AD 46/11
B PU
LIMITE
COF-IS 19
LI C
seil UE
Brussel, 13 oktober 2011 (17.10) (OR. en)
COFERETIE OVER DE TOETREDIG TOT DE EUROPESE UIE – IJSLAD –
TOETREDIGSDOCUMET Betreft: GEMEENSCHAPPELIJK STANDPUNT VAN DE EUROPESE UNIE Hoofdstuk 2: Vrij verkeer van werknemers
AD 46/11
CONF-IS 19/11
1
LIMITE L
GEMEESCHAPPELIJK STADPUT VA DE EUROPESE UIE
Hoofdstuk 2: Vrij verkeer van werknemers
Dit standpunt is gebaseerd op het algemene standpunt van de Europese Unie ten aanzien van de toetredingsconferentie met IJsland (CONF-IS 2/10) en is onderworpen aan de door de conferentie goedgekeurde onderhandelingsbeginselen (CONF-IS 12/11), te weten:
–
een standpunt dat een partij ten aanzien van een hoofdstuk van de onderhandelingen inneemt, loopt geenszins vooruit op het standpunt van die partij ten aanzien van andere hoofdstukken;
–
akkoorden - ook deelakkoorden - die tijdens de onderhandelingen over achtereenvolgens te behandelen hoofdstukken worden bereikt, kunnen pas als definitief worden aangemerkt wanneer een algeheel akkoord is bereikt;
alsmede aan de in de punten 18, 21 en 32 van het onderhandelingskader bedoelde vereisten.
De EU spoort IJsland ertoe aan voort te gaan met de aanpassing van zijn beleid aan het acquis en met de effectieve uitvoering en handhaving daarvan, en in het algemeen al voor de toetreding beleidsmaatregelen en instrumenten te ontwikkelen die zoveel mogelijk aansluiten bij die van de EU.
De EU neemt er nota van dat IJsland in zijn onderhandelingsstandpunt CONF-IS 14/11 het op 9 februari 2011 voor hoofdstuk 2 geldende acquis aanvaardt en verklaart gereed te zullen zijn om dat acquis vanaf de datum van toetreding tot de Europese Unie uit te voeren.
AD 46/11
CONF-IS 19/11
2
LIMITE L
Toegang tot de arbeidsmarkt
De EU neemt er nota van dat de algemene beginselen van het acquis met betrekking tot de toegang tot de arbeidsmarkt in IJsland sedert 1994 worden toegepast via de EER-Overeenkomst 1. De EU neemt er nota van dat werknemers uit de EU 2 dezelfde rechten inzake toegang tot de IJslandse arbeidsmarkt en dezelfde behandeling als IJslandse onderdanen genieten, en dat duidelijk voorrang wordt gegeven aan werknemers uit de EER boven onderdanen van derde landen. De EU neemt er eveneens nota van dat IJsland zijn verplichtingen met betrekking tot het verblijfsrecht voor werknemers en hun gezinsleden is nagekomen.
Wat betreft de rechten op aanvullend pensioen van werknemers en zelfstandigen die zich binnen de Unie verplaatsen, neemt de EU nota van de verklaring dat IJsland zijn verplichtingen op dit gebied is nagekomen, hoewel er in IJsland momenteel geen aanvullende pensioenregelingen van de tweede pijler zijn. De EU verzoekt IJsland te bevestigen dat de bestaande verplichte IJslandse pensioenfondsregeling daadwerkelijk onder Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels valt. De EU verzoekt IJsland te bevestigen dat een naar IJsland gedetacheerde werknemer bijdragen kan blijven storten aan een aanvullende pensioenregeling die is gevestigd in de lidstaat van de EU van waaruit hij is gedetacheerd, zonder dat hij verplicht is bijdragen te storten aan een aanvullende pensioenregeling in IJsland, en dat een IJslands werknemer die naar een andere lidstaat van de EU wordt gedetacheerd, tijdens de detacheringsperiode bijdragen kan blijven storten aan de pensioenregeling in IJsland waarbij hij is aangesloten.
1 2
Met name via artikel 28 en bijlage V. Uiterlijk tot en met december 2013 wordt voor Bulgaarse en Roemeense onderdanen een tijdelijke uitzondering toegepast overeenkomstig de overgangsregelingen ingevolge de toetreding van de twee landen en de uitbreiding van de EER-Overeenkomst: voor hen gelden momenteel nog beperkingen op de toegang tot de arbeidsmarkt en zij moeten over een werkvergunning beschikken.
AD 46/11
CONF-IS 19/11
3
LIMITE L
Eures De EU neemt er nota van dat Eures in 1994 in IJsland is ingevoerd, bij de inwerkingtreding van de EER-Overeenkomst. De EU neemt er nota van dat er in IJsland drie Eures-adviseurs zijn, alsook contactpersonen in elk van de regionale bureaus in het land. De EU neemt er ook nota van dat, ingevolge de financiële ineenstorting in 2008, de klemtoon is verlegd van het aanwerven van buitenlandse werknemers naar het adviseren van werknemers op de IJslandse arbeidsmarkt over werkgelegenheidskansen en levensomstandigheden in andere EER-landen. Coördinatie van de socialezekerheidsstelsels De EU neemt er nota van dat het acquis inzake coördinatie van de socialezekerheidsstelsels in grote mate door de EER-Overeenkomst wordt bestreken en dat IJsland de desbetreffende Verordeningen (EEG) nr. 1408/71 en (EEG) nr. 574/72 reeds toepast. De EU neemt er nota van dat het proces van aanpassing van de EER-Overeenkomst aan de onlangs vastgestelde Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 en van vervanging van de eerstgenoemde verordeningen is aangevangen. In dit verband neemt de EU er nota van dat IJsland is begonnen met de nodige voorbereidingen voor elektronische gegevensuitwisseling in het kader van het systeem voor de elektronische uitwisseling van gegevens betreffende sociale zekerheid (EESSI), zoals in het nieuwe acquis is bepaald. De EU neemt er ook nota van dat IJsland reeds de nodige wijzigingen in de bijlagen bij de Verordeningen (EG) nr. 883/2004 en (EG) nr. 987/2009 heeft voorgesteld en met de Commissie heeft besproken. De EU verklaart dat IJsland zijn voorschriften inzake coördinatie van de socialezekerheidsstelsels ook zal moeten uitbreiden tot onderdanen van derde landen en de desbetreffende Verordening (EU) nr. 1231/2010 meteen vanaf de toetreding zal moeten toepassen. De EU neemt er nota van dat IJsland in dit verband geen problemen verwacht. De EU verklaart eveneens dat verdere personeelsopleiding op het vlak van de nieuwe coördinatieregels noodzakelijk is. Europese ziekteverzekeringskaart De EU neemt er nota van dat IJsland de Europese ziekteverzekeringskaart (EHIC) sedert 2005 afgeeft. De EU neemt er nota van dat IJsland bereid is de EHIC-kaart af te geven aan onderdanen van derde landen die een ziekteverzekering in IJsland hebben. *
AD 46/11
*
*
CONF-IS 19/11
4
LIMITE L
Gezien de grote mate waarin IJsland gevorderd is met zijn voorbereidingen en voldoet aan de verplichtingen van het acquis in het hoofdstuk Vrijheid van werknemers is de Unie van mening dat er bij wijze van uitzondering (zie punt 32 van het onderhandelingskader) geen ijkpunten voor de voorlopige sluiting van dit hoofdstuk vereist zijn. De EU neemt er derhalve nota van dat in dit stadium niet verder over dit hoofdstuk behoeft te worden onderhandeld.
De voortgang die met de aanpassing aan en de uitvoering van het acquis wordt gemaakt, zal tijdens de gehele duur van de onderhandelingen gevolgd worden. De EU onderstreept dat zij bijzondere aandacht zal besteden aan het toezicht op alle hierboven vermelde specifieke punten, met inbegrip van de administratieve capaciteit van IJsland, met name op het gebied van de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels. Er moet bijzondere aandacht worden besteed aan de samenhang tussen dit hoofdstuk en andere onderhandelingshoofdstukken. Een definitieve beoordeling van de overeenstemming van de IJslandse wetgeving met het acquis en van het vermogen van IJsland om het acquis uit te voeren zal pas in een later stadium van de onderhandelingen mogelijk zijn. De EU verzoekt IJsland, naast alle informatie die de EU met het oog op dit hoofdstuk kan verlangen en die aan de Conferentie moet worden verstrekt, geregeld gedetailleerde schriftelijke informatie te verstrekken over de voortgang die met de toepassing van het acquis wordt gemaakt.
Gezien alle bovenstaande overwegingen is het mogelijk dat de EU te gelegener tijd op dit hoofdstuk terugkomt.
Voorts herinnert de EU eraan dat er tussen 9 februari 2011 en de afsluiting van de onderhandelingen nieuw acquis kan zijn ontstaan.
_________________________
AD 46/11
CONF-IS 19/11
5
LIMITE L