INHOUD
1.
Inleiding 1.1 1.2 1.3 1.4
2.
probleemstelling begripsomschrijving doelstelling reikwijdte protocol
Procedure 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7 2.8
2
3
stroomschema taken van de samenwerkende partners daderhulpverlening samenwerkingsverplichting en kosten inwerkingtreding, implementatie en evaluatie stuurgroep citeertitel begrippen
3.
Accordering
4
4.
Taken samenwerkende partners
5
4.1 Taken Politie
6
4.2 Taken Openbaar Ministerie en Reclassering
8
5.
4.3 Taken Kairos
10
Bijlagen
12
a. b. c. d.
12 13 14
Stalken Overzicht toepasbare strafbepalingen bij huiselijk geweld Gespreksbevestiging normstellend gesprek (formulier 349 PBS) 3 controlelijsten bij de aanpak huiselijk geweld 1. werkwijze opmaken proces-verbaal 2. het infogesprek 3. de aangifte
15 16 17
2
1.
INLEIDING
1.1 Probleemstelling Huiselijk geweld is een verzamelbegrip voor verschillende vormen van geestelijk en lichamelijk geweld, ook seksueel geweld, gepleegd tegen (ex-)partners, kinderen en overige gezinsleden in de besloten sfeer van de woning. Ondanks het besloten karakter van de geweldstoepassing heeft de samenleving toch besloten dat “huiselijk geweld” een PUBLIEKE zaak is. Geweld in de huiselijke kring is doorgaans langdurig van aard en beperkt zich niet tot de beslotenheid van de woning maar ook daarbuiten, op straat. De politie wordt dagelijks geconfronteerd met uitingen van geweld in de relationele sfeer en herhaaldelijk naar plekken gestuurd zonder dat er verandering optreedt. De noodzaak om huiselijk geweld aan te pakken blijkt wel uit landelijk en plaatselijk gehouden onderzoeken. Vanaf 1998 tot en met heden geeft de geweldspiraal een stijgende lijn te zien. Ook de aangiftebereidheid onder de slachtoffers is verhoogd en het ambtshalve vervolgen (zonder aangifte) van huiselijk geweld ontwikkelt zich gestaag. Het heeft lang geduurd maar de strafrechtelijk reactie op een aangifte van huiselijk geweld begint effect te krijgen. Tot voor kort werden verdachten vaak na verhoor heengezonden of in de ernstige gevallen hun voorlopige hechtenis geschorst, zonder afspraken over verdere hulpverlening. Bovendien ontstond het idee dat “geweld” in de huiselijke sfeer slechts civielrechtelijk aan te pakken is met gevolg dat de dader nauwelijks werd aangesproken op zijn/haar gedrag, namelijk gebruik van geweld. In een situatie van huiselijk geweld en de aanwezigheid van kinderen, zijn deze altijd de dupe. 1.2 Begripsomschrijving Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke kring van het slachtoffer wordt gepleegd. Hieronder vallen lichamelijke en seksuele geweldpleging, belaging (stalken) en bedreiging. (Al dan niet door middel van, of gepaard gaand met, beschadiging van goederen in en om het huis) Als verdachten van huiselijk geweld kunnen worden aangemerkt; (ex-)partners, gezins- en familieleden en huisvrienden. Verdachten en slachtoffers kunnen mannen, vrouwen en kinderen zijn. 1.3 Doelstelling Doel van het protocol in de strafrechtelijke aanpak huiselijk geweld is een bijdrage te leveren in het stoppen van het geweld bij de dader door; a. het beheersbaar maken, terugdringen en voorkomen van huiselijk geweld, b. het doorontwikkelen van de procesmatige aanpak huiselijk geweld, c. het bevorderen van een voortvarende en een goed op elkaar aansluitende aanpak bij Justitie, de Reclassering en de Politie, d. het ontwikkelen van een goede verwijzing naar de hulpverlening met verwijsprotocollen en convenanten. De wnd. Hoofdofficier van justitie van het Arrondissementsparket Arnhem, de unitmanager van de Reclassering Nederland te Arnhem en de korpschef van de regiopolitie Gelderland-Zuid, maken regiobrede afspraken om te komen tot een sluitende en effectieve repressieve aanpak van huiselijk geweld. De afspraken richten zich op het stoppen van geweld en voorkomen van herhaling, het zorgdragen voor de veiligheid van betrokkenen, adequate opsporing en vervolging van de dader en het zorgdragen voor goede verwijzing naar (dader)hulpverlening. 1.4 Reikwijdte protocol Doelgroep voor dit protocol zijn personen tegen wie, vanwege een strafbaar (seksueel) geweldsfeit ten aanzien van (ex-)partner, kinderen en/of overige gezinsleden, aangifte is gedaan, of ambtshalve vervolging is ingesteld. Zij worden in dit protocol nader aangeduid als “verdachte”. Effectief overheidsoptreden vraagt om een adequate afstemming van het strafrechtelijk traject met het hulpverleningsaanbod. Daarom worden afspraken gemaakt met de relevante hulpverleningsinstanties. Hiertoe wordt een afzonderlijk samenwerkingsprotocol opgesteld. Het protocol is van kracht voor de politieregio Gelderland-Zuid vallend onder het Arrondissement Arnhem.
3
2.
PROCEDURE
2.1 Taken van de samen werkende partners. Zie de hierna opgemaakte overzichten. 2.2 Daderhulpverlening Kairos is een instelling voor geestelijke gezondheidszorg en richt zich in eerste instantie op cliënten die in aanraking zijn gekomen met de politie en justitie, ook daders van huiselijk geweld. De daderhulpverlening omvat de aanpak in; a. grensoverschrijdend gedrag in de vorm van agressie, b. seksueel grensoverschrijdend gedrag. 2.3 Samenwerkingsverplichting en kosten De samenwerkende partners verplichten zich om voldoende capaciteit vrij te maken voor het uitvoeren van de taken die voortvloeien uit het protocol, waarbij uitgegaan wordt van een minimum aantal verdachten van 90 per jaar. De aan dit protocol verbonden kosten worden door de samenwerkende instanties zelf gedragen. 2.5 Inwerkingtreding, implementatie en evaluatie a. Dit protocol is van kracht vanaf 1 april 2004, bovendien startdatum van de samenwerking en eindigt op 1 april 2006. Voor 1 april 2006 vindt een gezamenlijke besluitvorming plaats over de voortzetting van de samenwerking, b. De samenwerkende partners zorgen voor implementatie van de in dit protocol beschreven werkzaamheden in hun eigen organisatie, c. In november 2004 zal een tussentijdse evaluatie plaatsvinden en worden bepaald of aanpassingen van de afspraken nodig zijn. 2.6 Stuurgroep De samenwerkende partners vaardigen een gemandateerde af voor de stuurgroep die de uitvoering van dit protocol zal volgen, begeleiden en bewaken. 2.7 Citeertitel Dit protocol wordt genoemd; “Protocol strafrechtelijke aanpak Huiselijk Geweld” (Bron: samenwerkingsprotocol “ Strafrechtelijke aanpak huiselijk geweld” politieregio Gelderland-Midden) 2.8
Begrippen (volgens bijlage 5) a. stalken. (belagen) b. overzicht toepasbare strafbepalingen bij huiselijk geweld. c. gespreksbevestiging te voeren door de behandelend verbalisant. d. 3 controlelijsten bij de aanpak huiselijk geweld.
4
3.
Accordering
Ondertekening:
Plaats:
Samenwerkende deelnemers;
1.
Dhr C.H.A.M. Baltussen
Reclassering Nederland, unitmanager
2.
Dhr. Mr. A.O. van der Kerk
Openbaar Ministerie Arrondissementsparket Arnhem Hoofdofficier van Justitie
3.
Dhr. H. van Zwam
namens de Regiopolitie Gelderland-Zuid plv korpschef
5
4.
Taken samenwerkende partners
Protocol aanpak Huiselijk Geweld
6
4.1
Taken van de Politie in de aanpak Huiselijk Geweld.
1. Alle meldingen, incidenten, aangiften en processen-verbaal van bevindingen over huiselijk geweld worden serieus opgenomen en afgehandeld conform het protocol. Iedere kennisname van huiselijk geweld wordt direct in het bedrijfsprocessen systeem onder incidentcode (343) “man/vrouw mishandeling” gemuteerd. 2. Alle aangiften en processen-verbaal van bevindingen inzake huiselijke geweld worden ten spoedigste voorgelegd aan: a. een parketsecretaris van de AU-kamer van het arrondissementsparket te Arnhem, 0263593780 of een parketsecretaris van het frontoffice te Nijmegen. b. een medewerker van team werkvoorbereiding of c. de aandachtsfunctionaris in het team die belast met huiselijk geweld of d. een hulpofficier van justitie. Dit ter beoordeling of de zaak in aanmerking komt voor de aanpak van het protocol, aan de hand van de criteria actualiteit en vrees voor herhaling. De zaak wordt in dat geval “geoormerkt” als huiselijk geweldzaak en voorzien van de oranje omslag. 3. Bij een melding van huiselijk geweld waarbij om welke reden dan ook geen aangifte wordt gedaan en de zaak ambtshalve vervolgbaar wordt geacht, volgt ten spoedigste een proces-verbaal van bevindingen. (Zie voor afhandeling procedure onder 2) Eenmaal gedane aangifte wordt in beginsel niet meer ingetrokken en volgt in principe altijd vervolging. 4. Als uitgangspunt geldt dat verdachten van huiselijk geweld altijd worden aangehouden en volgt een justitieel traject. direct aanhouden, a. in een heterdaad situatie: b. buiten heterdaad : ten spoedigste aanhouden of ontbieden (overleg parketsecretaris AU-kamer of het frontoffice) toetsing aanhouding door een H.O.v.J. 5. Als de aangever/benadeelde niet meer achter de aangifte staat, dient dat schriftelijk en gemotiveerd kenbaar gemaakt te worden aan het O.M. Indien geen aangifte wordt gedaan en ambtshalve vervolging niet mogelijk is (overleg altijd met de parketsecretaris) volgt het zgn. normstellend gesprek gehouden door de H.o.v.J. of de behandelend politieambtenaar met de dader en het slachtoffer voor civiele verwijzing. ( formulier 349 B.P.S., blz. 14) Normstellend gesprek volgens de punten in het formulier. 6. In 6 – uur zaken neemt de politie contact op met de parketsecretaris van het frontoffice/ AU – kamer over een dagvaarding en/of leer-straf transactie of een nader onderzoek. 7. In geval van inverzekeringstelling van de verdachte van huiselijk geweld voert de behandelende politiefunctionaris overleg met de gebieds- of weekdienstofficier van justitie of de verdachte moet worden voorgeleid aan de rechter-commissaris, òf moet worden heengezonden met een dagvaarding. 8. Het slachtoffer wordt op de hoogte gesteld van de te volgen strafrechtelijke aanpak en doorverwezen naar; a. bureau slachtofferhulp, b. vrouwelijke slachtoffers worden doorverwezen naar vrouwenopvang HERA in geval van niet terugkeren naar de woning. c. minderjarigen die als getuige of slachtoffer betrokken zijn via bureau Jeugdzorg naar het Advies en Meldpunt Kindermishandeling. (A.M.K.) 9. Er wordt gezorgd voor een volledig en kwalitatief goed proces-verbaal dossier, indien relevant voorzien van foto’s en medische verklaringen. Inzendtermijnen zijn: a. 14 dagen in geval van AU-afdoening, b. 30 dagen in geval van proces-verbaal, c. 6 weken in geval van proces-verbaal waarin sprake van voorgeleiding.
7
10. Als de verdachte na de inverzekeringstelling en voorgeleiding voor de rechter-commissaris, de bewaring wordt toegewezen of afgewezen, dan wel geschorst (onder voorwaarden) wordt het slachtoffer hiervan onverwijld door de reclassering en/of politie in kennis gesteld. 11. De politie houdt toezicht op de naleving van de regels in geval van schorsing van de voorlopige hechtenis. Bij overtreding van de schorsingsvoorwaarden wordt direct de piketofficier van justitie geïnformeerd en proces-verbaal van bevindingen opgemaakt.
8
4.2
Taken van het Openbaar Ministerie en de Reclassering in de aanpak huiselijk geweld voor het Arrondissement Arnhem.
1. De O.v.J. en/of parketsecretaris die door de politie wordt gebeld over een mogelijk huiselijk geweldzaak, (Zie de bijlage werkafspraken) verifieert of er sprake is van huiselijk geweld zoals bedoeld in de aanwijzing. (Zie in de bijlage blz. 12) 2. Indien de officier van justitie en/of secretaris, na beoordeling van het dossier op bewijsbaarheid en volledigheid, besluit tot vervolging wordt aan de Reclassering verzocht om te beoordelen of verdachte in aanmerking komt voor een daderhulpverleningstraject." 3. De O.v.J. en/of parketsecretaris beslist vervolgens over de afdoeningmodaliteit. Er zijn drie modaliteiten • Indien de verdachte door de reclassering geschikt wordt bevonden voor een daderhulpverleningstraject zal de afdoening schriftelijk plaatsvinden door het aanbieden van een transactie leerstraf waarbij tevens een dagvaarding wordt uitgereikt op het politiebureau voor een zitting binnen een termijn van drie maanden. (Het proces-verbaal dient binnen twee weken te worden ingezonden) Indien verdachte de leerstraf verricht zal deze dagvaarding worden ingetrokken. • Indien de verdachte door de reclassering niet geschikt wordt bevonden voor een daderhulpverleningstraject zal de dagvaarding op het politiebureau worden uitgereikt voor een zitting binnen een termijn van drie maanden. (Het proces-verbaal dient binnen dertig dagen te worden ingezonden) Aan de reclassering wordt verzocht een rapportage op te stellen voor de zitting. • Het voorgeleiden van de verdachte bij de rechter-commissaris voor de in bewaringstelling. Aan de reclassering wordt verzocht een rapportage op te stellen met een beschrijving van het eventuele hulpverleningsaanbod aan de verdachte en zo mogelijk tussentijds te rapporteren. Zowel de rechter-commissaris als de raadsman dienen ten tijde van de voorgeleiding te beschikken over een kopie van deze aanvraag. 4. Indien de verdachte zich in voorlopige hechtenis bevindt, beziet de O.v.J., gelet op de ernst van de feiten, de mogelijkheid tot schorsing van de voorlopige hechtenis (met bijzonder voorwaarden) en voert daarover overleg met de reclassering. 5. De O.v.J. zorgt er voor dat alle betrokkenen (reclassering, slachtoffer en politie) onverwijld in kennis worden gesteld van een eventuele schorsing van de voorlopige hechtenis en de daarbij behorende voorwaarden. 6. Na de schorsing ziet de O.v.J. erop toe dat de zaak binnen zes maanden op zitting wordt aangebracht. (De processen-verbaal dienen binnen zes weken op het parket te worden aangeleverd) 7. In die zaken waarin een dagvaarding is uitgereikt gaat de O.v.J. na of de (geringe) ernst van het feit en/of de inhoud van de reclasseringsrapportage aanleiding geven de zaak in te trekken en voorwaardelijk te seponeren met een proeftijd van een of twee jaar met bijzondere voorwaarden ( Bijv. deelname aan een hulpverleningstraject) binnen een te stellen termijn. 8. Wanneer het slachtoffer geen aangifte wil doen zal de O.v.J. overgaan tot ambtshalve vervolging indien sprake is van een bewijsbaar strafbaar feit, dat aan minimaal een van de volgende criteria voldoet: • de geestelijke en/of lichamelijke integriteit van het slachtoffer is/wordt ernstig bedreigd, gelet op de aard van het letsel en/of de frequentie van het geweld; • het slachtoffer bevindt zich evident in een afhankelijkheidspositie waardoor hij/zij zich niet kan, of meent te kunnen, onttrekken aan de invloedsfeer van de verdachte. (Dit geldt altijd voor minderjarigen)
9
9. Op zitting verwijst de O.v.J. naar dit protocol en hetgeen de reclassering omtrent de afdoening heeft geadviseerd. Als de verdachte reeds is begonnen met een behandeling of bereid is daaraan mee te werken, wordt een deels voorwaardelijke straf geëist met een proeftijd van twee jaar met bijzondere voorwaarden. (Bijv. verdere deelname aan behandeling) In huiselijk geweld zaken is het eisen van een geldboete ongewenst omdat dat ook de samenlevende partner(s) treft. Als door omstandigheden de verdachte niet in aanmerking komt voor daderhulpverlening is het vorderen van een zwaardere vrijheidsstraf geïndiceerd. 10. Indien blijkt dat door de verdachte niet is voldaan aan de bijzondere voorwaarde(n) wordt de zaak onverwijld op zitting gebracht voor de inhoudelijke behandeling ingeval van een voorwaardelijke sepot of op zitting aangebracht voor de tenuitvoerlegging van het voorwaardelijk gedeelte van de straf. 11. Het slachtoffer wordt door de O.v.J. op de hoogte gesteld van het verloop van de procedure.
10
4.3
1.
Taken van Kairos inzake aanpak Huiselijk Geweld
Nadat Kairos van de reclassering een verzoek tot het houden van een intakegesprek met de verdachte heeft ontvangen, krijgt de verdachte binnen een week een uitnodiging van Kairos.
2. Dit intakegesprek vindt plaats binnen twee weken na de uitnodiging van Kairos. 3. Kairos meldt het resultaat van de intake onverwijld aan de reclassering. 4. Na een positieve intake kan de behandeling in beginsel binnen een week daarna beginnen. 5. De behandeling vangt aan en uiterlijk een maand na de aanmelding van de verdachte door de reclassering bij Kairos, stuurt Kairos een kort rapport naar de reclassering over de (duur van de) noodzaak en inhoud van de verdere behandeling bij Kairos. 6. Bij verzuim, terugval of weigering van de behandeling wordt de reclassering onverwijld geïnformeerd. Na positieve afronding van de behandeling wordt de reclassering eveneens op de hoogte gesteld. 7. De politie heeft de mogelijkheid in betrekkelijk eenvoudige zaken van huiselijk geweld de betrokkenen te adviseren contact op te nemen met Kairos. Kairos informeert de politie of de betrokkenen inderdaad verschenen zijn.
11
5.
BIJLAGEN
a. Stalken De gebruikte term stalken heet officieel “belagen” en is altijd strafbaar. Belagen is iemand hinderlijk volgen en de ruimste zin van het woord. Een belager is iemand die het leven of vrijheid van een ander op arglistige, bedekte wijze bedreigt………. Enkele voorbeelden van belagen; 1. op straat achtervolgen 2. bedreigingen uitten 3. telefonisch of schriftelijk ongewenst benaderen 4. voor de woning of werkplek posten 5. ongewenst en op naam bestellen van goederen en diensten 6. verspreiden van valse geruchten 7. bekladden vd woning 8. vernielen, beschadigen of verplaatsen van goederen 9. belagen van familie, vrienden, kennissen, werkgever, collega’s etc. Wat te doen bij stalken? Over een langere termijn dagelijks bijhouden van een agenda waarin de voorbeelden van belagen (stalken) worden genoteerd. Onder “langere termijn” verstaan we enkele weken. Belangrijk is te weten dat er stelselmatig overlast moet zijn. Doen van aangifte Voorzieningen treffen op het werk Niet zonder begeleiding op straat Geheim telefoonnummer Nummerherkenning aanvragen Buren inschakelen
(Bij klachtdelicten zie blz. 12 en form. 149 BPS)
Straatverbod i.o.m. advocaat. Meestal na aangifte en opmaken proces-verbaal. Kan in de aangifte al worden aangegeven. Zie voor uitgebreide informatie over stalking, bijgevoegde protocol “ Aanpak stalken”. ( Aut. Geert Theloosen)
12
b. Overzicht toepasbare strafbepalingen bij huiselijk geweld
delicten uit het wetboek van strafrecht waarbij voorlopige hechtenis mogelijk is: 1. 2. 3. 4.
art. 242 (jo 45) art. 243 art. 246 art. 257
: : : :
5.
art. 282
:
6. 7. 8.
art. 285 art. 285b art. 300
: : :
9. 10. 11. 12.
art. 300 lid 2 art. 302 (jo 45) art. 303 art. 304
: : : :
13.
art. 350
:
(poging tot) verkrachting. gemeenschap hebben met een bewusteloze of onmachtige. feitelijke aanranding van de eerbaarheid. het in hulpeloze toestand brengen of laten en zwaar lichamelijk letsel ten gevolge hebbend van iemand op wie een verplichting tot onderhoud rust. wederrechtelijke vrijheidsberoving, al dan niet met zwaar lichamelijk letsel. bedreiging. belaging. (klachtdelict) mishandeling. (inclusief verzwarende omstandigheden ex art 304) mishandeling met zwaar lichamelijk letsel (poging tot) zware mishandeling. zware mishandeling met voorbedachten rade. betrekking hebbend op de art. 300 t/m 303 indien begaan tegen vader, moeder, echtgeno(o)t(e) of kind, door toediening van schadelijke stoffen. beschadiging van goederen; hierbij zijn op grond van art. 353 de vervolgingsuitsluitingsgrond. (bij echtgenoten die niet van tafel en bed of goederen zijn gescheiden) en het klachtvereiste (Bij van tafel en bed of goederen gescheiden echtgenoten) ex art 316 van toepassing.
delicten uit het wetboek van strafrecht waarbij geen voorlopige hechtenis mogelijk is: 14. 15.
art. 138 art. 255
: :
16.
art. 284
:
huisvredebreuk. iemand in hulpeloze toestand brengen of laten tot wiens onderhoud verdachte is verplicht. dwang.
De onder 1 t/m 11 genoemde zaken betreffen de zware zaken uit het Wetboek van Strafrecht.Bij deze zaken is voorlopige hechtenis mogelijk, indien sprake is ernstige bezwaren en er tevens gronden aanwezig zijn voor de in bewaringstelling.
13
c. GESPREKSBEVESTIGING
FORM 349 BPS
Op……………………………………...heb(ben) ik/ wij: Politieambtenaar naam / voornamen:……………………………………………………… en:…………………………………………………………………………. functie respectievelijk:…………………………………………………… werkzaam op het teambureau:…………………………………………. Verdachte/betrokkene Naam : Voornamen : Geboortedatum : Geboorteplaats : Huidige adres : Huidige woonplaats : Eventueel toekomstig adres : Een gesprek gevoerd ingevolge huiselijk geweld. De aanleiding van het gesprek was: ……………………………………………………………………………………………… In dit gesprek is, indien van toepassing, het navolgende besproken: [] Verdachte/betrokkene is niet tot antwoorden verplicht. [] Verdachte/betrokkene zal zich nadrukkelijk onthouden van alle vormen van geweld of ander strafbaar gedrag ten opzichte van:………………………………………………… [] Verdachte/betrokkene zal zich voor….-….-….. aanmelden bij de volgende hulpverlenings- instantie: [] huisarts, genaamd:……………………..praktijk te………………………….. [] GGZ/Riagg/Kairos…………………te……………………………….. [] GGD…………………………………. te……………………………………… [] ander, nl…………………………………………te………………………………. [] Het is verdachte/betrokkene bekend dat een straat/contactverbod met het slachtoffer is (kan worden) opgelegd. Verdachte/betrokkene weet wat dat inhoudt en zal zich hieraan houden. [] Het is verdachte/betrokkene bekend dat er een bezoekregeling is en hij/zij houdt zich hieraan. [] Verdachte/betrokkene geeft toestemming voor consultatie met hulpverleningsinstanties. [] Verdachte/betrokkene is op de hoogte dat deze gespreksbevestiging kan worden bijgevoegd bij de processtukken, indien een strafrechtelijk procedure tegen hem/haar aanhangig wordt gemaakt. [] Verdachte/betrokkenen ontvangt(en) op het moment een hulpverleningsaanbod bij: ……… …………………………………………………………..
Getekend: …………………………….(de verdachte/betrokkene)
……………………………. (de politieambtenaar)
14
d. 3 controlelijsten bij de aanpak huiselijk geweld
1. Werkwijze opmaken proces-verbaal Doorloop bij het opmaken van een proces verbaal van bevindingen altijd de volgende stappen en beschrijf altijd de situatie van “hoog naar laag”. Met andere woorden, begin met het beschrijven van de meest ernstige, naar de minder ernstige zaken. Beschrijving woning als Plaats Delict Behandel de woning als een Plaats Delict en handel daar ook naar. • Vastleggen van de vernielingen en sporen van het misdrijf die zijn waargenomen. • • Laat de Technische Recherche komen voor het veiligstellen van sporen, het maken van foto’s en het maken van een situatieschets. • Zorg voor een goed vastleggen van (zichtbare) letsels dader en slachtoffer. Maak hierbij onderscheid tussen verdedigingsletsels en aanvalsletsels. Emoties Beschrijf de gemoedstoestand/emotie van het slachtoffer, kind(-eren) en verdachte. • Neem een verklaring af “on the spot” . • Vastleggen • Denk er aan dat je de verdachte op de plaats delict aangeeft dat hij/zij niet tot antwoorden verplicht is ( ook als je hem maar kort hoort) en neem dat ook op in het proces verbaal van bevindingen. Verklaar in het proces verbaal van bevindingen dat de verdachte is aangehouden. Getuigen Hoor buren zo spoedig mogelijk als getuige. Vraag daarbij naar wat ze nu en of in het • verleden hebben gehoord of gezien. • Vraag naar of er nu of eerder letsel is gezien • Kinderen kunnen als getuige dienen. Kinderen onder de 12 jaar echter altijd laten horen door een JZ medewerker. (Denk aan recht op verschoning wegens verwantschap)
15
2. Infogesprek
⇒
Omstandigheden.
• ruimte • rust
⇒
Houding.
⇒
Luisteren.
⇒
Aandacht geven (bv. koffie aanbieden), “gevoel van eigenwaarde” geven.
⇒
Geen verhoorsituatie creëren
⇒
Uitleggen wie je bent en wat je taak is.
⇒
Wat verwacht het slachtoffer van de politie. (Soms is dat vooral hulp en nog geen aangifte)
⇒
Zoveel mogelijk uitleggen over wat we (gaan) doen en waarom. (Procedure bij het doen van aangifte en gevolgen daarvan en denk er aan dat enkele strafbare feiten z.g.n. “klachtdelicten” zijn)
⇒
Inhoud van HUISELIJK GEWELD uitleggen.
⇒
Doorverwijzen slachtoffer naar Bureau Slachtofferhulp en indien noodzakelijk verwijzen naar HERA (vrouwenopvang)
⇒
Vastleggen in een proces-verbaal van bevindingen. (PV blanco formulier 004) • inhoud eerste spontane verhaal • (emotionele) toestand van het slachtoffer
16
3. De aangifte
In een proces-verbaal van aangifte huiselijk geweld letten op de volgende situaties; De wijze waarop de relatie is ontstaan en het moment waarop en de aanleiding waardoor geweld ontstond. Eventueel alcohol en/of drugsgebruik door verdachte. Eventueel thuiswonende kinderen. Financiële situatie. Het eerste huiselijke geweldsincident waarin feiten moeten worden vermeld met data, tijd en plaats en ook andere gepleegde delicten in relatie met huiselijk geweld. Getuigen. De ideeën van het slachtoffer over de toekomst. Expliciete overweging van het slachtoffer dat aangifte wordt gedaan om de dader te straffen. Wens van het slachtoffer om de dader een straat of contact verbod op te leggen en toevoeging van het aantal meldingen, belagingen (stalken) of onberekenbaar gedrag van verdachte. Doktersverklaring. (Huisarts of onafhankelijke arts, kinderarts in ziekenhuis, GGD) Foto’s van lichamelijk letsel en beschadiging in en om het huis.
projectcoördinatie huiselijk geweld
17