1. Vooruit lopend..............................................................................................................................1 2. Aanloop en eerste stapjes............................................................................................................4 3. Rondje LAW's................................................................................................................................8 4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port............................................................................20 5. Overpeinzingen in een stacaravan...........................................................................................32 6. Cornwall Coast Path, Penzance - Perranuthnoe....................................................................35 7. West Highland Way, Milngavie - Fort William.....................................................................42 8. De ronde van Belle-Ile................................................................................................................61 9. Eifel, Rondje Hellenthal.............................................................................................................65 10. Pyreneeën, St.Jean Pied de Port - Hendaye..........................................................................67 11. Bretagne, Quimper - St.Brieuc................................................................................................89 12. Alpen, St.Hilaire - St.Hilaire...................................................................................................90 13. Egeltjes en vliegenzwammen................................................................................................107 14. Pyreneeën, St.Jean P de Port - Borce Etsaut........................................................................111 15. Vechtende vliegen..................................................................................................................136 16. Jura, Pont De Roide - Les Alliés...........................................................................................137 17. Cevennen, Tour d'Mont Lozere............................................................................................160 18. Cevennen, Florac - le Vigan en verder................................................................................173 19. (On)bezorgde gedachten van een groene kruidenier op wielen (1)...............................181 20. Hřensko - Olomouc - Praag...................................................................................................184 21. Een nachtje doorzakken.........................................................................................................212 22. Drie maanden Spanje en Portugal........................................................................................213 23. Vuurfeesten..............................................................................................................................252 24. (On)bezorgde gedachten van een groene kruidenier op wielen (2)...............................254 25. Vitaminepillen en het Medisch Industrieel Komplex.......................................................255 26. Taaie beesten...........................................................................................................................256 27. Nog nooit zoveel kiespijn gehad als toen ze er nog zaten...............................................257 28. (Klein)kinderen vergeef ons..................................................................................................258 29. Tien weken ruige natuur.......................................................................................................259 30. Het leven van een schrijfselproducent is saai....................................................................280 31. Mij een zorg.............................................................................................................................281 32. Positieve rekensommetjes......................................................................................................283 33. Oogoperatie.............................................................................................................................284 34. Stel dat......................................................................................................................................285 35. De Sprinter die niet van sprinten hield...............................................................................288 36. Gestoord wordt ik van die boetes........................................................................................289 37. Waarom ik de oude PSP mis.................................................................................................290 38. Kieskompas in Friesland.......................................................................................................292 39. Denkend over verandering...................................................................................................293 40. Een reis door de noorden van Italië.....................................................................................295 41. De zuidelijke helft van Italië.................................................................................................306 42. Griekenland en de 'crisis'.......................................................................................................328 43. Twee maanden Spanje en Portugal zuid.............................................................................329 44. Zes weken die vier werden...................................................................................................366 45. Twee maanden door Noordwest Spanje.............................................................................380 46. Een mislukte reis door Portugal en Spanje.........................................................................407
Dit boek overlapt ten dele het boek '7, een leven tussen droom en werkelijkheid'. Dat boek eindigt aan het eind van mijn 49ste levensjaar in 1992. Deze verhalen gaan verder. Verder verschenen en uitgegeven in eigen beheer: Gedichten – Vakantieherinneringen – Er was eens…, een sprookje met een slechte afloop (uitverkocht) Sprookjes – Kabouter Kwelgeest – De Wereld in Steen (wordt aan gewerkt) Autobiografische roman – 7 een leven tussen droom en werkelijkheid NU VERKRIJGBAAR. In eigen beheer geproduceerd en uitgegeven Lopende Levensberichten en Andere Geestreizen. (zie voor een inleiding http://home.kpn.nl/gils0256/jvmap/7/7.htm ) Stort €24,50 (incl. portokosten) op rekeningnummer NL17 ASNB 0707 0934 14 t.n.v. J.W.van Gils te Nij Beets o.v.v. Levensberichten en vermeld je naam en adres. Alle afdruk- en inbindwerk is handmatig uitgevoerd door de auteur. © 2015 John Vangelis
1. Vooruit lopend
1. Vooruit lopend
Een leven kan raar lopen. Opgroeiend als Rotterdamse arbeiderszoon met een weekje echte vakantie per jaar, doorgebracht in een huisje op de Veluwe. Begin jaren '50 moest ik wandelingen maken, waar ik een hekel aan had, in een boom zitten was veel leuker, maar mopperend liep ik de vereiste kilometers, zelfs het beloofde ijsje bij het einddoel verbeterde de stemming nauwelijks. Ik moest immers dat hele eind ook nog terug. We waren vrij van geloofsdwang dus werd ook gretig gebruik gemaakt van uitstapjes op zondag. Had ik me net voorgenomen lekker een boek te lezen of het plan 'iets te gaan doen' schetterde door het huis. Fietsen werden voorzien van manden en tassen met een halve werkplaats aan gereedschap en onderdelen (er kon immers van alles misgaan op zo'n wereldreis en dat ging het ook vaak), emmers, scheppen, auto binnenbanden, pompen, windscherm, broodtrommels en veldflessen water. Een dagje naar het strand. Als dat nou een straat verderop was geweest, dan kon Johnny ik tenminste snel verder met mijn boek. Maar nee, twee keer dertig kilometer beulen. Het fietsframe was in mijn herinnering van gietijzeren pijp volgegoten met lood, stalen ros noemden ze zo'n onding dan ook liefdevol. Er waren onderweg altijd wel een paar lekke banden, afgelopen kettingen en los getrilde bagagedragers, de zon brandde op onze ruggen in de windstilte tussen de kassen van het Westland en mijn kont deed pijn van het keiharde zadel. Eindelijk in Kijkduin sjokten we nog een halfuur door het zand omdat het volgens de 'reisleider' verderop rustiger was en in de buurt van Hoek van Holland, althans dat dacht ik met mijn traumatische kijk op het gebeuren, werd het dan weer drukker en liet de familie van zes personen zich in de zandbak ploffen. Nadat alles klaar was, er moest een heuse woonkuil gegraven worden, waren we uitgehongerd. Boterhammen die knarsten, hoewel er paniek uitbrak bij elke beweging tijdens de lunchpauze kwam er onvermijdelijk zand tussen, en water dat onderweg lauw was geworden. Wel hadden we weer recht op het beloningsijsje. •
Toen ik een rijbewijs had ruilde ik zo snel mogelijk het stalen ros tegen een heilige koe. Daarna bracht ik veel vakantietijd, het was inmiddels wat langer geworden, door op snelwegen, bij benzinestations en op campings. 1
1. Vooruit lopend Soms kampeerde ik 'wild' op een parkeerplaats. Dus met een knikkende kop achterover hangen in de stoel voor een paar uur slaap want je moest er wel snel zijn. Ik scheurde Europa door om zoveel mogelijk te 'zien' zonder me te realiseren dat ik, behalve kilometers vangrail, asfalt en beton, files met hier en daar wat opgevouwen auto's, al of niet met klem zittende doden of gewonden en platte egels, ontzettend weinig zag en nog minder beleefde. Wel kon ik elk jaar een paar nieuwe stickers op de diverse auto's plakken, dat stond wel indrukwekkend zo'n 'bereisd' iemand. Eind jaren zeventig gooide ik mijn leven om en besloot werken, reizen en vakantie ineen te laten vloeien tot leven. Na mijn steeds dikker betaalde baan volgden jaren van vrijwilligerswerk, actie voeren en weinig tot geen geld. De Fiat sportcoupé werd ingeruild voor een relaxt waggelend besteleendje en het gekochte vier verdiepingen pand werd verkocht om de hypotheek af te lossen.
Vredesactiekamp Woensdrecht
Begin jaren tachtig dreigden de kruisraketten in Woensdrecht te komen. Met nog zo'n twintig anderen wilde ik een Internationaal Vredesactiedorp (IVAD) gaan bouwen naast de vliegbasis en woonde een klein jaar (met een winter van -25°C) in het bos met niet veel meer dan een vuur en wat balen stro om op te slapen. Elk onderkomen was verboden en werd onmiddellijk gesloopt. Ik ben een ontzettende koukleum die het pas lekker begint te vinden boven de +25°, maar ontdekte hoe mooi een blikseminslag kan zijn die 2
1. Vooruit lopend een boom op 15 meter afstand in tweeën splijt, een klomp ijssoep van de vorige dag die je alleen met een bijl te lijf kan als je een kommetje wilt, wakker worden met dertig centimeter sneeuw op je buik. Ik weet dat velen het omschrijven als pure ellende en dat was het ook. Maar ik had het buitenleven ontdekt. Het was Leven.
∞
3
2. Aanloop en eerste stapjes
2. Aanloop en eerste stapjes
Ik had eens gelezen over de Stichting Lange Afstand Wandelpaden en het Pieterpad, maar lopen deed ik om ergens te komen en niet voor de lol. Tot het moment kwam dat ik ontdekte dat het ook samen kan gaan. In 1985 zou in Brussel een Europese demonstratie zijn tegen wapentuig. Ik had wat geld bij elkaar gewerkt en kon dus samen met mijn vriendin met de trein. Een auto had ik allang niet meer, dat scheelde heel wat verplicht betaalde arbeid. De trein stopte in Roosendaal. Door een staking lag het Belgisch vervoer stil. In een opwelling -daar laat ik me niet door tegen houden- haalde ik mijn vriendin over verder naar Brussel te gaan LOPEN.
De enige 'gelukte' foto (het rolletje bleef hangen) van de eerste lange afstand wandeling.
Natuurlijk had ik de zware katoenen dubbeldakstent met schaapskooiluifel bij me. Slaapzak, kookspullen enzovoorts ontbraken ook niet, tenslotte had ik me voorbereid op een actieweekend, maar alles gebaseerd op treinvervoer. Laat in de avond kwamen we in Antwerpen aan. Kapot, uitgeput. Mijn Spaanse laarzen en de modieuze laarsjes van de vriendin bleken totaal ongeschikt om deze afstanden te lopen met zware bepakking. Het was heet en de zeildoeken jas, wel goed tegen regen, wind en ME geweld, woog als lood. Voor de zekerheid had ik ook nog een dikke trui mee. De rugzak hing als een baal zand aan mijn schouders. 4
2. Aanloop en eerste stapjes We gingen een café in voor een kop koffie en wilden ergens buiten de stad een slaapplek zoeken, dus na een half uurtje weer verder. Bij het opstaan kwam ik niet verder dan een houding tussen zitten en staan, ik voelde twee keiharde ballen in mijn kuiten en met gebogen knieën (en hoofd) liep ik het café uit. Ik dacht dat ik het verder kon vergeten, maar na een poosje begon het bloed te stromen, al bleef ik een verschrikkelijke pijn in mijn kuiten voelen. Gelukkig vonden we al snel een paar struiken waaronder we in de slaapzak doken en in diepe slaap vielen. De volgende dag spierpijn, maar uit te houden legde ik alles wat ik bij me had op een rijtje en begon dingen eruit te sorteren die niet echt nodig waren. Die meegenomen koekenpan, één kookpan moest genoeg zijn, extra kleding en zo werd een behoorlijk pakket samengesteld wat ik terug stuurde. Dat scheelde wat kilo's. Natuurlijk kwamen we in Brussel aan toen daar alles al voorbij was, maar we hadden het toch maar gedaan, daar ging het om. Onderweg kreeg ik meer en meer een bepaald geluksgevoel. Ik merkte dat ik elk moment bezig was met mijn omgeving. Bewustzijn van elke donkere wolk omdat die regen kan brengen en je tijdig een schuilplaats moet zoeken. Elk dorp, elke straat, elk huis zien in plaats van vangrail en campings. Elke plant, boom of bloem bekijken. De wind, de zon, de regen voelen. Naar het vuurwerk in de hemel kijken tijdens een onweersbui. Dat kleine stukje van Roosendaal naar Brussel had me veel meer laten zien en beleven dan alle (auto)vakanties bij elkaar. We plakten er een rondje Ardennen aan vast. Heel rustig nu, het was niet noodzakelijk ergens op tijd te zijn en we liepen nog steeds met die totaal ongeschikte uitrusting te zeulen, maar het begin was er. Topografische kaarten had ik natuurlijk ook niet waardoor we veel op verharde wegen liepen en als we al eens een aantrekkelijk pad insloegen waren we onmiddellijk de weg kwijt. Onderweg maakte ik aantekeningen hoe het beter en vooral lichter zou kunnen. Met de België ervaring ging ik aan de slag. Een vriend in Woensdrecht bleek een fervent loper te zijn. Hij kwam met een stapel topografische kaarten aandragen van door hem gelopen stukken GR10 in de Pyreneeën. Die kaarten waren in schaal 1:50.000 wat meestal wel voldoende is, zeker als je op gemarkeerde paden loopt. Later ben ik 1:25.000 kaarten gaan gebruiken en ondanks het grotere gewicht was ik daar soms heel blij om. Vooral in een 'moeilijk' gebied, waar je afhankelijk bent van elk waterpoeltje, is het een voordeel. Ook omdat in die gebieden de markering nogal eens ontbreekt. 5
2. Aanloop en eerste stapjes Dat leek voorlopig een beetje 'te', hoewel mijn hart verlangend begon te bonzen. De ergste rugzak werd vervangen en alle kleding op de weegschaal gelegd (vanaf nu ging elke gram tellen), we moesten het verder maar even doen met wat we hadden. Stelen werden voor minstens de helft van (tanden)borstels gezaagd. Alles wat we niet perse noodzakelijk vonden werd aan de kant gelegd en zo wisten we aan een rugzak gewicht te komen van zo'n 20 kilo per persoon. Daarbij was niet meegerekend dat wat je altijd aan hebt (schoenen, sokken, broek e.d.), maar het voelde aan als een hele verbetering. We kochten nog redelijke wandelschoenen en twee paar wollen sokken. We hadden geen geld voor echte bergschoenen, maar het waren in ieder geval stevige stappers die ook de enkels voldoende steun gaven. Toen we daarna twee weken op een huis in Gelderland gepast hadden besloten we over de LAW's1 door Noord-Brabant naar Woensdrecht terug te lopen. Niet alleen door het feit dat mijn vriendin ergens in deze twee weken zwanger bleek te zijn geworden werd het een openbaring. Met de juiste routekaarten liepen we dagen door het bos over zandpaden te sjokken zonder iemand tegen te komen. Let wel, in Nederland! Onze keus was bepaald, we zouden gaan sparen voor betere en lichtere spullen. Voortaan gingen we lopen. Na 'Woensdrecht' waren we een jaar gebonden aan onze wintergrot in Rotterdam door de geboorte van een zoon. Om hem te laten wennen aan de natuurelementen in verschillende seizoenen; storm, regen, zon en de rest, maakten we, zo gauw hij rechtop bleef zitten, korte tochtjes. De wind probeerde hij te eten, de regendruppels te vangen, de vitamine AD kwam niet van Bayer, hij kwekte tegen vogels, graaide in dorre bladeren, speelde met takjes en steentjes, staarde in een kampvuurtje, sabbelde op paardenbloemen en huppelde van plezier als zijn rugzakzitje te voorschijn kwam. Kortom de tijd leek rijp om voor onbepaalde tijd de grot te verlaten. Natuurlijk hadden we een behoorlijke slag om de arm, bij onvoorziene omstandigheden gingen we gewoon terug. Zelf kon je best een dag zonder eten, weinig water, doorlopen omdat er geen geschikte slaapplek werd gevonden, maar met een klein kind waren dat rampen. Hoewel je vaak meer creatief blijkt te zijn dan je denkt. Een gevolg van rondtrekken met een peuter was dat je de route moest plannen, iets wat ik ook niet gewend was. Rekening houden met afstanden die zodanig waren dat we steeds eten en drinken konden krijgen. Voorlopig hadden we het nog even druk met de houtvoorraad voor de ko1
Lange Afstand Wandelpaden.
6
2. Aanloop en eerste stapjes mende winter, we zaten nog maar op de helft van het gewenste. Verder leek de met de hand te wassen kleding ook steeds meer te worden nu zoonlief actief onderzocht hoe je de asla, zaagselbak of emmer water leeg kipte, meehielp aardappelen schoon borstelen, zijn voedsel eerst controleerde op veerkracht en bewerking met zijn vuisten voordat hij het in zijn mond stopte en dan tijdens het kauwen wilde kijken hoe het er halverwege uitzag.2 Maar het moment kwam steeds naderbij en ik begon levensberichten te schrijven.
∞
2
Ik had van mijn inmiddels begonnen werkplaats Alternatief Onderhoud de elektriciteit en het gas afgesloten en wilde het proberen met handwerk en een houtkachel wat een aantal gezellige jaren opleverde. Maar dat valt buiten het bestek van dit boek. Meer daarover in '7 een leven tussen droom en werkelijkheid'.
7
3. Rondje LAW's
3. Rondje LAW's
Eerste legbatterijproductendag. Pasen 1987 dus. Afgelopen week naar Zunderdorp geweest. Even snel heen en weer met een dagkaart voor de bus. Dit keer ging een treinreis boven de begroting. Acht uur in de ochtend de deur uit en acht uur in de avond weer thuis. Gaar! Wel een geplaatste bestelling voor twee super warme donzen slaapzakken en alle spullen en adviezen in huis voor een eigen ontwerp bivakhut en gelijk de eerste schaarknippen in de Wetfold stof gezet, want het ontwerp lag al een tijdje klaar, uitgaande van een paar eisen. Twee hoogte standen, een bivakzak stand voor stiekem kamperen, want lopend haal je de volgende camping met een kind niet (en dat willen we ook eigenlijk niet), windkracht twaalf en Noordpoolkou en een tent stand (meer een hut) voor zitruimte bij regen en maximaal twee kilo. Een tent met deze eigenschappen hebben we niet kunnen vinden, dus gewoon zelf maken.
Zelf ontworpen bivakhut.
Net als we de deur uit willen voor de grote wereldreis door Nederland ligt er een uitnodiging van de S.D. op de mat. Of ik maandag even langs wil komen voor het jaarlijks praatje. Nee, dat wil ik niet, er is niets veranderd in mijn situatie en er zijn duizenden werklozen, maar ik zal wel moeten als ik een beetje geld wil hebben. Maandag maar even heen en weer met de bus. Voorlopig gaan we naar vrienden in Amsterdam. Van daaruit kunnen we de slaapzakken ophalen. •
De rugzakken staan te huppelen in de hoek van de Amsterdamse keuken. Buiten woedt een storm en klettert vlagen regen tegen de ramen. Ik moet nog heen en weer naar Rotterdam, dus zijn we gelukkig verplicht bij de kachel te blijven zitten. •
'U hebt uw fiscaal nummer niet ingevuld,' zegt de vrouw tegenover me. 'De mededeling dat ik een fiscaal nummer was geworden heb ik ooit terug gestuurd met de aantekening dat ik een naam heb, dus ik zou het niet weten.' 8
3. Rondje LAW's 'Zoeken we wel even op,' zegt ze en begint op een paar toetsen te drukken. Zou ze met 'we' bedoelen dat ik haar help met zoeken? 'Dat hoeft voor mij niet perse hoor en dat had u toch ook wel zonder mijn aanwezigheid kunnen doen?' 'Ik heb nog meer vragen.' Haar toon wordt wat bitser, terwijl ik toch heel vriendelijk ben. Na vijf minuten heeft ze mijn nummer gevonden en is het me niet duidelijk geworden welke vragen ze bedoelde. Ik krijg over een half jaar weer een oproep. Ik sta op en geef haar een hand. 'Verveelt u zich niet meneer Vangelis?' Waarom stellen ze bij instanties altijd vragen die alle kracht opeisen om niet in een onbedaarlijk lachen uit te barsten. 'Mevrouw de Boer,' antwoord ik met een blik op haar naambordje, 'verveling overkomt een loonslaaf die gaat zitten piekeren over het feit dat hij geen baas kan krijgen en moet leren leven zonder bevel. Er zijn zo'n half miljoen baanlozen die snel aan de slag zouden willen, ik laat die graag voorgaan.' Ze begrijpt er niets van zie ik, dat hoeft ook niet, ik ga op reis. •
Het is dinsdag en mooi weer, daar gaan we dan echt. Tot Muiderberg hebben we een voorspoedige wandeling en ergens langs een waterplas vinden we een slaapplek. De rugzakken wegen wel door (er is nu ook een kind te dragen) en elk uur moeten we een rustpauze inlassen, maar dat is prima voor zoontje's speelmomenten. Die nacht regent en waait het heel hard, het is koud. Wat een geweldige slaapzakken. Ze kunnen van onderen open, voor als het warm is, en ons kind ligt daar lekker warm in zijn eigen hoekje bij onze zweetvoeten. Maar goed dat we geen van drieën woelmuizen zijn. In combinatie met de opblaasbare matjes slapen we uitstekend. •
Met een kletsnatte tent vertrekken we, blij dat de tent er tegen kan nat opgevouwen te worden. Ook de verdere dag is het zwaar, met hagel en storm en we willen toch maar naar een camping. Die halen we niet en uiteindelijk zien we een redelijke plek in het bos. Het blijft maar regenen en door de natte tent en de kuilen onder het grondzeil komt er wat water naar binnen. Met een vocht opzuigende luier blijft het draaglijk. •
Als het in de ochtend nog steeds regent besluiten we het laatste stukje tot Amersfoort met de bus te gaan. Op de camping daar drogen we de spullen en komen een beetje bij. •
Door het weer komt er veel minder van schrijven dan ik wil. Op één warme 9
3. Rondje LAW's dag na de hele week alleen maar kou en regen. De kou is niet het ergste, je loopt je wel warm en slapen doen we ook warm, maar die constante regen zorgt ervoor dat ons kind meer in de tent moet worden bezig gehouden terwijl wij alleen behoefte hebben in de slaapzak te kruipen. Wat verder behalve nattigheid? Tot Deventer zijn de paden tegengevallen. Veel verharde wegen, de omgeving was wel mooi. Na Deventer zijn we bij Holten in Gelderland het Pieterpad opgegaan. Weinig verharde wegen, kleine bospaadjes, heuvel op en af, prachtige vergezichten, vogels, modder, zand, dennennaalden en bijna geen mensen met uitzondering van wat andere loper*s. Zelfs de regen hoort er gewoon bij en als die stompzinnige wetten die wild kamperen verbieden niet bestonden zou je verder kunnen zonder droogtrommel. Onze schuilhut is op zo'n twintig meter Het Pieterpad in Nederland al niet meer te zien, maar een paar luiers die te drogen hangen zie je op een kilometer afstand. Wel lopen we vaak te denken hoe het beter en vooral lichter kan. Als we dit vaker willen, zullen we de komende winter meer ideeën moeten ontwikkelen. De spijkerbroeken die we dragen blijven veel te lang nat, het kookgerei is veel te zwaar. Verder lukt niet erg goed om de juiste hoeveelheid voedsel mee te sjouwen. Vaak denken we misschien tekort te komen terwijl het teveel blijkt te zijn. Ons kind wordt steeds bruiner (is hij aan het roesten?) en maakt overal vriendjes met zijn innemende lach en fratsen. Bos, boom en koe wordt aan zijn woordenschat toegevoegd. Eergisteren hing hij met open mond achterover in zijn rugzakzitje naar de in de wind wiebelende boomtoppen te kijken. Ik probeerde het ook en merkte dat er een soort hallucinatie ontstaat. Een vriend heeft eens opgemerkt dat kleine kinderen van nature in een geestverruimende toestand verkeren, ik begin er in te geloven. Hij maakte in ieder geval de indruk compleet uit zijn bol te gaan door die combinatie van schommelende voortbeweging en heen en weer zwiepende boomtoppen tegen een achtergrond van voorbij razende wolken. Het in slaap vallen in het zitje gaat prima, alleen is er 's avonds wat meer moeite. Hij wil alles meemaken, zijn ogen vallen bijna dicht, maar hij doet alle moeite om wakker te blijven. Tot onze grote verbazing begint hij alles te eten en water te drinken als het maar uit onze veldflessen is. •
Vandaag, alweer zaterdag dus, wordt het bijna te erg. Het blijft maar drui10
3. Rondje LAW's lerig, vochtig waardoor alles wat droog was nat wordt en wat nat is nog natter. De hele nacht heeft het geregend en nu we wakker zijn nog steeds. We gaan op pad vanuit ons slaapbosje over de Lemmelerberg met een tent die minstens twee kilo vocht in zich heeft opgezogen en verder is ook alles nat en zwaar. Zo'n 10 km voor Ommen in Overijssel komen we een camping tegen met kantine, wasmachine én droogtrommel! Gered door de welvaart? Inmiddels wordt het ook droog en de verwachting is dat het na maandag beter wordt. We besluiten dan uitgerust, droog en gewassen verder te gaan. Het zal wel een duur weekend worden, maar goed. Snel gaan we naar de receptie/kampwinkel want die is vanmiddag dicht. We laten ons uitgebreid voorlichten over de technische voorzieningen. De wasmachine werkt op guldens, de droogtrommel op munten die we in ruime mate aanschaffen. We hebben heel wat te drogen. Dan drinken we koffie in de kantine. Daar vallen ons een paar dingen op. Overal krantenknipsels over het Gereformeerd Politiek Verbond en aanvoerder Schutte. Om een uur of vijf een groep jongeren die in de kantine geestelijke liederen gaat zingen. Och, vrijheid blijheid niet waar. Ze dwingen me niet mee te doen dus… Dan horen we dat op zondag de kantine dicht is. Was te verwachten. Klote met dit weer en we hebben wel hetzelfde moeten betalen voor minder service. Nou ja, ik verheug me op eindelijk weer eens een bordje muesli mor genochtend. •
Graanvlokken op een bord, fruit erover, zaden, rozijnen en noten toevoegen en hup melk erover. Verdomme, allemaal brokken drab uit het pak. Normaal ruik ik altijd eerst even, maar door het dagenlange verlangen heb ik dat net nú vergeten. Ik kijk naar de datum. Een week over tijd! Dat begint toch wat aan mijn tolerantie te knagen. Dan maar kleren wassen en in de centrifuge. Gulden in dat ding, niets. Morrelen en schudden, niets. Nog een gulden, niets. Dat heb je als je als ongelovige op zondag wilt wassen. Ik zit nu toch erg dicht tegen het ter plaatse recyclen van een centrifuge tot oud ijzer. Een tijdlang staan we al het druipnatte wasgoed –we hebben nog extra kleding toegevoegd, die kans kregen we maar één keer, niet waar- met onze handen uit te wringen en in de droogtrommel te stoppen. Munt erin. Wel een enorm gepiep en geknars, maar dat weerspiegeld onze stemming. We gooien de rest van de munten er ook in want dat ding zal wel een tijdje moeten draaien met dat natte goed. Na een half uurtje gaan we kijken. Klaar, deur open. Hè ijskoud, zeiknat. Mijn ogen gaan naar de knoppen, stond toch op maximum? Ja, klopt. Gloeiendekelere dat ding heeft alleen maar een beetje rond staan draaien. 11
3. Rondje LAW's Op zoek naar iemand van de camping, maar het is zondag en er wordt achter een raam met de vinger heen en weer gezwaaid in een 'nee, vandaag niet'. Even denk ik aan een openbare bijbelverbranding, maar we vertrekken en een stukje verder belanden we op een kampeerboerderij met aardige mensen waar we binnen op hun centrale verwarming alles mogen drogen. Ik weet niet of deze mensen christelijk, sociaal of misschien wel beide waren. •
De volgende dag terug naar de GPV camping, ik scheld er op los, maar o zo vriendelijk, met een heb uw naasten lief glimlach, krijgen we ons geld terug. Dan gaan we onze spullen inpakken en zwemmen via het Overijsselsepad en Drentepad richting Appelscha. We hadden onze voettocht zo 'gepland' dat we het Pinksterweekend op het kampeerterrein 'Vrijheidsbezinning' zouden zijn. De drie dagen anarchistische bijeenkomst zijn voor mij niet echt een traditie, maar met onregelmatige tussenpozen vind ik het leuk om er te zijn. Door de onophoudelijke regenval is het allemaal sneller gegaan dan verwacht want we moesten steeds doorlopen op zoek naar een goede slaapplek, dus we komen al op Domela Nieuwenhuis. donderdag aan. Alleen wat mensen van het Noordelijk Gewest van Vrije Socialisten zijn aanwezig. De honderden anderen komen meestal pas vrijdag of zaterdagochtend, lekker rustig dus nog. We zetten koffie in de kantine en praten wat met de aanwezigen. Het portret van Domela Nieuwenhuis is nog steeds prominent aanwezig. •
Het weekend is weer voorbij, dinsdag en het regent nog steeds. Ik hoopte een beetje op de ervaring van andere jaren dat het pinksterweekend altijd een grote modderpoel is, maar dan maandagmiddag als iedereen huiswaarts keert, het zonnetje doorbreekt (weer zo'n straf als je op zondag feest), dit keer blijft het grijs en nat. Maar hier is gewoon een warme douche aanwezig, kan je eventueel dag en nacht bij de kachel in de kantine gaan zitten, is iedereen hulpvaardig en vriendelijk. Het water stort het hele weekend met bakken naar beneden en het terrein wat door honderden heen en weer lopende voeten eerst een soppende grasmat was, wordt een soort moeras waar iedereen glijdend steeds verder in weg zakt. Een paar uitgelaten punkers maken zelfs een modder glijbaan en het is één groot blubber feest. Emmers water worden de tenten uitgeschept en slaapzakken 's morgens uitgewrongen. De kantine wordt steeds meer één grote slaap12
3. Rondje LAW's zaal. Hier blijkt de professionaliteit van onze selfmade bivakhut. Na al dat water geweld is er alleen een straaltje water aan een zijkant en de slaapzakken zijn aan de onderkant een beetje vochtig als we wakker worden. We blijven vandaag nog maar hier hangen en helpen mee om alles op te ruimen. •
Na een wederom natte tocht naar Drachten waar we vrienden bezoeken, willen we naar Stavoren lopen om het IJsselmeer over te steken. Er is (nog) geen beschreven route naar Stavoren, we komen door mooie gebieden en denken zelf maar een route te moeten uitstippelen. Ik maak aantekeningen, maar al snel blijkt dat het ontbreken van goede topografische kaarten funest is. Vaak lopen we vast en moeten een stuk terug. Nadat we zo een paar keer verdwaald zijn besluiten we verder met de bus te gaan. Maar het is weer zondag en de buurtbus rijdt niet. Op de bushalte zit een kaartje en we zien dat Balk, waar wel een bus op zondag rijdt, niet zover ligt. Wel een stuk terug. In Stavoren gaan we op de boot naar Enkhuizen en mijn zoon kijkt zijn ogen uit bij zoveel vogels, water en boten. We lopen naar Hoorn waar we een paar dagen bij vrienden logeren. Gelukkig is het even droog. •
Ik reis heen en weer naar Rotterdam om de rekeningen gesorteerd op te stapelen en zie dat de geveltuin uit haar krachten is gegroeid. Van de regel dat een geveltuin één stoeptegel breed mag zijn heb ik me nooit zoveel aangetrokken. Het trottoir is meters breed, dus daar mocht volgens mij wel een meter af voor een tuintje. Buren volgden dit voorbeeld en zo kreeg de straat langzaam een wat groener uitstraling. De bessenstruiken (ja, de bessen worden gepikt door de buurtkinderen, nou én) blokkeren de voordeur, maar gelukkig heb ik mijn survivaljack aan en met kapmes en heggenschaar baan ik me een weg. Met dezelfde dagkaart reis ik terug naar Hoorn. •
De volgende dag hangen we de rugzakken weer om en lopen naar het noorden. Wat een verschrikkelijk saaie en natuur onterende omgeving. Kaarsrechte, eindeloze landwegen met daarlangs wat boomtakjes die duidelijk achter een bureau op papier zijn gezet. De afstanden lijken op de centimeter nauwkeurig bepaald. Precies afgepaste vierkanten die landbouwgrond moeten voorstellen. Platgespoten en uitgeput, klaar voor de volgende gifbollen teelt. De wind voert voortdurend zand mee wat onze lijven schuurt. Nergens een hindernis in de vorm van ongelijkheid, gevarieerd of begroeid landschap. Zo ontstaan woestijnen, maar iedereen gaat door met de nieuwe zakelijk-
13
3. Rondje LAW's heid, geld graaien en aarde verzieken. In Opperdoes aangekomen besluiten we naar de camping te gaan, worden daartoe gedwongen omdat we nog nergens een slaapplek hebben gezien. Het dorp zelf laat ons verlangen naar buiten wonen. Wat vriendelijk en liefelijk ziet dit dorp eruit. De campinghouder vertelt later dat de buitenkant misschien wel leuk lijkt, maar de binnenkant is het Staphorst van Noord-Holland. Streng christelijke immoraliteit heeft al voor veel ellende gezorgd en ook hij wordt al jaren gepest omdat hij op zondag open is. We vertellen hem onze ervaring in Ommen. •
Langs het IJsselmeer lopen we eerst een stuk over het Zuiderzeepad en daarna verder naar het noorden. Nog een stuk om nooit meer te doen, tenzij je van dijken en water houdt. Het hele eind over asfalt zodat er ook regelmatig een brullende kindervreter langs flitst. Zo komen we bij het Robbenoordbos. Mooi, stikdonker enge bomen bos en grote oude loofbomen. Het geruis van het heilige koeienpad Amsterdam-Leeuwarden is echter overal hoorbaar en de betonnen erectie van de PTT zendmast is dominant aanwezig. Als we er langs lopen blijkt er een hoog hek omheen te staan met bordjes 'Verboden toegang – Natuurreservaat'. Ik snap er niets van. Volgens mij staat achter het hek een cilinder beton van duizenden kilo's en loop ik in het overgebleven stukje natuur. Het was eigenlijk teveel vandaag en flink afgemat lopen we Den Oever binnen, doen wat boodschappen en dan de laatste hectometers naar Vatrop waar we een vriend bezoeken. Hij had het plan een paar dagen weg te gaan, maar we mogen zijn huis gebruiken zolang we willen. •
Dat was niet zo lang want we willen lopen en beginnen aan de dertig kilometer lange Afsluitdijk. Met de bus. Want deze eindeloze betonbaan lokt ons in geen enkel opzicht. Bij de eerste halte na de dijk stappen we uit en volgen de LAW-5 langs de Waddenzee naar Pieterburen. Zo komen we in het Lauwersmeer gebied. Dat was ooit een mooi natuurgebied. Wat wij de hele dag zien zijn enorme zandvlakten voor legertank oefeningen. Brede wegen voor aan- en afvoer. Schietbanen en weet ik wat al niet meer nodig is om ons te beschermen tegen het mij niet bekend gevaar. Sorry, ik laat me weer eens gaan en jullie zitten natuurlijk alleen op positieve reisverhalen te wachten. •
Pieterburen dan maar, ook al zo'n zootje. Na een paar nachten, in de regen, wild kamperen hebben we wel weer behoefte aan een uitgebreide wasbeurt en zo. Camping dus. Het lijkt wel of we ze uitzoeken. Dit keer van één of andere wadloper*s vereniging en we zijn er natuurlijk weer net in het
14
3. Rondje LAW's weekend. Dat is op zich wel goed omdat we dan de zaterdagse inkopen voor twee dagen op kunnen eten zonder ze mee te hoeven sjouwen. Ha, er is tenminste een biologische winkel. Lekker stevig zuurdesembrood, volle granen en gifvrije groenten om ons lichaam weer wat calorierijk te maken, maar dat was ook zo'n beetje het enige goede. Hordes wadloper*s die de natuur komen beleven met onuitspreekbare oosterse automerken. De zaterdag wordt gevuld met het volbouwen van de camping. Enorme tenten, grote houten banken, campers (de zeer grote zijn favoriet) en alles wat er rond wadlopen blijkbaar bij hoort, zoals kratten bier. Als dit is geregeld verdwijnen ze in groepjes en is het een tijdje rustig. Wij gaan maar snel douchen want we zien dit alweer aankomen. Ja hoor, met veel lawaai komen de beblubberde figuren opdagen en lange files vormen zich voor de washokken. Sommigen combineren het wachten met een eerste biertje. Wat een herrie maken deze natuurliefhebber*s. Tot laat in de nacht wordt er gezopen. •
Zondagochtend is het luxueus stil, alle katers en hun poezen slapen. Het regent weer en het terrein is behoorlijk modderig. Na ons middagmaal gaan we er dan ook eens goed voor zitten onder ons luifeltje als blijkt dat de boel opgebroken gaat worden. Gescheld en opgefokte handelingen bewijzen dat het niet meevalt om tenten af te breken in de stromende regen en blubber. Ook de kampeerauto's zakken in de modder, rijplaten, duwen en trekken en één voor één lukt het met moeite op de weg te komen. Een gezin is de instorting nabij. Kwaad loopt de man te schelden met een schop en rijplaten onder de wielen terwijl zijn vrouw krijst dat hij perse zo'n groot kloteding wilde hebben. Ik moet bekennen dat dit keer mijn hulpvaardigheid te kort schiet. Ze hebben sowieso niet veel aan me omdat ik regelmatig door de modder lig te rollen van het lachen. Bij de Coentunnel zullen ze waarschijnlijk weer vastlopen, maar dan in een file. Wat een recreatie. Natuurlijk wordt er niets gecreëerd laat staan opnieuw (re) geschapen (creëren). Maar dit is nog niet alles. Pieterburen heeft ook naam gekregen door de befaamde zeehondencrèche. Omdat het vandaag bij uitzondering weer eens regent en we nieuwsgierig zijn gaan we daar kijken. Een enorme parkeerplaats vol blik met achterop grote stikkers (Greenpeace, treurige zeehondjes) doen mijn wenkbrauwen fronsen. Binnen propvol mensen in nylon parachutestof kleding van bedrijven die gif lozen waardoor de zeehonden in Pieterburen terechtkomen. Veel meeleven met de dieren in enge tegeltjes bakken waarin ze nauwelijks bewegingsruimte hebben. De mensen schuifelen voort op hun Nikes onder gemompel van 'wat zielig hè' en schieten rolletjes vol fo15
3. Rondje LAW's to's die weer bergen zware metalen aan het afval toevoegt. Leuk voor later. De enkele zeehond die het pleisterwerk overleeft wordt terug gezet in het open riool om alsnog dood te gaan in het door landbouwgif verziekte water. Maar die biologische voeding is zo duur. En jullie Nikes dan? En die lappen antibioticagroeihormonen vlees? En die luxe auto? Over de sinaasappelen, druiven, appels, exotische vruchten uit racistisch Zuid-Afrika, de enorme plantages, waarvoor regenwouden worden plat gebrand, in Brazilië waar brandstof van graan wordt gemaakt, de Delmonte plantages waar mensen moeten doorwerken als het sproeivliegtuig overkomt (ze mogen wel schuilen onder de grote bladeren) en ze met derBotanische tuin in Pieterburen tig, vijfendertig jaar aan kanker dood gaan, de radioactief besmette mensen die mismaakte kinderen krijgen, zullen we het maar even niet hebben. Een mooie botanische tuin hebben ze wel in Pieterburen. •
We lopen weer snel door. Naar Groningen. Na de aardige wandelroute die het Pieterpad (LAW-9) hier is, zien we op kilometers afstand de torenflats van Groningen opduiken. Omdat we niet de hele stad willen door sjokken op zoek naar het adres van een vriendin pakken we aan de rand van de stad de bus. Dat is een juiste keus want het blijkt dat we aan de andere kant van de stad moeten zijn. Na een flinke rit rijden we één van de meest af schuwelijke wijken binnen die overal als paddenstoelen uit de grond schieten. Geen winkeltjes, om de paar kilometer een blok grootwinkelbedrijven die in elke stad hetzelfde is, geen kleine bedrijvigheid, geen activiteiten, geen cultuur. De menselijke bio-industrie. De ene Haerd na de andere flitst voorbij. Later wordt me duidelijk dat hier allemaal boerderijen (haerd) hebben gestaan en als ode aan deze kapot gemaakte boeren hebben ze de straten naar hen vernoemd. Een wijk uit de grond gestampt voor PTTer*s die, in het kader van werkgelegenheidsspreiding, naar Groningen zouden verhuizen. Grote, luxe huizen werd het lokkertje. Maar het ging allemaal niet door en daar zaten ze met de dure hokken. Centraal wonen werd de oplossing. Je stopt een woongroep in zo'n huis en met elkaar is de veel te hoge huur net op te brengen. Op de plaats waar boer Rensuma zijn leven sleet met in de grond wroeten, staat het pand waar we willen zijn. Twee huizen 16
3. Rondje LAW's doorgebroken tot één, bewoond door een groep vrouwen waar onze vriendin deel van uitmaakt. Eenmaal binnen of in de tuin is het samenzijn met haar en haar huisgenotes natuurlijk wel leuk. Onze zoon ontdekt in de keuken dat hij ook op twee voeten kan staan zonder zich vast te houden en loopt, eerst aarzelend dan met enorme snelheid, trots van aanrecht naar keukentafel, kijkt verwondert naar zijn voeten (dat die dingen dat kunnen), draait zich om en oefent verbeten verder. We hebben het geluk dat vlakbij een boerderij is 'vergeten' die gebruikt wordt door een groepje mensen die biologische groenten verbouwen en waar een kleine winkel is. Te gek, in ieder geval goed voedsel en een stuk opgewekter gaan we op weg naar de volgende beleving. •
De tochten lopen over het algemeen voorspoedig al is er nog erg veel regen -volgens mij is dit de natste zomer sinds tijden- en moeite met het vinden van een slaapplek in dit ontboste landschap, maar het lukt. •
Zo komen we in Oosterhesselen. We hebben het adres van een biologisch werkende boer waar je welkom bent. Na wat onwennigheid (wat is toch die onzekerheid als je bij vreemde mensen langs gaat) voelen we ons snel thuis en er beginnen tien dagen waarin we heel wat leren over het biologisch veeteeltbedrijf. Zoonlief moeten we regelmatig tussen de koeien uitplukken. Wat hij in die beesten ziet? Een enorme hoeveelheid indrukken doet hij deze reis op. De tactó (alles met grote wielen en een dieselmotor) is duidelijk favoriet. Ergens onderweg zei hij plotseling 'tactó' hoewel wij nog niets hoorden. Even later komt zo'n ding ook echt aanrijden. Hij herkent het geluid overal tussenuit. Tien dagen op de knieën onkruid trekken tussen witlof, bessen plukken, een gebroken deur van de trekker lassen, stom, er was geen lasbril en ik probeerde steeds mijn ogen dicht te doen voor de lasvlam, dus lasogen, dokter en pijn, spelen met de kinderen, koken, kalfjes geboren zien worden, weer een busrit heen en weer naar Rotterdam, wandelen in de omgeving, de dagen vliegen voorbij. Over vliegen gesproken. Er is flink veel overlast van vliegen en overal in huis liggen meppers en dode vliegen. Ik breng hun mijn kennis over wat betreft vliegen bestrijding en raad hen aan vlierbes struiken naast deuren en ramen te planten om de vliegen op een afstand te houden. Verder heb ik thuis (ook weer toevallig?) de keuken met lijnolieverf in de kleur Pruisisch blauw geverfd en heb daar nooit last van vliegen. Die kleur houdt vliegen op een afstand leerde ik later. Citroengeranium, afrikaantjes en notenbomen worden ook wel aangeraden, maar daarmee heb ik geen ervaring. In 17
3. Rondje LAW's ieder geval zo min mogelijk dood maken omdat vliegen afval opruimen en omzetten in makkelijk verteerbaar spul. Ik lees dat de hoofdwegen in Nederland 4% van het land beslaan. Als je daar de wat kleinere wegen bij optelt dan is het geasfalteerde oppervlak net zo groot als de provincie Groningen. Let wel, Asfalt! De nog kleinere bestrate wegen, de ziekenhuizen, de auto-, rolstoel-, ledematen-, vangrail- en andere fabrieken zijn daar nog niet bij. •
Dus gaan we weer lopen. We hebben een kinderkarretje gekregen omdat het rugzakzitje te klein wordt. Hij alleen gaat wel, maar er moet ook nog allerlei bagage aan gehangen worden. Daar is dat ding niet op gemaakt. Ter hoogte van Arnhem merken we dat het karretje ook niets is, er komt steeds meer ruimte in de wielen en op modderige bospaadjes moet hij er steeds uit en draag ik die kar. Hoe moet dat straks als we naar ruwere lange afstand paden gaan in Pyreneeën of zo? Wachten tot hij kan lopen met z'n eigen bagage? Dan zit hij op school te leren hoe hij zich dient te gedragen, met zes weken vakantie dus geen tijd meer om te leren wat leven is. Ik reis naar Arnhem heen en weer om bij een buitensportwinkel een kinderzitje te kopen wat steviger is zodat er ook bagage aan en in kan. Dat gaat al weer be ter. •
We verwonderen ons over de vele mooie stukken waar we doorheen lopen, maar ook de aantasting daarvan, door de 'welvaart' en platte lol ontspanning, in zoiets als Slagharen. En we worden weer eens met onze neus op de vervreemding in deze samenleving gedrukt als we ergens verpletterend nat geregend aankomen bij een schuilhut midden in het bos. Zo'n schuilhut bestaat uit een driehoekig dak met twee wanden en banken. We zetten de tent op, net even het bos in en beginnen alle doornatte kleding onder het dak te hangen om een klein beetje te drogen. Daarna maken we eten terwijl onze zoon zich in zijn blootje vermaakt onder de straaltjes water die van het dak lopen. Warm gewreven gaat hij de slaapzak in en wij zetten koffie onder het afdak. Een stuk verderop zien we een paar mensen in regenjassen een hond uitlaten. Ze zien ons niet, denk ik. Helaas is ons kind het er niet mee eens dat hij moet slapen en begint te huilen, we proberen net te doen of de mensen niet bestaan en troosten hem in slaap. Even later staat er politie bij ons. Het blijkt dat die mensen hadden doorgegeven dat er een kind ligt te huilen in een tentje. In plaats van zelf te komen kijken wat er aan de hand is en vra gen of alles goed is, bellen ze de politie. De twee agenten zijn dit keer vriendelijk. De stortregen en het slapende kind zullen daar wel aan meehelpen. 18
3. Rondje LAW's De jongste van de twee moet nog wel even aan de oudere laten blijken dat hij de regels kent door ons te sommeren morgen voor zonsopgang te vertrekken. We hebben heerlijk geslapen. Het was de enige vervelende ervaring met het 'wild slapen'. •
De rest van de voettocht wordt gekenmerkt door onweersbuien, veel regen, af en toe zon, mooie natuur, rust en gedachten die al lopend verwerkt worden. We komen in Stokkum (vlakbij de Duitse grens) en gaan op een camping staan voor een paar dagen. Het is tijd voor overleg omdat het bijna half augustus is en ik weer naar Rotterdam moet. We zijn nu drie maanden onderweg en willen eigenlijk wel verder. Het liefst blijf ik doorgaan en bij Maastricht de GR-5 volgen naar Nice, maar dat is even niet reëel en we besluiten het deze keer voor gezien te houden. Door het slechte weer zijn we te vaak genoodzaakt geweest campings op te zoeken, cafés in te gaan om een beetje te drogen of warm te worden, dus veel te veel geld uitgegeven. Ondanks dat de kalender aangeeft dat het hoog zomer is gaan we de wintergrot weer opzoeken. •
Als we in Rotterdam zijn wordt het mooi weer en dat blijft het lange tijd. Ondanks (of dankzij) mijn gekanker zie ik het leven meer dan ooit zitten. Ik denk zelfs dat ik het leven heel erg zie zitten en daarom zo fel reageer op alles wat dat leven aan het vernietigen is.
∞
19
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port
12 september 1988, negen uur in de avond als we midden in Hendaye staan en ik me realiseer dat het goed mis is. De thuis uitgezochte camping vlakbij het station bestaat niet meer of kunnen we niet vinden en we lopen zweetbadend wegens de drukkende hitte in een enorme boog te zoeken. Onze zoon heeft in de trein geslapen dus die houdt het wel even vol. Eindelijk na vele kilometers en een paar uur zoeken, alles is uitgestorven hier op wat hoteltoeristen na die niet veel verder hebben gekeken dan kamer, strand, bediening en bar en ons dus niet kunnen helpen, stopt een vrouw met kindje op de achterbank. Ze rijdt ons in een scheurend tempo in haar oude eend naar een camping. Een goede les voor de volgende keer? Misschien een stop in Parijs? Dan kan ik ook gelijk uitzoeken hoe het nou eigenlijk werkt met die metro want er was niet zo'n beste ervaring. Ik wist dat er geen treinen door Parijs rijden, dat je vanuit het noorden aankomt op station Du Nord en weer verder kan naar het zuiden op station Austerlitz. Het tussenliggende stuk moet je per bus of metro afleggen. Je hebt daar zo'n anderhalf uur de tijd voor. Dat is genoeg als je weet hoe het werkt. Ik stond voor een enorme wand met kaartautomaten. Geen loket te zien in de wirwar van ondergrondse gangen. Losse munten voor de automaat heb je natuurlijk niet, je weet niet eens hoe die krengen werken. Dan duikt een behulpzame man op die me, snel en handig wat knoppen indrukkend, laat zien hoe het werkt en wat de kosten zijn. Zonder dat ik het in de gaten heb heeft hij de verste en dus duurste route ingetoetst. Ik geef hem het bankbiljet en hij heeft 'toevallig' een heleboel klein geld bij zich wat hij in de gleuf stopt. De kaartjes komen tevoorschijn en nog eens haalt hij de truc uit om te laten zien dat het klopt zodat je niet op het idee komt naar de prijs op het kaartje te kijken. Met mijn ogen nog verblind door alle knipperende displays geef ik een fooi voor de moeite. Dan verschijnt er, na wat gangen die zich zodanig kronkelen dat je alle gevoel voor richting kwijt bent, een soort ijzeren gordijn met stalen poorten en klaphekken. Kaartjes in de gleuf en zoevend worden ze tussen je vingers uit getrokken om zoevend uit een andere gleuf tevoorschijn te komen waarna het hek open klapt en je snel moet zijn om niet met rugzak en/of kind klem te zitten. Als ik in de overvolle, benauwende metro heen en weer sta te zwiepen realiseer ik me dat zo'n relatief korte rit wel duur is. Ik loer op het kaartje en zie dat ik vijfhonderd procent teveel heb betaald aan de hulpverlener. Volgende keer ga ik als een echte Parijse inwoner, zonder rugzak, maar met alpinopet en een oudbakken stokbrood kijken hoe het werkt. De eerste die aanbied te helpen geef ik
20
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port een dreun op z'n kop met het keiharde brood. •
Na een paar dagen camping in Hendaye om te acclimatiseren en een wandeling langs de oceaan om de spieren los te maken, gaan we met nog steeds te zware rugzakken op pad. Wel loopt Orian inmiddels kleine stukjes en dan hebben we de luxe van twee rugzakken die net boven de twintig kilo uitkomen, maar als hij op mijn rug moet is het sjouwen geblazen. Gelukkig hebben we zoals altijd geen haast. Het gaat in een flinke klim naar boven. De ijle lucht (of zijn het de vele sjekkies) doet ons iedere vijfentwintig passen hijgend stilstaan. Na honderden meters klimmen dwingen dreigend donkere onweerswolken en een eerste druppel tot stoppen. Eerst denken we nog, gehuld in de regencape, verder te gaan, maar een redelijk vlakke paar vierkante meter en steeds grotere druppels zijn tenslotte niet te verwaarlozen en in recordtijd is ons bivak opgebouwd.
Vader en zoon in de Pyreneeën
Nog maar net zitten we in de piramidetent (de bivakhut was helaas door een stomme fout verloren gegaan) of een vliegende storm met hele harde windstoten steekt op. De tentstok buigt zijn rug naar de wind. Overal om ons heen boren vuurschichten zich in bomen en bergwanden, hagelstenen ter grote van knikkers teisteren het tentdoek. Een eenzaam tentje in een inferno van natuurgeweld. Marja is bang dat de tent de lucht in vliegt of de 21
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port stok knapt. Dat eerste lijkt me wel wat want dat betekent dat we meevliegen en het tweede maakt me niet uit, dan zoek ik wel een boomtak.
Vuurwerk.
Ik kan haar nauwelijks overtuigen dat een tent met zo'n honderdvijftig kilo erin niet zomaar wegvliegt en dat ik de boel platgooi als het te erg wordt. We zullen dan weliswaar wat natter slapen. Orian en ik liggen op onze buik in de slaapzakken te genieten, hij klapt in zijn handen voor de grootste flitsen en roept 'boem-boem' bij elke donderslag. Hoewel het natuurlijk wel een beetje gevaarlijk is denk ik dat hij (en wij) in de stad meer risico loopt in een rolstoel terecht te komen. Hier kun je hooguit dood gaan als de bliksem in de tentstok slaat. Zelfs zijn moeder ziet dat uiteindelijk in. De hele nacht gaat het door, we zullen een paar keer wakker worden van het klapperend tentzeil, aankondiging dat de depressie, door de bergtoppen terug gedreven, weer overkomt. •
De volgende morgen is het droog, heet en superblauw. Steeds verder klimmen en soms een stukje dalen. Het uitzicht is overweldigend. Dan lopen we een dorp binnen in de verwachting iets te eten te vinden. Antiekwinkels, een school, een restaurant en wat huizen, maar geen voedselwinkel. Hierna komen we een aantal dagen niets meer tegen dus daar gaat onze kostbare, in Nederland ingeslagen droogvoer noodvoorraad. We gaan het hotel-restaurant binnen en stoppen ons 'vol' geroosterd stokbrood met boter en koffie, weten nog twee stokbroden over te kopen met zielig kijken en met twee volle waterzakken begeven we ons weer op weg om te zien wat het lot ons brengt. Naar verwachting is er tot Sare geen bevoorrading meer en ik heb optimistisch uitgerekend dat we daar drie dagen over lopen. Gelukkig zijn er on-
22
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port derweg bergbeken genoeg en het droogvoer gaat op rantsoen.3 Onze bagage weegt nu, Ukkie meegerekend, vijfentwintig en dertig kilo en het pad wordt steeds steiler. Er is zelfs een stuk bij waarvan ik me later zal afvragen waarom we niet zijn terug gegaan. Waarschijnlijk een stuk van de gemarkeerde route afgedwaald en we komen op een schapenspoor met ernaast een honderd meter diepe afgrond. Het pad bestaat uit wat grote keien die een opstap hebben van 30-40 cm, wat boven je macht is met dit gewicht. Al snel raken we moe wat bloedlink is omdat je dan makkelijk uit balans raakt. Met vijftien kilo op je rug zou dit te doen zijn, maar in onze situatie, met een af en toe bewegende Orian op mijn rug, waanzin. Ik bind een touw om zijn middel en laat hem zelf klauteren. Stukje bij beetje vorderen we tot we de markeringen weer tegenkomen. Die nacht bivakkeren we doodmoe aan een klein meer waar we ons tegen beter weten in de luxe veroorloven een dag te blijven staan. We kunnen gewoon even niet verder. Dan komen er andere wandelaars langs die vertellen dat er winkels zijn op de Col 'de Ibardin, dat is dan weer een meevaller. •
Als we weer op weg gaan is de stijging een stuk minder zwaar met de wetenschap dat voedsel op ons wacht. Boven op de Col blijken er een stuk of twintig restaurants, bars en winkels te zijn. Wat een kermis. Dit ligt op de Spaans-Franse grens en vooral massa's Fransen komen hier goedkoop drank en sigaretten inslaan. In de Franse bedrijven werken dik onderbetaalde Spaanse mensen en er rijden auto's af en aan. Ook zijn er nog een draaimolen en wat broodjestenten. Nergens vinden we luiers, behalve hele kleine dus dat wordt de twee katoenen die we mee hebben uitspoelen, maar wel wat brood en een paar pakjes soep. We gaan maar uit eten. De vriendelijke Spaanse bediening begrijpt onmiddellijk onze vegetarische behoefte en buiten de menukaart om krijgen we een enorme berg patat, rijst en salade. Zoveel dat we het ondanks ons uitgehongerd gevoel niet op krijgen. Met een flesje wijn, koffie en ijs krijgen we de rekening. Totaal twintig gulden. Verwonderd kijken we op de kaart naar de menu's die allemaal boven de twintig gulden per stuk liggen, maar die gaat ook uit van een lap vlees met wat toebehoren. Toch heb ik het gevoel dat we een beetje gematst worden als de Spaanse dienster naar me knipoogt en Orian over zijn krullen aait. Een stukje verder in een rustiger omgeving laten we de calorieën even hun weg in onze lichamen vinden. Er komt nu zo'n steil stuk dat ik eerst met de rugzak van Marja naar boven klim en dan weer naar beneden ga om de mijne op te halen. Orian klimt vastgebonden aan de twee meter touw zelf 3
Later blijkt dat we er zes dagen over gaan doen om Sare te bereiken.
23
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port naar boven. Er komen verder geen enge, maar wel nog een paar zware stukken. •
Na een overnachting langs een hek bij de grens en een beekje, gaat de route via een piepklein stukje Spanje. Even rust op een mooie bergweide met uitzicht naar alle kanten, zodat je weet waarom je dit doet en eindelijk eens een stuk omlaag. Bijna lopen we verkeerd, maar komen toch op een plek waar we een paar dagen willen blijven. Kampvuur mogelijkheid, beek en een dorp vijf kilometer naar het noorden. Wel een eind lopen, maar terwijl Marja alle was doet en Orian zich in de beek vermaakt, ben ik een tijd bezig met heen en weer lopen, kom terug met een rugzak vol eten en drinken en we zitten bij het vuur nog lang te genieten. Het zijn deze tegengestelde extremen die je laten voelen dat je leeft. Uitgerust verder. Helemaal fit voelen we ons nog niet want door de grote temperatuurschommelingen zijn we een beetje hoesterig en verkouden, maar overal groeit braamblad, weegbree, pepermunt en citroenmelisse voor T-tjes. We stijgen weer flink en hebben, op zo'n zevenhonderd meter hoogte, jammer genoeg niet veel lol van het uitzicht door een dikke mistdeken. Alleen aan onze linkerkant een steil oprijzende rotswand en vaag vooruit door de slierten mist heen zien we de meer dan negenhonderd meter hoge top van de La Rhune. Het wordt nu snel donker en even vrees ik dat we hier op dit smalle bergpad waar de tent niet kan worden opgezet zullen wegspoelen, maar het blijft droog tot we in een, door zure regen aangevreten, bos komen een kilometer of zes voor Sare. Nauwelijks staat de tent of er komt weer een heftige storm opsteken begeleid door onweer. Het ziet er allemaal Wilde paarden. spookachtig uit. De kale boomstammen, de vele omgevallen bomen, rotte takken, de zwiepende wind, de fundering van wat ooit een huis moet zijn geweest, de bellen van overal rondzwervende paarden die beschutting zoeken, de regenvlagen die kletterend op het tentdak neerplenzen. Dat is natuurlijk ook best 24
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port spookachtig, maar eenmaal vroeg in de warme slaapzakken klinkt het allemaal als een prachtig gecomponeerd slaaplied. •
De volgende morgen is het droog alleen de tent niet dus die weegt weer wat zwaarder. Op naar Sare, er blijken grotten in de buurt dus… Busladingen mensen, de tafels in de reisorganisatie bevriende restaurants staan al klaar. Uitstappen, koffie, maaltijd, kaartje kopen en een snelle wandeling langs de prehistorische grotten met zoemende en klikkende camera's en thuis vertellen dat de reis 'zo keurig verzorgd was' waarbij je hoopt dat je toehoorder niet in de ploeg van kwart over twaalf zat want dan kennen ze je dia's al. Nou ja, het is weer eens wat anders dan met z'n allen naar dezelfde TV-omroep kijken die je het gevoel geeft deel uit te maken van de grootste familie van Nederland. Wij hebben behoefte aan een warme douche en gaan naar een camping, twee kilometer zuidelijker. Die avond staat er één caravan en één kampeerauto. •
De volgende dag gaan ze weg en is de camping van ons. In het hotel in de buurt, waar een bordje ons naar verwijst, vertellen ze dat we maar langs moeten komen als we weg gaan. Eigenlijk is de camping gesloten, maar 'no problem'. Voor een klein bedrag wordt er een douche en wc voor ons schoon gehouden, er is warm water en uiteindelijk staan we hier vijf nachten. We wandelen in de omgeving, koffie in dorp of het hotel, lekker uitrusten. Bestudering van de kaart laat ons besluiten om tot Ainhoa de GR-10 te volgen om daarna een alternatief te kiezen via Itxassou, Bidarray, St.Etienne, Irouléguy naar St.Jean Pied de Port waar we een trein terug kunnen nemen naar Nederland. De GR10 wordt daarna te zwaar met toppen van meer van 1000 meter en grote afstanden zonder kans op eten. Dan moet Orian eerst zelf meer kunnen lopen (hij gaat met 'sprongen' vooruit) zodat we voor meer dagen voedsel mee kunnen sjouwen. Het water is in de Pyreneeën geen probleem, overal zijn stromen en beken en we nemen alleen (kraan)water mee voor Orian. •
Zoals altijd weer te laat op weg gegaan. Voordat alles is ingepakt, we zijn gewassen en hebben ontbeten is het alweer negen uur en wordt de hitte merkbaar. Het is inmiddels 28 september maar dat neemt niet weg dat het, als de zon schijnt, 25-30 graden wordt. Wel is de temperatuur, als het bewolkt is of regent, een flink stuk lager en komt met moeite boven de 10°C, vandaar die verkoudheden. Snel een kop koffie in Sare en boodschappen doen voor onderweg. Het wordt inderdaad tegen de 30°C en menig zweetdruppel verdampt op weg van lichaam naar aarde. Wel schieten we flink
25
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port op en tegen een uur of zes bereiken we een bos met riviertje vlak voor Ain hoa. Ik zet de tent op en Marja gaat op jacht naar eten. Dan valt de eerste druppel alweer en het wordt niet meer droog voor de volgende ochtend. •
Wakker worden in een dampende tent, de zon staat te branden en het is twintig graden. De natte spullen stomen droog, we hebben genoeg eten, dus morgen verder al zal het dan wel weer regenen (zei de optimist). Orian gebruikt me als trampoline bij gebrek aan de huiskamerbank. Zijn twee meegenomen Playmobile poppetjes John en Alex (ik en zijn halfbroer dus) slapen in een bedje van een leeg Gitanes sigarettendoosje, hij legt de meest ingewikkelde knopen in veters en scheerlijnen, speelt met stenen en water en in elk gaatje woont een muis. Als ik vraag of hij er al een heeft gezien krijg ik als antwoord dat je ze niet ziet omdat ze slapen of eten aan het zoeken zijn. Hij vertelt ons elke avond voor het slapen gaan een verhaaltje en vindt Frankrijk maar niks omdat ze geen biologische appeldiksap hebben. •
In Ainhoa hebben we de gebruikelijke koffie/boodschappen pauze en dan vinden we de regionale route in noordelijke richting. Als snel beginnen we te twijfelen omdat de route ontzettend slecht is gemarkeerd en onze kaart van 1:50.000 aardig nauwkeurig is, maar niet goed genoeg om precies te bepalen waar je bent. Een kilometer of vier na Ainhoa slaan we voor de eerste keer een verkeerd pad in. Na twee kilometer zegt mijn gevoel 'nee' en wat oriëntatie met bergtoppen en kompas bewijst inderdaad dat we fout zitten. Terug! Hierna gaat het wat beter al komt dat door nauwgezet met je neus op de kaart lopen, de markeringen zijn minimaal. We hadden geschat een uur of vier bij een stuk bos aan te komen voor het bivak. Om halfzes blijkt dat we alweer een kilometer op de verkeerde weg zitten. Dat is niet zo erg maar nergens een klein vlak stukje voor de tent behalve op deze geasfalteerde weg, dat kan niet zonder gevarendriehoek. Een kilometer terug dan maar. Ja hoor, dit weggetje en dan… Tot onze verbazing staan we weer op de autoweg. Dan die maar volgen, rechts en links prikkeldraad, nergens een afslag. Om halfzeven komen we in Espelette en weten dus waar we zijn. Over een uur is het donker. In een café waar we bijna besluiten een hotelkamer te nemen horen we dat drie kilometer verderop in Souraide een camping is en acht uur zijn we daar. In het halfdonker de tent opzetten lukt ons inmiddels wel en al zijn we kilometers uit de koers, we slapen heerlijk. •
Een paar honderd meter vanaf de camping gaan we koffie drinken in het dorp. Een big mamma met brede glimlach vraagt of we grote of kleine koppen koffie willen. Na gisteren hebben we wel trek in grote. Twee enorme
26
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port soepkommen uit haar privé voorraad (hoewel haar huiskamer en keuken gewoon deel uitmaken van de uitspanning) zijn het gevolg en (het smaakt wel erg lekker) we zijn zo dom om er nog twee te bestellen op onze nuchtere magen. We vragen of we bij haar vegetarisch kunnen eten. Raar toch, ik heb in vele eetgelegenheden die een nette menukaart en ober hebben vaak problemen met het feit dat ik geen dode beesten wil eten. Ofwel ze begrijpen het nooit, vragen of kip wel 'mag' of het 'kan niet omdat het niet op de menukaart staat' maar ook deze topkokkin vraagt of we patat lusten en boontjes, ze kan er ook wel salade bijmaken en eten we wel eieren? Zo wordt gezamenlijk een maaltijd samengesteld en krijgen te horen dat om halféén haar keuken opengaat. Misschien kost het wel al onze spaarcenten, maar daar maken we ons op dit moment niet druk om. We gaan een wandeling maken, een beetje misselijk van de plas koffie (Die we straks maar gelijk moeten betalen. Hè? Misschien komen we niet meer terug, gratis koffie toch Hollanders, natuurlijk komen we straks terug!). De laatste tijd drinken we hooguit twee kleine kopjes en niet eens elke dag. Om halfeen staan we uitgehongerd voor de deur. Ze heeft de tafel zo leuk voor ons gedekt alsof we worden onthaald als lang weggebleven reiziger*s. Eigenlijk is dat natuurlijk ook zo en ik bedenk me dat ik dit soort gastvrij heid elke keer weer tegenkom in Baskenland, Sicilië en de Griekse eilanden. Er staat een fles wijn, broodjes met boter. Het wordt niet opgedrongen, maar als je wilt, ga je gang. Al snel komt er een berg friet, een schaal boon tjes, erwtjes, peentjes, salade en een enorme omelet bij te staan. We schransen er op los tot we ploffen en na een kopje koffie (nee, geen grote dit keer) en een stuk Baskische koek kunnen we bijna niet meer bewegen. We herinneren haar aan de koffie en limonade in de ochtend en ze knikt dat ze dat wel weet. Bijna voorzichtig vraagt ze of we twintig gulden kunnen betalen! De rest van de dag brengen we door met luieren en een beetje rondwande len, tot meer zijn we niet in staat en dat hoeft ook niet. Eigenlijk waren we van plan morgen weer verder te gaan, maar we blijven nog maar een dag. •
Twee dagen later, om halfvier, zitten we weer aan het tafeltje van hetzelfde café. Zelfverzekerd hadden we de veters strak aangetrokken om via dit dorp en een stukje weg richting Itxassou de route weer terug te vinden en bij een klein schooltje linksaf de bergen in te gaan. Volgens de kaart was enkele kilometers verder een bos en water, dus werd dat het doel. Orian wilde zelf lopen en we daalden het paadje naast de school af dat bestrooid was met steengruis. Hij gleed onderuit met zijn achterhoofd over het gruis. We schrokken ons rot. Het zag er erg eng uit, een gapende spleet vol steen27
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port gruis. Met hem in mijn armen renden we terug naar het schooltje en er werd een arts gebeld. Orian stond met zijn wond in het middelpunt van de belangstelling bij de schoolkinderen en hij onderging alles heel rustig. Of dat een fout of een goed teken was durfde ik op dat moment niet te zeggen, zijn wond bleef maar bloeden. Er was maar één lokaal met een juf die alle kinderen van een jaar of vijf tot twaalf begeleide, hoewel ze elkaar ook hielpen. Het kwam op me over als een gezellige boel met overal tekeningen en speelgoed en een juf die alle vragen op het juiste niveau beantwoorde over wat er was gebeurd. Toen de arts er was en de wond schoonmaakte stelde hij hechtingen voor omdat het een grote barst was. Kijk dat is praktijkonderwijs, de dokter vertelde aan de kinderen van groot tot klein wat hij ging doen en waarom. We reden met hem mee en tot onze opluchting eens een keer een huisarts die niet in lachen uitbarstte bij het woord 'klassieke homeopathie', maar zei dat hij een verdoving ook niet aan zou raden, omdat de prikken daarvan net zo pijnlijk waren als de hechting zelf en geen chemische stoffen ging inspuiten als dat niet strikt noodzakelijk was. Toen durfden we te vragen of Orian zo rustig was vanwege de schok of door het homeopathisch middel wat ik hem direct na het vallen had gegeven. Hij bekijkt het buisje en mompelde goedkeurend. Het bleek dat er hier heel normaal over de, in Nederland volgens velen, 'kwakzalverij' werd gedacht. De hechtingen gingen erin en Orian zei 'au, dat prikt'. We moesten erom lachen omdat hij tot nu toe nog niets had gezegd. De arts zei dat hij door het middel van ons straks wel in slaap zou vallen, wat prompt gebeurde en we zitten nu weer bij big mamma, die ons in een paar makkelijke fauteuils heeft gedirigeerd, te wachten tot hij wakker wordt. Wel een beetje eng, hij ademt heel stilletjes en is duidelijk ver weg. Als hij nog maar wakker wordt, flitst dan door je heen. Een uur later is het zover en hij kletst gelijk honderduit over zijn belevenis. Alles goed dus en we gaan terug naar de camping. In principe voor één nacht als er geen rottige dingen gebeuren met hem. Als vergoeding voor de schrik gaan we maar weer uit eten en met het grote witte verband rond zijn hoofd trekt hij alle aandacht. Als hij bij een ijsje toe zegt dat het lekker is, vraag ik of hij dan morgen weer gaat vallen. Met een verontwaardigd gezicht zegt hij 'ikke ben al evalle' en even later trekt hij met zijn vinger een spoor in het ijsje en zegt 'paadje, kan je afglije'. Dát heeft hij weer geleerd, en ik ook trouwens. •
Zonder problemen lopen we het eerste stuk weer en leggen een brok steen naast het paadje als dank aan de berggoden dat het goed is afgelopen. 28
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port Weer komen we er met onze te grove kaart en de ontbrekende markeringen niet uit. In Espelette wilden we een 1:25.000 kaart kopen, maar die waren uitverkocht. Om een uur of vier zetten we de tent op, na de grond vrij gemaakt te hebben van overal rond slingerende kastanjes. Bij een vuurtje proberen we de natte kleding te drogen en poffen de kastanjes. Volgens Orian heten die dingen sjittepitte en dat ben ik volledig met hem eens als later blijkt dat het grondzeil is geperforeerd door een paar van die, tussen het gras verborgen krengen die ik ook nog naar bedorven marsepein vind smaken. •
De volgende dag is er geen spoor van de route te bekennen. Een paar keer fout lopen, van aardige Basken, die ons de weg wijzen, druiven krijgen, weer fout lopen. We besluiten af te wijken en een stukje grote weg te nemen naar Ixtassan. De enige winkel daar is gesloten wegens vakantie en dus door naar Cambo, een paar kilometer verder naar het noorden. We willen een week eerder terug dan gepland. Inmiddels zijn we zover van de GR10 en Cambo is een plaats die op onze treinroute ligt, dus verder gaan is niet zinvol. Verder moeten de hechtingen van Orian er over een week uit en dat is ook praktischer in Nederland. En ook niet onbelangrijk is dat het ons weer eens gelukt is ruim boven het begrote geld uit te stijgen zodat er eigenlijk niet nog een week vanaf kan. Dan komen we toevallig(?) op de goede plek terecht. Camping 'Ur Hegia', ongeveer één kilometer ten noorden van het station in de wijk Bas-Cambo. Als we de receptie/winkeltje/kantine (wie weet waar deze ruimte nog meer voor dient) binnengaan blijkt er niemand te zijn en we gaan een plekje zoeken voor de tent. Leuke, rommelige camping, een Een leuke camping. En zowaar een GR markebeek, verschillende vuurplekken, ring. veel begroeiing en lekker rustig. Als we later naar de receptie gaan en aan een tafeltje gaan zitten om wat te drinken gebeurd er lange tijd niets. We kletsen de tijd voorbij en een half uur later komt een man binnen, die hallo zegt en zich verontschuldigd omdat hij boodschappen moest halen. Het vertrouwen dat niemand tussentijds de kas of winkel plundert is dus groot en dat bevalt me wel. Na een praatje, waarbij we ons steeds meer op 29
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port ons gemak voelen, ook al omdat hij vraagt waarom we nog niets te drinken hebben gepakt (zo werkt dat hier, je schrijft op wat je pakt en het betalen komt wel goed) vertelt hij over een gezamenlijk maaltijd op zaterdagavond als afsluiting van dit seizoen. Iedereen die mee wil doen lapt twintig gulden (Orian eet gratis mee) en daarvoor wordt eten en drinken gekocht voor een feestelijke avond. Het lijkt ons een leuk idee, maar als ik alles op een rijtje zet zie ik dat we echt nog maar voor drie dagen geld hebben en ook de camping nog moeten betalen. Hij accepteert dit gegeven direct en vindt het wel jammer. Later in de middag staat Marja met Orian in de wasruimte als hij aan komt lopen met een in Frankrijk getrouwde Nederlander, die ook op deze camping staat. Die vertelt ons dat wij zijn uitgenodigd op kosten van de andere kampeerder*s. Soms geloof je echt niet dat zulke dingen bestaan. De avond zelf is moeilijk te beschrijven voor een inwoner van calvinistisch Nederland, de warme gezelligheid druipt er vanaf. Als ik in de saus voor de couscous halve kippen zie drijven, bedank ik hiervoor en vertel dat ik vegetariër ben. De kip wordt er onmiddellijk uit gevist met de mededeling dat de hond me daar dankbaar voor is, no problem. Dat de saus nog wel naar kip smaakt, neem ik deze keer maar voor lief. Zijn vrouw is er niet bij omdat ze zich niet lekker voelt en die is volgens hem de enige ingewijde van de plaats van het slabestek, dus sorry en hij begint met zijn grote kolenschophanden de salade te mixen en verdelen. We moeten goed opletten dat onze glazen niet te leeg worden want naar goed Baskisch gebruik wordt er meteen bijgevuld. Een beetje aangeschoten en propvol heerlijk eten kruipen we naast de slapende Orian die we eerder al in de tent hebben gelegd onder het wakend oog van een paar mensen die wel mee gegeten hebben maar daarna naar hun tent zijn gegaan. •
De laatste dag gebruiken we om uit te slapen, een beetje te wandelen en alles voor te bereiden voor de terugreis. Om zeven uur staat er alweer iemand bij de tent te vragen of we meegaan naar het wekelijks en deze keer laatste aperitief. Officieel een gratis glaasje om het sociale contact te vergroten, maar het glaasje betekent eigenlijk een onbestemde hoeveelheid. Van de Nederlander horen we dat dit allemaal gebeurt omdat de eigenaar geen gewone camping wil zijn. Hij ziet graag dat zijn gasten betrokken bij elkaar en het terrein zijn en niet als van elkaar vervreemde wezens, waar nauwelijks een schuchter good morning vanaf kan, langs elkaar heen leven. Niet opdringerig, vrijheid blijheid, maar hij zorgde voor de gelegenheid waar je gebruik van kon maken als je dat wilde. Dat had tot gevolg dat veel men30
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port sen elke keer terugkwamen, de camping goedkoop was omdat alles werd opgeruimd door de kampeerder*s zelf en dat wij van mensen, die weg gingen en spullen over hadden, van alles kregen. Vandaag nog een zak vol eten en een ander zegt dat hij ons wel met de auto naar het station zal brengen. Zes uur opstaan? No problem, mijn vrouw houdt het bed wel warm, zegt hij lachend. •
Om kwart voor zeven staan we klaar op het station van Cambo voor een reis die volgens het schema tot vannacht een uur of twaalf gaat duren. Iets over zevenen komt de elektrische trein die via St.Jean Pied de Port (waar we gedacht hadden naar toe te lopen) naar Baritz gaat. Een wat latere trein was er niet zodat we nu van acht tot halftien moeten wachten op de trein naar Parijs. De reis verloopt spoedig en door ons één uur wisselsysteem als oppas voor Orian kunnen we door tukjes iets van ons slaaptekort inhalen. Hij vermaakt zich met een paar boekjes, de poppetjes, lege koffiebekertjes en een dosis fantasie. Een uur of drie zijn we in Parijs en we bedenken wat we moeten doen in de vier uur die we nu moeten wachten. Eerst maar met de metro, bij de ingang staan weer de kaartjes verkopende afleggers (het valt me op dat er nu veel meer actief zijn), maar mijn onheilspellende blik is dit keer waarschijnlijk veelzeggend. We kopen zelf kaartjes, nadat we toch loketten vinden in een van de ondergrondse gangen en zijn nu in totaal nog geen vijf gulden kwijt. Weer de enge hekjes door, we weten nu de St.Jean Pied de Port weg. Gelukkig zijn we zo slim om op Du Nord te kijken naar de treintijden en zien dat, behalve de aan ons aangegeven trein om zeven uur, ook nu een trein gaat. Over een paar minuten! Rennen! We halen het en zo lopen we al om halfelf door Den Haag naar huis. Orian heeft nog steeds geen slaap, zegt hij. Alles is natuurlijk veel te spannend, maar eenmaal in zijn eigen bed vallen zijn ogen dicht. Wij zitten nog een tijd na te kletsen en plannen te maken voor de volgende reis.
∞
k verder te gaan naar de Col de Rousset, een skipiste en een parkeerplaats, 31
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port daar moet wel wat te drinken zijn. We rusten even uit op het randje van een bergwand die honderden meters steil naar beneden gaat en zien diep onder ons het Forêt Domaniale de Romeyer liggen, een uitgestrekt bosgebied. Het is ontzettend mooi, maar wel druk omdat we inmiddels zo dicht bij die parkeerplaats zitten, het is zondag dus komen hordes dagtoeristen even dit bergje beklimmen. Vlak bij waar we zitten ligt een enorme berg plastic waterflessen. Helaas leeg en 'vergeten' door mensen die te weinig ruimte in hun auto hebben om ze mee terug naar huis te nemen. Dan verder naar die Col. Te zien aan de massa borden is hier 's winters veel te doen, maar nu… niets! Ik kan niet meer, alles draait en tolt om me heen en ik laat me in de schaduw op de grond zakken. Nu is het Bertie die rond gaat lopen op zoek naar wat water, maar ze komt even later terug met een slecht bericht. Nergens wat te vinden. We zetten de tent op in een bosje onder aan de piste en ik ben weer een beetje bijgekomen dus met waterzak op weg naar het volgende blauwe stipje op de kaart. Ik vind niets. Bertie heeft bij de piste op de helling koeien gezien, die moeten toch ook drinken. We lopen er naartoe. Een trog met lauw, algen begroeid water dient als drinkbak. Ik zie de slijmslierten van de koeien in de bak drijven, maar we scheppen er een pan vol uit. Bij de tent zeven we de ergste verontreiniging eruit en koken het tien minuten om de bacteriën te doden. Het wordt natuurlijk niet koud, maar we kunnen ons vochttekort weer aanvullen en koken. We gaan maar vroeg slapen om te vergeten dat we nog steeds dorst hebben. •
Is dit nou allemaal wel leuk? Ja! Het voelt allemaal steeds weer als een soort uitdaging, kijken wat je als mens wel en niet kan. Je grenzen ontdekken. Een aantal grenzen ken ik inmiddels al wel. Zo ga ik niet met behulp van klimijzers en touwen uitproberen of ik de Everest kan beklimmen en ook niet met een rugzak van 40 kg door Alaska. Evenmin blijf ik achter de geraniums zitten vanuit de angst wat me allemaal wel (of niet) kan overkomen. Dat is trouwens de ergste grens die ik me kan voorstellen. Elke keer weer oplossingen zoeken voor de problemen die we tegen komen geeft een ontzettend bevredigend gevoel. Zelfs als je zover moet gaan om water uit een koeientrog te drinken of ondersteboven in een put moet gaan hangen geeft een bewustwording van Leven. Wow, dat hebben we toch maar mooi gefikst. Dat gevoel. Maar ook ontdekken en toegeven dát er grenzen zijn in je kunnen. Dat is ook niet erg, dan ga je gewoon wat anders proberen. Natuurlijk zou ik hier bij die skipiste voor een langsrijdende auto kunnen 32
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port springen en de inzittenden beroven van de liters bronwater in plastic flessen die ze bij zich hebben. Als het echt zou moeten kan dat natuurlijk. Soms is het heel moeilijk en zwaar, maar het is geen echte survival, op alle voettochten die ik gemaakt heb zou ik eventueel in een paar dagen wel weer de bewoonde wereld kunnen bereiken. Dat gebeurt meestal ook, maar het blijft leuk uit te vinden hoe lang je zonder die 'bewoonde wereld' kan. Dus scheppen we nog wat water uit de koeienbak voor onderweg en gaan de bergpas weer op. Het kost me veel moeite de honderd meter te klimmen, maar dan komt er wat meer bewolking en steekt er een briesje op. Als we de pas over zijn komen we in een dal waar de route (inmiddels de GR95) erg slecht staat aangegeven en prompt lopen we verkeerd. Ook nog eens een stevige helling en als we hijgend boven zijn komen we erachter dat we niet verder kunnen. Nou ja, het uitzicht is weer geweldig en gelaten gaan we weer naar beneden. Nu zien we de markeringen weer en het gaat verder vlot zodat we al snel in de verte Vassieux zien liggen. De bronnen die we onderweg tegenkomen staan allemaal droog, maar omdat het niet meer zo heet is lukt het allemaal. We besluiten een stuk van de GR af te snijden en staan ineens in iemands tuin met metershoge wietplanten. Die durft, midden in Frankrijk. Door een weiland komen we bij een weg die naar Vassieux leidt. Een kilometer daarvoor zetten we onze tent neer en lopen verder naar het plaatsje. Een plaatsje met alles erop en eraan. Een camping (niet nodig), winkeltje en (gesloten) bakker en natuurlijk heel veel water. Met een afgeladen boodschappenrugzak lopen we naar de tent terug. Eindelijk na vier dagen weer normaal eten en drinken. Het weer slaat om, het wordt koud en mistig en het ziet ernaar uit dat het gaat regenen. Op dat moment maakt het me niet zoveel meer uit. Ik ben wat apathisch, mijn energie is op. Ik voel me niet OK en om negen uur slaap ik. Die nacht zweet ik hevig. Waarschijnlijk moet de rotzooi eruit. •
Na het ontbijt voel ik me een stuk beter en zonder dat er een druppel regen is gevallen schijnt ook de zon weer af en toe. We gaan niet verder de GR95 en GR9 volgen, wat het voornemen was. Het klinkt misschien gek, maar door het watergebrek zijn we veel te snel gegaan. Eigenlijk zijn we van het schildpadden type. Soms stug doorduwen met je hele huis op je rug, maar ook lekker lui in het zonnetje liggen bij een spetterend watervalletje. Als die watervalletjes er niet zijn ben je verplicht te blijven doorgaan en zo worden de voorgenomen dagen verblijf op het Haute Plateau ineens heel wat minder. 33
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port De nu geplande route zou er voor zorgen dat we veel te vroeg in St.Hilaire terug zijn. Een rondje 'bovenlangs'? Eerst maar naar St.Agnan en Vercors daarna zien we wel. In Vassieux drinken we nog een fles vruchtenyoghurt leeg. Ook het pad wat we nu gaan lopen is gemarkeerd en we komen door een schitterend stuk natuur. Sterk glooiend met veel putten. Jeneverbes, buxus en nog veel meer groeit hier volop, maar die begroeiing is laag genoeg om te zorgen voor steeds wisselende vergezichten. Na een afdaling door een stuk bos komen we in een dal op zo'n 800 meter hoogte. We zijn vlakbij St.Agnan als we bij een beekje komen met een piepklein strookje voor de tent. Heerlijk helder water in overvloed. Dat wordt weer wassen. We lopen naar het dorp dat er leeg, spookachtig uitziet. Er hangt een vreemde sfeer, maar goed, er is een winkeltje en met eten, een fles wijn en andere lekkere dingen gaan we terug. We koken op een houtvuur en zitten nog lang te kletsen. •
Vandaag hebben we ons lekker rustig vanzelf wakker laten worden. Na een uitgebreid ontbijt en wassen is het alweer te heet, maar we willen niet zover lopen vandaag. Via St.Agnan, waar we drinkwater inslaan lopen we naar Chabotte en zakken af naar het riviertje La Vernaison. Daar rusten we een tijdje en besluiten deze route verder te volgen omdat verderop een bron zou moeten zijn. Na een klim van een paar honderd meter in de richting van La Chapelle zien we inderdaad een stroompje het pad kruisen én er is een open stukje voor de tent met een prachtig uitzicht op de bergen. Verder ligt La Chapelle nog maar 1½ km verderop, zodat ook de broodnodige bunkering geen probleem is. We zetten de tent op en gaan gelijk door. Dan vergissen we ons in het pad en lopen drie kilometer voor niets (nou ja, niets is voor niets). Na het inslaan van voedsel en een ijsje lopen we in de hitte weer verkeerd. Weer twee kilometer om. Het is al over achten als we strompelend bij de tent aankomen en ik me op het matje laat ploffen. Een kop koffie doet wonderen en we eten een heerlijke spaghetti. We hebben voor twee dagen eten meegenomen dus dat wordt eindelijk de eerste echte rustdag. Bertie ziet een zwijnenfamilie, twee grote en 3 of 4 kleintjes het bos uitkomen op weg naar de drinkplaats bij het weiland. Als ze mij probeert te wijzen waar, zijn ze alweer opgegaan in het landschap. Na een bekertje wijn is het donker en wordt het koud, dus de slaapzak in met het vooruitzicht een gat in de dag te slapen. •
De zon staat pal op de tent. Heerlijk vroeg wakker dus. Goed zo'n rustdag 34
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port met lekker eten, drinken en niets doen. Ik werk mijn aantekeningen bij. Heb ik wat te doen als we terug zijn bij de PC. Tegen de avond horen we een luid schor geblaf, waarschijnlijk een hert op weg naar de drinkplaats die de anderen waarschuwt voor onze aanwezigheid. We zien ze verder dan ook niet. Midden in de nacht een flinke onweersbui met prachtige horizontale flitsen boven de bergen, een enorme klap vlakbij en… de eerste flinke regenbui. •
Zes uur, heel koud, winderig, alles is nat en het regent nog steeds. We draaien ons om en slapen verder. Als we om halfelf weer wakker worden is het nog steeds koud, maar de regen beperkt zich tot af en toe een paar druppels. Gedver, die vieze cornflakes, dat vult niet. Als fervent muesli ontbijter eet ik al 25 jaar elke morgen een stevig ontbijt. Tijdens de voettochten is dat echter puinhoop. Natuurlijk neem ik wat mee van thuis, maar dat is in een paar dagen op. Soms vind ik in een winkel een pak van dat krokante spul (niet lekker, veel te zoet) en ik denk terug aan Penzance (Cornwall) waar dat geweldige winkeltje was met allemaal tonnen droogvoer. Waarom is dat niet veel meer? In Nederland zie je dat nog wel eens bij 'buitenlandse' winkeltjes. Zo is er in Groningen een winkel waar het een feest is om binnen te gaan. Bakken met peulvruchten, kruiden, granen enzovoorts. Een heerlijke geur van eten komt je dan tegemoet. Maar nee, de mens wil plastic om zijn eten. Dan merk je niet zo dat de aardappelen stinken naar bestrijdingmiddelen, je ziet niet meer dat het biefstukje een dood hormonenbeest is. We gaan langs La Chapelle naar het noorden. Eerst een lang stuk door het bos. De route is zeer slecht aangegeven en natuurlijk moet dat een keer mis gaan. Als we bij de afslag naar Tourtre komen lopen we verkeerd en drie kilometer om over de weg. Wat er nou precies mis is gegaan vinden we ook op de kaart niet terug. Uiteindelijk weer wat stille binnenweggetjes en we passeren Tourtre, een dorp bestaande uit een paar huizen. Dan breekt de zon door en gelijk loop ik te zweten in mijn trui. Verder over een binnenweg noordwaarts naar St.Martin en Vercors en na een stukje richting Haute Plateau vinden we een plekje voor de tent. We lopen terug naar St.Martin voor inkopen, maar het winkeltje daar heeft alleen wat beschimmelde en verlepte groenten. Dat wordt aardappelpuree met een blikje doperwtjes. Het is weer heet, met een onbewolkte hemel. Dat belooft wat bij de klim morgen en we nemen ons voor weer vroeg op te staan. We kruipen sowieso vroeg in de slaapzak, 's avonds is het nu bitter koud. •
Als we om zes uur op staan is het 5°C. 35
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port Poeh, wat een klim, gelukkig komt de temperatuur niet boven de 15°, maar met knikkende knieën komen we aan op de Pas de la Sambue (1500m). Dan dalen we weer naar Correncon (1100m) en stoppen op een veldje even boven het dorp. Daar vind ik zowaar iets wat een beetje op muesli lijkt voor morgenochtend. Hier gaan we verder de al in tegengestelde richting gelopen Tour des Quatre Montagnes langs Villard volgen om vandaar een rondje te maken van een paar dagen. •
De muesli was toch weer zo'n mierzoet hondenbrokken mengsel. Het pad naar Villard gaat gestaag omhoog, niet erg veel maar wel zwaar. Dan een heftige klim en dito afdaling waarbij je de rugzak tot in je enkels voelt door dreunen en bij Méaudre ben ik kapot en op een niet zo'n leuk plekje tussen een berg omgezaagde boomstammen stoppen we met om ons heen lawaai van landbouw- en wegenmonsters.
Tour des Quatre Montagnes.
Morgen maar weer snel weg. We puzzelen wat met de route die we verder willen gaan. Een klim richting Pas de la Chevre loopt naar een, op de kaart als zwaar aangegeven afdaling. Als we dat doen en het blijkt voor ons te heftig te zijn moeten we wel heel erg omlopen of terug. We besluiten een stuk naar het zuiden af te zakken. •
Na de Tour 4M klimmen we naar de 1500 meter, de Gras Martel (1556m) 36
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port laten we links liggen en zakken af richting Pas de la Ferriëre. Dat was wel weer genoeg voor een dag en bij een riviertje in de buurt van Les Jarrands bouwen we ons kamp op. •
Het regent een beetje en we wachten in de tent tot het wat minder wordt. Over de weg langs een woest stromende Bourne blijkt dankzij het weinige verkeer heel mooi. Een kloof met loodrechte wanden. Een overdaad aan grassen, varens en mossen tussen de bomen. We komen langs een bruggetje over de Bourne waar aan de andere kant een pad langs de kloofhelling omhoog gaat. Een stuk kan ik het pad zien door de ijzeren bruggetjes die waarschijnlijk nog meer kloven en beken overbruggen. Waar het heen gaat? Geen idee, maar het trekt aan me. Dan kom ik in de realiteit terug. We hebben nog drie hartkeks (een soort noodbiscuits), een zakje rijst en een pakje soep. En in Valence wacht over een paar dagen de trein terug. Het wordt een te hachelijke onderneming om uit te proberen. Aanvankelijk waren we van plan om vanaf deze weg een klim te maken naar Rencurel, maar een heel mooi plekje beneden bij de Bourne vlak voor La Balma doet ons besluiten daar vandaag en morgen te blijven (en dat is maar goed ook, blijkt later). In La Balma, in het caféwinkeltje van de heenweg, halen we wat boodschappen, proberen we via een kortere weg aan de andere kant van de rivier terug te gaan. We zien de tent aan de overkant staan maar nergens lukt het ons de woest stromende rivier over te steken zodat we toch weer terug moeten. We maken een vuurtje en het is weer feest. •
Vandaag gaat mijn 60ste levensjaar in en na het uitslapen kunnen we het weer niet laten. We willen een stukje gaan wandelen. Nu had ik al het plan (en daarvoor wat van mijn spaarcentjes meegenomen) om iets extra's te halen voor deze gebeurtenis. Een taartje, iets speciaals te eten? In het kleine winkeltje van La Balma was bijna niets en op de kaart ziet Rencurel er een stuk groter uit. Dus laten we alle spullen in beheer van moeder natuur en met een lege rugzak klimmen we zo'n 500 me ter steil omhoog via de Tour 4M. Ook met een bijna lege rugzak blijkt het zwaar te zijn. Onderweg vindt Bertie een heleboel rijpe bloemzaden. Ze verzamelt een zakje vol. In Rencurel wacht ons een verrassing. Niets, helemaal niets. Ja, huizen en een kerk, maar verder niets. Dan terug via een stukje GR9 en een plaatselijke route naar La Balma. Hebben we in ieder geval nog een flesje wijn en maar weer een blikje, want dat wat we gekocht hadden hebben we gisterenavond opgegeten. 37
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port Een stukje verder begint het te regenen. Toen we vertrokken was het warm en mooi weer dus zijn we natuurlijk vergeten regenjassen mee te nemen. Gelukkig loopt het pad door een bos met grote bomen die het meeste regenwater opvangen en we verdubbelen onze loopsnelheid. Bij het laatste stukje afdaling gaat het stortregenen en we rennen naar het café. Van een afstandje begin ik het al te vermoeden, ik zie een neergelaten rolluik en ja hoor, gesloten op woensdag. Op het overdekte terrasje zitten we te balen. Wat een verjaardagsfeest. Niks niet wat extra's, we hebben zelfs niets meer te eten. Ik weet gelijk weer waarom ik mijn verjaardag nooit vier, feesten moet je elke dag als je daarvoor in de stemming bent en niet op de voorgeschreven dagen als alles tegen blijkt te zitten. Somber lopen we, als het iets droger wordt, weer langs de weg naar de tent terug. Net voor we het dorpje uitlopen zien we aan de overkant van de straat een gebouwtje met gesloten gordijnen en daarnaast een grote openstaande garagedeur. In de ruimte achter die deur is een keuken met grote pannen, een fornuis en een heleboel kookgereedschappen. Op een krukje zit een vrouw met een schort voor die, als we zo naar binnen staan te loeren, opstaat en begint te rommelen met de pannen. We steken de straat over en loeren door de gordijnen naar binnen, tafels en stoelen, maar het is donker. Naast de deur hangt een menukaart in het Frans waar we niets uit kunnen opmaken. Toch maar even voorzichtig de deur proberen, hij gaat open en we staan in een zeer eenvoudig betegeld eethuis met plastic stoelen en tafels, een paar kaarsen hadden het geheel nog wat aangenaam kunnen maken, maar de vrouw komt binnen en knipt een schakelaar aan. TL buizen knipperen en de ruimte baadt in een lichtzee, maar goed we komen hier niet voor de gezelligheid. Ze spreekt alleen maar Frans en wij niet, maar op mijn gebarenvraag of we wat kunnen eten knikt ze heftig ja en steekt haar vingers in de lucht. Tien minuten. Geen probleem. Of we wat willen drinken. Het begint toch weer een beetje feest te lijken dus vooruit, een fles vin blanc. Even later staat dat op tafel met daarnaast een mandje stokbrood met kruidenboter. Gretig vallen we daarop aan. Een slaperige kok schuifelt heen en weer in de keuken (die is vast voor ons uit zijn siësta gehaald), we verwachten dat nu de bestelling wordt opgenomen en bereiden ons voor op de moeilijke taak duidelijk te maken dat we vegetarisch willen eten. De kok blijft door rommelen. Nou ja, we hebben geen haast, het regent inmiddels weer en hier zitten we droog. Terwijl we zo zitten te kletsen, wijn drinken en stokbroodjes eten staat er plotseling 38
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port een schaal naast ons met brood, boter en plakken vlees. Waarschijnlijk hebben we niet begrepen dat ze gevraagd heeft of we een bepaald menu wilden en dat het in tien minuten klaar was. Het is ook wel logies want in Frankrijk eten mensen zo laat in de middag een kleine maaltijd en pas tegen achten kun je vaak warm eten krijgen. Gelukkig ben ik maar één keer per jaar jarig dus vooruit, we hebben eten nodig. We hebben zo'n honger dat we bijna alles opeten, zelfs een plakje vleeswaar en ja, er zou nog wel wat bij kunnen, maar zo lukt het wel. Dan wordt een nieuwe lading op tafel gezet. Het brood blijkt een voorafje geweest te zijn. Een berg aardappelpuree met salade en een smerig uitziend hoopje ernaast, een kwartel vermoed ik. We proberen het wel hoor, maar dit gaat ons te ver. Wat vies. De puree en de salade gaan wel naar binnen en we zijn daar nog niet mee klaar of er wordt alweer een kaasplankje met stokbrood neergezet en als we dat echt niet leeg krijgen komt er een bakje met vruchten op siroop. Bang dat dit zo door blijft gaan vraag ik of we koffie kunnen krijgen. Ja, ja, dat hoort er ook bij. Ik krijg door dat we ongewild het dagmenu hebben gekregen. Propvol nemen we de rest van de wijn mee en lopen naar de tent. Het is inmiddels droog geworden en het lukt zelfs om bij een kampvuurtje de wijn verder op te drinken. Wat een verjaardag. •
De bedoeling was vandaag tot aan Choranche te lopen, maar helaas zijn ook daar geen winkels (meer?) en moeten we via de GR9 verder naar Pont en Royans. Daar kunnen we onze noodzakelijke inkopen doen en, dank zij een bakker, op een bankje zelfs nog het beloofde taartje eten. We lopen de stad uit en een kilometer verder naar het noordwesten stoppen we op een beetje smerig plekje. Er ligt veel puinafval en erg zanderig, maar we moeten improviseren. Het is weer genoeg geweest voor vandaag en hier is een beekje. Er zitten veel salamanders. Op het plekje wat Bertie als toilet gebruikt hoor ik haar gil. Ze heeft een 70 cm lange, gifgroene slang gezien en gaat gelijk ergens anders zitten. Ik denk dat ze beter daar kan blijven, die slang is zich natuurlijk ook rot geschrokken en hopelijk niet op idee gekomen dezelfde schuilplaats te kiezen. •
Gelukkig hoeven we niet meer zover te lopen naar St.Nazaire waar we ergens in de buurt nog een keer moeten overnachten. Als je St.Nazaire uitloopt over de brug van de L'Isére kom je gelijk in St.Hilaire en daar moeten we morgen op de trein terug naar Valence. Dit laatste stuk gaat over een autoweg waar het niet echt leuk lopen is, zeker niet als het heet is. 39
4. Pyreneeën, Hendaye - St.Jean Pied de Port Vlak voor St.Nazaire zie ik op de kaart een paadje een bos ingaan naar de oever van de L'Isére. Dat moet ons laatste kampplekje worden. Natuurlijk is dat paadje al in geen eeuwen meer gebruikt. Dichte stekelstruiken belemmeren elke doorgang tot het bos. Dan zie ik, na steeds weer kijken en vergelijken op de kaart, opeens een kleine inham in de struiken en als we een paar takken weg buigen ligt daarachter het gezochte, overwoekerde pad. We zakken af en het lukt om bij de oever te komen. De L'Isére zelf is een vieze brede rivier, maar verder is het mooi en koel. Het lukt nog om bij een vuurtje te eten. Dan gaat het regenen en heftig onweren en we slapen uitstekend. •
Om negen uur is het droog en kunnen we op ons gemak naar St.Hilaire lopen. Om kwart over twaalf komt ons treintje en een half uur later zijn we in Valence. De Thalys naar Rotterdam vertrekt om vier uur dus zitten we een tijdlang in de zon op het enorme parkeerterrein tegen een gebouwtje te soezen. De terugreis is er weer één van een snelle saaiheid zodat we de meeste tijd indommelen. In Nederland hebben we met zoveel treinvertragingen en uitval te maken dat we over het stuk Rotterdam naar Heerenveen bijna net zolang doen als over Valence naar Rotterdam en pas heel laat zijn we thuis waar we nog lang zitten na te borrelen. Het was me het wandelingetje weer wel.
∞
40