Koopkrachtpariteit en Gini-coëfficiënt in China: hoe je tegelijkertijd arm én rijk kunt zijn. 1. De Wereldbank berichtte onlangs dat de Chinese economie binnen afzienbare tijd de grootste economie van de wereld zal zijn. Sneller dan eerder verwacht. Worden de VS en Europa economische vazallen van China? Het antwoord is nee. Want tegelijkertijd is China een arm land dat nog een lange weg te gaan heeft voordat de welvaartsniveaus van de Westerse economieën wordt bereikt. Maar op de weg daarna toe zijn er voor beleggers opportuniteiten alsmede vele risico’s. Het is daarom van belang de cijfers over China eens goed te bekijken. 2. Laten we eerst de statistische gegevens eens op een rij zetten. De onderstaande grafiek laat de jaarlijkse economische groei van China vergeleken met de VS en de Europese Unie zien over de periode 1980-2013. Grafiek I: GDP groei in VS, EU en China
(Bron : IMF datamapper )
www.andreas-capital.com
1
Gedurende die hele periode van 35 jaar waren de Chinese groei cijfers bijna zonder uitzondering het dubbele van die van de westerse economieën. Dus de mythe dat hoge groei in China een recent fenomeen is, is onjuist. We moeten daarbij wel noteren dat de VS de grootste economie ter wereld heeft. Nummer twee is China, maar de omvang van de Chinese economie in US Dollars gemeten, is minder dan de helft dan die van de VS. Dat geeft de indruk dat het nog wel even zal duren voordat China groter wordt dan de VS. Maar die indruk verandert snel als we lezen dat China in termen van Purchasing Power Parity of wel Koopkracht Pariteit (dus niet in US Dollars gemeten) nog dit jaar of in 2015 een groter GDP zal hebben dan de VS. Grafiek II : GDP rangschikking in USD en op PPP basis
(Bron: Wereldbank)
Vele ontwikkelingseconomen vinden dat een vergelijking op basis van een valuta, bijvoorbeeld de US Dollar, tot grove overschatting leidt van de positie van de Amerikaanse economie. Daarom is al sinds geruime tijd het concept ontwikkelt van Koopkrachtpariteit of in economen-jargon: Purchasing Power Parity (PPP). Hierbij worden de prijzen van consumptie goederen in een land niet uitgedrukt in de www.andreas-capital.com
2
valuta van een ander land maar wordt koopkracht gemeten op basis van een internationaal vergelijkbaar pakket van consumptie goederen. Er kleven aan deze methodiek tal van technische bezwaren maar een vergelijking op basis van wat iemand kan kopen in zijn eigen land met de lokale valuta, moet accurater zijn dan een naar US Dollar teruggerekende vergelijking. Ter illustratie: vandaag kost een brood in een VS supermarkt rond $ 3,75. Omgerekend in Chinese valuta op de koers van vandaag is dat ongeveer CNY 23,3. In de stedelijke gebieden in China koop je daar bijna twee en een half brood voor (gemiddelde prijs per brood minder dan CNY 10). De omvang van de Chinese economie op basis van PPP is dus veel groter dan teruggerekend naar US Dollar. De bovenstaande grafiek rechts laat dan ook zien dat op basis van een PPP vergelijking de afstand tussen de VS economie en de Chinese veel kleiner is. Vandaar dat recente berichten dat China binnenkort de VS economie voorbij zal streven (in PPP termen) geen grote verrassing is. 3. Al die macro cijfers zijn interessant, maar zeggen die echt iets over welvaartsniveaus van de gemiddelde Amerikaan of Chinees? Uit onderstaande grafiek is te lezen dat het gemiddelde GDP per hoofd in US Dollar termen (2014: $ 10.700) nog ver achterblijft bij dat van de VS ($ 55.000) of de Europese Unie ($ 33.100).
www.andreas-capital.com
3
Grafiek III: GDP per hoofd op PPP basis
(Bron: IMF datamapper)
Maar we moeten niet over het hoofd zien dat de groei van het GDP per hoofd in China veel sneller is geweest dan die in de ontwikkelde westerse economieën: In de laatste 10 jaar is het GDP per hoofd in de VS en de Europese Unie met zo’n 24% toegenomen. In dezelfde periode was de groei van het GDP per hoofd in China 160%! De verwachting is dat die ontwikkeling zich verder zal voortzetten. Dat komt natuurlijk deels door de Chinese groei die voortdurend veel hoger is dan die van de westerse economieën (zie grafiek I). Maar daarnaast zullen belangrijke wijzigingen in het economisch beleid van de Chinese regering een substantiële bijdrage aan die welvaartsverdeling in China veroorzaken. De groei in China in het grootste deel van de afgelopen periode werd vooral gedreven door grootschalige investeringen ten behoeve van de export alsmede van de binnenlandse infrastructuur. Sinds het Hervormingsprogramma van de Chinese Communistische Partij van 2012 is de economische politiek meer gericht op de verdeling van de welvaart onder de bevolking en dus meer op consumptie gericht.
www.andreas-capital.com
4
Dat programma was veel omvattend met de volgende belangrijke kernpunten: · Erkenning van de markt als het fundamentele economische mechanisme · Afschaffing van de “een-kind” politiek · Liberalisatie van de arbeidsmarkt · Grotere eigendomsrechten voor boeren · Hervormingen van bank- en financiewezen · Fiscale hervormingen met meer directe belastingen · Focus op “groene groei” · Invoering van sociale verzekeringen, mede gefinancierd uit vaste dividend afdrachten van staatsbedrijven De invoering van dit plan zal tot grote aanpassingen in de Chinese economie leiden. Zonder twijfel zal verdere verstedelijking het gevolg zijn. De verbetering van de sociale voorzieningen zijn daarbij een essentieel complement. De earmarking van middelen die vanuit de staatsbedrijven worden verkregen lijkt op een Chinese variant van de toepassing van een “sovereign wealth fund” aanpak voor sociale zekerheid. 4. Er zit natuurlijk ook een sociale dimensie aan het Chinese Hervormingsprogramma. In de achterliggende jaren was de inkomensongelijkheid in China fors toegenomen met name in de stedelijke gebieden. Internationale vergelijking van inkomensverschillen geschiedt veelal op basis van de zogenaamde Ginicoëfficiënt, vernoemd naar de Italiaanse socioloog en statisticus Corrada Gini die daar zo’n 100 jaar geleden onderzoek naar verrichte. Deze Gini-coëfficiënt heeft altijd waardes tussen 0 (volledige gelijkheid) en 1 (volstrekt ongelijk). In de meeste westerse landen ligt die coëfficiënt tussen de 0,25 (Scandinavische landen) en 0,45 (Verenigde Staten); Nederland ligt daar met 0,32 tussen in. www.andreas-capital.com
5
Ter vergelijking: aan de andere kant van het Gini-spectrum vinden we landen in Afrika en Zuid Amerika met coëfficiënten rond de 0,6. De ontwikkeling van de inkomensverdeling in China sinds 1980 laat een forse stijging zien van de Gini-coëfficiënt in de achterliggende jaren (zie grafiek IV). Met andere woorden: de ongelijkheid is fors toegenomen vooral in de stedelijke gebieden. Grafiek IV: Inkomens ongelijkheid in China
(Bron: Wereldbank)
De meest recente cijfers van de Wereldbank laten zelfs een stijging tot 0,47 zien. De Chinese regering/communistische partij heeft ongetwijfeld de ontwikkeling naar grotere ongelijkheid als onhoudbaar gezien. Vandaar de maatregelen in het Hervormingsprogramma gericht op een grotere spreiding van welvaart en inkomen. 5. Wat heeft dit voor consequenties voor de belegger? De verwachting is dat de groei in China zich op een iets lager niveau zal begeven dan de gemiddelde 10% per jaar van de periode 1980- 2010. Grafiek I laat zien dat het IMF voor de komende jaren eerder aan groeicijfers van 6 à 7% denkt.
www.andreas-capital.com
6
De drijvende kracht achter die groei zal minder investerings (bouw/infrastructuur) gerelateerd zijn en meer consumptie bepaald. De implementatie van de economische doelstellingen van het Hervormingsprogramma zullen tot een bredere verdeling van welvaart leiden zowel in de stad als op het platte land. De invoering van een meer omvattend sociale zekerheidsprogramma zal dit ook fors ondersteunen.
De grafiek hierboven laat zien dat er nog veel ruimte is om de consumptie op een niveau te brengen dat vergelijkbaar is met de westerse economieën en zelfs met India. Het gaat daarbij niet om de verhoging van het macro-consumptie niveau maar om het creëren van toegang voor grotere groepen van de Chinese bevolking. Daarnaast zal de sanering van de financiële sector tot een steviger fundament van de economie leiden. Ook de fiscale hervorming met meer directe belastingen zal solidere overheidsbegrotingen opleveren. Door al deze maatregelen zal de kwaliteit van de groei en zijn houdbaarheid toenemen. Het groeipad wordt daardoor stabieler.
www.andreas-capital.com
7
Kort samengevat leidt dit tot enkele belangrijke richtingwijzers voor beleggers: · China blijft een land voor interessante beleggingen. · Breder gespreide consumptie betekent meer interne consumptie dus goed voor Chinese bedrijven en internationale bedrijven met een sterke Chinese presence (bijv. Volkswagen) · ICT blijft een sterke groei sector · Het Chinese sovereign wealth fonds zal meer kapitaal beschikbaar krijgen voor buitenlandse investeringen en verdere diversificatie uit de US Dollar zone is te verwachten (onderwerp voor andere studie). · De Chinese valuta Renminbi Yuan zal naar verwachting appreciëren tegenover de US Dollar. Mei 2014
www.andreas-capital.com
8