DEEL 1 Wetgeving en verkeersveiligheid Waar moet of mag je nu lopen en fietsen? Sinds 1 januari 2004 zijn er een aantal aanpassingen aan de verkeerswet gebeurd die ook belang hebben voor voetgangers en fietsen. Daarom de basisregels nog eens op een rijtje.
Als voetganger… Waar stappen? Indien er een trottoir of berm aanwezig is, is dit simpel: wandel ALTIJD op dit trottoir of deze berm! Indien er geen trottoir of berm is mag je op de parkeerstroken of het fietspad lopen. Let wel: op de fietspaden moet je voorrang geven aan de fietsers en bromfietsers. Op de parkeerstroken hebben de bestuurders voorrang. Zijn al deze mogelijkheden er niet en je moet op de rijbaan lopen neem dan volgende regels in acht: 1) Individuele voetgangers (of groepen zonder leider) Een individuele voetganger of een groep zonder leider MOET links lopen en zo dicht mogelijk bij de rand van de rijbaan. Loop dus achter elkaar. 2) In groep stappen (min. vijf personen met leider) • Ofwel Rechts • Ofwel Links: Groepen voetgangers van minimum vijf personen vergezeld van een leider zijn niet-verplicht om rechts te lopen. Ze mogen ook links op de rijbaan lopen op voorwaarde dat ze achter elkaar stappen. • Om de veiligheid van de groep te verzekeren mag de groepsleider het verkeer stilleggen door middel van een bord met afbeelding van verkeersbord-C3 ( witte cirkel met rode rand). • Als je in groep wandelt zonder leider moet je dezelfde regels volgen als de individuele voetganger. • Tussen valavond en zonsopgang (of overdag als de zichtbaarheid slecht is en deze niet verder reikt dan 200 m) moet de groep die de rijbaan volgt op de volgende manier gesignaleerd zijn : - als ze rechts stapt : een wit of geel licht links vooraan en een rood licht links achteraan - als ze links stapt : een rood licht rechts vooraan , en een wit of een geel licht rechts achteraan.
(Groeps)leiders Sinds 1 januari 2004 hebben groepsleiders de mogelijkheid om aanwijzingen te geven in het verkeer om de veiligheid van een groep voetgangers te verzekeren. Om het verkeer stil te leggen moeten ze gebruikmaken van een schijf waarop het verkeersbord-C3 is afgebeeld ( witte cirkel met rode rand).
C3 Het verkeersreglement geeft geen definitie van een leider. We nemen aan dat wie de facto de leiding van een groep heeft – bijvoorbeeld de leid(st)er in een jeugdvereniging – ook de leider van de groep is (het is de bedoeling dat de overheid door een rondschrijven of wetswijziging hierover meer duidelijkheid zal scheppen).De aanwijzingen van een 'groepsleider' gaan niet boven verkeerstekens en verkeersregels.
Oversteken Het oversteken van een rijbaan is een hele klus en kan vaak gevaarlijk zijn. Neem hier dus je tijd voor. Verzamel altijd eerst de groep zodat je niet als een langgerekt lint de rijbaan hoeft te kruisen. Let er ook op dat de leiding over de groep verspreid is als je gaat oversteken. Om over te steken zoek je best een punt langs je route waar een zebrapad met verkeerslichten voorhanden is. Als het verkeerslicht groen aangeeft voor voetgangers dan steek je over. Springt het licht echter op rood terwijl de groep nog bezig is met de rijbaan over te steken dan moeten degenen die zich nog op het voetpad bevinden wachten met oversteken. Zijn er geen verkeerslichten in de buurt maar is er op minder dan ongeveer 30 meter een zebrapad dan moet je dit gebruiken. Autobestuurders moeten een zebrapad met matige snelheid naderen en ze moeten je voorrang verlenen. Hier mag je als groep dus wel in een keer de baan oversteken. Het is immers voor elke weggebruiker verboden door een groep voetgangers te breken die reglementair oversteekt. Een uitzondering hierop is de tram, wanneer je tramsporen kruist dien je voorrang te geven aan de tram.
Is er geen oversteekplaats voor voetgangers voorzien dan steek je de rijbaan over op een plaats waar je duidelijk gezien kan worden door het aankomende verkeer. Ga met de begeleiding tussen dit verkeer en je leden staan, zo zorg je er tevens voor dat je zelf ook een goed zicht hebt en kan je aanwijzingen geven aan je groep. Vertrekken tussen geparkeerde auto's of in bochten, op hellingen,... is sterk af te raden.
Tips •
Hou je groep zo klein mogelijk: een kleine groep is veel overzichtelijker, en laat zich ook gemakkelijker sturen door de begeleiding.
•
Plan een route in een omgeving met zo weinig mogelijk te verwachten risico’s. Vermijd alles wat rood is op je stafkaart (wegen met hoge snelheden).
•
Stippel reeds op voorhand (oversteekplaatsen).
•
Ook als je overdag een grote tocht doet neem je beter reflecterend materiaal & lichtjes mee. De kans bestaat immers dat je pas tegen valavond de eindmeet bereikt.
•
Geef duidelijke instructies bij het begin van de tocht. Overloop de belangrijkste verkeersregels, vraag correct gedrag en voldoende concentratie, wijs ook op mogelijke gevaren in de tocht. Maak goede afspraken (BV. we beginnen niet met oversteken alvorens de groep bijeen is).
•
Reageer onmiddellijk en kordaat als je iemand iets onveiligs of ongepasts ziet doen.
•
Wanneer je een dorps- of stadsspel organiseert druk je leden dan op het hart dat de verkeersregels dienen gerespecteerd te worden.
•
Verspreid de begeleiding over de groep. Zijn er grote leeftijdsverschillen dan kan je ook de oudere leden vooraan en achteraan laten lopen.
je
reisweg
uit.
Heb
oog
voor
de
gevaarlijke
punten
Als fietser Waar fietsen? 1. Individuele fietsers •
Je moet de fietspaden gebruiken, het fietspad wordt aangeduid door: -
-
-
twee evenwijdige witte stippellijnen, je moet dit fietspad volgen voor zover het rechts in je rijrichting ligt. Je mag een dergelijk fietspad niet volgen wanneer dit links in je rijrichting ligt; verkeersborden (D7 of D9): je moet het fietspad volgen in de richting aangeduid door het verkeersbord (het kan dus zijn dat je een tweerichtingsfietspad links in de rijrichting moet volgen); verkeersbord-D10: is een deel van de openbare weg aangeduid met het verkeersbord-D10 dan moeten fietsers dit deel van de openbare weg gebruiken.
D7
De wegkapiteins moeten ten minste 21 jaar oud zijn en om de linkerarm een band dragen met de nationale driekleur en het woord-“wegkapitein”. Op kruispunten zonder verkeerslichten kunnen ze het verkeer stilleggen door middel van een bord met afbeelding van verkeersbord-C3 (witte cirkel met rode rand), en kunnen ze aanwijzingen geven. De wegkapitein moet geen lijst van de deelnemers meer in zijn bezit hebben. De begeleidende auto’s moeten de groep op ongeveer 30 m voorafgaan of volgen. Op het dak van de begeleidende auto's moet een blauw bord aangebracht zijn met de afbeelding van het verkeersbord-A51 (een witte driehoek met rode rand en in het midden een uitroepteken) en eronder het symbool in 't wit van een fiets. Dit bord moet op een zodanige wijze aangebracht zijn op het voertuig dat de groep voorafgaat, dat het voor de tegenliggers goed zichtbaar is en, op het achteropkomende voertuig, dat het goed zichtbaar is voor het achteropkomende verkeer.
D9
D10 •
Bij gebrek aan fietspaden moet je de rijbaan volgen. Maar je mag ook parkeerzones en gelijkgrondse bermen gebruiken rechts in je rijrichting gelegen en op voorwaarde dat je voorrang verleent aan de weggebruikers die er zich bevinden. Buiten de bebouwde kom mag je ook de trottoirs en verhoogde bermen gebruiken (mits hetzelfde voorbehoud).
•
De fietsers die de rijbaan volgen mogen met twee naast elkaar rijden behalve wanneer het kruisen niet-mogelijk is. Buiten de bebouwde kom moeten ze bovendien achter elkaar rijden bij het naderen van een achteropkomend voertuig.
Blauw
Rood
Hoe aan dit bord geraken? In sommige gemeenten kan je dit bord lenen op de jeugdof sportdienst. Een wielerclub in je buurt. Via een winkel van weg- & werfsignalisatie (rubriek 4765 in de Gouden Gids)
2. Fietsers in groep Als je fietst in groep (minimum 15 personen, voorheen sprak men van wielertoerisme in groep), regelt de wetgeving de modaliteiten voor het rijden in groep. Twee mogelijkheden De groep volgt dezelfde regels als de individuele fietser. De groep volgt de regels voor fietsers in groep. In dit geval heeft de groep meer mogelijkheden maar ook bepaalde verplichtingen. Waar en hoe rijden (als de groep de regels volgt voor fietsers in groep) Gebruik van de fietspaden is niet-verplicht. Met maximum twee naast elkaar rijden mag altijd op voorwaarde dat je gegroepeerd blijft. Op een baan zonder rijstroken mag je niet meer dan een breedte gelijk aan die van een rijstrook (± 3m) en in geen geval meer dan de helft van de rijbaan in beslag nemen. Op een rijbaan met rijstroken gebruik je alleen de rechterrijstrook. Van 15 tot 50 fietsers: ten minste 2 wegkapiteins mogen - 1 of 2 begeleidende auto’s toegelaten; als er een begeleidend voertuig is moet dit de groep volgen. Van 51 tot 150 fietsers: ten minste 2 wegkapiteins verplicht- 2 begeleidende auto’s verplicht.
Oversteken Soms is er een oversteekplaats voor fietsers voorhanden; deze is aangegeven door een dubbele rij met grote witte blokken. Hier steek je als fietser over. Let altijd goed op want automobilisten dienen niet te stoppen zoals bij een zebrapad het geval is. Is er geen oversteekplaats probeer dan over te steken op een plaats waar verkeerslichten en/of een zebrapad zijn. Moet je het er zonder stellen, dan steek je de baan over op een plaats waar je duidelijk gezien kan worden door het aankomende verkeer. Probeer de rijbaan zo kort mogelijk te dwarsen. Dien je schuin over te steken en te laveren door het verkeer dan steek je je arm uit als je van richting wil veranderen behalve als dit je veiligheid in het gedrang zou brengen (BV. tramsporen, beschadigd wegdek,…) Positioneer je met de begeleiding tussen het verkeer en je groep, niet alleen heb je zo zelf een goed zicht maar je kan tevens aanwijzingen geven aan je leden.
Tips •
Plan een route in een omgeving met zo weinig mogelijk te verwachten risico’s. Probeer zoveel mogelijk van de drukke wegen weg te blijven. Fiets langs wegen met lage snelheden, langs een fietstunnel of aanbevolen fietsroutes. Dit is ook veel leuker fietsen.
•
Stippel reeds op voorhand je reisweg uit. Maak gebruik van de fietsvoorzieningen die er zijn. Heb oog voor de gevaarlijke punten (oversteekplaatsen).
•
Hou bij het plannen van je tocht rekening met de leeftijd van je groep.
•
Geef duidelijke instructies bij het begin van de tocht. Overloop de belangrijkste verkeersregels, vraag correct gedrag en voldoende concentratie, wijs ook op mogelijke gevaren in de tocht. Maak goede afspraken (BV. als er gefloten wordt begin je achter elkaar te fietsen).
•
Op de tocht zelf zorg je voor wat reparatiemateriaal (lijm, plakkers, wat reservelampjes,...).
•
Hou je groep zo klein mogelijk: een kleine groep is veel overzichtelijker en laat zich ook gemakkelijker sturen door de begeleiding.
•
Ook als je overdag een grote tocht doet neem je beter reflecterend materiaal mee. De kans bestaat immers dat je pas tegen valavond de eindmeet bereikt.
•
Reageer onmiddellijk en kordaat als je iemand iets onveiligs of ongepasts ziet doen.
•
Voor je vertrekt controleer je of de fietsen wettelijk in orde zijn. Ga je op fietskamp, of op een langere tocht dan is het aan te raden enkele dagen vooraf een fietsencontrole te houden. Zo kan men nog vlug de fiets in orde maken.
Fietscontrolekaart Wettelijk verplicht: Twee werkende remmen Een goed functionerende bel Een goed functionerend wit of geel licht vooraan Een witte reflector vooraan Een werkend rood licht achteraan Een witte reflecterende strook aan weerszijden van elke band en/of minstens twee gele of oranje dubbelzijdige reflectoren per wiel Gele of oranje reflectoren aan weerzijden van elke pedaal Hier let je ook best op: Zadel: stevig vastgezet, op de juiste hoogte Stuur: stevig vastgezet, iets hoger dan het zadel Wielen: stevig vastgezet, zonder speling Spaken: strak aangespannen Velgen: zonder vervorming Banden: zonder scheuren, uitstulpingen of afgesleten loopvlak, hard opgepompt Ketting: goedgesmeerd, met ongeveer 1 cm speling Pedalen en trapas: zonder spelling Frame: zonder roest of beschadigingen
Reflecterend materiaal Het gebruik van reflecterende of fluorescerende kleding in het verkeer is niet wettelijk verplicht maar veel ongevallen met voetgangers en fietsers gebeuren doordat ze moeilijk te zien zijn. Een automobilist die met gewone lichten rijdt ziet bij nacht een niet of slecht verlicht voetganger: -
van 26 meter ver als hij donkere kleren draagt
-
van 38 meter ver als hij heldere, gekleurde (witte, gele …) kleren draagt
-
van 136 meter ver als de voetganger reflecterende kleding draagt
De cijfers liegen er niet om, vandaar dat we erop staan dat je ervoor zorgt dat je leden reflecterend materiaal dragen als de omstandigheden dat vragen: -
in het donker
-
bij zware mist
-
bij de combinatie van schemer en zware regenval
Wanneer je reflecterend materiaal draagt zorg je ervoor dat het zichtbaar is voor het aankomende verkeer: -
Draag dus de reflecterende bandjes net boven de elleboog.
-
Als de groep rugzakken draagt kan je de bandjes ook rond de benen doen. De rugzakken zelf kunnen nog eens voorzien worden met een reflecterende strip.
-
Rust zo veel mogelijk personen ook uit met een hesje en verspreid hen over de groep (zeker voor- en achteraan).
-
…
Bronnen en meer informatie over de verkeerswetgeving Deze tekst is gebaseerd op: •
www.bivv.be
•
www.verkeerswet.be
•
www.wegcode.be
•
www.verkeersland.be
•
Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid. (2004). De straatcode…de straat voor iedereen. 1 januari 2004: tijd voor veranderingen. Brussel.
•
De Vlaamse Jeugdraad. (2004). VJR-CJWB-040616-N9 Jeugdwerk in het verkeer. Brussel.
•
Levenslijn Kinderfonds & Koning Boudewijnstichting. (2004). Stappen en fietsen in groep. Een overzicht van de regels. Brussel.
•
Via Secura, driemaandelijks tijdschrift van Verkeersveiligheid, nr 63, 2e trimester 2004.
•
Jeugddienst Provincie Antwerpen, Nieuwsbrief: Mobiliteit en Verkeer, december 2003, jaargang 6, nummer 4.
het
Belgisch
Instituut
voor
de