1. Inhoud 1.
INHOUD .................................................................................................................... 2
2.
INTRODUCTIE .......................................................................................................... 3
3.
WAT IS DE STATUS VAN DIT PROTOCOL? ......................................................... 4
4.
WAT IS DYSLEXIE? ................................................................................................. 4
5.
WAT WORDT BEDOELD MET ‘DIDACTISCHE RESISTENTIE’? ......................... 4
6.
WELKE PROBLEMEN HEBBEN DYSLECTISCHE LEERLINGEN IN HET VO? .. 5
7.
HOE WORDT DYSLEXIE GESIGNALEERD? ......................................................... 5
8.
WIE NEEMT HET INITIATIEF? ................................................................................ 6
9.
WAT KOST EEN UITGEBREID ONDERZOEK? ..................................................... 6
10.
WAT HOUDT EEN UITGEBREID ONDERZOEK NAAR DYSLEXIE IN? ............... 6
11.
WAT HOUDT DE DYSLEXIEVERKLARING IN?..................................................... 7
12.
HOE WORDT AANDACHT BESTEED AAN DYSLEXIE? ...................................... 8
13.
IS ER ONTHEFFING MOGELIJK VOOR EEN MODERNE VREEMDE TAAL? ..... 9
14.
WELKE COMPENSERENDE (FACILITEITEN) MAATREGELEN ZIJN ER? ......... 11
15.
WELKE DISPENSERENDE (VRIJSTELLINGEN) MAATREGELEN ZIJN ER? ..... 12
16.
WELKE ICT-HULPMIDDELEN ZIJN ER? ............................................................... 12
17.
WELKE EXAMENFACILITEITEN ZIJN ER? ........................................................... 14
18.
LITERATUUR ........................................................................................................... 17
19.
BELANGRIJKE WEBSITES..................................................................................... 18
2
2. Introductie
Er is tegenwoordig bijna niemand meer te vinden die nog nooit gehoord heeft van dyslexie. Als je al niet zelf de hinder ervan ondervindt, dan is er altijd wel iemand in je directe omgeving die met deze beperking moet leren omgaan. Dyslexie is gelukkig bespreekbaar en wordt erkend. Niks om je voor te schamen! Wel iets om ruim aandacht aan te besteden en er voor te zorgen dat het een leerling zo min mogelijk hindert in zijn ontwikkeling. In dit dyslexieprotocol, dat in januari 2013 door de directie formeel is vastgesteld, staan antwoorden op de meeste vragen. Er staat in wat de regels zijn, welke procedures we op school volgen, of er ontheffingen zijn, enz. enz. Het protocol is niet het enige. Het is een richtsnoer, een vraagbaak. Daarnaast zijn de contacten tussen ouders, leerlingen en de collega's van CSG De Lage Waard van nog veel groter belang! Daarom hoop ik dat het niet blijft bij lezen van het dyslexieprotocol, maar dat u de vrijmoedigheid heeft om de telefoon te pakken of e-mail te gebruiken om contact met de school op te nemen om te komen tot dat wat goed is voor uw kind, onze leerling. Met een hartelijke groet,
Drs. L.A. Verweij, directeur-bestuurder
3
3. Wat is de status van dit protocol? CSG De Lage Waard biedt ook de dyslectische leerling een optimale kans zich te ontwikkelen. Daarom is dit protocol gebaseerd op het Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs (KPC, 2004) en is conform het gestelde in het van het kracht zijnde Schoolplan en het Zorgplan. De scholengemeenschap biedt tevens de faciliteiten en vrijstellingen aan die binnen de mogelijkheden vallen van de Wet Voortgezet Onderwijs en het Examenbesluit Voortgezet Onderwijs. Dit protocol heeft de instemming van de Medezeggenschapsraad van CSG De Lage Waard.
4. Wat is dyslexie? Dyslexie is een stoornis die gekenmerkt wordt door een hardnekkig probleem met het aanleren en het accuraat en/of vlot toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau. De leerling blijft dyslectisch, ook nadat hij met veel hulp een redelijk niveau heeft bereikt. Dus: eens dyslectisch, altijd dyslectisch. Een groot probleem voor dyslectische leerlingen is, dat zij hun kennis en vaardigheden niet voluit kunnen laten zien als gevolg van hun beperkte vaardigheden bij het lezen en spellen.
5. Wat wordt bedoeld met ‘didactische resistentie’? Als lees- en spellingproblemen hardnekkig zijn, is dat een belangrijke aanwijzing om dyslexie te vermoeden. Nadat de problemen zijn gesignaleerd en geprobeerd is deze aan te pakken, maar nauwelijks of geen vorderingen kunnen worden geboekt, spreekt men van ‘didactische resistentie’. Hiervan is sprake als er een half jaar lang systematisch extra instructie is gegeven voor het technisch lezen, door een leerkracht of remedial teacher, gedurende twintig minuten, driemaal per week. Ondanks dat er voldoende gelegenheid is geweest tot leren, blijft er een ernstige leesen/of spellingachterstand bestaan.
4
6. Welke problemen hebben dyslectische leerlingen in het VO? In het voorgezet onderwijs hebben leerlingen met dyslexie veel moeite met: lezen en/ of spellen op woordniveau bij Nederlands; de moderne vreemde talen (nieuwe klank-tekenkoppelingen, ingewikkelde spellingafspraken); het snel en accuraat kunnen lezen (decoderen) van teksten bij alle vakken; het snel en accuraat kunnen spellen (coderen) bij functioneel schrijven bij alle vakken.
7. Hoe wordt dyslexie gesignaleerd? Het is niet nodig dat leerlingen van CSG De Lage Waard die al in het bezit zijn van een geldige dyslexieverklaring, opnieuw worden getest. Zij komen op grond van hun dyslexieverklaring direct in aanmerking voor de compenserende en dispenserende maatregelen zoals die in dit protocol zijn beschreven. Omdat dyslexie nooit overgaat, behoudt de verklaring de hele schoolloopbaan haar geldigheid. Een geldige dyslexieverklaring is overigens gebaseerd op een onderzoek dat door een GZpsycholoog moet zijn uitgevoerd. Deze heeft een onderzoeksrapport met minimaal een handelingsgerichte diagnose opgesteld. Tot de herfstvakantie van een cursusjaar wordt van alle brugklasleerlingen op beide locaties een erkend signaleringsdictee afgenomen. Dat noemen we ‘screenen’. Of een uitgebreid vervolgonderzoek wenselijk is, wordt bepaald aan de hand van:
het resultaat (en de analyse) van het signaleringsdictee; informatie vanuit het team, in overleg met de mentor; dossiergegevens: cijfermatig en sociaal-emotioneel (SAQI), een aanvullend, voorbereidend nader onderzoek naar het niveau van het technisch lezen (Brus/Klepel) en begrijpend lezen (Diataal) door de remedial teacher en/of de dyslexiebegeleider.
5
8. Wie neemt het initiatief? Het initiatief voor het opnemen van contact met ouders/verzorgers voor het uitgebreid onderzoek naar dyslexie gaat in principe uit van de remedial teacher, de dyslexiebegeleider of de mentor. Voor een uitgebreid onderzoek is vanzelfsprekend overleg met en de in en toestemming van de ouders/verzorgers noodzakelijk.
9. Wat kost een uitgebreid onderzoek? CSG De Lage Waard laat op basis van een contract uitgebreid diagnostisch onderzoek verrichten door AOB-Compaz – Adviesbureau voor Onderwijs en Beroep. Dit bureau heeft gekwalificeerde GZ-psychologen in dienst die bevoegd zijn onderzoek te doen, een onderzoeksrapport op te stellen en een geldige dyslexieverklaring af te geven. De ouders kan een naar verhouding geringe bijdrage worden gevraagd. De eigen bijdrage (kosten) van de ouder(s) / verzorger(s) is afhankelijk van het type onderzoek en het leerjaar waarin de leerling zit. De eigen bijdrage dient voor deelname te worden voldaan.
10. Wat houdt een uitgebreid onderzoek naar dyslexie in? Een uitgebreid onderzoek is een diagnostisch onderzoek naar factoren die van invloed zijn op het ontstaan of in stand houden van de dyslexie en de daarmee samenhangende leer- of gedragsproblemen. Het onderzoek vindt plaats aan de hand van de volgende criteria. Deze criteria moeten wetenschappelijk aangetoond worden om een leerling als dyslectisch te classificeren.
Criterium van achterstand. De beheersing van het lees- en/ of spellingniveau (accuratesse en/ of vlotheid) ligt significant onder het niveau dat vereist is in de (onderwijs-)situatie waarin de leerling de lees- en spellingvaardigheid functioneel moet toepassen.
Criterium van didactische resistentie. Ondanks adequate remediërende instructie en begeleiding in het verleden (basisonderwijs) of gedurende een periode in het voortgezet onderwijs, blijven de problemen in het aanleren en toepassen van het lezen en/of spellen op woordniveau bestaan.
Aan de hand van de uitkomsten wordt een drievoudige diagnose gesteld:
Verklarende diagnose. Deze diagnose doet een uitspraak over de individugebonden cognitieve factoren die de stoornis oproepen of in standhouden.
6
Onderkennende diagnose. Op basis van objectief waarneembare kenmerken wordt onderzocht of een leerling als dyslectisch is te classificeren.
Handelingsgerichte diagnose. Deze diagnose heeft als doel om richtlijnen voor behandeling vast te stellen die leiden tot een oplossing of vermindering van de onderwijsbelemmeringen.
Er is een informatieblad beschikbaar waarin beknopt wordt uitgelegd welke onderdelen het onderzoek omvat.
11. Wat houdt de dyslexieverklaring in? Als er sprake is van dyslexie wordt er een dyslexieverklaring afgegeven vergezeld van een onderzoeksrapport met handelingsadviezen. De inhoud wordt in een gesprek met de ouders/verzorgers en de leerling zorgvuldig besproken. Op basis van de verklaring wordt een dyslexiekaart afgegeven die de leerling tijdens de lessen altijd aan de docent moet kunnen tonen. De kaart geeft recht op compenserende en dispenserende maatregelen die voor de leerling in de lessituatie genomen kunnen worden.
7
Hoe wordt aandacht besteed aan dyslexie? De aandacht voor dyslectische leerlingen is gericht op vier niveaus.
Schoolniveau Individueel niveau Groepsniveau Ouderniveau
Hier onder wordt de aandacht voor dyslectische leerlingen op elk niveau toegelicht.
Schoolniveau
Cijfers die voor de schoolvakken worden systematisch verzameld via het leerlingvolgsysteem. Gegevens met betrekking tot de algemene begeleiding en leertaakgerichte prestaties worden verzameld via de mentor.
Individueel niveau
De mentor vormt de spil in de begeleiding. Daarom is de mentor voor de leerling en zijn ouders/verzorgers het eerste aanspreekpunt. Bij hem/haar kan de leerling in eerste instantie terecht als er vragen zijn. Het snelst kan contact opgenomen worden via e-mail. Vraag eventueel om het e-mailadres van de mentor. Eventueel kan een gesprek worden aangevraagd. Remedial teaching wordt op CSG De Lage Waard niet op individueel niveau aangeboden. Voor individuele begeleiding wordt verwezen naar externe bureaus voor remedial teaching en huiswerkbegeleiding. De remedial teacher of de dyslexiebegeleider kan hierover informatie geven en suggesties doen op grond van ervaring.
Groepsniveau
Bij voldoende belangstelling wordt tijdens de zogenaamde Talent-uren lessen op de locatie Burgemeester Keijzerweg waarin aandacht besteed wordt aan de belangrijkste spellingcategorieën, leesstrategieën om het begrijpend en studerend lezen te verbeteren of het leren van woorden en grammatica bij de moderne vreemde talen.
Ouderniveau
De remedial teacher en de dyslexiebegeleider organiseren één keer per jaar een informatieavond voor de ouders van dyslectische leerlingen op beide locaties.
8
12. Is er ontheffing mogelijk voor een moderne vreemde taal? Alleen leerlingen die gedurende langere tijd blijk hebben gegeven van voldoende motivatie en inzet komen voor de ontheffingsregeling in aanmerking. De hardnekkigheid van het probleem, die zich uit bij de moderne vreemde talen, moet zijn aangetoond. Hoewel de mogelijkheid van ontheffing geboden wordt, moedigt CSG De Lage Waard deze mogelijkheid voor dyslectische leerlingen niet aan. Wanneer het redelijkerwijs haalbaar is de taal te blijven volgen, heeft dat de voorkeur. Leerlingen kunnen door de aangeboden vaardigheden (luisteren, lezen, spreken, schrijven) hun zwakke punten wellicht compenseren. Het is erg belangrijk dat ouders/verzorgers van de leerlingen die een taal willen laten vallen, zich goed informeren over de eisen van de te kiezen vervolgopleiding. Ouders/verzorgers en leerlingen onderzoeken dit zelf, eventueel in samenspraak met de decaan. Binnen het voortgezet onderwijs zijn er voor leerlingen die niet in staat zijn het volledige onderwijsprogramma te volgen, mogelijkheden tot aanpassingen. Hieronder staan op een rijtje welke regelingen gelden voor dyslectische leerlingen. Vrijstellingen in de onderbouw Nederlands en Engels - Artikel 11d van de Wet op het Voortgezet Onderwijs biedt ruimte om in individuele gevallen ontheffing te verlenen voor onderdelen van de kerndoelen. Dit maakt in principe ontheffing voor onderdelen van de vakken Nederlands en Engels mogelijk bij leerlingen die door hun dyslexie ernstig beperkt zijn. De wet (artikelen 11a en 11c, WVO) legt echter sterk de nadruk op de mogelijkheden voor doorstroming van de leerling. Aangezien de vakken Nederlands en Engels in alle profielen verplichte vakken zijn, zullen er in de praktijk zeer zwaarwegende redenen moeten zijn om ontheffing te verlenen. De afweging tot ontheffing wordt per individueel geval gemaakt door het bevoegd gezag van de school. Frans en Duits - De mogelijkheden om ontheffing te verlenen voor de tweede moderne vreemde taal verschillen per schoolsoort, leerjaar of leerweg (vmbo).
Vmbo in de eerste twee leerjaren
Behalve voor leerlingen die naar de verwachting van het bevoegd gezag doorstromen naar de basisberoepsgerichte leerweg, is in het vmbo in de eerste twee leerjaren Frans of Duits als tweede moderne vreemde taal verplicht. Scholen mogen zelf kiezen welke van deze twee zij aanbieden, maar CSG De Lage Waard biedt beide talen aan. Voor het volgen van alleen Frans of alleen Duits is geen ontheffing nodig. Vrijstelling voor Frans én Duits is niet mogelijk voor dyslectische leerlingen.
Havo en vwo in de eerste drie leerjaren
In de eerste drie leerjaren van havo en vwo zijn zowel Frans als Duits verplicht. Er kan geen ontheffing worden verleend aan dyslectische leerlingen.
9
Vrijstellingen in de bovenbouw
Bovenbouw vmbo
In de bovenbouw van het vmbo zijn er weinig mogelijkheden tot ontheffingen geregeld, omdat er in de verschillende sectoren veel keuzevrijheid is; het probleem kan meestal worden omzeild door een vak eenvoudigweg niet te kiezen. De ontheffingsmogelijkheden concentreren zich daarom op de sector economie. Leerlingen die in de eerste twee leerjaren ontheffing hebben gehad voor Frans of Duits kunnen in die sector ontheffing krijgen voor Frans of Duits en in plaats daarvan kiezen voor Arabisch, Turks, Spaans, maatschappijleer II, geschiedenis en staatsinrichting of aardrijkskunde. Deze bepaling geldt ook voor leerlingen die onderwijs gaan volgen in de basisberoepsgerichte leerweg en die in het schooljaar daarvoor LWOO volgden. De leerling in de basisberoepsgerichte leerweg, die in de onderbouw geen Frans of Duits heeft gehad omdat hij naar verwachting deze leerweg ging volgen, volgt in de sector economie van de basisberoepsgerichte leerweg in plaats hiervan in de bovenbouw Arabisch, Turks, Spaans, maatschappijleer II, geschiedenis en staatsinrichting of aardrijkskunde. Bovenbouw havo Per 1 augustus 2007 is een tweede moderne vreemde taal in de bovenbouw van de havo in drie van de vier profielen niet verplicht. Havoleerlingen kunnen de tweede moderne vreemde taal vermijden door een ander profiel te kiezen dan cultuur en maatschappij.
Bovenbouw vwo
Leerlingen in de bovenbouw van het vwo moeten naast Engels een tweede moderne vreemde taal volgen. Hiervoor kunnen Frans, Duits, Spaans, Italiaans, Russisch, Arabisch, Turks of Fries aangeboden worden. Leerlingen kunnen hiervan ontheffing krijgen als zij:
… een stoornis hebben die specifiek betrekking heeft op taal of een zintuiglijke stoornis hebben die effect heeft op taal;
… en/of een andere moedertaal hebben dan Nederlands of Fries;
… en/of onderwijs volgen in het profiel natuur en techniek of natuur en gezondheid, en het onderwijs in de taal naar verwachting een succesvolle afronding van de opleiding verhindert.
De leerling moet in plaats van de taal een vervangend vak kiezen met een normatieve studielast van ten minste 440 uren. De keuze is afhankelijk van het aanbod van de school. Voor leerlingen op het gymnasium is geen ontheffingsmogelijkheid geregeld, omdat daar de klassieke taal in plaats van de tweede moderne vreemde taal komt. Bovendien biedt CSG De Lage Waard geen gymnasiumopleiding aan.
10
13. Welke compenserende (faciliterende) maatregelen zijn er? Het initiatief voor het aanvragen van faciliteiten ligt bij ouders/verzorgers en de leerling. Voor de tenuitvoerlegging (implementatie) van deze faciliteiten ligt de verantwoordelijkheid bij de docent en de leerling. Hieronder staat een aantal voorbeelden van compenserende maatregelen die genomen kunnen worden. Welke compenserende maatregelen het beste passen bij de leerling blijkt uit de rapportage van het onderzoek, op basis waarvan een dyslexieverklaring is afgegeven. Compenserende maatregelen voor lezen:
teksten in de klas laten voorlezen door andere leerlingen of door de docent zelf; dictafoon gebruiken bij uitleg van de leerstof; opdrachten op schrift met meer witruimte tussen de verschillende opdrachten; een gele leesliniaal (verbetering contrast) vervangt afdrukken op geel papier; ict-hulpmiddelen toestaan bij lezen; extra tijd geven voor oefeningen en opdrachten.
Compenserende maatregelen voor spellen en schrijven:
kopieën van aantekeningen en bordschema's geven (door docent of medeleerling); hulpmiddelen toestaan; spellinglijsten en regelkaarten; een elektronisch woordenboek; een tekstverwerker / laptop (eventueel met spraakherkenning).
Compenserende maatregelen voor toetsing:
vragen voor proefwerk niet dicteren of op het bord zetten; proefwerken in een speciaal lettertype en lettergrootte geven (Arial 12); opdrachten voor toetsen op de computer of op usb-stick zetten; extra tijd geven voor het maken van een proefwerk; bij luistertoetsen de leerling in een apart lokaal laten werken; naast schriftelijke toetsen ook mondelinge toetsen afnemen; kleine gedeelten van de stof toetsen.
Compenserende maatregelen voor beoordeling:
aangepaste beoordeling voor spelling Nederlands; aangepaste beoordeling voor spelling vreemde talen;
11
14. Welke dispenserende (vrijstellingen) maatregelen zijn er? Wanneer de school dispensatie verleent, betekent dit dat de leerling vrijstelling krijgt van bepaalde taken/vakken zoals:
voorleesbeurten; toetsen die spelling als onderwerp hebben; beoordeling van de spelling; minder boeken op de boekenlijst.
15. Welke ICT-hulpmiddelen zijn er? Voor leerlingen met leesproblemen en dyslexie zijn ICT-hulpmiddelen erg belangrijk als ondersteuning bij het (leren) lezen, schrijven, spellen en om de problemen te compenseren die zij bij het leren ondervinden. Wrts Er zijn verschillende programma´s om de woordjes en zinnen van de moderne vreemde talen (Engels, Duits en Frans) te leren. Toch wordt het gebruik van het programma Wrts door de school het sterkst aanbevolen. De leerlingen zijn hier het meest positief over. Ze kunnen hiermee gemakkelijk woordjes online leren en de uitspraak beluisteren en ze behalen daarmee vaak goede resultaten. Er hoeft niets te worden geïnstalleerd op een computer, een internetverbinding is voldoende. Waarom rtv.wrts.nl? Het is mogelijk zelf woorden en zinnen in te voeren en te laten overhoren, maar voor leerlingen met taalmoeilijkheden en dyslexie is dit niet raadzaam. Onjuist ingevoerde woorden worden namelijk ook fout geleerd. Vrijwel alle woordenlijsten uit de methodes die op CSG De Lage Waard gebruikt worden staan op rtv.wrts.nl, ze zijn het meest betrouwbaar. Er wordt om een e-mailadres en een wachtwoord gevraagd. Dat is nodig, zodat het programma de woordenlijsten kan onthouden. Er wordt geen ‘spam’ verstuurd. Daisyspeler Een Daisyspeler is een speciale cd-romlezer die ingesproken boeken kan afspelen. Leerlingen met dyslexie kunnen met dit apparaat naar boeken op Daisy cd-rom luisteren. Daisy cd-roms zijn ook via speciale software te beluisteren. Onder bepaalde voorwaarden kan de Daisyspeler worden vergoed vanuit de basisverzekering. Zorgverzekeraars stellen verschillende voorwaarden aan vergoeding. Ze zijn niet tot vergoeding verplicht, ook al adviseert een deskundige dit hulpmiddel te gebruiken. CSG De Lage Waard adviseert ouders/verzorgers om altijd een aanvraag in te dienen, omdat er soms toch tot vergoeding wordt overgegaan.
12
Tips en aandachtspunten voor de aanvraag:
Neem contact op met de zorgverzekeraar voor de vergoedingsvoorwaarden.
Vermeld in de aanvraagbrief altijd waarom uw kind/pupil de Daisyspeler thuis nodig heeft. Hulpmiddelen voor gebruik op school vallen namelijk niet onder zorg, maar onder onderwijs en worden daarom niet door zorgverzekeraars vergoed.
Stuur de dyslexieverklaring en/of eventueel een verklaring van de behandelende orthopedagoog mee.
Zorg dat het type Daisyspeler aansluit bij de behoeften en de mogelijkheden van uw kind/pupil. Neem voor informatie hierover contact op met Optelec.
Afwijzing aanvraag Tegen een afwijzing van uw aanvraag kunt u altijd schriftelijk bezwaar maken. Sommige zorgverzekeraars wijzen aanvragen af, omdat volgens hen niet aan de onderstaande criteria uit het Reglement Hulpmiddelen is voldaan:
Een kind moet 'uitbehandeld' zijn voordat er tot vergoeding kan worden overgegaan.
Een kind moet behandeld zijn door een van de zes erkende instituten.
Beide voorwaarden zijn volgens de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) achterhaald. Er zijn veel goede behandelcentra bijgekomen en bovendien weten we dat een kind met dyslexie nooit 'uitbehandeld' is. Oudervereniging Balans heeft het CVZ al meerdere keren verzocht deze criteria te wijzigen. Aftrek van dyslexiehulpmiddelen Sinds 2009 geldt de zorgkosten regeling aftrek van specifieke zorgkosten waarbij de kosten van dyslexiehulpmiddelen afgetrokken kunnen worden van de belasting. Het gaat hierbij om hulpmiddelen die speciaal voor mensen met deze functiebeperking zijn ontwikkeld, zoals de Daisyspeler, Readingpen én softwareprogramma's als Kurzweil, Sprint, ClaroRead en Tutor. De noodzaak van het hulpmiddel moet wel worden aangetoond en opgenomen zijn in de dyslexieverklaring. Een laptop kan niet als dyslexiehulpmiddel worden afgetrokken, omdat deze ook door mensen zonder functiebeperking wordt gebruikt. Het besluit dat is genomen door de staatssecretaris van Financiën over de aftrek van dyslexiehulpmiddelen kunt u nalezen in Staatscourant nr. 40 (Besluit van 14 februari 2008, nr. CPP2007/3175M). Gesproken schoolboeken Met ingang van het schooljaar 2009-2010 zijn scholen in het voortgezet onderwijs verplicht om schoolboeken gratis beschikbaar te stellen. Dit geldt ook voor aangepaste (gesproken) schoolboeken voor leerlingen met dyslexie. Leerlingen met dyslexie die
13
gebruik maken van gesproken boeken, hebben ook gewoon de papieren versie van deze schoolboeken nodig. Zo krijgen ze inzicht in de opbouw en structuur van het boek en hebben ze de beschikking over eventuele foto's, tabellen, grafieken en andere afbeeldingen. Daarnaast kunnen ze meelezen tijdens het luisteren. Gesproken schoolboeken worden geproduceerd door Dedicon, met subsidie van het ministerie van OCW. Gesproken schoolboeken worden geproduceerd als Daisy cd-rom en zijn af te spelen met een Daisyspeler of met speciale software op de pc. Neem voor informatie over het installeren van gratis Nederlandstalige Daisy-software (AMIS) voor op de pc of de laptop contact op met de remedial teacher. Dedicon heeft naast Daisy cd-roms ook digitale bestanden van schoolboeken voor speciale voorleesprogramma's, zoals Kurzweil, Sprint, ClaroRead of het gratis Deskbot. Ouders van dyslectische leerlingen moeten de gesproken boeken zelf bij Dedicon bestellen en vervolgens declareren bij school. Het is raadzaam vooraf met school te overleggen welke middelen voor vergoeding in aanmerking komen. Ook digitale schoolboeken vallen onder de gratis schoolboeken. Bij Dedicon kunnen geen gesproken leesboeken besteld worden. Die leesboeken kunnen worden geleend lenen via het Loket Aangepast Lezen.
16. Welke examenfaciliteiten zijn er? Als een kandidaat met dyslexie moeite heeft om het examen in zijn gewone vorm af te leggen, dan kan de directeur van de school kiezen voor een aangepaste afname. Deze aangepaste afname is gebaseerd op het rapport van een deskundige (dat bij de dyslexieverklaring hoort) waarin is aangegeven welke maatregelen nodig zijn. Deze aanpassingen betreffen zowel het schoolexamen als het centraal examen. Ieder kind sluit zijn schoolcarrière af met een eindexamen. Dit eindexamen bestaat uit een schoolexamen en een centraal examen (CE). Het gemiddelde van het schoolexamen en het centraal examen bepaalt het eindcijfer van het examen van elke leerling. Scholen stellen zelf het schoolexamen op en bepalen hoe de cijfers tot stand komen. Het centraal examen wordt landelijk bepaald en is voor alle leerlingen van hetzelfde schooltype hetzelfde.
Het schoolexamen (SE)
Worden spelfouten meegerekend? De school bepaalt zelf óf en wanneer spelfouten worden meegerekend. Dit moet een school vastleggen in het PTA. Het is wel zo dat de gekozen spellingseisen voor alle leerlingen hetzelfde zijn. Hier kan voor leerlingen met dyslexie geen uitzondering voor gemaakt worden. Wel kan de school een ander traject aanbieden voor leerlingen met dyslexie, dat leidt tot dezelfde eindeisen. De docent begint bijvoorbeeld met toetsen waarbij hij de spelling niet
14
meerekent en gaandeweg het jaar de spelling steeds zwaarder laat meewegen (want bij het centraal schriftelijk examen worden de spellingfouten net als bij alle andere kandidaten gewoon meegerekend). Voorwaarde van dit traject is dat de leerling gedurende dat jaar ondersteuning krijgt op het gebied van spelling. Computer met spellingcontrole Omdat spelfouten voor alle leerlingen even zwaar meetellen, kan de school besluiten een computer toe te staan als schrijfgerei voor álle leerlingen óf alleen voor leerlingen met dyslexie. Deze leerlingen kunnen dan gebruik maken van de spellingcontrole op de computer. Schoolexamen oefen-cd-roms Cito heeft oefenmateriaal waarmee de taalvaardigheid thuis geoefend kan worden. Er zijn oefen-cd-roms kijken en luisteren voor Nederlands, Duits, Engels en Frans op het vmbo, havo en vwo. Naast hulp oproepen bij lastige woorden of teksten kan meteen gecontroleerd worden of het antwoord juist is. Op de cd-roms staan meerkeuze-opgaven en open vragen in opklimmende moeilijkheidsgraad. Het centraal examen (CE) wordt landelijk bepaald en is voor alle leerlingen van hetzelfde schooltype hetzelfde.
Het centraal examen (CE)
Krijgen kandidaten met dyslexie een ander centraal examen? Kandidaten met dyslexie krijgen een examen dat precies gelijk is aan dat van de andere kandidaten. De kandidaat kan daarbij gebruik maken van ingesproken tekst of spraaksynthese op de computer waarbij een digitaal tekstbestand in (kunstmatige) stem wordt omgezet. Ook hoort verlenging van de examentijd of een vergroting van de opgaven tot de mogelijkheden. De directeur van de school kan er dus niet voor kiezen om normen te versoepelen of onderdelen van het examen weg te laten. Kortom: de inhoud blijft hetzelfde, alleen de vorm kan aangepast worden. Hoe is de beoordeling bij spelling? Ook de beoordeling, bijvoorbeeld van spelling, is precies hetzelfde als bij alle andere kandidaten. Het examen voor talen bestaat voor 10-20% uit spelling, dus alleen op spelling kan een kandidaat met dyslexie nooit zakken. Welke aanpassingen zijn mogelijk met een dyslexieverklaring? Afhankelijk van de mate en de ernst van de dyslexie komen de volgende maatregelen voor:
verlenging van de examentijd (met voor het CE ten hoogste 30 minuten)
auditieve ondersteuning
ICT-ondersteuning
15
Het standaard lettertype voor teksten en toetsen is Arial 12 volgens het DLWstijlvoorbeeld. Er worden geen vergrotingen meer gemaakt.
16
17. Literatuur
Berkel, A. van, (2006) Orthodidactiek van het Engels, Bussum, Coutinho Boer, J. de (2000) Dyslexie: definiëring, diagnostiek, behandeling, predictie en preventie, Amsterdam, SWP Braams, T., Smits (2002), Eerder en efficiënter dyslexie screenen in het VO heeft grote voordelen, over inclusief onderwijs, preteaching en een snelle screeningsmethodiek, Tijdschrift voor Remedial Teaching, 2002/3, 4-9 Gelderblom, G. & J. Oosterman, (2008) Taal en rekenen op de grens van primair en voortgezet onderwijs, Hoevelaken, CPS, ISBN 978-90-6508-591-7 Gezondheidsraad: Commissie Dyslexie. (1995) Dyslexie. Afbakening en behandeling. Den Haag, Gezondheidsraad, publicatie nr. 1995/15, ISBN-10: 905549-086-5 Goor, H. van (2001), Dyslexie in de brugklas, Baarn, HBuitgevers, ISBN 9055743208 Henneman, K., R. Kleijnen, A. Smits (2004) Protocol Dyslexie Voortgezet onderwijs: Deel 1 – Achtergronden, beleid en implementatie,’s-Hertogenbosch, KPC Groep Henneman K., Kleijnen R., (2005) Signaleringinstrument Protocol Dyslexie Voortgezet onderwijs, Den Bosch, KPC-groep Hacquebord, H. I. & B.P. Stellingwerf (2004), Diataal, Groningen, Etoc. Henneman, K., R. Kleijnen, en A. Smits, (2004) Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs: Deel 2 - Signalering, diagnose en begeleiding. ’s-Hertogenbosch, KPC Groep Inspectie van het Onderwijs (2011) De staat van het onderwijs, onderwijsverslag 2009/2010, Utrecht, ISBN 978-90-8503-254-0 Inspectie van het Onderwijs (2010). Wettelijke vereisten specifieke zorg en bestrijding achterstanden, Utrecht, Inspectie van het Onderwijs Leij, A. van der, Struiksma, A.J.C., Ruijssenaars, A.J.J.M., Verhoeven, L., Kleijnen, R., Henneman, Pasman, K., Ekkebus, J. M., Bos, van den, K.P. Paternotte A. (2004) Diagnose van dyslexie. Brochure van de Stichting Dyslexie Nederland, Den Haag, SDN, derde, herziene versie Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen (2004) Hulpmiddelen en vrijstellingsmogelijkheden voor leerlingen met een beperking, zoals dyslexie en dyscalculie, Zoetermeer, Min. van O&W Stichting Dyslexie Nederland (herzien 2003) Diagnose van Dyslexie, Bilthoven, SDN.
17
18. Belangrijke websites www.aangepast-lezen.nl www.anderslezen.nl www.balansdigitaal.nl www.dedicon.nl www.dyslexie.nl www.dyslexiepagina.nl www.dyslexieweb.nl www.lexima.nl www.kennisnet.nl www.lbrt.nl www.leeshandicap.nl www.minocw.nl www.optelec.nl www.steunpuntdyslexie.nl
18
19. BIJLAGEN
19