10-65 AMK 2010 Opvangvorm Gastouderbureau Betreft AMK Inleiding De klacht 1. Ouders zijn van te voren niet door het gastouderbureau geïnformeerd over de bestaande zorgen over hun kinderen. 2. Ouders zijn door het gastouderbureau niet meteen geïnformeerd over de zorgmelding die door gastouder is gedaan bij het Veiligheidshuis. Deze melding heeft geleid tot een AMK onderzoek. Uittreksel Samenvatting Twee kinderen van ouders werden vanaf 1 november 2009 door een gastouder opgevangen. In april 2010 werden ouders plotseling geconfronteerd met een AMK melding. Deze melding blijkt door het gastouderbureau in samenspraak met de gastouder te zijn gedaan. Ouders zijn erg verbolgen over het feit dat er van te voren nooit contact met hen is geweest door de gastouder of het gastouderbureau over de bestaande zorgen. Te meer daar ouders het gevoel hadden een goede vertrouwensband met de gastouder te hebben. Procedure De klacht is behandeld in de hoorzitting van de commissie op 16 september 2010 in Breda. De klagers waren aanwezig. Namens de organisatie waren de directeur gastouderbureau en haar echtgenoot aanwezig. Op verzoek van de organisatie heeft de commissie ermee ingestemd om de partijen apart te horen. Ten aanzien van vorenstaande klacht: Standpunt ouder/verzorger: De kinderen van ouders worden 2 dagen per week opgevangen in het gastoudergezin vanaf 1 november 2009. Het oudste kind van ouders heeft gedragsproblemen als gevolg van het overlijden van haar jongere zusje. Het kind
volgt momenteel een rouwverwerkingstherapie. Het jongste kind heeft een aangeboren afwijking aan het ademhalingssysteem en heeft slaapapneu. Bovendien is het kind gevoelig voor bepaalde voedingsmiddelen. Het kind heeft de nodige medicijnen en is onder behandeling van een diëtiste. Ouders hebben tot 23 april 2010 de indruk gehad dat de opvang van de kinderen goed verliep. Moeder had een hele goede vertrouwensband met de gastouder. Op 23 april 2010 kregen ouders een brief van het AMK. Ze hadden een melding gekregen dat er zorgen waren over hun kinderen. Deze brief kwam voor ouders als een donderslag bij heldere hemel. Ze hadden geen idee waarom en wie een dergelijke melding gedaan zou kunnen hebben. Ouder heeft hierover direct contact gehad met de gastouder. Gastouder zei nergens iets van af te weten. Ouder heeft haar nog gevraagd om hier verder geen ruchtbaarheid aan te geven. Daarna hebben ouders een gesprek gehad met het AMK en daar alle benodigde medische gegevens overlegd. Van het AMK kregen de ouders te horen wat de zorgen waren over de kinderen. Ze waren te mager, kregen weinig eten, vooral de jongste zou er slecht aan toe zijn en had altijd diaree, ze zaten onder de blauwe plekken, ze waren slecht verzorgd, slecht gekleed en moeder zou schreeuwen tegen de kinderen als ze niet deden wat er gevraagd werd. Moeder heeft daarna het gastouderbureau gebeld en doorgegeven dat de opvang bij de gastouder voorlopig zou worden stopgezet totdat er meer duidelijkheid zou komen over e.e.a. Ouders hadden het vermoeden dat de gastouder de anonieme melding bij het AMK had gedaan omdat zij de enige was die ook luiers verschoont en op de hoogte zou kunnen zijn van blauwe plekken en diaree. Nog geen uur later belde het gastouderbureau met de mededeling dat het gastouderbureau de melding bij het AMK had gedaan. Achteraf bleek ook dat de partner van de gastouder contact had gehad met het Veiligheidshuis met betrekking tot de bestaande zorgen over de kinderen. Deze zorgen zijn zowel door gastouder als door het gastouderbureau nooit aantoonbaar met ouders gedeeld. Door het gastouderbureau is over dit onderwerp geen contact opgenomen met ouders voor de melding gedaan werd. Bovendien waren ouders niet op de hoogte van het bestaan van een protocol kindermishandeling. Ouders hebben later geen gehoor gegeven aan een uitnodiging om samen met gastouder en directeur gastouderbureau deze aangelegenheid te bespreken. Ouders vonden het geen goed idee om dit zonder AMK te doen. Van de zijde van het AMK is achteraf het bericht gekomen dat de gemelde zorgen niet terecht zijn bevonden. Standpunt organisatie De organisatie geeft aan grote zorgvuldigheid te hebben betracht bij deze aangelegenheid. Het is nooit de bedoeling geweest om mensen bewust en onnodig bij het AMK te melden, maar de organisatie voelde zich verplicht om iets te doen met dit soort vermoedens. Het enige wat de organisatie in een dergelijk geval kan doen is zorgen dat de vermoedens duidelijk zijn, het protocol kindermishandeling
wordt opgevolgd en advies wordt gevraagd bij de daartoe bestemde instanties. De organisatie geeft toe dat ouders inderdaad niet van te voren geïnformeerd zijn over de bestaande zorgen. Dit is een zeer bewuste keuze geweest. De informatie die vanuit de gastouder naar de organisatie werd toegespeeld was dusdanig dat er onmiddellijk is besloten om het AMK voor advies te vragen. Door de partner van de gastouder is een melding gedaan bij het Veiligheidshuis. Gastouder was door eerder opgedane ervaringen erg bang voor de reactie van moeder tijdens een opvangsituatie of aan de basisschool waar beide dagelijks komen. De veiligheid van de andere opvangkindjes werd hiermee ter discussie gesteld en de organisatie beschouwde het als haar plicht om deze veiligheid serieus te nemen. Daarom is, op dringend advies van de gastouder en in overleg met het AMK besloten een anonieme melding bij het AMK te doen. De organisatie is zich zeer bewust van het feit dat de ouders niet geïnformeerd zijn, maar op grond van de beschikbare informatie voelde de organisatie zich destijds verplicht om deze weg te volgen. De ouders waren wel op de hoogte van het bestaan van een protocol kindermishandeling. Dit is tijdens het intakegesprek bij de ouders thuis besproken. Ouders hebben hier zelfs een handtekening voor gezet. Dit protocol is op te vragen bij het gastouderbureau en de ingeschreven vraagouders kunnen er, zoals vermeld, bij het intakegesprek gewoon naar vragen. Overwegingen Ten aanzien van klachtonderdeel één: “Ouders zijn van te voren niet door het gastouderbureau geïnformeerd over de bestaande zorgen over hun kinderen.” De commissie is van oordeel dat kinderopvangorganisaties bestaande zorgen over kinderen die de opvang bezoeken altijd met ouders/verzorgers moeten bespreken, tenzij er gegronde redenen zijn om dit niet te doen. In het onderhavige geval is duidelijk dat zowel de gastouder als de organisatie op de hoogte waren van de psychische en fysieke problemen van de kinderen en de wijze waarop de kinderen hier hulp voor kregen. Ook is duidelijk dat de gastouder en de organisatie er bewust voor gekozen hebben om deze zorgen niet met de ouders te bespreken. Het is voor alle partijen duidelijk dat in het onderhavige geval sprake is van kinderen met de nodige problemen. Zeker in dergelijke gevallen zou van professionele medewerkers in de kinderopvang verwacht mogen worden dat problemen en zorgen met ouders/verzorgers worden besproken. Dit kan van groot belang zijn voor het welzijn en de hulpverlening van de kinderen. De organisatie heeft de commissie noch in de overgelegde stukken, noch tijdens de
hoorzitting kunnen overtuigen dat er sprake zou zijn van gegronde redenen om ervoor te kiezen de bestaande zorgen/problemen niet met ouders te bespreken. De commissie acht dit klachtonderdeel daarom gegrond. Ten aanzien van klachtonderdeel twee: “Ouders zijn door het gastouderbureau niet meteen geïnformeerd over de zorgmelding die door gastouder is gedaan bij het Veiligheidshuis. Deze melding heeft geleid tot een AMK onderzoek.” De commissie is van oordeel dat met name een kinderopvangorganisatie alert moet zijn op het welzijn van de kinderen en in geval van vermoeden van kindermishandeling actie moet ondernemen. In het onderhavige geval beschikt de organisatie over een protocol kindermishandeling zodat op een zorgvuldige en weloverwogen wijze met deze moeilijke materie kan worden omgegaan. In dit protocol staat duidelijk beschreven hoe gastouder en/of organisatie dienen te handelen. Er wordt o.a. vermeld dat bij vermoedens van mishandeling de organisatie (eventueel samen met de gastouder) deze zorgen met de vraagouder bespreekt. Als er na dit overleg ernstige twijfel blijft of het vermoeden blijkt gegrond, dan neemt de organisatie opnieuw contact op met de vraagouders om de zorgen te bespreken. De organisatie is verantwoordelijk voor deze fase. Zoals blijkt bij de overwegingen bij klachtonderdeel één heeft de organisatie niet duidelijk aangetoond waarom zij heeft gekozen voor het niet bespreken van de bestaande zorgen met ouders. Dit geldt ook voor de redenen waarom door de organisatie is gekozen voor een anonieme melding bij het AMK. Dit maakt het voor de commissie moeilijk om te beoordelen of de organisatie in het onderhavige geval juist heeft gehandeld. Vanwege de onderstaande overwegingen: - Het gastouderbureau is niet alleen verantwoordelijk voor de gastouders, maar draagt ook zorg voor de vraagouders. In het onderhavige geval heeft de anonieme melding bij het AMK enorme impact bij de ouders gehad. Ouders die, zoals bekend bij het gastouderbureau, de nodige zorgen en traumatische ervaringen hebben gehad met betrekking tot hun kinderen. Door beide partijen wordt bevestigd dat de onderlinge verhouding tussen gastouder en vraagouder goed was. Dit blijkt ook duidelijk uit het schriftje dat zowel door ouder als door gastouder werd bijgehouden voor het jongste kind. Door gastouder wordt hierin op geen enkele wijze blijk gegeven van enige zorgen. - De organisatie houdt zich niet aan het eigen protocol Kindermishandeling. In dit protocol wordt duidelijk gesteld dat zowel bij het vermoeden van mishandeling als in het geval dat dit vermoeden niet wordt weggenomen, de organisatie deze zorgen met de ouders bespreekt. Als er besloten wordt dat de vermoedens van kindermishandeling gemeld gaan worden bij het AMK, wordt dit de gast- en zo
mogelijk, ook de vraagouders verteld. Zo nodig had de organisatie advies bij het AMK moeten vragen over het voeren van dit gesprek met de vraagouders. In het protocol staat eveneens vermeld dat een dergelijk gesprek van belang is. Ten aanzien van het anoniem melden staat in het protocol vermeld dat dit alleen kan wanneer dit in het belang van de kinderen is. Voor zover de commissie is geïnformeerd, is de melding door de organisatie gedaan vanwege de veiligheid van de gastouder en de andere kinderen. - De korte tijdsperiode waarin de besluitvorming heeft plaatsgevonden om anoniem te melden. De commissie kan moeilijk beoordelen of door de organisatie de nodige zorgvuldigheid is betracht. Nergens wordt door de organisatie openheid gegeven over de redenen van de melding en op basis van welke objectieve waarnemingen de vermoedens van mishandeling zijn ontstaan. Ook is niets bekend over de wijze waarop de vermoedens door de gastouder met het gastouderbureau zijn besproken c.q. door het gastouderbureau zijn geverifieerd. Tijdens de zitting is door de organisatie gezegd dat e.e.a. rond 6 april 2010 ging spelen. Ouders hebben reeds op 23 april 2010 een brief van het AMK ontvangen en dat roept bij de commissie vragen op over de wijze waarop dit besluit is genomen acht de commissie dit klachtonderdeel gegrond. Uitspraak Op grond van bovenstaande overwegingen oordeelt de commissie de klachtonderdelen één en twee gegrond. Status behandeld