;
> Gemeente Coevorden
Raadsvoorstel gemeente Coevorden Datum raadsvergadering Versie Agendapunt Naam rapporteur Rv.nr. Openbaar Portefeuillehouder Onderwerp Voorgesteld besluit
10 december 2013 Gemeenteraad(2), punt 2.2 H. Schrik 1087 Ja Dhr. R. Wilting Bestemmingsplan Noord-Sleen, Markeweg 1 - Hegenzand 9b 1. Het bestemmingsplan Noord-Sleen, Markeweg 1 Hegenzand 9b gewijzigd vast te stellen; 2. Akkoord te gaan met de "nota zienswijzen"; 3. Voor dit bestemmingsplan geen exploitatieplan vast te stellen; 4. De provincie te verzoeken het gewijzigd plan versneld ter inzage te mogen leggen.
Aan de raad, Inleiding Op 15 april 2008 heeft het college al medewerking aan de heer Bos toegezegd voor de bouw van woningen op de percelen Hegenzand 9b en Markeweg te Noord-Sleen, op het moment dat hij zijn houthandelsbedrijf in Noord-Sleen beëindigt en alle bedrijfsbebouwing op beide locaties sloopt. Er is destijds ook een start gemaakt met een herziening van het bestemmingsplan. Na het verplichte vooroverleg met de provincie is echter besloten deze procedure stop te zetten totdat duidelijk is, dat het houthandelbedrijf definitief uit Noord-Sleen zal vertrekken. Inmiddels is het bedrijf van Houthandel Bos al een paar jaar geleden verplaatst naar een bedrijventerrein in Emmen. In beginsel staat de gemeente nog steeds positief tegenover herziening van het bestemmingsplan ten behoeve van de bouw van 2 of 3 woningen aan de Markeweg en 1 woning op het perceel Hegenzand 9b in Noord-Sleen, ter compensatie van beëindiging van de bedrijfsbestemmingen op deze locaties. Voorwaarde is wel dat de nieuwe woningen ruimtelijk goed worden ingepast in de omgeving en de bouw van de betreffende woning geen onoverkomenlijke belemmeringen oplevert voor het aan de overkant van het perceel Hegenzand 9b gelegen landbouwmechanisatiebedrijf. Dit is initiatiefnemer bij brief van 29 april 2011 ook medegedeeld. Er zijn ruimtelijke randvoorwaarden door de gemeente opgesteld waaraan de nieuwbouw moet voldoen. Argumenten 1. Vaststelling van het bestemmingsplan is een bevoegdheid van de raad. In artikel 3.1 Wro is geregeld dat de bevoegdheid hiervoor bij de raad ligt. In het kader van een integrale belangenafweging wordt, gezien de ingebrachte zienswijze van de Gasunie, voorgesteld om het bestemmingsplan te wijzigen/aan te vullen ten opzichte van het ontwerp, door de regels in verband met de aanwezigheid van een gasleiding nabij het perceel Hegenzand 9b, enigszins aan te passen. 2. De ingebrachte zienswijzen geven aanleiding tot wijziging van het ontwerpbestemmingsplan. Het ontwerp-bestemmingsplan heeft van dinsdag 20 augustus 2013 tot en met maandag 30 september voor een ieder ter inzage gelegen. Binnen de daarvoor gestelde termijn zijn 2 zienswijzen ingediend. In de "Nota zienswijzen" zijn de ingediende zienswijzen weergegeven en voorzien van een gemeentelijk standpunt. Deze nota is, samen met de ingezonden zienswijzen, bij
O
7
9
5
O
5
dit advies gevoegd. De zienswijze van de Gasunie geeft aanleiding tot een relatief geringe aanpassing van de regels. 3. Een exploitatieplan is niet nodig. Het is niet nodig op grond van artikel 6.12 lid 1 en 2 Wro een exploitatieplan vast te stellen omdat het verhaal van kosten van de grondexploitatie over de in het plan begrepen gronden anderszins verzekerd is. De kosten van eventuele planschade worden verhaald op grond van de door initiatiefnemer getekende 'overeenkomst tot het verhalen van kosten'. 4. De wettelijke termijn van 6 weken leidt tot onnodig oponthoud Op grond van artikel 3.8 lid 4 Wro kan een gewijzigd vastgesteld bestemmingsplan pas na 6 weken bekendgemaakt worden. De provincie en het rijk hebben aangegeven dat een verzoek kan worden ingediend om het vaststellingsbesluit eerder bekend te maken. Het rijk heeft inmiddels aangegeven, dat dit alleen van belang is indien sprake is van rijksbelang. Daar is in dit geval geen sprake van. Voorgesteld wordt om de provincie wel te vragen om de gewijzigde vaststelling eerder te mogen publiceren. Opmerkingen Kosten, baten, dekking De legeskosten worden in rekening gebracht bij de initiatiefnemer. De kosten die gemaakt moeten worden naar aanleiding van eventuele te ontvangen planschadeclaims, alsmede gemeentelijke kosten voor aanleg infrastructuur, kunnnen middels de gesloten planschade- en exploitatieovereenkomst worden verhaald op de initiatiefnemer. Aanpak/uitvoering Na vaststelling wordt het bestemmingsplan zes weken ter inzage gelegd. Belanghebbenden, die een zienswijze hebben ingediend, of kunnen aantonen hiertoe redelijkerwijs niet toe in staat te zijn geweest, hebben de mogelijkheid om beroep in te stellen bij de Raad van State tegen dit bestemmingsplan. Communicatie De indieners van een zienswijze worden op de hoogte gesteld van het besluit van de raad. De ter inzage legging van het vastgestelde bestemmingsplan wordt gepubliceerd op www.ruimteliikeplannen.nl op www.staatscourant.nl en op de gemeentelijke website www.coevorden.nl/bekendmakinqen. Gelijktijdig wordt kennisgeving langs elektronische weg verzonden aan de provincie en waterschap Velt en Vecht. Bijlagen Bestemmingsplan Noord-Sleen, Markeweg 1 - Hegenzand 9b; De twee ingediende zienswijzen; De "nota zienswijzen".
Burgemeester en wethouders van Coevorden,
de gemeentesecretaris M.NJ. Broers
de burgemeester BJ. Bouwmeester
0 7 9 5 0 5
l
Gemeente Coevordei
No. 2013/1087 De raad van de gemeente Coevorden; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, bijlagenummer 1087;
besluit:
1. 2. 3. 4.
Het bestemmingsplan Noord-Sleen, Markeweg 1 Hegenzand 9b gewijzigd vast te stellen; Akkoord te gaan met de "nota zienswijzen"; Voor dit bestemmingsplan geen exploitatieplan vast te stellen; De provincie te verzoeken het gewijzigd plan versneld ter inzage te mogen leggen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 10 december 2013. De raad voornoemd,
0 7 9 5 0 5
Nota zienswijzen bestemmingsplan Noorcl-Sieen Markeweg 1 - Hegenzand 9B Zienswijzen: 1. Brief Heuzeveldt advocaten namens Broekema BV, gedateerd 26 september 2013 (ingekomen 30 september 2013). 2. Brief NV Nederlandse Gasunie, gedateerd 30 augustus 2013 (ingekomen 2 september 2013).
Heuzeveldt advocaten namens Broekema BV Ad 1 . Appellant merkt op dat met het bieden van mogelijkheden voor woningbouw als compensatie van een bedrijfsverplaatsing sprake is van willekeur, daar de ene ondernemer deze compensatie wel wordt geboden en andere niet. Reactie 1: Het betreffende houthandelsbedrijf is zodanig gegroeid dat dit naar de aard en omvang niet langer passend was in het woongebied van Noord-Sleen. Dit geldt met name voor de locatie aan de Markeweg. Ter verbetering van de woonsituatie en de ruimtelijke kwaliteit is met de provincie overleg gevoerd over de verplaatsing van het bedrijf uit de bebouwde kom van Noord-Sleen en de sloop van de bedrijfsgebouwen op de percelen. Kijkend naar het omliggende gebied wordt een vervangende woonfunctie het meest op zijn plaats geacht. Het staat andere ondernemers vrij om met de provincie/gemeente in overieg te gaan over soortgelijke situaties. A d 2 . Appellant is van mening dat de bestemmingswijziging in strijd is met het provinciaal beleid vanwege de kernkwaliteit 'bedrijvigheid'. De gemeente houdt onvoldoende rekening met economische belangen. Er is namelijk niet onderbouwd dat het bedrijf van appellant niet, zoals gesteld in de toelichting, (extra) in haar bedrijfsvoering wordt beperkt. Appellant wenst de bedrijfsbestemming op het perceel Hegenzand 9B te behouden ten behoeve van de uitbreiding van het eigen bedrijf. Reactie 2: Bedrijvigheid is in de Omgevingsvisie niet als kernkwaliteit, zoals door appellant wordt beweerd, maar als 'kernwaarde' aangegeven. Hiermee krijgen economische belangen een prominentere plek als het gaat om ontwikkeling van bedrijvigheid wanneer kernkwaliteiten in het geding zijn. Hiermee wordt niet bepaald dat bedrijfsbestemmingen niet mogen vervallen. De provincie heeft bij brief van 13 september 2013 aangegeven, dat ingestemd kan worden met het voorliggende ontwerp-bestemmingsplan. De stelling dat het bedrijf van appellant niet extra in de bedrijfsvoering wordt beperkt is uitgebreid gemotiveerd in paragraaf 4.2 van het (ontwerp)bestemmingsplan en heeft betrekking op de milieutechnische aspecten. Appellant heeft kennelijk de mogelijkheid gehad om de locatie Hegenzadn 9b in Noord-Sleen te verwerven, maar heeft hier om hem moverende redenen vanaf gezien. De uitbreidingsbehoefte van het bedrijf van appellant is overigens niet bekend bij de gemeente. Met deze belangen van appellant kon de gemeente dan ook geen rekening houden, nog afgezien van de vraag of een uitbreiding van het bedrijf van appellant met aankoop van de locatie Hegenzand 9b aan de overzijde van het bedrijf van appellant, gezien de nodige vervoersbewegingen van de ene kant naar de andere kant van de weg, een ruimtelijk en milieutechnisch wenselijke situatie zou zijn. Inmiddels is er een serieuze gegadigde voor aankoop van het perceel ten behoeve van de bouw van een nieuwe woning ter plekke.
A d 3. Appellant is van mening dat het plan in strijd is met de provinciale Omgevingsverordening (artikel 3.7). Er wordt niet uiteengezet dat mede wordt bijgedragen aan behoud en ontwikkeling van de kernwaarde bedrijvigheid.
* 1 3 - 0 ? 9 5 9 3 *
Reactie 3: Zoals genoemd onder Ad 2 maakt de provincie onderscheid tussen 'kernkwaliteiten' en "kernwaarden". Door het opnemen van de kernwaarde bedrijvigheid wordt veilig gesteld dat bij keuzen en beslissingen voldoende rekening wordt gehouden met economische belangen. In casu is rekening gehouden met de economische belangen van initiatiefnemer door planologisch medewerking te verlenen aan de bouw van enkele woningen ter compensatie van beëindiging van zijn bedrijfsactiviteiten uit de bebouwde kom van Noord-Sleen. A d 4 . Appellant stelt dat de gemeente in strijd handelt met het eigen woonbeleid. Dit beleid biedt namelijk geen mogelijkheden voor woningbouw. De notitie 'Doorontwikkeling woningbouwstrategie gemeente Coevorden', biedt binnen de bebouwde kom van een kleine kern zoals Noord-Sleen slechts bij uitzondering een mogelijkheid tot nieuwbouw. Voor overige particuliere initiatieven is in eerste instantie geen ruimte. Het college kan hiervan afwijken, waarbij de motivatie bestaat uit een marktonderzoek. Dit marktonderzoek heeft niet plaatsgevonden. Reactie 4: Na de principemedewerking in 2011 aan initiatiefnemer voor de planontwikkeling voor maximaal 4 woningen in Noord-Sleen hebben zich op het gebied van de woningbouwstrategie de nodige ontwikkelingen voorgedaan die de gemeente ertoe nopen het woningbouwprogramma naar beneden bij te stellen. Ook in 2011 werd overigens in de Notitie Woningbouwstrategie voor de grote en kleine kernen van de gemeente Coevorden tot 2020 al aangegeven, dat de kleinere kernen in beginsel geen verdere uitbreidingsplannen krijgen. Vanuit de reservepot waren 30 woningen beschikbaar voor incidentele knelpunten en maatwerkoplossingen. Aangezien de plannen van initiatiefnemer al dateerden vanaf 2008 is bij die reservepot rekening gehouden met het realiseren van maximaal 4 woningen door Initiatiefnemer. Overigens is hier geen sprake van uitbreidingsplannen, maar van inbreidingsplannen. Inmiddels wordt nog maar een beperkte huishoudensgroei in de hele gemeente Coevorden verwacht, welke zal resulteren in een lichte stijging van de totale woningvoorraad. De woningbouwplannen binnen de gemeente zijn sinds 2012 daarom nog verder naar beneden bijgesteld. Voor de periode tot 2020 wordt in de "Notitie Doorontwikkeling woningbouwstrategie gemeente Coevorden, een aanvulling op de woningbouwstrategie voor de stad en voor de grote en kleine kernen", uitgegaan van een bandbreedte van 175 tot ongeveer 500 woningen. Dit aantal woningen zal met name in de kernen Coevorden, Dalen en Sleen worden gerealiseerd. Op het perceel Hegenzand 9b in Noord-Sleen kan op basis van het geldende bestemmingsplan een nieuwe bedrijfswoning worden gebouwd. Ten aanzien van een nieuwe woning, ter vervanging van de huidige bebouwing op deze plek, kan dan ook nauwelijks worden gesproken van toevoeging van een extra woning in Noord-Sleen. Voor de bouw van een woning op deze locatie is verder een concrete gegadigde. Op de locatie aan de Markeweg in Noord-Sleen worden met dit bestemmingsplan 2 of 3 nieuwe woningen mogelijk. Eén woning daarvan is bestemd voor een familielid van initiatiefnemer. In paragraaf 2.2 van het bestemmingsplan is beschreven dat de gemeente zelf, in ieder geval tot 2020, niet voornemens is kavels uit te geven voor woningbouw in Noord-Sleen. In het huidige uitbreidingsplan voor Noord-Sleen is nog slechts één gemeentelijke bouwkavel beschikbaar. Er is in Noord-Sleen geen sprake van een hoog aantal te koop staande woningen. De gemeente is van oordeel, dat in casu het beperkte aantal van drie tot vier woningen als bouwmogelijkheid in een behoefte voorziet en dat deze binnen de planperiode gebouwd en in gebruik kunnen worden genomen. Een uitgebreid marktonderzoek om de woningbouw wordt in casu dan ook niet noodzakelijk geacht, ook omdat dit al een toezegging betreft van voor de vaststelling van de doorontwikkeling van de woningbouwstrategie. Op bladzijde 6 van de notitie doorontwikkeling van de woningbouwstrategie wordt uitdrukkelijk ingegaan op reeds gedane toezeggingen, na afschaffing van de reservepot.
* 1 3 - 0 7 9 5 9 3 *
A d 5. Appellant heeft bedenkingen bij de stelling dat de functiewijziging de milieusituatie verbetert. De bedrijfsbebouwing is nu immers niet in gebruik. Reactie 5: Er wordt beoordeeld op basis van de planologische situatie. Dit betekent dat er bedrijfsactiviteiten nabij woningen mogelijk zijn. Dat betekent in beginsel ook dat hinderaspecten naar de omgeving kunnen worden vergroot. Het behoud en buiten gebruik houden van bedrijfsbebouwing is geen duurzame situatie. De functiewijziging van "bedrijf" naar " w o n e n " in dit woongebied zal een verbetering van de milieusituatie voor de nabij gelegen woningen betekenen. A d 6. Appellant stelt dat het plan strijdig is met artikel 3.25 van de provinciale omgevingsverordening., omdat sprake is van nieuwe woningbouw in strijd met is met de gemeentelijke woningbouwstrategiën. Reactie 6 ; Zoals ook beschreven onder punt 4 is de gemeente van oordeel, dat in casu geen strijd is met de gemeentelijke woningbouwstrategie. Er is daarom ook geen sprake van strijd met artikel 3.25 van de provinciale omgevingsverordening. De provincie heeft bij brief van 13 september 2013 aangegeven, dat ingestemd kan worden met het voorliggende (ontwerp-)bestemmingsplan. Het provinciaal belang is naar het oordeel van de provincie op een voldoende wijze in het plan opgenomen. Er is naar het oordeel van de gemeente geen enkele reden om aan te nemen dat de plannen in strijd zijn met de provinciale omgevingsverordening.
NV Nederlandse Gasunie A d 1 . Appellant stelt dat de in artikel 5.3 opgenomen afwijkingsmogelijkheid in strijd is met het Bevb. In het Bevb wordt namelijk geen beoordelingsvrijheid geboden en in artikel 5.3 biedt het woord 'onevenredig' dit wel. Gevraagd wordt het woord "onevenredig" te schrappen en toe te voegen dat er geen kwetsbare objecten mogen komen. Reactie 1: Het bestemmingsplan wordt aangepast in die zin dat de voorgestelde aanpassing van artikel 5.3 van de regels wordt doorgevoerd. A d 2 . Appellant is van mening dat het opgenomen omgevingsvergunningvereiste voor werken of werkzaamheden als bedoeld in artikel 13.4a van de regels onvoldoende is voor een veilig en bedrijfszeker gastransport. Het omgevingsvergunningvereiste moet worden aangevuld met de activiteit: x het rooien van diepwortelende beplantingen'. Reactie 2: Opgemerkt wordt, dat kennelijk wordt gedoeld op artikel 5.4.1 van de regels behorende bij dit bestemmingsplan. Het bestemmingsplan wordt aangepast in die zin dat de voorgestelde aanpassing in artikel 5.4.1 wordt doorgevoerd.
* 1 3 - 0 7 9 5 9 3 *