Gelezen:
1 Koningen 5: 15 tot 6 enkele verzen 2 korinthen 3: 1 - 6
09-11-2005 Blijf niet stilstaan bij het oude, klamp u niet te vast aan het verleden….. Gemeente, Woorden zo oud als de mensheid, woorden gesproken door een wijs mens, de profeet Jesaja. Hij leefde in de achtste eeuw voor onze jaartelling, voor Christus dus. Wanneer ik deze woorden lees, voel ik een lichte vermaning, een waarschuwing, iets van: natuurlijk mag je stilstaan, terugdenken aan het verleden, maar heb ook oog voor de toekomst. Terugdenken, gedenken doen wij vandaag, doen wij eigenlijk al een heel jaar. Is dat niet wat lang? Nee hoor, er is in de afgelopen vijftig jaren zoveel gebeurd, dat wij daar gerust in fasen een jaar lang mee bezig kunnen zijn. In dit verband denk ik met veel plezier en met een goed gevoel terug aan een bijzonder onderdeel van ons feestjaar, die gezellige zaterdag, waarop leden en niet-leden van de gemeente hun best deden geld bij elkaar te halen om de komende feestelijkheden te bekostigen. Ik heb het over de bazaar. Wat een saamhorigheid en wat een resultaat! Ik denk ook aan die bijzondere dag in en om het klooster van Sint Gabriël in Haastrecht. Een dag van, voor en door jong en oud, een dag met zeer verschillende onderdelen. Samen: jong en oud, rooms katholiek en protestant een dienst vieren, stilte en creativiteit ervaren, een spel voor de allerjongsten, een gesprek tussen jong en oud en bijzondere, inspirerende muziek gemaakt door allen onder leiding van een wel zeer bewogen en beweeglijke "geest".
1
Nog zeer vers in het geheugen ligt de avond van 13 september. Wij dachten met elkaar na over wat vrijzinnig geloven betekende en nog steeds te betekenen heeft. Een avond die inspirerend was, relativerend werkte en bemoediging gaf. Vandaag zijn wij dan in de rust en de stilte van dit gebouw bij elkaar om te luisteren naar eeuwenoude woorden, woorden die mensen aangesproken hebben en waar mensen zich nog steeds door aangesproken voelen. Wij kijken terug op een geschiedenis van een vrijzinnige geloofsgemeenschap in een dorp in Zuid Holland, een dorp dat zich tot stad ontwikkelde, maar ontegenzeggelijk dorpse allures houdt. Vijftig jaar geleden durfden mensen het aan om een stukje grond te kopen, dat op een mooie locatie lag, een uitmuntend stukje voor een bijzonder gebouw, een kerk. Er verrees in de schaduw van de statige Nederlands Hervormde kerk aan de Dorpsstraat, aan de mooie singel achter de Dorpsstraat, een kleine, ingetogen kerk voor de vrijzinnig denkende inwoner van Zoetermeer. Er was, ik zeg het wat oneerbiedig, door een groep vrijzinnigen wat gezworven, maar nu kwam er een eigen plek op een redelijk centrale locatie. Gelovigen, vrijzinnig gelovende mensen, vonden een rustpunt op hun trektocht door het dorp. Christenen zijn trekkers, "mensen van de weg," zo noemden de eerste christenen zich. Maar zij willen ook graag een eigen stek hebben, een rustpunt om op adem, op Gods adem te komen. Een plek, die een sfeervolle plek moest zijn, want sfeer miste men in de andere gebouwen (een vergaderruimte, een gymzaal of een stal). Niet dat het bij vrijzinnigen enkel om de sfeer gaat, maar sfeer is voor geloven wel van belang. Ik denk dat de meeste van de hier aanwezige mensen toch ook 2
liever "kerken" in een kathedraal, of in een lief oud schuilkerkje, dan in een, o, zo keurige, misschien zelfs wel sfeervol omgebouwde, gymnastiekzaal. In een brochure van de VVH lees ik: "Vrijzinnigen vinden sfeer van de kerkdienst heel belangrijk. Iemand zei eens: Liturgie interesseert mij niet, de sfeer wel. De diensten moeten sober zijn, de sfeer vriendelijk. Wat bepaalt die sfeer? Het gebouw, de muziek, het woordgebruik." Maar ik lees ook: "Is er een grens tussen esthetische en religieuze geraaktheid? Kun je ook iets van geloof beleven als je iets heel mooi vindt?" Orgelspel en koorzang kunnen dat bewerkstelligen. Sfeer is dus een onderdeel van de dienst in vrijzinnige kerken, maar sfeer is niet waar het om draait. Het gaat in een kerkdienst bij ons ook en vooral om wat we in de bijbel lezen. In dat boek van God met de mensen gaat het over het totale menselijke leven; de deugden en ondeugden van mensen komen aan bod, want de bijbel is een eerlijk boek. Wij kunnen ons over de verhalen verbazen, verwonderen en we kunnen onszelf in die verhalen herkennen. Door de eeuwen heen en tot op de dag van vandaag, hebben mensen Godshuizen en huizen voor goden gebouwd. Soms heel grote en schitterende tempels, zoals die van Salomo er een was; soms heel kleine, op de hoek van een straat staande gebouwtjes die mensen beschutting bieden wanneer zij bezig willen zijn met de dingen van God. De grote en de kleine huizen hebben dezelfde functie. De geschiedenis van de tempel van Salomo en de geschiedenis van dit gebouw staan in boeken beschreven, ze zijn dus voor het nageslacht bewaard gebleven. Dit gebouw is 50 jaar oud, de Vereniging van Vrijzinnige Hervormden bijna het dubbele aantal jaren en de vrijzinnigheid op zich heeft nog veel 3
oudere wortels. Vrijzinnigheid is dus niet van vandaag of gisteren, zou je kunnen zeggen…….. Vandaag is het getal 50 van belang. Dat getal neemt ook in de bijbel een belangrijk plaats in. Het heeft ondermeer te maken met de letterlijke of figuurlijke ontmoeting met Abraham en /of Sara; belangrijke personen uit het verleden die velen van ons ontmoet hebben; 50 heeft ook te maken met het zogenoemde jubeljaar. Een jubeljaar is een jaar waarin allerlei rekeningen vereffend worden, een jaar waarin er een streep door de rekening wordt gehaald, zeer letterlijk. Het is een feestjaar. Iedere inwoner van het land Israël, Palestina, kreeg zijn vrijheid en zijn verloren gegane bezittingen terug, althans dat hoorde te gebeuren. Een zeer belangrijk jaar dus, zo'n 50ste jaar. Voor velen van u zijn de afgelopen 50 jaar, jaren die onuitwisbaar zijn in uw leven. Er komen tal van herinneringen naar boven. Ook voor mij geldt dat. Niet 50 maar 40 jaar voel ik mij op verschillende manieren verbonden met deze gemeente, met dit kerkgebouw. Ruim 40 jaar geleden zette ik hier voor het eerst een voet binnen; 37 jaar geleden werd ons huwelijk hier ingezegend door ds. Spijker; in 1970 werd onze oudste zoon hier gedoopt, in 1986 mocht ik hier voor het eerst een dienst leiden en aan het eind van het jaar ben ik vijf jaar met een zekere regelmaat in uw midden. Twee keer had ik het voorrecht hier een kleinzoon te mogen dopen. Data, gebeurtenissen die voor mij en voor ons gezin onuitwisbaar zijn. Voor u en voor mij roepen gebeurtenissen die met deze kerk, met deze gemeente te maken hebben verschillende gevoelens op: gevoelens van weemoed, dankbaarheid en verbondenheid. Maar voor ieder van ons gelden de woorden van Jesaja: "Houd u niet te vast aan het verleden, blijf niet stilstaan bij het oude…." 4
Dat we dat niet doen blijkt uit het met overtuiging lezen uit de nieuwste vertaling van de bijbel en af en toe zingen we via een stencil, een lied uit de bundel "Tussentijds," een nieuwe bundel, die een schakelfunctie heeft. Zoals wij hier zitten zijn wij allemaal schakels van een grote ketting. Schakels zorgen voor verbinding, zij grijpen in twee kanten in elkaar. We moeten het verleden vasthouden om eruit te putten, om van de opgedane ervaringen te leren. Maar we moeten ons niet aan het verleden vastklampen. Vastklampen heeft iets onlosmakelijks, iets stars, iets heel statisch. Een dienst in een jubeljaar geeft ons de mogelijkheid om los te komen, om anders dan anders bezig te zijn. De jubel mag voluit klinken vandaag. Om wat extra volume aan de jubel te geven zijn wij blij dat de Cantorij van de Regenboog o.l.v. organist/cantor Dick van den Bosch zingend in ons midden is. In deze dienst van terugkijken en vooruitzien staan we stil bij woorden uit het evangelie, verhalen die ook ons gaande en in beweging houden. Wij lazen bij de apostel Paulus woorden die met beweeglijkheid, met Geest te maken hebben: "Waar de Geest des Heren is, is vrijheid". Vrijheid heeft ook met ruimte te maken; het zijn beide begrippen die bij vrijzinnigen een grote rol spelen op godsdienstig gebied. In het begin van mijn studie theologie, op het breukvlak van school en kerk, gaf ik in Gouda les aan 17 jarige meisjes die in de verzorging gingen werken. Onderdeel van hun lespakket was Nederlandse taal en algemene en culturele ontwikkeling. Bij dit laatste vak hoorde een bezoek aan een van de mooiste kerken van ons land, de Sint Jan van Gouda, die op loopafstand lag van het statige gebouw waarin zij les kregen. In de Sint Jan bevinden zich allerlei glazen, ramen zegt men ten onrechte, glazen met een thema. Een van de ramen die bekend staan onder de naam: Goudse Glazen", een van die glazen gaat over 5
vrijheid, namelijk de vrijheid van het geweten, Consciëntie, zoals dat vroeger zo mooi heette en de vrijheid van geloof. Vermogende mensen, of groepen van mensen gaven o.m. aan de gebroeders Crabeth opdracht om een glas te maken. Ook de Staten van Holland gaven destijds, halverwege de 17de eeuw, opdracht om een glas te maken. Op het glas is, zoals op alle glazen, heel veel te zien. Op genoemd glas, glas nummer 1, zien we een wagen waarop de vrijheid van consciëntie en de vrijheid van geloof zitten. Zij rijden over een mannenfiguur heen. Deze figuur stelt de Tirannie voor. Die moest verpletterd worden. Dit glas geeft tolerantie weer en is wellicht een van de eerste openbare uitingen van vrijzinnigheid: opkomen voor de vrijheid van geweten en geloven. Uit de tekst van Paulus in de Corinthenbrief komt het motto van de vrijzinnige hervormden voort: " Waar de Geest des Heren is, daar is vrijheid…. (2 Kor. 3:17)" Wanneer geloof een geloof van letters wordt, star en onbeweeglijk, dan zal het zijn kracht verliezen. Geloof moet gedragen worden door de Geest. Geest en wind komen van hetzelfde Griekse woord ruach, wat ook bewegen betekent. Voor vrijzinnig denkende mensen is geloof altijd beweeglijk, zeker ook beweeglijk in de richting van wetenschap en cultuur. Vrijzinnig- zijn is eerder een manier van leven, een levenshouding, een kijk op de wereld, zou je kunnen zeggen, dan een volgzaam vasthouden aan een stelsel van geloofsregels. Die kijk op de wereld houdt in, dat we de schroom kennen voor het heilige en De Heilige; het houdt in, dat we ons eigen geloof willen relativeren en dat we openstaan voor anders-denken-den en andersgelovenden. We proberen de vreemdeling niet te zien als laat ik zeggen: "object tot bekering", maar als iemand die vanuit zijn geloof iets te vertellen heeft waaraan wij kunnen groeien en dat ons inzicht kan 6
verrijken, zo lees ik in een boekje van een van mijn zeer gewaardeerde leermeesters, ds Werner. Allerlei voorzichtig opgezette gespreksgroepen met mensen die een andere geloofsvisie hebben of een totaal ander geloof belijden, getuigen daarvan. De tijd waarin dit kerkje gebouwd werd, was een andere dan de huidige tijd en dus is de manier van je geloof inhoud geven, beleven en onder woorden brengen veranderd. Maar de basis van ons geloof blijft dezelfde, nl. het evangelie, de woorden en daden, de mentaliteit van Jezus Christus. Wij zijn dus vrijzinnig christelijk. Zo staat het ook in onze nieuwe naam: Vrijzinnig Christelijke Geloofsgemeenschap. In de lijn van Jezus de Christus, in de lijn van Paulus (algemeen christelijk), in de lijn van Hannes de Graaf, (Vrijzinnig Hervormd), in de lijn van Menno Simons (Doopsgezind), in de lijn van Arminius (Remonstrant), in de lijn van ds. Werner, (NPB) en in de lijn van de (ik zeg het voorzichtig) vrijzinnig katholieke Erasmus, proberen wij ons geloof handen en voeten te geven. Genoemde personen zijn voortrekkers, die vanuit hun geloofstraditie en als mens voor ons een voorbeeld kunnen zijn. Wij mogen ons gedragen weten door de Geest die ook hen richting gaf, een geest van "drie V's": vrijheid, verantwoordelijkheid en verdraagzaamheid. De geest die ons tegemoet treedt vanuit de bijbel, het boek van God met de mensen. De christelijke gemeente leeft vanuit die geest, vanuit de normen en waarden die ontleend zijn aan het evangelie, normen en waarden die Jezus ons in Zijn manier van leven en in Zijn boodschap heeft aangereikt. Het gaat naast het gebouw dat wij koesteren, natuurlijk ook om de mensen die in dit huis komen. 50 jaar geschiedenis geven ons de moed om verder te gaan, roepen ons op actief bezig te blijven, want
7
de tijd gaat door en een nieuwe periode van…..jaar komt eraan. Om ook onze kinderen de mogelijkheid te geven in dit kerkgebouw Gods verhalen met mensen te horen, om hier op Zijn adem te komen, treden wij in de voetsporen van de oprichters van deze kerk en doen wij er aan wat in ons vermogen ligt om het gebouw in stand te houden en aan te passen aan de eisen van deze tijd. Wanneer u rondkijkt kunt u dat heel duidelijk zien in deze kerkzaal en in andere gedeeltes van de kerk. Met liefde en toewijding is er in de loop van de jaren door velen, vaak belangeloos vorm gegeven aan dit gebouw, maar de eisen van de tijd veranderen en ook wij moeten soms de eeuwenoude woorden van Prediker heel letterlijk nemen. Hij schrijft: " er is een tijd om af te breken en er is een tijd om op te bouwen, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te gooien…. " Dit huis moet steeds weer een thuis zijn voor wie hier komen. Ook de huidige bestuursleden zetten lijnen uit en maken plannen; soms moeten we heel kleinmenselijk met onze plannetjes bezig zijn. Rondkomen met wat we hebben, niet buiten het bestek omgaan en niet verder springen dan onze polsstok lang is. Af en toe is het verleidelijk dat te doen, maar er zijn altijd wel mensen, die op de rem gaan staan! Het doel wat mensen, ook kerkmensen, zich stellen wordt nooit bereikt, de horizon wijkt steeds, maar we moeten wel een doel voor ogen houden. We zijn bezig met een estafetteloop door de tijd, een tocht waarbij wij op de anderen, op de jongeren gericht moeten zijn om hen het stokje door te geven en de fakkel brandende te houden. Op die tocht komen we wel eens een berg of een heuvel tegen, en dan ervaren we even "het beloofde land", dat wat ons te wachten staat. Bereiken doen 8
we het nu nog niet. Wij zijn, zoals wij hier zitten, een schakel tussen verleden en toekomst en laten we hopen dat we niet de zwakste schakel zijn. Elke ketting, ook de menselijke ketting, is zo sterk als haar zwakste schakel. Wij mogen ons bewust zijn van onze zwakheden, maar wij mogen ons ook verbonden weten met en kracht putten uit hen die ons voorgingen, onze medebroeders en zusters in geloof, die ook moeilijkheden en twijfels moesten overwinnen. Zij hadden de moed een huis te bouwen, waarin geleefd en geloofd kon worden; een huis waarin de Geest van God aanwezig was en is. Die Geest zette hen en zet ons in beweging. De Vrijzinnig Christelijke Geloofsgemeenschap leeft vanuit die Geest.Voor wie zich thuis voelen in dit Godshuis gelden de waarden en normen, die Jezus ons heeft aangereikt. Zoals het bij het gebouw gaat, moet het ook bij de mensen gaan: aanvaarden en ervaren van een voortdurend proces van herbouwd en herboren worden. Soms een pijnlijk precies proces, een ingrijpend en tijdrovend gebeuren. Voortdurend binnen jezelf kijken en daar het wonder, het hart van het leven ontdekken. Vanuit dat wonder ook de ander bezien, de ander die zo ongelooflijk onaardig,eigenwijs of alwetend schijnt; die ander die ook zo vriendelijk, meelevend en behulpzaam is. Gemeente zijn gaat niet zonder au! Er moeten offers gebracht worden en we moeten ons inspanningen getroosten. Maar het zal niet zonder gevolg zijn. Wij mogen het verfrissende en verrassende van de manier van leven van Jezus overnemen. Hij stootte steeds weer door naar de ander, die medemens die beeld van God is, geroepen om medearbeider in zijn schepping te zijn. Wij mogen loskomen van het verleden, van de vorm waarin een en ander was, maar wij moeten ons wel vasthouden aan de essentie van het verleden. Het is onze, ik zou bijna zeggen 9
"heilige opdracht" de overlevering door te geven, mee te werken aan Gods geschiedenis met mensen. Daartoe hebben wij dit Godshuis en vormen we met elkaar een geloofsgemeenschap, die naar ik vurig hoop haar taak en haar roeping nog vele jaren waardig zal mogen vervullen in dit sfeervolle godshuis. Amen.
10