© The Challenge 2015
1
Beste Hunter, Survivor,
Een goede voorbereiding is onontbeerlijk! Als hulpmiddel bieden we je hiervoor deze Tutorial aan. Je zal alle informatie goed kunnen gebruiken want het wordt voor iedereen weer een stap in het onbekende! Vergeet niet op regelmatige basis te surfen naar onze Facebook pagina en de website: www.huntorsurvive.be . Bij vragen kan je ons steeds bereiken via mail (
[email protected]) of aarzel niet om ons aan te spreken!
Veel succes en … Hunt or survive! Core
Praktisch » Transport – bagage – … PAG.3| Woordenboek » Zonder kennis van de juiste terminologie sta je nergens! PAG.4|Gedrag – Tips » Ken je tegenstander. PAG.8|
Orientatie »
Hoe gebruik ik een stafkaart en kompas? PAG.10
|
Cammouflage » Lang leve de kameleon. PAG.17| Coderingen » Wat & hoe. PAG.18|Kledij » Nat of kou? PAG.22|Rugzak » Tips en tricks… PAG.24
PAG.25
|
© The Challenge 2015
|Reglement » Dura lex sed lex.
Veiligheid »
Prioriteit 1! PAG.25
|
2
Vertrek: Survivors: Vrijdagavond 24 april 2015, 20u30 - locatie hebben jullie ontvangen via brief. Hunters: Vrijdagavond 24 april 2015, 20u00 - locatie hebben jullie ontvangen via brief.
Terug:
Zondag 26 april 2015 rond 13u30 op de markt van Ternat.
Transport Voor de Survivors wordt er gratis busvervoer voorzien, de Hunters staan zelf in voor het transport naar de spellocatie.
Eten Survivors: Zaterdagavond staat er een warme maaltijd klaar, zondag een uitgebreide brunch. Hunters: Ontbijt, middag- en avondmaal op zaterdag, zondag een uitgebreide brunch. Hunters kunnen tijdens het spel drank bekomen tegen democratische prijzen.
Logies Voor de survivors is er enkel een slaapplaats voor zaterdagnacht voorzien. De hunters kunnen vrijdag overnachten in de slaapzaal van het hunterkot, hier is ook een kleine keuken en sanitair aanwezig.
Wat neem je mee
Zowel survivors als hunters: • Goede stapschoenen • Regenkledij • Zaklamp • Reflecterend materiaal (fluovestje, fluolintjes) • Bord (of gamel), beker en bestek • Wasgerief (handdoeken, zeep, tandpasta, tandenborstel) • Slaapzak en veldbed/matje/luchtmatras (er zijn geen bedden voorzien)
Extra voor survivors • • • • • •
Eten voor vrijdag-zaterdag Drank Badhanddoek EHBO-kit! Bagage voor zaterdagavond - zondag o Zorg voor een sportzak waar je al je reservemateriaal instopt en geef deze vrijdag af aan de organisatie, zo moet je niet alles meesleuren. volgende hulpmiddelen zijn verboden voor de survivors: o Elektronische apparatuur: GSM, Smartphone, GPS, digitaal kompas,… o Eigen SIM-kaart o Kompas of verrekijker o Persoonlijke rugzak of andere vorm van draagtas,...
© The Challenge 2015
3
Extra voor de hunters • • •
Zoeklichten Verrekijkers – nachtkijkers Transportmiddel
Concept Elk jaar wordt het concept grondig omgegooid en blijven de details strikt geheim tot op het challenge-weekend. Het basisconcept van The Challenge is eenvoudig. Er zijn twee soorten spelers: ‘Hunters’ en ‘Survivors’.
Survivors De survivors vertrekken per twee met minimaal twee sleutels. Hun opdracht: bereik tijdig ‘home’ zonder opgepakt te worden door de hunters. Tactiek is naast uithouding erg belangrijk. Als survivor word je aan je lot overgelaten en stap je gegarandeerd heel wat kilometers af. Je zal steeds op je hoede moeten zijn voor de hunters die overal kunnen opduiken.
Survivorcoach De survivorcoach staat aan de zijde van de survivors en tracht de survivors te helpen waar mogelijk. Bij elke poort moeten de survivors steeds telefonisch contact opnemen met de survivorcoach. De survivorcoaches zitten in het survivorkot, volledig gescheiden van Core (spelleiding).
Survivor guidelines Op vrijdagavond krijgen de survivors hun laatste richtlijnen en voorwaarden om home te kunnen bereiken. Al deze regels en praktische info staan in de ‘survivor guidelines’.
Hunters Het doel van de hunters is om zoveel mogelijk survivors op te pakken die op weg zijn naar home en hun sleutel te veroveren. De hunters werken samen als 1 groep. Zij mogen alle middelen gebruiken die ze zelf kunnen bedenken en regelen. Door het grondig afspeuren van het spelterrein én door het oplossen van allerlei opdrachten en raadsels kunnen ze er voor zorgen dat de survivors ‘home’ niet kunnen bereiken. Voor alle tactische besprekingen of om even op adem te komen kunnen de hunters gebruik maken van het hunterkot. Als hunter word je fysiek minder zwaar op de proef gesteld maar weet dat het een intensief en inspannend weekend wordt! 24 uur lang jacht maken op survivors vraagt zijn tol!
© The Challenge 2015
4
Hunterkot Dit is het hoofdkwartier van de hunters. Het is een weekendplaats die tijdens het spel ter beschikking staat van de hunters. Hier worden de zoekteams uitgezonden en worden de tactische beslissingen genomen. Ook staat er een kleine keuken, sanitair en een slaapzaal ter beschikking, dit is natuurlijk géén 4 sterrenlocatie.
Huntercoach De huntercoach staat de hunters bij met raad en daad. De huntercoach staat aan de zijde van de hunters en staat steeds paraat in het hunterkot.
Sleutels Elk survivorduo krijgt bij de start een aantal sleutels. Als een survivor getikt wordt door een hunter moet het survivorduo één sleutel afgeven. Als het duo geen sleutel meer overhoudt dan is het spel afgelopen voor dit duo. In ruil voor een sleutel krijgt het survivorduo een wildcard. De hunters moeten het veroveren van een sleutel onmiddellijk melden aan de huntercoach en deze sleutel binnenbrengen in het hunterkot.
Wildcard De wildcard is een tijdelijke vrijgeleide voor de survivors. Als het survivorduo een sleutel verliest krijgen ze in ruil een wildcard. Met deze wildcard kunnen ze zich vrij bewegen over het spelterrein maar kunnen ze niet meer actief deelnemen aan het spel (oa alle poorten zijn gesloten). Men kan home dus niet binnen met een wildcard die nog niet verlopen is. Een wildcard gebruiken de survivors om zich weer kunnen te verstoppen voor de hunters. Een wildcard beschermt ze voor 60 min. Na het verlopen van een wildcard kan een survivorduo niet onmiddellijk op weg naar home maar moet het eerst een extra poort passeren (onafhankelijk van hun puntenaantal).
Home Dit is het einddoel van de survivors. De hunters trachten te verhinderen dat er een survivorduo home kan bereiken. Om home te bereiken moet het survivorduo twee grote stappen doorlopen: 1) Voldoende punten verzamelen via poorten. 2) Op weg naar ‘Home’! Wat home is kom je pas te weten op het weekend zelf.
Poorten Survivors verdienen punten door verschillende poorten te passeren. Het aantal punten dat een duo verdient bij een poort is afhankelijk van de afstand tussen deze poort en de vorige poort van dit duo (zie tekening). Poorten kunnen gekend zijn door de hunters! Regels: • Er staat een maximum op het aantal punten dat een duo kan verdienen tussen twee poorten (een survivorduo zal dus een minimum aantal poorten moeten passeren). • Afstand wordt gerekend in vogelvlucht en ligt vast (stand wordt bijgehouden door survivorcoaches). • Afstanden worden afgerond naar beneden! Vb 1,8 Km levert 1,5 punten op.
© The Challenge 2015
5
Poort Survivorduo
1p 1p
2p
HOME
Spelgebied Aandacht: • Survivors kunnen vrij hun route kiezen! • Tactiek is enorm belangrijk: o Route bepalen o Veel of weinig poorten (snel weinig punten sprokkelen of traag maar veel) o Terreinkeuze
GPS loggers Elk survivorduo krijgt een GPS-logger mee. Deze GPS-logger zal voor de survivors de verschillende poorten alsook de route, snelheid en het tijdstip opslagen. De GPS-logger vormt de ultieme controle om HOME te bereiken. Werking: 1. Survivorduo begeeft zich naar de poort. 2. Duo belt onmiddellijk naar de survivorcoach en legt de poort vast in de GPS-logger. Opgepast: de tijd wordt gelogd en moet kloppen met de tijd waarop je belt met de survivorcoach.
© The Challenge 2015
6
Credit
Een credit is een kaartje ter grootte van een bankkaart met langs de ene kant het logo van The Challenge en langs de andere kant een barcode. Deze barcode is een unieke code. Tijdens het challenge-weekend kan het bezitten van een credit een groot voordeel opleveren. Credits kan je verdienen in de aanloop naar het challenge - weekend of op het weekend zelf. In sommige gevallen moet je niet op zoek naar een kaartje maar enkel naar de unieke code.
Toepassingen survivors: Als voorbeeld hier toepassingen van de vorige editie: • verdienen van extra sleutel • joker • aantal ‘gratis’ punten • binnenroepen hunterauto’s Toepassingen hunters: Alle juiste info krijgen jullie van de huntercoaches op het challenge-weekend, als voorbeeld hier de toepassingen van de vorige editie: • spy = verklikker hangen aan sector • bitch = verhogen van score om home binnen te geraken met 2 punten • locator = lokalisatie van één bepaald survivorduo (laatste sector & tijdstip) • snapshot = snapshot van spelgebied (laatste positie survivors (geen tijd)) • headhunter = -1 punt voor koplopend survivorduo, dit punt gaat naar duo met minste punten • gate killer = alle poorten -1 punt
Divine Om credits van de hunters te activeren en het spel te sturen staat er in het hunterkot een computer opgesteld. Deze computer is almachtig (lees: vrouwelijk) en heet Divine. Divine wordt bestuurd door de huntercoach.
© The Challenge 2015
7
ALGEMEEN Het is erg belangrijk om de tegenstander te kennen. Wat is de tegenstander van plan? Tracht te denken zoals de tegenstander! Zonder een grondige studie van de stafkaarten sta je nergens! Goed kunnen kaartlezen is voor ALLE deelnemers van zeer groot belang! → Gebruik van kaart en kompas (zie “Orientatie”) → Kaartstudie • Terrein o Bos o Weiland o Bebouwing o Hoogtelijnen • Verplichte doorgangen - grenzen o Grote assen o Waterlopen o Spoorwegen • Routes o Kortste weg is niet altijd de beste weg o Vanuit omgekeerde richting bekijken
Survivors
Gebaseerd op de survivors die bij vorige edities HOME konden bereiken geven we je hier een aantal tips: • • • • • • • • • • • •
Voorbereiding is erg belangrijk! Wees steeds op je hoede! Vermijd zo veel mogelijk winkels, café’s, frituren, … Vermijd de verharde wegen. Een beetje paranoia is zeker niet slecht. Las voldoende rustpauzes in zodat je genoeg energie overhoudt om te vluchten indien nodig. Enkele uren slaap is zeker geen slechte optie (frisse geest en benen). Zorg voor een EHBO pakket. Neem een potlood en wat kladpapier mee. Voorzie voldoende water! Hou steeds de moed erin. Praat met ex-survivors/hunters!
© The Challenge 2015
8
Hunters
Organisatie is het sleutelwoord tot succes! Het hunterkot is jullie hoofdkwartier dus maak hier gebruik van. • Voorbereiding is erg belangrijk! • Ken de terminologie – begrijp het spelsysteem. • Wees geduldig. • Zorg steeds voor een minimale permanentie in het hunterkot. • Zorg voor een goede informatie overdracht: vb noteer alle info in een logboek • Gebruik credits op de juiste momenten. • Logisch denken is steeds een grote hulp. • Gebruik de tips/hulp van de huntercoaches! • Zorg eventueel voor shelter of partytentje dat je ergens kan opzetten om te schuilen voor de regen. • Zorg voor voldoende zaklampen, spots,… • Rij zeker niet te snel want dan zul je zeker geen survivors vinden. • Zorg voor voldoende nachtrust. • Organiseer – werk samen! • Deel het spelgebied op in sectoren. • Praat met ex-survivors/hunters! • Tracht gericht te zoeken vb volgens bepaalde zoekpatronen:
© The Challenge 2015
9
Een deel van “oriëntatie” komt uit het techniekenboekje speciaal samengesteld voor en door
Een nachtdropping die groeide vanuit Scouting met als hoofddoel mensen bij mekaar te brengen. Good Luck ! www.themission.be
Oriëntatie geeft je de juiste richting aan, teneinde je feitelijke plaats te helpen bepalen. Een landkaart wordt conventioneel altijd met de zelfde oriëntatie gemaakt, nl. met het Noorden bovenaan.
Orientatie met Het kompas Het kompas is een instrument waarmee men zich kan oriënteren gebruikmakend van het magnetisch veld van de aarde. Je kan er om het even welke richting nauwkeurig mee vastleggen. Er bestaan allerhande kompassen in alle maten en prijzen. Het heeft geen zin om zich als amateur een zeer duur kompas aan te schaffen, maar opgepast met de goedkope modellen. Zorg er steeds voor dat het omhulsel van het kompas in kunstof is, of uit een niet-magnetisch metaal (bvb. lood). Aangeraden is een kompas waarvan de naald in olie beweegt in plaats van lucht. De olie zorgt ervoor dat de beweging van de naald vertraagt, wat het aflezen vergemakkelijkt. Om kompas te lezen moet je maar 1 ding onthouden: De (rode) naald wijst steeds naar het NOORDEN Bij het aflezen van het kompas MOET je jezelf steeds zo draaien totdat de pijl op het NOORDEN staat, NIET het kompas…
OPGELET: een kompas is gevoelig aan magnetische velden. Ga dus nooit onder een straatlamp staan of in de buurt van een hoogspanningskabel, elektriciteitscabine, grote metalen massa (deze zijn ook magnetisch) of elektrische apparatuur... Vertrouw dus ook nooit IN de auto het kompas !
© The Challenge 2015
10
Opbouw van het Kompas A. Een beweegbare magneetnaald, die zich altijd naar het magnetische Noorden richt. B. Een vaste cirkelvormige gradenverdeling van 0° tot 360° of van 0 tot 64(00) duizendjes. Deze twee zaken vind je op elk kompas. Goedkope kompassen met enkel deze zijn onbruikbaar voor trektochten. Men kan er enkel het Noorden mee vinden en eventueel een kaart mee richten. Een goed kompas moet bovendien nog het volgende bevatten: C. Een tweede gradenverdeling op een draaibare schijf. Enkele graden links van het Noorden vind je een puntje dat het echte magnetische Noorden aanduidt (ipv het geografische Noorden). D. Een vizierkeep aan de ene zijde van het doosje en een vizierkorrel aan de ander zijde. E. Een richtingspijl, gewoonlijk aangebracht aan de binnenzijde van het deksel dat het kompas kan afsluiten, ofwel aangebracht juist naast de draaibare schijf (op kompas zonder deksel). Optioneel kan een kompas ook nog een draaibare spiegel hebben (is nuttig maar niet noodzakelijk) of een hefboompje om de kompasnaald vast te zetten. (eveneens niet noodzakelijk)OPGELET: Sommige kompassen hebben een verdeling in graden en in duizendjes, andere gebruiken slechts één soort verdeling. Vergis je niet: bij de verdeling in duizendjes worden op de kompassen slechts twee cijfers aangegeven. De laatste twee cijfers zijn weggelaten: De verdeling gaat dan van 0 tot 64. Normaal gezien is een kompas gegradueerd als een uurwerk. Sommige kompassen (vooral bij een verdeling in duizendjes) zijn juist omgekeerd.
Gebruik van het kompas 1. Kaart richten met het kompas • •
Je neemt de kaart en plaatst het kompas erop. Je draait de kompasdoos zo dat het noorden tegenover de vizierkorrel en/of de richtkorrel staat.
© The Challenge 2015
11
• •
Daarna draai je heel het kompas, zodat de kompasnaald tegenover het puntje staat dat het magnetische noorden aanduidt. Nu draai je de kaart onder het kompas zodat de bovenzijde in de richting van het noorden ligt. Om juist te werken moeten de verticale en horizontale lijnen op de kaart juist evenwijdig liggen met de zijden van het kompas (indien je tenminste een kompas hebt waar de kompasdoos in een vierkant onderstel is bevestigd).
Kompas instellen Je krijgt een aantal graden opgegeven en je moet die richting bepalen De richting waarin men marcheert noemt men de marsrichting, uitgedrukt in graden. De marsrichting instellen op het kompas noemt men het kompas instellen. Bvb: je moet marcheren in de richting 210°... hoe moet je instellen? •
•
Je draait de kompasdoos, zodat het punt 210° aangeduid op de gradenverdeling, geplaatst wordt tegenover de richtingspijl (opgelet: met richtingspijl bedoelen we NIET de naald). Je draait nu je lichaam totdat de naald op het noorden staat. De richting aangeduid door de richtingspijl is nu de marsrichting van 210°.
Hoe moet je een kompasrichting volgen ? • • •
•
We plaatsen het kompas op de open hand en kijken of de naald inspeelt tegenover het magnetische noorden. Breng het kompas ter hoogte van het oog om te mikken. Je moet opletten dat je het kompas niet draait zodat de naald steeds tegenover het noorden blijft staan. Om te mikken brengen we de vizierkorrel in de vizierkeep en in het verlengde van die lijn zoeken we een merkwaardig punt op het terrein: een opvallende of hoge boom, de hoek van een huis, een toren, enz... Heb je geen keep of korrel op je kompas dan zoek je een merkwaardig punt in het verlengde van de richtingspijl. Bij het mikken kan je nu gebruik maken van het spiegeltje, indien dit op je kompas bevestigd is. Je draait de spiegel omhoog zodat je in de spiegel kunt nagaan of de kompasnaald tegenover het magnetische noorden blijft staan. Zoniet draai je je lichaam een weinig.
Het touwtje van het kompas kan je ook helpen nauwkeuriger te mikken. Eens het merkwaardig punt vastgesteld, marcheer je in die richting. Daar aangekomen mik je opnieuw naar een volgende punt, totdat je op het naderingspunt aankomt.
© The Challenge 2015
12
Enkele raadgevingen Kies je mikpunten niet te ver, zeker niet in het begin. Een halve km is meer dan genoeg. Waarom ? • •
•
meer gelegenheid het kompas te gebruiken indien er een afwijking is, is de fout kleiner naargelang je mikpunt dichterbij ligt en omgekeerd. om geen tijd te verliezen laat je twee tot drie mensen mikken en laat de rest al voorop gaan.
indien er geen merkwaardige punten zijn (open veld) laat je iemand voorgaan en gebruik je deze persoon als merkwaardig punt (bij nacht met zaklamp). Je kan deze persoon leiden door afgesproken tekens zoals fluiten, armbewegingen enz… Afwijkingen door hindernissen Het kan gebeuren dat je tijdens je mars voor een hindernis komt: een ven, een verboden terrein enz. Je weet meestal niet hoe groot de hindernis is en welke vorm ze heeft. Je moet de tocht kunnen voortzetten aan de andere zijde van de hindernis op dezelfde lijn die je volgt. Je kijkt even links en rechts en onderstelt aan welke zijde de hindernis het kleinste is. (daarin kan je je soms spijtig genoeg lelijk vergissen...) Is rechts waarschijnlijk de kortste afstand dan maak je een hoek van 90° naar rechts. Je telt dus bij je marsrichting 90° bij. Je marcheert in die richting en telt je passen. Wanneer je denkt de hindernis voorbij te zijn, trek je terug 90° af en marcheert evenwijdig met de oorspronkelijke marsrichting. Aan het einde van de hindernis gekomen, trek je opnieuw 90° af en marcheert naar links in die richting. Je telt de stappen tot je hetzelfde aantal hebt als tevoren. Dan tel je terug 90° bij en je marcheert terug in de juiste marsrichting.
Oriëntatie door middel van zon en uurwerk 1. Eerste methode Deel het juiste uur (van 0 tot 24 en niet van 0 tot 12) door twee. Draai het bekomen cijfer van de wijzerplaat van het uurwerk naar de zon. Dan geeft het cijfer 12 van het uurwerk de richting van het noorden aan. Bvb: het is 16 uur. Deel door twee = 8. Draai het uurwerk met het cijfer 8 in de richting van de zon en cijfer twaalf wijst het noorden aan.
© The Challenge 2015
13
2. Tweede methode Draai het uurwerk met de kleine wijzer naar de zon. Verdeel de hoek tussen kleine wijzer en het cijfer 12 in twee gelijke delen. De deellijn wijst in de richting van het zuiden
Oriëntatie door middel van de sterren Zoek de Grote Beer. Verleng de zijde van het eind van de "steelpan" vijf maal en je vindt een heldere ster: de Poolster. Controle: De Poolster is de punt van de staart van de Kleine Beer
Andere mogelijkheden tot oriëntatie Er zijn nog andere middelen die echter minder accuraat zijn maar toch een idee geven van oriëntatie: • • • •
De meeste bomen zijn aan de noordzijde door mos bedekt. Oudere kerken zijn met het hoofdaltaar gebouwd in oostelijke richting. Bij regenweer: de wind komt meestal uit het zuidwesten De bomen in het veld staan naar het noordoosten gebogen onder druk van de zuidwesten wind.
(Opgelet: Bovenstaande regels gelden enkel voor België en omgeving)
© The Challenge 2015
14
Orientatie met Stafkaart Een stafkaart (topografische kaart) laat ons met behulp van overeengekomen tekens, het terrein zien zoals een foto van een landschap uit een vliegtuig. Vaste overeengekomen tekens laten ons toe op de stafkaart het volledig wegennet tot op de bospaadjes toe te herkennen. Alle hindernissen staan er op aangeduid: huizen, serres, hoogspanningslijnen enz. … Oriëntatiepunten zoals een alleenstaand huis of watertoren zijn interessante aanduidingen. Ook hoogtelijnen, bossen met aanduiding van soorten bomen komen op de kaart voor. De meest voorkomende schaal van een stafkaart is 1/20.000. Dit wil zeggen dat 1 cm = 200m.
Wat is geografische lengtegraad en breedtegraad? De lengtegraad is samen met de breedtegraad een geografische positieaanduiding in bolcoördinaten. Geografische lengte- en breedtegraden zijn de lijnen die op wereldkaarten of bollen, globes genaamd, staan aangegeven. • Lengtegraden zijn de lijnen die via de noord- en zuidpool lopen • Breedtegraden lopen van oost naar west
Breedtegraden
© The Challenge 2015
Lengtegraden
15
Coördinaten: Het is een systeem bestaande uit lijnen en daarbij horende cijfers, die op de kaart worden getekend. Op de stafkaart zijn deze dus ook terug te vinden. Dit systeem laat je toe om: 1. een punt op de kaart nauwkeurig en toch bondig door een getal weer te geven in plaats van een lange omschrijving te moeten gebruiken. 2. dat punt op de kaart vlug te vinden. Iedere stafkaart heeft aan de rand opeenvolgende cijfers en lijnen: de coördinaten, dewelke de kaart in vierkante stukken verdeelt. De afstand van twee opeenvolgende lijnen wordt onderverdeeld in 10 delen, tienden genoemd. Op de stafkaarten zijn deze lijnen niet altijd getekend; door middel van de coördinaten aan de rand van de stafkaart kan je ze zelf trekken… Een punt of plaats op de kaart uitdrukken in coördinaten (6 cijfers) Voorbeeld: we nemen punt A. Eerst zien we op welke verticale lijn (coördinaat) punt A is gelegen. Het ligt bijvoorbeeld op lijn 114. Daarna zien we op welke horizontale lijn punt A is gelegen: bvb. 216. Om nu de plaats uit te drukken waar punt "A" gelegen is op de kaart, plaatsen we die getallen achter elkaar. Dus het getal "114216" duidt punt A aan. EERST WORDT HET CIJFER VAN DE VERTICALE COÖRDINAAT EN DAN HET CIJFER VAN DE HORIZONTALE COÖRDINAAT WEERGEGEVEN Een punt, uitgedrukt in coördinaten op de kaart terugvinden (6 cijfers) We gaan omgekeerd te werk… Voorbeeld: de coördinaten van punt "B" zijn "103106". We splitsen het getal in twee delen van twee cijfers: 103 en 106. Het getal 103 duidt het verticale coördinaat aan, het getal 106 het horizontale. Wanneer we nu een (ingebeelde of potlood) lijn trekken volgens deze twee coördinaten, zal je merken dat ze mekaar snijden. Het op te zoeken punt "B" ligt op het snijpunt van beide lijnen. Coördinaten met 8 cijfers Zoals je weet komt 4 cm overeen met 1 km op een kaart met schaal 1/25.000. De methode om plaatsen aan te duiden met met 6 cijfers is dus niet zo nauwkeurig. We verdelen dus de ruimte tussen twee coördinaten in 10. Elke tiende deel of tiende is dus gelijk aan een 4mm of 100 m op het terrein. Deze tienden worden aangeduid door cijfers van 1 tot 9. Deze cijfers worden echter niet op de kaart geplaatst. We weten immers dat het steeds dezelfde cijfers zijn voor elke afstand tussen twee opeenvolgende lijnen. We kunnen nu een punt bepalen tot op 100 m na. Het systeem blijft hetzelfde, alleen met dit verschil dat we nu een getal hebben van 8 cijfers. Bvb: Punt "A": 11452166 = vertikaal: 114 + 5 tienden, horizontaal: 216 + 6 tienden Punt "B": 10301065 = vertikaal: 103 + 0 tienden, horizontaal: 106 + 5 tienden
© The Challenge 2015
16
CAMOUFLAGEPRINCIPES Camouflage is het zodanig toepassen van kleur, tekening en vorm dat een normalerwijs zichtbaar object tegen zijn achtergrond verdwijnt of moeilijker wordt herkend. Er is bij camouflage dus sprake van gezichtsbedrog. B
Beweging
V
Vorm
W
Weerkaatsing
A
Achtergrond
K
Kleur
S
Schaduw
G
Geluid (geur)
L
Licht
Beweging • •
Onnodige bewegingen vermijden Traag handelen → blijf in dekking – Sporen – Stofwolken – Hoog gras – Struiken
Vorm ≠ elementen • •
Natuurlijke (rond) & kunstmatige (recht en hoeken) Breek de regelmatige vormen (uitrusting, silhouet, ...)
Weerkaatsing
Achtergrond • Versmelten met de achtergrond! • Aftekening silhouet vermijden!
Kleur
© The Challenge 2015
17
• • Schaduw • • •
Omgeving & uitrusting Aanpassen of veranderen van de camouflage Niet blijven in volle zon Opzoeken van de schaduw (struikgewas, ...) Vormen van een schaduw
Geluid Een goede positie kan verraden worden door geluid afkomstig van: • Werking materiaal • Slecht gefitte uitrusting
CAMOUFLAGETUCHT •
Verkeerstucht: o Geen open terrein doorkruisen o Afgebakende wegen volgen, geen nieuwe paden doen ontstaan
•
Orde: o Geen uitrusting laten liggen o Geen afval achterlaten
•
Geluidstucht: o Met gedempte stem praten / gebruik signalen o Vermijden op droge takken te lopen o Uitrusting vastmaken o Terrein kiezen dat een gemakkelijke vordering biedt o Dichte bossen, struiken, hagen en hindernissen vermijden! ONDERSCHEID REALITEIT EN FICTIE! The Challenge = een spel!
Braille
© The Challenge 2015
18
Morse Morse helpt je door middel van korte en lange signalen te communiceren. Dit kan met geluid, (elektrische impulsen of gewoon door fluiten), visueel, (lichtsignalen, rook), of zelfs door het gevoel (handen knijpen, ogen knipperen bij ziekte door verlamming bijvoorbeeld) In gesproken taal gebruikt men de woorden "TI" (kort) en "TAA" (lang) Bvb. TI-TI-TAA-TI = ..-. = letter F Morse is eigenlijk een codeschrift. Hiervoor moet je de code natuurlijk kennen. Om dit te vergemakkelijken zijn er enkele gemakkelijke hulpmiddeltjes.
CODEREN De cijfers 1=.---2=..---
3=...-4=....–
5=..... 6=-....
7=--... 8=---..
9=----. 0=-----
De letters Voor elke letter onthoud je een kernwoord. Deze woorden splits je in lettergrepen; elke lettergreep die een letter "O" bevat vervang je door een streep (lang) en elke andere lettergreep vervang je door een punt (kort). Voorbeeld: F = fruitverkoper = fruit - ver - ko - per = TI-TI-TAA-TI = ..-. A = A-toom . B = Bok-ken-wa-gen - . . . C = Co-ca-Co-la - . - . D = Door-sne-de - . . E = Eend . F = Fruit-ver-ko-per . . - . G = Groot-moe-der - - . H = Her-rin-ne-ring . . . . I = I-dee . . J = Ja-cobs-oor-log . - - K = Ko-ren-schoof - . L = Le-o-ni-das . - . . M = Mon-gool - -
N = Noord-kaap - . O = Oor-logs-vloot - - P = Pap-school-lo-per . - - . Q = Quo-To-ky-o - - . R = Re-vol-ver . - . S = Sik-ke-pit . . . T = Ton U = U-ni-form . . V = Vre-des-aan-bod . . . W = Weers-op-komst . - X = zon-der-ze-ro - . . Y = York-blijft-toch-York - . - Z = Zons-on-der-gang - - . .
DECODEREN De Morsemolen: De molen is opgebouwd uit twee helften: één zijde beginnende met een punt en de andere zijde met een streep. Voorbeeld: Stel dat het te zoeken signaal ...- (TI TI TI TAA) is; je begint bij de "E" ga dan naar "I", verder naar "S" en sla dan rechtsaf naar de streep van "V". Dus is het uitgezonden signaal "V". Met de Morsemolen volg je dus als het ware een parkoers van punten naar strepen en/of omgekeerd.
© The Challenge 2015
19
Caesarverschuiving De verschuiving houdt in dat de tekst van de oorspronkelijke boodschap op een afgesproken manier word verschoven. Dat kan op een regelmatige en eenvoudige manier (alle letters schuiven drie plaatsen naar rechts), dit kan ook op een vernuftige en complexe manier (de Enigma cijfermachine).
Waar een wil is © The Challenge 2015
20
Semafoor – signalen
B
A
H
C
I
O
D
L
E
L
Q
R
T
U
Y
V
W
X
G
N
M
P
J
F
S
Z
© The Challenge 2015
21
Zorg voor gepaste kledij! Dit geldt zeker ook voor de hunters! TIP: Kijk voor het vertrek het weerbericht na! → www.kmi.be
Kledij bij koude temperatuur Kleding heeft ongetwijfeld meerdere functies, maar het is vooral bedoeld: • •
als bescherming tegen verwondingen (stevige schoenen tegen scherpe takken, een stevige broek tegen brandnetels en braamstruiken …) om de lichaamstemperatuur op peil te houden (warmte bij kou, koelte bij hitte)
Het gevoel van warmte of kou is subjectief. Het wordt niet enkel bepaald door de omgevingstemperatuur, maar ook door het energieverbruik binnen je lichaam. Zo heeft iemand die hardloopt het warmer dan iemand die stilzit. Koude is ook relatief, de windsnelheid kan het koudegevoel (in het engels “the wind-chill factor”) versterken. Tien graden Celsius voelt bij windstilte aan als tien graden Celsius. Maar met een windsnelheid van ruim 40 km per uur, voelt het aan als min twee graden Celsius. Zo kan min zeven aanvoelen als min dertig, als de wind met een snelheid van 56 km per uur waait. (Zie onderaan voor tabel en meter) • •
• • • •
Bij koud weer is er één gouden regel: werk in lagen. Liever verschillende dunne lagen boven elkaar, dan één hele dikke jas over je T-shirt. Krijg je het door fysieke inspanning te warm, dan kan je een laagje uittrekken. Uiteraard zorg je voor een waterafstotende bovenlaag, want regen hoort altijd tot de mogelijkheden. Waterafstotend wil niet zeggen waterdicht. Je lichaam produceert immers voortdurend zweet en dat moet kunnen verdampen of opdrogen, anders word je kletsnat en rillerig. De verdampende vloeistof onttrekt namelijk warmte aan je huid. Een goed idee is een eenvoudige “poncho”, bv. een regenzeil voor een fiets, om over jezelf én je rugzak te hangen. Koude, natte voeten doen je bijzonder snel en onaangenaam afkoelen. Zorg dus ook voor waterafstotende en ademende schoenen. Vermijd rubberen laarzen. Ze zijn waterdicht, waardoor je er behoorlijk in kunt beginnen zweten. Ook een muts of kap is absoluut noodzakelijk bij grote koude, want je hoofd is goed voor 1/7 van je totale lichaamsoppervlakte. Als je tijdens een pauze gaat zitten, zorg dan voor isolatie tussen jezelf en de koude grond (een matje is al een goed begin). Ook voeding speelt een belangrijke rol bij lichaamstemperatuur. Soms zal een boterham je meer deugd doen dan een extra trui. En natuurlijk, een heerlijke ijskoude ice-tea is niet echt aan te raden bij onderkoeling.
Onthoud dus dit Liever veel dunne lagen dan één dikke Warm blijven is eenvoudiger dan terug moeten opwarmen Droog blijven is dikwijls gelijk aan warm blijven
© The Challenge 2015
22
Koudegevoelstabel (Wind-chill factor) Temperatuur(°C)
5
0
-5 -10 -15 -20 -25 -30 -35 -40 -45 -50
5
4
-2
-7 -13 -19 -24 -30 -36 -41 -47 -53 -58
10
3
-3
-9 -15 -21 -27 -33 -39 -45 -51 -57 -63
15
2
-4 -11 -17 -23 -29 -35 -41 -48 -54 -60 -66
20
1
-5 -12 -18 -24 -31 -37 -43 -49 -56 -62 -68
25
1
-6 -12 -19 -25 -32 -38 -45 -51 -57 -64 -70
30
0
-7 -13 -20 -26 -33 -39 -46 -52 -59 -65 -72
35
0
-7 -14 -20 -27 -33 -40 -47 -53 -60 -66 -73
40
-1
-7 -14 -21 -27 -34 -41 -48 -54 -61 -68 -74
45
-1
-8 -15 -21 -28 -35 -42 -48 -55 -62 -69 -75
50
-1
-8 -15 -22 -29 -35 -42 -49 -56 -63 -70 -76
55
-2
-9 -15 -22 -29 -36 -43 -50 -57 -63 -70 -77
60
-2
-9 -16 -23 -30 -37 -43 -50 -57 -64 -71 -78
65
-2
-9 -16 -23 -30 -37 -44 -51 -58 -65 -72 -79
70
-2
-9 -16 -23 -30 -37 -44 -51 -59 -66 -73 -80
75
-3 -10 -17 -24 -31 -38 -45 -52 -59 -66 -73 -80
80
-3 -10 -17 -24 -31 -38 -45 -52 -60 -67 -74 -81
Windsnelheid (km/h)
legende Bevriezing bij lange blootstelling -25 Bevriezing na 10 minuten -35 Bevriezing mogelijk binnen 2 minuten -60
Kledij bij warme temperatuur Het is essentieel om tijdens inspanningen voldoende te drinken, voorzie dus extra drinkwater bij warm weer. • Draag luchtige kledij die het ganse lichaam beschermt tegen zonnebrand, een hoed en een zonnebril. • Zoek zo veel mogelijk de schaduw op! • Gebruik zonnebrandmiddelen die zowel tegen UVB- als UVA-straling beschermen. Het is nodig om rijkelijk te smeren en het zonnebrandmiddel om de twee uur opnieuw aan te brengen. Dat je een zonnecrème draagt, betekent niet dat je onbeperkt in de zon kan blijven: je verbrandt alleen minder snel.
•
© The Challenge 2015
23
Als survivor zal je van de organisatie een rugzak krijgen, eigen rugzakken zijn niet toegelaten.
Vullen van je rugzak Waar plaats je de inhoud van je rugzak voor een comfortabele last? Dat hangt sterk af van de activiteit die je uitvoert. Zo plaatst een klimmer niet alle zware voorwerpen boven in de rugzak omwille van het risico van onevenwicht. Er zijn tal van opvattingen over de juiste manier om een rugzak te pakken, maar in de regel hou je de zware voorwerpen zo dicht mogelijk tegen je lichaam, voor een optimaal evenwicht.
Enkele laadtips A. slaapzak, bivakzak, muggennet en slaapmatje B. tent, kleding, handdoek C. voedselvoorraad, kookpot(ten), bord, reservetrui en jas D. anti-insectenmiddel, EHBO, kaart, notitieboekje, handschoenen, hoofddeksel, zaklamp, leesboekje, zonnebril E. brandertje, snacks, drinkfles, mok, toiletpapier, regenbroek, rugzakhoes, toiletzak, bestek, aansteker, zakmes, verrekijker
• • • • • • • •
De spullen die je eventueel overdag nodig hebt, steek je meer boven in de rugzak, zoals waterdicht materiaal, eten, EHBO-doos, enz. Alles om te slapen (tent, slaapzak en slaapmat) heb je overdag niet nodig. Bij algemeen plaatsgebrek bevestig je tentstokken en slaapmat aan de buitenkant. Prop al je kledingstukken in foedraaltjes (nylon stroptasjes) zo spaar je heel wat volume! Zware stukken zoals drinkfles, fototoestel, eten, enz. steek je liefst op of boven schouderhoogte en zo dicht mogelijk tegen het lichaam. Zo komt het zwaartepunt van je bagage zoveel mogelijk overeen met dat van jezelf. Hang zo weinig mogelijk aan de buitenkant van je rugzak. Dit verstoort de stabiliteit waardoor je rug- en beenspieren veel zwaarder belast worden. Geen scherpe of harde stukken aan de 'rug'-zijde van je rugzak. Stop alles wat kan lekken en alles wat droog moet blijven in zakjes.
Wij raden je aan verschillende pakmethodes uit te proberen, om te zien wat je het beste vindt. Het komt er daarbij op aan niet te bepalen wat je nodig hebt, maar wat je niet nodig hebt.
© The Challenge 2015
24
Waterdicht maken Hoewel het weefsel in een rugzak waterdicht is, vindt water altijd wel zijn weg via zomen, ritssluitingen, zakken en kleppen. De meest betrouwbare (én goedkoopste) manier om te verhinderen dat je slaapzak of reservekleren doornat worden, bestaat erin een rugzakvoering te gebruiken of de afzonderlijke stukken in een waterdichte zak te verpakken. Er zijn ook rugzakovertrekken verkrijgbaar die even goed werken en daarenboven als extra voordeel je rugzak proper houden.
Zie de website voor de laatste versie van het reglement.
Veiligheid boven alles! Wanneer de veiligheid in het gedrang komt stopt het spel onmiddellijk. Lees het reglement aandachtig en pas het ook toe! Zorg voor voldoende nachtrust en neem geen risico’s.
Wat te doen bij een noodsituatie – ongeval? 5 belangrijke stappen: 1) Veiligheid eerst! 2) Wat is er gebeurd 3) Stel gerust 4) Verwittig gespecialiseerde hulp 5) EHBO – basisregels
1) Veiligheid eerst Let op gevaar! Denk eerst aan je eigen veiligheid, liever 1 slachtoffer dan 2. Veiligheid van: 1) jezelf 2) de omstanders 3) het slachtoffer
2) Wat is er gebeurd Zorg dat je zoveel mogelijk te weten komt. Gebruik daarbij je zintuigen: neus, oren, huid en ogen. Ruik je alcohol? Heeft het slachtoffer wat horen kraken of jij zelf? Voelt het slachtoffer koud of warm aan? Zie je wat er aan de hand is? Hoor of zie je dingen die op gevaar wijzen?
3) Stel gerust Praat met het slachtoffer en blijf bij het slachtoffer. Laat het slachtoffer praten en vertel ook wat over jezelf. Zorg ook voor beschutting. Als het warm is, zorg voor schaduw; als het koud is, regel dan een deken om verdere afkoeling te voorkomen.
© The Challenge 2015
25
4) Verwittig gespecialiseerde hulp Bel 112. Vertel wat er is gebeurd, welke verwondingen je ziet en welke deskundige hulp je nodig hebt. Om 112 te bellen met een GSM heb je geen belkrediet of pincode nodig. In een telefooncel hoef je geen klein geld te gebruiken.
112 De 3 W’s: Wat – Waar – Wie Wat is er gebeurd? Waar is het gebeurd? Wie ben je, je naam?
5) EHBO – basisregels Voer EHBO-handelingen uit en verplaats het slachtoffer alleen in geval van gevaar. Basisregels eerste hulp: • Praat • Luister • Blijf bij het slachtoffer • Verplaatst het slachtoffer nooit • Zo weinig mogelijk inspanningen • Geen extra pijn • Beschermen tegen temperaturen • Geen eten of drinken geven
6) Verwittig de organisatie Gebruik het noodnummer dat je krijgt bij aanvang van het weekend en breng de organisatie op de hoogte.
© The Challenge 2015
26
Met dank aan: -
Jeugddienst van Ternat – Jeugdcentrum PULS Scouts De Geuzen Ternat: www.degeuzen.be Double-U: www.double-u.be Heylens: www.heylens.be De Heren van Ternat: www.deherenvanternat.com Onze software specialist - Filip Millecam: www.artprotect.be De organisatie van de vorige edities ( + Stamchallenge) Al onze vrijwilligers - 1000 maal dank!
© The Challenge 2015
27