Onderhandelaarsakkoord Cao-Onderzoekinstellingen 2015 De WVOI namens de onderzoekinstellingen enerzijds en AC/FBZ, VAWO/CMHF en CNV Publieke Zaak namens werknemersorganisaties anderzijds, hierna te noemen partijen, hebben op 18 december 2014 een onderhandelaarsakkoord gesloten over de ontwikkeling van de arbeidsvoorwaarden in de nieuwe CAO-onderzoekinstellingen 2015. Partijen zullen dit onderhandelaarsakkoord met een positief advies voorleggen aan hun achterban. Uiterlijk 9 januari 2015 zullen partijen vaststellen of dit onderhandelaarsakkoord wordt omgezet in een definitief akkoord. Over de uitwerking van een aantal van de afspraken uit dit onderhandelaarsakkoord in de cao-tekst zal tussen partijen nader overleg plaatsvinden. De uitwerking van de afspraken is erop gericht dat uiterlijk 1 maart 2015 de cao-tekst voor alle werknemers en instellingen via internet beschikbaar is. Voor de nieuwe cao wordt de inhoud van de Cao-OI 2010–2012 als uitgangspunt genomen, met inachtneming van de aanvullingen en wijzigingen die in dit onderhandelaarsakkoord zijn opgenomen.
1. Preambule De onderzoekinstellingen vervullen in de Nederlandse en internationale kennisinfrastructuur een toonaangevende rol. Zij leveren een essentiële bijdrage aan de Nederlandse en internationale kenniseconomie. Wetenschappelijk onderzoek en innovatie vormen de basis voor de welvaart en het welzijn van Nederland. Maatschappelijke uitdagingen en vragen spelen daarom een prominente rol voor de onderzoekinstellingen. Na vijf jaar nullijn in de loonontwikkeling zijn partijen erin geslaagd om voor 2015 een goede loonafspraak te maken. In combinatie met de andere (studie)afspraken die partijen zijn overeengekomen, wordt onderstreept dat partijen zich blijven inzetten om binnen de onderzoekinstellingen een aantrekkelijk arbeidsvoorwaardenpakket te bieden. In vervolg op afspraken in eerdere cao’s hebben partijen op constructieve wijze gesproken over het moderniseren van de arbeidsverhoudingen in de sector. Samen hebben zij uitvoering gegeven aan de studieafspraak over modernisering van de cao. In dit traject zijn de eerste stappen gezet die zij voor de toekomst van de cao belangrijk vinden. Dit heeft geresulteerd in afspraken over het vergroten van de keuzemogelijkheden in de arbeidsvoorwaarden (AVOM). Daarnaast is de gehele cao-tekst geactualiseerd, vereenvoudigd en herschreven om de leesbaarheid van de cao te vergroten. Het resultaat van dit laatste punt zal in de nieuwe cao zichtbaar zijn.
2. Looptijd De Cao-OI 2015 gaat in op 1 januari 2015 en loopt tot en met 31 december 2015. Voor zover niet anders aangegeven gaan de afspraken in dit onderhandelaarsakkoord in op 1 januari 2015.
3. Inkomensontwikkeling Partijen zijn de volgende inkomensontwikkeling overeengekomen: - Per 1 januari 2015 worden de bedragen in alle salarisschalen met 2,3% structureel verhoogd. In deze verhoging is de 0,7% die vrijvalt uit de afschaffing van de leeftijdgebonden regelingen verwerkt.
Onderhandelaarsakkoord Cao-Onderzoekinstellingen 2015 d.d. 18 december 2014
1
-
-
Aan iedere werknemer die op 31 december 2014 in dienst was en op 1 januari 2015 nog steeds in dienst is, wordt in de maand januari 2015 éénmalig een niet pensioengevende uitkering van € 300,00 bruto naar rato van de omvang van het dienstverband toegekend. Met ingang van 1 januari 2015 geldt een nieuwe pensioenregeling. In het op 13 november 2014 getekende pensioenakkoord is de aanpassing van de ABP-regeling vastgelegd. Daarbij is afgesproken dat een deel van de vrijval door de verlaging van de pensioenpremie wordt besteed aan arbeidsvoorwaarden. Dit deel is voor de onderzoekinstellingen vastgesteld op 0,8%. Deze 0,8% wordt omgezet in een verhoging van de bedragen in alle salarisschalen.
4. Modernisering cao Een actuele cao Partijen hebben gezamenlijk gewerkt aan een modernere cao-tekst door een stofkam door de hele cao-tekst te halen om zo de formulering en regelingen in de cao te laten aansluiten bij de huidige tijd, rekening houdend met behoeften van werkgevers en werknemers en de leesbaarheid van tekst. Versnippering van allerlei, soms overlappende mogelijkheden binnen verschillende regelingen zijn nader bekeken en waar mogelijk samengevoegd. Achterhaalde artikelen zijn geschrapt. Dit resulteert in een duidelijker leesbaar en compacter vormgegeven cao met een andere artikelindeling met minder versnipperde en meer vereenvoudigde regelgeving. Ophoging van het aantal te verkopen vakantie-uren Partijen willen de werknemers meer maatwerk bieden in de arbeidsvoorwaarden. De eerste stap is dat in de cao wordt vastgelegd dat voor alle werknemers het aantal inzetbare vakantie-uren in AVOM wordt opgehoogd van 80 uur naar 120 uur. Voor het NIOZ geldt daarop een uitzondering voor 2015 en 2016 (daar blijft het aantal in AVOM inzetbare vakantie-uren 80 uur gedurende die twee jaar). Vanaf 1 januari 2017 geldt de ophoging naar 120 in AVOM inzetbare vakantie-uren ook voor werknemers werkzaam bij het NIOZ. Over de mogelijkheid tot verdere ophoging naar maximaal 178 uur wordt in overleg met de daartoe bevoegde ondernemingsraad besloten. Overwerkvergoeding Partijen zijn een vereenvoudiging van het dagvenster en de percentages voor overwerkvergoeding overeengekomen. Partijen vinden het belangrijk dat het weekend wordt gerespecteerd en dat brengen zij tot uitdrukking in de betaling van een overwerkvergoeding op de volgende wijze: - Voor overwerk verricht tussen 07.00 en 18.00 uur geldt op zaterdag, zondag en feestdagen een percentage van 100% en op maandag tot en met vrijdag 0%; - Voor overwerk verricht tussen 18.00 en 07.00 uur geldt op zaterdag, zondag en feestdagen een percentage van 100% en op maandag tot en met vrijdag 50%. De vergoeding "tijd voor tijd" blijft gehandhaafd.
5. Participatiewet De Participatiewet heeft tot doel mensen met een arbeidsbeperking kansen te bieden op regulier werk. De onderzoekinstellingen willen zich als werkgevers met een publieke taak intensief inspannen om de doelstellingen van de wet te verwezenlijken. Het voornemen van de onderzoekinstellingen is om in de periode 2014-2024 jaarlijks acht extra arbeidsplaatsen te realiseren voor mensen met een arbeidsbeperking als bedoeld in de Participatiewet, die zelf niet het wettelijk minimumloon (WML) kunnen verdienen. Werknemersorganisaties en werkgevers nemen deze gezamenlijke verantwoordelijkheid serieus en nemen in de Cao-OI bepalingen op die de doelstellingen van de Participatiewet bevorderen. Zo worden in de cao loonschalen opgenomen tussen 100% en 120% WML. Partijen hebben afgesproken dat mensen met een arbeidsbeperking die onder de doelgroep van de Participatiewet vallen worden ingeschaald op het niveau van de functie die ze gaan uitoefenen.
Onderhandelaarsakkoord Cao-Onderzoekinstellingen 2015 d.d. 18 december 2014
2
6. Studies Wet werk en zekerheid en bovenwettelijke regelingen Uit het Sociaal Akkoord dat sociale partners en de overheid in april 2013 hebben gesloten vloeien belangrijke ontwikkelingen voort op het gebied van sociale zekerheid, werkgelegenheid en ontslagrecht. Na het SER-advies “Rol sociale partners bij toekomstige arbeidsmarktinfrastructuur bij WW en inrichting WW” en nadat het Stichting van de Arbeid-advies (STAR) aan sociale partners met betrekking tot de reparatie van de WW in de cao is afgerond, zullen cao-partijen, met inachtneming van deze adviezen en de brieven van de STAR van 24 december 2013 en 11 juli 2014, overleg voeren. Met ingang van 1 juli 2015 treedt de Wet werk en zekerheid (WWZ) in werking. De cao regelt een aantal onderwerpen dat geraakt wordt door de inwerkingtreding van de WWZ. Partijen spreken af dat zij gedurende de looptijd van de cao een studie uitvoeren naar de implementatie van de WWZ in de cao en separaat naar de gevolgen voor de bovenwettelijke regelingen. Studie WWZ Tijdens de looptijd van de cao worden de huidige proeftijd- en ketenbepalingen gehandhaafd en maken partijen nadere afspraken over de implementatie van de WWZ in de cao. Voor de private werkgevers leidt deze wet onder meer tot wijziging van de proeftijdbepaling en de duur van de ketenbepaling en het aantal arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd dat daarbinnen kan worden gesloten. De uitkeringsduur van de wettelijke WW zal op termijn worden teruggebracht van 38 naar 24 maanden. Ook het ontslagrecht wordt gewijzigd waarbij er vaste routes komen en de transitievergoeding wordt geïntroduceerd. De aanpassing van de wettelijke sociale zekerheid raakt ook aan de bovenwettelijke regelingen van de onderzoekinstellingen. Studie BWOI, derde WW-jaar en transitievergoeding Partijen bezien gedurende de looptijd van de cao het perspectief van de BWOI in samenhang met in ieder geval de volgende vier ingrediënten, waarvan enkele uit de WWZ, om daarover tot afspraken te komen: 1. Aansluiting met de BWOI bij de AOW-leeftijd; 2. Derde WW-jaar (WWZ); 3. De vertraagde opbouw WW; 4. Transitievergoeding (WWZ) en de verhouding tot de bovenwettelijke regelingen. Voor 1 oktober 2015 maken partijen afspraken over de conclusies die voortvloeien uit de beide studies. Deze afspraken worden geïmplementeerd in de cao die de cao 2015 zal opvolgen. Tot 1 oktober 2015 wordt artikel 21 BWOI buiten werking gesteld.
7. Overige afspraken Werkkostenregeling Met ingang van 1 januari 2015 is de werkkostenregeling (WKR) voor alle werkgevers in Nederland van toepassing; de implementatie en uitvoering van de WKR is een zaak van de werkgevers. Caopartijen spreken af dat de WKR zo optimaal en maximaal mogelijk gelijkwaardig wordt toegepast ten behoeve van de werknemers. De werkgever informeert de ondernemingsraad over de benutting van de vrije ruimte. Met de invoering van de WKR komt een aantal fiscale voordeelregelingen te vervallen die betrekking hebben op doelen die in de cao in het ArbeidsVoorwaarden Op Maat-systeem (AVOM) zijn ondergebracht. Dit betreft de doelen fiets en vakbondscontributie. Partijen hebben afgesproken dat deze doelen in AVOM blijven bestaan en voor de werkgever in de vrije ruimte binnen de WKR vallen. Voor het doel fiets is afgesproken dat per werkgever in overleg met de daartoe bevoegde ondernemingsraad wordt bepaald wat de hoogte is van het bedrag dat voor de fiets binnen AVOM wordt vergoed, binnen welke termijnen een fiets kan worden aangeschaft en wat onder een fiets kan worden verstaan.
Onderhandelaarsakkoord Cao-Onderzoekinstellingen 2015 d.d. 18 december 2014
3
Aanpassing percentage doorbetaling ouderschapsverlofuren Per 1 januari 2015 komt de ouderschapsverlofkorting te vervallen. Vanwege het vervallen van deze fiscale regeling is de cao-tekst op dit punt aangepast, waarbij partijen overeen zijn gekomen dat vanaf 1 januari 2015 het percentage doorbetaling over de ouderschapsverlofuren 55% bedraagt. Langdurig verlof Partijen hebben afgesproken om in de cao te voorzien in een faciliteit die het mogelijk maakt dat een medewerker langdurig verlof kan opnemen. De kan-bepaling voor het verlenen van buitengewoon verlof van lange duur wordt omgezet in “een recht van de medewerker op, tenzij zwaarwegende bedrijfseconomische redenen of dienstbelangen zich hiertegen verzetten”. Langdurig verlof is een verlofvorm zonder behoud van bezoldiging. Werkervaringsplaatsen Partijen zijn overeengekomen in de cao een artikel voor werkervaringsplaatsen op te nemen. Het gaat om incidentele en onbetaalde plaatsen, voor maximaal een jaar, voor mensen die een afstand tot de arbeidsmarkt hebben en met een werkervaringsplaats hun werkkansen willen vergroten. Deze plaatsen mogen niet leiden tot verdringing van reguliere arbeidsplaatsen.
8. Inhoudelijke aanpassingen van de cao De cao-tekst (2010 – 2012) is niet alleen tekstueel, maar in overeenstemming met partijen ook op een aantal punten inhoudelijk aangepast: - Artikel 1.9 Auteursrechten is in zijn geheel herschreven. - Artikel 1.12 Arbocatalogus is aangevuld met de procedure voor wijziging en aanpassing van de arbocatalogus. - Aan artikel 3.4 Inschaling wordt aan het tweede lid een nieuw punt toegevoegd: - inschaling in de naast lagere salarisschaal ingeval de werknemer nog niet volledig de functie vervult. - In artikel 3.7 (Jubileum)gratificatie is vastgelegd dat een werknemer recht heeft op een gratificatie bij een dienstjubileum van 25 en 40 jaar en dat deze minimaal 50% van het salaris inclusief vakantie-uitkering bedraagt. - Artikel 5.23 Levensloopverlof komt te vervallen en de levensloopregeling wordt een bijlage in de cao. Werknemers die nog gebruik (kunnen) maken worden per brief over de pensioenpremieverdeling bij opname van het door hen gekozen verlofdoel (onbetaald zorgverlof, onbezoldigd verlof en ouderschapsverlof) in levensloopverlof geïnformeerd. In de artikelen aangaande onbetaald zorgverlof (artikel 5.13), onbezoldigd verlof (artikel 5.14) en ouderschapsverlof (artikel 5.19) wordt toegevoegd dat de pensioenpremieverdeling bij het betreffende verlof ook bij levensloopverlof van toepassing is. - Aan artikel 11.1 Disciplinaire maatregelen wordt artikel 11.2 Vrijheid van meningsuiting onder nieuw lid 4 en lid 5 toegevoegd: 4. De werkgever is verplicht om de werknemer in de gelegenheid te stellen zijn zienswijze kenbaar te maken op het voornemen tot het opleggen van een disciplinaire maatregel alvorens tot tenuitvoerlegging over te gaan. 5. Een publieke werkgever kan pas een disciplinaire maatregel opleggen wegens overtreding van artikel 125a, eerste lid, van de Ambtenarenwet nadat daarover advies is ingewonnen bij de Adviescommissie Awb. De werkgever geeft bij haar besluit tot oplegging van de disciplinaire maatregel te kennen of dit in overeenstemming is met het ingewonnen advies. - Artikel 6.2 over vergoeding en verlof bij scholing is aangepast op het punt van scholing in het kader van vergroten van inzetbaarheid van de werknemer in de eigen organisatie dan wel elders. Van het vergoedingspercentage dat in de regel wordt verleend kan gemotiveerd worden afgeweken indien in de afweging van het belang van de medewerker en het belang van de werkgever bij de scholing een ander percentage meer passend is. Ook kan worden geschoven tussen het percentage studieverlof en het percentage studiekosten.
Onderhandelaarsakkoord Cao-Onderzoekinstellingen 2015 d.d. 18 december 2014
4
-
-
Aan artikel 12.2 Aard, duur en omvang dienstverband oio worden twee nieuwe leden toegevoegd: - De oio besteedt ten minste 90% van zijn werktijd aan wetenschappelijk onderzoek en de te ontvangen opleiding en begeleiding. - De oio kan voor ten hoogste 10% worden belast met andere taken waaronder het geven van onderwijs. Aan artikel 12.3 Bezoldiging oio wordt een nieuw lid toegevoegd: De oio komt niet in aanmerking voor een overwerkvergoeding.
9. Technische punten De tekst van de Cao-OI 2015 wordt conform de bijgevoegde technische puntenlijst aangepast.
Onderhandelaarsakkoord Cao-Onderzoekinstellingen 2015 d.d. 18 december 2014
5