les
1 Meester Rembrandt
1 Waarom wil meester Van Rijn veel liever meester Rembrandt genoemd worden?
Rembrandt vergelijkt zichzelf met beroemde Italiaanse schilders. Die worden ook bij hun voornaam genoemd.
3 ‘Zo jongeman, wie ben jij?’ zegt Rembrandt. Samuel zegt: ‘Samuel, meester. Van Harm van Hoogstraten.’ Wat zouden wij zeggen? Zet een kruisje voor het goede antwoord. ‘Ik ben Samuel, meester. Ik woon naast Harm van Hoogstraten.’ ‘Ik ben Samuel, meester. De broer van Harm van Hoogstraten.’ x ‘Ik ben Samuel van Hoogstraten, meester. De zoon van Harm van Hoogstraten.’ 4 Samuel wil Rembrandt iets vertellen. Waardoor is Rembrandt zo verbluft? Rembrandt is niet gewend dat mensen hem prijzen. Rembrandt snapt niet dat de jongen durft aan te bellen. x Rembrandt is verbluft, omdat Samuel nog maar een jongen is. Rembrandt vindt Samuel maar brutaal.
❀5 Zou Rembrandt arm of rijk geweest zijn? Hoe weet je dat?
Arm, want de jongens dachten dat hij de huur van zijn huis niet kon betalen. 2 Als Rembrandt in de schemering uit het raam kijkt, let hij op waar het licht op valt. Kijk naar de tekening op het kopieerblad. Waarop valt het licht in deze tekening?
Op het groepje jongens. Kijk nu nog eens naar de eerste tekening in je boek. Waarop valt het licht?
Het licht valt op het meisje. Rembrandt vindt dit zo mooi dat hij besluit de volgende keer ook op die manier te schilderen. Op welke manier?
Het licht laten vallen op iets wat eigenlijk niet het belangrijkste is. Waarom vindt Rembrandt dat een goed idee?
6 Zet de woorden op de goede plaats in de zinnen. Gebruik woorden uit dit rijtje: school – vader – bakker – leer – oom – Amsterdam – aan de gracht – schilder – grutter. Samuel is in de
leer
bij zijn oom die in
Amsterdam woont. Zijn vader wil dat hij grutter wordt. Samuel zelf wil veel liever schilder worden. 7 Die zaterdag mocht Samuel bij Rembrandt in zijn werkplaats komen kijken. Dan kon hij zien wat je eerst moet leren om schilder te worden. Wat moet hij dan leren? Zet kruisjes voor de goede antwoorden. x kwasten schoonmaken een schilderij afmaken schilderijen verkopen x pigment verwrijven x hout schuren
Dan wordt het schilderij minder saai. 13
Bij de tijd groep 7, kopieerblad bij blok 4
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch
les
1 Meester Rembrandt
❀ 8 In de werkplaats van Rembrandt werken zijn ‘gezellen’. Zoek in het woordenboek op wat een gezel is.
Een gezel is een rang in een beroep. Eerst ben je leerling, dan gezel en dan meester. Wat voor werk doet een gezel?
Een gezel doet klusjes in de werkplaats, maar hij leert ook al echt schilderen. 9 Hoe noemen wij het schuttersstuk van Frans Banningh Cocq dat door Rembrandt is geschilderd?
De Nachtwacht. Dit schilderij is beroemd om de lichtval. Vul het schema hieronder in.
Wie zijn het belangrijkste?
Op wie valt het licht?
De Nachtwacht
tekening op blz. 48 in je boek
de mannen met lansen en hellebaarden op het meisje dat tussen de schutters verdwaald lijkt te zijn
de spelende jongens
10 Maak de zinnen af en schijf de woorden die je gevonden hebt in de puzzel. 1 De oom van Samuel was een … 2 De straat werd verlicht door … 3 De jongens waren aan het ruziën vlak bij de … 4 Samuel wil geen grutter worden maar … 5 De vrouw van Rembrandt heet … 6 De mannen die op De Nachtwacht staan afgebeeld zijn … 7 Het verhaal speelt in de maand … 8 De moeder van het meisje was een arme … Welk woord lees je in de hokjes bij de pijl van beneden naar boven?
schilder
op het meisje, de dochter van de wasvrouw
f a k k s c h Sa s s d w
g k a i k c e a
r e d l i h c s
u l e d a u e v
t t e r s e r t t e r s m b e r r o u w 14
Bij de tijd groep 7, kopieerblad bij blok 4
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch
les
2 Een rijk land
BLOK 4
16
Lees in je boek het stukje Aan boord en bekijk de foto’s. Maak daarna vraag 1 t/m 4.
1 Waarom is het schip de ‘Batavia’ nagebouwd?
Dan kun je zien met wat voor schepen de Nederlanders vroeger naar Azië voeren.
2 Vul de woorden in de zinnen in. Kies uit: driehonderd – oude mannen – twaalf – kost – achttien – vrijwillig – tweehonderd – weeshuis – scheepvaart – niet vrijwillig – wezen.
tweehonderd man. De meesten waren tussen de twaalf en achttien jaar oud. De meesten waren niet vrijwillig aan boord gegaan. Vaak wezen die niemand hadden waren het Aan boord waren ongeveer
die voor hen zorgde. Ze moesten zelf maar zien
3 Vaak had een matroos een contract ondertekend, terwijl hij niet eens wist wat daarin stond. Hoe kan dat?
De meeste matrozen konden niet lezen en schrijven. ❀4 Lees de tweede zin uit het contract nog eens. Waarom zou er zo’n strenge straf op staan als je eten of drinkwater overboord gooide? Zet kruisjes voor de goede antwoorden. x Aan boord moest je zuinig met drinkwater zijn, want er was gauw een tekort. Dan zou de kok kunnen denken dat je zijn eten niet lekker vond. x Bij een tekort aan drinkwater zou de bemanning van dorst omkomen. x Er was meestal net voldoende eten; weggooien was dus zonde. Lees het stukje Veel gevaren en maak vraag 5.
5 Matroos zijn was geen pretje! Op de tekeningen zie je welke gevaren er waren. Schrijf bij elke tekening een zin over het gevaar dat je ziet afgebeeld.
kost kwamen. Sommigen kozen voor de scheepvaart. hoe ze aan de
Je kunt worden aangevallen door zeerovers.
-3000
-50
1
Je kunt een ernstige ziekte krijgen.
Je kunt in een storm terechtkomen.
500
17
Lees het stukje Overal ter wereld en maak vraag 6 en 7.
1492
Columbus
Rembrandt
6 Maak de volgende opdrachten in deze tijdbalk. - Kleur de gouden eeuw geel. - Zet een stip bij 1640 en schrijf daar de naam ‘Rembrandt’ bij. - Columbus ontdekte in 1492 Amerika; zet dat jaartal en de naam Columbus in de tijdbalk. - Zet een stip bij het jaar waarin we nu leven. 7 Nederlanders waren betrokken bij de slavenhandel. Wat deden Nederlandse kooplieden?
Nederlandse kooplieden haalden negers uit Afrika en verkochten die als slaven in Amerika.
8 De stad Amsterdam wilde het de kooplui zo gemakkelijk mogelijk maken. Welke vier zinnen passen daarbij? Zet kruisjes voor de goede antwoorden. x Er waren veel pakhuizen gebouwd. Veel winkels waren ook ’s avonds open. x Er waren betrouwbare banken om geld te lenen en te wisselen. x Er waren schepen en matrozen te huur. Overal in de stad waren parken om uit te rusten. x Een koopman kon in Amsterdam verzekeringen afsluiten.
❀ 9 Waarom was het voor de kooplieden belangrijk om een verzekering voor de reis af te sluiten?
De verzekering betaalde de schade als een schip met kostbare lading verging of door zeerovers werd aangevallen. Lees het stukje Middelpunt van de wereldhandel en maak vraag 8 t/m 10.
1000
10 Lees het stukje over de stapelmarkt nog eens. Wat is een stapelmarkt? Zet een kruisje voor het goede antwoord. Een stapelmarkt is een markt waar de goederen netjes en heel hoog staan opgestapeld. Iedereen kan er komen kopen. x Amsterdam was een stapelmarkt, omdat er goederen uit de hele wereld in pakhuizen waren opgestapeld. Kooplieden konden al die goederen kopen.
1500
1600
1700
1800
1900
1950
nu
les
3 Een bijzonder land
1 Op scholen zitten lang niet alleen Nederlandse kinderen. Hoe is dat bij jou in de klas? Kun je dit schema invullen? land
aantal
de namen van de kinderen
2 Wat is een allochtoon? Zet kruisjes voor de twee zinnen die goed zijn. Iemand die woont in het land of de plaats waar hij geboren en opgegroeid is. x Iemand uit een ander land die hier is komen wonen. x Een kind van iemand uit een ander land die hier is komen wonen. Iemand die verhuist naar een ander land.
x x
Hoeveel van elke tien inwoners van Rotterdam zijn allochtoon?
x x
drie
x
x
Welk deel van de bevolking van Rotterdam is allochtoon?
drietiende deel Kleur dat deel van de cirkel. In heel Nederland leven 750 000 allochtonen. Dat is een twintigste deel van de bevolking. Kleur dat deel van de cirkel. 3 Welk deel van de Amsterdamse bevolking was immigrant in de 16e en 17e eeuw?
Eenderde deel
x
15
Bij de tijd groep 7, kopieerblad bij blok 4
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch
les
3 Een bijzonder land
4 Wat is de oplossing van deze rebus?
Help mee, stop discriminatie.
5 Waarom kwamen er zoveel immigranten in de 16e en 17e eeuw naar Nederland? Zet kruisjes in de goede kolom. waar niet waar x Zij werden vervolgd vanwege hun godsdienst. x In hun eigen land was vaak hongersnood. x Ze vluchtten weg vanwege oorlogsgevaar. x Ze hoopten hier werk te vinden en het beter te krijgen. x Ze waren uitgenodigd om te werken in ons land. 6 In je boek staat de vraag waarom buitenlanders nu naar Nederland komen. Schrijf op een blaadje wat jullie daarover besproken hebben.
8 In Nederland werd in de 16e en 17e eeuw anders over godsdienst gedacht dan in veel andere landen. Streep steeds door wat niet klopt. In Nederland vonden de mensen het niet zo moeilijk/erg moeilijk om samen te leven met mensen met een ander geloof. In Nederland werd je gevangengezet/niet gevangengezet als je een ander geloof had. In Nederland woonden veel mensen/weinig mensen met een ander geloof dan het calvinisme. 9 In het stukje ‘Twee verklaringen’ in je boek lees je twee redenen waarom Nederlanders zo verdraagzaam zijn. Lees dat stukje nog eens. Maak van elk stukje een samenvatting van hooguit drie regels.
1 Veel Nederlanders hadden zelf veel geleden in de tijd van de Opstand, omdat zij niet katholiek waren. 2 Wie handel wil drijven, kan beter geen ruzie maken over godsdienst. ❀10 Kijk naar de foto op blz. 56 in je boek en lees
7 In de 16e en 17e eeuw waren de immigranten die hier woonden vaak arm. Hoe kwam dat?
het bijschrift. Waarom zou de doopsgezinde kerk een schuilkerk geweest zijn?
Ze kregen meestal eenvoudig werk of vervelende baantjes. Daar verdienden ze maar weinig mee.
De doopsgezinden mochten geen eigen kerkgebouwen hebben. Daarom kwamen ze bij elkaar in zo’n onopvallende kerk. 16
Bij de tijd groep 7, kopieerblad bij blok 4
© Malmberg, ‘s-Hertogenbosch
les
4 Een oud schip nabouwen
BLOK 4
18
Lees in je boek het stukje Overblijfselen van vroeger. Maak daarna vraag 1.
Lees de rest van de les in je boek. Maak daarna vraag 4 t/m 10.
1 We weten tegenwoordig erg veel over de scheepvaart in de zeventiende eeuw. Hoe zijn we dat te weten gekomen? Zet een kruisje in de goede kolom. waar niet waar x Van foto’s die matrozen in de zeventiende eeuw van hun schip maakten. x Van beschrijvingen hoe de matrozen leefden. x Van bezittingen van matrozen uit de zeventiende eeuw. x Van speelfilms over het leven van matrozen in de zeventiende eeuw. x Van schilderijen uit de zeventiende eeuw.
4 Waar of niet waar? Zet een kring om de goede letter bij iedere zin. waar niet waar IJ O De plaats van de gezonken Batavia stond vermeld in het scheepsjournaal. S M Duikers hebben de hele Batavia in één keer naar boven gehaald. O E Met behulp van de oude bouwtekening kon de Batavia nagebouwd worden. U T De bouwers gebruikten een tekening van het schip de Salamander als voorbeeld. T A De bouwers van de Batavia gebruikten de voorschriften van de VOC. R I Scheepstimmerlieden die aan de echte Batavia hadden meegewerkt, gaven adviezen. M R Er is veel bekend over hoe je moet zeilen met een zeventiende-eeuws schip. Welk woord kun je maken met de omcirkelde letters?
Lees in je boek het stukje De Batavia. Maak daarna vraag 2.
2 Waarom kozen de bouwers voor het schip de Batavia om na te bouwen? Zet een kruisje voor het goede antwoord. Het was gemakkelijk omdat het een klein schip was. Het was gemakkelijk omdat er bouwtekeningen van overgebleven zijn. Omdat dit schip het snelste VOC-schip was dat ooit gebouwd is. x Omdat er van dit schip spannende reisverslagen overgebleven zijn.
MUITERIJ Welk woord kun je maken met de andere letters?
MATROOS
Lees in je boek het stukje Onderwaterarcheologie. Maak daarna vraag 3.
5 Waarom maakte de VOC zulke uitgebreide voorschriften voor het bouwen van schepen?
3 Australische duikers haalden delen van het schip en de lading naar boven. Hoe wisten de duikers waar ze moesten zoeken naar de overblijfselen van het schip?
Ze wilden niet dat er wrakke schepen naar Indië zeilden.
In het scheepsjournaal was precies opgeschreven waar het schip zich bevond, toen het zonk.
-3000
-50
1
500
6 Hoe lang duurde de bouw van de echte Batavia in de zeventiende eeuw?
Minder dan één jaar. Hoe lang duurde het nabouwen van de Batavia?
Meer dan tien jaar.
Waarom duurde het nabouwen van de Batavia in de twintigste eeuw zoveel langer dan de bouw in de zeventiende eeuw?
Er was veel onderzoek nodig naar de manier van bouwen. Veel informatie uit de zeventiende eeuw was verloren gegaan.
19
9 Bij de bouw van de Batavia is regelmatig gebruikgemaakt van moderne gereedschappen die er in de zeventiende eeuw niet waren. Kun je dat op een van de illustraties in je boek zien?
Ja, op blz. 59 zie je iemand werken met een elektrische schaaf. Waarom zouden ze soms moderne gereedschappen gebruikt hebben?
Het werk verloopt dan sneller en gemakkelijker. ❀ 10 Sommige mensen vinden dat het schip helemaal met middelen uit de zeventiende eeuw nagebouwd had moeten worden. Het schip zou dan veel ‘echter’ zijn. Wat vind jij daarvan?
7 Bekijk de route van de Batavia en meet de afstand die het schip heeft afgelegd. Hoeveel kilometer is dat? Gebruik een touwtje om de route te meten.
Ongeveer 22 000 km De reis duurde 220 dagen. Hoeveel kilometer legde de Batavia gemiddeld per dag af? Gemiddeld
100
km per dag.
8 Zet de volgende namen op de goede plaats op de kaart: Brazilië – Kaap de Goede Hoop – Australië – Batavia (de stad) – Nederlands-Indië
1000
1500
1600
1700
1800
1900
1950
nu