden gering en goed te fietsen, Via & bruggen over het Amsterdam-Rijnkanaad moet Iaelaas em aanzienlijk hoogtevaschil worden overwonnen. Via het Zedmgereiland Sjn Oost en Noord via de bestaande routes bereikbaar. Mogelijk hionen pontveren via het Amsterdam-Rijnkanaal richting Centraal Station een aantrekkelijk alternatief bieden. De ( c m = ) bmg vanaf ha ïecburgutiland naar Dbwg.
De eerste brug zal worden gebruikt voor het bouwvdeer- Om de bouwvergunningsprocedrue te bqmdigen, is op de kas@ e a nadere aanduiding aangegeven WW in afwijking van de daar geldende bestemmingen met uitwerkingsbepaüngen (US eaiof USW1) zonder uitwerking een brug mag worden gebouwd. Er is een maximale bouwhoogte van 20 meter aangehouden. 4.3.3.2.
Oatsluiting binnen het plangebied.
De ontsluiting binnen het plangebied is in dit plan niet v h t uitgewerkt Ecn aantal principes is mogelijk. De samenhang van deze principes met de imichting van het gebicd is groot, met m e wat betreft & dichtheden, de geluidshinder, de mogelijkheden om op constnicties te bouwen, het al dao niet samengaan met het openbaar vavoer. het gebruik van de oevers en de ligging van de voorzieningen. Een centrale ligging parniiel aan het openbaar vervoer schept een zckcre helderheid in de stedenbouwkundige opzet en komt daarmee de oriëntatie voor de verschillende verkeersdeelnemers ten goede. Nadeel is dat dals gevolg van de eisen ten aanzien van geluidshinder hiervoor d m e profielen vereist zijn. De mogelijkheden van verdichting rond stations en halten voor openbaar vmoer worden beperkt, terwijl het oversteken van autowegen in het hart van het woongebied een extra handicap V O ~ L Een ligging aan de noosdrand langs de oever maakt compacte bouw mnd de metrostations mogelijk en komt de bereikbaarheid ervan ten goede. Verwacht wordt dat in deze variant dc scheidende werking beier oplosbaar is ui beter h worden ingespeeld op de prioriteit van het apenbaar vervoer. Daartegenover staat dat de waterkant van het woongebied wordt gescheiden door de hoofdontsluitingsweg. De derde optie is splitsing van de stamweg in twee minder zware ontsluitingswegen ter weerszijden van het openbaar vervoer, maar op circa 200 afstand daarvan. De spreiding van de geluidshinder neemt enigszins toe, maar de
Gemeenteblad afd t
scheidende werking is veel minder. Deze oplossing laat zich waarschijnlijk beter iategieren in bet woonmilieu. In de stedenbouwhindige plannen die kgelijk met dit bestemmingsplan in behandeling zijn, wordt dsze k i s t e variaut gehanted Het ontwerpbestemmingsplan legt de onUluiting binnen het plangebid zelf ia dit stadium niet vast. De ligging van de weg lig niet vast en dam0111 is in M kader van de Wet geluidhinder een algemene onthefhg gewaagd bienen de daarvoor geldende randvoorwaanien. Zie hiervoor de geluien het dcoesîisch rapport bij & inmiddels lopende o n ~ & s p r o c e d u r c . De hoofdtietsverbindingen sluiten aaa op de hiervoor beschreven vesbk&gsroutes naar aangrenzende stadsdelen. De fietsroute langs de Diememdijk heeft betekcnis als d e v e route en is door het ontbreken van Inuisingen met het autoverkeer een goede verbindingsroute met het buitengebied
m
e
4.3.3.3.
Kabels en leidingen.
Bestaande hoogsjmningslijnen zuilen wat betreft de tra& aangepast w&n aangepast De beoogde aanpassingen gelden zowel voor de 380 kV-lijn en de 150 kV-lijn. Studie is gaande, of deze laatste over vrij gmte lengie vetkabeld kan worden. Over het exacte t r a d en de kostenverdeling wordi nog overleg gevard met de UNA. In verband daamec zijn de tracés indicatief op de kaart aangegeven. ïndien de kosten onacceptabel hoog blijken te zijn en inpasshg in het woongebied mogelijk is. is handhaving van de bestaande tra& niet uitgesloten. In verband met onzekerheden omtrent het effect van straüng op de gezondheid wordt een afstand van 50 meter van het hart van een hoogspanningslijn tot gevoelige bestemmingen als woningcn en scholen aangehouden. Uit ondeizoek, onder meer uitgevoerd door de KEMA in opdracht van de Milieudienst van Amsterdam, is gebleken dat de bestaande stralingswaarde die in een gemiddelde woning aanwezig is als gevolg van eleküische apparaten, op deze afstand van de Lijnen niet hoger wordt. Overeenkomstig het Stmcmu~planA i r t s t m h zijn planologische reserveringen opgenomen voor kabel- en leidingenstroken. Ik reservering betreft een noordzuid gerichte strook van circa 30 meter breed ten oosten van de Alo. Ter plaatse van de knllsing van de strook met het Amstedm-Rijnkanaal takt deze aan op een oost-west gerichte sicrook, De reservering dasnwir is parallel aan en ten noorden van het Amsterdam-Rijnkanaal gesitueerd. Mede in verband met & gereserveerde kabel- en leidingsaoken zal aan de hiervoor in parasragf 43.2 genoemde tijdelijke baggerspecieberging een eind moeten worden gemaakt. De kabel- en leidingontsluiting van het plangebied zelf zal, evenals de bijbehorende bebouwinp. als onderstation, trafoniimten, gasdrnkregelstati6n. telefooncentrale. n-oolgemaal enz., in samenhang met de verkavelineso~zettenen als intearad onderdeel eivan Ui beschouwim worden genomen. look deze tracés zijn kdicatief aangegeven op de kaart, Diagonaai over het plangebied loopt een straalpad van PTT-Telecom; BV, waarin geen gebouwen hoger dan 37 m ten opzichte van NAP mogen worden opgericht. I)e bestaande dgastransportieiding van de NV Nederlandse Gasunie, waarvan het tracé. destijds is aangepast ten behoeve van de Zeeburgertunnel, zal wederom in verband met de aanleg van de knoop van de A10 op Zeeburg moeten worden aangepast. Een nieuw tnxé is indicatief aangegeven op de kaart,
Nr. 397
Methode van ophogen.
S.
Teneinde de relatie van het woongebied met het water te vmterken, wordt uitgegaan van het ophoging van het plangebied door het aanbrengen van een zandpakket in plaats van een polder. Het vereiste kruinpeil is vtistgesteId aan de hand van een economische optimalisatie. De bovenlagen van de huidige Um-m ter plaatse zijn zeer wtingsgevoelig, vooral de bovenste sliblaag bezit weinig d m & m ~ h tzodat , smale maatregelen nodig zijn om tot een stabiele bodem te komen. In de parallel aan dit oatwerpbestemmingsplan in procedure gebrachte Projectnota Nieuw-Oost, detlraplpoit ïïi van het Milieu-effecîmppt Uburg. eerste fase. wordcn twee ophogingsmcthodcn beschreven. kortweg genoemd: de slibvemijderhgsvariant en de geotextielvarimt h de praktijk zal een wmbinatie worden toegepast van versohillende zettingsversnellende maatregelen, te weten: overhoogte. verticale drainage en beperkte slibverwijdering. Plaatselijk kan een geotextiel worden toegepast. Daarnaaït zijn twee aaniegrnethoden mogelijk. Bij de wgenasmde ringdijkmethode wordt eemt een ringdijk aangelegd Deze ringdijk wordt gemaakt van (met)Lisselmeerzand en het zandpakket van (zout) Noordztczand. De ringdijk die onderdeel uitmaakt van de toekomstige waterkering, dient als scheiding uissen het brakke randmeer en het mete Umeer. Ladien uitsluitend zoet zand wordt toegepast, is het aanleggen van een ringdijk niet noohkeItjti tijdens de uitvoeringsfase en d er g a p k e n van de vakkermctbode. Uit de metingen die op het proefeiland" zijn v d c h t . kan aan de hand van de kwaliteit vaa de onderlagen nu de meest optimale methode van land malen worden bepaald De vakkenmethode. nu ook wel de pamenkoekmetimde genoemd, in combinatie met verticale drainage en incidmteel gebnllk van g w kxtiel voor de ophoging geniet de voorkeur.
ai.
IaMdhg.
Dc milieu-aspecten werden in eerste instantie beschreven in bet MER voor de Nota van Uitgangspunîen (198811989). Voor het ontwerpbestemmingsplan iJburg, eerste fase (lW),is een aannillend MER opgesteld Het in het MER ontwikkelde milieu-alternatief kent mt m e op het gebied van ontsluiting, dichtheden en ontwatering voorstellen die passen binnen dit ontwerp bestemmingsplan. Hier wordt volstsan met een belraopte aanduiding van de milieu-eisen die mogelijk gevolgen hebben voor de uitwerking van het bestemmingsplan. Voor een volledig inzicht in d e milieu-aspecten wordt verwezen naar het Aannillend MER IJburg, eerste fase.
l'
Het procf*Jadl is een aangeiegd stuk ladl in hct Urn= van 100 bij 300 m. Het Irnd Op die mnnia worden de vwr- en n a d c h van verschillende ophoogtduiclcn in e m - rcpmcntptief deel VEI het gcbicd - bcsaidcerd.
besuiat uit drie vakkm die op cni verschillende wijze zijn aangelegd
Hoafduitgangspunt is dat de waterkwaliteit in het Umeer niet mag verslechteren ten opzichte van 1989. Afwatexing van Liburg op het Umeer wordt daarom afgewezen. Het strevea is gericht op een zclfvemntwdlijk waîersysteem. De doelstellingen van het te voeren beheer zijn vagelegd in de gemenielijke Nota Watdeheer Amsterdam 19931997 (Gemeenteblad 1993, bijlage O). In 1997 verschijnt een nieuwe gemeentelijke nota dan wel een w ~ h ~ p l van a de n dan aangewezen beheerder. Damilin zal het beleid verder worden uitgewerkt. In de Nota van Uitgangspunten Ontwerp voor Ilburg (juni 19%) en het ontwerp voor het eerste uit te voeren deel van IJburg. het Havencifand genoemd, wordt niet meer uitgegaan van afsluiting van de eerste fase door middel van een waterkering (rond bestemmingsplangebied US), maar van de aanleg van eilanden met een eigen waterkering. Het zogenaamde stand-stilYpincipe, te weten: geen belasting van het Umem d m vervuild IJburn water, is daarbij overeind gebleven. Onder men door het gebruik vaa milieu&endelijke materialen. aanleg van natuuriijke oevers, scheidinn van vervuild en minder vervuild water. het beperken van verharduig. zodat i&tratie (en zuivering) in bet gebied mogelijk is.' De risico's voor het wstermiiicu die Weven aan woonlocatie8 die zich buiten de waterkering bevinden, zoals steigers, platforms en woonboten, zullen met de best bcschikbm middelen worden ondervangen. Bij uitwerking van de plannen wordt in overleg met Rijkswaterstaat ondenocht hoe in geval van calamiteiten verwild water kan worden opgevangen. Om de Amsterdamse grachten te kunnen blijvcn spoekn via de sifon onder het A~nsîerdam-Rijnkanaalmet water uit het LJmeee, moet een open vcrbhdhg met de Umeerboezem gehandhaafd blijven. Het ontwerpbestemmingplan biedt in dit opzicht geen belemmeringen, ouk niet indien er voor een afgesloten vdant met de waterkering om gebied US wordt gekozen. Het graven van een verbindingskanaal door Zeeburg (zie MER. deel 11. afbeelding 2.1, punt 9) is derhalve niet meer nodig. Ten aanzien van het koelwater van de UNA-centrale is de verwachting dat door de aanleg van IJburg geen sprake is van te sterke verwarming van het water bij de uitmonding van het koelkanad in het Urneer in h a zuidoostelijke deel van het bestemmingsplangebied. Vanuit dit gezichtspunt geniet de variant met de niet gesloten waterkering de voorkeur omdat daarbij van voldoende doorstroming sprake is en verwarming van het water bepakt. 7
Het rioleringstelsel van ITburg zal zijn ingericht op een m goed mogelijke emissiebeperking. In beginsel kan dit worden bereik door toepassing van een verbeterd gescheiden rioleringstelsel. Mogelijk zal in een deel van het gebied het afstromend regenwater door middel van infiltratie worden gereinigd. Mocht dit niet haalbam zijn, dan zal in ieder geval worden gestreefd naar ten minste een waterkwaliteit die bereikt zou worden als een verbeterd gescheiden stelsel zou worden toegepast. Het afvalwater dat Riet in IJburg km worden gezuiverd, wordt getransporteerd naar de
Nr. 397
naolwiiterzuivenngsinnchting Oost en na zuivering geloosd op de Nmrdzeekanaalboezem.
Hoofduitgangspant is dat wordt voldaan aan emissienomiw. Dit betekent dat op het voetpad naast de weg grenswaarden voor stikstofoxyden, kooIm0~1xyde, zware metalen en zwaveldioxyde niet mogen worden o v a s c W n . Door juiste dimensionering van verkeerswegen en een hoog aandeel o p b a a r vervoer in de vervoerswijzeLeuze te bereiken. kan overschrijding van de grenswaden langs de wegen worden voorkomen. Positief effecî op de emissie heeft de situering van & voornaamste wegen langs water- of groenpariijen (verdunning door uitwisseling van wanne en koude lucht).
Hoofduitgangspunt is handhaving van bestaande ecologische waarden in het plangebied Waar handhaving niet mogelijk is, wordt iiriar maatregelen gezocht die het verlies aan natuurwaarde zoveel mogelijk ondervangen. Binnta het plangebied verdient het waterrijk stedelijk gebied USW 2 bijzondere wdacht. Dit milieu biedt mogelijkheden voor ecologische ontwikkeling op beperhe schaal. Er kan een reiatie worden gelegd met de realisering van milieuvriendelijke oevers eniof & aanleg van moerassen en rietlanden. Bij de inrichting van het stedelijk gebied moet rekening worden gehouden met de n m c t i e s aan de zuidoostzijde van het op te hogen gebied.
DoeIstelling van het Nationaai Milieubeleidsplan Plus (NMP') voor 2000 is een energiebesparing bij nieuwbouw van 25% ten opzichte van 1989. Voldoende ruim& dient aanwezig te zijn voor het realiseren van wamtelevering in het stedelijk gebied (US), alsmede in het waterrijk stedelijk gebied (USWI) en mogelijk delen van USWZ. Deze wmtelevaing kan zowel centraal (stadsvenvannü~gUNA-centAie) als decentrad (kleine wamtekrachteenheden in de wijk) worden verzorgd, al dan niet verkregen door wamtekrachtkoppeling of andere milieuwiendelijke energiebronnen. Of deze encfpievooniening deCenaaal of centraal zal geschieden. moet nog nader worden uitgewerkt. Bij de uitwerking van het gebied zal rekening moeten worden gehouden met de oriëntatie ten opzichte van de zon om het benutten van zonne-energie mogelijk te maken. Ook een juiste oriëntatie en i ~ c h t i n gmet het oog op de overheersende windrichting is een punt van aandacht.
Het bestemmingsplangebied ligt gedeeltelijk in de geluidzones van de Alo, in de industrielawaaizone van de elektnciteitscentraie Diemen en van het
Gemeenteblad afd. 1
Voorts heeft het wegennet in het plangebied zelf geluidzones. Dit zijn niet alleen de hoofdwegen, maar ook de buurtstraten. De derde geluidsbron in het plangebied is het mi~verkeerslawsai.
De Wet geluidhinder geeft de mogelijkheid een hogem waarde te laten vaststellen. Dit houdt in dat, wanneer geluimeducerende maatregelen niet of onvoldoende doeltreffend zijn, de gemeenteraad luui bepalen dat woningen met een hoger geluidsniveau belast mogen worden. D9aniaast zuilen woningen worden geïsolesrd, waardoor de geluidbelasting in de woningen zal voldoen aan de wettelijk veniste binnenwaarde en de slaapkamers zullen zoveel mogelijk aan de geluidluwe gevel liggen. Uit het akoestisch mppori is gebleken dat de hoofdwegen een aanvaardbaar profiel kunnen irrjjgen als sen geluidbelastiag van maximaal 60 dB(A] wordt Vandaar dat een onthdnogsprocedun is gestart voor een waarde van 60 &(A) ten behoeve van de woningen die langs de. hoofdassen mUen worden gebouwd. Het aantal woningen waarvoor deze hogere waarde wordt aangewaagd, bedraagt manimaal3000. De vvooiireursgnnswaacde van 50 dB(A) wordt ook in buurtontsluitingsstraten snel overschreden: daarom wordt voor de woningen langs de overige m e n in het plangebied een hogen waarde van 55 dB(A) aangewaagd Het westelijke deel van het plangebied ligt in de geluidzone van de AlO. Het akoestisch ondenoek heeft uitgewezen dat zonder afschermende maalregelen aan de weg woningbouw in deze zone h sirijd is met de Wet geluidhinder. In verband met andere randvmrwaarden is in de planvorming duideiijk geworden dat b i e n een afstand van 440 meter van de A10 woningbouw niet voor de hand Ligt. Wanneer de woningen inderdaad worden gebouwd op een afstand van 440 uit de weg, is het vereist een s c h m te plaatsen. Een scherm van 4 m hoog reduceert het geluid tot 51 &(A), inclusief 3 dB(A) correctie conform art 103 van de Wet geluidhinder. Voor deze w d e is een h o g e r e - w a d e p c d m gestart. Dit betekent dat woningbouw binnen e n zone van 440 meter uit de A10 in het bestemmingsplan is uitgesloten, tenzij wordt gekozen voor een nog hoger scherm. De wegen in het plangebied zelf hebben ook geluidzones. Dat geldt nier alleen voor de hoofdwegen. maar ook voor buwtstmten. De planvorming is nog te globaal om de gelltidshinder bij de woningen exact te kunnen berekenen. In het akoestisch rapport is aangetoond dat het redelijkerwijs onmogelijk is te streven naar de voorkeursgrenswaarde van 50 dBCA). Het plaatsen van schermen langs de wegen in het plangebied wordt zeer ongewenst geacht vanwege de grote barritre,wecking. Een andere theoretische oplossing is de woningen zover van de weg af projecteren dat de geluidshinder is afgenomen tot 50 dB(A). Re afstand tussen de weg en de woningen zal in het meest ongunstige geval meer dm 150 meter moeten worden om deze norm te halen. Wegprofielen van 300 meter zijn natuurlijk onacceptabel. Bij de berekening is al uitgegaan van een hoog percentage openbaar-vervwrgebniik, waardoor het nog meer beperken van het
Nr. 397
autoverkeer niet meer kan. Tevens zal de gelaidshinder worden gereduceerd door gebmik te maken van geluidreducerend asfalt.
Een geluidzone wordt bepaald door een 50 &(A)-contour rondom e n indusaieterteh. In de directe omgeving van het plangebiad liggen twee geluidzones van industrieën. Dit zijn de geluidzones van de UNA-cent.de Diemen en van het b w wordt de iaatst industriegebied Cmquius-~urgereïlandTer plaatse van U genoemde mne voornamelijk bepaald door & rioolwaterzuiveringsinsîakde Oost. In deze zone in ITburg mogen geen woningen of andere geluidgevoelige bestemmingen wordeo gebouwd. De zone van de UNA-centde ligt voor een klein deel wel in het woongebied. Ten behoeve van het realiseren van woningen in dit deel zal G c d q J W e Staten van Noord-Holland wordeo venochi, een hogere waarde vast te stelen van 55 dB(A).
Het ontwerp-bestemmingsplan vooniet in & aanleg van tram enlof metio. Bovendien d t het plangebied mogelijk h r s & n door cen n @ d e railvabinding richting Flevopolderir. Zowel over de metro ais over de regiolijn bestaan nog vele onduidelijkheden b f f e n d e de aard van het rmhieel, snelheid, frequentie en baangesteldheid Dit ma& het onmogelijk, de mate van spoomeglawaai bij de woningen exact te berekenen. De ûn&rzocMenst voor Milieu en Grondmechanica Amsterdam (Ornegam) heeft echter een vwkennend ondetmek verricht waarbij veel aannames zijn gedm De resultaten van dit onderzoek zijn vastgelegd in -fl 14-2-00254 van 27 febmari 1995. Uit dit onderzoek biijlst dat op een afstand van 25 m uit de metrobaan de voorkcursgi~nswaaidevan 60 &[A) wordt overschreden. Deze norm zal overigens in het jaar U100 worden verlaagd tot 57 &(A). De maximale ontheffhgswaarde van 73 dB(A) (na 2000 70 dB(A)) wordt langs de meaobaan niet ovcrschraden. Wanneer de metro wordt gecombineerd met een regionale spoorlijn, aikien vanwege de geluidshinder grotere afstanden moeten worden aangehouden. Deze afstanden zullen ongeveer 40 m moeteo woEden om niet boven de maximale oiithffigswaarde uit te komen. Bij de stations kan deze afstand kleiner zijn. Aangezien de spoorbanen niet zijn opgenomen in het Besluit geluidhinder spoorwegen. heeft de mmbaan formeel geen geluidzone, waardoor een onthefñngspcedure op dit moment achtemrege kan blijven.
Duurzaam bouwen betekent dat in alle fasen van het bouwproces, dus van initiatief- tot b e h d a s e , bet milieu-aspect een vaste plaats he& in de besluitvorming. Daarvoor staan, wat betreft de concrete regelgeving. Qie wegai
Oemeenteblad afd. 1
ter beschucking: bestemmingsplannen, de bouwregelgeving en de fiscale wetgeving. Waar in de bouwmgeigeving eisen kunnen worden opgenomen ten d e n van matenaslgebdk, isolatie en dergelijke, wordt in het ontwerp bcstemningsplan het duunaam bouwen g e c o n d s e a d in steddmiwkmdge uitgangspaten. In voogaande paragrsfen werd d i n g e g a op zaken die uit & MER en het pian van aanpak van de ROM-studiezijn overgenomen op hei systeem van & waterhuishouding en de maatregelen wamnee belastiag van de omgeving wordt ondwmgen, maar bijvoosbeeld ook de hoge openbaar-vavoa; doclsteIling speelt op een hoger schaalniveau een belangrijk ml. Dit zijn aspecten äie op een hoog schaatniveau milieucfftcten hebben. hde het duunasm bouwen ook op een kleiner schaalniveau te regelsn. is in dit ontwembcstemmin~s~lan het duunaam bouwen norm als ricbtinmevenâ uitgangq&t vwr de &-&en uitwerkingen weergegeven in de basc&íjving in hoofdliinen. ~BtU'brlijkis het ook mogelijk om buiten & wettelijke regeiingen het duunaam bouwen san de orde te stellen. In de paraiiel aan dit ontwerp besiernmingsplan te onhrlilrkclen stedcnbouwhuidige producten, wordt aan dere zaken aandacht best& Hierbij w& gebruik gemaakt van het zogenaamde Milieu Prestatie Systeem (MPS). Het IWPS is een systeem waarbij p;tmeente. mmkbmniien - - uit een 1-e
lijst
maatregelen kunnen-kiezen, ~ n d e r - ~ r w e a r dat d e ze em minimumaankl milieurnten behalen. Het MPS wordt ook bii elk nieuw te ontwikkeka deel opniei% bekekcn en bcrijld, zodat nieuwe on*mkltelingen gedurende het poces ingevoerd kunnen womlen. Het MPS vormt een kader voor de omgang met milieu-aspecten op een l a p schaalniveau. waarin mwel o v e r b e i ~ g e l c n als inspanningen door marktpartijen worden gamengeval. De invoerhg van hct MPS wordt voorufgegasn door heldeie a f w e n hissen de panijen die bij het ontwerp, de uitvoering en het beheer van het plan zijn betrokken.
De Dimerzeedijk is een gebied dat conform hei vigerende b e s t e ~ g s p l a n m bestemming heeft van natuurgebied, maar dat jarenlang is gebruikt voor mihtort en vuiiverbmding. Ten gevolge van de vuilverbrauding is ernstige verontreinighg van de bodem g&& Deze vemnînhiging is ov"een beperkt gebied verspreid en door biizondere omstandigheden is bet diepme gtÜndw&r nog niet verontreinigd. het op de kaart gcarceerdc deel v& de Diemeneediik wordt eesaneepd. Om het vervuilde nebied wo& een damwand geslagen tot"* een 8anwezige afsluitende kiulaagn: àe onondcrgrond op circa 20 m diepte. Het op deze wijze afgesloten gebied wordt vervolgens voorzien van een circa 1 m dikke zogenaamde leeflaag. Om te voorkomen dat regenwater afvloeit naar het open water, wordt een drainagesysteem aangebracht Dit
drainagestelsel wordt aangesloten op een L a plaatse te realiseren gemaal en miveringsinstallatie. Het gezuiverde water wordt afgevoerd naar het AmsterdamRijnkanaal of & rioolwatemiveringsinstallatie-Oost. Na de sanering is een gebied beschikbaar dat d w r de diverse hwgteverschillen en de aanwezigheid van een aantal biotopen en een histoñsche dijk met historische bebouwing geschikt is als pasWnatuurgebiecL Naast eisen uit oogpunt van veiiigheid zal bij de sanering &I ook moetui worden geanticipeerd
Nr. 397
op de toekomstige inrichting en op het behoud van ecologisch, laadschqplijk en culhiurhistorisch waardevoile onderdelen. Dit geldt met name voor de omgeving van de Break, die als natuurgebied dient te worden behoudea De sanering zal gered zijn vóór de oplevering van woningen in KTburg. Bij de saa&gsnm&egelen en de uiteindelijke inrichting zal ook terdege rekening moeten worden gehouden met kruimde inft~~tnictuur en de eventueel te verplaatsen hoogspanningsmasten. Voor hinderlijke activiteiten. zoals de huidige schietvereniging, zal in de toekomst echter geen pla& meer zijn in dit gebied
Voor de sanering worden onder andere damwanden. beschoeiingen en b c s c h d a g e n aangebracht, die met name voorkomen dat vervuild grondwater bet gebied uitsmmt. Om deze werken te beschermen is een aanlegvergunningenstelsel van toepassing. Dit houdt in dat voor werkzaamheden in het op de kaart gearceerde gebied in de zone park @p) en uit te werken stedelijk gebied 2 (USW2) zonder een aanlegvergunning verboden zijn.
In het plangebied bestaat de mogelijkheid, zij het in bepcrkte mak, tot het vestigen van bedrijven. Gezien de stedenbouwkundige situatie in het plangebied en de aanwezigheid van minder of meer hindergevoelige functies. is het aoodzakelijk om wat betreft de hinder die door bedi?jven wordt veroorzaakt in het bestemmingsp1m een en ander te regelen. De belasting van het milieu door bedrijven m- binnen bcpaaide g n m n blijven. De invloed van een bcdnjfsvestiging op het milieu hangt, behalve van de aard van de bedrijfsactiviteiten, af van de omvang en de ligging van het M j f ten opzichte van andere functies of bedrijven. Daerbij doet zich vaak het verschijnsel voor, dat veel betrekkelijk onschuldige, kleine vestigingen in de loop van de jaren u i t m e n tot middelgrote of zelfs grote bedrijven met een navenant toegenomen milieuhinder. Bij het imichten van de bebouwde ruimte bestaat met name in stedeliike gebieden behoefte aao een meer i n t e d e afweging van soms tegen&ijzge beiangen. Het ontwerp-bestem&tgsplan bidt-daattoe goede mo~eliikheden. Rekcnine houdend met het gewenste leefklimaat biedt het ,. ontwergbestemmhgspl& bij uitstek bei &epingskader, door miadel van z o n e ~ geen , goed evenwicht tussen verschillende hncties te beweksteiiigen. ~ s p & t e nals het economisch functioneren van het i-te.tmkken gebied en dergeiijke. kunnen, naast milieuhygiënische aspecten. bij de besluitvorming worden betrokha Bij een dergeli* afwegingsproces spelen bijvoorbeeld bednjfsdichtheid, maximaal Wjfsvloeroppe~ylakper vestiging en de gezamenlijke befnvloeding van de omgeving door bijvoorbeeld verkctrmunuiatie een belangrjjke rol. w
6.11.l. De S t u t van Inrichtingen
Vorenstaande overwegingen hebben moe geleid, in het ontwerpbestemmingsplan aandacht te besteden aan de milieuhhder van kirijven. la de
Gemeenteblad afd 1
voorduiften van het ontwerp-bestrmmingsplan is daarom een Staat vm Inrichtingen opgenomen (ziede bijlage b< de voorschriften). Deze staat geeft per Mifssoon de botentiele (ootenticel: de te verwachten milieubelasting indien w& uitgegaau;an de v& de bedrijfssoott n d e beddjfsvocring) milieubelasting weer, uitgedrukt in de categorieën 1 tot en met V (zie indeling van bedrijven in categorieën, die hierna volgt). Nirarmate de werlduactie minder intem gemengd is met wuien hindergevoelige functics, kunnen de uit milieu-oogpunt-m & bedrijvigheid te &lien voomaarden minder scherp zijn. Naast de aard en de omvang van de bedrijvigheid speelt de ligging van de bedrijfsvestiging een rol: het als (te) hinderlijk ervaren van een bepaalde bedrijfsvemiging hangt Barnen met de milieugevoeligheid van de omgeving. De situatie in het plangebied maakt het mogelijk bedrijven toe te staan tot en met categorie U. Door middel van een wijstellingsbepding wordt de mogelijkheid geboden, dat evenmecl ook W j v e n uit een hogere categode toestemming krijgen zich te vestigen. Ook is een wijstellingsbepaiing opgenomen voor bedrijfssooiten die niet op de iîjst vooIJEomen. Voornaarden voor het verlenen van vrijstelling is dat het bedrijf in vergelijking met de bedrijfssoorten die volgens de Staat van Inrichtingen in de betrokken zone zijn toegestaan, geen blijvende. onevenredige afbnulr doct nan het woon- en leefmilieu door hinder enlof gevaar. In samenhang hiumee Irao als aanvullende eis worden gesteld, dat het bedrijf de W g e voorzieningen üeft. 6.11.2.
De indeling van bedrijven in caíegorieën.
Het milieu-aantastend vermogen van de versebilende soorten bedrijvigheid wordt vastgeswld aan de hand van een puntenweardering. Hierbij worden de volgende aspecten onderscheiden: - gevaar als gevolg van opslag (0); - gevaar als gevolg van handelingen 0; - uitworp van milieuvreemde stoffen (U); - geluidsoverlast (G); - verlwmtrekkend h a k i e f (V).
De potentiële milieubelasting van iedere bednjfssoort wordt per aspect in punten uitgednikt: - O = geen milieubelasting; - 1 = lichte milieubelasting; - 2 = matige rniiieubeladng; - 3 = zware milieubelasting; - 4 = zeer zware milieubetasting. De score op deze waarderingsschaal per milieu-aspect is specifiek voor het soort bedrijf en onafhankelijk van ligging en omgeving. De potentiële miüeubelasting van een bedrijfsvestiging hangt ook samen met de schaal waarop de activiteiten plaatsvinden. Om dit tot uitdnikking te brengen, wordt de omvang als extra factor in de puntenwaaniethg opgenomen: - bedrijfsomvang van de vestiging 150 m' of kleiner; - idem van 15 1 m2 tot 300 ml; - idem groter dan 300 m*.
Nr. 397
In totaal wordt dus op zes aspecten beoordeeld Voor de onderscheidene bedrijfscategorieën zijn per bedrijfsvestiging grenswaarden gesteld aan het milieu-aantastend vermogen per aspect en het gecombinerd vaorkomen van verschillende soorten milieubelasting (som van de aspecten).
grenswaarden per vestiging
I
II
m
IV
V
Per BW
2
2
3
3
meer dan 3
som der 8suecten 7 (inbegrep& omvang).
9
11
14
meer b 14
6.51.3. Uitwerking van het milieubeleid.
Voorzover bedrijven in het plangebied zijn toegestaan, dienen deze te vaiien binnen de in & Staat van Inrichtingen aangegeven categorie& I tot en met 11. In eerste instantie zal de toetsing d m middel van de Sraat van Inrichtingen plaatsvinden voor een zich in het bestemmingsplangebicd niww te vestigen bedrijf. Daarbij is de toetsing uit te breiden naar de actuele hinder, met name indien sprake is van een zich van elders verplaatsend bedrijf. Bezien kan dan worden, of aanvullende eisen moeten worden gesteld en eventueel de vrijsteüîngsbepalingen in werking dienen te treden. Aanleiding tot actief optreden kan ontstaan in de volgende situaties: - indien het bedrijf initiatieven onderneemt; - wanneer a sprake is ven evidente binder of gevaar. - uitvoering van het bestemmlngsphm; - bij behandeling van een bouwaauwaag; - indien vanuit het overleg de wens daaaoe te kennen wordt gegeven; - bij het voor dit doel beschikbaar stellen van gelden.
Ook dan dient eerst een onderzoek plaats te vinden aan de actuele hinder, terwijl een reeks van factoren mede in de beschouwing dient te worden betrokken: - de werkgelegenheidsaspecten en de bedrijfseconomische toestand van het
-
bedrijf;
de betekenis van de bedrijfsvestiging voor de buurt; de stedenbouwkundige aspecten; de betekenis van de huidige locatie voor het bedrijf; de wensen en meningen van de ondernemer; - de mogeiijliheden tot het treffen van extra voorzieningen ter plaaâse en de daarmee gepaard gaande kosten; - de op dat moment vodandeu zijnde financiële regelingen.
-
Zo kan in ieder afzonderlijk geval een inzichtelijke en overwogen beslissing worden genomen.
In het plangebied zelf zijn geen bedrijven toegestaan die exmem veel lawaai
maken (voorheen A-inrichtingen genoemd). Deze bedrijven [zoals bedoeld in het & geacht Inrichtingen- en vergudugenbesluit ( S W b l a d 1993, nr. 5011 w zoveel lawasi te w e n ) veroonaLen. dat de wijde omgeving zeer zwaar belast wordt. Het plangebied ligt wel birinen dc invloedssfeer van dergelijk inrichtingen (UNA-centrale en industriegebied Zeeburg) een A-Mchting in de omgeving. Binnen de wne van industriegebied Seeburg zijn geen geluidgevoelige bestemmingen geprojecteerd. Voor de geluidgcvoelige bestemmingen binnen de zone van de UNAcenaale zijn hogere wasrden aangevraagd.
De basis voor het bepaien van de economische uitvoerbaarheid van bestemmingsplan LTburg. ecrste fase. is vastgelegd in de financiële paragreaf van de Nota van Uitgangspunten Ontwerp voor Uburg. De daarin gehanteerde uitgangspunten passen binoen het ontwerp bestemmingsplan. De gehanteerde uitgangspunten voor de eerste fm zijn: - het verwerven van de grond van de huidige eigenaar, te wcten: de Staat der
Nederlanden;
- het aanleggen van het land en de inrichting daarvan; - de bouw van circa 8500 woningen. waarvan 30% in de sociale sector en 7096 in de marktsector. - het stapelingspmentage van & woningbouw i s 40%; - het nettowoongebied kent t e n dichtheid van 60 woningen per hectare; - de woningbouw s t a t medio 2000.
Naast woningen zuilen op IJburg diversen voonieningen worden gtrealisend. In de h c i ë l e paragraaf is rekening gehouden rnet het gmndgebmik en opbrengsten vair: kantoren. bedrijven, s ~ d e n i t l g e no, n M j s voorzieningen en niet-commerciële voorzieningen. 73. Dekking.
Overzicht besluitvorming.
Op 11 februari 1994 is het Vinex-invesieringsakLoord op hoofdlijnen gesloten tussen het tijk en het ROA. Onderdeel van dit akkoord was de bouw van 12.000 woningen tot 2005. Inmiddels is in het op 30 juni 1995 gesloten uitvoeringsconvenant het aantal tot 2ûû5 te realiseren woningen temggebracht tot minimaal 8500. In zijn vergadering van 14 juli 1994 heeft de Gemeenteraad van Amsterdam zich akkoord verklaard met het investeringsakkwrd en opdracht gegeven een plan voor m u r g te maken dat technisch en hanciecl haaibaar is (Gemeenteblad afd. 1. nr. 499. en bijlage R). Het tekort op de grondexploitarie voor Ilburg, eerste en tweede fase. wordt gedekt door:
-
J
Nr. 397
I. & Vinex-geiden
Het aandeel van Amsterdam in het Vinex-bod van het rijk aan het ROA bedraagt, inclusief de door Almere toegezegde gelden tot het jaar 2000 contant per 1 januari 1996, 177.9 miljoen gulden. De bijdrage van Almere na 2000 bedraagt 75 miljoen gulden, prijspeil 1 januari 1993. Op prijspeil 1 januari 1996 is het Amsterdamse aiuideel daarin (ongeveer 61%) 48.5 miljoen gulden; 2. de geinrnuelìjke bijdmge.
a
Het door de Gemeenteraad vastgesteIde tekort van 300 miljoen gulden op prijspeil 1992 is om te kunnen rekenen in guldens van 1996 verhoogd met het iafiatiecijfer gedurende de periode 1993 - 1995. De gemeentelijke bijdrage is op prijspeil 1996 maximaal 330 miljoen gulden; 3.
een djkrbijdmge na 2005.
Het Vinex-akkoord geldt slechts tot 2005, waarbij de gemeente zich verplicht minimd 85500 woningen te bouwen in ITburg. In totaal worden in Uburg 18.000 woningen gebouwd. Over de rijksbijdrage voor de na 2005 te bouwen woningen moet nog overeenstemming worden
bfmih nissen het ROA en het rijk. Resumerend.
De dekking vau de tekorten van Ilburg worden gevonden in de, op prijspeil 1 januari 1996: - Vinex-bijdrage tot 2005 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . t77,9 miljoen gulden; - bijdrage Almere na 2000 .................... 48,s d j o e n gulden; - bijdrage rijk na 2005 ...................... p.m.; - gemeentelijke bijdrage ..................... 330.0 miljoen gulden; - totale dekking
...........................
556.4 miljoen guldei
Met het rijk is inmiddels overeenstemming beneikt over de finariclering van de railinfrastructum. De kosten van de te saneren Diemerzeedijk zullen voor 90% door het rijk worden gefinancierd. De overige 10% d de gemeente financieren. 7.3.
RorIsU.
Aan de hand van een analyse van het grondgebruik en nauwkeurige d g e n van de kosten van de aanleg van Ilburg, alsmede een raming van & grondopbrengsten is een grondexploitatie gemaakt die uitkomt op een tekort van 500.3 miljoen gulden, netto contant gemaakt naar 1 januad 19%, Daaibij moet worden gerekend met de volgende additionele kosten (NCW 1996):
Gemeenteblad afd. 1
- sanering Diemeneedijk; (gemeentelijk deel maximaal) ................ 18.07 miljoen gulden; - bodemsanering overig @rijspeil 1 januari 19%) . . . . 12.00 miljoen gulden; 17-28 miljoen gulden; - inrichting Diemeneedijk (prijspeil 1 januari 1946) - natuurbouw Umeer ........................ 26.50 miljoen gulde& - gebouwde park~ewwnicningen 45.00 rniljoen gulden; ten behoeve van sociale huur - openbaar vervoer (iJburg deal) ............... 6.50 miljoen gulden.
..
.................
Het totale tekort op het plan bedraagt derhalve 625,65 miljoen gulden. Rekening houdend met een rijksbijdrage na 2005 @os!-Vinex-bime} bevindt het plan zich binnen de door de Gemeenteraad gestelde gremn. Het plan is daarmee financieel haalbaar. De uitvoering van dit ontwerp-bestemmingsplan past binnen het financieel kader van de Nota van Uitgangspunten Ontwerp voor Llbwg. Naast vorenstaande aan ï h u g toe te rekenen kosten wordt buiten de planexploitatie rekening gehouden met kosten voor:
- openbare verlichting. vebemlichten en brandlrranen - gemeentelijke bijdrage openbaar vervoer met aan
JJburg toe te rekenen ...................... totaal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
29.0 miljoen gulden:
6,s miljoen gulden; 35.5 miljoen gulden.
in & hlernavolgende tabel zijn de verschillende kosteaposten nog eens onder elltaar gezet. -19%
Uk+
NCW 19%
657.4 miljan yMcn
1998-m10
500.3 miljoen @b
20.0 miijca goiam
1998
16.07 miljaui giildca
21.65 d j u a gulden
~ 2 0 0 1
1728 miljoen guldcm
7.5 miljan guldwi
19%-uX)1
45 d j o e n gukkn
29.0 miijoen guldm
mui09
16.5 djcm grildca
7.5 miljan gulden
1998-ZûOI
6.5 rniijaui gulckn
Nr. 397
Op 5 maart 1992 is voor het eerst een inspmakavond gehouden over het wncept-ontwerpbestemmiagplan en een openbare zitting over de ontheffmgsaanmag betreffende de geluidshinder. Een tweede insptsakavond over het concept-ontweïpbeste~gsplmvond plaats op 8 november 1994. Op deze avond werden tevens de hoonilting voor het Aanvullend Milieulffectrapport Ubuq, eerste fase (MER),en een openbare zitting over de onthdfingsaanviaag geluidshinder gehouden. Deze laatste avond is door ongeveer 200 belangstellenden bezocht. Qp 22 juni 1995 vond een openbat. zitting plaats over het ontwerp-ontheffingsvenoek voor Uburg, eerste fase, in het kader van de Wet geluidhinder. Van de avonden zijn uitgebreide verslagen gemaald die als aparte bijlagen zijn overgelegd Hier wordt volstaan met een beknopte samenvatting van de opmerkingen, vragen en bedenkinge0 die zijn ingebracht. De belangrijkste algemene reacties betreffen het aantasten van de huidige functies van het Umeer. de Diemenetdijk en de Diemerpolders, waardon: ITburg door de insprekers onaanvaardbaar wordt geacht. Het Umeer had al lang tot beschermd gebied m t e n worden verklaard Ilburg wordt een bedwging voor de historische ielatie van Muiden met het apen water en de aanleg van 18.000 woningen zet de poort open voor het dichtbouwen van het Umeer. Tegen de &eg van Liburg uni pleiten dat het project te duw i s en technisch onmogelijk door de slappe ondergrond. Ook is gestcld dat de aanleg van iJburg betekent dat alleen de sociaal zwakken overblijven in de bestaande stad. Het uiu daarom beter zijn juist daar te investeren in woningbouw. Altgaatieven voor de woningbehoefte worden gezien in de polders bissen het Amsterdam-RijjnLanaaI en de Gaasp, de G e m e e n s c m 1 d e r , de Ovcrdiemerpolder, Noord en rond de Amstel. Verstedelijking in deze gebieden zou. met name in zuidoostelijke richting, beter sansluiten op de bestaande weg-. d-en waterverbindingen. Ook is gesteld dat vmtedelijkingspmblemen op randstadniveau moeten worden bekeken. Voorn muden kantoren moeten worden omgebouwd tot woningen. Meer specifiek gaan de reacties in op het saneringsplan voor de Diemeneedijk. dat volsh'ekt onvoldoende uiu zijn en veel duurder dan begroot. Gepleit is voor behoud van de Diememedijk als naaiingebicd, ook na sanering. Wat betreft de planllihoud is gesteld dat enerzijds de wijk te veel op de auto is gericht. in een te lage dichtheid. Anduzijds zou d e e n laagbouw moeten worden gerealiseerd met goed openbaar vervoer. Hoe valt de bewering dat Uburg uitmuntend openbaar vervoer gaat kennen, te rijmen met het feit dat er op z'n vroegst in 2005 een metro rijdt? Toename van de automobiliteit wordt gevreesd; de infrastruehiur is nog onduidelijk. Hoewel kritische kanttekeningen zijn gemaakt, geven de gemaakte opmerkingen geen aanleiding het ontwerpplan fundamenteel te wijzigen. Op onderdelen is met name de toelichting verduidelijkt. Bij de voorbereiding van het ontwerp-plan zijn tevens de voor de planontwikkeling relevante instellingen en ambtelijke adviesorganen geraadpleegd. Sommige van de op- en aanmerkingen op de iaspraakbijeenkomsten werden ook gemaakt in het kader van het overleg ex art. 10 van
het Besluit op de Ruimtelijke Ordening. De reacties en de aetwo~&n daarop zijn weergegeven in paragraaf 9. 9.
Raaltaten orulq ex uh 10 vin hel gcsliilt op d~ R n h t d j k e Ordedog.
Een samenvatting van het resultaat van het bestuurlijk overleg met andere overheden en (semi-) overheidsinstanties is in een aparte bijlage bij deze toelichting opgenomen. De gemaakte opmerkingen hebben tot aaupassing geleid va0 vooral de toelichting. Ook opmerkingen over de M en de voorscbnften (veelal van technische aard) zijn overgenomen. Daar waar inhoudelijk belangrijke verschillen van inzicht werden gtconstaied, is overleg met b k l r e n e n geopend Met de ;ianpsing van bet ontwcrpplan is daar echter niet op gewacht en derhalve zijn thans de inzichten van de gemeente Amsterdam, kennis genomen hebbend van de gemaakte opmerkingen en daar waar mogelijk nkening mee houdend, weergegeven. Belangijkste verschillen van inzicht w a m er met de gemeenten Diemen en Muiden over de noodzakelijk geachte verkeersontsluiting via de Al, Intensief overleg tussen de gemeenten Diemem en Muiden en de gemeente Amsterdam heefi uimiddels tot een gezamenlijke vomkew geleid voor een aansluiting in of nabij het knooppruit Diemen. Deze zal verder w o d m uitgewerkt. Met de NV Nederlandse Spoorwegen behoort een vergelijk tot de mogelijkheden, geL-n het resultaat van een zorgvuldige gemeenschappelijk opgezette studie naar de gewenste openbaar-vervoer-i-ctuw. Met Wjkswatmfaôt wordt nag overlegd over & geclaimde bestemming Waterstaatsdoeleinden ia de bestemming Rp.
Nr. 397
Bijlage, behorende bij de toelilhlhg op het o n t a e r p . b a i k e p i a n Uburg, eerde fase.
*
In het kader van het overleg ex ar(. 10 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening 1985 is het concept-bestedngsplan Nieuw-Oost, eerste fase. thans IJburg, eerste fase. aan de volgende instanties toegezonden: I. de provincie Noord-Holland, Dienst Ruimte en Groen; 2. de Kamer en Koophandel en Fabrieken voor Amsterdam; 3. de Dienst Gebouwen. Werken en Terreinen, direetie Noord-Holland. van het Ministerie van Defensie; 4. de NV Nederlandse Spoorwegen; 5. de Inspecteur voor de Volkshuisvesting; 6 . de Inspecteur voor de Ruimtelijke Ordening in Utrecht, Noord-Holland, Flevoland; 7. het Rijksconsulentschap Economische Zaken, provincie Noord-Holland; 8, de directeur van het Ondersteuningsinstituut Noord-Holland; 9. de provincie Noord-Holland, de Dienst Milieu en Water. 10. de directeur van het Provinciaal Elektriciteitsbedrijf Noord-Holland; 11. de rijksverkeersinspectie van het district Noord-West; 12. de NV Nederlandse Gasunie; 13. de directeur van het Provinciaal Waterleidingbedrijf Noord-Holland; 14. de Waterlandraad. Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan; 15. Rijkswaterstaat, directie Flevoland; 16. het dagelijks bestuur van het stadsdeel Zeeburg; 17. het Zuiveringschap Amstel en Gooiland; 18. het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Diemen; 19, het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Muiden; 20. de provincie Noord-Holland. Dienst Wegen, Verkeer en Vervwr; 21. het Hoogheemraadschap Amstel en Vecht; 22. W A , NV Energieproductiebedrijf: 23. het dagelijks bestuur van het stadsdeel Amsterdam-Noord; 24. PTT Telecom: 25. de inspectie voor de Volksgezondheid en voor de hygiëne van het Milieu voor Noord-Holland; 26. het Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat, directie Noord-Holland, Er zijn reacties ontvangen van de adressanten. vermeld onder 1, 2, 3. 4, 5. 6, 7. 8. 9, 10, 12, 13. IS, 16, 17, 18, 19, 20, 21. 22, 23, 24, 25 en 26 (24 stuks). Er zijn geen reacties ontvangen van de adressanten, vermeld onder 11 en 14 (twee stuks). Hierna wordt aangegeven wat door de adressanten is opgemerkt (in telegramstijl).
Gemeenteblad afd. 1
- Plmtoelichdng relatie met ROM. Ondakuwing vier B zes Iagen aan de noordoostnuid in relatie tot het MER, deel 11. - Bij waardering hadvarianten aansluiting A l invloed Imge termijn betrekken - Werklocaties; wat is relatie met locatiebeleid in het sauctuurplan? -
- Woningbouw is a gten volwaardig alternatief voor suburbane I ~ h u w . - Aanleg van een sneltram is eerste veniste? - Waarom wortft de spoorweg niet bovengronds aangelegd? - hic altetnatieve ontsluitingen op A l blijven reserveren. - Kunnen de A10 en A l de vtrkcersdnik wel aan? Capaciteitsbecekeningenl -
Absolute garanties voor îhnciering aanleg hoofdinfrastmctuw zijn
* onderbouwing 11.000 m2b~tovloeroppervlak.mede in relatie tot: *
oncbbuwlng van het kernwinkelapparaat; behandeling in Commissie winkelplanning. - Bedrijven: * hindemtegodeën I en II is premahiur. - Kantoren: afstemming situering en invulling in regionaai verband. - Parkeren: * bestemrningsplam loopt vooruit. Regionaal Verkeers- en Vervoerplan: mgionale a f d g is nooddelijk.
*
-
Geen opmerkingen.
- U-spoorlijn dient niet @si& onmogelijk gemaakt te worden. Voor eisen: zie openbaar-vmmaidies, tweede fase. - Nieuw-Oost k starten; openbaar vervoer is doorslaggevend en (voor)investeringen zijn te hoog. - Concentratie arbeidsplaatsen rondom toekomstig NS-station. - Waarom 60% opcnbaar vervoer verlaten? - Concentratie hogere bebouwingsdichtheden rond openbaar-vervoerhalten. - Reservering voor ondergrondse aanleg is niet reëel.
- Planvorm is te globaal. - Onduidelijkheid over het gewenste woonmilieu is een tekortkoming. - Milieugerichte opzet en marktgerichte opzet zijn zo verschillend, dat die niet in een bestemmingsplan zijn te verenigen.
Nr. 397
Voorschriften en toelichting spreken elkaar over maximumwoningaantal (12.000 respectievelijk 11.(P00) tegen. - In het startconvenant is sprake van 15.000 woningen in 2005: onvoldoende planologische duidelijkheid voor minimaal 3000 woningen. - 70% marktsector dient uitgangspunt te zijn. Rojectontwikkelaars en beleggers in een zo vroeg mogelijk stadium betrekken in verband met mogelijke van woningaantallen met milieu-eisen en openbaar- . strijdigheid . vervoereisen; - PubiieWprivate samenwerking vereist duidelijkheid met befrekking tot bodemgesteldheid en fundenngsconstmcties. -
•
Nieuw-Oost is in de Vinex opgenomen als woon-werklocatie voor 15.000 woningen tot 2005. In de toelichting wordt opgemerkt dat dam het streven op gericht is. De voorsciuiften spreken van maximaal 12.000 woningen, terwijl de toelichting rept over maximaal 11.000 woningen. De marktvariant kent zelfs maar 6500 - 7500 woningen. - Naar aanleiding van de eerste opmerking wordt de haalbaarheid van een adequaat openbaar vervoer in twijfel getrokken. Met de algemene uitgangspunten wordt akkoord gegaan. ook al zal een uitvoeringsconîract nader inzicht moeten geven in de economische uitvoerbaarheid. -
-
e
- Eerst twee voorzieningensteunpunten van 3000 m2in plaats van 2000 m2 realiseren, daarna bezien w e k van die twee steunpunten tot buurtcentrum van i 1.000 m' kan worden uitgebouwd. - Gehanteerde norm voor parkeren bij winkelvoosWeningen (&n parkeerplaats per 100 m2 vloer) is te laag: drie ? vier i is gebruikelijk. Ad 8.
- Er is geen verslag van overleg en inspraak bijgevoegd.
-
-
Globaliteit van het plan verhindert het geven van een eenduidig akoestisch advies. Afslag Al bij Diemen voor de ontsluiting is onvoldoende onderbouwd. Sanering van de Diemeneedijk door achterblijvende zekerstelling van financiële middelen is niet v66r eind 1997 gereed. ï ~ c h t i n gniet op kosten van de Interimwet bodemsanering
150 KV is van PEN. Geen bebouwing op grond tussen zakelijk-rechtstroken. - Hoogspanningsmast minimaal 38.5 en maximaal 133 m. -
-
Gemeenteblad afd. 1
- Verleggen van aardgastrans@ei&ngen; - Hanteer veiligheidsafstanden.
onbekend bij Gasunie.
-
Gecn opmerkingen.
-
Bestemmingsplan en (concept)-MER hangen samen. MER voldoet niet aan richtlijn voor waterbeheer. leemte in keinis niet nodig en niet acceptabel, I n t e w pgrauuna van ei= waterbeheer in MER is gewenst. Aandacht voor merfwil. Grootschalige vonnen van wonen, bedrijven en woowbcpen op het water buiten een h w f d w a t e r ~ gis niet accqkkl. uitgezonderd de functies die b e m k b g hebben op de jachthaven. Geen afwatering richting Umeer en daarmee in open v d i d i n g stamde wanen. Alle woonschepen, ook bestaande, mns1uiten op riolering. Dit g-ldt ook voor de afwatering van Zeeburg. C o m p e d e voor aquatisch-ecologische functies die verloren gam. Duidelijkheid vooraf over de gevolgen vaar het bemalinigmgime van het gemaal Zeeburg als gevolg van Nieuw-Oost. -land behouden als ecologische schakel in de verbindûlgsu,ne Vechtstreek-Waterlaad Aansluiting op A l baseren op maximale beperlung kilometrage em emissieo p l i m a ü d g van vocrhiigsnekheid. Suggestie voor grootschalige bergingalocatie voor afval en baggerspecie met op PEN-eiland,mam op locatie nabij te saneren D i e r n d j k
-
-
-
~ouWhoogteo n g e n - d - Grotere hoogte rond centra moet mogeíijk zijn. - Parkeenmm te hoog: * 1 : 1 nog te hoog:. . * bedcijfsfunctie minunaal B - l d e . - D i e m d j k met openbaar vervoer ontsluiten - Camping opnemen in bestemming Rp. - Hoe zijn de getaiien vwr weizijnsvwnieriingen tot stand gekomen? -
- Zuivering daor middel van verbeterd gescheiden stefsel en helofytenfilters wordt ondersteund. Daarvoor echter doorspoel- en venersingssystcem van de daarbij betrokken watergangen opnemen.
Nr. 397
Geen reactie gehad op brief van 31 januari 1992. Aansluiting op A l b g s Diemen-Noord onaanvaardbaar. - Geen aansluiting op Al mogelijk, wch noodzakelijk op korte termijn, bbk nog buiten het bestemmingsplangebied - ûndergrondrsilverbinding heeft voorkw. - Hoe verhoudt aanpassing van de gemeente(in tweede fase) zich tot het voorstel van Gedeputede Staten bij het Ministerie van WinlandSe Zalrcn. - Consequenties van modal-split (40% MER, 5û% akoestisch r a p en 60% òestemmingsplan). Besluitvorming (en inspmak) rond p l a n - / m i l i e u - a l e d is onduidelijk. - Arbcidspleatscn in relatie tot regio. - U i t w e r L i n ~ l i c h t i n gWememmdijk. - Jachthaven 250 Ligplaatsm. W8amp is dit gebaseerd w hoe gerelateerd aan het aanbod in de regio? - Hardhad verlteersprognoscs, nu aantal studies nog niet zijn afgerand. -
- Geen Nieuw-Oost,anders dan beperkt tot Arnstetdams grondgebied - In ie* geval nict up Muidens grondgebied. - Hewtel en ontwikkeling van de ruimtelijke-en milieukwaliftiten. - Waarom geen overloop naar Almere? - Geen rechtstreekse msluiting op A l h verband met capaciteit. - Geen ontsluiting op Mui&ns grondgebied - Nul-víuiant, Diemervatiant, Gaaspervariant moeten uitkomst bieden.
*
-
V e r k e e r s g e d e noordoost, Inclusief afwikkeling op omliggende infrastmctuur. - Op grond van de in het akoestisch rapport gepmigaosticeerde vtrkeemintensiteiten (welk overigens wordt betwijfeld) van Z350 motorvoertuigen in avondspits is tweede aansluiting op A l ten behoeve van eerstc fase niet strikt noodzakclijk; zelfs niet bij de door deze adresseerde aangevoerde prognose van 4770 motorvoertuigen. Gepleit wordt voor afwachten resultaten nader ondenock, waar mogelijk, varianten van oostelijke aansluiting op Al.
- Grenswijziging van gebied hoogheemraadschap Amstel en Vecht door verlegging hoofdwaterkering Diernerzeedijk.
- Technische problemen wegontsluiting via LJNA-terrein. - Vergoding kosten verplaatsen hoogspanningslijnen. - Enkele aanpassingen in MER.
Gemeenteblad afd. 1
- Geen essentiële opmerkingen.
- 45 m sBaalpad moet zijn 37 m.
a
De opmmkhgen lubben met name beüeìcbg op de relatie tussen het bestemmingsplan en de Miiieu-effecmqptage en de relatie tussen het bestemmingsplan en de ROM-mdie: - bij vaitsteIling van bestemmingsplan zou ten gunste van het milieu alternatief moeten w e gekozen; - keuzen M e MER-alternatieven zouden in het bestemmingsplan g&ffcctue& moeten woden; bijvoorbeeld: wij= van slibberging en afwakringsysteem al dan niet in hei Umeer zou bij het vaststelien van het bestemmingsplan bekend moeten eijn; - deze keuzen zouden ook in het ROM-projecthgebmcht moeten worden; - er zouden geen incomplete MER-stukken in procedure moeten wo& gebracht.
Hoogwaardige openbaar-vervoerlijn ruimtelijk ~semeren;o v p aanleg wordt in het kader van een dom het ROA op te stellen en door de minister goed te keuren R W beslist. Vermijden van s l u l p t c tussen A l en A10 via Nieuw-Oost. Waterbeheer nog onvoldoende vanuit een i n t e m propmmlil van eisen onderbouwd; nactie wordt in het kader van MER-proaxhm gegeven; in het bestemmingsplan wmgkkens bij de percentages water in de bestemming USW2 (te weinig); randmeer in i& geval aparte bestemming geven; Aandacht voor zwerfvuil. Buitendijks bouwen alleen acceptabel achter hoofdlrefing, afgeschermd van
Umeer.
Afwatering Nieuw-Oost uitsluitend in westelijke richting. Verbeterd gescheiden rioolstelsel aangevuld met helofytenfilters in randmeer niet als aitematkf. maar als voorkeur aangeven; het Amstadam-Rijnkanaal (ARK) is in beheer tij de directeur van
Rijkswamrsw, Utrecht. Code Vx (kaart) is in sûijd met code Vw (voorschriften). Doorvaarthoogte 9.80 m is 9,10 m. Windmolens h Vx [ARK) is niet aanvaardbaar. Bezwaar tegen verbod op (tijdelijke) baggerspecieberging langs het Amsterdam-Rijnkmaal; daarom ook problemen met geplande kabel- en leidingenstmok.
Nr. 397
Bestemming "WaterstaatsdoeleincCen ten behoeve van inspectie en onderhoud van bet kanaal" handhaven. Genoemde werkgroep van Rijkswaterstaat (blz. 20) bestaat niet; wel een andere werkgroep voor vergroting van toe te laten diepgang. - Suggestie om Diemeneedijk geschikt te maken voor berging van afvalstoffen en baggerspecie met daarna bestemming recreatie- enlof natuurgebied -
Een ciustering van de gemaakte opmerkingen naar onderwerp leidt tot het volgende overzicht.
-
Geen verslag van overleg en insprauk
Op 5 maart 1992 is een inspraakavond over het concept-ontwerp bestemmingsplan gehouden. Een tweede inspraakavond over het conceptontwerpbestemmingsplan en een hooizitting over het Aanvullend MER Ilburg, eerste fase, is gehouden op 8 november 1994. Uitvoerige verslagen van vragen en opmerkingen en de door de gemeente gegeven antwoorden zijn in deze bijlage weergegeven. De aard van de opmerkingen is lweekrlei: a over de aanleg van Uburg; b over de kaart en de bepalingen uit de voorschriften. Ad o. Er is getracht de motivatie voor Nieuw-Oost nog verder te verduidelijken. Ad b. Er is gewezen op de uitwerkingsverphchting en de globaliteit. Bij de uitwerking zal zoveel mogelijk rekening worden gehouden met die opmerkingen.
e
In de toelichting wordt onder paragraaf 8 (maatschappeiijke uitvoerbaarheid) een samenvatting weergegeven van de opmerkingen, gemaakt op beide inspraakavonden en de hoorzitting over het Aanvullend MER,Ilburg eerste fase. Ook wordt daarin aangegeven tot weke wijzigingen deze opmerkingen hebben geleid in het ter visie te leggen ontwerp-bestemmingsplan. Voor een deel wordt een parallel getmkken met de vermelde reacties en het antwoord daarop uit paragraaf 9 (resultaten overleg ex art. 10 van het Besluit op de Ruimteiijke Ordening). - Besluitvorming (en insprauk) rond plan-/milieualternotief onduidelijk Reaciie ad 18 en 25.
De besluitvorming betre8 het globale bestemmingsplan. Het MER dient ter ondersteuning van die besluitvorming, waarbij het bevoegd gezag extra informatie krijgt met betrekking van het milieu en de milieu-effecten. Over het E R wordt overleg gevoerd in het kader van de MER-procedure. De toetsingsen adviesronde uit die procedure is volgens de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne gekoppeld aan de bestemmingsplanprocedure. Dit houdt in een tervisielegging van het MER tegelijk met het concept-bestemmingsplan. Bij de openbare aankondiging daarvan wordt gewezen op de mogelijkheid tot het
Oemeenteblad afd. 1
instellen van beroep bij & gemeenteraad. Tegen het M E R kan op de hoorzitting buwear worden gemaakt als discrepantie wordt geconstateerd tussen richtlijn en multaat, niet tegen de richtiijn zelf, want die is d s vestgesteld en goedgekeurd. De Commissie voor de mitiein-effectrapponage heeft inmiddels, op 13 januari 1995;. een positief toetsingaadvies afgegeven. Bij vaststelling van het bestemmingsplan door de Gemeenteraad eindigt de MER-prwedm. Van de hoorzitting en de reactie van de Gemeenteraad op het MER bij vaststelling van het bes@mmbgsplan Llburg, eerste fase. wordt in p a a p a f 8 in de in M Gemeenteblad te publiceren tekst van de toelichthg een samenvatting opgenomen.
@
Een uitwerkingsrerplichting voor de Diememedijk is niet zinvol in verband met de vele m m n d s c bouwwaken en tijdelijke bovengrondse bouwwerken &e voor de sanering nodig zijn ui de geringe betekenis die aan een gedetailleerde uitwerking moet woden toegekend voor een parkontwerp. Het bestemmingsplan wordt op dit punt niet aangepast Wel is, in afwijking van het aorspmnkelijke concept, dt bouw van ew watenuiver~einstallatieen een gemaal gekogpcld aan een wijziginpbvoegdheid, De smering van de Diememdijk is niet v66r eind 1997 gereed.
De opmerkingen terzake hebben tot bijstelling in de toelichting geleid Overigens is in het staaconvensnt Vinex & smering van & Diemenetdijk als voorwaarde voor de realisatie van ITburg genamid. zodat ook van rijkswege ten aanzien van & sancriag verplichtingen worden opgenomen.
m
in 5 2.2 van de toelichting is de zinsnede "waarvan de mering wordt te zijn" vctanderd in "en in ieder geval zijn afgemnd verwacht voor 1995 g& voor de start van de v ~ o o van p de eerste woning". Evenu, is dit op andere plaatsen in de toelichting aangepapt.
Nieuw-Oost is in de Vinex opgemmen ah WW-werklocatie. i n het startconvenant darvoor zijn 15.000 woningen tot 2005 opgenomen. In de toelichting wordt opgemeskt dar daarop het streven gericht is. De voorschriften spreken van maximaal 12.000 woningen, terwijl de toelichting e over maximaal 11.WO woningen. De madctvariant kent zelfs maar 6500 - 7500 woningen.
Er is derhalve voor ten minste circa 3000 woningen onvoldoende planologische duidelijkheid.
Nr. 397
Bat&cijfmvGnv~lijlsntezadeo,nadihaProaaaalriQ&~nachulsn in temhmviaig die in de
[email protected]~in áiscussiedjn. ïmúddei~is in betmxjiervam 1994tusaeaidcgemtmtc Amgiticrdnm. k t ROA en de provimie N&-Hoihd wtreerirffemmmg brmikt over de bouw vna maximasl18.000waniagcn.ïnhethdcrvrmduV1~t~16i dit aok met bet rijk vagekga wainbij gemld i s dat maximaal 1Z000 wodqcn vú6rùctjaarU]OOmaataiiwordmgeboirwdIndetoeli~w~ook ctpideljk~keaoverwneaamfase,dicomvd~scheRdaeeade ombeeft geiagen dit dians in & p i m m is. Biliten de easte 1 11.MO Woaingtn fase worden. túìmkdjk ven & vsrdae uitwu'khg, ~li~gsmaiildHd~Ilcwiorbijdep~-w~due~QrIvan de 18.009woningen ~aacbtzsl homan - is m richrinVMU verdere gelijkhedm &t een samnhang met de R O M - W C sn OU
b = m-vWlÛsI k. In de v o m s c is~ het maximum vm 12.000 wonimgen gewijzigd in mwmealll.MO.opdetinicdagevaldetOGli~~eads~~ oaderling consistent zijn ( h l e n 3A b, 4.5B ni 5-53).
- Phwm te globaal door 4otu&d&&khkn, &r n e w w t e woonmilieu; is een
~~~.
&m owr Ihn W pjn dt miIIcugwjtAre opuu
Juist de nog vele bastaaode ondnidelijkkdm hebben g e l d tot de keuze voor de @M piauvorm met ~ g p i i V-Id ~ . is dat tijdens de planologische g d ú e u b e vrn het globale plan aa tijdais de lanm ksin vetciste zsüing6tijckn vom uitvouhg van d4 -wde ber' -s vomude dDidelîjHdd OLM D b q is LC. w i p ~ ~ l a a a i ï ~ . mateophaopsnbaar~~~~wordt~~Mt~datlaogae prioriteit krijgen en vwwacht mag waden dat de "mmkt' in de v m w ook ah komende jmn zodanig evolutat dat g& marlrtaiterium gaat geiden. Het 8panningereld is m niet oplotham. Wel zal naar
~~
vaw~:hthgdemsabindetwkomst~~htkxijgeawiorbouwenin kaües waar door goed opbaar VWVOQ v m waon-wahrsrkscr fles hmocn worden va.awidaL Bovendim mkeLt de gefaeegde intvoeiing flexibel iaspalcn
,vmies zelfa nog iccs a&edu - m-rijn & t a 3 hlwhoogtcnai ~ het aantal b o P w rond ~ ~ v te vetdubbclen. m In iiet ~ verlengde damvan kan w k cw hoger b e b o u w i n g ~ n t a g eworden vastgateld ( m p s h g van de v o m s c t~ e weten: ~ art, 4, lid 5. oadu F, G UI H). h de toelichting @aregrarf 4.2.1) is nog eens beMdnikl dat marktconform rnno 1993 en rmno 2905 kan vc~&chüien. Het g d b b r d c v d l tosaai markmmfarm en miiicugSacht bouwen uit &cxbnapt is in de toelid~tiug weggehaald. De toelichting kp& zich nu tot het Whrijvwi van de
Gemeenteblad afd. 1
plandoelstelhg en gaat er impliciet vanuit dat die marktu>nfonn bouwen niet h de weg zal stam. -
Nieuw-Om kter starten; amrwe~gheidoprnboar v e ~ m isr doorsiaggevend en {voorjinvesteringen zdn te hoog.
IJburg is nomhkclijk voor de woningpmductie in Amsterdam in bet k a k van het compacte-stadbeleid Dc (voor)investeringen zijn hoog, maar niet te hoog tegen de whimgmnd van regionale cangcstie en bijbehorende toename van de maatschappelijke kosten. In het kafbr van de Vinex-convenanten wordt het t#lstip van de eerste-fasewoningbouw in reiatie tot gefaseerde aanieg van dc openbaar-vervoerinfrastnictuw btspken. In dat overleg wordt uitgegaan van uitbouw van het Amstdamse meaonet met goede aansluitingen op de bestaande stad en het regionale en landelijke railnet. Aoderc locaties langs een bestaande of op korte termijn geplande railverbinding zijn in de Amstenhmse ngio niet voorhanden afgezien van reeds in ontwikkeling zijnde locaties. Er is dsaiom geen d e i d i n g het plan in u i t v d g te vertragen. Mogelijk wel om aanleg van railvdindingen te versnellen. De paragcafen 2.2 en 4.43.1 zijn aangepast aan de nieuwste gemeenschappelijk in k t overleg tussen de gemeente cn de NV N k i a n d s e Spoomegen (NS) verkmgen imÍchtcn (zie ook hierna). Voor dst o v d c g hceft de NS een notitie over de U-spoorlijningebracht. De d e g van IJburg wordt daarin juist als een positief feit aangemerkt - Waarom geen overloop naur Almere.
*
Do in j a n d en maart 1993 bekendgemaakte inzichten van het Ministerie van VoIkshuisvesîing, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer met betrekking tot de gewenste woningproductie in het stadsgewest Amstcdm laten zien dat woningproductie op meerden 1 d e s in onder andere b g , maar ook Almere. nmdzblijk zal Pjn. De d& op de Amsterdamse woningmarkt is m hoog dat de mgenaam& overloop MW Almere niet ter discussie staat. De toelichting zal. k a n gewag maken in 4 1.2. Passages over onpewenste overloop zijn afgezwakt. -
Geen Nieuw-Oost,andcrs &n beperkt fot Anrrtemhs grondgebied
De grenzen van dit bestemmingsplan reiken niet tot buiten Amsterdams grondgebid Wel is h de toelichting het onderzoek naar de mogelijkheden voor een groter ITburg genoemd Inmiddels is per 1 januari 1995 de gemeentegrens verlegd. waardoor ook in een vervolgfase op Amsterdams grondgebied gebouwd kan worden.
De wijziging van de gemeentegrens per l januari 1995 is in de toelichting opgenomen. - In ieder geval niet op Muidem grondgebied. Reactie ad 19.
Idem als de reactie ad 19 hiervoor. Met de gemeente Muiden is intensief overleg gevoerd over de aansluiting van Llburg op de Al. In een mogelijke tussenfase km het noodzakelijk zijn een tijdelijke verbinding richting Maris over Muidens grondgebied aan te leggen. De toelichting is hierop aangepast. Herstel en onrwikketing van de ruimtelijke en milieukwaliteiten.
-
Reactie ad 19.
Dit wordt zoveel mogelijk nagestreefd door aanleg van ecologische zones, compenserende en mitigerende maarregelen (= natuurbouw). Er is derhalve geen aanpassing nodig.
- Compensurie voor verlies aan aquatisch-ecologische milieus. Reactie ad 15.
e
Idem als de reactie op ad 19 hiervoor. bijvoorbeeld door middel van het te verplaatsen relatief schone baggerslib naar vooroevers. Dit aspect valt echter buiten het plangebied. Er is derhalve geen aanpassing nodig. Volstaan kan worden met een verwijzing naar het aspect slibberging in de concessieaanvraag en het MER-slib. Een uitvoeringscontract voor de verstedelijking van bet stadsgewest Amsterdam zal nader inzicht moeten geven in de economische uitvoerbaarheid. Reactie ad 6
D e opmerking temake is op zich juist. In 1994 is er tussen het rijk en het ROA een uitvoeringsconvenant getekend voor de bouw van minimaal 8500 woningen in de eerste fase van IJburg voor 2005. De paragraaf over de economische uitvoerbaarheid is geactualiseerd.
-
In toelichting relatie leggen met ROM. Reactie ad J en 25 (gedeeltelijk).
De ROM-studie bekijkt vooral de effecten van verdere ontwikkeiîngen in het Umeer en de rol van een groter Uburg daarin wordt verduidelijkt.
Gemeenteblad afd. 1
De ROM-studie Urneer. W k k e n door & provincie Noord-Holland en ia 1993 afgerond, is in een samenvatting aan & toelichting toegevoegd (toegevoegde paragraaf 3.7). - Bo1(whoogte nwrdoa8trand in relatic brengen mrt het MER, deel II.
Het MER is een adnes. Om die reden staat & noorband ter discussie.
e
Voorlopig mogelijkheden dienen nog opai te worden gehouden, en bij uitwerking evenhieel herzien; een lagere bouwhoogte in een uitwerlongsph vastrteiien, behoott tot de mogelijkhaden. Geen verlaging van de bouwhoogte van de noordaostraud. Overigens is in de uitwethgsregels afwijk, van de maximale bouwhoogte toegestaan ben behoeve van een incidenteel stedebwwhindig aamt. Daarbij is r e e g gehouden met de optie dat een deel van & noordrand onderdeel zai w0rde.n van een tweede
fase. - Hogen beboicwwigsdkhtheden rond openbaar-vervacrhulicn (sneltmin en IIspoorlijn).
Hiernaar wordt oagestmefd, maar de uitkomst is nog niet bekend Dit behoeft niet tot m p ~ ~ 5 i nvan g de v ~ ~ ~ ~ i u itef kleiden, e n omdat de verdeling van de dichtheid bij uitwerking wordt vastgesteld Een maximumbebotrwingspmmtage als gemiddelde over de gehele begtemming Laat vatiaties per uit tc werken deelgebied toe. Plmîselijk hoger betekent elders lager. Wel mi er vemllmllrg zijn door middel van kt toestaan van afwijkingai d i j openbaar-vervoerhalien. Zie hierna
-
Groterc bouwhogtcn rond centm.
Burgemeester en Wethoudm zijn het hïemee eens. &n mimere maege is in & uitwerkingmegeis geYntmducead nabij halten van het openbaar vervoer en voor het incidenteel toepassen van grotme hoogten daar waar een steûebouwlnindig accent geweast is. Art. 4, Lid 5, onder P. is vervangen en twee onderdelen, sub G en H. zijn Q maximurnbouwhoogte en het &urntoegevoegd Daarin wordt toeg& aantal bouwlaeen te verdubbelen K i e n een straal van 200 m mnd de tocgann - tot een bij ui&erking vast te steilen station voor openbaar railvervoer en op ruiden plaatsen waar vanwege stedebouwkiuidige vormgeving een accent gewenst is. wder gelijktijdige verhoging van de ~ u m v l o e r o p p e ~ i a k t emet n 20%. mits de gezamenlijke toename van het vloeroppervlak daarin betrokken niet meer dan 25 ha bedraagt.
Nr. 397
-
Resewering IJ-spooríijn ondergrondr is niet nëeL
tweede Uit overleg met de NS in het Lader van de ook door hen fase OV-studie Nieuw-Qost zijn diverse functies voor de Uspoorlijn gmoemd De gemeenteiijkc o@= zijn gericht op een railontsluiting op relatief korte tewijn voor l o M en r e g î o d b e r e i k In verband met de hindcr die em doorgaand railtracé van Alnmc naar Centraal Station door bet centraie deel van de eente fase me4 zich mabrengt. wordt uitgegaan van een vrij oostelijke gelegen tracé langs Riemen-Noord en bij voorke~urondergromis, onder het Amstdm-Rijnkanaal. De exacte ligging is nog in studie en overleg en M a l v e indicatief op de kañ aangegeven. De h o ~ t a l boogstraal c van de aanduiding op de kaart is vermimd naar 500 m. zodat de railverbinding wel kan worden gebruikî door zogenaamd a g g i d e e l (toelichting 8 4.4.3.1). - Wuarom spoorreservering niet bmengmndr-
De NS opteert vooral voor een liuigere termijn voor I--gebruik
m
en denin
aiieen aan een halte bij een omvangrijk Llbuig. Daar kan bij de inrichting alieen maar rekenhg mee worden gehouden ais de lijn kmisingsvrij het plangebied papseert: omkgronds of relatief hoog boven de pd.Voodopig is gekozen voor oo.~gmmls.Blijkens de nu gegeven reactie van de NS is timmver gericht overieg noodzahlijk Daar ook de ROM-studie rJaarv00~uitsluitsel nodig heeít, is overleg gal!ntamaerd Uit k-overleg is naar voren g&dat een eventuele railrmmvcriag voor de NS op de Zuidtak gekoppeld k m worden, met n a m omdat de verbbdhp; naar scGphol daarlangs &der problematisch iijkt. Voor deze verbinding bestaat geem technische noodzaak tot ondergrondse aanleg en kan door zijn gest&te tracé betet in ITburg. eerste fase, en ook latem fases worden ingepast. Bij dit en het biCrvoor gen& tracé is uitgegaan van de mogelijkheid van een centraal in Uburg gelegen station, wmriniwaarbij ook niet NS-materieel halleert voor oversqnnogelljkheden. Aangezien nog geen dcñnitieve keuzen worden gemaakt, zijn gaen m e r i n g e n opgenomen. Als een tussen de gemeente en de NS overeengekomen uitwerking van een NS-reservering niet h e n de nu vnstgestetde marges van het plan valt, zal een planherziening worden g&ntameerd. - Hoe verhoudt de aanpassing van de genuentegrens (in twee& fase) zich tot hn voorstel van Gedeputeerde Staten van Noord-Holland aan k t Ministerie van B i n n c U e Zuken.
De tweede fase is globaal bekend, maar is aíhankelijk van de uitkomsten van de ROM-studie U-meeren de besluitvorming daarover en vdt in ieder geval nu buiten bet kader van dit plan.
Gsmceateblaa afcl 1
Geta wijdginga Vaistaan w d met een vuwijzing naar de ROM-studiein
de toelichting (Socgcw~cgdeperagraaf 3 3 .
-
Door wrlcgging m & hwgwatehring (nu D W J d gmts~&f&g tp van het gebied m het Haoghemmdrchap h s t e l en V&. Rei?aie ad 21.
wordt nltt iiibestmuninmIpI1maileg steiî zicii op simiput toewijring wan & --w vooi de zhuw oetstaac w gecmheiddocn&pro~e~worden~Itdinhd~~aadtgeheI~ remgmisatie vim hct wrtgbthetr in de regio, dia t b s in v w M d i n g is. Pampaaf 6.2. van ck: toeiichting is iaagepad
De w t ~ t a M s h w
e
W
- &we subcanmi (36a0 d).w~uu een i &grwit tot b t @ c c m
fllux,d). Reael&
g
d 7.
Sr .J - c,&,%--
is mg niet saa r gcm, of de genafmik Indczefsscnn vm -* i l - - is. Art.4,lidS.wdaB,on&r~~wonhgcwijzig8~9nrnuimaal 132 ha v l ~ l a l inr 1.56 ha v ~ ~ i u Ia kde u . ~iichhg ai& dc pamgden 4.4.2 en 4.4.2.1 diewvmenLom8tig telshissl cn wat b&& oppwlalUeaaiiagcpiistDevloaappwlsltwper~enhoof~ wo* nist opecaomai.
-
AMdacht voor b o g g c m l i b b e ~ r rbl/ , ww>rkcwin hr omgeving wn & Dianc&jt
&ade ad 15.
m
V m e g e de goede kwaiiteit van hd oh%is geen MER nodig. I k s o d a h d het in probctie rijnde =-slib w& afgemaakt ai. m natlig, in p r e wwdmgchwhf I n d a t k a d c r z d v o l d o g i á e ~ u u i & ~ l i i b b c % i n g l -
vdlstntwordea-
Er is deddve geen wijziging idiamogaad aangsbracht.
D. o
-
m
v
p
.
7 m niarkreEtor dìcnt ~~g~ tc djn P r v j ~ w i U r ~m rs &leggem ui een w w w g ntogeltjk Wm h YCM met nsogeIQkc stri]&gheid wn w o * d & n Rldt mìIJe11-e~nen opnbwrwrvwniscn.
~~
.Rmdemi5.
Projcc.tmtwikkeiaars m beleggers d e n op h.t juiste mamsnt inpchkeld worden; in a n tc vroeg stadium hserst tev6cI QnduideUjkbcid en genoemde 2077
Nr. 397 instanties kunnen niet te laag in d a t i e i d verkeren o v e ~ontwikkelingsperspectieven. Na het startcwvenant is Wddcls met de riikaovertieid ook een uitvoeringsconvenant geslotea Daarin djn pas& gewijd aan de zogenaamde publiek-private samenwerking.
-
DuiSe1ijkheid met betrekking tot bodemgesteldheid c n f w r r l e r i n g s c o n ï ~ ~ e s vereist voor p.p.&
Met beirekking tot de bodcmgesteldhcid is voldoende duidelijkheid aanwezig voor dit bestemmingsplan. Hoe het aan te brengen zaadpakket zich op de slappe lagen gedraagt, is in grote lijnen bekend. aaar wordt sinds eiad 1994 nog aadcr onderzocht. dooi middel van een proeflandaanwinning die paktijkgegevens gaat opleveren. die van nut zijn voor te verwachten negatieve kieefeffecten op geheide fumhhgspalen. In de tijd gezien pillen deze gegevens pas na de tervisielegging bschkbaar komen. Volstaan moet worden met hetgem thans th&h bekend is. In de toelichting is daarvoor een extra passage opgenomen in paragraaf 5. - De hruilbanrhcid v m een adequaar openbaar vewocr wordr bij evenneeel minder woningen a& gevolg van meer nadruk op bouwen voor & markt in miifel getmkkca
Reactie ad 6.
m
Juist omwille van M n goed opeabaar vervoer zal met & markî ndmkkelijk worden gesproken over de in Uburg lp hanteren woningdichtheden en woningaantallen. De kunst ral zijn om meei marktgerichte w0mngùouw te realiseren zonder dramatische temgval van het w o n i n g a d . Ook goed openbaar vervoer is of wordt een markt-issue. Er wordt naar gestreefd om de woningen in IJbrrrg van het kgin af aan op het stedelijk railnet aan te sluiten (P 2.2).
-
Bij wnrrrdcring van & t m c é v a ~ n r e n(aansluiting op a% A l ) & invlued op lange tennijn betrekken
Vanuelfsprekend wodt de langere termijn niet uit het m g verloren voor belangrijke structurele keuzen ten d e n van de ahwikkeling van het verkcer. De aard en het aantal van de aansluitingen op het Iiundelijik wegennet staan daarbij in onderlinge samenhang ter discussie. Centde waag is. of daarbij blokkerende files ontstaan op vitale onderdelen van het landelijk wegennet: Al. A9 en AlO. De verkeersproducîiegegevens zijn opnieuw op een rij gezet (bijlage). h de toelichting is 8 2.2 onder het vierde aandachtsstreepje M e n w aangevuld met de in concept-tekst aangekondigde conclusie van "het overleg met direct betrokken instanties en gemeenten" over & aansluiting op de Al. Voor de eerste fase van Ilburg is een aansluiting op de A10 en &a aansluiting op de Al
Gemeenteblad afd. 1
bij de Gaaspcdamramp voldoende. Bij een eventuele uitgroei van Ilburg h een tweede fase naar 18.000 woningen kunnen zowel de aansluiting op de A10 als de A l uitgroeien tot een hoofdverbinding. - K e m n voor aans1uitUig op de A l buseren op minimaliseren gemiddelde k i l m t m g e en opninalisatie van rijsneIhe&n (emissies).
a
MMmaüseren van hec gemiddelde kilomemage en optimalisatie van de rijsnelheid zijn van nature antagonisten en bevorderen eerder het autogebruik dan dat van het opabaar vervw. H et is e n iagewikkeld stelsel van factoren die het evenwicht bepalcn tussen beperking van het autogebruik en bcperlllng van de milieubeiasting. Afweging v& f&nn heeft geleid tot het op de planlaan aangeven, indicatief, van de aansluiting op de A l bii de GBa8wrdammmeg. %e hiervoren: de bijgestelde tekst v an 3 2.2 van &e toelichiing. ovend di& vervalt op de ksart de nadere aíínduiding voor een wegverbinding asar M.
-
Sneltmm eerste vereisfc.
Voor hoogwaardige wijkontsluiting en aansluiting op het bestaande openbaarvervoernet wordt gekozen voor een metro. De tekst is dienaangaande bijgesteld -
Hoogwaardig opmbaor vervoer ruimfelijk reserveren; geen uitspraken over
de oard en her tijdrtip van oanleg buiten het Regionaal Verkeers- en Vervoeiplun ( RW P ) om
m
Het bestemmingsplan schept de juridische en planologische basis voor ruimtelijk gewenste mtwikkelingen, doet geen buldende uitspruken over de aard en het tijdstip van aanleg. Bij overeenstemming met bet rijk over de uitvoering zal ook bet RVVP daarvan melding maken. Met een reservering voor een mogelijke railverbinding richting Almere wordt in de plannen ~ k e n i n ggehouden (zie 9 2.2 onder het derde aandachtsstreepje en 8 4.4.3.1)-
- Drie d ~ e m ' e v ontsluitingen e op & A l blijven reserveren.
De suggestie is niet mogelijk. in verband met de rechtsbescherming van de burger zal bij een glotraal plan ten minste de hmfdstructuur van de pnoliiire verkeersverbiidiagen indicatief moeten warden vastgelegd. Dit geldt des te meer als ook nog eens grondgebied van een andere gemeente in het geding is, Ze bimoren en met betrekking tot de onder 2.2 aan te geven conclusies De hoofdwegenstnictuiu wordt op de plankaart, indicatief. aangegeven.
Nr. 397
-
Absolute garanties voor fi~ncieringm l e g h
noodrakcI~k
o
c
f
~rijn~
r
In het kader van de Vinex is Ui het voojaar van 1994 ovtreenstemming keilt tussen het ROA en het rijk over de bouw van 12.000 woningen tcd 2005. Inmiddels is in het uitvoeringsconvenant met het rijk dit woningaantal teruggebracht tot ten minste 8500 voor gememde periode. Over de financiaing van onder aaden de aanleg ven de raíii-ctuur vindt nog overleg plaats mei het rijk. In het Uitvoeringsoonvenant Vinex worden ook de hfnutmciuurkosten behandeld. V m e m n wordt naar paragraaf 7 van de toelichting.
-
IJ-spoorlijn nietfvdiek ownogelìjk.&n,
fase.
Voor eisen: zie OV-studie, tweede
In & OV-studie. tweede fase, zijn ten aanzien van de Llspcmlijn diverse
functies en opties genoemd die ieder hun eigen eisen skUen aan de tracékeuze en het horizontale en verticale allignement. Niet alle opties zijn inpasbaar. nadere keuzen zijn vereist. Continuering van het overleg tenake tussen de NS en de gemeente is noodzakelijk. Het resuita&îvan dat overleg wordt niet afgewacht. Er zijn M a l v e goen aanpassingai dienaangaande asngebnicht.
-
m
Ondergrondre milverbinding (bij Diemen) hefl dc voorkeur.
Zoals in de toelichting is vermeld ondes g 4.4.3.1. wordt in verband mef de hinder die een doorgaand d t r d van Almm oaar het Centmi Station met zich meebrengt, uitgegaan van een îracé mct een w eiin mogelijke schade voor wonutgen en landschap en bij voorkeur o d c q p n d 9 . Technische en fïnaucii3le co~iequentieskunnen dit weleens niet haalbaar maken. Studies hiernaar zijn nog
gaande.
Ten aanzien van de op de plukamt indicatief aangcgevea raiInservefing wordt geen uitspraak gedaan over de hoogteligging. maar de toelichting -kt een voorkeur uit voor een Rimel onder het Amsterdam-Rij-, Er is geen aanleiding tot wijziging.
-
Biemeneedijk met het openbaar w w a r ontsluiten.
De uitwerking van &ze suggestie is afhankelijk van de aard der bestemmingen in het groengebied Diememdijk en mnflictext met bet nabije station voor Diemen-Noord of Uburg (= halte afstanden te klein). Bij realisatie
Gemeenteblad afd. 1
bijvoorbeeld een camping nulen zeke~se-gebonden mogelijkheden worden onduzocht. Er zijn derhalve geen wijzigingen dienaangaande aangebracht.
-
Aumluiting op de Al langs Diemen is onaanvaa-.
Er is geen aansluiting op de A l mogelijk, m h noodzakelijk op korte termijn.
Bovendien ligt het ook nog buittn bestemmingsplan.
Geen ~cchtstreebem l u i t i n g op de Al in verband mct capaciteit. - Geen ontsluiting op Muidens gtandgebied -
a
Geziea de veswachte verkeersgoductie en het isolement bij calamiteiten is een tweede auto-ontsluiting, naast die op de AlO. voor Ilburg noodzakelijk Reeds d e r is vermeld dat overleg tussen de gemcenten Muiden en Diemen en de gemeente Amsterdam heeft geleid tot een gezamedijkc voorkeur voor de aansluiting op de A l bij h& knooppunt Diemen. De plankaart m de toelichting zijn c o n f m de uitkomst van het overleg tussen de gemeenten Muiden en Diemen en de gemeente Amsterdam aangepast. - Sluiproute als gevdg van tumsìuìring op L& A l en AIO vemr&&n
Dit is een punt van aaudacht bij de. nadere uitwerlcing van de interne ontsluiting van de wijk. Bij het dimensioneren van de d u i t i n g e n en de inregeling van vtxkerrilichten zal dit tevens een punt van mdscht zijn. Er is dienmgaande geen wijziging aangebracht. Bij de uitwerking van het plan wordt hierop nadcr ingegaan.
m
- Nul-varianr, Dumenvariant, k p e r v a r i o n t moeten uitkomst bi&
Zie hiervoor. Intergemcenteiijk overleg heeft geleid tot een keuze voor de Gaasperviiriant. Zie hiervoor. De aarsluiting Gaaspervariant is indicatief als hoofdverbinding op de plankaan aangtgeven. - Technische problemen bij wegontsluiting via het UNA-temin
De ontsluiting via het UNA-temin moet technisch worden opgelost; daarom
wordt NI nog volstaan met een indicatie en geen bestemming. Er dient derhalve geen aanpassing plaats te vinden.
M. 397
-
Integraal waterbeheersp&n vernist. Keuzen via het MER.
Reunie uâ I5 en 26.
Daaraan wordt gewerib. Ook het MER is met ingang van febniari 1993 op dit
punt aangepast streefbeelden met bctrrkking tot het waterbeheer zijn
gedtnnieerd.
Het steven is gericht op een wntdxhem?aak voor de gemcate met daarin een sfpnzing van het taakgebied tcn opzichte van aaden w & ~ . Daarin zal m k een f d n g worden aangegeven. De toelichting is in 9 6.2 aangevuld.
-
e
Verbeterd gescheiden rimlstelsel c u u ~ g ~ umet i d helqfytei?flte~~ dient
uitgangspw te zijn
Een waterkwaliteit wordt nagw&eefd die vergelijkbaar is met een kwaliteit die gescheidien stclsel. Dit is ccn wordt inmi& bij toepasging vrui een *v onderdeel van de uitwerking. Een mogelijke nrivming door helofytenñlters wordt M i j onderzocht, maar is niet noodzakelijkewijs de toe te passen oplossing. Er dienen geen wijzigingen te worden aangebracht. Dit is een onderdsel van het nog op te stellen waterbeheerplan (zie ook himoren).
- Stedelijk woonmilieu is geen volwarinlig aitemiicf voor ruburbune laagbouw.
i.
ITburg is v d bedoeld voor de Amsterdamse woningbehoefte. Celrozen zal worden voor een stedebouwkundige st,fuctum en een woningkwaliteit in aansluiting op de specifieke locatiekwaliteiten op een zodanige wijze dat de concmtiepostitie van LTburg ten opzichte van suburbane laagbouw goed is. Liburg pretendeert nict in de plaats te tnden van de suburbane laagbouw, maar in de gehele aanbodrange in de regio enige keu~~mogeiijitheden toe te voegen. in de voorschri&n en de toelichting wordt het maximum van 50% gestapelde woningen gewijzigd in minimaal 40%. Daamiee wordt eerstgenoemde doelstelling in de toelichting onder 2.1 nog eens onderstreept. -
Werklocaties: er wordt geen relarie gelegd mei het ook in her gemeentelijR stmchJurplan vastgelegde locatiebeleid.
Ten aanzien van milieu en automobiliteit wordt gekozen voor het zoveel mogelijk añ-emmen van het gebruik van de auto bij waon-wdverkeer. Voor het locatiebeleid wals dat is opgenomen in het ontwerpstnictuurplan wordt
Gemeenteblad afd. 1
uitgegaan van het Regionaal Verkeers- en Vervoerplan (RWP). Aim due beleidsstukken wordt het be&rnmingsplan Ilburg. eerste fase. getoetst. Iril de toelichting onder D 4.4.2 wordt hierop ingegaan. - Kantoreti: afstemming, situering en invulling in regionaal verbond
Deze suggestie is vanzeifspkend, maar er wordt in regionaal verband nog wel overlegd over de inmductie van dezelfde mmkmdities ten aanzien van het
grondbeleid en de &mndpijsstclluig. Er dienen &.halve geen wijziging te worden aangebracht
-
e
Vaststelling v a nonnen voor pankeren bij widelvwrricningen. W o r e n en bedrihen is prenronuv; dit kan par na het vtzstkggcn VM & b e n e ~ r h e i d r p ~ in k nregionrial verbrmd (afsi&ng, situering en invulling in regiunaai verbanai).
De parlreunomita bij Wrijven en Lrantmen d e n worden afgestemd op het bereikbaarheicisprofielen in aansluiting op het locatiebeleid in regionaal verband. Het vooischrifi is derhalve prematuur ea is aangepast in ecn uitwulwigsregcl die het dan geldende locatiebclcid volgt. - 3edd)en: hindercategorieën I en 11 prematuur.
a
Er is sprake van beddjven bij de uiegmg tot bet Zetburgereiland en van enige concentraties in het waterrijke stedelijk milieu aan de noordwestmegang van mug. Deze m i n e n zijn-gesi&- in of nabij woonbestemming&. een en ander te bepalen bij uitwaking. Beperking tot de bidmategoribën I en II ligî dan voor & han& Burgemeester en W e t h o u k htbbea een wijstellingsmogeiiljkheid bedrijven uit een hogere categorie me te staan. Er dient derbalve geen wijziging te worden 8angebmcht. - Winkcis: ondcrbom'ng 11.ïXM m' linuovlormppwI~mede in m W tot ondersteuning van het kennvinkeIcippnmnt en behandelhg in de Commissie wìnkeipiamìng pius voorstel nevencentm 3090 in p h t s van 2000 d bnuovlacroppewlak.
Uitgangspunt is de zeüvOOIPeneaâheid van het gebied voor in ieder geval de dagelijkse levensbehoeften. Het totaai in het plangebied te realiseren brutovloeroppervlak (bvo] voor winkels en horeca bedraagt maxirniieil 1.56 hectare. Bovendien is de mogelijkheid geboden tot het realiseren van m a x i d 1.0 hectare bva ten behoeve van hotels. Bij de uitwerking van het bestemmingsplan zal, wauneer meer bekend is over het aantal woningen dat
Nr. 397
gerealiseerd wordt, nader ingegaan worden op de onderbouwing van het aantal m' bvo ten behoeve van winkels. De uitwerkingsregels in de artikelen 4 en 5 zijn wat betreft oppervlak voor winkels aangepast. Zo ook 3 4.4.2 van de toelichting.
- Concentratie arbeidsplaalsen rondom toekomstig NS-station.
a
In het bestemmingsplan is de mogelijkheid van enige concentratie van werkgelegenheid opgenomen in het centrum van IJburg, een bij uitstek geschikte locatie voor een NS-station. Daarbij moet rekening worden gehouden met een menging van functies, waarbij winkelvoorzieningen een belangrijke plaats innemen en sociale veiligheid en aantrekkelijkheid van het centmm een belangrijk aspect is om ook het wonen hier een plaats te geven. Overeenkomstig de hiervoren aangegeven wijzigingen zijn de mogelijke dichtheden rond de openbaar-vervoerhalten via vrijstelling aanzienlijk verhoogd. Concentratie van arbeidsplaatsen behoort daarbij tot de mogelijkheden van de uitwerkingen. Het zou vreemd zijn dit beleid niet in versterkte mate door te zenen als sprake is van een NS-station. Naar het zich nu laat aanzien. ligt een eventueel NS-station LJburg buiten de eerste fase waar dit plan betrekking op heeft.
- Te lage dichtheid. Reactie ad 4 en 16
a
Gezien de verhouding laagbouw/gestapeld (50%150%)en een aandeel van 50% sociale sector, waarop de capaciteitsraming van het planalternatief gebaseerd is. is de dichtheid voor een zogenaamde marktlocatie zeker niet laag. Bij uitwerking van het bestemmingsplan zal nader worden ingegaan op woningaantal. percentage laagbouw/gestapeld en percentage sociale sector en marktsector. Voor het bestemmingsplan wordt uitgegaan van een aandeel marktsector van 70% in plaats van 50%.Zoals ook in de toelichting is aangegeven, is, naast het percentage stapeling, het percentage marktsector een belanejke variabele die de dichtheid be'invlwdt door de gevolgen voor de aard en inhoud van het stedebouwkundig plan. de woningtypologie en het ruimtegebruik. Het maximumstapelingspe~entage(art. 3. sub A. onder c) wordt gewijzigd in minimaal 40% stapeling. De overige begrenzingen in de voorschriften en op de kaart zijn voldoende ruim voor redisatie van hogere dichtheden dan in de toelichting is aangegeven. De mogelijkheden voor hogere dichtheden zijn daarenboven nog eens verhoogd nabij openbaar-vervoerhalten (toelichting, 5 4.4.1).
Oemeenteblad afd. 1
- Bouwhaogre ongenuanceerd Een groten hoogte rond het centrwn zou mogelijk moeten z4 en er zou een mînîmwnhuwhaogte m e t e n wonìen vartgesteid.
m
iJburg is een van de belangrijkste w o ~ b o u w l o c a t i e svoor Amsîerdm. waar na 19% woningen hanen worden gebouwd. Behalve dat bcoogd wordt hier een aantrekkelijk woonmilieu in aansluiting op Amsterdam te naliseren. is het zaak t e n m groot mogelifi w o ~ t ateirealiseren, zonder dat op kwaliteit wordt ingeleverd Vaststeiiing vm #n minimumbouwhoogte is gezien deze doelstelling niet noodzakelijk, Een maximumbouwhoogtc. om te zorgen dat e . aantrekkelijk woonmilieu wordt guealiscerd, rekening houdend met omgevingsfactoren, ligt wel voor de hand De maximale bouwhoogten zijn verhoogd Daarnaast is ook verhoging van de maximie bauwhoogte mogelijk op locaties roná de stations en op plaatsen waar vanwege stedebouwkundige accenten grotere bouwhoogtes wenselijk zijn. - Camping opmmen in Rp (Dimieneedijk).
l
In de bestemming Park @p) wordt rekening gehouden met ecn mogelijkbeid tot verplaatsing van de huidige camping op het Zeeburgereiland (zie de
toelichting). Ei dient derhalve geen wijziging te worden aangebracht. De voorschriften sluiten een camping niet uit. -
m
Onàerbouwing getallen welzijnsvoorzieningen
Het bnitovloeroppnvlal voor de niet-commerciële voorzieningen is slechts indicatief. W e n de nauwe relatie tussen voorzieningen en woningaantal d bij de uitwerking een concmisdng van het benodigde brutovlqpcrvlak vair vclorzicnlngcn plaatsvindcll. Behalve gmndheidszorgvoorzieningen, zoveel mogelijk ondergebracht in e.d) en dienstencentra (eerstelijnszorgvoorzieniagen, tsadartJen, -units sociaalnilhucle v0028cnHigen (zie de tekst van de toelichting) is rekening gehouden met bejaanknvaorziebingen in de zin van bejaardenhoven en
bejaardenverzorgingsfebuizm. in een overzicht ia de nota van uitgangspunten uit 1989 zijn aantallen voonieningcn en het r u i r n t c g e ~daarbij weergegeven; het is echter overtrokken w gedetailleerd in een giobaal plan te werk te gaan; daarom wordt in de tekst van de taclichting in dit stadium &ca 110.000 m2 bvo niet-
commerciële voorzieningen slechts indicatief genoemd In de toelichting is de omvang van de voorzieningen meer dan voldoende toegeiicht. Voor de praktische uitvoerbaarheid geldt natuurlijk het aanwezig zijn van middelen. die eerder te krap dan te ruim d e n zijn; daarom is het echter niet nodig om de mogelijkheden w k nog eens planologisch te beperken.
Nr. 397
Orendaad schaadt in dit geval niet De wellicht wat ovwtrokken vrnachtingen die de toelichting oproept, zijn door tekstbijstellingen ingedamd. - Arbeiûspl~tsenin rektic brengen met regio. Rraaic nà IB.
m
Een deel van de erbeidspinatsen staat in verband met de werkgelegenheid, die gekoppeld is aan de vomzíeningen in JJburg. Een ander deel van de arbeidsphìtsm heeft betrekkjng op Lantmcn ui bahijven. Bij de uitwerking van het bçstemmingsplan zal nader oudeimek plaatsvinden naar de voorziene kantoomtwikkeüng in de stad en in de &o (vraag en aanbod). op basis waarvan een inschatting vm het aantal arbeidsplaatsen gemakt wordt, Er dient dehalre geen wijziging te worden aangebracht. -
In & Jachthaven in k t z u i ~ 1 ~ &el k czijn 250 ligplaatsen voor nietgemotoriscerdc vaanuigen gereseweerd; waarop is dit gebaseerd en hw is dir gerelateerd aan het aanbod in & regio.
Reactie nà IB.
Dit vereist extra beachcrming Deze jachthaven is cen haven aan omwille van de eerder genoemde wateckwaliteit. Mocht de bier bedoelde jachthaven na uitwerking toch in open verbiding staan met het Urneer, daa i s de g e n m i i e b e m g niet van toepassing. De voorschriften zijn dienaangaande niet aangepast. - BuiteMujkr ste&lgke bestemmingen alleen achter andcre hoofdkering in verband met kwalitatief writerbchcer: uitrondcringjachthuven met aanwnvante besremmingen
Uburg is een wijk op, aan en in het water, de intepatie van de woonwijk en bet omringende water is een belangrijk thema; daarurn is gekozen voor ophogen in plaats van inpolderen. Het uit het oogpunt van diffuretiatie van woonmilieus benutten van situationele voordelen hoort ook bij dit thema Bouwen in ui o p b v e n het water is dm cen mogelijkheid die natuurlijk coasequentiea moet hebben voor regulering en goed beheer, speciaal met het oog op de waterkwaliteit. Alles afgrendelen en van elkaar scheiden is daarbij ten eenvoudige vorm van beheer, dîe geen recht doet aan de Lansen die Libug onder andere de biotoop "mens" kan bieden, daarom kent het plan voombnog een ander uitgangspunt met als uitkomst ook bouwen buiten de waterkering. De toelichting is aangepast in de nieuwe paragraaf over waterbeheer.
Gemeenteblad afd. 1
-
Parkcrerc her bestemmingsplan lmpt vooruit ap het Regionaal Verkeen- en Vervoerplan; regionale afstemming is noodzakclijk - Parùeemom is te h g voor voorzieningen: winkeh één parkeerpbts per 1íM ni' m t z@n&ie- vier purùeerphtrcn p r 1W m? - Parkecrnom is te h g ; I :I is nog te koog; bedr#q%nctie ininimual B-locatie.
op het R W P v d t Bovendien zijn de nomen vooridurend in op- en neergaande lijn in discussie; daaram is voorgesteid. de uitwerking te koppelen aan het dan geldende R W en de in het bcstcmmingsplan vereiste objectieve begrenzing aan te passen san cle thans geldende (te mime) r i j h o m m en regionale uitwcrlingen c.q. gebruiken tenale.Voor de kantoren en bedrijven gaat de B-locatienorm van #n per 125 m' gelden Het maximumaantal parkefqlaatscn per woning wordt bijgesteld naar 1.0. in het plan wordt gestreefd naar "zoveel mogelijk inpandig parkeren". Het op moment van uitwerking geldende R W zal sla uitwerlcingsregtl o d e gelden. De parkcernorm bij woningen is bijgesteld naar 1.0. Voor de w waarin tijdens de uitvoaiag nog onvoldoende hoogwaardig openbaar v w o e r opedonecl is. zijn Burgemeester en Wethouders bcvoegd, een overgangsvrijstelling te hantan. Art 3 B I, sub g, B II, sub j. is gewijzigd H6t bestemmingeplan loopt in*
. I
~~
-
c ~ ~ e q u e n van h ~ emodrrl-split (#f% MER. 5ïM aRocstisch onderzoek en 60% bp.).
Onderzoek (OV-studie Nieuw-Oost, okîober 1992) heeft aangetoond dak eren
m d split van 40% openbaar-veniotraandeel met tkkerend beleid in
mimtelijke maatregelen haalbaar is. Daarbij is dan nog geen rekening gehouden met de nu in de gewijzigde planvoorschriften opgemmen mogelijkheden voor de verhoging van dichtheden rond de halten. Gestredd wo& naar een uiteindelijk resultaat van 60% voor hct woon-werkverkeer dat echter stapsgewijs tot stand zal moeten komen. De resultaten van & OV-studie zijn in de toelichting verwerkt. Hanilicid van de ve~er~prognoses nu ~ n t astudies l m g niet is afgerond Verkeersgene~ùNO, inclusief afiikkcling op omliggende infmstructuur. Op h ì s van verkcersinte~~~itciten akwstisch rapport tweede aansluiting ( A l ) niet nodmkelljk Afwachren resultazen M$er ondcmk. - P h te globnnl voor goed akoestisch advies, met nume voor & beoordeling van & erinsluiting op de AI bij Diemen. -
-
Nr. 397
De studies zijn inmiddels gedeeltelijk afgerond en v o k k ~ d bevonden e om l e hardere prognoses te geven. Cencn de verwachte v ~ ~ c ten het isolement bij calamiteiten is bij een wijk van deze omvang cen tweede auto-
ontsluiting voor Uburg onontbearUjk. De aanduidingen op de planlsart me? beirekking tot de primaine verbindingen zijn indicatief. J k gegevens van & nadere studie zijn Ui de toelichting (5 4.4.3.1) verwerkt.
- VeiligheidwJonden bij ~ r d g U S f ~ ~ p 0 r j l e i d i n g . Geen bebouwing w g e l ~ tussen k zakelijk-rechtstroken bij hwgspannings-
-
Gestreefd wordt naar omhangen c.q. verkakIm van ten minste & 150 kVfijn. Er is h geen tussenliggende bebouwing meef. Overleg is gaande. Bovendien is op grond van bekend geworden risico's van inductie op de volksgezondheid besloten een afstand 200 m hrssen nieuwe woningen en hoogspanntngslijnen in acht te nemen. De veiligheidsafstanden bij de aardgastransportleiding zijn niet gengeld. De hoogte van de constructies ten behoeve van energieleidingen - uit t~ breiden naar iijnen - is niet aan een maximum gebonden. Wel is toegevoegd dat Burgemeester en Wethouders nade= regels kunnen stellen met betrekking tot de aard en hoogte van de ondersteunende mnstnicties van hoogspamhgslijnen (art, 8. lid 8).
m
45 m bij stninipad moet zijn 37 m - 9.80 m dmrvaarthwgie moet zijn 9,IO m. - Vx op pùankaart in strijd met Vw in voorschnpen -
Deze opmerkingen zijn venverkt in het ontwerpplaa: 45 m op de kamt is vervangen d m 37 m. 9.80 m is 9.10 m geworden en Vx is vervangen doar Vw.
-
30-metersrrook langs Ecer Amsterdam-Rijnkaml moct als "waterstaarsdocleinden" gehandkqfd blijven: geen verbod op tijdclyúe baggerspcieberging.
Nader overleg over het behoud van natuurwaarden en mogelijkheden voor recreatie bij dergelijk g e h i k . alsmede de gereservemie kabel- en leidingstrook is gaande. Overigens is niet duidelijk waarop de bestemming Waterstaatsdoeleinden is gebaseerd.
Voor gebnllk ten behoeve van, waterstaatsdaleinden (dit is tijdelijke stort van baggerslib uit hei Amsterdam-Rijnkanaai) zal sprake zijn van een ruime ovetgaagssituatk in verband met de lange t e d j n waarop realisering wordt
verwacht.