a.
Projectgegevens
Titel project
Lerende Wijkcentra Den Haag
Projectnummer
IA06012
Begin- en einddatum van het project
1 mei 2007 - 1 mei 2010
1. Centrale gedachte achter het project, context Het project Lerende Wijkcentra Den Haag is ontstaan omdat de welzijnsorganisatie Stichting Mooi Eskamp, VMBO Escamp, ROC de Mondriaan onderwijsgroep, de Haagse Hogeschool en Hogeschool INHOLLAND, de gemeente Den Haag en de OVDB, het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven voor zorg, welzijn en sport en dienstverlening actief met elkaar in gesprek zijn gegaan. Deze organisaties hebben het besef dat krachtenbundeling een voorwaarde is om een aantal problemen op het gebied van welzijn en onderwijs in de regio Den Haag structureel aan te pakken. Het betreft de volgende problemen en kansen: 1.1 Vanuit onderwijs Competentiegericht onderwijs Het beroepsonderwijs wil haar rendement verbeteren door jongeren praktijkgericht en competentiegericht op te leiden. Om arbeidskrachten voor de toekomst op te leiden is directe samenwerking met praktijkinstellingen cruciaal. Daar zijn de competenties bekend die benodigd zijn om het vak goed te beoefenen. En deelnemers aan het onderwijs leren het meest, wanneer zij daadwerkelijk als toekomstig beroepskracht in de praktijk taken leren uitvoeren. Waar zij door onderwijs en praktijk gezamenlijk in worden ondersteund. Docenten in het beroepsonderwijs zijn niet altijd optimaal op de hoogte van de huidige gang van zaken in het werkveld en van de specifieke vakinhoudelijke ontwikkelingen. Wanneer docenten en specialisten vanuit het werkveld gaan samenwerken om (toekomstige) werknemers op te leiden, waarbij docenten m.n. lesgeven in de directe beroepspraktijk en vakbekwame beroepskrachten uit het veld modules verzorgen in het onderwijs, dan heeft dat een leereffect voor beiden en de gewenste kwaliteitsverbetering van het onderwijs tot gevolg. Uitval Deelnemers en studenten in het VMBO, MBO en HBO vallen te vaak voortijdig uit het onderwijs, in het bijzonder bij de overgangen van het ene naar het volgende kwalificatieniveau. Er is een structureel tekort aan stageplaatsen voor VMBO- en MBO-leerlingen en om tot een succesvolle beroepskeuze te komen vraagt de beroepskeuzebegeleiding van VMBO-leerlingen om een innovatieve aanpak. In Den Haag hebben teveel jongeren geen startkwalificatie. De nieuwe Hagenaars vormen hierin een aandachtsgroep. Hebben zij wel een kwalificatie, dan ligt dat vaak op de lagere MBO niveaus, waarvoor het arbeidsmarktperspectief gering is. De problemen van voortijdig schoolverlaters zijn direct merkbaar in de wijken waar deze leerlingen wonen en waar zij zonder school en vaak ook zonder werk hun dagen doorbrengen. Dit pleit voor een wijkgerichte aanpak van de problemen met een vorm van coaching van de jeugd en jongeren die hen aanspreekt en leidt tot actieve participatie wat betreft onderwijs, werk, samenleving. Actieve coaching binnen de doorlopende leerlijn kan doorgroei naar de hogere MBO niveaus en het HBO met zich mee brengen van m.n. ook de nieuwe Hagenaars. Doorlopende leerlijn Waar nu de deelnemer vaak nog te maken heeft met een niet optimale aansluiting van de onderwijsprogramma’s van het VMBO. MBO en HBO heeft de intensieve samenwerking van deze instituten, binnen de nauwe relatie met het werkveld, het uitgesproken doel dit sterk te verbeteren. En daarmede ook verbetering van zowel de kwalitatieve als de kwantitatieve doorstroom in de beroepskolom. Waarbij niet alleen verticaal, maar ook horizontaal gedacht wordt vanuit de volle breedte van de diverse opleidingen in het belang van innovatieve arbeidsmarktontwikkeling.
Hiertoe kan binnen de praktijk regelmatig uitwisseling van kennis en expertise tussen studenten en docenten/ onderwijskundigen vanuit de diverse kwalificaties en niveaus plaats vinden. Een dergelijke praktijkvorming voorziet ook in de behoefte van deelnemers aan een actieve beroepsoriëntatie, een belangrijke fase onderweg naar duurzame deelname aan de arbeidsmarkt. 1.2 Vanuit welzijn De stadsdelen Escamp en Laak worden gekenmerkt door een relatief hoog percentage inwoners van 65 jaar en ouder en een relatief hoog percentage (45%) inwoners van niet Nederlandse afkomst. Er is sprake van relatief de laagste inkomens van Den Haag. Ongeveer 25% van de potentiële beroepsbevolking heeft een uitkering. In sociaal-economisch opzicht behoort dit deel van Den Haag dan ook tot de zwakkere gebieden van Den Haag. Met tevens een hoge verhuismobiliteit wat ten koste gaat van de betrokkenheid en hechting in de buurt. Dit heeft negatieve gevolgen voor de leefbaarheid. Welzijnsorganisatie MOOI wil een bijdrage leveren aan het vergroten van de sociale cohesie in de wijken, om daarmee iets te doen aan de huidige problematiek van de grote stad rond vereenzaming, integratie, werkloosheid en armoede. Het wegvallen van gesubsidieerde arbeid en krimp in het personeelsbestand van de welzijnsorganisatie heeft echter juist geleid tot beperktere openingstijden van wijkcentra. De organisatie zoekt naar een innovatieve aanpak van het wijkwelzijnswerk, om medewerkers erop uit te kunnen sturen in de wijk en het agogische werk uit te breiden en vraaggericht te verbreden naar de behoefte van wijkbewoners, inspelend op de sociaal-economische problematiek van deze wijk. Coaching van jeugd en jongeren, ook van de wat problematischere doelgroepen, is het welzijnswerk/jongerenwerk vanuit hun vakgebied op het lijf geschreven. Middels stageplaatsen aanbieden voor jeugd en jongeren uit de wijk kan het mes aan twee kanten snijden zowel voor de onderwijsdeelnemer als de wijk. Naast extra handen zal er een verfrissend effect optreden voor het bestaande welzijnswerk en kunnen deelnemers uit de wijk zelf voor een vliegwieleffect leiden, zijnde een voorbeeld voor hun leeftijdsgenoten en medebewoners uit de wijk (vergelijk de samenwerking Richard Krajicek Foundation – Mondriaan, op de Haagse Playgrounds: AD 28-09-2006 ‘Spelend werken in eigen wijk’) Voorbeelden van vernieuwende effecten die optreden door inzet van stagiaires op de leerafdeling: a. Kritische bevraging huidige invulling agogisch werk en inbreng van nieuwe inzichten bij het bestaande personeel en nieuwe en verruimende activiteiten op het gebied van een veelheid aan opleidingen: Social Work, administratieve opleidingen, Horeca, Veiligheid, Sport en Bewegen, Facility Management, Management Economie en Recht. b. Een aantal van de opgeleide studenten zal een baan vinden in de wijkcentra. c. Competentiegericht onderwijs bevordert ontwikkeling naar vraaggericht welzijnswerk. d. Ervaringsdeskundigheid stagiaires uit de eigen wijk. Zij weten als geen ander wat er leeft en wat de jeugd wenst. Ook o.a. wat betreft culturele verschillen, gewoonten en behoeften. e. Er ontstaat op een natuurlijke wijze constant contact tussen jongeren, van diverse culturen, en ouderen. Deze contacten zullen bijdragen aan acceptatie en respect zowel naar jongeren, ouderen als allochtone jongeren en hun achtergronden. f. Studenten zullen alleen al door hun aanwezigheid in de wijk ook de ontwikkeling van stageplaatsen in het midden en klein bedrijf in de wijk stimuleren en spelen hier actief op in middels de bemanning van een stagecontactpunt in het wijkcentrum. g. Ontwikkeling van het beroep van jongerenwerker richting jongerencoach als antwoord op de hedendaagse problematiek. 1.3 Vanuit de gemeente De gemeente Den Haag heeft burgerparticipatie in het algemeen en dat van jongeren in het bijzonder wat betreft scholing en werk hoog op de agenda staan. Aandachtspunt is de problematiek van voortijdig schoolverlaten en de kansen voor jongeren op de arbeidsmarkt en in het bijzonder ook allochtone jongeren, te vergroten. Dit heeft natuurlijk een economisch aspect, maar een baan kan in sociaal opzicht ook gezien worden als belangrijk in het kader van participatie, emancipatie en zelfstandig functioneren in de samenleving. Ten behoeve ook van een sterke en leefbare wijk waarin diverse ‘bevolkingsgroepen’ elkaar ontmoeten.
1
2. Doel en concrete resultaten In concreto streven wij de volgende doelen en resultaten na: Doel 1 Voldoende kwalitatief goede stageplaatsen in het welzijnswerk, waarin competentiegericht leren ten volle tot ontwikkeling komt; ten behoeve van op de toekomst voorbereide competente professionals voor het welzijnswerk van heden en in de toekomst. Beoogde resultaten: Minimaal 60 structurele erkende stageplaatsen per wijkcentrum van MOOI Escamp en MOOI Laak voor VMBO, MBO niveau 1 t/m 4 en HBO per 01-03-2010 De ambitie kan aangescherpt worden als er voldoende onderzoeksgegevens bekend zijn Activiteiten zijn gericht op: - Samen met VMBO-MBO-HBO, OVDB en Stichting Mooi Eskamp in de wijk Escamp en Laak vormgeven van een leerafdeling in een wijkcentrum(de reële praktijksituatie). - Deskundigheidsbevordering van de praktijkbegeleiders. - Een opleidings- en begeleidingsplan. - Erkenning door en registratie van de praktijk leerplaatsen door het betreffende kenniscentrum voordat deze ingevuld worden met stagiaires. De OVDB vervult hierbij de loketfunctie naar de andere kenniscentra.
Doel 2 De deelnemende VMBO-leerlingen zijn in staat een succesvolle beroepskeuze te maken door de actieve beroepsoriëntatie die hen op de leerafdeling geboden wordt. Beoogd resultaat Er is een realistische beroepsoriëntatie voor op jaarbasis 32 leerlingen van het VMBO Zuid-West per lerend wijkcentrum gefaseerd opgebouwd tot 01-03-2010. Activiteiten zijn gericht op: - Het organiseren van de mogelijkheid voor een beroepsoriëntatiestage voor VMBO leerlingen. - De deelnemende VMBO-leerlingen hebben de gelegenheid te participeren in de activiteiten die het team stagiaires onderneemt in het wijkcentrum. VMBO stagiaires maken deel uit van het stageteam.
Doel 3 Vermindering van schooluitval bij VMBO, MBO en HBO Beoogd resultaat Van het aantal stagiaires dat jaarlijks stage loopt binnen het lerende wijkcentrum is er een vermindering van uitval van 50% m.i.v. 01-09-2009. De ambitie kan aangescherpt worden als er voldoende onderzoeksgegevens bekend zijn Activiteiten zijn gericht op: - Aan de stagiaires wordt in het lerende wijkcentrum competentie gericht onderwijs aangeboden in een krachtige, contextrijke leeromgeving. - Het coachen van onderwijsdeelnemers wordt, met een gefaseerde invoer, o.a. gedaan door onderwijsdeelnemers (HBO stagiaire coacht de MBO stagiaire en de MBO stagiaire de VMBO stagiaire ofwel het ‘Maatje-Maatje’-principe )
2
- Een meerwaarde in het kader van preventie schooluitval is met name dat, naast het elkaar coachen op competenties, de stagiaires voor elkaar een rolmodel vervullen en door deelnemers of studenten van een gelijk of hoger kwalificatieniveau uitgedaagd worden om door te leren. - Vanuit het onderwijs regelmatige intervisie-, les- en reflectiebijeenkomsten voor de stagiaires Doel 4 Uitdagen van jongeren uit de wijk met een gering arbeidsmarktperspectief ook hun talenten te benutten en te gaan investeren in onderwijs. Beoogd resultaat Het vergroten van de instroom van deelnemers uit de betreffende wijken zonder kwalificatie, baan en opleiding met 10 % in de opleidingen van Mondriaan waarvoor binnen Lerende Wijkcentra wordt opgeleid per 01-09-2009. De ambitie kan aangescherpt worden als er voldoende onderzoeksgegevens bekend zijn Activiteiten zijn gericht op: - Het stimuleren van jongeren uit de wijk zonder baan en zonder startkwalificatie om het wijkcentrum te bezoeken. De stagiaires (die bij voorkeur in deze wijk wonen) vormen een voorbeeld voor de werkloze jongeren uit de wijk om een startkwalificatie te behalen of door te leren. Doel 5 Het vergroten van de kansen op succesvol doorleren naar een opvolgend kwalificatieniveau en/of andere opleiding en het verwerven van een plek op de arbeidsmarkt. (Dit is met name van belang voor allochtone onderwijsdeelnemers. Deze groep is vaak onder het niveau opgeleid of werkt onder zijn/haar niveau). Beoogd resultaat Wij streven na dat 30% van de stagiaires doorstroomt door naar een hoger (kwalificatie) niveau. Deze ambitie wordt nog aangescherpt aan de hand van het onderzoek dat gaat plaats vinden Activiteiten zijn gericht op: - Een optimale aansluiting van VMBO-MBO-HBO wat betreft organisatie en onderwijsprogramma. Het ontwikkelen van een onderwijsprogramma ( voor dit stageproject ) dat nadrukkelijk de onderlinge samenhang en samenwerking tussen de onderwijsniveaus bevordert. - Actieve oriëntatie door de stagiaires op de beroepsmogelijkheden van de hogere niveaus en andere opleidingen, mogelijk doordat de stagiaires van alle kwalificatieniveau in één team samenwerken. Doel 6 Een rijke stimulerende leeromgeving voor alle betrokkenen in dit samenwerkingsverband en in het bijzonder voor de onderwijsdeelnemer.
Beoogd resultaat - Structureel georganiseerde kennisuitwisseling en opbouw van gezamenlijke knowhow van scholen, welzijnswerk en kenniscentra op de gebieden van onderwijs, welzijnswerk en samenleving. De onderwijsdeelnemers worden hier actief bij betrokken - Een positieve beoordeling door 90% van de onderwijsdeelnemers van het onderwijsprogramma, de beroepspraktijkvorming en de coaching door docenten en praktijkbegeleiders Activiteiten zijn gericht op: Faciliteren van structureel samenwerkingsoverleg, kennisontwikkeling en kennisdeling. Ontwikkelen van een lerende organisatie o.a. door intervisie- en themabijeenkomsten
3
Doel 7 Vernieuwende impuls voor het welzijnswerk (bedrijfsleven) van Stichting Mooi Eskamp Beoogd resultaat 2 jaar na de start van de leerafdeling 1. De wijkcentra zijn meer open en hebben 30% meer aanbod 2. Het wijkcentrum ontwikkelt met stagiaires hierbinnen een vraaggericht, vernieuwend aanbod in de wijk van 10%. 4. Een vergroting van 20% actieve participatie (integratie) van bewoners in de wijk. 6. Innovatie naar een competentiegerichte en lerende organisatie blijkens functioneringsgesprekken en een evaluatie door het management van MOOI, aan het einde van het project, 01-03-2010 7. Ontwikkeling van de competenties van praktijkbegeleiders aantoonbaar middels een certificaat voor 90% van de praktijkbegeleiders in de wijkcentra Activiteiten zijn gericht op: In samenwerking met VMBO-MBO-HBO en OVDB geeft Stichting Mooi Eskamp vorm aan leerafdelingen in wijkcentra.
3. Thema’s van het project a. het bevorderen van competentiegericht beroepsonderwijs, met als subthema’s: 1. het versterken van de beroepspraktijkvorming; 2. het optimaliseren en flexibiliseren van de schoolorganisatie; en 3. het verbeteren van de begeleiding van de deelnemer tijdens zijn binnen- en buitenschoolse leertrajecten. b. het verbeteren van de programmatische aansluiting tussen het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs, het beroepsonderwijs en het hoger beroepsonderwijs en de doorstroom van leerlingen in de beroepskolom; c. het optimaliseren van vernieuwing in het beroepsonderwijs met behulp van het bedrijfsleven en van vernieuwing in het bedrijfsleven, in het bijzonder het midden- en kleinbedrijf, met behulp van het beroepsonderwijs; d. Het bevorderen van ondernemerschap.
Ja Ja
Nee
Ja
Ja
Ja
4
4.
Samenstelling, inhoudelijke inbreng en expertise van het samenwerkingsverband
Naam partner samenwerkingsverband MOOI Escamp
Mondriaan Onderwijsgroep
Hogeschool INHolland
Haagse Hogeschool
VMBO Zuid-West
OVDB, kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven in de sectoren zorg, welzijn, sport en dienstverlening
Omschrijving inhoudelijke inbreng -Stuurgroep, werkgroepleden -Projectplanontwikkeling -Coaching stagiaires binnen het competentiegerichte leren -‘Gastdocentschap’ -Projectleider -Stuurgroep, werkgroepleden -Projectplanontwikkeling -Studieloopbaanbegeleiding -Reflectie & intervisie deelnemers -Ondersteuning Praktijkbegeleiders -Vakonderwijs -Projectleider -Stuurgroep, werkgroepleden -Projectplanontwikkeling -Studieloopbaanbegeleiding -Reflectie & intervisie deelnemers -Ondersteuning praktijkbegeleiders -Vakonderwijs -Stuurgroep, werkgroepleden -Projectplanontwikkeling -Studieloopbaanbegeleiding -Reflectie & intervisie deelnemers -Ondersteuning praktijkbegeleiders -Vakonderwijs Stuurgroep, werkgroepleden -Projectplanontwikkeling -Loopbaanbegeleiding -Reflectie & intervisie deelnemers -Ondersteuning praktijkbegeleiders -Stuurgroep, werkgroeplid -Projectplanontwikkeling -Advisering en kwaliteitsborging m.b.t. de innovatieve stageplaatsen(ontwikkeling) -Competentiegerichte training praktijkbegeleiders i.s.m. onderwijspartners en MOOI -Loketfunctie voor wat betreft andere relevante kenniscentra zoals ECABO, Kenwerk of KC Handel
Omschrijving deskundigheid Welzijnswerk kennis en ervaring, competenties, agogisch werken
MBO onderwijskundig, kennis, onderwijzen en coachen
HBO onderwijskundig, kennis, onderwijzen en coachen, onderzoek
HBO onderwijskundig, kennis, onderwijzen en coachen, onderzoek
Beroeps voorbereidend onderwijs: onderwijskundig, kennis, onderwijzen en coachen,
Kwalificatiestructuur Competentiegericht leren in de praktijk Aansluiting onderwijs-werkveld, (regionale)samenwerkingsverba nden Samenwerkingsexpertise middels diverse pilot projecten met andere kenniscentra
5
5.
De innovatie in het project: 1. Het betreft hier een ongekend grootschalig stageproject en bovendien in een sector, het welzijnswerk, waar dit tot op heden uniek te noemen is. Het project levert een structurele bijdrage aan het oplossen van het tekort aan stageplaatsen, waaronder ook die voor de lagere niveau's en moeilijk plaatsbare onderwijsdeelnemers 2. Stagiaires worden niet, zoals in een reguliere stage, toegevoegd aan een team, maar runnen feitelijk met elkaar (onder supervisie) een deel van een wijkcentrum. 3. De samenwerking betreft een nieuw en zeer breed draagvlak binnen de doorlopende leerlijn, het kenniscentrum beroepsonderwijs bedrijfsleven en de gemeente. 4. Docenten en specialisten in de wijkcentra werken op de werkplek intensief samen in het opleiden van jongeren als potentiële toekomstige werknemers zowel wat betreft coaching als het verzorgen van lessen. Met als gevolg een kwalitatieve afstemming van de programma’s van het VMBO, MBO en HBO. 5. Het kenniscentrum OVDB fungeert als hoofdaannemer voor andere kenniscentra met als resultaat een transparante en effectieve dienstverlening. 6. De intensieve betrokkenheid van de kenniscentra bewerkstelligt effectieve investering in de kwaliteit en kwantiteit van stageplaatsen en levert tevens een directe signaalfunctie op m.b.t. het onderhouden van de kwalificatiestructuur gerelateerd aan de arbeidsmarkt. 7. De problemen worden aangepakt vanuit de invalshoek van de wijk als samenlevingsverband. Het is een onderwijsproject van de wijk en met de wijk. Naast hbo studenten worden met name vmbo-jongeren en mbo-jongeren die in de wijken Escamp en Laak wonen ingezet in dit project: onderwijs dicht bij huis. Naast onderwijswinst ook winst voor alle bewoners van de wijk. 8. De innovatie van de wijk(centra) wordt gestimuleerd door onconventionele ideeën en aanpak van studenten. 9. Binnen de wijkcentra leren de studenten en deelnemers samen te werken in een integraal team met deelnemers vanuit andere opleidingen en niveau's; van agogisch werken tot administratie tot techniek tot beheer etc. 10. Uitgangspunt zijn de competenties, die intrinsiek in de leerlingen aanwezig of te ontwikkelen zijn, en de eigen verantwoordelijkheid voor leerproces en rol in de maatschappij; ondernemerschap. Hier wordt nadrukkelijk op gecoacht. Bij de uitvoering van het project gaan jongeren ook elkaar coachen en zij zullen rolmodel zijn voor elkaar en voor hun leeftijdsgenoten in de wijk. Binnen de doorlopende leerlijn zullen zij elkaar ondersteunen bij de beroepskeuze en loopbaan en elkaar stimuleren om door te gaan met de opleiding of door te stromen naar een vervolgopleiding. 11. Het project biedt met een motiverende praktijkonderwijssituatie dicht bij huis, een concreet innovatief antwoord op schooluitval en/of het niet bezitten van een (start)kwalificatie en/of het niet benutten van talent in vervolgopleiding of beroep. 12. Dit driejarig grootschalige en complexe project wordt gedurende haar hele looptijd behalve door een projectleider, ook ondersteund door een gedegen onderzoek inclusief monitoring ter ondersteuning van de rendementsvraag m.b.t. preventie van schooluitval. Onderzoeksbureau: Profiel Producties, communicatie- en onderzoeksbureau ter versterking van de bve-sector. Waarmee het eigen project ondersteund wordt tijdens haar ontwikkeling, maar ook de uitrol van leerervaringen geborgd wordt in het onderwijs en in toekomstige vergelijkbare projecten
6
6. Overzicht van vernieuwingsprojecten binnen het samenwerkingsverband Naam partner Naam project Korte omschrijving Mondriaan Onderwijsgroep - Diverse leerafdelingen, -Groepsgewijze stageprojecten in Groepsstages Haaglanden en omgeving - Jong Ondernemen, zie www.jongondernemen.nl
-Carrierecoach
-Ontwikkelen van ondernemerschap in de opleiding door het begeleid opzetten van een eigen onderneming door studenten in groepjes - Recentelijk is, in samenwerking met de Mondriaan Onderwijs Groep, gestart met de ontwikkeling van een nieuwe agogische functie die primair gericht is op het kwalificeren van jongeren voor de arbeidmarkt
MOOI Escamp
- Buurtschool Terra
- In 2001 is in samenwerking met de Scholengemeenschap Zuid West (voormalig Terra College) de buurtschool ontwikkeld. Leerlingen bieden hierin activiteiten voor de buurt waaronder een sociaal restaurant, een bioscoop, internetcursussen voor ouderen enz.
-Carrièrecoach
Recentelijk is, in samenwerking met de Mondriaan Onderwijs Groep, gestart met de ontwikkeling van een nieuwe agogische functie die primair gericht is op het kwalificeren van jongeren voor de arbeidmarkt
-Beapower uitzendbureau - Op een vestiging van de Scholengemeenschap Zuid West is in 2005 een “uitzendbureau” opgezet voor sociaal maatschappelijke (school, buurt en stedelijk) activiteiten die door leerlingen worden uitgevoerd. - Jongerenteam Wateringse Veld -Een project waarbij 45 jongeren buurtbeheer en buurttoezicht voor hun rekening nemen. - Sociaal Makelaar - In samenwerking met o.a. het HBO onderwijs zal in 2007 gestart worden met het ontwikkelen van een nieuwe agogische functie van Sociaal Makelaar.
7
Hogeschool INHOLLAND
Adoptie woon-zorg centrum
Hogeschool INHOLLAND
Projectburo’s Het jonge Noorden en Jonguh Regeahrs
VMBO Zuid-West
-
OVDB
-Diverse leerafdelingen
-Slagvaardig opleiden in de regio (landelijk project zwembadbranche)
-Landelijk Convenant Justitie -Praktijkbegeleiders training zwembaden Haaglanden i.s.m. Mondriaan
In samenwerking met Woonbron (woningcorporatie) en De StromenOpmaatgroep (zorgcentra en thuiszorg) bieden van diensten aan bewoners van zorgcentrum en de buurt IJsselmonde (Rotterdam) Mbo en Hbo studenten leveren diensten aan bewoners. Denk aan onderhoud binnentuinen, verzorging van bewoners zorgcentrum, opzetten buurtrestaurant, begeleiden van activiteiten, onderzoek naar wensen, juridische hulp etc. Studenten en docenten werken mee aan het aanpakken van maatschappelijke problemen in de grote stad. In opdracht van externe partijen (gemeente, HALT, ROC etc.) Interdisciplinaire teams van studenten werken aan een project gedurende 5-10 maanden. Voorbeelden: Mentoraat op Maat, Onverklaarbaar Bewoond, Wenswijk, Mediation. -Groepsgewijze stageprojecten in heel Nederland, o.a. met Mondriaan -Gezamenlijke effectieve dienstverlening van Kenniscentra voor leerbedrijven en samenwerking met roc’s -Samenwerking DJI-onderwijsKenniscentra t.b.v. kwaliteit opleiden -Competentiegerichte training met bijdrage Mondriaan en werkveld; pilot: met follow-up op de werkplek
-VMBO Carrousel en ‘Kom in het leerbedrijf’ -Samenwerking vmbo’s, werkveld en OVDB t.b.v.
8
Heeft het samenwerkingsverband zich georiënteerd op relevant onderzoek en/ of vergelijkbare innovatieve projecten? 7.
Ja
Nee
x
Omschrijf hoe docenten en management bij de ontwikkeling van de innovatie zijn betrokken.
Deelname aan stuurgroep door management: Visie en beleidsontwikkeling Opdrachten formuleren voor de werkgroepen Toezien op voortgang werkgroepen Besluiten nemen over de voorstellen uit de werkgroepen Voorzien in voorwaarden en middelen Installeren projectleider Aansturing van de projectleider Lerend Wijkcentrum Opdrachtverstrekker onderzoeksbureau Deelname aan werkgroepen door docenten en agogen / medewerkers welzijnswerk: Nadere uitwerking van opdrachten stuurgroep Terugkoppelen voortgang aan stuurgroep Oplossen praktische problemen Voorstellen formuleren voor de stuurgroep Deelname aan primair proces door docenten en agogen/medewerkers welzijnswerk: Uitvoering geven aan rollen in primair proces van lerend wijkcentrum
9
8.
Plan van aanpak
Fase 1: Initiatie fase (valt buiten de subsidieaanvraag) De samenwerkingspartners bereiken overeenstemming over het beoogde eindresultaat looptijd: 1-1-2006 / 1- 3- 2007 mijlpaal: Definitieve vaststelling projectplan (met inbegrip van benoeming projectleider en vaststellen onderzoeksvraag en begroting ) Activiteit 1:
Benoemen projectleider
Vaststellen concrete doelen
Vaststellen begroting, besteding subsidie en cofinanciering
Ontwikkelen projectplan
Inrichten projectorganisatie
Inrichten organisatie financiële verantwoording
Vaststellen onderzoeksvraag en aanstellen onderzoeker
Fase 2: Definitiefase Voorbereiden projectorganisatie looptijd: 1-3-2007 / 1-4-2007 mijlpaal: Projectorganisatie is in werking Activiteit 2:
Vaststellen wat er reeds in de voorbereiding ontwikkeld is
Ontwerpen en vaststellen deelprojecten
Installeren werkgroepen ten behoeve van deelprojecten
Opdrachtverstrekking, rapportagesysteem en besluitvorming vaststellen
Formuleren opdrachten voor werkgroepen
Versterking beeldvorming doelstellingen van alle deelnemers aan projectorganisatie
10
Fase 3: Ontwerpfase Ontwikkeling leerafdeling en voorbereiden start per 1 september Looptijd: 1-4-2007 / 15-5-2007 Mijlpaal: Ontwerp leerafdeling (blauwdruk) gereed en door stuurgroep vastgesteld Activiteit 3: Werkgroepen ontwikkelen in opdracht stuurgroep gezamenlijk een voorstel voor de blauwdruk van de leerafdeling. Er wordt antwoord gegeven op de volgende vragen:
Welke competenties zijn te behalen? Welke competenties moeten per leerweg behaald worden? Waar zit de mix?
Hoe gaat het onderwijs vorm krijgen?
Hoe wordt de intervisie tussen stagiaires vormgegeven?
Wie gaat de stagiaires begeleiden/coachen? Welke competenties heeft de begeleider/coach nodig?
Wat wordt de begeleidingsstructuur?
Wat zijn rollen/taken/verantwoordelijkheden binnen deze begeleidingsstructuur?
Wie krijgen de rollen in de begeleidingsstructuur?
Hoe stemmen we de stagemodellen van VMBO-MBO-HBO op elkaar af (wat is op korte termijn haalbaar?)
Wat is de ideale bezetting van de leerafdeling? Hoeveel plaatsbaar per 1 september? Wat als er onvoldoende stagiaires zijn?
Hoe organiseren we onderwijsruimte in het buurthuis? Hoe moet de onderwijsruimte ingericht worden?
Welke faciliteiten zijn nodig voor de stagiaires?
Welke administratie is nodig in het buurthuis?
Hoe worden stagiaires ingewerkt?
Vanaf welk moment werkt de begeleider “met de handen op de rug”, en “runnen” de deelnemers gezamenlijk het wijkcentrum? (Ontwerpen criteria)
Welke activiteiten gaand de vaste medewerkers uitvoeren als de stagiaires het wijkcentrum runnen?
Wat moeten we wanneer evalueren en wat worden de evaluatie-instrumenten?
Onderzoeker presenteert onderzoeksplan en onderzoeksplan wordt vastgesteld
11
Fase 4: Voorbereidingsfase Looptijd: 15-5-2007 / 15-7-2007 Mijlpaal: Informatiebijeenkomst voor de per 1 september geplaatste stagiaires is uitgevoerd Activiteit 4:
Inwerkprogramma ontwikkelen
Ontwerp voorlichtingsbrochure voor stagiaires
Contact met stagebureau(s) over plaatsing stagiaires per 1 september
Training van werkbegeleiders en coach
Informatiebijeenkomst plannen en uitvoeren voor stagiaires
Bijeenkomst voor begeleidende docenten plannen en uitvoeren
Evaluatiebijeenkomsten plannen en evaluatie-instrument ontwikkelen
Concretiseren van het onderwijs en intervisiebijeenkomsten
Opening leerafdeling plannen en voorbereiden
Fase 5: Realisatiefase Looptijd 1-9-2007 / 1-9-2010 Activiteit 5:
Start leerafdeling voor VMBO, MBO en HBO
Uitvoering geven aan onderzoek schooluitval
Kenniskring onderwijs-welzijn implementeren ten bate van permanente kennisuitwisseling
Periodieke evaluatie op resultaten en voortgang tav de gestelde doelen. Bij stagnatie voortgang bijstellen van aanpak of afspraken.
Afhankelijk van voortgang project en onderzoeksresultaten een tweede leerafdeling starten bij Stichting Mooi Eskamp.
12
9. Beschrijf de projectorganisatie Fase 1 t/m 4 De stuurgroep bestaande uit vertegenwoordigers van de samenwerkende partners is opdrachtgever en besluitvormend orgaan. De stuurgroep zet opdrachten uit bij de projectleider. De projectleider is verantwoordelijk voor planning van het project, aansturing van het project, opdrachtverstrekking aan de werkgroepen, voortgangsbewaking werkgroepen, en rapportage bij de stuurgroep. De werkgroepen geven uitvoering aan en rapporteren over de opdrachten die door de projectleider zijn uitgezet. Fase 5 In de realisatiefase heeft de projectleider wekelijks, met een afbouw naar maandelijks, contact met docent(en), de coach van de deelnemers in het wijkcentrum en de manager van het wijkcentrum waar de leerafdeling is gevestigd. De projectleider is verantwoordelijk voor de dagelijkse aansturing van het project en rapporteert de voortgang in de stuurgroep. In geval fundamentele bijstelling van de geplande activiteiten noodzakelijk blijkt zal de projectleider met instemming van de stuurgroep tijdelijk een werkgroep in het leven roepen. De manager van het wijkcentrum is verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de leerafdeling.
Organigram
STUURGROEP MOOI
Hogeschool INHOLLAND
Haagse Hogeschool
Mondriaan VMBO Zuid-West Onderwijsgroe p Bestuur/directie/adviseur I I
OVDB
PROJECTLEIDER
I I WERKGROEP onderwijs en agogisch werk
I I WERKGROEP Facilitair
Of samengevoegd tot 1 werkgroep Vertegenwoordigers van de samenwerkende organisaties
13
Beschrijf planmatig de wijze waarop de verspreiding en implementatie van projectresultaten wordt gerealiseerd Onderzoeken van de mogelijkheid om de ontwikkelde structuur van deze leerafdeling toe te passen bij andere buurtcentra van MOOI of andere welzijnsorganisaties. Zo mogelijk implementatie leerafdelingen aldaar. Samenwerkingspartners organiseren aan einde traject symposium ter afronding projectfase, zowel gericht op de interne als externe organisaties. Onderzoeker publiceert in samenwerking met de samenwerkingspartners de resultaten van het onderzoek. De samenwerkingspartners zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de verspreiding van de resultaten en zullen gezamenlijk inspanningen verrichten om de resultaten op bovengenoemde wijze te verspreiden. Hierbij nemen allen een deel van de kosten, gerelateerd aan de kostenverdeling in de begroting voor hun rekening.
10. Onderzoek/Evaluatiemethode Om deze voor betrokken partijen onconventionele aanpak te monitoren wordt begeleidend onderzoek noodzakelijk geacht. Er wordt op twee manieren onderzoek gedaan: 1. Onderzoek verricht door de lectoraten van de hogeschool INHOLLAND en de Haagse Hogeschool. 2. Onderzoek naar schooluitval verricht door onafhankelijk onderzoeksbureau Inspirationworks. Ad 1: Onderzoek verricht door de lectoraten van de hogeschool INHOLLAND en de Haagse Hogeschool Het evaluatieonderzoek kent volgens de projectdocumenten op hoofdlijnen een drieledige opzet of doel. - Het toetsen van de uitgangspunten van het project door het opstellen van een beschrijving van de startsituatie. - Het monitoren van de voortgang ten behoeve van een mogelijke tussentijdse bijstelling. - Het evalueren van het eindresultaat na drie jaren en het opstellen van adviezen voor implementatie van de projectresultaten elders. Deze driedeling dient als vertrekpunt voor de opzet van ons onderzoek. Om de voortgang en het eindresultaat te kunnen toetsen, is daarnaast een analysekader aangereikt dat bestaat uit drie invalshoeken: rendement, inhoud en samenwerking. Rendement Het rendement heeft betrekking op de (tussentijdse) resultaten die partijen genereren. Dit aan de hand van de inspanningen die zij leveren door middel van hun primair proces. De volgende rendementitems worden onderzocht: doorstroom in de doorlopende leerlijn VMBO–MBO-HBO, resultaten van de ‘flankerende lijn’ vanuit het welzijnswerk, behaalde kwalificaties op te onderscheiden opleidingsrichtingen, stage-uitval en doorstroom arbeidsmarkt. Inhoud De inhoud heeft betrekking op de primaire processen die de afzonderlijke partijen in het project leveren in relatie tot het vraagstuk en de vraag van de praktijkleerders. De primaire processen worden onderzocht op het niveau van de aan te bieden diensten of activiteiten in de disciplines
14
onderwijs, welzijn, arbeidsmarkt. Voorts wordt op het niveau van de diensten onderzoek verricht naar de samenstelling van het assortiment: opleiding, begeleiding, ondersteuning, coaching, bemiddeling. Zowel diensten als assortiment kunnen worden getoetst aan de hand van de behoefte van de praktijkleerders van het wijkcentrum. Samenwerking De samenwerking tussen de partners is ook onderwerp van onderzoek. Onderzocht wordt welke partijen betrokken zijn in de keten, welke (potentiële) rol zij (willen) spelen in dit project en hoe – vanuit het perspectief van de praktijkleerder – de intake, ondersteuning, overdracht en samenwerking door de betrokken organisaties in dit project verloopt. Probleemstelling en onderzoeksvragen “Bepaal de toegevoegde waarde van het project ‘Lerende Wijkcentra in Den haag’ met betrekking tot het rendement, inhoud en samenwerking die betrokken onderwijs- en welzijnsorganisaties bieden in relatie tot de vraagstukken en vragen van (potentiële) deelnemers uit de wijk Escamp.”
Ad 2 : Onderzoek naar schooluitval verricht door onafhankelijk onderzoeksbureau Insprirationworks Wij gaan er van uit dat het onderhavige onderzoek relatief eenvoudig is uit te voeren. Centraal staat de onderzoeksvraag afgeleid van Doel 3 van het projectplan Lerende wijkcentra Den Haag: Verminderen van schooluitval bij VMBO, MBO en HBO door jongeren intensief te begeleiden tijdens de buitenschoolse leertrajecten en hen praktijkgericht (compententiegericht in een contextrijke leeromgeving) op te leiden. Het aantal uitvallers van de stagiaires die jaarlijks een stage lopen binnen het lerende wijkcentrum is de helft of minder dan het aantal uitvallers van stagiaires in andere stageplaatsen (die doelstelling van 50% moet nog wel formeel, in overleg met alle partners, worden vastgesteld) In principe verloopt de opzet van het onderzoek op de volgende wijze. Middels een nulmeting wordt de situatie van de doelgroep en een controlegroep bij aanvang vastgesteld. Een systeem wordt geïmplementeerd om de resultaten te volgen. De vorderingen worden gemonitord van zowel de doelgroep als de controlegroep. Dit gebeurt jaarlijks of zo vaak als wordt afgesproken. Er wordt een eindmeting bij onderzoeksgroep en de controle groep gedaan en tenslotte schrijven we een verslag van onze bevindingen inclusief gevolgtrekkingen en aanbevelingen.
15
Samenvatting
De welzijnsorganisatie Stichting Mooi Eskamp, VMBO Escamp, de Mondriaan onderwijsgroep, de Haagse Hogeschool en Hogeschool INHOLLAND, de gemeente Den Haag en de OVDB, beogen middels een intensieve samenwerking in het project “Lerende Wijkcentra” een of meer wijkcentra om te vormen tot leerafdelingen voor alle opleidingsniveaus. Een leerafdeling is een authentieke en contextrijke werkomgeving waarin een groep stagiaires alle voor de beroepsuitoefening typerende werkprocessen uitvoert. De groep is verantwoordelijk voor de uitvoering van alle werkprocessen met het doel het beroep waar zij voor opgeleid worden te leren. Op een leerafdeling ligt het accent op een actieve rol van de stagiaires waarbij het van en met elkaar leren centraal staat. Op verfrissende en vernieuwende wijze wordt in het Lerend Wijkcentrum invulling gegeven aan onderwijs en welzijn waarbij ontschotting en samenwerking centraal staat ten behoeve van relevante arbeidsmarktgerichte competentieontwikkeling van de stagiaires. Tevens is er een maatschappelijke meerwaarde voor de wijk waarin het Lerend Wijkcentrum geïmplementeerd wordt. Het betreft hier een ongekend grootschalig stageproject en bovendien in een sector, het welzijnswerk, waar dit tot op heden uniek te noemen is. Met het opzetten van de lerende wijkcentra willen de samenwerkende organisaties de volgende doelen realiseren: 1. 60 Erkende, structurele, kwalitatief goede stageplaatsen voor VMBO-MBO en HBO ten behoeve van op de toekomst voorbereide competente professionals te creëren 2. VMBO-ers de gelegenheid bieden een succesvolle beroepskeuze te maken 3. De schooluitval bij VMBO-MBO en HBO te verminderen 4. Jongeren met een gering arbeidsmarktperspectief stimuleren hun talenten te investeren in onderwijs 5. De doorstroom naar een opvolgend kwalificatieniveau bevorderen 6. Aan stagiaires van alle opleidingsniveaus een rijke stimulerende leeromgeving bieden 7. Een vernieuwende impuls te geven aan het welzijnswerk Met het creëren van deze contextrijke leeromgeving is er sprake van een drievoudige winsituatie: Zowel voor de onderwijsdeelnemer, de onderwijsgevende organisatie alsook de stage-instelling. Door middel van onderzoek gedurende de gehele looptijd van het project wordt vastgesteld wat de feitelijke toegevoegde waarde van het Lerend Wijkcentrum is met betrekking tot rendement, inhoud en samenwerking in relatie tot de gestelde doelen.
16