2 0 13-290 Nieuwegein
Gemeenteraad
Onderwerp Riolering en drainageverordening Nieuwegein 2013 Datum 30 juli 2013
Raadsvoorstel
Afdeling Beheer Portefeuillehouder (JTS. J . H . ReUSCh
1
Onderwerp
Riolering en drainageverordening Nieuwegein 2013 2
Gevraagd besluit
1. Vaststellen van de Riolering en drainageverordening Nieuwegein 2013. 3
Aanleiding en probleembeschrijving
Tot op heden worden de voorwaarden voor aansluiting op het gemeentelijk riool- en drainagestelsel geregeld in twee aparte verordeningen (Verordening aansluitvoorwaarden riolering 2005 en Verordening aansluitvoorwaarden drainage 2005). De wettelijke kaders voor rioolbeheer en waterbeheer zijn deels gewijzigd. De Waterwet regelt de gemeentelijke zorgplichten voor grondwater en hemelwater. Het Besluit Lozen buiten inrichtingen regelt het lozen van onder andere grondwater. Gelet op de deels vernieuwde wettelijke kaders inzake rioolbeheer waterbeheer is het van belang dat de huidige regels over aansluitvoorwaarden op het gemeentelijk riool- en drainagestelsel worden geactualiseerd 4
Gewenst maatschappelijk effect
Een schone, hele en veilige, openbare ruimte waarin duidelijke voorwaarden gelden voor aansluiting op het openbaar riool- en het openbaar drainagestelsel. 5
Bestaand beleidskader
Bestuursakkoord water (2011) Dit is het kader op hoofc lijnen waarbinnen de rioleringszorg wordt uitgevoerd. Doelmatiger organisatie, bestuur en uitvoering van het waterbeheer in Nederland heeft het kabinet als een van de prioriteiten gesteld. Een van de doelstelling is om besparingen te realiseren op de kosten voor het waterbeheer. Om tot een doelmatiger waterbeheer te komen hebben het rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven in 2011 de handen in een geslagen en die samenwerking heeft geresulteerd in Bestuursakkoord Water. Op basis van dit akkoord zijn afspraken gemaakt, o.a. ten aanzien van de inzameling van afvalwater. Het Gemeentelijk rioleringsplan, dat een beleidsvisie over het beheren van rioolstelsel en een
Bladnummer 2/3 Raadsvoorstel30 juli 2013
uitvoeringsplan bevat ten aanzien van het inspecteren en onderhouden daarvan, v o r m t een leidraad daarin.
6
•
Verbreed gemeentelijk rioleringsplan 2009-2013
•
Beleidsnotitie hemelwater- en grondwaterzorg gemeente Nieuwegein, 2012
Voorgestelde oplossing
Vaststellen van de Riolering en drainageverordening Nieuwegein 2013
7
Alternatieven
Behouden van de huidige verordeningen, waarin afzonderlijk regels worden
astel
over riolering en drainage. Dit is echter niet raadzaam, aangezien kritisch naar de huidige regels is gekeken en technische aanpassingen zijn doorgevoerd. Daarnaast is het wenselijk om - in het kader van deregulering - t o t heldere en eenduidige regelgeving te komen. Het onderhavig voorstel voorziet hierin.
8
Financiële aspecten
Alle kosten voor aansluitingen riolering en drainage zijn opgenomen in de Tarievenlijst riolering en drainage-aansluitingen 2013.
9
Communicatie aspecten
De Riolering- en drainageverordening Nieuwegein 2013 wordt bekend gemaakt in de Moleikruier.
10 Juridische aspecten Rioolverordening
2013
De Waterwet bevat in de artikelen 3.5 en 3.6 de gemeentelijke zorgplichten voor regenwater en grondwater. Tegelijkertijd met de vastlegging van deze zorgplichten is in artikel 10.32a van de Wet milieubeheer aan de gemeenteraad de bevoegdheid verleend om bij verordening te bepalen dat: a.
bij het brengen van afvloeiend hemelwater of van grondwater op of in de of in een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, wordt voldaan aan de in die verordening gestelde regels, en
b.
het brengen van afvloeiend hemelwater of van grondwater in een voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater binnen een in die verordening aangegeven termijn wordt beëindigd.
Het vaststellen van onderhavige verordening is derhalve geen verplichting, maar een bevoegdheid. Inzameling en transport van stedelijk afvalwater zijn taken van de gemeente, op grond van artikel 10.33 Wet milieubeheer. Voor het uitvoeren van deze taak heeft de gemeente rioolstelsels aangelegd en zorgt de g e n e e n de:
/oor beheer van
Isels. In i e t kader van een goed functionerend riool- en drainagestelsel is
derhalve wens
k dat regels worden vastgesteld over de voorwaarden waaronder op
het gemeentelijk riool- en drainagestelsel kan worden aangesloten. N t onderhavige verordening wordt de rechtsverhouding tussen de burger en de gemeente inzake
Bladnummer 3/3 Raadsvoorstel30 juli 2JÜ.3W
e\ t\ I J
'
ft
£
aansluiting op het openbaar rioolstelsel, afkoppelen van afvloeiend hemelwater en afvoeren van overtollig grondwater geregeld. In deze verordening worden voorwaarden gesteld aan de wijze waarop een aansluiting op openbaar riool of een aansluiting op het openbare drainagestelsel kan worden verkregen. Daarnaast wordt geregeld wie verantwoordelijk is voor beheer van de perceelaansluiting. Dit strekt tot voordeel van alle betrokken partijen, omdat dan duidelijkheid bestaat over de verwachtingen die burgers en gemeente van elkaar mogen hebben. 11 Risico's Geen 12 Bijlagen Riolering en drainageverordening Nieuwegein 2013
burgemeester en wethouders,
drs. P.C.M, van Elteren Secretaris
F.T.J.M. Backhuijs burgemeester
2 013-290 NieUWegein
//^/p^Sfi
Raadsbesluit verordening dsnummer
De raad van de gemeente Nieuwegein; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 30 juli 2013; gelet op de bepalingen van de Wet milieubeheer, waterwet, Besluit lozen buiten inrichtingen, de Gemeentewet en de Algemene wet bestuursrecht; besluit vast te stellen: Verordening regelende de voorwaarden voor de aansluiting, de wijziging, het onderhoud en de instandhouding van aansluitleidingen op het openbaar riool (Riolering en drainageverordening Nieuwegein 2013) Artikel 1 Begripsomschrijvingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. aansluitleiding: de particuliere afvoerleiding, het aansluitpunt en de perceelaansluitleiding tezamen; b. aansluitpunt : 1° de ontstoppingsvoorziening, gelegen op of binnen één meter van de kadastrale eigendomsgrens, al dan niet op het terrein van de particulier; 2°bij afwezigheid van de ontstoppingsvoorziening bij een vrij vervalstelsel het punt waar de aansluitleiding de kadastrale eigendomsgrens snijdt; 3°bij afwezigheid van de ontstoppingsvoorziening bij een mechanisch stelsel het punt gelegen op 0,5 meter van een gemeentelijke voorziening zoals bijvoorbeeld een pompput; 4° het punt waarop een particuliere drainageleiding wordt aangesloten op het openbaar drainagestelsel. c. afvalwater: al het water afkomstig van een perceel, waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen; inbegrepen afvloeiend hemelwater of grondwater; d. beheerder van het openbaar riool: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein; e. bouwwerk: elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct hetzij indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren
Bladnummer
2/21
Raadsnummer Naam weron
ning
R i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g N i e u w e g e i n 2013
f. bronneringswater: grondwater, onttrokken ten behoeve van een tijdelijke verlaging van de grondwaterstand; g. drainagewater: grondwater ingezameld door een geperforeerd buizensysteem; h. openbaar drainagestelsel: gemeentelijk leidingstelsel, bestemd voor de afvoer van overtollig grondwater; i. drukriolering: het openbaar riool voor de afv an a er, wa arbij het transport plaatsvindt door middel van met pompinstallaties veroorzaakte druk j . gemengd stelsel: het openbaar riool voor de afvoer van afvalwater; k. gescheiden stelsel: een samengesteld vrijverval rioolstelsel waarin het afvalwater en hemelwater gescheiden van elkaar wordt ingezameld en getransporteerd; I. hemelwater: regenwater en andere neerslag afvloeiend via al dan niet verharde oppervlakken, daken en andere verhardingen; m. infiltratiestelsel: gemeentelijk leidingstelsel, bestemd voor de infiltratie van afvloeiend hemelwater; n. NEN 3215: gebouw- en buitenriolering binnen de perceelgrenzen; o. openbaar riool: het ged Ite van de riolering it bij de gemeente in eigendom en beheer is voor inzameling en transport van afvalwater, met inbegrip van de daartoe behorende rioolgemalen, persleidingen, vacuümleidingen en werken en installaties van overeenkomstige aard, in beheer bij de gemeente; p. ontstoppingsvoorziening: voorziening in aansluitleiding voor inspectie en onderhoud van de leiding; q. particuliere afvoerleiding: de rioolleidingen die gelegen zijn binnen de kadastrale grens van een perceel tot aan het aansluitpunt; r. perceelaansluitleiding: een rioolleiding die de particuliere afvoerleiding vanaf het aansluitpunt verbindt met het openbaar riool; s. rechthebbende: L°. een eigenaar, een vereniging van eigenaren of beperkt zakelijk gerechtigde van het perceel of percelen ten behoeve waarvan de aansluiting dan wel aansluitingen op het openbaar riool gerealiseerd en in stand gehouden worden, of 2°. de rechtverkrijgende onder algemene of bij2ondere titel van de onder 1°. bedoelde personen; t. renovatie: groot onderhoud aan het riool, inclusief het aanpassen van de perceelaansluitleiding ten gevolge van een wijziging van het openbaar riool en openbaar drainagestelsel; u. RWZI: rioolwaterzuiveringsinstallatie; v. stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater; w. tarievenlijst: de lijst van kosten voor het realiseren van een aansluiting of wi; Jaarvan; x. verbeterd gescheiden stelsel: Een samengesteld vrijverval rioolstelsel waarin het afvalwater en hemelwater gescheiden van elkaar wordt ingezameld en getransporteerd, waarbij een beperkt deel van het hemelwater wordt afgevoerd naar de RWZI;
2 01 3 - 29 O Bladnummer
121
Raadsnummer am verordening
R i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g Nieuwegein 2013
y. vrijverval stelsel: een openbare rioolleiding waarbij afvalwater door middel van zwaartekracht wordt getransporteerd; z. werkelijke kosten: het bedrag dat voor de aanleg van een particuliere afvoerleiding in rekening wordt gebracht bij de rechthebbende conform de tarievenlijst, inclusief de over die kosten verschuldigde omzetbelasting. Artikel 2 Vergunningplicht 1. Het is verboden zondereen aansluitvergunning een particuliere afvoerleiding op het aansluitpunt of het openbaar riool tot stand te brengen, in stand te houden of te wijzigen. 2. De aansluitvergunning is perceelsgebonden. 3. Een aansluitvergunning wordt uitsluitend verleend voor het aanbrengen, in stand houden of wijzigen van een aansluiting tussen de particuliere afvoerleiding en de perceelaansluitleiding voor: a. de afvoer van stedelijk afvalwater naar het openbaar riool; b. de afvoer van afvloeiend hemelwater dan wel drainagewater naar het daarvoor bedoelde leidingenstelsel; c. het afvoeren van bronneringswater; d. de afvoer van bedrijfsafvalwater, niet zijnde uit een inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer. 4. Indien de rechthebbende een aansluitvergunning aanvraagt voor meer dan één particuliere afvoerleiding, wordt deze aanvraag in een aansluitvergunning verleend, waarin alle particuliere afvoerleidingen afzonderlijk worden vermeld. 5. Aan een aansluitvergunning kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Aan de aansluitvergunning worden in ieder geval de volgende voorschriften verbonden: a. de wijze van het tot stand brengen van de aansluitleiding; b. het onderhoud, de renovatie en de vervanging van de aansluitleiding; c. de sloopwerkzaamheden op het perceel van de rechthebbende; d. de periode waarvoor de aansluitvergunning wordt verleend is bedoeld voor de afvoer van bronneringswater en dit een tijdelijke aansluitleiding betreft; e. de mechanische voorziening in de vorm van een pomp wanneer het bouwwerk niet onder vrij verval kan aansluiten op het openbaar riool; f. de maximale hoeveelheid te lozen afvalwater per tijdseenheid. 6. Als de rechthebben< binnen een jaar na verlening van de aansluitvergunning geen verzoek, bedoeld in artikel 7 heeft gedaan om de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop die aansluitvergunning betrekking heeft, uit te voeren, komt de aansluitvergunning van rechtswege te vervallen.
Bladnummer
'21
Raadsnummer Naam verordening
R i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g Nieuwegein 2013
Artikel 3 Aanvraag 1. De aanvraag voor een aansluitvergunning wordt ingediend door een rechthebbende. 2. Bij de aanvraag voor een aans tvergunning worden de volgende gegevens verstrekt: a. de naam en h :t adres van e recht ïebbe Je; b. de dagtekening; c. de ligging van het aan te sluiten perceel: 1°. aan de hand van een straatnaam en huisnummer of 2°. bij het ontbreken van daarvan, het kadastraal nummer van het perceel; 3°. aangegeven op een situatieschets 1:1000 of grotere schaal. d. indien het een lozing van stedelijk afvalwater betreft, of er daarnaast ook afvloeiend hemelwater dan wel grondwater zal worden afgevoerd. e. indien de rechthebbende afvloeiend hemelwater dan wel grondwater wil afvoeren middels een gemengd, gescheiden of verbeterd gescheiden stelsel, dan wordt aannemelijk gemaakt dat het redelijkerwijs van hem niet gevergd kan worden het afvloeiend hemelwater dan wel grondwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen; f. van de aan te sluiten ofte wijzigen particuliere afvoerleiding in ieder geval: 1°. het leidingverloop en de dimensionering; 2 ° . de hoogteligging en het materiaal ter plaatse van het aansluitpunt; 3°. een duidelijke aanduiding van de verschillende afvoerleidingen ten behoeve van stedelijk afvalwater en infiltratiestelsels; 4 ° . en de wijze waarop de functies van de verschillende leidingen van de particuliere afvoerleiding ter plaatse van het aansluitpunt zullen worden gemarkeerd g. voor zover het lozing van bedrijfsafvalwater betreft dat niet vanuit een inrichting als bedoeld in de Wet milieubeheer wordt geloosd: 1°. de aard en de hoeveelheid van de af te voeren vloeistoffen, waarbij dient te worden aangegeven of niet verontreinigd water, zoals regen of koelwater, dan wel verontreinigd water, zoals huishoudelijk of industrieel afvalwater, zal worden afgevoerd. 2°. een verklaring van geen bezwaar, verleend door het college. 3. Als de gegevens, bedoeld in het tweede lid, reeds zijn vastgelegd in de voor het perceel verleende omgevingsvergunning, kan bij de aanvraag van een aansluitvergunning voor dit p eel worden volstaan met het overlec n van het nummer van die omgevingsvergunning. De vergunningaanvraag wordt in behandeling genomen, nadat de rechthebbende schriftelijk akkoord is gegaan met de betaling van de kosten, bedoeld in artikel 8.
2 0 13-290 Bladnummer
5/21
Raadsnummer Naam verordening
R i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g Nieuwegein 2013
Artikel 4 Weigeringsgronden 1. Een aansluitvergunning kan geweigerd worden als een aansluiting van een particuliere afvoerleiding of een wijziging van die aansluiting op het openbaar riool, de uitvoering van de gemeentelijke watertaken op het gebied van stedelijk afvalwater belemmert. 2. De aansluiting van de particuliere afvoerleiding op het openbaar riool of wijziging van die aansluiting is in ieder geval bezwaarlijk als: a. gedeputeerde staten een ontheffing heeft verleend aan het college op grond van artikel 10.33, derde lid, van de Wet milieubeheer; b. de aangevraagde aansluiting een lozing voor afvalwater betreft, waarvoor een omgevingsvergunning dan wel een vergunning op grond van de Waterwet is vereist, maar niet is verleend of niet toereikend is gelet op de lozingssituatie, of dat niet aan Bouwbesluit 2012 is voldaan; c. de lozing van het afvalwater de doelmatige werking van het openbaar riool en de RWZI belemmert moet voldoen om voor vergunningverlening in aanmerking te komen. Artikel 5 Beslistermijn 1. Het college beslist op de aanvraag voor een aansluitvergunning binnen zes w e k e n . 2. Het college kan de beslissing voor ten hoogste zes weken verdagen. 3. De aanvraag voor de aansluitvergunning wordt aangehouden indien de rechthebbende een aanvraag voor een omgevingsvergunning heeft ingediend die tevens gevolgen kan hebben voor de aansluitvergunning. 4. De rechthebbende w o r d t zo spoedig mogelijk schriftelijk van de aanhouding op de hoogte gesteld. Gedurende de a
g worden de t e r m i j n e n , bedoeld in het
eerste lid en tweede lid opgeschort totdat op de aanvraag van de omgevingsvergunning is beslist. 5. Na verlening van de omgevingsvergunning, beslist het college zo spoedig mogeli. k op de aanvraag, doch in elk geval binnen de t e r m i j n als bedoeld in het tweede lid. Artikel 6 Verzoek tot aansluiting of wijziging 1. De rechthebbende aan wie een aansluitvergunning is verleend, verzoekt aan de gemeente de aansluiting of wijziging van de aansluiting waarop die aansluitvergunning betrekking heeft uit te voeren. Deze aanvraag wordt ten minste zes weken voor de datum van aansluiting schriftelijk aangevraagd
j het college.
2. Bij het verzoek t o t aansluiting wordt het nummer van de aansluitvergunning vermeld. 3. Als de kosten van de aanleg van de aansluiting als bedoeld in artikel 8 reeds zijn voldaan, uit hoofde van een eerder door de rechthebbende met de gemeente gesloten overeenkomst of op andere wijze, moet de rechthebbende dit naast de in het tweede lid bedoelde gegevens bij het verzoek t o t aansluiting vermelden
Bladnummer
6/21
Raadsnummer Naam verordening
R i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g Nieuwegein 2013
4. Binnen zes weken na de ontvangst van het verzoek wordt in overleg met de rechthebbende de datum voor uitvoering van de aanleg of wijziging van de particuliere afvoerleiding vastgelegd. Artikel 7 Kosten aansluiting 1. Het college stelt een tarievenlijst vast. 2. Voordat het verzoek, bedoeld in het artikel 6, in behandeling wordt genomen ontvangt de rechthebbende een offerte van de verwachte kosten voor de aanleg van de aansluitleiding of wijziging daarvan. 3. De rechthebbende betaalt de werkelijke kosten voor de aanleg of wijziging van de aansluitleiding. Artikel 8 Uitvoering aanleg of wijziging aansluiting 1. De uitvoering van aanleg of wijziging van de particuliere afvoerleiding wordt uitsluitend door of namens de gemeente uitgevoerd. 2. De rechthebbende voert z e l f d e aansluiting van de particuliere afvoerleiding uit, nadat de gemeente de perceelaansluitleiding inclusief het aansluitpunt heeft aangelegd. 3. In overleg met de rechthebbende wordt in ieder geval door de gemeente bepaald: a. op welke plaats, op welke hoogte en met welke inwendige middellijn de voor het maken van een aansluitleiding noodzakelijke particuliere afvoerleiding het aansluitpunt kruist; b. of voor de kwaliteit en de goede werking van de aansluitl
ding voorzieningen in
de particuliere afvoerleiding moeten worden aangebracht voor het verpompen van water of ter voorkoming van het terugvloeien van stedelijk afvalwater indien de particuliere afvoerleiding te iaag is gelegen om onder vrij verval op het openbaar riool te lozen. 4. Na controle door de gemeente dekt de rechthebbende de aansluitleiding af. 5. Bij het toezicht op de uitvoering van de werkzaamheden, bedoeld in tweede lid, kan artikel 5.17 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht overeenkomstig worden toegepast. Artikel 9 Beheer: onderhoud, renovatie en vervanging 1. Het onderhoud, de renovatie dan wel de vervanging van de perceelaansluitleiding, wordt uitgevoerd door of namens de gemeente en voor rekening van de gemeente, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende werkzaamheden moeten worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van de particuliere afvoerleiding, in welk geval de kosten voor rekening van de rechthebbende of de veroorzaker komen. 2. Onder onjuist gebruik van de aansluitleiding wordt in ieder geval begrepen: a. het via de aansluitleiding lozen van stoffen dan wel voorwerpen die, vanwege hun aard en samenstelling, verstoppingen in de aansluitleiding, het op
ïbaar riool of in
het drainagestelsel veroorzaken of anderszins de werking van het openbaar riool negatief kunnen beïnvloeden;
2 0 13-290 Bladnummer
7/21
Raadsnummer Naam verordening
R i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g Nieuwegein 2013
b. het via de aansluitleiding lozen van stoffen die, door hun aard of concentratie, de constructie van de aansluitleiding aantasten; c. lozen van stedelijk afvalwater. 3. De kosten voor het beheer van de particuliere afvoerleiding komen voor rekening van de rechthebbende. 4. Bij wijziging door de gemeente van de hoogteligging van het aansluitpunt is de rechthebbende verplicht ervoor te zorgen dat de particuliere afvoerleiding hierop kan worden aangesloten op een zodanig wijze dat de afvoer vanuit het perceel ongehinderd kan plaatsvinden. Artikel 10 Storingen 1. Bij een verstopping of een andere storing in de aansluitleiding stelt de rechthebbende door middel van de ontstoppingsvoorziening vast in welk gedeelte van de aansluitleiding de verstopping zich bevindt. 2. Indien de verstopping zich op gemeentegrond bevindt, is de rechthebbende verplicht de gemeente in te schakelen om de verstopping te verhelpen. 3. Indien de verstopping zich bevindt in de particuliere afvoerleiding dan is de rechthebbende of gebruiker gehouden om zelf de verstopping of storing te verhelpen, tenzij de oorzaak van de verstopping afkomstig is van het openbaar riool. 4. Indien bij een ontstopping of andere storing verzuimd wordt om de gemeente in te schakelen, i de gemeente niet verplicht de reparatiekosten van het openbaar riool, gemaakt dooreen particulier te vergoeden. 5. Indien de rechthebbende niet op de hoogte is van de precieze locatie van de ontstoppingsvoorziening, wordt contact worden opgenomen met de gemeente. 6. Indien een verstopping op gemeentegrond, als bedoeld in het tweede lid, het gevolg is van onjuist gebruik door de rechthebbende, worden de kosten van het verhelpen van de verstopping door de rechthebbende betaald. Artikel 11 Zorgplicht 1. Bij sloop of andere werkzaamheden aan een op het openbaar riool aangesloten perceel is de rechthebbende verplicht om zodanige voorzieningen aan de particuliere afvoerleiding te treffen zodat iedere belemmering van het openbare riool en openbaar drainagestelsel wordt voorkomen. 2. Als de rechthebbende bij sloopwerkzaamheden niet voldoet aan de zorgplicht, heeft het college de bevoegdheid om de aansluiting op het openbaar riool en openbaar drainagestelsel af te sluiten en de hieraan verbonden kosten te verhalen op de rechthebbende.
Bladnummer
8/21
mummer am verord
R i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g Nieuw
n 2013
Artikel 12 Beëindiging gebruik
1. Indien het gebruik van een aansluitleiding definitief wordt beëindigd, wordt de aansluitvergunning ingetrokken, waarna de particuliere afvoerleiding dan wel leidingen door de rechthebbende wordt verwijderd. 2. Bij de beëindiging is de rechthebbende verplicht het college hiervan binnen vier weke voorafgiaand aan beëin ng van het rioolgebruik in kennis te stellen. 3. De rechthebbende onttrekt de locatie van de verwijderde particuliere afvoerleiding dan wel leidingen gedurende drie werkdagen niet aan het zicht. Na controle door de gemeente dekt de rechthebbende de locatie af. Artikel 13 Toezichthouders Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door het college aangewezen toezichthouders. Artikel 14 Slotbepalingen 1. De Verorde voon arden riolering 2005 en de Verordening aansluitvoorwaarden drainage 2005 worden ingetrokken. 2. Een krachtens de verordeningen, bedoeld in het eerste lid, verleende vergunning geldt als een vergunning verleend krachtens deze verordening. Het college kan deze ambtshalve vervangen door een vergunning krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften. 3. De aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die voor de datum van inwerkingtreding van deze verordening zijn ingediend vallen onder deze verordening. 3. Bij strijd van deze verordening met bepalingen in overeenkomsten gesloten tussen de gemeente en de rechthebbende, prevaleert het bepaalde in deze overeenkomst. Artikel 15 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van de bekendmaking. Artikel 1 6 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Riolering- en drainageverordening Nieuwegein 2013 Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 25 september 2013.
de griffier
de voorzitter
2 013-290 ladnummer
3/21
Raadsnummer Naam verordening
R i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g Nieuwegein 2013
Toelichting Riolering en drainageverordening Nieuwegein 2013 Algemeen De Waterwet bevat in de artikelen 3.5 en 3.6 de gemeentelijke zorgplichten voor regenwater en grondwater (verwezen wordt naar de toelichting bij artikel 4). Tegelijkertijd met de vastlegging van deze zorgplichten is in artikel 10.32a van de Wet milieubeheer aan de gemeenteraad de bevoegdheid verleend om bij verordening te bepalen dat: a. bij het brengen van afvloeiend hemelwater of van grondwater op of in de bodem of in een voorziening voor de inzameling en het transport van afvalwater, wordt voldaan aan de in die verordening gestelde regels, en b. het brengen van afvloeiend hemelwater of van grondwater in een voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater binnen een in die verordening aangegeven termijn wordt beëindigd. Het vaststellen van onderhavige verordening is derhalve geen verplichting. Inzameling en transport van stedelijk afvalwater zijn taken van de gemeente, op grond van artikel 10.33 Wet milieubeheer. Voor het uitvoeren van deze taak heeft de gemeente rioolstelsels aangelegd en zorgt de gemeente voor het beheer van deze stelsels. In het kader van een goed functionerend riool- en drainagestelsel is het derhalve wenselijk dat regels worden vastgesteld over de voorwaarden waaronder op het gemeentelijk riool- en drainagestelsel kan worden aangesloten. Met onderhavige verordening wordt de rechtsverhouding tussen de burger en de gemeente inzake de aansluiting op het openbaar rioolstelsel en het afkoppelen van afvloeiend hemelwater en het afvoeren van overtollig grondwater geregeld. In deze verordening worden voorwaarden gesteld aan de wijze waarop een aansluiting op het openbaar riool of een aansluiting op het openbare drainagestelsel kan worden verkregen. Daarnaast wordt geregeld wie verantwoordelijk is voor het beheer van de perceelaansluiting. Dit strekt tot voordeel van alle betrokken partijen, omdat er dan duidelijkheid bestaat over de verwachtingen die burgers en de gemeente van elkaar mogen hebben. Bestuursakkoord Water Doelmatiger organisatie, bestuur en uitvoering van het waterbeheer in Nederland heeft het kabinet als een van de prioriteiten gesteld. Een van de doelstelling is om besparingen te realiseren op de kosten voor het waterbeheer. Om tot een doelmatiger waterbeheer te komen hebben het rijk, provincies, gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven in 2011 de handen in een geslagen en die samenwerking heeft geresulteerd in Bestuursakkoord Water. Op basis van dit akkoord zijn afspraken gemaakt, o.a. ten aanzien van de inzameling van afwater. Het Gemeentelijk rioleringsplan, dat een beleidsvisie over het beheren van rioolstelsel en een uitvoeringsplan bevat ten aanzien van het inspecteren en onderhouden daarvan, vormt een leidraad daarin. In het Bestuursakkoord Water zijn
Bladnummer
10/21
Raadsnummer Naam verordening
i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g Nieu
'013
ten aanzien van samenwerking in afvalwaterketen de o.a. volgende afspraken gemaakt: • De zorgplicht voor inzameling van stedelijk afvalwater wordt aangepast, zodat geen provinciale ontheffing nodig is wanneer de gemeente om doelmatigheidso\
wegingen besluit in ee 1 deel van het b jitengebied geen
afvalwater in te zamelen; • Waterschappen passen de aansluitverordening niet meer toe. In aanvulling hierop richten gemeenten en waterschappen hun verordeningen zo in dat de wederzijdse taakuitoefening niet belemmerd wordt en doelmatig plaats kan vinden. • Bij de Tweede Kamer is een wetsvoorstel aanhangig om het specifieke toezicht door de provincies op het Gemeentelijk Rioleringsplan te laten vervallen. Voor zover in de regelgeving praktische belemmeringen worden gevonden voor een goede samenwerking in de waterketen of v o o r d e benodigde innovaties worden die door onderlinge afstemming weggenomen. Samenwerking met provincie en waterschap De gemeente Nieuwegein participeert samen met 13 andere gemeenten in het verzorgingsgebied van het waterschap Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en het waterschap zelf in het samenwerkingsverband Winnet. Dit samenwerkingsverband tracht door slim samen te werken een bijdrage te leveren aan een landelijke bezuinigingsdoelstelling voor gemeenten en waterschappen ( t e realiseren in 2020), de kwaliteit van de rioleringszorg te verbeteren, de kosten zo laag mogelijk te houden en de kwetsbaarheid in het personeelsbestand (weinig riooltechnici op de arbeidsmarkt) te verminderen. Besluit lozen buiten inrichtingen In dit besluit zijn regels opgenomen voor een groot aantal categorieën van lozingen die het gevolg zijn van activiteiten die plaatsvinden buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer. Het betreft onder andere lozingen van grondwater bij ontwatering, lozingen van afvloeiend hemelwater van wegen en andere verharde oppervlakken, lozingen vanuit gemeentelijke stelsels voor inzameling en transport van afvalwater, lozingen van huishoudelijk afvalwater vanuit bijvoorbeeld treinen en lozingen als gevolg van onderhoudswerkzaamheden aan vaste objecten. De onderhavige verordening moeten de regels uit de besluit in acht worden genomen. Huidig regime Tot op heden worden de voorwaarden voor aansluiting op het gemeentelijk riool- en drainagestelsel geregeld in twee aparte verordeningen (Verordening aansluitvoorwaarden riolering 2005 en Verordening aansluitvoorwaarden drainage 05). Gelet op de deels vernieuwde wettelijke kaders inzake waterbeheer en de ontwikkelingen op bestuurlijk niveau zoals hierboven aangeduid is het van belang
2 0 13-290 Bladnummer
11/21
Raadsnummer Naam verordening
R i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g Nieuwegein 2013
dat de huidige regels over aansluitvoorwaarden op het gemeentelijk riool- en drainagestelsel geactualiseerd worden. Toezicht en handhaving Het toezicht en de handhaving op deze verordening wordt uitgevoerd door het door college aan te wijzen toezichthouders. Op grond van de Mandaatregeling gemeente Nieuwegein (en het daarbij behorende mandaatregister) heeft het college deze bevoegdheid gemandateerd aan het hoofd van de afdeling Beheer. Het toezicht en de handhaving heeft o.a. betrekking op illegale aansluitingen, aangebrachte schade in, op of aan (riool)leidingen, illegale lozingen etc. op het gemeentelijk riool- en drainage. De gemeente kan bestuursrecht lijk handhaven door het opleggen van last onder bestuursdwang of het opleggen van een last onder dwangsom. De wettelijke bevoegdheid daarvoor is te vinden in artikel 125 Gemeentewet. Het gaat dan specifiek om de overtreding van het verbod om zonder aansluitvergunning een particuliere afvoerleiding op het aansluitpunt of het openbaar riool aan te brengen, in stand te houden ofte wijzigen (artikel 2 van deze verordening). Het toepassen van een last onder dwangsom zal in de praktijk praktischer en vooral een beter toepasbaar handhavingsinstrument dan het toepassen van een last onder bestuursdwang gelet op de zorgplichten die de gemeente op grond van de Waterwet heeft (verwezen wordt naar de toelichting bij artikel 2). Aansprake lijkstellinc De gemeente kan als eigenaar van het riool- en drainagestelsel derden aansprakelijk stellen in geval van schade (onrechtmatige daad) aan één van deze of beiden leidingenstelsels. Omgekeerd kunnen particulieren de gemeente aansprakelijk stellen voor schade op of aan hun perceel indien dat te wijten is aan het riool- of drainagestelsel. Opzet verordening Aansluitvergunning Uitgangspunt van de verordening is dat voor een nieuwe aansluiting of een wijziging van de bestaande aansluiting, een aansluitvergunning is vereist. In de aansluitvergunning worden de voorwaarden gesteld waaronderde rechthebbende een aansluiting kan verkrijgen en mag gebruiken. Deze voorwaarden betreffen bij een vergunning voor een nieuwe of gewijzigde aansluiting allereerst de technische eisen waaraan de particuliere afvoerleiding moet voldoen. De technische eisen betreffen het leidingverloop en de dimensionering en de hoogteligging van de aansluitleiding. Ook worden andere voorwaarden gesteld in het geval er een gescheiden rioolstelsel aanwezig is. Hierbij moet rekening worden gehouden met de in het Bouwbesluit 2012 genoemde bouwtechnische eisen. Daarnaast kunnen op basis van de verordening in de aansluitvergunning voorwaarden worden opgenomen
Bladnummer
12/21
Raadsnun ner Naam verordening
R i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g N i e u w e g e i n 2013
over onderhoud, renovatie en vervanging van de aansluitleiding en beëindiging van het gebruik van de aansluiting. Verantwoordelijkheden (rech
bij aansluitingen
voor gemeente
en
particulieren
thebbenden)
In het systeem van de verordening is een keuze gemaakt voor een verdeling van het beheer van de aansluitleiding, waarmee problemen als gevolg van de verdeling van de eigendom van een aansluitleiding worden voorkomen. Dit betekent dat de gemeente en de rechthebbende elk verantwoordelijk zijn voor het onderhoud van een deel van de aansluitleiding. Werkzaamheden aan de particuliere afvoerleiding vallen onder de verantwoordelijkheid van de rechthebbende op het aangesloten perceel. Het deel van de aansluitleiding vanaf het aansluitpunt naar het openbaar rioolstelsel wordt in de verordening de perceelaansluitleiding genoemd en staat onder beheerverantwoordelijkheid van de gemeente. Deze ligt meestal in openbare grond. Als nu b
jorbeeld een ve
is ontstaan
jartic
;re afvoerleiding, da
moet de rechthebbende op grond van de verordening zelf en voor eigen rekening zorg dragen voor het verhelpen van het probleem. Is er een verstopping ontstaan in de perceelaansluitleiding, bijvoorbeeld door ingroeiende boomwortels of door een verzakking, dan draagt de gemeente zorg voor de reparatie. Ock de kosten van onderhoud, renovatie en vervanging van de perceelaansluitleiding zijn voor de gemeente. De aanleg van de perceelaansluitleiding geschiedt door de gemeente of door een namens de gemeente in te schakelen aannemer. De perceeleigenaar betaalt de kosten op basis van een offertevoorstel. De gemeente kan in ieder geval niet tot feitelijke aanleg van de perceelaansluitleiding over gaan, voordat de rechthebbende zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met de kosten van de aanleg van de perceelaansluitleiding en deze kosten ook heeft betaald. De kosten moeten worden aangemerkt als genotsretributies in de zin van artikel 229 van de Gemeentewet. Dit betekent dat niet meer in rekening mag worden gebracht dan de daac
;rkelijke kosten die
gemoeid zijn met het aanleggen van een perceelaansluitleiding. Artikelsgewijs Artikel 1 Begripsbepalingen Artikel 1 bevat de begripsbepalingen. Om eenduidigheid van de begrippen in de verordening te bewerkstelligen wordt een tamelijk uitgebreide begrippenlijst gehanteerd. De meeste definities spreken voor zich. Hieronder wordt een nadere uitleg van een aantal begrippen gegeven.
Aansluitleiding
(onderdeel
a)
2 O 1 3 _2 9 O Bladnummer
13/21
Raadsnummer Naam verordening
Riolering en drainageverordening Nieuwegein 2013
De aansluitleiding is de benaming voor de gehele leiding vanaf de binnen riolering tot en met de aansluiting op het openbaar riool. Het openbaar riool is het deel van de riolering wat in eigendom en beheer is van de gemeente ten behoeve van de inzameling en transport van afvalwater. Onder dit begrip vallen eveneens rioolgemalen, persleidingen, vacuümleidingen, werken en installaties van overeenkomstige aard in beheer bij de gemeente. De particuliere afvoerleiding maakt geen deel uit van het openbaar riool. Deze aansluitleiding wordt volgens de definities vervolgens onderverdeeld in de particuliere afvoerleiding, het aansluitpunt en de perceelaansluitleiding. Aansluitpunt (onderdeel b) Omdat het aansluitpunt de scheidingslijn vormt tussen de beheerverantwoordelijkheid van de gemeente en de beheerverantwoordelijkheid van de perceeleigenaar is het belangrijk dat een duidelijke definitie wordt gegeven van het aansluitpunt. In de gemeente Nieuwegein wordt voor nieuwe situaties als aansluitpunt aangemerkt: • De ontstoppingsvoorziening, gelegen op of nabij de kadastrale eigendomsgrens op het terrein van de particulier • Bij afwezigheid van de ontstoppingsvoorziening bij een vrij verval stel stel het punt waar de aansluitleiding de kadastrale eigendomsgrens snijdt • Bij afwezigheid van de ontstoppingsvoorziening bij een mechanisch stelstel het punt,gelegen op 0,5 meter van een gemeentelijke voorziening. Bij dit laatste kan gedacht worden aan een (pomp)put. Schematisch ziet het een en ander er als volgt uit. — ► Kadastrale ekjendomsgrens PerceetaansiuiueKfng Partciüere afvoerieiding 4
■ Beneersgrens OCT
mrziening
AA Openbaar riool
Rechthebbende (onderdeel s)
AartsksttevMnq
Bladnummer
14/21
Raadsnummer Naam verordening
R i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g N i e u w e g e i n 2013
De rechthebbende is degene die een aansluitvergunning kan aanvragen. De rechthebbende is de perceeleigenaar. Tevens worden als rechthebbende aangemerkt: • de zakelijke gerechtigde van een aan te sluiten perceel • de rechtsopvolgers van deze eigenaren of zakelijk gerechtigden, zodat de vergunning geldig b ijft in geval het perceel )ijvoorbeeld wordt verkocht • vereniging van eigenaren • de rechthebbende die zijn eigendom verhuurt. Hij moet er voor zorgen dat de huurder de voorschriften van de aansluitvergunning naleeft. Dit geldt ook als de verhuurder een woningbouwvereniging is. De woningbouwvereniging is als rechthebbende (vergunninghouder) het aanspreekpunt in relatie tot de gemeente, Stedelijk afvalwater (onderdeel v) Deze definitie is overgenomen uit de Wet milieubeheer. Het centrale begrip stedelijk afvalwater omvat het huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater. Met bedrijfsafvalwater wordt bedoeld het afvalwater dat afkomstig is van een bedrijfje, niet zijnde een inrichting in de zin van de Wet milieubeheer. Voor deze gevallen is ook het'Besluit lozen buiten inrichtingen; (Staatsblad 2011, nr. 153) in werking getreden. Stedelijk afvalwater is gedefinieerd als een mengsel van huishoudelijk afvalwater met een andere soort afvalwaterstroom en dit betreft niet bijvoorbeeld alleen de afvalstroom voor afvloeiend hemelwater. Hemelwater waarvan het redelijkerwijs niet van de rechthebbende kan worden gevergd dat het op of in de bodem of in het oppervlaktewater wordt gebracht is hierbij inbegrepen. Artikel 2 Vergunningplicht
In artikel 2 wordt bepaald dat aansluiting van een particuliere afvoerleiding op de openbare riolering of wijziging van een dergelijke aansluiting, verboden is zonder aansluitvergunning. De aansluitvergunning geldt ook voor het in stand houden van een aansluiting. Beschikking Een aansluitvergunning is een beschikking in de zin van de Algemene wet bestuursrecht. Bijzondere bepalingen omtrent beschikkingen zijn te vinden in hoofdstuk 4, titel 4.1 van genoemde wet. In de aansluitvergunning kan een aantal voorschriften worden opgenomen over de particuliere afvoerleiding zoals die aanwezig moet zijn op het moment dat de aansluiting tot stand gebracht wordt. Daarnaast kunnen de voor de rechthebbende geldende regels uit de verordening met betrekking tot het onderhoud, de renovatie, vervanging en sloop, in de aansluitvergunning worden vermeld. In lid 3 wordt aangegeven, dat burgemeester en wethouders alleen aansluitvergunningen verlenen voor aansluitingen die overeenstemmen met het
2 0 13-290 Bladnummer
15/21
Raadsnummer Naam verordening
R i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g Nieuwegein 2013
openbaar riool ter plaatse. Dit betekent dat er bijvoorbeeld geen aansluitvergunning kan worden verkregen voor de gemengde afvoer van afvloeiend hemelwater en het overige afvalwater als ter plaatse een gescheiden stelsel ligt. Wanneer er een gescheiden stelsel ligt, dan dient daar ook gebruik van te worden gemaakt door de juiste afvalwaterstroom aan te bieden aan het daarvoor bedoelde leidingstelsel, tenzij redelijkerwijs niet kan worden gevergd dat het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater wordt gebracht. Ook kan bijvoorbeeld geen vergunning worden verleend voor een hemelwateraansluiting op drukriolering. Binnen de gemeente Nieuwegein is een (verbeterd) gescheiden stelsel en een drainagestelsel. Voor de verschillende afvalwaterstromen zijn daarom bepalingen opgenomen waarvoor vergunning kan worden verleend. Met deze bepaling in lid 3 is een duidelijke basis gelegd voor handhavend optreden. De gemeente kan bij de handhaving van deze verordening niet overgaan tot het afsluiten van een aansluitleiding als dit tot gevolg heeft dat de rechthebbende niet meer in staat is zijn afvalwater van het perceel af te voeren. De gemeente zou dan in strijd handelen met haar zorgplicht van artikel 10.33 Wet milieubeheer. In plaats van op deze wijze bestuursdwang toepassen, zou in deze gevallen het opleggen van een dwangsom uitkomst kunnen bieden. Het eerst proberen o ifvloeiend hemelwater of grondwater op eigen terrein te bergen, past binnen de watertrits vasthouden - bergen - afvoeren. Binnen de bebouwde kom van gemeente Nieuwegein is infiltratie in de bodem veelal niet mogelijk gezien de grondwaterstand. Er is daarom een drainagestelsel aangelegd. Als de aansluitvergunning is verleend verzoekt de rechthebbende aan burgemeester en wethouders om de perceelaansluitleiding aan te leggen zoda e rechthebbende hierop kan aansluiten (zie artikel 6). Om te voorkomen dat de gemeente aansluitvergunningen verleent voor percelen waar uiteindelijk geen aansluiting tot stand wordt gebracht, kunnen burgemeester en wethouders als een jaar na de vergunningverlening nog geen verzoek is gedaan tot aansluiting, de vergunning van rechtswege laten vervallen. Artikel 3 Aanvraag Artikel 3 bepaalt dat de aansluitvergunning moet worden aangevraagd door de rechthebbende. Om dit te vereenvoudigen, moet de aanvraag worden gedaan met een daartoe bestemd formulier. In het tweede lid is vastgelegd waaraan de aanvraag moet voldoen Een aanvraag voor een aansluiting op riool of drainage kan als volgt worden ingediend. Het aanvraagformulier is te downloaden van de website: www.Nieuwegein.nl trefwoord rioolaansluiting, riool- en drainage-aansluiting, aanvraagformulier riool- en drainage-aansluiting. Een aanvraag voor een riool- of drainage-aansluiting kan ook digitaal worden ingediend, met of zonder DigiD via: http://www.Nieuwegein.nl/infotype/loket/product/view.asp?objectID=425. Kies
Bladnummer
16/21
Raadsnummer Naam verordening
R i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g Nieuwegein 2013
vervolgens: Direct digitaal uw aanvraag riool- en drainage-aansluiting indienen. Voor particulieren met DigiD wordt vervolgens een aantal gegevens automatisch ingevuld. Artikel 4 Weige
g va
uitvergu
ing
In artikel 4 is vastgelegd op welke gronden de vergunning geweigerd kan worden. In lid 1 is aangecieven, dat het moet gaan om redenen die de goede uitvoering van de gemeentelijke watertaken op het gebied van stedelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater belemmeren. Dit kunnen bijvoorbeeld juridische of milieuhygiënische weigeringsgronden zijn waardoor de doelmatige inzameling en afvoer van het riool worden belemmerd. Naast de gronden die in deze verordening genoemd zijn, gelden ook de algemene regels ten aanzien van lozingen in het Activiteitenbesluit (voor inrichtingen), het Besluit lozen afvalwater huishoudens en het Besluitlozen buiten inrichtingen. Wanneer bijvoorbeeld de lozing van afvalwater de doelmatige werking van het openbaar riool en/of de RWZI belemmert, kan geen vergunning verleend worden. In lid 2 worden voorbeelden gegeven van mogelijke weigeringsgronden voor aansluiting op de openbare riolering. De in lid 2 genoemde weigeringsgronden zijn niet uitputtend bedoeld en moeten worden gezien als ondersteuning van de motivatie om een vergunning te weigeren. Bij een weigering wordt altijd aangegeven, aan welke eisen moet worden voldaan om alsnog voor de aansluitvergunning in aanmerking te komen. Waterwet De Waterwet regelt in artikel 3.5 en 3.6. een hemelwaterzorgplicht en een zorgplicht voor grondwater voor gemeenten, naast de al langer bestaande zorgplicht voor afvalwater in de Wet milieubeheer. De afvalwaterzorgplicht, grondwaterzorgplicht en de hemelwaterzorgplicht zijn van belang in deze verordening. De afvalwaterzorgplicht houdt in het k -t in dat de gemeente de zorgplicht heeft om stedelijk afvalwater in te zamelen en te transporteren naar een zuiveringstechnisch werk van stedelijk afvalwater. De hemelwaterzorgplicht houdt in dat de gemeenteraad of het co ege van burgemeester en wethouders zorg dragen voor een doelmatige inzameling en verwerking van het afvloeiend hemelwater, voor zover van diegene die zich daarvan ontdoet, voornemens is te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen. De grondwaterzorgplicht houdt in dat het gemeentebestuur zorg dient te dragen voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van de beheerder of de provincie behoort. De rioolaansluitverordening sluit hier op aan.
2 013-290 Bladnummer
17/21
Raadsnummer am verordening
R i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g Nieuwegein 2013
Artikel 5 Beslistermijn Burgemeester en wethouders moeten op grond van artikel 5, lid 1, binnen 6 weken beslissen op de aanvraag. Deze termijn moet voldoende zijn om een aanvraag voor een aansluitvergunning te behandelen,. In geval de rechthebbende voor het betreffende perceel een aanvraag voor een omgevingsvergunning heeft lopen (voor zover het de bouwvergunning en/of een milieuvergunning betreft), wordt de aanvraag voor de aansluitvergunning aangehouden totdat deze vergunning is verleend. Een weigering van de omgevingsvergunning vormt een directe weigeringsgrond voor de aansluitvergunning. Deze weigeringsgrond is opgenomen in artikel 4. Artikel 6 Verzoek tot aansluiting of wijziging In artikel 7 is vastgelegd hoe de rechthebbende na het verkrijgen van de aansluitvergunning een verzoek kan doen tot aansluiting op het openbaar riool. Na het indienen van een verzoek dient de gemeente binnen zes weken een afspraak te maken om de werkzaamheden uit te voeren. Artikel 7 Kosten aansluiting De rechthebbende betaalt de werkelijke kosten van de aansluitleiding. Burgemeester en wethouders informeren hem vooraf over de hoogte van het bedrag, nadat een offerte bij een aannemer is gevraagd. De gemeente kan in ieder geval niet worden gehouden tot feitelijke aanleg van de perceelaansluitleiding over te gaan, voordat de rechthebbende zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met de kosten van de aanleg van de perceelaansluitleiding. Wanneer de kosten reeds op een andere manier verhaald zijn of worden, bijvoorbeeld in het kader van de grondexploitatie, dan worden deze niet in rekening gebracht. Artikel 8 Uitvoering aanleg of wijziging aansluiting In artikel 8 wordt bepaald dat de aanleg van de perceelaansluitleiding geschiedt door of vanwege de gemeente. Bij vaststelling van het tijdstip van uitvoering wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met het door de rechthebbende gewenste tijdstip. De afspraak zal schriftelijk door de gemeente aan de rechthebbende worden bevestigd. Nadat de gemeente de perceelaansluitleiding heeft laten aanleggen, sluit de rechthebbende zijn particuliere afvoerleiding aan op de perceelaansluitleiding. Daarna moet het aansluitpunt nog drie werkdagen in het zicht blijven zodat de gemeente kan controleren of de aansluiting deugdelijk tot stand is gebracht. Op basis van art. 6.18 lid 5 Bouwbesluit 2012 kan de gemeente aanwijzingen geven over de wijze waarop de particuliere afvoerleiding de gevel van het bouwwerk dan wel de grens van het terrein moet kruisen, en of voorzieningen moeten worden aangebracht om het terugvloeien van afvalwater of hemelwater te voorkomen wanneer de leiding te laag is gelegen of niet onder vrij verval kan afstromen en bij gevolg het water moet worden verpompt. Tevens kan de gemeente aanwijzingen geven die betrekking hebben op de kwaliteit en de dimensionering van de
Bladnummer
'21
Raadsnummer Naam verorde ling
R i o l e r i n g en d r a i n a t e v e r o r d e n i n g Nieuwegein 2013
particuliere afvoerleiding en de in deze leiding op te nemen voorzieningen voor been ontluchting. In een omgevingsvergunning kan de gemeente in de voorschriften daar aanvulling aan geven. Nu dit reeds in het Bouwbesluit 2012 is geregeld, hoeft dit niet in deze verordening te worden geregeld. Artikel 6.18, vijfde lid. Bouw lesluit 2012 luidt als volgt Op aanwijzing van het bevoegd gezag wordt bepaald: a. indien voor de afvoer van huishoudelijk afvalwater een openbaar vuilwaterriool of een systeem als bedoeld in artikel 10.33, tweede lid, van de Wet milieubeheer aanwezig is waarop aangesloten kan worden: op welke plaats, op welke hoogte en met welke inwendige middellijn de voor aansluiting van een afvoervoorziening als bedoeld in artikel 6.16 op dat riool of dat systeem noodzakelijke perceelaansluitleiding bij de gevel van het bouwwerk dan wel de grens van het erf of terrein wordt aangelegd; b. indien voor de afvoer van hemelwater een openbaar hemelwaterstelsel of een openbaar vuilwaterriool aanwezig is waarop aangesloten kan worden en hemelwater op dat stelsel of riool mag worden gebracht: op welke plaats, op welke hoogte en met welke inwendige middellijn de voor aansluiting van een afvoervoorziening als bedoeld in artikel 6.17 op dat stelsel of riool noodzakelijke perceelaansluitleiding bij de gevel van het bouwwerk dan wel de grens van het erf of terrein wordt aangelegd, en c. of, en zo ja welke voorzieningen in de afvoervoorziening of de op het erf of terrein gelegen riolering moeten worden aangebracht om het functioneren van de afvoervoorzieningen, naburige aansluitingen en de openbare voorzieningen voorde inzameling en het transport van afvalwater te waarborgen. In het vijfde lid wordt expliciet geregeld dat werkzaamheden kunnen worden stilgelegd in combinatie met de oplegging van een last onder dwangsom indien die werkzaamheden niet conform de voorschriften worden uitgevoerd. Hierbij dient gedacht te worden aangebrachte schade aan het gemeentelijk riolering- of drainagestelsel of schade aan andere objecten in de openbare ruimte. Er is aansluiting gezocht bij artikel 5.17 van de Wabo door deze bepaling van overeenkomstige toepassing te bepalen. Artikel 9 Beheer, onderhoud, renovatie en vervanging Artikel 9 bevat nadere regels over het onderhoud, de renovatie en vervanging van de aansluitleiding. In het eerste lid is aangegeven, dat onjuist gebruik van de aansluitleiding niet is toegestaan. In het tweede lid staan een aantal omstandigheden, die in ieder geval onder 'onjuist gebruik' vallen. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld het gebruik, het doorspoelen van vochtige doekjes of het lozen van afvloeiend hemelwater op drukriolering. De gemeente verricht op haar eigen kosten de onderhouds- en herstelwerkzaamheden aan de perceelaansluitleiding, tenzij het aannemelijk is dat de betreffende
2 0 13-2 Bladnummer
19/2]
Raadsnummer Naam verordening
R i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g Nieuwegein 2013
onderhouds- of herstelwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd ten gevolge van een onjuist gebruik van de aansluitleiding door de rechthebbende of de gebruiker. In dat geval komen de kosten voor rekening van de rechthebbende. Tevens moet de rechthebbende zorgen dat de door hem gebruikte aansluiting vrij blijft van aanslag, slib, en dergelijke, waardoor op den duur de leiding verstopt kan raken. De rechthebbende is zelf verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de particuliere afvoerleiding, tenzij aantoonbaar is dat de noodzaak tot onderhoud is veroorzaakt door terugstroming van afvalwater uit het openbaar riool. Wanneer de gemeente de hoogteligging van het aansluitpunt wijzigt, moet de rechthebbende ervoor zorgen dat de particuliere afvoerleiding hierop kan worden aangesloten. Dit moet op een zodanig wijze dat de afvoer vanuit het perceel ongehinderd kan plaatsvinden. De kosten die hieraan zijn verbonden blijven voor rekening van de rechthebbende, tenzij het aansluitpunt hoger komt te liggen dan de hoogte ten tijde van de aansluiting. Bij een wijziging van de kadastrale grens dient de ontstoppingsvoorziening op kosten van de rechthebbende verplaatst te worden. Artikel 10 Storingen In artikel 10 is een calamiteitenregeling opgenomen. Bij verstoppingen laat de rechthebbende onderzoek doen naar de oorzaak van de verstopping. Als de verstopping zich in het openbaar ge ed bevindt, moet de gemeente worden ingeschakeld. De gemeente draagt vervolgens zorg voor het verhelpen van de verstopping. Indien men niet de gemeente inschakelt, maar de werkzaamheden volledig laat verri ten door een eigen ingeschakeld bedrijf, vergoedt de gemeente deze kosten niet. Als de verstopping zich in het particuliere deel van de aansluitleiding voordoet, dan behoort dit tot de zorg van de rechthebbende. Wanneer de rechthebbende niet op de hoogte is van de locatie van de ontstoppingsvoorziening, kan contact gezocht worden met de gemeente. De gemeente beschikt over kaartmateriaal waarop de ontstoppingsvoorzieningen zijn aangegeven. Verwezen wordt naar het verstoppingsbeleid van de gemeente Nieuwegein, te vinden op de gemeentelijke website onder het trefwoord: riolering. Deze schakelt een gekwalificeerde aannemer in, die onderzoekt of het een verstopping betreft in de particuliere afvoerleiding of het openbaar riool. De rechthebbende is voor aanvang van de werkzaamheden een borg verschuldigd, als bedoeld in de tarievenlijst.
Artikel 11 Zorgplicht In artikel 11 zijn bepalingen opgenomen over de zorg die betracht moet worden bij werkzaamheden, bijvoorbeeld sloopwerkzaamheden, die schade kunnen veroorzaken aan het openbaar riool. Hierb j kan gedacht worden aan verzanding van het riool. In
Bladnummer
20/2:
Raadsnummer Naam verordening
Riolering en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g Niei v e g e i n 2 0 1
het belang van het openbaar riool heeft de gemeente de bevoegdheid om de aansluiting op het openbaar riool op kosten van de rechthebbende af te sluiten als de rechthebbende zelf geen voorzieningen treft om schade aan het openbaar riool te voorkomen. tikel 12 Beëindiging gebruik In dit artikel is vastgelegd dat bij definitieve beëindiging van het gebruik van een aansluitleiding, de aansluitvergunning wordt ingetrokken en de leiding wordt verwijderd. Per geval zal bekeken worden of de gehele aansluitleiding moet worden verwijderd of dat slechts de particuliere afvoerleiding zal moeten worden verwijderd, waarbij de perceelaansluitleiding wel behouden blijft. In het licht van de plicht van de gemeente om te zorgen voor de doelmatige inzameling en het doelmatig transport van afvalwater kan het gewenst zijn dat de perceelaansluitleiding behouden blijft. Zeker als het gaat om beëindiging van het gebruik vanwege sloop en herbouw van de bestaande bouw zal het beter kunnen zijn om te bepalen dat slechts de particuliere afvoerleiding moet worden verwijderd. Artikel 13 Toezichthouders Op grond van dit artikel dient het college toezichthouders aan te wijzen. In artikel 5:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), wordt aangegeven dat onder toezichthouder wordt verstaan: Een natuurlijk persoon, die bij of krachtens een wettelijk voorschrift is belast met het houden van toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens enig wettelijk voorschrift. Een persoon die aangewezen is als toezichthouder beschikt in beginsel over alle in afdeling 5.2 van de Awb opgenomen bevoegdheden. Op grond van artikel 5:14 van de Awb kunnen deze bevoegdheden bij verordening of bij besluit van het college worden beperkt. In dit verband is tevens artikel 5:16a van de Awb van belang. Hierin staat beschreven dat een toezichthouder bevoegd is van personen inzage te vorderen van een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht. Het college wijst in de regel een gemeentelijke afdeling of dienst aan waarvan de ambtenaren zijn belast met het toezicht op de naleving van de verordening. Voorts kan het college ambtenaren aanwijzen van andere afdelingen of diensten. De aanwijzing is in algemene zin reeds gemandateerd aan het hoofd van de afdeling Beheer. Verwezen wordt naar het mandaatregister van de Mandaatregeling Niei gein.
Artikel 14 Slotbepalingen Met de inwerkingtreding van deze verordening worden de Verordening aansluitvoorwaarden riolering 2005, de Verordening aansluitvoorwaarden drainage
2 0 13-290 Bladnummer
21/21
Raadsnummer Naam verordening
R i o l e r i n g en d r a i n a g e v e r o r d e n i n g Nieuwegein 2013
2005 ingetrokken. In deze verordening is een overgangsregime opgenomen voor besluiten die b j krachtens de oude verordeningen zijn genomen. Indien dat niet zou worden gedaan zouden al deze besluiten opnieuw genomen moeten worden (verleende aansluitvergunningen). Aanvragen tot aansluiting of wijziging van een aansluiting die na de inwerkingtreding van de nieuwe verordening nog in behandeling moeten worden genomen, worden behandeld volgens de regeling in de verordening. Door middel van lid 1 van artikel 14 worden op alle reeds bestaande aansluitingen de bepalingen met betrekking tot het beheer en onderhoud en de zorgplicht bij verwijdering en sloop van toepassing verklaard. Uiteraard mag deze toepassing geen strijd opleveren met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Bij wijziging van een bestaande aansluiting bestaat de plicht om daarvoor een aansluitvergunning te verkrijgen. Omdat het denkbaar is dat voor het tot stand brengen van aansluitingen op het openbaar riool in het verleden met perceeleigenaren overeenkomsten zijn gesloten waarin afspraken zijn gemaakt die strijd opleveren met deze verordening. In het derde lid is vastgelegd dat in dergelijke situaties de bepalingen van de overeenkomst prevaleren. Het zou immers in strijd zijn met het rechtszekerheidsbeginsel als deze afspraken zomaar opzij worden gezet.