[1]
Rondzendbrief provincie Vlaams-Brabant over buurt- en voetwegen en rooilijnplannen in het kader van de nieuwe Codex Ruimtelijke Ordening 23 oktober 2014 1. Wijzigingen wetgeving Naar aanleiding van het wijzigingsdecreet van 4 april 2014 (B.S. 15 april 2014) en het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juni 2014 (B.S. 14 augustus 2014) tot vaststelling van de nadere regels voor de organisatie van het openbaar onderzoek inzake buurt- en voetwegen werd deze rondzendbrief opgemaakt. De belangrijkste wijzigingen die in de wetgeving en reglementering over buurt- en voetwegen werden doorgevoerd zijn: de ontkoppeling van de Buurtwegenwet en het Rooilijnendecreet; de schrapping van de vereiste van voorafgaande goedkeuring door de bevoegde Vlaamse minister van een rooilijnplan (let wel: er is wel degelijk nog een rooilijnplan vereist); de volledige integratie van de procedure voor vaststelling van het rooilijnplan met de procedure voor opening, de afschaffing, de wijziging of verlegging van een buurt- of voetweg (met als gevolg dat de deputatie voortaan beslist over de rooilijn samen met het tracé); de erkenning van buurt- of voetwegen vereist een rooilijnplan; de vaststelling van gedetailleerde regels over het openbaar onderzoek bij wijzigingen aan het buurt- en voetwegennet (daar waar dit tot hiertoe slechts het voorwerp was van een omzendbrief en rechterlijke uitspraken). Concreet zijn de volgende wijzigingen in voege volgens het decreet over de Codex Ruimtelijke Ordening: Art.75: het decreet omvat alle ‘wijzigingen’, ook de nieuwe buurt- en voetwegen; Art. 76: de deputatie beslist nu niet alleen over de wijziging van de buurt- en voetwegen maar ook over de bijhorende rooilijn; Art.77: de beslissing deputatie moet binnen de 90 dagen na ontvangst van de gemeenteraadsbeslissing genomen worden; Art. 77: een rooilijnplan is verplicht voor alle ‘wijzigingen’ behalve een afschaffing; Art. 77 : er is enkel één gezamenlijk openbaar onderzoek noodzakelijk voor zowel de wijziging als het rooilijnplan. Concreet worden de artikels 27 en 28 van de wet op de buurtwegen 1841 aangepast. Bij elke opening, wijziging of verlegging van een buurt- of voetweg is een rooilijnplan vereist. Dat geldt ook voor buurt- of voetwegen over privaat domein. Een rooilijn geeft de (huidige of toekomstige) grens aan van een openbare weg. Een buurt- of voetweg is een openbare weg. Ook de rooilijn van een weg over privaat domein geeft de "rand van de weg" of de scheiding tussen de openbare weg en de aangelande gronden aan, ook al is er geen onderscheid naar eigendom. Provincie Vlaams-Brabant
[2]
*Belangrijk! De wijzigingen in de procedure voor wijzigingen aan buurt- of voetwegen zijn van toepassing op wijzigingen van buurt- of voetwegen waarvan de rooilijnplannen zijn goedgekeurd op basis van het rooilijndecreet van 8 mei 2009!
2. Stappenplan wijziging buurt- en voetwegen 1. Informeel overleg Het is aangewezen om vóór de dossieropmaak de dienst mobiliteit van de provincie te contacteren om de duidelijkheid te scheppen. De provinciale dienst mobiliteit bekijkt dan minstens de volgende aandachtspunten met de gemeente: De volledigheid van het dossier, proces-verbaal, documenten openbaar onderzoek, de gemeenteraadsberaadslagingen; De motivering; Het mogelijk nadeel van de wijziging bij de gebruiker en de functie of het nut van de wijziging; De bochtstralen bij het kruisen van andere wegen moet ruim voorzien zijn; De geldigheidstermijn van de schattingsverslagen (2 jaar) en het openbaar onderzoek (12 maanden) 2. Opmaak dossier De eerste stap is de opmaak van een rooilijnplan en wijzigingsplan door de aanvrager. Er mag maar één scenario van een wijziging zonder varianten van een buurt- of voetweg voorgesteld worden op de plannen. Meerdere voorstellen leiden tot verwarring voor de gemeenteraad en de deputatie. De plannen worden in viervoud op papier opgemaakt. Het dossier bevat: Titelblad Een motivering Verbintenis van de aanvrager(s) Rooilijnplan (enkel bij opening, de wijziging of de verlegging een buurt- of voetweg, niet bij een afschaffing) Uittreksel Atlas buurtwegen Uittreksel kadasterplan Opmetingsplan Topografische kaart Gewestplan Fotodocumentatie Mogelijke bijkomende documenten Het is mogelijk - indien de leesbaarheid het toelaat - om het rooilijnplan, het uittreksel van de Provincie Vlaams-Brabant
[3] Atlas der buurtwegen, het uittreksel van het kadasterplan en het opmetingsplan op 1 tekening in te dienen op een goed leesbare schaal. Vermeld telkens duidelijk de legende met de schaal, de noordpijl en de betekenis van de lijnen, kleuren, letters, … . Op het titelblad staat: De naam, het adres en het nummer van het kadasterperceel van de aanvrager(s); De handtekening van de aanvrager(s); De naam en het adres van de betreffende landmeter; De gemeente en de atlasgemeente; De omschrijving van de gevraagde wijziging; Ruimte voor de verwijzing naar de beraadslagingen van de gemeenteraad en voor de stempel i.v.m. het besluit deputatie. De motivering: De aanvrager vermeldt: o de functie of het nut (algemeen belang), de nadelen en voordelen voor de gebruiker; o de alternatieven op terrein die onderzocht werden. De verbintenis van de aanvrager: De aandachtspunten voor de opmaak van een rooilijnplan (1:500) zijn: enkel bij de opening, de wijziging of de verlegging een buurt- of voetweg, niet bij een afschaffing Perceelsgrenzen: duid alle perceelsgrenzen tot op een diepte van minstens 10 meter ten opzichte van de gewenste rooilijn aan, inclusief de perceelsgrenzen die de betreffende rooilijn snijden; De gebouwen: op het rooilijnplan worden de bestaande gebouwen op de reeds getekende percelen in lichte tint of in strepen toegevoegd, zelfs wanneer de gebouwen niet aan de weg palen. Duid op het plan de staat van de gebouwen aan door de volgende letters: o Oud: O o Nieuw: N o In goede staat: GS o In slechte staat: SS Duid de percelen waarop niet gebouwd mag worden aan in het in bleekgroen of door een onderbroken donkergroene streep. De te wijzigen buurt- en voetwegen met nummer, de kruisende buurt- en voetwegen met nummer, straten en andere trage wegen met naam en met de gewenste rooilijnen: duid de straten aan tot op een diepte van minimaal 10 meter. Duid de gewestwegen, de spoorwegen, de buurtspoorwegen en de tramwegen in een opvallende wijze aan. Een te wijzigen buurt- of voetweg in volle eigendom (in de toekomst) van de gemeente is aan te duiden met volle lijnen. Een te wijzigen buurt- of voetweg met een publieke erfdienstbaarheid is aan te duiden in onderbroken lijnen. De gewenste rooilijnen: duid de gewenste rooilijnen in continue rode strepen aan. o Letters geven het begin, de tussenliggende knikpunten en het einde van elke rooilijn aan.
Provincie Vlaams-Brabant
[4] o o
De lengte van elke rooilijn wordt in de coördinatentabel opgenomen. De ligging van de nieuwe rooilijnen wordt nauwkeurig vastgelegd door coördinaten. o De rooilijn wordt ingetekend op basis van de Lambertcoördinaten 1972. o De reeds goedgekeurde rooilijnen door een Koninklijk Besluit of een Ministerieel Besluit moeten met een blauwe streep aangeduid worden indien zij worden gewijzigd. Duid de dagtekening van het Koninklijk Besluit met de goedkeuring van het vroegere rooilijnplan boven deze streep aan. De breedte tussen de gewenste rooilijnen: o Geef op regelmatige afstand de breedte weer tussen de gewenste rooilijnen; o Geef ook de breedte aan van de wegen en buurt- en voetwegen die de gewenste rooilijnen kruisen; o Geef op het plan de wettelijke breedte van de buurt- en voetwegen aan volgens de Atlas der buurtwegen, voor zover de breedte met zekerheid uit de plannen te bepalen is; o Indien dit niet het geval is, moet de buurt- of voetweg afgepaald worden. De wettelijke grenslijnen van de weg op het ogenblik van de opname, worden met doorlopende strepen aangeduid; o Zijn er delen van de buurt- of voetweg ingenomen, dan worden de grenslijnen door onderbroken strepen aangeduid. De in te lijven percelen: De kleuren gelden wanneer voor de rooilijn een afzonderlijk plan wordt gemaakt. De kleuren vervallen wanneer de wijziging aan de buurt- of voetweg en de rooilijn op één plan worden vermeld. o Geef de in te lijven grond als openbare grond aan in het geel; o Duid de delen van de openbare weg die aan de aangelanden worden afgestaan aan in het roze. De legende: o De schaal o De noordpijl o De betekenis van de lijnen, kleuren, letters,... Een tabel met vermelding van de betrokken kadastrale percelen, met naam en adres van de eigenaars Vermeld op het uittreksel van de Atlas der buurtwegen (1:2.500) de volgende zaken: Geef eveneens de atlasgemeente en het nummer van het detailplan van de Atlas der buurtwegen aan; Duidelijke aanduiding van de gevraagde wijziging, de huidige buurt- en voetwegen en de reeds vroeger goedgekeurde wijzigingen met de datum van het besluit deputatie van alle buurt- en voetwegen op het uittreksel zijn ingekleurd met de volgende kleuren: o geel: te behouden buurt- en voetwegen o groen: nieuwe ligging o rood: af te schaffen buurt- en voetwegen o oranje: reeds afgeschafte buurt- en voetwegen o volle lijn: buurt- en voetwegen in (toekomstige) eigendom van de gemeente o stippellijn: buurt- en voetwegen met publieke erfdienstbaarheid De breedte en de oppervlakte van de te wijzigen weggedeelten (af te schaffen en
Provincie Vlaams-Brabant
[5]
nieuwe weggedeelte per perceel); De legende: o de schaal o de noordpijl o de betekenis van de lijnen, kleuren, letters,...
Vermeld op het uittreksel van het kadasterplan (1:2.500) de volgende zaken: De straatnamen, de huisnummers, de gemeente, de kadastrale afdeling, de kadastrale sectie; Perceelnummers van de percelen gelegen langsheen de te wijzigingen en nieuwe buurt- en voetwegen; De gevraagde wijziging, de huidige buurt- en voetwegen en de reeds vroeger goedgekeurde wijzigingen met de datum van het besluit deputatie van alle buurt- en voetwegen op het uittreksel zijn ingekleurd met de volgende kleuren: o geel: te behouden buurt- en voetwegen o groen: nieuwe ligging o rood: te wijzigen buurt- en voetwegen o oranje: reeds afgeschafte buurt- en voetwegen o volle lijn: buurt- en voetwegen in (toekomstige) eigendom van de gemeente o stippellijn: buurt- en voetwegen met publieke erfdienstbaarheid De gevraagde rooilijn in het rood; De plaats, de nummers en de richting van de foto’s; De nieuwe buurt- en voetwegen in het coördinatenstelsel in het geval een wijziging van een buurt- of voetweg met private bedding naar een buurt- of voetweg met openbare bedding; De legende: o de schaal o de noordpijl o de betekenis van de lijnen, kleuren, letters,... Vermeld op het opmetingsplan (1: 500) de volgende zaken: De juiste plaatsbepaling van de bestaande en nieuwe ligging van de buurt- en voetwegen; De perceelgrenzen, de bomen, de huizen, de afsluitingen,...; o De buurt- en voetwegen t.o.v. het coördinatenstelsel: buurt- en voetwegen in (toekomstige) eigendom van de gemeente in volle lijn, buurt- en voetwegen met publieke erfdienstbaarheid in stippellijn. Aanduidingen op plan: in het rood de te wijzigen buurt- en voetwegen; De legende: o de schaal o de noordpijl o de betekenis van de lijnen, kleuren, letters,... Vermeld op de meest recente topografische kaart (1:10.000) de volgende zaken: de te wijzigen buurt- en voetwegen;
Provincie Vlaams-Brabant
[6]
de contouren van het BPA of het RUP, indien van toepassing. Evenzeer dient een afschrift van het BPA of RUP met vermelding van datum van goedkeuring en de mogelijke herzieningen opgenomen te worden.
Vermeld op een uittreksel van het gewestplan (indien nog van toepassing) de te wijzigen buurt- en voetwegen (buurt- en voetwegen in (toekomstige) eigendom van de gemeente in volle lijn, buurt- en voetwegen met publieke erfdienstbaarheid in stippellijn). 3. Eerste voorlopige beraadslaging dossier gemeenteraad
Alvorens de aanvraag voor te leggen aan de gemeenteraad, kijkt de gemeente het dossier na en voegt de volgende zaken toe: o de gemeente vraagt een schriftelijk akkoord aan alle eigenaars van de getroffen percelen van het te wijzigen tracé en de aangelanden van het gewenste tracé; o indien de gemeente over een goedgekeurd trage wegenplan beschikt, positioneert de gemeente de wijziging in het netwerk en het actieplan. Eveneens motiveert de gemeente de wijziging in het kader van het algemeen belang; o een tabel met de naam en het adres van de eigenaars van de percelen langs de te wijzigingen en de nieuwe wegen volgens het kadaster. De gemeenteraad beraadslaagt over: o ofwel het voornemen om een buurt- of voetweg te openen, te wijzigen of te verleggen, met inbegrip van een rooilijnplan; o ofwel het voornemen om een buurt- of voetweg af te schaffen. De gemeente stelt een schatter aan (het aankoopcomité, de ontvanger van de registratie of een landmeterexpert) voor een proces verbaal van de schatting. Indien de gemeenteraad hierover negatief beslist, moet zij geen verdere stappen ondernemen en stopt de procedure.
4. Openbaar onderzoek door het college
Het college start het openbaar onderzoek over het dossier binnen dertig dagen na de beraadslaging. Het openbaar onderzoek wordt aangekondigd door: o aanplakking aan het gemeentehuis en ter plaatse, minstens aan het beginen eindpunt van het nieuwe, te wijzigen of af te schaffen wegdeel; o een bericht op de website van de gemeente of in het gemeentelijk infoblad; o een bericht in het Belgisch Staatsblad; o in voorkomend geval, een afzonderlijke mededeling, met een aangetekende brief in hun woonplaats, aan de eigenaars van de percelen in het dossier; o een afzonderlijke mededeling van het college wordt per e-mail aan de deputatie t.a.v. de provinciale dienst mobiliteit bezorgd met de begin- en einddatum van het openbaar onderzoek. De aankondiging omvat:
Provincie Vlaams-Brabant
[7] o
waar de beraadslaging en, in voorkomend geval, het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan ter inzage ligt; o de begin- en einddatum van het openbaar onderzoek; o het adres waar de opmerkingen en bezwaren naartoe gestuurd moeten worden of kunnen worden afgegeven, en de te volgen formaliteiten. Na de aankondiging worden de beraadslaging en, in voorkomend geval, het ontwerp van gemeentelijk rooilijnplan gedurende dertig dagen ter inzage gelegd in het gemeentehuis. Opmerkingen en bezwaren worden uiterlijk de laatste dag van het openbaar onderzoek naar de gemeente verstuurd met een aangetekende brief of afgegeven tegen ontvangstbewijs. Dit besluit is slechts van toepassing op de openbare onderzoeken die georganiseerd worden over beraadslagingen die plaats hebben na de inwerkingtreding van dit besluit. Dit houdt alvast in dat de lopende openbare onderzoeken niet hoeven overgedaan te worden, ten minste als ze voldoende ruim aangekondigd zijn.
5. Tweede beraadslaging dossier gemeenteraad
De gemeenteraad behandelt de eventuele klachten en motiveert de eventuele weerleggingen. De gemeenteraad beraadslaagt binnen zestig dagen na het einde van het openbaar onderzoek over de opening, de afschaffing, de wijziging of de verlegging een buurt- of voetweg en in voorkomend geval het bijhorende rooilijnplan. Indien zij hierover negatief beslist, moet zij geen verdere stappen ondernemen en stopt de procedure. Indien zij hierover positief beslist, moet de beraadslaging van de gemeenteraad de te betalen meerwaarde vermelden. De gemeente stuurt onmiddellijk het dossier, het proces verbaal van schatting, de documenten van het openbaar onderzoek, de gemeenteraadsberaadslagingen naar de provinciale dienst mobiliteit. o Het vastgesteld dossier wordt in 4-voud op papier (ondertekend door ontwerper, gemeentesecretaris en burgemeester + stempel van gemeente) naar de dienst mobiliteit, Provincieplein 1, 3010 Leuven verstuurd. Het is gewenst om ook een gescande ondertekende PDF-versie door te sturen naar
[email protected]. o Het schattingsverslag mag volgens de omzendbrief over de procedure van de vervreemding van onroerende goederen ten hoogste 2 jaar oud zijn. o De geldigheid van het openbaar onderzoek is 12 maanden, dit is een interne provinciale regeling. Het is aangewezen om de termijn van het openbaar onderzoek niet te lang te nemen omdat de eigenaars van de betrokken percelen regelmatig kunnen wisselen.
6. Definitieve beslissing door de deputatie
De provinciale dienst mobiliteit onderzoekt bij elk wijzigingsdossier minstens de volgende punten: o De volledigheid van het dossier, proces-verbaal, documenten openbaar onderzoek, de gemeenteraadsberaadslagingen;
Provincie Vlaams-Brabant
[8] o o
De motivering moet gegrond zijn; Het mogelijk nadeel van de wijziging bij de gebruiker en de functie of het nut van de wijziging; o Of er de nodige aandacht aan de bochtstralen bij het kruisen van andere wegen is voorzien; o De geldigheidstermijn van de schattingsverslagen (2 jaar) en het openbaar onderzoek (12 maanden). Indien het dossier en de beslissingen volledig zijn wordt het dossier voorgelegd aan de deputatie. De deputatie beslist definitief binnen de 90 dagen na de ontvangst van het gemeenteraadsbesluit over de aanvraag tot de opening, de afschaffing, de wijziging of de verlegging een buurt- of voetweg en in voorkomend geval over het bijhorende rooilijnplan. De deputatie heeft dus het gemeentelijk voorstel over de rooilijn niet te nemen of te laten (wat het geval is bij een goedkeuringstoezicht), zij kan andersluidend beslissen. De provincie stuurt een afschrift van het besluit deputatie in tweevoud en het goedgekeurd dossier in 3-voud naar de gemeente. De gemeente bezorgt op haar beurt een afschrift van het besluit deputatie en het goedgekeurd dossier in 2-voud aan de aanvrager. Bij het gebrek van een tijdige beslissing van de deputatie kan de gemeente beroep instellen tegen het uitblijven van de beslissing bij de minister. De bevoegde Vlaamse regering neemt dan de plaats in van de deputatie en neemt de definitieve beslissing over de opening, de wijziging, de verlegging of de afschaffing. Zolang er geen beroep is ingediend, kan de deputatie nog na de 90 dagen na ontvangst van de gemeenteraadsberaadslagingen over het dossier beslissen, er staat geen vervaltermijn in de wetgeving opgenomen.
7. Bekendmaking van de beslissing: taak van het college
Het college maakt de beslissing van de deputatie bekend vanaf de zondag na ontvangst op het gemeentehuis door de beslissing gedurende 8 dagen aan te plakken. De beslissing van de deputatie is definitief als de gouverneur de derde dinsdag na de eerste dag van aanplakking van de beslissing van de deputatie aan het gemeentehuis geen beroep heeft ontvangen.
8. Beroepsmogelijkheid
De gemeente of de belanghebbende kan tegen de beslissing van de deputatie in beroep gaan bij de minister. De gouverneur moet het beroep ontvangen binnen de 15 dagen na het einde van de 8 dagen durende aanplakkingtermijn. De termijn van 15 dagen start vanaf de maandag na de laatste zondag van de aanplakking. De ingediende beroepen na deze datum zijn niet geldig.
Provincie Vlaams-Brabant
[9]
Het beroep bij de minister is opschortend. De minister verleent of onthoudt de goedkeuring aan de beslissing van de deputatie zonder een eigen beslissing in de plaats te mogen stellen. De beslissing van de deputatie is bij onthouding dan niet uitvoerbaar. Het Ministerieel Besluit vermeldt de uiteindelijke beslissing. Tenslotte kan als laatste beroepsmogelijkheid een annulatieberoep bij de Raad van State ingediend worden binnen de 60 dagen na de betekening van het Ministerieel Besluit. Als er geen beroep tegen de beslissing van de deputatie werd aangetekend bij de gouverneur is er geen beroep bij de Raad van State mogelijk.
9. Wijziging van kracht
Het eventuele rooilijnplan en bijhorende wijziging van de buurt- en voetwegen zijn officieel nadat de beroepstermijn na de beslissing deputatie is verlopen. De aangelanden moeten de meerwaarde betalen of in het geval van buurt- of voetwegen met een openbare bedding moet de grondoverdracht geregeld worden.
Provincie Vlaams-Brabant